Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
12 TeamworkHR-team REP Defensie
24 Kapitaalvreters:Werkende mantelzorger
32 VerzuimNiet-medisch verzuim
jaargang 14 / mei 2016
NR 5 / PENOACTUEEL.NLTWITTER@penoactueel
FACEBOOKfacebook.com/penoactueel
NIEUWSBRIEFpenoactueel.nl/nieuwsbrief
LINKEDINLinkedIn-groep P&Oactueel
rzuimmedisch
uim
INCLUSIEF
e-H
RM
NETWERKORGANISATIES: VAN HRMANAGER TOT
COMMUNITY MANAGER
Hoe vind je de weg in het woud van HR-dienstverleners?
Kijk gewoon of de aanbieder Cedeo-erkend is!
K.P. van der Mandelelaan 41a, Rotterdam Postbus 701, 3000 AS Rotterdam T. 010 - 201 42 22 www.cedeo.eu [email protected]* Cedeo is de onafhankelijke certificerende instantie voor organisaties actief op het gebied van de human resources improvement. Cedeo verleent en registreert het keurmerk ‘Cedeo-erkend’.
Het vinden van de beste opleiding, training of andere HR-dienst kan zoveel sneller en makkelijker! Beperk het zoeken
tot aanbieders met een Cedeo-erkenning. Dan weet u zeker dat minimaal 80 procent van hun klanten ‘tevreden tot zeer
tevreden’ is over de kwaliteit en de dienstverlening. Én dat het klanttevredenheidsonderzoek, waarop de erkenning is
gebaseerd, niet langer dan twee jaar oud is. Cedeo voert dit uit onder inkopers en opdrachtgevers
uit het bedrijfsleven, de overheid en de non-profitsector. Dus onder collega’s van u.
Zijn die tevreden over een bepaalde opleider? U vindt het snel op www.cedeo.eu
/ MEI 2016 / NR 5 3
MEI 2016/NR 5
Inhoud
Verder
14
12
32
12 Teamwork
HR-team REP Defensie
14 Coverstory
Netwerkorganisaties: van HR-manager tot community manager
24 Kapitaalvreters
Werkende mantelzorger
32 Verzuim
Verzuim om niet-medische redenen
COLUMNS
Jaap PaauweMaakt de HR-manager het verschil? 11Luk SmeyersDraai die knop nu eindelijk eens om! 19
RUBRIEKEN
Redactioneel 5@Reacties 6#HR-topics 6Drie vragen 7Het cijfer 7Werk in beeld 9De wereld van HR 21Het keuzemenu 29 Strategie interview 38Dossier van de maand 30Xpertise 35Vakinformatie 41Eén jaar later 42
26 ThemaHet outsourcen
van e-HRM
Half miljard werkkostenbudget onbenut!Veel werkgevers maken nog te weinig gebruik van de vrije ruimte in de WKR. Hierdoor blijft veel geld liggenen doen ze zichzelf en hun werknemers te kort. Onzekerheid over de precieze regels en angst om het WKR budget te overschrijden zijn hiervan de reden.
De hoofdregels van de WKR zijn wel duidelijk, maar in de uitwerking zitten een aantal criteria die allesbehalvehelder zijn en voor veel discussie zorgen. Denk aan het ‘noodzakelijksheidscriterium’ en het ‘gebruikelijkheids-criterium’. Wat is gebruikelijk en wat is noodzakelijk? Toch zijn deze begrippen inmiddels wel nader in te vullen.
Kom naar de WKR VerdiepingsdagOp de WKR Verdiepingsdag laten onze topexperts u zien hoe u de vrije ruimte optimaal benut zonder risico:• hoe benut u de gerichte vrijstellingen, nihil waarderingen en intermediaire kosten?• hoe houdt u controle over de vrije ruimte bij arbeidsvoorwaarden met een cafetariasysteem?• wat houdt het “noodzakelijkheidscriterium” in en hoe past u het toe?• wat houdt het “gebruikelijkheidscriterium” in en hoe past u het toe?• wat kunt u nog doen als er veel vrije ruimte onbenut blijft?• en…, hoe houdt u het zo eenvoudig mogelijk?
Topexperts bieden duidelijkheidHet team van experts onder leiding van Mans Kuipers praat u in één dag helemaal bij over de acties die u moetnemen en de belangrijke zaken die u bij de WKR in het oog moet houden. Na deze dag weet u tot hoever ukunt gaan in de vrije ruimte en weet u hoe u het gebruikelijkheids- en het noodzakelijkheidscriterium moet interpreteren. Kortom: u weet hoe u de mogelijkheden van de WKR -zonder risico- optimaal benut.
www.penocongressen.nl/wkr
Benut uw voordelen optimaal!
WKR Verdiepingsdag
10 juni 2016, MeetUp! - Jaarbeurs Utrecht
vorige editiebeoordeeld met een
8,2!
Meer informatie en online inschrijven:
/ MEI 2016 / NR5 5
COMMENTAAR
Redactioneel✒
©D
iederik
van d
er L
aa
n
Lees
meer over
netwerk-
organisaties
op p. 14
‘In plaats van een vacature uitschrijven, gooi je een klus in de markt’
A ls belangrijke belemme-
ring voor HR om de hui-
dige ontwikkelingen bij
te benen, hoor ik regel-
matig dat HR daar als “Ministerie van
Regelgeving” intrinsiek ongeschikt
voor is. Ik snap dat. HR heeft immers
te dealen met het dilemma van een
zeer arbeidsrechtelijk gedreven vakge-
bied met de daaraan gekoppeld grote
risico’s in een in alle opzichten noodza-
kelijkerwijs steeds fl exibeler wordende
organisatie en arbeidsmarkt. Waar we
inmiddels gewend zijn aan het feit dat
medewerkers niet alleen meer op onze
loonlijst staan of die van het uitzend-
bureau, verruimt het begrip ‘medewer-
kers’ zich in rap tempo. Tom Haak van
het HR Trend Institute en Crunchr,
pakt in ons coverartikel de kern in één
zin: ‘In plaats van een vacature voor
een baan uitschrijven, gooi je een klus
in de markt.’ Daarmee wordt HR vol-
gens hem een soort community mana-
ger, een facilitator van een netwerk dat
constant in beweging is. Het bouwen
aan open en transparante communities
wordt in dit artikel als voorwaarde
voor HR gesteld om te komen tot een
succesvolle netwerkorganisatie. Evenals
het omarmen van technologie die deze
communities ondersteunt, het helder
hebben van de why van de organisatie
(waar doen we het allemaal voor) én
het schrappen van bureaucratie en
onzinnige regels. Ondanks het feit dat
het niet aan HR is arbeidsrecht te
scharen onder onzinnige regels, denk
ik dat ook op dit laatste punt inder-
daad nog te winnen valt. �
Ministerie van Regelgeving
YOLANDA STIL, HOOFDREDACTEUR� In P&Oactueel lees je alles over human capital, development, strategie en wet- en regelgeving
� Ideeën, opmerkingen en aanvullingen worden zeer op prijs gesteld.
Bezoek onze website, Connect, Twitter, Facebook of mail ons: [email protected]
6 / MEI 2016 / NR5
@reacties
Actueel
KORTE BERICHTEN MET REACTIES DIE VOOR ENIGE OPSCHUDDING OP HET WEB ZORGDEN
gaande verzakelijking zijn niet
meer weg te denken. Alle werk-
zaamheden waar een zekere
structuur in zit en die bestaan uit
repeterende volgorden zullen wor-
den omgezet in automatisering.
Aan algoritmes worden de soft
skills in de programmatuur al toe-
gevoegd. Ik vermoed dat functies
als bijvoorbeeld recruiter, jurist,
P&O-er, ambtenaar, notaris, mede-
werker van een bank of verzeke-
raar, en misschien zelfs arts zoals
we die nu nog kennen veranderen
in functies met een beperkter aan-
tal mensen aan de knopen van
programma’s die ook de beno-
digde soft skills inbouwen.
Dick Klinkhamer
ONTWIKKELEN Klopt! De combinatie kennis,
kunde én soft skills vormen de
basis voor goed functioneren en
resultaten behalen. Juist in veran-
der- en ontwikkelingstrajecten
waarbij je vooral stuurt op gedrag
zijn soft skills belangrijk. Ook vind
ik het (laten) ontwikkelen van soft
skills een punt van aandacht.
Gladys Nurmohamed
Er komt voorlopig
geen nieuwe wetge-
ving rondom payroll.
Minister Asscher ziet
onvoldoende draag-
vlak voor een nieuwe
payrollwet.
@ABUnl Blij dat de
voorgenomen wettelijke
beperking van payroll
niet doorgaat.
@NBBU Gelijktrekken
van arbeidsvoorwaar-
den door nieuwe wet-
geving niet nodig, want
de beloning voor pay-
rollwerknemers is al
gelijkwaardig aan die
voor medewerkers in
dienst van de inlener.
@payrolling Goed
nieuws voor onze bran-
che!
@cindysmeets Nog
geen uitwerking motie
Hamer over payrolling.
Geen overeenstemming
reikwijdte. Meer info
volgt vóór begrotings-
behandeling 2017
Maar liefst 70 procent van de professionals in de fi nanci-
ele sector verwacht dat “zachte kerncompetenties” oftewel
de soft skills in 2030 belangrijker zijn dan feitenkennis,
blijkt uit onderzoek van Hays. Hierdoor worden mense-
lijke eigenschappen als aanpassingsvermogen, over-
tuigingskracht, creativiteit, empathie en motivatietalent
onderscheidende factoren.
KANSEN GRIJPEN Ik verwacht dat de combinatie van
technische ontwikkelingen en een
meer bewuste inzet van soft skills
de sector naar een hoger niveau
tilt, zowel op het gebied van
bestaande services en dienstverle-
ning als op het gebied van nieuwe
producten en diensten. Als profes-
sional kun je maar beter deze kan-
sen grijpen en zorgen dat je soft
skills optimaal zijn ontwikkeld
en kunnen worden ingezet.
Harold Jansen, directeur
Hays
OPLOSSING Ik denk dat soft skills nu al
vaak belangrijker zijn dan de
feitenkennis. Al is het maar omdat
je feitenkennis ook moet omzetten
in een oplossing die past bij het
vraagstuk van de klant. En dit
moet dan nog eens worden omge-
zet in begrijpelijke taal aan de
klant. Naast persoonlijke eigen-
schappen, speelt ook ervaring
een belangrijke rol. Kunde ontwik-
kelt zich nu eenmaal door te doen.
Wilga Janssen
MINDER MENSEN De processen van steeds verder-
#HRtopics
GEEN PAYROLLWET
Soft skills vs. feitenkennis
s
se
skills
en kun
Harold
Hays
OPI©
fre
eim
ag
es
/ MEI 2016 / NR5 7
Iets te melden over het nieuws? Wil je reageren op een artikel of een discussie starten? [email protected] of Twitter.com/penoactueel
Actueel3 vragenDOOR BOB JANSSEN
?
hebt en dat dit te maken heeft met
de bedrijfsvoering, de visie op de
markt en de organisatiefi losofi e.
Dan kom je niet in de problemen
met de fi scus.’
2 Wat is uw belangrijk-ste advies aan opdrachtnemers en
opdrachtgevers over het interpreteren van de wet DBA? ‘Oriënteer je op wat het voor jou
betekent. Op 1 mei begon de
overgangsperiode. Dan heb je
nog een jaar om je goed voor
te laten lichten en om te kij-
ken welke veranderingen
er nodig zijn in je inhuur-
beleid. HR moet zorgen
dat er een uniform inhuur-
beleid is zodat er niet
allerlei verschillende ver-
sies van inhuurcontracten
rondzwerven. Maak een
bewuste keuze voor een
modelcontract en organiseer
inhuur op een goede manier.’
3 Welke invloed heeft de wet DBA op de werkgelegenheid in
het algemeen? ‘De kans is aanwezig dat er een
verschuiving komt van contract-
vormen. Als de inhuur terugvalt
dan neemt misschien het aantal
arbeidsovereenkomsten toe, want
het werk is er. Maar de vraag is of
opdrachtgevers en opdrachtne-
mers dat wel willen. Als er onze-
kerheid ontstaat bij opdrachtge-
vers heeft dat invloed op de
werkgelegenheid van zzp’ers.
Misschien komt payrolling vaker
om de hoek kijken of gaat men
sneller een arbeidscontract aan
voor de duur van een project.’
8685 Vacatures voor
professionals in de HR en P&O
waren er in het eerste kwartaal van 2016. Een recordaantal,
volgens onderzoekers van Intelligence Group.
De groei komt omdat de economie
weer is aangetrokken en
er veel vraag is naar
nieuwe werknemers in bedrijven. Als recruiter vind je momenteel
dan ook binnen no time een baan. HR-professionals
hebben iets meer concurrentie.
Zij moeten zich onderscheiden door expertises als: kennis van Excel, analytics
skills en/of ervaring met legal of total workforce .
1 Welke invloed heeft de wet DBA op het werk van de HR-professional?
‘De HR-professional moet goed
inhuurbeleid maken. Je moet
vooral goed nadenken over wat het
kader en het doel is. Voor mensen
in loondienst heb je specifi ek
beleid. Het is zeer onverstandig
om dat een-op-een te kopiëren
voor zzp’ers. Laat zien dat je zelf-
standigen op een andere manier
behandelt. Bijvoorbeeld in het
beoordelingsbeleid. Toon aan dat
je bewust en gemotiveerd ook
beoordelingsbeleid voor zzp’ers
Op 1 mei ging de wet Deregulering
Beoordeling Arbeidsrelaties in
(wet DBA), bedoeld om schijnzelf-
standigheid terug te dringen. Mark
Bassie, expert op het gebied van
fl exibilisering van organisaties en
professionalisering van inhuur van
externen, beantwoordt drie vragen.
Inhuurperikelen, of niet?
Nieuwe opleiding:
Je bent HR-adviseur en wilt jouw inzicht en vaardigheden in
Dan is deze 4-daagse opleiding iets voor jou. Je leert onder andere:
haar ontwikkeling en constructieve structuur
nice to meet! U heeft behoefte aan een sfeervolle ruimte, een compleet product met diverse faciliteiten en een helder prijsbeleid. U wilt dan zeker zijn dat die ruimte vol-doet aan uw wensen en dat deze ook binnen uw budget past. Liever nog: een accommodatie die u verrast.
Woudschoten Hotel & Conferentiecentrum in Zeist is centraal gelegen op een bosrijk eigen landgoed van 45 hectare. Uitstekend geschikt voor één- en meerdaagse bijeenkomsten als trainingslocatie, om te vergaderen en voor Business Events.
Woudenbergseweg 54 T 0343-492 492 E [email protected] HX Zeist F 0343-492 444 I www.woudschoten.nl
Korting op onze arrangementen?
Kijk op www.woudschoten.nl
voor onze kortingskalender
Op expeditie door de OR-jungle
Wat levert deze dag jou op?
• Kennis: in één dag volledig op de hoogte van alle actualiteiten
• Inspiratie: boeiende topsprekers en workshops op een levendige locatie
• Teambuilding: binding met jouw OR-leden en leer elkaars kwaliteiten inzetten
• Netwerken: wissel ervaringen uit met OR-collega’s uit andere organisaties
Meld jullie aan vanaf € 250 en bekijk het volledige programma en alle workshops op www.porcongressen.nl/lor
Donderdag 16 juni 2016 - Apenheul
/ MEI 2016 / NR5 9
WERK IN BEELD TOONT EEN FOTO MET EEN ACTUELE GEBEURTENIS OF ONTWIKKELING OP HET GEBIED VAN ARBEID. Actueel
FNV Havens voert actie tegen
het management van
containerbedrijf DFDS. Die wil
dat het personeel alleen de
door het bedrijf geleverde
T-shirts met lange mouwen
draagt, ook met warm
zomerweer. Enkele dames
smeerden het personeel bij
binnenkomst in met een dikke
laag zonnebrandcrème.
© ANP / JERRY LAMPEN
01. HEADER RED
WERK IN BEELD
WERK IN BEELD TOONT EEN FOTO MET EEN ACTUELE GEBEURTENIS OF ONTWIKKELING OP HET GEBIED VAN ARBEID. ActueelMINIMUMJEUGDLOON
Minister Asscher van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid schaft het minimumjeugd-
loon af voor jongeren tussen 21 en 23 jaar.
Jongeren van FNV Young & United waren al
een jaar lang aan het actievoeren voor deze
maatregel. Zo voerden ze actie in Amster-
dam, Tilburg en Groningen en overhandigden
ze 130 duizend handtekeningen aan Asscher.
© ANP | BART MAAT
/ MEI 2016 / NR5 11
Column
Prof. dr. Jaap Paauwe,
Hoogleraar Organisatie en Personeel
Universiteit van Tilburg/
Erasmus Universiteit Rotterdam
HUMAN CAPITAL
Maakt de HR-manager het verschil?
O nlangs gaf ik college
voor een groep
internationale stu-
denten in het kader
van hun masters international busi-
ness studies. Een groep die ik moti-
veerde voor het onderwerp HRM
door te wijzen op het belang van
“human capital” als het gaat om
kwaliteit van product of dienstverle-
ning. En dat zij later – eenmaal
werkzaam als lijnmanager – een
HR-manager zullen tegenkomen.
Als lijnmanager trek je daarmee
samen op om de strategische doelen
van de (business-)unit waarvoor je
verantwoordelijk bent, te realiseren.
Ik vertelde hen over wereldwijd uit-
gevoerd onderzoek, waarbij we
gekeken hadden naar de benodigde
competenties van de HR-manager
en de verschillende rollen die de
HR-manager vervult. Destijds had-
den we het sample aan bedrijven
opgesplitst in bedrijven die het goed
doen (in fi nancieel-economisch
opzicht) en bedrijven die het min-
der goed doen. Mijn vraag aan de
studenten was: Welke competenties
waren vooral aanwezig bij de HR-
managers, werkzaam voor de beter
presterende bedrijven? De studenten
overlegden even met elkaar en
schreven vervolgens een reeks van
termen op het bord: empathie, kun-
nen luisteren, organisatie- en cul-
tuurverandering, procesbewaker,
confl ictoplosser, bemiddelaar.
Stuk voor stuk waardevolle eigen-
schappen, maar ook nogal aan de
“zachte” kant van het vak. Onze ana-
lyse van de data liet deels andere
competenties zien. In overeenstem-
ming met de mening van de studen-
ten was de competentie van
organisatie- en cultuurverandering
belangrijk, maar bij de succesvolle
bedrijven verliep dat wel aanmerke-
lijk sneller dan bij de minder succes-
volle bedrijven. Het ging dus om het
snél kunnen implementeren van ver-
andering. Dus niet binnen 2 of 3
jaar, maar zo mogelijk veel korter.
Het tweede onderscheidende ken-
merk werd gevormd door het leveren
van een bijdrage aan de strategische
besluitvorming, maar dan niet als
procesbewaker of -begeleider in het
managementteam. Neen, een echte
inhoudelijke bijdrage aan de strate-
gische koers met een duidelijk
geprofi leerde en beargumenteerde
mening. Het derde onderschei-
dende kenmerk betrof de competen-
tie market driven connectivity. Wat
moeten we daar nu onder verstaan?
Welnu, het gaat dan om het vermo-
gen van de HR-manager om de
organisatiestructuur en daarbij beho-
rende informatiestromen zodanig
vorm te geven dat de signalen vanuit
de markt, vanuit de klant daadwer-
kelijk degenen bereiken die daarvoor
verantwoordelijk zijn en die daar
ook wat aan kunnen doen. Kortom
inzicht in het zodanig vormgeven
van de organisatie dat
daarmee de klant cen-
traal staat.
De studenten keken er
wel van op. Dat een
HR-manager zich
inhoudelijk bemoeit
met de strategie en
bovendien ook nog het
vizier op de ultieme
klant heeft. Tja, dan
wordt het ook wel de moeite waard
om met zo’n fi guur gezamenlijk op
te trekken. Mij verbaasde het dat na
15 à 20 jaar onderzoek inzake het
belang van HRM en het presteren
van de organisatie, de denkbeelden
van deze jonge generatie aan toe-
komstige leiders nog zo traditioneel
zijn. Hoe staat het dan met de profi -
lering van onze huidige generatie
HR-managers? �
‘Het ging dus om het snél kunnen implementeren van verandering’
‘We zien
dat veel
medewerkers
nieuwe energie
krijgen en dat
de organisatie
fl exibeler wordt’
Ellen Dieperink,Adviseur Employabiliteit, slagkracht
Frank Vijgen,Adviseur Employabiliteit, denkkracht
Ronald Brekelmans, Adviseur Employabiliteit, stuur-en sociale kracht
HUMAN CAPITAL
12 / MEI 2016 / NR5
Niet op de foto: Bianca Schuddebeurs, Adviseur Employabiliteit, slag- en sociale kracht
/ MEI 2016 / NR5 13
TEAMWORK
H et team is gespecialiseerd
in Re-Employment. REP
is in 2011 opgericht om
binnen Defensie alle
talenten te benutten en de inzetbaar-
heid van burgers (niet-militaire mede-
werkers) te vergroten. Ellen: ‘Bij
Defensie wijzigen de militairen in prin-
cipe iedere drie jaar van functie. Bij de
burgermedewerkers geldt dit systeem
niet en zien we te weinig doorstroom.’
REP is gestart met alle IT-medewer-
kers, het team richt zich nu op nieuwe
doelgroepen. Wat doet REP? Ronald:
‘We organiseren allerlei interventies om
medewerkers vrijwillig te mobiliseren:
workshops, speeddates met bedrijven,
REP-café’s, talentanalyses en spiegelge-
sprekken. En kijkjes in de keuken
waarbij een medewerker meerdere
maanden een opdracht ergens anders in
de organisatie vervult.’ Wat zijn de
resultaten? Ronald: ‘Ongeveer 1/3 van
de 1800 medewerkers is op gesprek
geweest. Ruim 360 medewerkers heb-
ben door een tijdelijke opdracht
nieuwe werkervaring opgedaan. Hier-
van keert 65 procent niet terug naar de
oorspronkelijke functie.’ Ellen: ‘We
zien dat veel medewerkers nieuwe ener-
gie krijgen en dat de organisatie fl exibe-
ler wordt. En we zien nieuwe
samenwerkingen ontstaan doordat
afdelingen elkaar beter kennen.’
Bianca: ‘Medewerkers zitten lekkerder
in hun vel als ze werk doen dat bij ze
past en dit heeft een positief eff ect op
ziekteverzuim en productiviteit’. Frank:
‘Ik zie medewerkers opbloeien. Ze kij-
ken samen met ons naar hun talenten,
benutten vervolgens gericht hun kwali-
teiten en hervinden hun passie in het
werk.’ Veel organisaties willen medewer-
kers in beweging krijgen. De praktijk
blijkt echter weerbarstig. Wat zijn bij jul-
lie de succesfactoren? ‘Ronald: ‘REP is
direct gepositioneerd onder de comman-
dant Operations. Hierdoor zijn we onaf-
hankelijk, hebben we steun van de top
en kunnen we snel schakelen. We heb-
ben ook geprobeerd een fl expool op te
richten, dat liep vast door de formatieve
kant. De huidige keuze voor tijdelijke
opdrachten, buiten de formatie en het
functiehuis, verlaagt de drempels. We
hebben veel energie gestopt in het weg-
nemen van bezwaren van leidinggeven-
den en in het delen van succeservaringen.
We hebben goed geluisterd naar de
behoeften van de medewerkers. Wat
maakt ze onzeker, wat hebben zij nodig
om een eerste stap te zetten?’ Bianca:
‘We zijn veel op de locaties, bij werkover-
leggen en spreken veel collega’s.’
We kijken naar de talenten in dit
team. Ronald is gedreven en gepassio-
neerd in zowel werk als privé. Hij
brengt mensen samen. Ellen is besluit-
vaardig. Zij hakt knopen door en
maakt dingen concreet. Bianca is
betrokken, empathisch en betrouw-
baar. Zij komt haar afspraken na.
Frank is analytisch, onderzoekend en
geïnteresseerd in mensen. Hij zorgt
vanuit de theorie en coachervaring
voor een verdiepingsslag in de werk-
wijze. De teamleden vullen elkaar met
hun talenten goed aan. Waar heeft dit
team in de uitbreidingsfase behoefte
aan? Ellen: ‘Nu onze doelgroep groter
wordt, ontstaat de noodzaak dat we
professionaliseren op administratief en
technisch gebied. Die expertise is zeer
welkom.’ Ik wens het team veel succes
met hun mooie ambitie. �
Denkkracht: analyses maken,
je eigen oordeel vormen en
dit onderbouwen. Open staan
voor nieuwe invalshoeken
Stuurkracht: op doortas-
tende en geloofwaardige wijze
richting en sturing geven aan
personen en situaties. Een
mening of visie uitdragen en
tot leven brengen Slagkracht: binnen de gestelde termijn re-
sultaten behalen die voldoen
aan de gestelde kwaliteitsei-
sen. Een zichtbare bijdrage
leveren aan gestelde doelen.
Kansen zien en benutten
Sociale kracht: met verschil-
lende mensen relaties aan-
knopen en deze onderhouden.
In uiteenlopende sociale situ-
aties een passende rol op je
nemen, posities en belangen
juist inschatten en hier goed
mee omgaan Persoonlijke kracht: je in uiteenlopende
omstandigheden staande hou-
den, je soepel aanpassen aan
mensen en situaties. Doen
wat je wilt of moet doen. Kalm
blijven en goed met onzeker-
heid omgaan.
Inge van Nispen, consultant bij Meurs HRM, [email protected]
MEEDOEN?Wil je met je HR-team meedoen aan deze rubriek? Stuur dan een mailtje naar [email protected].
HR-team REP DefensieIedere maand brengt consultant Inge van Nispen met behulp van e-portfolio’s de unieke talenten binnen een team in kaart. De krachtvelden van Meurs HRM staan hierbij centraal. Deze keer spreekt zij met het HR-team van Waterschap Peel en Maasvallei.
KRACHTVELDEN
©P
ete
r Arn
o B
roe
r
HUMAN CAPITAL
14 / MEI 2016 / NR5
NETWERKORGANISATIES ‘HET DIFFUSERE WERKEN
SCHREEUWT OM STRATEGISCH
HRM’
© K
im R
aa
d
COVERSTORY
/ MEI 2016 / NR5 15
Het was onge-makkelijke televisie:
de ontslagen V&D-
werknemers die
aanschoven bij tv-
programma Pauw. Terwijl de wereld om
hen uberiseert, stonden zij daar als over-
blijfselen uit een andere tijd, waarin je
opklom van kledingvouwster naar vloer-
manager en samen met je collega’s bij je
baas bleef werken tot aan je pensioen.
Maar ze hadden elkaar nog, zeiden ze.
In werkelijkheid was het allemaal zo mooi
niet. ‘Wat je daar zag, was geen saamho-
righeid, maar mensen die uit angst bij
elkaar beschutting zoeken’, zegt organisa-
tieadviseur Roy Vuijk van Top Executive
Care. ‘Dat is totaal anders dan het wij-
gevoel dat een organisatie verder helpt.’
V&D was volgens hem een zieke, oude
man. Maar V&D is niet de enige die
ziek is. Vuijk spreekt zelfs van een
V&D-syndroom: het uitmelken van
een uitgewerkte formule. Veel grotere,
gevestigde bedrijven hebben daar last
van. ‘Een bedrijf dat te weinig diversi-
teit in huis heeft, kan onvoldoende
talenten aanspreken om een nieuw
idee klaar te zetten’, zegt hij.
‘Op het laatst was V&D een geïso-
leerde, naar binnen gerichte organisatie
waarbij alles draaide om procesbeheer-
sing en risicobeperking. Elk laatste
druppeltje motivatie, innovatie en slag-
kracht was uit de organisatie geperst.’
Netwerk
Dat grote en gevestigde bedrijven het
lastig hebben, is geen recent inzicht.
Eind vorige eeuw signaleerde socioloog
Manuel Castells een precies tegenover-
gestelde beweging aan de industriële
revolutie1. Die bracht ooit de productie
samen in één gebouw, de fabriek, die
leidde tot een nieuwe organisatie van de
samenleving. ‘Nu zien we het omge-
keerde’, zei hij, ‘van decentralisatie en
desintegratie van grote, verticale organi-
saties in zeer flexibele netwerken van
kleine, verspreide eenheden: individuen,
bedrijven en bedrijfjes die veranderlijk
zijn en zich goed kunnen aanpassen aan
gewijzigde omstandigheden. Zo’n net-
werk kan vaak veel effectiever werken
dan een grote onderneming.’
Het schoolvoorbeeld is Silicon Valley:
een netwerk van duizenden grote en
kleine elektronicabedrijven, die in een
voortdurende herschikking met elkaar
samenwerken.
De keten wordt diffuser. Kijk naar
Eindhoven. Als onderzoeker werkte je
vroeger bij het Natlab van Philips. In de
loop der jaren waaierde het werk uit
over de High Tech Campus van Eind-
hoven in een bonte mengeling van open
innovatie door spin-offs en start-ups.
Of neem de bankenwereld, waar nieuw-
komers als Adyen in scrumteams soft-
ware bedenken waarmee ze de banken
in mum van tijd opeten. En waar ABN
Amro in tien jaar tijd afslankte van 120
duizend naar 22 duizend medewerkers.
Versnellende innovatie
Dit tijdperk van extreem versnellende
innovatie vraagt om een flexibele,
wendbare organisatie. Daar is iedereen
het over eens. Maar hoe organiseer je
wendbaarheid in een bestaand bedrijf?
Valt dat te organiseren?
Volgens Marco Derksen wel. Connec-ted is daarbij voor hem het magische
begrip. Zelf bracht hij dat in de prak-
tijk met zijn bedrijf Marketingsfacts,
waar hij geen mega-aantallen abonnees
of pageviews najoeg, maar online com-
munities bouwde rond goede verhalen
en betekenisvolle relaties. Inmiddels
heeft hij zichzelf alweer een paar keer
opnieuw uitgevonden en nu is een van
Derksens broodwinningen het klaar-
stomen van bedrijven voor de netwerk-
economie, ofwel fase 3.0. Dat is geen
hype, het is een trend, zegt Derksen.
‘De omslag naar 2.0, naar online, heb-
ben de meeste bedrijven inmiddels
gemaakt. Die overgang leek revolutio-
nair, feitelijk betekende het alleen een
kanaal extra. Het was een kwestie van
mensen aannemen die dat kanaal
snapten. Op de organisatiestructuur
greep het niet wezenlijk in.’
Bij 3.0 gebeurt dat wél. ‘Als iedereen
met iedereen in verbinding staat, brok-
kelt elke controle en top-down-struc-
tuur vanzelf af. Een hiërarchisch
piramidemodel werkt dan niet meer.
Een bedrijf overleeft alleen als het zich
weet om te vormen tot pannenkoek,
met een platte, wendbare organisatie-
Nee, de netwerkorganisatie is niet de zoveelste hype, het is een maatschappelijke ontwikkeling waar geen organisatie omheen kan. Het diffusere werken met minder vastomlijnde organisatiestructuren schreeuwt om strategisch HRM dat voorbij de eigen payroll denkt en virtueel rondstapt in communities.
© K
im R
aad
Annet Maseland, journalist, [email protected]
DE NETWERKORGANISATIE
- Open informele cultuur, met weinig hiërarchie.
- Weinig controle, veel vrijheid en ruimte voor
experimenten, fouten maken mag.
- Werk veranderlijk georganiseerd rond projec-
ten en klussen.
- Weinig houvast voor medewerkers aan de
organisatie, zij werken autonoom vanuit hun
eigen talent.
- Medewerkers communiceren via social me-
dia 24/7 met elkaar en met de buitenwacht
zonder enige beperkingen.
- Heldere identiteit, gebaseerd op duidelijke
doelen. Winst maken of geld verdienen is niet
meer genoeg.
16 / MEI 2016 / NR5
structuur. ING probeert dat nu door
weg te bewegen van de harkjesstruc-
tuur. Het organiseert zich rond cellen.
Squads, teams van een stuk of negen
mensen, werken autonoom aan con-
crete opdrachten. Ze vallen uit elkaar
en groeperen zich weer opnieuw rond
een volgende taak.’
‘In een netwerkorganisatie hebben
medewerkers meer autonomie’, zegt
hij. ‘Ze mogen dingen uitproberen,
fouten maken. Het betekent het einde
van het tijdperk waarin excel-managers
het proces beheersen. In vrijheid ont-
staan vaak de mooiste dingen.’
De HR-manager verruilt het vaste
medewerkersbestand voor staffing on demand. ‘Je hebt een vaste kern van
mensen die je op de bank wilt hebben
en daarbuiten zoek je het in je netwer-
ken. Dat kunnen tijdelijke medewer-
kers zijn, zzp’ers of mensen buiten je
organisatie. Klanten bijvoorbeeld, zoals
ING een interne testafdeling samen
met haar klanten opzet. Of je plaatst
een researchvraagstuk op een online
platform. Waarom zou je daarvoor nog
mensen in dienst hebben?’
HR-tools
Maar de meeste organisaties en hun HR-
managers zijn nog lang niet zo ver, zegt
Tom Haak van het HR Trend Institute
en Crunchr. Op het fluïde en verander-
lijke karakter van netwerkorganisatie zijn
de huidige HR-tools niet afgestemd.
‘Lifetime employment, performance
management (“je bent een “1” of een
“5”), prestatiebeloning en vacatures; alle-
maal verouderd instrumentarium. In
plaats van een vacature voor een baan uit-
schrijven, gooi je een klus in de markt.’
Neem het hele bestand van self-employed professionals. ‘Lange tijd gold
dat als tweede garnituur. Maar heel veel
beroepsgroepen zijn inmiddels op die
manier georganiseerd. Designers, top-
technici; een groot deel wíl niet eens
vast werken bij een organisatie. Je moet
ze als organisatie wel weten te vinden
en iets te bieden hebben.’
‘De organisatie verbreedt naar de men-
sen die niet op de payroll staan’, zegt
hij. En HR verbreedt mee. ‘De HR-
professional krijgt een andere rol,
wordt meer een soort community
manager. Want netwerken ontstaan en
lopen nooit helemaal vanzelf. Die heb-
ben baat bij stimulators, facilitators die
er dingen ingooien. Stel mensen vra-
gen: wie helpt me? Ga er virtueel op
af, genereer ideeën.’
‘Dat mag ook gewoon fun zijn hoor’,
zegt hij. Zo creëerde zijn team bij zijn
vorige werkgever Arcadis een doorlo-
pende serie van jonge medewerkers die
op Instagram “Mijn werkweek” pos-
ten. ‘Elke dag post iemand een foto
van zichzelf op het werk, een week
lang, en geeft dan het stokje door.
Heel simpel. Maar het werkt. Want
echte mensen zijn veel leuker dan een
reclamecampagne. En een sollicitant
ziet als hij googelt al deze vrolijke beel-
den voorbijkomen.’
Verbinden
‘In diffuse organisaties wordt de verbin-
ding steeds belangrijker’, zegt Haak.
Hoe verbind je mensen aan bedrijven
en hoe verbind je mensen aan elkaar?
Bij zijn vorige werkgever Arcadis, een
internationaal ontwerp- en designbu-
reau, speelde dat heel sterk toen hij daar
nog als global HR-director werkte.
‘Arcadis is een jong bedrijf, een derde
van de medewerkers is millennial. Ze
werkten overal in de wereld en voelden
zich weinig verbonden met hun collega’s
in andere landen. We wilden ze aan de
organisatie binden en aan elkaar. Maar
we wilden als organisatie ook gebruik-
maken van deze jonge generatie.’
Arcadis zette daarom in 2012 het pro-
gramma Global Shapers2 op, een talen-
tontwikkelprogramma rond een
community, waarbij jongeren uit de
hele wereld een paar weken bij elkaar
komen om samen te werken aan reële
projecten. Totaal iets anders dan de
gebruikelijke traineeships. ‘Die zijn
top-down: een groep jonge mensen
HUMAN CAPITAL
HR IN EEN NETWERKORGANISATIE
- Zorg voor strategisch HRM dat bij de directie aan tafel zit. De HR-rol is visie en innova-
tiekracht inbrengen tegenover de waan van de dag.
- Werk met je medewerkersbestand. Scan het bestand: zitten er genoeg mensen in de
organisatie om nieuwe ideeën klaar te zetten? Welke vaardigheden zijn in de toekomst
nodig? Hoe haal je die binnen? Zet de juiste mensen bij elkaar in plaats van te sturen
op gedrag met straffen en belonen. Koppel innovatie en creativiteit aan ervaring en
autoriteit. Koppel ondernemers aan boekhouders.
- Zorg voor voldoende jong bloed, haal millennials binnen en verbind ze aan je organi-
satie. Vertel ze niet “hoe het hier werkt”, maar leer van ze en zorg dat je ze iets te bieden
hebt.
- Staff on demand. Werk met een team van vaste medewerkers en kijk wat je met talen-
tenpools buiten je organisatie kunt doen. Je kunt ook met je eigen vaste medewerkers-
bestand meebewegen, door ze uit te ruilen bijvoorbeeld.
- Denk voorbij het vaste contract. Verzin manieren om tijdelijke medewerkers, zzp’ers,
maar ook klanten, partners, ex-medewerkers aan de organisatie te verbinden.
- Bouw als HR-manager communities die open en transparant zijn. Voed de groepen
met content, betekenis en fun. Stap zelf fysiek en virtueel rond in de communities. Scha-
kel de groepen in voor tijdelijke staffing, testen, recrutering en employer branding.
- Beschouw ict en sociale technologie niet als kostenpost, maar als dé manier om te
vernieuwen, zoveel hebben de Ubers, Blendles, Buurtzorgen en Netflixen wel bewezen.
Zet technologie bij HR in voor snellere communicatie, voor feedback en data-analyse.
- Schakel snel. Vergeet bureaucratie en onzinnige regels. HR is geen schakeltje in de
procesbeheersing, maar helpt medewerkers hun doelen te verwezenlijken.
- Zorg voor een duidelijke “why”. Klassieke organisaties konden soms bestaan vanwege
het simpele feit dat ze nu eenmaal bestonden. Maar de diffusere netwerkorganisatie
redt het niet zonder een why. Als het doel van een bedrijf is ondergesneeuwd, moet een
organisatie terug naar de tekentafel om zich opnieuw uit te vinden.
© K
im R
aad
COVERSTORY
/ MEI 2016 / NR5 17
wordt ingewerkt in de traditie van een
bedrijf en mogen praten met een
senior. Bij Arcadis is het andersom: wat
kunnen wij leren van deze jonge men-
sen? Zij bouwen een community, bewe-
gen zich op media, twitter en instagram
open naar binnen en naar buiten. Die
community blijft nog jaren bestaan.’
Zelf stapte HR-directeur Haak virtueel
en lijfelijk in de community rond. ‘HR
kan zo’n community inzetten voor van
alles, voor staffing en rekrutering, voor
testen van concepten. Global Shapers
is daarnaast ook een sterk employer
brand geworden. Dat staat voor jonge
mensen die goed Engels spreken, die
wat willen, die de mouwen willen
opstropen. Jazeker, honderd mensen
uit de hele wereld bij elkaar halen, dat
kost wat. Maar het geeft een enorme
energieboost, je boort potentieel aan
en werklust. Niemand in dit netwerk
heeft het over uren schrijven.’
HR-feestje
Een veelgeprezen voorbeeld van een
netwerkorganisatie is het Utrechtse
ingenieursbureau Movares, waar HR-
directeur Ad van Beek lang voordat het
begrip z’n intrede deed, de deuren van
de organisatie wijd openzette.
Movares, dat voortkomt uit het oude
NS, worstelde met de afhankelijkheid
van Prorail, vertelt Van Beek. ‘Dat
maakte ons kwetsbaar. Om te blijven
bestaan, wilden we diversifiëren en
daarvoor was lenigheid nodig.’
Wendbaar worden lukt volgens hem
pas echt als HR een strategische rol
heeft, vervolgt hij. ‘Het mag geen HR-
feestje zijn.’ Bij Movares praat Van
Beek mee in de directie. De HR-rol is
daar visie en innovatiekracht inbrengen
tegenover de waan van de dag. ‘Lenig-
heid is noodzakelijk, omdat je anders
niet overleeft. Die urgentie snapt ieder-
een bij ons in de directie. Vervolgens is
de vraag hoe je dat gaat inrichten.’
Lenigheid is meer dan een flexschil
rond je organisatie bouwen, stelt Van
Beek. Het is fit kunnen inspelen op een
markt die in rap tempo verandert. Of
verdwijnt. Want ook bij Movares
bonkte een aantal jaar geleden de crisis
op de deur. ‘Wat doen de meeste
bedrijven? Reorganiseren. Mensen eruit
gooien. Dát wilden we niet. Hoe
geloofwaardig ben je als werkgever als
je mensen – weliswaar om bedrijfseco-
nomisch redenen – ontslaat om vervol-
gens als het weer aantrekt, weer mensen
aan te nemen en helemaal op te leiden.’
Nu heeft het ingenieursbureau enigs-
zins makkelijk praten. Want met 70
procent van de aandelen in handen
van de eigen medewerkers, voelen ze
niet de hete adem van de aandeelhou-
ders. Winstoptimalisatie is ook niet het
hoogste doel bij het ingenieursbedrijf,
maar medewerkerstevredenheid. Van
Beek: ‘We willen een leuk bedrijf zijn
en dat ook over vijf jaar nog zijn.’
Partnering
Movares besloot overcapaciteit op te
lossen met detachering. Detaplus heet
het project, waarbij de afdeling HR
zich ontpopte tot inhouse-detacheer-
der en ingenieurs uitleent aan andere
organisaties in nieuwe markten. Pure
winst, zegt Van Beek. ‘Wij verdienen
geld, mensen hoeven niet op de bank
en komen terug met nieuwe expertise.’
En zo experimenteert Movares met
meer dingen, zoals nieuwe vormen van
samenwerking met zelfstandige profes-
sionals. Van Beek: ‘Onze markt heeft
enkele tientallen strategische professio-
nals, zware mensen, die bijvoorbeeld
helpen met een aanbesteding. Ze zijn
uniek in hun vakgebied. Soms zijn ze
opdrachtgever, soms opdrachtnemer.
Met hen hebben we de deal om voor
minstens honderd uur diensten af te
nemen, ook al vragen we ze niets. Op
hun beurt brengen zij hun onderne-
merschap in onze organisatie naar bin-
nen. Ze vertellen ons hoe die markt
eruitziet, wat er in de wereld aan de
gang is. Ze blijven volledig zelfstandig,
maar zijn wel aan ons gelinkt.’
Strategy gameVan top-down naar pannenkoek: daar-
mee wordt bij Movares volop geëxperi-
menteerd. ‘We zijn een organisatie met
ruim duizend hoogopgeleide mede-
werkers. Zolang je vertrouwt op hun
denkkracht, kun je die benutten en
van alles uitproberen. Dit jaar staan we
voor de ontwikkeling van een nieuwe
visie. Met welke verdienmodellen wil-
len we over vijf jaar werken? Daarvoor
hebben we een strategy game in het
leven geroepen. Mensen kunnen
inschrijven op veertig plaatsen, om in
teams die visie te ontwikkelen.’
Ook de relatie met de vakbonden is
180 graden gekanteld naar wat Van
Beek een volwassen arbeidsrelatie
noemt. De organisatie geeft iedere
medewerker het lidmaatschap van de
bonden cadeau, in ruil voor een ser-
vicepakket à la Vereniging Eigen Huis.
Daarin zitten zowel cao-onderhande-
lingen als individueel advies. ‘Voor ons
heeft dat het voordeel dat de bonden
alle medewerkers vertegenwoordigen
en niet alleen die paar oude, grijze
mannen die nog lid zijn.’ Bij die cao-
onderhandelingen schuift ook de
ondernemingsraad aan, een arbeids-
rechtelijk unicum. Het is een van
Movares’ proeftuinen die wonderwel
lijkt te slagen. ‘Bij onze laatste cao-
onderhandelingen begonnen we om
10 uur en om 2 uur was de cao klaar.’
Noten
1 “We hebben een machine gemaakt die
door niemand beheerst wordt.” http://tinyurl.
com/z9ozp3s
2 Tom Haak zette bij Arcadis in 2012 het Glo-
bal Shapers programma op, samen met
Chantal Drenthen en Sylke Raymakers. Dit
voorjaar verscheen hun boek daarover:
“Building Powerful Networks”.
© B
uild
ing P
ow
erf
ul N
etw
ork
s/H
R T
rend I
nstitu
te,
2016.
GEZOCHT: NIEUWE LEIDERS
SPACES ZUIDASAMSTERDAM
LEIDERSCHAP OP
SNEAKERSVRIJDAG
3 JUNI 2016
Je team motiveren, manoeuvreren door een veranderende organisatie,
regelmatig sporten en een druk sociaal leven onderhouden. Vraag jij ook
zoveel van jezelf? Wij bieden je de kans om te ontdekken hoe jij je als
leider kunt ontwikkelen.
HERKEN JE DEZE VRAGEN?
Wat maakt mij een goede leider en hoe houd ik een goede werk-privé-balans?
Hoe verdien ik het respect van mijn team en spoor ik ze aan tot innovatie?
Hoe voldoe ik aan hoge verwachtingen van mijzelf, het team
en de organisatie?
WIJ HEBBEN HET ANTWOORD
Leer tijdens het seminar Leiderschap op sneakers in één dag de technieken om
het meeste uit je tijd te halen, keuzes te maken, stress te managen en
prioriteiten te stellen. Verwacht geen langdradige theorieën, want interactie,
humor en concreet advies staan centraal.
Expert op het gebied van verandermanagement en persoonlijk leiderschap.
BART VAN DEN BELT
WWW.LEIDERSCHAPOPSNEAKERS.NL
Meld je nu aan
PARTNERS
/ MEI 2016 / NR5 19
ColumnHR-ANALYTICS
Luk Smeyers
HR-research & analytics expert
Op het moment
dat ik deze
column schrijf,
ben ik net terug-
gekeerd van het
grootste People Analytics congres in
zijn soort. In London verzamelden
zich meer dan 300 deelnemers uit 26
landen en presenteerden 40 sprekers
en experten erg boeiende gevalstudies
en ervaringen uit de praktijk. Het
was het beste congres dat ik in al die
jaren heb bijgewoond. En het wordt
steeds duidelijker: organisaties zijn
nu wel degelijk aan de slag met ana-
lytics en boeken – weliswaar nog
voorzichtig en schoorvoetend – de
eerste interessante resultaten. HR on the move ? Nog niet helemaal. Ondanks mijn
enthousiasme voor de zichtbare,
positieve evolutie in de data-gedre-
ven besluitvorming, blijf ik toch ook
wel een beetje teleurgesteld over een
aantal merkwaardige discussies tij-
dens het congres: zo onder meer de
steeds terugkerende, overdreven aan-
dacht voor engagement-data en
ellenlange waardeloze discussies of
HR-analytics nu eerder een project
of een proces is.
Eerst die aandacht voor engage-
ment-data. Hoe bedroevend irrele-
vant kunnen we het HR-vak maken?
Hoe kan je nu in godsnaam starten
met analytics vanuit de engagement-
data, iets wat bijzonder veel organi-
saties in overweging schijnen te
nemen? Al eens nagedacht over het
feit dat alle eff ecten van engagement,
voor zover die er zouden zijn (acade-
mici twisten hierover al jaren), in
mooie academische papers uitvoerig
zijn beschreven? En ook al eens
nagedacht over het feit dat, indien je
al duidelijke verbanden zou kunnen
ontdekken (een kleine kans), je toch
weer terug naar de tekentafel moet
om na te denken over hoe je de
medewerkersbetrokkkenheid kan
verbeteren? Want dat zal dan onge-
twijfeld de conclusie zijn. Wist je dat
dan niet sowieso? Back to square one! Door betrokkenheidsdata te analyse-
ren zal je nooit de kritische business
processen kunnen optimaliseren. En
dat moet de bedoeling zijn. Niet
starten met engagement-data, dus!
En dan dat andere storende debat
op het congres: HR-analytics, pro-
ject of proces? Zulke discussies slaan
me echt uit mijn lood. Ik krijg er
hartkloppingen van. Beste HR-men-
sen, het gaat absoluut niet over pro-
ject of proces! Het gaat over het
creëren van een insight driven (ik
vind geen goede Nederlandse
beschrijving) HR-functie en bij uit-
breiding de hele organisatie. Als ik je
vertel dat ik de voorbije jaren slechts
één rekruteringsmanager heb ont-
moet die, door slim gebruik van
data, de kwaliteit en ontwikkeling
van nieuwe medewerkers langdurig
valideert, dan besef je dat de insight driven HR-functie nog een lange
weg te gaan heeft.
En dat is geen project of proces, het is
een visie op het toevoe-
gen van waarde door de
HR-functie. En niet te
vergeten: het is de HR-
leider die hoogst per-
soonlijk deze visie
aanstuurt en inspireert.
Die samen met de busi-
ness of de operationele
mensen de kritische
processen optimaliseert,
die bruggen bouwt tussen de people processen en het echte succes van een
organisatie, die de (data)silo’s tussen
de afdelingen hiertoe doorbreekt en
alle neuzen in dezelfde richting zet.
Dat is een droom-HR-functie waar-
over ik nog iets te weinig kon horen
op het congres. Keihard aan die knop
draaien, snel! �
‘Hoe kan je nu in godsnaam starten met analytics vanuit de engagement-data?’
Draai die knop nu eindelijk eens om!
Verhalen vertellen, delen en luisteren!De Kracht van Storytelling bij Leiderschap
Krijg mensen in beweging door storytelling Storytelling biedt de leider een krachtig instrument ommedewerkers in beweging te krijgen en te houden. Eenverhaal appelleert aan de zingeving, bezieling, belevingen betekenisgeving. Precies de aspecten die samengaanmet motivatie en inspiratie.
De kracht van verhalen vertellen, delen en luisterenVerhalen vertellen is niet alleen inspirerend, maar ookbuitengewoon effectief. Wie op een goede manier omgaatmet verhalen, ziet al snel resultaat in de organisatie. Leerje eigen verhaal te vertellen, leer te luisteren naar hetverhaal van een ander. Ga zelf aan de slag met verhalenvertellen in uw eigen organisatie.
Beperkt aantal plaatsenOm een goede interactie zeker te stellen is het aantal beschikbare plaatsen beperkt. Wacht daarom niet te langen schrijf snel in zodat uw deelname is gegarandeerd.
Donderdag 2 juni 2016 | Mariënhof | Amersfoort
Meer informatie en online inschrijven via:
www.academyleiderschap.nl/storytelling
Praktische en inspirerende masterclass met Gabriël AnthonioProf. dr. Gabriel Anthonio verzorgt deze
Masterclass met aansprekende voorbeelden
en laat u zelf ervaren op welke wijze u ver-
halen kunt inzetten in uw organisatie.
Gabriël Anthonio kan als geen ander mensen
meenemen in zijn verhaal. Wie deelgenomen
heeft aan de masterclassreeks Modern Lei-
derschap heeft dat zelf kunnen ervaren. Hij is
een van de best gewaardeerde sprekers (9+)
van de Leiderschap Academy. Daarom is hij
de aangewezen persoon om deze nieuwe
masterclass over leiderschap en storytelling
te verzorgen.
Anthonio geeftrichting, zetaan tot actieen inspireert!
/ MEI 2016 / NR5 21
Buitenland
De wereld van HR
FRANKRIJK
Creatief leiderschap ‘Veel bedrijven beseff en dat ze innova-
tief moeten zijn in deze tijd, maar
slechts weinige lukt dat ook. En dat is
jammer. Eén van de bedrijven die wel
slaagt in innovativiteit is Orange in
Frankrijk. Daar hebben ze de organisa-
tie zó ingericht dat creativiteit gestimu-
leerd wordt; en creativiteit is dé manier
om tot innovatie te komen.
‘Doorgaans zijn organisaties gefun-
deerd op het vermijden van risico’s,
controle, werkwijzen uit het verleden
en het afl eggen van verantwoording
aan anderen. Deze oude organisaties
zijn zo ingericht dat ze als het ware
door de achteruitkijkspiegel kijken.
Maar innoveren is kansen zien en zelfs
creëren. Niet dat die organisaties nooit
verbeteren, maar ze zijn eerder bezig
met optimaliseren dan met innoveren.
‘Innovatie krijgt een kans in een orga-
nisatieklimaat waarin mensen worden
uitgedaagd, waarin vragen worden
gesteld, het oordeel wordt uitgesteld,
initiatieven worden gewaardeerd,
waarin gelijkwaardigheid heerst, waarin
er naar elkaar wordt geluisterd, en
waarin tijd wordt vrijgemaakt om te
experimenteren. Het vraagt dus om
een andere manier van denken. Ik zie
nogal wat organisaties die de allerbeste
mensen aannemen en ze vervolgens
onderwerpen aan allerlei controlesyste-
men. Dan denk ik: bijzonder dat je
zulke goede mensen in huis haalt en er
vervolgens niet alles uit wil halen.
‘Creatief leiderschap is eigenlijk een
misleidende term. Want de leider zelf is
niet creatief, hij schept alleen de voor-
waarden voor anderen om creatief te
zijn. Een creatief leider creëert ruimte
waarin mensen iets anders kunnen
doen dan wat ze gisteren deden, in de
hoop dat het tot innovatie leidt. Dat in
tegenstelling tot de leiders die kaders
aangeven, op kosten sturen en risico’s
vermijden.
‘Orange is een aanbieder van mobiele
telefonie die opereert vanuit Frankrijk,
maar meerdere landen bedient. Orange
wordt vaak aangehaald als hét school-
voorbeeld van hoe je creatief leider-
schap helemaal kunt doorvoeren tot in
de haarvaten van je organisatie. Dit
soort organisaties traint hun managers
goed, ze doen veel interne pilots, enzo-
voorts. Wat ze bijvoorbeeld concreet
anders doen is dat ze mensen in groep-
jes laten samenwerken van verschil-
lende achtergronden: een Fransman,
een Nederlander, een Pakistaan, etce-
tera... Bij veel organisaties zit er wel
eens een excuusallochtoon aan tafel,
maar Orange is er echt van overtuigd
dat meerdere perspectieven leidt tot
denkvernieuwing en dus tot innovatie.
‘Plaats- en tijdsonafhankelijk werken is
een andere stimulans om tot creativi-
teit en dus innovatie te komen. Orange
is daar ook ver mee. Werk is niet meer
dat je om negen uur op een bepaalde
plek moet zijn; werk is een aantal taken
die je doet waarbij je zelf mag kijken
waar en wanneer je ze uitvoert. Als je
zondagavond wilt werken om maandag
naar het strand te gaan, dan is dat dus
ook prima.’ (BB) �
Marc Geerts, trainer/coach, schreef
het boek: De kracht van de creatief
leider.
22 / MEI 2016 / NR5
WET- EN REGELGEVING UWV over het doelgroepenregister
UWV GEEFT DUIDELIJKHEID:
In 2015 is de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten in werking getreden. Werkgevers moeten tot 2026 in totaal 100.000 banen realiseren voor mensen die vanwege een arbeidsbeperking niet in staat zijn om het wettelijk minimumloon te verdienen. De overheid doet dit voor 25.000 mensen. Om de voortgang van deze afspraken bij te houden, is het zogenoemde “doelgroepregister” in het leven geroepen. Werkgevers kunnen dit ook raadplegen, maar niet iedereen is hiermee bekend. UWV geeft daarom duidelijkheid.
M ensen met een
afstand tot de
arbeidsmarkt heb-
ben vaak grote
moeite een baan te vinden. Het gaat
om mensen met een lichamelijke, psy-
chische of verstandelijke handicap.
Gelukkig zijn er steeds meer werkge-
vers die werk bieden of willen bieden
aan deze mensen. Voor deze werkge-
vers kan het belangrijk zijn om te
weten of iemand in het doelgroepregis-
ter is opgenomen en mogelijk meetelt
voor de banenafspraak. Zij kunnen via
het werkgeversportaal van UWV
opvragen of een werknemer, sollici-
tant, uitzendkracht of gedetacheerde
werknemer in het register is opgeno-
men. Hiervoor heeft de werkgever een
burgerservicenummer van de werkne-
mer, sollicitant, uitzendkracht of gede-
tacheerde werknemer nodig. In de
loop van 2016 zal het mogelijk zijn
om via het werkgeversportaal informa-
extra banen voor arbeidsgehandicapten
zorgen, deze “quotumheffing” ingaat.
Werkgevers die zich niet aan de banen-
afspraak houden, gaan dan betalen
voor niet opgevulde werkplekken. Dit
geldt voor werkgevers met meer dan
25 medewerkers. Het kabinet contro-
leert ieder jaar of werkgevers voor
genoeg extra banen zorgen.
In 2016 gaat het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid kijken of
de afgesproken aantallen voor 2015
zijn gehaald. Voldoen werkgevers daar
niet aan? Dan kan het zijn dat zij vanaf
2018 een quotumheffing van € 5000
per niet-ingevulde arbeidsplaats per
jaar moeten betalen. Een quotum lijkt
vooralsnog niet aan de orde. Uit een
tussenmeting in 2015 blijkt dat de
marktsector voorloopt op schema en
was op dat moment de doelstelling uit
de Wet banenafspraak en quotum
arbeidsbeperkten al behaald.
tie op te vragen met het fiscaal num-
mer of het loonheffingennummer.
Gegevens in het doelgroepregister
Het doelgroepregister bevat van ieder-
een die erin is opgenomen een beperkt
aantal gegevens: het BSN, de grond-
slag voor opname in het register, een
begindatum en een einddatum. Als de
grondslag voor opname vervalt, blijft
iemand nog twee jaar in het register
staan. Werkgevers, gemeenten en men-
sen die tot de doelgroep behoren, kun-
nen digitaal inzicht krijgen in wie in
het register is opgenomen. Dat kan via
de website van UWV. Ook is het
mogelijk om schriftelijk aan te vragen
of iemand in het register staat.
Het quotum arbeidsbeperkten
Met de banenafspraak is ook afgespro-
ken dat een mogelijke “quotumhef-
fing” kan worden ingesteld. Dit houdt
in dat als werkgevers niet voor genoeg
FAQ over het doelgroepregister
/ MEI 2016 / NR5 23
DOELGROEPENREGISTER
formulier “Opvragen registratie” in het
doelgroepregister in. Je hebt hiervoor
alleen het loonheffingennummer of
burgerservicenummer nodig van de
werknemer, sollicitant, uitzendkracht
of gedetacheerde werknemer. Na ont-
vangst krijg je van ons een overzicht
waarin te lezen is of de werknemer,
sollicitant, uitzendkracht of gedeta-
cheerde werknemer in het doelgroepre-
gister staat.
Hoelang blijft iemand in het doel-
groepregister staan?
Zolang iemand tot de doelgroep
behoort, staat hij in het doelgroepre-
gister. Behoort iemand niet meer tot
de doelgroep? Dan blijft hij meestal in
het doelgroepregister staan t/m 31
december van het lopende jaar plus
nog twee jaar daarna. In sommige
gevallen wordt de persoon direct uit
het doelgroepregister gehaald, bijvoor-
beeld bij overlijden.
Kan ik als werkgever met het doel-
groepregister zoeken naar kandida-
ten voor een vacature?
Nee, dat kan niet. Het doelgroepregis-
ter is geen matchingsinstrument. Zoek
je kandidaten voor een vacature? Dan
kun je terecht bij het Werkgeversser-
vicepunt in je eigen regio of op
www.werk.nl
Wie vallen er onder de doelgroep
van de banenafspraak?
Niet alle mensen die in het doelgroep-
register staan, tellen automatisch mee
voor de banenafspraak. De volgende
mensen staan in het doelgroepregister
én behoren tot de doelgroep van de
banenafspraak:
vallen, en van wie UWV heeft vast-
gesteld dat zij niet het wettelijk
minimumloon kunnen verdienen;
werken;
en 1 juli 2015 zijn afgewezen voor
de Wajong;
-
ciaal onderwijs (vso), praktijkonder-
wijs (pro) en entree-opleiding in het
(maandelijks geactualiseerd).
FAQ over het doelgroepregister
Wat is het doelgroepregister?
Het doelgroepregister is een database
om de voortgang bij het realiseren
van de doelstellingen uit de wet
banenafspraak bij te houden. In het
doelgroepregister staan de burgerser-
vicenummers (BSN’s) van de mensen
die onder de doelgroep van de banen-
afspraak.
Wat is de functie van het
doelgroepregister?
In het doelgroepregister staat iedereen
geregistreerd die tot de doelgroep van
de banenafspraak behoort. Werkgevers,
gemeenten en burgers kunnen onder
voorwaarden informatie uit het doel-
groepregister opvragen. Met de gege-
vens uit het doelgroepregister kan het
ministerie van Sociale Zaken en Werk-
gelegenheid de voortgang van de
banenafspraak controleren en zien of
werkgevers de afgesproken extra banen
voor mensen met een ziekte of handi-
cap realiseren.
Wie beheert het doelgroepregister?
UWV is verantwoordelijk voor het beheer
van het register en UWV en gemeenten
zijn samen verantwoordelijk voor de
actualiteit en juistheid van alle gegevens.
Hoe actueel is het doelgroepregister?
UWV actualiseert de gegevens in het
doelgroepregister regelmatig. Het is
mogelijk dat je niet de meest actuele
informatie ontvangt wanneer je gege-
vens opvraagt uit het doelgroepregister.
Dit komt doordat UWV de gegevens
gedeeltelijk afneemt van derden.
Op welke manier kan ik opvragen of
iemand in het doelgroepregister is
opgenomen?
Wil je weten of de werknemer, sollici-
tant, uitzendkracht of gedetacheerde
werknemer in het doelgroepregister
staat, dan kan dat op twee manieren:
online of schriftelijk.
Online kan de informatie opgevraagd
worden via het werkgeversportaal van
UWV. Hier kun je met een burgerser-
vicenummer zien of de werknemer,
sollicitant, uitzendkracht of gedeta-
cheerde werknemer in het doelgroepre-
gister is opgenomen. In de loop van
2016 zal het ook mogelijk zijn om
informatie op te vragen met het loon-
heffingennummer.
Het is ook mogelijk om de informatie
schriftelijk aan te vragen. Vul dan het
Met behulp van een aantal veelgestelde vragen geeft het UWV duidelijkheid over het doelgroepen-
register.©
AN
P X
TR
A | R
obin
van L
onkhuijs
en
24 / MEI 2016 / NR5
HUMAN CAPITAL Bob Janssen, journalist, [email protected]
WERKENDE MANTELZORGER WIL AANDACHT EN BEGRIP
Het aantal werkende mantelzorgers in Nederland neemt toe. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat de combinatie werk en mantelzorg een hoger risico op langdurend verzuim oplevert. Hoe voorkom je dit? Twee deskundigen geven advies.
M argreet Woessner, project-
manager en woord-
voerder van de
Stichting Werk&Mantelzorg: ‘Wer-
kende mantelzorgers melden zich twee
keer zo vaak langdurig ziek als niet-
werkende mantelzorgers. Bij mantel-
zorgers die meer dan twee jaar voor
iemand zorgen en dat combineren met
werk, is dat zelf tweeënhalf keer. Bij
deze mensen is de rek eruit en het
risico op langdurige uitval groter.’
Heidi de Jong, mede-eigenaar van Jong
en Veer, adviesbureau voor werk en
mantelzorg: ‘Mantelzorgers komen
vaak in een spagaat terecht. Aan de ene
kant willen ze hun werk goed doen en
aan de andere kant willen ze hun man-
telzorgtaken thuis goed uitvoeren. Je
ziet vaak dat medewerkers daardoor in
een stresssituatie terechtkomen omdat
ze alle ballen in de lucht moeten hou-
den en keuzes moeten maken in hoe-
veel ze werken en hoeveel ze zorgen.
Het is niet altijd makkelijk om dat met
elkaar te verenigen. Ze functioneren
dan minder op het werk, maken fou-
ten of zijn niet geconcentreerd. De
stress kan dan leiden tot verzuim en
uitval.’
Woessner vertelt dat dit niet per defi -
nitie betekent dat werk en mantelzorg
concurrenten van elkaar zijn. ‘Uit
onderzoek blijkt ook dat mensen die
alleen mantelzorgen meer stress en
overbelasting ervaren dan mensen die
werken én mantelzorgen. Mantelzorg
ondersteuning in regelingen en facili-
teiten. Zoals fl exibele werkoplossingen,
maatwerkoplossingen en verlofregelin-
gen. Bijvoorbeeld meer fl exibiliteit in
werktijden of andere tijdsindelingen
waardoor je mantelzorgtaken makke-
lijk kan inpassen.’
De Jong geeft aan dat organisaties het
thema mantelzorg niet als een bedrei-
ging hoeven zien. ‘Wat opvalt is dat
sommige organisaties het liever niet
bespreekbaar maken omdat ze bang
zijn dat medewerkers allerlei rechten
gaan claimen. Maar in de praktijk is
dat helemaal niet het geval. Medewer-
kers zijn juist heel dankbaar als een
organisatie het op de agenda zet en
aandacht schenkt aan de thuissituatie.
Kijk naar hoe je het faciliteert zonder
dat de organisatie er hinder van heeft.
Als je het gesprek aangaat dan hoef je
er namelijk geen hinder van te hebben.
Het gaat een werknemer niet eens
zozeer om een kant en klare oplossing
maar om het feit dát het bespreekbaar
is en er aandacht aan wordt geschon-
ken. Organisaties kunnen dus een kli-
maat creëren waarin werknemers geen
drempel ervaren.’
Woessner vertelt dat het ziekteverzuim
bij mantelzorgvriendelijke organisaties
vaak lager is. ‘De tevredenheid, loyali-
teit en betrokkenheid van medewer-
kers is bij deze organisaties veel hoger.
Er is een duidelijke correlatie tussen
een mantelzorgvriendelijke cultuur en
het bieden van oplossingen enerzijds
en ervaren (over)belasting en stress
is vaak psychisch, emotioneel en soms
fysiek zwaar. Mantelzorgers geven aan
dat werken een goede uitlaatklep is en
energie geeft om met plezier en vol-
doening een goede invulling te kunnen
geven aan hun zorgtaken.’
Mantelzorgvriendelijke cultuur
Maar toch zijn werkende mantelzor-
gers vaker langer ziek en voelen ze zich
minder vitaal in vergelijking met col-
lega’s zonder zorgtaken. Wat kan een
werkgever doen om werk en mantel-
zorg te verenigen? Woessner: ‘Het
begint met het scheppen van de juiste
randvoorwaarden. Praktisch alle man-
telzorgers geven in ons onderzoek aan
behoefte te hebben aan een werkomge-
ving waar men aandacht en begrip
heeft voor privé situaties. Werkgevers
moeten dus zorgen voor een open en
ondersteunende cultuur waarin men-
sen zich vrij voelen om te praten en
waarin ze gehoord worden. Een cul-
tuur waarin men op alle niveaus
bewust is van het belang en de
opbrengst van een goede balans tussen
werk en privé. Waarin in dialoog naar
oplossingen wordt gezocht en waarin
werkgever en werknemer beide hun
verantwoordelijkheid nemen om tot
een werkzame combinatie van werk en
mantelzorg te komen. Een goede
balans levert namelijk een win-winsi-
tuatie voor beide partijen: productieve,
tevreden en gemotiveerde werknemers.
Naast die randvoorwaarden hebben
mantelzorgers behoefte aan praktische
Mantelzorg is zwaar
/ MEI 2016 / NR5 25
ONZICHTBARE KAPITAALVRETERS©
Kim
Raad
Woessner: ‘Veranker aandacht voor
mantelzorg niet alleen in andere HR-
thema’s zoals duurzame inzetbaarheid,
vitaliteit en levensfasebewust beleid,
maar zorg ook voor verankering in stra-
tegisch beleid. Dat begint al bij de mis-
sie en visie van een organisatie.
Mantelzorgvriendelijk beleid fl oreert bij
bedrijven waar aandacht voor alle facet-
ten van het leven van de werknemer in
het DNA zit. Dat gaat dus verder dan
het opnemen van wat regelingen voor
mantelzorg in het personeelsreglement.
Het draait om communicatie, interactie
en gedragenheid door alle lagen van de
organisatie. Zo zien we vaak dat beleid
er wel is, maar niet ten volle benut
wordt door de werknemers. Bijvoor-
beeld omdat de leidinggevende tussen-
laag nog niet goed weet hoe en wanneer
dit beleid in te zetten. Het vergt dus
ook training en ontwikkeling van de
hiërarchische lagen in je organisatie. En
een frisse, innovatieve blik op aanstu-
ring en leiderschap.’
Taboe op praten
Woessner vertelt dat Stichting
Werk&Mantelzorg jaarlijks een analyse
maakt op basis van de onderzoeken die
zij doet bij werkgevers naar de beleving
van de combinatie werk en mantelzorg
op de werkvloer. ‘Hieruit blijkt dat er
twee keer zoveel mantelzorgers in orga-
nisaties zijn dan leidinggevenden en
HR-professionals denken. De drempel
om erover te praten, is hoog. Medewer-
kers zijn bang dat het van invloed is op
hun contract of op hun carrièremoge-
lijkheden binnen de organisatie. Vaak
wordt het pas bespreekbaar gemaakt als
de combinatie spaak loopt. Dan zijn
mensen vaak al over hun grenzen gegaan
en ligt overbelasting en uitval op de loer.’
De Jong: ‘Veel medewerkers schamen
zich om het onderwerp op het werk te
bespreken. Denk dus niet dat je ze
allemaal in beeld hebt. Daarom is een
mantelzorgvriendelijke cultuur en
fl exibiliteit erg belangrijk. Verschuil je
niet achter de verlofregelingen. Dat is
op zich een mooi hulpmiddel of een
instrument maar daarmee pak je niet
de oorzaak aan. Die oorzaak is een
werknemer die worstelt in de verdeling
van arbeid en mantelzorg. Dus dat is
een tijdelijke oplossing maar je helpt
de medewerker er niet mee want zijn
situatie thuis verandert vaak niet.’ �
anderzijds. Medewerkers geven aan dat
ze minder overbelast zijn als ze werken
bij een werkgever waar ze een open
cultuur ervaren en die oplossingen
biedt. Verrassend is dat ook niet-man-
telzorgers aangeven dat ze meer tevre-
den zijn en zich betrokken voelen bij
de organisatie na invoering van man-
telzorgvriendelijk beleid. Een mantel-
zorgvriendelijke cultuur draagt
blijkbaar bij aan een algeheel gevoel
van saamhorigheid. Organisaties excel-
leren als ze oog hebben voor zowel de
resultaten die behaald moeten worden
op de werkvloer als voor de privésitu-
atie die daarop invloed heeft.’
Bewustwording creëren
Creëren van een mantelzorgvriende-
lijke cultuur begint bij bewustwording.
De Jong vertelt dat organisaties een
onderzoek kunnen laten uitvoeren
waarmee ze inzicht krijgen in hoe lei-
dinggevenden en medewerkers denken
over dit thema en wat ze daarin tegen-
komen. ‘Op het moment dat je dat
onderzoek laat uitvoeren laat je in het
bedrijf ook zien dat je het bespreek-
baar maakt. Organiseer ook bijeen-
komsten voor mantelzorgers,
niet-mantelzorgers en de HR-afdeling
om met elkaar van gedachten te wis-
selen. Welke invloed heeft mantelzorg
op het werk? Wat hebben we op dit
moment aan ondersteuning en hoe
willen we daarmee omgaan? Creëer
dus momenten waarop medewerkers
het met elkaar bespreken. HR-profes-
sionals kunnen zich verdiepen in de
thematiek van mantelzorg. Verzamel
informatie en plaats het op intranet. Er
is al zoveel kennis beschikbaar. Waar
kan een mantelzorger terecht? Welke
ondersteuningsmogelijkheden zijn er?
Wat zijn de wettelijke verlofregelingen?
Daarnaast kan een HR-professional de
leidinggevende helpen met het
bespreekbaar maken van het onder-
werp in zijn team. Veel organisaties
hebben een vitaliteitsprogramma. HR-
professionals kunnen bijvoorbeeld bij
verzekeraars aankloppen en kijken in
hoeverre mantelzorg onderdeel kan
zijn van zo’n vitaliteitsprogramma.’
5
6
7
Feiten over mantelzorg
Bronnen: Stichting Werk&Mantelzorg /
Adviesbureau Jong en Veer, www.jongenveer.nl
1
2
3
8
4
80% van de werkende mantelzorgers vindt aandacht en begrip het allerbelangrijkste.
1 op de 8 werknemers in Nederland is mantelzorger.
In de periode 2004-2012 steeg het aantal werkende mantelzorgers van 13% naar 18%.
De grootste groep mantelzorgers is tussen de 45 en 65 jaar
46% is meer dan 5 jaar mantelzorger
Bijna de helft van de werknemers heeft moeite met de
combinatie werk en mantelzorg. Driekwart van hen praat erover.
De grootste behoefte is flexibiliteit op de werkvloer, daarna verlof- regelingen. 22% ervaart echter
geen tot weinig bereidheid voor het treffen van maatregelen.
2/3 van de leiding-gevenden heeft
‘verlofvrees’: ze zijn bang dat mantelzorgers massaal gebruik gaan maken van verlofregelin-gen als zij hen hierop wijzen.
43% van deleidinggevenden is
niet op de hoogte.
Van de werkenden met intensieve mantelzorgtaken stopt 7% met
werken. 14% gaat minder werken.
43lel
n9
2gge
‘verlofv
10
26 / MEI 2016 / NR5
E-HRM Jos Widdershoven, journalist, [email protected]
OUTSOURCEN E-HRM PAST BIJ HUIDIGE TIJD
Meer dan de helft van de werkgevers regelt inmiddels een of meerdere HR-processen via e-HRM. De afgelopen crisis heeft organisaties geleerd dat groei niet altijd vanzelfsprekend is. Door e-HRM te outsourcen zijn organisaties beter bestand tegen de grillen van de economie. Het past beter in de huidige tijd.
K ort gezegd is
e-HRM het inzetten
van technologische (de
‘E’ staat eigenlijk voor
elektronische) hulpmiddelen om het
menselijk talent optimaal te benutten.
Met e-HRM kunnen organisaties hun
menselijk potentieel beter benutten.
Het is vandaag de dag dan ook niet
meer weg te denken uit het vakgebied.
‘Met e-HRM leg je de verantwoorde-
lijkheid voor veel zaken weer terug
waar die hoort; bij de werknemer en
de leidinggevende’, zegt Ernst Wagen-
mans, expert HR-outsourcing bij Raet.
Drie redenen voor outsourcing
Bij outsourcing legt een organisatie de
afhandeling en verantwoordelijkheid
voor bepaalde HR-processen bij een
externe leverancier. Volgens Wagen-
Een andere reden om e-HRM te
outsourcen is dat organisaties steeds
fl exibeler werken. ‘Je weet niet hoeveel
mensen je over vijf jaar in dienst hebt.
Misschien blijf je even groot, maar als
je groeit of krimpt moet je personeels-
administratie daarop inspelen. Door
de uitbesteding krijg je voorspelbare
kosten per medewerker.’ Tot slot is er
nog het voordeel van de continuïteit.
‘Als er bijvoorbeeld twee medewerkers
op de personeelsadministratie werken
en een van hen is op vakantie, dan ben
je volledig afhankelijk van één mede-
mans zijn er drie goede redenen om
(een deel van) e-HRM buiten de deur
te beleggen. ‘Het gaat om actualiteit,
fl exibiliteit en continuïteit. De wet- en
regelgeving verandert doorlopend. Om
te voldoen aan de actualiteit moet je
alle kennis in huis hebben, of je belegt
die taak bij een externe partij. Zij heb-
ben die specialistische kennis al in
huis. Daar komt bij dat het voeren van
een deugdelijke administratie geen
schouderklopjes oplevert. Maar je
krijgt het wel voor de voeten geworpen
als de administratie niet in orde is.’
‘Organisaties hebben steeds meer behoefte aan specialistische kennis’
TIPS UIT DE PRAKTIJK BIJ HET KIEZEN VAN E-HRM
- Zorg ervoor dat je heel nauwkeurig onder woorden brengt welke eisen je
hebt en stel daarbij prioriteiten. Je moet niet alles in één keer willen doen,
daarvoor is het te omvangrijk.
- Maak een onderscheid tussen harde eisen en wensen. Die wensen kun-
nen belangrijk zijn, maar horen niet bij de primaire behoeftes. Door te
faseren leid je het proces in goede banen en kun je helder communiceren
met de leverancier.
- Let goed op tijdens de presentaties en demonstraties van de leveranciers.
Blijf kritisch en stel duidelijke en specifi eke vragen op basis van de eisen
die jouw organisatie stelt. De leveranciers weten natuurlijk waar ze het
over hebben. Ze hebben een goed verhaal en mooie demo’s. Maar jij weet
het beste waar jouw organisatie behoefte aan heeft.
/ / 27
OUTSOURCEN E-HRM
Een relatief nieuwe ontwikkeling die
Wagenmans de laatste tijd waarneemt
bij organisaties, is dat zij steeds meer
behoefte hebben aan specialistische
kennis. ‘Onze servicedesk is de laatste
tijd fl ink gegroeid. Dat komt omdat
wet- en regelgeving op bepaalde terrei-
nen zo wijzigt dat organisaties dit bijna
niet meer kunnen bijbenen. Denk bij-
voorbeeld aan de WIA. Aan de andere
kant zijn er vaak subsidieregelingen die
organisaties niet kennen, maar waar ze
wel voor in aanmerking komen. De
servicedesk kan bij al die zaken helpen.’
Succesfactoren bij outsourcing
De belangrijkste vraag bij het uitbeste-
den van e-HRM is hoe je er als organi-
satie een succes van kunt maken. Een
aantal factoren zijn van belang. ‘Het
allerbelangrijkste is de interne commu-
nicatie’, zegt Toebes. ‘Je moet ervoor
zorgen dat je de belanghebbenden op
tijd betrekt bij het traject. Besteed ook
voldoende tijd aan je medewerkers. Laat
duidelijk zien wat de veranderingen
inhouden. Het kan geen kwaad om de
doelstellingen van de outsourcing daarin
te benoemen (tijd- en kostenbespa-
ring).’ Wagenmans vult aan: ‘Bekijk van
tevoren goed of je organisatie openstaat
voor een dergelijke verandering. Kijk
daarnaast of een outsourcing aansluit op
het huidige IT-beleid. Een veelgemaakte
fout is dat organisaties overstappen op
outsourcing omdat bepaalde HR-pro-
cessen niet soepel verlopen. Om soepel
over te stappen moet je al zoveel moge-
lijk optimaliseren voordat je overstapt.’
De laatste tip van Wagenmans is om de
tijd te nemen. ‘Waak voor een over-
haaste aanpak. Een goede voorbereiding
op outsourcing en het creëren van het
benodigde interne draagvlak vraagt tijd.
Neem die tijd zodat je goed voorbereid
kunt starten.’ �
werker. Stel dat die ziek wordt, dan
komt de continuïteit in gevaar. Met
outsourcing zijn dat soort risico’s verle-
den tijd.’
Stoplicht
Jonathan Toebes is het eens met de
voordelen die Wagenmans noemt. Toe-
bes is accountmanager HR en payroll
bij Optimo. Dit bedrijf optimaliseert
de e-HRM-toepassing van softwarele-
verancier Afas voor organisaties. ‘Wij
richten ons alleen op het optimaliseren
van de salaris- en personeelsadmini-
stratie. Door die taken te outsourcen
houdt de HR-afdeling tijd over voor
strategische zaken zoals het werven van
nieuwe talenten en het opleiden van
medewerkers. Je kunt die taken ook
outsourcen maar in onze visie zijn die
taken zo verweven met het DNA van
de organisatie dat je ze beter zelf kunt
regelen.’ Optimo werkt via het zoge-
naamde “stoplicht principe”. ‘Op het
moment dat een klant zijn e-HRM wil
outsourcen, voeren wij een inventarisa-
tiescan uit. We kijken naar het huidige
systeem en bespreken met de klant
welke stappen hij nog moet zetten. Pas
als alle stoplichten op groen staan,
gaan we over tot outsourcing.’
Welke processen uitbesteden?
De voordelen van e-HRM en het uit-
besteden zijn nu wel bekend, maar
hoe bepaal je als organisatie welke
processen je zal uitbesteden? Wagen-
mans is het met Toebes eens dat de
salaris- en personeelsadministratie
zich het beste lenen voor outsourcing.
‘Zeker als je organisatie geen ervaring
heeft met het uitbesteden van proces-
sen dan is dit een goede eerste stap.
Maar HR-outsourcing krijgt een
steeds bredere scope. Het ontwikkelt
zich steeds meer tot een fullservice concept dat een breed palet aan HR-
processen bestrijkt. Denk bijvoor-
beeld aan een externe servicedesk
voor het beantwoorden van veelge-
stelde HR-vragen.’ Deze servicedesk
is voor medewerkers bereikbaar alsof
het een organisatieonderdeel is. Je belt
een intern nummer (of mailt naar een
intern e-mailadres), maar je krijgt
externe medewerkers aan de telefoon
die de cao tot in detail kennen en alle
vragen kunnen afhandelen.
TWEE VALKUILEN BIJ HET OUTSOURCEN VAN E-HRM
Je moet bij HR-outsourcing waken voor een tweetal valkuilen. De eerste is
om te blijven teruggrijpen op oude werkwijzen en uitzonderingsregels die niet
langer efficiënt zijn. Het is begrijpelijk gedrag, want werknemers zijn gewend
om op een bepaalde manier te werken. Maar juist in standaardisatie van
processen schuilt uiteindelijk de winst van outsourcing. Faciliteer niet langer
alternatieve werkwijzen.
De tweede valkuil is het niet aanwijzen van een duidelijke regisseur. Benoem
een regisseur die het eerste aanspreekpunt is voor de organisatie en die
contact onderhoudt met de uitbestedingspartner. Je kunt deze regiefunctie
eventueel uitsplitsen op drie niveaus: operationeel, tactisch en strategisch.
Zo borg je de dagelijkse operationele voortgang en de strategische lange
termijn doelstellingen.
© P
ixabay
Schrijf je in
COLLEGA AAN HET WOORD
Het keuzemenu
/ MEI 2016 / NR5 29
Tip:
onderschat
ontwikkel-
potentieel
niet
TIEN KEUZETHEMA’S: ARBEIDSVOORWAARDEN | TALENTMANAGEMENT| KANTOORINRICHTING | FLEXIBELE SCHIL | ANALYTICS | VERGRIJZING | INNOVATIE | AANTREKKELIJK WERKGEVERSCHAP | CULTUUR |STRATEGIE|
Bij Landal GreenParks werken ongeveer 2.500
mensen. De HR-afdeling bestaat uit 40 professionals.
‘Ruimte voor ideeën, laagdrempeligheid, continu
ontmoetingen creëren, met elkaar het resultaat
neerzetten en samenwerken staan bij ons hoog in
het vaandel,’ zegt Loes van Rijsoort, Director Human
Resources.
Loes van Rijsoort, Director Human Resources bij Landal GreenParks: ‘De belevingen en verwachtingen van onze gasten vertalen we naar goed werkge-verschap.’
UIT DE TIEN TOPICS KOOS LOES: � Innovatie � aantrekkelijk werkgeverschap
� kantoorinrichting
1INNOVATIE ‘Innovatie is een van onze pijlers. We noemen
het ook wel innovacation . De behoeften van de
gast veranderen. Wij moeten mee veranderen. De gast
zoekt een persoonlijke belevenis in de natuur. Dat
betekent dat wij fl exibel moeten zijn om dat te bie-
den. Het betekent ook dat, als je de gast wilt verras-
sen, je voortdurend vernieuwende concepten moet
bedenken. Daarom loopt innovatie als rode draad
door onze bedrijfsvoering. Wij hebben een cultuur
waarin medewerkers met ideeën kunnen komen en de
ruimte en het vertrouwen krijgen om deze uit te voe-
ren. Dit betekent dat onze missie helder moet zijn, dat
het voor medewerkers duidelijk is waar we naartoe
willen en dat zij zich hiermee verbonden voelen. Die
cultuur vraagt om een bepaalde leiderschapsstijl. Lei-
dinggevenden moeten kunnen loslaten en niet altijd
in control willen zijn. Wel richting geven maar hun
team ook het vertrouwen geven om zelf ideeën uit te
werken. Hierin speelt HR een belangrijke rol. Wij
adviseren, trainen, coachen en ondersteunen leiding-
gevenden en hun teams zodat we de cultuur ontwik-
kelen die we nodig hebben. Daarnaast hebben we op
grote schaal trainingen projectmanagement verzorgd.
We willen meer en meer werken met korte projecten
en verantwoordelijke teams die vanuit kennis en erva-
ring aan elkaar verbonden zijn. HR richt zich dus ook
op het anders organiseren van projectmanagement.’
2AANTREKKELIJK WERKGEVER-SCHAP ‘Wij willen onze gasten verrassen, hun verwach-
tingen overtreff en, aan ons binden en ze graag terug.
zien. Dit willen we een-op-een vertalen in aantrekkelijk
werkgeverschap. Dus medewerkers moeten bij ons
werkplezier vinden. Maar ook de ruimte vinden om
zichzelf te ontwikkelen. Het is belangrijk dat we elkaar
vinden in identiteit en daar plezier en energie uit
halen. HR speelt een voorbereidende rol in het
onboarding proces. Hoe heet je iemand welkom en
wat is belangrijk in het inwerktraject? Aantrekkelijk
werkgeverschap is ook een beloning neerzetten die
goed past in de markt en bij het bedrijf dat je samen
wilt zijn. Maar ook de ontwikkeling maken die je voor
ogen hebt. We hebben de Landal Academy. HR doet
er alles aan om te zorgen dat mensen zichzelf kunnen
ontwikkelen om hun werk zo goed mogelijk uit te voe-
ren. Continu ontwikkelen in lijn met je eigen verwach-
tingen en met hoe de organisatie zich ontwikkelt. HR
coacht in de performance van teams. Nadenken over
wat maakt het team eff ectief en kijken naar de juiste
samenstelling van teams voor goede samenwerking.’
3KANTOORINRICHTING ‘De unieke ervaring in de natuur die wij aan
onze gasten bieden willen we ook op kantoor
voelen. Dus een licht, groen en duurzaam kantoor, waar
veel mogelijkheden zijn om elkaar te ontmoeten en te
werken aan je eigen en aan ons gezamenlijk succes. We
willen op onze kantoren dus dezelfde sfeer creëren als
die we op de parken hebben. HR richt zich binnen haar
afdeling op Het Nieuwe Werken. We ontdekken nu zelf
hoe een open kantoor werkt en wat onze beleving
daarin is. Onze ervaringen gebruiken we om Het
Nieuwe Werken in de organisatie verder te ontwikkelen
zodat we onze cultuur nog meer versterken en nog meer
ontmoetingen kunnen creëren.’ (BJ) �
Ruimte voor ideeën
30 / MEI 2016 / NR5
WET- EN REGELGEVING
Hoe HR vorm kan geven aan strategisch talentmanagement
Talentmanagement gaat over het vinden,
binden, boeien,
bloeien en laten
groeien van mensen
die waarde kunnen toevoegen aan een
organisatie of de kosten kunnen redu-
ceren. Daar hoort ook bij dat er
afscheid wordt genomen van medewer-
kers die dat niet kunnen, willen, of
durven, aldus hoogleraar strategisch
talentmanagement Lidewey van der
Sluis van Nyenrode Business Universi-
teit. ‘Of dat dan te maken zou hebben
met de talenten die mensen hebben is
eigenlijk niet zo relevant’, zegt ze. ‘De
aandacht voor sterke punten, de focus
op kwaliteiten van mensen, is een hype
geweest. Maar dat wordt steeds minder
omdat we hebben gezien dat mensen
juist succesvol zijn, niet zozeer van-
wege de talenten die ze hebben, maar
vooral doordat ze de ambitie en de
energie hebben om kwaliteiten te ont-
wikkelen en er wat van te maken.
Talent hebben is geen garantie voor
goede prestaties of waardetoevoegend
functioneren.’
‘TALENT IS GOED, AMBITIE IS BETER’
Medewerkers kunnen met hun talen-
ten een talent zijn als ze gemotiveerd
zijn en als hun omgeving zich leent
om tot bloei te komen. Zonder
vruchtbare voedingsbodem blijft
talent talent en groeit het niet uit tot
kwaliteiten. Van der Sluis schreef er
in 2012 op basis van haar onderzoek
een boek over met de titel “Talent is
goed, ambitie is beter”. Hoewel Van
der Sluis Nederland kwalifi ceert als
koploper op het gebied van talent-
management, staan organisaties vol-
gens haar nog weinig stil bij het
inzicht dat de omgeving van de
medewerker sterk bepalend is voor
diens talentontwikkeling en toege-
voegde waarde.
Van der Sluis betoogt dat niemand een
“loslopend” talent kan zijn. ‘Het is
onmogelijk om in het luchtledige
waardevol bezig te zijn. Er is altijd een
omgeving nodig die iemand in bloei
trekt. Talent is een natuurlijke eigen-
schap, daar ben je mee geboren. De
mix aan talenten maakt jou wie je
bent, het maakt je uniek. Iedereen is
anders, vanwege de mix aan talenten
die iedereen heeft meegekregen bij de
geboorte. De kunst van talentmanage-
ment is om te zorgen dat je die unici-
teit per medewerker waardeert,
identifi ceert en benut. Dat is maat-
werk met als gevolg dat de ene organi-
satie bij een medewerker bijvoorbeeld
talent A naar boven haalt en de andere
organisatie talent B.’
Prof. dr. L. van der Sluis, hoogleraar en expert op het
gebied van strategisch talentmanagement, talent-
beleid, werkgeverschap en leiderschap.
DOSSIER TALENTMANAGEMENT
Strategisch talentmanagement staat hoog op de prioriteitenlijstjes van HR. Talentmanagement is een breed begrip en succesvolle uitvoering ervan vraagt om een duidelijke visie en een geïntegreerde aanpak. Van belang is ook het besef dat de omgeving sterk bepalend is voor de ontwikkeling van talent. Daar ligt een belangrijke taak voor HR en het lijnmanagement.
Jan Willem Wensink , redacteur, [email protected]
DOSSIER VAN DE MAAND
/ MEI 2016 / NR5 31
TALENTMANAGEMENT-STRATEGIE
Voor een talentmanagementstrategie
bestaat geen vast concept, zegt Van der
Sluis. Elke organisatie is anders en zal
er daarom een unieke vorm aan geven,
afhankelijk van de eigen gedefi nieerde
waarden en focusgebieden. ‘Hoewel
talentmanagement niet specifi ek een
HR-strategie is, is het wel HR die dit
als strategisch instrument op de agenda
kan zetten en hiervoor programma’s
kan ontwikkelen. Niettemin is het
aannemen, inzetten en laten renderen
van talent in een organisatie in feite
fi nancieel management, want het gaat
over investeringen. Investeringen in
mensen; vaak een substantieel percen-
tage van de totale investeringen en uit-
gaven. Dat de CFO of fi nancieel
directeur aandacht heeft voor de
talentmanagementportefeuille ligt
daarom voor de hand’, stelt Van der
Sluis. ‘De slogan van de Rabobank is
in dit verband een hele mooie: “Een
aandeel in elkaar.” Dat is precies wat
het is.’
‘HR zal moeten weten welke kwalitei-
ten van medewerkers gewenst zijn en
waarom. Dan gaat het dus om de vraag
welke kennis en ervaring relevant is
binnen de organisatie, welke sociale en
communicatieve vaardigheden ertoe
doen, welke werkhouding gewenst is,
en met welke motieven, waarden en
normen iemand zich dient te verhou-
den tot het werk, collega’s en klanten,
patiënten, of studenten. HR heeft als
belangenbehartiger van het human
capital in organisaties bij uitstek de
functie van rolmodel in wat de norm en
dus normaal is binnen de organisatie.’
HR KAN HET VERSCHIL MAKEN
HR kan het verschil maken door
onderscheid te maken tussen prestaties
en toegevoegde waarde. Strategisch
talentmanagement begint met de vraag
bij het bestuur neer te leggen waar de
organisatie goed in wil zijn en waarde
mee wil creëren, zegt Van der Sluis.
‘Aan welke prestaties van medewerkers
wordt waarde gehecht, welke ontwik-
kelingen worden belangrijk gevonden,
welke (sociale) innovaties zijn gewenst?
Met de verkregen antwoorden gaat
HR vervolgens het gesprek aan met
leidinggevenden om hen te helpen
focussen op gewenste prestaties. En
welke mensen ze nodig hebben om als
team, afdeling of organisatie-onderdeel
van toegevoegde waarde te zijn’.
Als de kernwaarden zijn vastgesteld,
dan is daarvan het gedrag af te leiden
waaraan waarde wordt gehecht. ‘Deze
input vormt het dashboard van lei-
dinggevenden. Als hier onduidelijk-
heid over is, dan kan HR de lijn
helpen tot oplossingen te komen. Hier
ligt de koppeling met HRM. Zit het
probleem bij het recruiten van de
juiste mensen, zit het bij het ontwik-
kelen van de mensen die ze willen
houden, of zit het bij het vasthouden
van de mensen? Als je daar een ant-
woord op hebt, kun je er vervolgens
een speerpunt of programma van
maken.’
BRIDGING THE GAP
Zo’n programma zou antwoord moe-
ten geven op de vraag of het in de
organisatie aanwezige talent de
gewenste waarde toevoegt. ‘Als je con-
stateert dat sommige mensen niet bij
de organisatie passen, dan moet je
mans genoeg zijn om er conclusies aan
te verbinden’, zegt Van der Sluis. ‘Dat
heet bridging the gap en het is talent-
management pur sang. Dat is nog wel
ingewikkeld vanwege juridische rege-
lingen of allerlei arbeidsvoorwaarden,
waardoor de drempel van de organisa-
tie-uitgang nog hoog is. Op dit punt
kan HR verantwoordelijkheid nemen
door te sturen op de continuïteit van
de organisatie en daarvoor de drempels
van de in- en uitgang te verlagen. Zo
zullen er dan alleen medewerkers in
huis zijn die passen bij de toekomst
van de organisatie. Sturen op die
gewenste in- en uitstroom zorgt ervoor
dat er een frisse wind blijft waaien en
dat helpt de organisatie verder.’
Van der Sluis wijst er op dat werk al
lang geen verzekering meer is. Een
arbeidsrelatie houdt voor de werkne-
mer de plicht in om een bijdrage te
leveren aan de club waarvan hij of zij
geld ontvangt, zegt de hoogleraar. ‘Dat
is de deal. Voor organisaties geldt dat
zij kunnen kiezen waar zij in investe-
ren: in mensen of in middelen. Of in
beide. Bij het optimaliseren van díe
investeringsagenda draait het om keu-
zes omtrent kostenreducties en waar-
decreatie. HR kan een belangrijke
business partner zijn bij dat vraagstuk.’
HR- EN PEOPLE-ANALYTICS
Met de opkomst van HR- en people-
analytics ontstaan nieuwe mogelijkhe-
den om de toegevoegde waarde van
mensen te meten. ‘Op een bepaalde
manier is die waarde wel te meten’, zegt
Van der Sluis. ‘Maar uiteindelijk is een
mens geen machine die je kunt uitlezen.
Waar mensen samenwerken, gaat het
ook om de onderlinge communicatie,
zowel verbaal als non-verbaal. Waarde
ontstaat in het speelveld van ratio en
emotie. Ik vergelijk het wel eens met
een auto. De waarde van een auto
wordt door het materiaal, het merk en
alle toeters en bellen bepaald, maar ook
door emotie. Dit fenomeen wordt in
Behavioral Economics bestudeerd.
We zijn in een stadium beland waarin
het technisch mogelijk is om veel
onderdelen van werk te automatiseren
en de handel en wandel van mensen die
daaraan te pas komen, te meten op
allerlei gebieden. Als je het laat gebeu-
ren dat deze data uiteindelijk wordt
vastgelegd en uitgelezen alsof het over
de medewerkers gaat, bijvoorbeeld als
de hele HR-afdeling is ingesteld op
HR-analytics, dan beland je op een
punt waarop de mens als brein of
machine wordt gezien. Goed, dat kán je
mensvisie zijn. Maar dat is geen talent-
management. Mensen zijn juist van
toegevoegde waarde doordat zij mens
zijn met een eigen wil als kompas.’ �
ONLINE ARTIKELEN
Op onze website PENOACTU-
EEL.NL vind je aanvullende
artikelen over talentmanagement.
Het dossier van de maand wordt
samengesteld door de juristen van
XpertHR. Zie ook XPERTHR.NL
32 / MEI 2016 / NR5
VERZUIM Paul Poley, journalist, [email protected]
Verzuim om niet-medische redenen
‘HR IS DE AANGEWEZEN AFDELING OM GOED TE ANALYSEREN EN TE FACILITEREN’
Zo’n 250 euro per zieke werknemer per dag. Dat kun je als werkgever verdienen bij het terugdringen van ziekteverzuim. Met wat handige tips en tricks kan HR veel geld besparen. En veel belangrijker: werknemers helpen zich weer goed te voelen.
E lf weken duurde de
griepepidemie in Neder-
land in het afgelopen
winterseizoen. Honderd-
duizenden Nederlanders kregen te
maken met symptomen als koorts,
hoofdpijn, malaise, verkoudheid en
spierpijn. De een kwam daarbij een
week lang zijn bed niet uit, de ander
ziekte twee daagjes uit en verscheen
vervolgens ietwat bleekjes op zijn
werk, weer een ander propte zich vol
met pijnstillers en heeft zich geen dag
ziekgemeld. Nu gaat het er even niet
om wat het verstandigst is, maar om te
laten zien hoe verschillend mensen rea-
geren op ziekte. De ene collega komt
snel na een ingrijpende chemokuur
niet-medisch van aard. Penders licht
toe: ‘Het nieuwsfeit is soms wat zwart-
wit in de media gekomen. Alsof in 70
tot 80 procent van de verzuimgevallen
iemand niets mankeert en het verzuim
dus fl auwekul is. Dat beeld is echt niet
correct. De strekking van mijn bood-
schap is alleen dat we als bedrijfsartsen
zien dat bij verzuim ook niet-medische
factoren meespelen. Dat is geen aan-
stellerij, vaak is het dan even too much
geworden voor die mensen.’
Mooi moment om pas op de plaats te
maken. Tijd voor semantische helder-
heid. Verzuim om medische en niet-
medische redenen, wat is precies het
verschil? Guido Welter, zelfstandig
adviseur op het gebied van duurzame
inzetbaarheid, doet een poging de
begrippen te defi niëren: ‘Verzuim in
het algemeen betekent nalaten te ver-
schijnen op de werkplek. Medisch ver-
zuim heeft daarbij een duidelijke
geneeskundige component, waarbij
artsen, specialisten en ziekenhuizen
weer opdagen op het werk, de andere
meldt zich ziek bij een fl inke snotneus.
Het is iets te gemakkelijk om die laat-
ste categorie te bestempelen als aanstel-
lers of watjes. Want wie de diepere
lagen van het thema verzuim aanroert,
ziet dat die snotneus voor diegene
soms letterlijk en fi guurlijk de druppel
was om zich ziek te melden, vaak is er
met hem of haar meer aan de hand.
Welkom in de complexe wereld van
het verzuim...
Geen fl auwekul
Het gaat misschien wat ver om het een
hype te noemen. Feit is wel dat het dit
voorjaar veel in het nieuws was: ver-
zuim om niet-medische redenen heeft
een grote vlucht genomen. De NVAB
(Nederlandse Vereniging voor Arbeids-
en Bedrijfsgeneeskunde) noemde bij
monde van voorzitter en zelfstandig
bedrijfsarts Jurriaan Penders percenta-
ges tussen de 70 en 80. Dat deel van
alle verzuimgevallen is volgens hem
‘Zorg als HR ook voor keiharde cijfers’
/ MEI 2016 / NR5 33
NIET-MEDISCH VERZUIM
bronnen en privé-energiebronnen stort
tegenwoordig ogenschijnlijk eerder in
elkaar dan heel vroeger. Penders
beaamt dat deels: ‘Verzuim om niet-
medische redenen is zeker geen nieuw
thema, maar komt de laatste tien jaar
wel steeds vaker voor. Er zijn belang-
rijke veranderingen in de samenleving
gekomen. Zo wordt van een werkne-
mer veel geëist door de werkgever,
zoals continue bereikbaarheid en
betrokkenheid. Hoogopgeleiden krij-
gen te maken met maatschappelijke
druk, op allerlei fronten wordt veel van
hen verwacht, waardoor ze vaak veel
ballen tegelijk in de lucht moeten hou-
den. Grenzen tussen werk en privé ver-
vagen. Bij laagopgeleiden zie je weer
een andere trend, namelijk dat ze vaak
veel eigen verantwoordelijkheid krijgen
in hun werk, terwijl ze die verantwoor-
delijkheid lang niet altijd goed
aankunnen.’ Ondanks al deze maat-
schappelijke veranderingen en de toe-
name van het aantal burn-outgevallen,
is het ziekteverzuimcijfer in Nederland
gedaald. In 2002 was het percentage
5,5, maar na invoering van de Wet
Verbetering Poortwachter is dat naar
beneden gegaan. Inmiddels schommelt
het rond de 4. Volgens Penders kan dat
verder naar beneden. ‘In Oost-Euro-
pese landen zijn er geen regels rond
doorbetaling bij ziekte. Het ziektever-
zuimpercentage ligt daar rond 2 pro-
cent. Of kijk naar de zzp’ers in ons
eigen land. Zij werken veel langer door
voordat ze zich ziek melden. De con-
clusie die je zou kunnen trekken is dat
het huidige ziekteverzuimpercentage
van 4 dus nog wat verder naar beneden
kan. Daarom is het ook zo belangrijk
om iets te gaan doen aan die niet-
medische redenen van verzuim.’
Want verzuim is een fi kse kostenpost
voor een werkgever. Elke verzuimdag
van een werknemer kost hem ongeveer
250 euro. Welter: ‘En dan heb je het
alleen nog maar over kosten van mani-
een grote rol spelen. Denk aan griep,
chronische ziekten en fysieke of speci-
fi eke psychische klachten. Niet-
medisch verzuim is eigenlijk een
restcategorie. Bedoeld wordt dat deze
mensen geen aantoonbare ziektes heb-
ben, maar dat iets in de werk- of privé-
sfeer hen doet verzuimen.’ Penders vult
aan: ‘Het kan ook nog zo zijn dat er
weliswaar een medische klacht is waar-
door iemand zich ziekmeldt, maar dat
er veel meer achter zit. Die medische
klacht is dan het topje van de ijsberg.
Iemand die bijvoorbeeld al heel lang
kampt met spanning, krijgt uiteinde-
lijk vanzelf een medische klacht die tot
verzuim leidt. Of iemand die proble-
men heeft op het werk, is sneller
geneigd zich bij een verkoudheidje ziek
te melden.’
Communicerende vaten
Een ingewikkeld onderwerp dus, ver-
zuim. Om de kluwen goed te ontwar-
ren, is het belangrijk te ontdekken wat
precies aanleiding kan geven tot niet-
medisch verzuim. Welter: ‘Ik schat in
dat van alle psychische klachten zo’n 70
procent werkgerelateerd is, al dan niet
in combinatie met iets in de privésfeer.’
Arbeidsgebonden factoren die tot een
ziekmelding kunnen leiden zijn er
legio. Penders: ‘Chronisch gebrek aan
vrijheid om het werk te kunnen uitvoe-
ren is een voorbeeld. Maar ook onvei-
ligheid, zoals een verstoorde relatie met
leidinggevende of collega’s. Vergeet ook
een verborgen probleem als laaggelet-
terdheid niet. Dat komt in sommige
organisaties vaak voor en kan een werk-
nemer in grote moeilijkheden brengen.’
Moeiteloos vult Welter dit rijtje aan:
‘Een reorganisatie die aanstaande is,
kan veel stress bij iemand veroorzaken.
Werkdruk is natuurlijk ook een belang-
rijk voorbeeld. Iemand kan te veel hooi
op zijn vork nemen of moeten nemen,
of onduidelijke doelen hebben.’
Het lijstje met mogelijke privéfactoren
is zo mogelijk nog langer. Welter: ‘Dat
kan van alles zijn. Echtscheiding,
fi nanciële nood, mantelzorg, zorgen
om een ziek kindje thuis, gebrek aan
opvang, noem maar op.’ Vaak is al die
werk- en privéstress op te vangen mits
er voldoende energiebronnen zijn. Op
de werk-privébalans is eigenlijk de wet
van de communicerende vaten van
toepassing: veel stress moet gepaard
gaan met herstelmogelijkheden en veel
energie, anders is de kans op uitval
groter. Welter: ‘Die energiebronnen
kun je ook weer uitsplitsen in werk- en
privébronnen. Op het werk is bijvoor-
beeld sociale steun van collega’s een
mogelijke bron van kracht. Een andere
remedie tegen werkdruk is de regel-
ruimte die je hebt: hoeveel van wat je
doet op het werk kun je zelf bepalen?
Privé kun je energie krijgen van de
steun van je partner. Maar ook van
goede voeding, beweging, slaap en
ontspanningsmogelijkheden. Denk bij
dat laatste bijvoorbeeld aan yoga en
mindfulness. Die vormen van ontspan-
ning zie je ook steeds meer op de
werkplek voorkomen, een prima ont-
wikkeling wat mij betreft.’
Kaartenhuis
Dat hele kaartenhuis van werkstressfac-
toren, privéstressfactoren, werkenergie-
Guido Welter, zelfstandig adviseur op het gebied van
duurzame inzetbaarheid
NIEUWE BLIK OP ARBO
Besteedt jouw organisatie actief aandacht aan preventief verzuimbeleid en
stelt het mensgericht werken centraal? Op het Landelijk Arbo Congres op
2 juni doe je in één dag nieuwe inzichten op rondom Arbo-onderwerpen als
duurzame inzetbaarheid, vitaliteit en verzuimmanagement en leer hoe je
op basis daarvan een succesvol plan van aanpak kan maken om je beleid
uitvoerbaar te maken. PENOACTUEEL.NL/ARBOCONGRES2016
34 / MEI 2016 / NR5
VERZUIM
fest verzuim, ofwel “absenteïsme”. Dat
wil zeggen het nalaten te verschijnen
op het werk of het niet-werken thuis.
Iets wat daarnaast voorkomt, is stil
verzuim, ofwel “presenteïsme”. Dat
stille verzuim gaat vaak vooraf aan het
feitelijke verzuimen. In feite betekent
het dat een werknemer om welke
reden dan ook verminderd productief
is. Hij of zij is weliswaar aanwezig,
maar maakt door concentratieproble-
men of vermoeidheid opvallend veel
fouten. Of gaat opmerkelijk vaak
roken of koffi edrinken op een werk-
dag. Die collega is dus niet gemoti-
veerd, of is met zijn hoofd heel ergens
anders. Vermoedelijk zijn de kosten
voor presenteïsme net zo hoog en mis-
schien wel dubbel zo hoog als die van
absenteïsme. Uit cijfers van de Wereld-
gezondheidsorganisatie blijkt bijvoor-
beeld dat iemand die ‘niet fi t’ is al 18
procent minder productief is. Tel uit je
verlies als bedrijf. In een nieuwe, mede
door TNO ontwikkelde tool worden
dat soort cijfers in berekeningen mee-
genomen. In mijn ogen moet elke
werkgever dit stille verzuim meereke-
nen. De urgentie van het onderwerp
ziekteverzuim zal dan enorm gaan stij-
gen. Sterker nog, als werkgever ben je
dom en een dief van je eigen porte-
monnee als je niet snel met het inves-
die van de leidinggevende. Zorg dat je
benaderbaar, betrouwbaar, toeganke-
lijk en open bent. Maar ook dat je
duidelijk communiceert, bijvoorbeeld
over ontwikkelmogelijkheden, die tot
meer motivatie bij een werknemer
kunnen leiden. Of over alle bedrijfsre-
gelingen. Denk aan zorgverlof voor
iemand met een ziek kind. HR moet
niet de grote boeman zijn die zich aan
de zijde van de leidinggevende
schaart, maar een partij die oplossin-
gen biedt voor de lange termijn, die
werkt aan duurzame inzetbaarheid.
Dat werkt in het voordeel van werk-
gever én werknemer.’ Naast deze skills
kan HR ook zorgen voor keiharde cij-
fers. Welter wijst erop dat HR beter
dan nu kan analyseren: ‘Ik merk vaak
bij HR-afdelingen dat ze de verzuim-
cijfers niet tot in detail hebben geana-
lyseerd. De redenen voor verzuim zijn
bijvoorbeeld niet goed uitgesplitst,
terwijl je die wel goed in kaart moet
brengen. Vaak wordt al genoegen
genomen met een algemeen verzuim-
percentage. Dat is dan bijvoorbeeld
3,9, mooi rond de landelijke bench-
mark, prima zo. Maar dat is helemaal
niet prima, want verzuim is misschien
een symptoom voor iets wat in onba-
lans is. Verder is verzuim peperduur
en kan het percentage echt richting
de 2. HR is de aangewezen afdeling
om met behulp van HR-analytics de
feiten, cijfers én de redenen daarach-
ter in beeld te brengen. Als iemand
bijvoorbeeld in een jaar vaak kort ver-
zuimt – vijf keer twee dagen of zo –
dan kun je er donder op zeggen dat
daar meer aan de hand is geweest.
Dat blijkt niet uit cijfers en percenta-
ges. Dus HR: ga vooral verder analy-
seren, daarbij geholpen door
bedrijfsartsen en leidinggevenden.
Worden bijvoorbeeld fi nanciële rede-
nen vaak aangevoerd bij verzuim, laat
dan een fi nancieel adviseur naar je
bedrijf komen om eens met het perso-
neel te praten. Bemerk je frequent
kort verzuim vanwege de zorg voor
een grieperig kind? Ga dan het
gesprek aan met jonge moeders over
de mogelijkheid om dagen of uren te
ruilen, of om bijzonder verlof op te
nemen. Kortom, analyseer diepgaand,
en faciliteer op basis hiervan je werk-
nemers. Zo voorkom je veel verzuim
en daarmee veel kosten!’ �
teren in meer inzetbaarheid en
vitaliteit aan de slag gaat!’
Coff eecorner-management Mooi gezegd. Maar wie ontdekt wan-
neer wat er met een werknemer aan de
hand is? Penders en Welter zien beide
een grote rol voor de leidinggevende.
Penders: ‘Een goede leidinggevende is
alert en zorgt ervoor dat hij een open
relatie heeft met zijn werknemers.
Samen moet je op zoek naar oplossin-
gen. Heeft een werknemer schulden,
dan moeten leidinggevende en werk-
nemer samen iets bedenken. Zoals het
inschakelen van een fi nanciële coach.
Verleent een medewerker mantelzorg,
dan moet de leidinggevende meeden-
ken over een betere combinatie van
werk en privé, zoals aanpassing van de
werktijden. Een leidinggevende moet
echt optreden, want een privéprobleem
van een werknemer wordt vanzelf een
probleem van de werkgever als het uit-
eindelijk tot verzuim leidt. Vroegtijdig
signaleren is belangrijk.’ Volgens Wel-
ter ligt daar vaak het probleem. ‘Veel
problemen liggen in de taboesfeer.
Durft een werknemer het daar met
zijn leidinggevende wel over te heb-
ben? Andersom durven veel leidingge-
venden het gesprek met hun
werknemers niet goed aan, ze hebben
angst om door te vragen. Maar ik ben
het met Penders eens, je moet zorgvul-
dig met je mensen in gesprek om te
weten wat bij ze leeft.’ Welter heeft
wat tips daarvoor. ‘Om te beginnen is
structurele aandacht belangrijk. Dus
niet incidenteel vragen: ‘Hoe is het
met je?’, maar met regelmaat die vraag
stellen en vervolgens goed luisteren.
Met een beetje lef en een oprechte
intentie kan zelfs de communicatief
minst vaardige leidinggevende dit.
Ook belangrijk is scherp letten op ver-
dachte zaken bij een werknemer. Denk
aan zijn non-verbale houding, zijn uit-
straling, cynische uitspraken. Coff eecor-ner-management dus, waarvoor de
nodige sensitiviteit nodig is bij een lei-
dinggevende. Maar dat soort zaken
zijn ook prima te trainen.”
Analyseer!
Niet alleen de leidinggevende kan bij
niet-medisch verzuim optreden, maar
ook HR kan dat. Penders: ‘De rol van
HR is in zekere zin vergelijkbaar met
Jurriaan Penders, voorzitter NVAB en zelfstandig
bedrijfsarts
/ MEI 2016 / NR5 35
Xpertise
In de rubriek Xpertise beantwoorden juristen van XpertHR vragen met betrekking tot vrijwel alle terreinen van HR.
Wat zijn de criteria voor strategisch
talentmanagement en wie is verant-
woordelijk?
Organisaties die werken met een breed
gedragen talentmanagementpro-
gramma, slagen er beter in talent aan
te trekken en te behouden dan organi-
saties die geen volwaardige strategie
hebben voor talentmanagement. Goed
benutte talenten leveren de organisatie
bovendien een hoger rendement en
concurrentievoordelen op, zo blijkt uit
diverse onderzoeken.
Het vormgeven en implementeren van
een strategie voor talentmanagement is
maatwerk en kent een aantal valkuilen.
Zo is het van belang te beseff en dat
talentmanagement een organisatiestra-
tegie is en niet alleen een HR-strategie.
Een andere valkuil kan zijn dat het
talentmanagement niet nauw aansluit
bij de doelstellingen van de organisa-
tie. Voorts is het in veel organisaties zo
dat talentmanagement pas echt kan
renderen als het zich niet uitsluitend
richt op één bepaalde groep mensen,
maar alle medewerkers in het talent-
programma betrekt. Elk mens heeft
talenten, het doel is alle talenten opti-
maal in te zetten en te ontwikkelen, in
lijn met de strategische doelen van de
organisatie.
De verantwoordelijkheid van talentma-
nagement ligt met name bij de directie
en de afdeling fi nanciën. Leidinggeven-
den, HR en de medewerkers zelf zijn
eveneens verantwoordelijk. De directie
bepaalt de strategische doelen, de
fi nanciële afdeling stuurt op de kosten,
zoals verloop en ziekteverzuim, en op
de baten, zoals een beter rendement.
HR is sparringpartner voor alle partijen
en is regisseur en facilitator van het
proces van talentmanagement. HR is
ook verantwoordelijk voor het over-
zicht van welke talenten benodigd zijn
(de gap-analyse ). De medewerkers zijn
medeverantwoordelijkheid voor hun
eigen ontwikkeling en inzetbaarheid.
Hoe kan een talentmanagementcy-
clus worden opgezet en wat is het
HR-instrumentarium?
Goede communicatie en een helder
geformuleerde organisatiestrategie vor-
men de basis van talentmanagement.
HR zal binnen de organisatie de strate-
gische voordelen van talentmanage-
ment moeten uitdragen. Duidelijk
moet zijn dat eenieder een rol heeft op
het gebied van talentmanagement.
Als aan die voorwaarden van commu-
nicatie en bewustwording is voldaan,
kan HR op basis van de organisatie-
doelstelling, gesprekken met de lijn en
een talent-review (vlootschouw) een
gap-analyse maken. Vervolgens kan HR
met de fi nanciële afdeling een business
case maken. Dat levert inzicht op in
de kosten van onderbenutting van
talent, werving, talentontwikkeling en
mobiliteit. De volgende stap is het
opzetten van een talentmanagement-
programma, waarin de kwaliteiten,
rollen en vaardigheden staan aangege-
ven om de organisatiedoelen te kun-
nen realiseren.
HR-instrumenten voor talentmanage-
ment worden nogal eens los van elkaar
ingezet. Het is van belang dat het
instrumentarium in goede samenhang
wordt toegepast en is geïntegreerd in
de organisatiestrategie. Dat leidt tot
een eff ectieve talentmanagementcyclus,
die bestaat uit kwalitatieve personeels-
planning (zicht op huidige prestaties),
succession planning (zicht op beno-
digde opvolgers en op nieuwe functies)
en kwalitatieve analyses, die zich rich-
ten op benodigde (toekomstige) kennis
en strategie-ontwikkeling. Met de in
deze cyclus verkregen resultaten kan
training en talentontwikkeling in gang
worden gezet en het benoemingsproces
worden gestuurd.
HR en het lijnmanagement dienen er
van doordrongen te zijn dat de basis
van talentontwikkeling bestaat uit
goede gesprekken met medewerkers.
Medewerkers en leidinggevenden zul-
len samen moeten zoeken naar moge-
lijkheden waarbij organisatiedoel én
persoonlijke ontwikkeling optimaal
samengaan. �
WET- EN REGELGEVING
Q&A
CONTACT XPERTHRXpertHR biedt
arbeidsrechtelijke informatie,
betaalbaar juridisch advies,
praktische tools, praktijkcases,
checklists en meer.
Geïnteresseerd? Bekijk de
demonstratie op XPERTHR.NL,
bel met (0314) 358 356 of mail
naar: [email protected]
MEER WETEN?
36 / MEI 2016 / NR5
HUMAN CAPITAL Ward van Beek, journalist, [email protected]
DE INGREDIËNTEN VOOR BEST COMPANY TO WORK FOR
Het softwarebedrijf Salesforce staat jaar na jaar in de top 100 van Best Companies to Work for. Dit jaar betrekt het aan de Zuidas The Edge, het meest duurzame kantoorgebouw ter wereld. En in maart kondigde het bedrijf aan dat “onze” Neelie Kroes daar toetreedt tot de Board of Directors. Waar komt het succes van deze organisatie vandaan? Wat zorgt ervoor dat ze jaar na jaar in de top 100 staan van Best Companies to Work for?
Cultuur als focusgebied
Ashling Kearns, Marketing Director
Northern Europe bij Salesforce, vertelt
over het succes van de organisatie. ‘Het
is het resultaat van een consequente
focus op cultuur. Cultuur is bij ons
“opzettelijk”. De meeste dagelijkse ver-
antwoordelijkheden van een gemid-
delde medewerker zijn overal hetzelfde.
Wat er anders is, zijn de mensen met
wie je het werk doet, en de omgeving
waarin je het doet. Dat is de cultuur,
en dat is het kloppende hart van je
organisatie. Die moet je koesteren, ont-
wikkelen en actief ondersteunen, met
beleid zowel als middelen.’
‘De eerste stap daarbij is het bepalen
van je cultuur. Zorg voor een eenvou-
dig verhaal dat iedereen in het bedrijf
kan verwoorden. Salesforce bouwt haar
cultuur rond de geest van Ohana, wat
managers op onze cultuur en welk
gedrag en attitude bij die waarden pas-
sen. Vervolgens dompelen we die men-
sen snel helemaal onder in onze
cultuur. Ons onboarding-proces helpt
nieuwe medewerkers zich snel thuis te
voelen en snel te begrijpen hoe en
waarom we doen wat we doen.’
1-1-1 model
Belangrijk daarbij is ook het 1-1-1
model dat de organisatie hanteert. Het
bedrijf doneert elk jaar 1 procent van
de bedrijfswaarde, 1 procent van de
producten en 1 procent van de mede-
werkerstijd aan goede doelen. Met
19.000 medewerkers betekent dit dat
er jaarlijks 190 FTE aan vrijwilligers-
werk wordt besteed.
‘Ofschoon nu ook andere organisaties
delen van dit model hebben omarmd,
denk ik dat er maar heel weinig zijn
die het zo consequent en breed door-
zetten als Salesforce’, vervolgt Ashling
Kearns. ‘ Giving back is onderdeel van
onze cultuur, en dat was het al vanaf
onze start in 1999. Veel collega’s geven
expliciet aan dat dit 1-1-1 model een
“familie” betekent in het Hawaiiaans.
Marc Benioff , onze CEO en oprichter
komt van Hawaii. Ohana vertegen-
woordigt het idee dat gezinnen met
elkaar verbonden zijn en dat de leden
een gevoel van verantwoordelijkheid
voor elkaar hebben. De Salesforce-Ohana is ons hechte ecosysteem van
medewerkers, klanten, partners en
gemeenschappen. Als leden van de
Ohana is het de eigen verantwoorde-
lijkheid van onze medewerkers om
onze kernwaarden – vertrouwen, cus-
tomer success, innovatie, giving back,
gelijkheid, wellness, transparantie en
plezier – tot leven te brengen en zo
onze cultuur te handhaven.’
‘Bij het aannemen van nieuwe mensen
is de culturele fi t dus zeker zo belang-
rijk als opleiding, ervaring en vaardig-
heden. We trainen al onze recruiters en
‘Giving back is onderdeel van onze cultuur’
/ MEI 2016 / NR5 37
BEST COMPANY TO WORK FOR
oriteit in ons ondernemingsplan,
dat we onze V2MOM noemen
(Vision, Values, Methods, Obsta-
cles en Metrics) Als het eenmaal is
gepubliceerd, formuleren alle
medewerkers in het bedrijf vervol-
gens hun eigen V2MOM om te
bepalen hoe zij persoonlijk kunnen
bijdragen. Dit zorgt voor onder-
linge afstemming en een grote col-
lectieve energie.
2. We gebruiken de collectieve kracht
van de community van medewer-
kers en delen kennis, intern en
extern, via diverse social media en
mobiele kanalen.
3. We geven alle medewerkers zoveel
mogelijk klantcontact.
Al onze medewerkers hebben de
mogelijkheid om rechtstreeks in
contact te staan met onze klanten,
via onze Salesforce Success Com-
munity en bij evenementen als de
World Tours.’
Mobiele apps voor medewerkers
‘Medewerkers van nu hebben voor
hun hele privéleven tal van specifi eke
apps. Zouden we dan ook niet moeten
zorgen dat ze veel meer zakelijke din-
gen – ook op het gebied van HR –
kunnen regelen en afhandelen via hun
mobiele telefoon?’
‘Salesforce heeft, geheel op het eigen
systeem, diverse mobiele apps
gebouwd om de betrokkenheid van
medewerkers te verbeteren. Denk
daarbij aan apps als een interactief
Organogram; een app voor Approvals;
een app voor het bijhouden van het
vrijwilligerswerk (Volunteerforce); en
een app voor alle interne HR-vragen
en IT-helpdesk: Conciërge.’
‘Met onze Social Ambassador-app is
het heel eenvoudig om iedereen cen-
traal gecreëerde social media-content
op de eigen netwerken te laten delen.
Daarnaast hebben we natuurlijk nog
onze Chatter omgeving, een intern
netwerk dat lijkt op een combinatie
van Facebook en Twitter.’
‘Deze toepassingen verhogen niet
alleen de productiviteit, maar zorgen
vooral voor veel meer betrokkenheid
van mensen met ons bedrijf, waar-
door ook onze cultuur – zelfs in een
zo snelgroeiend, internationaal
bedrijf als Salesforce – kan groeien
en bloeien.’ �
reden is om voor Salesforce te kiezen.
Al meteen op de eerste werkdag gaan
alle nieuwe medewerkers ook met
elkaar aan de slag als vrijwilliger.’
Diversiteit
‘Wij geloven dat diversiteit en integra-
tie op alle niveaus essentieel zijn voor
ons bedrijf. Een divers personeelsbe-
stand is van vitaal belang voor het leve-
ren van customer success en het
aantrekken en behouden van toptalent.
Geslacht, etniciteit noch geaardheid
mogen een rol spelen bij de keuze voor
medewerkers. Ik ben er trots op te
werken bij een bedrijf waar de CEO
zich – onder meer via social media –
uitspreekt tegen bepaalde discrimine-
rende wetgeving, zoals in staten als
Indiana en Georgia, en daarmee zulke
wetgeving van tafel weet te krijgen.
Salesforce zelf maakt zich ook hard
voor meer gelijkheid binnen het
bedrijf tussen mannen en vrouwen.
Zo werken we aan:
- Equal Pay: We willen de beloning
van onze medewerkers goed in
kaart hebben. We hebben een
steekproef genomen van mannen
en vrouwen in het hele bedrijf, met
vergelijkbare anciënniteit, niveaus
en prestaties. We zagen dat we een
aantal salarissen voor zowel vrou-
wen als mannen moesten aanpassen
en daar zijn we nu volop mee bezig.
- Equal Advancement: Het beschik-
baar maken van kansen voor ieder-
een. Meer dan een jaar geleden
hebben we ons tot doel gesteld dat
ten minste een derde van ons exe-
cutive management en een derde
van de sprekers op onze evenemen-
ten vrouw moet zijn.
- Equal Opportunity: we moeten
zorgen voor een diverse aanvoer van
nieuwe medewerkers. We focussen
daartoe onder meer op het onder-
steunen van non-profi torganisaties
gericht op diversiteit in technologie.
Mooi voorbeeld hiervan in Nederland
is Girlsday, ter bevordering van meisjes
in techniek. Neelie Kroes gaf dit jaar
het startsein voor Girlsday 2016 tij-
dens de Salesforce World Tour. Meer
dan 60 enthousiaste meisjes volgden
workshops in de RAI. Andere kinderen
namen deel aan sessies van Coder-
Dojo, een stichting die gratis program-
meercursussen biedt aan jongeren.’
Zinvol werk
‘Als marketeer weet je dat je klantsuc-
ces sterk afhangt van je propositie.
Juist bij een product als dat van ons is
de kwaliteit van de dienstverlening
doorslaggevend voor de klantervaring.
Die dienstverlening is sterk afhankelijk
van de kwaliteit van je mensen. Als je
klantsucces wilt leveren, moet je eerst
succes creëren voor je medewerkers.
Gelukkige medewerkers betekenen
tevreden klanten en vice versa. Zinvol
werk is de sleutel naar meer betrokken-
heid van medewerkers. Daarom is het
essentieel dat iedereen begrijpt hoe zijn
of haar werk directe impact heeft op
de klanten. Er zijn drie manieren
waarop wij zorgen dat onze medewer-
kers die verbinding maken.
1. Duidelijke doelstellingen en verant-
woordelijkheid
Elk jaar beslissen we als team wat
we onze klanten willen bieden en
leggen dit vast in volgorde van pri-Ashling Kearns, Marketing Director Northern Europe
38 / MEI 2016 / NR5
STRATEGIE Bob Janssen, journalist, [email protected]
LEREN IS PERSOONLIJK REFLECTEREN
Leren is essentieel om te innoveren en continu te verbeteren. Maar hoe ontwikkel je nou écht een leercultuur in je organisatie en hoe stimuleer en houd je vervolgens het nieuwe gedrag bij je medewerkers vast? Stefan op de Woerd, oprichter van Perfl ectie vertelt er meer over.
Leren is essentieel om te innoveren
en continu te verbeteren. Hoe ont-
wikkel je een leercultuur in je orga-
nisatie? ‘Het toverwoord is eigenaar-
schap’, vertelt Stefan Op de Woerd,
oprichter van Perfl ectie.
‘We weten allemaal dat als je kinderen
iets oplegt, ze meestal niet doen wat jij
wilt dat ze doen. Ze willen zelf ont-
dekken en ervaren. Dat noemen we
leren. Een leercultuur in organisaties
betekent in de praktijk vaak dat lei-
dinggevenden alleen kijken naar ont-
wikkeling van medewerkers die voor
de organisatie belangrijk is. Het eige-
naarschap van leren ligt dus niet meer
bij de medewerker. Maar als je echt
een leercultuur wilt creëren, moet je de
middelen je daarin ondersteunen, in
samenwerking met de lijn. Je wilt uit-
eindelijk tot betere prestaties komen.
Het is een vorm van performance sup-
port. Dus hoe je ontwikkelen echt in
dienst kan stellen van het uiteindelijk
beter gaan presteren en het ook vol-
ledig inzichtelijk maakt voor medewer-
kers en de organisatie. Dan kun je het
koppelen aan een HR-cyclus en er een
business case van maken. Dus aanto-
nen wat het oplevert om in leren en
ontwikkelen te investeren.’
Hoe stimuleer je nieuw gedrag?
‘De grootste vergissing die we maken
is dat we het idee hebben dat wij ver-
antwoordelijk zijn voor de intrinsieke
motivatie van een ander’, zegt Stefan.
‘Maar dat kan niet. De medewerker is
daar zelf voor verantwoordelijk. Je
wilt dat trainingen leiden tot nieuw
gedrag en dat nieuw gedrag leidt tot
betere resultaten. Maar in trainingen
wordt meestal geen aandacht besteed
aan nieuw gedrag. Het is dus belang-
verantwoordelijkheid van het leren bij
de medewerkers zelf leggen. Het start-
punt is dus dat een medewerker aan-
geeft dat hij een bepaalde stap wil
zetten omdat hij denkt dat het goed is
voor hem en de organisatie. Je moet
hem daarin ondersteunen en samen
inzichtelijk maken wat het eff ect van
leren is. Dat zorgt voor positieve ener-
gie en dan ben je met elkaar bezig om
een lerende cultuur te creëren.’
Wat moet HR doen om een lerende
cultuur te stimuleren?
Stefan vindt dat HR-professionals
moeten zorgen dat medewerkers die
verantwoordelijkheid voelen en pak-
ken. ‘Grijp niet alleen naar de klassieke
middelen van de HR-cyclus. De
gedachte achter de HR-cyclus is
natuurlijk goed; richting geven. Maar
investeren in leren en ontwikkelen
moet geen doel op zich worden. Als je
organisatieontwikkeling wilt bekijken
vanuit een lerend perspectief, kijk dan
naar wat je wilt bereiken en hoe de
‘Oefen dertig dagen lang elke dag met meer complimenten geven’
NATIONAAL OPLEIDING & ONTWIKKELING CONGRES 2016
Hoe zorg je voor een optimale ontwikkeling van
je medewerkers? Hoe creëer je een optimale
leercultuur? Tijdens het 10e Nationaal Opleiding
& Ontwikkeling Congres leer je hoe je in je orga-
nisatie leren op de werkvloer stimuleert en hoe
je medewerkers motiveert om hun persoonlijke
ontwikkeling in eigen handen te nemen. Lees
meer op oenocongressen.nl.
Wanneer: donderdag 9 juni 2016
Locatie: Regardz Amersfoort
/ / 39
LEERCULTUUR
dat stimuleert en ondersteunt ben je
veel minder afhankelijk van leiding-
gevenden zodat medewerkers zelf een
stap kunnen zetten. De leidingge-
vende heeft dan een meer coachende
leiderschapsrol. Faciliteer ook leiding-
gevenden om duidelijke afspraken te
maken met hun medewerkers. Geef je
leidinggevende de verantwoordelijk-
heid om hier zelf invulling aan te
geven.’
Hoe geef je handen en voeten aan
eigenaarschap?
Stefan is een van de sprekers op het
Nationaal Opleiding & Ontwikkeling
congres op 9 juni. ‘Ik laat zien hoe je
eigenaarschap faciliteert en nieuw
gedrag stimuleert, hoe je het handen
en voeten geeft, hoe het in de praktijk
werkt, waar het toe leidt en welke
kansen het biedt om binnen een orga-
nisatie veranderingen te realiseren. Ik
laat daarbij expliciet zien hoe techno-
logie een veranderproces optimaal kan
ondersteunen. Ik pak voorbeelden
waaraan je je kunt spiegelen zodat je
begrijpt hoe het werkt.’
Stefan geeft alvast een voorbeeld: ‘Stel
ik ben een dominante leidinggevende
en ik heb de neiging om andere men-
sen relatief weinig ruimte te geven en
ook weinig vertrouwen. Ik wil dus
voortdurend in control zijn. Maar ik
merk dat dit averechts werkt en ik heb
er last van. Het geeft me veel
werkstress en werkdruk. Ik wil veran-
deren en maak met mijn leidingge-
vende de afspraak dat ik daar een stap
in wil zetten.’ Wat je dan doet volgens
Stefan is het thema klein maken.
‘Ruimte en vertrouwen is nogal vaag.
Welk gedrag moet je nou laten zien
waardoor je uiteindelijk meer vertrou-
wen en ruimte geeft aan anderen?
Maak het dus concreet. Geef bijvoor-
beeld gewoon meer complimenten.
Oefen dertig dagen lang elke dag met
meer complimenten geven.
De technologie waarover ik vertel op
het Nationaal Opleiding & Ontwik-
keling congres helpt je daarbij om heel
kort cyclisch met nieuwe gedragingen
aan de slag te gaan en er gedurende de
tijd een patroon van te maken. Dat
hoef je niet alleen te doen, je collega’s
kunnen je daarbij helpen met micro
feedback. En zo ben je dus aan het
refl ecteren.’ �
rijk dat je medewerkers faciliteert in
het in de praktijk brengen van nieuw
gedrag. Ervoor zorgen dat ze meester
worden in veranderen. Dit betekent
dat medewerkers in staat zijn om iets
wat ze altijd hebben gedaan op een
andere manier te gaan doen. En iets
wat je al heel lang doet is een patroon
geworden. Nieuwe gedragspatronen
moeten inslijten en oude patronen
vervangen. Een nieuw gedragspatroon
slijt alleen in op het moment dat je
iets vaak doet. En vaak doen betekent
dat je er heel bewust mee bezig bent.
En mensen gaan alleen heel bewust
met dingen aan de slag als ze daar
daadwerkelijk bij stilstaan en daarop
refl ecteren. Het gaat dus om het
refl ectief vermogen, persoonlijk leider-
schap en je persoonlijke refl ectie die
zich richt op datgene wat je wilt ver-
anderen. Dat gaat niet vanzelf. Dat
moet je op de werkplek faciliteren.
Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen
dat medewerkers kort cyclisch bezig
zijn met het inslijten van gedragspa-
tronen zodat ze stap voor stap hun
doelen realiseren.’
Hoe stimuleer je medewerkers in
hun zelfstandigheid en eigenaar-
schap?
Stefan vertelt dat organisaties succes-
sen vaak ophangen aan hiërarchisch
leiderschap en dat persoonlijk leider-
schap van medewerkers een onderge-
schoven kindje is. ‘Je moet er juist
voor zorgen dat persoonlijk leider-
schap invulling geeft aan het succes
van je organisatie. De medewerkers
zijn je organisatie. Dus hun persoon-
lijk leiderschap is goud waard. Als je
‘Nieuwe gedragspatronen moeten inslijten en oude patronen vervangen’
/ MEI 2016 / NR5 41
VAKINFORMATIE
Resources
vende open en bloot besproken.
Daarnaast krijgt de lezer tientallen
concrete tips om wél connectie te
maken met die medewerkers en zo het
welbevinden van hun teamleden en
van henzelf te verbeteren.
Auteurs: Joan De Winne en
Geert Degrande
Uitgever: Vior Webmedia
ISBN: 9789492182944
Pagina’s: 77
Prijs: €7,99
WEBSITEEen interessante site met allerlei blogs
over het binden van talent. Waarom is
het zo belangrijk, en hóe doe je het?
blog.talentcircles.com/
RAPPORTKeuzebudget in de praktijk: van
invoering tot inrichting
Onlangs presenteerde het College voor
de Rechten van de Mens zijn onder-
zoeksrapport over gelijke beloning van
mannen en vrouwen bij Nederlandse
hogescholen. Het onderzoek legt
diverse valkuilen bloot die ongelijke
beloning in de hand kunnen werken.
Ook blijkt uit het onderzoek dat in
situaties waar onterecht te weinig geld
wordt toegekend, vrouwen twee keer
zoveel én twee keer zo vaak geld mislo-
pen als mannen. Hoewel het rapport
officieel alleen kijkt naar hogescholen,
is het zo goed geschreven, dat het ook
relevant is voor andere sectoren.
Kijk voor meer informatie opHTTP://BIT.LY/1UNOBBD
BOEKENLeidinggeven aan talentontwikke-
ling: een 70-20-10 programma
gebaseerd op topsport, wetenschap
en managementpraktijk
In dit boek laat de auteur zien hoe je
alledaags leren kunt stimuleren. Dat
is fijn, want dan hoef je niet iedere
medewerker een dure opleiding aan
te bieden. In dit boek wordt bekeken
hoe men budgetneutraal optimale
prestaties kan neerzetten. Je ziet
welke wetenschappelijk beproefde
technieken topcoaches als Marc
Lammers, Louis van Gaal en Guus
Hiddink gebruiken. Wist je dat je
geen supertalenten in het team nodig
hebt om tot sublieme prestaties te
komen, en dat innovatie kinderlijk
eenvoudig is?
Auteur: Mirjam Baars
Uitgever: Vakmedianet
ISBN: 9789462154339
Prijs: € 39,95
Ze maken ons kapot, meneer!
De start-upcultuur maakt opgang:
nogal wat bedrijven plaatsen ineens
ook pingpongtafels en fruitmanden
op de werkplek. Toch lijkt dit niet te
helpen, gezien de toename van
absenteïsme en het aantal burn-outs.
Experts zijn het erover eens dat de
oorzaak hiervan niet enkel te wijten
is aan het tekort aan werknemers.
Ook leidinggevenden spelen een
grote rol. Hoewel zij altijd de beste
bedoelingen hebben, slagen ze er
lang niet altijd in om echt verbinding
met hun medewerkers tot stand te
brengen. In dit boek wordt de ver-
antwoordelijkheid van die leidingge-
COLOFONRedactieadres
Radarweg 29, Postbus 152, 1000 AD Amsterdam
HoofdredacteurYolanda Stil
EindredactieAjlina Muric
(Web)redactie
Marloes Oelen, Sharon Schevers, Jan Willem Wensink, Ajlina Muric
Vaste medewerkersBasti Baroncini, Anouk Brinkman,
Peter-Arno Broer, Isolde Kolkhuis Tanke, Inge van Nispen, Jaap Paauwe,
Luk Smeyers
MarketingLisette Nieuwenhuis, (020) 515 97 78,
Astrid Heystee, (020) 515 97 90
UitgeverWieneke Brandt
Ontwerp en VormgevingTwin Media bv
AdvertentieverkoopReed Business bv, Sales Amsterdam, Postbus 152, 1000 AD Amsterdam,
Marike Cloosterman, Tel. 06- 51 33 15 17, [email protected]
Eeva-Liisa Delatte, Tel. (020) 515 93 81, [email protected]
AbonnementenP&Oactueel verschijnt 10 keer per jaar als magazine. Bent u actief in het P&O-werkveld, dan ontvangt u P&Oactueel kosteloos naar keuze op uw bedrijfs- of
privéadres. Bent u niet werkzaam in het P&O-werkveld dan bedraagt de
abonnementsprijs op P&Oactueel €143,80 per jaar.
Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via penoactueel.nl of via onze
klantenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 30 dagen voor de vervaldatum bij
onze klantenservice wordt opgezegd via: (0314) 358 356 of via:
KlantenservicePostbus 152, 1000 AD Amsterdam,
Tel. (0314) 358 356 (op werkdagen tussen 8.30 en 17.00 uur)
E-mail: [email protected] helpdesk: [email protected]
Collectieve abonnementen: [email protected] Artikelen in P&Oactueel en op
www.penoactueel.nl vallen onder het auteursrecht. Niets uit
deze uitgaven mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
Ondanks de zorgvuldigheid die aan deze uitgave is besteed, kan de uitgever geen aansprakelijk heid
aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen dus geen
rechten worden ontleend.
Reed Business bv legt gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst. Deze
gegevens kunnen worden gebruikt om u te informeren over voor u relevante producten en
diensten van Reed Business bv, haar groepsmaatschappijen en zorgvuldig geselecteerde
derden. Uw e-mailadres wordt alleen gebruikt om u te informeren over gelijksoortige producten en
diensten van Reed Business bv en haar groepsmaatschappijen.
Als u geen prijs stelt op deze informatie dan kunt u dit schriftelijk doorgeven aan: Reed Business bv, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 152, 1000 AD Amsterdam
of per e-mail: [email protected] P&Oactueel is een uitgave van Reed Business,
onderdeel van Reed Elsevier.
42 / MEI 2016 / NR5
Eén jaar later
WAT IS HET PROGRAMMA ‘DIGITALE INNOVATIE ARBEIDSMARKT’ EN WAT IS DE ROL VAN TJELLENS LOOPBAAN PROFESSIONALS HIERIN? ‘Het programma Digitale Innovatie Arbeidsmarkt
onderzoekt twee groepen werkzoekenden uit
Enschede met een bijstandsuitkering die we met
behulp van moderne digitale technieken aan een
reguliere baan proberen te helpen. Voor dit project
werkt gemeente Enschede samen met het UWV, Pre-
sent Media Online Strategists en Tjellens Loopbaan
Professionals. Ook universiteit Twente is erbij betrok-
ken; zij beoordelen de werkwijze en de resultaten van
de pilots. Tjellens levert – naast advies op het gebied
van loopbaanvraagstukken – de digitale tool die de
werkcoaches ondersteunt in het organiseren van hun
begeleiding aan werkzoekenden.’
DE DOELSTELLING VAN ALLE BETROKKEN PARTIJEN WAS OM MEER MENSEN AAN HET WERK TE KRIJGEN. HOE GAAT DAT TOT NU TOE? ‘De eerste geluiden zijn erg positief. Universiteit
Twente controleert zoals gezegd alle gegevens en tot
dusver komt uit de gegevens naar voren dat 36 pro-
cent meer uitstroomt naar een reguliere baan dan in
de reguliere groep. En als je het afzet tegen de refe-
rentiegroep, dan gaat het zelfs om 50 procent meer.
Erg goede resultaten dus.’
HOE DRAAGT HET INZETTEN VAN DIGITALE MIDDELEN HIERAAN BIJ? ‘De software voor de werkcoaches ontlast de werk-
coaches. In plaats van het vullen van systemen, kun-
nen ze nu gewoon het werk doen waarvoor ze
aangenomen zijn, namelijk: mensen begeleiden naar
werk. Daarbij is er nog
de software voor de
werkzoekende. Dat gaat
om website waar de
werknemer een eigen
profi el heeft en steeds
informatie te zien krijgt
die echt toegesneden is
op het gedrag van de
werkzoekende zelf. Zo
ontvangen de werkzoe-
kenden allerlei digitale
prikkels die ze stimu-
leren om aan het werk
te gaan: van persoonlijke boodschappen tot work-
shops en events. Het succes van de digitale middelen
is dat de werkzoekenden meer focus krijgen in hun
zoekgedrag. Ze gaan veel gerichter op zoek naar
banen die echt bij ze passen. Een andere belangrijke
succesfactor is natuurlijk het geven van aandacht. De
werkcoach heeft meer tijd heeft om aandacht te
geven aan de deelnemer: tijd voor intermenselijk
contact. Met deze pilot tonen we wetenschappelijk
aan dat aandacht geven écht werkt.’
WORDT DIT CONCEPT DE KOMENDE TIJD DOORGEZET? ‘De gemeente wil het aantal deelnemers nu vergroten
naar 500 mensen. Het is de bedoeling dat de groep
steeds aangevuld wordt. Dus zodra er mensen uit-
stromen naar een reguliere baan, komen er nieuwe
werkzoekenden en meer werkcoaches bij, om zo nog
meer werkzoekenden aan regulier werk te helpen. De
pilot zelf wordt dus gewoon gecontinueerd en wij bij
Tjellens Loopbaan Professionals zijn nu aan het kij-
ken of we het concept van de software verder kunnen
uitrollen naar andere gemeentes.’ (AM) �
‘We willen meer werkzoekenden met een
bijstandsuitkering zelfvoorzienend laten zijn en naar
vermogen aan het werk laten gaan.’
POLITICI, BELANGENBEHARTIGERS EN ONDERNEMERS GOOIEN REGELMATIG BALLETJES OP. EÉN JAAR NA DATO BELT P&OACTUEEL OM
TE CHECKEN WAT ER VAN HUN UITSPRAKEN IS TERECHTGEKOMEN.
Uitspraak
GEDAAN DOOR Gemeente Enschede � WANNEER: mei 2015 �BRON: Bob van den Berg, Owner/Managing Director bij Tjellens
Loopbaan Professionals
© P
ixabay
FINAL CHECK
HR strategisch masterclassDe HR professional van morgen
4 oktober 2016, Jaarbeurs Utrecht
Ga voor meer informatie en inschrijven naar:
www.penocongressen.nl/strategischMC
#Strategisch
HannekeMoonenStrategischePersoneelsplanning
joelAertsLeiderschaps-ontwikkeling
BenKuikenNieuworganiseren
KilianWawoePrestatievermogen
Zoom in op dé uitdagingen van het HR vakOm te veranderen en nieuwe kennis toe te passen op jouw eigen organisatie, jouw vakgebied en jouw rol binnen
HR moet je je als HR professional verdiepen in specifieke onderwerpen. Tijdens de HR Strategisch Masterclass ga
je de hele dag intensief aan de slag met één van de vier hot topics in het strategische HR landschap.
In één dag krijg je antwoorden op vragen als:• Wat is de rol van HR in de hedendaagse realiteit om morgen nog te bestaan?
• Hoe zorg je ervoor dat je een gezonde bedrijfsvoering hebt?
• Hoe worden organisaties duurzaam geoptimaliseerd?
• Hoe krijg je meer grip op de kwaliteit en dynamiek van jouw afdeling in het licht van de toekomst?
• Welke leidinggevende kwaliteiten heb je als HR professional nodig en welke kwaliteiten geef je aan jouw
managers mee?
Op welk vlak wil jij je écht verdiepen? Leer er alles over van één van de vier experts:
www.karmac.nl/lunchPascallaan 72, 8218 NJ Lelystad, T 0320 - 28 69 59, [email protected]
Het digitaliseren van personeelsdossiersEen kijkje in de keuken!
Papieren personeelsdossiers vormen voor veel
HR-managers nog altijd een fl ink pijnpunt.
Met uiteenlopende wet- en regelgeving en
bovendien veel informatie op papier kan
het bijzonder lastig zijn om een effectief en
consistent beheer uit te voeren.
Dat kan gelukkig ook anders: Karmac
helpt u graag op weg bij het maken van de
eerste (of volgende) stap naar een volledig
digitale organisatie. Bezoek een van onze
gratis lunch & learn bijeenkomsten op onze
Document Campus in Lelystad en neem geheel
vrijblijvend een kijkje in onze keuken.
Karmac is gespecialiseerd in het digitaliseren
van personeelsdossiers. Wij werken
software-onafhankelijk en beschikken over
(gecertifi ceerde) koppelingen met vrijwel
ieder softwarepakket. Veel organisaties zijn
u al voorgegaan, enkele voorbeelden zijn:
RTL Nederland, KPN Telecom, Unica Groep,
Hogeschool Utrecht en EMS Card Services.
Scanpartner van AFAS en Raet
Geregistreerd bij de Autoriteit Persoonsgegevens
Schrijf u nu in voor een van de GRATIS lunch bijeenkomsten op onze
Document Campus: www.karmac.nl/lunch
lunch & learndigitaliseren personeelsdossiers
karmacSpecialist in informatielogistiekDigitalisering Opslag Outsourcing