12
UITGAVE HISTORISCHE VERENIGING HAERLEM DECEMBER 2009 JAARGANG 18 NUMMER 4 OPLAGE 1950 ‘Het Koepeltje’ van Eindenhout, eindelijk gerestaureerd Het begin “Toch was dit geen doorsnee restaura- tieproject, het is het allemaal op een speciale manier gegaan”, vertelt Paul Morel van Stadsherstel, het bedrijf dat leiding gaf aan de uitvoering. “Wim Sytsma van de gemeente Haarlem vroeg op zekere dag: ‘Kom eens mee naar de Haarlemmerhout, naar ‘het koepeltje’, een bijzonder gebouwtje, maar in zeer slechte staat. Wij willen er graag iets mee doen, maar we weten op dit moment niet hoe we dat moeten aanpakken’.” Stadsherstel heeft de laatste jaren zijn werkgebied uitgebreid, van Amsterdam naar andere steden en van woonhuizen naar scheepswerven en gemalen. Men is ook actief in Haarlem met verwer- ving, restauratie, onderhoud en beheer van monumentale panden, zoals de Bakenenesserkerk en woonhuizen aan het Spaarne en de Spaarnwouderstraat. Doordat Stadsherstel al bekend was in Haarlem, was het verzoek van de gemeente om in Eindenhout te gaan kijken niet zo verwonderlijk. De gemeente Haarlem, eigenaar van het gebouwtje, speelde een betrokken rol bij de restauratie, waarvan zij ook de financiering voor haar rekening nam. Samen “We hebben ook uitstekend samenge- werkt met de Stichting tot Behoud van het Groen en Het Koepeltje in de Haarlemmerhout”, aldus Paul Morel. De Stichting werd in 1984 opgericht door actieve buurtbewoners van het Westerhoutkwartier. Velen hebben zich onafgebroken ingezet voor het doel van de Stichting en zij zien nu hun droom werkelijkheid worden. “We zagen al snel dat het technisch haalbaar moest zijn. Weliswaar was het voor het grootste deel ernstig in verval, maar omdat Rescura de uit- voerder was, was er een goede kans. Dit bedrijf heeft veel ervaring, ook in het bouwtechnisch onderzoek, en hoe je met moderne technieken en materi- alen de ontbrekende delen zou kunnen aanvullen.” Geschiedenis Het koepeltje is in 1915 gebouwd in de tuin van de voormalige buitenplaats Eindenhout, waarvan het woonhuis het ‘Huis met de beelden’ is en het is vast ook wel als theehuisje gebruikt. Je zou het een ‘folly’ kunnen noemen; een fantasiegebouwtje, bedacht in navol- ging van de 19de-eeuwse mode om Op 4 oktober, een mooie zondagmiddag, togen een paar honderd mensen naar de Haarlemmerhout, voor de feestelijke oplevering van het gerestaureerde koepeltje van Eindenhout. Na vele jaren van verwaarlozing en verval stond ‘het koepeltje’ weer als nieuw te stralen in de herfstzon. Uit het wapperend bouwplastic herrezen, en dat voor een (rijks) monument waarvoor in 2004 nog een sloopvergunning was afgegeven. De restauratie is een geslaagd project van de gemeente Haarlem, restauratiebedrijf Rescura en Stadsherstel Amsterdam NV, in samenwerking met de Stichting tot Behoud van het Groen en Het Koepeltje. De oplevering van het gerestaureerde koepeltje, in een nieuw aangelegde, groene omgeving, is een hoogtepunt in het Haarlems Monumentenjaar 2009.

Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Nieuwsbrief Vereniging Haerlem

Citation preview

Page 1: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

U i t g av e H i S t O R i S C H e v e R e n i g i n g H a e R l e m • d e C e m b e R 2 0 0 9 • J a a R g a n g 1 8 • n U m m e R 4 • O p l a g e 1 9 5 0

‘Het Koepeltje’ van Eindenhout, eindelijk gerestaureerdHet begin

“Toch was dit geen doorsnee restaura-tieproject, het is het allemaal op een speciale manier gegaan”, vertelt Paul Morel van Stadsherstel, het bedrijf dat leiding gaf aan de uitvoering. “Wim Sytsma van de gemeente Haarlem vroeg op zekere dag: ‘Kom eens mee naar de Haarlemmerhout, naar ‘het koepeltje’, een bijzonder gebouwtje, maar in zeer slechte staat. Wij willen er graag iets mee doen, maar we weten op dit moment niet hoe we dat moeten aanpakken’.” Stadsherstel heeft de laatste jaren zijn werkgebied uitgebreid, van Amsterdam naar andere steden en van woonhuizen naar scheepswerven en gemalen. Men is ook actief in Haarlem met verwer-ving, restauratie, onderhoud en beheer van monumentale panden, zoals de

Bakenenesserkerk en woonhuizen aan het Spaarne en de Spaarnwouderstraat. Doordat Stadsherstel al bekend was in Haarlem, was het verzoek van de gemeente om in Eindenhout te gaan kijken niet zo verwonderlijk. De gemeente Haarlem, eigenaar van het gebouwtje, speelde een betrokken rol bij de restauratie, waarvan zij ook de financiering voor haar rekening nam.

Samen“We hebben ook uitstekend samenge-werkt met de Stichting tot Behoud van het Groen en Het Koepeltje in de Haarlemmerhout”, aldus Paul Morel. De Stichting werd in 1984 opgericht door actieve buurtbewoners van het Westerhoutkwartier. Velen hebben zich onafgebroken ingezet voor het doel van de Stichting en zij zien nu

hun droom werkelijkheid worden.“We zagen al snel dat het technisch haalbaar moest zijn. Weliswaar was het voor het grootste deel ernstig in verval, maar omdat Rescura de uit-voerder was, was er een goede kans. Dit bedrijf heeft veel ervaring, ook in het bouwtechnisch onderzoek, en hoe je met moderne technieken en materi-alen de ontbrekende delen zou kunnen aanvullen.”

Geschiedenis Het koepeltje is in 1915 gebouwd in de tuin van de voormalige buitenplaats Eindenhout, waarvan het woonhuis het ‘Huis met de beelden’ is en het is vast ook wel als theehuisje gebruikt. Je zou het een ‘folly’ kunnen noemen; een fantasiegebouwtje, bedacht in navol-ging van de 19de-eeuwse mode om

Op 4 oktober, een mooie zondagmiddag, togen een

paar honderd mensen naar de Haarlemmerhout, voor de feestelijke

oplevering van het gerestaureerde koepeltje van Eindenhout. Na vele jaren van verwaarlozing en verval

stond ‘het koepeltje’ weer als nieuw te stralen in de herfstzon. Uit het wapperend bouwplastic herrezen, en dat voor een (rijks)

monument waarvoor in 2004 nog een sloopvergunning was afgegeven.

De restauratie is een geslaagd project van de gemeente Haarlem,

restauratiebedrijf Rescura en Stadsherstel Amsterdam NV, in samenwerking met de Stichting

tot Behoud van het Groen en Het Koepeltje. De oplevering van het gerestaureerde koepeltje, in een

nieuw aangelegde, groene omgeving, is een hoogtepunt in het Haarlems

Monumentenjaar 2009.

Page 2: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

Harry mulisch, ereburger van

Haarlem, in precies dezelfde pose als

op de oorspronkelijke foto uit 1963,

bij het gerestaureerde monumentje.

2

tuinen en buitenplaatsen te stofferen met ‘romantische’ bouwwerkjes, zoals een kluizenaarshut of een namaak-ruïne. Ook op het landgoed Elswout zijn hier een paar mooie voorbeelden van te zien. De inspiratiebron voor het koepeltje is de klassieke Diana-tempel (godin van de jacht) en de Italiaanse voorbeelden, die hiervan zijn afgeleid; Diana was een geliefd thema in landschappelijke

tuinen. Het heeft acht zuilen en een architraaf versierd met guirlandes. Ooit was het afgedekt door een koe-pel - vandaar de naam -, waarop een beeld van een sirene (een mythisch wezen, half vrouw, half vogel of vis). De entree van het koepeltje wordt gevormd door twee sfinxen, afgietsels van de twee bekende natuurstenen exemplaren, waaraan het Huis met de Beelden zijn naam ontleent.

Uniek, vroeg betonHet unieke van het tempeltje is de uitvoering in gewapend beton, één van de eerste gebouwen in Nederland van dit materiaal, en de reden dat het een rijksmonument werd. Na de ontman-teling van het landgoed Eindenhout kwamen (een deel van) de voormalige tuin met het koepeltje in 1987 in bezit van de stad, als onderdeel van de Haarlemmerhout. Door gebrek aan een duidelijke functie en onderhoud en door de afgelegen locatie, raakte het vervolgens langzaam in verval. Om ver-dere achteruitgang te voorkomen, en in afwachting van betere tijden, werd het gebouwtje ingepakt in bouwplastic.

De restauratieNiet dat het in de afgelopen jaren aan belangstelling van diverse partijen heeft ontbroken om het koepeltje in ere te herstellen. Er was interesse uit de betonwereld en van Monumentenzorg, er zijn fantasie-rijke plannen van kunstenaars op het koepeltje losgelaten en er meldden zich projectontwikkelaars, die meteen ook de hele omgeving op de schop wilden nemen. Dat de restauratie van het koepeltje nu succesvol is afgerond, is volgens Paul Morel, achteraf gezien, te dan-ken aan een gunstig gesternte. “Het succes van dit project is te danken aan een optelsom van toevalligheden die samen hebben gewerkt. Ga maar na, een stichting die zich er op een stimulerende manier mee bemoeit, ambtenaren met hart voor de zaak en de beschikbare deskundigheid bij Stadsherstel en Rescura. Al met al een gemotiveerde groep mensen die vanaf het begin veel contact had met elkaar. En door de betrekkelijk kleine omvang van het project, kwamen we al snel tot de conclusie: dit is haalbaar, dit kunnen we samen doen.”

HaalbaarDoorslaggevend bij deze vaststelling bleek het technisch onderzoek. De bewa-pening was wel helemaal doorgeroest, maar dat het beton op zich was nog in goede staat. Daardoor werd het idee van een replica verworpen, en werd gekozen voor restauratie, wat op zich goedkoper was. Het stucwerk van de versiering op de architraaf was zo goed als verdwenen, maar wat resteerde was voldoende om een mal van te maken, zodat de ontbrekende delen konden worden aangevuld. Ook één van de acht zuilen was nog dermate goed intact dat er een mal van gemaakt kon worden; zo werden de andere zuilen opnieuw vervaardigd.Behalve de deskundigheid en de inzet van de alle partijen, was ook de no-nonsense aanpak een doorslaggevende factor. “We zijn een aantal malen met alle betrokke-nen bij elkaar geweest, waarbij de afspra-ken meteen genotuleerd werden. Iedereen wist wat er gaande was. Zo konden we snel, efficiënt en goedkoop werken, mede omdat er geen adviesbureau tussen zat. Hierdoor was er geen overhead, die bij grotere projecten al gauw zo’n 15 % van de begroting beslaat. We hebben puur op de kostenbegroting gewerkt, dus werktijd en materialen. Het hele project duurde onge-veer een half jaar en heeft zo’n € 160.000 gekost.”

Mede dankzij de adoptie door Sancta Maria gaat het koepeltje een nieuw leven tegemoet.

Werd het oorspronkelijke monumentje

afgedekt door een koepel van beton, in

de gerestaureerde versie ontbreekt die.

Page 3: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

Jonge Muggen

Op 10 oktober jl. heeft de Historische vereniging Holland op haar jaarcongres in Haarlem de holland-prijs 2009 toegekend aan de Historische vereniging Haerlem vanwege haar aandeel in het Wie wat bewaart, heeft wat! - project. de Hollandprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een historische vereniging die zich van andere verenigingen onderscheidt. Het thema voor de prijs van 2009 was erfgoededucatie.een deskundige jury, bestaande uitvertegenwoordi-gers van erfgoedhuis Zuid-Holland, Cultureel erfgoed noord-Holland, en bestuursleden van de Historische vereniging Holland, hanteerde o.a. als criteria dat het voor de prijs ingediende project in samenwerking met het onderwijs diende te zijn opgezet, dat er een goede verhouding tussen actief en receptief leren en tussen binnen- en buitenschools leren moest zijn, en dat het project voldoende inbedding in het lesaanbod van de school moest hebben.de Historische vereniging Haerlem werd als winnaar uitgeroepen omdat het Wie wat bewaart, heeft wat!

- project deel uitmaakt van een volledige leerlijn erf-goededucatie voor Haarlemse basisscholen, waardoor de inbedding in het schoolcurriculum gegarandeerd is. maar ook omdat de leerlijn is samengesteld door een groot aantal Haarlemse erfgoedinstelingen. Het deel-project voor groep 4, kinderen dus van 7 à 8 jaar oud, wordt gezien als een bijzondere uitdaging, die weinig historische verenigingen aandurven.Onze vereniging deed dat wel, en op een manier die bij leerkrachten en leerlingen enthousiast ontvangen werd. in de mondelinge toelichting werd ook nog aangehaald dat ‘als de kinderen in de Hoofdwacht zijn geweest, ze het verhaal zelfs aan de ouders kunnen overbrengen’. de prijs betekent een enorme stimulans voor allen die dit erfgoedproject verzorgen. niet alleen voor onze eigen werkgroepleden, maar ook voor alle medewerkers van de acht andere erfgoedinstellingen. de werkgroep erfgoededucatie Haarlem buigt zich nu over een nieuwe uitdaging: een project voor het voortgezet onderwijs. We houden u op de hoogte!

marjorie vroom

Zie ook: www.wiewatbewaartheeftwat.nl

Bekroning voor Haarlems erfgoedproject!

3

er is een nauwkeurige

reconstructie in staal op

het monumentje gezet.

Adoptie door Sancta Maria Eén verschil met de oorspronkelijke situatie valt meteen in het oog. Werd het oorspronke-lijke monumentje afgedekt door een koepel van beton, in de gerestaureerde versie ontbreekt die. De voornaamste reden is dat de gemeente bang was voor (de nadelige kanten van) een hangplek in de Hout en als voorwaarde stelde, dat de koepel niet werd teruggebouwd. Er is een nauwkeurige reconstructie in staal op het monumentje gezet, natuurlijk zonder het vroe-gere (en verdwenen) beeld van de sirene. De herinrichting van de omgeving, met een pad rondom en zicht op groen en water, comple-teert de voltooiing van de restauratie. Tegelijkertijd is er ook een grote verbetering met het oog op de toekomst van dit stukje Haarlemmerhout. Dankzij de adoptie door Sancta Maria, de middelbare school om de hoek, staat ‘het koepeltje’ er niet meer zo eenzaam en verlaten bij en gaat het een nieuw leven tegemoet. De leerlingen hebben de res-tauratie gevolgd en gefotografeerd; de foto’s hangen nu in de school. Het koepeltje wordt ingezet bij diverse lessen, bijvoorbeeld de wis-kundeles, waarbij de maten moeten worden berekend. Omdat het een versimpelde uitvoe-ring van een klassieke tempel is, komt het ook bij Grieks, Latijn en kunstgeschiedenis van pas; de betonnen zuilen staan op Ionische basemen-ten en worden bekroond door Corinthische kapitelen.

Page 4: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

4

Bij deze laatste Nieuwsbrief van 2009 treft u de acceptgiro voor 2010 aan. Op de Algemene ledenvergadering van juni 2009 is besloten de contributies te verhogen van € 17,50 naar € 20,- respectievelijk van € 25,- naar € 30,-.

Het bestuur verzoekt u het juiste bedrag over te maken. Bij voorbaat dank voor een juiste en vlotte overboeking; het scheelt de penningmeester erg veel werk en de vereniging kosten.

Mr.W.D.Slik, [email protected]

ps. Heeft u al een nieuw lid aangebracht en een CD van Frits Heller of het boek De canon van Haarlem ontvangen? Zie de oproep in de vorige Nieuwsbrief!

Wie kan helpen?

De heer Peter Mulder schrijft: ik ben op zoek naar beeldmateriaal (foto’s) van de barrevoetestraat in Haarlem uit de jaren vijftig. in het bijzonder gaat de belangstelling uit naar het pand op no. 6 op de hoek met de vlamingstraat. toentertijd was daar een rijwielhandel gevestigd met als eigenaar de heer J. bonsel. een zoektocht in het digitale noord-Hollands archief heeft slecht een foto opgeleverd uit 1972, maar toen was het pand niet meer in gebruik als winkel. een probleem bij het zoeken bleek dat veel fotomateriaal niet op plaats maar op gebeurternis is gerubriceerd Wie van de leden weet raad?

Reacties naar peter mulder:[email protected]

Wat is de kern van het werk voor jullie werkgroep?

“We bekijken alle nieuwe ontwikkelin-gen op stedenbouwkundig gebied in Haarlem en omgeving. Dan toetsen we vervolgens of het goed past in de oude, historische stad. Elke week kijk ik daarvoor even op de site van de gemeente naar de nieuwe bouwplan-nen. Dan bepalen we in de groep wat we daar van vinden. Als we van mening zijn dat de ontwikkelingen ten koste gaan van de kwaliteit van de openbare ruimte of als er histori-sche waarden in de knel komen, dan nemen wij daarover contact op met de gemeente.” Wat maakt dat je je zo betrokken voelt bij dit werk?

“Ik houd erg van historische steden. Haarlem is daar één van. Vooral de structuur van de stad spreekt mij erg aan. Die is hier buitengewoon oud. Je kunt bijna overal in de stad op veel verschillende manieren van punt A naar punt B komen. Dat vind ik prach-tig om te zien. Als je naar een plat-tegrond van de oude stad kijkt uit 1555 en een uit 2009 dan zie je dat er in al die jaren bijna niets is veranderd. Ik kan het niet aanzien als dit zou wor-den verknoeid! Betrokkenheid bij deze werkgroep komt ook voort uit mijn werk. Ik was docent aan de Universiteit van Amsterdam, sociologie. Met een spe-cialisme dat heet: de sociologie van de gebouwde omgeving. Dat sloot aan bij de taak van een werkgroep, die zich bezig houdt met eigentijdse bouw in de historische omgeving.”

Wat zijn de hoogtepunten van jullie werk, als je terugkijkt?

“Dat zijn er aardig wat. Een goed voor-beeld is het behoud van de vleugel van het provinciehuis en het afblazen van de nieuwbouw daaromheen. Dat was

stedenbouwkundig, om het netjes te zeggen, een zeer ongelukkig gebouw geworden, als het doorgang had gevon-den. Het behouden van zwembad De Houtvaart, wil ik ook zeker noemen.Heel positief is verder natuurlijk dat het denken over gemeentelijk monumentenzorg, weer goed op gang is gekomen. Ook binnen de gemeentepolitiek. Als laatste noem ik graag het niet doorgaan van de Zuidtangent-tunnel onder de historische stad.”

En dieptepunten?“Die horen er ook bij. Dat we de sloop van het HBS-A gebouw op de Raaks niet hebben kunnen tegenhouden is toch wel het dieptepunt. En tsja, dat vindt inmiddels iedereen in Haarlem.”

Wat zou je tegen je opvolgers willen zeggen?

“Ik zou zeggen: Houd de deskundig-heid hoog. We hebben een fantastische werkgroep waarin de deskundigheid zeer hoog ligt. Zo hebben we mensen uit het gebied van bouwen en wonen, makelaars, architecten, en deskundigen in stedenbouw en ruimtelijke ordening. Binnen de stad is er geen groep aan te wijzen die al die deskundigheden verenigt. Daar zie ik de kracht van de groep in.”

Willem van der Vlugt

interview met Johannes van der Weiden

‘Houd de deskundigheid hoog’Eind van dit jaar nam Johannes van der Weiden afscheid van de werkgroep Gebouw en Omgeving van de Historische vereniging Haerlem. Johannes was acht jaar voorzitter van de werkgroep.We spreken hem kort voor hij het voorzitterschap overdraagt aan opvolger Boudewijn Bach.

Van de penningmeester

Page 5: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

5

De Haarlemse naam Beijnes is innig verbonden met de geschiedenis van spoorwegrijtuigen in Nederland. Klaas van Giffen uit Overveen hoopt op een monument dat de herinnering aan Beijnis levend houdt. Een pleidooi.

Bij het schrijven van het boek ‘Station Haarlem’ ontdekte ik tot mijn verrassing dat het hoofdstuk over de Haarlemse treinenfabriek Beijnes het eerst tot voltooiing kwam. Bij het voorbereidende onder-zoek in verschillende archieven raakte ik al snel op een plezierige wijze gefascineerd door de geschiedenis van dit bijzondere bedrijf. Een door en door Haarlems bedrijf, vanaf de oorsprong in 1838 in de kleine wagenmakerij op de Riviervischmarkt en ook na de verhui-zing naar het Stationsplein in 1858. Beijnes fabriceerde spoorwegrijtuigen en treinstellen op een dusdanig fraaie en degelijk afgewerkte wijze, dat elke vergelijking met andere rijtuigfabri-kanten in binnen- en buitenland glansrijk kon worden doorstaan. Beijnes ontwikkelde zich in de bijna 125 jaar van haar bestaan tot de belangrijkste fabriek van spoorweg- en tramrijtuigen die Nederland gekend heeft. In het grote fabriekscomplex dat tot de sloop in 1958 het aanzien van het Stationsplein aan de zuidzijde beheerste, werden behalve treinen en trams voor de binnenlandse markt ook rijtuigen gemaakt voor de export naar onder andere Nederlands-Indië, Zuid Afrika en Argentinië. Daardoor werd Beijnes Haarlem een internationaal begrip, een merknaam die net als de namen Droste, Conrad of Figee, er mede voor heeft gezorgd dat de stad Haarlem internationaal op de kaart kwam te staan.

KaalslagNa de sloop van de fabrieksgebouwen in 1958 bleef een ake-lig kaalgeslagen ruimte over, die twaalf jaar lang het beeld van het Stationsplein heeft beheerst. Pas vanaf 1970 kon de ruimte na veel ambtelijke procedures worden ingevuld met de bebouwing van het Beresteyncomplex, aangevuld met een parkeergarage en de Beijnes sporthal, zodat in elk geval

de naam van de fabriek nog voortleefde. Nu, bijna veertig jaar verder in de tijd, zal het

Stationsplein opnieuw worden ingericht na de grootscheepse aanleg van een ondergrondse fietsenstalling. In combinatie met de sloop van de parkeergarage en de Beijneshal is er nu een nieuwe kans ontstaan om het plein tegenover het mooiste station van Nederland in te richten tot een passend decor. Naar ik

heb begrepen zullen standbeelden van Kenau Hasselaer en Wigbolt Ripperda daar deel van

gaan uitmaken. Maar dan ontbreekt voor mijn gevoel toch nog iets aan de invulling.

Ontbrekende naamIk wil er voor pleiten om bij de nieuwe inrichting van het Stationsplein een nadrukkelijke plaats in te ruimen voor een monument dat de herinnering aan Beijnes levend houdt. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan een plaquette, een beeld van de oprichter of een ander object. Maak er eventu-eel een prijsvraag van. Als het maar iets te maken heeft met de nijvere fabriek van Beijnes, die meer dan honderd jaar lang de eerste blikvanger was voor iedere treinreiziger, die na aankomst in Haarlem het stationsgebouw verliet.

Klaas van Giffen, Overveen.

Pleidooi voor een Beijnesmonument

Page 6: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

6 Groen staat in deze competitie voor de “Kwaliteit van Leven” in stad en dorp. Aan de hand van 60 criteria beoordeelt de multidisciplinair samengestelde jury naast wonen, werken, infrastructuur en cultureel erfgoed vooral de stede-lijke en landschappelijke ontwikkeling, de openbare ruimte, groen en recre-atie, natuur en milieu, toerisme en de communicatie, educatie en betrokken-heid van de bevolking. De 10 jaarlijks deelnemende gemeenten bereiden zich enige jaren van te voren goed voor en zijn razend benieuwd naar het beoor-delingsresultaat van de jury, die haar bevindingen in een uitvoerig rapport vastlegt dat de gemeenten niets kost maar zij wel haar voordeel mee kan doen. Vooral wordt door de jury erop gelet of de meestal prachtig gedrukte documentatie over visie en beleid ook omgezet is in concrete resultaten en de wijze waarop de gemeentebesturen de bewoners en belanghebbenden serieus neemt. Dat laatste leidt tijdens de jurydagen nog al eens tot verrassende confrontaties, maar ook tot wonder-baarlijke successen en voorbeelden die iedere gemeente in ons land zich ter harte zou moeten nemen. Steden die vergelijkbaar zijn met Haarlem, zoals Amersfoort, Zwolle en Arnhem, die de laatste jaren met Goud bekroond zijn, bleken zich in de Europese competitie uitstekend te kunnen meten met b.v. Nancy, Cardiff, Münster en Düsseldorf. Maar ook steden uit de voormalige Oostbloklanden beginnen zich in snel-treinvaart naar een voorbeeldfunctie te ontwikkelen.

Uit een recente evaluatie onder de deelnemende gemeenten aan deze competitie uit Nederland van de laatste 10 jaar bleken zeer positieve resultaten te zijn bereikt m.b.t. de leefbaarheid. De aandacht en de ver-betering van de kwaliteit van het groen bleek tevens de katalysator te zijn van een herstel in de vertrouwensrelatie tussen kiezers en gekozene, ten koste van de terugdringing in betekenis van projectontwikkelaars, de invloedsdrift van ambtenaren en de vele adviesbu-reaus. Dat betekende in deze steden en dorpen dat zij plaats moesten maken voor een hernieuwd interactief door-grondingsproces tussen de plaatselijke politiek en de burgers en belangheb-benden. Dat heeft geleid tot meer zorg en aandacht voor het bestaande culturele en levende erfgoed en inves-teringen in groen, natuur, milieu en recreatie. Groene kwaliteit wordt daar niet meer gezien als liefdadigheid maar als noodzakelijk voor de gezondheid en het welzijn in het woon- en werk-gebied. De kosten die dat met zich meebrengt ziet men niet langer meer als sluitpost op de gemeentebegroting maar als investering voor de toekomst die veel meer opbrengt (kostenreductie gezondheidszorg, milieubesparingen) dan men ooit zou vermoeden. Recent wetenschappelijk onderzoek bevestigt deze uitdagende stellingname. Haarlems groenHaarlem heeft tot op heden nog niet meegedaan aan deze competitie van Entente Florale Nederland. En dat

In ons land bestaat al ruim een decennium een jaarlijkse competitie waar steden en dorpen tot goud, zilver of brons bekroond worden en door de minister in het najaar beloond worden met de titel “Groenste stad of dorp van Nederland”. De gouden winnaars doen het jaar daarop mee aan de Europese landen competitie. Ik mag al ruim 5 jaar jurylid zijn van zowel de Nederlandse als ook sinds kort de Europese competitie.

Wat wil Haarlem met haar groen?

Page 7: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

wekt bevreemding want Haarlem heeft de beschikking over een rijke “groene” traditie die vanaf het begin van de 19e eeuw is ontstaan en sindsdien bij iede-re stedelijke uitbreiding met veel zorg, aandacht en publiek geld versterkt is. Een uitstekend overzicht en nuttige informatiebron daarover is te vinden in het in 2002 uitgegeven historische standaardwerk

“De Groene Stad Haarlem” van de auteurs Maria van Vlijmen en Wim de Wagt. Haarlem kent een grote diversiteit aan groen: monumentaal groen, cultuurgroen, oude en jonge bossen, parken, plantsoenen, wijk- en buurtgroen, laan- en staatbomen, bloempresentaties, natuurgebieden, landschappelijke lintbeplantingen, plassen en meren, moerassen, begraaf-plaatsparken, volkstuinparken, groene speelplekken en sportveldencomplexen. In m2 gerekend per inwoner of per woning betrekkelijk gering volgens gel-dende landelijke normen, maar wel op landschappelijke grondslag en diver-siteitbeleving en gebruik gestoeld. De waardering hierover van de inwoners is onderzoeksmatig gezien nauwelijks bekend maar het zichtbare gebruik is absoluut hoog en intensief te noemen. Landelijk staat Haarlem bekend als de groene en bloemrijkste stad in de drukbevolkte Randstad. Als woon-, werk- en winkelstad scoort Haarlem altijd hoog in de landelijke competities en dat heeft mede te maken met de achterliggende gedachte dat Haarlem een groene oase in de Randstad is met directe korte verbindingen naar het omringende landschap waar een keur aan diverse natuur- en recreatievoor-zieningen gebruikt kunnen worden.Tot aan de helft van de 80er jaren van de vorige eeuw heeft Haarlem zich fors uitgebreid als gevolg van de woningnood ten koste van het omrin-gende landschap. Overigens werd dat verloren landschap door vastgestelde bestemmingsplannen en bestuurlijke standvastigheid ruimschoots gecom-penseerd in, normatief verantwoorde, aantrekkelijke leefmilieus in de nieuwe woonwijken. Projectontwikkelaars en soms ook woningbouwcoöperaties vonden de bestuurlijke striktheid maar lastig, dreigde ook toen al weg te lopen wegens zogenaamde “minimale” winstgevendheid, maar constateerden achteraf dat deze wijze van ruimtelijke

planologie bedrijven en samenwerking tot grote tevredenheid leidde bij de nieuwe bewoners. Metingen daarover onder de bewoners van Schalkwijk, dat grotendeels volgens het tuinstad prin-cipe is gerealiseerd, bevestigen dat. De betrokkenheid van de bewoners met het buitenmilieu bleek bovendien bij-zonder hoog te zijn wat zich vertaalde in een grote maatschappelijke cohesie en vruchtbare samenwerking tussen bewonersvertegenwoordigers, ambte-naren en het stadsbestuur.

VerdichtingsbeleidHaarlem naderde haar grenzen met grootschalige stadsuitbreidingen. Dat bleek ondermeer uit het resultaat van de gemeenteraadsverkiezingen en een referendum in 1990. Met een grote overwinning verkreeg D66 bestuurs-verantwoordelijkheid met de garantie de groene flanken van de stad te behouden en niet te bebouwen. De andere grote partijen die sindsdien aan het stadsbestuur deel hebben deelge-nomen, hebben deze stelling tot op heden gevolgd Vanaf die tijd is het bestuur zich volle-dig gaan concentreren op het bestaan-de stadsgebied waarbij alle mogelijke projecten tot stand zijn gebracht in het kader van renovaties, woningverdich-ting, meervoudig grondgebruik en her-bestemmingen. In feite een verbreding van de noodzakelijk geachte stadsver-nieuwing die al in de 70er jaren was ingezet in wat toen al genoemd werden de groenarme volksbuurten uit het begin van de 20e eeuw. Ondanks die vernieuwingsdrift zijn die buurten nog steeds groenarm gebleven omdat de verkavelingstructuur dezelfde is geble-ven. Ondanks de gewetensvolle inzet van destijds Wethouder Tinus van de Water ( ), die een grote wil toonde duurzame structuurverbeteringen in die wijken aan te brengen door b.v. rug aan rugwoningen in de Transvaalbuurt in te wisselen voor een buurtpark, werden als niet realistisch terzijde geschoven. Het adagium tot op heden is in Haarlem geworden: Groen moet wij-ken voor rood (bebouwing) en groen in plaats voor rood is wel bespreekbaar maar wordt in de praktijk op grond van veelal arbitraire financiële redenen zelden of nooit gerealiseerd. De enige positieve uitzondering van de laatste

Wat wil Haarlem met haar groen?

7

Page 8: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

8

Stadspijperstijdens de erfgoednacht op 31 oktober verzorgde barocco locco/Fritz Heller een concert op authentieke blaasinstrumenten.

eerste Historisch Café:

Heel veel enthousiasme maar te weinig stoelenMaandag 23 november werd voor de eerste keer het Haarlems Historisch Café gehouden in de Janskerk. De belangstelling overtrof alle verwachtingen, daarom heeft de organisatie veel reserveerders teleur moeten stellen.Het volgende Historisch Café wordt gehouden op maandagavond 22 februari. Kijk u t.z.t. op onze website voor het programma. In elk geval wordt er een groot aantal plaatsen toegewezen aan leden van de Vereniging Haerlem.

een meer dan goed

bezochte eerste editie van

het Historische Café.

30 jaar vormt het Frederikspark waar na de sloop van het Sportfondsenbad uiteindelijk het park weer in min of meer oorspronkelijke vorm is hersteld. Niet op grond van de wil of de vooruitziende blik van het gemeentebestuur, maar dank zij een eindeloos verzet van een bur-gerinitiatief dat zich inzette om dit oudste villapark van Nederland op de Rijksmonumentenlijst te krijgen. En dat lukte in weerwil van alle tegenwerking van het stadsbestuur. Inmiddels zijn met veel rijkssub-sidiegeld zowel de Bolwerken, het Kenaupark en het Frederikspark hersteld en gerenoveerd. Haarlem mag daar best trots op zijn gezien de grote betekenis van dit levende cultuurmonument.

Burgerverzet breidt zich uitHet is alsof de duvel er mee speelt, sinds enige tijd zijn er wederom grote problemen met de buurt rondom het Fredrikspark over de (tijdelijke) plaat-sing van noodlokalen in dit inmid-dels als Rijksmonument beschermde monument. Alsof daar geen andere oplossing voor gevonden had kunnen worden, maar de gemeenteraad en de rechter volharden in deze toewijzing.Burgerinitiatieven en burgercomités bemoeien zich steeds meer met de gemeentepolitiek over de gevolgen van het verdichtingsbeleid dat vooral de kwaliteit van het leefmilieu aantast. Ze zijn werkelijk bezorgd daarover en wensen serieus genomen te worden in plaats van honend weg gezet te wor-den in het hok van de nimby fanaten die het algemene belang niet wensen te onderkennen. Recente koppen in het Haarlems Dagblad laten een opvallend beeld zien: “Omwonenden park verliezen” (Frederikspark),

“Buurt dreigt rechter om pontje”, “Raad van State verwerpt bezwaren omwonenden, groen licht bouwplan DEO”, “Stop de bouw in mijn achter-tuin”, “Bouwen binnensteden, we doen met zijn allen iets verkeerd”(Rudy Uytenhaak), “Nieuwbouwwijken zoals b.v. op het terrein van de Mariastichting kenmerken zich door een minimum aan ruimte voor bomen, perken en grasveldjes”, “De gemeente komt totaal niet op voor het groen” (boze bewoners van het Rozenpriël, de meest versteende wijk van de

meest versteende stad) Geschrokken door de toenemende conflicten tus-sen de gemeente en haar burgers met hun vertegenwoordigers, die in toe-nemende mate worden uitgevochten bij de rechter, heeft de gemeenteraad tijdens de Kadernota 2009 besloten een debat aan te gaan met bewoners, wijkraden en belangengroepen aan de hand van een aantal stellingen die het woon- en leefklimaat aangaan. In zo’n recent gevoerd debat worden dan als spreekstalmeesters vooral deskun-digen uitgenodigd die belang hebben bij het bouwen in de stad en zeer beperkt vertegenwoordigers die wat te zeggen hebben over het leefmilieu. Met imponerende verhalen, profes-sioneel ondersteund door lichtbeelden werd duidelijk gemaakt dat Haarlem tot aan 2050 (?) nog een enorme woningbehoefte schijnt te hebben. En dat blijkt dan vervolgens ook te kun-nen als de stad ook maar “integraal” wordt aangepast en de omringende gemeenten daarbij worden betrokken. De feiten zijn dat er in Haarlem voor de Haarlemmers geen woningnood meer bestaat, maar wel een behoefte van externen die graag in Haarlem willen wonen omdat die stad zo’n goed woon- en leefklimaat heeft. Stel dat die woningverdichting zich voortzet ten koste van het leefklimaat, dan werkt dat averechts en voelt uit-eindelijk iedereen zich verkocht en belazerd. De potentie van Haarlem als woonstad heeft nu eenmaal haar grenzen en die moet door de poli-tiek worden bepaald en verantwoord. Vertegenwoordigers van belangen-groeperingen en wijkraden vanuit de kant van het leefmilieu ondervonden bijval maar slaagden er niet in de raadsleden en het stadsbestuur ter verantwoording te roepen ten opzich-te van te maken keuzes.

Groenstructuurplan 2020Een goed voorbeeld waarin het ver-trouwen volledig zoek is geraakt is de gang van zaken aangaande het Groenstructuurplan 2020, een vervolg op het eerdere plan uit 1991 en het Structuurplan Haarlem 2020. Eind 2007 werd de opdracht daartoe gege-ven aan een tweetal adviesbureaus onder begeleiding van een zeer breed samengestelde ambtelijke project-groep en de inmiddels in Haarlem

Page 9: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

9

gebruikelijke klankbordgroep met vertegenwoordigers vanuit het leef-milieu in de stad. Het gevolg is begin 2009 een zeer omvangrijk rapport, dat overigens het Gsp uit 1991 grotendeels herbevestigt, maar waar het stads-bestuur schrikt van de stellingnames en de consequenties. Visie en beleid ten opzichte van woon- en leefmilieu moeten wel “realistisch” blijven vinden zij en dat leidt tot het bedanken van adviesbureaus en de klankbordgroep. Zij geeft vervolgens de ambtelijke pro-jectgroep, die uit let wel 18 disciplines bestaat, de feitelijke wilsbeschikking te herschrijven want dat heeft aanzien-lijke inhoudelijke en financiële gevol-gen. Het resultaat, zoals te verwachten viel, is grijs: schone beloften zonder politiek-bestuurlijke consequenties onder de treffende titel “Bereikbaar Groen”.Dat stuk, met bijlagen over achtergrondinformatie en zogenaamde

“Buurtpaspoorten” is de inspraak inge-gaan wat veel kritiek en protestreacties tot gevolg heeft gehad. De gemeente belooft de kwaliteit van het stedelijk groen te verbeteren, de hoofdstructuur te versterken, recreatieve verbindings-routes te realiseren en het bieden van een richtlijn voor de hoeveelheid groen. Over dat laatste stelt zij wel tegelijker-tijd dat daar door allerlei omstandighe-den van kan worden afgeweken. Geen heldere keuzes dus, geen beloften die zij willen waarmaken door investe-ringsgeld te gaan reserveren. Hoe kun je zonder een investeringsgarantie de kwaliteit verbeteren met zo’n enorme beheers- en kwaliteitsachterstand van het huidige groen dat gedurende 25 jaar is opgelopen door stelselmatige bezuinigingen? Bij het aantreden van dit stadsbestuur zijn daar wel financië-le maatregelen voor getroffen maar die zullen pas in 2020 op een minimum niveau zijn teruggebracht. Gezien de zware toekomstige bezuinigingsronde is het overigens nog maar de vraag of die maatregelen bestendig zullen zijn. Simpeler gezegd, geen geld voor de toekomst, dan ook geen verbetering, dan ben je in ieder geval eerlijk en kan je al of niet respect afdwingen.Het grootste gemis aan dit Groenstructuurplan is dat er ten koste van veel geldverslindend onderzoek over achtergrondinformatie en een onrealistisch groot aantal technocra-tische verbeteringsvoorstellen, geen

enkel fundamenteel onderzoek is gedaan over wat de inwoners en belangengroepen vinden van het groen in hun buurt, wijk, stad en welke verbeteringen zij noodzakelijk achten. Na ruim 30 jaar mondig-heidstraining en deskundigheidvor-ming van de Haarlemmers is het een absolute voorwaarde tot succes die mening vooraf te peilen en als gemeentebestuur ook serieus te nemen. Na analyse van die resultaten en toetsing daarvan aan onafhanke-lijke deskundigen, kan dan vervolgens op grond van politiek/financiële wil door het stadsbestuur herkenbaar en verantwoord beleid en uitvoering worden vastgesteld. Dan voorkom je in ieder geval slecht bezochte inspraakavonden, stuntelig onduide-lijk ambtelijk optreden en zoekenden in de woestijn wier uitspraken ont-luisterende krantenkoppen tot gevolg hebben, die beslist niet bijdragen tot herstel van vertrouwen in bestuur en politiek. Het zou in deze fase beter zijn als de politieke partijen hun kwa-liteitsopvatting over leven in de stad, in casus het Groenstructuurplan, tot inzet maken van de a.s. raadsverkie-zingen. Daarmee voorkom je in ieder geval een afgeraffelde besluitvorming voor de verkiezingsdatum, waarbij ogenschijnlijk beloftes worden gega-randeerd maar waar niets van zal worden waargemaakt omdat geld en maatschappelijk draagvlak ontbreekt.

ConclusieGroen, leefbaarheid en gezondheid maken emoties los bij mensen en zijn daardoor bij uitstek geschikt om je als politieke partij hard voor te maken. Ondanks alle bedreigin-gen en het verval beschikt Haarlem nog steeds over een monumentaal waardevol en kwalitatief verschil-lend groenareaal, dat zeer belangrijk is voor de kwaliteit en leefbaarheid in de woon- en werkgebieden van Haarlem. De Haarlemmers hebben er kritiek op maar ze houden ervan en weten hoe belangrijk dat voor hen is voor hun welzijn. Zij willen daarnaast serieus genomen worden door de gemeentepolitiek, met breed gedragen verbeteringsvoorstellen, waarin zij zichzelf herkennen. De m2 groen per inwoner of per woning is voor hen niet zo interessant, dat is

immers een historisch gegeven, maar ze worden fatalistisch wanneer ach-terstallig beheer niet wordt aangepakt en furieus wanneer de stad zich onbe-schaamd verdicht en waardevol groen respectloos verdwijnt en nergens kan worden gecompenseerd. Als de communicatie en betrokkenheid tussen stadsbestuur en haar burgers zou verbeteren en ook door breed gedragen resultaten zou leiden, dan zie ik niet in waarom Haarlem op afzien-bare termijn niet tot “Groenste stad van Nederland” zou kunnen worden bekroond.Waarom lukt dat in vergelijkbare ste-den in ons land wel? Wellicht is het allerbelangrijkste dat in die steden door alle inspanningen die men zich daar heeft getroost en die beslist ook niet gemakkelijk zijn geweest, het ver-trouwen tussen kiezers en gekozenen weer is hersteld. Wat wil Haarlem met haar groen? Ik weet het nog niet en met mij de bur-gers van deze schone stad. Wellicht geven de a.s. gemeenteraadsverkiezin-gen daar wel antwoord op zodat het nieuwe stadsbestuur daar ook werk van kan maken: De hoop is nochtans niet vervlogen.

Nico Brink,

Nico Brink is Landschapsarchitect, voormalig Directeur Sector Stadsbeheeren voormaligVoorzitter van de Historische Vereniging Haerlem

Page 10: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

10

Na jaren zonder kop te hebben gezeten kreeg de gevelsteen De Pauw, die is ingemetseld achterin de poort van Grote Houtstraat 9, zijn kop weer terug. Deze werd geboetseerd door Tobias Snoep uit Amsterdam. Nu kunnen de - weinige - bezoekers van de Pauwpoort de pauw weer bewonderen in vol ornaat.

‘Help, een monument’, is een tentoonstelling die deHaarlemse monumenten op een bijzondere manier inbeeld brengt. Nog tot 1 februari 2009 te zien in hetHistorisch Museum in Haarlem.

‘Help, een monument’ bekijkt Haarlem met zijn honderden monumenten van een aantal opmerkelijke kanten. Zo laat conservator Margreeth Pop die voor deze tentoonstelling samenwerkte met Jaap Temminck, Ben de Vet en Ferry Walberg, de bezoeker zien hoe leeg en kaal Haarlem er zonder monumenten uit zou zien. Ook mag de bezoeker over de schouder van de conservator meekijken naar de interieurs van een aantal monumentenbezitters. Zo veran-dert een statig monumentaal pand in een heel persoonlijke warm huis waaraan enthousiaste uitspraken van bewoners zijn toegevoegd. In ‘Help een monument’ is een speciale zaal ingericht voor een aantal monumentale kerken in Haarlem. Ook hier heeft Margreeth Pop ervoor gekozen niet alleen de bekende kant te belichten.De Kleverparkkerk en de Bakenesserkerk, twee kerken die

een andere bestemming hebben gekregen dan die waar ze oorspronkelijk voor bedoeld zijn, krijgen extra aandacht en leveren beelden van interieurs op die u niet mag missen.

‘Help, een monument’ vertelt het verhaal achter de Haarlemse monumenten, maar verzuimt niet ook de realiteit te belich-ten. Wat kost het om al die mooie gebouwen te onderhou-den en wie zorgt daar in Haarlem voor? Wat brengt het met zich mee om een monument te bewonen en aan welke regels moet de monumentenbezitter zich houden? Al deze vragen komen ruimschoots aan bod. Maar vooral is ‘Help, een monument’ toch een tentoon-stelling die de bezoeker met een warm gevoel over de Haarlemse monumenten achterlaat. Wie deze tentoonstel-ling heeft gezien zal daarna met andere ogen langs de prachtige Haarlemse monumenten lopen.

Over het Historisch Museum HaarlemHet museum geeft in de vaste tentoonstelling een overzicht van de boeiende geschiedenis van Haarlem en omgeving, zoals het beleg van Haarlem in 1572, de grote stadsbrand, de komst van Vlamingen als Frans Hals, de bouw van de vleeshal, de hofjes en de zorg voor de wezen. De bestaande collectie wordt aangevuld met wisseltentoonstellingen zoals nu dus ‘Help, een monument’.

In het kader van de tentoonstelling worden stadswandeling-en en fiets-zwerftochten langs de monumenten in Haarlem en omgeving georganiseerd.

‘Help, een monument’ is van 12 september 2009 tot 1februari 2010 te zien in het Historisch Museum Haarlem, Groot Heiligland 47 Haarlem.

Naar de kapper in een kerk

gevelsteen de pauw - grote Houtstraat 9

De Pauw heeft zijn kop weer terug

Page 11: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

11de secretaris van de Werkgroep gebouw en Omgeving heeft om gezondheidsredenen, met onmid-delijke ingang, zijn functie neer neergelegd. daarom zoekt de werkgroep op korte termijn én dringend een:Secretaris voor de Werkgroep Gebouw en OmgevingKennis van het terrein van de gebouwde omgeving is wenselijk maar niet noodzakelijk.

nadere inlichtingen bij de voorzitter, ir boudewijn bach (tel 023 5252833; 06 39421369; e-mail [email protected]).

We zoeken hulp voor het wekelijks onderhoud aan de website van onze vereniging. Webmaster

- ervaring met het invoeren van teksten en beeld via CmS.

- Handigheid in het redigeren en inkorten van teksten.

- Op de hoogte van wat er speelt in de vereniging.

Reactie of vragen graag naar theo van der vlugt: [email protected]

de vereniging wil u vaker kunnen informeren over o.a. lezingen en excursies. als aanvulling op de nieuwsbrieven willen we daarom ook kunnen e-mailen. daarvoor hebben we uw mailadres nodig. van slechts 20% van de leden is het mailadres bij ons bekend. vandaar ons verzoek: stuur een email naar onze ledenadministratie: [email protected]

vermeld uw naam en adres, en als u het bij de hand heeft ook uw lidnummer. dat maakt het verwerken van de mailadressen makkelijker.

Een groot compliment aan onze ‘wachters’Het is dankzij onze vrijwilligers dat zoveel Haarlemmers en Haarlem-bezoekers altijd weer welkom zijn in de Hoofdwacht. Tijdens de reguliere openstellingen en tijdens evenementen zorgen zij dat onze verenigingszetel gastvrije ontvangst biedt, en dat bezoekers antwoord kunnen krijgen op allerlei vragen. Daar werd uitgebreid bij stilgestaan tijdens bij de sluiting van het seizoen, zaterdag 3 oktober.

de namen van de leden van de werkgroep op de foto zijn:

onder: Winnifred van gils en Ria Heems

midden: ellen van putten, atie tegel, leny Wijnands-van der leij,

ine van Jaarsveld en nel Wijnalda,

boven: Henk ahles, andré vollbehr, Willem Rekoert, piet bonfrer,

dineke lentz en Wim Slik.

Op de foto ontbreken ingrid geutskens, Rob Huyboom,

Wil van der linde, agnes lommerse, peter telleman, Jon valkenier,

er werd afscheid genomen van Winnifred van gils, Ria Heems,

attie tegel en Rob Huyboom

Welkom op de nieuwjaarsreceptieHet bestuur nodigt alle leden uit voor de nieuwjaarsbijeenkomst op woensdag 6 januari 2010 vanaf 17.15 uur in de Hoofdwacht. de plannen voor het komende jaar zullen daar worden uiteengezet in het bijzijn van alle vrijwilligers en enkele bijzondere genodigden.

Gezocht: Webmaster

Gezocht: Secretaris

Stuur ons uw e-mailadres

Page 12: Nieuwsbrief Vereniging Haerlem 09.04

12

Redactie: Theo van der Vlugt. Vormgeving: Sinas, Haarlem Druk: drukkerij Excelsior Haarlem (sponsor)Verzending: Paswerk

Colofon: Haerlem Nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging Haerlem Verenigingszetel: de Hoofdwacht, Grote Markt 17 Postadres: postbus 1105,

2001 BC Haarlem www.haerlem.nl. Secretaris: (023) 529 39 00 Gironr: 377882. Het blad verschijnt vier keer per jaar. ISSN: 1570-4785

De excursies en lezingen zijn gratis voor leden van de Vereniging Haerlem tenzij anders vermeld. Aanbieding van het Jaarboek: 2 juni 2010.

Lezingen en excursiesEr is een nieuwe werkgroep Excursies en Lezingen gevormd die enthousiast werkt aan een aantrekkelijk programma. Ook de traditionele jaarexcursie wordt in ere hersteld. Over de lezing van 15 december, Het beschermd stadsgezicht van Haarlem door Max van Aerschot bent u al per brief geïnformeerd. Dinsdag 15 december 2009:Het beschermd stadsgezicht van HaarlemMax van AerschotToegang voor leden van de Vereniging Haerlem op vertoon van ledenpas gratis; voor niet-leden is de entree €10,-locatie: Archeologisch Museum Haarlem, Grote Markt 18K. Tijdstip: 20.00 uur (zaal open vanaf 19.30 uur)

In de gemeente Haarlem zijn de historische stad en de oude dorpskern van Spaarndam aangewezen als beschermd stads- en dorpsgezicht. Volgens de Wet op de Ruimtelijke Ordening is een gemeente verplicht om voor haar grondgebied bestemmingsplannen op te stellen. Hierin worden voorschriften uitgewerkt voor het gebruik, de plaats en maximale grootte van bouwwerken, maar ook voor het gebruik van open terreinen, tuinen en erven. Voor (ver)bouwen of restaureren of elke andere bouwactiviteit binnen een beschermd stadsgezicht gelden dan ook andere regels dan voor normale bouw- of verbouwplannen. Deze regels zijn opgesteld om de waardevolle karakteristieken van het stadsgezicht te beschermen. Stadsbouwmeester Max van Aerschot vertelt ons over de Haarlemse

waardevolle karakteristieken van de historische stad , de relevantie van het beschermde stadsgezicht en de mogelijke ontwikkelscenario’s voor de historische stad.

Woensdag 27 januari 2010:Pispotten en de opmaat naar de Gouden Eeuw Roos van OostenToegang voor leden van de Vereniging Haerlem op vertoon van ledenpas gratis; voor niet-leden is de entree €10,-locatie: Noord-Hollands Archief, Janskerk, Jansstraat 40, 2011 RX Haarlem.tijdstip: 20.00 uur (zaal open vanaf 19.30 uur)

Haarlem was één van de eerste Hollandse steden die vanaf de 16de eeuw aan een grote stroom (Vlaamse) migranten onderdak bood. De bevolking groeide sterk en de lokale economie draaide op volle toeren. De rol van de innovatieve ondernemer wordt als één van de sleutelfactoren beschouwd voor het succesverhaal van de Hollandse economie. De diffuse historische gegevens lijken erop te wijzen dat ook in het sterk op traditie gerichte pottenbakkersambacht de organisatievorm van het ondernemerschap in de 16de eeuw waarschijnlijk is. De producten van het potten bakkers-bedrijf zijn ons via archeologische weg bekend. Bureau Archeologie Haarlem heeft door jarenlang opgraven een grote hoeveelheid roodbakkend aardewerk geborgen en gerestaureerd. Deze collectie biedt de mogelijkheid te

onderzoeken in hoeverre zelfs in eenvoudig gebruiksaardewerk, zoals pispotten en kookpotten, economische conjunctuurgolven weerspiegeld worden. Roos van Oosten is post-doc onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen.

Maandag 22 februariHistorisch CaféMaandagavond 22 februari 2010 vindtin de Janskerk, het publiekscentrumvan het Noord-Hollands Archief,voor de tweede keer het HistorischCafé plaats. Het Historisch Caféis bestemd voor iedereen metbelangstelling voor de geschiedenisvan Haarlem en omstreken en wordtelke twee maanden georganiseerd.Het thema wordt nog naderbekendgemaakt op de website Haerlem.nl.De toegang tot het Historisch Caféis gratis. In verband met de beperkteruimte is reservering verplicht:u kunt een berichtje sturen [email protected] bellen met (023) 517 27 00.Het adres van de Janskerk isJansstraat 40, 2011 RX Haarlem.

Vooraankondiging onder voorbehoud: Zaterdag 17 april 2010: Jaarexcursie naar Gent Deze Vlaamse stad is op vele terreinen met de geschiedenis van Haarlem verbonden. De twee steden delen ook de zelfde stadspatroon: St. Bavo! Dit afgelopen jaar was er bovendien een geslaagde culturele uitwisseling met deze historische stad.

Agenda Punten

Meer informatie over de Vereniging Haerlem op onze website: www.haerlem.nl