25
Materialen en moleculen

Materialen en moleculen. Moleculen Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen Moleculen bewegen Er zit ruimte tussen moleculen In vaste stoffen

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Materialen en moleculen

Page 2: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Moleculen

Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen Moleculen bewegen Er zit ruimte tussen moleculen In vaste stoffen bewegen moleculen rondom een

vaste plaats Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller

moleculen bewegen Moleculen trekken elkaar aan

Page 3: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Cohesie en adhesie (1)

Cohesie: de kracht tussen moleculen van dezelfde soort

Adhesie: de kracht tussen moleculen van verschillende soorten

Page 4: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Cohesie en adhesie (2)

MeniscusBol: cohesie is groter dan adhesie

Moleculen zitten liever tegen elkaar aan dan tegen het glas

Hol: adhesie is groter dan cohesieMoleculen zitten liever het glas dan tegen elkaar

Capillaire werkingCapillair is een heel dun buisjeAdhesie tegen de zwaartekracht in!

Page 5: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Begrippen

Zuivere stof: één soort moleculen Mengsel: meerdere soorten moleculen

Homogeen mengsel: “netjes verdeeld”(zout in water opgelost)

Heterogeen mengsel: “klontjes bij elkaar” (fruitsap)

Oplossing: homogeen mengsel Diffusie: mengen zonder invloed van buitenaf

Page 6: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Aggregatietoestanden (1)

Aggregatietoestand is fase

De meeste stoffen komen voor in 3 fasenGasVloeistofVast

Page 7: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Aggregatietoestanden (2)

De overgangen tussen aggregatietoestanden heten ook wel faseovergangen

Page 8: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Aggregatietoestanden (3)

Als de temperatuur van de stof lager is dan het smeltpunt, is het een vaste stof

Als de temperatuur van de stof tussen het smeltpunt en het kookpunt in zit, is het een vloeistof

Als de temperatuur van de stof groter is dan het kookpunt, is het een gas

Page 9: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Smelten en koken (1)

Het smeltpunt is de temperatuur waarbij een stof smelt of stolt

Het kookpunt is de temperatuur waarbij een stof kookt

Page 10: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Smelten en koken (2)

Bij een mengsel is er een traject waarbij het mengsel smelt (het smelttraject of het stoltraject)

Bij een mengsel is er een traject waarbij het mengsel kookt (het kooktraject)

Page 11: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Smelten en koken (3)

Het begin van het smelttraject is smeltpunt van de stof die als eerste smelt

Het einde van het smelttraject is het smeltpunt van de stof die als laatste smelt

Page 12: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Smelten en koken (4)

Het begin van het kooktraject is kookpunt van de stof die als eerste kookt

Het einde van het kooktraject is het kookpunt van de stof die als laatste kookt

Page 13: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Smelten en koken (5)

Page 14: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Smelten en koken (6)

Op de vorige sheet was links een smeltpunt te zien, rechts een traject

Het smeltpunt zit bij 71oC

Het traject begint bij 125oC en eindigt bij 134oC

Page 15: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Stofeigenschappen

Kleur, geur, smaak zijn voor iedere stof anders

Smelt- en kookpunt zijn voor elke stof anders

Dichtheid is voor elke stof anders

Page 16: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Dichtheid

Symbool: ρ Eenheid: kg/m3

De massa per kubieke meter

V

m

1.000 kg/m3 = 1.000.000 g/m3 = 1.000 g/dm3 = 1 g/cm3

= 1.000 g/L = 1 kg/L

Page 17: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Dichtheid

Massa en volume zijn rechtevenredig

Als je een 2x zo zwaar stuk van hetzelfde materiaal pakt, is het 2x zo groot

Als je een voorwerp 2x zo groot maakt, is het 2x zo zwaar

Page 18: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Aggregatietoestanden (4)

T < Tsmelt Tsmelt < T < Tkook T > Tkook

Vaste stof Vloeistof Gas

Moleculen hebben minste ruimte nodig, volume is het kleinste

(zit er tussenin) Moleculen hebben meeste ruimte nodig, volume is het grootste

Massa is gelijk, dus dichtheid het grootste

(zit er tussenin) Massa is gelijk, dus dichtheid het kleinste

Page 19: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Onderdompelmethode (1)

Als je een voorwerp in het water gooit, duwt dat het water weg. Het duwt precies evenveel water weg hoe groot het voorwerp is

Het verschil in volume is dus dankzij het voorwerp, dat is dus het volume van het voorwerp

Page 20: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Onderdompelmethode (2)

Door het voorwerp te wegen, weet je de massa van het voorwerp

De dichtheid is dan te berekenen

Page 21: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Dichtheid van een vloeistof (1)

De massa van een vloeistof is te bepalen door een lege maatcilinder te wegen,

Als je daarna een maatcilinder met vloeistof weegt, weet je dat het verschil komt door de vloeistof

Page 22: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Dichtheid van een vloeistof (2)

Door de vloeistof in een maatcilinder te schenken, kun je het volume aflezen

De dichtheid is dan te berekenen

Page 23: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Dichtheid bepalen

Massa bepalen Volume bepalen

Vaste stof Wegen

Maatcilinder aflezen: het verschil tussen

maatcilinder met en maatcilinder zonder

voorwerp (onderdompelmethode)

Vloeistof

Wegen: het verschil tussen maatcilinder met en maatcilinder zonder

vloeistof

Maatcilinder aflezen

Page 24: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Zinken of drijven?

Is de dichtheid van het voorwerp kleiner dan de vloeistof, dan drijft het

Is de dichtheid van het voorwerp groter dan de vloeistof, dan zinkt het

Zijn de dichtheden gelijk, dan zweeft het voorwerp

Page 25: Materialen en moleculen. Moleculen  Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen  Moleculen bewegen  Er zit ruimte tussen moleculen  In vaste stoffen

Grootheden en SI-eenheden

Grootheid Symbool Eenheid Symbool

Massa m kilogram kg

Volume V kubieke meter m3

Dichtheid ρ kilogram per kubieke meter kg/m3