19
I Modelstudies aangaande de verbetering van de bevaarbaarheid van de Schelde* Ir. A. STERLING, Hoofdingenieur-Direkteur van Bruggen en Wegen, Direkteur van het Waterbouwkundig Laboratorium te Borgerhout 1. INLEIDING Het Laboratorium van Borgerhout is een Staatsinstel ling die afhangt van het Centraal Bestuur der Water wegen en hekst is met het onderzoek, door middel van modellen op kleine schaal, van de waterbouwkundige werken welke dit Beheer zich voorstelt uit te voeren en met de teoretische studies die ermede verband hou den. Gelijkaardige opdrachten worden ook door het Laboratorium uitgevoerd voor rekening van andere besturen of van private instellingen. De voornaamste vraagstukken die verband houden met de haven van Antwerpen werden door het Laborato rium onderzocht. Een aantal teoretische studies werden door berekening uitgevoerd. Hieronder kunnen vermeld worden de in vloed van het sluiten der Zeegaten (het Deltaplan) (fig. 1) op de toegangsgeulen van de Schelde en de getijproblemen die zich stellen op de Scheide-Rijn- verbinding door de hals van Sint-Philipsland (fig. 2). Ir. A. Sterling, Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur, Vrije Universiteit Brussel, 1951. Van 1951 tot 1957 : ingenieur van Bruggen en Wegen, belast met de Dienst voor Hydrologisch Onder zoek bij het Centraal Be stuur der Waterwegen. In 1958 bevorderd tot Hoofd ingenieur-Direkteur van Bruggen en Wegen, belast mei de leiding van het Waterbouwkundig Labora torium te Borgerhout. D it instituut stelt ongeveer 80 personen te werk, waaron der 10 burgerlijk ingenieurs. Docent aan de Vrije Uni versiteit van Brussel (bur sus : algemene hydraulika). Geassocieerde van het N a tionaal Belgisch Komitee voor Geodesie en Geo- fysika. * Voordracht gehouden te Antwerpen op 18-2-1966 voor het Genootschap Civiele Techniek van het Technologisch Instituut K.VIV Het modelonderzoek had betrekking op : — de studie van het regime der getijen op een groo't model van het Scheldebekken ; — de voedingsinrichtingen van de Boudewijnsluis en de nieuwe sluis van Zandvliet, met voor deze laat ste de middelen aan te wenden om de verzouting van het water der dokken tegen te werken (fig. 3) ; het zinken der elementen van de in uitvoering zijnde tunnel op de E3 (fig. 4) ; — de ingewikkelde bewegingen van het fijnzand waar uit de bodem van de Schelde bestaat en in dit verband het bepalen van de beste plaatsen voor het storten der pv rfiti-H O L L 'J! JZENBURG ROTTERDAM J) 8 i 6l< BOTLEK «Ok -'V 1950 NIEUWE BRIELSE MAAS VOORNE - HARTELKANAAL USSELMONDE S OUDE M A j HElLEVOETSLUjS PUTTEN 60EREEVS aVT\ spi" DORDRECHT ■fi HOEKSE WAARD _ . DORTSE PI K/L FLAKKEEV^gg 1965 pn u Ÿ tE R E HAVEN SE Q AT SCHOUWEN OVER pUIVELAND ROOMPOT NOORD 1961 VEERSE GAT WALCHERE BEYELÄND N THOLE n \ ZANDKREEK ZUID- BEVELANC HANSWEERT VLISSINGEN *+++ NEDERLANDS DELTAPLAN ZEEUWS VIL AANDEREN 25 km 3ANTWERPEN Fig. 1. Deltagebied mei de afsluitingen voorzien in het Deltaplan Het Ingenieursblad, 35e jaargang (1966), nr. 22 827 ?

Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

I

Modelstudies aangaande de verbetering van de bevaarbaarheid van de Schelde*

Ir. A. STERLING,Hoofdingenieur-Direkteur van Bruggen en Wegen,

Direkteur van het W aterbouwkundig Laboratorium te Borgerhout

1. INLEIDING

Het Laboratorium van Borgerhout is een Staatsinstel­ling die afhangt van het Centraal Bestuur der Water­wegen en hekst is met het onderzoek, door middel van modellen op kleine schaal, van de waterbouwkundige werken welke d it Beheer zich voorstelt u it te voeren en met de teoretische studies die ermede verband hou­den. Gelijkaardige opdrachten worden ook door het Laboratorium uitgevoerd voor rekening van andere besturen of van private instellingen.De voornaamste vraagstukken die verband houden met de haven van Antwerpen werden door het Laborato­rium onderzocht.Een aantal teoretische studies werden door berekening uitgevoerd. Hieronder kunnen vermeld worden de in ­vloed van het sluiten der Zeegaten (het Deltaplan) (fig. 1) op de toegangsgeulen van de Schelde en de getijproblemen die zich stellen op de Scheide-Rijn- verbinding door de hals van Sint-Philipsland (fig. 2).

I r . A . S te rling , B u rg e r li jk B o u w k u n d ig Ing en ieu r, V rije U n iv e rs ite it B russe l, 1951. V an 1951 to t 1957 : in g e n ie u r van B rug gen en W egen, be last m e t de D ie n s t v o o r H y d ro lo g is c h O nd e r­zoe k b i j he t C e n tra a l B e ­s tu u r de r W aterw egen. In 1958 be vorde rd to t H o o fd ­in g e n ie u r-D ire k te u r van B ruggen en W egen, belast m e i de le id in g van het

W a te rb o u w k u n d ig L a b o ra ­to r iu m te B o rg e rh o u t. D i t in s t itu u t s te lt ongeveer 80 personen te w e rk , w a a ro n ­der 10 b u rg e r li jk ingenieurs. D o c e n t aan de V r ije U n i­ve rs ite it van B russe l (b u r ­sus : a lgem ene h y d ra u lik a ). Geassocieerde van he t N a ­tio n a a l B e lg isch K o m ite e vo o r Geodesie en G eo- fy s ika .

* Voordracht gehouden te Antwerpen op 18-2-1966 voor het Genootschap Civiele Techniek van het Technologisch Instituut K.VIV

Het modelonderzoek had betrekking op :— de studie van het regime der getijen op een groo't model van het Scheldebekken ;— de voedingsinrichtingen van de Boudewijnsluis en de nieuwe sluis van Zandvliet, met voor deze laat­ste de middelen aan te wenden om de verzouting van het water der dokken tegen te werken (fig. 3) ;— het zinken der elementen van de in uitvoering zijnde tunnel op de E3 (fig. 4) ;— de ingewikkelde bewegingen van het fijnzand waar­u it de bodem van de Schelde bestaat en in d it verband het bepalen van de beste plaatsen voor het storten der

pvr f i t i - H O L L 'J!JZENBURG

ROTTERDAM J)8 i 6l<

B O TLE K

«Ok -'V1950 N I E U W E

BRI ELSE MAAS

VOORNE - HARTELKANAALUSSELMONDES

OUDE M A j

H E lLE V O E TS LU jSPUTTEN

6 0 E R E E V S aV T \ spi"DORDRECHT

■fi HOEKSE WAARD _ . DORTSE

PI K/ LFLAKKEEV^gg 1965

p n u Ÿ tE R E HAVEN SEQ AT

SCHOUWEN

OVER

pUIVELAND

ROOMPOT

NOORD1961 VEERSE

GATWALCHERE

BEYELÄND N T H O L E n \

Z A N D K R E E K

ZU ID - BEVELANCHANSW EERTVLISSINGEN

* +++

NEDERLANDS DELTAPLAN

Z E E U WS — V IL A A N D E R E N

25 km

3ANTWERPEN

F ig . 1. D e lta g e b ie d m e i de a fs lu it in g e n voo rz ien in he t D e lta p la n

Het Ingenieursblad, 35e jaargang (1966), nr. 22 8 2 7

?

Page 2: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

La o v e r f l a k k e e1969S C H O U W E N

1965

^ D U I V E L A N D

Ap h i l i p s l a n ï è ?

T H O L E N

Z U ID - B E V E L A N D

S C H E L D E - RIJN VER BINDING

NL

V L A A N D E R E N

NL

F ig . 2. D e S che lde -R ijnv e rb in d in g

F ig . 3. M a q u e tte van de n ieuw e s lu is van Z a n d v lie t m e t de in r ic h t in g om de ve rzou tin g van het w a te r d e r do kken

tegen te w erken

specie die gebaggerd wordt op de Nederlandse drem­pels (fig. 5) ;— de ontneming en de restitutie van het koelwater voor een elektrische centrale die op de Linkeroever afwaarts van Antwerpen zal gebouwd worden.

F ig . 4. M o d e l v o o r de stud ie van he t z in ke n de r elem enten van de E 3-S che lde tunne l

Doch het zijn de modelstudies voor de verbetering van de bevaarbaarheid van de Schelde, die dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van het steeds toene­men der afmetingen van de zeeschepen, welke het grootste gedeelte van de aktiviteit van het Laborato­

828 Het Ingenieufsblad, 35» jaargang (I960), nr. 22

Page 3: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

s t o r t p l a a t s

- SCHAAR VAN DEN NOORD —

S to rtin g van 500 cc. bij ken te ring hoogwater gedurende 20 achtereenvolgende getijen.

Toestand na 65 ge tijen .

OIEPTEL'JHEH

ondtr hel vergelijklngsvl** Krijgsdepot

v - a \ r \

F ig . 5. Schelde — Bewegingen van de baggerspecie in de Schaar van de N o o rd gesto rt

rium tijdens deze laatste jaren in beslag genomen hebben.In d it verband schijnt het niet overbodig eerst enige algemeenheden aangaande het regime van de Schelde in herinnering te brengen.

2. HET REGIME VAN DE SCHELDE

De Schelde, die op Nederlands grondgebied eerder de gedaante van een zeearm heeft, neemt pas vanaf de Belgische grens de vorm aan van een rivier met onge-

WEMELDINGE

HANSW

ZANDY

ZEE0RUGCE

EMBLEM

K E SS E L

;n s HELRODE

LOKERENI« enfl«'h*»i9 BOOMH ING ENE

rtn * vandr g a im e r tp iin iln gGENT

WALEM

MECHE LENSCHAAL

0 5 10 15 20 Km

HOMBEEKO E N D E R M O N D E

MELLE K E T T E R E NHAACHT

A A L S T © V I L V O O R D E

F ig . 6. H e i cian g e ü j onderhevige S cheldebekken

Het Ingenieursblad, 35e jaargang (1966), nr. 22

i

Page 4: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

65.07m/

5

LAAGWATERSHOOGWATERS

3

2

>t *. 0.

F ig . 7 . Schelde ■— M e e tku n d ig e p laa ts van ho og - en laag- w a te r van he t gem idde lde g e tij 1960

veer gelijklopende dijken zoals fig. 6 het aantoont. Het Scheldebekken is gekenschetst door een klein bovendebiet.Het getij plant zich voort op de rivier vanuit de mon­ding te Vlissingen to t Gentbrugge waar het door een stuw tegengehouden wordt. Het plant zich eveneens voort op de Rupel, de Beneden-Nete, de Grote Nete en de Kleine Nete, de Dijle, de Zenne en ook de Durme.

1. N .K.D. (vergelijkingsvlak der cota’s) betekent : Nui Krijgs- depot.

v u s SINC EN / T v i/L 10.93s

,41

\

S

r

'

s f/ Sks

0.86.

VV s

H -

0,32- f

jo 5 3

* 1

10 12 0 2 h.HOOGWATER TE VLISS ING EN

M 2h-43' tl<______ 5h.51___________ J

F ig . 8. Schelde — G e m id d e ld g e tij 1960. P la a tse lijke g e tij- kro m m e n

Fig. 7 geeft de meetkundige plaats aan van hoog- en laagwater langs de Schelde voor het gemiddeld getij van het jaar I9601, d it is het rekenkundig gemiddelde van al de getijen die zich gedurende dat jaar voorge­daan hebben.Om de voortplanting van het getij aanschouwelijk te maken geeft fig. 8 de plaatselijke gemiddelde krom­men aan voor Vlissingen, Hansweert, Antwerpen, Dendermonde en Gentbrugge.Men bemerkt dat het tijverschil, dat in Vlissingen 3,87 m bedraagt, tot 4,96 m stijgt in de streek van Antwerpen. Te Gent is het tijverschil nog 1,90 m (fig. 7).

DENDERMONDE / , f a

2 gr-¿1.52

5.481 i N-5.11

Ssk.— - 1,75— 1,62 — - 1,52

-7 -6 -5 -A -3 -2 -1 Oh 1 2 3 A 5 6 7 -6 - 5 -A - 3 -2 -1 Oh 1 2 3 A 5 6 7 6 9 10

HANSWEERT

ti,59'

0,2Z

¡5.15

/

o.oVjH?-7 - 6 -5 -A -3 -2 - I Oh 1 2 3 A 5 6 7

m

5GENTBRUGGE

A

3,19,•3.10“3

2

06 - 5 -A -3 -2 -1 Oh 1 2 3 A 5 6 7 8 9 W

m

5ANTWERPEN

A

3

2

07 - 6 - 5 -A -3 -2 -1 Oh 1 2 3 A 5 6 7

G em idde ld d o o d tij 1960

G e m id d e ld g e tij 1960

G em id d e ld s p r in g tij I960

830F ig . 9. Schelde — L o k a le g e tijk ro m m e n van g e m idde ld d o o d t ij en ge m idde ld s p r in g t ij (1960)

H e i In g e n ie u rsb la d , 35e ja a rg a n g (1966)/ nr. 22

Page 5: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

VLISSINGEN

O re m p tl van Borsé l* •Drempel Z u id e rg a l (Han>weert}I— Drempel Valkenisse

-Drempel Bath

-Drempel Z a n d v lie t

-Drempel van B aa rla n d

V f'l̂ T FlfOCKH-Æ— — -Drem pel F re d e rik

•>uiiü̂TERNEUZEN

Drempel LHIo

Drempel Oe Parel

fm ANTWERPEN

F ig . 10. D e Schelde van V liss in gen to t A n tw e rp e n m e t a a n d u id in g de r d rem pe ls

Het hoogwater heeft 2 u. 04 min. nodig om vanuit Vlissingen Antwerpen te bereiken. Tussen Antwerpen en Gent is het tijdsverschil voor hoogwater 4u.05 min. Voor het laagwater worden deze cijfers respektievelijk 2 u. 43 min. en 5 u. 51 min. (fig. 8).De fig. 9 geeft ter vergelijking ook voor elk der v ijf hoger genoemde plaatsen de plaatselijke krommen van gemiddeld dood- en springtij voor het jaar 1960. Door vloeddebiet verstaat men het totale volume wa­ter dat gedurende een vloed opwaarts vloeit ; te V lis­singen is d it ongeveer 1 m iljard m 3 en te Antwerpen nog 63 miljoen m3 voor het gemiddelde getij.

Fig. 10 geeft de loop der Schelde van Vlissingen tot Antwerpen weer.

3. DE OP TE LOSSEN VRAAGSTUKKEN

Tot het begin van deze eeuw waren de enige maat­regelen die dienden genomen te worden om de bevaar­baarheid van de rivier te verzekeren, een behoorlijke bebakening en verlichting. Inderdaad, de natuurlijke diepten op de verschillende drempels der Schelde waren steeds ongeveer 6,50 m à 7 m onder laag water, hetgeen toeliet aan de grote schepen, van die

W A L C H E R E N

Na»r Ajawir_Pik

WANDELAAR/SCHEUR

N E D E R L A N D

-I0m

•\IzEEBRUGGE

B E L G I E

S C H A A L

«0

F ig . 11. Toegangsgelden to t de Schelde

Hat Inganieursblad, 35® ¡dötgdng (1955), nr. 22 831

Page 6: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

tijd, met opkomend tij Antwerpen te bereiken.Doch ten gevolge van het stijgen der afmetingen van de schepen is het noodzakelijk geworden baggerwer- ken u it te voeren op de verschillende drempels op­waarts van Hansweert, nl. deze van Hansweert, Val- kenisse, Bath, Zandvliet, Frederik en L illo enz. Daar de baggerwerken in de Schelde geen blijvende uitwerking hebben, moet er steeds opnieuw gebaggerd worden en daar de afmetingen der schepen blijven stijgen, wordt het jaarlijks te verwijderen volume steeds groter. Op het huidige ogenblik bedraagt dit volume 8 500 000 m3.Terloops weze vermeld dat het ook nodig is gebleken tussen te komen in de Noordzee, in de toegang der Schelde. De door de scheepvaart gebruikte Wielingen dienden te worden verdiept, doch het bleek dat een uitdieping van het Scheur veel minder baggerwerk eisen zou. Deze laatste geul werd dan ook verdiept en bebakend in vervanging van de Wielingen (fig. 11). De krachtsinspanningen die dienen te worden geleverd om de bevaarbaarheid der Schelde voor zeer grote

schepen te verzekeren, worden zo belangrijk dat ver- beteringswerken aan de rivier zich opdringen.Eerst komt in aanmerking de verbetering in de omge­ving van de nieuwe sluis te Zandvliet. Doch de be­langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, d it is op Nederlands grondgebied. De beslissingen aangaan­de deze werken en hun uitvoering moeten dus in ak­koord met Nederland genomen worden.4. HET SCHELDEMODELEen groot model van de Schelde werd in het Labora­torium gebouwd (fig. 12). Het stelt de loop van de rivier voor van Hansweert tot aan de sluizen van de haven van Antwerpen op schaal 3/1000 voor de hori­zontale afmetingen en 1/100 voor de hoogten.De lengte van dit model is aldus ongeveer 100 meter, hetgeen overeenkomt met een 30-tal km in de natuur. De getijhoogten worden automatisch verwezenlijkt, elk ogenblik, aan de beide uiteinden van het model. De bodem, die beweegbaar is in de te bestuderen om­geving, bestaat u it polystyreenkorrels. Om de beweeg­

r '

F ig . 12. H e t m o d e l de r Schelde van H a n sw e e rt to t aan de toegangsslu izen van de haven van A n tw e rp e n

SLUIS TE ZANDVLIET

N ieuw* va a rge u l

Bestaande va argeu l

O n tw e rp le fd a m m e n

( 0,0 0 )V * - —- * T , , *"

S C H A A L

F ig . 13. Schelde — V e rb e te rin g van de om gev ing van de n ieuw e s lu is t? Z a n d v lie t. O o rs p ro n k e lijk o n tw e rp

$ 3 2 Het Ingenieórsblqd,-3?e jBahgang hr.-22

Page 7: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

baarheid van deze korrels te vergroten, werd het ver­schil tussen de densiteit van de korrels en de densiteit van het water verminderd door toevoeging van na- triumcarbonaat aan dit water. ’Op dit model werden achtereenvolgens de verbete- ringswerken op de nieuwe sluis van Zandvliet en in de omgeving van Bath bestudeerd.

5. VERBETERING VAN DE OMGEVING VAN DE NIEUWE SLUIS TE ZANDVLIET

De bouw van deze sluis brengt mede dat de rechter­oever van het vaarwater over een zekere lengte onder­broken wordt, hetgeen ongetwijfeld zekere wijzigingen in de konfiguratie van de rivierbedding zou teweeg­brengen. Het doei der studie was bijgevolg :— Na te gaan welke invloed deze onderbreking in de oever zal hebben op het behoud van het vaarwater in de omgeving van de toegangsgeul tot de sluis.— Middelen te bestuderen welke de ongunstige weer­slag op het behoud van het vaarwater zouden te keer gaan.— Met behulp van zekere kalibreringswerken de vaar­geul in de omgeving van de toegangsgeul te verbe­teren.Het ontwerp dat desaangaande opgesteld werd, is weergegeven in fig. 13.Het vak van het grote Scheldemodel dat in beweeg­bare bodem aangebracht werd, strekte zich u it van de Nederlandse grens tot L illo .Het getij waarmede gewerkt werd was een springtij. De proeven hebben tot het volgend algemeen besluit geleid :— Een aanzienlijke verbetering van het vaarwater in de omgeving van de toegangsgeld der zeesluis wordt verkregen door het uitvoeren der normalizatie van de

SLUIS TE ZANDVLIET

Nieuw» vaargeul FREDERIK

• • t t a a n d t vaargeul

SCHAAL1,5 Km

F ig . 14. Schelde — V e rb e te r in g van de om gev ing van de n ieuw e s lu is le Z a n d v lie t. V oo rges te ld on tw e rp

rechteroever van het vaarwater die in het ontwerp (fig. 13) voorzien was.— Een breedte van 300 m tussen de 8,00 onder N KD dieptelijnen in de omgeving van de sluis wordt echter slechts bekomen door, te samen met de hierboven ver­melde normalizatie, de ingang der toegangsgeul op 600 m breedte te brengen.Aldus werden de werken, door het Waterbouwkundig Laboratorium voorgesteld, diegene die door fig. 14 aangegeven worden.Daarna werd de studie der verbetering van de om­geving van Bath ondernomen. Daar echter de werken in de bocht van Walsoorden (fig. 15) een even drin­gend karakter hadden en het bezwaarlijk was d it tweede vraagstuk terzelfdertijd op het grote Schelde- model te onderzoeken, werd besloten, om tijd te win­nen, een afzonderlijk model van de bocht van Wals­oorden te bouwen.We zullen nu eerst deze laatste studie bespreken.

BËi

F ig . 15. Schelde — M a q u e tte van de B o c h t van W alsoorden

H 4 Ingenieursblod, 35» (acirgatig (1966), nr. 22 833

Page 8: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

é. verbetering v a n de b ó ch t v a nWALSOORDEN

1. Kenmerken van deze omgevingHet openbaggeren van de Schaar van Walsoorden in 1951 heeft de scheepvaart hij de berm van Walsoorden aanzienlijk vergemakkelijkt. Sedertdien heeft het vaar­water zich geleidelijk naar de linkeroever verplaatst, hetgeen wel te verwachten was, daar de vroegere

evolutie in dezelfde zin geschiedde, doch het tempó met hetwelk deze verplaatsing gebeurde was nu ver­rassend snel. Op het huidige ogenblik is de plaat, die de nieuwe vaargeul van de oude scheidde, helemaal verdwenen. Fig. 16 geeft de evolutie van 1949 tot 1961. Nu reeds steekt de berm van Walsoorden, ten opzichte van het bebakende vaarwater opwaarts van de berm gelegen, te ver vooruit, zodat het vaarwater te bochtig wordt.

Pi a l en

1957

DIEPT EL'JHEN

8 m onder N.K.O

F ig . 16. Schelde — B o c h t van W alsoorden . E v o lu t ie 1949J 61

HANSWEERTGrens bew eegbare bodem B e z in k b a k vo o r b e w e e g b a a r m a te r ia a l

-V a s te o v e r la a t

^ o e d in g m et m e e to v e r la a tWAARDE

B ew e e g b a reo v e r la a tk le p p e n

A 1 vo e r

B e z in k in g s - g ra c h tB erm van

WALSOORDEN

V oed ing m ei m e e lo v e rta a tV o e d in g m et m e e to v e r la a t

B ew eegbareo v e r la a tk le p p e n SCHAAL BAALHOEK' V oe d in g m et

m e e to v e r la a t

B e z in k in g s g r a c h t

F ig . 17 . Schelde — ^ M o d e l v an de B o c h t van W a ls o o rd en

; Het lnóenieursb)qd,-,35Ê»..jpqrgqngnr* .22

Page 9: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

Jk* '"«*. vtí-î -̂ •**■ rV(*4B i.*»,' .* , '» . . . V* -'*

F ig . 18. Schelde — Z ic h t op he t m o d e l van de B o c h t van W alsoorden

Het is te voorzien dat het vaarwater in de toekomst nog geleidelijk gaat vernauwen door het blijvend u it­werken naar het westen toe van de Platen van Valke- nisse, hetgeen de toestand nog ' áanzienlijk zal ver­slechten.Het is dus nodig verbeteringswerken te bestuderen ; tevens dient de weerslag van deze werken op de drem­pel van Hansweert te worden onderzocht.

2. Het model

Daar het gedeelte van de rivier bij Walsoorden dat in model moet gebracht worden (fig. 17), betrekkelijk kort is, wordt het mogelijk de proeven uit te voeren met opeenvolgende permanente vloed- en ebstromen.

B e s ta a n d e to e s ta n d ,

Het model heeft de volgende schalen : horizontaal 3/1000, vertikaal 1/80. Ais beweegbaar materiaal wordt fijn bakeliet gebruikt (dichtheid 1,35 ; gemid­delde diameter 0,35 mm). Fig. 18 geeft een zicht op het model.

3. De bestudeerde ontwerpen

Deze zijn samen met de huidige toestand op fig. 19 aangegeven. Het zijn :Ontwerp 1 : de berm van Walsoorden volledig wegge­nomen ;Ontwerp 2 : de berm volledig behouden en een vijfta l kribben uitgebouwd opwaarts van de berm ;Ontwerp 3 : de berm gedeeltelijk ingelcort.Op deze figuur zijn de dieptelijnen gegeven ten op­zichte van het Nederlands vergelijkingsvlak NAP, het­geen 2,40 m boven N K D ligt.

4. Uitslagen der proeven

Voor de beoordeling van de verschillende ontwerpen waren vooral drie punten van belang : het stroombeeld ter plaatse van de berm, de diepten op de drempel van Hansweert en de oeveraanval afwaarts van de berm. Ontwerpen 1 en 3 zijn gelijkwaardig voor wat de ver­betering van het stroombeeld betreft.Met ontwerp 2 ontstaan belangrijke draaikolken aan de koppen der kribben.De tendens tot verdieping van de drempel van Hans­weert is zeer uitgesproken bij ontwerp 3, hetgeen b lijk t u it de vergelijking der dieptelijnen van de huidige toe­stand met die van ontwerp 3 (fig. 20). B ij ontwerpen 1 en 2 is d it veel minder het geval.

SCHAAL;

O n tw erp I.

VERKLARING

100200

1957

SCHAAL :

0 « ve rbek l«d lng

O n tw e rp 2. O n tw e rp 3.

F ig . 19. Schelde — V e rb e te r in g van de B o c h t van W alsoorden . H u id ig e toestand en onderzoch te on tw erpen

Hét Ingenteursblfld, 35e ¡gargang, (1955), nr, 92 8 3 5

Page 10: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

&ADrem pe l van 'H an sw ee rt .

BERM v e r r a iWALSOORDEN

VERKLARINGSCHAAL

COÖRDINATEN

' ::í:===-'i • m ■ . D i*p t* llin « n ¡rem l oy. N.K.O.

D ie p te lijn e n in de bestaande toestand,

Drem pel van H answ eert

O everb ek led in g

BERM v a n ^ l WALSOORDEN

VERKLARING SCHAALMÈOERUNOSERECHTHOEKtOECOOROINATEN

MO m

D ie p te lijn e n b ij ontw erp 3,

F ig . 20 . Schelde — V e rb e te r in g van de B o c h t van W alsoorden . V e rd ie p in g van de d re m p e l vanH a n sw e e rt b i j on tw e rp 3

836 Het Ingenteursblod, 35» ¡oorgang (1955), nr. 22

Page 11: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

\ i* f' * > V p . 15. '■ ■'

i \ , l . ' l 7 A N Ù -

\ ' \ „■ \ \ \ UEt

F ig . 21. S chelde — M a q u e tte van de om gev ing van B a il i

De oeveraanval afwaarts van de berm is in ontwerp 1 belangrijk groter dan in ontwerp 3.Tegen ontwerp 2 pleiten de grote uitvoeringskosten, daar de kribben in diep water moeten gebouwd wor­den en de koppen der kribben zeer sterk moeten worden verdedigd.Ontwerp 3 b lijk t derhalve het meest voor uitvoering aangewezén.Op te merken valt dat in d it ontwerp de berm niet meer uitspringt ten opzichte van het algemene verloop van de oever opwaarts. Aan weerszijden van de berm dient een oeverbekleding aangebracht te worden. De lengte van de inkorting bedraagt ongeveer 125 m.De Nederlandse Rijkswaterstaat gaat akkoord met de uitvoering van d it ontwerp en de plans en het bestek

voor deze werken nemen volledig de voorstellen van het Laboratorium over.We zullen nu overgaan tot de bespreking van de twee­de en voornaamste studie die op het grote Schelde- model uitgevoerd werd, namelijk de verbetering in de omgeving van Bath.

7. VERBETERING VAN DE OMGEVING VAN BATH

1. Kenmerken van deze omgeving

De omgeving van Bath, door fig. 21 aangegeven, heeft de volgende nadelen :— de baggerwerken, om er de nodige diepte te behou­den, zijn uiterst omvangrijk en dus kostbaar ;— de schepen zijn bij sterke vloed op sommige plaat­sen aan gevaarlijke dwarsstromen blootgesteld ;■— de bocht van Bath is zeer uitgesproken, met daar­bij een te geringe breedte, hetgeen de vaart der diep­liggende schepen bemoeilijkt.De evolutie van het platen- en geulenstelsel van Bath is goed gekend en haar periodiciteit kan nauwkeurig gevolgd worden. Wel dient er een onderscheid ge­maakt te worden tussen de evoluties welke zich na­tuurlijk konden ontwikkelen, dit is vóór 1929 wanneer er nog geen regelmatige onderhoudsbaggerwerken werden uitgevoerd, en deze die zich voordoen sedert er bestendig gebaggerd wordt.Vóór 1929 ontwikkelde de Schaar van de Noord zich door uitbochten van deze geul naar het noorden en met verdwijning van de Plaat van Saaftmge in het Nauw van Bath. B ij een dergelijke evolutie ontwikkelt zich op een bepaald ogenblik een hoogliggende rug

1921 w t h /

61.000

'■’■ ''""^a n j a th

\ V s

/ P laat vari Sa iftinge / '

..•M iddelp laai ƒ

\ \V A a

VV \

)::: AoS 000

Sc u a » ' van 0 .

OOa4 \

bath,BATH1922 1923

.000Plaat van ' \ \

p la a t' van S a a f |¡n g í \ j

\\v.£

M iddelp laa i

„ a .nM S2ï£ .000‘värT den N o o rd \VScKaar

M idde lp laa i

192AI 19251 na b a g g e r w e r k e n \B A T H / 19261baggerw erken in u i i v o e r in g ....

Van. ,S?$iÍÍjÍjÍPlÍÍ:

BATH BATH

m ^{jijsjj!:;

O ieptelijnei ! 64.000 .000

• O s ' \ \ ; ; Í V••• sV \:\<* '• \ \ \ '

Plaat van S a a f t in g e -^C M iddelp laa i'

M iddelplaat

M i d d e lp la a t \C v, , van dan No°rd; 5cha&r J ^onder N.K.D.

■ 000 05.000N ederlandse rechthoekige

c o ö rd in a ten

SCHAAL1000 1500 m500

F ig . 2 2 . Schelde — O m g e v in g van B a th . E v o lu tie 1 9 2 1 -1 9 2 6

Het IngeniSursblad, 35« jaargang (1956), nr. 22 837

Page 12: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

tussen het Nauw van Bath en de uitbochtende Schaar van de Noord, waardoor de diepte op de drempel van Bath aanzienlijk vermindert. Figuur 22 geeft een dus­danige evolutie over de jaren 1921-1926.De baggerwerken, sedert 1929 bestendig uitgevoerd, werken drempend op het uitbochten van de Schaar van de Noord gedurende het laatste stadium der evolutie, • zodat deze zich niet meer volledig ont­wikkelen kan. In stede van verder u it te diepen gaat de gevormde Schaar opnieuw verzanden. De pe­riode, waarbij de drempel van Bath verzandt, wordt hierdoor vermeden. Fig. 23 geeft een dergelijke evo­lutie over de jaren 1948-1953.De periodiciteit der evolutie bedraagt gemiddeld circa drie jaar.

2. IJking van het model

Het vak van het Scheldemodel dat in beweegbare bo­dem aangebracht werd, strekt zich u it vanaf afwaarts Valkenisse tot L illo (fig. 24).E r kan aangenomen worden dat het model gelijkvor­mig met de natuur zal zijn wanneer, vertrekkende van een ingebrachte kunstmatige toestand — dit is de toe­stand van de rivierbedding op een bepaald tijdstip na 1929 — het model naar de natuurlijke toestand evolueert en de verplaatsingen van geulen en zand­banken, welke alsdan in het model optreden, dezelfde zijn ais deze van de rivier in haar natuurlijke toestand.

F ig , 24. Schelde — ■ V e rb e te rin g van de om gev ing van B a th . V a k van he t m o d e l in beweegbare bodem

1950 BATHBATH.BATH

N

000_■Blaat van

S a a f tm g eViciar 5aaft,n̂

\Noord.000

ran derf' Noord.Middelp laat Y \

"7

— i—BATH19531952 BATH1951 \B A T H

.Plaat yan’ Saaff,

è n " N oordM idd el p la a i ' ..yan dan Noorp^fffaar <a"

D ie p te lijn e n 8

2..................... 0 m ond e r N.K.D

F ig . 2 3 . Schelde — O m g e v in g van B a th . E v o lu tie 1 94 8 -1953

S C H A A L

500 1000N e d e r l a n d s e r e c h t h o e k ig e

c o ö r d i n a te n

838 HBt Ingenieursblad, 35® jaargang. (1966), nr. 22:

Page 13: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

Een dergelijke ijkingsmetode wordt 'historische mé- tode’ geheten.De evolutie van de rivierbedding is het gevolg van het op elkaar volgen van de meest uiteenlopende getijen. De systematische studie op model van verschillende karakteristieke getijen heeft aangetoond, dat de gelijk­vormigheid met de natuur bekomen wordt door een opeenvolging van 12 gemiddelde getijen, zonder bo- vendebiet, gevolgd door driemaal een bepaald spring­tij met een viervoudig gemiddeld bovendebiet.Ais uitgangstoestand van elke ijkingsproef werd de toestand van de rivierbedding die in het jaar 1955 voorkwam, aangenomen.De periodiciteit van de waargenomen evoluties in het model bedraagt gemiddeld circa 45 getijen. Wanneer wij d it vergelijken met de periodiciteit optredend in de natuur, zijnde gemiddeld circa 3 jaar, heeft deze ijkingsmetode het middel bezorgd de tijdschaal van het bodemtransport te kennen, namelijk circa 1/1500. De kennis van deze transportschaal zal toelaten de toestand van de rivier te voorzien wanneer er zekere normalizatiewerken zullen aangebracht worden.

3. De bestudeerde voorontwerpen

De verschillende voorontwerpen, opgemaakt voor de verbetering van de rivier in de omgeving van Bath, werden achtereenvolgens op het model onderzocht. De eerste faze van het modelonderzoek bestond er in deze mogelijke oplossingen in grote lijnen te bestu­

ren en te vergelijken, zonder aandacht te besteden aaü details.De voorontwerpen kunnen in drie kategorieën inge­deeld worden naargelang van het voorgestelde tracé van de vaargeul.

a. Voórontwerpen van de eerste kategorie (fig. 25)

Het algemene tracé van de vaargeul wordt behouden en de verbetering gebeurt geleidelijk.

b. De voorontwerpen van de tweede kategorie (fig. 26)In het gebied Zandvliet-Valkenisse wordt een nieuw tracé aan de vaargeul gegeven. Het huidige aantal inflektiepunten wordt nochtans behouden. Ofwel volgt het algemene tracé van het vaarwater de vloedgeul van de Schaar van de Noord (ontwerp A ) ofwel deze Van de Appelzak (ontwerp B).c. De voorontwerpen van de derde kategorie (fig. 27)In het gebied Zandvliet-Valkenisse wordt het huidige tracé van het vaarwater vervangen door één enkele grote bocht, die een verbinding vormt van het vaar­water aan de overloop van Valkenisse (ontwerp A ) ofwel van het vaarwater aan de ingang van de Appel­zak (ontwerp B) met de bocht van Zandvliet. De in- flektiezones en dus de drempels van Bath en Zandvliet verdwijnen.Deze voorontwerpen zijn slechts schematisch voorge­steld op de figuren. Z ij dienen aangevuld te worden met :

NL

BEIO IEO

BEIOIEO

Emanuelpotder

HadwIgpoIctoH

I j Bestaande v a a rg e u l

I*. ' ' ^ 1 Nieuwe vaargeu l

EUROPESE COÖRDINATEN PEILING EN 1961 - 1962OIEPTEL'JNEN

F ig . 25. Schelde — V e rb e te r in g van de om gev ing van B a th . V o o ro n tw e rp e n van de eerste ka tegorie

Het Ingenieursblad/ 35e jaargang (1966)/ nr¿ 52 839

Page 14: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

BEIOIE

eraanu9tpo(d«rb o u w e n

ZanHvtj»!

LAND TINGE F r«d« flk

K»dw igpo!d*r

NL

, '* * * B E L G IEb o u w e

/ im m t r m in ( / p o ld t r

E m a n u e lp o ld f f

SAAFTINGE F r td tr lk

opol«J*r|

EUROPESE COÖRDINATEN PEILINGEN 1961 - 1962DIEPTEl'JNEN

B m o n d tr N. K.O

1 1 B esl#ande vaa rg e u l-

C U Nieuwe vaa rgeu l

F ig . 26. Scheide V e rb e te r in g van de om gev ing van B a th . V o o ro n tw e rp e n van ae tweede Kategorie

taludbevestigingen langs de holle zijde van de geu­len ;— langsdijken of kribben om de vloedstroom zoveel mogelijk te beteugelen en de ebstroom in het hoofd­vaarwater te koncentreren ;— leidammen om de zijdelingse kombergingsvolumes in de hoofdgeul te brengen.

4. Uitslagen der proeven

a. Voorontwerpen van de eerste kategorie (fig. 25) Het ontwerp A brengt een aanmerkelijke verbetering van de vaargeul mede, niet alleen voor wat haar geo­metrische afmetingen aangaat, maar tevens ook voor wat het stromingsbeeld betreft. Door het vastleggen van de holle oever van de bocht van Bath en van de platen van Saaftinge, wordt namelijk bekomen dat het uitwerken van deze platen in noordoostelijke richting bestreden wordt en de natuurlijke evolutie van het platen- en geulenstelsel van Saaftinge zich niet meer ontwikkelen kan. De toestand te Bath wordt stabiel en zal gemakkelijk kunnen onderhouden worden. De diepte in het model, op de drempel verkregen, komt overeen met diegene die zich voordoet in de natuur in de gunstigste periode der evolutie. Verder is de krom­testraal van de bocht van Bath verdubbeld, de vaar­geul is verbeterd, zowel opwaarts ais afwaarts van Bath, en de intensiteit der dwarsstromen wordt aan­zienlijk verminderd.

Het voorontwerp B is een variante van het vorige. De vaargeul wordt in een ruime bocht door de schor­ren van Bath-Zimmerman doorgetrokken om het hoofdvaarwater Marlemonsche Plaat-Konijnenschor te vervoegen. De proeven wezen u it dat de natuurlijke tendens bij de evolutie van het platen- en geulenstelsel van Saaftinge veel meer uitgesproken is en dat de be- teugelingswerken bijgevolg veel aanzienlijker hoefden te worden dan voor het ontwerp A. Voor wat het al­gemene tracé betreft en de daarmee gevonden geome­trische afmetingen van de vaargeul, geeft deze oplos­sing resultaten welke deze van het ontwerp A niet evenaren. Verder is het stromingsbeeld ook eerder ongunstig.b. Voorontwerpen van de tweede kategorie (fig. 26) De uitslagen van deze reeks proeven toonden aan dat deze oplossingen geen gunstige resultaten opleveren, evenmin op gebied van de afmetingen van de vaargeul ais voor hetgeen de stromingen aangaat.B ij het ontwerp A vermindert de breedte van de vaar­geul, niettegenstaande aan de bocht van Bath een gro­tere kromtestraal gegeven werd. D it is te wijten aan de verzwaring van het naar opwaarts gerichte zand- transport veroorzaakt door een toeneming van de vloedstromingen. De toestand op de drempel van Bath is wel in enige mate verbeterd voor wat de diepten aangaat ; echter trekken zware dwarsstromingen, bij vloed, over deze drempel. Een ander ongunstig feit is de zeer labiele zone welke geschapen wordt tussen

840 Het Ingenleürsblad, 35® jaargang (1956), nr. 22

Page 15: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

D e L O I Eo

J |\\y -T # bouwen d ijkpolder

V EA O R O N K EN L A N D V AN tA A P T IH Ô E

O BELGIE

Cmânu*lpold»r

V E R D R O N K E N U M ) VAN S A A F T IN G E

] B e s t a a n d e v « * r g ' e W I

I * T S 1 N i e u w e v t a f g c u t

EÜR0PE5E COÖRDINATEN PEILING EN 1961 . 1962

8m ónder H.K.O,

F ig . 27. Schelde V p rb e ré rihg värt de o n ig èv ihg Vari B a th . V o d ro n iw e rp e n dan de derde kd tegorie

Zandvliet en Bath, daar slechts een vrij korte afstand beschikbaar is voor het inlassen van de tegenbocht, welke de nieuwe bocht van Bath met de bocht van Zandvliet moet verbinden. Verder verplaatst zich de drempel van Zandvliet enigszins meer naar opwaarts en de toestand van deze drempel is niet verbeterd. De uitslagen der proeven op het ontwerp B kwamen in grote lijnen met deze van ontwerp A overeen. Het naar opwaarts gerichte zandtransport werd nog vrij aanzienlijker tegenover het transport naar afwaarts. De tegenbocht tussen Bath en Zandvliet was nu nog korter en dus labieler geworden. De drempel van Zandvliet is ongunstiger dan in de huidige toestand en daarbij nog meer naar opwaarts gelegen. Verder

■ treden bij vloed vrij zware dwarsstromen in het vaar­water op aan de opwaartse uitloop der Ballastplaat, juist afwaarts de toegang tot de sluis van Zandvliet. Fig. 28 geeft de modeltoestand met het ontwerp B, juist voor de aanvang van de proef ; het water staat circa op het peil —8,00 N KD , zodat de foto het tracé van de vaargeul aanduidt.De oplossingen A en B brengen in hoofdzaak een ver­betering van de hoogwaterbedding mede, terwijl er telkens moet naar gestreefd worden, bij normalizatie- werken, vooral de laagwaterbedding te verbeteren,c. Voorontwerpen van de derde kategorie (fig. 27) Het ontwerp A verbetert aanzienlijk de vaargeul af­waarts van de sluis te Zandvliet.

Hef Ingënieursblddy 35» ¡oorgang (1965), nr. 22 3 4 ]

De gunstige uitslagen der proeven zijn de volgende :— De breedte en de diepte van de vaargeul in de nieuwe geschapen bocht geven volledige voldoening.— De aansluiting van deze bocht met de bestaande afwaartse verloopt gunstig. De drempel van Valkenisse is naar afwaarts verplaatst en is dieper geworden.— De stroombanen volgen de bochtvorm buitenge­woon goed, zowel bij eb ais bij vloed, en het gevaar voor dwarsstromen bestaat niet meer.— Het wegvallen van de inflektiezones van Bath en Zandvliet heeft voor gevolg dat de aanzienlijke bag­gerwerken, die aldaar in de huidige toestand moeten uitgevoerd worden, zullen verdwijnen.Onderzoeken wij nu de ongunstige resultaten :— De aansluiting opwaarts van de grote bocht met de bocht van Doei zal aanzienlijke geleidingswerken ver­gen,— De diepten in het vaarwater, juist voor de toe­gangsgeul van de sluis van Zandvliet, verminderen en het is te vrezen dat aanzanding in deze toegangsgeul zal optreden.— De hoek gevormd door de as van de sluis met de as van de vaargeul, welke in de huidige omstandig­heden 30° is, zal ongeveer 60° worden.Ten aanzien van deze uitslagen werd het ontwerp B niet onderzocht.

Page 16: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

■ B K S B a l

:& \

< r ;

, •»' -•! >• . .•■ S ' / i ï ^

* » r f 7 > V s’

J g y K S K S s M K

iH W B¿ & & L . C „ • : : . ' • A V w - v ^

F ig . 28. Schelde — V e rb e te r in g van de om gev ing van B a th . M o d e lto e s ta n d m e t het v o o ro n tw e rp B van dé tweede

kd te g o rie ju is t v o o r dé aanvarig gari de p ro e f

5 . Konícíusíes

— Oplossingen in de aard van fig. 26 zijn definitief te verwerpen.•— Het ontwerp A van de eerste kategorie (fig. 25) is beter dan ontwerp B.— De uitvoering van d it ontwerp A kan geleidelijk gebeuren en zal een vlugge verbetering van de bevaar­baarheid voor gevolg hebben.■—■ De uitvoering van het ontwerp A van fig. 27 stelt grote problemen, vooral daar men moet rekening hou­den met het feit dat de scheepvaart noch onderbroken, noch gehinderd mag worden.Dientengevolge werd het Laboratorium belast het ontwerp A (fig. 25) aan een grondig en meer in detail doorgevoerd onderzoek te onderwerpen.

6. Proeven op het ontwerp dat weerhouden wordt

a) De uit te voeren werken

Fig. 29 geeft de werken aan welke d it ontwerp om­vat :— Het aanleggen van strekdammen aan de opwaartse uitloop van de vloedgeul van de platencomplexen van Doei, Ballastplaat, Saaftinge en Valkenisse, welke de vloedstroom gedeeltelijk beteugelen en deze naar de overloop van de bestaande ebgeul leiden. H ierbij wordt bovendien de ebstroom meer in het hoofdvaar­water gekoncentreerd en daardoor, ingevolge de toe­neming van het zandtransportvermogen, wordt een grotere uitschuring in de vaargeul verwezenlijkt; bijge­volg worden grotere natuurlijke diepten in stand ge­houden. De hogervermelde strekdammen leggen de

B A T H

OEVERVERDEDIGINGLEIDAM

O

N L

ZIMMERMANPO LD ER"^

ZANDVLIET

KRi B"‘

S TR E K D A M M E NBAGGERWERKEN

V e rd ro n k e i L a n d

BAGGERWERKENHEDWIGPOLDER

OEVERVERDEDIGING

BAALHOEKS c h a a l

1000 2000 3000 mDOEL

B e s la a n d e v a a rg e u l

N ieuw e va arg eu l

E urop ese co ö rd in a te n

Peil ingen 1961 - 1962

F ig . 29. Schelde — V e rb e te r in g van de om gev ing van B a th . H e t o n tw e rp d a l w eerhouden w e rd m e t a a n d u id in g d e r u itte voeren w e rke n

842 Hef Ingënieursblad,- •35» ¡adrgafi'g (T?áSj, n fí 22

Page 17: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

platengebieden vast en voorkomen het vormen van doorlopende sekundaire ebgeulen in deze platenstèl- sels, welke in hun natuurlijke toestand evoluties ver­tonen welke een zeer nadelige invloed hebben op het behoud van het vaarwater.— Het doortrekken van de bocht van Bath doorheen de bestaande slikke Bath-Zimmerman ter hoogte van het Nauw van Bath verschaft een grotere kromte­straal aan deze thans zeer scherpe bocht.— Het doortrekken van de holle oever van de bocht van Bath langsheen de Appelzak door middel van een leidam geeft aan deze bocht een kontinu verloop, ver­ruim t de bochtvorm, koncentreert de ebstroom meer in het vaarwater en draagt bij tot het bestrijden van het uitwerken der Plaat van Saaftinge in de noord­oostelijke richting.— Het wegnemen van de uitsprong onder de linker­oever ter hoogte van de Marlemonsche Plaat, ten einde een kontinu verlopende holle oever te verkrijgen en zodoende een regelmatiger vaarwater, heeft bewe­zen gunstig te zijn voor het behoud der diepten op de drempel van Valkenisse.— Taludbevestigingen zijn nodig langs de holle zijde van de bocht van Bath en ter hoogte van de Marle­monsche Plaat, ten einde een verdere erosie te verhin­deren en de vaargeul in een definitieve vorm vast te leggen.Er mag aangenomen worden dat het uitvoeren van het ontwerp voor gevolg hebben zal dat :— het mogelijk zal zijn de huidige diepte van de vaar­geul in stand te standen met onderhoudsbaggerwerken van aanzienlijk mindere omvang dan deze welke thans noodzakelijk zijn. M its het uitvoeren van onderhouds­baggerwerken van gelijke omvang ais de huidige zal een grotere diepte in de vaargeul kunnen in stand ge­houden worden ;— de scheepvaart minder hinder zal ondervinden van dwarsstromen optredend tijdens de vloed ;— deze scheepvaart in de ruimere bocht van Bath gemakkelijker en veiliger geschieden zal.

b) Verdere studie van het ontwerp De gedetailleerde studie van het ontwerp had betrek­king op de aard, de juiste inplanting en de hoogte- peilen op dewelke de werken moeten aangebracht worden.Eerst werd de leidam onder de holle oever van de bocht van Bath onderzocht. Deze dam komt in heel diep water te liggen (15 à 20 m onder gemiddeld laag- water). Daarom werd nagegaan of het niet mogelijk was de kontinuiteit en de bochtgeleiding te bewaren wanneer deze dijk over een zekere lengte onderbroken wordt (fig. 30).Het was trouwens niet aangewezen ter hoogte van Bath met een leidam de ingang tot de Appelzak af te sluiten, d it in verband met toekomstplannen ; het was beter deze vloedschaar af te snijden in een punt verder opwaarts gelegen. De proeven werden daarom uitge- voerd met deze leidam aangelegd aan het afwaartse uiteinde van de Ballastplaat, daarbij de ingang tot de Appelzak over een lengte van circa 1000 m open houdend. De werken aan de afwaartse zijde van de Ballastplaat werden steeds zo opgevat, dat elke stro­ming doorheen de Appelzak uitgesloten was ; de Appelzak wordt dus een tijarm van de Schelde. Verschillende vormgevingen van de toegang tot deze tijarm, alsmede de maximaal toelaatbare onderbreking in deze leidam werden onderzocht. De proeven wezen u it dat, ingeval de onderbreking de 1000 m niet over­schrijdt en mits een gepaste vormgeving aan de ingang, de kontinuiteit van de bocht niet verbroken wordt en de geleiding van de stroming doorheen deze bocht op dezelfde wijze geschiedt alsof de holle oever over gans de lengte kontinu doorloopt ; de rand van de Plaat van Saaftinge wordt niet beïnvloed door de onderbre­king en gaat niet in de noordoostelijke richting u it­werken.D it onderzoek gebeurde slechts met een homogene watermassa en zou later eventueel moeten hernomen worden met een niet homogene watermassa, daar zich eventueel densiteitsstromingen aan de ingang van deze

F ig . 30. Schelde — V e rb e te r in g van de om gev ing van B a th . H e t o n tw e rp d a t w eerhouden w erd . B o d e m k o n fig u ra tie na315 ge tijen

Hef Ingenieursbiad, 35e [aargang (1966), nr.,22 843

Page 18: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

tijarm kutïnën Voordoèn.. Welke het stromingsbeeld en de bodemkonfiguratie zouden kunnen beïnvloeden. Het is echter, onafgezien van deze beschouwing, mo­gelijk de geleiding van de holle oever doorheen de Appelzak over een lengte van ca. 1000 m te onder­breken, juist op de plaats waar we in de natuur af te rekenen hebben met heel grote diepten, hetgeen een aanmerkelijke besparing betekent.

A l de proevên wezen u it dat de invloed der werken zich vrij ver stroomopwaarts uitstrekt en dat bijgevolg de werken uitgevoerd in de omgeving van Bath een zekere ongunstige invloed hebben op het behoud van het vaarwater in de omgeving van de zeesluis te Zand­vliet. Om hieraan te verhelpen werd bevonden dat het noodzakelijk was opwaarts de zeesluis te Zandvliet onder de linkeroever over de platen van Doei een

F ig . 31. Schelde — O m g ev ing van B a th . IJ k in g s p ro e f

844

F ig . 32. Schelde — O m g ev ing van B a th . B o d e m ko n fig u ra tie na 135 ge tijen

Het In g e n ie u rsb ia d , 35e ja a rg a n g (19óé), n r» '22

Page 19: Modelstudies aangaande de verbetering van de ...langrijkste werken zullen dienen te worden uitgevoerd in de omgeving van Bath en van Walsoorden, dit is op Nederlands grondgebied. De

JIHUERMANPOEDER''

OlEPTELJKEN

F ig . 33. Schelde — O m g ev ing van B a th . B o d e m k o n fig u ra tie na 270 ge tijen

strekdam aan te leggen. Deze strekdam moet lager dan de andere strekdammen voorzien worden.De proeven hebben aangetoond dat praktisch gespro­ken geen wijziging in het tijregime zal optreden.Fig. 30 geeft de uiteindelijke toestand van de rivier weer, na uitvoering der hierboven aangegeven verbe- teringswerken, zoals deze bekomen werd na 315 tijen­stromen in het mpdel, toestand welke stabiel is.De natuurlijke toestand van de rivier (labiele toe­stand) en de natuurlijke evoluties van het platen- en geulenstelsel van Bath, zoals deze werden weergevon­den in het model en welke volledig natuurgetrouw waren, zijn weergegeven op fig. 31, 32 en 33.Een vergelijking van deze figuren met fig. 30 geeft een duidelijk beeld van de merkbare verbetering van de vaargeul welke de werken voor gevolg zullen hebben. Het ontwerp vastgelegd zijnde, moet de volgorde voor het uitvoeren der verschillende delen onderzocht wor­den.Deze laatste studie is aan gang. Z ij heeft tot hiertoe aangeduid dat de strekdam onder de liijkeroever over de platen van Doei in eerste instantie dient aangelegd te worden (fig. 30).

8. STAND DER WERKEN IN DE NATUUR EN VERDERE STUDIES

Wat nu de verwezenlijking der verschillende werken aangaat is de toestand de volgende :1. De verbetering bij de nieuwe sluis van Zandvliet is uitgevoerd en de in de natuur bekomen toestand komt goed overeen met diegene die de modelstudies hadden voorzien.2. De werken bij Walsoorden zijn in uitvoering.3. De werken in de omgeving van Bath werden on­

derzocht in de Nederlands-Belgische Technische Schel- dekommissie die zich akkoord verklaard heeft met het ontwerp. In de eerste plaats zullen de kunstwerken op Belgische bodem uitgevoerd worden.Aangaande deze werken heeft het Witboek, door de Antwerpse Scheepvaartvereniging in december 1963 uitgegeven, zich ais volgt uitgedrukt :‘De door het Waterbouwkundig Laboratorium voor­gestelde oplossing biedt onbetwistbare voordelen, zo­als een betrekkelijk bescheiden kostprijs, de vlugge voltooiing van de werken, de mogelijkheid deze op elk ogenblik stop te zetten of te verbeteren, een geleidelijk rendement vanaf het begin, geen hinder voor de scheepvaart.B ij ons weten bestaat er geen enkele andere oplossing die gelijktijdig deze voordelen biedt.’De studies aangaande het zo belangrijke vraagstuk, niet alleen voor Antwerpen maar voor heel België, van de verbetering van de toegang tot de haven voor het ontvangen van steeds grotere schepen, worden onverpoosd voortgezet.Het eerste stadium, namelijk datgene dat door het u it­voeren der besproken werken zal bereikt worden, is de bevaarbaarheid voor schepen van minstens 65 000 tdw te verzekeren.Doch deze tonnenmaat dient verhoogd te worden.De oplossingen hiervoor moeten noodzakelijkerwijze rekening houden met het bestaan van het Scheur (fig. 11), dat aanzienlijk moet uitgediept worden en met de volgende feiten :— een toegang zal moeten gebouwd worden voor de uitbreiding van de haven op de Linkeroever ;— indien in de toekomst een nieuwe toegang op de rechteroever moet voorzien worden, moet deze zich bevinden afwaarts van de sluis van Zandvliet, die reeds bij de grens ligt.

Het Ingenieursblad, 35e jaargang (1966), nr. 22 845