4
deVerdieping Trouw zaterdag 20 juni 2009 poging wagen. Volgende keer, zo spreekt hij af met de fotograaf, betalen ze pas wanneer ze de boot instappen. Het is op dat moment eind oktober 2007 en Van Houdt moet terug naar Nederland. Moha- med heeft tijd nodig om geld te verdienen. Hij regelt via verre familie een baan als bevei- liger bij rijke mensen in Tunesië. Joël van Houdt keert in maart 2008 terug. Mohamed heeft aangegeven dat hij klaar is voor een nieuw avontuur. Ahmed is er weer bij, nu met een broer en twee vrienden. Een smokkelaar is opnieuw snel gevonden en weer is een neutraal café de ontmoetings- plek. Mohamed zegt dat hij eerst de boot wil zien. Hij is van plastic. Mohamed heeft er ver- trouwen in en ze gaan in zee met de man. Twee weken later brengt een Landrover het gezelschap naar een huisje in de woestijn. Daar worden de ongeveer 25 reizigers samen- gebracht. Mohamed hoort later dat enkelen van hen door de politie worden gezocht van- wege misstanden in het conflictgebied bij Laayoune. Wanneer iedereen s nachts naar de kust wordt gereden, haakt de broer van Ahmed af. Hij is bang. Al eerder had een ingehuurde ka- pitein geweigerd mee te gaan op een plastic boot. Het had een teken voor de rest moeten zijn. De anderen willen toch en betalen de smokkelaars. Mohamed en Van Houdt zijn ongeveer hetzelfde bedrag kwijt als de eerste keer. Het gaat meteen mis. De mannen klimmen van verschillende kanten de boot in. Er ont- staat paniek. Mensen schreeuwen. Dan breekt de boot op een golf in tweeën. Het avontuur eindigt enkele meters van het strand. Achteraf was dat ons geluk, zeggen Mohamed en Van Houdt. Deze boot had nooit de Canarische Eilanden bereikt. Wie midden op zee omslaat, verdrinkt. Een jaar later zou een boot vol Afrikanen vlak voor de Canarische eilanden omslaan. 22 opvarenden verdrinken, onder wie vrou- wen en minderjarige kinderen. Vermoedelijk omdat ze niet kunnen zwemmen. Van Houdt en Mohamed gaan wederom uit elkaar. De een neemt het vliegtuig naar Ne- derland, de ander de bus naar zijn familie. Vier maanden later zien ze elkaar weer, op Plage Blanche, het witte strand, ten zuiden van Sidi Ifni. Ahmed is definitief afgehaakt. Hij is bang geworden na de mislukte eerdere avonturen. De derde poging lijkt veel op de vorige. Zo zal bij de meeste vluchtpogingen gaan: een smokkelaar of tussenpersoon verzamelt tussen de 25 en 30 mensen, genoeg om een boot te vullen. Als de weersverwachtingen goed zijn, worden de gelukszoekers samen- gebracht, ergens in de woestijn. Er zijn smokkelaars die een boot het liefst in de Nieuwjaarsnacht laten vertrekken, in de hoop dat de guardia civil (Spaanse militaire po- litie) aan de champagne zit. Zo lang wil deze smokkelaar niet wachten. Hij kiest het begin van de ramadan. Dat moet geluk brengen. Bij nacht rijden ze in Landrovers naar het strand, de boot vijf meter lang op het dak gebonden. Onderweg klinkt er Arabische mu- ziek uit een mobiele telefoon. Ze proberen de spanning weg te zingen. Op 6 september 2008, om zes uur s och- tends, begint de reis voor Mohamed en Van Houdt, ruim een jaar na de eerste kennisma- king. Ze hebben ook voor de derde keer weer betaald. Er zijn 28 mensen bij de boot, onder wie zeker vijf kinderen en een vrouw. Op de bodem liggen drie grote vaten benzine. Wan- neer de boot te water gaat, klimt iedereen er- in. Het past ternauwernood. Als sardientjes in blik liggen de Marokkanen en de fotograaf opgestapeld. De kapitein zet koers naar Lan- zarote, ruim driehonderd kilometer varen. De reis is een beproeving. Met tien kilome- ter per uur sukkelt de boot over de Atlanti- sche Oceaan. Opvarenden worden zeeziek en hangen kotsend over de reling. Slapen is on- Bart Zuidervaart H et is augustus 2008 en in het Marok- kaanse Mirleft slentert een jongen langs de kust. Zijn blik richt zich op de oceaan. Daar, driehonderd kilometer ver- derop, ligt het beloofde land. Hij zegt: Hier is niets te doen. Je kunt beter met de boot om- slaan en snel verdrinken, dan langzaam dood- gaan in Marokko.Dit is het verhaal van Mohamed, een 26-jari- ge Marokkaan. In zijn stad, in het zuiden van het land, komt de verveling de mensen tege- moet. Mohamed brengt de dagen door aan de pooltafel in een internetcafé. Hij ziet er geen toekomst. De jongen droomt sinds zijn zes- tiende van een leven in Europa. Zoals eigen- lijk iedereen daar doet. Maar Mohamed is vastberaden om Marokko te verlaten. Het werd óók het verhaal van de Nederland- se fotograaf Joël van Houdt (27). Hij is gefasci- neerd door migranten die huis en haard in- ruilen voor een levensgevaarlijke reis en een onzeker bestaan. Van Houdt wil die reis mee- maken en vastleggen op camera. De twee ontmoetten elkaar op 19 augustus 2007 op de markt in Mohameds stad. Een week eerder was Van Houdt in Casablanca de Gambiaan Kara tegengekomen. Kara woonde er toen vier jaar en acht maanden als illegaal. Zijn eerste poging om Marokko per boot te verlaten, strandde. Kara was direct al het geld dat zijn familie hem had meegegeven, kwijt aan de mensensmokkelaren. Een nieuwe vluchtpoging was onbetaalbaar en terug naar Gambia durfde hij niet. Hij was tot Marokko veroordeeld. Het zou geen makkelijk projectworden voor de fotograaf. Mohamed is een ander type, merkt Van Houdt al snel. Optimistisch, vastbesloten over zijn toekomst in Europa. Mohamed voelt de druk om weg te gaan. Hij heeft acht broertjes en zusjes en moet als oudste de succesvolste worden. Voorlopig is die rol weggelegd voor een broer die carrière maakt in het leger. Mohamed dankt dat optimisme aan een te- lefoongesprek, twee jaar geleden. Zijn jeugd- vriend Ali belde plotseling vanaf Tenerife. Het was hem gelukt. Dat was genoeg motivatie voor ons, zegt Mohamed. Hij zou spoedig vol- gen, samen met zijn vriend Ahmed. Het is niet moeilijk om smokkelaars te vin- den in Marokko. Het is een industrie op zich. Iedereen kent wel iemand die betrokken is bij vluchtpogingen. Ahmed, Mohamed en Van Houdt hebben al snel de keuze uit drie. Een man zegt: Wij hebben een boot en we heb- ben genoeg mensen om mee te nemen. Het is nog wachten op het juiste weer.Dan begaan Mohamed, Ahmed en Van Houdt een grote fout. Ze hebben geen ervaring en kennen de trucs niet. Ze ontmoe- ten de smokkelaars in een café in Guelmim, een stadje middenin de woestijn. Er is ver- trouwen, de deal wordt gesloten. De Marok- kaanse jongens betalen ieder 500 euro, de gangbare prijs. De fotograaf moet het zeven- voudige neerleggen, omdat een Westerse man extra risico met zich meebrengt. Daarna begint het wachten. Volgens de smokkelaars is het weer niet goed. De gol- ven zijn 1,50 meter, dat is te hoog.Een week later zegt een van hen: Er liggen nu twaalf boten te wachten. We zijn als eerste aan de beurt.Na twee maanden is ieders geduld op. De smokkelaars laten de jongens naar een groot huis in de kustplaats Sidi Ifni komen. Daar verblijven nog eens 25 mannen. Ze zijn allemaal klaar voor de oversteek. Twee dagen later verzamelt iedereen zich in de haven van de stad. Het is twee uur s nachts en de groep houdt zich schuil. Enkele uren later dringt het bij de mannen door. Er komt geen boot. De vraag is of er ooit wel sprake was van een boot. Waarschijnlijk niet. Ze druipen af. Het geld zijn ze kwijt. Wat kan je doen? Niet naar de politie. De smokkelaars zijn nergens te bekennen. Mohamed geeft niet op. Hij wil een nieuwe mogelijk. Praten ook, vanwege het monotone gebrul van de motor. 36 uur later komen de Canarische Eilanden in zicht. Maar de kapi- tein ziet ook een speedbootje en raakt in paniek. Voor de kust wordt streng gecontro- leerd op boten met Afrikaanse vluchtelingen. Hij stuurt de boot naar het dichtbijzijnde eiland. Daar aangekomen springt iedereen overboord en klautert aan wal. Moe, honge- rig, verbrand, ziek. De kunst voor illegale migranten is om niet op te vallen op het eiland. Iedereen heeft schone, droge kleding meegenomen. Al snel blijkt dat een kansloos plan. Ze zijn niet op Lanzarote afgezet, maar op Isla Graciosa. Een eilandje er vlak boven, met een vulkaan en het dorpje Caleta del Sebo dat slechts bestaat uit enkele straten. Meer is er niet. Het is on- mogelijk om hier niet op te vallen. Daarna gaat alles razendsnel. De politie hoort van de boot vol illegalen. De lokale be- volking assisteert de agenten bij het oppak- ken en zelfs ondervragen van de Marokka- nen. Een grote boot van de Guardia Civil komt van Lanzarote gevaren om de illegalen op te halen. Ook de fotograaf wordt ingere- kend. De politie neemt zijn spullen came- ras en geheugenkaarten in beslag. Hij zal deze pas maanden later terugkrijgen. Van Houdt wordt verhoord en staat diezelfde avond weer buiten. De Marokkanen niet. De meesten, inclusief Mohamed, worden teruggevlogen naar Marokko. Volgens Moha- med wordt hij daar twee dagen lang hardhan- dig ondervraagd. Hij geeft zijn identiteit niet prijs. Papieren heeft hij niet. Marokko weet niet wat het met Mohamed aanmoet. Hij wordt naar de gevangenis op het Canarische eiland Fuerteventura gebracht. Daar doet Mo- hamed zich voor als een inwoner van Maure- tanië. Het is onmogelijk hem uit te zetten. Na dertig dagen komt Mohamed vrij. Hij wordt een kilometer buiten de gevangenis- muren gedropt met een brief dat hij binnen vier weken Spanje moet verlaten. Dat bete- kent ook dat Mohamed binnen het land mag reizen. Joël van Houdt is inmiddels ook op Fuert- eventura en samen reizen ze naar Tenerife, naar jeugdvriend Ali. Zijn leven blijkt toch minder mooi dan hij had voorgespiegeld. Ali was eerder bananenplukker maar is nu werk- loos. Van Houdt en Mohamed reizen door naar Gran Canaria. Daar doet Mohamed een asielaanvraag op basis van zijn echte gege- vens. Hij heeft ooit twee maanden vastgeze- ten in Marokko. Als student schreef Moha- med activistische leuzen op een muur. De Spaanse immigratiedienst is hier niet van onder de indruk en wijst zijn asielverzoek af. Zijn identiteit is nu bekend, maar hij wordt niet uitgezet. Mohamed krijgt een nieuwe brief met de boodschap dat hij het land snel moet verlaten. Met dat document kan hij naar het Spaanse vasteland vliegen. Daar is hij op dit moment nog. Mohamed houdt zich schuil in een Spaanse stad. Door de asielaanvraag is zijn identiteit bekend bij de autoriteiten. Het gevaar dat hij wordt op- gepakt en uitgezet is groot. Het overkwam Nourdin twee weken geleden, een jongen die in dezelfde boot als Mohamed zat. Hij liep op Gran Canaria tegen de lamp en is inmiddels terug in Marokko. Dit is dus Mohameds gedroomde leven. Hij heeft geen werk en geen familie in de buurt. Via een kerk komt hij aan gratis eten. Spanje valt hem tegen. De plaatselijke bevolking vindt hij racistisch. Dan maar terug naar huis? Nooit. Alles is beter dan Marokko.Mohamed verwacht dat het leven snel beter wordt. Daar is hij optimistisch genoeg voor. Entering Europe Fototentoonstelling van Joël van Houdt 27 juni t/m 27 september Gemak - Gemeentemuseum Paviljoensgracht 20-24 Den Haag Mohamed Duizenden Marokkanen wagen jaarlijks de oversteek naar Europa. Een tocht vol risicos, in gammele boten, tegen hoge bedragen. Fotograaf Joël van Houdt volgde één van hen: Mohamed. Entering Europe

Mohamed 2009

  • Upload
    fc1958

  • View
    124

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Mohamed 2009

d e Verdieping Trouwzaterdag 20 juni 2009

poging wagen. Volgende keer, zo spreekt hijaf met de fotograaf, betalen ze pas wanneerze de boot instappen.

Het is op dat moment eind oktober 2007 enVan Houdt moet terug naar Nederland. Moha-med heeft tijd nodig om geld te verdienen.Hij regelt via verre familie een baan als bevei-liger bij rijke mensen in Tunesië.

Joël van Houdt keert in maart 2008 terug.Mohamed heeft aangegeven dat hij klaar isvoor een nieuw avontuur. Ahmed is er weerbij, nu met een broer en twee vrienden. Eensmokkelaar is opnieuw snel gevonden enweer is een neutraal café de ontmoetings-plek. Mohamed zegt dat hij eerst de boot wilzien. Hij is van plastic. Mohamed heeft er ver-trouwen in en ze gaan in zee met de man.

Twee weken later brengt een Landrover hetgezelschap naar een huisje in de woestijn.Daar worden de ongeveer 25 reizigers samen-gebracht. Mohamed hoort later dat enkelenvan hen door de politie worden gezocht van-wege misstanden in het conflictgebied bijL a ay o u n e .

Wanneer iedereen ’s nachts naar de kustwordt gereden, haakt de broer van Ahmed af.Hij is bang. Al eerder had een ingehuurde ka-pitein geweigerd mee te gaan op een plasticboot. Het had een teken voor de rest moetenzijn. De anderen willen toch en betalen desmokkelaars. Mohamed en Van Houdt zijnongeveer hetzelfde bedrag kwijt als de eerstek e e r.

Het gaat meteen mis. De mannen klimmenvan verschillende kanten de boot in. Er ont-staat paniek. Mensen schreeuwen. Danbreekt de boot op een golf in tweeën. Hetavontuur eindigt enkele meters van hetstrand. Achteraf was dat ons geluk, zeggenMohamed en Van Houdt. Deze boot had nooitde Canarische Eilanden bereikt. Wie middenop zee omslaat, verdrinkt.

Een jaar later zou een boot vol Afrikanenvlak voor de Canarische eilanden omslaan.22 opvarenden verdrinken, onder wie vrou-wen en minderjarige kinderen. Vermoedelijkomdat ze niet kunnen zwemmen.

Van Houdt en Mohamed gaan wederom uitelkaar. De een neemt het vliegtuig naar Ne-derland, de ander de bus naar zijn familie.Vier maanden later zien ze elkaar weer, opPlage Blanche, het witte strand, ten zuidenvan Sidi Ifni. Ahmed is definitief afgehaakt.Hij is bang geworden na de mislukte eerdereav o n t u r e n .

De derde poging lijkt veel op de vorige. Zozal bij de meeste vluchtpogingen gaan: eensmokkelaar – of tussenpersoon – verzamelttussen de 25 en 30 mensen, genoeg om eenboot te vullen. Als de weersverwachtingengoed zijn, worden de gelukszoekers samen-gebracht, ergens in de woestijn.

Er zijn smokkelaars die een boot het liefstin de Nieuwjaarsnacht laten vertrekken, in dehoop dat de guardia civil (Spaanse militaire po-litie) aan de champagne zit. Zo lang wil dezesmokkelaar niet wachten. Hij kiest het beginvan de ramadan. Dat moet geluk brengen.

Bij nacht rijden ze in Landrovers naar hetstrand, de boot – vijf meter lang – op het dakgebonden. Onderweg klinkt er Arabische mu-ziek uit een mobiele telefoon. Ze proberen despanning weg te zingen.

Op 6 september 2008, om zes uur ’s och-tends, begint de reis voor Mohamed en VanHoudt, ruim een jaar na de eerste kennisma-king. Ze hebben ook voor de derde keer weerbetaald. Er zijn 28 mensen bij de boot, onderwie zeker vijf kinderen en een vrouw. Op debodem liggen drie grote vaten benzine. Wan-neer de boot te water gaat, klimt iedereen er-in. Het past ternauwernood. Als sardientjes inblik liggen de Marokkanen – en de fotograaf –opgestapeld. De kapitein zet koers naar Lan-zarote, ruim driehonderd kilometer varen.

De reis is een beproeving. Met tien kilome-ter per uur sukkelt de boot over de Atlanti-sche Oceaan. Opvarenden worden zeeziek enhangen kotsend over de reling. Slapen is on-

Bart Zuidervaart

Het is augustus 2008 en in het Marok-kaanse Mirleft slentert een jongenlangs de kust. Zijn blik richt zich op

de oceaan. Daar, driehonderd kilometer ver-derop, ligt het beloofde land. Hij zegt: „Hier isniets te doen. Je kunt beter met de boot om-slaan en snel verdrinken, dan langzaam dood-gaan in Marokko.”

Dit is het verhaal van Mohamed, een 26-jari-ge Marokkaan. In zijn stad, in het zuiden vanhet land, komt de verveling de mensen tege-moet. Mohamed brengt de dagen door aan depooltafel in een internetcafé. Hij ziet er geentoekomst. De jongen droomt sinds zijn zes-tiende van een leven in Europa. Zoals eigen-lijk iedereen daar doet. Maar Mohamed isvastberaden om Marokko te verlaten.

Het werd óók het verhaal van de Nederland-se fotograaf Joël van Houdt (27). Hij is gefasci-neerd door migranten die huis en haard in-ruilen voor een levensgevaarlijke reis en eenonzeker bestaan. Van Houdt wil die reis mee-maken en vastleggen op camera.

De twee ontmoetten elkaar op 19 augustus2007 op de markt in Mohameds stad. Eenweek eerder was Van Houdt in Casablanca deGambiaan Kara tegengekomen. Kara woondeer toen vier jaar en acht maanden als illegaal.Zijn eerste poging om Marokko per boot teverlaten, strandde. Kara was direct al het gelddat zijn familie hem had meegegeven, kwijtaan de mensensmokkelaren. Een nieuwevluchtpoging was onbetaalbaar en terug naarGambia durfde hij niet. Hij was tot Marokkoveroordeeld. Het zou geen makkelijk ’project’worden voor de fotograaf.

Mohamed is een ander type, merkt VanHoudt al snel. Optimistisch, vastbesloten overzijn toekomst in Europa. Mohamed voelt dedruk om weg te gaan. Hij heeft acht broertjesen zusjes en moet als oudste de succesvolsteworden. Voorlopig is die rol weggelegd vooreen broer die carrière maakt in het leger.

Mohamed dankt dat optimisme aan een te-lefoongesprek, twee jaar geleden. Zijn jeugd-vriend Ali belde plotseling vanaf Tenerife. Hetwas hem gelukt. Dat was genoeg motivatievoor ons, zegt Mohamed. Hij zou spoedig vol-gen, samen met zijn vriend Ahmed.

Het is niet moeilijk om smokkelaars te vin-den in Marokko. Het is een industrie op zich.Iedereen kent wel iemand die betrokken isbij vluchtpogingen. Ahmed, Mohamed en VanHoudt hebben al snel de keuze uit drie. Eenman zegt: „Wij hebben een boot en we heb-ben genoeg mensen om mee te nemen. Het isnog wachten op het juiste weer.”

Dan begaan Mohamed, Ahmed en VanHoudt een grote fout. Ze hebben geenervaring en kennen de trucs niet. Ze ontmoe-ten de smokkelaars in een café in Guelmim,een stadje middenin de woestijn. Er is ver-trouwen, de deal wordt gesloten. De Marok-kaanse jongens betalen ieder 500 euro, degangbare prijs. De fotograaf moet het zeven-voudige neerleggen, omdat een Westerseman extra risico met zich meebrengt.

Daarna begint het wachten. Volgens desmokkelaars is het weer niet goed. „De gol-ven zijn 1,50 meter, dat is te hoog.” Een weeklater zegt een van hen: „Er liggen nu twaalfboten te wachten. We zijn als eerste aan debeurt.” Na twee maanden is ieders geduld op.De smokkelaars laten de jongens naar eengroot huis in de kustplaats Sidi Ifni komen.Daar verblijven nog eens 25 mannen. Ze zijnallemaal klaar voor de oversteek.

Twee dagen later verzamelt iedereen zich inde haven van de stad. Het is twee uur ’snachts en de groep houdt zich schuil. Enkeleuren later dringt het bij de mannen door. Erkomt geen boot. De vraag is of er ooit welsprake was van een boot. Waarschijnlijk niet.Ze druipen af. Het geld zijn ze kwijt. Wat kanje doen? Niet naar de politie. De smokkelaarszijn nergens te bekennen.

Mohamed geeft niet op. Hij wil een nieuwe

mogelijk. Praten ook, vanwege het monotonegebrul van de motor. 36 uur later komen deCanarische Eilanden in zicht. Maar de kapi-tein ziet ook een speedbootje en raakt inpaniek. Voor de kust wordt streng gecontro-leerd op boten met Afrikaanse vluchtelingen.Hij stuurt de boot naar het dichtbijzijndeeiland. Daar aangekomen springt iedereenoverboord en klautert aan wal. Moe, honge-rig, verbrand, ziek.

De kunst voor illegale migranten is om nietop te vallen op het eiland. Iedereen heeftschone, droge kleding meegenomen. Al snelblijkt dat een kansloos plan. Ze zijn niet opLanzarote afgezet, maar op Isla Graciosa. Eeneilandje er vlak boven, met een vulkaan enhet dorpje Caleta del Sebo dat slechts bestaatuit enkele straten. Meer is er niet. Het is on-mogelijk om hier niet op te vallen.

Daarna gaat alles razendsnel. De politiehoort van de boot vol illegalen. De lokale be-volking assisteert de agenten bij het oppak-ken en zelfs ondervragen van de Marokka-nen. Een grote boot van de Guardia Civilkomt van Lanzarote gevaren om de illegalenop te halen. Ook de fotograaf wordt ingere-kend. De politie neemt zijn spullen – came-ra’s en geheugenkaarten – in beslag. Hij zaldeze pas maanden later terugkrijgen. VanHoudt wordt verhoord en staat diezelfdeavond weer buiten. De Marokkanen niet.

De meesten, inclusief Mohamed, wordenteruggevlogen naar Marokko. Volgens Moha-med wordt hij daar twee dagen lang hardhan-dig ondervraagd. Hij geeft zijn identiteit nietprijs. Papieren heeft hij niet. Marokko weetniet wat het met Mohamed aanmoet. Hijwordt naar de gevangenis op het Canarischeeiland Fuerteventura gebracht. Daar doet Mo-hamed zich voor als een inwoner van Maure-tanië. Het is onmogelijk hem uit te zetten.

Na dertig dagen komt Mohamed vrij. Hijwordt een kilometer buiten de gevangenis-muren gedropt met een brief dat hij binnenvier weken Spanje moet verlaten. Dat bete-kent ook dat Mohamed binnen het land magreizen.

Joël van Houdt is inmiddels ook op Fuert-eventura en samen reizen ze naar Tenerife,naar jeugdvriend Ali. Zijn leven blijkt tochminder mooi dan hij had voorgespiegeld. Aliwas eerder bananenplukker maar is nu werk-loos. Van Houdt en Mohamed reizen doornaar Gran Canaria. Daar doet Mohamed eenasielaanvraag op basis van zijn echte gege-vens. Hij heeft ooit twee maanden vastgeze-ten in Marokko. Als student schreef Moha-med activistische leuzen op een muur. DeSpaanse immigratiedienst is hier niet vanonder de indruk en wijst zijn asielverzoek af.Zijn identiteit is nu bekend, maar hij wordtniet uitgezet. Mohamed krijgt een nieuwebrief met de boodschap dat hij het land snelmoet verlaten. Met dat document kan hijnaar het Spaanse vasteland vliegen.

Daar is hij op dit moment nog. Mohamedhoudt zich schuil in een Spaanse stad. Doorde asielaanvraag is zijn identiteit bekend bijde autoriteiten. Het gevaar dat hij wordt op-gepakt en uitgezet is groot. Het overkwamNourdin twee weken geleden, een jongen diein dezelfde boot als Mohamed zat. Hij liep opGran Canaria tegen de lamp en is inmiddelsterug in Marokko.

Dit is dus Mohameds gedroomde leven. Hijheeft geen werk en geen familie in de buurt.Via een kerk komt hij aan gratis eten. Spanjevalt hem tegen. De plaatselijke bevolkingvindt hij racistisch. Dan maar terug naarhuis? „Nooit. Alles is beter dan Marokko.”Mohamed verwacht dat het leven snel beterwordt. Daar is hij optimistisch genoeg voor.

Entering EuropeFototentoonstelling van Joël van Houdt27 juni t/m 27 septemberGemak - GemeentemuseumPaviljoensgracht 20-24Den HaagM

oham

ed

Duizenden Marokkanen wagen jaarlijks deoversteek naar Europa. Een tocht vol risico’s, ingammele boten, tegen hoge bedragen. FotograafJoël van Houdt volgde één van hen: Mohamed.

En

teri

ng

Eu

rop

e

Page 2: Mohamed 2009

27Trouw zaterdag 20 juni 2009 d e Ve r d i e p i n g26 deVerdieping Trouw zaterdag 20 juni 2009

d e Ve r d i e p i n g | beeld Mohamed

Foto boven: Zuid-Marokko, 2007, eerste poging. Achterin een pick-up, op weg naar de woestijn om de smokkelaar te ontmoeten. In de boot, een tocht van ruim 300 kilometer. Rechts: aankomst op het eiland ’La Graciosa’.

FOTOGRAFIE: JOËL VAN HOUDT FOTOREDACTIE | ORGANISATIE: ANITA HUISMAN

Page 3: Mohamed 2009

29Trouw zaterdag 20 juni 2009 d e Ve r d i e p i n g28 deVerdieping Trouw zaterdag 20 juni 2009

d e Ve r d i e p i n g | beeld Mohamed

Zuid-Marokko, 2007, Mohamed op een geleende brommer. Fuerteventura, oktober 2008, Mohamed komt net uit de gevangenis.

Zuid-Marokko, 2007, samen met vrienden.

Zuid-Marokko, 2008, Mohamed aan de pooltafel.Zuid-Marokko, 2007, samen met Ahmed, die hem bij de eerste pogingen vergezelde.

Zuid-Marokko, 2007, op internet worden weer en golfhoogte gecheckt.

Gran Canaria, februari 2009. Mohamed deelt een kamer met drie andere immigranten.

Page 4: Mohamed 2009

31Trouw zaterdag 20 juni 2009 d e Ve r d i e p i n g30 deVerdieping Trouw zaterdag 20 juni 2009

d e Ve r d i e p i n g | beeld Mohamed

Aankomst op ’La Graciosa’ bij Lanzarote, na een boottocht van 36 uur.