Fiche 1Leerplandoel 12.1 Zich door middel van klank en muziek
durven uiten. 12.3 Zich verbonden voelen met anderen tijdens een
groepsgerichte omgang met
Wanneer
Beoogd leereffect Materiaal Organisatie
Verloop
klank en muziek. Dit moment gaat door tijdens het onthaal en
daarna gedurende de hele praktijkperiode. Zich muzikaal durven
uiten. Plezier beleven door samen te zingen. Muzische koffer De
leerlingen zitten neer op hun stoel. Ik stel mijn muzische koffer
voor aan de leerlingen. Daarbij zing ik het lied: Kan je raden, kan
je raden, van je tiereliereloffer van je tiereliereloffer. Kan je
raden, kan je raden, wat zit er in mijn koffer? Daarna haal ik iets
uit mijn muzische koffer. Tijdens het onthaal was dat mijn klaspop.
(De leerlingen zingen automatisch mee.)
Fiche 2Leerplandoel 12.1 Zich door middel van
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal Organisatie
Verloop
klank en muziek durven uiten. 12.3 Zich verbonden voelen met
anderen tijdens een groepsgerichte omgang met klank en muziek. Dit
moment gaat door tijdens een taalles. Op een aangename en leuke
manier woorden en letters herhalen. Zwembad, woordkaarten, vislijn
De leerlingen zitten neer op hun stoel. Ik zing het lied: Aan mijn
lijn daar hangt een woord, pierewierewoord pierewierewoord, aan
mijn lijn daar hangt een woord Ik toon het woord en de leerlingen
lezen samen het woord hardop. Variatie: Aan mijn lijn daar hangt
een letter, pierewierewetter, pierewierewetter, aan mijn lijn daar
hangt een letter (De leerlingen zingen automatisch mee.)
Fiche 3Leerplandoel Wanneer Beoogd leereffect 2.1 De
klankmogelijkheden van voorwerpen en instrumenten onderzoeken.
Tijdens de muzische les. Geluiden discrimineren waarbij de
leerlingen twee dezelfde geluiden eruit moeten halen. Schuddoosjes
waarin er verschillende materialen zitten: centjes, rijst, kurk,.
(dus verschillende geluiden) De schuddoosjes staan vooraan op de
bank in de klas. Elke leerling mag met twee doosjes schudden. De
leerlingen moeten proberen om de dozen met hetzelfde geluid eruit
te halen. Wanneer een leerling mist zet hij de dozen terug en mag
iemand anders proberen.
Materiaal
Organisatie
Verloop
Fiche 4Leerplandoel 2.1 De klankmogelijkheden van voorwerpen en
instrumenten onderzoeken. 2.3 Bij het musiceren met instrument de
juiste speeltechniek toepassen. Tijdens de muzische les. Aandachtig
luisteren en geluiden herkennen. Verschillende muziekinstrumenten.
De muziekinstrumenten staan vooraan in de klas. De leerlingen
sluiten hun ogen. n leerling mag vooraan in de klas een instrument
bespelen. Daarna doen de leerlingen hun ogen weer open en raden
welk instrument ze gehoord hebben. Variatie: meer instrumenten.
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal Organisatie
Verloop
Fiche 510.1 Klankverschillen en muzische tegenstellingen via
beweging herkennen en ervaren. 10.3 Kenmerken van klank en muziek
in bewegingen omzetten. Als tussendoortje: wanneer ik voel dat de
leerlingen nood hebben aan beweging. Bewuster omgaan met klanken
namelijk: trager sneller. Tamboerijn De leerlingen lopen rond in de
klas. De leerlingen lopen rond als houten poppen. Ze stappen op het
ritme van de tamboerijn. De leerlingen zetten bij elke slag een
stap. Soms kan het zijn dat de slagen elkaar vlugger
Leerplandoel
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal Organisatie Verloop
opvolgen of trager.
Fiche 62.1 Genieten van het muzische handelen waardoor ze hun
expressiemogelijkheden verruimen. 3.2 Oog hebben voor de
uitdrukkingskracht van taal en beweging in een doe-alsofsituatie.
6.1 Zich inleven in een ding, een idee, een personage, een
gebeurtenis of een omstandigheid uit de werkelijkheid of uit een
verteld of voorgelezen verhaal en dat al spelend vorm geven. 6.4
Eigen ervaringen en kennis opdiepen om inhoud en vorm te geven aan
een spelscenario. Dit moment gaat door tijdens mijn WO-thema: ziek
zijn. Zich inleven en expressief uiten. Een hoed.
Leerplandoel
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal
Organisatie Verloop
De leerlingen zitten neer op hun stoel. Het is belangrijk dat de
leerlingen zeggen wanneer ze zich niet zo goed voelen. (Om
ongelukjes zoals overgeven te vermijden) Het is goed dat ze kunnen
verwoorden waar ze precies pijn hebben. Wanneer een leerling de
toverhoed op zijn hoofd zet, moet hij doen alsof hij ergens pijn
heeft. Daarbij moet hij zo goed mogelijk proberen te verwoorden wat
er gaande is. Variatie: Je bent nu niet ziek maar super blij! De
leerling vertelt ook waarom.
Fiche 72.1 Genieten van het muzische handelen waardoor ze hun
expressiemogelijkheden verruimen. 3.2 oog hebben voor de
uitdrukkingskracht van taal en beweging in een doealsof-situatie
Als afsluiter van de les beweging: balvaardigheid. Zich inleven en
expressief uiten. Geen De leerlingen staan in een kring. Ik geef
een onzichtbare bal
Leerplandoel
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal Organisatie Verloop
door die steeds groter en zwaarder wordt. Ik moet aan het
gezicht en de bewegingen van de leerlingen zien dat de bal steeds
groter en zwaarder wordt. Variatie: Nu wordt de bal weer kleiner en
lichter. We gooien de bal naar een andere leerling in de kring. (De
bal kan zwaar of licht zijn.)
Fiche 82.1 Genieten van het muzische handelen waardoor ze hun
expressiemogelijkheden verruimen. 3.2 Oog hebben voor de
uitdrukkingskracht van taal en beweging in een doealsof-situatie
Dit moment gaat door
Leerplandoelen
Wanneer
Beoogd leereffect Materiaal Organisatie Verloop
tijdens mijn WO-thema: ziek zijn. Gevoelens expressief uiten.
Prenten: blij/boos De leerlingen staan recht achter hun stoel. Ik
toon een prent waarop iemand staat die boos/blij kijkt. De
leerlingen tonen het gevoel dat op de prent staat.
Fiche 8Leerplandoel Wanneer Beoogd leereffect Materiaal
Organisatie Verloop 1.1 Nieuwsgierig zijn. Dit moment gaat door
tijdens n van de schriftlessen. Mooi en netjes schrijven
bevorderen. Het leuke krijtje. De leerlingen zitten neer op hun
stoel met een correcte schrijfhouding. Tijdens het aanbrengen van
de letter schrijf ik op bord met het leuke krijtje. Zo heb ik alle
aandacht van de
kinderen als ik op bord schrijf. Na de les schrift vraag ik aan
de leerlingen om hun mooiste letter te omcirkelen. De netste
leerling krijgt het leuke krijtje. Die leerling mag dan de
aangeleerde letter op bord schrijven met het leuke krijtje.
Fiche 9Leerplandoel Wanneer Beoogd leereffect Materiaal
Organisatie 1.1 Nieuwsgierig zijn. Wanneer het te onrustig wordt in
de klas. Rustig worden door het luisteren naar de regendruppels.
Regenpijp De regenpijp staat altijd
Verloop
vooraan in de klas. Wanneer het te luid gaat, neem ik de
regenpijp. Wanneer er geen druppeltjes meer naar beneden vallen dan
moet het muisstil zijn. Op die manier is iedereen weer rustig en
kunnen ze terug geconcentreerd aan het werk.
Fiche 10Leerplandoel Wanneer Beoogd leereffect Materiaal
Organisatie Verloop 19.Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn.
Tijdens de les schrijven van de cijfers: 8, 9 en 10. Plezier
beleven aan het muzisch gebruiken van de taal. Geen De leerlingen
zitten neer op hun stoel. Als intro van mijn les: schrijven van de
cijfers 8, 9
en 10. 8 9 10 heb je Fien, heb je Fien in de lucht gezien zeggen
we op verschillende manieren.
Fiche 11Leerplandoel 14. Technische vaardigheden in verband met
muzische vormgeving trachten te beheersen. 19. Genoegen beleven aan
muzisch bezig zijn. Tijdens een WO-thema: ziek zijn. Rijmwoorden
vinden. Geen De leerlingen zitten op hun
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal Organisatie
stoel. Ik zeg een raadseltje en de leerlingen vullen aan.
Raadseltjes: Dokter, ik heb toch zon pijn. Geef me vlug een .
(medicijn) Oei, dat is nu net wat ik niet wil. Ik hou niet van zon
grote, dikke (pil) Verloop En wat is dat? nee hoor, ik bedank je.
Ik lust geen bitter (drankje) Nu loop ik vlug de kamer uit, want ik
wil geen pil of siroop, maar ook geen (spuit) Ik denk dat ik het
weet: ik voel me al veel beter ik zie het op de . (thermometer)
Fiche 12Leerplandoel Wanneer Beoogd leereffect Materiaal 19.
Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. Tijdens n van mijn
schriftlessen. Een correcte schrijfhouding aannemen. Geen
Organisatie
De leerlingen zitten neer op hun stoel. Terwijl ik het gedicht
voordraag, voeren de leerlingen de bewegingen uit. Mijn voeten
stevig op de grond. Tegen de leuning met mijn kont. Mijn rug is
recht, mijn schouders laag. Een vuist tussen de tafel en mijn maag.
Mijn hoofd naar voren, iets gebogen. Ik heb wat wijde ellebogen. Ik
houd mijn potlood losjes vast, anders krijg ik last. Want schrijven
zonder pijn is toch wel erg fijn!
Verloop
Fiche 13Leerplandoel 1.1 Genieten van hun lichaam in beweging.
4.1 De kinderen kunnen bewegingen nauwkeurig nabootsen Dit moment
gaat door tijdens mijn WO-thema: ziek zijn. Bij het benoemen van de
lichaamsdelen.
Wanneer
Beoogd leereffect Materiaal Organisatie
De bewegingen die bij het lied passen uitvoeren. Genieten van
het lichaam in beweging. Geen De leerlingen staan recht achter hun
stoel. We zingen het lied: hoofd, schouders, knie en teen. Terwijl
ze het liedje zingen doen ze de bewegingen erbij. Hoofd, schouder,
knie en teen, knie en teen x2 Oren, ogen, puntje van je neus Hoofd,
schouders, knie en teen, knie en teen. Variatie: in het Frans: Tte,
paules, genoux et pieds, genoux et pieds x2 oeil, oreilles, une
bouche et nez Tte, paules, genoux et pieds, genoux et pieds
Verloop
Fiche 14Leerplandoel Bewegingsexpressie 1.3 Spontaan meebewegen
op muziek. 1.4 Waargenomen klanken omzetten in beweging. Muzikale
opvoeding
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal Organisatie
Verloop
10.3 Kenmerken van klank en muziek in bewegingen omzetten. Dit
moment gaat door tijdens n van de schriftlessen. De vingers
voorbereiden op het schrijven: losmaken en opwarmen. Piano-muziek
De leerlingen zitten neer op hun stoel. Ik leg een pianomuziekje op
en de leerlingen spelen piano. Ze tokkelen op de muziek mee met hun
vingers. Variatie: Ik laat eens een vlug pianoliedje horen en een
traag pianoliedje. Terwijl de leerlingen hun vingers aan het
losmaken zijn, zijn ze ook bezig met muziek (ritme). Het is een
muzisch integratiemoment waarbij ik media gebruik en dat ook bij
muzikale opvoeding past.
Opmerking
Fiche 15
Leerplandoel
Wanneer Beoogd leereffect Materiaal Organisatie
1.1 Genieten van hun lichaam in beweging. 4.3 Een eenvoudig
bewegingsverhaal kunnen opbouwen over iets wat ze gehoord, gezien,
gelezen, gevoeld of meegemaakt hebben. Dit moment gaat door tijdens
n van de schriftlessen. De vingers en polsen losmaken. Geen De
leerlingen zitten neer op hun stoel. Ik vertel een verhaal over
spinnetjes en de leerlingen doen mee met hun handen en vingers. Er
waren eens twee spinnetjes: Tom en Lotje. Ze liepen door het bos.
Maar plots verdwaalden ze en ze vonden elkaar niet meer terug. Ze
liepen de hele tijd rondjes in het bos. Tot ze elkaar terug vonden
bij de dikke grote boom midden in het bos. Ze waren erg blij dat ze
elkaar terug vonden! Ze gaven elkaar een dikke knuffel.
Verloop
Fiche 16Leerplandoel Wanneer Beoogd leereffect Materiaal
Organisatie 1.1 Genieten van hun lichaam in beweging. 4.1
Bewegingen nauwkeurig nabootsen. Tijdens de eerste WO-thema: ziek
zijn. Beweging luisteren Verhaal: dokter Prik De leerlingen staan
recht achter hun stoel. Ik lees het verhaal over dokter Prik voor.
In het verhaal komen er 3 dieren voor die ziek zijn. Apie-Apie
mankt omdat hij pijn heeft aan zijn been. De giraf kan zijn nek
amper bewegen. De olifant heeft pijn aan zijn neus. Terwijl ik het
verhaal voorlees voeren de leerlingen de bewegingen van de zieke
dieren uit.
Verloop
