Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 1/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
richtlijncode ZH047RICHT
Versie 1.31
Datum 6 april 2020
Beheerder Unit Infectiepreventie
Opdrachtgever Infectiecommissie
Datum akkoord
Infectiecommissie
12 februari 2020
Datum akkoord
Raad van Bestuur
12 maart 2020
.
Nieuw coronavirus (SARS-CoV-2,
COVID-19)
LET OP: dit is een dynamisch document: de beschreven maatregelen kunnen nog worden aangepast op
basis van nieuwe ontwikkelingen en na beoordeling van de Infectiecommissie en de Raad van Bestuur.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 2/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Inhoudsopgave
1 Inleiding 5
1.1 Introductie 5
1.2 Transmissieroute, incubatietijd en besmettelijkheid SARS-CoV-2 5
1.3 Over deze richtlijn 5
2 Ziekteverschijnselen 6
2.1 Ziekteverschijnselen COVID-19 6
2.2 Indicaties om te testen op SARS-CoV-2 6
2.3 Definitie onbeschermd contact 6
2.4 Definities contactpersonen/contactpatiënten van een verdachte COVID-19 patiënt 7
2.5 Nog niet bevestigde verdenking van COVID-19 7
3 Melding 8
4 De COVID-19 patiënt 9
4.1 Aangekondigde patiënt: positief of verdacht 9
4.1.1 aangekondigde positieve patiënt 9
4.1.2 aangekondigde verdachte patiënt uit ander ziekenhuis 9
4.1.3 aangekondigde verdachte patiënt via huisarts / GGD 9
4.1.4 aangekondigde verdachte patiënt Erasmus MC (polikliniek / dagbehandeling) 10
4.2 Onaangekondigde patiënt – ambulante zorg 10
4.3 Vermoeden COVID-19 tijdens opname 11
4.4 Zwangere patiënt met (verdenking) COVID-19 12
4.5 Contactonderzoek 13
4.6 Medewerker die risico heeft op het hebben van een infectie 13
4.7 Begeleider van (verdachte) COVID-19 patiënt 13
4.8 Repatriëring naar Nederland 14
5 Isolatiemaatregelen 15
5.1 Ruimte 15
5.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen personeel en bezoekers 15
5.2.1 kamer met bron-isolatie drukregeling 15
5.2.2 eenpersoonskamer 17
5.2.3 maatregelen bij patiënten met Optiflow therapie 18
5.3 Voorschriften voor vervoer van (verdachte) COVID-19 patiënt 19
5.4 Maatregelen op het OK-complex 19
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 3/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
5.5 Schoonmaken van de kamer tijdens en na beëindigen isolatie 21
5.6 Afvoeren en schoonmaken van materialen uit de kamer 23
5.6.1 Linnengoed 23
5.6.2 Medische hulpmiddelen 23
5.6.3 Klinische materialen voor diagnostiek 23
5.6.4 Afvoer afval 24
5.7 Beëindiging van de isolatie 24
6 Maatregelen voor bezoek 25
7 Medewerkers algemeen, reizen en overige aandachtspunten 27
8 De overleden patiënt 28
8.1 Bezoek 28
8.2 Maatregelen medewerkers en bezoekers bij overleden patiënten 28
8.3 Mortuarium / obductie 28
9 Bedrijfsarts 29
10 Diagnostiek 30
10.1 Algemeen 30
10.2 SARS-CoV-2 specifieke diagnostiek 30
10.2.1 Bij welke patiënten? 30
10.2.2 Door wie verricht? 30
10.2.3 Wat kan ingestuurd worden voor SARS-CoV-2 specifieke diagnostiek? 30
10.2.4 Verzenden materialen 31
10.2.5 Wanneer wordt de diagnostiek verricht? 32
10.2.6 Welke testen voor SARS-CoV-2? 32
10.2.7 Uitslagen 32
10.3 Diagnostiek naar andere respiratoire pathogenen 32
10.3.1 Bij welke patiënten? 32
10.3.2 Door wie verricht? 32
10.3.3 Wat insturen? 33
10.3.4 Welke testen? 33
10.3.5 Uitslagen 34
10.4 Interpretatie resultaten diagnostiek 34
10.4.1 SARS-CoV-2 specifieke diagnostiek 34
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 4/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
11 Behandeling 35
12 COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie 36
12.1 Leden van de COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie 36
12.2 Taken COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie 36
13 Literatuur 38
14 Bijlage 1: belangrijke telefoonnummers 39
15 Bijlage 2: overzicht isolatiekamers 41
16 Bijlage 3: opzetten II-R mondneusmasker 42
17 Bijlage 4 t/m 13: beslisbomen 43
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 5/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
1 Inleiding
1.1 Introductie
Het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2) behoort tot de groep van coronavirussen en is ver-
want aan het SARS-coronavirus (SARS-CoV).
Het SARS-CoV-2 lijkt het meest verwant aan een coronavirus dat onder vleermuizen voor-
komt in China. Het SARS-CoV-2 kan leiden tot een ernstige pneumonie (COVID-19).
1.2 Transmissieroute, incubatietijd en besmettelijkheid SARS-CoV-2
Besmettelijkheid: onbekend. Mens-op-mens transmissie is aangetoond; de uitgebreid-
heid hiervan wordt nog onderzocht.
Besmettelijke periode: onbekend. Verondersteld wordt tijdens de symptomatische peri-
ode.
Transmissieroute: onbekend. Waarschijnlijk zoals andere coronavirussen via druppels en
via direct contact.
Incubatietijd: bedraagt minimaal 2 tot maximaal 14 dagen.
1.3 Over deze richtlijn
Deze richtlijn zal geregeld aangepast worden aan nieuwe inzichten vanuit het RIVM en/of
eigen ervaringen binnen het Erasmus MC zelf. De actuele versie van de richtlijn is altijd te
vinden op het KMS.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 6/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
2 Ziekteverschijnselen
2.1 Ziekteverschijnselen COVID-19
Ziekteverschijnselen zijn wisselend, van milde niet-specifieke luchtwegklachten: neusver-
koudheid; keelpijn (14%); (droge) hoest (68%); moeheid (38%); sputumproductie (33%);
spier- en gewrichtspijnen (15%); hoofdpijn (14%) en verhoging, tot meer ernstige ziekte-
beelden met koorts (> 38 graden Celsius, 88%); kortademigheid (19%) en pneumonie, tot
acute respiratoire stress syndroom en septische shock. Ook gerapporteerd (bij een kleiner
deel van de patiënten): diarree (4%); misselijkheid en braken (5%).
Definitie bevestigde casus van COVID-19:
Patiënten met een laboratorium bevestigde infectie met SARS-CoV-2.
2.2 Indicaties om te testen op SARS-CoV-2
Verdachte patiënten worden conform deze richtlijn intern gemeld.
1. als een patiënt een opname indicatie heeft
2. alle patiënten, ook die pas tijdens opname verdacht worden voor COVID-19
3. poliklinische patiënten die binnen 14 dagen een afspraak/opname/behandeling gepland
hebben die door moet gaan
Dit betekent dat niet zieke patiënten met milde klachten (bijv. alleen een neusverkoudheid)
die niet opgenomen worden naar huis kunnen met de algemeen geldende landelijke advie-
zen m.b.t. thuisblijven en isolatie, en dus niet getest worden.
Indien er wordt besloten te testen op SARS-CoV-2 geldt hierbij de isolatievorm zoals be-
schreven in hoofdstuk 5.
2.3 Definitie onbeschermd contact
Het in contact komen met een (verdachte) COVID-19 patiënt zonder het treffen van de on-
der hoofdstuk 5 genoemde voorzorgsmaatregelen.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 7/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
2.4 Definities contactpersonen/contactpatiënten van een verdachte COVID-
19 patiënt
Personen die onbeschermd nauw contact hebben gehad met een (verdachte) COVID-19 pa-
tiënt vanaf het begin van de symptomen.
Onder nauw contact wordt verstaan:
• het verzorgen van een patiënt;
• het verblijven bij een patiënt binnen twee meter afstand, er is dan kans op besmetting
door spreken met, aan hoesten of aan niezen door de patiënt;
• het in contact komen met lichaamsvloeistoffen van de patiënt zoals sputum of feces;
• personen die zich gedurende 15 minuten in dezelfde ruimte bevonden als de symptoma-
tische patiënt (bijvoorbeeld alle aanwezigen in een wachtruimte waar de patiënt ver-
bleef);
• huisgenoten van een patiënt.
Indien een patiënt niet geïsoleerd op een afdeling heeft gelegen, dan wordt de grootte van
het contactonderzoek bepaald.
2.5 Nog niet bevestigde verdenking van COVID-19
Personen die op basis van symptomen en epidemiologie verdacht worden van COVID-19,
moeten wel al in isolatie gezien worden. Dit geldt ook voor de begeleiders die meekomen.
Medewerkers nemen bij hen de maatregelen zoals beschreven in hoofdstuk 5.
Voldoet de patiënt niet aan de casedefinitie dan kunnen de isolatiemaatregelen opgeheven
worden, mits deze niet van een andere besmettelijke verwekker verdacht wordt. In dat geval
worden de isolatiemaatregelen aangepast aan de mogelijke verwekker.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 8/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
3 Melding
COVID-19 is een groep A meldingsplichtige ziekte.
Binnen het Erasmus MC dienen o.a. de consulent virologie, internist-infectioloog, arts-micro-
bioloog en Unit Infectiepreventie ingelicht te worden. Hoe dit geregeld is (wie contact op-
neemt met wie): zie de beslisbomen in de bijlagen.
Extern dienen o.a. de LCI en GGD te worden geïnformeerd. Melding en overleg met LCI, 24
uur per dag 030-2747000. GGD melding vindt plaats via de Coronafoon / geautomatiseerd
plaats.
bereikbaarheid
tijdens kantooruren buiten kantooruren
Coronafoon (dd consulent infectie-ziek-
ten): wel/niet testen
06 xxx 06 xxx
KliCo 1 (Klinische Coronafoon): in/uit
isolatie)
06-xxx 06-xxx
Consulent pediatrische infectieziekten 06 xxx Via de telefoniste
Consulent Virologie 06 xxx Via de telefoniste
Unit Infectiepreventie xxx Via de telefoniste
Call center COVID 010 70 xxx (medewerkers)
010 70 xxx (patiënten)
bereikbaarheid arts infectieziekten GGD Rotterdam:
Rechtstreeks 010-43 xxx (ook in het weekend bereikbaar)
Bij SARS-CoV-2 diagnostiek is de patiënt per definitie ver-
dacht. Bij verdenking treedt deze richtlijn in werking.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 9/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
4 De COVID-19 patiënt
Het Erasmus MC kan volgens verschillende scenario’s betrokken raken met COVID-19.
4.1 Aangekondigde patiënt: positief of verdacht
4.2 Onaangekondigde patiënt – ambulante zorg
4.3 Vermoeden COVID-19 tijdens opname
4.4 Zwangere patiënt met verdenking COVID-19
4.5 Contactonderzoek
4.6 Medewerker die risico heeft op het hebben van een infectie
4.7 Begeleider van (verdachte) COVID-19 patiënt
4.1 Aangekondigde patiënt: positief of verdacht
4.1.1 aangekondigde positieve patiënt
De patiënt wordt gemeld aan de KliCo 1, zie voor verdere communicatie de beslisbomen
Patiënt wordt direct opgenomen op de desbetreffende aangewezen afdeling afhankelijk
van de opname-indicatie (zie overzicht isolatiekamers, bijlage 2).
Patient wordt (indien mogelijk) aangemeld bij het mondneusmaskerteam voor het opha-
len van een masker (zie instructie)
4.1.2 aangekondigde verdachte patiënt uit ander ziekenhuis
De patiënt wordt gemeld aan de KliCo 1, zie voor verdere communicatie de beslisbo-
men.
Patiënt wordt direct opgenomen op de afdeling.
4.1.3 aangekondigde verdachte patiënt via huisarts / GGD
Huisarts wordt verwezen naar KliCo 1. Indien akkoord wordt patiënt op de SEH ontvan-
gen.
De patiënt betreedt het ziekenhuis te allen tijden via de SEH, waarna deze direct bij aan-
komst in de daarvoor aangewezen ruimte wordt geplaatst waarbij de benodigde voor-
zorgsmaatregelen getroffen worden.
Op de SEH wordt de patiënt getrieerd om:
o via de ambulancesluis in de “Covid-straat” te worden gezien OF
o direct naar een behandelkamer op de SEH wordt geleid
Begeleiders van de patiënt dienen volgens §4.5 te worden opgevangen.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 10/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Iedereen die de kamer betreedt, neemt hierbij de isolatiemaatregelen in acht zoals be-
schreven in §5.2.1.
Indien bij de anamnese blijkt dat de patiënt verdacht wordt van COVID-19, geldt het vol-
gende:
o Er wordt diagnostiek afgenomen volgens hfst. 9.
o In de ruimte op de SEH wordt zo spoedig mogelijk een X-thorax vervaardigd. Indien
andere onderzoeken of ingrepen noodzakelijk zijn die niet op de SEH uitgevoerd
kunnen worden, gelden paragrafen 5.2 voor personeel, 5.3 voor vervoer en 5.6 voor
omgeving.
o Indien opname van de patiënt noodzakelijk is, dan geschiedt dit op een gesluisde
bronisolatiekamer (zie overzicht isolatiekamers bijlage 2) of de desbetreffende CO-
VID-afdeling. Bij onvoldoende capaciteit door een groot aanbod van COVID-19 pati-
enten treedt de ‘ranking list isolatiekamers’ in werking (intranet Unit Infectiepreven-
tie; Patiëntenzorg: isolatie van patiënten).
o Voor vervoer van de patiënt zie § 5.3.
Na verblijf in een patiëntgebonden ruimte, ongeacht kliniek of polikliniek, wordt de ge-
hele ruimte huishoudelijk gereinigd en daarna gedesinfecteerd met chloor 1000 ppm.
Alle materialen die in contact zijn geweest met de patiënt worden huishoudelijk gereinigd
en daarna gedesinfecteerd met alcohol 70% of chloor 1000 ppm.
4.1.4 aangekondigde verdachte patiënt Erasmus MC (polikliniek / dagbehandeling)
Patiënt met klachten meldt zich telefonisch.
Behandelaar geeft aan of afspraak door moet gaan of telefonisch plaatsvindt:
Indien verzetten niet mogelijk is, controleer of de patiënt in aanmerking komt om te laten
testen (zie bijlage 6)
Voor kinderen, volg bijlage 13)
Indien afspraak plaats vindt; volg de beslisboom patient poliklinisch/dagbehandeling (bijlage 10)
Vooraf de patient aanmelden bij het mondmaskerteam 06- xxx (zie instructie).
4.2 Onaangekondigde patiënt – ambulante zorg
Indien een patiënt zich onaangekondigd meldt bij een polikliniek / SEH / Apotheek bestaat
de kans dat medewerkers en patiënten onbeschermd blootgesteld worden aan de patiënt
met COVID-19. Omdat de kans op transmissie naar deze groep groot is, gelden hiervoor de
volgende maatregelen:
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 11/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
SEH
patiënt meldt zich volgens COVID triage
Polikliniek
patiënt meldt zich met klachten bij de balie (volg flowschema bijlage 10)
testafname gaat volgens bijlage 6 (volwassenen) en bijlage 13 (kinderen) poliklinische
testafname
Apotheek
patiënt meldt zich met klachten bij de balie
overhandig chirugisch mondneusmasker met instructieformulier (zie bijlage 3)
indien mogelijk verwijzen naar de SEH
indien patiënt begeleiding nodig heeft, wordt de BHV (*xxx) ingeschakeld
BHV zet II-R mondneusmasker op en begeleidt patiënt direct naar de isolatiekamer van
de SEH
Apotheek belt de SEH met melding verdachte patiënt (SEH-arts 06 xxx of Senior ver-
pleegkundige 010 70 xxx)
Aldaar wordt de patiënt verder behandeld als een aangekondigde patiënt (zie § 4.1). Na ver-
blijf in een patiëntgebonden ruimte, ongeacht kliniek of polikliniek, wordt de gehele ruimte
huishoudelijk gereinigd en daarna gedesinfecteerd met chloor 1000 ppm**. Er wordt een
contactlijst aangelegd voor beschermende/onbeschermde contacten afhankelijk van de situ-
atie (zie 4.1.1).
4.3 Vermoeden COVID-19 tijdens opname
Reeds opgenomen patiënten bij wie COVID-19 wordt vermoed of is bewezen, worden
direct gemeld aan de personen genoemd in hfdst. 3.
De behandelend arts neemt maatregelen beschreven in § 5.2 en onderstaande treedt
onmiddellijk in werking:
Patiënt wordt zo mogelijk overgeplaatst naar een gesluisde bronisolatiekamer beho-
rend bij het specialisme (zie overzicht isolatiekamers in bijlage 2). Indien niet be-
schikbaar dan wordt strikt-aerogene isolatie toegepast op de desbetreffende afde-
ling.
Er wordt diagnostiek afgenomen volgens hfst. 9.
o Bij overplaatsing naar een bronisolatie wordt de kamer waar de patiënt heeft ge-
legen gereinigd en gedesinfecteerd volgens § 5.7.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 12/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
o Maatregelen t.o.v. geëxposeerd personeel, zie bijlage 4 (na contact met mede-
werker) en bijlage 5 (na contact met patiënt).
Een reeds opgenomen patiënt bij wie COVID-19 wordt vermoed, wordt niet overgeplaatst
naar de COVID afdeling. Hiervan wordt op desbetreffende afdeling diagnostiek afgenomen
en de patiënt wordt in strikt-aerogene COVID isolatie geplaatst.
Bij een positieve uitslag wordt per patient beoordeeld of de zorg die de patiënt nodig heeft
beter geleverd kan worden op de afdeling van het specialisme of op een van de COVID af-
delingen.
4.4 Zwangere patiënt met (verdenking) COVID-19
Wanneer moeder bevalt wordt dit onder strikt aërogene isolatie maatregelen uitgevoerd.
Moeder en kind worden als één gezien, dit betekent dat beide in strikt aërogene isolatie-
maatregelen worden verpleegd:
Tussen de bedden van moeder en kind zit een afstand van minimaal 1,5 meter
Moeder past hoest- en nieshygiëne toe
Bij verzorging en borstvoeding past de moeder handhygiëne toe en draagt de moe-
der een II-R mondneusmasker.
Voor de meest actuele adviezen rondom borstvoeding wordt verwezen naar de
werkgroep neonatale infectiologie.
Wanneer het kind niet bij moeder blijft maar naar een andere afdeling wordt overge-
plaatst blijft het kind in strikt aërogene isolatie tot uitslag van moeder bekend (negatief)
is.
Wanneer partner klachten heeft en moeder niet partner z.s.m. laten testen.
Partner blijft in afwachting van de uitslag thuis wanneer moeder klinisch is opgenomen
(zie hoofdstuk 6, maatregelen voor bezoekers)
Partner met (verdenking) op COVID-19 mag alleen het Erasmus MC betreden om aan-
wezig te zijn bij een vaginale partus. Partner krijgt bij binnenkomst ziekenhuis een chiur-
gisch mondneusmasker, overige persoonlijke beschermingsmiddelen worden bij de ka-
mer aangetrokken conform de maatregelen betreden kamer (paragraaf 5.2).
Partner met (verdenking) op COVID-19 mag niet aanwezig zijn bij een sectio caesarea.
Na de bevalling dient partner zo spoedig mogelijk het ziekenhuis te verlaten
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 13/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
4.5 Contactonderzoek
De uitgebreidheid van het contactonderzoek wordt bepaald in het OMT. In het flowschema
staan de risico’s voor medewerkers en patiënten beschreven. Bij het OMT wordt ook de
GGD betrokken voor het opvolgen van de patiënten bij ontslag uit het Erasmus MC.
Contactonderzoek medewerkers zie bijlage 4 (na contact met medewerker) en bijlage 5
(na contact met patiënt).
Indien medewerkers een mondneusmasker hebben gedragen tijdens werkzaamheden, is
geen contactonderzoek geindiceerd.
Contactonderzoek bij een positieve COVID patiënt is beschreven in bijlage 9.
Voor de te nemen acties door de behandelaar / afdelingshoofd zie bijlage 7.
4.6 Medewerker die risico heeft op het hebben van een infectie
De medewerker betreft alle medewerkers Erasmus MC, inclusief studenten en gastmede-
werkers). Een medewerker met verschijnselen van koorts, hoesten, neusverkoudheid of re-
cent ontstane benauwdheidsklachten, hoofdpijn, keelpijn en/of geur- en smaakverlies volgt
de instructies in de beslisboom ‘medewerker met mogelijke COVID klachten’, zie bijlage 8.
Voor het afnemen van testen dienen medewerkers contact op te nemen met het call center
COVID (010-70 xxx).
Een medewerker komt na een negatieve test op SARS-CoV-2, opnieuw in aanmerking voor
een test indien de klachten verergeren of bij het ontstaan van een nieuw verschijnsel.
4.7 Begeleider van (verdachte) COVID-19 patiënt
Begeleiders van een (verdachte) COVID-19 patiënt dienen bij binnenkomst in het zie-
kenhuis een chirurgisch mondneusmasker te krijgen en dit te dragen.
Begeleiders blijven bij de patiënt op de kamer. De kamer wordt alleen verlaten om via de
kortste weg het ziekenhuis te verlaten.
Voor het verlaten van de kamer dienen begeleiders handhygiëne toe te passen. Indien
zij klachten hebben van verkoudheid, hoesten, koorts of recent ontstane kortademing-
heid, dienen zij ook een chirurgisch mondneusmasker te dragen bij het verlaten van het
ziekenhuis.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 14/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
4.8 Repatriëring naar Nederland
Indien in het kader van repatriëring een patiënt opgenomen gaat worden, is het advies deze
patiënt indien mogelijk voor de transfer te laten onderzoeken op SARS-CoV-2. Als de patiënt
voor de opname niet is onderzocht op de aanwezigheid van dit virus of het onderzoek is niet
betrouwbaar, dan dient de behandelend arts dit onderzoek bij opname alsnog uit te voeren
en de patiënt in bronisolatie te ontvangen.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 15/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
5 Isolatiemaatregelen
5.1 Ruimte Bronisolatiekamer: Eenpersoonskamer met sluis en drukregeling
Drukregeling bronisolatie waarbij onderdruk in de kamer (- -) en de sluis (-) ten opzichte
van de gang (0).
Let op : Ga na of de isolatiekamer een bron isolatiekamer is of een universele iso-
latiekamer. Voor overzicht isolatiekamers zie bijlage 2 en raadpleeg indien nodig
de isolatie ranking.
De deuren van de kamer en de sluis dienen zoveel mogelijk gesloten te blijven. Ramen
mogen niet worden geopend (ook niet indien een patient ligt opgenomen op een eenper-
soonskamer).
Op de deur van de kamer/sluis wordt het isolatietype, met de daarbij behorende maatre-
gelen voor bezoek en personeel, aangegeven d.m.v. een instructieposter ‘strikt aëro-
gene isolatie met veiligheidsbril’.
Alle benodigdheden voor verpleging en eenvoudig onderzoek (stethoscoop, tensieme-
ter, thermometer enz.) moeten in de kamer aanwezig zijn. Houd voorraden zo klein mo-
gelijk.
(deze worden nl. tevens na niet gebruik weggeworpen)
Sanitaire voorzieningen (douche en toilet) worden in de patiëntenkamer gebruikt.
Bloemen en planten zijn niet toegestaan.
Leen materialen van het ziekenhuis zoals speelgoed e.d. mogen alleen de kamer in als
zij te reinigen en te desinfecteren zijn.
5.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen personeel en bezoekers
Als eerste dient men de patiënt altijd uit te leggen dat een goede hoesthygiëne van groot be-
lang is om verspreiding van het virus te voorkomen. Dit houdt in dat bij hoesten of niezen
een papieren zakdoek voor de mond en neus wordt gehouden, hierbij dient het hoofd te wor-
den afgewend van de aanwezige personen in de ruimte. Hierna dient de zakdoek te worden
weggegooid en de handen te worden gewassen of gedesinfecteerd.
Bezoekers gebruiken dezelfde persoonlijke beschermingsmiddelen als medewerkers.
5.2.1 kamer met bron-isolatie drukregeling
Handen en polsen dienen te allen tijde vrij te zijn van sieraden, conform de infectiepreventie-
richtlijn ‘Algemene voorzorgsmaatregelen’ (ZH007RICHT).
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 16/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
De deuren tussen kamer en sluis mogen niet gelijktijdig geopend zijn. De kamer wordt als
volgt betreden en verlaten:
betreden patiëntenkamer (poster PO-0110B)
Desinfecteer in de sluis de handen en polsen met handalcohol.
Neem in de sluis de volgende maatregelen:
o zet een II-R mondneusmasker op
o indien er een aerosolvormende handeling* of toediening van medicatie via verneve-
ling uitgevoerd gaat worden: zet een FFP-2 masker op (zie maskeroverzicht), voor
comfort kan er voor het opzetten van een FFP-2 masker een muts worden gedragen
o trek een disposable schort aan
o trek onsteriele handschoenen aan
o zet een veiligheidsbril op.
o betreed de kamer
* aerosolvormende handelingen zijn: tracheale intubatie, niet invasieve beademing, tracheostomie, cardiopulmo-
naire reanimatie, manuele handmatige beademing voorafgaand aan intubatie, bronchoscopie, handelingen aan de
tracheostoma, uitzuigen, het draaien van een geïntubeerde patiënt (WHO; Rational use of personal protective equi-
pement for coronavirus disease 2019 (COVID-19)
verlaten patiëntenkamer
Trek in de kamer de handschoenen uit en gooi deze weg.
Desinfecteer in de kamer handen en polsen met handalcohol (bij zichtbare verontreini-
ging handen wassen met water en zeep).
Verlaat de kamer en betreed de sluis.
Doe in de sluis het schort en gooi deze weg. Doe de veiligheidsbril en het masker af en
gooi deze in verzamelbak. De door medewerkers gebruikte maskers en veiligheidsbrillen
worden in de daarvoor bestemde bak gedeponeerd, indien deze niet beschadigd en/of
visueel verontreinigd zijn. Indien er een muts is gedragen wordt deze weggegooid.
De veiligheidsbrillen en maskers worden aangeboden volgens instructie.
Desinfecteer in de sluis opnieuw handen en polsen met handalcohol.
N.B. Indien medewerkers in het gelaat huidlaesies hebben, dienen zij de veiligheidsbril te
vervangen door een gelaatscherm.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 17/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
5.2.2 eenpersoonskamer
Handen en polsen dienen te allen tijde vrij te zijn van sieraden, conform de infectiepreventie-
richtlijn ‘Algemene voorzorgsmaatregelen’ (ZH007RICHT).
De kamer wordt als volgt betreden en verlaten:
betreden patiëntenkamer PO-0110C
Desinfecteer op de gang de handen en polsen met handalcohol.
o zet een II-R mondneusmasker op
o indien er een aerosolvormende handeling* of toediening van medicatie via verneve-
ling uitgevoerd gaat worden: zet een FFP-2 masker op (zie maskeroverzicht), voor
comfort kan er voor het opzetten van een FFP-2 masker een muts worden gedragen
o trek een disposable schort aan.
o trek onsteriele handschoenen aan.
o zet een veiligheidsbril op.
o betreed de kamer en sluit de deur
* aerosolvormende handelingen zijn: tracheale intubatie, niet invasieve beademing, tracheostomie, cardiopulmo-
naire reanimatie, manuele handmatige beademing voorafgaand aan intubatie, bronchoscopie, handelingen aan de
tracheostoma, uitzuigen, het draaien van een geïntubeerde patiënt (WHO; Rational use of personal protective equi-
pement for coronavirus disease 2019 (COVID-19)
verlaten patiëntenkamer
Trek in de kamer de handschoenen uit en gooi deze weg.
Doe in de kamer het schort uit en gooi deze weg.
Desinfecteer in de kamer handen en polsen met handalcohol (bij zichtbare verontreini-
ging handen wassen met water en zeep).
Verlaat de kamer.
Doe de veiligheidsbril en het masker af en gooi deze in verzamelbak (zie N.B.2). De door
medewerkers gebruikte maskers en veiligheidsbrillen worden in de daarvoor bestemde
bak gedeponeerd, indien deze niet beschadigd en/of visueel verontreinigd zijn. Indien er
een muts is gedragen wordt deze weggegooid.
De veiligheidsbrillen en maskers worden aangeboden volgens instructie.
Desinfecteer op de gang opnieuw handen en polsen met handalcohol.
N.B 1. Indien medewerkers in het gelaat huidlaesies hebben, dienen zij de veiligheidsbril te
vervangen door een gelaatscherm.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 18/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
N.B.2. Het draaiteam op de IC zet het masker en bril af nadat de laatste patiënt in het aan-
sluitende schema is gedraaid.
5.2.3 maatregelen bij patiënten met Optiflow therapie
Gebruik uitsluitend een isolatiekamer met bron-isolatie drukregeling
Handen en polsen dienen te allen tijde vrij te zijn van sieraden, conform de infectiepreventie-
richtlijn ‘Algemene voorzorgsmaatregelen’ (ZH007RICHT).
De deuren tussen kamer en sluis mogen niet gelijktijdig geopend zijn. De kamer wordt als
volgt betreden en verlaten:
betreden patiëntenkamer (poster PO-0110D)
Desinfecteer in de sluis de handen en polsen met handalcohol.
Neem in de sluis de volgende maatregelen:
o zet een disposable muts op (geeft meer comfort in combinatie met de veiligheidsbril)
o zet een FFP2 mondneusmasker op
o trek een disposable schort aan
o trek onsteriele handschoenen aan
o zet een veiligheidsbril op (model skibril)
verlaten patiëntenkamer
Trek in de kamer de handschoenen uit en gooi deze weg.
Desinfecteer in de kamer handen en polsen met handalcohol (bij zichtbare verontreini-
ging handen wassen met water en zeep).
Verlaat de kamer en betreed de sluis.
Doe in de sluis het schort uit en gooi deze weg. Doe de veiligheidsbril en het masker af
en gooi deze in verzamelbak. De door medewerkers gebruikte maskers en veiligheids-
brillen worden in de daarvoor bestemde bak gedeponeerd, indien deze niet beschadigd
en/of visueel verontreinigd zijn.
De veiligheidsbrillen en maskers worden aangeboden volgens instructie.
Doe de disposable muts af en gooi weg.
Desinfecteer in de sluis opnieuw handen en polsen met handalcohol.
Bezoek
Bezoek mag uitsluitend de kamer betreden onder begeleiding van een verpleegkundige.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 19/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
5.3 Voorschriften voor vervoer van (verdachte) COVID-19 patiënt
Patiënt zo min mogelijk vervoeren.
Patiënt wordt vervoerd door medewerkers van de afdeling.
Patiënt wordt vervoerd met schone kleding en een schoon bed.
Bij vervoer in een bed, wordt de patiënt vervoerd in een schoon bed onder de dekens en
draagt een II-R mondneusmasker.
Bij vervoer in een rolstoel draagt de patiënt een II-R mondneusmasker, veiligheidsbril
schort en handschoenen. De rolstoel wordt na gebruik huishoudelijk gereinigd en daarna
gedesinfecteerd met alcohol 70% of chloor 1000 ppm.
Medewerker draagt tijdens het vervoer geen persoonlijke beschermingsmiddelen.
Als verwacht wordt dat tijdens het vervoer acute medische situaties kunnen ontstaan,
draagt deze tijdens het vervoer een schoon schort, FFP-2 masker, veiligheidsbril en
handschoenen.
Indien de patient geen masker kan dragen:
Medewerker draagt een II-R mondmasker, veiligheidsbril, schort en handschoenen.
Als verwacht wordt dat tijdens het vervoer acute medische situaties kunnen ontstaan,
draagt deze tijdens het vervoer een schoon schort, FFP-2 masker, veiligheidsbril en
handschoenen.
De ontvangende afdeling neemt dezelfde maatregelen als beschreven in deze richtlijn.
Bij overlijden wordt het lichaam van de patiënt vervoerd op een mortuariumbrancard in
een bodybag. Deze brancard wordt na het vervoer gereinigd en daarna gedesinfecteerd
met alcohol 70% of chloor 1000 ppm.
5.4 Maatregelen op het OK-complex
Ontruim de operatiekamer zoveel als mogelijk.
Patiënt wordt bij voorkeur als laatste op het operatieprogramma gepland.
Indien er na de operatie extra monitoring nodig is, moet de behandelend arts vooraf een
IC-bed regelen.
Patiënt wacht niet op de holding en wordt ingeleid op de operatiekamer.
Het bed van de patiënt wordt naar de inleidingruimte of de gang gereden, waar het tij-
dens de operatie blijft staan. Het bed wordt in ieder geval afgedekt met een schoon la-
ken of met een hoes.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 20/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Patiënten van de OK zijn in twee groepen te verdelen:
Patiënten waarbij geen aerosolvormende handelingen* of het toedienen van medicatie
via verneveling worden uitgevoerd:
- De patiënt die lokaal wordt verdoofd. Dij deze patiënten wordt een II-R mondneus-
masker gedragen door medewerkers
- De geïntubeerde patiënt van de IC. Bij deze patiënt wordt een II-R mondneusmas-
ker gedragen door medewerkers. Dit is een OK zonder aerosol vormende handeling
Patiënten waarbij wel aerosolvormende handelingen of het toedienen van medicatie via
verneveling worden uitgevoerd:
- De patiënt die op OK geïntubeerd en geëxtubeerd worden. Bij deze patiënt wordt
een FFP2 masker gedragen door medewerkers
* uitzuigen met een gesloten uitzuigsysteem bij een patiënt die volledig is gesedeerd is
geen aerosolvormende handeling.
Patiënt wordt met II-R mondneusmasker naar de operatiekamer gereden in een schoon
bed.
Medewerkers die ‘niet steriel staan’ nemen de volgende maatregelen:
o Bij betreden van de operatiekamer (in de wasruimte):
Desinfecteer handen en polsen met handalcohol.
Trek een disposable schort aan.
Trek onsteriele handschoenen aan.
Zet een II-R mondneusmasker/FFP2 masker op.
Zet een disposable veiligheidsbril op
o Bij verlaten van de operatiekamer:
Trek de onsteriele handschoenen uit op de operatiekamer.
Trek het disposable schort, II-R mondneusmasker /FFP2 masker en de
veiligheidsbril uit net voor het verlaten van de OK of in de wasruimte.
Desinfecteer handen en polsennet voor het verlaten van de OK of in de
wasruimte.
Medewerkers die ‘steriel staan’ zetten als extra maatregel een II-R mondneusmas-
ker/FFP2- masker in plaats van een chirurgisch mond-neusmasker en een veiligheidsbril
op.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 21/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Verkoeveren van de patiënt gebeurt op operatiekamer.
Na het verlaten van de operatiekamer door de patiënt worden alle oppervlaktes door de
schoonmaakdienst huishoudelijk gereinigd en daarna gedesinfecteerd met chloor 1000
ppm** inclusief muren en deuren.
Op de operatiekamer klasse 1 (dit zijn OK’s 1 t/m 21 en 26 en alle OK’s in het complex
Sophia m.u.v OK 9) wordt geen mondneusmasker gedragen door de schoonmaakdienst
omdat deze niet binnen 15 minuten na de laatste aerosolvormende handeling of medica-
tie is toegediend via verneveling in de ruimte komt.
Op de operatiekamer klasse 2 (OK’s laag 4,5 en OK 22 t/m 25, OK 9 Sophia en SK-
4636) dient de schoonmaakdienst te wachten tot 45 minuten na de laatste aerosolvor-
mende handeling of toediening van medicatie via verneveling.
Alle disposable materialen en linnengoed zijn te beschouwen als besmet.
Instrumentarium en apparatuur wordt door de afdeling gereinigd en daarna gedesinfec-
teerd volgens normale procedure. Instrumentarium voor invasief gebruik wordt op de ge-
bruikelijke manier afgevoerd naar de CSA.
5.5 Schoonmaken van de kamer tijdens en na beëindigen isolatie
Dagelijks:
De kamer en, indien aanwezig, het sanitair en de sluis dagelijks ‘volgens de micro-
vezelmethode reinigen(Schoonmaak) medewerkers neemt hierbij de maatregelen
zoals beschreven in § 5.2.
Ambulante zorg
Contact oppervlakken en gebruikte medische hulpmiddelen worden gereinigd met
een microvezeldoek en hierna gedesinfecteerd met een chlooroplossing van 1000
ppm of alcohol 70%.
Eindschoonmaak regulier;
Vraag de schoonmaak aan in de serviceportal, kies de juiste COVID-schoonmaak:
strikt-aerogeen COVID-19 FFP1:
Deze wordt gekozen indien er geen aerosolvormende handelingen of medicatie toe-
diening via verneveling plaats hebben gevonden
Kamer direct betreden
Bij de operatiekamer dient men 15 minuten (OK klasse 1, dit zijn OK’s 1 t/m 21 en
26 en alle OK’s in het complex Sophia m.u.v OK 9) of 45 minuten (OK klasse 2, dit
zijn OK’s laag 4,5 en OK 22 t/m 25 OK 9 Sophia en SK-4636) te wachten.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 22/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Gooi alle disposable materialen (inclusief handschoenen) die in de patiëntenkamer
aanwezig zijn weg.*
De kamer en, indien aanwezig, het sanitair ‘nat’ huishoudelijk reinigen en desinfec-
teren met chloor 1000 ppm.
Separatiegordijnen (indien aanwezig) vervangen na ontslag van positieve COVID-
patiënt (niet na verdenking COVID).
Raamgordijnen worden niet vervangen.
Kamerschermen worden na ontslag gereinigd en gedesinfecteerd met chloor 1000
ppm door het externe schoonmaakbedrijf.
Alle medische en verpleegkundige materialen die de patiëntenkamer verlaten moe-
ten gereinigd en daarna gedesinfecteerd worden met chloor 1000 ppm of alcohol
70%.
strikt aerogeen COVID-19 FFP2:
Indien een aerosolvormende handeling is uitgevoerd of medicatie is toegediend via
verneveling 1,5 uur wachten na aerosolvormende handeling, anders kan de kamer
direct worden betreden.
Bij de operatiekamer dient men 15 minuten (OK klasse 1, dit zijn OK’s 1 t/m 21 en
26 en alle OK’s in het complex Sophia m.u.v OK 9) of 45 minuten (OK klasse 2, dit
zijn OK’s laag 4,5 en OK 22 t/m 25 OK 9 Sophia en SK-4636) te wachten.
Gooi alle disposable materialen (inclusief handschoenen) die in de patiëntenkamer
aanwezig zijn weg.*
De kamer en, indien aanwezig, het sanitair ‘nat’ huishoudelijk reinigen en desinfec-
teren met chloor 1000 ppm.
Separatiegordijnen (indien aanwezig) vervangen na ontslag van positieve COVID-
patiënt (niet na verdenking COVID).
Raamgordijnen worden niet vervangen.
Kamerschermen worden na ontslag gereinigd en gedesinfecteerd met chloor 1000
ppm door het externe schoonmaakbedrijf.
* Indien weer COVID patiënt volgt en de ontslagen patient géén andere isolatieindi-
caties had, hoeven de disposable materialen (inclusief handschoenen) die in de pa-
tientenkamer aanwezig zijn, niet weggegooid te worden.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 23/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
5.6 Afvoeren en schoonmaken van materialen uit de kamer
5.6.1 Linnengoed
Het gebruikte wasgoed wordt in de kamer verzameld in een waszak.
Bij vervoer van het wasgoed van de kamer af dient er in de sluis een extra waszak om
de eerste waszak te worden gedaan.
Wasgoed van de patiënt zelf wordt in een gesloten plastic zak bewaard en kan thuis
worden gewassen op ten minste 60°C.
5.6.2 Medische hulpmiddelen
Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van disposable materialen; na gebruik worden
deze afgevoerd in een afgesloten afvalzak, zie werkinstructie afval afvoeren isolatiepati-
ent.
Medisch en verpleegkundig materiaal dat niet disposable is en in direct contact met de
patiënt is geweest, huishoudelijk reinigen en daarna desinfecteren met alcohol 70% of
chloor 1000 ppm**.
Mobiele apparatuur blijft op de isolatiekamer staan of wordt bij het verlaten van de ka-
mer huishoudelijk gereinigd en daarna gedesinfecteerd met alcohol 70% of chloor 1000
ppm**. Bij voorkeur gebeurt dit in de sluis. Wanneer dit niet kan, dient dit op de patiën-
tenkamer te gebeuren zover mogelijk bij de patiënt vandaan.
5.6.3 Klinische materialen voor diagnostiek
Alleen respiratoire materialen en fecesmateriaal dienen als besmettelijk te worden geacht en
volgens onderstaand voorschrift getransporteerd te worden. Overige materialen kunnen vol-
gens de standaardprocedures (reiniging en desinfectie conform medische hulpmiddelen)
worden aangeboden. Hierbij is er voor gekozen de materialen volgens een universele wijze
te transporteren.
Bij afname van respiratoir materiaal altijd een II-R mondneusmasker dragen:
in de kamer:
Indien materiaal met de buispost verzonden dient te worden, zie de instructie.
Voor overige gevallen:
De buitenkant van de sputum/fecescontainer of container van de kweekstok reinigen
en hierna afnemen met 70% alcohol.
Doe patiëntenstickers op de container
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 24/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Plaatsen in safetybag met absorbtiemateriaal
Safetybag in de kamer desinfecteren met alcohol 70%
5.6.4 Afvoer afval
Afval dat meer dan 3 liter vloeistof bevat dient men als SZA af te voeren. Overige afval (fae-
ces, sputum e.d.) dient te worden afgevoerd conform afval afvoeren isolatie patiënt.
5.7 Beëindiging van de isolatie
Het opheffen van een isolatie bij een positieve COVID patiënt gebeurt alleen na overleg
met de consulent infectieziekten en Unit Infectiepreventie.
Bij medewerkers met als enig resterend symptoom geur en smaak verlies, kan het
werkverbod worden opgeheven na een negatieve herhalingstest.
Bij medewerkers met andere symptomen dan geur en smaak verlies wordt het werkver-
bod opgeheven als de symptomen 24 uur afwezig zijn.
Zie paragraaf 5.5.
Medewerkers met terugkerende verschijnselen passend bij COVID volgen opnieuw de
flowchart “medewerker met mogelijke COVID-19 klachten“ (bijlage 8).
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 25/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
6 Maatregelen voor bezoek
Bezoeker met klachten, zoals hoesten, kortademigheid, neusverkoudheid en koorts die-
nen het ziekenhuis niet te betreden.
Bezoek dient zich te melden bij de verpleging.
Er mag maximaal 1 bezoeker per dag bij de patiënt (het aantal verschillende bezoekers
dient zo klein mogelijk te zijn).
Uitzondering hierop zijn de medium care afdelingen in het Sophia kinderziekenhuis.
Hiervoor geldt 1-2 bezoekers per 24 uur. Ook hier mag maximaal 1 bezoeker aanwezig
zijn per patient en dient zo min mogelijk te worden gewisseld.
De verpleging instrueert het bezoek over de te nemen maatregelen. Hiervoor kan ge-
bruik gemaakt worden van de instructies (zie indexpagina Coronavirus). Voor bezoek
gelden dezelfde persoonlijke beschermingsmaatregelen als beschreven in § 5.2.
Bezoek krijgt eenmalig een masker met safety bag, dit masker gaat mee naar huis en is
voor gehele ziekteperiode
Bezoek dient een (verdachte) COVID-19 patiënt als laatste te bezoeken.
Alleen bezoek dat op de kamer wordt toegelaten komt naar het Erasmus MC, dus geen
clustering in de wachtruimten of centrale hal.
Na het bezoek van een COVID-19 (verdachte) patiënt dient het ziekenhuis direct te wor-
den verlaten via de kortste route.
Kinderen tot 12 jaar alleen na overleg met behandelend arts.
Regels rondom bezoek bij palliatieve zorg, zie 8.1.
rooming in bezoek
Rooming-in bezoek is alleen toegestaan na overleg behandelaar
Rooming-in bezoek is alleen toegestaan indien dit noodzakelijk is voor de zorgverlening
van de patient.
Rooming-in bezoek met klachten wordt in principe niet toegestaan
Het verlaten van de kamer tot een minimum beperken.
Indien er op de kamer geen sanitair aanwezig is, dan krijgt het rooming-in bezoek eigen
sanitair toegewezen zo dicht mogelijk bij de kamer, voorzien van de instructiekaart. In-
dien er op de kamer wel sanitair aanwezig is, mag deze zowel door patiënt als rooming-
in bezoek gebruikt worden.
betreden patiëntenkamer
Geen bijzondere maatregelen.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 26/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
verlaten patiëntenkamer
Desinfecteer in de kamer handen en polsen met handalcohol (bij zichtbare verontreini-
ging handen wassen met water en zeep).
Indien er klachten ontstaan van verkoudheid, koorts, hoesten of kortademigheid tijdens
de rooming in dient het rooming in bezoek ook een chirugisch mondneusmasker opzet-
ten.
Het ziekenhuis dient direct via de kortste route te worden verlaten (ook indien er geen
klachen aanwezig zijn).
Zie voor de beslisboom omtrent rooming in bij kinderen bijlage 11.
Zie voor de beslisboom ouder / verzorger met klachten bijlage 12.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 27/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
7 Medewerkers algemeen, reizen en overige aandachts-punten
Reizen naar risicogebieden (voor risicogebieden zie 2.1);
• Werk gerelateerde reizen;
Werk gerelateerde en studie gerelateerde reizen van medewerkers c.q. studenten worden
afgeraden.
• Niet-werk gerelateerde reizen
Medewerkers die een reis naar een risicogebied gaan ondernemen worden verzocht dit te
doen na overleg met de leidinggevende ter bespreking van de consequenties na terug-
komst.
Overig;
• In principe worden alleen ervaren medewerkers die geïnformeerd zijn toegelaten bij be-
handeling en verzorging van de patiënt, geen stagiaires of tijdelijk personeel.
• Alleen schoonmaakpersoneel dat is geïnstrueerd m.b.t. isolatiemaatregelen en desinfec-
tie mag de kamer reinigen en desinfecteren.
• Het aantal medewerkers dat bij de patiënt komt, wordt zoveel mogelijk beperkt.
• COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie bepaald welke medewerkers de (ver-
dachte) COVID-19 patiënt gaan verplegen en behandelen.
** 1000 ppm = 1 tablet Medicarine in 1,5 liter water.
*** Eerst stofwissen en daarna reinigen met water en schoonmaakmiddel.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 28/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
8 De overleden patiënt
Bij het beeindigen van de therapie kan de patient ontdaan worden van zijn/haar medische hulp-
middelen (inclusief tube).
8.1 Bezoek
Indien verwacht wordt dat de patient komt te overlijden, is extra bezoek toegestaan.
Er mogen maximaal 4 naasten van de patient aanwezig zijn in het Erasmus MC om af-
scheid te nemen. Deze bezoekers dienen los van elkaar op de afdeling te komen.
De informatiebrief voor naasten is te vinden op het intranet.
8.2 Maatregelen medewerkers en bezoekers bij overleden patiënten
Medewerkers en bezoekers nemen bij het betreden van de kamer maatregelen zoals be-
schreven in paragraaf 5.2.
Nadat de patient is overgeplaatst door obductie, dient te kamer te worden gereinigd en
gedesinfecteerd zoals beschreven in paragraaf 5.5.
8.3 Mortuarium / obductie
Medewerkers dienen zich te houden aan richtlijn Veilig werken in de obductiekamer van de
Werkgroep Infectiepreventie. De maatregelen voor het mortuarium zijn gespecificeerd in de
‘’Handreiking COVID mortuarium Erasmus MC’’
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 29/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
9 Bedrijfsarts
Daar medewerkers mogelijk een belangrijke vector kunnen zijn bij de overdracht van SARS-
CoV-2 en zelf risico kunnen lopen deze ziekte te krijgen, is de rol van de bedrijfsarts in deze
van groot belang. De bedrijfsarts krijgt alle namen van medewerkers die onbeschermd con-
tact hebben gehad met een (verdachte) COVID-19 patiënt van de leidinggevende van de
desbetreffende afdeling door. De lijst wordt in overleg met het sectormanager en de medisch
coördinator samengesteld.
Medewerkers mogen hun werkzaamheden hervatten na overleg met de bedrijfsarts en
UNIP. Zie paragraaf beëindigen isolatie (5.7).
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 30/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
10 Diagnostiek
10.1 Algemeen
De behandelend arts is verantwoordelijk voor het uitvoeren van adequate diagnostiek.
De behandelend arts geeft de opdracht voor materiaalafname voor diagnostiek. Het vervoer
van materialen voor externe diagnostiek wordt geregeld door het laboratorium van het zie-
kenhuis.
Het materiaal dient altijd te worden aangemeld bij het betreffende laboratoria.
Infectieus te beschouwen patiënten materiaal, luchtwegmateriaal en feces, van een ver-
dachte of bewezen COVID-19 patiënt, moet onder BSL-2 omstandigheden worden behan-
deld.
In onderstaande paragrafen wordt verder ingegaan op de achtergrond.
10.2 SARS-CoV-2 specifieke diagnostiek
10.2.1 Bij welke patiënten?
Patiënten die verdacht worden van COVID-19 (zie § 2.1).
10.2.2 Door wie verricht?
Erasmus MC, Afdeling Klinische Virologie
Kamer Nb-1052
's-Gravendijkwal 230
3015 CE ROTTERDAM
Consulent virologie:
06- xxx / xxx
Buiten kantoortijden is de dienstdoende viroloog bereikbaar via de telefoniste: 010-70xxx of
* xxx
10.2.3 Wat kan ingestuurd worden voor SARS-CoV-2 specifieke diagnostiek?
Bij afname van respiratoir materiaal altijd een aII-R mondneusmasker dragen:
Acute fase
Een zo diep mogelijk respiratoir monster is te prefereren zoals sputum of Brocho Alveolaire
Lavage (BAL). Een nasopharynxwat en keelwat wordt afgenomen als het diepe materiaal er
niet is en wel als volgt: neem met een-en-dezelfde wat eerst een keeluitstrijk EN daarna een
nasopharynxuitstrijk af en plaats deze wat in een-en-hetzelfde virus transportmedium. (NB
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 31/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Doe dit ook als eerst een andere virale verwekker wordt vermoed, zoals griep. Alle virale di-
agnostiek kan dan in 1 keer stapsgewijs worden verricht zonder op meerdere momenten
een kweek af te nemen, zie paragraaf 9.3). Bij voorkeur aangevuld door een serum.
Zo snel mogelijk na het eerste contact met de patiënt worden materialen voor diagnostiek
naar andere respiratoire pathogenen afgenomen. Overige diagnostiek dient op de normale
wijze plaats te vinden.
Convalescence >21 dagen na begin symptomen
Serum
10.2.4 Verzenden materialen
Hier wordt zowel het materiaal van patiënten als dat van medewerkers nader toegelicht. Zie
de details onder de betreffende categorie.
1. Van COVID-verdachte patiënten worden alleen respiratoire materialen en fecesmate-
riaal als besmettelijk beschouwd. Deze moeten volgens onderstaand voorschrift ge-
transporteerd te worden. Overige materialen kunnen volgens de standaardprocedures
worden aangeboden. Hierbij is er voor gekozen de materialen volgens een universele
wijze te transporteren.
Transport van feces en respiratoir materiaal:
Indien materiaal met de buispost verzonden dient te worden, zie de instructie.
Voor overige gevallen:
De buitenkant van de sputum/fecescontainer of container van de kweekstok afne-
men met 70% alcohol.
Doe patiëntenstickers op de container
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 32/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Plaatsen in safetybag met absorbtiemateriaal
Safetybag in de kamer desinfecteren met alcohol 70%
2. Materiaal van medewerkers (nasopharynxwat en keelwat)
Nasopharynxwat en keelwat worden met één swab afgenomen en samengevoegd in 1-
en-hetzelfde transportmedium. Dit scheelt logistiek veel werk.
10.2.5 Wanneer wordt de diagnostiek verricht?
Te allen tijde dient contact opgenomen te worden met de consulent van de virologie. Di-
agnostiek op SARS-CoV-2 wordt alleen ingezet iom de consulent Virologie. De viroloog zal
zorgdragen voor (eventueel) paralleltesting bij het RIVM en zal ook de casus aanmelden bij
de LCI.
Overige diagnostiek inzetten al naar gelang differentiaal diagnose.
10.2.6 Welke testen voor SARS-CoV-2?
1. Real Time-PCR op respiratoire materiaal.
2. Serologie op serum.
10.2.7 Uitslagen
Alle positieve uitslagen worden doorgebeld door de viroloog, aan de aanvragend arts,
aan de dienstdoende arts-microbioloog van de Unit Infectiepreventie en aan de LCI (bij
de dienstdoende viroloog van RIVM-IDS).
De Coronafoon (dd consulent infectieziekten) licht de GGD in over de uitslag van de
SARS-CoV-2 diagnostiek.
Alle positieve uitslagen van medewerkers worden door de bedrijfsarts aan de medewer-
ker doorgebeld, negatieve uitslagen worden via de mail verzonden.
10.3 Diagnostiek naar andere respiratoire pathogenen
10.3.1 Bij welke patiënten?
Patiënten die verdacht worden van COVID-19 (zie § 2.1).
10.3.2 Door wie verricht?
Voor insturen overleggen met (dienstdoende) consulent infectieziekten.
• Bacteriologische aanvragen:
Het medisch microbiologisch laboratorium , Nb 952k.
• Virologische aanvragen:
Afdeling Klinische Virologie
Kamer Nb-1052
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 33/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
10.3.3 Wat insturen?
Acute fase
Een zo diep mogelijk respiratoir monster is te prefereren zoals sputum of Brocho Alveolaire
Lavage (BAL). Een keeluitstrijk en nasopharynx zijn het alternatief: neem met een-en-de-
zelfde wat eerst een keeluitstrijk EN daarna een nasopharynxuitstrijk af en plaats deze wat
in een-en-hetzelfde virus transportmedium. Doe dit ook als eerst een andere virale verwek-
ker wordt vermoed, zoals griep. Alle virale diagnostiek kan dan in 1 keer, stapsgewijs, wor-
den verricht zonder op meerdere momenten een kweek af te nemen. Dit bespaart middelen
en genereert dezelfde opbrengst. Bij voorkeur aangevuld door een serum.
Zo snel mogelijk na het eerste contact met de patiënt worden materialen voor diagnostiek
naar andere respiratoire pathogenen afgenomen
Overige diagnostiek dient op de normale wijze plaats te vinden.
Convalescence >21 dagen na begin symptomen
Serum
10.3.4 Welke testen?
1. Moleculaire diagnostiek en/ of kweek op neus/keelwat, neus/keel spoelsel en sputum op
virale verwekkers van pneumonie (influenza A/B virus, para-influenza 1/2/3/4 virus, RS-
virus, metapneumovirus, adenovirus, rhinovirus, HBoV) en atypische verwekkers van
pneumonie (Legionella pneumophila, mycoplasma, chlamydia, bordetella en pneumo-
kokken).
2. Serologie op acuut en convalescent serum op virale en atypische verwekkers van pneu-
monie.
3. Urine voor legionella antigeentest of pneumokokken antigeentest (op indicatie).
4. Sputum voor preparaat, banale bacteriële kweek en Legionellakweek.
5. Bloedkweken voor bacteriële verwekkers.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 34/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
10.3.5 Uitslagen
Alle uitslagen worden doorgebeld aan de behandelend arts, deze licht indien nodig de arts-
microbioloog van de Unit Infectiepreventie in.
10.4 Interpretatie resultaten diagnostiek
10.4.1 SARS-CoV-2 specifieke diagnostiek
Positieve PCR:
Infectie met SARS-CoV-2 is aangetoond.
Isolatiemaatregelen worden gecontinueerd
Bij een verdacht geval geldt:
Patiënt wordt gezien als een bevestigd geval van COVID-19.
In het ziekenhuis strikt-aerogene isolatie continueren. Buiten het ziekenhuis gelden
de regels zoals aangegeven door de GGD.
De contacten van de bewezen patiënt worden door de GGD onder toezicht gesteld.
Een positieve PCR-uitslag bepaald bij het Erasmus MC hoeft niet meer geconfirmeerd te
worden met een ander laboratorium.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 35/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
11 Behandeling
Momenteel is er nog geen gevalideerde behandeling met virale middelen beschreven. Be-
handeling dient altijd in overleg te gaan met de dienstdoende viroloog (zie voor telefoonnum-
mer bijlage 1).
Er is een COVID-19 behandelteam opgesteld vanuit de antibioticacommissie; zie hiervoor
de werkinstructie behandeling COVID-19.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 36/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
12 COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie
12.1 Leden van de COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie
Soort lid Naam, functie Vervangen bij afwezigheid
Voorzitter Voorzitter infectiecommissie Medisch coördinator unit in-
fectiepreventie
Secretaris/ lid Dienstdoende deskundige infectiepreven-
tie
Overige deskundigen infectie-
preventie
Lid Vertegenwoordiger Raad van Bestuur
Lid Vertegenwoordiger afdeling communicatie
Lid Sectormanager betreffende afdeling
Lid Medisch coördinator betreffende afdeling
Lid Manager facilitair bedrijf
Lid Arts-microbioloog afdeling Virologie
Lid Hoofd sectie infectieziekten
Lid Kinderarts-infectioloog
Lid Bedrijfsarts Overige bedrijfsartsen
Lid Hoofd sectie acute geneeskunde
Lid Longarts
Lid Hoofd afdeling interne geneeskunde
meelezend lid/
toehoorder
Arts Infectieziekten GGD meelezend lid/ toehoorder
12.2 Taken COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie
De taak van de COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie is het bepalen van het
beleid om de epidemische situatie zo snel mogelijk onder controle te krijgen. De samenstel-
ling van de COVID-19subcommissie van de infectiecommissie wordt zodanig gekozen dat
genomen besluiten direct verwezenlijkt kunnen worden.
Deze COVID-19subcommissie van de infectiecommissie bestaat minimaal uit de boven-
staand genoemde leden.
De sectormanager en de medisch coördinator van de betreffende afdeling zijn verantwoor-
delijk voor de informatieverstrekking op de afdeling. Eindverantwoordelijk voor het uit te voe-
ren beleid is de medisch coördinator van de betreffende afdeling.
De coördinatie van het te voeren beleid ligt bij de voorzitter van de COVID-19 subcommissie
van de infectiecommissie.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 37/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Binnen de COVID-19 subcommissie van de infectiecommissie wordt bepaald wie verant-
woordelijk is voor de informatieverstrekking aan de overige afdelingen en diensten binnen
het ziekenhuis.
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 38/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
13 Literatuur
1) Erasmus MC isolatierichtlijn
2) Erasmus MC algemene voorzorgsmaatregelen
3) Erasmus MC Luchtbeheersplan isolatiekamers
4) www.who.int
5) www.cdc.nl
6) www.rivm.nl
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 39/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
14 Bijlage 1: Belangrijke telefoonnummers
Unit Infectiepreventie:
010- 70 xxx
Buiten kantooruren en in het weekend via de telefoniste (010-70xxx of *xxx)
Consulent virologie:
06- xxx / xxx
Buiten kantooruren en in het weekend via de telefoniste (010-70xxx of *xxx).
Coronafoon:
06- xxx
Klinische Coronafoon 1 (KliCo)
06- xxx
Consulent Kinderinfectieziekten:
06- xxx
Buiten kantooruren en in het weekend 06- xxx
Internist acute geneeskunde
06- xxx
Bedrijfsarts: Herbert de Jager
010-70 xxx
Buiten kantoor uren en in het weekend neemt de SEH waar
Arts infectieziekten GGD Rotterdam:
Direct 010-43 xxx
Spoed Eisende Hulp:
SEH-arts 06 xxx
Senior verpleegkundige 010 70 xxx
Consulent pediatrische infectieziekten
06– xxx / xxx
Buiten kantooruren en in het weekend via de telefoniste
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 40/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
Consulent klinische chemie
010-70 xxx
SO, piket MT Inkoop & facilitair
Bereikbaar via de meldkamer xxx / xxx
Bestellen van persoonlijke beschermingsmiddelen kan via 44448
BHV
Bereikbaar via meldkamer * xxx of (010-70) xxx
Mondneusmaskerteam
06- xxx
beschikbaar tijdens werkdagen van 07.00-19.00 uur
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 41/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
15 Bijlage 2: Overzicht isolatiekamers
Afdeling Ruimtenummer Afdeling Ruimtenummer
NG 2 Ng-220k NG 11 NG-1118
Nf 2 Nf-236k NG-1120
Ne 2 Ne-216k NG-1122
Nc 4 NC-431a(box 8 unit A) NG-1124
NC-432a (box11 unit B) NG-1126
NC-449a(box 1 unitA) NG-1128
NC-450a (box 18 unit B) NG-1130
ND 4 ND-428a(box 21 unit C) NG-1132
ND-431a(box 37 unit D) NE 12 NE-1201
ND-448(box 28 unitC) NE-1203
NE 4 NE-414K/Ne-415k (box 30 unit D) NE-1205
NG 4 NG-403 NE-1207
NS 4 NS-417A NE-1209
NS-419A NE-1211
NT 4 NT-446 NE-1213
NF 6 NF-621 NE-1215
NG 6 NG-625 NB 0 Nb-025
NC 8 NC-829A Nb-027
NC-831A Nb-038 (buitendeur)
NC-833A Nb-038k
NE 8 NE-801 Ca 0 Ca-0210
NE-803
NE-805
NE-807
NE-809
NE-811
NE-813
NE-815
NG 8 NG-832
NC 9 NC-923A
NC-925A
NC-927A
NC-929A
NC-931A
NC-933A
NE 10 NE-1001
NE-1003
NE-1005
NE-1007
NE-1009
NE-1011
NE-1013 NE-1015
Voor meer informatie zie het Luchtbeheersplan isolatiekamers
Sophia: zie deze link naar het overzicht
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 42/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
16 Bijlage 3: opzetten II-R mondneusmasker
zie deze instructie
© 2020, Erasmus MC, Unit Infectiepreventie, afd. Medische Microbiologie & Infectieziekten 43/43
Datum uitgifte: 6 april 2020
Titel: ZH047RICHT nieuw coronavirus (SARS-CoV-2, COVID-19)
17 Bijlage 4 t/m 13: beslisbomen
Bijlage 4 Contactonderzoek medewerker na contact COVID-medewerker
Bijlage 5 Contactonderzoek medewerker na contact COVID-patiënt
Bijlage 6 volwassen COVID-verdachte patient: poliklinische testafname
Bijlage 7 acties door behandelaar: patiënt heeft contact gehad (aanmaken label)
Bijlage 8 medewerker met mogelijke COVID-19 klachten
Bijlage 9 contactonderzoek bij patiënten
Bijlage 10 COVID-verdachte patient: patient op polikliniek en dagbehandeling
Bijlage 11 Kind: instructie rooming in
Bijlage 12 Kind: ouder / verzorger met klachten
Bijlage 13 poliklinische testafname kinderen