122
Milieuverklaring 2016 (gegevens 2015) Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening www.rva.be Hoofdbestuur – Keizerslaan 7, Brussel Werkloosheidsbureau van Brugge Werkloosheidsbureau van Charleroi Werkloosheidsbureau van Gent Werkloosheidsbureau van Antwerpen Werkloosheidsbureau van Kortrijk Werkloosheidsbureau van La Louvière Werkloosheidsbureau van Bergen Werkloosheidsbureau van Oostende Werkloosheidsbureau van Doornik Werkloosheidsbureau van Turnhout Werkloosheidsbureau van Vilvoorde BE-BXL-000029

Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

Milieuverklaring 2016(gegevens 2015)

Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningwww.rva.be

Hoofdbestuur – Keizerslaan 7, Brussel

Werkloosheidsbureau van BruggeWerkloosheidsbureau van Charleroi

Werkloosheidsbureau van GentWerkloosheidsbureau van Antwerpen

Werkloosheidsbureau van KortrijkWerkloosheidsbureau van La Louvière

Werkloosheidsbureau van BergenWerkloosheidsbureau van Oostende

Werkloosheidsbureau van DoornikWerkloosheidsbureau van TurnhoutWerkloosheidsbureau van Vilvoorde

BE-BXL-000029

Page 2: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)
Page 3: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

3

INHOUDSTAFEL

Voorwoord .........................................................................................................................................................................................5

1. Voorstelling van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening .........................................................7

2. Milieubeleid van 22 mei 2014 ......................................................................................................................... 15

3. Voorstelling van het EMAS-milieubeheersysteem bij de RVA..................................................... 17

3.1 Wat is EMAS? .................................................................................................................................................................. 173.2 Structuur van het milieubeheersysteem bij de RVA ............................................................................ 173.3 De milieuanalyse, de doelstellingen en het milieuprogramma ..................................................... 193.4 Evaluaties en nieuwe programma's ................................................................................................................. 193.5 Toepassingsgebied van het MBS bij de RVA .............................................................................................. 20

4. Milieuaspecten en de milieudoelstellingen ......................................................................................... 22

4.1 Hoofdbestuur .................................................................................................................................................................. 224.2 Werkloosheidsbureau van Brugge .................................................................................................................. 234.3 Werkloosheidsbureau van Charleroi................................................................................................................ 234.4 Werkloosheidsbureau van Gent ........................................................................................................................ 244.5 Werkloosheidsbureau van Antwerpen ........................................................................................................... 244.6 Werkloosheidsbureau van Kortrijk ................................................................................................................... 254.7 Werkloosheidsbureau van La Louvière ......................................................................................................... 254.8 Werkloosheidsbureau van Bergen ................................................................................................................... 264.9 Werkloosheidsbureau van Oostende ............................................................................................................. 264.10 Werkloosheidsbureau van Doornik ................................................................................................................. 264.11 Werkloosheidsbureau van Turnhout .............................................................................................................. 274.12 Werkloosheidsbureau van Vilvoorde ............................................................................................................... 27

5. Milieuresultaten en indicatoren ...................................................................................................................... 28

5.1 Elektriciteit ....................................................................................................................................................................... 295.2 Brandstoffen voor verwarming: stookolie en aardgas ....................................................................... 425.3 Water .................................................................................................................................................................................... 565.4 Papier ................................................................................................................................................................................... 695.5 Afval ...................................................................................................................................................................................... 855.6 Mobiliteit ........................................................................................................................................................................... 935.7 Biodiversiteit ................................................................................................................................................................... 955.9 Emissies ............................................................................................................................................................................... 96

Page 4: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

4

6. Communicatie en sensibilisering ..................................................................................................................116

7. Verwijzingen naar de wettelijke vereisten die van toepassing zijn inzake het milieu ......................................................................................................119

8. Verklaring van de milieuverifi cateur over de verifi catie- en valideringswerkzaamheden ...............................................................................................................................120

9. Glossarium ...........................................................................................................................................................................121

Page 5: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

5

Voorwoord

De directie en het personeel van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) zijn, zich bewust zijnde van het belang van een milieubeheer van hun activiteiten, concreet acties gaan ondernemen inzake hun impact op het milieu. Onze instelling zit immers in een proces waarbij een milieu-beheersysteem (MBS) wordt ingevoerd volgens de Europese EMAS-verordening in verschillende vestigingen van de organisatie. Dat systeem, dat gebaseerd is op een aanpak van continue verbetering, heeft tot doel onze milieuprestaties te verbeteren en onze impact op het milieu te verminderen. Het ingevoerde systeem en de behaalde milieuresultaten maken het voorwerp uit van deze verklaring.

Deze verklaring wordt jaarlijks bijgewerkt. De publicatie van de volgende versie is voorzien voor juni 2017.

Page 6: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)
Page 7: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

7

1. Voorstelling van de Rijksdienst voor ArbeidsvoorzieningDe Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening is een openbare insteling van sociale zekerheid die het stelsel van de werkloosheidsverzekering en bepaalde tewerkstellingsmaatregelen toepast.De RVA is actief op 6 grote domeinen:• preventie• vergoeding• (her)inschakeling• verzoening van het privéleven met het beroepsleven• informatie• controle.

De RVA werkt op al die zes domeinen nauw samen met de politieke beleidsverantwoordelijken en in het bijzonder met zijn voogdijminister, de minister van Werk. Hij neemt actief deel aan de voorbereiding en de evaluatie van de reglementeringen waarvoor hij bevoegd is.

In de visie beschrijft de RVA waar hij naartoe wil tegen 2020:

"Samen voor een activerende sociale bescherming".

De RVA wil:• sociale bescherming bieden bij transities op de arbeidsmarkt• een partner zijn binnen een actief en inclusief werkgelegenheidsbeleid;• een referentiepunt zijn inzake goed beheer en klantgerichtheid.

De waarden geven aan welke principes en ideeën het intern gedrag van de medewerkers en de relaties van de RVA met de buitenwereld bepalen.

De RVA staat voor:• verantwoordelijkheid• dynamiek• teamspirit• klantgerichtheid• billijkheid• transparantie.

De administrateur-generaal, bijgestaan door de adjunct-administrateur-generaal, is bevoegd voor de dagelijkse leiding van de RVA. De uitvoering van de opdrachten gebeurt op het Hoofd-bestuur en in zijn 30 bureaus.

Hoofdbestuur (HB) Het heeft een tweevoudige taak: meehelpen aan de uitvoering van bepaalde RVA-opdrachten (bijvoorbeeld: de betaling van onderbrekingsuitkeringen) en zorgen voor administratieve, logistieke en reglementaire ondersteuning van de werkloosheidsbureaus. Het hoofdbestuur zorgt concreet voor: reglementaire onderrichtingen, organisatie van opleidingen, personeels-zaken en -administratie, informaticaondersteuning, het structureren van interne en externe communicatie, beheer en onderhoud van gebouwen en materiaal, de studie van ontwikkelingen in de activiteitsdomeinen, de boekhouding en de budgettering …

Page 8: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

8

Organigram

Taaldienst

Werkprocessen

ICT

Werkloosheids-reglementering en Geschillen

Reglementeringtijdskrediet en buurtdiensten

Financiële diensten

Statistieken, Begroting en

Studies

HRM

Organisatie: Ontwikkeling en

Ondersteuning

NOC

Interne en externe

Communicatie

Kennis-management

FSOAdviseur-generaalErik VAN THIENEN

SupportDirecteur-generaal

Guy CLAESSENS

Reglementeringen en Geschillen

Directeur-generaalChris SEBRECHTS

Financiën -Statistieken en Studies

Directeur-generaalHugo BOONAERT

Personeel - Organisatie -

CommunicatieDirecteur-generaalPatrick BORIBON

IDPBVeiligheids-en

welzijnsdeskundige

Juridische dienst

Informatieveiligheid

Algemene directieSecretariaat

Algemene directie

Interne controle en procesbeheer

Interne Audit

Centrale controledienst

Werken en Materieel

Georges CARLENSAdministrateur-generaal

Claudette DE KONINCKAdjunct Administrateur-

generaal

Page 9: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

9

RVA-bureausVanaf 2015 worden de 30 RVA-bureaus geleidelijk gegroepeerd in 16 entiteiten

16 entiteitenCentraliserende bureaus Niet-centraliserende bureaus

Brussel

Brugge Oostende

Kortrijk Roeselare, Ieper

Gent Oudenaarde, Aalst, Dendermonde, Sint-Niklaas

Antwerpen Boom, Mechelen

Turnhout

Leuven Vilvoorde

Hasselt Tongeren

La Louvière

Charleroi

Bergen Doornik, Moeskroen

Nijvel

Namen

Aarlen

Luik Hoei

Verviers

In elke entiteit, die uit meerdere bureaus bestaat, werd een hoofdbureau aangeduid. Er worden activiteiten uitgeoefend inzake het behandelen van dossiers (backoffi ce) en inzake het onthaal van het publiek (frontoffi ce). Hun taken zijn de volgende: • het recht op werkloosheidsuitkeringen toekennen en het bedrag ervan bepalen;• de uitkeringen die werden betaald door de uitbetalingsinstellingen verifi ëren;• het recht op loopbaanonderbreking/tijdskrediet toekennen en toestemming geven voor de

betaling van de uitkeringen;• de inschakelingsmaatregelen om de werklozen te helpen om vlugger werk te vinden organi-

seren en promoten;• het systeem van werkloosheid behouden door preventief tussen te komen en door oneigenlijk

gebruik, bedrog en al dan niet georganiseerde fraude te bestrijden;• de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de werkloosheidsverzekering toepassen (in

geval van inbreuk: sancties toepassen);• de werkloosheidsattesten afl everen;• samen met de uitbetalingsinstellingen informatie geven aan de werknemers en aan de werkgevers.

In de andere 14 bureaus, zal de backoffi ce geleidelijk worden afgebouwd en zal het accent wor-den gelegd op de frontoffi ce (onthaal en informeren van het publiek).

In deze milieuverklaring wordt nog de term werkloosheidsbureau (WB) gebruikt voor alle bu-reaus. Vanaf 2016 slaat deze term op de entiteit.

Page 10: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

10

Entiteitsdirecteur

Toelaatbaarheid Verifi catieLoopbaan-

onderbreking/Tijdskrediet

Vergoed-baarheid

Controle SupportFrontoffi ce

(Onthaal - Info)

Mechelen

Turnhout

Tongeren

Tongeren

Gent

Oostende

Hasselt

AntwerpenSint-

Niklaas

Oudenaarde

Roeselare

Dendermonde

Kortrijk

Vilvoorde

Boom

Ieper

Namen

MoeskroenMoeskroen

Doornik

Charleroi

Luik

Bergen

HoeiVerviers

Aarlen

Leuven

La Louvière

Brussel

Nijvel

Aalst

Brugge

Merk op dat vanaf 1 januari 2016, in het kader van de reorganisatie van de RVA, de diensten van de verschillende bureaus gegroepeerd zullen zijn in 7 processen (Toelaatbaarheid, Vergoedbaar-heid, Verifi catie, Controle, Loopbaanonderbreking/Tijdskrediet en Frontoffi ce). Al wat met EMAS en met het milieu te maken heeft, zal behoren tot het proces Support.

Page 11: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

11

Doelstelling EMAS-registratie

Het personeelsbestand van de RVA bestaat uit ongeveer 3 742 budgettaire eenheden, zijnde een daling van 7% ten opzichte van 2014.

De directie en het personeel van de RVA, zich bewust van het belang van het milieubeheer van hun activiteiten, ondernemen concrete acties om hun impact op het milieu te verminderen.

Op 12 december 2011 heeft de RVA zijn milieubeleid aangenomen. Door de implementatie van een milieubeheersysteem (MBS) volgens de Europese EMAS-verordening, heeft de Rijksdienst zijn milieuprestaties al verbeterd en, op het hoofdbestuur, zijn impact al verminderd.

In mei 2013 heeft de milieuverifi cateur het MBS van de RVA goedgekeurd en zijn milieuverklaring 2013 voor het gebouw van het hoofdbestuur gevalideerd. Sinds 6 mei is de RVA geregistreerd op de Europese lijst van het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS).

In juni 2013 werd het milieubeleid gewijzigd gelet op de toepassing van het milieubeheersysteem in de bureaus van Brugge, Charleroi en Gent. In maart 2014 heeft de milieuverifi cateur het MBS van de Rijksdienst goedgekeurd en zijn milieuverklaring 2014 gevalideerd voor het gebouw van het hoofdbestuur en de bureaus van Charleroi, Brugge en Gent.

In 2014 wordt het MBS ingevoerd in 8 bijkomende bureaus: Antwerpen, Kortrijk, La Louvière, Bergen, Oostende, Doornik, Turnhout en Vilvoorde. In de lente van 2015 heeft de milieuverifi cateur het MBS van de Rijksdienst goedgekeurd en zijn milieuverklaring 2015 gevalideerd. De 12 betrokken gebouwen zijn voortaan EMAS-gecertifi ceerd als gevolg van die externe audit.

Algemene gegevens Naam Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)

Vorm Openbare Instelling Sociale Zekerheid

Adres Keizerslaan 7, 1000 Brussel

Telefoon 02 515 41 11

E-mail [email protected]

Website www.rva.be

Page 12: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

12

Werkloosheidsbureau Charleroi

Adres:Rue du Pont Neuf 7,

6000 Charleroi

Aantal VTE:197

Totale oppervlakte gebouw:6 519 m²

Contactpersoon EMAS:Michel Ureel,

[email protected]

[email protected]

WerkloosheidsbureauGentAdres:

Jan Samijnstraat 1, 9050 Gent

Aantal VTE:138

Totale oppervlakte gebouw:5 185 m²

Contactpersoon EMAS:Dirk Opsomer,

[email protected]

[email protected]

Gegevens per gebouw

Hoofdbestuur

Adres:Keizerslaan 7, 1000 Brussel

Aantal VTE:559

Totale oppervlakte gebouw:21 522 m²

Contactpersoon EMAS:Timothy De Clerck, EMAS-coördinater

[email protected] [email protected]

Werkloosheidsbureau BruggeAdres:

Emmanuel De Neckerestraat 5,8000 Brugge

Aantal VTE:66,4

Totale oppervlakte gebouw:2 418 m²

Contactpersoon EMAS:Johan Vandevyvere,

[email protected]

[email protected]

Page 13: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

13

Werkloosheidsbureau van La Louvière

Adres: Rue Gustave Boël 19,

7100 La Louvière

Aantal VTE: 103

Totale oppervlakte gebouw: 3 480 m²

Contactpersoon EMAS:Olivier Herpoel,

[email protected]

[email protected]

Werkloosheidsbureau van Bergen

Adres: Place des Archers 8,

7000 Mons

Aantal VTE: 99,1

Totale oppervlakte gebouw: 2 774 m²

Contactpersoon EMAS:Alain Mayaux,

[email protected]

[email protected]

Werkloosheidsbureau van Antwerpen

Adres: Lentestraat 23,

2018 Antwerpen

Aantal VTE: 186

Totale oppervlakte gebouw: 3 435 m²

Contactpersoon EMAS:Geert Verjans,

directeur [email protected] [email protected]

Werkloosheidsbureauvan Kortrijk

Adres:Marksesteenweg 5,

8500 Kortrijk

Aantal VTE:61,5

Totale oppervlakte gebouw:2 557 m²

Contactpersoon EMAS:Martine Maertens,

[email protected]

[email protected]

Page 14: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

14

Werkloosheidsbureau van Turnhout

Adres: Spoorwegstraat 24,

2300 Turnhout

Aantal VTE: 103

Totale oppervlakte gebouw: 3 150 m²

Contactpersoon EMAS:Tinne Gommers,

[email protected]

[email protected]

Werkloosheidsbureau van Vilvoorde

Adres: Leopoldstraat 25A,

1800 Vilvoorde

Aantal VTE: 86,6

Totale oppervlakte gebouw: 2 041 m²

Contactpersoon EMAS:Ludo Simon,

adjunct van de [email protected]@rva.be

Werkloosheidsbureau van Oostende

Adres: Kaaistraat 18,

8400 Oostende

Aantal VTE: 61,3

Totale oppervlakte gebouw: 3 801 m²

Contactpersoon EMAS:Hendrik Willaert,

adjunct van de directeur [email protected]

[email protected]

Werkloosheidsbureau van Doornik

Adres:Rue du Crampon 14,

7500 Tournai

Aantal VTE:75,2

Totale oppervlakte gebouw:3 521 m²

Contactpersoon EMAS:Alain Mayaux,

[email protected]

[email protected]

Page 15: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

15

2. Milieubeleid van 22 mei 2014De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) is een openbare instelling van sociale zekerheid die door de overheid werd opgericht om de werkloosheidsverzekering in België te organiseren. Het Hoofdbestuur van de RVA is belast met administratieve, regelgevende en logistieke taken. De basisopdrachten van de RVA worden uitgeoefend in 30 Werkloosheidsbureaus (WB’s) verdeeld over het Belgisch grondgebied.

De visie van de Rijksdienst houdt de wil in om een referentiepunt inzake goed beheer te zijn. Duurzame ontwikkeling en maatschappelijke verantwoordelijkheid maken daar deel van uit.

In 2012 heeft de RVA een milieubeheersysteem (MBS) volgens de vereisten van de EMAS-veror-dening (Eco-Management and Audit Scheme1) in het gebouw van het Hoofdbestuur ingevoerd. De Rijksdienst is overgegaan tot het invoeren van dat milieubeheersysteem in de werkloosheids-bureaus. In eerste instantie, in 2013, heeft hij het toepassingsgebied van EMAS uitgebreid tot de WB’s van Brugge, Charleroi en Gent. In 2014 wordt het MBS ingevoerd in 8 bijkomende WB’s: Antwerpen, Kortrijk, La Louvière, Bergen, Oostende, Doornik, Turnhout en Vilvoorde.

Door dat MBS in te voeren, verbindt de RVA zich ertoe zijn milieuprestaties voortdurend te verbeteren en vervuiling te voorkomen. Zo wil de RVA niet alleen de milieuwetgeving respecteren maar ook verder gaan dan de wettelijke vereisten via, onder andere, actieprogramma’s die tegemoet komen aan de prioriteiten die de initiële milieuanalyses van de sites naar voor hebben gebracht.

Die actieprogramma’s omvatten verschillende milieudoelstellingen specifi ek aan elke site op het gebied van:• elektriciteitsverbruik;• aardgas- en stookolieverbruik;• waterverbruik;• papierverbruik;• afvalbeheer;• de invoering van ecologische criteria voor de aankopen;• mobiliteit;• het voorkomen van bodemverontreiniging.

Voor de uitvoering van de actieprogramma’s wordt de medewerking van het personeel gevraagd bij elke stap van de verwezenlijking van de doelstellingen door middel van bewustmakingsacties maar ook door de responsabilisering van elke medewerker. Ieder personeelslid kan bijdragen tot de voortdurende verbetering van het milieubeheer door zijn ideeën daarover mee te delen.

De directie van de Rijksdienst heeft een EMAS-coördinator aangesteld om het MBS te organiseren.

1 Europees schema voor milieumanagement en -audit

Page 16: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

16

De RVA communiceert open en actief over zijn milieubeleid.

Door dit project voort te zetten bevestigt de RVA zijn verantwoordelijkheid tegenover het milieu. Het beleid en de actieprogramma’s zullen regelmatig worden geëvalueerd en herzien.

Aangenomen op 22 mei 2014.

De administrateur-generaal

Georges Carlens

Page 17: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

17

3. Voorstelling van het EMAS-milieubeheersysteem bij de RVA

3.1 Wat is EMAS?EMAS (afkorting van Eco-Management and Audit scheme) is een Europese beheerstool die het mogelijk maakt voor organisaties die een milieubeheersysteem (MBS) invoeren, om zich te laten registreren op de Europese lijst van het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem.

Daartoe wordt de verordening EC 1221/2009 van het Europees parlement (EMAS III) en van de Raad van 25 november 2009 toegepast.

Door dat beheersysteem in te voeren, verbindt de RVA zich ertoe zijn milieuprestaties voortdurend te verbeteren en vervuiling te voorkomen. Die voortdurende verbetering is gebaseerd op het wiel van Deming (Plan, Do, Check, Act).

3.2 Structuur van het milieubeheersysteem bij de RVADoor haar milieubeleid drukt de directie van de RVA op het hoogste niveau formeel de wens uit van de organisatie betreffende haar milieubeheer, met inbegrip van het naleven van alle wette-lijke vereisten die van toepassing zijn inzake milieu, alsook het engagement voor een constante verbetering van haar milieuprestaties. Dat beleid vormt een actiekader en voorziet het opstellen van milieudoelstellingen en -streefdoelen.

Er werd op het HB een cel ECO opgericht, onder leiding van de EMAS-coördinator, om het milieubeheersysteem in te voeren en te behouden. De cel waakt over de toepassing van de procedures, ze analyseert en controleert permanent de milieuprestaties. Ze werkt mee aan de sensibilisering en de opleiding van de RVA-medewerkers inzake milieu.

Binnen de directies van het HB, zijn de ECO-correspondenten de contactpersonen tussen de directie en de EMAS-coördinator. Ze werken samen met de cel ECO en zorgen binnen de direc-tie voor de coördinatie van de acties die kaderen in het milieubeheer en het verkrijgen van de EMAS-registratie.

Er is binnen elk werkloosheidsbureau een werkgroep EMAS actief; die werkgroep speelt een rol bij de milieuanalyse, bij het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van het milieuprogramma, alsook bij de implementatie van de procedures. De ECO-correspondent van het WB is de tussen-persoon tussen het bureau en de EMAS-coördinator. Hij zorgt voor de coördinatie van de acties die kaderen in het milieubeheer en het verkrijgen van de EMAS-registratie. Hij is het infopunt voor de medewerkers van zijn WB en voor de cel ECO inzake milieubeheer.

Er wordt een milieuhandleiding opgesteld en bijgewerkt door de EMAS-coördinator. Het illus-treert hoe de RVA zijn beheersysteem implementeert om zijn milieubeleid toe te passen en zijn milieudoelstellingen en -streefdoelen te bereiken.

Het is ook een tool van interne en externe communicatie over de organisatie van de RVA op het vlak van het milieu.

17 procedures die specifi ceren hoe een activiteit of een proces moet worden uitgevoerd, werden opgesteld en geïmplementeerd. Ze vertalen de vereisten van de EMAS-verordening. Enkele ervan zijn specifi ek voor het hoofdbestuur.

Page 18: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

18

Het betreft:• de procedure inzake documentenbeheer;• de procedure voor het opstellen van het register van de directe en indirecte aspecten;• de procedure voor het opstellen van het register van signifi cante en beheersbare milieu-

aspecten verbonden aan de opdrachten (HB);• de procedure betreffende het naleven van de wetgeving;• de procedure van beheer van afwijkingen, corrigerende en preventieve maatregelen;• de procedure van de interne audits;• de procedure voor managementtoetsing en bepaling van de doelstellingen en van het mili-

euprogramma;• de procedure voor het beheer van de registers;• de procedure voor het beheer van de opleidingen;• de procedure voor interne communicatie inzake het milieu;• de procedure voor externe communicatie inzake het milieu;• de procedure voor afvalbeheer;• de procedure voor de aankoop en het beheer van gevaarlijke producten (HB, en voor de

WB's: enkel het beheer);• de procedure inzake preventie en reactie ten aanzien van milieuongevallen;• de procedure voor de aankopen (HB);• de procedure voor het onderhoud en de controle van de technische installaties; • de procedure voor het monitoring en meting van de milieuprestaties.

Registers gelinkt aan verschillende procedures bevatten belangrijke indicaties voor de opvolging van het beheersysteem zoals de geldende milieuwetgeving, de vastgelegde doelstellingen en de geplande acties, de vastgestelde afwijkingen en de verbeteringsacties die werden ingevoerd.

Andere registers maken het ook mogelijk om regelmatig de evolutie op te volgen van de mili-euprestaties.

Page 19: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

19

3.3 De milieuanalyse, de doelstellingen en het milieuprogrammaDe milieuanalyse bestaat erin een voorafgaandelijke gedetailleerde beschrijving op te maken van de activiteiten van de vestiging, met als einddoel het oplijsten van de activiteiten die een aanzienlijke impact hebben op het milieu. De activiteiten met de grootste impact, die wordt geïdentifi ceerd aan de hand van quoteringen, zijn die activiteiten waarvoor verbeteringsdoel-stellingen zullen worden uitgewerkt.

Op basis van het milieubeleid en van de resultaten van de milieuanalyse stelt de Rijksdienst "milieudoelstellingen" op in de vorm van acties die worden vertaald in een milieuprogramma. Die doelstellingen houden meestal de vermindering in van de impact van de meest signifi cante activiteiten, die aan het licht gekomen zijn bij de milieuanalyse.

Bij de RVA werd een milieuanalyse gemaakt voor elke betrokken site om de belangrijke milieu-aspecten te bepalen per gebouw.

De belangrijke milieuaspecten zijn voor de RVA vergelijkbaar met die voor de meeste andere openbare besturen: elektriciteitsverbruik, energieverbruik voor de verwarming, waterverbruik, verbruik van papier, afvalbeheer, gebruik van gevaarlijke producten voor het onderhoud van de gebouwen, voor de afwas en voor de drukkerij van het HB, enz.

In elk werkloosheidsbureau werden doelstellingen bepaald op basis van de milieuanalyse. De vaakst voorkomende doelstellingen betreffen het elektriciteitsverbruik, het gas- en papierver-bruik en het afvalbeheer. Ze worden in elk WB vertaald in een milieuprogramma, waarin de acties, verantwoordelijkheden en termijnen worden bepaald.

3.4 Evaluaties en nieuwe programma'sBij EMAS is het ook belangrijk om over te gaan tot verifi caties en evaluaties om de evolutie te verifi ëren van de milieuprestaties.

De RVA heeft ervoor gekozen om jaarlijks over te gaan tot een interne audit van elk van de sites die betrokken zijn bij EMAS.

Op het HB en in elk werkloosheidsbureau worden de resultaten geanalyseerd tijdens de manage-menttoetsing. De managementtoetsing evalueert de effi ciëntie van het systeem en verifi eert of de milieudoelstellingen werden bereikt en of er nieuwe doelstellingen of streefdoelen moeten worden geformuleerd. De mogelijkheden tot verbetering alsook de eventuele wijzigingen die aan het MBS moeten worden aangebracht, worden ook geanalyseerd.

De RVA stelt dan zijn milieuverklaring op, bedoeld om het publiek te informeren over het be-staan van een milieubeheersysteem conform EMAS en ook om het hem mogelijk te maken de evolutie op te volgen van zijn milieuprestaties. Elk jaar wordt een geactualiseerde versie gepubliceerd, die pas verspreid mag worden na verifi catie en validatie door een erkende instelling.

Page 20: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

20

3.5 Toepassingsgebied van het MBS bij de RVADe RVA heeft beslist zijn MBS in eerste instantie toe te passen op alle activiteiten en opdrachten die worden uitgevoerd in het gebouw van het Hoofdbestuur (gelegen Keizerslaan 7 te 1000 Brussel). Niet alle diensten van het HB zijn betrokken aangezien sommige diensten gehuisvest zijn op drie verdiepingen die gehuurd worden in een naburig gebouw “HOSPI”.

Die kunnen niettemin een invloed hebben op de milieuprestaties, met name op het vlak van afvalproductie en de enquête over de mobiliteit.

In 2013 heeft de RVA het toepassingsgebied van het MBS uitgebreid met de werkloosheidsbu-reaus van Brugge (Emmanuel de Neckerestraat 5, 8000 Brugge), Charleroi (Rue du Pont Neuf 7, 6000 Charleroi) en Gent (Jan Samijnstraat 1, 9050 Gentbrugge).

In 2014 werd het toepassingsgebied opnieuw uitgebreid. De betrokken werkloosheidsbureaus zijn die van Antwerpen (Lentestraat 23, 2018 Antwerpen), Kortrijk (Marksesteenweg 5, 8500 Kortrijk), La Louvière (Rue Gustave Boël 19, 7100 La Louvière), Bergen (Place des Archers 8, 7000 Mons), Oostende (Kaaistraat 18, 8400 Oostende), Doornik (Rue du Crampon 14, 7500 Tournai), Turnhout (Spoorwegstraat 24, 2300 Turnhout) en Vilvoorde (Leopoldstraat 25 A, 1800 Vilvoorde).

Het hoofdbestuur van de RVA is EMAS-geregistreerd sinds 6 mei 2013 onder het nummer BE-BXL-000029. De WB's van Brugge, Charleroi en Gent werden op 31 maart 2014 EMAS-geregistreerd, onder hetzelfde nummer, evenals de WB's van Antwerpen, Kortrijk, La Louvière, Bergen, Oostende, Doornik, Turnhout en Vilvoorde op 11 mei 2015.

Page 21: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

21

Structuur van het hoofdbestuur in 2015

Administrateur-generaalAdjunct-administrateur-generaal

Juridische Dienst

CentraleControledienst

Werken en Materieel

Consulentinformatieveiligheid

AlgemeneDirectie

Financiën,Statistieken en

Studies

Fonds SluitingOndernemingen

Financiëlediensten

StatistiekenBegroting en Studies

Reglemente-ringen enGeschillen

Werkloosheids-reglementeringen Geschillen

Reglementeringtijdskrediet en buurtdiensten

Support

Taaldienst

ICT

Werkprocessen

Deze diensten, gesitueerd in een ander gebouw, vallen niet onder het het toepassings-

gebied van het MBS.

Mess enKantine

Cel ECOCEMAS**

Personeel -Organisatie -Communicatie

HumanResources

Management

NationaalOpleidings-

centrum

Kennis-management

Interne en externe

communicatie

Organisatie:Ontwikkeling en Ondersteuning

* IDPB: Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk

** CEMAS: EMAS-coördinator

Interne Audit

Interne controle en procesbeheer

Interne controle en procesbeheer

IDPB**

Page 22: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

22

4. Milieuaspecten en milieudoelstellingenEen van de eerste stappen bij de invoering van een MBS is de analyse van alle activiteiten, produc-ten en diensten van de RVA die een impact kunnen hebben op het milieu. Die milieuanalyse leidt tot de defi nitie van milieudoelstellingen. Per milieudoelstelling wordt ten minste één streefdoel (betreffende het performantieniveau) opgesteld, dat jaarlijks wordt herzien. De streefdoelen staan beschreven in deel 5 van deze milieuverklaring.

4.1 HoofdbestuurHet Hoofdbestuur is gelegen in het centrum van Brussel. Het gebouw, dat eigendom is van de RVA, werd in gebruik genomen in 1960 en heeft een grondige renovatie ondergaan in de periode 2003-2009.

In het gebouw werken 644 personen, voornamelijk in administratieve functies. Een aantal administratieve diensten zijn gehuisvest in het gebouw gelegen in de Gasthuisstraat 31 (HOSPI-gebouw), waar de RVA een aantal verdiepingen huurt en waar nog eens ongeveer 215 medewerkers werken. Voor die diensten en voor de andere vestigingen van de RVA in België wor-den een aantal ondersteunende en logistieke activiteiten uitgevoerd op het Hoofdbestuur.

Het gebouw wordt verwarmd met drie stookketels die werken op stookolie in een cascaderegime. Een vierde stookketel produceert sanitair warm water.

Drie koelinstallaties zorgen voor de klimatisatie van de informaticazaal en op warme dagen ook voor koeling van de kantoorruimtes.

Om de gevolgen van een eventuele stroomonderbreking op te vangen, bevindt zich op de site een noodgenerator die werkt op stookolie.

Het gebouw herbergt ook een drukkerij waar werkloosheidsformulieren en informatieve publi-caties geproduceerd worden.

Het restaurant, dat ook openstaat voor medewerkers van organisaties die in de buurt gevestigd zijn, serveert gemiddeld 300 warme maaltijden per dag (ongeveer 45 "bezoekers").

Het Hoofdbestuur beschikt over 16 voertuigen (2 vrachtwagens, 5 bestelwagens, 2 minibusjes, en 7 personenwagens) voor het vervoer van goederen en personen. Het gebouw is gelegen op een boogscheut van het treinstation Brussel-centraal en beschikt over een ondergrondse parking voor 80 auto’s. Het grootste deel van de werknemers en de bezoekers komt met het openbaar vervoer.

Aan de hand van de oorspronkelijke milieuanalyse werden 150 aspecten geïdentifi ceerd. Via weging van verscheidene criteria werden 17 milieuaspecten geselecteerd als belangrijk. In het milieubeleid werd de vermindering van de impact van die belangrijke milieuaspecten vertaald naar 8 doelstellingen en daaraan gekoppelde streefdoelen. De doelstellingen hadden betrekking op volgende domeinen:• elektriciteit;• stookolie;• water;• papier;• afval;• mobiliteit;• groene aankopen;• bodemvervuiling.

Page 23: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

23

In 2015 werden twee doelstellingen die als bereikt werden beschouwd niet meer opgenomen in het milieuprogramma: groene aankopen en het voorkomen van bodemverontreiniging. De daarbij behorende milieuaspecten worden beheerd door procedures: de procedure voor aankopen en de procedures voor de aankoop en het beheer van gevaarlijke producten en voor het beheren van de voorbereiding op noodsituaties en ongevalrisico's.

4.2 Werkloosheidsbureau BruggeHet WB van Brugge is gelegen in de Emmanuel de Neckerestraat 5 te 8000 Brugge.

Het gebouw, dat eigendom is van de RVA, werd in de jaren 60 gebouwd. Voordat het WB er vanaf 2008 zijn intrek nam, werd het gebouw in 2007 grondig gerenoveerd.

Het WB stelde in 2015 ongeveer 72 fysieke medewerkers tewerk. Zoals voor alle WB’s zijn de acti-viteiten van administratieve aard en heeft een deel ervan betrekking op het onthaal van bezoekers.

Het gebouw wordt verwarmd met twee stookketels die werken op gas.

Een koelinstallatie zorgt voor de koeling van de lokalen op warme dagen in de zomer. Een tweede kleine installatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

Het regenwater wordt opgevangen en gebruikt voor het sanitair.

Het gebouw ligt op 30 minuten wandelafstand van het station “Brugge” en is gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Op het terrein bevindt zich een parking met 33 parkeer-plaatsen waarvan 1 voor mindervaliden. Het WB stelt voor de medewerkers ook een fi etsenstalling ter beschikking met plaats voor 40 fi etsen.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 62 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 10 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden drie doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik;• vermindering van het papierverbruik.

4.3 Werkloosheidsbureau van CharleroiHet WB van Charleroi is gelegen in Rue du Pont Neuf 7, 6000 Charleroi.

Het gebouw, dat eigendom is van de RVA, werd in 2009 gerenoveerd.

In het gebouw werkten in 2015 ongeveer 223 fysieke medewerkers.

Het gebouw wordt verwarmd met twee stookketels die werken op gas. Het sanitair water wordt via elektriciteit verwarmd.

Een koelinstallatie zorgt voor de koeling van de lokalen op warme dagen in de zomer. Een tweede kleine installatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

In het restaurant dat voor de medewerkers toegankelijk is, worden een dertigtal warme maaltijden per dag bereid.

Het gebouw ligt op 10 minuten wandelafstand van het station ‘Charleroi-Zuid’ en is gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Op de parking onder het gebouw kunnen 7 voertuigen staan.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 50 aspecten naar voren gebracht waarvan er 13 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke aspecten te doen afnemen, werden ze in vijf doelstellingen vertaald waarvoor acties werden gepland.

Page 24: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

24

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik;• vermindering van het papierverbruik;• beter beheer van het afval;• behoud van de stock van gevaarlijke producten onder de drempels van aangifte.

4.4 Werkloosheidsbureau van GentHet WB van Gent is gelegen in de Jan Samijnstraat 1 te 9050 Gent. Het gebouw werd gebouwd in 2006-2007 en werd in gebruik genomen vanaf januari 2008. Er werken ongeveer 158 fysieke medewerkers.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas.

Een koelinstallatie zorgt voor de koeling van de lokalen op warme dagen in de zomer. Een tweede kleine installatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

Het regenwater wordt opgevangen en gebruikt voor het sanitair.

Het gebouw ligt op 5 minuten wandelafstand van het station 'Gentbrugge' en is gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Een ondergrondse parking telt 36 parkeerplaatsen en de bo-vengrondse parking 41 plus 1 voor mindervaliden. Het WB stelt ook specifi eke parkingfaciliteiten ter beschikking voor fi etsen, met plaats voor 30 fi etsen en 3 motor- of bromfi etsen.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 66 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 6 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden vier doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen hebben betrekking op:• het elektriciteitsverbruik;• het aardgasverbruik;• het papierverbruik;• het afvalbeheer.

4.5 Werkloosheidsbureau van AntwerpenHet WB van Antwerpen is gelegen in de Lentestraat 23 te 2018 Antwerpen. Het gebouw, dat eigendom is van de RVA, werd in 1985 gebouwd en in 2002 gerenoveerd. Er werken ongeveer 208 fysieke medewerkers.

Tot in september 2015 werd het gebouw verwarmd door twee verwarmingsketels met stookolie. De conciërgerie werd verwarmd met behulp van een minder krachtige verwarmingsketel op aardas.

Sinds oktober 2015 zijn de stookolieketels vervangen door 2 gasketels en werd de gasketel van de conciërgerie vervangen door een nieuwe. Het gebouw beschikt over drie koelinstallaties: voor de klimatisatie van het informaticalokaal, voor de conciërgerie en voor de bureaus van de dienst Terugvorderingen.

In het restaurant dat voor de medewerkers toegankelijk is, worden gemiddeld 47 warme maal-tijden per dag bereid.

Het werkloosheidsbureau bevindt zich op 10 minuten te voet van het station "Antwerpen-Centraal" en is gemakkelijk te bereiken met bus en tram. Het WB stelt 34 parkeerplaatsen ter beschikking voor zijn medewerkers. Het stelt ook 38 plaatsen ter beschikking voor fi etsen en 8 voor motor- of bromfi etsen.

Page 25: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

25

Aan de hand van de milieuanalyse werden 45 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 6 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden drie doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• een behoud van het genormaliseerde brandstofverbruik voor de verwarming (stookolie en

gas);• vermindering van het papierverbruik.

4.6 Werkloosheidsbureau KortrijkHet WB van Kortrijk is gelegen aan de Marksesteenweg 5 te 8500 Kortrijk. Het gebouw werd gebouwd in 2004 en stelt ongeveer 73 fysieke medewerkers tewerk.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas. Het beschikt over een kleine koelinstallatie voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

In het restaurant dat voor de medewerkers toegankelijk is, worden gemiddeld 35 warme maal-tijden per dag bereid.

Het werkloosheidsbureau bevindt zich op 10 minuten te voet van het station van Kortrijk en is gemakkelijk te bereiken met de bus. Het WB stelt in de vestigingseenheid 39 parkeerplaatsen ter beschikking van zijn personeelsleden. Het stelt ook een fi etsenstalling ter beschikking met plaats voor 15 fi etsen.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 44 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 8 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden drie doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik;• stabilisering van het papierverbruik.

4.7 Werkloosheidsbureau van La LouvièreHet WB van La Louvière is gelegen in de Rue Gustave Boël 19 te 7100 La Louvière. Het gebouw werd gebouwd in het begin van de jaren 90 en stelt ongeveer 121 fysieke medewerkers tewerk.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas. Een kleine koelinstallatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

Het gebouw bevindt zich op 5 minuten te voet van het station ‘La Louvière-centre’ en is bereikbaar met de bus. Er worden in de vestigingseenheid 36 parkeerplaatsen ter beschikking gesteld van de medewerkers.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 44 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 4 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden drie doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik;• stabilisering van het papierverbruik.

Page 26: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

26

4.8 Werkloosheidsbureau van BergenHet WB van Bergen is gelegen aan de Place des Archers 8 te 7000 Bergen. Het gebouw werd gebouwd op het einde van de jaren 80 en stelt ongeveer 113 fysieke medewerkers tewerk.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas. Een kleine koelinstallatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

Het WB is toegankelijk vanuit het station via verschillende bussen of te voet (reken op 15 mi-nuten te voet). Het WB stelt in de vestigingseenheid 20 parkeerplaatsen ter beschikking voor zijn medewerkers. Het stelt ook 5 plaatsen ter beschikking voor fi etsen en 5 voor motor- of bromfi etsen. Aan de hand van de milieuanalyse werden 41 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 6 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden vier doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• stabilisering van het elektriciteitsverbruik;• stabilisering van het gasverbruik;• vermindering van het papierverbruik;• vermindering van de hoeveelheid restafval.

4.9 Werkloosheidsbureau van OostendeHet WB van Oostende is gelegen in de Kaaistraat 18 te 8400 Oostende. Het gebouw werd gebouwd op het einde van de jaren 80 en stelt ongeveer 69 fysieke medewerkers tewerk.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas. Een kleine koelinstallatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

In het restaurant dat voor de medewerkers toegankelijk is, worden gemiddeld 38 warme maal-tijden per dag bereid.

Het WB ligt op 5 minuten wandelafstand van het station van Oostende. Het WB stelt in de vestigingseenheid 35 parkeerplaatsen ter beschikking voor zijn medewerkers. Het stelt ook een fi etsenstalling ter beschikking met plaats voor 25 fi etsen.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 44 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 4 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden twee doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik.

4.10 Werkloosheidsbureau van DoornikHet WB van Doornik is gelegen in de Rue du Crampon 14 te 7500 Doornik. Het gebouw, waarvan de RVA eigenaar is, werd gebouwd in het begin van de jaren 90 en stelt ongeveer 89 fysieke medewerkers tewerk.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas. Een kleine koelinstallatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

Page 27: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

27

Het WB bevindt zich op 10 minuten te voet van het station van Doornik. Het WB stelt 35 parkeer-plaatsen ter beschikking van zijn medewerkers in de vestigingseenheid of in een ruimte die door de werkgever wordt gehuurd in de nabijheid van de ingang. Het stelt ook 6 plaatsen ter beschikking voor fi etsen en 2 voor motor- of bromfi etsen.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 44 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 5 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden drie doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik;• vermindering van het papierverbruik.

4.11 Werkloosheidsbureau van TurnhoutHet WB van Turnhout is gelegen in de Spoorwegstraat 24 te 2300 Turnhout. Het gebouw werd gebouwd in 1995 en stelt 122 fysieke medewerkers tewerk.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas. Een kleine koelinstallatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

Het WB bevindt zich op 5 minuten te voet van het station en is gemakkelijk bereikbaar met de bus. Er worden 38 parkeerplaatsen ter beschikking gesteld van de medewerkers.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 41 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 4 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden twee doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik.

4.12 Werkloosheidsbureau VilvoordeHet WB van Vilvoorde is gelegen in de Leopoldstraat 25A te 1800 Vilvoorde. Het gebouw werd gebouwd in 1994 en stelt ongeveer 97 fysieke medewerkers tewerk.

Het gebouw wordt verwarmd met 2 stookketels die werken op gas. Een kleine koelinstallatie zorgt voor de klimatisatie van het informaticalokaal.

Het WB bevindt zich op 10 minuten te voet van het station en is gemakkelijk bereikbaar met de bus. Er worden 37 parkeerplaatsen ter beschikking gesteld van de medewerkers.

Aan de hand van de milieuanalyse werden 40 milieuaspecten naar voren gebracht waarvan er 5 als belangrijk worden beschouwd. Om de invloed op het milieu van die belangrijke milieuaspecten te doen afnemen, werden drie doelstellingen bepaald waarvoor acties werden gepland.

Die doelstellingen zijn:• vermindering van het elektriciteitsverbruik;• vermindering van het gasverbruik;• stabilisering van het papierverbruik.

Page 28: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

28

5. Milieuresultaten en indicatorenDe EMAS-verordening vraagt om de milieuprestaties te rapporteren in verband met een pro-ductiefactor. Voor de organisaties van de openbare administratie gaat het om het personeelsbe-stand en de oppervlakte van het gebouw.

Het personeelsbestand, uitgedrukt in voltijds equivalenten (VTE), wordt opgesteld door de directie HRM. De evolutie vindt u in de tabel hierna. Voor de vestiging van het hoofdbestuur wordt het personeelsbestand van het hoofdbestuur (HB) gebruikt voor alle indicatoren, behalve voor papierafval. Voor papierafval moet er ook rekening worden gehouden met de medewerkers die werken in het naburige gebouw (Hospi).

Voor de WB’s wordt het personeelsbestand van elk WB gebruikt.

2011 2012 2013 2014 2015

HB 599 598 596 576 559HB + Hospi 827 812 802 780 810WB Brugge 66,4 65,5 65,7 66,1 66,4WB Charleroi 200 198 198 198 197WB Gent 145 140 140 143 138

WB Antwerpen 193 187 190 185 186WB Kortrijk 71,8 71 70,8 67,0 61,5WB La Louvière 105 103,7 104 107 103WB Bergen 103 100,5 98,4 101 99,1WB Oostende 68,7 67 67,8 64,3 61,3WB Doornik 84 82 80,3 78,3 75,2WB Turnhout 110 107 105 101 103

WB Vilvoorde 89 88 89 87,3 86,6

Het hoofdbestuur krijgt gemiddeld een veertigtal bezoekers per dag. Het gaat voornamelijk om personen die ’s middags in het restaurant komen eten, (interne, van de WB’s afkomstige) personeelsleden die voor een opleiding komen en de partners van de RVA (zoals de uitbeta-lingsinstellingen). Die bezoekers kunnen een impact hebben op het verbruik (onder meer voor de maaltijden ’s middags), maar het is tamelijk moeilijk om die impact in cijfers uit te drukken.

De gebruikte oppervlakte van het gebouw van het HB werd berekend door een EPB-certifi cateur die erkend is door het Brussels Instituut voor Milieubeheer. Ze bedraagt 16 917 m².

De gebruikte oppervlakte van de gebouwen van WB Brugge, WB Gent, WB Antwerpen, WB Kortrijk, WB Oostende, WB Turnhout en WB Vilvoorde wordt berekend door een energie-expert type C bij het opstellen van het energieprestatiecertifi caat voor de openbare gebouwen. Voor WB Brugge is dat 2 418 m². Voor WB Gent is dat 3 403 m². Respectievelijk voor WB Antwerpen, 3 415 m², WB Kortrijk, 2 318 m², WB Oostende, 3 048 m², WB Turnhout, 3 059 m², WB Vilvoorde, 2 041 m².

De oppervlaktes van de WB’s Charleroi, La Louvière, Bergen en Doornik werden berekend door de dienst Gebouwen van de directie Werken en Materieel volgens de methode die wordt gebruikt voor de Vlaamse energieprestatiecertifi caten. Ze bedragen respectievelijk 4 896,5 m², 3 480 m², 2 774 m² en 2 706 m². Elke oppervlakte staat voor de som van de bruto-oppervlaktes van alle verwarmde ruimtes van het gebouw.

Page 29: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

29

5.1 ElektriciteitHoofdbestuur

In 2011 heeft het hoofdbestuur zich als doel gesteld om het jaarlijks elektriciteitsverbruik met 2% te verminderen in vergelijking met 2010, en dat vanaf 2012.

Eind 2011 is het actieprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties het uitzetten van de stroom tijdens de weekends, het verminderen van het geïnstalleerde verlichtingsvermogen, het verminderen van de diensturen van de verluchtingsinstallaties en de sensibilisering van het personeel. Op warme zomerdagen wordt eveneens de buitenzonwering preventief naar beneden gelaten, om opwarming van de lokalen te vermijden. Op die manier kan men het elektriciteits-verbruik, nodig voor de koeling, enigszins wat beperken. In 2013, 2014 en in 2015 werden die acties voortgezet. Bovendien werden in 2014 de binnenmuren geïsoleerd van een lokaal waar elektrische bijverwarming gebruikt werd. De directie ICT startte een project voor de virtualisatie van de processen in het datacenter. Daardoor werd het aantal benodigde servers sterk geredu-ceerd in de loop van 2014 en 2015.

De gegevens in deze verklaring zijn afkomstig uit de maandelijkse facturen van de leverancier.

Het globale verbruik van 2014 bedroeg 2 062 782 kWh, wat 13% minder is dan in 2010.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het totaalverbruik te verminderen met 8% in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site Hoofdbestuur in kilowattuur per voltijds equivalent

Het totaalverbruik van 2015 bedraagt 1 869 059 kWh, wat een daling vertegenwoordigt van 15% in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren. De doelstelling wordt dus ruimschoots behaald. In termen van VTE ligt het verbruik voor 2015 10,3% lager in vergelijking met het gemiddelde verbruik van de drie voorgaande jaren.

Het streefdoel voor 2016 is om het verbruik nog te doen dalen tot 1 800 000 kWh.

0

500

1 000

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

1 500

2 000

2 500

3 000

3 500

4 000

4 500

kWh/

VTE

2014 2015

Page 30: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

30

WB Brugge

In 2013 had WB Brugge als streefdoel om het globaal elektriciteitsverbruik met 2% per jaar te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2012.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisatie van het personeel, het installeren van timers op waterkoelers en een waterboiler, het verhogen van de insteltemperatuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het gebruik van de actieve venti-latie beperken tot het stookseizoen en de optimalisatie van de regeling van de buitenverlichting. Het globale elektriciteitsverbruik is zo gedaald van 99 402 kWh in 2012 tot 81 036 kWh in 2013, d.i. een vermindering met 18,5 %. Het verbruik in 2012 is aanzienlijk hoger dan in 2011. Bij de fase van de milieuanalyse en het opstellen van het milieuprogramma werden een aantal sluipver-bruiken vastgesteld en geremedieerd. Het verbruik is markant beginnen dalen vanaf mei 2013.

Gelet op de goede resultaten in 2013 werd een nieuwe doelstelling vastgelegd voor 2014, na-melijk een daling van het verbruik (in kWh/VTE) met 15% in vergelijking met het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013. De acties die in 2013 werden ondernomen, werden in 2014 en in 2015 voortgezet.

In 2015 was het streefdoel om het verbruik in kWh/VTE met 20% te doen dalen in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren.

We stellen voor 2015 een daling vast van het globale verbruik van 67 647 kWh in 2014 tot 59 751 kWh in 2015.

In termen van VTE daalde het verbruik voor 2015 (900 kWh/VTE) met 28,5% in vergelijking met het gemiddelde verbruik van de drie voorgaande jaren (1 258 kWh/VTE). Het streefdoel werd dus ruimschoots gehaald.

Voor 2016 is het streefdoel het behoud van het verbruik in kWh in vergelijking met 2015.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Brugge in kilowattuur per voltijds equivalent

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 31: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

31

WB Charleroi

In 2013 had WB Charleroi als streefdoel om het globaal elektriciteitsverbruik met 2% per jaar te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2012.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel, het installeren van timers op waterkoelers en op een apparaat voor insectenver-delging in de keuken en het verminderen van het aantal printers.

De acties die in 2013 werden ondernomen, werden in 2014 voortgezet. Er vond een belangrijke sensibiliseringscampagne plaats voor het personeel, met name tijdens de EMAS-week in september.

Het globale elektriciteitsverbruik is van 227 910 kWh in 2013 naar 213 394 kWh gegaan in 2014, d.i. een daling met 17,3% in vergelijking met het referentiejaar 2012.

Het streefdoel voor 2015 was om het verbruik met 10% te doen dalen in vergelijking met het referentiejaar 2012 en daarbij de acties van het milieuprogramma voortzetten.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Charleroi in kilowattuur per voltijds equivalent

Het globale elektriciteitsverbruik is van 213 394 kWh in 2014 naar 212 115 kWh gegaan in 2015, d.i. een daling met 17,8% in vergelijking met het referentiejaar 2012. De doelstelling wordt dus ruimschoots behaald.

Het verbruik per voltijds equivalent in 2015 (1 078 kWh/VTE) is 17,2% lager dan in 2012 (1 302 kWh/VTE).

De doelstelling die werd vastgelegd voor 2016 bestaat erin het totale elektriciteitsverbruik te verminderen tot maximum 200 000 kWh over het jaar.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 32: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

32

WB Gent

In 2013 had WB Gent als streefdoel om het elektriciteitsverbruik per voltijds equivalent met 2% per jaar te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2012.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel, het installeren van timers op de waterkoelers, het verhogen van de insteltempe-ratuur van de klimatisatie van het serverlokaal, de optimalisatie van de klimaatregeling en de verlichting van de ondergrondse parking.

Het verbruik in 2012 is hoger dan dat van 2011. Een groot deel van het verschil is in de zo-mermaanden waargenomen. Een intensiever gebruik van de airco zou daarin een rol hebben gespeeld. In 2013 is het verbruik markant lager vanaf juni. Het globale elektriciteitsverbruik was in 2013 met 254 584 kWh 8,1% lager dan in 2012. Het globale verbruik was in 2014 met 212 335 kWh 17% lager dan in 2013.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Gent in kilowattuur per voltijds equivalent

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het resultaat van 2014 op het vlak van globaal verbruik te evenaren of te overstijgen.

Het globale elektriciteitsverbruik ging van 212 335 kWh in 2014 naar 202 348 kWh in 2015, d.i. een daling met 4,7%. De doelstelling werd dus bereikt.

Het verbruik per voltijds equivalent bedroeg 1 484 kWh/VTE in 2014. Voor 2015 is het met 1 466 kWh/VTE 1,2% lager dan het verbruik in 2014.

Voor 2016 zal het de bedoeling zijn om het globale verbruik met 2% te doen dalen in vergelij-king met het referentiejaar 2015.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 33: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

33

WB Antwerpen

In 2014 had WB Antwerpen als streefdoel om het elektriciteitsverbruik (in kWh/VTE) met 5% in 3 jaar te laten dalen t.o.v. het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013.

In 2014 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, het verhogen van de insteltempera-tuur van de van de klimatisatie van het serverlokaal, afstellen van de waterboiler van de douches en de waterfonteinen op de kantooruren, richtlijnen voor de vermindering van de verlichting voor de onderhoudsploeg.

Het globale elektriciteitsverbruik ging van 196 145 kWh in 2013 naar 164 524 kWh in 2014, d.i. een daling met 16%.

In voltijds equivalenten is het verbruik in 2014 (891 kWh/VTE) 11% lager in vergelijking met het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013 (999 kWh/VTE).

Voor 2015 en 2016 werd het streefdoel aangepast aan een daling van 12% in vergelijking met het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013 (999 kWh/VTE).

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Antwerpen in kilowattuur per voltijds equivalent

In 2015 is het totale verbruik naar 158 240 kWh gegaan, zijnde een daling met 16% in vergelij-king met het gemiddelde van het verbruik van 2011, 2012 en 2013.

In voltijds equivalenten is het verbruik in 2015 (850 kWh/VTE) 15% lager in vergelijking met het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013. De doelstelling van minder dan 12% werd dus be-haald. Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het globaal elektriciteitsverbruik te doen dalen met 2% in vergelijking met 2015.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 34: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

34

WB Kortrijk

Voor 2014 had WB Kortrijk als streefdoel om het elektriciteitsverbruik met 2% (kWh/VTE) per jaar te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2013.

In 2014 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, het verhogen van de insteltempera-tuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het installeren van bewegingssensoren voor de verlichting in de toiletten, de optimalisatie van de afstelling van de ventilatie en het installeren van timers op waterverdelers.

Het globale elektriciteitsverbruik ging van 108 272 kWh in 2013 naar 96 650 kWh in 2014, d.i. een daling met 11%.

Het streefdoel voor 2015 was om het verbruik per voltijds equivalent te verminderen met 1% in vergelijking met 2014.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Kortrijk in kilowattuur per voltijds equivalent

Het globale elektriciteitsverbruik ging van 96 650 kWh in 2014 naar 84 560 kWh in 2015, d.i. een daling met 12,5%.

Het verbruik per voltijds equivalent in 2015 (1 375 kWh/VTE) is 4,7% lager dan het verbruik in 2014 (1 443 kWh/VTE). De doelstelling werd dus bereikt.

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het globaal elektriciteitsverbruik te doen dalen met 3% in vergelijking met 2014, wat een stijging is in vergelijking met 2015 maar kan worden ge-rechtvaardigd door het feit dat de ventilatie opnieuw in gebruik is genomen.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 35: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

35

WB La Louvière

Voor 2014 had WB La Louvière als streefdoel qua elektriciteitsverbruik het algemeen verbruik met 2% per eenheid VTE per jaar te laten dalen t.o.v. het gemiddelde van de referentiejaren 2011, 2012 en 2013.

In 2014 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, het verhogen van de instel-temperatuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het plaatsen van timers op de drank- en snoepautomaten en op de waterfonteinen en het plaatsen van stekkerdozen met een schakelaar op nuttige plaatsen.

Het globale elektriciteitsverbruik ging van 119 951 kWh in 2013 naar 112 659 kWh in 2014, d.i. een daling met 6,1%.

Het streefdoel voor 2015 bestond er in het verbruik per VTE te verminderen met 8% in vergelij-king met het gemiddelde van 2011, 2012 en 2013.

In 2015 is het globale verbruik gedaald naar 104 077 kWh, zijnde een vermindering met 11% ten opzichte van het gemiddelde verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB La Louvière in kilowattuur per voltijds equivalent

In kilowattuur per voltijds equivalent bedroeg het verbruik in 2015 (1 007 kWh/VTE) 10% minder in vergelijking met het gemiddelde verbruik in 2011, 2012 en 2013 (1 120 kWh/VTE). De doelstel-ling werd dus bereikt.

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het verbruik per VTE te behouden op 1 007 kWh/VTE, wat overeenstemt met een vermindering van het totaalverbruik van ongeveer 20%.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 36: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

36

WB Bergen

Voor 2014 had WB Bergen als streefdoel om het totale elektriciteitsverbruik per eenheid VTE te behouden t.o.v. het referentiejaar 2013. Vóór de implementering van het milieubeheersysteem had het WB immers al acties ondernomen voor de vermindering van het elektriciteitsverbruik.

In 2014 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, verhogen van de insteltempera-tuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het installeren van timers op waterverdelers.

Dankzij de acties die werden ondernomen, daalde het globale elektriciteitsverbruik van 100 940 kWh in 2014 tot 99 240 kWh in 2014, d.i. een daling van 1,5%.

Het streefdoel voor 2015 was het behoud van het verbruik per eenheid VTE in vergelijking met 2014.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Bergen in kilowattuur per voltijds equivalent

Het globaal verbruik voor 2015 bedroeg 95 530 kWh wat een daling van 3,9% vertegenwoordigt in vergelijking met 2014.

In termen van verbruik per VTE is het verbruik van 2015 (964 kWh/VTE) 2,2% lager dan dat van 2014 (986 kWh/VTE). De doelstelling werd bereikt.

Het streefdoel voor 2016 is om het verbruik voor het jaar te doen dalen tot 90 000 kWh.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 37: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

37

WB Oostende

In 2014 had WB Oostende als streefdoel om het elektriciteitsverbruik met 2% per jaar (in kWh/VTE) te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2013.

In 2014 is het programma van start gegaan met als belangrijkste acties: de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, het verhogen van de insteltempe-ratuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het installeren van timers op waterkoelers, de optimalisering van de verlichting in de garage.

Dankzij de acties die in 2014 werden ondernomen, daalde het globale elektriciteitsverbruik van 115 291 kWh in 2013 tot 102 095 kWh in 2014, d.i. een daling met 11%.

Het streefdoel voor 2015 bestond er in het totaalverbruik te verminderen met 14% in vergelij-king met het referentiejaar 2013.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Oostende in kilowattuur per voltijds equivalent

In 2015 bedraagt het totaalverbruik 95 104 kWh, wat overeenstemt met een daling van het totaalverbruik van 17,5% in vergelijking met 2013. De doelstelling werd dus bereikt.

In termen van voltijdse equivalenten is het verbruik in 2015 (1 552 kWh/VTE) gedaald met 8,7% in vergelijking met dat van 2013.

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het totale elektriciteitsverbruik (in kWh) met 20% te verminderen in vergelijking met het verbruik van 2013.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 38: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

38

WB Doornik

Voor 2014 had WB Doornik als streefdoel het elektriciteitsverbruik met 2% per jaar (kWh/VTE) te laten dalen t.o.v. het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013.

In 2014 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, het verhogen van de insteltempera-tuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het installeren van timers op de waterverdelers, plaatsen van stekkerdozen met een schakelaar op de arbeidsposten, richtlijnen om de printers en multifunctionele toestellen elke avond uit te schakelen.

Het globale elektriciteitsverbruik is gedaald van 97 728 kWh in 2013 tot 86 915 kWh in 2014, d.i. een daling met 11%.

Het streefdoel voor 2015 was om het verbruik per voltijds equivalent te verminderen met 2% in vergelijking met 2014.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Doornik in kilowattuur per voltijds equivalent

In 2015 ging het globale elektriciteitsverbruik naar 76 565 kWh, d.i. een daling met 12% in vergelijking met 2014.

In termen van voltijds equivalenten bedroeg het verbruik in 2015 (1 018 kWh/VTE) 8,3% minder in vergelijking met het verbruik in 2014 (1 110 kWh/VTE). De doelstelling werd dus bereikt.

Voor 2016 is het streefdoel het behoud van het verbruik in kWh in vergelijking met 2015.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

2014 2015

Page 39: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

39

WB Turnhout

Het WB Turnhout heeft als streefdoel het elektriciteitsverbruik met 2% per jaar (kWh/VTE) te laten dalen t.o.v. het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013.

In 2014 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, het verhogen van de insteltempera-tuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het installeren van timers op de waterverdelers, het stopzetten van de koelfunctie op de waterverdelers in de winter, het installeren van een timer op de boiler van de keuken.

Dankzij de acties die in 2014 werden ondernomen, daalde het globale elektriciteitsverbruik van 114 172 kWh in 2013 tot 99 470 kWh in 2014, d.i. een daling met 13%.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het totaalverbruik te verminderen met 12% in vergelij-king met het gemiddelde van het gemiddelde van de drie voorgaande jaren. De acties van vorig jaar werden verdergezet en er werd bewegingsdetectie geïnstalleerd om de verlichting in de toiletten te sturen.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Turnhout in kilowattuur per voltijds equivalent

In 2015 is het totaalverbruik naar 90 039 kWh gegaan, zijnde een daling met 18,5% in vergelij-king met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren. De doelstelling werd dus bereikt.

In kilowattuur per voltijds equivalent bedroeg het verbruik in 2015 (870 kWh/VTE) 17,8% minder in vergelijking met het gemiddelde verbruik in 2012, 2013 en 2014 (1 058 kWh/VTE).

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan niet meer dan 90 000 kWh elektriciteit te verbruiken op het jaar. De bestaande acties worden verdergezet en er worden opportuniteiten gezocht voor nieuwe acties.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

kWh/

VTE

2014 2015

Page 40: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

40

WB Vilvoorde

Voor 2014 had WB Vilvoorde als streefdoel het elektriciteitsverbruik met 2% per jaar (kWh/VTE) te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2013.

In 2014 is het programma van start gegaan met als belangrijkste acties: de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik, het verhogen van de insteltempera-tuur van de klimatisatie van het serverlokaal, het installeren van timers op waterkoelers, een aanpassing van de afstelling van de verlichting op de parking.

Het globale elektriciteitsverbruik is gedaald van 89 199 kWh in 2013 tot 83 116 kWh in 2014, d.i. een daling met 6,8%.

Het streefdoel voor 2015 bestond er in het verbruik per VTE te verminderen met 5% in vergelij-king met 2013.

Jaarlijks totaal elektriciteitsverbruik van de site WB Vilvoorde in kilowattuur per voltijds equivalent

In 2015 ging het globale elektriciteitsverbruik naar 77 471 kWh, d.i. een daling met 13% in vergelijking met 2013.

In termen van voltijds equivalenten bedroeg het verbruik in 2015 (895 kWh/VTE) 10,6% minder in vergelijking met het verbruik van het referentiejaar 2013 (1 001 kWh/VTE).

De doelstelling van minder dan 5% werd dus behaald.

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het elektriciteitsverbruik te verminderen met 10% in vergelijking met het verbruik van 2015.

0

200

400

Verbruik Doelstelling 2015

2011 2012 2013

600

800

1 000

1 200

1 400

1 600

1 800

2 000

kWh/

VTE

20152014

Page 41: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

41

Overzicht van het totale elektriciteitsverbruik per vestiging (MWh)

Streefdoel 2011 2012 2013 2014 2015 2016

HB 2 444 2 279 2 259 2 062 1 869 1 800

WB Brugge 87,2 99,0 81,0 67,7 59,8 59,8

WB Charleroi 262 258 229 213 212 200

WB Gent 265 277 255 212 202 198

WB Antwerpen 183 191 195 165 158 155

WB Kortrijk 119 113 108 96,6 84,6 93,7

WB La Louvière 116 116 120 113 104 /

WB Bergen 108 103 101 99,4 95,5 90,0

WB Oostende 99,5 104 115 102 95,1 92,2

WB Doornik 93,9 96,4 97,7 86,9 76,6 76,6

WB Turnhout 114 118 114 99,5 90,0 90,0

WB Vilvoorde 86,0 90,5 89,2 83,1 77,5 69,8

Totaal 3 892 3 754 3 675 3 317 3 047 /

Overzicht elektriciteitsverbruik per personeelslid (kWh/VTE)

Streefdoel 2011 2012 2013 2014 2015 2016

HB 4 079 3 814 3 791 3 582 3 344 /

WB Brugge 1 314 1 519 1 233 1 023 900 /

WB Charleroi 1 309 1 302 1 149 1 079 1 078 /

WB Gent 1 827 1 975 1 813 1 484 1 466 /

WB Antwerpen 948 1 023 1 027 891 850 /

WB Kortrijk 1 655 1 593 1 530 1 443 1 375 /

WB La Louvière 1 096 1 114 1 150 1 053 1 007 1 007

WB Bergen 1 048 1 025 1025 986 964 /

WB Oostende 1 448 1 555 1 699 1 587 1 552 /

WB Doornik 1 118 1 179 1 216 1 110 1 018 /

WB Turnhout 1 036 1 104 1 088 980 870 /

WB Vilvoorde 968 1 029 1 001 952 895 /

Gemiddelde 1 487 1 519 1 477 1 348 1 277 /

Sinds april 2010 sloot de RVA een contract af met een energieleverancier voor 100% groene stroom, en dat voor alle gebouwen.

Page 42: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

42

5.2 Brandstoffen voor verwarming: stookolie en aardgasHoofdbestuur

Sinds 2012 wordt er voor het hoofdbestuur naar gestreefd om het verbruik van stookolie onder controle te houden.

Stookolie wordt gebruikt om het gebouw en het sanitair water te verwarmen.

Er worden regelmatig sensibiliseringsacties ondernomen om op te roepen de lokalen met de nodige zin voor verantwoordelijkheid te verwarmen. De lokalen hebben allemaal thermosta-tische regeling, wat een betere controle van het verbruik mogelijk maakt. De installatie van stookolietellers eind 2011 heeft een effectieve monitoring van het verbruik mogelijk gemaakt. In 2013 werden er bijkomende thermostatische kranen geïnstalleerd en werden de kranen van vergaderzalen, leszalen en circulatieruimten zo ingesteld dat een bovenmatige verwarming ver-meden wordt. In 2014 en 2015 ging de sensibilisering verder en werd de goede werking van de kranen gecontroleerd.

Het in liters gemeten verbruik wordt omgezet in kilowattuur aan de hand van de factor die wordt gebruikt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het opmaken van de certifi caten van energieprestaties. Die factor is 10,64894 kWh/liter. De verbruiken zijn genormaliseerd voor de schommelingen in het weer met behulp van de 'graaddagen', ter beschikking gesteld door de aardgasfederatie.

Het genormaliseerde verbruik van 2014 was 3,5% hoger dan in 2013, maar toch nog 2,0% lager dan in 2012. De doelstelling werd dus bereikt. 2013 was het koudste jaar op het vlak van graad-dagen sedert 2010. In 2014 daarentegen waren er minder dan 1 900 graaddagen, wat nog nooit is vastgesteld sedert in 1961 werd gestart met de berekening van de graaddagen. In die extreme situaties is het te verwachten dat het rendement van de verwarmingsinstallatie erg varieert: wanneer het koud is, is het rendement optimaal. Tijdens een zachte winter vermindert het ren-dement omdat de installatie gedurende hetzelfde aantal dagen moet draaien voor een minder grote warmteproductie.

1 De graaddagen geven een invers beeld van de temperatuur (de warmte) weer. De graaddagen zijn dus een maatstaf voor de koude en dus ook de behoefte aan verwarming over een bepaalde periode.

http://www.aardgas.be/consumenten/over-aardgas/nieuws-en-publicaties/graaddagen

Page 43: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

43

Voor 2015 bestond het streefdoel erin het genormaliseerd verbruik voor verwarming te vermin-deren met 2% in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren. Het verbruik voor het verwarmen van sanitair warm water, dat tot nu toe werd opgenomen in de cijfers, wordt niet langer gevat door deze doelstelling.

Jaarlijks genormaliseerd stookolieverbruik voor de site Hoofdbestuur in kWh/m²

In 2015 werd de doelstelling niet behaald. De doelstelling was een genormaliseerd verbruik voor de verwarming van 1 439 715 kWh; het genormaliseerd verbruik bedroeg 1 529 094 kWh, zijnde 6,21% meer. Die stijging van het verbruik was te wijten aan problemen met de regeling van het verwarmingssysteem. In een poging om het verbruik terug te doen dalen, is, zodra de buiten-temperatuur dat toeliet (eind maart), het aantal ketels in bedrijf beperkt tot één.

De regelingsproblemen werden opgemerkt na een analyse van de dagelijkse meterstanden uit-gevoerd toen bleek dat het verbruik hoog is gebleven na de heropstart van de verwarming in de herfst. Die problemen werden opgelost tegen het einde van het jaar.

Voor 2016 zal de doelstelling erin bestaan het genormaliseerde verbruik voor de verwarming te verminderen tot 1 425 000 kWh.

Opmerking: het Hoofdbestuur verbruikt ook aardgas, maar enkel voor de bereiding van de maaltijden. Daarvoor wordt dus geen actie opgezet. De meterstanden worden wel regelmatig opgeschreven om de goede werking van de installaties na te gaan.

0

20

40

Genormaliseerd verbruik voor verwarming

Doelstelling 2015

2012 2013

60

80

100

120

kWh/

m2

20152014

Genormaliseerd verbruik voor warm water

Page 44: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

44

WB Brugge

De doelstelling in 2013 bestond erin het globaal genormaliseerd aardgasverbruik met 2% te verminderen in vergelijking met het referentiejaar 2012.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisatie van het personeel, en het optimaliseren van de regeling van de installatie (uitschakeling bij variabele verlofdagen, brugdagen en in de zomermaanden). In 2014 en 2015 werden die acties voortgezet.

Gelet op de goede resultaten werd de doelstelling voor 2014 herzien, namelijk een daling van het genormaliseerd aardgasverbruik met 2% in vergelijking met het gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013 en die doelstelling werd bereikt.

Voor 2015 bestond het streefdoel erin het genormaliseerd verbruik te verminderen met 3% in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor WB Brugge in kilowattuur per vierkante meter

Het globaal genormaliseerd verbruik is van 189 050 kWh in 2013 naar 185 875 kWh in 2014 gegaan en naar 133 606 kWh in 2015. In genormaliseerd verbruik per m², vertegenwoordigt dat 55 kWh/m², zijnde een daling van bijna 30% in vergelijking met het gemiddelde verbruik van de jaren 2012, 2013 en 2014. De doelstelling wordt dus ruimschoots behaald.

Het oplossen van een probleem met de regeling begin 2014 had al een forse daling van het verbruik sinds april 2014 met zich meegebracht. Het oplossen van een geurhinderprobleem eind 2014 zorgde ervoor dat het verbruik nog daalde omwille van het feit dat er minder moest worden verlucht door de ramen open te zetten in de bureaus.

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het genormaliseerd verbruik te behouden (in kWh) in vergelijking met het verbruik van 2015.

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 45: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

45

WB Charleroi

In 2013 had WB Charleroi als streefdoel om het globale genormaliseerd aardgasverbruik met 2% per jaar te verminderen t.o.v. het referentiejaar 2012.

Het milieuprogramma is van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel, het vastzetten van de thermostatische kranen in de circulatieruimten en de onbe-zette lokalen zoals de archiefruimten, het nagaan van een correcte instelling van de thermosta-tische kranen, en een dynamisch en systematisch beheer van de verwarming. In 2014 en 2015 werden deze acties voortgezet.

In 2015 had WB Charleroi als doelstelling om zijn genormaliseerd gasverbruik te beperken tot 545 000 kWh, wat lichtjes hoger was dan het resultaat van 2014. Door de ventilatie-installaties opnieuw in werking te stellen, was een lichte afname van de prestaties immers niet uitgesloten.

Het globaal genormaliseerd verbruik is van 577 365 kWh in 2012, naar 548 863 kWh gegaan in 2013, naar 542 951 kWh in 2014 en ten slotte naar 542 180 kWh in 2015, wat een daling is van 0,5% in vergelijking met het streefdoel van 2015. Ondanks de problemen die gepaard gingen met het opnieuw in werking stellen van de ventilatie-installaties, werd de doelstelling behaald aangezien het verbruik kon worden beperkt door de uren van de actieve ventilatie te beperken.

Totaal genormaliseerd aardgasverbruik voor WB Charleroi in kWh/m²

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het genormaliseerde gasverbruik te verminderen tot maximum 530 000 kWh over het jaar, zijnde een besparing van 2% in vergelijking met 2015.

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 46: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

46

WB Gent

Het WB Gent had in 2013 als streefdoel om het genormaliseerd aardgasverbruik (per m² ver-warmde oppervlakte) met 2% per jaar te verminderen t.o.v. het referentiejaar 2012.

In 2013 werd de doelstelling niet behaald. Vervolgens werd voor 2014 een verbruik van 185 000 kWh vooropgesteld.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel, het uitschakelen van de verwarmingsinstallatie in de zomermaanden, het verlagen van de insteltemperatuur tot 21°C.

Het genormaliseerde verbruik van 2013 is gestegen met 5,5% in vergelijking met 2012, van 184 828 kWh naar 194 734 kWh. Er valt op te merken dat het WB Gent, een van de recentst gebouwde bureaus in eigendom van de RVA, een laag aardgasverbruik heeft. De verhoging deed zich vooral voor in de tweede helft van het jaar. Wanneer het probleem duidelijk werd, werd de onderhoudsfi rma gevraagd de installatie en alle regelingen na te kijken. Nadien werden de verbruiken frequenter opgevolgd.

Net zoals in 2014, werd voor 2015 een globaal genormaliseerd verbruik van 185 000 kWh voor-opgesteld.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor WB Gent in kilowattuur per vierkante meter

Het genormaliseerd verbruik voor 2014 bedroeg 194 049 kWh, en in 2015 190 939 kWh, wat een daling is in vergelijking met 2014, maar de doelstelling werd niet behaald. In 2013 en 2014 lijkt de stijging zich opnieuw in de herfst te hebben voorgedaan zonder dat de oorzaak van het probleem kon worden geïdentifi ceerd. In december 2015 was er opnieuw een stijging van het verbruik.

Aanbevelingen van een verwarmingsaudit die werd verricht in december 2014 werden opge-volgd. Vanaf april en bij de inwerkingstelling in september werd slechts een van de twee ver-warmingsketels opgestart, de tweede werd pas opgestart in december.

Het streefdoel voor 2016 blijft een genormaliseerd verbruik van 185 000 kWh.

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 47: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

47

WB Antwerpen

Voor 2014 had WB Antwerpen als doelstelling het genormaliseerd stookolieverbruik (per m² verwarmde oppervlakte) stabiliseren ten opzichte van het gemiddelde verbruik in 2011, 2012 en 2013. Het verbruik was immers al relatief laag voor een gebouw dat in de jaren 80 is opgetrok-ken en nog wordt verwarmd door de oorspronkelijke installatie.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als voornaamste acties de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik en de bekendmaking van de resultaten aan het personeel, een uitschakeling van het verwarmingssysteem van mei tot oktober (voor zover de buitentemperaturen dit toelaten), de integratie van verlofdagen en brugdagen in de programmering van de verwarming, een evaluatie en eventuele aanpassing van de ventilatiere-geling, de installatie van thermostatische kranen in de lokalen die er nog geen hadden.

Het genormaliseerd stookolieverbruik voor de verwarming liep in 2014 op tot 225 656 kWh. Het gemiddelde genormaliseerde verbruik voor de jaren 2011, 2012 en 2013 bedraagt 221 534 kWh. Er wordt een verhoging met 1,9% vastgesteld. Het verbruik is toegenomen nadat de verwarming in oktober opnieuw werd opgestart.

Het streefdoel voor 2015 was het behoud van het genormaliseerd verbruik ten opzichte van het gemiddelde van de jaren 2011, 2012 en 2013, maar voor stookolie en aardgas samen.

De verwarmingsketels op stookolie werden begin oktober 2015 vervangen door verwarmings-ketels op gas en de verwarmingsketel van de conciërgerie werd ook vervangen door een nieuw exemplaar.

Totaal genormaliseerd brandstofverbruik voor de verwarming in kWh/m²- Site WB Antwerpen

In 2015 bedroeg het genormaliseerde brandstofverbruik (stookolie + gas) voor de verwarming 250 918 kWh, wat een stijging is van 4,9% in vergelijking met het gemiddelde verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013.

Die stijging is enerzijds te verklaren door de verslechterde werking van de oude verwarmingske-tels op stookolie en anderzijds door de opstartproblemen van de nieuwe installatie, de regeling moet immers nog worden verfi jnd.

Het streefdoel voor 2016 zal hetzelfde blijven als in 2015, namelijk een genormaliseerd verbruik van 70 kWh/m² oftewel 239 000 kWh.

02040

Stookolie Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Gas

Page 48: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

48

WB Kortrijk

Voor 2014 had WB Kortrijk als streefdoel om het genormaliseerd aardgasverbruik (per m² ver-warmde oppervlakte) met 2% per jaar te verminderen t.o.v. het referentiejaar 2013.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als bijzonderste acties de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik en de communicatie van de re-sultaten aan het personeel, de uitschakeling van een van de twee verwarmingsketels van april tot oktober, de integratie van verlofdagen en variabele brugdagen in de programmering van de verwarming, het blokkeren van de thermostatische kranen in de bureaus en de gangen.

Voor 2014 bedroeg het genormaliseerde gasverbruik 238 036 kWh, wat een daling van 1,8% betekent ten opzichte van 2013 (242 491 kWh). Het streefdoel werd dus net niet gehaald.

Dankzij de monitoring voorzien in het MBS, werd een oververbruik in de zomer vastgesteld wanneer de installatie enkel dient om het sanitair water te verwarmen.

De regelingsparameters werden herzien en aangepast. De impact ervan moet in 2015 voelbaar zijn.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het genormaliseerd verbruik met 1% te verminderen in vergelijking met 2014.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor WB Kortrijk in kilowattuur per vierkante meter

Het totaal genormaliseerd verbruik voor 2015 is gedaald tot 203 487 kWh, zijnde een daling met 14,5%. Die daling is grotendeels te wijten aan het feit dat de ventilatie-installaties buiten werking werden gesteld vanaf eind 2014 tot in oktober 2015.Voor 2016 zal het streefdoel erin bestaan het genormaliseerd verbruik onder de 100 kWh/m² te houden, aangezien de ventilatie-installaties opnieuw in werking werden gesteld in 2015.

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 49: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

49

WB La Louvière

Voor 2014 had WB La Louvière als streefdoel om het genormaliseerd aardgasverbruik (per m² verwarmde oppervlakte) met 2 % per jaar te verminderen t.o.v. de gemiddelde verbruiken van 2011, 2012 en 2013.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als bijzonderste acties de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten aan het personeel, de regeling van de thermostatische kranen op positie 2 in de cir-culatiezones en de leegstaande lokalen, een optimalisering van de bezetting van de lokalen, een dynamisch en systematisch beheer van de verwarming, een daling van de temperatuur met 1°C gedurende 1 dag per maand.

Het globale genormaliseerde verbruik bedroeg 283 761 kWh voor het jaar 2014 wat een daling met 5,1% was ten opzichte van de gemiddelde verbruiken van de jaren 2011, 2012 en 2013 (298 764 kWh).

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het genormaliseerd verbruik te verminderen met 6% in vergelijking met het gemiddelde van 2011, 2012 en 2013.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor WB La Louvière in kilowattuur per vierkante meter

Het verbruik is van 283 761 kWh in 2014 naar 273 419 kWh in 2015 gegaan. Dat is een daling van 8,5%. Het streefdoel werd dus gehaald.

Voor 2016 is de doelstelling het verminderen met 15% van het genormaliseerd gasverbruik in vergelijking met het gemiddelde van de referentiejaren 2011, 2012 en 2013.

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 50: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

50

WB Bergen

Voor 2014 had WB Bergen als doelstelling zijn genormaliseerde aardgasverbruik op het peil van het referentiejaar 2013 behouden. Vóór de implementering van het milieubeheersysteem had het WB immers al acties ondernomen voor de vermindering van het aardgasverbruik.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als bijzonderste acties de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten aan het personeel, de regeling van de thermostatische kranen op positie 2 in de cir-culatiezones en de leegstaande lokalen, een optimalisering van de bezetting van de lokalen, een dynamisch en systematisch beheer van de verwarming, een daling van de temperatuur met 1°C gedurende 1 dag per maand.

Het globale genormaliseerde verbruik bedroeg 193 940 kWh voor het jaar 2014 wat een daling met 9,2% is ten opzichte van het verbruik van het referentiejaar 2013 (213 529 kWh).

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het resultaat van 2014 te overstijgen.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor Bergen in kilowattuur per vierkante meter

In 2015 bedroeg het genormaliseerd gasverbruik 204 227 kWh, zijnde een stijging van 5,3% in vergelijking met het verbruik van 2014.

Die stijging deed zich vooral voor in november en december: de oorzaken werden onderzocht en er wordt nog gezocht naar duurzame oplossingen. In afwachting zou het manueel beheer van de watertemperatuur in de verwarmingscircuits door een regelmatige en handmatige aanpassing van de ketelthermostaat in functie van de bereikte temperatuur in de bureaus en de buiten-temperatuur moeten toelaten het verbruik beter te beheren. Er werden acties ondernomen zoals "Dikketruiendag" waarbij de temperatuur met 1° wordt verminderd en die acties lijken hun vruchten af te werpen.

De doelstelling voor 2016 bestaat erin het genormaliseerd verbruik van 2014 niet te overstijgen.

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 51: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

51

WB Oostende

WB Oostende had als doelstelling in 2014 het genormaliseerd aardgasverbruik te verminderen (per m² verwarmde oppervlakte) met 2% per jaar in vergelijking met het referentiejaar 2013.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als bijzonderste acties de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten aan het personeel, een uitschakeling van de verwarmingsketels van mei tot oktober (voor zover de buitentemperaturen het toelaten), de integratie van de variabele verlofdagen in de program-mering van de verwarming, de regeling van de thermostatische kranen op positie 2 in de secundaire lokalen, een daling van de verwarming in de leegstaande lokalen en de deuren ver-der gesloten houden.

Het globale genormaliseerde verbruik bedroeg 255 138 kWh voor het jaar 2014 wat een daling met 6% is ten opzichte van het verbruik van het referentiejaar 2013 (271 561 kWh).

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het genormaliseerd verbruik te verminderen met 8% in vergelijking met 2013.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor WB Oostende in kilowattuur per vierkante meter

Het genormaliseerd gasverbruik bedroeg in 2015 243 779 kWh, zijnde een daling met 10% in vergelijking met het verbruik van 2013, de doelstelling van 8% werd dus behaald.

Dat resultaat had nog beter kunnen zijn als de regeling niet in panne was gevallen aan het einde van het jaar. Dat probleem beïnvloedt ook het verbruik van 2016.

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het genormaliseerd gasverbruik met 10% te vermin-deren in vergelijking met het verbruik van 2013.

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 52: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

52

WB Doornik

In 2014 had WB Doornik als streefdoel om het genormaliseerde aardgasverbruik (per m² ver-warmde oppervlakte) te behouden t.o.v. de gemiddelde verbruiken van 2011, 2012 en 2013. Dat omdat er aanpassingen aan de verwarmingsinstallaties werden gepland. De bedoeling daarvan was ook om het warmtecomfort in het gebouw te verbeteren.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als bijzonderste acties de sensibilisering van het personeel, een optimalisatie van de bezetting van de lokalen, een dynamisch en systematisch beheer van de verwarming, een daling van de temperatuur met 1°C gedurende 1 dag per maand.

Het globale genormaliseerde verbruik bedroeg 258 460 kWh voor het jaar 2014 wat een stijging met 3,7% is ten opzichte van de gemiddelde verbruiken van de jaren 2011, 2012 en 2013. De doelstelling voor 2014 werd dus niet behaald. De regeling van de verwarmingsinstallatie werd vernieuwd in 2014, maar dat heeft niet de verwachte resultaten opgeleverd. Intussen werd de instelling per lokaal van de vaste thermostatische kranen herzien.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het genormaliseerd gasverbruik te evenaren of te behou-den in vergelijking met het gemiddelde van de referentiejaren 2011, 2012 en 2013.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor Doornik in kilowattuur per vierkante meter

Het globaal genormaliseerd verbruik voor 2015 bedroeg 270 463 kWh, 8,5% hoger dan het vooropgestelde verbruik.

Een van de eerste oorzaken waaraan gedacht werd, is het gebrek aan luchtdichtheid van de ramen.

De doelstelling voor 2016 zal gelijk zijn aan die van 2015, met name het behoud van het ver-bruik in vergelijking met het gemiddelde van de referentiejaren 2011, 2012 en 2013 (wat een daling vertegenwoordigt met 8% in vergelijking met het verbruik van 2015).

02040

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Page 53: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

53

WB Turnhout

In 2014 had WB Turnhout als streefdoel om het genormaliseerd aardgasverbruik (per m² ver-warmde oppervlakte) met 2% per jaar te verminderen t.o.v. de gemiddelde verbruiken van 2011, 2012 en 2013.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als bijzonderste acties de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten aan het personeel, uitschakeling van de verwarmingsketels van mei tot oktober (voor zover de buitentemperaturen het toelaten), de integratie van de variabele verlofdagen in de programmering van de verwarming, de regeling van de thermostatische kranen op positie 1 in de secundaire lokalen, een daling van de verwarming in de leegstaande lokalen en de deuren verder gesloten houden.

Het globale genormaliseerde verbruik bedroeg 253 579 kWh voor het jaar 2014 wat een daling met 5,7% is ten opzichte van de gemiddelde verbruiken van de jaren 2011, 2012 en 2013.

Voor 2015 bestond het streefdoel erin het genormaliseerd verbruik te verminderen met 3% in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor Turnhout in kilowattuur per vierkante meter

Het globale genormaliseerde verbruik voor 2015 bedroeg 245 146 kWh, zijnde een daling met 6,3% in vergelijking met het gemiddelde van de 3 voorgaande jaren. Het streefdoel werd dus gehaald.

De doelstelling voor 2016 zal erin bestaan het genormaliseerd verbruik van 245 000 kWh niet te overschrijden.

02040

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

Page 54: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

54

WB Vilvoorde

Voor 2014 had WB Vilvoorde als streefdoel om het genormaliseerd aardgasverbruik (per m² ver-warmde oppervlakte) met 2% per jaar te verminderen t.o.v. het referentiejaar 2013.

In 2014 werd het milieuprogramma gelanceerd met als bijzonderste acties de sensibilisering van het personeel, een regelmatige opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten aan het personeel, een stopzetting van de verwarmingsketels van mei tot oktober (voor zover de buitentemperaturen het toelaten), de integratie van de variabele verlofdagen in de programmering van de verwarming, de regeling van de thermostatische kranen op positie 1 in de secundaire lokalen, een daling van de verwarming in de leegstaande lokalen en de deuren verder gesloten houden.

Het globale genormaliseerde verbruik bedroeg 137 153 kWh voor het jaar 2014 wat een daling met 11,7% was ten opzichte van het verbruik van het referentiejaar 2013 (155 342 kWh). De doelstelling werd dus ruimschoots behaald.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het genormaliseerd verbruik met 13% te verminderen in vergelijking met 2013.

Jaarlijks genormaliseerd aardgasverbruik voor WB Vilvoorde in kilowattuur per vierkante meter

Het globale genormaliseerde verbruik bedroeg 121 040 kWh voor het jaar 2015 wat een daling met 22% was ten opzichte van het verbruik van 2013. Het streefdoel werd dus gehaald.

Het streefdoel voor 2016 zal erin bestaan het genormaliseerd verbruik te behouden (in kWh) in vergelijking met het verbruik van 2015.

02040

2012 20132011

6080

100120

kWh/

m2

20152014

Genormaliseerd verbruik Doelstelling 2015

Page 55: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

55

Overzicht totaal genormaliseerd energieverbruik gerelateerd aan de verwarmde opper-vlakte (kWh/m²)

Streefdoel 2011 2012 2013 2014 2015 2016

HB - Totaal / 93 88 91 94 /HB - Verwarming / 89 85 87 90 84WB Brugge 82 82 78 77 55 55WB Charleroi 111 118 112 111 111 108WB Gent 54 54 57 57 56 54WB Antwerpen 70 71 69 70 74 70WB Kortrijk 116 111 105 103 88 100WB La Louvière 87 84 86 82 79 73WB Bergen 75 81 74 70 74 70WB Oostende 112 97 89 84 80 80WB Doornik 89 90 97 96 100 92WB Turnhout 88 82 86 81 78 78WB Vilvoorde 84 80 76 67 60 60Gemiddelde 91 86 84 82 79 /

Overzicht van het totaal genormaliseerd verbruik (MWh)

Streefdoel 2011 2012 2013 2014 2015 2016

HB - Totaal / 1 578 1 494 1 547 1 593 /HB - Verwarming / 1 502 1 430 1 474 1 529 1 425WB Brugge 196 198 189 186 134 134WB Charleroi 545 577 549 543 542 530WB Gent 185 185 195 194 191 185WB Antwerpen 241 237 240 240 251 239WB Kortrijk 270 258 242 238 204 232WB La Louvière 304 293 299 284 273 254WB Bergen 209 224 207 194 204 194WB Oostende 334 295 272 255 244 244WB Doornik 241 244 263 258 270 249WB Turnhout 276 259 272 254 245 245WB Vilvoorde 172 164 155 137 123 123Totaal / 4 512 4 377 4 331 4 274 /

Page 56: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

56

5.3 WaterHoofdbestuur

Het streefdoel voor het hoofdbestuur is het waterverbruik onder controle te houden in verge-lijking met het voorgaande jaar.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken) en douches. Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

Sinds oktober 2011 gebeuren er dagelijks opnames van de watertellers. Dankzij die opmetingen konden al problemen worden opgespoord, die dan vlug konden worden opgelost. Ook worden de hoofdkranen van vrijdagavond tot maandagmorgen dichtgedraaid, waardoor er geen water-verlies is door mogelijke lekkages. Tegelijkertijd werd ook campagne gevoerd om het personeel meer te sensibiliseren om lekkende kranen en toiletten te melden. In de sanitaire ruimtes werden ondermeer affi ches opgehangen om de mensen opmerkzaam te maken.

De gegevens van 2011 zijn afkomstig van de facturen van de leverancier. De gegevens voor 2012, 2013 en 2014 zijn afkomstig van de telleropnames.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van het Hoofdbestuur in m³ per voltijds equivalent

Het verbruik in 2014 is (met 7,6m³/VTE) 22,5% lager dan in 2011 (9,4 m³/VTE). Ten opzichte van 2013 is het verbruik 6,5% lager. Het verbruik in absolute cijfers was in 2014 4 368 m³.

Voor 2015 is het streefdoel een verbruik per eenheid VTE van 7,5 m³/VTE, dat 5,9% lager is dan het gemiddeld verbruik van de drie voorgaande jaren.

Het totale verbruik in 2015 bedroeg 4 188 m³, wat overeenstemt met een verbruik van 7,5 m³/VTE en een daling van 6% in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren.

De doelstelling werd bereikt.

Voor 2016 zal de doelstelling een verbruik zijn van 4 150 m³.

0

2

4

Effectief verbruik Streefdoel 2015

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 57: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

57

WB Brugge

WB Brugge heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

Het verbruik van leidingwater in het WB Brugge is het laagst van alle werkloosheidsbureaus. Dat is te verklaren door de afwezigheid van een warme keuken en door het gebruik van regenwater voor het doorspoelen van de toiletten. Bij lange droogteperiodes moet er overgeschakeld worden op leidingwater.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn, voor de jaren 2011, 2012 en 2013, een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstand van de watermeter. Deze jaar-lijkse opnames gebeurden in mei of juni. Een probleem met waterinfi ltratie in de put waar de meter is geïnstalleerd belemmerden een maandelijkse opname van de tellerstanden. Dat probleem is verholpen eind 2014.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Brugge in kubieke meter per voltijds equivalent

Het verbruik voor 2012 is beduidend hoger. Een defect aan de sonde die het niveau in het regen-waterreservoir aangeeft is daarvan de oorzaak. Er werd immers meer leidingwater verbruikt dan nodig. De sonde werd begin 2013 hersteld. Het globale waterverbruik bedroeg 94 m³ in 2014 of 1,4m³/VTE.

In 2015 bedroeg het globale waterverbruik 101 m³, zijnde 1,5m³/VTE.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

m3 /

VTE

2013 2014

Page 58: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

58

WB Charleroi

WB Charleroi heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken). Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn tot in 2013 een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters, op vraag van de leverancier. De gegevens zijn dus een benadering voor het werkelijke verbruik. Vanaf 2014 wordt het waterver-bruik frequenter opgevolgd.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Charleroi in kubieke meter per voltijds equivalent

In absolute cijfers was het verbruik in 2013 1 115 m³ of 5,6 m³/VTE. In 2014 was het jaarverbruik 1 061 m³ of 5,4 m³/VTE.

In 2015 heeft het WB 1 105 m³ water verbruikt, zijnde 5,6 m³/VTE. Die stijging is waarschijnlijk te wijten aan het opnieuw in werking stellen van de luchtbevochtigers voor de ventilatie.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 59: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

59

WB Gent

WB Gent heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken) en douches. Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk. Daarentegen wordt er opgevangen regenwater gebruikt voor het doorspoelen van toiletten en urinoirs. Bij lange droogteperiodes moet er overgeschakeld worden op leidingwater.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetin-gen in het kader van het MBS.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Gent in kubieke meter per voltijds equivalent

In absolute cijfers was het verbruik in 2014 613 m³, een daling met 2,9% t.o.v. 2013 (631 m³). Het verbruik per voltijds equivalent daalde met 4,4% (van 4,5 naar 4,3 m³/VTE).

In 2015 bedroeg het totale waterverbruik 528 m³, een daling met 13,9% in vergelijking met 2014. In voltijds equivalent bedroeg het verbruik 3,8 m³/VTE, zijnde een daling met 10,7% in vergelijking met het verbruik van 2014.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 60: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

60

WB Antwerpen

WB Antwerpen heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken). Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetingen in het kader van het MBS.

Hoewel het waterverbruik geen doelstelling vormde, zijn er toch een aantal acties ondernomen: • spaarknoppen geplaatst op WC’s voor dames;• het keukenpersoneel is gesensibiliseerd aan het belang van het volledig vullen van de bakken

die de vaatwas in gaan;• het onderhoudspersoneel is gesensibiliseerd aan het spaarzaam watergebruik bij het uit-

spoelen van de vuilniscontainers;• het voltallige personeel is gevraag om lekken te signaleren zodat ze zo snel mogelijk verholpen

kunnen worden.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Antwerpen in kubieke meter per voltijds equivalent

In absolute cijfers was het verbruik in 2014 1 534 m³, een daling van 11% t.o.v. 2013 (1 731m³). Het verbruik per voltijds equivalent daalde met 8,8% (van 9,1 naar 8,3 m³/VTE).

In 2015 bedroeg het totale waterverbruik 1 588 m³, zijnde een stijging met 5,5% in vergelijking met 2014. In termen van voltijds equivalenten is het verbruik van 8,3 m³/VTE naar 8,5 m³/VTE gegaan, zijnde een stijging van 2,7%.

Die stijging zou kunnen worden verklaard door het feit dat de verwarmingsketels werden ver-vangen, waardoor de hele verwarmingsinstallatie is moeten worden gevuld met water.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 61: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

61

WB Kortrijk

WB Kortrijk heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken). Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

Het regenwater wordt opgevangen en gebruikt voor het doorspoelen van toiletten en urinoirs. Bij lange droogteperiodes moet er overgeschakeld worden op leidingwater.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetin-gen in het kader van het MBS.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Kortrijk in kubieke meter per voltijds equivalent

Het globale waterverbruik bedroeg 482 m³ in 2014, een verhoging van 1,5% t.o.v. 2013 (475m³). Het verbruik per voltijds equivalent steeg met 7,5% (van 6,7 naar 7,2 m³/VTE).

Voor een gebouw met een regenopvanginstallatie is het verbruik hoog. De reden hiervoor was een defect aan het systeem. Sedert de herstelling in juli 2014 wordt gemiddeld 23 m³ per maand verbruikt, wat zou gelijkstaan met een jaarverbruik van 276 m³.

Het totale waterverbruik voor 2015 bedroeg 250 m³, zijnde 4,1 m³/VTE wat veel normaler is voor een gebouw met een regenopvanginstallatie.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 62: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

62

WB La Louvière

WB La Louvière heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken). Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetingen in het kader van het MBS.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB La Louvière in kubieke meter per voltijds equivalent

Het globale waterverbruik bedroeg 1 025 m³ in 2014.

In 2013 had het WB te maken met lekken. Delen van de sanitaire installaties vertonen regel-matig lekken. Ook in 2014 traden nog lekken op. Het verbruik was nog 10% hoger dan in 2012 (931m³). Het verbruik per voltijds equivalent is nog 6,6% hoger (9,6 m³/VTE in 2014 vs. 9,0 m³/VTE in 2012). De vervanging van de sanitaire toestellen is voorzien voor 2016.

Het totale waterverbruik voor 2015 bedroeg 639 m³, zijnde 6,2 m³/VTE. Het totale verbruik is 31,4% lager dan in 2012 (in m³/VTE, daling met 31%).

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013

14

16

18

2014

Page 63: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

63

WB Bergen

WB Bergen heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken). Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetingen in het kader van het MBS.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Bergen in kubieke meter per voltijds equivalent

Het globale waterverbruik in 2014 bedroeg 616 m³ een stijging met 4,7% t.o.v. 2013 (588 m³). Het verbruik per voltijds equivalent steeg met 2,2% (van 6,0 naar 6,1 m³/VTE).

Het totale waterverbruik in 2015 bedroeg 744 m³, zijnde een verbruik van 7,5 m³/VTE. Dat is een stijging van het totaalverbruik met 20,8%. Die stijging kan worden verklaard door het verlies van water door een breuk in een kraan van de boiler in "open" positie door een onderhoudskar. De kraan werd eerst in 'gesloten' positie gezet alvorens ze werd vervangen.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2014

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2015

Page 64: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

64

WB Oostende

WB Oostende heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken). Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetin-gen in het kader van het MBS.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Oostende in kubieke meter per voltijds equivalent

Het globale waterverbruik bedroeg 700 m³ in 2014, een daling met 6,8% t.o.v. 2013 (751 m³). Het verbruik per voltijds equivalent daalde met 1,8% (van 11,1 naar 10,9 m³/VTE).

In 2015 bedroeg het totale waterverbruik voor 639 m³, zijnde 10,4 m³/VTE. Dat is een daling van het totaalverbruik met 8,8% (4,2% in VTE).

0

2

4

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 65: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

65

WB Doornik

WB Doornik heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

In het gebouw bevinden zich een groot aantal sanitaire voorzieningen, een restaurant (warme keuken). Die elementen beïnvloeden het waterverbruik aanzienlijk.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetin-gen in het kader van het MBS.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Doornik in kubieke meter per voltijds equivalent

Het globale waterverbruik bedroeg 490 m³ in 2014, een daling met 2,9% t.o.v. 2013 (505 m³). Het verbruik per voltijds equivalent bleef status quo (6,3 m³/VTE).

In 2015 bedroeg het totale waterverbruik 353 m³, zijnde een daling met 28% in vergelijking met het verbruik in 2014. In voltijds equivalent bedroeg het verbruik 4,7 m³/VTE en een daling met 25%.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 66: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

66

WB Turnhout

WB Turnhout heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

Er wordt voornamelijk water verbruikt voor de sanitaire installaties.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetin-gen in het kader van het MBS.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Turnhout in kubieke meter per voltijds equivalent

Het globale waterverbruik bedroeg 515 m³ in 2014, dezelfde waarde als in 2013. Door een daling van het aantal voltijds equivalenten is het specifi eke verbruik gestegen van 4,9 naar 5,1 m³/VTE.

In 2015 bedroeg het totale waterverbruik 490 m³, zijnde een daling met 4,8% in vergelijking met het verbruik in 2014. In voltijds equivalent bedroeg het verbruik 4,7 m³/VTE, zijnde een daling met 6,8%.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 67: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

67

WB Vilvoorde

WB Vilvoorde heeft geen formele doelstelling i.v.m. het waterverbruik.

Er wordt voornamelijk water verbruikt voor de sanitaire installaties.

De gegevens in onderstaande grafi ek zijn een weergave van het verbruik op basis van jaarlijkse opnames van de tellerstanden van de watermeters en vanaf 2014 van de maandelijkse opmetingen in het kader van het MBS.

Wij beschikken over maandelijkse opmetingen vanaf begin 2014 tot juli. Bij de telleropname van augustus bleek de waterteller defect, waardoor er geen opmetingen meer konden worden uitgevoerd. Er werd een raming gemaakt van het waterverbruik van 2014 op basis van de gegevens van het begin van het jaar. Op 1 juni 2015 werd een nieuwe teller geplaatst en kon een raming gemaakt worden voor het jaar 2015 op basis van het verbruik van de laatste 7 maan-den van het jaar.

Jaarlijks totaal verbruik van drinkwater - site van WB Vilvoorde in kubieke meter per voltijds equivalent

Het globale waterverbruik wordt geschat op 616 m³ in 2014, een daling met 13% t.o.v. 2013 (707 m³). Het verbruik per voltijds equivalent daalde met 10% (van 7,9 naar 7,1 m³/VTE).

Het geraamde totaalverbruik in 2015 bedroeg 641 m³. In voltijds equivalent stemt dat overeen met een verbruik van 7,4 m³/VTE.

De stijging heeft waarschijnlijk te maken met de toestand van de sanitaire installaties. Er is een vervanging voorzien in 2016.

0

2

4

Verbruik

2011 2012 2015

6

8

10

12

m3 /

VTE

2013 2014

Page 68: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

68

Overzicht leidingwaterverbruik per personeelslid (m³/VTE)

2011 2012 2013 2014 2015

HB 9,4 8,2 8,1 7,6 7,5

WB Brugge 2,0 2,6 3,3 1,4 1,5

WB Charleroi 5,9 5,2 5,6 5,4 5,6

WB Gent 4,0 4,5 4,5 4,3 3,8

WB Antwerpen 8,8 9,2 9,1 8,3 8,5

WB Kortrijk 5,8 7,0 6,7 7,2 4,1

WB La Louvière 8,5 9,0 16,4 9,6 6,2

WB Bergen 6,7 5,8 6,0 6,1 7,5

WB Oostende 11,2 11,0 11,1 10,9 10,4

WB Doornik 6,1 5,5 6,3 6,3 4,7

WB Turnhout 4,7 4,6 4,9 5,1 4,7

WB Vilvoorde 7,2 7,4 7,9 7,1 7,4

Gemiddelde 6,7 6,7 7,5 6,6 6,0

Overzicht totaal leidingwaterverbruik (m³)

2011 2012 2013 2014 2015 Streefdoel voor 2016

HB 5 638 4 903 4 833 4 368 4 188 4 150

WB Brugge 134 169 154 94 101

WB Charleroi 1 174 1 032 1 115 1 061 1 105

WB Gent 586 625 632 613 528

WB Antwerpen 1 691 1 717 1 732 1 534 1 588

WB Kortrijk 419 499 475 482 250

WB La Louvière 897 931 1 713 1 025 639

WB Bergen 691 579 588 616 744

WB Oostende 767 740 752 700 639

WB Doornik 512 452 505 490 353

WB Turnhout 515 496 515 515 490

WB Vilvoorde 636 653 707 616 641

Totaal 13 660 12 796 13 721 12 114 11 266

Page 69: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

69

5.4 PapierHoofdbestuur

In 2012 bestond het streefdoel voor het hoofdbestuur erin het verbruik van kantoorpapier per voltijds equivalent met 2% per jaar te doen dalen t.o.v. 2011.

In het kader van het actieprogramma is beslist om uitsluitend printers met een recto-versofunctie ter beschikking te stellen. Bijkomend werd onderzocht om een scanfunctie toe te voegen aan de apparaten. Zo werd beslist om bepaalde kopieermachines en printers te vervangen door multi-functionele toestellen, waarbij ook een scanfunctie is voorzien. In 2013 werden die toestellen in gebruik genomen. Het personeel wordt eveneens gesensibiliseerd om papier te besparen.

In 2015 werd het beveiligd afdrukken aan de hand van een badge geïmplementeerd.

Het papier dat in rekening wordt gebracht is het witte en gekleurde A4- en A3-papier met dikte 80g/m². Het gekleurde A3-papier wordt heel weinig gebruikt. Het witte A4-papier vertegen-woordigt 80 à 90% van het gebruikte papier.

De gegevens betreffende het papierverbruik zijn gebaseerd op een systeem van bestellingen binnen elke dienst. Dat systeem maakt het mogelijk het algemene papierverbruik van het gebouw te berekenen.

De bepaling van het papierverbruik door de Drukkerij gebeurt enigszins anders.

De Drukkerij beschikt over een database waarin voor elke job die door hen werd gedrukt/ge-print, tal van gegevens worden bijgehouden (type papier, bestemmeling, aantal vellen …). Op basis van die gegevens is het dan ook mogelijk om accuraat het verbruikte papier voor het hoofdbestuur te bepalen. Drukopdrachten die zowel voor het hoofdbestuur als voor de plaatse-lijke kantoren werden gedrukt, worden standaard voor 100% aangerekend op het hoofdbestuur. De drukopdrachten die gelieerd zijn aan de opdrachten van de RVA (werkloosheidsformulieren, mailings DISPO ...) worden niet meegeteld in het totaal.

Onderstaande grafi ek geeft de hoeveelheid van het verbruikte papier weer.

In 2012 bedroeg het papierverbruik op het hoofdbestuur 32 kilogram per voltijds equivalent of 19 183 kg in totaal. In 2013 daalde dat verder tot 28 kg/VTE of 16 736 kg in totaal.

In 2014 bedroeg het papierverbruik 29 kg/VTE, lichtjes meer dan in 2013. In totaal was het verbruik gedaald tot 16 588 kg.

Voor 2015 bestond het erin het totaal verbruik met 6% te verlagen in vergelijking met de drie voorgaande jaren.

Het papierverbruik voor 2015 bedroeg 20,5 kg/VTE, wat een daling is met 31% in vergelijking met het gemiddelde verbruik van de drie voorgaande jaren.

Page 70: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

70

De doelstelling voor 2016 is een verbruik lager dan 11 000 kg papier (-4% in vergelijking met 2015).

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site Hoofdbestuur in kg/VTE

01020

Effectief verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 71: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

71

Papierverbruik werkloosheidbureaus Het papierverbruik in de WB’s wordt in grote mate bepaald door de reglementering van de opdrachten en het fl uctuerende werkvolume. Zo was er in 2014 een nieuwe procedure inge-voerd voor de activering van jonge werkzoekenden, wat in veel WB’s tot een meerverbruik van papier heeft geleid. In deze milieuverklaring worden de cijfers weergegeven in relatie met het aantal personeelsleden. In 2015 werd het papierverbruik opgevolgd in functie van het aantal behandelde dossiers voor bepaalde WB's.

WB Brugge

Het oorspronkelijke streefdoel voor 2013 was om het globaal papierverbruik met 2% per jaar te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2012. De doelstelling werd herzien voor 2014, het gaat om het verminderen van het verbruik per VTE met 2% per jaar ten opzichte van het gemiddelde van het verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: de sensibilisering en de communicatie werden voortgezet in 2014 en in 2015.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur. Voor de jaren 2013 en 2014 en 2015, werden de stocks van het A4-papier die aan het begin en het einde van het jaar overbleven uit de bestelde hoeveelheden gehaald zodat de cijfers voor die jaren het werkelijke verbruik weergeven.

De globale hoeveelheid is gestegen van 2 760 kg in 2012 naar 2 984 kg in 2013, een stijging van 8,1%. In 2014 is het globale verbruik gedaald naar 2 931 kg, zijnde een vermindering met 6,5% ten opzichte van het gemiddelde verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013. In kg per VTE betreft het een daling van 6% (van 47,4 kg/VTE naar 44,3 kg/VTE). Het streefdoel lijkt dus behaald.

Voor 2015 is het streefdoel een verbruik per eenheid VTE dat 6% lager is dan gemiddelde verbruik van 2011, 2012 en 2013.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB Brugge in kg/VTE

In 2015 bedroeg het kantoorpapierverbruik in het bureau 41,8 kg/VTE.

Het streefdoel werd dus gehaald.

Voor 2016 zal de doelstelling erin bestaan het papierverbruik met 10% te doen dalen (in kg) in vergelijking met het verbruik van 2015.

01020

Verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 72: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

72

WB Charleroi

In 2013 had WB Charleroi als streefdoel om het globaal papierverbruik met 2% per jaar te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2012.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisatie van het personeel, verifi catie van de recto/verso-instelling, een refl ectie over de mogelijkheid de interne papierstromen en deze met de partnerorganisaties te digitaliseren, promotie van het beveiligd afdrukken, herbruikbaar papier inzamelen om kladblokken te maken.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur. Voor het jaar 2014 werd de stock van het A4-papier die begin januari overbleef uit de bestelde hoeveelheden gehaald opdat de cijfers van het verbruik dichter bij de realiteit zouden liggen.

Voor 2015 werd de stock die begin januari 2015 overbleef toegevoegd aan de bestelde hoeveel-heden en de stock die begin januari overbleef, werd eruit gehaald.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het resultaat van 2014 te evenaren of te overstijgen.

Jaarlijks totaal kantoorpapierverbruik voor de site WB Charleroi in kg/VTE

De gecorrigeerde cijfers van 2014 en 2015 moeten met voorzichtigheid worden vergeleken: de stock van begin 2014 werd niet meegeteld. Mochten we de stock van begin 2014 kunnen toevoegen aan de berekening van het papierverbruik in 2014 (zelfde berekeningswijze als voor 2015), dan zou het reële verbruik nog fors hoger liggen dan het equivalent van 1 740 000 A4-bladen dat werd opgegeven voor 2014.

Het totale verbruik voor 2015, met inbegrip van de stockcorrecties van het begin van het jaar (2015 en 2016) bedroeg 7 235 kg en het verbruik per persoon bedroeg 36,8 kg/VTE. De hoeveel-heid in equivalente A4-bladen bedraagt 1 445 500. Het streefdoel werd dus gehaald.

Voor 2016 bestaat de doelstelling erin te komen tot een verbruik van 1 000 000 equivalente A4-bladen op het jaar, wat overeenstemt met een daling van 32% in vergelijking met 2015.

01020

Verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 73: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

73

WB Gent

In 2013 had WB Gent als streefdoel een stabilisering van het verbruik per voltijds equivalent van print- en kopieerpapier t.o.v. het referentiejaar 2012.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering en communicatie.

De gegevens vermeld in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur en na correctie, rekening houdend met het papier dat begin januari van elk jaar nog in stock was.

De hoeveelheid papier verbruikt per VTE is zo gegaan van 45 kg in 2012 naar 41,6 kg in 2013 en 37,9 kg in 2014. In totale hoeveelheden, gaat het om respectievelijk 6 313 kg, 5 848 kg en 4 923 kg.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het resultaat van 2014 te evenaren of te overstijgen.

Jaarlijks totaal papierverbruik voor de site WB Gent in kg/VTE

In 2015 ging het totale papierverbruik naar 5 594 kg, wat in voltijds equivalenten overeenstemt met 40,5 kg/VTE. De doelstelling werd dus niet behaald.

De stijging van het verbruik is te wijten aan de sterke vermeerdering van het aantal dossiers tijdskrediet die moesten worden behandeld en aan een piek in het aantal gesprekken in het kader van de activering van het zoekgedrag naar werk in de eerste helft van het jaar.

WB Gent kent door de socio-economische situatie in zijn ambtsgebied een relatief hoog aantal aanvragen voor tijdskrediet. 32% van de maandelijkse betaaldossiers in 2015 betreft een dossier van werknemers die met de steun van de RVA hun arbeidstijd aanpassen. Het gemiddelde voor de WB’s waarvan de prestaties in deze milieuverklaring worden besproken is 26%.

Voor 2016 is de doelstelling een vermindering met 10% in vergelijking met het verbruik van 2015.

01020

Verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

30405060

kg/V

TE

20152014

70

Page 74: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

74

WB Antwerpen

In 2014 had WB Antwerpen als doelstelling het verminderen van het verbruik per voltijds equi-valent van kantoorpapier met 1% per jaar ten opzichte van het gemiddelde van het verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013.

Het milieuprogramma is van start gegaan in 2014 met als belangrijkste acties de sensibilisering, de opvolging van het verbruik en de communicatie, de realisatie van blokken kladpapier met de overschot van het papier, een analyse van het papierverbruik per dienst, het hergebruik van papier waarop op slechts een zijde werd afgedrukt.

De gegevens vermeld in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur en gecorrigeerd met de voorraad die in het begin van elk jaar nog aanwezig was.

We merken in 2014 een daling op van 3,9% van het papierverbruik per VTE ten opzichte van het gemiddelde van het verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013 (40,4 kg/VTE t.o.v. 42,0 kg/VTE). In jaarlijkse globale hoeveelheid is het verbruik gedaald tot 7 459 kg in 2014 ten opzichte van het gemiddelde verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013, wat op 7 987 kg lag. Het streefdoel werd dus behaald.

Het streefdoel voor 2015 bestond er in het verbruik te verminderen met 4% in vergelijking met het gemiddelde van 2011, 2012 en 2013.

Totaal kantoorpapierverbruik voor de site WB Antwerpen in kg/VTE

In 2015 bedroeg het totaalverbruik 7 205,6 kg, zijnde 38,7 kg/VTE en een daling met 7,9% in vergelijking met het gemiddelde van de jaren 2011, 2012 en 2013.

Voor 2016 zal het streefdoel erin bestaan het papierverbruik in kg/VTE van 2015 met 2% te verminderen, zijnde een maximumverbruik van 37,9 kg/VTE.

01020

Verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 75: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

75

WB Kortrijk

In 2014 had WB Kortrijk als streefdoel een stabilisering van het verbruik per voltijds equivalent van kantoorpapier t.o.v. het referentiejaar 2013.

Het milieuprogramma ging van start in 2014 met als belangrijkste acties de sensibilisering, de opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten naar het personeel toe.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur.

Voor het jaar 2014 werd de stock van het A4-papier die begin januari 2015 overbleef uit de bestelde hoeveelheden gehaald opdat de cijfers van het verbruik dichter bij de realiteit zouden liggen.

Voor 2015 werd de stock die begin januari 2015 overbleef toegevoegd aan de bestelde hoeveel-heden en de stock die begin januari 2016 overbleef, werd eruit gehaald.

Het kantoorpapierverbruik is van 21,8 kg/VTE in 2013 naar 37,1 kg/VTE in 2014 gegaan, zijnde een stijging met 70%. De globale hoeveelheid is van 1 542 kg in 2013 naar 2 486 kg in 2014 gegaan. De doelstelling werd dus niet behaald.

In het geval van het WB van Kortrijk is het duidelijk dat de bestelde hoeveelheden sterk variëren van jaar tot jaar. Ten opzichte van het gemiddelde van de twee vorige jaren (39,2 kg/VTE) was er een verbetering.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het totaal genormaliseerd verbruik met 2% te verminderen in vergelijking met 2014.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB Kortrijk in kg/VTE

In 2015 bedroeg het totale papierverbruik 2 138 kg, zijnde een daling van het totale kantoorpa-pierverbruik met 14%. In voltijds equivalent is het verbruik van 37,1 kg naar 34,8 kg/VTE gegaan.

Voor 2016 is het streefdoel een vermindering van het totale verbruik met 2% in kg (of equiva-lente A4-bladen) in vergelijking met 2015.

01020

Verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 76: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

76

WB La Louvière

In 2014 had WB La Louvière als doelstelling het behouden van het papierverbruik ten opzichte van het gemiddelde van de jaren 2011, 2012 en 2013.

Het milieuprogramma ging van start in 2014 met als belangrijkste acties de sensibilisering, de opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten naar het personeel toe.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur.

Voor het jaar 2014 werd de stock van het A4-papier die begin januari 2015 overbleef uit de bestelde hoeveelheden gehaald opdat de cijfers van het verbruik dichter bij de realiteit zouden liggen.

Voor 2015 werd de stock die begin januari 2015 overbleef, toegevoegd aan de bestelde hoeveel-heden en de stock die begin januari 2016 overbleef, werd eruit gehaald.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB La Louvière in kg/VTE

In 2014 was het verbruik per VTE 41,6 kg, zijnde een vermindering met 1,2% ten opzichte van het gemiddelde verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013 (42,1 kg/VTE).

Het streefdoel voor 2015 was het behoud van het verbruik in vergelijking met het gemiddelde van 2011, 2012 en 2013.

In 2015 bedroeg het totale kantoorpapierverbruik 4 438 kg, zijnde een verbruik per voltijds equivalent van 42,9 kg/VTE. In vergelijking met het gemiddelde van 2011, 2012 en 2013 gaat het om een stijging met 2% en de doelstelling werd dus niet behaald.

De exacte reden hiervoor is niet kunnen achterhaald worden. Na het vaststellen van de verho-ging is het verbruik met een hogere regelmaat opgevolgd, zijn de sensibilisatie-acties versterkt, en is het personeel uitgenodigd om ideeën aan te brengen voor bijkomende acties. De resultaten van deze acties kon men opmerken vanaf november 2015.

De doelstelling voor 2016 zal erin bestaan het papierverbruik met 5% te doen dalen in vergelij-king met 2015 in kg/VTE.

01020

Verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 77: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

77

WB Bergen

In 2014 had WB Bergen als streefdoel om het verbruik van het kantoorpapier per voltijds equivalent met 2% per jaar te laten dalen t.o.v. het referentiejaar 2013.

In 2014 ging het milieuprogramma van start met als belangrijkste acties de sensibilisering, de opvol-ging van het verbruik en de communicatie van de resultaten naar het personeel toe, het scannen van de bewijzen van het zoekgedrag DISPO in plaats van het kopiëren ervan en de benchmarking met het WB van La Louvière.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur.

Tot in 2015, aangezien de laatste bestelling van elk jaar (telkens 100 000 bladen) werd geplaatst in de laatste twee weken, werd die hoeveelheid telkens toegewezen aan het volgende jaar.

Voor 2015 werd de stock A4-papier die begin januari 2016 overbleef, uit de bestelde hoeveelheden gehaald.

Het globale papierverbruik is van 4 973 kg in 2013 naar 5 473 kg in 2014 gegaan. WB Bergen heeft in 2014 een stijging gekend van het aantal gevoerde gesprekken in het kader van de activering van werklozen, in het aantal aanvragen voor loopbaanonderbreking of tijdskrediet, en in het aantal aan-vragen van attesten. Dit zou de toename van het papierverbruik kunnen verklaren.

Het streefdoel voor 2015 is om het verbruik in functie van het aantal uitkeringsgerechtigden met 5% te verminderen op 2 jaar.

In 2015 bedroeg het totale kantoorpapierverbruik 3 978 kg, zijnde een verbruik van 40,2 kg/VTE.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB Bergen in kg/VTE

01020

Verbruik

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 78: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

78

Het papierverbruik werd ook berekend per sociaal uitkeringstrekker.

De cijfers daarvan worden weergegeven in de onderstaande tabel. We kunnen dus vaststellen dat het voor 2015 vastgelegde doel bereikt werd.

Jaar Hoeveelheid Totaal g papier per papier (kg) uitkeringsgerechtigden uitkeringstrekker

2011 5 284 40 245 119

2012 4 361 39 239 111

2013 4 973 37 804 132

2014 4 976 35 761 139

2015 3 978 31 949 125

Gelet op de reorganisatie van de entiteit die een andere verdeling van het werk met zich mee kan brengen, is de nieuwe doelstelling voor 2016 het behoud van het papierverbruik in absolute termen in vergelijking met 2015.

Page 79: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

79

WB Oostende

WB Oostende heeft geen formele doelstelling i.v.m. het kantoorpapierverbruik.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur.

Voor het jaar 2014 werd de stock van het A4-papier die begin januari overbleef uit de bestelde hoeveelheden gehaald opdat de cijfers van het verbruik dichter bij de realiteit zouden liggen.

Voor 2015 werd de stock die begin januari 2015 overbleef, toegevoegd aan de bestelde hoeveel-heden en de stock die begin januari 2016 overbleef, werd eruit gehaald.

Het globale papierverbruik is van 3 071 kg of 45,3 kg/VTE in 2013 naar 2 747 kg of 42,7 kg/VTE in 2014 gegaan.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB Oostende in kg/VTE

In 2015 bedroeg het totale kantoorpapierverbruik 2 573 kg, zijnde 42 kg/VTE.

WB Oostende heeft beslist om zichzelf in het kader van EMAS een nieuwe doelstelling op te leggen, namelijk de vermindering van het verbruikte kantoorpapier.

Het streefdoel voor 2016 is een daling met 10% in vergelijking met het papierverbruik in 2015 (in kg).

01020

Verbruik

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 80: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

80

WB Doornik

In 2014 had WB Doornik als doelstelling het verminderen van het papierverbruik per voltijds equivalent met 2% per jaar ten opzichte van het gemiddelde van de referentiejaren 2011, 2012 en 2013.

Het milieuprogramma ging van start in 2014 met als belangrijkste acties de sensibilisering, de opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten naar het personeel toe en het onderzoek van de papierstromen binnen alle diensten.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur.

Voor het jaar 2014 werd de stock van het A4-papier die begin januari 2015 overbleef uit de bestelde hoeveelheden gehaald opdat de cijfers van het verbruik dichter bij de realiteit zouden liggen.

Voor 2015 werd de stock die begin januari 2015 overbleef, toegevoegd aan de bestelde hoeveel-heden en de stock die begin januari 2016 overbleef, werd eruit gehaald.

Het totale papierverbruik is van 3 481 kg in 2013 naar 2 959 kg in 2014 gegaan.

Het verbruik in kg/VTE is in 2014 (37,8 kg/VTE) gedaald met 8,2% ten opzichte van het gemid-delde van het verbruik van de jaren 2011, 2012 en 2013 (41,2 kg/VTE). Het streefdoel lijkt dus behaald, maar het verbruik van 2014 zou hoger kunnen liggen vermits er geen gegevens zijn over de voorraad aan het begin van het jaar.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het papierverbruik in twee jaar tijd met 5% te doen dalen per uitkeringsgerechtigd volledig werkloze.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB Doornik in kg/VTE

01020

Verbruik

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 81: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

81

In 2015 bedroeg het totale papierverbruik 2 971 kg, zijnde een verbruik van 39,5 kg/VTE.

Het papierverbruik werd ook berekend per sociaal uitkeringstrekker en per uitkeringsgerechtigd volledig werkloze.

De cijfers daarvan worden weergegeven in de onderstaande tabel.

Jaar Totaal g papier per Hoeveelheid aantal sociaal g papier per uitkeringsgerechtigd papier (kg) uitkeringstrekkers uitkeringstrekker volledig werkloze

2011 3 481 33 061 105 208

2012 3 170 32 448 97,7 195

2013 3 481 31 419 111 215

2014 2 959 30 109 98,3 193

2015 2 971 28 375 105 216

Het verbruik bedraagt 216 kg per uitkeringsgerechtigd volledig werkloze. In vergelijking met 2014 gaat het om een stijging met 12% en de doelstelling werd dus niet behaald.

Deze toename valt te verklaren door een stijging van het aantal dossiers in het kader van de activering van het zoekgedrag naar werk.

De nieuwe doelstelling voor 2016 is een vermindering met 5% van het totale papierverbruik in vergelijking met 2015.

Page 82: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

82

WB Turnhout

In 2014 had WB Turnhout geen formele doelstelling voor zijn kantoorpapierverbruik.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur.

Voor het jaar 2014 werd de stock van het A4-papier die begin januari 2015 overbleef uit de bestelde hoeveelheden gehaald opdat de cijfers van het verbruik dichter bij de realiteit zouden liggen.

Voor 2015 werd de stock die begin januari 2015 overbleef, toegevoegd aan de bestelde hoeveel-heden en de stock die begin januari 2016 overbleef, werd eruit gehaald.

Gelet op de toename van het verbruik in 2014 heeft het WB zichzelf een doelstelling opgelegd inzake papierverbruik. Het is de bedoeling om het totaalverbruik te verminderen met 2% in vergelijking met het gemiddelde van de drie voorgaande jaren. Hiertoe werd vooral ingezet op sensibilisatie.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB Turnhout in kg/VTE

Het totale papierverbruik in 2015 bedroeg 3 956 kg, zijnde een daling met 5% in vergelijking met het verbruik van 2014, maar de doelstelling van 2015 werd niet behaald.

In voltijds equivalenten is het verbruik van 41,1 kg naar 38,2 kg/VTE gegaan, wat een verbetering is in vergelijking met 2014, maar geen daling ten opzichte van het gemiddelde van het verbruik van de laatste 3 jaar. Dat is allicht te wijten aan de stijging van het aantal dossiers tijdskrediet. WB Turnhout kent door de socio-economische situatie in zijn ambtsgebied een relatief hoog aantal aanvragen voor tijdskrediet. 32% van de maandelijkse betaaldossiers in 2017 betreft een dossier van werknemers die met de steun van de RVA hun arbeidstijd aanpassen. Het gemiddelde voor de WB’s waarvan de prestaties in deze milieuverklaring worden besproken is 26%.

De doelstelling voor 2016 zal erin bestaan het papierverbruik met 10% te doen dalen in verge-lijking met 2015 (in kg). Dit door het verderzetten van de sensibilisatie en het korter opvolgen van het verbruik door een maandelijkse opname van de tellerstanden van de afdrukapparaten.

01020

Verbruik

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Doelstelling 2015

Page 83: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

83

WB Vilvoorde

WB Vilvoorde had in 2014 als streefdoel een stabilisering van het kantoorpapierverbruik t.o.v. het referentiejaar 2013.

Het milieuprogramma ging van start in 2014 met als belangrijkste acties de sensibilisering, de opvolging van het verbruik en de communicatie van de resultaten naar het personeel toe.

De gegevens weergegeven in de grafi ek zijn gebaseerd op de hoeveelheid papier besteld via het hoofdbestuur.

Voor het jaar 2014 werd de stock van het A4-papier die begin januari overbleef uit de bestelde hoeveelheden gehaald opdat de cijfers van het verbruik dichter bij de realiteit zouden liggen.

Voor 2015 werd de stock die begin januari 2015 overbleef, toegevoegd aan de bestelde hoeveel-heden en de stock die begin januari 2016 overbleef, werd eruit gehaald.

Het papierverbruik per voltijds equivalent is van 57,2 kg in 2013 naar 46,5 kg in 2014 gegaan, zijnde een daling van 18,6%. Het totale verbruik was 5 097 kg in 2013 en 4 065 kg in 2014. De doelstelling lijkt dus bereikt.

Voor 2015 was het streefdoel een stabilisatie van het verbruik ten opzichte van het verbruik van 2014.

Totaal verbruik kantoorpapier voor de site WB Vivoorde in kg/VTE

Het totale papierverbruik in 2015 bedroeg 4 413 kg, zijnde een stijging met 8,6% in vergelijking met het verbruik van 2014.

In voltijds equivalenten is dat een stijging met 9,5% (46,5 kg/VTE in 2014 en 51 kg/VTE in 2015). Die stijging is allicht te wijten aan de aanzienlijke stijging van het aantal dossiers tijdskrediet. WB Vilvoorde kent door de socio-economische situatie in zijn ambtsgebied een relatief hoog aantal aanvragen voor tijdskrediet. 40% van de maandelijkse betaaldossiers in 2015 betreft een dossier van werknemers die met de steun van de RVA hun arbeidstijd aanpassen (waarvan het grootste deel dossiers tijdskrediet). Het gemiddelde voor de WB’s waarvan de prestaties in deze milieuverklaring worden besproken is 26%.

De doelstelling voor 2016 zal erin bestaan het papierverbruik met 10% te doen dalen in verge-lijking met 2015.

01020

Verbruik Doelstelling 2015

2012 20132011

3040506070

kg/V

TE

20152014

Page 84: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

84

Overzicht papierverbruik per personeelslid (kg/VTE)

2011 2012 2013 2014 2015 Streefdoel voor 2016

HB 35,2 32,1 28,0 28,8 20,5 /

WB Brugge 54,7 42,2 45,4 44,3 41,8 /

WB Charleroi 48,5 45,3 40,3 43,7 36,5 /

WB Gent 41,9 45,0 41,6 37,9 40,5 /

WB Antwerpen 45,1 38,9 42,0 40,4 38,7 37,9

WB Kortrijk 20,8 56,6 21,8 37,1 34,8 /

WB La Louvière 43,8 37,8 44,7 41,6 43,0 40,9

WB Bergen 46,4 43,4 50,5 49,3 40,2 /

WB Oostende 38,7 32,8 45,3 42,7 42,0 /

WB Doornik 41,5 38,7 43,3 37,8 39,5 /

WB Turnhout 40,7 33,1 33,3 41,1 38,2 /

WB Vilvoorde 54,0 46,8 57,2 46,5 51,0 /

Moyenne 42,6 41,0 41,1 41,3 39,8 /

Overzicht papierverbruik in equivalente A4-bladen

Streefdoel 2011 2012 2013 2014 2015 voor 2016

HB 4 241 500 3 857 625 3 365 426 3 335 757 2 307 047 2 200 000

WB Brugge 730 000 555 000 600 000 589 500 558 500 502 650

WB Charleroi 1 950 000 1 805 000 1 418 500 1 740 000 1 443 500 1 000 000

WB Gent 1 220 000 1 269 500 1 176 000 1 090 000 1 125 000 1 012 500

WB Antwerpen 1 750 000 1 855 000 1 400 000 1 500 000 1 417 500 /

WB Kortrijk 300 000 813 500 310 000 500 000 430 000 421 400

WB La Louvière 930 000 789 000 938 500 895 000 892 500 /

WB Bergen 1 062 500 877 000 1 000 000 1 000 500 800 000 800 000

WB Oostende 535 000 442 500 617 500 552 500 517 500 465 750

WB Doornik 700 000 637 500 700 000 595 000 597 500 550 000

WB Turnhout 901 000 711 000 701 500 750 167 795 500 715 990

WB Vilvoorde 965 000 827 500 1 025 000 817 500 887 500 798 750

Totaal 15 285 000 14 440 125 13 252 426 13 365 924 11 772 047

De RVA koopt zijn wit A4- en A3-papier via het kadercontract FOR-CMS dat zelf het beleid van duurzame ontwikkeling toepast bij overheidsopdrachten voor leveringen.

De prijsaanvraag of het bestek voor de aankoop van gekleurd papier bevat de volgende technische specifi catie: 'Het papier zal in elk geval ECF (elementary chlorine free) zijn, dat wil zeggen gebleekt zonder chloorgas. TCF-papier (totally chlorine free) wordt ook aanvaard.'

Voor de procedures via offerteaanvraag, vormt de oorsprong van de vezels (gerecycleerd, FSC of PEFC) een gunningscriterium.

Page 85: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

85

5.5 AfvalHoofdbestuur

Het streefdoel in 2012 was een jaarlijkse daling van het restafval met 50 000 liter per jaar, wat overeenkomt met een daling van 45 containers van 1 100 liter.

Er is een procedure ingevoerd om het systeem van afval sorteren te optimaliseren, waarmee de RVA heeft geanticipeerd op wetgeving die in 2013 van kracht wordt. Verder werd er ook de aparte inzameling van gebruikte batterijen en piepschuim van verpakkingsmateriaal geregeld. Er werden ook herbruikbare batterijen en opladers aangekocht, om zo het aantal gewone bat-terijen te verminderen. Het implementeren van een register van gevaarlijk afval (verplicht) maar ook van het andere afval, maakt het mogelijk om de evolutie van het afval beter op te volgen.

Wat de periode betreft voor de implementatie van het MBS kon er slechts een raming worden gemaakt wat de hoeveelheid afval van het HB betreft. Aangezien de telling niet voldoende gedefi nieerd en regelmatig was, heeft de implementatie van het MBS ervoor gezorgd dat een meer systematisch meetsysteem kon worden ingevoerd. Dat systeem werd begin 2012 ingevoerd op het HB om volledige cijfers te hebben over de afvalcontainers die de site verlaten.

Het naburige "HOSPI"-gebouw, waar de RVA 3 verdiepingen huurt en waar zich verschillende directies bevinden, heeft hier een zekere impact. Het papierafval en het PMD worden immers verzameld en naar de site van het toepassingsgebied gebracht.

Daarom houden we rekening met 810 VTE en geen 559.

Het organisch afval van het restaurant van de site wordt getransporteerd naar een vergisting-sinstallatie waar het wordt omgezet in biogas.

De fi rma die het afval ophaalt, weegt de buitengaande containers niet. Het volume werd be-paald door het aantal opgehaalde containers te vermenigvuldigen met de nominale inhoud. Dat geeft aanleiding tot overschattingen omdat de containers vaak niet helemaal gevuld zijn.

De gegevens uit onderstaande grafi eken stemmen overeen met de hoeveelheid containers die in 2012, 2013, 2014 en in 2015 werden genoteerd. De RVA heeft moeten vaststellen dat het oorspronkelijke streefdoel wellicht te ambitieus was en bovendien gebaseerd was op een over-schatting van de beginsituatie die fors hoger lag dan de werkelijke hoeveelheden. Het streefdoel voor 2014 wordt aangepast naar 572 000 liter restafval. Dat streefdoel werd behaald met een totaalresultaat van 563 000 liter restafval.

Voor 2015 is het streefdoel op 560 000 liter restafval bepaald.

Eind 2014 werden de individuele vuilnisbakken in de bureaus weggehaald en vervangen door collectieve vuilnisbakken (restafval en PMD) die op strategische plaatsen in de gangen werden gezet.

In 2015 werd de selectieve sortering uitgebreid naar plastieken verpakkingen van logistieke activiteiten (leveringen op paletten, zoals papier, informaticatoestellen ...).

Er werden coffeecorners ingericht met automaten voor warme en koude dranken. Er worden tassen en glazen voorzien voor de gebruikers ter vervanging van wegwerpbekertjes.

Het resultaat voor 2015 was 470 250 liter restafval, zijnde een daling van 16%.

Page 86: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

86

Afval op de site van het HB in liter

Wat het papier betreft, komt de hoeveelheid papierafval neer op 92 680 kg voor 2012, wat gelijk is aan 114 kg/VTE Voor 2013 is dat 90 640 kg in totaal, zijnde 113 kg/VTE. Voor 2014 is dit 87 120 kg in totaal, zijnde 111 kg/VTE.

Voor 2015 wordt de totale hoeveelheid papierafval geraamd op 86 110 kg (geraamd, want geen factuur met het exacte gewicht van april), zijnde 106 kg/VTE.

De RVA moet zich ook ontdoen van gevaarlijk afval.

Om geen te grote hoeveelheid van dat afval te stockeren, doet de RVA regelmatig een beroep op een erkende onderneming om het volgens de geldende reglementering te laten verwijderen.

In 2011 werd 3 244 kg gevaarlijk afval opgehaald. Het gaat om toners en om inktpatronen (1 699 kg), verf en inkt, afval bevuild met inkt en gevaarlijke producten, ontwikkelings- en fi xeerafval (producten van de drukkerij), neon- en andere lampen en verpakkingen van gevaar-lijke producten. Dat afval is ook afkomstig van de andere gebouwen van de RVA en wordt in het hoofdbestuur opgehaald door erkende verwijderaars.

In 2012 werd er 4 718 kg gevaarlijk afval opgehaald.

Voor 2013 was dat 4 468 kg. Daarnaast werd er nog informaticamateriaal verwijderd (afge-dankte elektrische en elektronische apparaten): 438 computers, 422 harde schijven en 406 kg divers materiaal.

In 2014 werd 4 564 kg gevaarlijk afval verwijderd. Bovendien werden er ook batterijen verwijderd (65 kg), net als informaticamateriaal, computers, harde schijven en divers materiaal voor 19 311 kg. In 2014 werden de desktops vervangen door laptops in alle sites van de RVA. Er werd ook overgegaan tot een vernieuwing van het printerbestand. Dat verklaart de grote hoe-veelheid afgevoerd informaticamateriaal.

In 2015 werd 5 438 kg gevaarlijk afval verwijderd. Bovendien werden er ook batterijen verwijderd (226 kg), net als informaticamateriaal en divers materiaal voor 6 934 kg.

De doelstelling voor 2016 zal een maximum van 460 000 liter restafval zijn zijnde een vermin-dering van 4,2% in vergelijking van 2015.

0

100 000

200 000

Restafval Streefdoel 2015: restafval

2012 2013

300 000

400 000

500 000

600 000

700 000

800 000

Afva

l in

L

2014 2015

Streefdoel 2016: restafval

Keukenafval

Glas

PMD

Page 87: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

87

WB Brugge

WB Brugge heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Uiteraard wordt ervoor gewaakt dat de wettelijke bepalingen gevolgd worden onder meer door het personeel te sensibiliseren het afval correct te scheiden.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, karton en papier.

In de loop van 2013 werd begonnen met de maandelijkse registratie van de buitengezette vuil-niszakken voor restafval en PMD. Daardoor is er voor 2013 geen volledig beeld van de hoeveelheid restafval en PMD.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal zakken zakken Papierafval Papierafval restafval PMD (kg) (kg/VTE)

2014 193 49 4 318 65,3

2015 145 49 4 764 71,7

WB Charleroi

In 2013 had WB Charleroi als streefdoel om de hoeveelheid restafval met 2% per jaar te laten dalen t.o.v. de veronderstelde uitgangssituatie van 2 containers van 1 100 liter per week in 2012.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, karton en papier.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel en verbetering van de inzameling van verschillende afvalstromen.

In 2013 is er een status quo voor het restafval waargenomen: er werden 2 containers per week meegegeven met de ophaler. Vanaf 2014 worden de hoeveelheden nauwkeuriger worden opge-volgd, door te registreren in hoeverre de containers gevuld zijn.

In 2014 werd berekend of de afvalcontainers voor het restafval volledig gevuld waren, ¼, ½ of ¾. Voor januari hebben we ons gebaseerd op een raming van 2 containers per week.

De doelstelling voor 2015 was het verminderen van het aantal containers tot 80, het resultaat voor 2015 was 79 containers.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal Aantal containers containers containers Papierafval Papierafval restafval PMD karton (kg) (kg/VTE)

2014 81,25 20,25 20,75 16 948 85,6

2015 79 21 22,75 22 744 115

De doelstelling voor 2016 zal erin bestaan het aantal containers verder te verminderen tot 70.

Page 88: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

88

WB Gent

In 2013 had WB Gent als streefdoel een stabilisering van de productie van restafval t.o.v. het referentiejaar 2012.

In 2013 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: sensibilisering van het personeel en verbetering van de inzameling van verschillende afvalstromen.

Volgens de inzamelaar is er in 2012 112,8 m³ restafval opgehaald. In 2013 was dit 108,46 m³.

In 2014 werd berekend of de afvalcontainers voor het restafval volledig gevuld waren, ¼, ½ of ¾.

Het streefdoel voor 2015 bestond erin het resultaat van 2014 te overstijgen.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal Aantal Aantal Afval containers containers containers containers vertrouwelijk Papier- restafval PMD keuken- papier/karton papier afval (1000L) (770L) afval (240L) (kg) (kg/VTE)

2014 94,75 21,25 13 41 8 990 62,9

2015 84,8 18,5 10,25 44,75 10 627 77,0

De doelstelling voor 2015 betreffende het aantal afvalcontainers restafval is behaald.

De doelstelling voor 2016 zal erin bestaan de hoeveelheid restafval te doen verminderen met 2% in vergelijking met 2015.

WB Antwerpen

WB Antwerpen heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Het personeel wordt weliswaar gesensibiliseerd voor het sorteren van afval.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, karton en papier.

De containers met restafval en PMD werden geregistreerd vanaf januari 2014.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal Afval containers containers vertrouwelijk restafval PMD papier Papierafval (240L) (1100L) (kg) (kg/VTE)

2014 364 24 14 869 80,5

2015 352 22 16 762 90,0

Page 89: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

89

WB Kortrijk

WB Kortrijk heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Het personeel wordt weliswaar gesensibiliseerd voor het sorteren van afval.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, karton en papier.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal Afval containers containers vertrouwelijk Papierafval restafval PMD papier (kg) (kg/VTE)

2014 48 76 5417 81,0

2015 48 85 5322 86,5

WB La Louvière

WB La Louvière heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Het personeel wordt weliswaar gesensibiliseerd voor het sorteren van afval.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, karton en papier.

De opgehaalde containers worden geregistreerd sinds januari 2014. Dankzij het selectiever sor-teren, werden sinds 1 juli de 2 containers van 1 100 liter restafval vervangen door een container van 1 100 liter en een van 770 liter.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Gewicht van Aantal Aantal Aantal het vertrouwelijk containers zakken containers papier Papierafval restafval PMD PMD (kg) (kg/VTE) 240L (660L (voor april vanaf en mei 15 juni 1 100L 770L 2015) 2015)

2014 58 20 120 10 777 100,7

2015 50 29 26 2 11 10 393 100,6

De hoeveelheid opgehaald papierafval werd berekend op basis van 11 maanden (we beschikken niet over de cijfers van de maand november).

Voor 2015 werd de opgehaalde hoeveelheid papier geraamd op basis van 10 maanden (geen cijfers voor juli en november).

Page 90: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

90

WB Bergen

Voor 2014 was de doelstelling van WB Bergen een daling van de hoeveelheid restafval met 2% per jaar ten opzichte van de beginsituatie die werd geraamd op 2 containers van 1 100 liter per week.

In 2014 is het milieuprogramma van start gegaan met als belangrijkste acties: de sensibilisering van het personeel, de aankoop van vuilbakken die beter zijn aangepast voor het sorteren van afval, het composteren van afval van fruit en rauwe groenten van de keuken.

Het aantal containers restafval dat werd verwijderd in 2014 bedroeg 76, zijnde een gemiddelde van 1,46 containers per week ten opzichte van de beginsituatie van 2 containers per week. Het streefdoel voor 2015 was het verminderen van het restafval met 5% in twee jaar tijd.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal containers

restafval (1100 l)

Aantal zakken

PMD Aantal containers PMD

Gewicht van het

vertrouwelijk papier (kg)

Papierafval (kg/VTE)

240 l (vanaf

april 2015)

770 l (vanaf

september 2015)

2014 76 247 7 688 76,22015 49 57 32 6 10 376 105

In 2015 werd een daling van 35% vastgesteld in containers met restafval. De doelstelling werd bereikt.

Voor 2016 zal de doelstelling een vermindering zijn met 5% van de hoeveelheid restafval.

WB Oostende

WB Oostende heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Het personeel wordt weliswaar gesensibiliseerd voor het sorteren van afval.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, karton en papier.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal Afval zakken zakken vertrouwelijk Papierafval restafval PMD papier (kg) (kg/VTE)

2014 480 49 5 646 87,8

2015 483 70 6 582 105

Page 91: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

91

WB Doornik

WB Doornik heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Het personeel wordt weliswaar gesensibiliseerd voor het sorteren van afval.

Aangezien de cijfers voor januari 2014 niet beschikbaar zijn, werd het restafval geraamd op 1 container per week en de PMD-zakken op 1 zak om de twee weken.

Wat het afval van vertrouwelijk papier betreft, hebben we in 2014 nog niet alle attesten ontvan-gen van de fi rma die het papier ophaalt. We kunnen een raming doen op basis van 9 maanden.

Voor 2015 hebben we geen attest ontvangen voor augustus en is er geen ophaling geweest in november.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal Aantal PMD (240L Afval containers zakken vanaf vertrouwelijk Papierafval restafval PMD april 2015) papier (kg) (kg/VTE)

2014 52 43 9 950 127

2015 50 19 15 10 264 136

WB Turnhout

WB Turnhout heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Het personeel wordt weliswaar gesensibiliseerd voor het sorteren van afval.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, groenafval, karton en papier.

Aangezien het aantal opgehaalde containers (1100 liter) in januari niet gekend is, werd een raming gemaakt op basis van een container per week. Sinds april 2014 wordt groenafval opge-haald.

Wat het papierafval betreft, hebben we nog niet alle attesten ontvangen van de fi rma die het papier ophaalt. We kunnen een raming doen op basis van 8 maanden.

Voor 2015 hebben we geen attest ontvangen van de fi rma die het papier ophaalt, maar op basis van de ophalingsbonnen van 7 maanden op 12 kunnen we de hoeveelheid opgehaald papier schatten.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Aantal Aantal containers Aantal groene Afval restafval zakken bakken vertrouwelijk Papierafval (1100l) PMD GFT papier (kg) (kg/VTE)

2014 45 48 15 8 443 83,2

2015 45 49 21 7 135 68,9

Page 92: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

92

WB Vilvoorde

WB Vilvoorde heeft geen formele doelstelling i.v.m. het afvalbeheer.

Het personeel wordt weliswaar gesensibiliseerd voor het sorteren van afval.

De belangrijkste afvalstromen naast restafval zijn PMD, karton en papier.

Wat het papierafval betreft, hebben we het attest van de maand december 2014 nog niet ontvan-gen van de fi rma die het papier ophaalt. We kunnen een raming doen op basis van 11 maanden. In 2015 hebben we het attest van juli niet ontvangen. Op basis van de ontvangen attesten en de ophalingsbonnen van de laatste 2 maanden van het jaar (nieuwe fi rma) wordt het gewicht van het papier geraamd.

In de onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van de hoeveelheid afval vanaf 2014.

Afval Aantal Aantal vertrouwelijk containers zakken papier Papierafval restafval PMD (kg) (kg/VTE)

2014 51 46 9 437 108

2015 48 28 8 952 103

Page 93: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

93

5.6 Mobiliteit

Hoofdbestuur

Het eerste streefdoel inzake mobiliteit is een status quo in het aantal verplaatsingen voor woon-werkverkeer met duurzame transportmiddelen.

Die doelstelling kan worden verklaard door het feit dat wanneer de doelstellingen in 2011 wer-den vastgelegd, ongeveer 90% van de verplaatsingen al via de duurzame transportmiddelen gebeurden (openbaar vervoer of fi ets).

Voor het woon-werkverkeer worden de kosten voor het openbaar vervoer (NMBS, MIVB, TEC of De Lijn) volledig terugbetaald (individueel jaarabonnement) en er wordt een fi etsvergoeding voorzien. Bijgevolg maakt de overgrote meerderheid van de medewerkers de woon-werkver-plaatsing op een duurzame manier.

De dienstverplaatsingen die met het openbaar vervoer of met de eigen fi ets gebeuren, worden ook vergoed.

Het actieprogramma voorziet in de sensibilisatie voor duurzame verplaatsingswijzen, zowel voor dienstverplaatsingen als voor privé-verplaatsingen tijdens pauzes. Zo heeft de RVA een huur- en onderhoudscontract voor 2 dienstfi etsen afgesloten die ter beschikking worden gesteld aan het personeel voor dergelijke verplaatsingen. Ook werd plaats vrijgemaakt en een fi etsenrek aange-kocht, zodat het personeel veilig hun (privé)fi etsen kunnen plaatsen.

Een plan, in het kader van de pollutiepieken, werd eveneens opgemaakt en meegedeeld aan het personeel.

Procentuele verdeling vervoerswijze hoofdverplaatsing

2011 2014

De grafi ek geeft het aandeel weer van de belangrijkste vervoerswijzen gebruikt voor de woon-werkverplaatsingen. De gegevens werden verzameld door de directie HRM in het kader van het opstellen van het bedrijfsvervoerplan. Een dergelijk plan is een verplichting voor grote organi-saties in het Brussels Gewest.

De gegevens beslaan het HB en HOSPI aangezien de 2 sites minder dan 500 m uit elkaar liggen. Het gaat om 794 personen.

In 2011 gebeurden 90,4% van de verplaatsingen voor het woon-werkverkeer met duurzame transportmiddelen.

In 2014 waren het 92,7% van de verplaatsingen voor het woon-werkverkeer die met duurzame transportmiddelen gebeurden.

trein

tram, bus of metro

fi ets

wagen

13,8 9,6

76,3

0,314,23 7,93

77,71

0,13

Page 94: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

94

De doelstelling werd dus bereikt.

Er werd een nieuwe doelstelling aangenomen waarmee het behoud van de verhouding duurzame vervoersmiddelen voor de woon-werktrajecten wordt nagestreefd, op basis van de resultaten van het volgende bedrijfsvervoerplan dat moet worden opgemaakt in 2017.

Het tweede streefdoel inzake mobiliteit is het verhogen van de brandstofeffi ciëntie van de dienstvoertuigen voor verplaatsingen van personen met 3% per jaar.

De dienst Vervoer van het HB beschikt, voor het vervoer van personen, over 2 minibussen, 3 breaks en 4 voertuigen type sedan.

Het algemene rendement wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers (telkens geregistreerd op het einde van de maand) en het theoretische verbruik tijdens het jaar. Dat verbruik is het product van het gemiddelde van de individuele rendementen en de afgelegde kilometers. Het algemeen rendement kan verbeteren door de voertuigen met het beste rende-ment het meest te gebruiken.

De gegevens zijn afkomstig van de brandstoffacturen waarop de kilometerstanden zijn aange-geven bij elke tankbeurt.

Algemeen rendement van de voertuigen voor verplaatsingen van personen

In 2014 was het algemeen rendement 5,9 l/100km. Het streefdoel voor 2014 was 5,94 l/100 km. De doelstelling werd dus bereikt.

Voor 2015 was het streefdoel dit prestatieniveau aan te houden. In 2015 was het algemeen rendement 6,19 l/100 km, dus een stijging met 4,4% in vergelijking met die van 2014.

De RVA heeft beslist om het streefdoel inzake het verbruik van de voertuigen niet meer te behouden, aangezien het belang ervan duidelijk minder hoog is dan de andere indicatoren. Hij zal echter het verbruik wel nog blijven monitoren.

WB’s Brugge, Charleroi en Gent, Antwerpen, Kortrijk, La Louvière, Bergen, Oostende, Doornik, Turnhout, Vilvoorde

Die WB’s hebben geen formele doelstellingen in verband met de mobiliteit. Het rapporteren over de mobiliteit is niet verplicht door de EMAS-verordening. Informatie over de woon-werkver-plaatsingen van de betrokken vestigingen is evenwel op aanvraag beschikbaar.

0

1

2

Rendement Doelstelling 2015

2011 2012 2014

3

4

5

6

7

rend

emen

t l/1

00km

2013 2015

Page 95: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

95

5.7 BiodiversiteitVolgens de richtlijnen van de EMAS-verordening werd de invloed op de biodiversiteit nagegaan. Die invloed kan zich, wat ons betreft, vertalen door de manier waarop de bodem wordt gebruikt, met name door de bebouwde oppervlakte te vermelden. Omdat een bebouwd oppervlak niet-waterdoorlatend is, kan ze dus aan geen enkele plantensoort plaats bieden en bevordert het dus de biodiversiteit niet.HoofdbestuurHet hoofdbestuur is voor 100% bebouwd.Gezien de ligging van het hoofdbestuur zijn acties betreffende de "zichtbare" biodiversiteit moeilijk te ondernemen. Toch kunnen bepaalde handelingen een onrechtstreekse impact hebben op de biodiversiteit zoals de keuze van de vezels voor het papier of het hout of de keuze van de voedingsmiddelen van de dienst Mess en Kantine. Het is niettemin moeilijk, zelfs onmogelijk, om die impact te bepalen en in cijfers uit te drukken.WB BruggeHet terrein van WB Brugge is voor 60% bebouwd (gebouw + parking).Het gebouw is omringd door een groene strook met gras, heesters en een aantal bomen.WB CharleroiHet terrein van WB Charleroi is voor 100% bebouwd.WB GentHet terrein van WB Gent is voor 60% bebouwd ( gebouw + parking).Een deel van het dak van het gebouw is een groendak. Er staan bomen op het terrein en er is een buffergracht gegraven die het regenwater laat insijpelen in de ondergrond.WB AntwerpenHet terrein van WB Antwerpen is voor 99,5% bebouwd. Er staan enkele bomen op de parking. WB KortrijkHet terrein van WB Kortrijk is voor 78% bebouwd. De niet-bebouwde oppervlakte wordt inge-nomen door een siertuin en gazon. WB La LouvièreHet terrein van WB La Louvière is voor 65% bebouwd (gebouw + parking).Het gebouw is omringd door een groene strook met gras, heesters en een aantal bomen.WB BergenHet terrein van WB Bergen is voor 65% bebouwd (gebouw + interne wegenis). Naast het gebouw ligt een parking met doorlatende bodem met een aantal bomen en aan een kant afgeboord met heesters.WB OostendeHet terrein van WB Oostende is voor 100% bebouwd.WB DoornikHet terrein van WB Doornik is voor 95% bebouwd.Het gebouw is omringd door een groene strook met gras, heesters en een aantal bomen.WB TurnhoutHet terrein van WB Turnhout is voor 97% bebouwd. Op de parking zijn een paar plantsoenen. WB VilvoordeHet terrein van WB Vilvoorde is voor 98% bebouwd. De parking is afgeboord met een groene strook.

Page 96: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

96

5.9 EmissiesDe RVA heeft een systeem ingevoerd voor de preventie van bodemverontreiniging.

De hoofddoelstelling is om de toegelaten hoeveelheden van gevaarlijke producten en vloeistoffen niet te overschrijden, conform onze milieuvergunning.

In de WB’s werd er nagegaan of de opslag van gevaarlijke producten moet gemeld worden aan de overheid. De WB’s in Vlaanderen deden dat, aangezien een melding verplicht is vanaf 50 liter. In de Waalse WB’s bleven de hoeveelheden onder de drempels die een melding aan de overheid verplichten.

5.9.A. Uitstoot van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) voor de drukkerij

De RVA heeft een inventaris gemaakt van de producten van de Drukkerij die vluchtige organi-sche stoffen verspreiden. Het gaat voornamelijk om isopropylalcohol en inkt. Het percentage VOS kan worden teruggevonden op de fi ches met veiligheidsgegevens van elk product. Op basis van de gebruikte hoeveelheden van die producten kan de emissie van vluchtige organische stoffen berekend worden.

Emissie VOS drukkerij (kg)

2010 761

2011 505

2012 608

2013 493

2014 447

2015 360

5.9.B Uitstoot van broeikasgassen

Door hun dagelijkse activiteiten, stoten het HB en de WB’s broeikasgassen uit.

Met behulp van onderstaande conversiefactoren werd de uitgestoten hoeveelheid CO2, gerelateerd aan het energieverbruik, berekend. Zowel de directe uitstoot, ten gevolge van de verbranding van stookolie en aardgas ter plaatse, als de indirecte uitstoot die gelinkt is aan de opwekking van de verbruikte elektriciteit, werden berekend.

Page 97: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

97

Conversiefactoren broeikasgasuitstoot in CO2-equivalent per eenheid van energie. De factor voor de groene elektriciteit varieert volgens de samenstelling ervan (wind, water, biomassa).

Energiebron Conversie-foctor

(kgCO2-eq./kWh)

Referenties

Stookolie 0,306 Ministerieel Besluit van 24.07.2008 tot vaststelling van de energetische hypothesen te gebruiken bij het uitvoeren van de haal-baarheidsstudies – Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Aardgas 0,217Standaardelektriciteit 0,395

Groene elektriciteit 2010 0,081 www.CO2emissiefactoren.nl – Initiatief van Milieu Centraal, Stichting Stimular, Connekt, SKAO en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu van Nederland

Groene elektriciteit 2011 - 2012 0,060Groene elektriciteit 2013 - 2014 0,085Groene elektriciteit 2015 0,130

Hoofdbestuur

Tabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Stookolie Aardgas ElektriciteitJaar Verbruik

(kWh)Emissies

(T eq. CO2)Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2012 1 598 115 438,5 30 134 6,5 2 279 060 192,72013 1 604 522 491,0 30 933 6,7 2 259 038 191,02014 1 196 531 366,1 28 158 6,1 2 062 782 174,42015 1 423 618 435,63 26 404 5,7 1 869 059 242,9

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(stookolie en gas)

Directe en indirecte uitstoot (stookolie, gas en elektriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemerT eq. CO2/VTE

2012 495,6 0,83 688,2 1,152013 497,7 0,84 688,7 1,162014 372,2 0,65 546,6 0,952015 441,4 0,79 684,1 1,22

Page 98: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

98

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site van het HB - stookolie en aardgasTo

n CO

2/VT

E

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

1,3

1,4

1,5

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site van het HB - stookolie, aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 99: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

99

WB BruggeTabel verbruik energie en CO2-uitstoot

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 166 153 36,1 87 252 5,232012 194 537 42,2 99 042 6,012013 214 331 46,5 81 036 6,852014 147 804 32,1 67 647 5,722015 119 544 25,9 59 751 7,75

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 36,1 0,54 41,3 0,622012 42,2 0,64 48,2 0,742013 46,5 0,71 53,4 0,812014 32,1 0,48 37,8 0,572015 25,9 0,39 33,7 0,51

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Brugge - aardgas

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 100: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

100

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Brugge - aardgas en elektriciteit

WB CharleroiTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 437 091 94,8 261 550 15,692012 567 958 123,2 258 027 15,602013 612 738 133,0 227 910 19,272014 405 869 88,1 213 394 18,042015 485 278 105,3 212 115 27,52

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 94,8 0,47 110,5 0,55

2012 123,2 0,62 138,8 0,70

2013 133,0 0,67 152,2 0,77

2014 88,07 0,44 106,1 0,542015 105,3 0,53 132,8 0,67

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 101: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

101

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Charleroi - aardgas

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Charleroi - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 102: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

102

WB GentTo

n CO

2/VT

E

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Tabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 153 721 33,4 265 409 15,92012 178 571 38,7 276 156 16,72013 218 798 47,5 254 584 21,52014 150 115 32,6 212 335 17,92015 170 818 37,1 202 348 26,3

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 33,4 0,23 49,3 0,342012 38,8 0,28 55,4 0,392013 47,5 0,34 69,0 0,492014 32,6 0,23 50,5 0,352015 37,1 0,27 63,3 0,46

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Gent - aardgas

Page 103: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

103

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Gent - aardgas en elektriciteitTo

n CO

2/VT

E

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

WB AntwerpenTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Stookolie Aardgas ElektriciteitJaar Verbruik

(kWh)Emissies

(T eq. CO2)Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 182 653 55,9 14 027 3,0 182 769 1,92012 216 518 66,3 17 760 3,9 191 210 11,62013 237 136 72,6 17 461 3,8 195 196 16,52014 173 716 53,2 18 420 4,0 164 524 13,92015 173 944 53,2 77 023 16,4 158 240 20,5

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 58,9 0,31 69,9 0,362012 70,1 0,38 81,7 0,442013 76,4 0,40 92,9 0,492014 57,2 0,31 71,1 0,382015 69,9 0,38 90,5 0,49

Page 104: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

104

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Antwerpen - stookolie en aardgasTo

n CO

2/VT

E

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Antwerpen - stookolie, aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 105: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

105

WB KortrijkTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 257 336 55,8 118 867 7,12012 227 237 49,3 113 261 6,82013 318 759 69,2 108 272 9,12014 181 142 39,3 96 650 8,22015 184 693 40,1 84 560 10,9

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 55,8 0,88 55,8 0,782012 49,3 0,79 49,3 0,692013 69,2 1,11 69,2 0,982014 39,3 0,71 39,3 0,592015 40,1 0,65 51,1 0,83

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Kortrijk - aardgas

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 106: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

106

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Kortrijk - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

WB La LouvièreTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 259 717 56,3 116 486 7,02012 283 514 61,5 105 686 6,42013 325 641 70,7 120 936 10,22014 208 624 45,3 116 672 9,92015 244 724 53,1 104 077 13,5

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 56,4 0,53 63,3 0,602012 61,5 0,59 67,9 0,652013 70,7 0,68 80,9 0,782014 45,2 0,42 55,1 0,522015 53,1 0,51 66,6 0,64

Page 107: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

107

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB La Louvière - aardgasTo

n CO

2/VT

E

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB La Louvière - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 108: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

108

WB BergenTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 184 880 40,1 108 090 6,52012 226 989 49,2 102 959 6,22013 225 132 48,8 100 940 8,52014 150 063 32,6 99 420 8,42015 182 793 39,7 95 530 12,4

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 40,1 0,39 46,6 0,452012 49,3 0,49 55,5 0,552013 48,9 0,50 57,4 0,582014 32,6 0,32 41,0 0,412015 39,7 0,40 52,1 0,53

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Bergen - aardgas

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 109: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

109

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Bergen - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

WB OostendeTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 286 750 62,2 99 457 6,02012 285 869 62,0 104 222 6,32013 292 959 63,6 115 291 9,72014 208 672 45,3 102 095 8,62015 218 091 47,3 95 104 12,34

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 62,2 0,91 68,2 0,992012 62,0 0,93 68,3 1,022013 63,6 0,94 73,3 1,082014 45,3 0,70 53,9 0,842015 47,3 0,77 59,7 0,97

Page 110: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

110

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Oostende - aardgasTo

n CO

2/VT

E

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Oostende - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 111: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

111

WB DoornikTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 202 511 43,9 93 859 5,62012 241 255 52,3 96 628 5,82013 322 646 70,0 97 728 8,32014 201 276 43,7 86 915 7,32015 242 044 52,5 76 565 11,7

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 43,9 0,52 49,6 0,592012 52,4 0,64 58,2 0,712013 70,0 0,87 78,3 0,972014 43,7 0,56 51,0 0,652015 52,5 0,70 64,2 0,85

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Doornik - aardgas

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 112: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

112

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Doornik - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

WB TurnhoutTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 230 750 50,1 113 964 6,82012 257 187 55,81 118 079 7,12013 289 737 62,9 114 172 9,72014 208 615 45,3 99 470 8,42015 219 314 47,6 90 039 11,7

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 50,1 0,46 56,9 0,522012 55,8 0,52 62,9 0,592013 62,9 0,60 72,5 0,692014 45,3 0,45 53,7 0,532015 47,6 0,46 59,3 0,57

Page 113: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

113

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Turnhout - aardgasTo

n CO

2/VT

E

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Turnhout - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Page 114: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

114

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

WB VilvoordeTabel verbruik energie en CO2-uitstoot.

Aardgas Elektriciteit

Jaar Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

Verbruik(kWh)

Emissies(T eq. CO2)

2011 149 390 32,4 86 486 5,22012 162 723 35,3 91 028 5,52013 164 263 35,6 89 248 7,52014 117 294 25,5 83 179 7,02015 104 802 22,7 78 675 10,2

Tabel totale directe uitstoot en som directe en indirecte uitstoot, absoluut en per werknemer

Directe uitstoot(aardgas)

Directe en indirecte uitstoot(aardgas en electriciteit)

Jaar Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

Absoluut(T eq. CO2)

Per werknemer(T eq. CO2/VTE)

2011 32,4 0,36 37,6 0,422012 35,3 0,40 40,8 0,462013 35,6 0,40 43,2 0,482014 25,5 0,29 32,5 0,372015 22,7 0,26 33,0 0,38

Directe CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Vilvoorde - aardgas

Page 115: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

115

Directe en indirecte CO2-uitstoot/VTE gelieerd met de site WB Vilvoorde - aardgas en elektriciteit

Ton

CO2/

VTE

2011 20152012 2013 20140,0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

0,9

1,0

1,1

1,2

Besluit

In alle vestigingen is de CO2-uitstoot hoger in 2013 dan in 2012. Dit komt door het hogere gas- en stookolieverbruik tengevolge van de lage temperaturen in het eerste kwartaal. Om diezelfde reden is de uitstoot gedaald in 2014 en opnieuw gestegen in 2015.

In tegenstelling tot de gegevens in deel 5.2 zijn deze niet genormaliseerd.

Page 116: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

116

6. Communicatie en sensibilisering

De RVA betrekt zijn personeel actief bij de invoering van het milieubeheersysteem in het kader van EMAS en stelt het publiek de nodige informatie ter beschikking voor het verminderen van de impact op het milieu.

Interne communicatie

Om het personeel te informeren, worden alle interne communicatiekanalen van de Rijksdienst gebruikt. Er wordt daarbij zoveel mogelijk de voorkeur gegeven aan elektronische informatie-verspreiding om het papierverbruik tot een minimum te beperken. Bovendien verschijnt het maandelijkse "Dixit Kader" sinds mei 2012 enkel nog elektronisch. De medewerkers die het drie-maandelijkse "Dixit Magazine" niet meer op papier wensen te krijgen, kunnen het sinds februari 2014 elektronisch consulteren.

De leukste SOFI-activiteiten

EFQM: in de sporen van de assessoren

Culturele diversiteit bij de RVA: 4 collega’s vertellen over hun afkomst

Dossier:

de RVA nieuwe stijl krijgt vorm

dixit5701•10•14

Intern tijdschrift van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

In 2015 waren er 17 publicaties over EMAS voor alle medewerkers: er werden 5 artikels gepubli-ceerd in "Dixit Magazine" en 11 op het nationale intranet van de RVA. Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling was om het personeel enkel op de hoogte te brengen van de invoering van een milieubeheersysteem (MBS) bij de RVA en te communiceren over de genomen milieumaa-tregelen, werden de communicatieacties snel uitgebreid naar elk mogelijk onderwerp dat verband houdt met het milieu. Er werden bijvoorbeeld artikels gepubliceerd over thema’s zoals duurzame voeding, mobiliteit of over ge-beurtenissen zoals de Week van de duurzame ontwikkeling, van de mobiliteit, van de afval-vermindering, de "Dikke-truiendag" of de we-reldwaterdag.

Het gebouw van het hoofdbestuur, waarvoor de RVA de EMAS-registratie heeft behaald in 2013, beschikt over een eigen intranet. Daarop werden 9 artikels gepubliceerd in 2015. Het personeel van het hoofdbestuur werd dus regelmatig geïnformeerd over de resultaten van de geleverde inspanningen om het water-, energie-, papier- en elektriciteitsverbruik van het gebouw te ver-minderen.

De kantoren van Charleroi, Gent, Brugge, Ant-werpen, Kortrijk, La Louvière, Bergen, Oostende, Doornik, Turnhout en Vilvoorde, waarvoor de RVA de EMAS-registratie heeft behaald, heb-ben eveneens op hun intranet gecommuniceerd over de doelstellingen die ze in het kader van EMAS nastreven en over de aan te nemen goede praktijken.

Page 117: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

117

De medewerkers sensibiliseren, houdt in ze tegelijkertijd te informeren en te betrekken om ze aan te zetten om deel te nemen en om blijvend goede praktijken aan te nemen. In 2013 werd een "inhouse"-tentoonstelling "De avonturen van onze ECOllega’s!" georganiseerd op het hoofdbestuur. In 2014 vond die tentoonstelling gedurende ten minste een maand plaats in 12 werkloosheidsbureaus. Die tentoonstelling, samengesteld uit korte strips, met medewerkers in de hoofdrol, stelt goede praktijken voor die ze dagelijks kunnen toepassen.

ECOllega-affi ches werden ook opgehangen in belangrijke doorgangsplaatsen in de RVA-gebouwen. Er werden ook op belangrijke plaatsen affi ches opgehangen die specifi ek gericht zijn op het sorteren van afval, in het bijzonder van PMD, en het vermijden van waterlekken.

Er wordt ook een, regelmatig bijgewerkte, gids voor het sorteren van afval elektronisch ter beschikking gesteld van alle medewerkers en er werd een catalogus ontworpen van de ECO-mededelingen opdat alle mogelijke communi-catie-acties alsook alle tools die door de bureaus kunnen worden gebruikt, te inventariseren.

PMD-vuilbakken lusten graag:• plastic flessen en flacons;• metalen verpakkingen;• drankkartons.

PMD sorteren doe je zo

Dit werpt u in de gewone vuilbak voor niet-gesorteerd afval

PMD-vuilbakken verteren geen:• plastic bekertjes en bakjes;• plastic zakken;• aluminiumfolie;• piepschuim; ...

In 2014 deden nieuwe leervormen hun intrede in de onthaalopleiding. De klassikale presentaties werden namelijk aangevuld met "serious games", een soort educatieve spelen. Het gaat om spelen die de deelnemers nieuwe kennis of nieuwe attitudes moeten bijbrengen. Een van de spelen die wordt voorgesteld tijdens de onthaalopleiding is het spel ECOllega, dat de nieuwe collega’s wil sensibiliseren op het vlak van EMAS en het milieu.

Vanaf september 2015, kunnen de medewerkers van de RVA op LeD space aan de enige echte afvalsorteerquiz deelnemen. Tijdens de online leerquiz, worden hun kennis getest over het sorteren van afval en krijgen ze via de feedback tips om uw ecologische voetafdruk zoveel mo-gelijk te verkleinen.

Page 118: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

118

Externe communicatie

Het is essentieel om ons doelpubliek en onze partners te informeren over al onze activiteiten. Op de RVA-website (www.rva.be) werd onder de rubriek "De RVA" een tabblad ‘EMAS – milieube-heer’ gecreëerd. In die rubriek wordt de bezoeker geïnformeerd over de acties die de Rijksdienst organiseert om zijn impact op het milieu te verminderen, in het bijzonder door zijn Milieubeleid, zijn Milieuverklaring, de Validatieverklaring MBS en de Verklaring van deelname EMAS.

De RVA zorgt ervoor dat de bezoekers van de werkloosheidsbureaus en het hoofdbestuur worden gesensibiliseerd over het milieu door affi ches op te hangen in de wachtruimtes en door het openbaar vervoer te promoten om naar het bureau te komen.

Page 119: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

119

7. Verwijzingen naar de wettelijke vereisten die van toepassing zijn inzake het milieu

Het Hoofdbestuur van de RVA is onderworpen aan Europese reglementeringen, Belgische nationale reglementeringen en regionale en gemeentelijke Brusselse reglementeringen inzake het milieu, met inbegrip van de voorwaarden van de milieuvergunning.

Op 8 januari 2013 werd een nieuwe milieuvergunning (dossier n° 393867) toegekend door het Leefmilieu Brussel voor een periode van 15 jaar.

WB Antwerpen, WB Brugge en WB Gent, WB Kortrijk, WB Oostende, WB Turnhout en WB Vilvoorde zijn onderworpen aan Europese reglementeringen, Belgische nationale reglemente-ringen, gewestelijke Vlaamse en gemeentelijke reglementeringen inzake het milieu.

De aanwezige installaties zijn niet vergunningsplichtig, wel meldingsplichtig. De vereiste meldingen aan de gemeentelijke overheden zijn gedaan.

WB Charleroi, WB La Louvière, WB Bergen en WB Doornik zijn onderworpen aan Europese reglementeringen, Belgische nationale reglementeringen, gewestelijke Waalse en gemeentelijke reglementeringen inzake het milieu.

De aanwezige installaties zijn niet vergunningsplichtig, wel meldingsplichtig. De vereiste melding aan de gemeentelijke overheid is gedaan.

De opvolging van de verschillende reglementeringen gebeurt door het opstellen van een register van toepasselijke milieuwetgeving en door het realiseren van regelmatige audits i.v.m. de regle-mentaire conformiteit.

Wanneer zich een ongeval of incident voordoet dat schadelijk is voor het milieu of voor de gezondheid en de veiligheid van personen, brengt de RVA onmiddellijk de bevoegde autoriteiten op de hoogte, met name Leefmilieu Brussel en Brussel stad voor het Hoofdbestuur, het gemeen-tebestuur voor de overige vestigingen.

Page 120: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

120

8. Verklaring van de milieuverifi cateur over de verifi catie- en valideringswerkzaamheden

AIB-Vinçotte International N.V., EMAS-milieuverifi cateur met registratienummer BE-V-0016 geaccrediteerd met als reikwijdte 1, 10, 11, 13, 16, 18, 19, 20 (excl. 20.51), 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30.2, 30.9, 31, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 45, 46, 47, 49, 52, 53, 56, 58, 59, 60, 62, 63, 70, 71, 73, 74, 79, 80, 81, 82, 84, 85, 86, 87, 88, 90, 94, 95, 96, 99 (NACE-code) verklaart dat hij heeft geverifi eerd of de vestigingen van het hoofdbestuur van de RVA en van de werkloosheidsbureaus van Brugge, Charleroi, Gent, Antwerpen, Turnhout, Kortrijk, Oostende, Vilvoorde, La Louvière, Bergen en Doornik zoals vermeld in de milieuverklaring 2016, gegevens 2015, van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening voldoet aan alle eisen van Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwil-lige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS).

Met de ondertekening van deze verklaring verklaar ik dat:• de verifi catie en validering volledig overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG)

nr. 1221/2009 zijn uitgevoerd; • uit het resultaat van de verifi catie en validering blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat niet

aan de toepasselijke wettelijke milieuvoorschriften is voldaan; • de gegevens en informatie van de milieuverklaring 2016, gegevens 2015, van de vestigingen

betrouwbaar, geloofwaardig en juist beeld geven van alle activiteiten van de vestigingen binnen de in de milieuverklaring vermelde reikwijdte.

Dit document is niet gelijk aan een EMAS-registratie. EMAS-registratie kan alleen worden ge-daan door een bevoegde instantie in de zin van Verordening (EG) 1221/2009. Dit document wordt niet gebruikt als een zelfstandig stuk openbare communicatie.

Gedaan te Brussel op 9/6/2016

Handtekening

Bart Janssens

Voorzitter van de Certifi catiecommissie.

Page 121: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)

121

9. Glossarium• HB: Hoofdbestuur (van de RVA)

• WB: Werkloosheidsbureau

• EMAS: Eco-Management and Audit Scheme

• RVA: Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

• MBS: Milieubeheersysteem

• VTE: voltijds equivalent

Page 122: Milieuverklaring 2016 van de RVA (gegevens 2015) (pdf)