NEN VS NEN-EN

Embed Size (px)

Citation preview

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    1/43

    - Eurocodedeel 2: B eton

    Beschrijving documentDatumGebruiksstatusAuteurAfstudeerbegeleiderBedrijfsbegelei der

    ; Verslag waarin de NEN en de Eurocode worden vergeleken: 20 juni 2008; Definitief: Erik Nouwen en Richard Olfersir. A.W.A.M.J van den Bogaard

    : ir. R.W.H. Peters

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    2/43

    Inhoudsopgave

    1 Inleiding NEN- Eurocode 22 8eschrijvingen NEN-Normen 32.1 NEN 6720: voorschriften beton 32.1.1 Ontwerp en toepassingsgebied 32.1.2 Termen en definities 32.1.3 Eenheden en grootheden 42.1.4 Eisen en bepalingsmethoden 42.1.5 Aigemene voorwaarden 42.1.6 Materiaaleigenschappen 42.1.7 Schematisering en krachtverdeling 52.1.8 Dimensionering en toetsing 62.1.9 Detaillering 72.1.10 Administratieve en uitvoeringstechnische bepalingen 8

    3 8eschrijving Eurocode 93.1 NENMEN 1992M1M1:Algemene regels en regels voor gebouwen 93.1.1 Aigemeen 93.1.2 Grondslagen van het ontwerp en de berekening 93.1.3 Materialen 103.1.4 Duurzaamheid en dekking op de wapening 113.1.5 Constructieve berekening 123.1.6 Uiterste grenstoestanden (UGT) 133.1.7 Bruikbaarheidsgrenstoestanden (BGT) 143.1.8 Detailieren van wapening en voorspanelementen - Aigemeen 143.1.9 Detaillering van elementen en specifieke regels 153.1.10 Aanvullende regels voor geprefabriceerde betonelementen en constructies 163.1.11 Betonconstructies met lichte toeslagmateriaJen 163.1.12 Ongewapende en lichtgewapende betonconstructies 16

    4 Vergelijking van de NEN-Normmet de Eurocode 174.1 Opbouwstructuur 174.2 Berekeningen Jigger I vloeren 174.2.1 Langswapening 174.2.2 Dwarskrachtwapening 194.2.3 Scheurvorming 214.2.4 Verankeringslengte 22

    4.3 Wanden I Kolommen 23Langswapening 24

    II Dwarskrachtwapening 25III Scheurvorming 26IV Verankeringsfengte 27Document: NEN - Eurocode, dee] 2: betonOnderdeet: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    3/43

    1 Inleiding NEN - EurocodeIn dit gedeelte van de verslaglegglng over de NEN-Norm en de Eurocode, komen de normen aan boddie gaan over het constructief ontwerpen van betonconstructies. In deze normen zijn de rekenregels,de elsen en de toetsingen gegeven.De NEN-Norm welke in dit verslag staat beschreven:

    NEN 6720: Voorschriften beton.Deze norm wordt uitgewerkt in hoofdstuk 3 van dit verslag.De Eurocode die in dit verslag is beschreven:NEN-EN 1992-1-1: Grondslagen van het constructlef ontwerp.De uitwerking van de Eurocode is te vinden in hoofdstuk 3.De basiseisen, welken zijn beschreven in het verslag deel 0-1, zijn op beton van toepassing.Naast de normen die hierboven staan vermeld, zijn er nog meer normen met betrekking tot beton,maar deze zljn niet relevant voor het afstudeerbedrijf of gaan er te diep op in. Er wordt in dit verslaggekeken naar de meest voorkomende berekeningen en wat hieraan gaat veranderen.In hoofdstuk 4 van dit verslag is een vergelijking gemaakt tussen de NEN-Norm en de Eurocode.Hierin staan de belangrijkste conclusies en verschillen beschreven.In de bijlagen zijn rekenvoorbeelden opgenomen welke ondersteunend werken bij net trekken van deconclusies beschreven in hoofdstuk 4. Het betreffen rekenvoorbeelden volgens de NEN-Normen alsde Eurocode van veel voorkomende berekeningen (balk, kolorn).

    2Document: NEN - Eurocode. deeI 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hoqeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    4/43

    2 8eschrijvingen NEN-NormenIn dlt hoofdstuk zal de volgende NEN-Norm worden beschreven:

    NEN 6720: voorschriften beton;In dit hoafdstuk wordt niet heel diep ingegaan op de normen, aangezien wordt verwacht dat deze albekend zijn. Bovendien zijn in de staan er in de bijlagen rekenvoorbeelden.2.1 NEN 6720: voorschriften betonIn deze norm staan de constructieve eisen en de rekenmethoden met betrekking tot het constructiefontwerpen met beton. In het verslag is de indeling aangehouden volgens de norm.

    1 Ontwerp en taepassingsgebied;2 Termen en definities;3 Eenheden en grootheden;4 Eisen en bepalingmethoden;5 Aigemene voorwaarden;6 Materiaaleigenschappen;7 Schematisering en krachtsverdeling;8 Dimensionering en toetsing;9 DetaiJiering;10 Administratieve en uitvoeringstechnische bepalingen.2.1.1 Ontwerp en toepassingsgebiedDeze norm bevat eisen ten aanzien van het draagvermagen en de vervorming waaraan betonnenconstructies moeten voldoen. Deze norm mag worden toegepast op statische betonconstructies,welken magen zijn voorzien van wapening of onder voorspanning mogen staan.Er zijn een aantal situaties waarvoor deze norm niet gebruikt mag worden:

    Lichtbeton (NEN 3880: 1984 deel G)Hage sterkte beton, hager dan C53/65 (CUR-Aanbeveling 37);Staal-beton constructies (SG/CUR-rapporten 1, 3 en 4);Betonnen bruggen (NEN 6723:1995);Elastlsch ondersteunde platen;Uitwendige voorspanning.In deze norm staan verwijzingen naar andere norm en, de normen die gebruikt mogen worden staanopgesomd in paragraaf 1.3.2.1.2 Termen en definitiesDe term en en definities, welke in deze norm worden gebruikt, zijn beschreven in hoofdstuk 2, er is eenverdeling gemaakt volgens volgende hoofdgroepen:

    Indeling constructies;Constructie onderdelen;Constructief beton;Wapening en voorspanning;Vooraf vervaardigde elementen;Statistiek.3Document; NEN - Eurocode, deel2: beton

    Onderdeel: Productdee!Datum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    5/43

    2.1.3 Eenheden en groothedenDeze paragraaf benoemd eenheden en symbol en van grootheden welke worden gebruikt.2.1.4 Eisen en bepalingsmethodenEr zijn eisen en bepalingsmethoden, geldend voor de bruikbaarheidsgrenstoestand en de uiterstegrenstoestand, voor het draagvermogen, vervormingen en scheurvorming. Om de grenstoestanden temogen toetsen dienen er belastingcombinaties zijn beschreven volgens NEN 6702. BUbelasting doorvoorspanning gelden er extra regels, welken bulten het bereik van dit verslag vallen.BiJhet toetsen van de UGT wordt er onderscheidt gemaakt tussen:materiaalbreuk;verlies standzekerheid;instablllteit;bezwijkmechanisme.Bij toetsen van de vervormingen mag er gerekend worden met een materiaalfactor Ym = 1. Bij hettoetsen van de scheurvorming dient er rekening gehouden te worden met de milieuklasse.2.1.5 Aigemene voorwaardenIn dit hoofdstuk worden voorwaarden gesteld ten aanzien van belastingen, material en en afwijkingen.2.1.6 MateriaaleigenschappenEr worden eigenschappen beschreven voor beton, beionstaal, voorspanstaal en ankers.BetonElke betonsterkte heeft speclfieke eigenschappen, bijvoorbeeld druk- en treksterkte, rek enelasticiteitsmodules. Deze eigenschappen kunnen worden berekend of worden afgelezen in tabellen(standaard gevallen). Voor de doorbuiging dient er een spanning-rekdiagram (e-s-diaqrarn) te zijnopgesteld. Daarnaast is beton gevoelig voor kruip- en krimp vervorming, hierbij zijn oak nog anderefactoren van belang zoals bijvoorbeeld tijd van belasten en relatieve luchtvochtigheid.BetonstaalDe beschreven eigenschappen van betanstaal zijn:trek- en druksterkte;elasticiteitsmodulus;thermische uitzetting;rek bij maximale belasting;spanning-rekdlagram.VoorspanstaalBij voorspanstaal is beschreven:rekgrens;treksterkte;elasticiteitsmodulus;thermische uitzetting;rek bij maximale belasting;relaxatie;spanning-rekdiagram.

    4Document: NEN - Eurocode. deel2: betonQnderdeel: ProductdeelDatum: 20 jun! 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    6/43

    2.1.7 Schematisering en krachtverdelingSchematiseringSchematiseren houdt in dat de systeemlijnen en geometrische grootheden worden vastgesteld. Metgeometrische grootheden wordt bedoeld de theoretische Jengten en overspanningen en doorsnedeafmetingen. De systeemlijnen moeten Hggen over het zwaartepunt van de constructiedelen.De constructie kan een geschoorde, ongeschoorde of schorende constructie zijn, wat een grootteinvloed heeft op de schematisering. Verder is de schematisering afhankelijk van het soortondersteuning en het type element wat wordt beschouwd. In deze paragraaf geven ze specifieke regelvoor schematiseren van een constructie.TheorieenVoor net bepalen van de krachtsverdeJing in de constructle moet gebruik worden gemaakt van eenvan de volgende theorleen:

    niet-lineaire-elastidfeitstheorie, toepasbaar op aile constructies;quasi-lineaire-e/asticiteitstheorie, toepasbaar op aile constructies van gewapend beton;/ineaire-elasticiteifstheorie, toepasbaar voor de 1e orde berekening van aile constructles:plasticiteitstheorie op basis van bezwijkmechanisme, toepasbaar voor het bepaJen van dekrachtsverdeling in de uiterste grenstoestand van Jiggers en pJatenin geschoordeconstructies, belast op buiging zonder norrnaalkracht, anders dan door voorspanning.plasticiteftstheorie op basis van de evenwichtsmethode, toepasbaar voor het bepalen van dekrachtsverdeling in de ulterste grenstoestand van Jiggers en platen in geschoordeconstructies, belast op buiging zonder normaalkracht, anders dan door voorspanning.KrachtverdeJingDe krachtverdeling in een constructie dient te worden bepaald gebruik makend van de beJastingcombinaties, de juiste schematisering en een van bovenstaande theorleen. Daarnaast moet ervoldaan worden aan de rekenregels en mechanicaregeJs, behorend bij het betreffende element.Naast de directe krachten die er altijd op komen, moet er rekening zijn gehouden met toevalligeinklemmingsmomenten en momenten door excentriciteit. Sorns mogen de momenten wordenherverdeeld of moet er rekening worden gehouden met effecten door kruip.Er zijn in deze paragraaf van de norm specifieke eisen en regels gesteld voor de krachtsverdeJing vande meest voorkomende constructies, de beschreven onderdelen zijn:liggers in geschoorde constructies;rechthoekige platen in geschoorde constructies;geschoorde raamwerken;ongeschoorde en schorende vlakke raamwerken;overige schorende constructies.

    5Document: NEN - Eurocode, deel2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum; 20 junl 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    7/43

    2.1.8 Dimensionering en toetsingDe dimensionering en de toetsen die uitgevoerd moeten worden zijn hieronder globaal beschrevenaangezien er in de bijlage rekenvoorbeelden zijn opgenome. De meeste toetsen zijn zo opgesteld dater getoetst wordt aan de hand van een unity-check.Buiging en/o f normaalkrachtEr moet worden getoetst dat het optredende moment kleiner is dan het moment dat kan wordenopgenomen. am deze toetst te mogen voldoen zijn er een aantal randvoorwaarden opgesteld, zomoet er onder andere vanuit worden gegaan dat beton geen trek kan opnemen.DwarskrachtAis eerst moet er worden geioetst of er dwarskrachtwapening moet worden aangebracht, noodzakelijkvoor voldoende sterkte of ter bevestiging van de andere wapening. Als dwarskrachtwapening nodigblijkt te zijn op basis van de sterkte moet er berekend worden hoeveeI wapening er in moet kornen, inhet andere geval wordt er gebruik gemaakt van het minimum.PonsWanneer een plaatvloer puntvormig wordt ondersteund moet er worden gekeken of er pons kanoptreden. Ais hier sprake van is moet worden berekend of dit met extra wapening, ponswapening, kanworden voorkomen of dat de vloer ofkolommen een grotere afmeting moeten krijgen.Wringing en/of dwarskracht in JiggersIndien een ligger op wringing en/o f dwarskracht wordt belast moet worden getoetst of dezeopgenomen kan worden. Getoetst word of de schuifspanning niet te groot wordt.DoorbuiqingDe doorbuigingseisen staan beschreven in NEN 6702. De doorbuiging dient berekent te worden metbehulp van het M-K-diagram. Daarbij dient er rekening worden gehouden met de belastingcombinatiesen de belastingduur. Bij de belastingduur wordt er onderscheid gemaakt tussen lange en korte duur.ScheurvorminqEr zijn twee hoofdtoetsen voor de controle van scheurvorming, namelijk volledig of onvoJJedigontwikkeld scheurpatroon. Wanneer de trekspanning groter is dan de gemiddelde treksterkte fbm danmag worden getoetst op basis van een volledig ontwikkeld scheurpatroon. Is deze spanning kleinerdan moet er getoetst worden als onvolledig ontwikkeld scheurpatroon. Ook wanneer er grotevervormingen plaats vinden door temperatuurverschillen of kruip moet er getoetst worden op basisvan een onvolledig scheurpatroon.Bij het toetsen op basis van een volJedig scheurpatroon moet worden voldaan aan een maximalestaafdiameter of aan een maximale staafafstand. Bij het toetsen van een onvolledig scheurpatroonwordt aileen getoetst op basis van een maximale staafdiameter.

    6Document: NEN - Eurocode. dee] 2: batonOnderdee!: ProductdeelDatum: 20 [uni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    8/43

    2.1.9 DetailleringMinimale afmetingenIn deze paragraaf zijn voor verschillende constructieonderdelen de minimale afmetingen geven. Dezeminima Ie afmetingen zijn onder andere afhankelijk van de grootste korrelafmeting, uitvoering (prefabof in het werk gestort), overspanning en het aanbrengen van wapening.BetondekkingDe minimale betondekking is afhankelijk van de milieuklasse, te vinden in tabel 44, debrandwerendheideisen, de kenmiddellijn van de hoofdwapening. Bij voorspanstaal dient de minimaledekking bovendien met 5 mm te worden vermeerderd.In een aantal gevallen moet de dekking met 5 mm worden verhoogd, bijvoorbeeld als hetoncontroleerbaar is. Ook kan het zijn dat de dekking met 5 mm verlaagd mag worden, dit is het gevalbij bijvoorbeeld prefabelementen.Bundeling van betonstaal en voorspanelementenEr mogen maximaal drie staven vervaardigd van betonstaal worden gebundeld (zie figuur 78 uit NEN),deze dienen over de volledige lengte van de kortste staaf gebundeld te zljn.Voorspanstaal mag oak worden gebundeld, mits deze buiten het verankeringsgebied valt. Hoe destaven gebundeld dienen te worden is in een figuur weergegeven (zie figuur 79 uit NEN).

    Figuur 78 - Gebundelde staven van betonstaaI Fignur 79 - Gebundelde voorspanelementenOmbuiging van betonstaal en voorspanstaalEr worden hier eisen gesteld aan het ombuigen van staven, deze eisen zijn afhankelijk van dediameter van de staaf.VerankeringslengteDe verankeringslengte Ivvan betonstaal is opgebouwd uit een basisverankeringslengte welkeafhankelijk is van de betonsterkte en de verhouding tussen de betondekking en de 0k Dezebasisverankeringslengte moet in bepaalde gevallen vergroot te worden, maar er zijn oak gevallenwaar een reductie mag worden toegepast.Bij voorspanstaal zijn er regels voor de verankeringslengte Iven overdrachtslenqtel, opgesteld. Voarangespannen voorspanstaal mag er oak worden gerekend met een gereduceerde waarden.Naast de verankeringslengte kan het oak zijn dat er rekening gehauden dient te worden met eenlaslengte. Deze is afhankelijk van het soartwapening, hoofdwapening, verdeelwapening of beugels, ende hart ap hart afstand van de staven.Minimale wapeningEr zijn eisen opgesteld voor een de minimale kenmiddellijn voor de hoofdwapening, verdeelwapeningen de beugels welke afhankelijk zijn van de staalspanning (zie tabe/51 uit NEN)Er worden eisen gesteld aan een minimum wapeningspercentage, afhankelijk van de betonsterkte:C12/15: 0,12%C20/25: 0,15% C25/35: 0,18%C35/45: 0,21% C45/55: 0,24%C55/65: 0,27%

    7Document: NEN - Eurocode. deeI 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    9/43

    DetaiJJeringvan de wapeningEr zijn eisen gesteld vcor de verdeling van de wapening, zo zijn er minimum en maximum staafafstanden gedefinieerd. Oak zijn er eisen en regels voor de plaats van de wapening gezien in dehoogte van het element.Daarnaast kan het zijn dat er wapening, koppelwapening, nodig is om samenhang tussenverschillende elementen te krijgen, ook hier zijn regels voar opgesteld.Bij geconcentreerde lasten en bij voorgerekt staal kan het zijn dat er voarzieningen moeten wordengetroffen am te voorkamen dat de constructie gaat splijten.OpleggingenOm te voorkomen dat de toegestane druk bij een aplegging nlet wordt overschreden moet deoplegbreedte worden berekend.

    2.1.10Administratieve en uitvoeringstechnische bepaHngenAan de volgende eisen en bepalingen maet voldaan worden:Aigemeen Art.10.2 NEN 6700 (eisen ten aanzien van ontwerp);

    Betontechnologie NEN 5950: 1995;NEN 6722: 1989;itvoering

    Verantwaordelijkheid De tekeningen en berekeningen die nodig zijn voor de uitvoering vanbetoncanstructies moeten zijn voorzien van de naam van de (verantwoordelijke) constructeur;Bestek Betonconstructies maeten ten behoeve van de uitvoering worden beschrevenin het bestek en worden weergegeven op tekeningen;Toezicht Toezicht op de uivoering moet plaatsvinden door of namens of inoverleg met de (hoofd-)constructeur.

    8Document: NEN - Eurocode. dee! 2: betonOnderdee!: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    10/43

    3 Beschrijving EurocodeIn dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van NEN-EN 1992-1-1: Aigemene rege/s en rege/svoor gebouwen. Bij de vergelijking wordt het onderdeel brand buiten beschouwing gelaten.Om de vergelijkingen (z;e hoofdstuk 4) te onderbouwen zijn in de bijlagen rekenvoorbeeldenopgenomen van zowel de NEN-Norm en de Eurocode.3.1 NEN~EN19921~1:Aigemene regels en regels voor gebouwenIn deze norm staan de ontwerpregels en rekenregels welken van toepassing zijn opbetonconstructies. In dit verslag zal de volgorde van de norm worden gehanteerd.

    1 Aigemeen;2 Grondslagen van het antwerp en de berekening;3 Materialen;4 Duurzaamheid en dekking op de wapening;5 Constructieve berekening;6 Uiterste grenstoestanden (UGT):7 Bruikbaarheidsgrenstoestanden (BGT);8 Detailleren van wapening en voorspanelementen - Aigemeen;9 Detailleren van elementen en specifieke regels;10 Aanvullende regels voor geprefabriceerde betonelementen en constructies;11 Betonconstructies met lichte toeslagmaterialen;12 Ongewapende en lichtgewapende betonconstructies;13 Bijlagen.

    3.1.1 AlgemeenEurocode 2 is van toepassing op het antwerp en de berekening van bouwwerken in ongewapend,gewapend en voorgespannen beton (zwaar beton valt buiten deze norm). Deze norm heeft aileenbetrekking op de eisen ten aanzien van weerstand, bruikbaarheid, duurzaamheid en brandwerendheidvan constructies.Deze norm maakt gebruikt van de aannamen welken in deze norm zelf worden benoemd of te vindenzijn in NEN-EN 1990.Naast de definitief benoemd in NEN-EN 1990 zijn er een aantal aanvullende termen en definitiefopgesomd wei ken in deze norm worden gebruikt. Oak wordt er een lijst gegeven met de in deze normgebruikte symbolen en verwijzingen naar andere normen.3.1.2 Grondslagen van het ontwerp en de berekeningHet antwerp en de berekening moeten voldoen aan de eisen uit NEN-EN 1990. Daarnaast moetworden voldaan aan de eisen gesteld in deze norm en aan de specifieke brandwerendheidseisen voorbeton gegeven in NEN-EN 1991-2.De belastingen dienen te zijn opgesteld volgens NEN-EN 1991. Ais er sprake is van thermischeeffecten, zettingen / verplaatsingen, krirnp en kruip of vervormingen van beton dient hier in deberekening rekening mee gehouden worden.De toetsen worden uitgevoerd met de methode van de partlsle factoren, deze factoren (voor onderandere krimpeffecten en de materialen) worden in deze paragraaf benoemd. Om deze toetsen tekunnen en mogen uitvoeren moeten eerst de belastingcombinaties zijn opgesteld.

    9Document: NEN - Eurocode, deer 2: betonOnderdeer: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschoor, Bouw!wnde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    11/43

    3.1.3 MaterialenBetonMet beton wordt meestal normaal of hogesterktebeton bedoeld, lichtbeton apart behandeld.De Eurocode maakt gebruik van de karakteristieke cilinderdruksterkte bepaald op 28 dagen, wordthet beton eerder belast moet er reductie toegepast worden. De Eurocode maakt onderscheidt tussencentrische trekbelasting en buigtreksterkte. In de tabel 3.1 van de norm staan de karakteristiekewaarden gegeven van de sterkte en de mechanische eigenschappen (elastische vervorming). DeEurocode maakt voor de omrekening naar rekenwaarden gebruik van partlele factoren.De elastische vervormingen van beton zijn sterk afhankelijk van de samenstelling, in het bijzonder vande toeslagmaterialen. De waarden uit tabel 3.1 zijn indicatieve waarden, bepaald door deelasticiteitsmoduli van de afzonderlijke materialen.De mate van kruip en krimp van het beton hangen onder andere af van de relatieve luchtvochtigheid,de afmetingen van het element en de samenstell ing van het beton. Daarnaast is kruip afhankelijk vande belasting en belastingduur en hangt de krimp af van de kruip en de elasticiteitsmodules.De spanning-rekrelatie voor niet-lineaire constructieve berekening is weergegeven in een grafieken(zie figuur 3.2 en 3.3 uit norm). Ook mag er gebruik worden gemaakt van vereenvoudigde spanning-reklelaties, indien gelijkwaardig of conservatiever (zie figuur 3.4 NEN-EN 199-1-1).BetonstaalDe regels en eigenschappen (3.2 NEN-EN 1992-1-1) zijn van toepassing op wapening in de vormvan staven, gericht draad, gelaste wapeningsnetten en tralieliggers welke zijn geplaatst in verhardbeton. De toepassingsregels voor tralieliggers gelden aileen als ze zijn gemaakt van geribde staven.Het gedrag van betonstaal wordt beschreven met behulp van de volgende eigenschappen:Sterkte: vloeigrens fY k en de treksterkte ftk ;Ductiliteit (vervorming): verhouding tussen de treksterkte en de vloeigrens (ftlfy}xen de rek bij demaximale kracht tuk (zie figuur 3.7 NEN-EN 1992-1-1);Buigbaarheid;

    Hechtingseigenschappen:Graotte van de doorsnede en toleranties;Vermoeiingssterkte;Lasbaarheid;Afschuif- en lassterkte voor gelaste wapeningsnetten en tralieliggers.

    VoorspanstaalDe regels en eigenschappen (3.3 NEN-EN 1992-1-1) gelden voor draden, staven en strengen metkleine gevoeHgheid voor spanningscorrasie en als voorspanelementen in betonconstructies.De volgende eigenschappen van voorspanstaal moeten zeker besschreven zijn (zie EN 10138):sterkte en rek;klasse van relaxatiegedrag (verlies van spanning bij zelfde rek);afmetingen;oppervlakte-eigenschappen.Daarnaast moet het voorspanelement voldoende vermoeiingssterkte en ductiliteit bezitten.VoorspanmiddelenVerankeringen en koppelingen voor voorspanelementen moeten voldoende sterkte- verlengings- envermoeiingseigenschappen bezitten. Daarnaast moet de eigenschappen overeenkomen met deEuropese Technische Goedkeuring.

    10Document: NEN - Eurocode, deel 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    12/43

    3.1.4 Duurzaamheid en dekking op de wapeningDe constructie moet voldoen aan de eisen van NEN-EN 1990, waarbij rekening gehouden moetworden met directe en indirecte belastingen, milieuomstandigheden en daaruit volgende effecten. Debescherming van betonstaal tegen corrosie is afhankelijk van de dichtheid, kwaliteit en dikte van debetondekking en van de scheurvorming.Minimale betondekkingEr zijn een aantal method en am de minimale betondekking uit te rekenen, waarvan de graotstewaarden aangehouden dient te worden. Er is onderscheid gemaakt tussen voJgende methoden:1. een veilige overdracht van de aanhechtkrachten bij gebruik van voorspanstaal (Cmin,b);

    2. voorkomen van corrosie (Cmln,dur + L lC du r,r - L lC du r,st - L lC du r,ad d);3. Voldoende brandwerendheid (zie NEN-EN 1992-1-2);Methode 1, voldoende aanhechting, dient aileen uitgevoerd te worden bij voorgespannen beton. Deminimale dekking is afhankelijk van de staafdiammeters (zie onderstaand figuur).

    Methode 2, voorkomen van corrosie, maakt gebruik van constructieklassen (zie tabeI4.3NB) enmilieuklassen (zie tabe/4.1), naar aanleiding van deze waarden is Cmin,dur af te lezen uit tabel 4.5NB.Methode 3, voldoende brandveiligheid, dient bepaald te worden aan de hand van NEN-EN 1992-1-2.UitvoeringstolerantiesIn verband met uitvoeringstoleranties dient de minimale betondekking verhoogd te worden naar eennominale betondekking: Cnom::: Cmin + Cdev' Voor Cdev moet 5 mm worden aangehouden. Daarnaastmoet er rekening gehouden worden met een ruw stortoppervlak of een ruwe oppervlaktestructuur, inde vorm van een factor k1 of k2 (cnom ::: Cmin + k1 of k2):k1 :::+10 mm: gestort op voorbereide ondergrond (inclusief schraalbeton);k2 :::+50mm: direct op of tegen grand gestort.

    11Document: NEN - Eurocode, deel 2: betonOnderdeei: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    13/43

    3.1.5 Constructieve berekeningEr dienen construclieve berekeningen gemaakt te worden van de gehele constructie en van lokaleplaatsen. Lokale berekeningen kunnen onder andere nodig ziin bij opleggingen, verbindingen en bijgeconcentreerde belasting. Bl] funderingen dient de wisselwerking tussen de grond en de fundering inbeeld gebracht te worden aan de hand van NEN-EN 1997-1.Geometrische imperfectiesBij de berekening van elementen en constructies moet rekening gehouden worden met ongunstigeeffecten door scheefstand. Met deze imperfecties dient rekening gehouden te worden bij de toetsingvan de UGT in blijvende of buitengewone ontwerpsituaties.Bij deze berekening wordt onderscheid gemaakt of het de geheJe constructie of een constructieelement betreft. Daamaast is er onderscheid gemaakt tussen geschoorde en ongeschoordeconstructies. Voor gebouwen geld een basis waarden van 00 ::: 1/300*1.Schematlsering van de constructieDe elementen van een constructie zijn ingedeeld naar aard en functie (balken, kolommen, wanden).Er zlin in deze paragraaf een aantaJ elementen beschreven, waarbij beschreven is met welkeafmetingen, effectieve lengte, meewerkende breedte, er gerekend dient te worden.BerekeningsmethodiekDe constructieve berekening kan op een aantal methoden worden uitgevoerd, voor elke methode isvastgesteld wanneer deze toegepast mag worden. De te gebruiken methoden zijn:Lineair -elastischUneair-elastisch met beperkte herverdelingPlastisch

    Niet-lineairBerekening van tweede-orde effecten bij aanwezigheid van axiaJebelastingenDeze paragraaf geeft eerst een aantal definities en daarna worden voorwaarden gesteld wanneer errekening gehouden moet worden met tweede orde effecten.De grootte van het tweede orde effect is afhankelijk van de slankheid en de stijfheid van deconstructie, er zijn formules voor afzonderfijke elementen en voor gebouwen. Oak dient er rekeninggehouden te worden met kruipeffecten.Er zijn drie mogelijke tweede orde berekeningen:algemene methode gebaseerd op nlet-lineaire-Zt-orde-berekenlnq (oak dubbele buiging);(vereenvoudigde) methode gebaseerd op de nominale stijfheid en het berekenen vanmomentvergrotingsfactor;(vereenvoudigde) methode gebaseerd op een nominale kromming.Voorgespannen elementen en constructiesDit valt buiten het bereik van dit verslag.

    12Document: NEN - Eurocode, deel 2: belonOnderdeel: Produc!deelDatum: 20 juni 2008Avans Hogescilool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    14/43

    3.1.6 Uiterste grenstoestanden (UGT)Deze norm bespreekt verschillende toelsen welken niet allemaal even uitgebreid worden behandelt indit. Gekozen is de meest gebruikte en belangrijkste berekeningen te behandelen, buiging met ofzander normaalkracht en dwarskracht, hiervan zijn dan oak bijlage van opgenomen.Buiging met of zander normaalkrachtDe Eurocode zelf geeft geen duidelijke regels voor de berekening van de wapening van elementenbelast op buiging met of zander normaalkracht. Om deze berekeningen tach te kunnen uitvoeren is ergebruik gemaakt van een andere bran, namelijk de "compendium Eurocode 2" (GB 6). Dezeberekening wijkt af van de NEN-Norm. De eerste controle die uitgevoerd moet worden is decontroleren of er drukwapening vereist is. Als blijkt dat geen drukwapening nodig bJijktte zijn lijkt deberekening verder vrij strek op die van de NEN-Norm.DwarskrachtDe eerste toetst die uitgevoerd dient te worden is te toetsen of het beton de dwarskracht kanopnemen of dat er dwarskrachtwapening vereist is. Ais er blijkt dat er dwarskrachtwapening vereistbJijktte zijn, moet deze berekend worden met de volgende aannamen:De hoek e behoort te Hggen tussen 1 scot () :52.5 (450 ::;;8 :521,8);bij het berekening van dwarskrachtwapening wordt veronderstelt dat het beton niets opneemt.Er zijn verschillende berekeningen mogelijk, elementen met een continue en discontinue oppervlak enmet vertikale of hellende dwarskrachtwapening.WringingDit gedeelte geeft de rekenregels voor betonnen constructies belast door wringing. Het gaat hierbijvoornameJijk am dat de schuifspanning kleiner blijft dan de beton en/of wapening hieraankan geven.PonsHier wordt gegeven welke toetsingen tegen pons gedaan dienen te worden. Er moet een keuzegemaakt worden uit verschillende typen van belastingsverdeJing. Oak de plaats van de kolom heefteen invloed op de verdeHng van de ponslast.Berekening met behulp van staafwerkmodellenBij deze berekeningen wordt gekeken naar de spanningen die optreden in het staal zelf, en kangebruikt worden als een niet-lineaire rekverdeling optreedt.Verankering en overlappingslassenHier word! aangegeven waar artikelen te vinden zijn die de bepaling geven van de overlapping vanwapeningss!aaf.Gedeeltelijk belaste gebiedenDe rekenregel die hier wordt gegeven heeft op betrekking op het verdeling van een kracht door eendoorsnede heen (zie figuur 3.1).Figuur 3 . 1 .' D e verde/ing van een spanning door een doorsnede heenVermoeiingIn dit hoofdstuk worden de voorwaarden gegeven waaraan een betonnen constructie dient te voldoen,als er een berekening op vermoeiing gemaakt dient te worden.

    13Document: NEN - Eurocode. deel2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    15/43

    3.1.7 Bruikbaarheidsgrenstoestanden (BGT)Deze norm bespreek drie toetsen, spanningsbeperking, scheurbeheersing en doorbuigingscontrole,andere grenstoestanden zoals trilHngen worden niet behandeld in NEN-EN 1992-1-1.SpanningsbeperkingEr moet verkomen worden dat de karakteristieke belasting de kritieke waarde overschrijd. 8ijmilieuklassen XD, XF en XS gelden strengere eisen en mag maximaal worden gerekend met O,6*fck is de drukspanning van het beton klainer dan 0,45*fcx, dan mag gerekend worden met lineaire kruip,anders moet er rekening gehouden worden met niet-lineaire kruip.ScheurbeheersingScheurvorming moet zijn beperkt am de constructie goed te kunnen laten functioneren en am aan deduurzaamheid te voldoen. Hiervoor zijn een aantal eisen opgesteld, er moet in gebieden waar trek opkan treden een minimale wapeningshoeveelheid aanwezig zijn en de scheurwijdte dient te berekendte worden. De eis voor de maximale scheurwijdte is afhankelijk van de milieuklasse en de werkelijkescheurwijdte is grotendeels afhankeHjk van de staalspanning.DoorbuigingscontroleEen Jigger,plaat of uitkraging mag een maxima le zakking hebben van overspanning/250 en als kansbestaat dat de doarbuiging andere constructiedelen kan beschadigen zelfs maar overspanning/500.Er een formules gegeven voor specifieke gevaHen, in de meeste gevaJlen gelden de mechanicaregels.3.1.8 Detailleren van wapening en voorspanelementen - AigemeenDe regels die zijn gegeven voor de detaillering van wapening en voorspanelementen gelden voorgeribde wapening, wapeningsnetten en voorspanslementen die voornamelijk statisch worden belast.StaafafstandenEr is minimale afstand tussen de staven gedefinieerd om er voor te zorgen dat het beton goed gestorten verdicht kan worden. Deze waardeis afhankelijk van de staafdiameter, de rnaxlmale korrelgrootteen een absaluut minimum.Toelaatbare daorndiameters voor gebogen stavenEr zijn eisen gesteld aan de maximale buigstaal (doorndiameter) om te voorkomen dat er te gratescheuren ontstaan en dat het beton binnen de ombuiging gaat bezwijken.Verankering en overlap penDe wapening moet een overlap (verankering) hebben am de aanhechtkrachten veilig te kunnenoverdragen. Deze lengte van de overlap is afhankelijk van een aantal factoren, onder andere of hetam een druk of trekstaaf, een rechte of gebogen staaf gaat en de betondekking. Daarnaast ge[den ervoorlangswapening andere regels dan voor beugels en dwarskrachtwapening.Gebundelde stavenVoar gebundelde staven ge[den grotendeels dezelfde regels dan voor afzonderlijke staven,verschillend is dat er gerekend moet worden met een vervangende staafdiameter. Daarnaast zijn ereisen voor het maximaal aantal staven dat gebundeld mag worden.VoarspanelementenOok voor voorspanstrengen gelden regels met betrekking van staafafstanden en bundeling.

    14Document: NEN - Eurocode. deel 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 junl 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    16/43

    3.1.9 Detaillering van elementen en specifieke regelsBalken

    Wapeningshoeveelheid: Er zijn minimum en maximum wapeningshoeveelheden gedefinieerd.Gedeeltelijke inklemming: Ter plaatse van een oplegging dient er gerekend te worden meteen toevallig inklemmingsmoment van 15% van het veldmoment.Inkorting van langswapening: Om voldoende veiligheid te kunnen garanderen met betrekkingtot de aanhechting en scheurvorming moet er naast het berekenen van de verankeringlengteeen momentdekkingsJijn worden opgesteld.Verankering van onderwapening: Er zijn regels voor de verankering ter pfaatsen van deeindoplegging en de tussensteunpunten.Dwarskrachtwapening: Regels voor onder andere de hoek en het soort wapening.Wringwapening: Regels voor minimum hoeveelheden en maximaal toelaatbarebeugel afstan den.Massieve platenWapeningshoeveelheid: Er zijn minimum en maximum wapeningshoeveelheden gedefinieerd.Verdeelwapening: Bij een richting dragende vloeren dient er minimaal 20% van dehoofdwapening als verdeelwapening te zijn aangebracht.Maximum staafafstand: Voor zowel de hoofdwapening als de verdeelwapening geld eenmaximale staafafstand.Oplegging: Ter plaatsen van een oplegging dient er gerekend te worden met een toevalliginklemmingsmoment van 25% van het veldmoment.Dwarskrachtwapening: Bij platen, mlnirnale hoogte 200 mm, kan het nodig zijndwarskrachtwapening aan te brengen.Vlakke plaatvloerIn grote lijnen gelden de zelfde regels dan voor massieve vloeren, met als aanvulling richtlijnen voorde wapening ter plaatsen van kolommen. Daarnaast kan het zijn dat er pons optreedt en dat hieropgewapend moet worden, ook hier geldt weer een minimum hoeveelheid.KolommenVoor de langswapening in kolommen geldt een minimum staafdiameter en hoeveelheid van de totaledoorsnede. Oak geldt een maximum wapeningspercentage. Voor dwarskracht gelden er oak minimaopgesteld, daarnaast is er een maximum staafafstand vastgesteld.Wand enDe wapening dient berekent te worden aan de hand van staafmodeJJen of, als de wand voornamelijkwordt belast op bulging, als plaat. Wanden mogen ongewapend uitgevoerd worden, er geld gssnminimum wapeningshoeveelheid. Wei geldt er een maximum wapeningshoeveelheid en eenmaximum staafafsland.Een wand moet voorzijn zijn van dwarskrachtwapening indien de verticale wapening meer is dan 2%van het beton oppervlak. Uitzondering hierop, er behoeft geen dwarskrachtwapening te zijnaangebracht bij wanden wei ken zijn gewapend met netten en staven met een 0 ::;;16mm en eendekking c ;:::2*0.Gedrongen liggersGedrongen liggers behoren in het algemeen aan iedere zijde zijn voorzien van zowel verticaleals horizontale staven. Het oppervlakte van deze wapening wordt bepaald door 0,1% van debeton doorsnede te nemen. Het absolute minimum hierbij is 150mm2/m en een maximumstaafafstand van 300 mm.

    15Document: NEN - Eurocode, deel 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 [uni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    17/43

    FunderingenVoor funderingen gelden ook minimum wapeningshoeveelheden, rnaximale staafafstanden enminimale staafdiameters. Daarnaast wordt aangegeven dat funderingen berekend mogen worden opbasis van buiging of op basis van staafwerkmodellen.TrekbandenEr behoren trekbanden in het gebouw te zijn opgenomen als er in de berekening geen rekening isgehouden met bijzondere belastingen. Trekbanden moeten geschikt zijn am, bij plaatselijk bezwijken,belasting via een alternatieve manier over te dragen. Deze zfjn verder bedoeld als minimumwapeningen niet als aanvulling op de vereiste wapening volgens de constructieve berekening.

    3.1.10Aanvullende regels voor geprefabriceerde betonelementen en constructiesWardt niet behandeld in dit verslag

    3.1.11 Betonconstructies met lichte toeslagmaterialenWordt nfet behandeld in dit versJag

    3.1.120ngewapende en lichtgewapende betonconstructiesIn dit hoofdstuk staan regels en berekeningsmethoden gegeven voar ongewapende enlichtgewapende betonconstructies. Wordt verder niet behandelt in dit verslag.

    16Document: NEN - Eurocode. deel 2: belonOnderdee!: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    18/43

    4 Vergelijking van de NEN~Normmet de EurocodeIn dit hoofdstuk worden de NEN-Norm en de Eurocode met elkaar vergeleken. Allereerst zijn deverschillen aangegeven in verband met de opbouwstructuur van beide normen, daarna is aangegevenwelke verschillen er globaal zijn tussen beide normen. Daarnaast zijn er nog de verschillen inberekeningsmethode, hier wordt het diepste op ingegaan. De reden hiervoor is dat deberekeningsmethode voor adviesbureau's van bouwconstructies in de praktijk het belangrijkste is.4.1 OpbouwstructuurZowel de NEN-Norm als de Eurocode kennen e en hoofdnorm voor beton, dit zijn de NEN 6720 en deNEN-EN 1992-1-1. Zowel de NEN-Norm als de Eurocode kennen een eigen toepassingsgebied welkelets van elkaar verschillen (zie tabel 4.1).

    belastingbetonsterktelicht betonzwaar betonvoorspanning aileen inwendigTabeI4.1: Toepassingsgebieden

    overwegend statisch overwegend statischC 12/15 - C 53/65 C12/15 - C90/iD5

    NEN-Norm Eurocode

    nee janee

    aileen inwendig

    Naast deze algemene betonnormen zijn er nog andere normen die niet in dit verslag besprokenworden. Bij de Eurocode is dit onder andere de betonnorm vcor brand.4.2 Berekeningen ligger I vloerenHet berekenen van betonnen constructies gaat volgens de Eurocode in de meeste gevallen op eenandere wijze dan bij de NEN-Norm. Toch zijn er ook enkele overeenkomsten te vinden tussen debeide normen.Hieronder is voor meest voorkomende onderdelen (zoals langswapening en dwarskrachtwapeningvcor balken en vloeren) een conciusie gemaakt betreffende de wijze van berekenen en of ervervolgens in de uitkomst veel veranderd. Niet aile onderdelen uit de norm zijn behandeld in verbandmet de planning, het bleek namelijk niet haalbaar te zijn de complete norm uit te werken.4.2.1 Langswapening

    Balken:De NEN-Norm is zo geschreven dat het standaard is een element te ontwerpen zonder drukwapening,hierop is ook het maximale wapeningspercentage gebaseerd. Bij de NEN-Norm hangt dit af van eenWO:ma~, wordt deze waarde overschreden dient normaalgesproken de balk afmetingen vergroot teworden. Ais alternatief mag er ook drukwapening worden toegepast.De Eurocode begint met de controle of er drukwapening is vereist. De uitkomst van deze toets isonder andere afhankelijk van de mate van herverdelen, dit mag volgens de Eurocode tot 30% (was bijde NEN-Norm 20%). Mocht er vervolgens drukwapening benodigd zlin, dan heeft de toetsing eenander vervolg, dan dat er geen drukwapening benodigd is.In de bijlage zijn berekeningen opgenomen volgens de NEN-Norm en de Eurocode (zie bijlage J) .

    17Document: NEN - Eurocode. deel 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    19/43

    Evenals de NEN-Norm kent de Euracode het minimum en maximum wapeningspercentage, dezeworden echter wei op andere wijze berekend. Bij de Euracode is het minimum wapeningspercentagenamelijk minder dan bij de NEN-Norm, en het maximum wapeninqspercentaqe is juist weer groter. Dereden voor het grater worden van het maximum wapeningspercentage is de toevoeging van dedrukwapening, hierdoor kan de drukzone meer druk opnemen.Om het verschil in de benodigde wapening ten behoeve vanhet buigend moment duidelijk te makentussen de NEN-Norm en de Eurocode is een ligger berekend (zie bij/age I). De resultaten van dezeberekening zijn in een grafiek weergegeven (zie figuur 4.1 ).De ligger die is berekend is een betonnen balk van 5000 x 400 x 500 (I x b x h) met betonkwaliteitC20/25. De dekking van de balk is 30 mm, heeft beugels 1218-300mm en hoofdwapening van 12 mm.

    2000

    langswapening2500 ~~Il--n--lll--"----;---NEN-Norm!1 1 - 1

    _ , 1 - ~-+-#'---:.io.,.c._........... ;

    - - Minimum NEN-Nonn-EUfocode

    N~ 1500- - - MinimumEurocode- - - - Drukwapening Eurocode f I ' 1 1!000 N-~~ I ~ - b ~~ 1 II I I ,I I~ _ j _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ I i L___I I~ 500 I I r=:':": I j 1 ; - - - - - - - - 1 ; - - - - - - - - 1 , _ _ _ _ . . .r z :+-i. i "l" - ~ - ""l' - -l - -l--1- - I - ~ t --r--- -----~--~--oL__l___ 1 _ _ l_ . .J.....~ l '

    10 I 20 I 30 I 40 50 60 I 70 80 I 90 i 100I I I

    -500 ~_"--------- '' -- -----' -_---L~--- '- -~-- 'j ,_---- '-_------- '- i - ---' -~~q-last (kN/m)Figuur 4 . 1 : De voorbeeldba/k berekend va/gens de NEN-Norm en de Eurocade, het maximumwapeningsoppervlak bevindt zich op een buiten de grafiek val/ende hoagte, en is dus vandaar nietafgebeeldIn het voorbeeld komt duidelijk naar voren dat beide normen in het begin gelijk opgaan met elkaar.Zodra er bij de Eurocode drukwapening benodigd is gaat het benodigde wapeningsoppervlakomhoog. En in dat geval is de Eurocode nadeJiger dan de NEN-Norm.In de wijze van berekenen lijkt de Eurocode een stuk uitgebreider te zijn omdat bij de Eurocodeduidelijk zichtbaar is dat de wapeningshoeveelheid ook afhangt van de betonsoort en de staalsoort.Deze factoren zitten bij de NEN-Norm verborgen in de w-factoren. Dit wil ook zeggen als beideberekeningen met de hand uitgevoerd zouden worden de Eurocode meer werkt zou kosten. Staanbeiden eenmaal in Excel dan is er geen verschil meer in berekeningssnelheid.

    18Document: NEN - Eurocode. deel2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 junl 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    20/43

    Vloeren:Bij vloeren gaat de berekening van de langswapening op exact dezelfde wijs als bij de balken. Alsopmerking kan worden toegevoegd dat drukwapening toegepast kan worden, maar dat dit nietaanbevolen wordt. De reden hiervoor is dat een vloer onvoldoende dikte heeft. Bij de NEN-Norm washet gebruikelijk dat een vloer werd berekend aan de hand van tabellen waaruit gemakkelijk demomenten en de wapening te bepalen is. Deze methode is komen te vervallen.4.2.2 DwarskrachtwapeningAigemeenDe bepaling van de benodigde dwarskraehtwapening gaat bij de Euroeode op een iets andere wijzedan bij de NEN-Norm. De toets begint wei hetzelfde, er dient bepaald te worden of er Oberhauptwapening tegen dwarskraeht benodigd is (er moet altijd een minimum hoeveelheiddwarskrachtwapening aanwezig zijn), De Euroeode houdt bij deze berekening rekening met deaanwezige langswapening.Als blijkt dat wapening tegen dwarskracht nodig is, mag volgens de Euroeode de weerstand die hetbeton tegen dwarskraeht heeft niet meer worden meegeteld. De eis lijkt dan strenger te worden, bij deNEN-Norm mag de weerstand tegen dwarskracht altijd worden meegenomen. De Euroeode is weisoepeler met de drukdiagonalen, waar deze volgens de NEN-Norm lagen tussen de 300en de 600,liggen deze volgens de Eurocode tussen de 21,So en de 45. Dit levert een heel groat voordeel opvoor de benodigde dwarskraehtwapening (maar voor de langswapening geldt een ruimeremomentdekkingslijn). In de bijlage is een voorbeeldberekening opgenomen van het berekenen van dedwarskrachtwapening van een balk, daarbij is voor beide normen de flauwste drukdiogonaalaangehouden (zie bijlage II).Gedrongen liggersBij gedronger Jiggers geldt er een aanvullende regel, welke inhoud dat er een reductie mag wordentoegepast waardoor het beton zander dwarskrachtwapening meer kan opnemen. Dit heeft ermee temaken dat de drukkraeht rechtstreek naar de palen gaat. BHjktdat er na deze reduetie nog steedsdwarskrachtwapening moet worden toegepast voigt er de zelfde berekening als voor balken geldt.

    19Document: NEN - Eurocode, deel 2: belonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    21/43

    Vergelijking liggerOm de NEN-Norm en de Euracode concreet te kunnen vergelijken is een voorbeeld ligger uitgewerkt(zie figuur 4.2), deze ligger heeft dezelfde afmetingen en eigenschappen als de voorbeeld ligger voorde langswapening. Voor de drukdiagonaaJ is gekozen om vcor beide normen de flauwste hoek tepakken (30" voor de NEN-Norm en 21,BD voor de Euracode). De minimum beugel afstand voor beidenormen is 300 mm, welke met een beugeJ van 0B-300mm neerkomt op een oppervlak van 335 rnrrr'.

    dwarskrachtwapening800 n----,-j E-ur""Jc~} I l T I I - ' _ ' _ 1 ~ I-" " 1

    I I - I i .I IE 600 MinimumEurocode - + ~ - I - - " "~ 500 I I-I~~- __ ,l400LW l--. _"_I ~--I I--Ji J - i ~_I : r f - 1 - - = J . :a. I . . I I I .,! j I.g - _j: I U!I'!' j'00 __ -.-.- .. ---~~. ~__ i "_. _._-.,"---"" ___:

    . . " . ! I I I I I I1001

    . r - - - - . . .~--+ I - " " l ~ - I - ' . .----.-'i-!.I.. I . ! ,I I . I " I l j 1 [ [ 1 ' . . ,o l - - . L I I 1_..__ ! 1 _ " " _ " . . ._ "J

    -NEN-NormMinimumNEN-Norm

    10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120q-Iast {kN/ml

    Figuur 4.2: Wapeningsoppervlakten berekend vafgens de NEN-Norm en de EurocodeAJsconclusle, voor Jiggersbij de flauwste haeken, kan gegeven worden dat bij een hogere belastingde Eurcode voordeliger zal zijn dan de NEN-Norm voor de hoeveelheid dwarskrachtwapening. In hetbegin gaan de NEN-Norm en de Eurocode gelijk op, dit heeft te maken met het toepassen van deminimum dwarskrachtwapening, vervolgens is de Euracode strenger. Dit heeft te maken met hetbetonaandeel dat niet meegenomen mag worden. Ais op een gegeven moment de q-Jasteen waardebereikt van 120 kN/m krijgt de NEN-Norm te maken met gratere wapeningsoppervlaktes. Dit heeft temaken met het voordeel van de hellingshoek.De Eurocode is dus over het algemeen nadeJiger dan de NEN-Norm. Als extra nadeel heeft deEurocode, als een kleinere hoek van de drukdiagonaal toegepast wordt, dat er een ruimeremomentdekkingslijn benodigd is.Voor gedrongen liggers kan worden gezegd dat er ondanks de reductie die toegepast mag wordenook meer dwarskracht wapening moet worden toegepast. Dit heeft te maken dat bij de NEN-Normgerekend mocht worden met een verhoogde T1 .

    20Document: NEN - Eurocode, dee! 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum:20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    22/43

    4.2.3 ScheurvormingDe toets op scheurvorming tussen beide normen is totaal verschiJIend. De NEN-Norm heeft tweetoetsen, een op basis van de staafafstand en een waarin de diameter verwerkt is. Hierbij moet aan 1van de 2 toetsen voldaan moet worden.De Eurocode toetst op basis van de maximale scheurwijdte. Evenals bij de NEN-Norm is in deze toetsde optredende staalspanning verwerkt. Deze toets is ten opzichte van de NEN-Norm een stukuitgebreider geworden.Er is een voorbeeld uitgewerkt (zie bijlage III) van een betonnen balk met een breedte van 500 mm,waarin 4 staven 016 mm zijn aangebracht. Met een dekking van 35 mm en een beugel van 08 mmgeeft dit een onderlinge staafafstand van 117 mm.De resultaten en de verschiflen zijn zichtbaar in de tabel, waarin voor de NEN-Norm twee waardengegeven zijn gegeven, de linkse kolom is de maximaal toelaatbare staafafstand, en rechtse kolom demaximaal toelaatbare staafdiameter. Als resultaat voor de Eurocode is de optredende scheurwijdteweergegeven, deze mag volgens de Eurocode maximaal 0,30 mm zijn (zie tabeI4.2).

    a NEN-Norm Eurocode100 620 37 0,10150 370 25 0,15200 245 19 0,21250300350400

    Tabel 4.2: De tabel van de scheurwijdte controle, met grijs zijn de overschrijdingen aangegevenIn de tabel is duidelijk te zien aan de tabel dat de Eurocode bij een staalspanning van 300 N fmm2 nietmeer kan voldoen aan de eis, bij de NEN-Norm wordt die grens pas bereikt bij de 350 Nfmm2.Hierdoor kan geconcludeerd worden dat de eis van de Eurocode strenger is geworden.Uit de berekening kan worden geconcludeerd dat de Eurocode een stuk uitgebreider is en daardoormeer werk zal kosten om te toetsen. Dit heeft vooral te maken met het aantal factoren datgecontroleerd I ingevuld dient te worden.

    21Document: NEN - Eurocode, deel 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    23/43

    4.2.4 VerankeringslengteDe verankeringslengte heeft in de Eurocode een veel uitgebreider formule gekregen. Wei wordt netals bij de NEN-Norm eerst uitgegaan van een basisverankeringslengte, deze kan vervolgensgereduceerd worden door het vinden van enkele factoren, wei te verstaan a1 t/m a5.Er is een voorbeeld uitgewerkt waarin de verankeringslengte van een rechte staaf 020 mm wordtbepaald volgens zowel de NEN-Norm en de Eurocode. Het betreft een geribde onderstaaf (trekstaaf)met een dekking van 35 mm. Er wordt steeds een gratere staalspanning genomen, waardoor deverankeringslengte veranderd (zie bij/age IV en tabe/4.3).

    100150200250300350

    NEN-Norm Eurocode170 200256 233338 311426 389511 467596 544

    Tabe/4.3; Tabe/ met daarin de verankerings/engte per staa/spanningUit de tabel wordt het duidelijk dat de Euracode net iets minder streng rekent dan de NEN-Norm. In depraktijk zullen alle waarden worden afgerond naar vijftig of honderdtallen, waardoor er praktisch geenverschil meer is tussen de NEN-Norm en de Eurocode.Om de definitieve lengte van de staaf te kunnen bepalen dient ook bij de Eurocode gebruik gemaaktte worden van de momentdekkingsHjn. De verankering van de staven begint pas vanaf demomentdekkingslijn. De verschuiving van deze lijn zal bij de Eurocode een stuk minder worden dan bijde NEN-Norm het geval is. De verschuiving volgens de normen is:NEN-Norm: d * (cot e - cot a)Eurocode: z * (cot e - cot a)/2Hierbij is de z volgens de Eurocode afhankelijk van de d en de K, deze K is weer afhankeHjk van hetmoment, de afmetingen en de betonsterkte.

    22Document NEN - Eurocode. dee! 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans HogeschooJ, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    24/43

    4.3 Wanden I KolommenVoor wanden en kolommen zijn ook andere regels gekomen, allereerst moet worden bepaald of eenkolom slank is, dit bepalen gaat aan de hand van een aantal factoren, namelijk:A: deze factor is afhankelijk van kruip, welke weer afhankelijk is van de belasting, tijd ende relatieve luchtvochtigheid.B: deze factor is afhankelijk van de mechanische wapeningsverhouding.C: deze factor heeft te maken met de momentenverhouding (verhouding tussen kop- envoetmoment).n: de factor heeft te maken met de relatieve normaalkracht.Er kan gekozen worden om aile factoren exact uit te rekenen of er kan gebruik gemaakt worden vanvoorgeschreven, conservatieve waarden.Als blijkt dat een element slank is dient er nog bepaald te worden wat het rekenkundige moment moetzijn. Oit rekenkundige moment is de grootste waarden van een aantal mogeJijke combinaties, daarbijrekening houdend met het kop- en voetmoment en moment door excentriciteit en normaalkracht. Bijgevallen dat geen tweede orde meegenomen hoeft te worden, het element is niet slank, is hetmoment gelijk aan de kop of voetmoment (grootste van de twee) plus het moment door excentriciteit.De wapeningshoeveelheid kan vervolgens berekend worden op soortgelijke wijze als bij de NEN-Norm werd gedaan, ook door het aflezen van de bijpassende kolomdiagram. De keuze van de grafiekhangt ook bij de Eurocode af van de verhouding a/h, waarbij a de afstand van de staaf tot buitenzijdebeton is. De af te lezen waarde is uit is oak hier weer afhankelijk van de verhouding tussen momenten normaalkracht.

    23Document: NEN - Eurocode, dee I 2: betonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 [unl 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    25/43

    I LangswapeningI-I Langswapening vol gens de NEN-Norm1-2 Langswapening volgens de Eurocode (Zonder drukwapening)1-3 Langswapening volgens de NEN-Norm[-4 Langswapening volgens de Eurocode (Met drukwapening)

    24Document NEN - Eurocode, deel 2: betonOnderdeel: Produc!deelDatum: 20 juni 2008Avans Hogeschool, Bouwkunde

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    26/43

    1-1 Langswapening volgens NEN-Norm

    L= 5000 mmq= 50 kN /mb= 400 mmh= 500 mmMEd = 156 kNm0Hw= 12 mm0beugel = 8 mmc= 35 mmd= 451 mm

    M u I (b * d 2*1 0.9) =aflezen Wo =

    1920 kN/m20,475 %

    controle WoWmln

    0,15 0,475 1,38voldoet

    Berekenen wapeningAs = Wo " b * d *10"2

    857

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    27/43

    1-2 Langswapening volgens Eurocode

    L= 5000 mmq= 80 kNfmb= 400 mmh= 500 mmMEd= 250 kNm0Hw= 12 mm0beuget= 8 mmc= 35 mmd= 451 mm

    Beton C20/25fck= 20 MPafelm= 2,2 MPa

    Staal FeB500fyk= 500 MPafyd= 435 MPa

    6= 1,00 herverdelingsverhouding (tabel 6.1 CB6)0,170= 0,15 K'=

    K0,15

    K '0,17

    geen drukwapening vereist

    As1= M 1 (fyd" z)Z = (d 12) .. (1 + -v {1 - 3Kz = 391 mm

    1470 rnrn" (onderwapening)

    contrale minimumwapening onder:As,min,1= (O,26*fclmbtd) 1 fykAs,min,1 206 mm2

    0,0013" bt * d235 mm2

    235

    As,min,2= 1,25 ,.AsAs,min,2 1837 mm2

    As,min235 voldoet

    controle maximumwapening onder:As.max=As.max=

    0,04" A c8000 rnrn"

    voldoet

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    28/43

    1-3 Langswapening volgens NEN-Norm

    L= 5000 mmq= 100 kN/mb= 400 mmh= 500 mmM Ed = 313 kNmOHw= 12 mmObeuge l= 8 mmc= 35 mmd= 451 mm

    M, I (b * d2*10.9) =aflezen Wo =

    3841kN/m21,048 %

    cantrale Wo

    0,15 1,048 1,38valdaet

    Berekenen wapeningAs = W o * b " d "10.2As = 1891 mm2

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    29/43

    I~4Langswapening voIgens Eurocode

    L= 5000 mm Beton C20/25q= 100kN/m fc k = 20 MPab= 400 mm f elm = 2,2 MPah= 500 mmMEd = 313 kNm Staal FeB5000Hw= 12 mm fY k = 500 MPa0beugel= 8 mm fy d = 435 MPac= 35 mm fsc = 435 MPad= 451 mmd2= 49 mmx = 0,8 * (6 - 0,44) * d6= 1,00 herverdelingsverhouding (tabel 6.1 CB6)x = 202 mm

    K = M I (bd2* fck )K = 0,19 6= 1,00 herverdelingsverhouding (tabel 6.1 CB6)0,170'=

    K0,19

    K'0,17

    wei drukwapening vereist

    z= (d 12) * (1 + ~1 - 3K '383 mm=

    (K - K') * (fck * b * d2)fs c * (d - d2)35874640174870205 r n r r r '

    A= K' * f * b * d2ck +fy d * z fyd

    89240435

    276625360 +

    A =166757

    1864 mm2

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    30/43

    controle minimumwapening onder:As,min,1 = (0,26*fctm *btd) / fY kAs,min,1 =As,mln,1 =As,min,2=As,min,2 =As,min

    206235

    1,25 * As2330 rnm"

    235

    controle maximumwapening onder:As,max=

    As,max=

    0,04" A c8000 rnrn"

    voldoet

    0,0013 * b, * d235 mm2

    voldoet

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    31/43

    II DwarskrachtwapeningII-I Dwarskrachtwapening volgens de NEN-NormlI-2 Dwarskrachtwapening volgens de Eurocode

    Document NEN - Eurocode, deel 2: batonOnderdeel: ProductdeelDatum: 20 juni 2008Avans Hogescl1ool, Bouwkunde

    25

  • 5/17/2018 NEN VS NEN-EN

    32/43

    11-1Dwarskrachtwapening volgens NEN~Norm

    L = 5mq = 80 kN/mV d = 200 kNb = 400 mmh = 500 mmMEd ::: 250 kNm0 H w = 12 mm0 h a u g e l 8 mmc = 35 mmd= 451 mm

    Bepaal de schuifspanning TdTd = v I (b*d)Td = 1,11 N/mm2Tl = 0,46 N/mm2

    > dwarskrachtwapening nodig

    Controle balkafmetingen