Upload
vanhuong
View
218
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Ondernemen in 2016 Binnenland sterker, buitenland onzeker
ING Economisch Bureau / december 2015
ING Economisch Bureau 2 Ondernemen in 2016 / december 2015
Annerie Vreugdenhil
Directeur Zakelijk
ING Nederland
Succesvolle ondernemers kijken vooruit en monitoren hun
omgeving. Zo ontdekt u als ondernemer welke ontwikkelin-
gen zich afspelen die voor uw bedrijf van belang kunnen
zijn. Op basis van kennis, ervaring, historische cijfers en
actuele trends geven de ING-economen in deze publicatie
hun visie op de te verwachten economische prestaties in
uw sector voor het komend jaar.
Ik vertrouw erop dat deze informatie u helpt om het onder-
nemen makkelijker te maken en inzicht geeft in de kansen
die zich in 2016 voordoen. Ik wens u een mooi, onderne-
mend en succesvol 2016.
De Nederlandse economie 3
De Nederlandse economie
Sectoren
De wereld 6
Wereldeconomie
Exportmarkten
Zakelijke dienstverlening 13
Accountantskantoren
Flexbranche
Juridische dienstverlening
Organisatieadviesbureaus
Reisbranche
Software en services sector
Industrie 21
Voedingsmiddelenindustrie
Chemie
Rubber en kunststofindustrie
Metaalbewerking
Elektrotechnische industrie
Machinebouw
Transportmiddelenindustrie
Grafische industrie
Bouw 31
Woningbouw
Utiliteitsbouw
Infrasector
Installatiebranche
Onderhoud, herstel en verbouw
Commercieel vastgoed
Transport en logistiek 39
Wegtransport
Binnenvaart
Vervoer door de lucht
Logistieke dienstverlening
Groothandel 45
Agrarische producten
Voedingsmiddelen
Non-food
Kapitaalgoederen
Grondstoffen
Detailhandel 52
Supermarkten
Foodspeciaalzaken
Kleding
Schoenen
Woninginrichting
Doe-het-zelf
Consumentenelectronica
Persoonlijke verzorging
Automotive
Agrarische sector 63
Akkerbouw
Groenten en fruit
Intensieve veehouderij
Sierteelt
Zuivel
Horeca 70
Hotels
Restaurants
Cafetaria's en fastservice
Cafés
Public sector 76
Woningcorporaties
Lagere overheden
Onderwijs
Goede doelen
Kinderopvang
Gezondheidszorg 83
Eerstelijnszorg
Geestelijke gezondheidszorg
Ziekenhuiszorg
Langdurige zorg
Contactpersonen 89
Disclaimer 90
De Nederlandse economie
De Nederlandse economie
Sectoren
ING Economisch Bureau 4 Ondernemen in 2016 / december 2015
Binnenland sterker, buitenland onzeker
Sterkere binnenlandse vraag De inhaalrace zet door. De Nederlandse economie groeit in
2016, net als in 2015, harder dan gemiddeld in het euroge-
bied. Nederland was door een kopschuwe consument ach-
terop geraakt, maar die laat weer vaker zijn geld rollen. Het
consumentenvertrouwen stond sinds 2007 niet zo hoog.
Meer bestedingsruimte Er kán ook meer worden uitgegeven. Vermogens nemen
toe en de lonen stijgen sneller dan de prijzen. Ook komen er
per saldo banen bij in Nederland. Het aantal vacatures stijgt
al twee jaar op rij. De geplande belastingverlaging geeft de
koopkracht in 2016 een extra impuls. Verder helpt de lage
rente de huizenmarkt verder omhoog. Dat leidt ook tot
meer bestedingen. Doordat de verkoopaantallen pre-
crisisniveaus naderen, vlakt de toename wel af.
Investeringen stijgen, maar minder hard Bedrijven zien hun afzet en productieniveaus stijgen en de
winstgevendheid verbeteren. Zij investeren meer in machi-
nes en ICT. De groei van de investeringen in woningen koelt
na een plus van 25% in 2015 volgend jaar af.
Banktegoeden wijzen op meer bestedingsruimte Reële groei ten opzichte van jaar eerder, in procenten
Bron: DNB, Macrobond, berekeningen ING Economisch Bureau
De Nederlandse economie
De Nederlandse economie trekt in 2016 de
opgaande lijn door.
Consumenten en bedrijven dragen het
meeste bij, geholpen door banengroei, be-
lastingverlaging en een sterkere huizen-
markt.
De export groeit ook, maar dan moet de
wereldhandel wel herstellen.
Voorspellingen 2014 2015 2016
Economische groei (bbp) 1,0% 2,0% 2,5%
Consumptie huishoudens 0,0% 1,7% 2,0%
Bedrijfsinvesteringen 4,9% 10,6% 5,1%
Export 4,0% 4,7% 4,8%
Inflatie (CPI) 1,0% 0,7% 1,6%
Werkloosheid (in %) 7,4% 6,9% 6,5%
Huizenverkopen (in dzd) 154 178 190
Bron: Macrobond, voorspellingen ING Economisch Bureau
“Volgend jaar wordt een goed jaar voor
de consument: we verwachten de
hoogste groei van de inkomens en de
consumptie in 15 jaar.”
Marieke Blom,
Hoofdeconoom ING Nederland
Neerwaartse risico’s vooral in buitenland Exporteurs profiteren in 2016 van de goedkopere euro. Ook
trekt de wereldhandel naar verwachting aan, al hangt dat
sterk af van herstel in opkomende markten (zie pagina 10).
Als de groei daar juist verder afkoelt, hebben vooral Neder-
landse exporteurs van eigen makelij daar last van.
-15
-10
-5
0
5
10
2005 2007 2009 2011 2013 2015
Consumptie exclusief gas
Tegoed op betaalrekeningen
ING Economisch Bureau 5 Ondernemen in 2016 / december 2015
Derde jaar van groei in alle marktsectoren
Hoogste groei in zakelijke dienstverlening en bouw De omzetten in de zakelijke dienstverlening nemen in 2016
snel toe. De sector profiteert van de breder gedragen eco-
nomische groei, waarbij bedrijven vaker hun diensten in-
schakelen. Door de betere woningmarkt wordt de opleving
in de bouw bijna volledig gedragen door de woningbouw.
Koopkrachtplus positief voor horeca en detailhandel De horeca en detailhandel profiteren in 2016 van het toe-
nemende vertrouwen bij consumenten. Het vooruitzicht is
ook goed door verder herstel van de koopkracht. In de de-
tailhandel stijgt het volume naar verwachting in 2016 met
twee procent.
Binnenlandse vraag laat transport bloeien Door de toenemende consumptie maken wegtransporteurs
een opleving door. De groei in de bouw geeft een extra zet
doordat circa een kwart van het wegtransport hieraan ge-
linkt is. Ook de binnenvaart ziet de vracht toenemen door
de aantrekkende bouwvolumes.
Industrie: last van terugval opkomende economieën Nu de economische groei in de opkomende markten wat
tegenvalt, maakt het productieniveau een meer zijwaartse
beweging. De verwachte groei voor de industriële productie
is voor 2016 1,5%.
Zorg: meevallende bezuinigingen In de zorg wordt minder bezuinigd dan eerder verwacht.
Desondanks groeien de zorgvolumes in 2016 naar verwach-
ting niet.
Alle Nederlandse bedrijfssectoren groeien in
2016.
De hoogste groei is te vinden in de bouw en
de zakelijke dienstverlening.
De detailhandel en horeca profiteren van
toenemende koopkracht en vertrouwen on-
der consumenten.
Door de afkoeling van opkomende econo-
mieën blijft de groei in de industrie gema-
tigd.
De bezuinigingen in de zorg, zorgen in deze
sector nog niet voor groei in 2016.
Alle commerciële sectoren groeien in 2016 Volumemutaties naar bedrijfstak (% j.o.j.)
Bron: Ramingen ING Economisch Bureau
Sectoren
-1%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
Agrarische
sector
Bouw Detailhandel Groothandel Horeca Industrie Transport &
logistiek
Zak.
Dienstv.
Onderwijs Overheid Zorg &
welz ijn
2015
2016
0% 0%
Wereldeconomie
Wereldhandel
De wereld
ING Economisch Bureau 7 Ondernemen in 2016 / december 2015
Het jaar van de waarheid
Belangrijke groeibepalende factoren
(rentedaling, daling olieprijs, groei
opkomende economieën) boeten aan kracht
in. Daarmee lijkt 2016 het jaar van de waar-
heid te gaan worden. Volgend jaar zal
blijken hoe sterk de economische groei in de
‘ontwikkelde markten’ onderliggend is
omdat van ‘wind mee’ nauwelijks meer
sprake zal zijn.
De Amerikaanse economie groeit in een re-
delijk tempo en de Fed verhoogt de rente.
De ECB is nog lang niet toe aan het verho-
gen van de rente. In het eurogebied blijft het
groeitempo achter bij dat in de VS en zal de
steun vanuit een waardedaling van de euro
afnemen.
Ondernemers lijken ook in 2016 te kunnen
profiteren van een gunstige prijs voor het
aantrekken van vreemd vermogen.
Bron: Macrobond, ING
Wereldeconomie
Lagere groei in China De Chinese economie koerst af op een lager – zij het inter-
nationaal gezien nog steeds hoog – groeipad. Dit beïnvloedt
niet alleen de groei van de handelspartners in de regio ne-
gatief maar ook die van verder weg gelegen grondstoffen-
exporteurs, zoals bijvoorbeeld Australië en Brazilië. Ook de
maakindustrie in de VS en in het eurogebied (vooral in
Duitsland) zien hun afzet onder druk komen.
Groeimodel van investeringen naar consumptie De Chinese autoriteiten proberen een al te sterke groeiver-
traging te voorkomen door de economische groei te stimu-
leren. Niettemin moet voor de groei van de Chinese econo-
mie zowel voor volgend jaar als voor de wat langere termijn
van een lager tempo worden uitgegaan. Het huidige econo-
mische model dat zwaar leunt op investeringen is op de
langere termijn niet houdbaar en een verschuiving naar
consumptie zal per saldo tot een wat lagere groei leiden.
Rentestijging in de VS Ondanks de wat mindere prestaties van de industrie, is het
groeitempo van de Amerikaanse economie als geheel met
circa 2½% toch nog redelijk, zij het niet spectaculair. De
dienstensector, die erg belangrijk is voor de Amerikaanse
economie, groeit duidelijk harder dan de maakindustrie die
te kampen heeft met een dure dollar en afnemende afzet
in de opkomende markten. Bij een economische groei van
2½% en een inflatie die richting de twee procent gaat is
een situatie ontstaan waarin de centrale bank – de Federal
Reserve – de beleidsrente kan gaan normaliseren. In de-
cember heeft de Federal Reserve al een eerste renteverho-
ging doorgevoerd. De eerste sinds 2006.
Groeimodel China zal (moeten) veranderen Bestedingen China (in % BBP)
Amerikaanse industrie heeft last van ‘China’ Volume productie particuliere sector VS, 1e kw ‘08=100
Bron: Macrobond, ING
30%
35%
40%
45%
50%
2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014
Investeringen Particuliere consumptie
70
80
90
100
110
120
130
2005 2009 2013
Diensten Maakindustrie
ING Economisch Bureau 8 Ondernemen in 2016 / december 2015
Financiële marktpartijen gaan er vanuit dat er in 2016 nog
twee à drie rentestappen van elk 0,25%-punt zullen vol-
gen. De bestuurders van de Fed geven aan dat dit ook wel
eens meer zou kunnen worden.
Lage groei en lage rente in het eurogebied In het eurogebied blijft het groeitempo, met zo’n 1,5%,
achter bij dat in de VS. Daar is de centrale bank nog lang
niet toe aan het verhogen van de rente. De inflatie gaat
namelijk maar mondjesmaat omhoog en blijft ook volgend
jaar met naar raming 1 – 1,5% nog onder de doelstelling
(‘onder maar dichtbij 2%’) van de ECB. Echter, zolang de
inflatie verder blijft oplopen en het groeitempo gehand-
haafd blijft, is het niet waarschijnlijk dat de ECB het mone-
taire beleid nog verder zal gaan verruimen.
Einde aan rentedalingen Daarmee lijkt aan de rentedaling in het eurogebied een
einde te komen. Alleen voor de driemaands geldmarktren-
te – die thans tussen de 10 en 15 basispunten negatief
schommelt – lijkt nog ruimte voor een beperkte verdere
daling tot 15 à 20 basispunten negatief. De rente op de
kapitaalmarkt – afgemeten aan de tienjaarsrente voor
Duitse overheidsleningen – ligt nu iets boven de 0,5% en
zou in 2016 – onder invloed van oplopende rentes in de VS
en inflatieverwachtingen in het eurogebied – licht kunnen
stijgen tot circa 1%. Historisch gezien blijft de rente daar-
mee zeer laag. Ondernemers lijken derhalve ook in 2016
nog te kunnen profiteren van een gunstige prijs voor het
aantrekken van vreemd vermogen.
Bron: Macrobond, ING
Kerninflatie eurogebied loopt op Consumentenprijzen excl. voedsel, energie, alcohol en
tabak (in % ten opzichte van een jaar eerder)
Afnemende stimulans vanuit olie Ook vanuit de olieprijs verwachten we geen verdere stimu-
lans meer voor de economische groei. In 2015 was de olie-
prijs gemiddeld $53 per vat; 46% lager dan het jaar ervoor.
Maar voor 2016 verwachten we ruwweg een stabilisatie van
de olieprijs. Mogelijk stijgt de olieprijs zelfs licht tegen de
achtergrond van een ruwweg gelijkblijvende olieproductie
door de OPEC en andere olieproducenten en een licht groei-
ende vraag. Ook hier geldt dus dat de ‘wind in de rug’ naar
verwachting verdwijnt. Producenten en consumenten profi-
teren volgend jaar weliswaar nog van lage energieprijzen
maar er zal geen sprake zijn van een additionele stimulans.
Wereldeconomie
Het jaar van de waarheid (vervolg)
0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
2010 2011 2012 2013 2014 2015
ECB start kwantitatieve
verruiming
ING Economisch Bureau 9 Ondernemen in 2016 / december 2015
Wereldeconomie
Bron: Macrobond, ING
In de loop van 2016 mogelijk herstel van euro Ditzelfde geldt voor de wisselkoers van de euro. Op korte
termijn kan de euro nog wel wat verder dalen ten opzichte
van de Amerikaanse dollar door de combinatie van een
ruim blijvend monetair beleid in het eurogebied en
(verwachtingen omtrent) hogere rentes in de VS. Maar in
de loop van 2016 zullen beleggers er mogelijk op gaan anti-
ciperen dat de ECB ergens in 2017 wel eens een begin zou
kunnen gaan maken met het terugschroeven van het zeer
ruime monetaire beleid. Dit zou dan al in 2016 kunnen lei-
den tot een waardestijging van de euro. Gemiddeld zou de
eurodollar wisselkoers in 2016 rond 1,05 uit kunnen komen;
slechts 5 dollarcent lager dan het gemiddelde van dit jaar.
Meer groei op eigen kracht Dit betekent dat drie belangrijke groeibevorderende factor-
en van 2015 (rentedaling, dalende olieprijs, waardedaling
euro) zich in 2016 niet meer in dezelfde mate zullen mani-
festeren. Ook de opkomende economieën zijn minder dan
voorheen een stuwende kracht achter de groei van de we-
reldeconomie. De rugwind voor de Europese economie zal
afnemen en de groei zal meer dan voorheen ‘op eigen
kracht’ moeten worden gegenereerd. Gelukkig zien we hier
voortekenen van. De werkgelegenheid groeit en de lonen
nemen toe. Dit is positief voor de ontwikkeling van de con-
sumptieve bestedingen en daarmee de afzetverwachtin-
gen van ondernemers. Het begrotingsbeleid kan – onder
invloed van de vluchtelingencrisis en dreiging van terroristi-
sche aanslagen – mogelijk positief aan de groei gaan bij-
dragen als er door de verschillende overheden meer aan
opvang en veiligheid wordt uitgegeven. Per saldo betekent
dit dat de groei in het eurogebied in 2016 ruwweg hetzelf-
de zal zijn als in 2015.
Risico’s vanuit China, Saoedi-Arabië en Zuid-Europa De belangrijkste neerwaartse risico’s bij deze groeiverwach-
ting zijn een onverwachte harde landing van de Chinese
economie en een plotselinge stijging van de olieprijs, bij-
voorbeeld omdat Saoedi-Arabië besluit te stoppen met de
strategie om marktaandeel te winnen ten koste van de
winstmarge. Een opnieuw oplaaien van de onzekerheid
over de financieel-economische koers van de landen in Zuid
-Europa zou de groeivooruitzichten in het eurogebied ook
negatief kunnen beïnvloeden. Geheel uitgesloten is dit niet.
In Griekenland kan de implementatie van afgesproken her-
vormingsmaatregelen tot een nieuwe politieke crisis leiden,
in Spanje dreigt Catalonië met afscheiding en in Portugal is
er onzekerheid over de mate waarin het hervormingsbeleid
zal worden doorgezet.
Flinke daling olieprijs Prijs per vat Brent olie in dollars
Het jaar van de waarheid (vervolg)
0
20
40
60
80
100
120
140
160
2000 2003 2006 2009 2012 2015
ING Economisch Bureau 10 Ondernemen in 2016 / december 2015
Herstel van de wereldhandel in 2016
De wereldhandel veert in 2016 op, nadat
de handelsgroei in 2015 ver achter bleef bij
de groei van de wereldeconomie.
Vooral de wereldwijde vraag naar voedings-
middelen en machines neemt toe.
Het Nederlandse exportpakket sluit hier op
zich goed op aan, waardoor 2016 ook voor
de Nederlandse export een jaar van herstel
kan worden.
Daarbij blijft de Nederlandse export boven-
gemiddeld afhankelijk van specifieke mark-
ten als olie– en gas (aanhoudend moeilijke
markt) en chipindustrie (volatiele markt).
Groei wereldhandel verdubbelt in 2016 Het volume van de wereldhandel in goederen en grond-
stoffen zal in 2016 3,4% toenemen, een ruime verdubbeling
van de groei in 2015. Het groeicijfer voor 2015 komt naar
verwachting niet hoger uit dan 1,5%, fors lager dan onze
raming voor de wereldwijde BBP-groei (2,5%). Het komt
zelden voor dat de toename van de wereldhandel zo sterk
achterblijft bij de groei van de wereldeconomie.
Importen opkomende landen onder druk Gedurende de eerste twee kwartalen van 2015 liet de we-
reldhandel kwartaal op kwartaal een krimp zien. Niet alleen
in geldbedragen maar ook in hoeveelheden. Vooral in de
opkomende markten stond de importvraag onder druk. De
trage groei van de wereldwijde goederenhandel is niet aan
Nederlandse exporteurs voorbij gegaan. Vooral de binnen-
lands geproduceerde uitvoer staat sinds eind 2014 onder
druk, ondanks de goedkopere euro.
Tegenwind neemt af in 2016 Een aantal ontwikkelingen die in 2015 een rem hebben ge-
zet op de groei van de wereldhandel zullen in 2016 minder
zwaar wegen. Ten eerste zal de groei van de industrie in
sommige regio’s aantrekken. Dat is van belang voor de we-
reldhandel omdat de industriële productie en de vraag naar
geïmporteerde grondstoffen en halffabrikaten sterk samen-
hangen. Een regio waarvoor ING verwacht dat de industri-
ële productie zal bijtrekken is de eurozone.
Daling wereldhandel treft export eigen product Ontwikkeling per kwartaal (Index 2013=100)
Wereldhandel
Opkomende landen drukken wereldhandel Ontwikkeling importen per maand (Index 2014=100
Bron: CPB
Bron: CBS
98
100
102
104
106
108
110
2013 2014 2015
Goederenuitvoer NL eigen product
Goederenexport NL wederuitvoer
Wereldhandelsvolume
90
95
100
105
110
jan-14 jul-14 jan-15 jul-15
Opkomende landen Ontwikkelde landen
Wereldimport
ING Economisch Bureau 11 Ondernemen in 2016 / december 2015
Europa zorgt voor herstel wereldhandel In 2015 heeft de industrie in de eurozone zich veel zwakker
ontwikkeld dan in deze fase van de conjunctuur verwacht
zou mogen worden. Aangezien de voorraden laag zijn en
het sentiment onder industriële inkoopmanagers nog
steeds positief, voorzien wij voor 2016 een hogere groei van
de industriële productie. Dat zal een meer dan gemiddeld
effect hebben op de wereldhandel omdat Europa de groot-
ste speler is in de wereldhandel en de eurozone het leeu-
wendeel van de Europese productie voor zijn rekening
neemt.
Afzwakken economische tegenwind in opkomende
landen Ten tweede zal de economische tegenwind in enkele opko-
mende markten afzwakken. In Rusland en Brazilië zal de
recessie volgend jaar naar verwachting minder diep zijn
dan dit jaar. Zodoende zullen deze grote handelslanden in
2016 een minder grote rem op de wereldhandel zetten dan
in 2015.
Bron: Oxford Economics
Vier snelste importgroeiers wereldwijd Verwachte procentuele jaarstijging in 2016
Wereldhandel
Licht herstel van grondstoffenprijzen Voor 2016 wordt ook enig herstel van enkele grondstofprij-
zen verwacht wat de inkomsten van grondstofexporteurs
volgend jaar doet toenemen. Dit zal de importvraag vanuit
deze landen volgend jaar ondersteunen.
Nederland goed gepositioneerd Nederland is in principe goed gepositioneerd om te profite-
ren van het herstel van de wereldhandel. Zowel Agrifood als
machines, twee belangrijke Nederlandse exportcategorie-
ën, behoren in 2016 tot de top vier van productcategorieën
die wereldwijd op de grootste toename van de vraag mo-
gen rekenen.
Herstel van de wereldhandel in 2016 (vervolg)
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
Voedsel Brandstoffen Kleding Machines
ING Economisch Bureau 12 Ondernemen in 2016 / december 2015
Vooral risico’s Er lijken vooral neerwaartse risico’s te zijn voor het basis-
scenario waarin de wereldhandel in 2016 met 3,4% groeit.
De ontwikkeling in China is met meer dan de gebruikelijke
onzekerheid omgeven. De groei van de industriële produc-
tie is in 2015 afgenomen en het eerder verwachtte aan-
trekken van de productie in het vierde kwartaal heeft zich
nog niet overtuigend aangediend. Onderdeel van onze
verwachting is de aanname dat er een positief effect van
de ingezette begrotingsstimulansen zal uitgaan. De inves-
teringen in infrastructuur zou de industriële productie moe-
ten aanjagen, maar de eerste twee maanden van het slot-
kwartaal van 2015 hebben zowel een tegen– als een mee-
valler maandscore laten zien voor de industriële productie.
Het is dus te vroeg om van een ommekeer in de ontwikke-
ling van de industrie uit te gaan.
Verkrapping monetair beleid Een ander neerwaarts risico is de wijze waarop het Ameri-
kaanse monetaire beleid verkrapt wordt en de communica-
tie daarover door de monetaire beleidsmakers. Verassingen
kunnen tot abrupte veranderingen van kapitaalstromen
leiden. In 2013 hebben we gezien dat signalen van de Ame-
rikaanse centrale bank, die leken te duiden op een hoger
tempo waarin het kwantitatieve verruimingsbeleid zou
worden teruggedraaid, in opkomende economieën tot gro-
te kapitaaluitstroom leidden. De neerwaartse druk die dit
opleverde voor de wisselkoers van de betreffende landen
zorgde voor economische problemen.
Opkomende landen gevoelig voor kapitaalvlucht Opkomende markten zijn, gezien hun nog steeds omvang-
rijke schulden in dollars, ook nu nog gevoelig voor een plot-
selinge uitstroom van kapitaal. Kapitaalvlucht leidt veelal
tot pogingen om de waarde van de eigen valuta te verdedi-
gen met renteverhogingen. Een dergelijk scenario zou een
herstel van de economie in opkomende landen in de weg
staan, omdat het een rem zet op investeringen en con-
sumptieve uitgaven. Een uitblijvend herstel zal gepaard
gaan met een aanhoudend tegenvallende omvang van de
importen van opkomende markten .
Wereldhandel
Herstel van de wereldhandel in 2016 (vervolg)
Aanhoudende groeivertraging China als stimulans
niet aanslaat... Mochten de overheidsstimulansen niet voldoende aanslaan
en de vertraging van de industriële groei doorzetten dan zal
de Chinese importvraag inzakken en daarmee het herstel
van de wereldhandel in de weg staan.
…wat herstel in Rusland en Brazilië kan verhinderen De inkomsten van grondstofexporteurs krijgen in dit scena-
rio opnieuw een klap te verwerken. Als daardoor het herstel
in landen als Rusland en Brazilië uitblijft, zal dit voor Neder-
land voelbaar zijn bij de export naar deze landen. Vooral
Rusland is van belang met een 12e plek op de ranglijst van
exportbestemmingen. Maar ook Brazilië, dat de afgelopen
jaren een inhaalslag heeft gemaakt, is inmiddels een niet te
verwaarlozen afzetmarkt voor de Nederlandse uitvoer.
Accountantskantoren
Flexbranche
Juridische dienstverlening
Organisatieadviesbureaus
Zakelijke dienstverlening
Reisbranche
Software en services sector
ING Economisch Bureau 14 Ondernemen in 2016 / december 2015
Hoge groei blijft gehandhaafd in 2016
In 2016 groeien de volumes in de zakelijke
dienstverlening met naar verwachting 4%,
iets minder dan in 2015.
De vraag naar zakelijke diensten komt uit
vele bedrijfssectoren, terwijl de vraag vanuit
de publieke sector nog iets achterblijft.
De kennisintensieve diensten hebben nog
altijd te maken met de transformatie naar
digitale dienstverlening. De groep overige
zakelijke dienstverleners groeit het snelst,
vooral omdat uitzenders ook in 2016 flinke
groei laten zien.
Volume softwarebranche groeit harder dan za-
kelijke dienstverlening Ontwikkeling in procenten t. o. v. voorgaande jaar
Positieve lijn in beoordeling winstgevendheid Saldo verbetering - verslechtering winstgevendheid
Bron: CBS
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Zakelijke dienstverlening
“Zakelijke dienstverleners kunnen niet
stil zitten, ondanks de positieve ontwik-
kelingen. Bedrijfs– en verdienmodellen
komen ook onder druk door disruptie en
daarom is actie nodig.”
Sasja Winters,
Sectormanager Zakelijke Dienstverlening
Groei zakelijke diensten blijft op hoog niveau Na een periode van krimp zet de zakelijke dienstverlening
het herstel van 2014 in 2015 voort. De groei is gedurende
het jaar aangetrokken, maar begint vanaf het derde kwar-
taal enigszins af te zwakken. Vooralsnog blijft de volume-
groei op een hoog niveau. Voor 2016 wordt een groei in de
volumes van 4% verwacht, tegen 5% in 2015. De vraag
naar zakelijke diensten komt vooral uit het bedrijfsleven. De
terughoudendheid van overheid en zorg bij de inhuur van
externe dienstverleners blijft in 2016 bestaan. De best pres-
terende subsector binnen de zakelijke diensten is opnieuw
de uitzendbranche. Ook schoonmaak en beveiliging klim-
men verder uit het dal. Binnen de kennisintensieve dienst-
verlening bestaan qua groei flinke verschillen. Een aantal
branches kampt door digitalisering met vraaguitval. Digitale
dienstverleners en organisatieadviseurs profiteren in 2016
volop van de bedrijvigheid. Binnen de digitale technologie-
sector gaat de opmars van clouddiensten verder. Software-
ontwikkelaars profiteren in 2016, naast groei van de cloud,
van de verdere behoefte aan automatisering en digitalise-
ring van alle sectoren.
-36
-26
-16
-6
4
14
2012 2013 2014 2015Specialistische zakelijke dienstverlenersOverige zakelijke dienstverleners
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
10
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
Zakelijke dienstverlening Software & services
ING Economisch Bureau 15 Ondernemen in 2016 / december 2015
Stagnatie in accountancybranche
Omzet en volume stabiliseren in 2016 Dankzij een sterk derde kwartaal is de omzet van de ac-
countancybranche in de eerste negen maanden van 2015
met 0,9% gestegen. In 2016 blijven digitalisering, automa-
tisering en standaardisering zorgen voor omzetdruk. Meer
en meer klanten kiezen voor gebruiksvriendelijke (online)
boekhoudprogramma’s en meer kantoren maken effi-
ciciencyslagen. De groeiende economie en aantrekkende
bedrijvigheid vormen door een grotere potentiële klanten-
basis en via uitbreiding van advisering, een tegenwicht. Ook
de controlepraktijk kan licht groeien door de extra inspan-
ningen van accountantskantoren vanwege roulatie en om
de kwaliteit van controles te vergroten. In 2016 groeit de
brancheomzet naar verwachting per saldo met 1%.
Tarieven accountantscontrole 12% gedaald
sinds 2008 Index 2008=100
Volume stagneert na jarenlange daling Index 2009=100
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Accountantskantoren
Tarieven stabiel De prijzen voor het werk van accountants, fiscalisten en
administrateurs nemen dit jaar niet toe. In de eerste zes
maanden van 2015 daalde het gerealiseerde tarief met
gemiddeld 0,2% ten opzicht van een jaar eerder. Binnen de
controlepraktijk staan de tarieven nog altijd sterk onder
druk, met een afname van 4,1% in het eerste halfjaar van
2015. Sinds 2008 zijn de gerealiseerde uurtarieven per
saldo 12% gedaald. De prijs van een gemiddelde wettelijke
controle voor een bedrijf of instelling dat niet als organisa-
tie van openbaar belang is aangemerkt bedroeg in 2014
€ 33.000.
De omzet en volumes van de accountancy-
branche stabiliseren na jaren van krimp. In
2016 stijgt de omzet licht (1%).
Groei in advisering en controle biedt tegen-
wicht aan de krimp in administratie en sa-
menstelwerk.
De tarieven staan onder druk. Voor contro-
les daalt het uurtarief, waardoor het in 2015
nog altijd 12% lager ligt dan in 2008.
85
90
95
100
105
2008 2010 2012 2014 2016*
85
90
95
100
105
2008 2010 2012 2014
Omzet
Volume
ING Economisch Bureau 16 Ondernemen in 2016 / december 2015
Opbouw flexschil in lager tempo in 2016
2016 wordt vierde jaar op rij met omzetgroei De flexmarkt gaat een vierde opeenvolgend jaar van om-
zetgroei tegemoet in 2016. De doorgroeiende economie en
het verdere herstel van de arbeidsmarkt blijven de vraag
naar tijdelijk personeel stimuleren. De omzet groeit in 2016
naar verwachting met 8%. Bedrijven hebben vooral in 2015
hun flexibele schil uitgebreid. Dit zal in 2016 in een lager
tempo gebeuren, ook omdat ondernemingen nieuw perso-
neel meer aan zich willen binden, zeker waar schaarste
heerst. De verbeterde (financiële) vooruitzichten van bedrij-
ven maken dit ook mogelijk. In de eerste negen maanden
van 2015 is de omzetgroei van uitzenders en andere flexbe-
drijven uitgekomen op gemiddeld 9,5%. Voor heel 2015
verwacht ING Economisch Bureau een groei van ongeveer
10%, de eerste dubbelcijferige groei in jaren.
Groei technisch personeel vlakt af De flexbranche is nog altijd de drijvende kracht achter de
banengroei. Van de in het derde kwartaal van 2015 per
saldo gecreëerde 33.000 banen, kwamen er 21.000 via uit-
zenders tot stand. Technisch personeel is gewild. Welis-
waar is de groei in uren gedurende het jaar teruggelopen
van 20% of meer tot daar onder, maar het technische seg-
ment heeft nog altijd de sterkste groei ten opzichte van een
jaar eerder. Dat neemt niet weg dat ook voor industriële en
administratieve beroepen de urengroei rond de 10% uit-
komt.
De branche benut steeds meer software. Vendor manage-
ment systemen waren al gemeengoed voor de segmenten
met grotere volumes, maar worden ook steeds relevanter
bij het bemiddelen van professionals.
Omzet uitzenders in technisch segment groeit
het snelst Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten
Omzetgroei flexbranche In procenten ten opzichte van voorgaande jaar
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Bron: ABU
Flexbranche
De flexmarkt gaat het vierde opeenvolgen-
de jaar van omzetgroei tegemoet in 2016.
De omzet stijgt naar verwachting met 8%.
De doorgroeiende economie en het verdere
herstel van de arbeidsmarkt blijven de vraag
naar tijdelijk personeel stimuleren, maar de
uitbreiding van de flexibele schil zal een la-
ger tempo hebben.
-10
-5
0
5
10
15
20
25
30
2012 2013 2014 2015
Technisch personeel
Totaal
-12
-8
-4
0
4
8
12
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 17 Ondernemen in 2016 / december 2015
Groeitempo neemt licht af in 2016
Overnames en huizenmarkt stuwen groei In 2015 neemt de omzet in de juridische dienstverlening
met 4% toe. De advocatuur, en dan vooral de Amsterdam-
se Zuidaskantoren, profiteren van de in 2015 sterk aange-
trokken markt voor fusies en overnames. Het notariaat
groeide door het herstel op de woningmarkt. In het derde
kwartaal van 2015 steeg het aantal o.g. akten bijvoorbeeld
met een derde ten opzichte van een jaar eerder. De groei in
de familie en ondernemingspraktijk is bescheidener, hoewel
het aantal levenstestamenten in dat kwartaal bijvoorbeeld
met twee derde toenam. Deurwaarderskantoren hebben
het nog altijd lastig, vanwege felle concurrentie op de in-
cassomarkt en de hoge kosten bij het innen van schulden.
In 2016 groeit de juridische dienstverlening opnieuw, zij het
in een lager tempo (3%). Dit komt vooral door een minder
uitbundige groei van de huizenverkoop en het transactie-
werk.
Aantal akten familiepraktijk redelijk stabiel
Omzet juridische diensten aangetrokken Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten
Bron: CBS, ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CTR, KNB, * ramingen ING Economisch Bureau
Juridische dienstverlening
Tarief advocaat herstelt, maar blijft voor notaris
onder druk De tarieven in de juridische dienstverlening daalden tussen
2012 en 2014. In 2015 is daar, met een stijging van 2,8% in
de eerste jaarhelft, een einde aan gekomen. In de advoca-
tuur lijkt door de opleving van de transactiepraktijk ook de
prijsdruk verlicht. Toch blijven de prijzen voor standaard-
diensten onder druk staan, ook door concurrentie van niet-
advocaten en de inzet van technologie. Binnen het notari-
aat blijven de tarieven in de o.g. praktijk dalen (-3,6% in de
eerste helft van 2015) ondanks het herstel van de huizen-
markt en in het kielzog het aantal aktes. De prijsstijgingen
in de ondernemings– en familiepraktijk maken die daling
niet goed, waardoor notariële diensten bijna 2% goedkoper
zijn geworden in de eerste zes maanden van 2015.
De omzet in de juridische dienstverlening
groeit in 2016 in een lager tempo dan in
2015. De minder uitbundige groei van wo-
ning– en overnamepraktijk leiden tot een
verwachte omzettoename van 3%.
De advocatuur profiteert in 2015 van meer
transactiewerk, notarissen groeien mee met
de woningmarkt, terwijl deurwaarders het
nog altijd lastig hebben.
Hoewel de tarieven in 2015 stijgen, blijft on-
verminderd prijsdruk bestaan voor stan-
daarddiensten. In het notariaat dalen de
prijzen nog altijd.
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
2012 2013 2014 2015*
0
2
4
6
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 18 Ondernemen in 2016 / december 2015
Steeds meer spelers op groeiende adviesmarkt
Veel meer advieswerk Na zes jaar van kwakkelen en krimp herstellen organisatie-
adviesbureaus zich krachtig in 2015. In de eerste negen
maanden kwam de groei uit op 7,4%. Nu steeds meer be-
drijven minder door de korte termijn worden geregeerd,
stijgt de vraag naar (strategisch) advies. Verschuivingen in
de economie zoals digitalisering zorgen er tegelijkertijd
voor dat veel organisaties zich moeten aanpassen. Advi-
seurs profiteren hier ook in 2016 van in combinatie met de
verdere aantrekkende bedrijvigheid. Voor 2016 verwacht
ING Economisch Bureau een omzetgroei van 7%.
Het is niet verwonderlijk dat in deze groeiende adviesmarkt
de groei van het aantal organisatieadviesbureaus door-
gaat. Eind 2015 zijn er meer dan 100.000 consultancybe-
drijven, waarvan 91% zzp’er is. De groei in het aantal bedrij-
ven vlakt de laatste jaren wel af. In 2015 was deze 6%,
waar in de jaren voor 2012 sprake was van dubbelcijferige
groei.
Organisatieadviesbureaus profiteren in
2016 van verder toenemende bedrijvigheid
en de aanpassingen waar organisaties voor
staan, gezien verschuivingen in de econo-
mie.
Na jaren van kwakkelen en krimp is 2015
een goed jaar en dit krijgt in 2016 een ver-
volg. De omzet van de branche stijgt naar
verwachting met 7%.
De groeiende adviesmarkt trekt nog altijd
nieuwe spelers, vooral zzp’ers. Het aantal
bedrijven is tussen 2007 en 2015 bijna ver-
dubbeld, al vlakt de groei de laatste jaren
wat af.
Omzet blijft stijgen na jaren van kwakkelen en
krimp Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten
Steeds meer organisatieadviesbureaus Aantal bedrijven in vierde kwartaal
Bron: CBS
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Organisatieadviesbureaus
Redenen voor sterke toename aantal organisa-
tieadviesbureaus
De toetredingsdrempel is laag. Naast een zeer lage
kapitaalintensiteit speelt mee dat iedereen zich
organisatieadviseur kan noemen.
De gestegen werkloosheid in voorgaande jaren
leidde tot veel toetredende ZZP’ers. Bij baanverlies
is organisatieadviseur voor veel hoger opgeleide
40+-ers een eerste alternatief.
De aantrekkende markt voor adviesdiensten heeft
momenteel een aanzuigende werking.
-12
-8
-4
0
4
8
12
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
2007 2009 2011 2013 2015
Overig Zzp'ers
ING Economisch Bureau 19 Ondernemen in 2016 / december 2015
FTE
Omzet (€mln)
TUI Nederland 1.938 1.775
BCD Nederland 636 868
Corendon 135 425
Thomas Cook Nederland 218 420
D-reizen 407 815
Groei buitenlandse vakanties stuwt omzet
Meer vakanties, meer omzet Gedreven door meer consumentenvertrouwen en hogere
besteedbare inkomens zit er weer groei in de vakantie-
markt. In 2016 neemt het aantal vakanties van Nederlan-
ders naar verwachting met 2% toe tot 35,8 miljoen. Daar-
mee ligt het aantal vakanties nog onder het niveau van
2008. In 2015 is het aantal buitenlandse vakanties met 1%
toegenomen. In het winterseizoen 2014/2015 werden bo-
vendien 7% meer wintervakanties ondernomen. De totale
bestedingen aan vakanties stegen tot € 16 miljard.
Online travel agencies, reisbureaus en touroperators profi-
teren van de toegenomen (zakelijke) reislust. De branche-
omzet steeg tot en met september 2015 met 19%. Geopoli-
tieke gebeurtenissen gooien voor bepaalde bestemmingen
wel regelmatig roet in het eten. Onrust in Griekenland en
terrorisme in bijvoorbeeld Egypte schaadden in 2015 al dan
niet tijdelijk de omzet, zeker van specialisten. Dergelijke
geopolitieke risico’s blijven ook in 2016 van invloed op het
succes. De zakenreismarkt profiteert van de verdere econo-
mische groei en toenemende handel buiten Europa.
Aantal vakanties groeit naar niveau 2008 Aantal ondernomen vakanties in miljoenen
Pakketreizen duurder, omzet touroperators
weer in de lift Ontwikkeling in procenten t. o. v. voorgaande jaar
Bron: TravMagazine
Bron: NBTC-NIPO, * ramingen ING Economisch Bureau
Reisbranche
TUI veruit grootste reisbedrijf
Grootste reisbedrijven naar omzet en werknemers in 2014
Bron: CBS
In 2016 neemt het aantal vakanties van Ne-
derlanders naar verwachting met 2% toe
tot 35,8 miljoen. Hoger consumentenver-
trouwen en hogere besteedbare inkomens
zorgen voor deze groei.
De omzetten van de reisbranche stijgen
sterk. Online travel agencies, touroperators
en reisbureaus profiteren van het herstelde
consumentenvertrouwen.
De zakenreismarkt trekt aan, door econo-
misch positieve ontwikkelingen waardoor
het zakenreizen weer gestimuleerd wordt.
33
34
35
36
37
-16
-11
-6
-1
4
9
14
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Prijs pakketreis
Omzet touroperators
ING Economisch Bureau 20 Ondernemen in 2016 / december 2015
Softwaresector groeit door in 2016
Sterke omzetgroei krijgt vervolg in 2016 De software en services sector is vanaf 2014 in een nieuwe
groeifase terecht gekomen. In 2015 groeit de omzet met
8% opnieuw sterk. Bedrijven investeren in software, ook al
omdat software een steeds groter deel vormt van hun pro-
ducten en diensten. Verschillende ontwikkelingen stuwen
de vraag naar software, waarbij de adoptie van de cloud
een centrale rol speelt. Het is daarom vooral de groei van
software die gebruikt wordt in de (private) cloud (SaaS) die
sterk is. De zogenoemde ‘on premise’ software boet juist
aan belang in. In 2016 gaat deze ontwikkeling verder waar-
door de omzet van de software en services sector in 2016
naar verwachting opnieuw met 8% stijgt.
Er is binnen de sector wel een duidelijk onderscheid tussen
de prestaties van software inclusief nauw hieraan verwante
diensten als ontwikkeling enerzijds en de overige diensten
anderzijds. De vraag naar consultants loopt namelijk steeds
verder terug nu de automatisering zelfs steeds meer geau-
tomatiseerd verloopt. Bovendien wordt in de publieke sec-
tor nog altijd gesneden in advies, inhuur en projecten.
Daarnaast blijft er concurrentie uit lage lonen landen. Zo
verschuift de vraag steeds meer in de richting van techno-
logie (software, platformen, infrastructuur).
De nieuwe groeifase van de software en ser-
vices sector resulteert sinds 2014 in omzet-
groei van minimaal 5%.
Drijvende kracht achter de groei zijn de in-
vesteringen van bedrijven en overheden in
de cloud, waardoor de vraag naar software
as as service (SaaS) bijvoorbeeld toeneemt.
Deze cloud trend zorgt samen met enkele
andere ontwikkelingen in 2016 voor omzet-
groei. Met 8% komt de toename op een met
2015 vergelijkbaar niveau uit.
IT consultancy diensten kampen met vraag-
uitval, met name omdat de automatisering
steeds meer zelf geautomatiseerd wordt.
Omzet blijft hard groeien Ontwikkeling t.o.v. jaar eerder in procenten
Bestedingen aan cloud software groeien sterk Bestedingen in miljarden euro’s en groei
Bron: Marktmonitor ICT
Bron: CBS, * ramingen ING Economisch Bureau
Software en services sector
Groeidrivers in software &services
Cloud
Mobile
Social
Analytics (Big Data)
Beveiliging
-6
-3
0
3
6
9
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
-
1
2
3
4
5
6
2013 2015
Lokaal Cloud
+ 1%
+ 62%
Industrie
Voedingsmiddelenindustrie
Chemie
Rubber en kunststofindustrie
Metaalbewerking
Elektrotechnische industrie
Machinebouw
Transportmiddelenindustrie
Grafische industrie
ING Economisch Bureau 22 Ondernemen in 2016 / december 2015
2014 2015 2016
Industrie totaal 1,1% 1,0% 1,0%
Voedingsmiddelen 2,1% 1,7% 1,2%
Chemie -0,6% -3,5% 1,0%
Rubber– en kunststof 3,4% 2,5% 0,0%
Metaalbewerking 1,2% 1,5% 1,0%
Elektrotechnisch 1,5% 3,5% 1,0%
Machinebouw 5,3% 0,0% 0,0%
Transportmiddelen 3,3% 6,5% 2,5%
Grafisch 1,7% -2,5% 0,0%
Gematigde groei voor industrie
Na een sterke eerste helft van 2015 staat
de groei van de industrie onder druk. Over
heel 2015 wordt een productietoename van
1% verwacht. Ook voor 2016 wordt een ge-
matigde groei (1%) verwacht.
De export was lange tijd de steun voor de
industrie, maar de ontwikkeling van de ex-
portorders suggereren dat deze steun af-
neemt.
De relatief lage prijzen van onder meer olie
en metalen brengt een belangrijk deel van
de Nederlandse industrie wat meer winst-
marge. Dit biedt enige (extra) ruimte voor
toekomstgerichte investeringen.
Steun export valt weg voor industrie Orders (> 50 = groei)
Bron: CBS, ramingen ING Economisch Bureau
Industrie
“Inzet van technologie is essentieel om
voorop te lopen. Maak tijd vrij om los te
komen van de dagelijkse hectiek en
zoek een antwoord op de vraag: wat
betekent nieuwe technologie voor mijn
bedrijf?” Arnold Koning,
Sectormanager Industrie
Voorlopig beperkte groei voor industrie De stijgende lijn die de Nederlandse industrie tot medio
2015 te pakken had, is in het derde kwartaal gekeerd. Met
name de groeivertraging in China en van de Duitse indu-
strie zorgt voor afzwakking bij de Nederlandse industrie.
De gunstigere omstandigheden op de binnenlandse
markt kunnen dit niet compenseren. De productiegroei
over heel 2015 komt naar verwachting uit op 1%. In 2016
zet dit tempo zich naar verwachting door.
Groei maakindustrie in lagere versnelling De voedingsindustrie is een stabiele groeier, terwijl de
chemische industrie juist in moeilijk vaarwater zit, vanwe-
ge de hoge mate van concurrentie op de wereldmarkt. De
derde belangrijke pijler van de Nederlandse industrie, de
maakindustrie, kende tot medio 2015 een behoorlijke
groei. Vooral de machinebouw doet nu echter een stapje
terug. In het derde kwartaal lag de productie bijna 7%
lager dan in het tweede kwartaal. Omdat daarnaast toe-
leveranciers aan de olie– en gassector de vraag fors heb-
ben zien terugvallen, blijft de groei van de industrie als
geheel beperkt.
Bron: * berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. NEVI, CBS
40
45
50
55
60
65
2014 2015
Exportorders Binnenlandse orders*
Verwachte productieontwikkeling industrie
ING Economisch Bureau 23 Ondernemen in 2016 / december 2015
Stabiele groei voedingsmiddelenindustrie
Volumegroei met aanhoudende prijsdruk De Nederlandse voedingsindustrie weet het groeitempo
redelijk vast te houden. De sector is van nature weinig ge-
voelig voor economische schommelingen. Desalniettemin
biedt de verdere koopkrachtverbetering bij consumenten
wel kansen voor omzetgroei in het luxere segment.
Export trekt de kar De binnenlandse omzet staat de laatste jaren door lagere
afzetprijzen onder druk. Aan de exportkant weet de sector
echter beduidend hogere volumes te verkopen, waardoor
de omzet stijgt, ondanks gemiddeld lagere verkoopprijzen.
Zuivel blijft een sterk exportproduct, met in 2015 zelfs zo’n
30% groei richting Noord– en Zuid-Amerika. De zwakkere
euro t.o.v. de dollar heeft hierbij zeker geholpen.
Export stuwt groei voedingsindustrie Index 2010=100
Productie voedingsindustrie groeit gestaag Index 2010=100
Bron: CBS
Bron: CBS
Voedingsmiddelenindustrie
Met een productie-aandeel van bijna 20% is
de voedingsmiddelenindustrie een belang-
rijke pijler van de Nederlandse industrie.
Met een verwachte groei van ruim 1% in
2016 ligt de productie circa 10% boven het
niveau van 2010. De sector groeit hiermee
harder dan de industrie als geheel (+6% ten
opzichte van 2010).
Voor de meeste segmenten, waaronder
vlees, zuivel en aardappelen worden in 2016
stijgende prijzen verwacht. Hogere inkoop-
prijzen kunnen de marges van de industrie
gaan drukken.
95
100
105
110
115
2014 2015
100
105
110
115
120
125
130
2014 2015
Omzet binnenland Omzet buitenland
ING Economisch Bureau 24 Ondernemen in 2016 / december 2015
Enig herstel lonkt voor chemie
Export groeit wel De Nederlandse chemiesector bevindt zich nog altijd in
uitdagende omstandigheden. De kostprijsverschillen
(energie) t.o.v. de VS en het Midden-Oosten zijn niet zo-
maar te veranderen en creëren met name op de wereld-
markt een lastige concurrentiepositie. Desalniettemin weet
de sector haar buitenlandse omzet in 2015 wel te laten
groeien ten opzichte van 2014 (+4%).
Voor 2016 wordt beperkt herstel verwacht. De Europese
economie ontwikkelt zich redelijk, maar investeringen en
industriële productie nemen nog weinig toe. Voor de che-
mie, als ‘industrie van de industrie’, betekent dit een klein
herstel (+1%) na een moeilijk jaar (productie –3,5% in
2015).
Nog geen productiegroei in chemie Index 2010=100
Export chemie groeit wel in 2015 Exportwaarde, in miljarden euro’s
Bron: CBS
Chemie
Bron: CBS
Met een krimp van circa 3,5% is ook 2015
een moeilijk jaar voor de chemiesector. De
krimp lijkt echter verleden tijd: in 2016
wordt gerekend op een groei van 1%.
De Nederlandse chemie heeft een sterke
positie binnen Europa, maar investeringen
van de mondiaal opererende chemiecon-
cerns zijn nog altijd veelal gericht op de VS,
Midden-Oosten en Azië.
Hoewel de concurrentiepositie op de we-
reldmarkt nog altijd lastig te noemen is, bie-
den de lagere olieprijs en eurokoers ver-
zachting. 80
90
100
110
120
2014 2015
8
9
10
11
12
13
14
2014 2015
ING Economisch Bureau 25 Ondernemen in 2016 / december 2015
Groei ebt weg na sterke periode
Productie stabiliseert in 2016 na 2,5% groei in 2015 De rubber– en kunststofindustrie kende een goede periode
tussen medio 2014 en medio 2015. Zowel de wereldecono-
mie groeide goed, terwijl in het binnenland het herstel in de
bouwsector gestalte kreeg. Op de binnenlandse afzet blijft
de bouw een belangrijke afnemer.
Dit gunstige tij is enigszins gekeerd. Binnenlands gaat het
nog redelijk, maar afzwakking van de economie in opko-
mende markten zorgt direct en indirect (vooral via de Duit-
se industrie) voor minder goede perspectieven. Begin derde
kwartaal gaf bijna een kwart van de bedrijven aan
‘onvoldoende vraag’ als belangrijkste productiebelemme-
ring te zien. Een half jaar eerder was dit nog zo’n elf pro-
cent. Hoewel het jaar 2015 nog circa 2,5% groei zal laten
zien, zwakt dit af tot naar verwachting 0% in 2016.
Buitenland steunpilaar voor omzet Index 2010=100
Productie valt terug in derde kwartaal Index 2010=100
Bron: CBS
Bron: CBS
Rubber– en kunststofindustrie
Van medio 2014 tot medio 2015 ging het
voor de wind in de rubber– en kunststofin-
dustrie. De tweede helft van 2015 toont een
duidelijke verzwakking, maar over het jaar
blijft een productiegroei van 2,5% over.
In belangrijke afzetmarkt Duitsland staat de
industriële groei al enige tijd onder druk.
Mede door de economische afzwakking in
opkomende economieën zal dit voorlopig
niet of nauwelijks herstellen. Dit raakt ook
de Nederlandse rubber– en kunststofindu-
strie. Voor 2016 is de verwachting dat de
productie stabiel blijft.
95
100
105
110
115
2014 2015
80
90
100
110
120
130
140
2014 2015
Omzet binnenland Omzet buitenland
ING Economisch Bureau 26 Ondernemen in 2016 / december 2015
2014-2016: drie jaren met lichte groei
Metaalsector groeit beperkt De metaalbewerkende industrie is een gefragmenteerde
markt waarin relatief veel kleine bedrijven actief zijn. Van
de totale industriële productie neemt de branche ongeveer
6% voor haar rekening. Dit terwijl bijna 18% van de industri-
ële bedrijven actief is in de metaalbewerking.
De Nederlandse metaalsector was lange tijd sterk afhanke-
lijk van het binnenland (circa 70% van de omzet). Indirect
gingen producten wel naar het buitenland, maar steeds
meer weet de sector direct buitenlandse klanten te bedie-
nen. Tegelijkertijd betekent dit dat de sector nu de terug-
gang in de Duitse en Aziatische industrie voelt. Juist de
binnenlandse markt, in het bijzonder de bouwsector, zorgt
nu voor enige ondersteuning voor de groei. Per saldo blijft
er een verwachte productiegroei in 2016 over van 1%.
Productiegroei metaalbewerking valt stil Index 2010=100
Binnenlandse afzet blijft op laag niveau Index 2010=100
Bron: CBS
Metaalbewerking
Bron: CBS
De metaalbewerking heeft haar van ouds-
her binnenlandse focus losgelaten en de
afgelopen jaren een flinke exportgroei gere-
aliseerd.
De productie ontwikkelt zich licht positief.
De binnenlandse economie (bouw) biedt
enige steun. Het buitenland, in het bijzonder
de Duitse afzetmarkt, tempert de groeiver-
wachtingen enigszins.
De groei van de sector is te beperkt om de
concurrentie– en prijsdruk te doen vermin-
deren. Wel bieden lage grondstofprijzen van
metalen enige lucht aan inkoopzijde. 95
100
105
110
2014 2015
80
90
100
110
120
130
140
2014 2015
Omzet binnenland Omzet buitenland
ING Economisch Bureau 27 Ondernemen in 2016 / december 2015
Lagere groei na goed 2015
Buitenland trekt de kar voor elektro-industrie De elektrotechnische industrie is een belangrijke pijler van
de industrie (productie-aandeel ruim € 33 miljard, 11% van
totale industrie) en de grootste tak binnen de technolo-
gische (maak)industrie. Circa 70% van de productie is be-
stemd voor export, en vooral die afzet gaat goed. Echter,
de afzwakking van de Duitse industrie en van investeringen
in China wordt ook gevoeld door de elektrotechnische indu-
strie. De productie valt daardoor wat terug, waarbij herstel
in de loop van 2016 wordt verwacht. De productiegroei over
heel 2016 wordt op 1% geraamd.
Buitenland steunpilaar voor elektro-industrie Index 2010=100
Productie valt terug na sterke groei Index 2010=100
Bron: CBS
Bron: CBS
Elektrotechnische industrie
Eindfabrikant vraagt meer van elektro-industrie Bedrijven in de elektrotechnische industrie opereren vaak
als toeleveranciers in de high-tech keten. Belangrijke eind-
fabrikanten in de machine– en installatiebouw en trans-
portmiddelenindustrie leggen steeds meer verantwoorde-
lijkheden bij haar toeleveranciers. Dit betekent dat deze
bedrijven meer en meer in staat moeten zijn om product-
vernieuwing te kunnen brengen. Toeleveranciers hebben op
hun specifieke terrein dikwijls meer kennis dan de eindfabri-
kant. Proactief opereren en betrokkenheid vroeg in ontwik-
kelprocessen zorgen voor de echte toegevoegde waarde
naar klanten.
De elektrotechnische industrie kent een
goede periode vanaf het tweede kwartaal
van 2014. Inmiddels valt de groei wat terug
maar voor heel 2015 blijft een groei over
van circa 2,5%.
De sector exporteert veel en is daardoor in
belangrijke mate afhankelijk van ontwikke-
lingen in onder meer de Duitse en Aziati-
sche economie. De groeivertraging hier
zorgt voor een lagere productietoename in
2016, van naar verwachting 1%.
Veel elektrotechnische bedrijven opereren
als toeleverancier en zullen meer verant-
woordelijkheid en investeringen (zoals in
kwaliteit, ketenaansprakelijkheid en innova-
tie) moeten dragen om de juiste partij voor
eindfabrikanten te blijven.
95
100
105
110
115
2014 2015
80
100
120
140
160
2015 1e kw. 2015 2e kw 2015 3e kw
Omzet binnenland Omzet buitenland
ING Economisch Bureau 28 Ondernemen in 2016 / december 2015
Machinebouw maakt pas op de plaats
Krimp in derde kwartaal vaagt goede start weg De machinebouw maakt pas op de plaats na een flinke
groei in 2014 van ruim 5%. De verwachting is dat het pro-
ductieniveau in 2015 en 2016 op het niveau van 2014 blijft
hangen. Bedrijven investeren weliswaar, maar prioriteiten
liggen vooral bij ICT. Bovendien groeit de vraag in eind-
markten - zeker in Europa - niet hard, waardoor investerin-
gen in uitbreiding van productiecapaciteit beperkt zijn.
Daarbovenop komt de afzwakking van de wereldeconomie,
mede door een groeivertraging in China, die ook de export
onder druk zet.
Steun export valt weg voor machinebouw Index 2010=100
Productie machinebouw valt flink terug Index 2010=100
Bron: CBS
Bron: CBS
Machinebouw
Diensten naast de machine voor lange termijn groei De perspectieven op langere termijn blijven gunstig voor de
machinebouw. Nederlandse bedrijven onderscheiden zich
met hoogtechnologische producten en zijn vaak wereldwijd
actief. Tal van mondiale uitdagingen, denk aan voedsel– en
energievoorziening, zorg of mobiliteit, bieden kansen ge-
noeg voor deze industrietak. Wel verandert het ‘product’
waarmee geld verdiend kan worden. Naast de machine
zullen diensten aan belang winnen. Onderhoud is hierbij
een vanzelfsprekende, waarbij nieuwe technologieën
(Internet of Things, big data) kunnen zorgen voor een vele
malen efficiëntere inzet van zowel mens als machine. Hier-
bij is het zaak voor fabrikanten primair te denken vanuit de
klantbehoefte. De technisch beste machine hoeft niet de
beste machine voor klanten te zijn.
De tweede helft van 2015 laat een duidelijke
productie-afname zien voor de machine-
bouw, vooral omdat investeringen in opko-
mende economieën onder druk staan.
De verwachte jaargroei valt terug van ruim
5% in 2014 naar 0% in 2015. Ook over 2016
wordt een stabilisatie van de productie ver-
wacht.
De perspectieven op langere termijn voor de
machinebouw blijven gunstig. Met een hoge
complexiteit en lage productievolumes zijn
machines bij uitstek producten waarmee
Nederlandse bedrijven op de wereldmarkt
kunnen concurreren.
100
105
110
115
2014 2015
80
90
100
110
120
130
140
2014 2015
Omzet binnenland Omzet buitenland
ING Economisch Bureau 29 Ondernemen in 2016 / december 2015
Buitenland zorgt voor verdere groei
Prille omzetgroei zet vanwege tegenslag niet door De productiegroei bij VDL Nedcar geeft de transportmidde-
lenindustrie een mooie duw in de rug. De start van de pro-
ductie van een tweede model zorgt voor verdere productie–
en banengroei. Tegelijkertijd zorgt deze wederopstanding
van de auto-industrie voor een diverser karakter van de
Nederlandse transportmiddelenindustrie. Andere belangrij-
ke producten zijn vrachtwagens, bussen, fietsen en boten.
Deze laatste productcategorie, goed voor een omzet in
2014 van naar schatting € 5 miljard, krijgt wel een knauw
vanuit olie– en gasgerelateerde activiteiten. Investeringen
in offshore olie– en gasactiviteiten staan op een bijzonder
laag pitje door de lage olieprijs. Het effect van de lage olie-
prijs reikt echter verder, omdat overheidsfinanciën van gro-
te olielanden onder druk staan. Grote investeringen in
transportmiddelen (boten/bussen) komen in die landen
vaak vanuit publieke hoek.
Productie blijft goed na flinke groei in 2014 Index 2010=100
Buitenland brengt sector groei Index 2010=100
Bron: CBS
Transportmiddelenindustrie
Bron: CBS
De productiegroei bij VDL Nedcar geeft een
belangrijke impuls aan de transportmidde-
lenindustrie. In 2015 groeit de sector met
circa 6,5%. Voor 2016 wordt een groei van
2,5% voorzien.
Naast auto– en bussenproductie bij VDL
kent Nederland nog altijd een miljardenpro-
ductie in scheepsbouw en vrachtwagens.
De binnenlandse omzet blijft hangen op een
niveau van 65% t.o.v. 2010. Het geeft aan
dat binnenlandse investeringen in kapitaal-
goederen maar moeilijk herstellen. 100
105
110
115
120
125
2014 2015
50
100
150
200
2014 2015
Omzet binnenland Omzet buitenland
ING Economisch Bureau 30 Ondernemen in 2016 / december 2015
Omzetdruk blijft bij sector in transitie
Omzetdruk zet bedrijven in beweging De jarenlange omzetdruk die de sector teistert, is nog niet
ten einde. Sinds 2007 is de omzet ruim 40% afgenomen,
ondanks een positieve ontwikkeling van de buitenlandse
omzet. Dit beeld zal in 2016 niet veel anders zijn en zal de
sector verder veranderen. Lastige factor voor individuele
bedrijven is dat de financiële weerbaarheid vaak beperkt is
en de investeringen die nodig zijn om een nieuwe strategie
uit te voeren direct de juiste moeten zijn. Een andere ont-
wikkeling die voorlopig zal blijven, is het samengaan van
bedrijven. Schaalgrootte is een vereiste voor het reguliere
drukwerk, waarbij backoffices zoveel mogelijk worden sa-
mengevoegd. Voor gezonde groei moet echter de
‘voorkant’ van het bedrijf op orde zijn: klantspecifieke oplos-
singen - steeds vaker in een digitale en online-omgeving -
en flexibiliteit zijn hierbij de belangrijkste succesfactoren.
Productie herstelt licht na terugval in 2014 Index 2010=100
Buitenlandse omzet verzacht de pijn enigszins Index 2010=100
Bron: CBS
Grafische industrie
Bron: CBS
Omzetdruk is nog altijd actueel in de sector.
In 2015 is de omzet met rond de 7% ge-
daald.
Het geeft aan dat overcapaciteit onvermin-
derd aanwezig is en de financiële weerbaar-
heid van de sector gemiddeld niet op peil is.
Tegelijkertijd zijn er bedrijven die juist groei-
en. Dit kan in specifieke segmenten zijn zo-
als verpakkingsdrukwerk of bij ondernemers
die een succesvolle transitie van print naar
digital hebben gemaakt. In de online en di-
gitale markt zijn ook de nodige startups te
zien. 90
95
100
105
110
2014 2015
50
70
90
110
130
150
2014 2015
Omzet binnenland Omzet buitenland
Bouw
Woningbouw
Utiliteitsbouw
Infrasector
Installatiebranche
Onderhoud, herstel en verbouw
Commercieel vastgoed
ING Economisch Bureau 32 Ondernemen in 2016 / december 2015
Bouwproductie groeit voor derde jaar op rij
In 2016 groeit de bouwproductie naar ver-
wachting met vier procent.
In de loop van 2015 is de groei van de ver-
koop van nieuwbouw en het aantal afgege-
ven vergunningen gestagneerd. De lange
doorlooptijden van projecten zorgen er ech-
ter voor dat de woningbouw ook in 2016 de
groeimotor van de bouw is.
Door de beëindiging van het lage btw-tarief
was er halverwege 2015 een tussensprint in
de omzetten. De opgeleefde woningmarkt
blijft echter ook in 2016 zorgen voor veel
verbouwopdrachten.
In de utiliteitsbouw en de infrasector is het
herstel nog beperkt.
Vertrouwensindicator bouw flink gestegen % saldo pos. -/- neg. antwoorden seizoensgecorrigeerd
Bron: Europese Commissie
Bouw
“Technologische vernieuwingen, zoals
BIM, bieden mogelijkheden om efficiënt
samen te werken. Dat is dé manier om
het huidige nog ontoereikende rende-
ment in de bouw structureel te verbete-
ren.”
Jan van der Doelen,
Sectormanager Bouw en Vastgoed
Bouwers weer optimistisch In het derde kwartaal van 2015 kromp de bouwproductie
met twee procent ten opzichte van het vorige kwartaal. De
beëindiging van het lage btw-tarief per juni 2015 was hier
debet aan. Door het sterke begin in 2015 stijgt de bouwpro-
ductie naar verwachting over geheel 2015 wel met zes pro-
cent. Aannemers zijn (per saldo) ook voor het eerst sinds
2008 weer optimistisch gestemd. Het herstel van de infra-
sector en de bouw van nieuwe bedrijfsgebouwen blijft nog
duidelijk achter. Het is dan ook vooral de nieuwbouw van
woningen die door de aangetrokken woningmarkt de kar
trekt. Ook in 2016 leidt dit tot een verdere groei van de
bouwproductie.
2016: Derde jaar van groei bouwproductie Naar verwachting groeit de bouwproductie in 2016 met 4%.
Hierdoor neemt het volume voor het derde jaar op rij toe.
De krimp van de recessie is hierdoor eind 2016 voor circa de
helft goedgemaakt.
-60
-40
-20
0
20
40
2005 2007 2009 2011 2013 2015
Productie afgelopen 3 mnd Vertrouwen Bouw
2016 2014 2015
Totaal bouw 4,0% 3,1% 6,0%
Woningen & bedrijfsgebouwen (B&U) 6,0% 2,2% 9,0%
Aantal nieuwbouwwoningen 53.000 44.040 47.000
Infrasector 2,0% 3,5% 2,5%
Installatie, afwerking & sloop 3,7% 5,0% 2,5%
Gerelateerde sectoren:
Bouwmaterialenindustrie 1,1% 5,0% 2,5%
Architecten & ingenieurs 3,4% 3,0% 2,0%
Ontwikkeling Bouwproductie (% j.o.j.)
Bron: CBS en ramingen ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau 33 Ondernemen in 2016 / december 2015
Temporisering verkoop nieuwbouw
Sterke groei afgegeven vergunningen voorbij Het aantal afgegeven vergunningen is door de aantrekken-
de woningmarkt tussen eind 2013 en de zomer van 2015
flink gestegen. Sindsdien stabiliseert echter de afgifte van
de vergunningen. Een gebrek aan nieuwe bouwlocaties
maar ook bouwbedrijven die een gecontroleerde groei wil-
len doormaken lijken hiervoor de belangrijkste oorzaken.
Gemiddeld ligt er anderhalf tot twee jaar tussen de vergun-
ningverlening en voltooiing van een woning. Hierdoor ver-
wacht ING Economisch Bureau dat het aantal gerealiseerde
woningen in 2016 wel nog verder stijgt naar 53.000 van
47.000 in 2015.
Verkopen nieuwbouw en orderboeken stabiliseren
op hoger niveau Door de opgeleefde woningmarkt is ook de verkoop van
nieuwbouwwoningen flink aangetrokken. In de eerste tien
maanden van 2015 werden er ruim 25.000 nieuwbouwwo-
ningen verkocht. Dit aantal ligt op het pré-crisis niveau van
begin 2008. In 2015 is het aantal verkochte nieuwbouwwo-
ningen echter niet meer verder gestegen. Gecorrigeerd
voor seizoensinvloeden liggen de verkopen in het najaar op
ongeveer hetzelfde niveau als begin 2015, terwijl de ver-
koop van bestaande woningen wel bleef toenemen. Een
soortgelijke ontwikkeling maakt de voorraad werk bij wo-
ningbouwers door. Deze steeg van 5,5 maand in de zomer
van 2013 naar 7,9 maand in maart 2015 en stabiliseerde
daarna (oktober 7,9 maand).
Ook in 2016 is de woningnieuwbouw de
groeimotor van de bouw.
De aangetrokken woningmarkt heeft ge-
zorgd voor een toename van verkochte
nieuwbouw. Deze woningen worden
(gedeeltelijk) in 2016 gerealiseerd.
De enorme groei van bouwvergunningen,
orderboeken en verkopen van nieuwbouw
stabiliseerde in de tweede helft van 2015.
De eerdere toename zorgt in ieder geval in
2016 nog voor een flinke stijging van de wo-
ningbouwproductie.
ING Economisch Bureau verwacht 53.000
afgebouwde nieuwbouwwoningen in 2016.
Einde groei verkoop nieuwbouwwoningen Aantal verkopen seizoensgecorr. 3 mnds voortschr.
Afgifte vergunningen woningbouw stabiliseert 12 mnds voortschrijdend gemiddelde in aantallen
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Bron: NVB en CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Woningbouw
0
1.000
2.000
3.000
4.000
0
2.500
5.000
7.500
10.000
12.500
15.000
17.500
20.000
2007 2009 2011 2013 2015
Bestaande woningen (l. as) Nieuwbouw (r. as)
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
2005 2007 2009 2011 2013 2015
Vergunningen Afgebouwde nieuwbouwwoningen
ING Economisch Bureau 34 Ondernemen in 2016 / december 2015
Nog geen herstel utiliteitsbouw
Utiliteitsbouw: orderboeken herstellen nog niet In de utiliteitsbouw is het herstel nog niet structureel. Inves-
teringen in bedrijfsgebouwen namen in de eerste helft van
2015 licht toe maar daalden weer in het derde kwartaal
2015. Orderboeken van utiliteitsbouwers zijn ook nog niet
beter gevuld. In oktober 2015 was de werkvoorraad 7,2
maanden. Dit is gelijk aan januari 2015. Ook de waarde van
de afgegeven bouwvergunningen neemt bij de bedrijfsge-
bouwen (nog) niet toe. In het derde kwartaal 2015 lag de
waarde van de afgegeven vergunningen voor bedrijfsge-
bouwen zes procent onder het niveau van dezelfde periode
in 2014. De vraag naar logistiek vastgoed op de belangrijk-
ste knooppunten is hierop een uitzondering door de toene-
mende vraag vanuit e-commerce. In zogenaamde built-to-
suit developments worden voor de eindgebruiker logistieke
panden op maat ontwikkeld.
Geen toename vergunningen bedrijfsgebouwen 12 mnds voortschr. gemiddelde in € mln per kwartaal
Lichte daling investeringen in bedrijfsgebouwen Investeringen in bedrijfsgebouwen in € mld per kwar-
taal (seizoensgecorrigeerd)
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Utiliteitsbouw
Structureel minder vraag naar bedrijfsgebouwen Bedrijven zitten na de crisis nog ruim in hun jas en structu-
rele veranderingen zoals e-commerce en “Het Nieuwe Wer-
ken” zorgen voor een dalende vraag naar nieuwe winkel-
vloeren en kantoren. Investeringen in bedrijfsgebouwen zijn
ook laat cyclisch. Bedrijven investeren vaak eerst in hard-
ware, software, machines en het wagenpark voordat zij het
bedrijfspand uitbreiden of vervangen. Als eenmaal toch een
besluit genomen wordt voor uitbreiding van het bedrijfs-
pand dan duurt het door onder andere vergunningverlening
ook nog enige tijd voordat aan de bouw begonnen wordt.
Hierdoor zal de productie in de utiliteitsbouw in 2016 nau-
welijks boven het niveau van 2015 uitkomen.
Investeringen in bedrijfsgebouwen zijn laat-
cyclisch. Bedrijven zitten na de crisis nog
steeds ruim in hun jas.
Een afnemende waarde van afgegeven
bouwvergunningen voor bedrijfsgebouwen
en stabiliserende orderboeken wijzen voor
2016 nog niet op herstel van het bouwvolu-
me van utiliteitsbouwers.
Uitzondering is de bouw van logistiek vast-
goed. Daar is door onder andere e-
commerce grote vraag naar moderne logis-
tieke panden.
De vraag naar nieuwe winkels neemt struc-
tureel af door e-commerce. “Het Nieuwe
Werken” drukt de vraag naar nieuwe kanto-
ren.
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
1.600
2005 2007 2009 2011 2013 2015
0
1
2
3
4
5
6
7
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
ING Economisch Bureau 35 Ondernemen in 2016 / december 2015
Lichte groei in infrasector
Vooral natte waterbouw laat omzet groeien
In de eerste drie kwartalen van 2015 groeide de omzet van
bedrijven die actief zijn in de infrasector met 1,5%. Deze
groei kwam vooral tot stand bij de natte waterbouw en
overige civieltechnische diensten. Dit komt onder andere
doordat baggeraars het goed deden en grote internationa-
le opdrachten binnenhaalden, zoals de aanleg van het
tweede Suezkanaal. Ook de waterbouwprojecten in Neder-
land uit het Deltafonds namen toe. De omzet van buizen-
en kabelleggers daalde in deze periode, maar zal in 2016
licht stijgen door de aantrekkende nieuwbouw van wonin-
gen. De omzet van wegenbouwers is al enkele jaren stabiel.
Lagere overheden bezuinigen op infrastructuur en vooral
op uitgaven aan wegen wordt bespaard. Al jaren daalt ook
de groei van het wegennet. Zo kwam er in Nederland in
2002 nog meer dan 1.000 kilometer weg bij. In 2014 is dit
gedaald tot 400 kilometer.
Vertrouwen infrabouwers blijft negatief Saldo positieve & negatieve antwoorden
Flinke omzetstijging natte waterbouw Omzetontwikkeling (% j.o.j.)
Bron: CBS
Bron: Europese Commissie
Infrasector
Lichte groei in 2016
Voor het eerst sinds jaren is het vertrouwen van infrabedrij-
ven lager dan dat van B&U-bouwbedrijven. Bezuinigingen
van de overheid zorgen voor een kleinere opdrachten-
stroom. Over het algemeen zijn infrabedrijven echter min-
der getroffen door de recessie dan in de B&U-sector en
hierdoor is het vertrouwen de afgelopen jaren wel redelijk
stabiel gebleven. Een aantrekkende woningbouw in de B&U
sector zorgt ook voor weer meer bouw van (toegangs)
wegen in nieuwe woonwijken. De beperkte omzetgroei bij
ingenieurs duidt als voorlopende indicator ook op lichte
groei. Voor 2016 verwacht ING Economisch Bureau daarom
toch een volumegroei van twee procent voor de infrasector.
De aantrekkende woningbouw in 2015 laat
de vraag naar nieuwe toegangswegen weer
toenemen.
Bouwbedrijven actief in de infrasector zijn
nog steeds niet optimistisch gestemd.
Lagere overheden blijven besparen op on-
derhoud van wegen.
Naar verwachting groeit het volume van de
infrasector in 2016 met twee procent.
-60
-40
-20
0
20
40
2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015Infrasector B&U sector
-20%
0%
20%
40%
60%
(Spoor)wegen &
tunnels
Buizen- &
kabelleggers
Natte waterbouw
& overigecivieltech.
2013 2014 2015 tm q3
ING Economisch Bureau 36 Ondernemen in 2016 / december 2015
Omzetgroei installateurs in 2016
Omzetstijging bij installateurs in 2016 De afhankelijkheid van de B&U-sector zorgt er voor dat
installatiebedrijven in 2015 hun omzet flink zagen stijgen.
De omzetstijging was echter wel kleiner dan van de totale
bouw. Dit komt doordat de installatiebranche voor een
groot deel afhankelijk is van de minder conjunctuurgevoeli-
ge onderhoud- en renovatiemarkt. In het derde kwartaal
2015 liet de installatiebranche wel een lagere omzetgroei
zien doordat het lage btw-tarief in juli 2015 werd beëindigd.
Vooral groei door meer nieuwbouw woningen Voor 2016 verwacht ING Economisch Bureau een verdere
stijging van de omzet in de installatiebranche. Het zijn voor-
al installatiebedrijven die afhankelijk zijn van de woning-
bouw die positief zijn. Voor de utiliteitsbouw verwachten
installateurs vooral opdrachten voor onderhoud. De ontwik-
keling van de orderportefeuilles voor de infra is het meest
gematigd. Net als in de rest van de bouw is er in de installa-
tiebranche nog wel steeds overcapaciteit, waardoor de
prijzen onder druk blijven staan.
Belang van de installateur neemt toe Door de toename van installaties en complexiteit in gebou-
wen neemt het belang van de installateur in het bouwpro-
ces de komende jaren toe. Door in te spelen op trends als
domotica, energiebesparing, luxer sanitair en vergrijzing
kunnen installateurs ook de komende jaren verder aan ter-
rein winnen.
Vooral van nieuwbouw woningen verwachten installateurs fors meer opdrachten Marktverwachting orders installateurs
Lichte omzetgroei installateurs Omzetontwikkeling (% j.o.j.)
Bron: Uneto-VNI, bewerkt door ING Economisch Bureau
Installatiebranche
Bron: CBS
Voor 2016 wordt een groei van de omzet
verwacht.
Installateurs ontvangen vooral meer orders
van de nieuwbouw van woningen.
Het belang van installateurs in de bouw
neemt de komende jaren toe door steeds
meer technologie in gebouwen.
Er liggen voor installateurs kansen op het
gebied van het energiezuiniger maken van
gebouwen.
-20%-10% 0% 10% 20% 30% 40%
Nieuwbouw woningen
Onderhoud woningen
Nieuwbouw utiliteit
Onderhoud utiliteit
Nieuwbouw infra
Onderhoud infra
2015 IV2014 IV
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
2005 2007 2009 2011 2013 2015
B&U Installateurs
ING Economisch Bureau 37 Ondernemen in 2016 / december 2015
Aanhoudende lichte groei in onderhoud
Meer verbouwvergunningen bij woningbouw Het aantal afgegeven vergunningen voor herstel en ver-
bouw werkzaamheden aan woningen is in 2015 flink geste-
gen. De aantrekkende woningmarkt en het tijdelijke lage
btw-tarief heeft hierbij voor een stimulans gezorgd. De stij-
ging van het uiteindelijke aantal verbouwopdrachten kan
hoger zijn door het feit dat er per november 2014 minder
snel een vergunning nodig is voor uitbouwwerkzaamheden.
Net als bij de nieuwbouw komt het herstel volledig op het
conto van de woningbouw en blijft het aantal afgegeven
vergunningen in de utiliteitsbouw relatief constant.
Einde van stimulans verlaagd btw-tarief Het verlaagde btw-tarief op arbeid van verbouw en onder-
houd van woningen die ouder zijn dan twee jaar is op 1 juli
2015 beëindigd. Dit heeft voor kleinere bouwbedrijven voor
een duidelijke piek gezorgd in de omzetontwikkeling. Deze
steeg in het tweede kwartaal 2015 met bijna 10% ten op-
zichte van het vorige kwartaal. In het derde kwartaal 2015,
toen de btw weer verhoogd werd, daalde de omzet van
deze bedrijven weer flink naar het niveau van een jaar eer-
der. De aantrekkende woningmarkt zal ondanks de hogere
btw in 2016 zorgen voor meer herstel- en verbouwwerk-
zaamheden doordat nieuwe huiseigenaren vaak hun aan-
gekochte stulpje willen opknappen.
Toename verbouwvergunningen woningen 12 mnds voortschr. gemidd. vergunningen onderhoud
& herstel in € mln
Beëindiging laag btw leidde tot piekomzet klei-
ne bouwers Omzet B&U bouwers per kwartaal sei-
zoensgecorr. naar bedrijfsgrootte (index 2010=100)
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. NEVI, CBS
Onderhoud, herstel en verbouw
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
Naar verwachting groeit het productievolu-
me van de onderhoud, herstel en verbouw
sector in 2016 licht.
De herstel en verbouwmarkt profiteert van
de aantrekkende woningmarkt.
In de utiliteitsbouw neemt het aantal afge-
geven vergunningen voor herstel en ver-
bouw nog niet toe.
Het verlaagde btw-tarief heeft in het twee-
de kwartaal 2015 voor een piek in de om-
zetten gezorgd bij kleine bouwbedrijven.
Verduurzaming van de woningvoorraad en
transformatie van leegstaande kantoorpan-
den biedt de komende jaren kansen.
60
80
100
120
140
2010 2011 2012 2013 2014 2015
10-100 werkzame personen 1-10 werkzame personen
>100 werkzame personen
200
250
300
350
400
400
500
600
700
800
2005 2007 2009 2011 2013 2015
Utiliteitsbouw Woningen (r.as)
ING Economisch Bureau 38 Ondernemen in 2016 / december 2015
Vastgoedbeleggingsmarkt naar nieuw record
Aanvangsrendementen dalen De vastgoedbeleggersmarkt wordt gesteund door een posi-
tief sentiment onder beleggers en door een enorme hoe-
veelheid beschikbaar kapitaal. Buitenlandse partijen zien de
markt als relatief aantrekkelijk geprijsd. De rendementen
naderen hiermee die van de top van de markt in 2007. De
verwachting is dat de aanvangsrendementen in 2016 in
sommige gevallen ook onder zullen gaan duiken.
Logistiek vastgoed blijft hot De goede positie van Nederland als logistiek land en struc-
turele ontwikkelingen (zoals e-commerce) in de markt, dra-
gen bij aan de aanhoudende vraag naar modern logistiek
vastgoed op belangrijke knooppunten. De opnamecijfers
blijven naar verwachting ook in 2016 op een hoog niveau.
Lichte stijging opname kantoren De vraag naar kantoormeters blijft gericht op kwalitatief
goede (moderne) panden op multifunctionele en bereikba-
re locaties. De opname van kantoren is in 2015 licht geste-
gen. De leegstand blijft echter onverminderd hoog.
Vraag naar winkels van internationale retailers Winkeliers worden steeds meer geconfronteerd met het
veranderend gedrag van de consument. De groei in online
is vele malen groter dan die in fysieke winkels. Het overall
positieve beeld in de detailhandel vertaalt zich daarom niet
naar de winkelvastgoedmarkt. De vraag naar winkelruimte
wordt ook in 2016 naar verwachting met name gedreven
door internationale retailers die hun winkelketen willen
uitbreiden. Voor 2016 verwachten we, behalve op de toplo-
caties, geen huurgroei voor winkels.
Beleggingsvolume naar nieuw record
Beleggingsvolume commercieel vastgoed in mln € (12 mnds voortschrijdend gemiddelde)
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
2007 2009 2011 2013 2015
Flink opnameherstel bedrijfsruimten Opname x 1.000 m2 per kwartaal seizoensgecorrigeerd
Bron: CBRE, bewerkt door ING Real Estate Finance market research
Commercieel vastgoed
Bron: PropertyNL research, Bewerkt door ING Economisch Bureau
Veel beschikbaar kapitaal bij buitenlandse
beleggers duwt het beleggingsvolume in
Nederlands vastgoed naar een record.
Aanvangsrendementen voor de top van de
markt dalen door de grote interesse van be-
leggers tot onder die van 2007.
De vraag naar moderne logistieke ruimten
neemt toe door structurele ontwikkelingen
zoals e-commerce.
De opname van kantoren en winkels stijgt
nog nauwelijks.
Er is in toenemende mate sprake van een
tweedeling in de markt; met groeiende
(structurele) leegstand op meer secundaire
locaties. Op deze plekken dalen de huren
ook veelal.
0
200
400
600
800
1.000
1.200
2007 2009 2011 2013 2015
Du
ize
nd
en
Kantoren Bedrijfsruimtes Winkels
Wegtransport
Binnenvaart
Vervoer door de lucht
Logistieke dienstverlening
Transport en logistiek
ING Economisch Bureau 40 Ondernemen in 2016 / december 2015
Aanhoudende groei met accentverschuiving
De transport en logistieksector heeft de
vaart er in 2015 ingekregen. In 2016 kan het
groeitempo van 3% naar verwachting wor-
den vastgehouden.
Internationaal is het beeld wisselend posi-
tief. De logistieke vraag vanuit handelshui-
zen groeit sterker dan vanuit de industrie.
Tegelijkertijd ontwikkelt de behandeling en
belevering van consumentengoederen zich
nationaal en in de buurlanden gunstig.
De wegtransportsector profiteert het meest
van de aantrekkende economische groei in
Nederland. Structureel blijft logistieke
dienstverlening dé groeimarkt.
Transport en logistiek procyclisch Volume Transport en Logistiek versus de economie,
index 2008 = 100
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Transport & Logistiek
“In een aantrekkende markt verbetert
de winstgevendheid niet automatisch,
ook blijft verandering aandacht vragen.
Het is de kunst om dit snel te signaleren
en in de strategie te implementeren.”
Machiel Bode
Sectormanager Transport & Logistiek
Groei transport en logistieksector zet door De transport– en logistieksector heeft de vaart er ingekre-
gen. Door de diversiteit in opdrachtgevers is de sector als
geheel eind 2015 alweer 4% groter dan voor de economi-
sche crisis. Na het internationale herstel heeft terugkeer
van groei in de bouw en detailhandel voor versnelling ge-
zorgd. Volgend jaar zet de groei in transport en logistiek in
het zelfde tempo door (+3%). Door aanhoudend lagere
brandstofkosten en blijvende prijs– en efficiëntiedruk komt
de omzetgroei hier slechts licht bovenuit. Dit toont ook aan
dat tariefdruk in transport en logistiek van alle tijden is.
Voor margeverbetering is een hogere innovatiescore nodig.
Accentverschuiving maar over volle breedte groei Met de aantrekkende Nederlandse economie is het zwaar-
tepunt meer naar de binnenlandse logistieke vraag ver-
schoven. Vooral het wegvervoer plukt hier de vruchten van.
Internationaal is er meer volatiliteit, wat in de overzeese
logistieke relaties is te merken. Vanuit industriële verladers,
die vaak exporteren, zwakt de groei af. Dat de logistieke
dienstverlening ook in 2016 het sterkst naar voren komt, is
te danken aan de structurele groei in deze markt.
Volume 2016 2015 2014
Transport en Logistiek totaal 3,0% 3,0% 2,0%
Wegtransport 2,6% 2,9% 2,1%
Vervoer over water 3,5% 3,3% 2,1%
Vervoer door de lucht 3,2% 2,7% 3,2%
Logistieke dienstverlening 1,7% 3,3% 3,5%
Omzet
Transport en logistiek totaal 2,2% 2,2% 3,5%
Wegtransport 3,7% 2,5% 3,5%
Logistieke dienstverlening 2,7% 3,0% 4,0%
Vooruitzichten Transport & Logistiek Breed gedragen groei in transport en logistiek
90
95
100
105
110
2008 2010 2012 2014 2016F
Volume Transport en Logistiek
BBP (Economische groei)
ING Economisch Bureau 41 Ondernemen in 2016 / december 2015
Gemiddelde rendement door het dal Gemiddelde rentabiliteit*, index 2000 = 100
90
95
100
105
2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014
Binnenlands vervoer
Internationaal vervoer
Wegtransport laat mineurfase achter zich
Wegtransport goed op gang De wegtransportactiviteiten van logistieke bedrijven groei-
en weer. Veel Nederlandse bedrijven hebben hun vleugels
al geruime tijd geleden uitgeslagen met vestigingen in
Oost-Europa. Vanuit Nederland is de straal nu grotendeels
beperkt tot een cirkel van 300 km. Hiermee is de binnen-
landse markt steeds belangrijker geworden en dat is te
merken. Sinds de consument weer vaker de portemonnee
trekt in de detailhandel en de bouwproductie weer toe-
neemt, groeit de wegtransportsector weer. In 2016 zet dit
door, waarbij het sterk opgeveerde bouwgerelateerde ver-
voer een stapje minder hard zal groeien. Over de hele linie
groeit het vrachtvolume naar verwachting gemiddeld met
2,6% bij een omzetgroei van 3,5%
Vrachttarieven zullen in 2016 moeten stijgen De winstgevendheid van het wegtransport is na een jaren-
lange daling aan de beterende hand. De verschillen zijn
groot, maar 73% van de bedrijven maakt in de herfst van
2015 winst, waar dit begin 2013 nog slechts 40% was. Dit is
te danken aan een combinatie van een aantrekkende
markt (hogere productiviteit), stabiele loonkosten en lagere
brandstofkosten. In 2015 (tot december) is de diesel aan de
pomp per saldo nog slechts 2% goedkoper geworden. De
nieuwe verhoging van de cao-lonen met 2,75% per 1 janu-
ari zal er in combinatie met verwachte stabiele brandstof-
kosten voor zorgen dat de kostprijs met tenminste 1,5%-
2% stijgt. Dit kan slechts deels worden goed gemaakt met
verdere efficiëntieverbetering. Om de winstgevendheid
opnieuw te verhogen zullen bedrijven bij de contractonder-
handelingen voor 2016 wel de tarieven moeten verhogen.
Naar verwachting is dit haalbaar.
De binnenlandse markt blijft in 2016 een
vliegwiel voor het wegtransport. De volume-
groei komt uit op 2,6% bij 3,5% meer omzet.
De dalende rentabiliteit heeft een keerpunt
bereikt en zal naar verwachting ook in 2016
licht verbeteren. Hiervoor zullen de tarieven
wel moeten stijgen.
De wegtransportsector heeft weer perspec-
tief. Internationaal verliest de sector nog
steeds marktaandeel, maar de aantrekken-
de markt in een cirkel van 300 km rondom
de standplaats is nu sterker.
Breedgedragen groei in transport en logistiek Omzet wegtransport per jaar
Bron: NEA, ING Economisch Bureau. *Excl zzp-ers, na gew. Loon DGA
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Wegtransport
Grote verschillen: Bedrijven met
>50 trucks realiseren gemiddeld 3%
-4% marge, voor kleine bedrijven is
dit gemiddeld negatief.
2,7%
4,9%
2,0%
-1,0%
3,7%
2,5%
3,5%
2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
ING Economisch Bureau 42 Ondernemen in 2016 / december 2015
Terug in ruimer vaarwater in 2016
Vervoersvraag gaat door, omzet loopt terug Met steun van maandenlang laag water (en daardoor ho-
gere tarieven) heeft de binnenvaart in 2015 toch nog een
flinke omzetgroei gerealiseerd. De gemiddelde omzet be-
vindt zich onder invloed van overcapaciteit desondanks nog
7% onder het niveau van 2008, terwijl het vrachtvolume
alweer flink hoger ligt. In 2016 wordt een volumegroei van
3,5% verwacht. Uitgaande van ‘normale omstandigheden’
blijft de omzet daarbij licht achter (+2,5%).
Steeds intensievere binnenvaart in eigen land De binnenvaart wordt steeds meer ingezet voor vervoer
van en naar de zeehavens. Het aandeel van de binnenvaart
vanuit Rotterdam is van 2011-2014 gestegen van 33,4% -
35,7% en dit zal met de verdere ingebruikname van de con-
tainerterminals op de Tweede Maasvlakte doorstijgen.
Daarbij ontdekken steeds meer verladers de ‘Blue road’
voor nationaal vervoer. Met gebruik van inland terminals
blijkt het in het waterrijke Nederland goed mogelijk om
ladingpakketten gebundeld en in containers naar de bin-
nenvaart te verplaatsen. Van 2010 tot en met 2014 heeft
de binnenvaart hier een groei van 16% gerealiseerd en ook
in 2016 zal hier groei te zien zijn. Gunstig voor individuele
ondernemers is dat droge bulkschepen ook voor container-
vervoer ingezet kunnen worden. Dit biedt compensatie voor
de aanstaande krimp in de kolenstroom.
Tankvaart overgeleverd aan olieprijs De tankvaart fluctueert. Door de beweeglijkheid van de
olieprijs was er in 2015 veel handel, wat te zien was in de
overslag van minerale olie. Bij aanhoudende volatiliteit zal
de tankvaart in 2016 opnieuw profiteren.
De kwakkelende binnenvaartomzet kreeg
medio 2015 een sterke impuls door histo-
risch lang aanhoudend laag water. Hoewel
het vrachtvolume in 2016 groei laat zien,
doet de omzetgroei weer een stap terug
naar 2,5%.
De sector moet het voor groei steeds meer
van de containervaart hebben. Positief is
dat de binnenvaart nationaal in de lift zit en
marktaandeel wint op andere modaliteiten.
De tankvaart kampt structureel met stagne-
rende groei, maar profiteert voorlopig van
de volatiele oliemarkt.
Vooral groei in containers Ontwikkeling vrachtvolume binnenvaart,
index 2000 = 100
Lagere omzetgroei door normalisering in 2016 Omzetontwikkeling per jaar
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Binnenvaart
90
100
110
120
Tijdelijke terugval in
2015 door laag water
Containers int.
Containers nat.
Binnenlands vervoer
Totaal
7%
-18%
2%
12%
-7%
-1%
1%4% 2,5%
2008 2010 2012 2014 2016F
Ca. 3% door
laag water
ING Economisch Bureau 43 Ondernemen in 2016 / december 2015
Passagiers overtreffen vracht in luchtvaart
Luchtvervoer blijft groeien, winstgevendheid niet Het vervoer door de lucht blijft aan passagierszijde groeien.
In 2015 komt de groei op Schiphol uit op 6%. Dit staat in
contrast met de vrachtkant waar de groeivooruitzichten
zijn afgenomen (2015 –1%). Vooral de Europese passagier -
goed voor ruim 70% van het totaal - blijft voor groei zorgen.
Door toetreding en groei van low cost carriers en spelers uit
Azië staat de winstgevendheid in de luchtvaart ondanks
lagere kerosineprijzen (ca. 40% van de kostprijs) nog steeds
sterk onder druk. Lichtpunt is dat deze kerosineprijzen in
2016 naar verwachting niet veel zullen stijgen.
Luchtvracht vanuit met name Azië onder druk Anders dan het passagiersvervoer is het Nederlandse lucht-
vrachtvervoer sterk op Azië gericht, met Shanghai als verre-
weg de belangrijkste counterpart. Op vrachtgebied neemt
Schiphol daarmee de derde positie in Europa in. Totaal is
Azië aan inkomende zijde goed voor 40% en aan uitgaande
zijde voor 38% van het volume. De ontwikkeling van Azië is
daarmee voor vracht veel belangrijker dan voor passagiers-
vervoer. In 2015 daalde de inkomende overslag met 10%
(Chinese export). De Chinese economie ontwikkelt zich min-
der uitbundig dan in het recente verleden door de verslech-
terde concurrentiepositie en structurele veranderingen. In
2016 kan de groei een stapje verder terug doen en dit zorgt
ervoor dat luchtvrachtvervoer onder druk blijft staan. De
uitfasering van ‘full freighters’ van KLM/Martinair is voor
Schiphol ongunstig. Tot voor kort werd hier 60% van de
vracht in deze toestellen vervoerd en nog slechts 40% in de
‘Belly’. Mede doordat het passagiersvervoer belangrijker is,
groeit het totale volume van de sector in 2016 naar ver-
wachting met zo’n 3%.
Azië bepalend voor de luchtvrachtactiviteiten Inkomende en uitgaande vracht en groei 2015
Passagiersvervoer groeit door, vracht kwakkelt Ontwikkeling passagiersvervoer en vracht
Bron: Schiphol, ING Economisch Bureau
Bron: Schiphol, ING Economisch Bureau
Vervoer door de lucht
Het Nederlandse vervoer door de lucht
groeit in 2016 met zo’n 3% in volume.
Terwijl het passagiersvervoer blijft groeien,
kampt het luchtvrachtvervoer met tegen-
druk en afgenomen groeivooruitzichten.
Afkoeling van de Chinese economie blijft de
groeipotentie van luchtvracht ook in 2016
beperken. De goed draaiende Noord-
Amerikaanse markt biedt enige verlichting.
0% -26%
-2% 15%
6% 1%
1% -1%
6%-5%
-10% 3%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Inbound Outbound
Azië
Midden Oosten
Afrika
Latijns Amerika
Noord-Amerika
Europa
-20%
-10%
0%
10%
20%
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F
Aantal passagiers Schiphol
Vrachtoverslag Schiphol
ING Economisch Bureau 44 Ondernemen in 2016 / december 2015
Logistieke diensten in volatiele groeimarkt
Structurele groei aanjager logistieke diensten
Logistieke bedrijven als expediteurs, terminals en vooral
opslagbedrijven hebben in de jaren na de crisis een sterke
groei doorgemaakt (zie figuur). Hierbij is de warehouse op-
pervlakte vooral in Zuid-Nederland (Venlo, West Brabant)
sterk gegroeid. Gezien de reeds grote voorraden en gevulde
opslagplaatsen van grondstoffen zoals olieproducten,
groeien expeditie en ‘value added logistics’ (o.a. klantspeci-
fiek maken) in 2016 sneller. Onder invloed van de afzet-
groei in de Nederlandse detailhandel en verder herstel in de
rest van (West) Europa groeit de logistieke dienstverlening
naar verwachting met 3,5% en komt de omzetgroei hier
nog iets bovenuit, al kan de vraag volatiel blijven (zie figuur)
Uitbesteding blijft aanjager logistieke diensten
Een belangrijke bron van vooruitgang in logistieke dienst-
verlening is uitbesteding door verladers. Verladers zijn kriti-
scher geworden op bijvoorbeeld de foutmarge en kiezen
soms weer voor insourcing, maar logistiek is met de digita-
lisering en data-analyse ook steeds meer een specialisme.
Europese distributie van consumentenproducten (o.a. via E
-commerce) blijft nog een groeimarkt.
Logistieke bedrijven succesvol in optimalisatie Logistiek gaat over volumes en hierbij is de druk tot proces–
innovatie continu aanwezig. Niet zelden is de afspraak dat
de tarieven van de verlader gelijk blijven en dat kostenstij-
ging met efficiëntie moet worden goedgemaakt. Dat dit
goed lukt, blijkt uit de toegevoegde waarde. Deze is de af-
gelopen vijf jaar met 4% per jaar twee keer zo hard ge-
groeid is als gemiddeld in transport en logistiek.
Voortdurende groei logistieke dienstverleners Omzetontwikkeling logistieke dienstverleners
Europees beeld: beweeglijk, per saldo positief Vrachtvolumes volgens logistieke dienstverleners
25
50
75
2014 2015
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
Logistieke dienstverlening
Bron: Enquête Danske Bank
Logistieke dienstverleners zien ook volgend
jaar het volume groeien.
Structurele groei blijft komen van uitbeste-
ding door onder andere retailers, maar ook
meer specialistische verladers.
De logistieke dienstverlening is succesvol in
vooral procesinnovatie en weet zo bovenge-
middelde waarde te creëren. Innovatie in de
dienstverlening gebeurt nog te weinig en is
uitdaging.
5,6% 5,4%
2,4%
0,7%
2,7%3,0%
4,0%
2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
>50 indiceert groei
Groothandel
Agrarische producten
Voedingsmiddelen
Non-food
Kapitaalgoederen
Grondstoffen
ING Economisch Bureau 46 Ondernemen in 2016 / december 2015
Groei 2016 heeft brede basis
De omzet in de groothandel leeft na vier
jaar omzetkrimp in 2016 naar verwachting
weer op (+4%). De omzetgroei is het sterkst
in de ICT- en bouwmaterialengroothandel
en nihil in de groothandel in grondstoffen.
Het vertrouwen van ondernemers in de
groothandel is momenteel groot en heeft in
het derde kwartaal van 2015 een record-
hoogte bereikt.
Het prijsherstel voor de groothandel als ge-
heel blijft minimaal vanwege de relatief la-
ge olieprijzen en de sterke vertegenwoordi-
ging van deze sector. In 2015 lijdt de groot-
handel in olie en steenkool naar verwach-
ting een omzetverlies van 25%.
Omzetgroei in 2016 eindelijk weer positief % ontwikkeling j.o.j.
Vooral wederuitvoer sinds 2009 hard gegroeid Index 2009 = 100
Bron: CBS en CPB; bewerking ING Economisch Bureau
Bron: CBS en ING Economisch Bureau
Groothandel
“De groothandel heeft een prima uit-
gangspositie om de rol van ketenregis-
seur op te pakken. Een voorwaarde om
de waardecreatie te verhogen is te
investeren in digitale platforms”
Marinus van der Meer
Sectormanager Groothandel
Groothandel in positieve flow Qua volumegroei heeft de groothandel sinds 2008 van alle
sectoren de meeste vooruitgang geboekt. Voor de waar-
deontwikkeling is het beeld pas vanaf volgend jaar weer
positief. In de eerste drie kwartalen van 2015 was er wel
ook al wel omzetgroei in alle sectoren, behalve voor olie
en steenkool en chemische producten. Dit is het gevolg
van de enorme dip in de olieprijzen. Dit beeld zal in 2016
naar verwachting hetzelfde blijven. Dankzij een verbre-
ding van het economisch herstel ligt voor de groothandel
in 2016 na vier krimpjaren weer omzetgroei in het ver-
schiet, tot een omzetniveau van ruim € 450 miljard. De
drie grote drivers van de groothandel groeien dit en vol-
gend jaar: de export met circa 4,5%, de consumptie met
ruim 1,5% (mede dankzij de aangekondigde lastenverlich-
tingen) en de investeringen met 9% in 2015 en 4,5% in
2016. De invoer stijgt met ongeveer 5%, iets hoger dan de
uitvoer. Dit is gunstig voor groothandelaren die zich met
wederuitvoer bezighouden. Ook bij vele Europese handels-
partners is sprake van aantrekkende groei. Dit is gunstig
voor een breed scala aan groothandels, van ICT en kapi-
taalgoederen tot aan non-food consumentenproducten.
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
2012 2013 2014 2015F 2016F
Omzet Volume Prijs
80
100
120
140
160
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
BBP
Wederuitvoer
Uitvoer binnenlands geproduceerd product
ING Economisch Bureau 47 Ondernemen in 2016 / december 2015
Omzetgroei blijft ook in 2016 gematigd
Lagere graanprijzen drukken omzetgroei In de groothandel voor agrarische producten (akkerbouw-
producten en bloemen en planten) ging in 2015 bijna € 45
miljard om. De omzet van de totale agrarische groothan-
del trok na twee krimpjaren weer aan. In 2014 daalde de
omzet met 5,5%, vooral door prijsdalingen van akker-
bouwproducten (70% van het sectortotaal). De gemiddel-
de graanprijsdaling was ook aanzienlijk (-18%) en de
oogstraming voor 2016 is vooralsnog zo gunstig dat nieu-
we prijsdalingen worden voorzien. Dit zal de omzetgroei in
zowel 2015 als 2016 drukken tot circa 3% (zie figuur).
De omzetontwikkeling in de akkerbouw is volatieler dan
die van andere landbouwproducten. Ook uien– en aardap-
pelprijzen zijn afhankelijk van de door weersomstandighe-
den bepaalde opbrengst en kwaliteit. In 2014/15 waren
deze prijzen beneden gemiddeld en in 2015/16 zijn de prij-
zen bij de seizoenstart bovengemiddeld.
Gunstig groeiperspectief sierteeltgroothandel De omzetontwikkeling bij sierteeltproducten wordt in hoge
mate bepaald door de consumentenmarkten in de export-
landen. Twee derde van de bloemen en planten wordt
uitgevoerd, bij akkerbouwproducten bijna een kwart. Voor
deze groothandels zijn de voortekenen voor 2016 gunstig.
De consumptieve bestedingen in veel exportlanden ont-
wikkelen zich positief en de eurokoers blijft gunstig. Vooral
de export naar het VK, Frankrijk en Polen zal in 2015 en
2016 naar verwachting sterk toenemen. Omdat er minder
via de veiling wordt verhandeld, is er enige neerwaartse
prijsdruk in de handel, omdat afnemers in het buitenland
eerder zullen kiezen voor goedkopere alternatieven.
De omzet van de agrarische groothandel is
ondanks de aanhoudende druk op de
graanprijzen in 2015 gestegen, met circa
3%.
Ook in 2016 zal de omzetgroei naar ver-
wachting tot 3% beperkt blijven vanwege
aanhoudend lage graanprijzen.
De prijzen die handelaren voor uien en aard-
appelen betaald krijgen, hebben in het sei-
zoen 2015/16 een prima start gemaakt.
Aanhoudende consumptiegroei en de gun-
stige eurokoers pakken vooral positief uit
voor de omzet van groothandels in bloemen
en planten.
Gematigd omzetherstel vanwege prijsdruk Index 2010 = 100
Omzetontwikkeling akkerbouw meest volatiel Index 2010 = 100
Bron: CBS en ING Economisch Bureau
Bron: CBS; raming ING Economisch Bureau
Agrarische producten
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
90
100
110
120
130
140
150
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Akkerbouwproducten Sierteelt
Groenten en fruit Zuivel, vetten, eieren
ING Economisch Bureau 48 Ondernemen in 2016 / december 2015
2015* 2003-13 2014
Voeding en levende dieren 0 6 4
EU 0 6 2
Niet-EU landen 4 6 10
VS 20 2 19
China 26 18 52 Dranken en tabak 2 -11 -11 EU 1 -13 -14 Niet-EU landen 5 -6 -6 VS -3 -5 22 China 24 144 188
Groothandel food profiteert van eurokoers
Exportgroei EU nihil, VS en China groeimarkten Op basis van de groei in de eerste drie kwartalen van 2015
lijkt de omzetgroei in de food groothandel in 2015 uit te
komen op bijna 3%. Bovengemiddeld presteren de groot-
handel in groenten en fruit en dranken. De omzet in de
zuivelgroothandel lijdt onder de slechte prijzen. Ook voor
2016 wordt dankzij de goedkope euro en gunstigere zuivel-
prijzen een exportgroei van minstens 3% voorzien. De uit-
voerwaarde van voeding en levende dieren (€ 56 mrd in
2014) steeg in de eerste negen maanden van 2015 nauwe-
lijks, die van dranken en tabak (€ 6,5 mrd) daalde flink. De
belangrijkste groeimarkten waren de VS en China. Ook de
binnenlandse markt en vooral de foodservicemarkt trok
aan dankzij groei van de consumptieve bestedingen. Het
aandeel van de wederuitvoer bij dranken en tabak is de
laatste jaren snel toegenomen, met name door de sluiting
van Philip Morris.
3% omzetgroei voedingsgroothandel 2016 % ontwikkeling j.o.j.
Wederuitvoer dranken en tabak fors gestegen Aandeel wederuitvoer in % van totale uitvoerwaarde
Bron: CBS en ING Economisch Bureau
Bron: CBS en ING Economisch Bureau
Voedingsmiddelen
De omzetgroei van groothandels in voe-
dingsmiddelen zal naar verwachting in zo-
wel 2015 als 2016 circa 3% bedragen, dank-
zij zowel binnen– als buitenlandse consump-
tiegroei.
De groothandel in groenten en fruit en
dranken behaalde in 2015 betere resultaten
dan de groothandel in zuivel.
De VS is dankzij de laag blijvende eurokoers
zeker nog in 2016 een groeimarkt. Voor de
komende jaren is China echter exportgroei-
markt nr.1 voor de food groothandel.
De ontwikkeling van de afzet naar EU-
landen stagneerde in 2015, maar zal dankzij
de groei van de consumptieve bestedingen
in diverse Europese landen in 2016 opleven.
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Voeding en levende dieren Dranken en tabak
2002 2015 jan-aug
Exportontwikkeling food naar land / regio (% j.o.j.)
-1%
0%
1%
2%
3%
4%
5%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
Bron: CBS en ING Economisch Bureau; * januari-september
ING Economisch Bureau 49 Ondernemen in 2016 / december 2015
Non-food doet het ook in 2016 goed
Koopkrachtverbetering stimuleert omzet De groothandel in non-food consumentenproducten gene-
reert in 2015 een omzet van ruim € 82 miljard. De omzet
beweegt ongeveer gelijkmatig met die van de conjunctuur.
De omzetgroei in 2015 kwam boven die in 2013 en 2014 uit
dankzij het aantrekken van de consumptieve bestedingen.
Dit blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van de retailomzet
non-food. Deze neemt in 2015 met ongeveer 1,5% toe, na
vier krimpjaren. In 2016 verbetert de koopkracht in Neder-
land en in diverse Europese afzetlanden verder, terwijl de
exportvooruitzichten richting bijvoorbeeld China iets onze-
kerder zijn. Al met al wordt voor 2016 5% omzetgroei ver-
wacht. Qua volumegroei in de afgelopen jaren overtreft de
groothandel de meeste andere sectoren. De ontwikkeling
uitgedrukt in toegevoegde waarde valt echter tegen.
Digitalisering en internationalisering van belang De internetomzet groeit veel sneller dan die in winkels en
zal in 2016 waarschijnlijk ongeveer driekwart hoger zijn dan
in 2010. Deze groei is ook beduidend hoger dan die van de
exportwaarde (zie figuur), die geremd wordt door de aan-
houdende prijzendruk. De uitdaging voor de groothandel
non-food zit naast waardecreatie onder meer in het voor-
komen dat omzet weglekt omdat er vaker rechtstreeks bij
de fabrikant wordt besteld. Behalve het beleveren van web-
winkels worden ook het zelf openen van webwinkels of het
faciliteren van digitale platforms een must voor de groot-
handel. Bovenaan de ‘to do’ lists zou het inzetten van de
modernste IT systemen ten behoeve van internationale
digitale platforms moeten staan, in combinatie met inter-
nationaal zaken doen in vooral niet-Europese afzetlanden.
Omzet groothandel non-food groeit stevig door % ontwikkeling j.o.j.
Internetomzet groeit 3,5x zo snel als export Index 2010 = 100
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Non-food
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
De voorziene verdere verbetering van de
koopkracht in binnen– en buitenland stimu-
leert de afzet van de groothandel non-food
ook in 2016.
De verwachte omzetgroei bedraagt onge-
veer 5%, na een groei van 7,5% in 2015.
De volumeontwikkeling in de groothandel is
prima, het schort nog aan de groei van de
toegevoegde waarde.
De uitdaging voor ondernemers in de groot-
handel ligt in het combineren van de aan-
sluiting op digitale platforms en het berei-
ken van vooral meer niet-Europese afzet-
markten.
80
100
120
140
160
180
2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
Omzet non-food detailhandel (niet-internet)Omzet internetwinkelsExportwaarde
-5%
0%
5%
10%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
ING Economisch Bureau 50 Ondernemen in 2016 / december 2015
Omzetgroei 2016 van ruim 5% verwacht
Verwachte investeringsimpuls 2016 dankzij ICT De groothandel in kapitaalgoederen (ICT, transportmateri-
eel, landbouwmachines en industriële machines) kent een
omzet van ongeveer € 40 miljard. De sector profiteert sinds
2015 van het aangetrokken investeringsklimaat. De binnen-
landse bedrijfsinvesteringen nemen in 2015 met circa 9%
toe. Op basis van de omzetgroei in de eerste drie kwartalen
ligt voor 2015 voor de groothandel in kapitaalgoederen een
omzetgroei van 5% in het verschiet. Door aantrekkende
investeringsgroei in de ICT wordt voor 2016 een investe-
ringsgroei van ruim 5% verwacht.
Neerwaartse risico’s voor machines De investeringsgroei in de ICT is in 2015 afgevlakt, na de
hoge groeipercentages in de jaren ervoor (zie figuur). Voor
2016 wordt verwacht dat de groei ongeveer 6% bedraagt,
iets lager dan het groeigemiddelde sinds 2000. Digitalise-
ring blijft immers core business voor vrijwel alle sectoren.
De investeringen in vervoermiddelen maakten de drie jaren
van krimp van in totaal ruim 20% in 2015 in één klap weer
goed en zullen in 2016 op basis van een positief producen-
tenvertrouwen naar verwachting met circa 5% kunnen
doorgroeien. Ook de investeringen in machines en overige
materiële activa ontwikkelen zich na een flinke groei in
2015 (+7%) in 2016 nog wel positief, maar minder goed
dan die van de ICT investeringen en met bovendien neer-
waartse risico’s. Dit vooral vanwege somberheid omtrent
exportgroei naar China.
Groei investeringen impuls voor omzetgroei
groothandel kapitaalgoederen % ontwikkeling j.o.j.
Investeringsimpuls zet door in 2016 Index 2010 = 100
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Kapitaalgoederen
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
De hoge groei van de bedrijfsinvesteringen
vertaalt zich in een herstel van de omzet in
zowel 2015 als 2016.
In 2016 kan de omzetgroei boven de 5%
uitkomen dankzij herstel van de ICT investe-
ringen na de pas op de plaats in 2015.
De groothandel in vervoermiddelen was
met een omzetherstel van 20% in 2015 de
grote motor achter de groei.
De groothandel in machines zal na een in-
vesteringsgroei van circa 7% in 2015 in het
nieuwe jaar terugvallen vanwege toene-
mende exportonzekerheden naar China. -15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
90
100
110
120
130
140
150
2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
TotaalVervoermiddelenICTMachines en overige materiële activa
ING Economisch Bureau 51 Ondernemen in 2016 / december 2015
Omzet oliehandel nog niet uit de put
Lage olieprijzen blijven omzetherstel drukken De handel in olie en steenkool maakt ruim de helft uit
van de omzet in grondstoffen en halffabricaten (metaal,
bouwmaterialen, metaal– en chemische producten). De
lage olieprijzen sinds medio 2014 hebben in 2015 tot een
omzetverlies van ruim 8% geleid voor deze sector. Ook
2016 blijft een turbulent jaar voor groothandelsbedrijven
actief in de grondstoffenbranche. De prijzen zullen naar
verwachting stabiliseren op de huidige lage niveaus. Het
omzetherstel voor deze sector van circa 4% wordt dan
ook gevoed door de omzetgroei in bouwmaterialen, me-
taal en metaalproducten.
Bouwmaterialen en metaalwaren groeipijlers Groothandels in grondstoffen en halffabricaten kennen
een uiteenlopende dynamiek. De omzet in de groothan-
del in bouwmaterialen noteerde vanwege de crisis op de
woningmarkt sinds 2009 vier krimpjaren. In 2014 zette
voorzichtig het herstel in, maar in 2015 is dit segment in
de groothandel met een groei van ruim 7% de sterkste
pijler. De groothandel in metaal herstelde zich na drie
krimpjaren in 2015 met een omzetherstel van ruim 3%.
De groothandel in chemische producten bleek in 2015
ook gevoelig voor de neerwaartse druk op de olieprijzen,
waardoor de omzet ruim 6% daalde. Voor 2016 wordt
een gering herstel van circa 2% voorzien. De oliehandel
spant momenteel echter de kroon met in 2015 alleen al
een omzetdaling van een kwart en sinds 2011 van circa
60%. De omzetgroei in 2016 wordt geraamd op 0%.
Beperkt herstel na vier jaar omzetverlies % ontwikkeling j.o.j.
Fors omzetverlies oliehandel in drie jaar tijd Index 2010 Q4=100; 4-kw. voortschrijdend gemiddelde
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Grondstoffen
Bron: berekeningen ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
De handel in olie en steenkool boekt al vier
jaren forse omzetverliezen door grote prijs-
dalingen. Sinds 2011 is ongeveer 60% aan
omzet ingeleverd.
De olieprijzen blijven in 2016 naar verwach-
ting laag en zullen per saldo nauwelijks stij-
gen ten opzichte van 2015.
Ook de groothandel in chemische producten
ondervindt de nadelen van de lage olieprij-
zen en zal na de omzetkrimp in 2016 maar
mondjesmaat herstellen.
De verwachte groei in 2016 is te danken aan
de groei in de segmenten bouwmaterialen
en metaalwaren.
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015F 2016F
50
60
70
80
90
100
110
120
2011 2012 2013 2014 2015
Olie en steenkool Metaal en ertsBouwmaterialen Metaalwaren, verwarmingChemische producten
Detailhandel
Schoenen
Woninginrichting
Doe-het-zelf
Consumentenelectronica
Persoonlijke verzorging
Automotive
Supermarkten
Foodspeciaalzaken
Kleding
ING Economisch Bureau 53 Ondernemen in 2016 / december 2015
Retail met kleine stapjes uit dal
De omzet in de detailhandel heeft de stij-
gende lijn te pakken. Ook in 2016 wordt
weer een stapje omhoog gezet.
Daarmee klimt retail in gestaag tempo uit
een diep dal. Nog steeds is de omzet lager
dan het pre-crisis niveau.
Een hogere versnelling is vooralsnog niet
gevonden. Huishoudens blijken nog voor-
zichtig en in 2015 lag het vertrouwen over
de eigen financiële situatie onder het lang-
jarig gemiddelde.
Retailers die harder willen groeien dan de
markt zullen in hun segment moeten uit-
blinken.
Met kleine stapjes naar hogere omzet Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Vertrouwen groeit, maar fin. situatie negatief Ontwikkeling consumentenvertrouwen en oordeel over
financiële situatie laatste 12 maanden
Bron: CBS
Bron: CBS (excl. apotheken, pure webshops en tankstations), *Ramingen ING
Detailhandel
“Local hero’s kunnen kiezen voor een
traditioneel bedrijfsmodel, waarbij au-
thenticiteit en ambacht centraal staan.
Een andere optie is samenwerking en
innovatie Local wil niet altijd zeggen
dat technologie geen rol speelt.”
Dirk Mulder,
Sectormanager Food & Retail
Licht herstel zet door in 2016 De afgelopen jaren was Non-food het zorgenkind van de
retail. Positief is daarom de terugkeer van groei in deze sub-
sector. Naar verwachting stijgt de omzet in 2015 met 1,5%.
Toch zijn daarmee de zorgen niet voorbij. De groei binnen
Non-food is onevenwichtig. Bovendien gaat volume veelal
voor prijs, waardoor de druk op de marge in veel branches
aanwezig blijft. De omzetgroei in Food is in 2016 met 1,8%
iets hoger dan in 2015. Supermarkten blijven de stabiele
factor binnen retail, maar weten nauwelijks te versnellen.
Dit terwijl de consumentenbestedingen het afgelopen jaar
wel toenamen. Die trend zet door in 2016, en ook de non-
food detailhandel kan weer rekenen op groei. De omzet
stijgt naar verwachting met een kleine 2%, en is evenwich-
tiger verdeeld over de verschillende branches. Daarmee
blijft de omzet in de detailhandel nog steeds onder het pre-
crisis niveau. Consumenten zijn, zeker in 2015, voorzichtig
en niet onverdeeld positief over hun financiële positie. Extra
inkomen wordt gespaard, gebruikt om schulden af te lossen
of eindelijk dat huis te kopen. Voor de detailhandel is het
lastig een versnelling hoger te schakelen. Om harder te
gaan zullen retailers in hun segment moeten uitblinken.
-30-25-20-15-10
-505
1015
dec'14 nov'15
consumentenvertrouwen
financiële situatie laatste 12 maanden
0,2%
-1,9% -2,0%
0,7%
1,5%2,0%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 54 Ondernemen in 2016 / december 2015
Stabiele factor in de detailhandel
Omzetgroei supermarkten 2%, regelmaat troef De omzet in de supermarktbranche neemt in 2016 naar
verwachting met 2% toe. De pieken en dalen die de rest
van de detailhandel doormaakt gaan aan de supermarkt
voorbij. Supermarkten blijken de stabiele factor in de roeri-
ge retailwereld. Dit maakt supermarkten in winkelgebieden
ook gewild als trekker van winkelend publiek. Die stabiliteit
zorgt echter ook dat in periodes waarin de consument de
portemonnee makkelijker trekt supermarkten beperkt pro-
fiteren. Restaurants weten veel sneller te groeien. Wat va-
ker of wat luxer uit eten in een restaurant lijkt de voorkeur
te genieten boven een boodschappenkar gevuld met luxere
en duurdere artikelen.
Supermarkten reageren op nieuwe concurrenten De kracht van servicesupermarkten is dat ze een brede
doelgroep bedienen. In de marge van hun businessmodel
ontstaat nieuwe concurrentie die juist kiest om in niches te
beginnen. Voorbeelden zijn leveranciers van boodschap-
penboxen of specialisten in biologisch assortiment. Wordt
een niche groot genoeg dan stappen supermarkten in om
de markt niet aan zich voorbij te laten gaan. Door die stap
is de biologische markt de afgelopen periode flink in om-
vang toegenomen. Hetzelfde gebeurt met supermarktfor-
mules die een steeds ruimer scala aan online boodschap-
pen opties bieden. Medio 2015 werd volgens GfK 2% van de
supermarktomzet online gerealiseerd. Onze verwachting is
dat online in 2025 goed kan zijn voor een omzetaandeel
van 10%. De winkelvloer blijft dus belangrijk, als plaats van
aankoop maar ook als plek waar veel consumenten inspira-
tie opdoen.
De omzet van supermarkten blijft met 2% in
2016 geleidelijk groeien. De omzetgrens van
35 miljard euro wordt in 2016 doorbroken.
De consument is positief gestemd en heeft
ruimte in de portemonnee om zijn bestedin-
gen op te voeren.
De servicesupermarkt ondervindt concur-
rentie aan de randen van zijn businessmo-
del. Die concurrentie komt met name van
discounters, de speciaalzaak 2.0, foodverko-
pen bij non-food retail, maaltijdboxen en
online boodschappenbezorgers.
Groei bij supermarkten maar restaurants
groeien harder Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Supermarkt voor velen inspiratiebron Stelling: als ik alleen online boodschappen zou doen,
zou ik de inspiratie uit de winkel missen.
Bron: ING, enquête onder 1.100 Nederlanders van 18 jaar en ouder
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Supermarkten
73%
13%
13%
1%
Mee eens
Neutraal
Niet mee eens
Geen mening
0%
2%
4%
6%
8%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
Supermarkten Restaurants
ING Economisch Bureau 55 Ondernemen in 2016 / december 2015
Stilstand in omzetontwikkeling
Weinig beweging in omzet speciaalzaken Er zit weinig beweging in de omzetontwikkeling van speci-
aalzaken. Na twee jaar van stilstand wordt voor 2016 een
lichte plus verwacht. Die plus is het gevolg van hogere prij-
zen voor producten. De daling van de verkopen houdt naar
verwachting aan en het heeft er alle schijn van dat specia-
listen op de dagelijkse boodschappen terrein verliezen.
Steeds grotere supermarkten zetten hun extra winkelme-
ters met name in voor vers en dan vooral AGF, brood en
vlees. Dus zet de verschuiving in het aanbod door. Het aan-
tal slagerijen, groentezaken en bakkers daalt en het aantal
viswinkels, kaaszaken en winkels in overige voeding (o.a.
koffie en thee) stijgt. Onderscheid voor de specialist zit in
productkwaliteit, service, ambacht, productkennis en bij-
zonder assortiment. Dat vraagt ook investeringen in con-
cept, uitstraling, openingstijden en online aanwezigheid.
Meerdere keren week boodschappen is de norm Vraag: hoe vaak doet u boodschappen (in de winkel of
online)
Nauwelijks beweging in omzetgroei Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Bron: ING, enquête onder 1.100 Nederlanders van 18 jaar en ouder
Foodspeciaalzaken
Inspelen op veranderend boodschappenpatroon De boodschappenfrequentie van Nederlanders is hoog,
acht op de tien consumenten maakt iedere week meerdere
boodschappentrips. Speciaalzaken kunnen profiteren van
die consumenten die vaak pas last-minute inkopen doen.
Gewoontes van consumenten veranderen en de zondag
wordt belangrijker terwijl de avond iets aan belang lijkt in te
boeten. Voor speciaalzaken is het van strategisch belang
om openingstijden en doelgroep op elkaar af te stemmen.
Ter indicatie: momenteel realiseren supermarkten 4% van
hun omzet op zondag en 8% in de avond. Die momenten
zijn vooral populair bij jongeren en werkenden. Dit zijn qua
koopkracht en qua toekomstige bestedingen interessante
doelgroepen voor de speciaalzaak.
De omzet bij speciaalzaken vertoont weinig
groei, de verwachte lichte plus in 2016 is het
gevolg van hogere prijzen.
Op dagelijkse boodschappen als AGF, brood
en vlees is de concurrentie met supermark-
ten verder toegenomen. In overige product-
categorieën weten specialisten wel uit te
breiden.
Bijna 80% van de consumenten doet per
week meerdere boodschappentrips, ver-
schuiving van het boodschappenmoment in
de week biedt speciaalzaken mogelijkheden.
15,7%
15,6%
48,5%
16,8%
3,5%
(Bijna) iedere
dag
4-5 keer per
week
2-3 keer per
week
1 keer per
week
< 1 keer per
week
-2,3% -2,5%-2,1%
0,0%
-0,5%
0,8%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 56 Ondernemen in 2016 / december 2015
Werk aan de winkel
Groei na 7 magere jaren Het waren 7 magere jaren voor winkels in kleding. Van
2008 tot en met 2014 daalde de omzet . In 2015 hebben
winkels in kleding weer enig houvast. De omzet stijgt naar
verwachting met 1%, vooral dankzij een goede tweede
helft van het jaar. Die trend zet door in 2016 met een ver-
wachte omzetgroei van 2%. Economische groei en stijging
van de koopkracht zorgen voor hogere consumentenbeste-
dingen. Daar tegenover staat het feit dat het online kanaal
nog steeds omzet naar zich toetrekt. Deze komt deels bij de
omnichannel retailers uit de sector terecht, maar belandt
ook deels in de handen van pure players (web-only). In
2014 bedroeg het online (omzet)aandeel volgens Thuiswin-
kel.org en GfK 14% en in 2015 groeit dit aandeel door. ING
Economisch Bureau verwacht in 2025 een online aandeel
van 30% in kleding.
Technologie (nog) belangrijker Naast internet speelt ook andere, nieuwe technologie in
fashion retail een steeds belangrijkere rol. Het succes van
internationale fast fashion ketens en grote pure players
hangt nauw samen met hun vermogen te innoveren. Inter-
net of things, big data en slimme computers helpen hen
mee vraag en aanbod real-time in kaart te brengen om de
(aanlever)keten nog efficiënter en effectiever te laten func-
tioneren. Snel en flexibel spelen zij in op de marktvraag.
Voor met name middelgrote winkelketens wordt het steeds
lastiger met deze partijen te concurreren. De keus bestaat
uit doorgroeien of inkrimpen. Voor local hero’s met meer-
waarde richting consument lijkt wel plek. Daarvoor zijn on-
dernemerschap en kennis over en passie voor hun assorti-
ment essentieel.
Omzet groei na jaren van krimp Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Ruim 1 op 5 verwacht ander business model
Denkt u in de komende 5 jaar uw business model te
moeten aanpassen door technologische ontwikkeling?
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Kleding
Bron: TNS NIPO in opdracht van ING (enquête 100 non-food retailers)
Economische groei en meer koopkracht zor-
gen voor hogere consumentenbestedingen.
Na 7 jaar onafgebroken krimp, stijgt de om-
zet weer in 2015 en 2016.
De stijging van de omzet blijft echter wel
beperkt. Internet trekt nog altijd omzet naar
zich toe.
Nieuwe technologie is steeds belangrijker.
Dit vereist investeringskracht en innovatief
vermogen van retailers. De dominantie van
grote internationale winkelketens en pure
players zal toenemen.
Local hero’s kunnen tegengas geven, mits in
staat te excelleren.
22%
13%
64%
eens oneens Neutraal /
weet niet
-1,5%
-2,9%-3,6%
-1,2%
1,0%
2,0%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 57 Ondernemen in 2016 / december 2015
Een maatje kleiner
Wisselend succes Net als winkels in kleding hebben ook winkels in schoenen
moeilijke jaren achter de rug. Cijfers van het CBS geven aan
dat ook in 2015 sprake was van een terugval in omzet.
Maanden van groei en krimp lossen elkaar af, waarbij uit-
eindelijk een neergaande trend overheerst. ING Economisch
Bureau verwacht over het totale jaar een krimp van 1%.
Verdere economische groei en meer vertrouwen onder
consumenten moeten echter in 2016 leiden tot omzetgroei
(1,5%).
Overigens zijn de cijfers niet over de gehele branche nega-
tief. Zo spreekt brancheorganisatie INretail in 2015, in te-
genstelling tot CBS, juist over een stijgende omzet onder
haar leden. Ook pure webshops zien hun omzet voorname-
lijk groeien. In 2014 bedroeg hun omzetaandeel volgens
GfK 16%. In 2015 zal dit aandeel richting de 20% stijgen.
Dalend aantal schoenenwinkels in Nederland Aantal vestigingen winkels in schoenen
Groei omzet in 2016 na lastige jaren Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Schoenen
Meer online, minder in winkelstraat De trend naar meer online verkoop van schoenen zal voor-
lopig aanhouden. Zo noteert Zalando, een van de belang-
rijkste partijen in online schoenen, consequent hogere cij-
fers gedurende het jaar. De verwachting is dat het online
aandeel in Nederland de komende 10 jaar verdubbelt tot
40%.Dit heeft uiteraard grote consequenties voor (fysieke)
schoenenwinkels. Sinds 2012 is sprake van een flinke daling
van het aantal vestigingen van schoenenretailers in Neder-
land. In 3 jaar tijd verdween 11,5% van de winkels. Prijzen
en resultaten staan onder druk. Sinds eind 2013 is sprake
van een bijna onafgebroken prijsval. CBS en Panteia wijzen
op een daling van het gemiddelde bedrijfsresultaat van
4,1% in 2012 naar 2,6% in 2014. Net als in kleding is ook
hier de behoefte aan nieuwe business modellen groot.
Winkels in schoenen zullen in 2015 hun om-
zet verder zien krimpen. Voor 2016 wordt
een lichte groei voorzien.
Het online kanaal wint in hoog tempo meer
en meer terrein en lijkt in 2015 op weg naar
1/5 van de markt.
Steeds meer (fysieke) schoenenwinkels heb-
ben moeite de strijd vol te houden. Prijzen
en resultaten staan onder druk. Het aantal
vestigingen daalt.
2.500
2.750
3.000
3.250
3.500
2011 2012 2013 2014 2015
2,0%
-3,8%
-8,8%
-1,8% -1,0%
1,5%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 58 Ondernemen in 2016 / december 2015
Woninginrichting
Winkels in woninginrichting behoorden tot
de zwaarste verliezers in retail tijdens de
crisis. In 2015 zijn zij één van de snelste
groeiers.
Het herstel van de woningmarkt leidt ook in
2016 tot omzetgroei. Winkels in woningin-
richting krijgen weer wat lucht.
Toch zal de sector rekening moeten houden
met het feit dat deze comeback grenzen
kent. Consumenten zullen noodgedwongen
scherper inkopen in woninginrichting dan in
het verleden.
Herstel woninginrichting in 2015 en 2016 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Comeback woninginrichting kent grenzen
Index omzet woninginrichting en woningverkoop
2007 = 100
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS/Kadaster, *raming ING Economisch Bureau
Comeback kent grenzen
Woningverkoop stimulans voor woninginrichting In de periode 2007-2014 moest de sector woninginrichting
een groot verlies aan omzet incasseren. Bijna 30% van de
totale omzet van winkels in woninginrichting verdween.
Dankzij economische groei en een sterk herstel van de wo-
ningmarkt behoorde de sector in 2015 tot de sterkst groei-
ende segmenten in retail. Volgens cijfers van het CBS en
Kadaster groeide het aantal woningverkopen in 2014 met
bijna 40% tot ruim 153.000. Ook in de eerste drie kwartalen
van 2015 steeg het aantal verkopen (+23%). Daarmee is
het niveau van voor de crisis echter nog niet bereikt. In de
periode 2005-2007 kregen jaarlijks ruim 200.000 huizen
een nieuwe eigenaar.
Grenzen aan comeback Voor geheel 2015 verwacht ING Economisch Bureau een
groei in omzet van winkels in woninginrichting van 5,5%.
Ook volgend jaar stijgt de omzet, iets langzamer, met 2,5%.
Ondanks de snelle comeback van de huizenmarkt zal de
sector woninginrichting naar verwachting niet terugkeren
naar de hoge omzetten uit het verleden. Aan het eind van
2015 zal het omzetniveau nog altijd zo’n 23% lager zijn dan
in 2007.
Een restrictiever beleid met betrekking tot hypothecaire
leningen zorgt er voor dat consumenten noodgedwongen
scherper moeten inkopen als het gaat om woningin-
richting. Vaker zal eigen spaargeld worden aangewend
voor grotere aankopen. Ook zal men wellicht langer vast-
houden aan een (oudere) inrichting. Woonaccessoires zul-
len daarentegen juist belangrijker worden om toch een
frisse look te houden. Retailers die op deze nieuwe realiteit
inspelen kunnen kopers naar zich toetrekken.
0
20
40
60
80
100
120
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015*
Omzet winkels in woninginrichting
Woningverkoop
-2,8%
-7,7%-6,3%
-0,1%
5,5%
2,5%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 59 Ondernemen in 2016 / december 2015
Strijd met ups and downs
Terug in de min Herstel leek aanwezig binnen de doe-het-zelf sector. In
2014 werd een groei in de omzet van 2,1% genoteerd. Dit
positieve cijfer krijgt echter geen vervolg in 2015. De markt
daalt naar verwachting met 2%. Een opvallende daling,
gezien het herstel van de woningmarkt. Vooral professione-
le klussers lijken hiervan te hebben geprofiteerd, mede door
de lagere btw in de eerste helft van het jaar. ING Econo-
misch Bureau denkt overigens dat de omzet in de branche
in 2016 weer enigszins herstelt. De omzet groeit dan naar
verwachting met 2%. Naast de woningmarkt kunnen het
stijgende consumentenvertrouwen en groei in koopkracht
de dhz markt een stimulans bieden. Er zal door retailers fel
worden gestreden om een deel van die extra omzet te be-
machtigen.
Bedrijfsresultaat bouwmarkten onder druk Bedrijfsresultaat = bruto winst- totale bedrijfskosten in
% omzet
Tegenvaller in 2015 na groei 2014 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Bron: Panteia o.b.v. CBS (detailhandel.info)
Doe-het-zelf
De doe-het-zelf sector kent na een positief
2014 een tegenvallend 2015. Professionele
klussers lijken meer te profiteren van de op-
geleefde woningmarkt dan dhz winkels.
De verwachting is dat, dankzij een stijgend
consumentenvertrouwen en meer koop-
kracht voor huishoudens, de sector in 2016
weer het groeipad vindt.
De strijd om die extra omzet is echter hevig.
Zowel binnen als buiten de sector is concur-
rentie om de verkoop van dhz en woon ge-
relateerde artikelen. Prijzen en marges
staan onder druk. Schaal en efficiency wor-
den steeds belangrijker.
Felle strijd Zeker op het gebied van woonaccessoires, een belangrijk
segment voor bouwmarkten, is het aantal concurrenten
groot. Niet alleen winkels in woninginrichting, maar ook
tuincentra, winkels in huishoudelijke artikelen, webshops en
zelfs supermarkten binden op dit vlak de strijd met elkaar
aan. Ook binnen de dhz branche is sprake van toenemende
strijd. De Duitse keten Hornbach tracht met grootschalige
nieuwe vestigen zich al geruime tijd een aandeel te verwer-
ven in de Nederlandse dhz markt. Ook Bauhaus probeert nu
voet aan de grond te krijgen. Nederlandse bouwmarkten
expanderen juist weer met stadsvestigingen.
Ook online zal de strijd toenemen. De toenemende concur-
rentie lijkt onder meer te resulteren in prijsdruk. Net als in
woninginrichting shoppen consumenten (nog) prijsgerich-
ter. Schaal en efficiency nemen daardoor in belang toe.
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
1,4%
2,1%
2,9%
2014
2013
20120,3%
-6,5%
-8,0%
2,1%
-2,0%
2,0%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 60 Ondernemen in 2016 / december 2015
Uitputtingsslag vraagt om lange adem Consumentenelektronica
Na een opleving in 2014 is in 2015 weer
sprake van een krimpende omzet in consu-
mentenelektronica.
Voor 2016 zijn de vooruitzichten iets beter
dankzij een stijging in vertrouwen en beste-
dingen van consumenten.
De omstandigheden in de markt blijven ech-
ter uitdagend. De voortdurende prijsdruk zet
marges en resultaten onder druk.
Zowel online als offline vindt consolidatie
plaats. Het aantal winkels daalt.
Onder druk Al jaren staat de sector consumentenelektronica onder
druk. Hoewel het volume overeind blijft kent de omzet een
dalende trend, door steeds lagere prijzen. In 2014 leek die
trend, dankzij economisch herstel, doorbroken te worden.
In 2015 is echter toch weer sprake van krimp. Naar ver-
wachting daalt de omzet met 3%. In 10 jaar tijd is het ge-
middelde prijsniveau in de branche bijna gehalveerd. Be-
paalde producten, zoals tv’s en video apparatuur zijn ra-
zendsnel in prijs gedaald. Volgens het CBS lagen prijzen in
deze productgroep in 2014 zo’n 60% lager dan in 2005.
Opvallend is wel dat de prijsdaling in consumentenelektro-
nica gedurende 2015 in kracht is geminderd. Dit kan duiden
op een aantrekkende vraag richting het einde van het jaar.
Voor 2016 wordt weer enige groei verwacht (+2%). Meer
vertrouwen en koopkracht dienen daarbij als stimulans.
Prijsval tv’s en video apparatuur in 10 jaar tijd Ontwikkeling prijzen Televisietoestellen en video-app.
Index 2006 = 100
Consument moet zorgen voor groei in 2016 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Uitputtingsslag Ook nieuwe producten kunnen de omzet in de branche sti-
muleren. Grote doorbraken bleven de afgelopen jaren ech-
ter uit. De markten voor tablets en smartphones zijn verza-
digd geraakt. Voor de verschillende spelers in consumen-
tenelektronica blijven de omstandigheden op de markt
zwaar. Winkeliers moeten in staat zijn tegen zeer geringe
marges te opereren. Deze uitputtingsslag resulteert in een
steeds lager aantal (fysieke) winkels. Het online kanaal is
daarentegen verder gegroeid, maar kent eveneens consoli-
datie. Uiteindelijk zullen alleen de sterkste partijen, online
en offline, de strijd doorstaan. Lage kosten (efficiency),
effectieve marketing, hoge volumes en een lange adem zijn
daarbij essentieel.
0
20
40
60
80
100
120
2005 2008 2011 2014
-2,6% -2,9%
-8,5%
2,2%
-3,0%
2,0%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 61 Ondernemen in 2016 / december 2015
Persoonlijke verzorging
Na jarenlange stabiele groei stijgt de omzet
van winkels in persoonlijke verzorging fors in
2015. Ook 2016 kent relatief hoge groei.
Deze stijging is enerzijds verklaarbaar door
uitbreiding van de sector (meer winkels), de
groeiende populariteit van gezondheid en
wellness en het herstel van de economie.
Anderzijds is de groei opmerkelijk gezien de
felle concurrentie met supermarkten en dis-
counters.
De prijs voor groei wordt betaald in de vorm
van lagere marges. De prijsdruk is hoog.
Schaal is noodzakelijk in deze felle strijd.
Consolidatie is gaande.
Groeispurt persoonlijke verzorging in 2015 Omzetontwikkeling in procenten vs. voorgaande jaar
Lagere prijzen in drogisterijbranche
Prijzen drogisterijen per kwartaal vs. zelfde periode in
voorgaande jaar
Bron: CBS, *ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Groei tegen een prijs
Forse groei De branche persoonlijke verzorging weet na jaren van veel-
al stabiele, lichte groei een versnelling hoger te schakelen
in 2015. Naar verwachting groeit de omzet met 5%.
In 2016 zal deze groei iets afzwakken, maar met 3% nog
steeds op een relatief hoog niveau liggen. De sector weet
haar grip op de consument te vergroten. In een periode
waarbij in veel delen van de retail het aantal winkels
krimpt, is in persoonlijke verzorging juist sprake van groei.
Discounters breidden uit en concurreren ook steeds meer
met het supermarktkanaal. Positief voor de sector is verder
dat de populariteit van gezondheid en wellness eveneens
groei stimuleert.
Prijs wordt betaald Voor die hoge groei binnen persoonlijke bezorging wordt
wel een prijs betaald. De promo druk, omzet uit promoties,
is hoog. Supermarkten stuntten steeds meer, waardoor ook
drogisterijen hun acties opvoeren. Daarnaast leidt de op-
komst van discounters als Action en Big Bazaar tot extra
prijsdruk. Cijfers van het CBS wijzen sinds eind vorig jaar op
een dalend prijsniveau voor winkels in persoonlijke verzor-
ging. Ook het gemiddelde bedrijfsresultaat van drogisterij-
en volgt een negatieve lijn en daalde van 4,8% in 2012 naar
4,2% in 2014 (Panteia o.b.v. CBS)
Binnen de drogisterijbranche is het voor zelfstandige winke-
liers steeds moeilijker deze strijd vol te houden. Schaal lijkt
noodzaak om in deze fel bevochten markt te kunnen con-
curreren. Consolidatie is daarom al enige tijd gaande. Illu-
stratief was de overname van Dirx drogisterijen door A.S.
Watson (Kruidvat, Trekpleister). -2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
K1'14 K2'14 K3'14 K4'14 K1'15 K2'15 K3'15
1,2%
3,3%
0,5%
1,7%
5,0%
3,0%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 62 Ondernemen in 2016 / december 2015
Automotive
In 2015 stijgt het aantal registraties van
nieuwe personenauto’s naar verwachting
tot 435 duizend. De omzet benadert zelfs
het niveau van 2011.
Deze opleving wordt veroorzaakt door de
zakelijke markt. Een hogere vervangings-
vraag en fiscale aanscherping (bijtelling) zijn
de drijfveren achter deze groei.
Grote zorg blijft de particuliere markt, die op
een laag niveau opereert. Financiële horden
verhinderen een snelle wederopstanding.
Vergrijzing kan de komende 10 jaar een be-
langrijke stimulans zijn voor herstel van de
particuliere markt. Onder de sterk groeiende
groep van 65-plussers zal het autobezit na-
melijk toenemen. Voor het eerst sinds 2011 omzetgroei Omzet registraties nieuwe auto’s in miljarden euro’s
Bron: ING o.b.v (VWE) cataloguswaarde, *2015 is schatting
Zakelijke opleving versus particuliere dip
Zakelijke opleving zorgt voor sterke groei omzet Het totaal aantal registraties van nieuwe personenauto’s
stijgt in 2015 naar verwachting tot 435 duizend, dankzij de
zakelijke markt. Naast het feit dat een hogere
vervangingsvraag vanuit deze markt een stimulans vormt,
is het ook de aanscherping van de bijtelling (per 2016) die
2015 extra registraties brengt.
Belangrijk is dat de zakelijke markt zorgt voor de afzet van
relatief dure auto’s. Dit leidt tot een sterke groei van de
omzet, waarbij het niveau van 2011 wordt benaderd. Met
name richting het einde van het jaar zullen veel nieuwe
auto’s worden geregistreerd. Dit betekent echter dat 2016
traag zal starten. Ondanks verder economisch herstel ver-
wacht ING Economisch Bureau daarom in 2016 een daling
van het aantal registraties naar 415 duizend.
Korte opleving 2015 gevolgd door daling 2016 Registraties nieuwe personenauto's x 1.000
Bron: VWE, bewerking en ramingen* ING Economisch Bureau
Terugwinnen particuliere koper is dé uitdaging De invloed van de zakelijke markt op de registraties is de
afgelopen jaren gegroeid. Dit komt niet enkel door de
kracht van de zakelijke markt, maar ook door een dalende
particuliere markt. De kosten die gepaard gaan met
aanschaf en bezit van een nieuwe auto vormen belangrijke
financiële horden, zeker in een tijd waarin huishoudens nog
steeds (financieel) bij moeten komen van de crisis. Er wordt
langer doorgereden in auto’s en /of vaker gekozen voor een
occasion. Het terugwinnen van particulieren op de markt
voor nieuwe auto’s is dan ook één van de belangrijkste
uitdagingen van de sector. De nog relatief kleine, maar wel
snel groeiende markt van private lease speelt daarin een
rol. Ook vergrijzing kan helpen. Het zijn juist ouderen die
een belangrijke rol spelen op de particuliere markt (zie ook
het Vooruitzicht Automotive ‘Vergrijzing stuwt wagenpark’).
483
555502
420392
435 415
2010 2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
11,6
13,4 12,8
11,8 11,1
13,1
0123456789
101112131415
2010 2011 2012 2013 2014 2015*
Agrarische sector
Akkerbouw
Groenten en fruit
Intensieve veehouderij
Sierteelt
Zuivel
ING Economisch Bureau 64 Ondernemen in 2016 / december 2015
Optimisme dankzij goede exportvooruitzichten
In 2016 groeit het productievolume in de
agrarische sector naar verwachting met
1%, conform het langjarig gemiddelde.
De export is de drijvende kracht achter de
groei, maar ook binnenlands zijn er vol-
doende signalen dat de afzet verder groeit.
Door de matige prijsontwikkeling in 2015
daalde de exportwaarde over een breed
front. Groenten en bloemen vormden de
uitzondering. Voor 2016 zal de prijsontwik-
keling in melkvee– en varkenshouderij
waarschijnlijk opwaarts zijn.
Lage eurokoers stimuleert ook in 2016 export
Veelal lagere exportwaardes in 2015
% ontwikkeling j.o.j.
Bron: CBS
Bron: ING Economisch Bureau
Agrarische sector
“De land- en tuinbouw is onmisbaar voor de
Nederlandse economie. De sector vult de
wereldwijd groeiende vraag naar gezonde
en gevarieerde voeding in. Innovatie en
duurzaamheid maakt Nederland tot gids-
land”.
Cor Bruns en Kees van Vliet,
Sectormanagers Agrarisch
Groeivolume agrarische sector 1% Volgens het CBS bedroeg de productiegroei in de laatste
twintig jaar gemiddeld 1% per jaar. In deze periode steeg
het inkomen met 14% en slonk het aantal agrarische be-
drijven met ruim 40% tot 65.000.
De prijsontwikkeling was in 2015 voor diverse agrarische
sectoren negatief. Uitzonderingen vormden groenten, bloe-
men en voor een deel van het jaar eieren. Voor sectoren als
zuivel, akkerbouw en varkenshouderij is het perspectief voor
2016 beter dan in 2015. Voor zuivel wordt een geleidelijke
stijging van de melkprijs voorzien tot 5% boven het gemid-
delde van de laatste jaren. Voor aardappelen en uien begon
het nieuwe productiejaar met goede prijzen. Voor varkens-
houders werkt de varkenscyclus in 2016 in positieve zin, na
de negatieve ontwikkelingen in 2015.
De exportvooruitzichten blijven dankzij een gestaag stijgen-
de vraag en een aanhoudend gunstige eurokoers goed.
Bovendien blijven de olie– en gasprijzen naar verwachting
op de huidige lage niveaus en dat is vooral gunstig voor de
glastuinbouw.
0,65
0,70
0,75
0,80
0,85
0,90
0,95
1,00
0,90
1,00
1,10
1,20
1,30
1,40
1,50
1,60
2008 2010 2012 2014 2016
EUR/USD EUR/GBP (r.as)
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
Vlees Melk Kaas Eieren Graan Groenten Fruit Bloemen Planten
2014 2015 jan-sep
ING Economisch Bureau 65 Ondernemen in 2016 / december 2015
Hoge aardappel- en uienprijzen bij seizoenstart
Prima start seizoen 2015/16 aardappelen en uien Akkerbouwers die aardappelen en uien verbouwen, kennen
tot nu toe een prima prijsvorming. De prijzen in de periode
september-november zijn voor aardappelen en uien 1,5
keer zo hoog als gemiddeld. Ten opzichte van vorig seizoen
zijn de aardappelprijzen 4 tot 5 keer zo hoog (zie figuur). De
kwaliteit en de opbrengsten variëren lokaal sterk. Er viel in
sommige regio’s in het groeiseizoen extreem veel regen.
Ook het nieuwe uienseizoen is prima begonnen. De oogst is
10% hoger dan het vorige seizoen en de prijzen liggen voor-
alsnog zowel boven die van vorig seizoen als die van het
langjarig gemiddelde. Bovendien was medio november al
bijna de helft geleverd, ook meer dan de jaren ervoor. De
uitvoer komt wat langzamer op gang. Het exportvolume
was tot en met week 44 3% lager dan een jaar eerder. De
top 4 exportbestemmingen voor uien van het seizoen
2014/15 (Senegal, Brazilië, VK en Ivoorkust) laten allemaal
nog een achterstand zien. Het aantal afzetmarkten groeit
nog altijd, zowel voor aardappelen als uien.
Het productiejaar 2015/2016 is begonnen
met bovengemiddeld hoge prijzen voor zo-
wel consumptieaardappelen als uien.
De kwaliteit en de opbrengsten variëren dit
jaar lokaal sterk.
Het exportseizoen is rustig begonnen. Het
uitvoervolume ligt nog 3% achter bij dat van
2014/2015.
Het aantal uitvoermarkten blijft groeien, zo-
wel bij aardappelen als uien.
Goed begin aardappelseizoen 2015/16 prijs in € per 100 kg.
Bovengemiddelde uienprijs in 2015 prijs in € per 100 kg.
Bron: CBS; * 2014
Bron: LEI en ING Economisch Bureau
Akkerbouw
0
5
10
15
20
25
30
35
sep okt nov dec jan feb mar apr mei jun
Gem.2000/14 2012/13 2013/14
2014/15 2015/16
0
5
10
15
20
25
aug sep okt nov dec jan feb mar apr mei jun
Gem.2000/11 2012/13 2013/142014/15 2015/16
Akkerbouwareaal (in ha) en bruto-opbrengst
(in 1000 kg/ha) in 2015
Snijmaïs 223.900 41,1
Wintertarwe 127.800 10,2
Consumptieaardappelen 21.700 50,9
Suikerbieten 58.500 81,8
Zetmeelaardappelen 43.200 42,2*
Pootaardappelen 42.000 37,0*
Zomergerst 24.900 7,0
Zaaiuien 24.000 56,4
Bron: LEI en ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau 66 Ondernemen in 2016 / december 2015
Toekomst sector diffuus ondanks prima 2015
2015 jaar met prima prijzen In de glastuinbouw hebben kwekers van tomaten, kom-
kommers en paprika’s - de top 3 producten - een uitste-
kend jaar achter de rug. Door het te warme zomerweer
bleef Spanje lang van de markt. De prijsvorming was zowel
in het voor- als najaar prima. De prijzen daalden pas medio
november, toen het gros van de Nederlandse oogst binnen
was. Ook de kosten (vnl. gas) waren in 2015 acceptabel.
In de AGF-schappen in de winkels zette deze voor de kwe-
kers gunstige prijstendens door. Er werd dankzij de slechte
Spaanse marktpositie in de eerste tien maanden 45% meer
tomaten naar Spanje uitgevoerd. De totale exportvolumes
daalden als gevolg van de hogere prijzen in de eerste tien
maanden met 7%. Alleen de uitvoer van paprika’s ontwik-
kelde zich wel positief. De fruittelers zagen de appelexport
stijgen, terwijl die van peren fors terugviel. Een groot deel
van de perenoogst 2014/15 werd al vorig jaar verkocht.
Prijzen in AGF-schap detailhandel ook omhoog index 2006 = 100
Lagere groei exportvolumes in 2015 in miljard kg. (x-as); % ontwikkeling j.o.j.
Bron: GroentenFruit Huis en ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Groenten en fruit
Coalitie HOT goede stap richting toekomst Een goed 2015 biedt geen enkele garantie voor weer een
goed jaar. De areaalontwikkeling in 2016 is nog onduidelijk
en weersomstandigheden in andere productielanden en
Nederland zelf (lichtintensiteit en –inval in het voorjaar) zijn
onvoorspelbaar. De glastuinbouwsector heeft door een
reeks slechte jaren flink aan financiële en innovatiekracht
ingeboet en krijgt de komende jaren met vele uitdagingen
te maken. De in november gestarte ‘coalitie HOT’ (o.a. te-
lersverenigingen, overheden en de logistieke sector) kijkt
specifiek naar afzetstructuur, infrastructuur, ruimtelijke
herstructurering, agrologistiek en vernieuwing van het Eu-
ropese GMO-beleid. Daarnaast zijn er al stappen gemaakt
op het gebied van nieuwe exportovereenkomsten van Ne-
derland met landen als China, India, Vietnam en Brazilië.
2015 was qua prijsvorming een prima jaar
voor de kwekers van tomaten, komkom-
mers en paprika.
Het succes van de glastuinbouw in 2015 is
te danken aan teeltproblemen buiten Ne-
derland.
De prille samenwerking in de coalitie HOT
komt in 2016 met de eerste uitwerking van
haar plannen voor de toekomst van de glas-
tuinbouw.
De uitbreiding van exportmarkten verloopt
goed. Er zijn door ons land voor diverse pro-
ducten nieuwe handelsovereenkomsten ge-
sloten, onder meer met China, India, Brazilië
en Vietnam.
-7,0%
-5%
+3%
-14%
+3% -22%
100
110
120
130
2011 2012 2013 2014 2015Fruit Groenten en aardappelen
0
300.000
600.000
900.000
1.200.000
1.500.000
1.800.000
2.100.000
Totaal G&F TomaatKomkommerPaprika Peren Appels
2014 (t/m week 45) 2015 (t/m week 45)
ING Economisch Bureau 67 Ondernemen in 2016 / december 2015
Varkenshouderij onder druk
Hogere prijzen in 2016 als gevolg varkenscyclus De varkenssector heeft een slecht jaar achter de rug. De
prijzen van zowel vleesvarkens als zeugen zijn in de tweede
helft van 2015 fors gekelderd. Er is overproductie in Europa
en de vraag valt tegen. Nederlandse varkenshouders pro-
duceren weliswaar efficiënt, maar de kostprijs is en blijft
door hoge eisen aan milieu en dierenwelzijn relatief hoog.
Gecombineerd met de lage opbrengstprijs staan de rende-
menten onder druk. In “the survival of the fittest” dreigen
vooral kleinere bedrijven het onderspit te delven. De ruim
30% ondernemers die zich richten op conceptvlees onder-
scheiden zich en hebben bovendien het tij mee. Beleidsma-
kers, consumenten en supermarkten kiezen langzamer-
hand voor sterrenvlees. Voor 2016 worden voor vleesvar-
kens en biggen een lager aanbod en dus hogere prijzen
verwacht, conform het principe van de varkenscyclus.
Vooruitzichten pluimveehouders blijven goed De eierprijzen lagen een groot deel van het jaar ruim boven
het langjarig gemiddelde. In de zomer leidde de uitbraak
van vogelgriep in de VS dankzij een hogere importvraag tot
een extra prijsimpuls. Gemiddeld zijn de prijzen in 2015 8%
hoger dan het langjarige gemiddelde en 14% hoger dan in
2014. In 2016 zullen vraag, prijzen en rendementen naar
verwachting weer tenderen naar gemiddelde niveaus.
Houders van vleeskuikens boekten in 2015 voor het tweede
jaar op rij bovengemiddelde resultaten. De saldi liggen 5%
onder het niveau van 2014, maar 35% boven het langjarig
gemiddelde. Als de tendens tot lagere voerkosten zich
voortzet en de opbrengsten redelijk op peil blijven vanwege
een stabiele consumptievraag, belooft ook 2016 een bo-
vengemiddeld jaar te worden voor vleeskuikenhouders.
2015 prima jaar legpluimvee, slecht jaar zeugen Gemiddeld maandsaldo* in € / bedrijf
14% hogere eierprijzen in 2015 Weekprijzen in €/100 stuks excl. BTW, bruin 62-63 gram
Bron: LEI en ING Economisch Bureau; * rendement (opbrengst minus
kosten) voor gestandaardiseerde bedrijven, exclusief BTW
Intensieve veehouderij
Bron: LEI en ING Economisch Bureau
Houders van vleesvarkens en vooral zeugen
haalden in 2015 slechte rendementen.
In 2016 zal het aanbod afnemen en kunnen
de prijzen weer stijgen, conform het principe
van de varkenscyclus. De hoge mestkosten
blijven een punt van zorg en drukken de
rendementen.
Pluimveehouders hebben een goed jaar
achter de rug. Hun vertrouwen in de toe-
komst van het bedrijf is momenteel een
stuk hoger dan een jaar geleden.
In 2016 zullen zeker voor legpluimveehou-
ders de gemiddelde prijzen en rendementen
lager uitkomen, maar mede dankzij dalende
voerkosten boven het gemiddelde blijven.
0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
Vleeskuikens Leghennen Vleesvarkens Zeugen
gem. t/m okt 2006-2013 t/m okt 2014 t/m okt 2015
4
5
6
7
8
1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52
2013 20142015 gem.2005-2013
ING Economisch Bureau 68 Ondernemen in 2016 / december 2015
Bloemen doen het beter dan planten
Uitvoer bloemen groeit door, rentabiliteit omhoog De exportwaarde van pot– en tuinplanten daalde in de eer-
ste tien maanden met 3%, die van bloemen steeg met 6%.
Planten worden tegen lagere prijzen verkocht, maar omdat
kwekers in een kleinere potmaat telen stijgt de rentabiliteit
per m2. Volgens het LEI is sinds de crisis de rentabiliteit ver-
beterd. Ook door het lage gasprijsniveau zijn de kosten voor
de kwekers gedaald en is de verwachting voor de resulta-
ten in 2016 evenals in 2015 positief. Overigens ontstaat
door “Kopen Op Afstand” enige neerwaartse prijsdruk in de
handel, omdat buitenlandse importeurs gemakkelijker kun-
nen kiezen voor goedkopere alternatieven, buiten de veiling
om.
Groei exportwaarde bloemen en planten 2016 % joj groei
Totale groei exportomzet sierteelt in 2015 +3% % joj groei januari-oktober (aandeel tussen haakjes)
Bron: VGB en ING Economisch Bureau
Sierteelt
Exportgroei vooral naar VK en Polen Uit de figuur blijkt dat er een samenhang is tussen de eco-
nomische groei in de eurozone - het voornaamste afzet-
gebied van de Nederlandse sierteeltsector - en de uitvoer-
waarde van vooral bloemen. Aangezien de groeivooruit-
zichten voor de eurozone in 2016 (+1,5%) en 2017 (+1,8%)
positief zijn, betekent dat goede vooruitzichten voor de
sierteeltsector. De bloemenexport stijgt naar verwachting
met ongeveer 4%. Voor potplanten kan de terugval in ex-
portwaarde in 2015 weer worden omgebogen. De Britse
exportmarkt zal evenals in 2015 de snelste groeier zijn. De
euro/pond koers blijft zich gunstig ontwikkelen, terwijl de
consumptiegroei hoog blijft. Polen is groeiland nr.2. Rus-
land verliest als exportland aan betekenis. De exportomzet
daalt dit jaar met een kwart. Vooral voor chrysanten, die
voor de Russische markt worden geproduceerd, is er prijs-
druk. Herstel van de Russische economie en de export
ernaartoe wordt pas in 2017 voorzien.
Bron: VGB en ING Economisch Bureau
De sierteeltsector liet in 2015 een gemengd
beeld zien, met flinke exportgroei voor bloe-
men, maar een tegenvallende ontwikkeling
bij potplanten.
Ondanks de lagere prijzen voor potplanten
verbetert het rendement, ook in 2016, door
lagere energiekosten.
Het herstel van de consumptieve bestedin-
gen en de laag blijvende euro zorgen boven-
dien voor goede (internationale) afzetvoor-
uitzichten.
Voor bloemen wordt een exportgroei van
4% voorzien, voor potplanten van 3%.
-30% -20% -10% 0% 10% 20%
Oostenrijk (2,3%)
Zweden (3,0%)
Rusland (3,2%)
Zwitserland (3,3%)
Polen (3,3%)
België (4,0%)
Italië (4,9%)
Frankrijk (12,9%)
V.K. (16,7%)
Duitsland (29,1%)
TOTAAL
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
2006 2008 2010 2012 2014 2016
Snijbloemen Potplanten BBP groei eurozone
ING Economisch Bureau 69 Ondernemen in 2016 / december 2015
Zonniger 2016 voor melkveehouders
Hogere prijzen en gemiddelde rendementen voor
melkveehouders in 2016 Na het vervallen van de melkquotering op 1 april 2015 is de
productie vooral in Nederland flink gestegen (circa 7%) en
zijn de prijzen gedaald. In ons land steeg de productie ster-
ker dan in de meeste andere EU-landen. De melkprijzen
inclusief nabetalingen, heffingen en toeslagen komen in
2015 zo’n 7% onder het langjarig gemiddelde (€ 34,50) uit.
De gemiddelde melkprijs van 2015 is 17% lager dan die in
2014, het rendement ruim 20%.
Voor 2016 is de verwachting dat dankzij de toenemende
internationale vraag de melkprijs geleidelijk gaat stijgen en
kan uitkomen op 5% boven het langjarig gemiddelde (de
zogenoemde KWIN-norm) en ruim 10% boven het gemid-
delde prijsniveau van 2015. Voor de rendementen betekent
dit bij hetzelfde kostenniveau als in 2015 dat 2016 een ge-
middeld jaar kan worden. Het gemiddeld maandsaldo is
dan bijna 10% hoger dan in 2015.
Lange termijnperspectief goed Als de nieuwe fosfaatwetgeving op 1-1-2016 volgens plan-
ning ingaat, dan lijkt verdere productiegroei uitgesloten. Er
wordt dan teveel mest geproduceerd. Verder zijn de voor-
uitzichten goed. De vraag naar zuivel blijft stijgen door toe-
name van de wereldbevolking en de welvaart. Het goede
imago van Nederland met steeds meer weidegang en
duurzame productievormen lijkt een garantie voor prima
exportvooruitzichten. De laag blijvende euro komt daar in
2016 als gunstige factor bovenop.
Melkprijs 2015 7% onder gemiddelde* (€ 34,50) in € per kg excl. BTW; 3,7% vet– en 3,35% eiwitgehalte
Gemiddeld rendement 2016 weer ‘normaal’
in € per maand excl. BTW
Bron: LEI en ING Economisch Bureau; * KWIN-norm
Zuivel
Bron: LEI en ING Economisch Bureau
De melkprijzen waren in 2015 circa 7% lager
dan gemiddeld en 17% lager dan in 2014.
Het rendement voor de melkveehouders zal
in 2015 9% lager zijn dan gemiddeld en 20%
lager dan in 2014.
Voor 2016 wordt een geleidelijke stijging
van de melkprijs voorzien, die gemiddeld 5%
boven het langjarig gemiddelde en 10% bo-
ven die van 2015 kan uitkomen.
Lagere voerkosten, een gunstige eurokoers
en een verder stijgende internationale vraag
spelen de melkveehouder in de kaart. De
fosfaatwetgeving zorgt echter voor het uit-
blijven van verdere productiegroei.
28
31
34
37
40
43
46
jan feb mar apr mei jun jul aug sep okt nov dec
2013 2014 2015
0
5000
10000
15000
20000
2006-2014 2014 2015 2016
2006-2014 2014 2015 2016
Horeca
Hotels
Restaurants
Cafetaria’s en fastservice
Cafés
ING Economisch Bureau 71 Ondernemen in 2016 / december 2015
Horeca houdt opgaande lijn vast
De horeca-omzet stijgt. De verkopen nemen
naar verwachting met 2% toe in 2016. De
groei bij hotels, restaurants en cafetaria’s
houdt aan, bij cafés lijkt de volumedaling te
stagneren.
De verkoopvolumes in de horeca liggen ook
eind 2016 nog onder het niveau van 2007.
Voor restaurants ligt dat niveau mogelijk in
2017 al in verschiet, cafés zijn daar nog ver
van verwijderd.
De branchevreemde concurrentie neemt
toe. Voor hotels gaat het om particuliere
verhuur en door horeca-elementen toe te
voegen begeeft de retail zich steeds meer
op de markt voor eet-en drinkgele-
genheden.
De omzet stijgt... Ontwikkeling omzetvolume, jaar-op-jaar
… en het aantal faillissementen daalt 3-maands gemiddelde, langjarig gemiddelde 30,5
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Horeca
“De consument is positief gestemd en
besteedt meer buiten de deur. Gunstig
voor de horecaondernemer, mits zijn
aanbod past bij de klantwens. Onder-
scheidend vermogen is van levensbe-
lang aangezien het aanbod stijgt.”
Jan van der Doelen,
Sectormanager Horeca
Sterke fase voor omzetgroei in horeca Het samenvallen van het huidige economische herstel in
Nederland en de toestroom van toeristen is een gouden
combinatie voor de horeca. Niet eerder dit millennium na-
men de verkopen van hapjes en drankjes en de boekingen
van hotelkamers zo sterk toe als in 2014 en 2015. Ondanks
dat de verwachte groei in 2016 (2%) wat gas terug neemt,
lijkt de sector wederom op een goed jaar af te stevenen.
Het omzetvolume van restaurants en hotels nadert door
opeenvolgende jaren van groei het niveau van topjaar
2007.
Minder bedrijven in financiële problemen De groei in de horecabestedingen gaat gepaard met een
toename van het aantal hotels, restaurants en cafetaria’s/
lunchrooms. Vooral eigenaren van eet– en drinkgelegenhe-
den signaleren dat het animo onder consumenten om de
horeca te bezoeken de afgelopen 2,5 jaar toeneemt. De
markt is in staat om de extra hotelkamers en eetgelegen-
heden te absorberen. Dat betekent dat het aantal faillisse-
menten in de horeca daalt en in 2015 onder het langjarig
gemiddelde ligt.
0
10
20
30
40
50
2013
januari
juli 2014
januari
juli 2015
januari
juli
2,1%
-0,7% -0,7%
4,0% 4,0%
2,0%
2011 2012 2013 2014 2015* 2016*
ING Economisch Bureau 72 Ondernemen in 2016 / december 2015
2016: derde vette jaar op rij
Omzetstijging hotellerie zet door De toestroom van toeristen legt de hotellerie geen windeie-
ren. Met ruim 14 miljoen buitenlandse toeristen, trekt Ne-
derland meer bezoekers dan ooit tevoren. Het belang van
toeristen voor hotels blijft daarmee toenemen. Het positie-
ve sentiment onder Nederlandse consumenten is een
tweede opsteker. Kamerprijzen en bezettingsgraden liggen
op hoge niveaus en 2015 is met een volumegroei van ruim
5% het tweede topjaar op rij. Het groeivooruitzicht voor
2016 (+3%) is positief. Sterke groei in de zakelijke dienstver-
lening is gunstig voor de binnenlandse zakelijke markt en
ook de Nederlandse consument gaat weer vaker op vakan-
tie. In de aanhoudende internationale onrust en terreur-
dreiging schuilt een risico voor de hotellerie. Vooralsnog ligt
een stijging van het aantal buitenlandse gasten echter
meer in de lijn der verwachting.
52% overnachtingen door buitenlandse gasten Aandeel in overnachtingen per regio, eerste helft 2015
Stijging van vertrouwen gunstig voor omzet Ontwikkeling per kwartaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Hotels
Nieuwe hotelconcepten en alternatief aanbod De groei in de hotellerie leidt tot veel nieuwe ontwikkelin-
gen. Buiten de steden en aan de rand van de stad groeien
ketens als Van der Valk. In de grote steden, Amsterdam
voorop, weten (nieuwe) hotels ook passanten en onderne-
mers aan zich te binden. Bijvoorbeeld door het bieden van
kwalitatief hoogwaardige werkplekken en aantrekkelijke
food– en beverage concepten. Wat ook groeit is het alter-
natieve aanbod, zo voert Airbnb actief campagne om meer
Amsterdamse verhuurders te werven. De vatbaarheid van
hotels voor dit alternatieve aanbod verschilt. Zakenhotels,
hotels met een gemiddeld oudere doelgroep en hotels bij
vervoersknooppunten zijn relatief minder gevoelig voor het
nieuwe aanbod.
De vraag naar hotelkamers stijgt al twee
jaar gestaag en die ontwikkeling zet door.
Voor 2016 is de verwachting dat het omzet-
volume met 3% toeneemt.
2015 gaat de boeken in als een toeristisch
topjaar, het aantal buitenlandse gasten is
met ruim 14 miljoen hoger dan ooit tevoren.
De grotere vraag naar kamers stimuleert
nieuwe ontwikkelingen. Vooral in de grote
steden is én wordt nieuw hotelaanbod ont-
wikkeld. Ook het beschikbare alternatieve
aanbod (o.a. Airbnb) groeit sterk.
In de aanhoudende internationale onrust
schuilt een potentiële bedreiging voor de
hotellerie.
-50
-25
0
25
50
-15,0%
-7,5%
0,0%
7,5%
15,0%
2011 Q1 2013 Q1 2015 Q3
Omzet Hotels (volume, in %)
Consumentenvertrouwen (rechter-as)
47,6%
40,0%
6,6%
5,3%
0,6%
Nederland
Europa
Amerika
Azië en Australië
Afrika
ING Economisch Bureau 73 Ondernemen in 2016 / december 2015
Restaurants in trek
Omzetgroei houdt aan, tempo iets lager Het positieve sentiment bij consumenten vertaalt zich door
in een sterke groei in het aantal verkochte maaltijden in
restaurants. Het omzetvolume maakt in 2014 en 2015 de
sterkste groeiperiode van het huidige millennium door. De
vooruitzichten zijn gunstig en voor 2016 wordt een groei
van 2% verwacht. De koopkracht verbetert en de consu-
ment is sneller bereid om geld uit te geven. Maar die ont-
wikkeling verschilt wel per doelgroep. Vooral welvarende
ouderen gaan er qua koopkracht slechts beperkt op vooruit,
terwijl zij voor sommige restaurants juist een belangrijke
doelgroep zijn. In het prioriteiten lijstje van de consument
scoort uit eten gaan goed. De keuze voor een avond uit
eten krijgt daarbij vooralsnog de voorkeur van de consu-
ment boven een beter gevulde boodschappenkar of nieuwe
garderobe.
Forse toename van het aantal restaurants Aantal restaurantvestigingen
Extra impuls omzet door positief sentiment Ontwikkeling per kwartaal
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Restaurants
Aantal restaurants groeit sneller dan omzet Er worden meer maaltijden verkocht maar het aantal res-
taurants blijft ook toenemen. Volgens cijfers van het CBS
steeg het restaurantaanbod in 2014 met bijna tien procent.
Dat was fors meer dan de groei van de verkopen. De sterk-
ste groei vindt plaats in de Randstad en in Noord-Brabant.
Hier nam het aantal restaurants in vijf jaar tijd met 15 tot
20% toe. Daarmee concentreert de groei zich in regio’s met
de sterkste bevolkingsgroei. In de andere provincies steeg
het aanbod met circa tien procent. Ondanks de toename
van de concurrentie neemt het aantal faillissementen on-
der eet– en drinkgelegenheden af.
De omzetontwikkeling van restaurants zit al
vijf jaar in de lift. Voor 2016 is de verwach-
ting dat de verkopen met ruim 2% toene-
men.
De bestedingen bij restaurants stijgen ster-
ker dan die bij supermarkten of bij winkels.
Dit is een teken van de prioriteit die consu-
menten aan een avond uit eten geven.
Er zijn steeds meer restaurants: tijdens 2014
nam het restaurantaanbod sneller toe dan
de omzetgroei.
12.495 12.795 12.940 13.11014.330
2011 2012 2013 2014 2015
-50
-25
0
25
50
-10%
-5%
0%
5%
10%
2011 Q1 2013 Q1 2015 Q3
Omzet Restaurants (volume, in %)
Consumentenvertrouwen (rechter-as)
ING Economisch Bureau 74 Ondernemen in 2016 / december 2015
Gezonde concurrentie
Voor ieder wat wils De markt voor een snelle hap is minder ‘booming’ dan die
voor hotels en restaurants maar profiteert wel degelijk van
het herstel van de binnenlandse economie. Consumenten
zijn meer op pad in eigen land en in vakantieperiodes profi-
teren aanbieders in toeristische regio’s van de steeds grote-
re toeristenstroom. Naast enkele grote fastfoodketens zijn
er vooral heel veel kleinere formules en spelers. Nieuwe to
go concepten doen hun intrede waarbij goed en gezond
eten vaak een uitgangspunt is. Traditionele aanbieders van
een snelle hap moeten daarin mee. Een keurmerk als ver-
antwoord frituren en de uitgebreide voedingsinformatie bij
McDonalds zijn daarvan voorbeelden. Naast het ruime aan-
bod van broodjeszaken, snackbars, fastfoodrestaurants en
ijssalons zijn foodtrucks in trek. Veel meer dan andere par-
tijen richten zij zich doorgaans op één specialiteit/signature
dish met een hoge omloopsnelheid.
Omzet groeit in gematigd tempo Ontwikkeling per kwartaal
Minder faillissementen bij eet– en drinkgelegen-
heden Aantal faillissementen per jaar
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Cafetaria’s en fastservice
Ieder jaar groeit het aantal vestigingen van cafetaria’s
Bron: CBS, *2015 raming ING Economisch
De omzet in cafetaria’s, lunchrooms en fast-
foodrestaurants blijft in 2016 naar verwach-
ting groeien. Het omzetvolume stijgt circa
2%.
Een snelle hap is doorgaans niet heel ge-
zond terwijl het merendeel van de consu-
menten vet, zout en suiker probeert te ver-
mijden. De branche kan dit met bewuste
keuzes faciliteren.
De foodtruck & trailer zijn terug van wegge-
weest. Volgens schattingen zijn er momen-
teel circa 400. De groei van het aantal mo-
biele keukens is een drijfveer voor het aantal
foodfestivals.
Groei Aantal vestigingen
2011 1,8% 11.365
2012 5,5% 11.990
2013 2,1% 12.240
2014 2,7% 12.575
2015 13.295 5,7% Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
0
100
200
300
400
500
2011 2012 2013 2014 2015*
-50
-25
0
25
50
-15,0%
-7,5%
0,0%
7,5%
15,0%
2011 Q1 2013 Q1 2015 Q3
Omzet Cafetaria's (volume, in %)
Consumentenvertrouwen (recher-as)
ING Economisch Bureau 75 Ondernemen in 2016 / december 2015
Minder consumpties tegen hogere prijs
Omzet structureel onder druk Sinds geruime tijd lopen de verkoopvolumes in de cafébran-
che terug. In 2015 maakt die ontwikkeling een tijdelijke pas
op de plaats. In het tweede en derde kwartaal stegen de
volumes met 1%. De laatste keer dat dit in twee opeenvol-
gende kwartalen gebeurde, was in 2006. Hogere prijzen
compenseren de dalende verkopen, gemiddeld stegen de
prijzen de afgelopen tien jaar met bijna 3% per jaar. Voor
2016 is de verwachting dat er een beperkte daling plaats-
vindt (-0,5%). Overall zijn de omstandigheden relatief gun-
stig, consumenten zijn positief, de koopkracht stijgt en het
toerisme groeit. Wat het weer gaat doen speelt uiteraard
een rol en het mislopen van het EK-voetbal is ongunstig.
Voor individuele ondernemers kan het interessant zijn om
als plan B de toeristen uit onze buurlanden te bedienen.
De aanhoudende daling in de verkopen van
cafés vlakt af. In 2016 wordt een lichte
krimp van 0,5% voorzien.
Sinds 2007 zijn de omzetvolumes in de cafe-
branche ieder jaar teruggelopen. In het
tweede en derde kwartaal van 2015 wisten
cafés echter meer consumpties te verkopen.
De opkomst van het aantal koffiezaken is
indrukwekkend en lijkt nog niet ten einde.
De cafébranche transformeert en de
‘ouderwetse kroeg’ wordt schaarser.
Omzetvolume van cafés ruim 10% gedaald Index 2010 = 100
Aantal cafés daalt geleidelijk Aantal vestigingen van cafés
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Cafés
Vijf redenen voor de druk op de omzetvolumes
Koffie in koffiezaak in plaats van bier in de kroeg
betekent gemiddeld lagere besteding en volume.
Vergrijzing: de oudere consument is minder gericht
op het café en meer op het restaurant.
Nederland festivalland: het aantal festivals is sterk
toegenomen en dit trekt bestedingen van elders
weg.
Regelgeving: verhoging van de alcoholleeftijd, het
rookverbod en de verhoging van de accijnzen.
De toegenomen prijsafstand tussen een consump-
tie thuis of in de kroeg.
12.42511.325
0
5.000
10.000
15.000
2010 2011 2012 2013 2014 2015*
80
85
90
95
100
105
2010 Q1 2015 Q3
Public sector
Woningcorporaties
Lagere overheden
Onderwijs
Goede doelen
Kinderopvang
ING Economisch Bureau 77 Ondernemen in 2016 / december 2015
Meer impact met minder middelen
De public sector blijft in 2016 met 1% groei
ruim achter bij de economische groei van
2,5%.
Voor publieke- en non-profitorganisaties
staat het vergroten van de maatschappelij-
ke impact voorop. Financieel scherp aan de
wind zeilen is de andere grote uitdaging.
Woningcorporaties focussen op de herziene
woningwet en woningen voor vluchtelingen.
Gemeenten kunnen door de regie te pakken
hun impact vergroten op het vlak van werk,
inkomen en zorg.
Onderwijsinstellingen gaan zich meer speci-
aliseren in een kleinschaliger opzet.
In de kinderopvang is visie, flexibiliteit en
ondernemerschap nodig om te overleven.
Goede doelen creëren impact door dona-
teurs met vernieuwende acties te binden.
Kloof met marktsectoren in 2016 iets kleiner Ontwikkeling bruto toegevoegde waarde
Bron: ING Economisch Bureau (*raming) o.b.v. CBS
Public sector
“In de Public Sector draait het om het
zichtbaarder maken van uw meerwaar-
de. Zo kunt u het verschil maken en uw
relatie met klant, burger en politiek ver-
sterken: dat is ondernemen in 2016.”
Ceel Elemans,
Sectormanager Public Sector
2016: groei blijft achter bij marktsectoren Hervormingen en bezuinigingen van het kabinet hebben tot
een kleinere public sector geleid. Het afgelopen jaar is de
toegevoegde waarde van de sector met 0,5% licht gekrom-
pen. Door bezuinigingen op ouderenzorg, ontwikkelingssa-
menwerking, cultuursubsidies en maatregelen als de ver-
huurdersheffing hebben publieke- en non-profit-
organisaties hun personeelsbestand moeten inkrimpen.
Ook in 2016 moeten zij de broekriem aanhalen. De aantrek-
kende economie zal wel weer tot lichte groei van de public
sector leiden, maar deze blijft met 1% ruim achter bij de
2,5% van de economie als geheel.
Onderwijs ziet werkgelegenheid weer groeien Het onderwijs profiteert juist van het kabinetsbeleid. Als
belangrijke pijler van de kenniseconomie krijgt het onder-
wijs een kwaliteitsimpuls. Investeringen in kwaliteit van
leraren, vastgoed en digitale toepassingen komen daardoor
eerder van de grond. Door de teruglopende leerling– en
studentenaantallen en de grote onderwijskundige en tech-
nologische uitdagingen zullen echter ook onderwijsinstellin-
gen strak op de financiën moeten sturen.
Minder personeel bij non-profit organisaties Aantal medewerkers, index 2010 = 100
Bron: ING EB o.b.v. CBS, Brancheorganisatie Kinderopvang, AEDES, VFI
70
80
90
100
110
120
2010 2011 2012 2013 2014 2015
Onderwijs
Overheden
Woning-
corporaties
Goede
doelen
Kinder-
opvang
-0,2%-0,4%
1%1,0%
2,0%
2,5%
2014 2015* 2016*
Public
Sector
Economie
ING Economisch Bureau 78 Ondernemen in 2016 / december 2015
Woningwet en vluchtelingen top of mind
Woningwet belangrijkste thema in 2016 De invoering van de herziene Woningwet, waarin o.a. de
scheiding van DAEB en niet-DAEB wordt geregeld, zien cor-
poraties als de belangrijkste topic voor 2016. Woningcorpo-
raties moeten uiterlijk 1 januari 2017 een conceptvoorstel
indienen en uiterlijk 1 mei 2017 het definitieve scheidings-
voorstel. Naar verwachting zal de meerderheid, door her-
nieuwde focus op de kerntaak, kiezen voor de administra-
tieve scheiding. Ook de opgelegde marktwaardering van
het bezit vergt veel aandacht. De toegenomen focus op de
kerntaak uit zich in een daling van de beïnvloedbare be-
drijfslasten. In 2014 zijn die met 5% gedaald naar 925 euro
per verhuureenheid. De totale bedrijfslasten stegen echter
fors door niet-beïnvloedbare zaken zoals de verhuurders-
heffing. Het WSW voorziet evenwel een verbetering van de
financiële positie door stijging van de huren en verdere
besparingen op personeel, onderhoud en leefbaarheid van
wijken. Ondanks de bezuinigingen zijn huurders tevredener.
Corporaties verlagen beïnvloedbare lasten Totale bedrijfslasten in sector (€ miljard)
Aantal vluchtelingen neemt toe Totaal aantal asielverzoeken per maand
Bron: CBS
Bron: Aedes
Woningcorporaties
Wachtlijsten zullen toenemen Nederland heeft te maken met een forse toestroom van
vluchtelingen. Momenteel komen er elke maand zo’n
10.000 ons land binnen. Uit onderzoek van Finance Ideas
blijkt dat het merendeel van de corporaties (54%) verwacht
de vluchtelingen in bestaande sociale huurwoningen op te
vangen. De wachtlijsten van reeds ingeschreven woning-
zoekenden zullen hierdoor verder oplopen. Een kwart van
de corporaties verwacht vergunninghouders in tijdelijke
(container)woningen op te vangen. Vluchtelingen worden
ook in leegstaande panden in eigendom van de gemeente
gehuisvest. Sinds 1 december mogen corporaties deze pan-
den in opdracht van gemeenten gaan beheren. Door het
vraagstuk van de vergunninghouders krijgt de verkoop van
woningen in 2016 waarschijnlijk minder prioriteit.
De scheiding van DAEB en niet-DAEB is een
belangrijk thema in 2016. Het merendeel
van de corporaties kiest voor een admini-
stratieve scheiding.
De huisvesting van vluchtelingen bepaalt
ook de agenda in 2016. Momenteel komen
elke maand 10.000 vluchtelingen ons land
binnen die huisvesting nodig hebben.
Corporaties denken de vergunninghouders
vooral in bestaande sociale huurwoningen
te huisvesten. Hierdoor nemen de wachtlijs-
ten verder toe.
De financiële positie verbetert door verdere
kostenbeheersing en huurstijging.
0
2,5
5
2013 2014
Beïnvloedbare lasten
Niet-beïnvloedbare lasten
0
4.000
8.000
12.000
2013 2014 2015
ING Economisch Bureau 79 Ondernemen in 2016 / december 2015
Meer regie en innovatie voor meer resultaat
Gemeenten houden hand op de knip De decentralisaties en bezuinigingen blijven de budgetten
van gemeenten fors onder druk zetten. Doordat lokale be-
lastingen slechts 15% van de totale inkomsten uitmaken,
richten gemeenten zich vooral op bezuinigen en het effici-
ënter organiseren van hun taken. Dit gaat steeds vaker ten
koste van uitgaven aan bijvoorbeeld infrastructuur en sub-
sidies voor bibliotheken of zwembaden. De grootste kosten-
besparingen hebben gemeenten op de inkoop en inhuur
van producten en diensten behaald (zie intermediair ver-
bruik in rechter figuur). Daarnaast hebben zij het perso-
neelsbestand in vijf jaar met 12% teruggebracht. Hoewel
de aantrekkende economie geleidelijk voor minder financi-
ële druk en stijgende opbrengsten uit verkoop van bouw-
grond zorgt, moeten veel gemeenten op uitgavenbeheer-
sing blijven focussen.
Productie overheid 5,5% afgenomen in vijf jaar Productiecomponenten, index 2009 = 100
Schuldpositie gemeenten loopt op Ontwikkeling netto schuld per inwoner in euro’s
Bron: Deloitte
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Lagere overheden
Meer maatschappelijke impact door meer regie De decentralisaties in het sociale domein hebben gemeen-
ten met grotere financiële risico’s opgezadeld. Tegelijkertijd
is op tal van beleidsterreinen meer regie nodig. Een goed
voorbeeld zijn de ‘Retail Deals’ die 31 gemeenten inmiddels
met de minister Kamp hebben gesloten. Hierin ontwikkelen
de lokale belanghebbenden onder regie van de gemeente
een visie en actieplan om winkelleegstand tegen te gaan.
Vaak levert een kruisbestuiving tussen beleidsterreinen en
met private partijen meer maatschappelijke impact op.
Denk aan de omvorming van leegstaande kantoren, verzor-
gingshuizen en winkels tot woningen voor studenten of
asielzoekers. Ook op het gebied van zorg en participatie
kunnen slimme dwarsverbanden zowel maatschappelijk als
financieel resultaat opleveren. Dit vergt wel een regisseren-
de en flexibele opstelling en een heldere gemeentevisie.
Lagere overheden moeten door aanhou-
dende druk op budgetten scherpe keuzes
maken en efficiënter te werk gaan.
Gemeenten kopen veel minder extern in.
Daarnaast hebben zij hun personeelsbe-
stand in vijf jaar met 12% teruggebracht.
Voor veel maatschappelijke uitdagingen zijn
dwarsverbanden tussen verschillende be-
leidsterreinen en samenwerking met private
partijen nodig.
Een regisserende en flexibele opstelling van-
uit een heldere maatschappelijke visie is
vereist om met minder geld meer resultaat
te bereiken.
40
60
80
100
120
'96 '98 '00 '02 '04 '06 '08 '10 '12 '14
Intermediair verbruik
Bruto toegevoegde waarde
-1.000
-500
0
500
1.000
1.500
2.000
Gemeenten Provincies Water-
schappen
Gezamenlijk
20
10
20
11
20
12
20
13
ING Economisch Bureau 80 Ondernemen in 2016 / december 2015
Investeren in onderscheidend onderwijs
Erkenning van meerwaarde zorgt voor groei Het Nederlandse onderwijs vormt een stevige basis voor de
kenniseconomie (figuur 1). Het kabinet onderstreept het
belang van nog beter onderwijs met extra investeringen
vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord. In 2016 loopt het
bedrag tot bijna 300 miljoen euro op. Door de studiebeur-
zen te vervangen door leningen speelt de minister (op ter-
mijn) geld vrij voor 15% meer docenten in het hoger onder-
wijs. Tegelijkertijd nemen de leerlingaantallen door de ge-
boortedaling af. Terwijl de totale werkgelegenheid in het
onderwijs groeit, krimpt het aantal docenten in het basis–
en voortgezet onderwijs. In krimpgebieden zal concentratie
van scholen noodzakelijk blijven. In het HBO groeien vooral
de inschrijvingen bij tweejarige opleidingen (Associate De-
grees). Universiteiten houden de aanwas op peil door hun
internationale aantrekkingskracht, het toenemende oplei-
dingsniveau van de bevolking en het langer doorleren.
Onderwijsbanen nemen weer toe Aantal banen, seizoengecorrigeerd, index 2010 = 100
Grote innovatiekracht tegen beperkte kosten
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. OESO en Global Innovation Index
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Onderwijs
ICT, vastgoed en vakschool vergen investeringen,
flexibilisering en profilering Behalve investeringen in meer en kwalitatief betere docen-
ten die het Rijk oppakt, hebben veel scholen zelf nog het
nodige achterstallige onderhoud weg te werken. Neder-
landse leraren worden internationaal gezien relatief vaak in
hun werk gehinderd door een gebrek aan computers en
software. Ook de staat van schoolgebouwen laat vaak te
wensen over. In het MBO ligt de uitdaging vooral in een
betere aansluiting op de arbeidsmarkt met kleinschalige,
flexibele vakscholen met een herkenbaar profiel voor stu-
denten en het bedrijfsleven. In het hoger onderwijs staan
kleinschalige lesvormen en profilering voorop. Universitei-
ten en hogescholen moeten zich meer van elkaar gaan
onderscheiden, bijvoorbeeld via programma’s voor excel-
lente studenten.
Het kabinet onderstreept met extra investe-
ringen de noodzaak van beter onderwijs om
een concurrerende economie te blijven.
De instroom van leerlingen onderaan het
onderwijsgebouw krimpt verder door de ge-
boortedaling. Universiteiten groeien door.
Investeringen zijn behalve voor betere leer-
krachten ook vereist voor het wegwerken
van achterstallig onderhoud aan gebouwen
en digitalisering.
In MBO, HBO en WO staan kleinschalig on-
derwijs en profilering centraal. Instellingen
moeten zich meer specialiseren en studen-
ten intensiever begeleiden.
88
92
96
100
104
108
'10 '11 '12 '13 '14 '15
Onderwijs Zorg Overheid
Por Ita
Spa
NZeKor
AusFra
Ier
FinDui
Jap
VK
Bel
Ned
Zwe
Oos
VS
Noo
Zwi
40
50
60
70
80
90
100
40 50 60 70 80 90 100
Innovatie-
kracht(index)
Onderwijsuitgaven per
leerling/student (index)
ING Economisch Bureau 81 Ondernemen in 2016 / december 2015
Meerwaarde vereist vernieuwing
Inkomsten weer in de lift De inkomsten van goede doelen zijn in 2014 met 2% toege-
nomen. Net als het consumentenvertrouwen laat ook het
vertrouwen in goede doelen sinds 2014 een stijgende lijn
zien. Dit biedt perspectief op verdere inkomensgroei. Het
aandeel van mensen dat doneert ligt met ongeveer 90%
van de Nederlanders weer op pre-crisis niveau. Wel blijft
het gemiddelde geefbedrag dalen. Daarentegen groeien de
inkomsten uit nalatenschappen structureel door het toene-
mende aantal welvarende ouderen. Weliswaar doneren
huishoudens steeds minder geld, zij steken wel meer tijd in
goede doelen. Het aantal vrijwilligers neemt met name
door de grote vluchtelingenstroom explosief toe. In de
tweede helft van 2015 hielden de aanmeldingen van nieu-
we asielzoekers en nieuwe vrijwilligers gelijke tred. Een radi-
cale breuk met de langjarige trend van afnemende vrijwil-
ligersinzet. Subsidies vormden in 2014 voor het eerst de
grootste inkomensbron van goede doelen. De aankomende
bezuinigingen op ontwikkelingshulp maken het voor inter-
nationale hulporganisaties echter noodzakelijk om zelf
meer fondsen te gaan werven.
Door een toenemend vertrouwen onder
consumenten en donateurs nemen de in-
komsten van goede doelen weer toe.
Huishoudens doneren minder geld, maar
meer tijd. De vluchtelingenstroom zorgt
voor veel nieuwe vrijwilligers.
Overheidsbezuinigingen en trends in dona-
ties nopen tot herziening van de fondsen-
werving.
Twee zaken staan centraal voor goede doe-
len: 1. creëer een actievere betrokkenheid
van donateurs via vernieuwende acties; 2.
focus niet op kosten, maar op de meer-
waarde van acties op de lange termijn.
-60
-50
-40
-30
-20
-10
3,3
3,5
3,7
3,9
4,1
4,3
2010 2011 2012 2013 2014 2015
IndexInkomsten in miljarden euro's
Meer vertrouwen van donateurs stuwt inkom-
sten goede doelen
Nalatenschappen snelst stijgende inkomensbron
Ontwikkeling bijdragen aan goede doelen, 2005 = 100
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. Geven in Nederland 2015
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBF, VFI en WWAV
Goede doelen
Kansen voor goede doelen in 2016
Geven dicht bij huis en met eigen inzet is in op-
komst. Betrek donateurs bij vernieuwende acties.
Focus op meerwaarde. Zowel bij fondsenwerving
als bij projecten gaat het om het (langjarig) maat-
schappelijk rendement, niet om minimale kosten. Structurele investering in: communities, partner-
ships met bedrijven en focus op nalatenschappen.
-60
-50
-40
-30
-20
-10
3,3
3,5
3,7
3,9
4,1
4,3
2010 2011 2012 2013 2014 2015
IndexInkomsten in miljarden euro's
Inkomsten goede
doelen (l. as)
Inkomsten goede
doelen (l. as)
Donateursvertrou-
wen (r. as)
40
60
80
100
120
140
160
2005 2007 2009 2011 2013
Nalaten-
schappen
Kans-
spelen
Huis-
houdens
Bedrijven
Fondsen
ING Economisch Bureau 82 Ondernemen in 2016 / december 2015
Nasleep vraaguitval houdt marges onder druk
Krimp bodemt uit, 2016 brengt lichte groei Na jaren van forse verlaging voert het kabinet sinds 2014
de tegemoetkoming die ouders voor kinderopvangkosten
krijgen weer op. In 2016 trekt zij daar 290 miljoen euro ex-
tra voor uit. Samen met een toenemend aantal werkende
ouders stimuleert dit de vraag naar kinderopvang. Ouders
hebben de afgelopen jaren echter massaal formele voor
informele opvang ingeruild. De gemaakte keuzes worden
niet zomaar teruggedraaid en werken bovendien door in de
keuzes voor kinderen die later geboren worden. Als ‘opa en
oma’ eenmaal opvang voor het eerste kind verzorgen, zul-
len zij dit vaak ook voor de daaropvolgende kinderen doen.
Verder moedigt het onvoorspelbare overheidsbeleid ouders
niet aan om voor formele opvang te kiezen. Ondanks de
vraaguitval van 35% van de opvanguren is de beschikbare
opvangcapaciteit de afgelopen jaren praktisch gelijk geble-
ven. De financiële gezondheid van aanbieders blijft door de
ontstane overcapaciteit veelal zorgelijk.
Visie, flexibiliteit en ondernemerschap essentieel Ouders en overheid worden steeds veeleisender. Kinderop-
vang draait niet alleen om het opvangen, maar ook om
ontwikkelen. Een langetermijnvisie op de rol van de opvang
in de ontwikkeling van het kind is van belang om als aan-
bieder de juiste wegen in te kunnen slaan en ouders te bin-
den. Om tot de gewenste ‘integrale kindvoorzieningen’ te
komen zullen aanbieders samenwerking met scholen,
sportverenigingen, welzijn en gemeenten moeten zoeken.
Daarvoor zijn flexibele wijkgerichte oplossingen nodig. Het
‘ken-uw-klant’-principe is belangrijker dan ooit. Biedt de
klant flexibele oplossingen, maar pas daar wel de prijsstel-
ling op aan.
Omzet kinderopvang groeit weer in 2016 Omzet en rijksuitgaven kinderopvang in miljarden euro
Marges blijven onder druk door lage bezetting Aantal opvanguren per beschikbare kindplaats
Bron: Raming ING Economisch Bureau o.b.v. CBS en Rijksbegroting
Kinderopvang
Bron: ING EB o.b.v. Brancheorganisatie Kinderopvang en Min. van SZW
Dankzij een hogere tegemoetkoming en
meer werkende ouders groeit de kinderop-
vang in 2016 met 2%.
Ouders zullen onder invloed van het incon-
sistente overheidsbeleid niet weer massaal
op formele opvang overstappen.
Het herstel na de vraaguitval zal voorlopig
beperkt zijn, waardoor overcapaciteit en
margedruk aanhouden.
Ouders en overheid eisen meer ontwikkeling
op jonge leeftijd. Visie, flexibiliteit, onderne-
merschap en lokale samenwerking zijn no-
dig om als aanbieder het verschil te maken. 1,5
2
2,5
3
3,5
4
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Brancheomzet kinderopvang
Uitgaven kinderopvangtoeslag
0
400
800
1.200
1.600
2.000
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Bezetting dagopvang
Bezetting buitenschoolse opvang
Gezondheidszorg
Eerstelijns Zorg
Geestelijke Gezondheidszorg
Langdurige Zorg
Ziekenhuiszorg
ING Economisch Bureau 84 Ondernemen in 2016 / december 2015
Transitie naar vraagsturing in volgende fase
Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016
gemengd: de eerstelijnszorg zet de sterke
groei in 2016 voort, de GGZ krimpt, de zie-
kenhuiszorg groeit gematigd en de langdu-
rige zorg stabiliseert door extra uitgaven
van het kabinet.
Zorgaanbieders maken een transitie door.
De zorgconsument komt steeds meer cen-
traal te staan. Het aanboddenken verliest
terrein. Dit vergt bij veel partijen een cul-
tuuromslag.
Voor zorgverzekeraars is een belangrijke
regierol weggelegd in het omvormen van
gefragmenteerde zorg naar een geïnte-
greerd zorgaanbod over schotten heen.
Innovatie komt van onderaf: aanbieders die
tijdig de slag van aanbod naar vraaggerich-
te zorg maken hebben succes.
Bron: ING Economisch Bureau (*raming) o.b.v. CBS
Gezondheidszorg
“Ook in 2016 staan bedrijfsvoering en uw
positie centraal. Gemeentes en zorgver-
zekeraars sturen op meer doelmatigheid
in de totale keten. Dit vereist scherpe
keuzes!”
Erwin Winkel,
Sectormanager Gezondheidszorg
Zorg laat gemengd beeld zien in 2016 Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016 gemengd: de
eerstelijnszorg zet de sterke groei in 2016 voort, de GGZ
krimpt, de ziekenhuiszorg groeit gematigd en de langdurige
zorg stabiliseert door extra uitgaven van het kabinet. In de
geneeskundige zorg komt de langjarige herinrichting van
de zorg op gang. De zorg komt dichter bij de burger te
staan. Tegelijkertijd stelt de burger als zorgconsument
steeds hogere eisen aan zorgverleners. In de langdurige
zorg ondervinden ouderenzorgaanbieders de grootste ge-
volgen van de stelselwijzigingen. Ook hier is het beeld ge-
mengd: intensieve zorg groeit, terwijl lichte zorg krimpt.
Zorgconsument vraagt meer ondernemerschap Uiteindelijk is een gecoördineerde regionale aanpak over
segmentsgrenzen heen nodig voor betere zorg. Voor zorg-
verzekeraars is een belangrijke regierol weggelegd in het
omvormen van gefragmenteerde zorg naar een geïnte-
greerd zorgaanbod over schotten heen. Zorgverzekeraars
zullen zich vaker langjarig moeten committeren. Maar inno-
vatie komt van onderaf: aanbieders die tijdig de slag van
aanbod naar vraaggerichte zorg maken hebben succes.
Bijna 90.000 zorgwerknemers minder in vier jaar Ontwikkeling aantal zorgwerkers tussen 2011 en 2015
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
-86.000
+19.000
Werknemers Zelfstandigen
0
20
40
60
80
100
120
'00 '02 '04 '06 '08 '10 '12 '14
+7% p.j.
+3% p.j. +1% p.j.
Tempo van uitgavenstijging neemt af
Ontwikkeling zorguitgaven in miljarden euro’s
ING Economisch Bureau 85 Ondernemen in 2016 / december 2015
Verbeteren door te verbinden
Eerste lijn groeit in 2016 sterk door In het zorgakkoord is afgesproken dat zorg verleend in de
eerste lijn (o.a. huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten en
wijkverpleegkundigen) sneller mag groeien dan zorg in de
tweede lijn (vooral ziekenhuizen en GGZ-instellingen). Huis-
artsen vormen de spil in deze transitie. Zij worden gestimu-
leerd om steeds meer laagcomplexe en chronische zorgta-
ken voor hun rekening te nemen. In 2014 lag de groei van
uitgaven aan huisartsenzorg door dit beleid bijna drie keer
zo hoog als de groei van uitgaven aan ziekenhuiszorg. De
overheveling van zorg vanuit ziekenhuis naar de eerste lijn
en de leegloop van verzorgingshuizen is nog in volle gang.
Voor 2016 betekent dit weer fors meer werk voor huisart-
sen en andere eerstelijnszorgaanbieders. Tegelijkertijd
neemt door deze verschuiving ook de complexiteit van
zorgverlening sterk toe. De vergrijzing, toenemende digitali-
sering (e-health) en opkomst van de kritische zorgconsu-
ment dragen daar ook aan bij.
Huisartsenzorg groeit bovengemiddeld Ontwikkeling zorguitgaven
De eerste lijn krijgt meer steeds taken, met de
huisarts als middelpunt
Bron: ING Economisch Bureau
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Eerstelijnszorg
Verbreding en verdieping van samenwerking nodig Zorginhoudelijk vormen zorggroepen die gezamenlijk ke-
tenzorg organiseren goede voorbeelden van succesvolle
samenwerking en zorgvernieuwing over verschillende disci-
plines heen. Zij organiseren echter slechts een klein deel
van de totale eerstelijnszorg. De eerste lijn is nog altijd zeer
versnipperd. Het aantal groepspraktijken en gezondheids-
centra groeit al enige jaren niet meer. Samenwerking en
ondersteuning binnen grotere verbanden is vereist om alle
nieuwe taken aan te kunnen, zowel op zorggebied als in
facilitaire zaken. Om de focus van zorgverlening naar ge-
zondheidswinst te kunnen verleggen moet de eerste lijn, de
huisartsen voorop, zelf het initiatief nemen. Een cultuurver-
andering is nodig: van aanbodgericht naar vraaggericht
werken en van solistisch werken naar samenwerken.
De eerstelijnszorg zet de sterke groei in
2016 voort.
Huisartsen verwijzen patiënten minder snel
door. Zij gaan meer taken van het zieken-
huis overnemen. De zorgverlening aan ou-
deren die niet meer in een verzorgingshuis
terecht komen neemt ook toe.
Deze verschuivingen maken, samen met de
vergrijzing, e-health en kritischer zorgconsu-
menten, de praktijkvoering wel complexer.
Samenwerking binnen grotere verbanden is
vereist om alle nieuwe taken aan te kunnen,
zowel zorginhoudelijk als bedrijfsmatig.
5,8%
3,5%
-2,8%
4,4%
0,8%1,5%
2,1%
-0,8%
5,7%
Ziekenhuizen en
specialisten-
praktijken
Geestelijke
gezondheidszorg
Huisartsen-
praktijken
20
12
20
13
20
14
ING Economisch Bureau 86 Ondernemen in 2016 / december 2015
Nieuwe verdienmodellen nodig in krimpmarkt
GGZ krimpt verder in 2016 Na een jarenlange onstuimige groei is de GGZ-omzet in
2014 en 2015 voor het eerst gekrompen. Landelijk is afge-
sproken dat in 2020 maximaal tweederde van de intramu-
rale GGZ-capaciteit van 2008 in gebruik is. Patiënten met
lichtere psychische problemen kunnen bijhuisarts of basis-
GGZ terecht. Ook in 2016 zal de GGZ nog krimpen. Hoewel
de afbouw van bedden vooralsnog in een bescheiden tem-
po gaat, hebben deze twee verschuivingen grote gevolgen.
Gevestigde verdienmodellen staan onder druk. Aanbieders
moeten saneren en omscholen om de capaciteit af te bou-
wen en meer ambulante zorg te verlenen. Tegelijkertijd
worden veel minder patiënten doorverwezen door de huis-
arts. In vier jaar tijd is het aantal patiënten dat bij de huis-
arts door een praktijkondersteuner-GGZ wordt behandeld
grofweg vervijfvoudigd. Daarnaast heeft de gespecialiseer-
de GGZ met wachtlijsten te kampen nu de beddenafbouw
in gang is gezet. De behoefte aan intensieve zorg blijft na-
melijk overeind. Het speelveld is tot slot steeds complexer
en administratief meer belastend geworden. De grotere rol
van gemeenten vraagt veel extra afstemming en contrac-
tering.
Tot 2014 zijn de GGZ-uitgaven in 15 jaar bij-
na verdrievoudigd. Sinds dat jaar krimpen
de uitgaven door nieuw beleid. Ook 2016
brengt krimp.
Aanbieders moeten een antwoord vinden
op twee grote verschuivingen: minder GGZ-
opnames en meer behandelingen door de
huisarts.
Gevestigde verdienmodellen staan onder
druk. Kansen liggen in het pakken van de
regie in regionaal overleg en de slimme in-
zet van technologie, formules en standaar-
disatie.
GGZ-uitgaven krimpen na onstuimige groei Ontwikkeling GGZ-uitgaven
Afbouw GGZ-capaciteit gaat in gematigd tempo Aantal opnameplaatsen o.b.v. gerealiseerde productie
Bron: Trimbos Instituut
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Geestelijke gezondheidszorg
Kansen voor de GGZ in 2016
Regie pakken in regionale afspraken met gemeen-
ten, zorgverzekeraars en huisartsen voor een cohe-
rent aanbod, meer doorverwijzing en innovatiegeld.
Technologie slim inzetten. Zoals: modules voor zelf-
zorg en data-analyse om vraag te voorspellen.
Meer bedrijfsmatige aanpak: efficiënte bedrijfsvoe-
ring, heldere positionering en zorgstandaardisatie.
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
'99 '01 '03 '05 '07 '09 '11 '13
20
12
20
13
20
14
0
4.000
8.000
12.000
16.000
20.000
Zorgv.w.
(opname tot 1
jaar)
AWBZ-B
(verblijfs-
voorzieningen)
AWBZ-C
(Beschermd
wonen)
ING Economisch Bureau 87 Ondernemen in 2016 / december 2015
Specialiseren en allianties om schotten heen
Ziekenhuizen groeien in gematigd tempo Patiënten verblijven minder vaak en korter in het zieken-
huis. Inmiddels kan 50 procent van de patiënten na een
dagbehandeling weer naar huis. Bovendien ligt het aantal
opnames in Nederland relatief laag en neemt de verpleeg-
duur steeds verder af. Uit internationale vergelijkingen blijkt
dat dit een kenmerk van de hoge behandelkwaliteit is. De
andere kant van de medaille is dat er steeds meer bedden
leeg blijven. Ziekenhuizen zullen ook in 2016 hun huisves-
ting op de efficiëntere zorgverlening moeten aanpassen.
Temeer omdat vanuit het zorgakkoord zorg naar de eerste
lijn wordt overgeheveld. De omzetgroei van algemene zie-
kenhuizen kwam in 2014 met 1,3% op het laagste niveau in
25 jaar uit. Ook in 2016 zal de omzetgroei gematigd zijn.
Vooral kleinere ziekenhuizen staan financieel onder druk.
Meerjarencontracten met verzekeraars zijn nodig om zie-
kenhuizen de nodige comfort bij hun omvorming te bieden.
Financieel sterker bij druk op productie Index 2009 = 100
Nog veel ruimte voor efficiëntieverbetering Bezettingsgraad ziekenhuisbedden per land
Bron: NVZ o.b.v. OESO en Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. NVZ en Kiwa Carity
Ziekenhuiszorg
Specialisatie en samenwerking in kinderschoenen Het aantal locaties waarop ziekenhuiszorg wordt geleverd,
neemt toe, terwijl het aantal organisaties als gevolg van
fusies daalt. Ziekenhuizen zullen zich meer moeten profile-
ren op hun kernkwaliteiten en met hun ketenpartners de
basiszorg dichter bij de burger moeten brengen. Complexe
zorg zal juist op steeds minder plekken en in grotere volu-
mes worden aangeboden. Ondertussen werken ziekenhui-
zen ondanks dunne marges aan hun schokbestendigheid.
De bedrijfsmatige wind die door de cure waait zorgt voor
grotere exploitatierisico’s. Dat vrijgevestigde medisch-
specialisten vanuit fiscale overwegingen nieuwe bedrijven
aan het optuigen zijn, vergroot de wendbaarheid van het
ziekenhuis niet. In het verleden is een machtsblok van spe-
cialisten vaker een vloek dan een zegen gebleken.
De ziekenhuiszorg groeit in 2016 in gema-
tigd tempo, in lijn met landelijke afspraken.
Patiënten komen minder vaak naar het zie-
kenhuis en verblijven er korter. De concen-
tratie van hoogcomplexe zorg en spreiding
van chronische, acute en planbare zorg is in
volle gang.
Ziekenhuizen moeten zich meer profileren
op hun kwaliteiten en samenwerken met
ketenpartners om de basiszorg dichter bij
de burger te brengen, over ‘schotten’ heen.
Toenemende exploitatierisico’s vereisen
operationele wendbaarheid. Vrijgevestigde
specialisten belemmeren dit nog te vaak.
62%
64%
75%
76%
78%
78%
79%
83%
83%
84%
Ned.
VS
Fra.
Spa.
Bel.
Ita.
Dui.
Zwi.
Oos.
VK
50
100
150
200
'09 '10 '11 '12 '13 '14
Solvabiliteit
Omzet alg.
ziekenhuizen
Rentabiliteit
Meerdaagse
opnamen
Verpleeg-
dagen
ING Economisch Bureau 88 Ondernemen in 2016 / december 2015
Lichtere zorg krimpt, zwaardere zorg groeit
Extra uitgaven aan ouderenzorg in 2016 Met ingang van 2015 is samen met de overgang van de
AWBZ in de Wet langdurige zorg een fors deel van de oude-
renzorg naar gemeenten (Wmo) en zorgverzekeraars (Zvw)
overgeheveld. Tegelijkertijd heeft het kabinet substantieel
gesneden in de budgetten voor thuiszorg. Veel thuiszorg-
aanbieders zijn in de problemen gekomen. De prijsdruk
heeft voor een grote toename van laagbetaalde eenpitters
gezorgd. Doordat opname in een instelling alleen nog voor
zwaardere zorgvormen collectief bekostigd wordt, lopen
verzorgingshuizen in rap tempo leeg. De vraag naar inten-
sievere zorg op hogere leeftijd neemt daarentegen structu-
reel toe door de voortgaande vergrijzing. Voor 2016 heeft
het kabinet 400 miljoen euro extra uitgetrokken voor ver-
pleeghuiszorg en wijkverpleging. De gehandicaptenzorg
bevindt zich in rustiger vaarwater dan de ouderenzorg en
groeit binnen de uitgavenkaders.
Nieuwe markt vergt vraaggerichte aanpak Aanbieders van verpleeghuis– en verzorgingshuiszorg in-
tensiveren veelal hun zorgaanbod. Zij bieden veelal zwaar-
dere zorgvormen aan, maar doen dit wel op minder plek-
ken dan voorheen. Ook omdat zij gedurende de transitie
een toenemend financieel risico lopen over hun vastgoed.
Ouderenzorgaanbieders moeten de slag van een aanbod-
gericht naar een vraaggericht dienstenpakket maken. Ou-
deren zijn steeds welvarender en vitaler op hogere leeftijd.
Zolang zij geen zware zorg nodig hebben, zijn zij op zoek
naar een prettige leefomgeving met de garantie van zorg
op afroep en in de nabijheid van hun woning. Niet de zorg,
maar het wonen staat voor hen centraal. Dit vergt een ver-
nieuwende aanpak van ouderenzorgaanbieders.
Bezuinigingen drukken groei langdurige zorg Ontwikkeling uitgaven aan langdurige zorg
Explosieve groei van eenpitters in thuiszorg Ontwikkeling aantal eenpitters, index 2009 = 100
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Langdurige Zorg
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
De thuiszorg staat door bezuinigingen onder
druk en traditionele verzorgingshuizen lo-
pen leeg.
Voor 2016 heeft het kabinet 400 miljoen
euro extra uitgetrokken voor verpleeghuis-
zorg en wijkverpleging. De vraag naar inten-
sievere zorg op hogere leeftijd neemt struc-
tureel toe door de voortgaande vergrijzing.
Ouderenzorgaanbieders moeten meer
vraaggerichte dienstenpakketten ontwikke-
len. Niet de zorg, maar het wonen staat
voor zelfredzame ouderen centraal.
De gehandicaptenzorg groeit binnen de uit-
gavenkaders.
0%
5%
10%
15%
'00 '02 '04 '06 '08 '10 '12 '14
Ouderenzorg Gehandicaptenzorg
100
250
400
550
700
850
'09 '10 '11 '12 '13 '14 '15
Thuiszorg Medische praktijken
Paramedische praktijken Ambulante jeugdzorg
ING Economisch Bureau 89 Ondernemen in 2016 / december 2015
Contactpersonen
ING Sectormanagement
Sasja Winters Zakelijke dienstverlening 06 30 28 41 63
Machiel Bode Transport & logistiek 06 54 22 77 30
Cor Bruns Agrarische sector 06 54 31 33 14
Jan van der Doelen Bouw, onroerend goed & leisure 06 55 81 22 15
Ceel Elemans Public sector 06 54 78 82 83
Arnold Koning Industrie 06 52 31 46 05
Marinus van der Meer Groothandel & automotive 06 50 69 25 95
Dirk Mulder Food & retail 06 11 38 09 71
Kees van Vliet Agrarische sector 06 55 79 88 31
Bert Woltheus Industrie 06 27 00 66 24
Erwin Winkel Gezondheidszorg 06 83 64 24 27
Marieke Blom Hoofdeconoom ING Nederland 06 53 90 45 31
Henk van den Brink Agrarische sector & groothandel 06 19 30 31 53
Regio’s Groningen, Friesland, Drenthe
Edse Dantuma Gezondheidszorg, public & non-profit 06 83 64 83 06
Max Erich Detailhandel & automotive 06 83 63 57 85
Dimitry Fleming Nederlandse economie 06 22 95 48 75
Thijs Geijer Food & leisure 06 13 37 97 43
Regio’s Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
Gerben Hieminga Woningcorporaties, duurzaamheid & energie 06 83 64 00 72
Katinka Jongkind MKB, starters en familiebedrijven 06 83 64 98 76
Maarten Leen Hoofd Macro-economie 020 563 4406
Raoul Leering Hoofd internationaal Handelsonderzoek 06 13 30 39 44
Rico Luman Transport & logistiek 06 83 64 89 54
Regio’s Noord-, Zuid-Holland & Flevoland
Ferdinand Nijboer Zakelijke dienstverlening & digitale technologie 06 51 85 29 71
Regio’s Overijssel, Gelderland, Utrecht
Maurice van Sante Bouw & onroerend goed 06 83 63 20 62
Jurjen Witteveen Industrie 06 83 63 57 86
ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau 90 Ondernemen in 2016 / december 2015
Disclaimer
Disclaimer
De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van
de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen
in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door
hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V.,
gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep
N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig
financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V.
betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat
ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is.
ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit
rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren
of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik
van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter
bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie
is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De
Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 16 december 2015.
De inhoud van deze publicatie is gedeeltelijk gebaseerd op eerder verschenen Vooruitzichten van verschillende sectoren