Upload
christophe-de-schauvre
View
221
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Belgische kunstenaar Olivier Strebelle, van geen kleintje vervaard. De maker van het Olympische beeld Athletes'Alley.
Citation preview
30 |
Monumentaal
Is Athletes’ Alley in het Olympisch Park van Peking, de imposante sculptuur die België aan China schonk, hét magnum opus van Olivier Strebelle? De tijd zal het uitwijzen. De éminence grise van de Belgische beeldhouwkunst broedde bijna een kwarteeuw op de uitwerking van het ingenieuze kunstwerk. Als hij het heeft over de constante spanning tussen droom en daad, weet hij waarover hij spreekt. // DOOR CHRISTOpHE DE SCHAUVRE (TEKST) EN WIM VAN EESBEEK (FOTO’S)
inspiratie Audimagazine | 31
>> Olivier Strebelle evolueerde van keramist tot beeldhouwer van alsmaar
monumentaler wordende sculpturen. Door de toenemende omvang van zijn
oeuvre, ook in letterlijke zin, maken zijn beelden automatisch deel uit van
de publieke ruimte. Strebelles beeldhouwwerken vinden hun weg naar een
publiek: in het Antwerpse openluchtmuseum Middelheimpark bijvoorbeeld,
op het Schouwburgplein in Kortrijk, in het Europees Parlement en op de
luchthaven van Zaventem. Maar Strebelle is sinds jaar en dag ook een grote
internationale speler, wiens kunstwerken opduiken in Amerika, Singapore,
Duitsland, tot het fraaie Europaplein in Moskou toe.
De onzichtbare dimensieWe ontmoeten de nu 81-jarige kunstenaar in de beslotenheid van zijn atelier in
Ukkel, dat verscholen ligt in een door hem aangeplant bos. Hij geeft meteen
een laconieke commentaar op de grandeur van zijn werken. “De schaal-
grootte van mijn werk is door de tijd steeds gegroeid”, knikt hij met een
uitgestreken gezicht dat nog steeds jongensachtige trekken vertoont. “Eerder
dan beeldhouwen in de zin van materie bewerken tot een vorm, hou ik er van
om ook met ruimtes aan de slag te gaan. Het waarneembare beeld wint aan
kracht als de beeldhouwer ook de bijkomende, onzichtbare dimensie gaat
bepalen. Het heeft iets magisch om sculpturen zó groot te maken dat mensen
erdoor kunnen lopen, er gebruik van kunnen maken, het leven geven.” Het
meest recente voorbeeld is Athletes’ Alley, dat, tegengesteld aan wat vaak
beweerd wordt, niet geldt als laudatio voor die Spelen, maar eerder als een
herinneringsmonument. Het bestaat uit vijf tot abstractie herleidde atleten
die de vijf Olympische ringen torsen.
De grootsheid die uitgaat van een dergelijk landschappelijk beeldhouw-
werk mag dan al haaks staan op zijn ieler wordende fysiek, het belemmert
Strebelle allerminst. Zijn geheim? Een creatieproces waarbij hij ideeën laat
uitkristalliseren in maquettes. “Aan het Olympische beeld in Peking zijn er 8
maquettes aan vooraf gegaan. Dit was de eerste aanzet”, zegt hij terwijl hij vijf,
nog erg figuratieve beelden toont van atleten met Olympische ring. “Vervol-
gens ben ik gaan puzzelen met de compositie. Ik wilde vooral zoeken naar een
manier om de vijf ringen uit elkaar te halen zonder afbreuk te doen aan het
universele Olympische symbool. Uiteindelijk bood het werken met perspec-
tieven me de oplossing: de kleinere beelden het dichtste bij de waarnemer,
de grote beelden verder af.” Gebruikmaken van de eigengereide capaciteiten
van het menselijke oog ziet de toeschouwer vanuit een welbepaalde positie
de hele constructie in één beeld: de vijf ringen, allemaal even groot. Zo kwam
hij uiteindelijk tot dat klassieke plaatje van de vijf atleten met ring, nu al een
iconisch beeld uit het Belgische kunstpatrimonium.
Staalkaart van vernuftGebruikmaken van schaalmodellen is voor Strebelle de eerste stap in zijn zoek-
tocht naar bevreemdende, abstracte vormen die hem zo kenmerken. Het is een
niet te veronachtzamen proces waarin talent én techniek elkaar versterken. “Voor
Athletes’ Alley speelde de videocamera een bepalende rol”, licht de kunstenaar
het technische luik toe. “Terwijl de camera gericht is op de schaalconstructie van
staaldraad, kijk ik op het televisiescherm om het totaalbeeld te volgen. Het came-
rastandpunt doet net hetzelfde als het menselijke oog: het perspectief van groot
en klein compenseren tot dat éne plaatje. Zo kan ik de staaldraden vervlechten tot
één krachtig beeld.”
Het technische huzarenstukje zoals het nu in Peking staat, is gestut op impo-
sante cijfers: in totaal is het beeld 160 meter lang, 25 meter breed en 20 meter hoog.
“Eigenlijk was het nog groter bedoeld”, bekent de meester. “Ik kan het moeilijk
verklaren, maar dit werk vraagt om grootsheid van opvoering. Vergelijk het met
een opera: je kan wel componeren op een piano, maar uiteindelijk ontvouwt de
pracht van het stuk zich pas als aan de impliciete grootsheid wordt voldaan. De
juiste opvoering is cruciaal. Zo ook de maat van mijn sculpturen.” Daarom acht
Strebelle het ook onmogelijk dat hij dit staalkaartje van vernuft eerder had kun-
nen realiseren, de noodzakelijke technologie en software ontbrak. Nu kan het
wel. “Een heel team ingenieurs en computerontwikkelaars hebben hier op zitten
zwoegen om het geheel van staal in al zijn details uit te vergroten.”
onzichtbare dimensie
32 | Audimagazine inspiratie
>
| 33
34 |
Is de meester moe?De techniciteit van Athletes’ Alley schuilt in het delicate evenwicht van
de hele, ruim 120 ton wegende constructie die in al haar rankheid uit de
grond oprijst. “De roestvrijstalen buizen werden stuk voor stuk in China
vervaardigd. Er zijn 8 verschillende diktes en diameters gebruikt en vooral
de verankering in de bodem was een hele uitdaging. Ik ben intussen al 18
keer naar China gereisd om tot de uiteindelijke realisatie te komen. Zelfs
last minute vroegen nog tal van details om mijn aandacht.” In zijn daden-
drang ging Strebelle nog een stap verder door ook het park, dat rond zijn
monumentale kunstwerk ligt, uit te tekenen. Dit liet hem toe om de juiste
invalshoeken voor zijn werk te bepalen, deze uitkijkpunten voor het pu-
bliek duidelijk te maken én de hele sculptuur nog een extra karakter te ge-
ven. “Het wandelpad omheen Athletes’ Alley neemt op zijn beurt de vorm
aan van de Olympische ringen”, zegt hij terwijl zijn mondhoeken omhoog
krullen om zoveel fijnzinnigheid. En hij illustreert meteen mee te zijn met
de internetgeneratie: “Vanuit de lucht gezien krijgt mijn staalsculptuur
een extra karakter. Of je het vanuit een vliegtuig zal merken, dat weet ik
niet, maar met Google Earth zal je er wel op kunnen inzoomen.”
Die fascinatie voor het vogelperspectief is niet uit de lucht gegrepen.
Olivier Strebelle is immers een fervent deltavlieger. “Je laten meevoeren
door de termiek, vrij als een vogel met een waanzinnig panorama... heer-
lijk is dat.” Of het meteen ook een metafoor mag zijn voor zijn carrière,
laat hij in het midden. Al weet hij als geen ander hoe moeilijk het kan zijn
om gunstige wind te vangen. De aard van zijn oeuvre vraagt steeds weer
om intensief lobbywerk. “Dat is vermoeiend. Ik heb er ook schoon genoeg
van.” Niet dat zijn stem breekt, maar je hoort dat de dagdagelijkse termiek
van de kunstwereld hem intussen op dusdanige hoogte heeft gebracht dat
het ridicuul wordt om zichzelf steeds weer te moeten verantwoorden.
“Athletes’ Alley is mijn laatste meesterwerk. De meester is het moe.” Hij
oppert het met lichte ironie en hecht weinig geloof aan zijn eigen woor-
den. Dat mag al blijken uit zijn nieuwste schaalmodellen. In de lijn van
Athletes’ Alley werkt hij immers naarstig aan een sculptuur voor de Spelen
in Londen in 2012.
Het is alweer een symfonie in staaldraad; drie sculpturen die het credo
van Pierre de Coubertin weerspiegelen: citius, altius, fortius – sneller, hoger,
sterker. “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dat zal nooit veranderen”,
klinkt het haast verontschuldigend. Droom of daad, Strebelle is staalhard in
het omzeilen van alle praktische bezwaren. Hij haalt het vuur uit het kleine en
put kracht uit het grote. De grootse kunstwerken die hem zullen overleven,
zijn het monumentale bewijs.
techniciteit
<
inspiratie Audimagazine | 35