4
NIEUWSBRIEF LOONBELASTING/SOCIALE VERZEKERINGEN December 2012 Wet Uniformering Loonbegrip Op 1 januari 2013 treedt de wet Uniformering Loonbegrip (WUL) in werking. Er geldt dan één loonbegrip voor de loonbelasting, de premies volksverzekeringen, de premies werknemers- verzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Hieronder wordt ingegaan op de wijzigingen van het loonbegrip en de gevolgen die deze kunnen hebben voor de werkgeverslasten. Financiële gevolgen Op macro-niveau wordt een totale administratieve lastenverlichting verwacht van € 380 miljoen. Deze raming heeft betrekking op alle werkgevers gezamenlijk, maar voor u als individuele werkge- ver kan de WUL wel degelijk kostenverhogend uitpakken. Factoren hierbij zijn: de samenstelling van het personeelsbestand -met hogere, lagere of middeninkomens- en de arbeidsvoorwaarden (auto van de zaak). Hieronder wordt ingegaan op de wijzigingen van de heffingsgrondslagen voor de loonheffingen. Daarna wordt aandacht besteed aan de wijzigingen van de financiële lasten die kunnen optreden. Eén heffingsgrondslag De uniformering van het loonbegrip, met één heffingsgrondslag voor alle loonheffingen, omvat vier aanpassingen van het huidige systeem: 1- De franchise binnen de WW-premie, de premievrije som voor de berekening van de WW-Awf- premie (Werkloosheidwet en Algemeen werkloosheidsfonds), komt te vervallen; 2- De inleg in de levensloopregeling wordt gelijk behandeld als pensioenpremies, zodat hierop de omkeerregel wordt toegepast; 3- De bijtelling voor privégebruik auto behoort voortaan ook tot de heffingsgrondslag voor de werknemersverzekeringen; en 4- De inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) van werknemers én de werkgeversvergoeding hiervoor komt te vervallen. Een inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt direct van de werkgever geheven. 1 Vervallen franchise WW-Awf Het vervallen van de franchise (premievrije som) voor de WW-Awf heeft uitsluitend betekenis voor werkgevers aangezien de WW-premie vanaf 2009 alleen van de werkgever wordt geheven . Het vervallen van de franchise betekent dat de heffingsgrondslag (op basis van de cijfers voor 2012) toeneemt met een bedrag van maximaal € 17.299. De WW-Awf-premie zal daartegenover in principe omlaag kunnen. Binnen het regeerakkoord is echter afgesproken dat de WW-premie in het kader van de hervorming van de arbeidsmarkt vanaf 2014 tijdelijk zal worden verhoogd. De exacte mate waarin is nog niet bekend.

Nieuwsbrief loonbelasting sociale verzekeringen december 2012

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Op 1 januari 2013 treedt de wet Uniformering Loonbegrip (WUL) in werking. Er geldt dan één loonbegrip voor de loonbelasting, de premies volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Hieronder wordt ingegaan op de wijzigingen van het loonbegrip en de gevolgen die deze kunnen hebben voor de werkgeverslasten.

Citation preview

Page 1: Nieuwsbrief loonbelasting sociale verzekeringen december 2012

NIEUWSBRIEF LOONBELASTING/SOCIALE VERZEKERINGEN December 2012

Wet Uniformering Loonbegrip

Op 1 januari 2013 treedt de wet Uniformering Loonbegrip (WUL) in werking. Er geldt dan één

loonbegrip voor de loonbelasting, de premies volksverzekeringen, de premies werknemers-

verzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Hieronder wordt

ingegaan op de wijzigingen van het loonbegrip en de gevolgen die deze kunnen hebben

voor de werkgeverslasten.

Financiële gevolgen

Op macro-niveau wordt een totale administratieve lastenverlichting verwacht van € 380 miljoen.

Deze raming heeft betrekking op alle werkgevers gezamenlijk, maar voor u als individuele werkge-

ver kan de WUL wel degelijk kostenverhogend uitpakken. Factoren hierbij zijn: de samenstelling

van het personeelsbestand -met hogere, lagere of middeninkomens- en de arbeidsvoorwaarden

(auto van de zaak).

Hieronder wordt ingegaan op de wijzigingen van de heffingsgrondslagen voor de loonheffingen.

Daarna wordt aandacht besteed aan de wijzigingen van de financiële lasten die kunnen optreden.

Eén heffingsgrondslag

De uniformering van het loonbegrip, met één heffingsgrondslag voor alle loonheffingen, omvat vier

aanpassingen van het huidige systeem:

1- De franchise binnen de WW-premie, de premievrije som voor de berekening van de WW-Awf-

premie (Werkloosheidwet en Algemeen werkloosheidsfonds), komt te vervallen;

2- De inleg in de levensloopregeling wordt gelijk behandeld als pensioenpremies, zodat hierop de

omkeerregel wordt toegepast;

3- De bijtelling voor privégebruik auto behoort voortaan ook tot de heffingsgrondslag voor de

werknemersverzekeringen; en

4- De inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) van werknemers én de

werkgeversvergoeding hiervoor komt te vervallen. Een inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

wordt direct van de werkgever geheven.

1 Vervallen franchise WW-Awf

Het vervallen van de franchise (premievrije som) voor de WW-Awf heeft uitsluitend betekenis voor

werkgevers aangezien de WW-premie vanaf 2009 alleen van de werkgever wordt geheven .

Het vervallen van de franchise betekent dat de heffingsgrondslag (op basis van de cijfers voor

2012) toeneemt met een bedrag van maximaal € 17.299. De WW-Awf-premie zal daartegenover in

principe omlaag kunnen. Binnen het regeerakkoord is echter afgesproken dat de WW-premie in het

kader van de hervorming van de arbeidsmarkt vanaf 2014 tijdelijk zal worden verhoogd. De exacte

mate waarin is nog niet bekend.

Page 2: Nieuwsbrief loonbelasting sociale verzekeringen december 2012

Nadeel uitwerking

Op macro-niveau beoogt deze maatregel budgettair neutraal te verlopen. Voor de individuele

werkgever kan de maatregel echter leiden tot een stijging van de WW-premies als er veel werkne-

mers zijn met een laag loon. Daarnaast zullen de WW-lasten zeker stijgen als de beoogde tijdelijke

verhoging in het regeerakkoord doorgang vindt.

De maatregel zal voorts nadelig uitwerken bij werknemers met meerdere werkgevers. Iedere werk-

gever moet de premies werknemersverzekeringen afdragen tot het premiemaximum is bereikt.

Doordat meerdere werkgevers die premies betalen, wordt dat premiemaximum per werknemer

mogelijk overschreden terwijl dit per arbeidsverhouding nog niet het geval is. Onder de huidige

regeling betaalt de Belastingdienst de premies 'boven premiemaximum’ pro rata terug aan de be-

treffende werkgevers. Onder de WUL zullen deze terugbetalingen komen te vervallen.

2 Fiscale behandeling levensloopregeling

De inleg in de levensloopregeling wordt vanaf 2013 gelijk behandeld als pensioenpremies. Dit

houdt in dat de omkeerregel hierop van toepassing is. Dit betekent dat de door de werknemer be-

taalde inleg aftrekbaar is voor alle loonheffingen (zowel loonheffing als premies werknemersverze-

keringen) en de inleg van de werkgever onbelast is. De uitkeringen zijn daarentegen volledig be-

last. Door deze nieuwe aanpak is voortaan ook premie verschuldigd over het rendement op het

levenslooptegoed.

De inleg in de levensloopregeling vermindert het premieloon voor de werknemersverzekeringen.

Dat levert werkgevers een premiebesparing op bij werknemers die inleggen in de levenslooprege-

ling en een salaris hebben dat lager is dan het premiemaximum (zijnde € 50.853 voor 2013).

Inleg vermindert uitkeringsloon

De inleg op de levensloopregeling vermindert ook het uitkeringsloon. En dat kan dus leiden tot een

lagere uitkering ingeval van arbeidsongeschiktheid of werkloosheid van de werknemer. Onder de

huidige regeling is dat nadelige effect voor werknemers niet aan de orde, maar onder de WUL

wordt dit dus anders. Werknemers die nog (kunnen en willen) deelnemen aan de levenslooprege-

ling moeten dit nadelige uitkeringseffect meewegen.

Dubbele premies voor ingelegd levenslooptegoed

Een opname uit de levensloopregeling valt onder de WUL onder het loon uit tegenwoordige dienst-

betrekking. Daarmee worden over het opgenomen levenslooptegoed premies werknemersverzeke-

ringen geheven. Dit leidt dus tot een dubbele heffing van de premies werknemersverzekeringen

over ingelegd levenslooptegoed tot en met 2012 (tot en met 2012 is over de inleg immers ook pre-

mies werknemersverzekeringen geheven). Dat nadeel doet zich bij alle werkgevers voor als hun

werknemers 'oud' levensloopgeld gaan opnemen.

Page 3: Nieuwsbrief loonbelasting sociale verzekeringen december 2012

3 Bijtelling privégebruik auto van de zaak

Onder de wetgeving tot en met 2012 valt de bijtelling privégebruik auto onder de grondslag voor

de loonheffing (loonbelasting en premies volksverzekeringen) en de inkomensafhankelijke bijdrage

Zvw. De bijtelling maakt geen deel uit van de grondslag voor de premieheffing werknemersverze-

keringen.

Met ingang van 1 januari 2013 verandert dat en bent u als werkgever ook premies werknemersver-

zekeringen verschuldigd over de bijtelling voor de auto van de zaak. De grondslag voor het premie-

loon voor de werknemersverzekeringen gaat dus omhoog, alsmede het uitkeringsloon voor een

uitkering bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid van de werknemer.

Nadeel

Het mogelijke nadeel voor u als werkgever is duidelijk. In situaties waarbij auto’s ter beschikking

worden gesteld aan werknemers met een loon lager dan het premiemaximum voor de werkne-

mersverzekeringen, leidt de WUL per definitie tot een lastenverzwaring door de stijging van de

premies werknemersverzekeringen.

Voor de werknemer kan een nadeel optreden als de werknemer beschikt over een ‘Verklaring geen

privégebruik’ en later blijkt dat de werknemer ondanks die verklaring toch privé rijdt (meer dan 500

kilometer). De inspecteur kan dan een naheffingsaanslag loonbelasting/premies volksverzekerin-

gen en inkomensafhankelijk bijdrage Zorgverzekeringswet opleggen. Met ingang van 1 januari

2013 zal in deze gevallen daarnaast ook nog een aanslag premies werknemersverzekeringen kun-

nen worden opgelegd. Deze aanslag wordt in beginsel opgelegd aan de werknemer. Expliciet is

bepaald dat de bij de werknemer nageheven premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zorg-

verzekeringswet géén negatief loon zijn. Omdat deze premieaanslag bij de werknemer geen in-

vloed heeft op de heffing van de premies werknemersverzekeringen ten laste van de werkgever

kunnen er per saldo meer premies worden geheven dan het premiemaximum.

4 De werkgeversbijdrage Zorgverzekering

Onder de WUL zal een nieuw systeem gelden voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor de

Zorgverzekeringswet (Zvw). Vanaf 2013 bent u als werkgever direct de bijdrage verschuldigd, en

heeft u hierbij geen verhaalsrecht op de werknemer.

De werknemer is dus over zijn loon geen bijdrage meer verschuldigd. De direct door de werkgever

te betalen bijdrage vormt geen loon bij de werknemer en loopt buiten de loonstrook om. De inko-

mensafhankelijke bijdrage voor de Zvw wordt daarmee gelijkgeschakeld met de premies werkne-

mersverzekeringen. Ook voor de Zvw-bijdrage zal gelden dat bij overschrijding van het premie-

maximum bij meerdere werkgevers, er geen terugbetaling zal plaatsvinden.

Page 4: Nieuwsbrief loonbelasting sociale verzekeringen december 2012

Als werkgever bent u de bijdrage Zvw verschuldigd over het door u betaalde loon uit tegenwoordi-

ge dienstbetrekking. Hierop zijn enkele uitzonderingen, te weten de naheffing bij werknemers over

de bijtelling privégebruik auto (zie hiervoor), het loon dat betaald wordt bij opting-in voor de loonbe-

lasting en het loon van directeuren-grootaandeelhouders (dga’s), die niet verzekerd zijn voor de

werknemersverzekeringen. Bij dga's moet de vennootschap de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw,

net als in 2012, wél op het loon inhouden en afdragen.

Conclusie

De Wet Uniformering van het Loonbegrip leidt tot een vereenvoudiging van de loonstrook en leidt

tot minder administratieve lasten voor u als werkgever. In voorkomende situaties zal de WUL wel

tot een verzwaring van de premielasten leiden. Het is verstandig om tijdig de premie-effecten van

de WUL in beeld krijgen.

Kennisgroep Loonheffingen

Kantoor Amersfoort (Peter Pennings) tel. 033 463 57 27

Kantoor Arnhem (Bart Agerbeek) tel. 026 351 02 28

Kantoor Ede (Duncan van Koesveld) tel. 0318 648 148

Kantoor Hoofddorp (Cindy Wijers) tel. 023 562 62 48