16
nederlandse katholieke vereniging van ouders de overgang Er staat een drukke en enerverende periode voor de deur voor alle leerlingen uit groep 8 en hun ouders. Meteen na de kerstvakantie begint de zoektocht naar een geschikte middelbare school. In februari wordt de eindtoets afgenomen en daarna breekt er een tijd aan van afscheid nemen, afsluiten en voorbereiding op de volgende fase. De overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is heel spannend en de leerlingen zullen moeten wennen aan hun nieuwe leeromgeving. Ook voor ouders is het bijzonder als hun kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Deze speciale editie van Ouders&School is dan ook bedoeld als een helpende hand bij deze overstap. informatie voor ouders met leerlingen in het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs in deze special: Hoe kom je tot een goede keuze? Interview met twee brugklassers De introductietijd Zoektocht naar een school voor een kind met een beperking 5010-vragen, handige tips, cursusaanbod en websites N K O

NKO De Overgang

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Informatie voor ouders

Citation preview

Page 1: NKO De Overgang

n e d e r l a n d s e k at h o l i e k e v e r e n i g i n g v a n o u d e r s

de overgang

Er staat een drukke en enerverende periode voor de deur voor alle leerlingen uit groep 8 en hun ouders.Meteen na de kerstvakantie begint de zoektocht naar een geschikte middelbare school. In februari wordt de eindtoets afgenomen en daarna breekt er een tijd aan van afscheid nemen, afsluiten en voorbereiding op de volgende fase. De overgang van de basisschool naar het voort gezetonderwijs is heel spannend en de leerlingen zullen moeten wennen aan hun nieuwe leeromgeving.Ook voor ouders is het bijzonder als hun kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Deze speciale editievan Ouders&School is dan ook bedoeld als een helpende hand bij deze overstap.

informatie voor ouders met leerlingen in het primair onderwijs

naar het voortgezet onderwijs

in deze special:• Hoe kom je tot een goede keuze? • Interview met twee brugklassers • De introductietijd• Zoektocht naar een school voor een kind met een beperking

• 5010-vragen, handige tips, cursusaanbod en websites

NKO

Page 2: NKO De Overgang

2 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

Page 3: NKO De Overgang

de overgang naar het voortgezet onderwijs NKO 3

hoe kom je tot de keuze?welke scholen zijn er?Om te weten te komen welke scholen er allemaal voor voortgezetonderwijs zijn in jouw gemeente, kun je de telefoon- en gemeente-gids raadplegen, maar ook de websites bekijken die een overzichtgeven van alle scholen per gemeente, zoals: www.schoolinbeeld.nlwww.scholenlijst.nl en www.schoolzoeker.nl

de schoolgidsOm meer te weten te komen over een school kun je de schoolgidsopvragen bij de administratie van die school. Ook is het vaak moge-lijk om de gids te downloaden van de website van de school.In zo’n gids staat allerlei informatie over de school zoals: speciale toelatingsregels, de uitgangspunten en doelstellingen van de school,de manier van lesgeven, lestijden, vakantieroosters, de vrijwilligeouderbijdrage, namen van docenten, maar ook de proce dures metbetrekking tot overgang en doubleren, de zorg voor leerlingen metspeciale onderwijsbehoeften en de klachtenregeling. De school moetde schoolgids ieder jaar controleren en bijwerken.

open dagenVeel scholen voor voortgezet onderwijs verzorgen in januari enfebruari open dagen. Tijdens een open dag krijg je een indruk vande sfeer op de school en hoe de school eruit ziet. Er wordt allerleiinformatie gegeven en je kunt er vragen stellen. Het is weliswaar eengoede manier om een indruk van een school te krijgen, maar eenbezwaar kan zijn dat scholen zich mooier voordoen op zo’n dag dandat ze waar kunnen maken.

informatie van andere oudersVaak heb je als ouder nog het meest aan de informatie van andereouders waarvan de kinderen al op een school voor voortgezet onder-wijs zitten.

websites met informatie over de kwaliteitvan het onderwijs Informatie over hoe de beoogde school scoort in vergelijking metandere scholen, is terug te vinden op de website van de onderwijs -inspectie. De inspectie is kort geleden overgegaan op risicogerichttoezicht houden. Dit betekent dat de mate van toezicht per schoolkan verschillen. Hoe groter de risico’s op slecht onderwijs, hoeintensiever het toezicht. Vanaf het najaar van 2008 wordt er door

middel van de ‘Toezichtkaart’ weergegeven hoe een school ervoorstaat. Om te zoeken naar de gegevens van individuele scholen, ofscholen in een bepaalde regio, kun je gebruik maken van de ‘school-wijzer’ van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl en klik vervol-gens op schoolwijzer.Bedenk wel dat cijfers en getallen maar beperkt informatie gevenover de kwaliteit van een school. Ze geven bijvoorbeeld geen infor-matie over de leerlingensamenstelling (zoals: zitten er veel/weinigallochtonen op school?) of over de startpositie van de leerlingen bijbinnenkomst. Evenmin krijg je een indruk van de sfeer en demanier waarop met leerlingen omgegaan wordt, of van bijzondereactiviteiten. Daarvoor is persoonlijk contact met de school nodig, inde vorm van een bezoek aan de school of een afspraak met de brug-klascoördinator.

handige vragenlijstAls je voor de schoolkeuze gebruik wilt maken van een handige vragenlijst of een checklist, kijk dan op: www. 5010.nl klik voort gezetonderwijs aan, vervolgens schoolkeuze, hulp bij het kiezen en dan‘lijst met vragen’. Je kunt ook kijken op: http://oudersvo.kennisnet.nl/schoolkeuze/checklist

Met de keuze voor een school in het voortgezet onderwijs, begint er een nieuwe fase in het leven van ouder en kind. Waar moet je op letten bij het kiezen van een school en wat is daarbij belangrijk? Hoe steekt het huidige voortgezet onderwijs in elkaar? En wat staat je wachten als je zoon of dochter naar het voortgezet onderwijs gaat? Het is daaromvan belang om je tijdig te oriënteren op die schoolkeuze.

de keuzevoor een school in het voortgezet onderwijs

Page 4: NKO De Overgang

4 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

leerlingvolgsysteem, eindtoets en schooladviesAls je kind in groep 8 zit, krijgt het een schooladvies voor het voort-gezet onderwijs. Het advies is eigenlijk een onderwijskundig rap-port, dat door de groepsleerkracht wordt opgesteld in overleg methet team. Als het goed is, worden de ouders ook betrokken bij deopstelling ervan. Het advies is gebaseerd op de kennis en de ervaringdie de leerkrachten gedurende de schoolloopbaan hebben opgedaanmet betrekking tot de prestaties, interesses en motivatie van de leer-ling. Daarnaast worden er meestal ook de resultaten van een eind-toets in meegenomen.

het leerlingvolgsysteemSoms blijkt dat je niet helemaal af kunt gaan op de schoolrapportenvan je kind, wat betreft het perspectief op de verdere schoolloop-baan. Dan heeft je zoon gedurende de hele basisschoolperiodemooie rapporten gehad en verwacht je op basis daarvan dat hij zekerwel naar de havo kan gaan. Maar dan blijkt dat hij toch niet hogeruitstroomt dan naar het vmbo. Als je wilt weten hoe je kind de basis-school tot nu toe heeft doorlopen (met het oog op de schoolkeuze),dan is het nuttig om de gegevens van het leerlingvolgsysteem (LVS)op te vragen. Het LVS is bedoeld om de leervorderingen en de even-tuele achterstanden van leerlingen vast te stellen. In het LVS wordentoetsen afgenomen die het niveau van de leerling aangeven. Demeeste toetsen richten zich direct op het meten van de ontwikkelingvan cognitieve vaardigheden (de aanwezige kennis). De leerkrachtberekent de ruwe score per toets per leerling. Deze kan wordenomgerekend tot een Didactische Leeftijd Equivalent. Deze DLEwordt vergeleken met de Didactische Leeftijd (DL = het aantal maan-den onderwijs dat het kind gedurende de schoolloopbaan genotenheeft vanaf groep 3. Daarbij gaat men uit van 10 maanden onderwijsper jaar). Het verschil tussen de DL en de DLE geeft het aantal maanden voorsprong of achterstand van de leerling aan. Je kunt dusde LVS-gegevens van je eigen kind opvragen om meer zicht te krijgen op de prestaties van je kind gedurende zijn basisschooltijden wat je kan verwachten met betrekking tot de verdere school -carrière. Voor leerkrachten is het beeld wat uit deze gegevens naarvoren komt heel belangrijk voor het schooladvies.

de cito-entreetoetsenMet deze toetesen kan de leerkracht goed nagaan of de leerling opniveau presteert en of er in de kennis en vaardigheden op bepaaldeonderdelen achterstanden zitten. Op basis van de uitslag van detoets kan er zo nodig een gericht plan gemaakt worden om de hiatenop te vullen.

de eindtoetsEr zijn een aantal toetsen die vaak gebruikt worden in groep acht omde keuze voor een school voor middelbaar onderwijs te ondersteunen.De meest gebruikte zijn de eindtoets van CITO, de ISI (IntelligentieSchoolvorderingen Interesses)- toets en de NIO (Nederlandse Intel-ligentietest voor Onderwijsniveau). De eindtoets van CITO stelt vastwat een leerling na acht jaar basisonderwijs aan leerstof heeft ver-worven. De ISI-toets en de NIO meten zowel kennis- als aanlegfactoren.Meestal wordt alleen het intelligentiegedeel te afgenomen. Hierbijgaat het om de achterliggende intelligentiefactoren die als het warede voorwaarden vormen om tot schools leren te kunnen komen. Alle drie de toetsen laten zich niet uit over een aantal belangrijkepersoonlijkheidskenmerken, zoals leermotivatie, zelfvertrouwenen doorzettingsvermogen.

het schooladviesDit wordt schriftelijk meegedeeld en meestal ook nog in eengesprek toegelicht. Als ouder ben je niet gehouden aan het school-advies, het is echter wel zo dat scholen voor voortgezet onderwijshet schooladvies van de basisschool erg serieus nemen. De eneschool voor voortgezet onderwijs zal veel waarde hechten aan hetschooladvies en een andere school zal zich voornamelijk baseren opde uitslag van de eindtoets.In de meeste gevallen wegen zowel deeindtoetsscore als het advies van de leerkracht mee.

In principe is de schoolkeuze dus vrij. In de praktijk wordt de keuzebeperkt door het advies van de basisschool en de toelatingseisen vande middelbare school.Het schoolbestuur van de school voor voort-gezet onderwijs bepaalt of een leerling wordt toegelaten.

de onderbouw van het voortgezet onderwijsNa de basisschool zijn er verschillende mogelijkheden. Een leerlingkan naar het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs),het havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) of het vwo (voor -bereidend wetenschappelijk onderwijs). Het vmbo is in de plaatsgekomen van vbo (voorbereidend beroepsonderwijs) en mavo.Het vmbo biedt vier leerwegen. Naast deze vier leerwegen is er leer-wegondersteunend onderwijs (lwoo). Dit onderwijs is bestemd voorleerlingen met leer- of gedragsproblemen die extra begeleiding nodighebben om een vmbo-diploma te halen. Na het vmbo stromen dezeleerlingen gewoon door naar het mbo. Het praktijkonderwijs isbedoeld voor leerlingen voor wie het behalen van een diploma in éénvan de leerwegen van het vmbo te hoog gegrepen is. Voorheen warendat de scholen voor vso-mlk (voortgezet speciaal onderwijs voor moei-lijk lerende kinderen). Voor zowel lwoo als praktijkonderwijs is er eenindicatie nodig van de regionale verwijzingscommissie (RVC) de onderbouwAlle scholen voor voortgezet onderwijs beginnen met de ‘onder-bouw’.Deze fase vormt de overgang tussen het basisonderwijs en dedoor de vakkenkeuze meer gespecialiseerde bovenbouw, waarin naarhet uiteindelijke examen toe wordt gewerkt. Het verschilt van schooltot school hoe lang deze onderbouw duurt. Het uitgangspunt is dus

Page 5: NKO De Overgang

de overgang naar het voortgezet onderwijs NKO 5

om alle leerlingen zo breed mogelijk te vormen en daarbij meeronderlinge samenhang tussen de vakken te creëren. De gedachte hierachter is dat ze op deze manier pas echt een bewuste studiekeuzekunnen maken. Daarom krijgen alle leerlingen een breed samenge-steld vakkenaanbod, dat niet veel verschilt per schoolsoort. Daarbijwordt er veel aandacht besteed aan praktische alledaagse situaties. In de onderbouw worden in ieder geval de volgende vakken gegeven: Nederlands, Engels, Duits óf Frans, geschiedenis en staatsinrich-ting, aardrijkskunde, economie, lichamelijke opvoeding, wiskunde,natuur- en scheikunde, biologie, verzorging, informatiekunde, tech-niek en twee kunstvakken, waarbij de school mag kiezen uit beelden-de vakken, zoals: tekenen, handvaardigheid, fotografie, film of audio -visuele vorming en muziek, drama of dans. In Friesland wordt ook lesgegeven in de Friese taal, tenzij de school hiervoor ontheffing heeftgekregen. Naast de verplichte vakken hebben de scholen zeven uurper lesweek beschikbaar om zelf invulling aan te geven. Deze urenkunnen bijvoorbeeld besteed worden aan extra lessen of aan de bege-leiding van zwakke leerlingen.Omdat de leerlingen na de onderbouw moeten kiezen voor een studie- of een beroepsrichting, krijgen ze ook een zogenaamde ‘oriën-tatie op studie of beroep’. Tijdens die oriëntatie leren ze meer overallerlei beroepen en de opleidingen die daarvoor nodig zijn. Dezeoriëntatie vormt een vast onderdeel van de onderbouw.

de brugklasAlle scholen beginnen dus met de onderbouw, maar daarnaast

kennen de meeste scholen voor voortgezet onderwijs met meer danéén onderwijssoort een brugperiode van één of twee jaar. Die brug-klas is onder andere bedoeld om de keuze - vmbo-beroepsgericht oftheoretisch, vmbo-theoretisch of havo en havo of vwo - nog een tijd-je uit te stellen. In die periode gaat de school na wat voor de leerlingde meest passende onderwijssoort is.Scholen verschillen van elkaar in de manier waarop ze de groepenindelen. Veel scholen stellen brugklassen samen waarin leerlingenzitten met ongeveer hetzelfde schooladvies, bijvoorbeeld vmboberoepsgericht-theoretisch, vmbo theoretisch-havo, havo-vwo. Datworden wel 'dakpanklassen' genoemd. Andere scholen zetten alleleerlingen door elkaar in de brugperiode. Aan het eind van het twee-de leerjaar brengen de scholen in ieder geval een advies uit. Daarinstaat meestal welke algemene richting de leerling het beste kan vol-gen: vmbo, havo of vwo. Als de school een leerling adviseert om naarhet beroepsonderwijs te gaan, dan zal zij meestal ook aangevenwelke beroepsrichting het meest voor de hand ligt. Bijvoorbeeld:bouwtechniek, mode en commercie, voertuigentechniek, handel enverkoop, metaaltechniek, elektrotechniek of verzorging.

De beslissing over de verdere (school)loopbaan is niet niks, daaromworden ouders en leerlingen hier nauw bij betrokken. Om een verstandige keuze te maken moet er worden gekeken naar de aanlegvan de leerling, de ambities, de capaciteiten en welke kans de leer-ling heeft om zijn of haar talenten optimaal te ontwikkelen.victorine meuwissen

De leerplicht geldt voor kinderen van 5 tot en met 16 jaar. Die plichtgaat in op de eerste dag van de maand nadat een kind 5 jaar is ge-worden en stopt aan het einde van het schooljaar waarin het 16jaar is geworden, of aan het einde van het twaalfde schooljaar. Debasisschoolperiode telt mee voor acht jaar, ook als de leerling hierin werkelijkheid korter over heeft gedaan. Sinds 1 augustus 2007geldt daarnaast de zogenaamde kwalificatieplicht. Hiermee wordtde leerplicht verlengd tot de dag dat de leerling een startkwalifi-

catie heeft gehaald, of tot de dag dat de leerling 18 jaar wordt. Eenstartkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo-niveau 2, 3, of 4- diploma.De kwalificatieplicht verplicht alle jongeren een volledig onder-wijsprogramma te volgen totdat zij een startkwalificatie hebbenbehaald. De kwalificatieplicht betekent niet altijd dat een leerlingvijf dagen per week naar school gaat. Het is ook mogelijk om metcombinaties van leren en werken aan de kwalificatieplicht te vol-doen, zoals de beroepsbegeleidende leerweg in het MBO.

verschil tussen leerplicht en kwalificatieplicht

Page 6: NKO De Overgang

6 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

Bij een special over de overgang van het basis- naar het voortgezet onderwijs, mag het verhaal van startende brug- klassers niet ontbreken. Om deze reden heb ik met Noor en Shivane, twee meiden van twaalf, op een vrijdagmorgen afgesproken in een trendy koffiebar achter het station van Leiden. Ze waren tijdens het gesprek, ondanks het vroege uur,erg bijdehand, kritisch en (eigen)wijs. Op mijn vraag wat ze wilden drinken was het antwoord ‘doe mij maar een glas rodewijn’. Mijn verbaasde blik had veel gegiechel tot gevolg. De sfeer zat er meteen goed in.

brugklassersaan het woord

Page 7: NKO De Overgang

de overgang naar het voortgezet onderwijs NKO 7

Beide dames zitten in de eerste klas van het voortgezet onder-wijs. Niet op dezelfde, ook al zaten ze in groep acht bij elkaarin de klas. Maar beiden zijn er wel van overtuigd dat zij voorde juiste hebben gekozen; ze zitten allebei op een school die

het beste bij hen past. Noor zit in een brugklas voor HAVO en VWO opdezelfde school als haar oudere zus. Shivane zit op dezelfde school alshaar oudere broer, waar ze tweetalig onderwijs op VWO-niveau volgt.Ze hebben naar eigen zeggen absoluut niet voor hun school gekozenomdat hun broer en zus daar heen gingen. Dat speelde heel misschieneen beetje een rol, maar geen grote.

de overstapZe dachten dat ze wel goed voorbereid waren op de overstap naar hetvoortgezet onderwijs. Toen ze in groep acht zaten, zijn een aantal eersteklassers die voorheen op hun basisschool zaten, een keer teruggekomen naar school, om over hun ervaringen met hun nieuwe schoolte vertellen. Dit was nuttig en gaf een goed beeld. Ook hebben ze deopen dagen van verschillende scholen in de buurt bezocht. Op hetmoment zelf vonden ze dit erg leuk en interessant. Maar nu ze een-maal op school zitten en terug denken aan de open dagen, vinden zedeze wel een beetje misleidend. Het mooie beeld dat toen naar vorenkwam, klopte niet echt met de realiteit. Shivane vindt het vooral veeldrukker op school dan ze van te voren had verwacht. Tijdens die opendagen hebben beide dames vooral gelet op de sfeer van de school. Ofze zichzelf er zagen lopen. Of ze zich er thuis voelden. Of de anderemensen op de school hen aanspraken. Of er leuke keuzevakken warenzoals toneel, modeontwerpen en Spaans. Dat soort dingen waren voorhen belangrijk bij het maken van een keuze. Maar vooral waren ze ergtoe aan de overstap en een nieuwe leeromgeving. Ze vonden zelf datze niks meer op de basisschool leerden en ‘wisten alles eigenlijk al’.Ook waren ze die kleine buurtschool echt ontgroeid en hadden geenvoeling meer met de jongere klassen. Ze keken uit naar een nieuweuitdaging.

Toch was het op hun nieuwe school anders dan verwacht. Zo waren zeniet gewend aan het maken van huiswerk, het bijhouden van eenagenda en de drukte op school. ‘De middelbare school is vooral ver-moeiend; nu heb je zorgen over cijfers, toetsen en huiswerk’, zegtNoor. Ze vond het fijn dat ze op de basisschool geen huiswerk kreegen geen agenda nodig had, maar de overgang was daardoor wel groot.

Op de vraag of er dingen beter hadden gekund in hun voorbereidingop het voortgezet onderwijs, komt geen duidelijk antwoord. ‘Nou ja,het had wel leuk geweest om een echte schooldag mee te maken’, zegtShivane. ‘Gewoon een dagje meelopen alsof je echt op de school hoort.Dan weet je pas echt hoe het er aan toe gaat in de pauzes en wat deregels zijn op school’. Ze wist van te voren bijvoorbeeld niet dat de eersteklassers geen boodschappen mogen doen bij de Albert Heijnnaast de school, dat je tas soms echt heel zwaar is, dat er in de pauzesalleen ouderejaars een tafeltje hebben en dat je je locker niet makke-lijk kunt ruilen als je er niet bij kunt omdat je te klein bent.

extra begeleidingNu ze in de brugklas zitten, krijgen ze speciale aandacht. Zo zijn er op beide scholen wekelijks studielessen of ‘mentor-flex’-lessen. Tijdens deze lessen wordt er met de scholieren gesproken over hunervaringen op de nieuwe school, wordt het schoolsysteem uitgelegd,hun cijferkaart gecontroleerd en wordt gekeken of ze hun agendawel goed bijhouden. Ook zijn er dan hulpmentoren in de klas. Datzijn ouderejaars leerlingen die meehelpen en een goed aanspreek-punt zijn voor alledaagse vragen waarmee je niet naar een leerkrachtwilt gaan. Natuurlijk blijft het spannend om zo’n ouderejaars aan tespreken op de gang. Dat zouden ze dan ook niet zo snel doen, maarhet idee dat het kan, is wel prettig.dorine wiersma

huiswerkbegeleidingDe meeste scholen zijn zich bewust van de problemen die sommigeleerlingen hebben met de overgang van de basisschool naar hetvoortgezet onderwijs. Daarom geven zij speciale hulp. Dit gebeurtonder meer in de vorm van studielessen en huiswerkbegeleidingop school. Studielessen zijn bedoeld om leerlingen te leren hoe ze

moeten studeren en hoe ze dat zelf kunnen organiseren. Huis-werkbegeleiding bestaat meestal uit het maken van huiswerk opschool. Daarbij wordt hulp geboden door een leraar. Maar er zijnook leerlingen die nog meer, of structurele hulp nodig hebben endie op school niet voldoende kunnen worden begeleid. Voor dezeleerlingen kun je het beste huiswerkbegeleiding buiten school zoe-ken. Huiswerkinstituten helpen bij de planning van het huiswerk,geven bijles in alle schoolvakken en verzorgen ook diverse anderevormen van begeleiding in aanvulling op de school. De kosten diedat met zich meebrengt zijn voor rekening van de ouders zelf enkunnen nogal uiteenlopen. Het is daarom goed om de verschillendeinstituten met elkaar te vergelijken. Voor het vinden van huis-werkbegeleiding bij u in de buurt, kunt u onder andere kijken op:• www.huiswerkbegeleiding.nl• www.lvsi.nl (de Landelijke Vereniging van Studiebegeleidings -instituten)

• www.studentsplus.nl.• Op de website van de NKO kunt u onder www.nko.nl » Winkel »Folders gratis de kopieer folder: ‘Het is niet jouw huiswerk en an-dere tips voor coachende ouders’, downloaden. Hierin vindt u talvan handreikingen om uw kind te helpen.

Page 8: NKO De Overgang

8 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

De IVO-werkwijze staat voor Individualiserend VoortgezetOnderwijs. De grondlegger van deze werkwijze was KeesBoeke. Hij vond dat het onderwijs zoveel mogelijk moestaansluiten bij de behoeften en talenten van leerlingen.

Binnen het onderwijs moet er plaats zijn voor verschillende vormenvan intelligentie (cognitief, sociaal en creatief). Duinzigt wil zich opeen hedendaagse manier inzetten voor kwalitatief goed onderwijsen een dekkend netwerk van leerlingenzorg. Er is bewust gekozenvoor het gebruik van de terminologie mavo en mavo/havo, omdatdat het beste weergeeft wat voor een school het is.

toelatingsprocedureVincent van Boven: ‘Het Teylingencollege heeft een gezamenlijke“aannamecommissie” voor de drie verschillende locaties. Deze com-missie houdt wel rekening met het eigen beleid van iedere vesti-ging. Duinzigt kent een tweejarige brugperiode voor mavo enmavo/havo. In de m/h-klassen wordt op havo- niveau lesgegeven.Nieuwe leerlingen worden op grond van de citoscore en het adviesvan de basisschool geplaatst in een mavoklas of een mavo/havoklas.Wij vinden dat er moeilijk een peil op te trekken is, op die citoscore.Daarom hechten wij de meeste waarde aan het advies van de basis-school. Dat betekent dat een leerling, die een positief advies heeftgekregen voor onze school, maar die een te lage score heeft behaaldbij de eindtoets, toch geplaatst wordt. Voor onze mavo (vmbo-t)brugklas plaatsen we leerlingen met een score tussen de 525 en de533, mits het schooladvies dus positief is. Wij hebben ook leerlingenrondlopen die een score hadden van 524 (terwijl de regionaleafspraak is dat alleen leerlingen met een score tussen de 530 en 533voor vmbo-t in aanmerking komen) en die gaan toch met een diplo-ma naar huis. Wij denken dat de IVO-werkwijze goed is voor allejongeren en dat deze leerlingen met wat extra begeleiding toch ditniveau kunnen behalen.In feite vindt de selectie van leerlingen plaats op basis van persoon-lijk contact met de basisscholen. Soms, bij twijfel, nemen we hier opschool nog een toelatingstest af, die moet dan uitsluitsel geven. Het persoonlijk contact met de basisscholen is zodanig dat wij allebasisscholen, waar onze leerlingen afkomstig van zijn, om het jaareen bezoek brengen. Dat doe ik zelf samen met het directielid

toelating, introductieen begeleidingop duinzigt in oegstgeest

Enthousiaste verhalen van ouders over de begeleiding van de leerlingen vande locatie Duinzigt in Oegstgeest (onderdeel van het Teylingencollege),maakten mij nieuwsgierig naar hun aanpak. Daarbij was ik vooral benieuwdnaar de begeleiding van de nieuwe leerlingen. Brugklascoördinator Vincentvan Boven informeerde mij uitgebreid over de IVO-werkwijze van deze mavomet havo-instroom.

Page 9: NKO De Overgang

de overgang naar het voortgezet onderwijs NKO 9

onderbouw en een mentor onderbouw. Die bezoekjes vinden plaatsna de herfstvakantie, omdat we ons dan een beeld van de kinderenhebben gevormd. Het is een nadere kennismaking met de leer-krachten van groep 8 én over en weer wordt informatie uitgewisseldover de leerlingen en de werkwijzen van de scholen. Wij kunnenaangeven dat we bij een bepaalde leerling ergens tegen aan lopen eninformeren of dat bij hen ook speelde. We koppelen ook andereervaringen terug, bijvoorbeeld als we merken dat een school struc-tureel een te hoog schooladvies geeft aan leerlingen, of als het onsopvalt dat we van een bepaalde school allemaal leerlingen krijgendie slecht blijken te zijn in spelling. Met de scholen die we dit jaarniet bezoeken, hebben we telefonisch contact’.

populatie‘Wij zijn een echte streekschool, onze leerlingen zijn afkomstig vanzo’n 120 basisscholen uit de omtrek; de Bollenstreek. Ouders kiezenbewust voor deze school onder andere vanwege onze onderwijskun-

dige identiteit. Ondanks dat we zo’n 900 leerlingen hebben, doenwe toch kleinschalig aan. Qua aandacht en veiligheid sluit de sfeeraan bij de basisschool. De leerlingen worden niet gelijk losgelaten,we bieden veel structuur. Het is niet zo dat we door onze aanpak meer aanwas hebben van probleemleerlingen. Wel hebben we over het geheel genomen meerleerlingen met dyslexie dan andere scholen in de omgeving. Voor de overige vmbo-leerwegen en de LWOO- (leerwegondersteunendonderwijs) leerlingen heeft het Teylingencollege een andere locatie.De KTS in Voorhout heeft de LWOO-licentie. De aannamecommissiebekijkt dus waar een leerling het best tot z’n recht komt’.

introductie‘De nieuwe leerlingen krijgen voor aanvang van het schooljaar eennamenlijst van de leerlingen uit hun klas. De introductieperiodebegint met een open middag; dan hebben alle andere leerlingen vrij.De eerste klassers maken dan kennis met hun klasgenoten en hun

Page 10: NKO De Overgang

10 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

mentor. Er is een gezamenlijke lunch en de leerlingen maken methun mentor een rondje door de school, waarbij ze een bezoekjebrengen aan de directeur, de conciërge, de roostermaker en aan mij.Daarna hebben ze twee weken gewoon les. Dan is er een survivaldagin de polder die in het teken van samenwerken staat. Die dag wordtafgesloten met een klassenavond. Het laatste onderdeel van deintroductietijd bestaat uit projectlessen met het thema ‘ontwerp jeeigen school’, waarbij verschillende studievaardigheden en compe-tenties aan bod komen. De lessen worden met een eindpresentatieafgesloten. De leerlingen hebben wekelijks een klassikaal mentor -uur en ze hebben ook allemaal een individueel gesprek met hunmentor. Verder is er een informatieavond voor de ouders. In de weekvoor de herfstvakantie wordt de introductieperiode afgesloten meteen brugklasfeest’.

begeleiding‘Om leerlingen goed te kunnen begeleiden voeren wij een 45-minu-tenrooster, in plaats van 50 minuten. De tijd die daarmee opge-spaard wordt, gebruiken we voor individuele begeleidingsuren (I-uren) aan het begin of aan het einde van de dag. De leerlingen diegeen I-uur nodig hebben, kunnen ’s ochtends later naar school ofhebben juist eerder vrij. De I-uren kunnen zowel voor pre-teachingals voor re-teaching gebruikt worden. Leerlingen kunnen zelf eenafspraak maken met een leraar voor een I-uur, maar ze kunnen erook toe verplicht worden. De I-uren worden verder gebruikt voor

het herkansen of het inhalen van een aftekening. Een aftekening iseen schriftelijk getoetst, afgerond stuk leerstof, waarvoor de leraarzijn handtekening plaatst als het voldoende beheerst wordt. Als deleerstof nog niet voldoende wordt beheerst, krijgt de leerling eenextra kans middels een herkansing. Als de leerling de leerstof na hetvolgen van I-uren voor de herkansing nog steeds niet goed kent, danis er sprake van een ‘achterstand’.Leerlingen in de eerste klas krijgen een extra uur Nederlands, wis-kunde en Engels. Dat heet de basis plusles. Kinderen die er moeitemee hebben, gaan de lesstof in andere werkvormen (bijvoorbeeld inspelvorm) herhalen en de leerlingen die extra uitdaging nodig hebben, krijgen verrijkingsstof (plusstof). Als leerlingen een 7,5gemiddeld hebben voor de mogelijke examenvakken en de verrij-kingsstof met succes hebben gemaakt, dan komen ze voor de havo inaanmerking.

nog meer begeleidingWe vinden dat de leerlingen hun eigen niveau moeten kunnenhalen. Bij een leerling die niet aan de overgangsnormen voldoet enwaarvan we denken dat het voor hem of haar toch mogelijk moetzijn om het diploma te behalen, bieden wij meer dan het simpelwegoverdoen van het lesprogramma van een bepaald leerjaar. Door mid-del van een intensief begeleidingstraject, ‘Op Maat’ geheten, wordtgewerkt aan de achterstanden. Als het nodig is, worden er ook testenafgenomen.Voor leerlingen met een leer- of ontwikkelingsstoornis wordt ergewerkt met handelingsplannen. De handelingsplannen van eenlesgroep of mentorgroep vormen samen het groepsplan. Hierinstaat hoe leraren tijdens de lessen het beste met deze leerlingen omkunnen gaan.Dyslectische leerlingen krijgen gedurende de hele schoolloopbaanbegeleiding. In overleg met de betrokkenen wordt er gekeken metwelke ondersteuning de leerling het beste geholpen is. Iedere dys-lectische leerling krijgt een eigen dyslexiecoach, die ongeveer vierkeer per jaar contact heeft met de leerling en die nagaat of de geno-men maatregelen (nog) volstaan. Deze coaches leggen ook de linkmet de begeleiding thuis en eventueel met de RT-ers buiten deschool. Ik vind Duinzigt echt een hele leuke school om voor te werken enhet is een goed streven om leerlingen door onze werkwijze meerkansen te bieden om op mavo en havo niveau uit te stromen’.victorine meuwissen

Voor meer informatie over Duinzigt kijk op: www.teylingen-college.nl

contact met de schoolVoor veel ouders is het even wennen dat de vaak zeer persoonlijkerelatie met de basisschool plaats moet maken voor een meer za-kelijke relatie met de school voor het voortgezet onderwijs. Meestalligt de school verder van huis, is groter en massaler dan de basis-school en opgroeiende tieners zullen het niet zo op prijs stellen alshun ouders zich al te nadrukkelijk met hun handel en wandel bemoeien. Niettemin stellen verreweg de meeste scholen voor voortgezet on-derwijs contact met ouders wel op prijs. Meer hierover kunt u lezenin het artikel: ‘Voortgezet onderwijs blackbox voor ouders? School-leiders zetten zich in voor een transparante school’. Stuur een e-mailnaar: [email protected] als u dit artikel wilt ontvangen.Tot slot zijn hier nog enkele algemene tips:

- Maak kennis met de mentor van uw kind en zorg er voor dat u decontactgegevens van de mentor krijgt. Denk hierbij met nameaan zijn telefoonnummer en e-mailadres.

- Veel scholen maken tegenwoordig roosters, proefwerkdata enbehaalde cijfers bekend via het internet. Als ouder kunt u danmet een inlogcode de verrichtingen van uw puber via de websitevan de school volgen.

- Bezoek ouderavonden en 10-minutengesprekken.- Praat met uw kind over zijn verrichtingen op school. Spreek ookover huiswerk en hoe uw kind denkt dat huiswerk te gaan aan-pakken qua planning en uitvoering. Het is daarbij handig als uover het lesrooster van uw kind beschikt.

- Word eventueel lid van de ouderraad of oudergeleding van demedezeggenschapsraad.

Brugklascoördinator Vincent van Boven

Page 11: NKO De Overgang

de overgang naar het voortgezet onderwijs NKO 11

hoe zit het nu precies met de gratisschoolboeken?Vanaf het schooljaar 2009-2010 hoeven ouders geen school-boeken meer te huren of te kopen. De school zorgt voor gratisschoolboeken voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs.Leerboeken, werkboeken, project- en tabellenboeken, examen -trainingen en –bundels, eigen leermateriaal van de school, bij-behorende cd’s of dvd’s die een leerling in een leerjaar nodigheeft en de kosten van licenties, worden gratis. Atlassen, woor-denboeken, rekenmachines en agenda’s, sportkleding, pennenen dergelijke worden niet gratis. Meer informatie over de gratis schoolboeken kunt u vinden op:www.gratisschoolboeken.nl.

passend onderwijsMet de invoering van Passend Onderwijs moet het voor elke leer-ling mogelijk worden om optimaal gebruik te maken van de on-derwijsvoorzieningen en alle ondersteuning die daarbij gebodenkan worden. De kern van Passend Onderwijs is dat voor alle leer-lingen de kansen op de beste ontwikkeling centraal staan. De grootste verandering zal zijn dat schoolbesturen zelf gaan bepalen hoe de extra zorg voor kinderen in het onderwijs er uitzal moeten zien. De schoolbesturen krijgen een ‘zorgplicht’. Dit betekent dat ieder schoolbestuur de verantwoordelijkheid heeftom een passend onderwijszorgarrangement aan te bieden aaniedere leerling, die zich bij een school of bestuur aanmeldt, of bijeen school van het bestuur is ingeschreven. Als een school be-stuur zelf geen passend arrangement kan bieden, zal dat bestuurin samenspraak met andere besturen afspraken moeten makenzodat de leerling het zorgarrangement elders krijgt. Om organisatorisch een betere basis te bieden zodat voor alleleerlingen een passend onderwijszorgarrangement kan wordengerealiseerd, worden er regionale netwerken gevormd. In 2011moet er een landelijk dekkende infrastructuur van regionale net-werken zijn gerealiseerd.Voor meer informatie over Passend Onderwijs kijk op: www.passendonderwijs.nl

werking van de hersenen bij adolescenten:De adolescentie is een unieke periode waarin de hersenen zichnog volop ontwikkelen. Uit MRI-onderzoek naar hersenactivi-teit bij jongeren blijkt dat een specifiek deel van hun hersenen,de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC), nog in ontwikke-ling is. Dit hersengebied is belangrijk voor rationeel gedrag enis sturend bij het maken van overwogen keuzes. Nieuwste in-zichten laten zien dat jongeren vaak impulsieve en risicovollekeuzes maken, omdat de ‘rationele’ DLPFC het niet altijd kanwinnen van de impulsen van het emotionele brein. Terwijl gie-rende hormonen lange tijd verantwoordelijk werden gehou-den voor pubergedrag, denken wetenschappers nu datgebrekkige communicatie tussen rationele en emotionele hersenengebieden hiervan de oorzaak is. Je kunt je daarom bijvoorbeeld afvragen of het Studiehuis wel de juiste leerom-geving is voor tieners van deze leeftijd. Zij kunnen namelijk welveel leerstof opnemen, maar door dat het genoemde hersen-gebied nog niet voldoende ontwikkeld is, kunnen zij nog nietgoed plannen. Men heeft met de invoering van het Studiehuiseen groot beroep gedaan op vaardigheden die nog volop in ont-wikkeling zijn bij leerlingen. Het gevaar van overschatting vandeze vaardigheden ligt op de loer. Ook is het de vraag of hetverstandig is om leerlingen al op jonge leeftijd ingrijpende keu-zes te laten maken over hun specialisatie, omdat adolescentende langetermijngevolgen van hun gedrag immers nog nietgoed kunnen overzien. Er staat wel weer tegenover dat dezeperiode juist buitengewoon geschikt is voor het ontwikkelenvan speciale talenten, zoals op muzikaal en sportief gebied. Het in september uitgekomen boek ‘Het puberende brein’ vande ontwikkelingspsychologe Eveline Crone, gaat over de nieuw-ste bevindingen betreffende de ontwikkeling van de hersenenbij adolescenten. Het boek kost normaal € 17,95 bij Uitgeverij Bert Bakker (ISBN97890352696). Tot 15 februari 2009 kunt u, als u de bon vanpagina 15 inlevert, dit boek verkrijgen voor slechts € 15,00.

Actu

aliteit

k o r t e b e r i c h t e n

Page 12: NKO De Overgang

12 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

Kinderen met een beperking, zoals doofheid, blindheid, autisme en ADHD, gaan tegenwoordig zoveel mogelijk naar hetregulier onderwijs. Basisscholen en scholen voor het voortgezet onderwijs krijgen daarvoor extra middelen van de over-heid. Toch blijft het voor ouders met een gehandicapt kind vaak lastig om een geschikte school te vinden. Irma Konijnuit Leidschendam vertelt hoe zij een goede middelbare school voor haar zoon heeft gevonden.

met een beperkingnaar het voortgezet onderwijs

Page 13: NKO De Overgang

de overgang naar het voortgezet onderwijs NKO 13

basisschoolIrma: ‘Onze Bas is laat gediagnosticeerd. Pas in groep 6 van debasisschool hebben wij een Rugzak voor hem aangevraagd engekregen. Je merkt aan hem niet zo gauw dat hij een beperkingheeft. Hij is meer dan gemiddeld intelligent en, in tegenstelling totveel kinderen met gedragsproblemen, niet druk of opvallend. Eer-der is hij juist te stil en in zichzelf gekeerd. Toen er eenmaal PPD-NOS was vastgesteld, heeft Bas remedial teaching en ambulantebegeleiding gekregen. Verder heeft de basisschool, omdat zijnwerktempo vrij laag ligt, toegestaan dat hij minder opgaven gingmaken dan de overige leerlingen. Doordat hij cognitief sterk is, kondat ook geen kwaad. Tevens mocht hij, in plaats van de NIO-, deWISC-III-toets van de schoolbegeleidingsdienst als eindtoets doen.Die WISC-toets is namelijk korter, maar geeft wel een prima beeldvan de kennis en vaardigheden van een leerling. Door dit alles heb-ben wij in de laatste drie jaar op de basisschool goed gemerkt hoeafhankelijk de ontwikkeling van je kind is van de kennis en kundevan de leerkracht en van de school. We hebben ons in die periodedaarom al meteen georiënteerd op een geschikte school voor voort-gezet onderwijs’.

speurtocht‘De basisschool had zelf nog te weinig ervaring met PDD-NOS omons te kunnen helpen bij het vinden van een geschikte school.Gelukkig hebben we veel steun ondervonden van de toenmaligeambulante begeleider van Bas en van zijn remedial teacher die hemook nu nog één uur in de week begeleidt. Een tijdje hebben mijnman en ik er over gedacht om Bas bij een school voor voortgezet spe-ciaal onderwijs aan te melden. Daar hebben wij uiteindelijk vanafgezien omdat die school te ver weg was en omdat wij eigenlijk vin-den dat Bas moet leren zichzelf te redden in de gewone mensen-maatschappij. Met de nodige adviezen van, onder andere, de reme-dial teacher en de ambulant begeleider zijn we daarom op zoekgegaan naar een reguliere school voor het voortgezet onderwijs.Uiteraard wilden we het liefst een niet al te grote, overzichtelijkeschool bij ons in de buurt. Dat was best even zoeken en we hebbendan ook met drie scholen een gesprek gehad. Wat ons daarbij opviel,was dat de meeste scholen slechts beperkt bereid zijn om zoge-naamde zorgleerlingen op te vangen. Scholen willen kennelijk nietdat die leerlingen een te groot stempel gaan drukken op het onder-wijs en de sfeer. Ook zijn ze blijkbaar huiverig voor overbezorgdeouders, want één schoolleider zei heel bot dat Bas wel welkom was,maar dat zijn school verder geen bemoeienis wenste te hebben metons als ouders. Die school viel natuurlijk gelijk af’.

sint-maartenscollege‘Uiteindelijk zijn we bij het Sint-Maartenscollege in Voorburg uit-gekomen. Deze school stond aanvankelijk niet bovenaan ons priori-teitenlijstje omdat ze tamelijk groot is. Maar op een rustige woens-dagmiddag is Bas daar eens een kijkje gaan nemen onder begelei-ding van de dochter van zijn remedial teacher. Daar was hij zoenthousiast over dat wij daarna contact met de school hebbengezocht. Wat ons gelijk aan de school beviel was het feit dat op hetSint-Maartenscollege alle lessen onder één dak plaatsvinden. Het iseen overzichtelijk gebouw met een heldere indeling. Verder zijn erduidelijke gedragregels en is de school voor Bas redelijk snel bereik-baar. Ook vonden wij van belang dat er een aantal kinderen van zijnbasisschool naar het Sint-Maartenscollege gingen. Doorslaggevendwas echter de wijze waarop wij als ouders door de school werdenbenaderd. Er was gelijk belangstelling en wij merkten dat de onder-bouwcoördinator van de school zijn best deed om zich een goedbeeld van Bas te vormen door ons heel veel vragen te stellen over zijn karakter, leervermogen, mate van zelfstandigheid en socialeomgang met andere kinderen. Om goed aan te kunnen geven waarBas’ knelpunten precies liggen, hadden wij een kopie van het aan-

vraagformulier voor de Rugzak meegenomen. Daar hadden wij inhet gesprek veel steun aan. De onderbouwcoördinator gaf ons ookheel veel informatie over de school en wat de school precies voor Basen ons kan betekenen’.

overgangOndanks deze zorgvuldige oriëntatie en voorbereiding is de over-gang naar het voortgezet onderwijs niet geheel vlekkeloos verlo-pen. Wij denken dat met name het startmoment van de nieuweambulante begeleiding hieraan debet is geweest. De ambulantbegeleider start namelijk zijn werkzaamheden pas bij aanvang vanhet schooljaar en niet al daarvoor. Hierdoor ontstaat er een korteoverbruggingsperiode waarin gelijk, in de hectiek van al het nieu-we, allerlei zaken mis kunnen lopen. Bas kreeg dan ook na tweemaanden problemen met de klas omdat hij door een aantal mede-leerlingen werd gepest. De brugklasmentor trad hier weliswaargelijk adequaat tegen op, maar het was duidelijk dat er nog meermoest gebeuren. De ambulant begeleider en Bas hebben toen samen een voorlich-ting aan de klas gegeven over de beperkingen die Bas heeft en welkeffect dat heeft op zijn gedrag en zijn manier van leren. De ambu-lant begeleider heeft daarnaast ook een voorlichting aan de docen-ten gegeven. De slogan: “It takes a whole village to raise a child”,vind ik daarom zeker op de opvang van zorgleerlingen van toepas-sing. Je hebt als school niet alleen de juiste mensen en middelennodig om deze kinderen op te kunnen vangen, maar je moet ookextra zorg besteden aan de omgeving waarin die kinderen moetenfunctioneren. Zo behoren leraren erop verdacht zijn dat Bas meertijd nodig heeft voor het maken van proefwerken en om te reagerenop mondelinge vragen tijdens de les. En leerlingen moeten begrij-pen dat de aparte behandeling, zoals het mogen dragen van eeniPod tijdens proefwerken om niet te worden afgeleid en het mogengebruiken van een antwoordenboek bij het nakijken van degeschiedenisopgaven, geen voorkeursbehandeling is, maar nood-zaak. Nu dat iedereen weet hoe het met Bas zit, heeft niemand meerproblemen met hem. Zijn ongewoonheid is gewoon geworden. Enmisschien is dat ook wel de clou als je als ouder van een kind meteen beperking op zoek gaat naar een geschikte school. Je bent nietde enige! Waar het om gaat, is dat je als ouders en school elkaar aan-voelt en vertrouwt ’. nico foppen

pdd-nosPDD-NOS staat voor Pervasive Developmental Disorder NotOtherwise Specified. De stoornis heeft autistische kenmerken,maar niet genoeg om echt autisme te zijn. Kinderen met PDD-NOS kunnen problemen krijgen vanwege hun moeizame taal-ontwikkeling, motoriek, reactie op prikkels, maar vooral doorhun gebrekkig vermogen om zich op anderen te richten en huneigen gedrag in sociale situaties goed te besturen. Dat maakthen onzeker en angstig, waardoor ze zich vaak vastklampen aanvoor hen bekende regels en patronen.

Voor meer informatie hierover kijk op: www.balansdigitaal.nl

Page 14: NKO De Overgang

14 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

Opvoeden is niet altijd gemakkelijk. Soms word je ergens mee geconfronteerd, waarop je niet meteen een pasklaar antwoord hebt. Het kan dan zinvol zijn om daarover met andere ouders van gedachten te wisselen. Zij lopen immerstegen dezelfde vragen op. Een ouderavond van de NKO is een goede gelegenheid om de ouders en de school met elkaarin gesprek te brengen.

nko ouderavondenvoor het voortgezet onderwijs

digitale media: vertrouwen of controlerenInternetten en mobiel bellen zijn favoriete bezigheden voor kinderenen jongeren.Veel ouders maken zich hier zorgen over, omdat zij devirtuele wereld van hun kinderen niet zo goed kennen.Maar ook van-wege de mogelijke gevaren die ze niet goed kunnen overzien zoals:pesten, seksueel getinte chatgesprekken, stiekem foto’s maken, hogetelefoonrekeningen, publicatie van vervelende teksten of foto’s. Tijdens deze avond zal hier op ingegaanworden en hoe je hier alsouder het beste mee om kan gaan.

faalangst: succes en teleurstelling op schoolBij sommige kinderen blijven de leerresultaten achter bij wat er opgrond van hun capaciteiten verwacht zou mogen worden. Het kanzijn dat ze last van faalangst hebben. Bij faalangst is er sprake van eenspanning die blokkerend werkt en die ten koste gaat van het welzijn.Faalangst is deels een kwestie van persoonlijke aanleg, maar deels ookafhankelijk van omstandigheden thuis en op school. Deze ouder-avond maakt ouders bewust van hun coachende rol. Wat kun je doenom faalangst zo veel mogelijk te voorkomen? En hoe kun je het bestereageren als faalangst zich tóch bij je kind voordoet? Deze avond richtop de samenwerking tussen school en ouders bij het voorkomen enverhelpen van faalangst.

kijkgedrag, bespreekgedrag?Veel kinderen zitten tegenwoordig iedere dag wel een paar uur voorde televisie. Hierdoor kunnen ze allerlei beelden voorgeschoteld krijgen, waar je als ouder niet zo gelukkig mee bent. Midden op dedag worden er al gewelddadige of sterk erotisch getinte programma’sof clips uitgezonden. Het kost veel ouders moeite om hier voldoendetegenwicht aan te bieden. Hoe bespreek je dit met je kind? Dezeouderavond biedt ouders handreikingen en tips om het kijkgedragvan hun kinderen in goede banen te leiden.

coach de schoolloopbaan van je kindLoopbaanoriëntatie en – begeleiding – op school, stelt de leerling alslerende jongere centraal. Je zoon of dochter leert niet om de docent, deschool, of ouders te plezieren, maar voor zichzelf. Hij of zij is stuur-man, stuurvrouw van zijn of haar eigen (school)loopbaan.Tijdens deze avond worden er allerlei handreikingen gegeven hoe jeals ouder daarbij de rol van coach kunt vervullen.

in gesprek met de schoolHet komt regelmatig voor dat ouders en scholen van mening verschillen over wat goed is voor de kinderen Communiceren lijktgemakkelijk, maar kent nogal wat valkuilen. Op deze ouderavondkrijg je allerlei bruikbare tips, om een gesprek met school beter telaten verlopen en om je boodschap duidelijker over te kunnen brengen. Een goede communicatie tussen ouders en school is in hetbelang van het kind, maar uiteindelijk heeft iedereen er baat bij. Dezeouderavond is in eerste instantie bedoeld voor ouders, maar óók voorleerkrachten.

Page 15: NKO De Overgang

de overgang naar het voortgezet onderwijs NKO 15

tégen pesten, vóór een veilige leeromgeving!Uit recent onderzoek blijkt dat op bijna 40% van de basisscholen ernstig wordt gepest. Maar ook buiten school kunnen kinderen vrese-lijk worden getreiterd. Pesten is schadelijk en dwingt tot actie. Het iseen ernstig probleem, dat levenslange schade kan opleveren voor allekinderen die ermee te maken krijgen. Tijdens deze avond wordtbesproken hoe pesten op school goed kan worden aangepakt.

verslaafd gedrag bij kinderen of jongerenWat doe je als je kind de hele dag zit te gamen, nergens anders zin inheeft, nooit buiten komt, nauwelijks vrienden heeft én daaroverniet aanspreekbaar is? Of als je constateert dat je puberzoon steedsmeer gaat drinken? Deze ouderavond gaat over het omgaan met verslaafd gedrag bij kinderen of jongeren. Er wordt stilgestaan bij vragen als: wat is ver-slaving nu eigenlijk? Waaraan herken je het? Hoe kan ik als oudervoorkomen dat mijn kind verslaafd wordt? Hoe kan ik mijn kindhet beste bereiken als hij al trekjes van verslaving vertoont? Bespro-ken wordt hoe je samen met andere ouders en de school, kunt werken aan het voorkomen en terugdringen van verslavingen opallerlei terrein.

hoe overleef ik mijn puber?Het is niet altijd even makkelijk om een puber in huis te hebben. Conflicten liggen steeds op de loer. Hoe kun je vermijden dat je voort-durend met je kind overhoop ligt? Flexibiliteit en het openstaan vooralternatieven, schept ruimte. Maar hoe doe je dat? Door het uitwisse-len van ervaringen, kunnen opvoeders elkaar ondersteunen. Ookscholen kunnen met deze tips en ervaringen hun voordeel doen. Tijdens deze ouderavond word je geïnformeerd, maar ook geprikkeldom het beste uit jezelf naar boven te halen.

als het om seks gaatKinderen worden overspoeld met seksuele beelden. Via de televisie, invideoclips, reclames en films, via de computer en internet. Zij stellenvragen en zijn nieuwsgierig naar de wereld om hen heen. Als volwas-sene probeer je op vragen van je kinderen zo goed mogelijk voor tebereiden en zo duidelijk mogelijk antwoord te geven. Maar als hetover seks gaat, kan het moeilijk zijn. Waar zijn je kinderen nu wel ofniet aan toe? Ook op school komen de kinderen met vragen, seksueelgetinte moppen en seksueel gedrag. Hoe gaat de school daarmee om?Deze ouderavond biedt een mooie gelegenheid voor samenspraaktussen ouders en school.

gedeelde waarden en normen?Ouders en school voeden kinderen samen op vanuit bepaalde waar-den en normen. Zowel thuis als op school worden allerlei beslissingengenomen die hierop zijn terug te voeren. Het is het mooist als schoolen ouders ongeveer dezelfde waarden en normen delen, maar er kun-nen ook grote verschillen zijn. Wat weten school en ouders in datopzicht eigenlijk van elkaar? Hoe kunnen zij omgaan met overeen-komsten en verschillen? Deze ouderavond zorgt ervoor dat de schoolen de ouders daarover met elkaar in gesprek raken.

fit en gezond de schooltijd door Tijdens deze avond is er alle aandacht voor een gezonde leefstijl bijkinderen.Er wordt allerlei informatie gegeven over de gezondheidvan kinderen en hoe je die het beste kan bevorderen.

tijdsmanagement binnen het gezinDeze ouderavond biedt een helpende hand bij het voorkomen vanallerlei spanningen bij opvoeders en kinderen. Spanningen die onderandere veroorzaakt worden door de ‘jachtige samenleving’, een hieruit voortvloeiend gevoel van ‘algeheel tijdgebrek’ en het onder-liggende idee dat méér willen en doen met je tijd ook altijd béter is.Met de thema-avond ‘tijdsmanagement binnen het gezin’ wil de NKOouders en kinderen bewust maken dat zij niet alleen efficiënter, maarook ánders met hun kostbare tijd kunnen omgaan.

Voor meer informatie over de NKO ouderavonden, overige productenen diensten kunt u contact opnemen met de NKO:Tel (070) 328 28 82, e-mail: [email protected], www.nko.nl

kortingsbon€ 2,95 KORTING OP ‘HET PUBERENDE BREIN’ VAN EVELINE CRONE

Actienummer: 901-59237 Auteur: Crone, Eveline Titel: Het puberende brein ISBN: 9789035132696

Prijs: € 17,95 Korting: € 2,95Actieprijs € 15,00 Geldig tot: 15 februari 2009

&

Meer informatie over het boek en deze actie op pagina 11of kijk op: www.nko.nl/ned/het_puberende_brein.aspx

LEVER DEZE BON IN BIJ DE ERKENDE BOEKHANDEL

Page 16: NKO De Overgang

16 NKO de overgang naar het voortgezet onderwijs

de tegemoetkoming schoolkosten en gratis schoolboekenIk heb als alleenstaande moeder een laag inkomen. Ook als deschoolboeken gratis zijn, kan ik nauwelijks rondkomen. Kom iknog in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming?

In bepaalde gevallen kunt u in aanmerking komen voor een tege-moetkoming in de schoolkosten; als uw gezinsinkomen twee jaargeleden lager was dan H31.773,- en uw kind is jonger dan 18 jaar énhet volgt onderwijs op een school voor voortgezet onderwijs, vavoof beroepsonderwijs. Dat kan via de zogenaamde Wet Tegemoet-koming Onderwijsbijdragen en Schoolkosten (WTOS). Meer infor-matie hierover kunt u lezen in de folder: Tegemoetkoming ouders,financieel steuntje in de rug van de Informatie Beheer Groep (zie:www.ibgroep.nl » Particulier » Tegemoetkoming » Ouders). Het iswel zo dat het bedrag van de tegemoetkoming in de schoolkostenis verlaagd vanaf het schooljaar 2008-2009, vanwege de invoeringvan de gratis schoolboeken. In het bedrag van de tegemoetkomingzat namelijk ook al een bedrag voor de schoolboeken.In het schooljaar 2008-2009 ontvangt u in december 2008 eeneenmalige tegemoetkoming voor de schoolboeken van H 316,-. Detegemoetkoming in de schoolkosten werd eind juli/ begin augus-tus 2008 in één termijn uitbetaald in plaats van in twee termijnen(dus niet meer in januari 2009), omdat juist aan het begin van hetschooljaar de schoolboeken moeten worden betaald. Hiermeemoest ook voorkomen worden dat degenen die recht hebben opdie tegemoetkoming, in juli/augustus een lagere tegemoetkomingzouden krijgen dan in voorgaande jaren. In het schooljaar 2009-2010 hoeft u geen schoolboeken meer te huren of te kopen. Deschool zorgt dan voor gratis schoolboeken.

sociaal weerbaarder Mijn zoon valt buiten de groep op school. Wat kan ik doen omhem sociaal weerbaarder te maken?

Het heeft erg vervelende consequenties als uw zoon op schooldoor zijn klasgenoten wordt buitengesloten. Afgezien van hetsociaal isolement op het moment zelf, kan het ook gevolgenhebben voor zijn sociale vaardigheden op de langere termijn.Het kan zijn dat die onvoldoende getraind worden door de buitensluiting. U mag daarom van de leraren verwachten dat zeer alles aan zullen doen wat binnen hun vermogen ligt om ditsoort negatieve groepsprocessen tegen te gaan. Lidmaatschap van een club of sportvereniging maakt dat uwzoon in contact komt met andere jongeren, waardoor hij minderafhankelijk wordt van de contacten op school. Als hij een sportof activiteit onderneemt waar hij goed in is, wordt hij gewaar-deerd om zijn kwaliteiten. Dat sterkt zijn zelfvertrouwen enmaakt hem minder kwetsbaar. Verder zijn er sporten die veelnadruk leggen op de ontwikkeling van zowel de geestelijke alslichamelijke weerbaarheid. Met name een zelfverdedigingsportals judo of karate besteden hier veel aandacht aan. Ook zou ukunnen overwegen om uw zoon een sociale vaardigheidstrai-ning of weerbaarheidtraining te laten volgen. De school kan uwellicht namen en adressen van instellingen verstrekken, diedergelijke trainingen geven. U kunt ook bij de huisarts, GGD ofbij Bureau Jeugdzorg informeren.

dyslectisch in de brugklas Onze zoon zit in de brugklas. Uit een screening van school blijktdat hij waarschijnlijk dyslectisch is. Waarom is dat nooit op debasisschool naar voren gekomen?

Er zijn dyslectische leerlingen die een groot compensatievermo-gen hebben (door hun intelligentie). Zij zijn geen hoogvliegersop de basisschool, maar behalen toch gemiddelde resultaten.Hierdoor kan het gebeuren dat zij nét niet buiten de boot vallen.In het voortgezet onderwijs (VO) komen andere vaardighedenaan bod, denk aan Moderne Vreemde Talen (MVT). Daar hebbendeze leerlingen nog geen compensatietechnieken voor ontwik-keld. Daardoor kan het gebeuren dat dyslexie pas in het VOgeconstateerd wordt. Voor meer informatie over dyslexie in hetvoortgezet onderwijs kijk op: www.steunpuntdyslexie.nl van devereniging Balans, of bij www.5010.nl victorine meuwissen / nico foppen

5010 vragenover het voortgezet onderwijs

Postbus 97805, 2509 GE Den HaagTel (070) 328 28 82, fax (070) 324 89 23, e-mail: [email protected]

www.nko.nl

NKO

nederlandsekatholieke vereniging van

ouders

colofon© NKO, december 2008. Redactie: Victorine Meuwissen (coördinatie), Dorine Wiersma en Nico Foppen. Aan dit nummer werkten mee: Vincent van Boven, Mieke de Haan (illustraties), Irma Konijn, Noor en Shivane, Hans van der Woerd (ontwerp/fotografie)