193
Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017 Inclusief overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, Crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 7 juni 2016 [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 13 juli 2016.] [Vastgesteld door het College van Bestuur, d.d. 15 juli 2016.] NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven als niet van toepassing. 1

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017 Bacheloropleiding

Embed Size (px)

Citation preview

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017

Inclusief overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd,

Crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 7 juni 2016 [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 13 juli 2016.] [Vastgesteld door het College van Bestuur, d.d. 15 juli 2016.] NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven als niet van toepassing.

1

Inhoud 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen......................................................................................... 6

Artikel 2 Inhoud van de OER .................................................................................... 7

Artikel 3 Reikwijdte van de OER ................................................................................ 7

Artikel 4 Vaststelling en looptijd van de OER .............................................................. 8

2 Toelating tot de opleiding ............................................................................ 9

Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen ............................................................ 9

Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen ................................................. 9

Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs [Niet van toepassing voor BE] ............................................................................13

Artikel 4 Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs Niet van toepassing voor BE .................................................13

Artikel 5 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 5 WHW ..............................................13

Artikel 6 Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept Dit artikel is niet van toepassing voor BE .............................................................................14

Artikel 7 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma Dit artikel is niet van toepassing voor BE. .........................................................14

Artikel 8 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW Dit artikel is niet van toepassing voor BE .............................................................................14

Artikel 9 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) ............................14

Artikel 10 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen ..................................................15

Artikel 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring Dit Artikel is niet van toepassing voor BE ...................................................................................................15

Artikel 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW ...............................................................................................16

Artikel 13 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW .......................................16

Artikel 14 Toelating tot de post-propedeutische fase ....................................................17

Article 14a ‘60 EC programme IBC-students cohort 2016 at SUAS’ [Dit artikel is niet van toepassing] ..............................................................................................17

Article 14b Admissions to the ‘60 EC programme IBC-students of cohort 2016 at SUAS’. [Dit artikel is niet van toepassing] ..............................................................18

Article 14c Learning agreement as part of ‘60 EC programme IBC-students of cohort 2016 at SUAS’. [Dit artikel is niet van toepassing] ................................................18

2

Artikel 15 Doorstroom Associate degree naar bachelor opleiding ....................................19

Artikel 16 Rechtsbescherming ...................................................................................19

3 Onderwijsprogramma ................................................................................ 20

Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling ..................................................20

Artikel 2 Doelstelling van de opleiding ......................................................................20

Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding ......................................................20

Artikel 4 Voertaal in het onderwijs ............................................................................21

Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking .........................................21

Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase....................................................21

Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase ..............................................21

Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma ..................................................21

Artikel 9 Minor .......................................................................................................21

Artikel 10 Studeren in het buitenland .........................................................................22

4 Examens en getuigschriften ........................................................................ 23

Artikel 1 De examens van de opleiding .....................................................................23

Artikel 2 Toekenning graden ....................................................................................23

Artikel 3 Getuigschriften .........................................................................................24

Artikel 4 Toekenning getuigschriften .........................................................................24

Artikel 5 Ondertekening getuigschriften ....................................................................25

Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften ...........................................25

Artikel 7 Cum laude ................................................................................................25

Artikel 8 Verklaringen .............................................................................................26

Artikel 9 Rechtsbescherming ...................................................................................26

5 Tentaminering en beoordeling ................................................................... 26

Artikel 1 Examen ...................................................................................................27

Artikel 2 Onderwijseenheid ......................................................................................27

Artikel 3 Tentamen .................................................................................................27

Artikel 4 Vrijstelling algemeen .................................................................................27

3

Artikel 5 Vrijstelling studenten IBC (site) Dit Artikel is niet van toepassing voor BE. .......28

Artikel 6 Fraude en plagiaat .....................................................................................28

Artikel 7 Onderwijscontract .....................................................................................29

Artikel 8 Intellectueel eigendom ...............................................................................29

Artikel 9 Gestelde eisen tentamens ..........................................................................29

Artikel 10 Vorm van de tentamens .............................................................................30

Artikel 11 Volgtijdelijkheid tentamens ........................................................................30

Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens ......................................................30

Artikel 13 Procedure inschrijven voor een mondeling tentamen en tentamen ter afsluiting van een praktische oefening .......................................................................31

Artikel 14 Deelname aan schriftelijke tentamens ..........................................................31

Artikel 15 deelname aan digitale tentamens ................................................................32

Artikel 16 Landelijke digitale tentamens Opleiding Leraar Basisonderwijs Dit Artikel is niet van toepassing voor BE. ......................................................................32

Artikel 17 Schriftelijk tentamen .................................................................................32

Artikel 18 Mondelinge tentamen ................................................................................34

Artikel 19 Toezicht bij tentamens ...............................................................................34

Artikel 20 Vaststelling van de beoordelingen ...............................................................34

Artikel 21 Normering van de beoordelingen .................................................................35

Artikel 22 Toekenning van studiepunten .....................................................................35

Artikel 23 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen .....................................36

Artikel 24 Inzage van tentamens ...............................................................................36

Artikel 25 Geldigheidsduur van studieresultaten ..........................................................36

Artikel 26 Bewaring van afgelegde tentamens .............................................................37

Artikel 27 Rechtsbescherming ...................................................................................37

6 Studieloopbaanbegleiding en Studieadvies ................................................ 39

Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding .........................................................................39

Artikel 2 Wettelijke verplichting verstrekken van ‘Studieadvies Propedeutische fase’ bacheloropleiding ......................................................................................39

Artikel 3 Gronden van een Studieadvies Propedeutische fase .......................................40

4

Artikel 4 Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) ....................................................41

Artikel 5 Gevolgen Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA)......................................41

Artikel 6 Procedurele voorwaarden studieadvies Propedeutische fase ............................42

Artikel 7 Vorm Studieadvies Propedeutische fase .......................................................42

Artikel 8 Tijdstip verstrekken Studieadvies ................................................................42

Artikel 9 Rechtsbescherming ...................................................................................43

7 Examencommissie ...................................................................................... 44

Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie ..............................................44

8 Slot- en invoeringsbepalingen .................................................................... 45

Artikel 1 Hardheidsclausule .....................................................................................45

Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden .....................................................................45

Artikel 3 Bekendmaking van de regeling ...................................................................45

Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding........................................................................45

Bijlage A Competenties van de opleiding ...................................................... 46

Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase ................................................. 51

Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase: ...................................................................134

Bijlage D Jaartoetsrooster ...........................................................................185

Bijlage E Juridische kader ............................................................................186

Bijlage F Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business ...........187

Bijlage G Literatuurlijst Bedrijfseconomie 2016-2017 | Studiejaar 1 .............188

5

1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen In deze OER wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EC: european credit, zie studiepunt; EVC: eerder verworven competenties; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 augustus 2014; instelling: Stenden Hogeschool; centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; OER: onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW;

6

opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progRESS: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Artikel 2 Inhoud van de OER 1. In deze OER wordt per opleiding de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot het onderwijs en het propedeutisch examen en het post-propedeutisch examen. Artikel 3 Reikwijdte van de OER 1. Deze OER is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401, verder te noemen: de opleiding.

7

2. Het College van Bestuur kan in de bacheloropleiding als bedoeld in lid 1 een Associate-degreeprogramma instellen. Indien aan de orde is deze OER op dit Associate-degreeprogramma van toepassing. Dit Artikel lid is niet van toepassing voor BE 3. Een OER is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 4. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 5. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en) anders is bepaald. 6. Voor elk cohort wordt door het College van Bestuur een OER vastgesteld. In geval van substantiële wijzigingen in de OER bevat de meest recente OER overgangsregeling(en) per cohort. Indien aan de orde wordt dit per hoofdstuk aangegeven in de subtitel van het hoofdstuk en/of in één van de bijlagen van de OER.

Artikel 4 Vaststelling en looptijd van de OER 1. Deze OER wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze OER te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR). 3. De OER geldt voor de duur van het studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de OER niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van het College van Bestuur.

8

2 Toelating tot de opleiding Geldt voor alle cohorten WHW: 7.9, 7.9a, 7.9b, 7.8a, 7.24, 7.25, 7.25a, 7.25b, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29. Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mbo-niveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB.

Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Naast de in artikel 1 genoemde vooropleidingseisen gelden de volgende nadere vooropleidingseisen voor rechtstreekse toelating tot de opleiding. a. Met diploma mbo-niveau 4 MBO-domein

HBO-sector

Economie Gedrag en maat-schappij

Gezondheid-zorg

Landbouw en natuurllijke omgeving

Onderwijs

Taal en cultuur

Techniek

Opleiding Commerciële economie Marketing

Bouw en infra * * * * * * * Afbouw, hout en onderhoud

* * * * * * *

Techniek en procesindustrie

* * * * * *

Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek

* * * * * * *

Media en vormgeving

* * * * * * *

Informatie en communicatie-technologie

* * * * * * *

Mobiliteit en voertuigen

* * * * * * *

Transport, scheepvaart en logistiek

* * * * * * *

Handel en ondernemerschap

* * * * *

9

Economie en administratie

* * * * *

Veiligheid en sport

* * * * * * *

Uiterlijke verzorging

* * * * * * *

Horeca en bakkerij

* * * * * * *

Toerisme en recreatie

* * * * * * *

Zorg en welzijn * * * * * * Voedsel, natuur en leefomgeving

* * * * * *

MBO-domein

HBO-sector

Economie

Gedrag en maatschappij

Gezondheid-zorg

Landbouw en natuurllijke omgeving

Onderwijs

Taal en cultuur

Techniek

Opleiding

Opleiding tot Leraar Basis-onderwijs‼

Bouw en infra * * * * * * * Afbouw, hout en onderhoud

* * * * * * *

Techniek en procesindustrie

* * * * * *

Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek

* * * * * * *

Media en vormgeving

* * * * * * *

Informatie en communicatie-technologie

* * * * * * *

Mobiliteit en voertuigen

* * * * * * *

Transport, scheepvaart en logistiek

* * * * * * *

Handel en ondernemerschap

* * * * *

Economie en administratie

* * * * *

10

Veiligheid en sport

* * * * * * *

Uiterlijke verzorging

* * * * * * *

Horeca en bakkerij

* * * * * * *

Toerisme en recreatie

* * * * * * *

Zorg en welzijn * * * * * * Voedsel, natuur en leefomgeving

* * * * * *

* = geeft directe toelating !! = hier gelden bijzondere nadere vooropleidingseisen, zie artikel 3

b. Met diploma havo:

havo profiel NT NG EM CM

Bedrijfseconomie * Econ of m&o * (econ of m&o) + (wisA of wisB)

havo profiel NT NG EM CM

Opleiding tot Leraar Basisonderwijs‼

*

*

*

*

* = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding !! = hier gelden bijzondere nadere vooropleidingseisen, zie artikel 3

c. Met diploma vwo:

vwo profiel NT NG EM CM

Bedrijfseconomie * * * *

vwo profiel NT NG EM CM

Opleiding tot Leraar Basisonderwijs

*

*

*

*

* = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding

11

!! = voor vwo-instroom gelden geen bijzondere nadere vooropleidingseisen, zie artikel 3 lid 2

12

Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs [Niet van toepassing voor BE] 1. Voor de opleiding tot leraar basisonderwijs gelden voor aankomende studenten met een havo en/of mbo-niveau 4 diploma als vooropleiding, bijzondere nadere vooropleidingseisen. 2. Een aankomend student met een vwo-diploma, afgeronde hbo- of wo-opleiding als vooropleiding zijn van de bijzondere nadere vooropleidingseisen vrijgesteld. 3. De bijzondere nadere vooropleidingseisen hebben betrekking op de kennisgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek, vergelijkbaar met niveau havo-3/vmbo-t4 . 4. Op basis van die eisen toont de aankomende student voor de inschrijving bij de opleiding tot leraar basisonderwijs aan, te beschikken over voldoende kennis om te kunnen deelnemen aan die opleiding.

Artikel 4 Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs Niet van toepassing voor BE 1. De aankomend student als bedoeld in artikel 3 lid 4, kan aantonen over de gevraagde kennis te beschikken door middel van: a. het overleggen van een havo en/of mbo-niveau 4 diploma en wat betreft de vakken die deel hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma, de bij het diploma behorende cijferlijst of resultatenlijst waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt, of b. in voorkomende gevallen, al dan niet in aanvulling op het overleggen van een diploma als bedoeld in onderdeel a, het overleggen van een of meer certificaten als bedoeld in artikel 7.4.11, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt. 2. Indien de aankomend student niet voldoet aan het eerste lid, kan hij aantonen over de kennis, bedoeld in artikel 3, te beschikken door het met goed gevolg afleggen van een toets. 3. Een aankomend student in het bezit van een buitenlands diploma dat aantoonbaar tenminste gelijkwaardig is aan de diploma’s genoemd in art. 3 lid 1 dient aan het einde van de propedeutische fase aangetoond te hebben te beschikken over de vereiste kennis als bedoeld in artikel 3 lid 4. Indien hier niet aan wordt voldaan wordt de inschrijving per eerst mogelijke datum beëindigd. 4. Het College van Bestuur stelt de aankomende student in de gelegenheid de in lid 2 bedoelde toets af te leggen conform de “Regeling Toetsing Bijzondere Nadere vooropleidingseisen OLB Stenden Hogeschool” Artikel 5 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 5 WHW 1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding.

13

2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst.

Artikel 6 Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept Dit artikel is niet van toepassing voor BE

1. Gelet op de organisatie en inrichting van het onderwijs van de opleiding Hoger Hotelonderwijs gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: 2. Gelet op de benodigde kennis en vaardigheden voor de opleiding Creatieve Therapie gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: Artikel 7 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma Dit artikel is niet van toepassing voor BE.

1. Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt. 2. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. 3. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een versneld traject 180 studiepunten. Artikel 8 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW Dit artikel is niet van toepassing voor BE

1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: [invullen regels waaronder in ieder geval: * cognitieve en non-cognitieve criteria; * relatie selectiecriteria en opleidingsprofiel; * gemotiveerd toelaten of afwijzen.]

Artikel 9 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) 1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art. 7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende

14

beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek als bedoeld in lid 1 te stellen eisen van de opleiding zijn: Niet van toepassing voor BE. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd.

Artikel 10 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen Dit Artikel is niet van toepassing voor BE. 1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden.

Artikel 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring Dit Artikel is niet van toepassing voor BE 1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd.

15

Artikel 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma’s ex. art. 7.28 WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Toelatingscommissie , verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 13.

Artikel 13 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW 1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis

16

van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. [Indien van toepassing de eis die voor hen aan de beheersing van de Nederlandse taal wordt gesteld, is opgenomen in de onderwijs- en examenregeling van de desbetreffende opleiding.] 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80: d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE – C.

Artikel 14 Toelating tot de post-propedeutische fase Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de post-propedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Voorwaarde voor toelating is het voldoen aan de norm van het bindende studieadvies van 51 ec.

Article 14a ‘60 EC programme IBC-students cohort 2016 at SUAS’ [Dit artikel is niet van toepassing]

Students studying at one of the IBCs (site(s)) of Stenden University to obtain the Dutch degree, will take a substantial part of the third-year-course of the programme at the institution in the Netherlands.

17

Hereafter: ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’. 1. The period as set in paragraph 1 covers a programme year, which means a period that starts on 1 September and ends on 31 August of the next calendar year, and for those who register as of 1 February, the period that starts on 1 February and ends on the last day of February of the next calendar year. 2. A substantial part means a study load of 60 EC of which minimal 30 EC has to be obtained during the period as set in paragraph 1. 3. The study programme as set in paragraph 1 is worked out in the relevant appendix of the applicable TER. 4. The WHW is fully applicable for following the ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’ as referred to in paragraph 1. Within this framework the SUAS Students’ Charter as referred to in article 7.59 WHW is also applicable. 5. The Code of Conduct for International Students applies during the relevant ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’ . Article 14b Admissions to the ‘60 EC programme IBC-students of cohort 2016 at SUAS’. [Dit artikel is niet van toepassing] 1. Students are obliged to The “Certification of Sites” procedure and corresponding exemption policy of the programme's Examination Committee, which is included as an appendix to the Students' Charter (Chapter 0). 2. The Code of Conduct for International Students applies during the relevant ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’. 3. The minimum entrance requirements to the ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’ are: a. to obtain the entire propedeutic year (= 60 EC) of the studyprogramme at the IBC; and b. to obtain 30 EC of the second year of the studyprogramme at the IBC. c. maximum of 2 outstanding resits on top of the 90 EC’s are allowed. 4. Every individual IBC-student who applies to enroll in the ‘60 EC programme

IBCstudents at SUAS’ has to: a. fulfill the requested enrollment procedure as monitored by IRC-SUAS; b. sign a learning agreement with regard to the ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’. Article 14c Learning agreement as part of ‘60 EC programme IBC-students of cohort 2016 at SUAS’. [Dit artikel is niet van toepassing] By signing the Learning Agreement the IBC-student agrees with the following: 1. to be able to obtain the Dutch degree the IBC-student has to obtain minimal 30 EC during the period as set in article 1 paragraph 1. If the IBC-student doesn’t obtain this 30 EC, he or she has to leave immediately the ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’ and isn’t able to obtain the Dutch degree as set in art. 1 paragraph 1. 2. Students who have obtained 30 EC but still have outstanding credits which are part of the ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’ may not progress to the 4th year until all the required ECs have been achieved. 3. All resits which will take place at the IBC belonging to ‘60 EC programme IBCstudents at SUAS’ are assessed by an examiner appointed by the Dutch Examination Committee. 4. All IBC students’ graduation assignments (theses) are assessed by an external examiner. 5. After the end of each academic year, SUAS will determine the study progress of each international student. Sufficient study progress is considered to be: 50% (or more) of the proportional nominal study load for the (part of the) academic year.

18

If there is no question of sufficient study progress, SUAS must determine the cause of this, partly by way of a study progress interview. 6. In case the international student does not study at all, does not study enough or cannot handle the level, the IND is notified of the lack of progress of the thirdcountry national within one month after establishing the fact. In case of personal circumstances as referred to in Article 7.51 WHW as well as in Article 2.1 of the WHW Implementation Decree, which can be regarded as valid reasons for unsatisfactory student progress, binding agreements are made with the international student so that the study can be completed in time. In such cases the IND will not be notified of the lack of progress of the third-country national. 7. As soon as Stenden University discovers that a third-country national has terminated enrolment at the university, it will report this to the IND. Stenden University will request an admissible third-country national when he/she enrols to state in writing that he/she agrees to the procedure by which Stenden University signs the third-country national out at the IND - with prior notice or not, in case of termination of enrolment or the conclusion that there has not been sufficient study progress as referred to in the preceding paragraphs. Artikel 15 Doorstroom Associate degree naar bachelor opleiding [Dit artikel is

niet van toepassing] 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd.

Artikel 15 Doorstroom Associate degree naar bachelor opleiding Dit Artikel is niet van toepassing voor BE 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd.

Artikel 16 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via [email protected] bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.

19

3 Onderwijsprogramma Geldt voor de cohorten 2015 (vanaf cohort 2012) en het cohort 2016. WHW: 6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14 Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit.

Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Bedrijfseconomie zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A.

Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Business. 3. De voltijds opleiding kent afstudeerrichting(en). De voltijds opleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 4. De afstudeerrichtingen voor de cohorten 2015 en eerder zijn: Financial Service Management en Accountancy & Control. Deze zijn voltijds ingericht en kennen een studielast van 60 ec. De afstudeerrichtingen voor het cohort 2016 worden gedurende het studiejaar 2016 2017 bijgesteld. 5. Er is geen Associate-degree programma. 6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie. 6. [Indien opleiding voltijds en/of deeltijds is ingericht: n.v.t. Indien opleiding duaal is ingericht:] Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in maanden of weken invullen]; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in studiepunten invullen]

20

c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen.

Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands en / of in het Engels tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur.

Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene.

Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase 1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten).

Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase 1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en)- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). 2. Voor Cohort 2015 en eerder vanaf 2012 zijn er komend jaar nog twee afstudeerrichtingen. Voor Cohort 2016 zijn er geen specifieke afstudeerrichtingen meer maar is er een specialistisch Major programma. Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma 1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 3 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij vermelde studielast. Dit Artikel is niet van toepassing voor BE.

Artikel 9 Minor 1. Een minor is een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient

21

een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. 6. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste a) voor Cohort 2015 en eerder tot 2012 is de eis = behalen van de P (60 ec) en 39 ec in de Postpropedeuse, b) voor Cohort 2016 geldt = behalen van de P (60 ec) + 45 ec in de postpropedeuse, studiepunten zijn behaald. 7. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen bij de Examencommissie.

8. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is.

Artikel 10 Studeren in het buitenland 1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan. 2. Een student behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van de Examencommissie van de opleiding om in het buitenland te mogen studeren.

22

4 Examens en getuigschriften Geldt voor de cohorten 2015 (vanaf cohort 2012) en het cohort 2016. WHW: 7.3, 7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33 Artikel 1 De examens van de opleiding 1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard, conform de “Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen”, 2013.

Artikel 2 Toekenning graden1 1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor of Science, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is afgelegd. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie “Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland” van de Minister van OCW van toepassing. 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree, aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associate-degreeprogramma. Dit Artikellid is niet van toepassing voor BE

1 Als gevolg van de Wet Kwaliteit in Verscheidenheid zal mogelijk een afwijkende titulatuur bij de graad worden gevoerd.

23

Artikel 3 Getuigschriften 1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel “De toets nieuwe opleiding” met goed gevolg heeft ondergaan. 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 21 van hoofdstuk 5. 3. De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft; c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding; d. de studielast van de opleiding; e. de Grading Table van de opleiding.

Artikel 4 Toekenning getuigschriften 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, moet daartoe een verzoek indienen bij de Examencommissie. De Examencommissie kan hier regels voor opstellen. 3. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR – Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding op het moment van toekenning.

24

Artikel 5 Ondertekening getuigschriften 1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen van de tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister.

Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften 1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tenminste tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden.

Artikel 7 Cum laude 1. Dit Artikellid is niet van toepassing voor BE. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift van de bacheloropleiding of het daaraan verbonden Associate-degreeprogramma. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het associate-degreeprogramma getuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. Dit Artikellid is niet van toepassing voor BE. 3. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 4. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 5. Indien van toepassing verklaard in lid 1 van dit artikel geeft de Examencommissie het predicaat cum laude bij het behalen van het propedeusegetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger;

25

b. [Keuze maken uit twee opties. Vervallen optie verwijderen] [optie 1] De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan [optie 2] De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; f. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. Dit Artikellid is niet van toepassing voor BE. 6. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het het bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle individuele studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. De student heeft minimaal een 8,0 behaald voor de afstudeerscriptie. f. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; g. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. Artikel 8 Verklaringen 1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.

Artikel 9 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.

5 Tentaminering en beoordeling

26

Geldt voor alle cohorten. WHW: 7.3, 7.10, 7.12b, 7.13 ALGEMEEN Artikel 1 Examen 1. Aan elke opleiding is een examen verbonden. 2. Aan de propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. 3. Aan de post-propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden.

Artikel 2 Onderwijseenheid 1. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. 2. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van een het instellingsbestuur plaatsvinden.

Artikel 3 Tentamen 1. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. 2. Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. Indien de tentamens van een tot de opleiding of propedeutische fase van een bacheloropleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in het tweede lid. 4. De examencommissie kan onder door haar te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg afgelegd hoeft te zijn om vast te stellen dat het examen met goed gevolg is afgelegd.

Artikel 4 Vrijstelling algemeen 1. De examencommissie heeft de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meerdere tentamens. 2. De OER bevat de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen het afleggen van één of meerdere tentamens. 3. Een vrijstelling wordt door de Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. 4. De opleiding BE werkt niet met collectieve vrijstellingen. Iedere vrijstelling dient door de student individueel aangevraagd te worden. Zie hiervoor ook de extra Bijlage over vrijstellingen.

27

5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een EVC meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVC-rapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor – in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving „vrijstelling‟. Een tentamen waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen is betrokken.

Artikel 5 Vrijstelling studenten IBC (site) Dit Artikel is niet van toepassing voor BE.

1. Students studying at one of the IBCs (site(s)) of Stenden University to obtain the Dutch degree, will take a substantial part of the third-year-course of the programme at the institution in the Netherlands. Hereafter: ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’. 2. The period as set in paragraph 1 covers a programme year, which means a period that starts on 1 September and ends on 31 August of the next calendar year, and for those who register as of 1 February, the period that starts on 1 February and ends on the last day of February of the next calendar year. 3. A substantial part means a study load of 60 EC. 4. The study programme as set in paragraph 1 is worked out in the relevant appendix of the applicable TER. 5. The WHW is fully applicable for following the ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’ as referred to in paragraph 1. Within this framework the SUAS Students’ Charter as referred to in article 7.59 WHW is also applicable. 6. The Code of Conduct for International Students applies during the relevant ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’. 7. The following exam regulations are applicable for students who didn’t obtain the full 60 EC during their year at SUAS a. All resits taking place at the IBC belonging to ‘60 EC programme IBC-students at SUAS’ are assessed by an examiner appointed by the Dutch Examination Committee. b. If the Dutch Examination Committee deems necessary that practical components and resits has to be retaken at SUAS until the required conditions set in the tailormade plan have been met. c. All IBC students’ graduation assignments (theses) are assessed by an external examiner.

Artikel 6 Fraude en plagiaat 1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de

28

Examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of extraneus definitief beëindigen. 3. Ten aanzien van fraude en of plagiaat geldt het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut.

Artikel 7 Onderwijscontract 1. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de tentamens op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. 2. Een student die voldoet aan de criteria van de Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de tentamens, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. 3. Afspraken als resultaat van de in lid 1 en 2 genoemde verzoeken worden vastgelegd in een individueel onderwijscontract.

Artikel 8 Intellectueel eigendom 1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt.

Artikel 9 Gestelde eisen tentamens 1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Alle bouwsteen- en moduleboeken expliciteren de toetsings- en beoordelingsnormen van alle studieonderdelen per module. 2. Van een tentamen dat bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen in die onderwijseenheid wil afleggen, ten aanzien van de navolgende cohorten gelden de eisen: a. Cohort 2015 en eerder vanaf 2012 hebben gedurende het studiejaar 2016 2017 nog twee maal de kans om onderdelen uit hun vorige studiejaar te herkansen. b. Cohort 2016 volgt het nieuwe curriculum per 1 september 2016.

29

Artikel 10 Vorm van de tentamens 1. De onderwijseenheden van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze en in de vorm zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Van een tentamen dat bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 3. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel voldoen aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 9. 4. Van de bepaling in lid 2 kan om organisatorische en/of onderwijskundige redenen worden afgeweken indien het niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar.

Artikel 11 Volgtijdelijkheid tentamens 1. De OER bevat het overzicht van het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden. 2. De OER bevat de informatie over, waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens. 3. De tentamens van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd. 4. Aan de tentamens van de hierna genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij aangegeven onderwijseenheden zijn behaald: a. Voor de cohorten 2015 en eerder (tot en met cohort 2012) geldt: De examencommissie stelt eisen aan de toelating tot de stageperiode in de postpropedeutische fase. De student moet in het bezit zijn van het propedeutisch getuigschrift (60 ec) en dient in de postpropedeutische fase = 39 ec te hebben behaald. b. Voor het cohort 2016 geldt: De examencommissie stelt eisen aan de toelating tot de stageperiode in de postpropedeutische fase. De student moet in het bezit zijn van het propedeutisch getuigschrift (60 ec) en dient in de postpropedeutische fase = 45 ec te hebben behaald. 5. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3.

Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamengelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale

30

programma voor een student. 4. Indien een onderwijseenheid uit een voorgaande OER (dit geldt voor de cohorten 2015 en eerder tot 2012) niet meer wordt aangeboden in deze OER, wordt in afwijking van lid 1 en 2, gedurende slechts nog één opleidingsjaar de gelegenheid gegeven om het betreffende tentamen af te leggen, gerekend vanaf het laatste opleidingsjaar dat de betreffende onderwijseenheid werd aangeboden. Het totaal aantal toetskansen voor dit tentamen wordt bepaald door de Examencommissie van de opleiding en betreft twee kansen. Na de laatste aangeboden toetskans bestaat er geen mogelijkheid meer om het betreffende tentamen af te leggen. 5. De tijdvakken waarin de tentamengelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een tentamengelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende tentamengelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel.

VOORAFGAAND AAN TENTAMINERING Artikel 13 Procedure inschrijven voor een mondeling tentamen en tentamen ter afsluiting van een praktische oefening 1. Voor mondelinge tentamens en voor tentamens ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Examencommissie aan te geven wijze.

Artikel 14 Deelname aan schriftelijke tentamens 1. Voor deelname aan schriftelijke tentamens is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijfprocedure en inschrijfbepalingen: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamenkans in te schrijven. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een tentamen dan neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESR-Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESR-Toetsservicebureau. c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan het tentamen én een tentamenkans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd. d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESR-Toetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamengelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende tentamen geblokkeerd. e. Het ESR-Toets service bureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartentamenrooster per opleiding. Het definitieve rooster wordt uiterlijk één schoolweek voor een tentamenperiode gepubliceerd.

31

f. Verzoek tot wijziging van intekening of na-inschrijving voor een tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van de tentamenperiode tot 12.00 uur de toegestane wijzigingen door ESR-Toetsservicebureau worden verwerkt. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. Artikel 15 deelname aan digitale tentamens Dit Artikel is niet van toepassing voor BE. 1. Bij het afleggen van digitale tentamens stelt de Examencommissie de volgende eisen: a. …..….. b. ……….

Artikel 16 Landelijke digitale tentamens Opleiding Leraar Basisonderwijs Dit Artikel is niet van toepassing voor BE. 1. ……………. 2. ……………… TIJDENS TENTAMINERING Artikel 17 Schriftelijk tentamen Bij het afleggen van een tentamen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: 1. Verplichte legitimatie met de Multifunctionele Kaart (MFK) bij één van de surveillanten geeft de enige toegang tot de tentamenruimte. Iedere andere vorm van legitimatie geeft geen toegang. Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. In geval een student vanwege overmacht niet kan voldoen aan de in lid 1 genoemde verplichte vorm van legitimatie, kan deze een verzoek indienen bij de Examencommissie om deze onvoorziene omstandigheid te kwalificeren als overmacht. In geval van overmacht wordt, conform artikel 14 lid 1(c), de gebruikte toetskans ongedaan gemaakt. 3. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de surveillanten aangewezen plaats. 4. Aan de student die meer dan 30 minuten te laat arriveert, wordt de toegang geweigerd door de betrokken surveillant. De student kan een verzoek indienen bij de Examencommissie om deze onvoorziene omstandigheid te kwalificeren als overmacht. In geval van overmacht wordt, conform artikel 14 lid 1(c), de gebruikte toetskans ongedaan gemaakt. 5. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten na aanvang van het tentamen, de tentamenruimte te verlaten. 6. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten door de student worden opgevolgd.

32

7. De aangegeven tijd voor een tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 8. De student dient bij ontvangst van de tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. Is dit niet het geval dan dient hij/zij dit kenbaar te maken aan de betrokken surveillant. 9. Het is niet toegestaan om het tentamen te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 10. De student dient -indien van toepassing- op tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. naam b. studentnummer / relatienummer c. tentamen d. aantal antwoordformulier, -bladen dat wordt ingeleverd e. datum waarop aan het tentamen is deelgenomen f. handtekening van de student 11. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven bij de tentamenopgaven. 12. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet én te worden weggeborgen in een afgesloten tas. Bij twijfel is de examinator en/of surveillant bevoegd om het apparaat tijdelijk in te nemen. Na afloop van het tentamen kan het apparaat bij de examinator en/of surveillant worden opgehaald. 13. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 14. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust worden verstoord. 15. De tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de tentamenvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van het tentamen. Daarnaast schrijft de student binnen twee werkdagen een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. 18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van het tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. Na afloop van deze termijn wordt de toetssleutel gepubliceerd en/of het tentamen nabesproken.

33

Artikel 18 Mondelinge tentamen 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald op verzoek van de student. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd.

Artikel 19 Toezicht bij tentamens 1. De Examencommissie wijst (een) examinator/-en aan die aanwezig is bij in ieder geval de aanvang en het einde van de afname van de betreffende tentamen(s) en tijdens de betreffende tentamen(s) terstond beschikbaar. 2. Namens de Examencommissie zijn door het ESR - Toetsservicebureau surveillanten aangesteld die belast zijn met de handhaving van de orde tijdens de afname van het tentamen. De surveillanten dienen aanwijzingen van de examinator op te volgen. 3. De surveillanten dienen 15 minuten voor aanvang van het tentamen in de tentamenruimte aanwezig te zijn om de vereiste voorbereidingen te treffen. De hoofdsurveillant dient 30 minuten voor aanvang in de tentamenruimte aanwezig te zijn. 4. Bij schriftelijke tentamens is per ruimte tenminste één surveillant aanwezig. 5. Bij mondelinge tentamens kan worden volstaan met één examinator, tenzij bepaald is dat meer examinatoren noodzakelijk zijn. NA TENTAMINERING Artikel 20 Vaststelling van de beoordelingen 1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 3. De beoordeling van een tentamen door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk, of in geval van een groepsopdracht tot een voor elke betrokken student herleidbaar individuele beoordeling. 4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, kan de Examencommissie, nadat de betrokken examinatoren door de Examencommissie zijn gehoord, een derde examinator inschakelen om de definitieve uitslag te laten vaststellen. 5. De datum waarop een student een tentamen heeft behaald is de datum waarop het afgelegde tentamen is beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 6. De examinator stelt de beoordeling van een mondeling tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van dat tentamen en verstrekt de student een

34

schriftelijke verklaring met de uitslag. 7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor het tentamen heeft voldaan.

Artikel 21 Normering van de beoordelingen 1. De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie ‘voldoende’ geldt het cijfer 5,5. 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamenuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion door een examinator van de betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek bedraagt 10 werkdagen. 7. Indien de student een reeds eerder afgelegd tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan.

Artikel 22 Toekenning van studiepunten 1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)tentamens, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)tentamens en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. In ieder bouwsteen- en/of moduleboek worden alle eisen geëxpliciteerd 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit het minorprogramma is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop het afgelegde tentamen, c.q. de laatste deeltoets [wel of niet van toepassing] is beoordeeld inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de

35

onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden.

Artikel 23 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien werkdagen na het maken van het tentamen en of toets, opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.NET). Op het gebruik van dit systeem is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.www. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en tentamenopgaven door de afdeling ESR-Toetsservicebureau gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie.

Artikel 24 Inzage van tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en beoordeelde schriftelijk tentamen kan inzien binnen twee maanden na de laatste dag van een tentamenperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid2. 2. Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamenwerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens plaatsvervanger. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip.

Artikel 25 Geldigheidsduur van studieresultaten 1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het behaalde examenonderdeel geen weergave is van de kennis en vaardigheden waar over de student bij afstuderen over dient te beschikken.

2 De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd.

36

2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie.

Artikel 26 Bewaring van afgelegde tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamenwerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de “Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezag taken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen”, 2013. 4. Wanneer een student na afloop van een schriftelijk tentamen de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamenwerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm het tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende vijftig jaren in het archief bewaard.

Artikel 27 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag.

37

38

6 Studieloopbaanbegleiding en Studieadvies Regeling Studieadvies Propedeutische Fase Stenden Hogeschool Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding 1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studiebegeleider voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie.

Artikel 2 Wettelijke verplichting verstrekken van ‘Studieadvies Propedeutische fase’ bacheloropleiding 1. Namens het College van Bestuur verstrekt de Examencommissie van één of een aantal bacheloropleiding(en) van Stenden Hogeschool aan iedere ingeschreven voltijd, duale student van de betreffende bacheloropleiding eenmalig, uiterlijk aan het einde van zijn eerste jaar van inschrijving voor de opleiding aan Stenden Hogeschool, het Studieadvies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding. 2. In geval van een deeltijdse bacheloropleiding regelt het College van Bestuur het tijdstip waarop het Studieadvies, als bedoeld in lid 1, wordt uitgebracht. Dit Artikellid is niet van toepassing voor BE 3. De Associate-Degree is een programma binnen de bacheloropleiding. De onderhavige regeling Studieadvies Propedeutische fase is onverkort van toepassing op Associate-Degree studenten. Dit Artikellid is niet van toepassing voor BE. 4. Onverminderd het eerste lid kan de Examencommissie namens het College van Bestuur het Studieadvies uitbrengen zolang deze de propedeutische fase niet met goed gevolg heeft afgelegd. 5. In geval van persoonlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 3 lid 3 en in geval van tussentijdse uitschrijving door de student, is de Examencommissie bevoegd a. het Studieadvies als bedoeld in lid 1 niet aan het einde van zijn eerste jaar van inschrijving bij de opleiding uit te reiken, maar uiterlijk aan het einde van zijn tweede jaar van inschrijving bij de opleiding in de Propedeutische fase van de betrokken student. De kwantitatieve en kwalitatieve voorwaarden als bedoeld in artikel 3 blijven onverkort van toepassing.

39

of b. aan het Studieadvies geen afwijzing te verbinden. 6. Een Studieadvies als bedoeld in lid 1 kan worden aangehaald als ‘Studieadvies Propedeutische fase ‘. 7. Een Studieadvies Propedeutische fase als bedoeld in lid 1 wordt eenmalig door de Examencommissie verstrekt. 8. Aan een Studieadvies Propedeutische fase als bedoeld in lid 1 kan een afwijzing worden verbonden. Deze afwijzing is bindend. 9. Een student die zich binnen een studiejaar inschrijft voor twee of meer opleidingen binnen Stenden Hogeschool, ontvangt voor elke volgende opleiding een studieadvies Propedeutische fase, conform het bepaalde in artikel 2 van dit hoofdstuk. 10. Een Studieadvies Propedeutische fase als bedoeld in lid 1 betreft: a. het advies om de studie binnen de opleiding voort te zetten.; b. het advies om de studie buiten de opleiding voort te zetten. Aan dit advies is een bindende afwijzing verbonden, hierna het Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA).

Artikel 3 Gronden van een Studieadvies Propedeutische fase 1. Een Studieadvies Propedeutische fase als bedoeld in artikel 2 is het resultaat van de mate waarin de student heeft voldaan aan de geldende kwantitatieve voorwaarden en eventueel kwalitatieve voorwaarden van de opleiding, met inachtneming van persoonlijke omstandigheden die door de student bij de Examencommissie zijn gemeld. 2. Kwantitatieve en kwalitatieve voorwaarden voor het verkrijgen van een Studieadvies met het advies om de studie voort te zetten binnen de opleiding: a. Kwantitatieve voorwaarde: tenminste 51 studiepunten behaald van het Propedeutisch Examen waarbij resultaten behaald door vrijstelling(en) wel mee tellen bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. b. Kwalitatieve voorwaarde(n) van de opleiding: Binnen de opleiding BE zijn er geen kwalitatieve eisen vastgesteld. 3. Als persoonlijke omstandigheden worden in artikel 7.8b lid 3 en 7.9 lid 3 uitsluitend aangemerkt: a. ziekte van de student; b. zwangerschap van de student; c. bijzondere familieomstandigheden; d. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student e. lidmaatschap, daaronder begrepen het voorzitterschap, met daaruit voortvloeiende bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschapsraad, deelraad, studentenraad of opleidingscommissie van Stenden verricht. Er moet daarbij sprake zijn van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur. De student moet aan kunnen tonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als persoonlijke omstandigheid kan worden aangemerkt. 4. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige.

40

5. Een student meldt persoonlijke omstandigheden tijdig bij de decaan en de studiebegeleider en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in het Studieadvies. 6. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 7. Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken decaan en studiebegeleider om nader advies vragen ten aanzien van het verzoek van de student als bedoeld in lid 3 van dit artikel.

Artikel 4 Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) 1. De student ontvangt een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) in geval: 2. De student niet aan het einde van zijn eerste jaar van inschrijving bij de opleiding aan de gestelde kwantitatieve voorwaarde in artikel 3 lid 2 heeft voldaan; De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend Studieadvies (BSA) met afwijzing mochten voordoen. 3. De student die zelf voortijdig zijn inschrijving in de Propedeutische fase van de opleiding beëindigt, ontvangt na uitschrijving een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) betreffende de opleiding. 4. Indien de inschrijving van de student inzake artikel 6 lid 6 en of 7 van hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut door het College van Bestuur wordt beëindigd, ontvangt de student tevens een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) betreffende de opleiding. 5. Een student ontvangt geen Studieadvies indien de inschrijving als student eindigt conform artikel 6 lid 10b van hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut.

Artikel 5 Gevolgen Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Indien een student een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 2. De student die een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één studiejaar, gerekend vanaf de datum van verstrekt BSA, niet meer aan Stenden Hogeschool voor dezelfde opleiding als student of extraneus inschrijven. Na deze periode moet bij een hernieuwde inschrijving ten genoegen van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat hij de opleiding met succes zal kunnen volgen. 3. Een student die een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) voor een opleiding heeft ontvangen en zich inschrijft voor een andere opleiding binnen Stenden Hogeschool wordt administratief gezien als een ‘student tweede jaar van inschrijving bij Stenden Hogeschool’ en ontvangt uiterlijk aan einde van diens tweede jaar van inschrijving bij Stenden Hogeschool een Studieadvies Propedeutische fase van de opleiding als bedoeld in artikel 2 betreffende de opleiding waar voor hij is ingeschreven.

41

Artikel 6 Procedurele voorwaarden studieadvies Propedeutische fase 1. Ten aanzien van het verstrekken van een studieadvies Propedeutische fase zijn procedurele voorwaarden verbonden. 2. Een studieadvies Propedeutische fase dient voorafgegaan te zijn door: a. Informatie De Examencommissie informeert iedere ingeschreven student in de propedeutische fase over de wettelijke verplichting voor het eenmalig verstrekken van een Studieadvies Propedeutische fase aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving bij de opleiding, de kwantitatieve, kwalitatieve voorwaarden, melding persoonlijke omstandigheden, procedure (waarschuwing – hoorzitting –studieadvies) en rechtsbescherming van de student. b. Waarschuwing en horen in geval van het voornemen BSA De Examencommissie informeert de student over het voornemen om hem een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) te verstrekken. De Examencommissie informeert de student over de behaalde (en door de Examencommissie vastgestelde) individuele resultaten met betrekking tot de geldende kwantitatieve en eventueel kwalitatieve voorwaarden als gesteld in artikel 3 en wijst de student op het voornemen om van de Examencommissie om hem een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) te verstrekken. Tevens vermeldt de termijn waarbinnen de studieresultaten ten genoegen van de Examencommissie moeten zijn verbeterd en wijst de student op de mogelijkheid om gebruik te maken van de hoorzitting van de Examencommissie alvorens de Examencommissie over gaat tot het verstrekken van een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA).

Artikel 7 Vorm Studieadvies Propedeutische fase 1. De student ontvangt van de Examencommissie het Studieadvies Propedeutische fase in de vorm van een brief met daarin het door de voorzitter en/of secretaris van de Examencommissie ondertekend Studieadvies Propedeutische fase. De Examencommissie draagt zorg voor een zorgvuldige verzending van het Studieadvies Propedeutische fase naar de individuele student. 2. De Examencommissie draagt zorg voor archivering van de brief, als bedoeld in lid 1, in het studentdossier van de student.

Artikel 8 Tijdstip verstrekken Studieadvies 1. Studieadvies als bedoeld in artikel 2 en met in achtneming de procedurele voorwaarden zoals bepaald in artikel 7, wordt: a. in geval van de voltijdse en duale studenten uit de september-instroom uiterlijk in de laatste week voorafgaand aan 1 september door de Examencommissie aan de individuele student verstrekt. b. in geval van de voltijdse en duale studenten uit de februari-instroom om organisatorische redenen uiterlijk in de laatste week van februari door de Examencommissie aan de individuele student verstrekt. c. alleen in geval van deeltijdse studenten uit de september- en/of februari instroom door de Examencommissie zelf het tijdstip van het verstrekken van een Studieadvies

42

vastgesteld en opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Dit Artikellid is niet van toepassing voor BE.

Artikel 9 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met het verstrekte Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) in Den Haag. 3. Het instellen van beroep bij het COBEX of het CBHO heeft geen schorsende werking, in die zin dat het verstrekte Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) in stand blijft totdat in het beroep een andersluidende onherroepelijke uitspraak is gedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding 1. Deze “Regeling Studieadvies Propedeutische Fase” is door het College van Bestuur vastgesteld op 20 mei 2016 en treedt in werking per 1 februari 2016. 2. De Regeling kan worden aangehaald als Regeling Studieadvies Propedeutische Fase Stenden Hogeschool en is opgenomen in de Onderwijs en Examenregeling van de opleiding.

43

7 Examencommissie WHW: 7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61 Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool behorende bij het Studentenstatuut.

44

8 Slot- en invoeringsbepalingen WHW: 10.20 Artikel 1 Hardheidsclausule 1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen.

Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden 1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid.

Artikel 3 Bekendmaking van de regeling 1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze onderwijs- en examenregeling.

Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding 1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 en treedt in werking op 1 september 2016.

45

Bijlage A Competenties van de opleiding Cohort 2016 De opleidingen binnen één (landelijke) overleggroep van opleidingen stellen één beroepsprofiel vast. Dit profiel beschrijft de functies in de branche met daarbij behorende competenties. Het landelijk opleidingsoverleg Bedrijfseconomie heeft zo– in overleg met de relevante organisaties- een landelijk beroeps- en competentieprofiel opgesteld[1]. Vanaf september 2012 is de HEO standaard leidraad voor het opstellen van het landelijks opleidingsprofiel. Voor Bedrijfseconomie zijn werkgebieden en onderdelen van beroepsvorming geformuleerd waar een bedrijfseconoom zich mee bezighoudt, die vervolgens gekoppeld zijn aan de eindkwalificaties en beroepsproducten. In het landelijk opleidingsprofiel uit 2013[2] zijn de domeincompetenties vertaald in relevante werkgebieden voor een bedrijfseconoom. Daarnaast zijn de HBO standaard, de HEO standaard en de Dublin descriptoren in het opleidingsprofiel verwerkt in de onderdelen van beroepsvorming en de kennisgebieden. De opleiding Bedrijfseconomie onderscheidt, samengevat, de volgende werkgebieden en beroepsvormingsonderdelen: Werkgebieden van de bedrijfseconoom 1. Inrichten en onderhouden van de planning & control-cyclus gericht op de beheersing van een organisatie; 2. Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen; 3. Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s; 4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording. Van een afgestudeerde bedrijfseconoom mag worden verwacht dat hij/zij op bovenstaande werkgebieden op basis van analyse kan komen tot een zodanig oordeel dat hij/zij een onderbouwd advies kan geven. Onderdelen beroepsvorming van de bedrijfseconoom (afgeleid de HEO standaard) 5. Onderzoekend vermogen 6. Professioneel vakmanschap 7. Verantwoord handelen Voor de opleiding Bedrijfseconomie is er in het kader van de invulling van de HEO standard ‘Gedegen theoretische basis’ de volgende indeling gemaakt: Hoofd kennisgebieden • Bestuurlijke Informatieverzorging/Administratieve Organisatie (Internal Control) • Bedrijfsadministratie (Accounting) • Financiering (Finance) • Externe Verslaggeving (Financial Accounting) • Management Accounting/Management Control

[1] Landelijk Opleidingsprofiel BBA- Bedrijfseconomie, LOOBE, 2013 [2] Landelijk opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, LOOBE, 2013

46

Ondersteunende en verdiepende kennisgebieden • Algemene economie • Marketing • Management en Organisatie • Recht (Fiscaal en Ondernemingsrecht) • Compliance en Corporate Governance • Onderzoeksmethodieken en Kwantitatieve methoden & technieken Bovenstaande kennisgebieden in combinatie met de beroepsproducten, opgesteld per werkgebied, vormen de vervanging van de Body of Knowledge and Skills (BoKS). Met name de beroepsproducten zijn een concrete uitwerking van de kennisgebieden en worden in de bouwstenen en moduleoverzichten weergegeven; die beroepsproducten vervangen de integratieve bouwstenen. Dublin Descriptoren (DD) DD1: Kennis en inzicht DD2: Toepassen kennis en inzicht DD3: Oordeelsvorming DD4: Communicatie DD5: Leervaardigheden Niveau van toetsen volgens Bloom N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen N4: Analyseren N5: Synthetiseren N6: Evalueren De eindkwalificaties geven aan waar een student aan het eind van de studie toe in staat moet zijn. Gedurende de opleiding ontwikkelt de student zich naar dit eindniveau. Om deze ontwikkeling te kunnen beoordelen, kunnen de eindkwalificaties op verschillende niveaus worden geformuleerd. De volgende factoren zijn van invloed op het niveau van de eindkwalificatie: a. omvang en complexiteit van de taak; b. complexiteit van de professionele situatie; c. mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

47

Onderstaande tabel werkt deze factoren verder uit en kan gebruikt worden bij het opstellen van niveaus van de eindkwalificaties. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aard van de taak Eenvoudig, gestructureerd, past bekende methoden direct toe volgens vaststaande normen

Complex, gestructureerd, past bekende methoden aan wisselende situaties aan

Complex, ongestructureerd, verbetert methoden en past normen aan de situatie aan aard van de context

Bekend, eenvoudig, monodisciplinair, in schoolsituatie

Bekend, complex, monodisciplinair, in de praktijk onder begeleiding

Onbekend, complex, multidisciplinair, in de praktijk

Mate van zelfstandigheid Sturende begeleiding Begeleiding indien nodig. Zelfstandig. Cohort 2015 en eerder vanaf 2012: Overgangsregeling gedurende 1 studiejaar. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Planning and control cyclus Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Kostentoerekening Financiële informatie systemen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Grondslagen en inrichting AO Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen Betrouwbaarheid van de informatie DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s. BoKs Werkkapitaal beheer Risico management Belastingrecht Transfer pricing DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Ondernemingsrecht Algemene economie DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS Investerings- en waarderingsvraagstukken

48

Corporate Governance DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Financiering particulier Ondernemingsfinanciering Fusies en overnames Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): • samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); • communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.

49

DC 8. Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): • sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; • nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; • ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; • leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. Dublin Descriptoren (DD) DD1: Kennis en inzicht DD2: Toepassen kennis en inzicht DD3: Oordeelsvorming DD4: Communicatie DD5: Leervaardigheden Niveau van toetsen N1: Weten N2: Inzien N3: Toepassen N4: Integreren

50

Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase Propedeuse Cohort 2016. Met ingang van 1 september 2016 vernieuwd de opleiding Bedrijfseconomie haar curriculum. Periode Moduul Code Naam EC Toetsing 1.1 De Onderneming 1 OBEOP Ondernemingsplan 3 S/O/M 2 OBERE1 Recht 1 3 S/O/M 3 OBEMAR Marketing 3 S/O/M 4 OBEFIN1 Financiering 3 S/O/M 5 OBEBV1 Basisvaardigheden 1 3 S/O/M OBEBV1A Excel OBEBV1B Spellingtoets OBEBV1C Studiestartweek OBEBV1D Informatievaardigheden OBEBV1E Portfoliogesprek 15 1.2 De haalbaarheid 1 OBEHO Haalbaarheidsonderzoek 3 S/O/M 2 OBEMA1 Management Accounting 1 2 S/O/M 3 OBEAE1 Algemene Economie 1 3 S/O/M 4 OBERS1 Rekenen en Statistiek 1 3 S/O/M 5 OBEOZ 1 Onderzoek 1 (kwalitatief) 2 S/O/M 6 OBEBV2 Basisvaardigheden 2 2 S/O/M OBEBV2A Rapportagetechnieken OBEBV2B Stageterugkomdag OBEBV2C Projectmanagement OBEBV2D Portfoliogesprek 15 1.3 Het proces 1 OBEHB Proceshandboek 3 S/O/M 2 OBEBA1 Bedrijfsadministratie 1 3 S/O/M 3 OBEBIV1 BIV 1 3 S/O/M 4 OBEOM Operations management 2 S/O/M 5 OBEBV3 Basisvaardigheden 3 4 S/O/M OBEBV3A Excel (gevorderden) OBEBV3B Presenteren OBEBVC Portfoliogesprek 15 1.4 De balans 1 OBEBS De Balans opmaken 3 S/O/M 2 OBEFA1 Financial Accounting 1 2 S/O/M 3 OBERE2 Recht 2 3 S/O/M 4 OBEME1 Management & Ethiek 3 S/O/M 5 OBEENG1 Engels 1 2 S/O/M 6 OBEBV4 Basisvaardigheden 4 2 S/O/M OBEBV4A Werkveldoriëntatie OBEBV4B Portfolio gesprek 15

NB: S = Schriftelijke tentamen, O = Opdracht, M = Mondeling/ presentatie.

51

Registratieformulier "geplande contacturen"

Opleiding: BE Studiejaar:

Contactuur (in minuten) Aantal klokuren per jaar

2016-2017 45

Aantal onderwijsweken per jaar:

Contacturen 1e jaar voltijd bacheloropleiding Toelichting

Periode 1Periode 2 Periode 3 Periode 4

Hoorcolleges PGO Werkcolleges/practica Werkveldbezoek/excursies Stagebegeleiding Studiebegeleiding Tentamens

26 33 26 26 111

102

98 40 0

100 0

Ook gastcolleges, bedrijfspresentaties, etc. Ook de varianten CBL, PGL etc. Werkcollege kan als categorie bijv. bevatten: training, practicum, leerbedrijf ed.

Bijvoorbeeld op terugkomdagen waarbij een docent aanwezig is Inclusief Studieloopbaanbegeleiding en SSW, coaching en feedbackuren Onder tentamens vallen alle toetsvormen (Art.4.1.4, Studentenstatuut )

26 28 24 24 26 24 24 24

16 24

38 22 24 16 10 10 10 10

Totalen 126.0 117.0

124.0 124.0

491.0

Aantal dagen stage (indien van toepassing)

dagen waarop de student stage loopt bij het stageadres Onderwijsweken zijn weken waarin onderwijs wordt geboden (excl.tentamenweken)

Aantal onderwijsweken per periode:

9.0 9.0 9.0 9.0

52

COHORT 2016 BE jaar 1 Code bouwsteen OBEOP Naam bouwsteen: Ondernemingsplan Studielast: 3 ECTS Periode: 1.1.1 Duur: 9 weken Instapniveau: Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud

Van een student bedrijfseconomie wordt verwacht dat hij gedurende zijn opleiding ondernemerskwaliteiten ontwikkelt. Ondernemerskwaliteiten zijn nodig als hij als afgestudeerde student een functie krijgt binnen een bestaande organisatie. Je leert denken als een ondernemer en alle facetten van een organisatie kennen. In deze bouwsteen leer je om via een gestructureerde aanpak in groepsverband van maximaal vier studenten een ondernemingsplan op te stellen van een fictieve onderneming met een nieuw product of dienst waarbij je gebruik dient te maken van de onderliggende bouwstenen

Werkvormen Instructiecollege, PGO bijeenkomsten, audit bijeenkomsten en presentaties

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 1. Sterke en zwakke ondernemerskwaliteiten benoemen en maatregelen nemen zwakke punten te neutraliseren.

Schriftelijk PGO

2. Commercieel productidee uitwerken tot een samenhangend en uitvoerbaar ondernemingsplan

Schriftelijk PGO

3. Op basis van een commercieel idee beslissingen nemen over de rechtsvorm, huisvesting, aanvraag vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen.

Schriftelijk PGO

4. Gestructureerde inschatting van de marktmogelijkheden van het commerciële productidee.

Schriftelijk PGO

5. Ontwerp maken van de praktische inrichting van een startend bedrijf

Schriftelijk PGO

6. Financiële begrotingen opstellen: omzetprognose, investeringsbegroting, financieringsplan, openingsbalans, resultatenbegroting, liquiditeitsbegroting.

Schriftelijk PGO Rekenmachine

7. BTW-verplichtingen toepassen. Schriftelijk PGO Rekenmachine 8. Overtuigend presenteren voor de geldschieter.

Mondeling PGO

Cesuur 55%

53

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording

N1: Kennis N2: inzicht N3: toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Financiering Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Compliance en Corporate Governance, Recht en Marketing

Kennis, inzicht en toepassen

Het beroepsproduct is:

Ondernemingsplan Kennis, inzicht en toepassen

54

Code bouwsteen: OBERE1 Naam bouwsteen: Recht 1 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Studiejaar: 1 Periode: 1.1.2 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het publiekrecht, zoals dat van belang is voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in de economische beroepen of een economische master-opleiding willen gaan volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Na een kennismaking met de bronnen van het recht en de rechtsgebieden, verdiepen we ons kort in het internationaal recht (met inbegrip van het recht van de Europese Unie), het staatsrecht, de rechtsstaat en de rechten van de mens. Vervolgens gaan we wat dieper in op het bestuursrecht – een rechtsgebied waarmee ondernemers veelvuldig te maken krijgen. Het laatste deel van deze bouwsteen laat je kennis maken met een voor bedrijfseconomen belangrijk deel van het recht, namelijk het belastingrecht.

Werkvormen Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.

Competenties en wijze van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing:

Wijze van toetsing:

HEO-standaard Business Law and Ethics Niveau 13 Schriftelijk Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze van

toetsing: Toegestane hulpmiddel en

De student heeft kennis van en inzicht in de ‘rechtsbronnen’ en de belangrijkste rechtsgebieden.

Schriftelijk Wettenbundel

Internationaal recht: De student heeft kennis van en inzicht in enige basisbegrippen en basisregels op het gebied van het ‘internationaal recht’, inclusief het recht van de Europese Unie in het bijzonder. De student heeft kennis van en inzicht in de rol van het EU-recht binnen de Nederlandse rechtsorde en het belang daarvan voor ondernemers.

Schriftelijk Wettenbundel

Staatsrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de begrippen ‘staatsrecht’, ‘rechtsstaat’ (inclusief daarmee samenhangende begrippen), ‘grondrechten’ en het belang daarvan voor ondernemers en burgers.

Schriftelijk Wettenbundel

3 Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013

55

Bestuursrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: enige basisbegrippen en rechtsbronnen van het bestuursrecht, criteria aan de hand waarvan de bestuursrechter het bestuur handelen toetst, en het belang van het bestuursrecht voor ondernemers. Aan de hand van de Awb kan de student in eenvoudige situaties vaststellen of bezwaar en beroep mogelijk is.

Schriftelijk Wettenbundel

Belastingrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de plaats van het belastingrecht in de Nederlandse rechtsorde, de (Nederlandse en internationale) rechtsbronnen van het belastingrecht, de soorten belastingen die er zijn, de beleidsbeginselen die aan het belastingrecht ten grondslag liggen en welke partijen binnen het belastingrecht een rol spelen.

Schriftelijk Wettenbundel

Cesuur4 55% Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s; Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording.

N1: Kennis N2: inzicht N3: toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Recht (Fiscaal en Ondernemingsrecht) N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

4 Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten.

56

Code bouwsteen OBEFIN1 Naam bouwsteen: Financiering 1 Studielast: 3 ECTS Periode: 1.1.4 Duur: 9 weken Instapniveau: Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je allerlei financiële overzichten te maken die nodig zijn in een ondernemingsplan of als ondersteuning voor bepaalde managementbeslissingen zoals investeringsbeslissingen en werkkapitaalbeheer

Werkvormen Instructie college en werkcollege

Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Verschillende financiële overzichten te maken;

schriftelijk WC Rekenmachine

investeringsprojecten te beoordelen; schriftelijk WC Rekenmachine werkkapitaal te beheren. schriftelijk WC Rekenmachine Cesuur 55% Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording

Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Financiering Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Compliance en Corporate Governance Kennis, inzicht en toepassen

Het beroepsproduct is:

Financiële overzichten Kennis, inzicht en toepassen

57

Code bouwsteen: DECCE1 Naam bouwsteen: Marketing 1 Studielast: 3 EC Periode: 1.1.3 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe organiseer je dit, welke vormen zijn er enz. Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening houden (op macro- en microniveau). Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten. Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen. Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep gemaakt. Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in vergelijking met de concurrent. De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat.

58

Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording

DD1: Kennis en inzicht N1: Kennis N2: Inzicht

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Professioneel vakmanschap N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Marketing DD1: Kennis en Inzicht DD2: Toepassen N1: Kennis N2: Inzicht

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en)

Werkvorm(en) Hulpmiddelen

1. De student kan de marketingmanagement concepten onderscheiden. 2. De student kent de termen maatschappelijk verantwoordelijkheid en marketingethiek. 3. De student kent het verloop van de beslissingsprocessen bij klanten en de beïnvloedende factoren. 4. De student kent het perceptieproces van de klant. 5. De student kent de verschillen tussen goederen en diensten. 6. De student heeft inzicht in het strategisch 7. Marketingmanagementproces, de onderdelen daarvan en mogelijke hulpmiddelen daarbij. 8. De student kent de verschillen tussen consumenten en zakelijke klanten en heeft inzicht in de marketingimplicaties hiervan. 9. De student kan op basis van relevante criteria de markt segmenteren en segmenten beschrijven. 10. De student kan op basis van marktsegmentatie een aantrekkelijke doelgroep kiezen. 11. De student kan positioneringstrategieën formuleren. De student kent het belang van klantrelaties en concurrentievoordeel

Schriftelijk tentamen met daarin 40 MC- vragen. De verdeling over de leerstof is evenredig.

HC en WC Rekenmachine, woordenboek (D-NL)

59

Code bouwsteen: OBEBV1 Naam bouwsteen: Basisvaardigheden 1 Studielast: 3 EC Periode: 1.1. 4 Duur: 9 weken Instapniveau: geen Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Basisvaardigheden 1 ligt de nadruk op kennismaking met de opleiding/ beroepen- werkveld, studieloopbaanbegeleiding, schriftelijke communicatievaardigheden, informatievaardigheden, basis Excel en vergadertechnieken Kennis en vaardigheden Excel: Informatievaardigheden: dataverzameling, werken met databases, rapporteren d.m.v. APA stijl. Werkvormen Werkcolleges: informatievaardigheden, vergadertechnieken, Excel basis, spellingtoets Gesprek: studiestartgesprek, individueel voortgangsgesprek o.b.v. portfolio. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm Hulpmiddelen De student vermeldt op APA manier zijn bronnen in zijn schriftelijke communicatie

opdracht

De student beheerst de spellingregels

Schriftelijke toets

De student kan in algemene situaties en in de meest voorkomende situaties van het latere beroep, een vergadering leiden en tijdens een vergadering op een correcte en effectieve wijze inbreng leveren.

Feedback in portfolio

De student heeft zicht op het curriculum van zijn studie en het studeren aan Stenden Hogeschool (I, inzien) De student weet welke informatie hij voor zijn studie nodig heeft, en kan deze opsporen, voor zichzelf evalueren en verwerken en deze op een correcte manier in een product verwerken (III, toepassen) De student is in staat zijn studie te plannen op een manier die aansluit bij zijn leerstijl (IV, integreren) De student kan zich verantwoorden waarom deze studie- en beroepskeuze gemaakt is (III, toepassen) De student heeft het beroepsbeeld verder ontwikkeld en is in staat om deze zo nodig bij te stellen (III, toepassen). De student heeft inzicht in de functie en mogelijkheden ogelijkheden van studieloopbaan coaching (I, weten) De student kan de vijf studieloopbaancompetenties benoemen en

Portfolio

60

toepassen op een niveau dat past bij zijn ontwikkelingsfase (III, toepassen) De student kan op een verantwoorde wijze een portfolio samenstellen die past bij de gestelde eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. (III, toepassen) De student is bereidt tot en ziet de waarde van zelfreflectie en kan de hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen (II, inzien) De student kan aan de hand van zijn portfolio op zowel inhouds- als procesniveau reflecteren op zijn eigen ontwikkelproces. (III, toepassen)

Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen;

N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

N1: Kennis N2: Inzicht

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

N.v.t.

Het beroepsproduct is:

Portfolio en een persoonlijk POP N4: Analyseren N5: Synthetiseren N6: Evalueren

61

Code bouwsteen: OBEHO Naam bouwsteen: Haalbaarheidsonderzoek Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.2.1 Duur: 9 weken Instapniveau: MBO 4/HAVO | Marketing 1 moet gevolgd zijn Taal bouwsteen: Nederland en Engels

Korte beschrijving van de inhoud In het haalbaarheidsonderzoek vindt de integratie plaats van een aantal vakken die in Deze periode worden behandeld zoals Management Accounting 1, Algemene Economie en Rekenen en Statistiek 1. Ook theorie over de vakken die in periode 1 zijn behandeld zoals Marketing, Financiering en Recht komen van pas in deze opdracht. Jullie groepje wordt gevraagd om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren rondom de (door)groei of wellicht krimp van een onderneming of afzetmarkt, waarbij de focus kan liggen op een bedrijfsonderdeel, afdeling of product. Wat zijn afwegingen om wel of niet door te gaan met de productie? Welke financiële criteria spelen een rol? Welke keuzes moeten er op het gebied van marketingbeleid in het algemeen en markten in het bijzonder worden gemaakt? Zijn er daarbij beletsels en hindernissen om rekening mee te houden in juridische zin? Waar het om gaat is dat jullie groepje als hecht adviesteam gaat functioneren en met een goed doortimmerd advies naar buiten komt. Kennis en Vaardigheden Het kunnen uitvoeren van een interne en externe analyse van de onderneming. Het kunnen berekenen van kostprijzen met onderscheid in variabele en vaste kosten. Het kunnen vaststellen van de verkoopprijs gebaseerd op prijsstrategieën. Het kunnen uitvoeren van een break-even analyse. Het kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten. Werkvormen PGO sessies en vergaderingen met je adviesteam Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan het door een onderneming te voeren productbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

Het opstellen van een haalbaarheidsplan; verder te noemen: de opdracht.

PGO

De student kan het door een onderneming te voeren distributiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

opdracht PGO

De student kan het door een onderneming te voeren prijsbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

opdracht PGO

De student kan het door een onderneming te voeren promotiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

opdracht PGO

62

De student kan een integrale kostprijs opstellen.

opdracht PGO Rekenmachine

De student kan een Break- Even-analyse uitvoeren.

opdracht PGO Rekenmachine

De student kan een haalbaarheidsanalyse maken

opdracht PGO Rekenmachine

Cesuur 55%

OBEHO = 3 EC Zelfstudie en PGO = 5,5

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s; Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording;

DD4: Communicatie over toepassing kennis en inzicht en oordeelsvorming.

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

DD3: Oordeelsvorming N4: Analyse

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Management Accounting / Management Control DD3: Oordeelsvorming

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Algemene economie Management en Organisatie Recht Onderzoeksmethodieken en Kwantitatieve methoden & technieken

DD4: Communicatie N4: Analyse

Het beroepsproduct is:

Haalbaarheidsrapport

63

Code bouwsteen: OBEMA1 Naam bouwsteen: Management Accounting 1 Studielast: 2 EC (56 uur studiebelasting) Periode: 1.2.2 Duur: 8 weken college. Instapniveau: Basis Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Introductie is management accounting Kennis en vaardigheden Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kent de betekenis en de globale inhoud van management accounting en de verschillen met de andere onderdelen van de bedrijfseconomie. De student kent het verschil tussen kasstroom en resultaat. De student kent de verschillende kostenindelingen en kan de ene indeling uit de andere berekenen. De student kent de verschillende soorten van kostengedrag en weet globaal tot welk kostengedrag de verschillende typen productiemiddelen aanleiding geven. De student kan een kostprijs uitrekenen en de begrippen verkoop- en bezettingsresultaat plaatsen en berekenen. De student kent de betekenis van direct costing en kent het verschil tussen relevante en niet-relevante kosten. De student kan de winst volgens direct costing berekenen. De student kan een break-even punt berekenen. De student kan enkele eenvoudige beslissingscalculaties uitvoeren.

Tentamen. Werkcolleges en onbegeleid PGO.

Gewone rekenmachine

64

De student kan aangeven in welke situatie direct costing en in welke situatie absorption costing de voorkeur verdient. De student kent het begrip indirecte kosten, kent de methoden om indirecte kosten toe te rekenen en kan deze methoden toepassen. De student kan de onderdelen van het Masterbudget opstellen (voorcalculaties) en kan op basis van werkelijke kostengegevens een verschillenanalyse opzetten (nacalculaties).

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording.

Weten, begrijpen en toepassen.

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

6. Professioneel vakmanschap en 7. Verantwoord handelen.

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Management Accounting & Control

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

N.v.t.

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

65

Code bouwsteen: DECAE Naam bouwsteen: Algemene economie Studielast: 3 EC Periode: 1.2.3 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud

The micro-economic principles, theories and methods of analysis form a part of it in order to prepare them to use this knowledge within an applied framework of analysis: market structures (monopoly, oligopoly, (non)perfect competition, elasticity’s, price theory), supply/demand, market failures (externalities, public goods, taxation, subsidies, property rights, etc.). The macro-economic theory considers the performance of the (regional) economy as a whole (production, income, (un)employment, inflation, multiplier effect, etc.)

Kennis en vaardigheden

This course provides sound knowledge, equips you with tools for critical attitude. The analytical skills will be challenged and sharpened. Thinking rationally, based on relevant economic theory, is for a bachelor in economics self-evident; Capable of using practical economic insight and skills, required for successfully managing business functions in the turbulent economic world.

A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macro- economic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP

Werkvormen

Lessons and hands on workshops on writing article on any current economics topic. The students are encourage to contribute by providing cases and examples.

Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

The student can identify the basic problem and collect relevant and recent information The student can analyse and interpret the collected information

Report WC Rekenmachine, woordenboek (ENG- NL)

The student is able to apply the theory and information to the general economic , social, company problems on the

basis of insights

Written exam WC Rekenmachine, worodenboek (ENG- NL)

Cesuur 55%

Competenties Niveau van toetsing:

66

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s.

Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording

N3: toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Professioneel vakmanschap N3: Toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Financiering Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Algemene economie N3: Toepassen

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

67

Code bouwsteen: OBERS Naam bouwsteen: Rekenen en Statistiek Studielast: 3 EC Periode: 1.2.4 Duur: 1 periode Instapniveau: Geen specifieke voorkennis vereist Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud

Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief onderzoek te kunnen doen:

Basis rekenen, lineaire verbanden, tweedegraads verbanden, oplossen van 2 vergelijkingen met 2 onbekenden.

Tabellen, grafieken, modus mediaan gemiddelde, standaarddeviatie. Kansrekening, kans variabelen normale verdeling

Werkvormen

Hoor/werkcolleges

Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm

Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief onderzoek te doen

Schriftelijk tentamen Hoor/

werkcolleges

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

5 onderzoekend vermogen DD1-2

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Onderzoeksmethodieken en kwantitatieve methoden en technieken

68

Bouwsteen code: OLEOZ1 Bouwsteen naam: Onderzoek Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.2.5 Duur: 9 weken Bouwsteen taal Nederlands Niveau Propedeuse Korte beschrijving van de inhoud Professionals dienen in hun beroepsuitoefening beslissingen te nemen die zijn gebaseerd op degelijke situatie analyse, gefundeerde inschatting van verwachte effecten van mogelijke interventies en valide uitspraken over gerealiseerde resultaten. Zij dienen daartoe op verantwoorde wijze gebruik te maken van beschikbare onderzoekspublicaties, onderzoeksopdrachten te formuleren en beoordelen en uit te voeren. In deze eerste bouwsteen leert de student de gehele cyclus van het onderzoeks proces te doorlopen. Werkvorm Groepsopdracht: een combinatie van (werk)colleges, tutorials en groepsopdrachten. Deel B: Kwantitatieve onderzoeks methoden: colleges Doelstellingen, werkvorm en toetsing

Deel A: Werkvorm Toetsvorm

Een onderzoeksopdracht uitvoeren waarin elke fase van de onderzoekscyclus wordt doorlopen van probleem analyse tot en met de eindrapportage.

Input voor de opdracht is een case gebaseerd op een recente afstudeer scriptie van de Opleiding.

De focus is op desk research.

Kennis en vaardigheden ontwikkelen om onderzoek uit te kunnen voeren. DD1-2

Colleges Tutorials

Opdracht

Presentatie

Aantonen dat de de student kennis heeft van de theorie en concepten in DD1

Aantonen dat de student de theorie en concepten kan toepassen DD2

Cesuur 55%

Weging 50%

Part B: Werkvorm Toetsvorm

Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief onderzoek uit te kunnen voeren. DD1-2

Colleges Tutorials

Written

Aantonen dat de student kennis heeft van de theorie en concepten in DD1

Aantonen dat de student the theorie en concepten kan toepassen DD2

69

Cesuur 55%

Weging van de verschillende onderdelen 50%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen; Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s.

N3: Toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen N3: Toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Onderzoeksmethodieken en kwantitatieve methoden & technieken.

N3: Toepassen

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

70

Code bouwsteen: OBEBV2 Naam bouwsteen: Basisvaardigheden 2 Studielast: 2 EC Periode: 1.2.6 Duur: 9 weken Instapniveau: Basisvaardigheden 1 Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Basisvaardigheden 2 ligt de nadruk op het verder ontwikkelen van het zicht op opleiding/ beroepen- werkveld en studieloopbaanbegeleiding door o.a. het bijwonen van de stageterugkomdag. Projectmanagement en schriftelijke communicatievaardigheden zijn daarnaast onderdelen van deze bouwsteen. Kennis en vaardigheden In het onderdeel schriftelijke communicatie ligt de nadruk op effectief schriftelijk rapporteren: doelgerichtheid, doelgroep gerichtheid, inhoud, structuur a.d.h.v. een bouwplan, lay-out, spelling, grammatica en stijl. Werkvormen Werkcolleges: Schriftelijke communicatie Workshop: Stageterugkomdag, projectmanagement Coaching: studievoortgangsgesprek o.b.v. portfolio Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student: • kan complexe communicatiesituaties analyseren en vervolgens een strategisch geformuleerde tekst schrijven. • maakt de structuur van de tekst zichtbaar voor de lezer. Hij gebruikt bouwplannen voor zijn schriftelijke communicatie. • gebruikt de passende structuur bij doel en doelgroep. • schrijft een inleiding met een afgebakende doelstelling en de correct en bondig geformuleerde “wat, waarom en hoe” elementen. • schrijft in de fases: bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven. De student verwerft deze vaardigheden door het schrijven van een rapport. • vermeldt op de APA manier zijn bronnen in zijn schriftelijke communicatie. • beheerst de spelling.

Schriftelijk

• Projectmanagement

• heeft zicht op het curriculum van zijn studie en het studeren aan Stenden Hogeschool (I, inzien) • weet welke informatie hij voor zijn studie nodig heeft, en kan deze opsporen, voor zichzelf evalueren en verwerken en deze op een correcte manier in een product

Schriftelijk portfolio, Mondeling portfolio eindgesprek

71

verwerken (III, toepassen) • is in staat zijn studie te plannen op een manier die aansluit bij zijn leerstijl (IV, integreren) • kan zich verantwoorden waarom deze studie- en beroepskeuze gemaakt is (III, toepassen) • heeft het beroepsbeeld verder ontwikkeld en is in staat om deze zo nodig bij te stellen (III, toepassen) • heeft inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaan coaching (I, weten) • kan de vijf studieloopbaancompetenties benoemen en toepassen op een niveau dat past bij zijn ontwikkelingsfase (III, toepassen) • kan op een verantwoorde wijze een portfolio samenstellen die past bij de gestelde eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. (III, toepassen) • is bereidt tot en ziet de waarde van zelfreflectie en kan de hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen (II, inzien) • kan aan de hand van zijn portfolio op zowel inhouds- als procesniveau reflecteren op zijn eigen ontwikkelproces. (III, toepassen) •

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen;

N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

N1: Kennis N2: Inzicht

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

N.v.t.

Het beroepsproduct is:

Portfolio en een persoonlijk POP Plan van Aanpak en Projectplan

N4: Analyseren N5: Synthetiseren N6: Evalueren

72

Code bouwsteen: OBEPHB Naam bouwsteen: Proceshandboek Studielast: 3 EC (84 studiebelasting) Periode: 1.3.1 Duur: 9 weken Instapniveau: geen Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud In deze integratieve bouwsteen ga je de theorie die je geleerd hebt in de eerste zes weken van deze periode in de praktijk toepassen samen met andere studenten. Van een bestaande (handels)organisatie ga je de primaire processen analyseren en deze processen beschrijven in een proceshandboek. In de eerste weken van de periode gaat jullie groep niet alleen op zoek naar een bedrijf, je zult ook samen moeten nadenken over het doel van een proceshandboek en over de wijze waarop jullie de analyse moeten gaan uitvoeren. Tevens zullen de eerste weken gebruiken om op basis van deskresearch de basis te leggen voor het proceshandboek. De laatste twee weken van de periode staat volledig in het teken van het fieldresearch om je data te verzamelen en om het proceshandboek op te stellen en te presenteren. Werkvormen PGO sessies en vergaderingen met je team. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student toont aan dat hij in staat is de theorie van (de onderliggende) bouwstenen Bedrijfsadministratie, Informatieprocessen en Operations Management toe te passen.

Het opstellen van een proceshandboek; verder te noemen: de opdracht

PGO

De student is in staat een procesanalyse uit te voeren.

Opdracht

PGO

De student toont aan dat hij interne controle maatregelen van een (primair) proces kan herkennen en beoordelen.

Opdracht

PGO

De student toont aan dat hij in teamverband een beroepsproduct kan opleveren binnen de afgesproken kaders.

Opdracht

PGO

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van DD2: Toepassen kennis en inzicht

73

(geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen;

N1: kennis N2: inzicht N3: toepassen N4: Analyse

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

DD2: Toepassen kennis en inzicht N3: toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Bestuurlijke Informatieverzorging / Administratieve Organisatie (Internal Control) Externe Verslaggeving (Financial Accounting) Management Accounting/Management Control

DD2: Toepassen kennis en inzicht N1: kennis N2: inzicht N3: toepassen N4: analyse

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Management en Organisatie Compliance en Corporate Governance Onderzoeksmethodieken

Het beroepsproduct is:

Proceshandboek

74

Code bouwsteen: OBEBA1 Naam bouwsteen: Bedrijfsadministratie 1 Studielast: 3 ECTS Periode: 1.3.2 Duur: 8 weken college Instapniveau: Basis Taal bouwsteen: Nederlandse

Korte beschrijving van de inhoud Introductie in het boekhouden. Kennis en vaardigheden Werkvormen Werkcolleges Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen − De student kent de basisbeginselen van de boekhouding en kan deze foutloos toepassen. − De student kent de basisadministratie die toegepast dient te worden naar aanleiding van het EV. − De student kent de basisadministratie die toegepast dient te worden naar aanleiding van het VV. − De student kent de basisadministratie die toegepast dient te worden naar aanleiding van de vlottende activa. − De student kent de basisadministratie die toegepast dient te worden naar aanleiding van de vaste activa. − De student kent de basisadministratie die toegepast dient te worden naar aanleiding van het inkoopproces en verkoopproces bij een handelsonderneming. − De student heeft basiskennis omtrent het gebruik van een boekhoudsysteem bij een handelsonderneming. − De student heeft basiskennis omtrent gebruik ERP/SBR en XBRL bij een handelsonderneming.

Tentamen Werkcolleges en onbegeleid PGO.

Gewone rekenmachine

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

75

4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording. 1. Inrichten en onderhouden van de planning& control-cyclus gericht op de beheersing van de organisatie.

N:1 Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

6. Professioneel vakmanschap 7. Verantwoord handelen.

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Bedrijfsadministratie

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

N.v.t.

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

76

Code bouwsteen: OBEBIV1 Naam bouwsteen: Bestuurlijke informatie voorziening 1 Studielast: 84 uur Periode: 1.3.3 Duur: 7 weken (incl. tentamen) Instapniveau: Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Deze bouwsteen behandelt in 6 weken de basis van het vak bestuurlijke informatie voorziening (BIV)- ook wel administratieve organisatie (AO) genoemd – en de relaties met andere vakgebieden. De student krijgt inzicht op de wijze waarop handels- en productiebedrijven hun organisatie en hun (primaire) processen op hoofdlijnen moeten inrichten om ‘in control’ te kunnen zijn. Van de student wordt verwacht dat hij/zij de literatuur wekelijks bestudeert. Gedurende de 6 weken zijn er hoorcolleges en werkcolleges. Tijdens de (gast)hoorcolleges wordt een selectie van de belangrijkste onderwerpen behandeld. Gedurende de werkcolleges zullen de (huiswerk)opdrachten worden behandeld en kan de student nadere uitleg vragen over de bestudeerde en deels tijdens de hoorcolleges behandelde stof. In week 7 is het tentamen over de stof. In de projectweken is kennis en inzicht van BIV1 nodig om het te kunnen toepassen. Werkvormen Deze bouwsteen kent driewerkvormen: hoorcolleges, werkcolleges en PGO-bijeenkomsten en beslaat zes weken. In de zevende week is het tentamen. Week 1 – 6: De student dient wekelijks de literatuur te bestuderen. Tijdens de (gast)hoorcolleges wordt een selectie van de belangrijkste onderwerpen behandeld. In de PGO-bijeenkomsten worden opdrachten gemaakt. In de werkcolleges worden de huiswerkopdrachten en de PGO-opdrachten behandeld en kan de student nadere uitleg vragen over onderwerpen die hij/zij nog niet beheerst van die week. Week 7 - 9 Begin week 7 is het tentamen en aan het eind van de week wordt gestart met het project wat doorloopt tot en met week 9. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets

vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

Kennis en inzicht in de soorten organisaties, de processen die zich daar afspelen en de relatie tussen de doelstellingen, strategie, missie en visie van de organisatie en de rol van informatievoorziening daarbij.

Tentamen = open vragen + casus

HC + WC HC + WC: boek Tentamen: geen

Inzicht in wat BIV/AO is, uit welke elementen een BIV/AO bestaat.

Tentamen = open vragen + casus

HC + WC HC + WC: boek Tentamen: geen

Hulpmiddelen die er zijn om de BIV/AO te ontwerpen en vast te leggen.

Tentamen = open vragen + casus

HC + WC HC + WC: boek Tentamen: geen

77

De relatie tussen interne controle en internal control en de rol van de controller.

Tentamen = open vragen

HC + WC HC en WC: boek Tentamen: geen

Het onderkennen en managen van verschillende risico’s en de relatie met BIV/AO.

Tentamen = open vragen + casus

HC + WC HC + WC: boek Tentamen: geen

De relatie tussen twee managementmodellen (BSC en INK) met BIV/AO

Tentamen = open vragen

HC + WC HC en WC: boek Tentamen: geen

De relatie tussen automatisering en BIV/AO en de belangrijkste (interne controle) maatregelen rond automatisering.

Tentamen = open vragen + casus

HC + WC HC + WC: boek Tentamen: geen

Kan een inkoop, voorraad en verkoopproces structureren.

Tentamen = open vragen + casus

HC + WC HC + WC: boek Tentamen: geen

Is in staat om op basis van een korte beschrijving van een handelsbedrijf inhoud te geven aan de aan de elementen van BIV/AO. En is daarbij in staat om adequate interne maatregelen te ontwerpen voor gesignaleerde BIV/AO risico’s.

Tentamen = casus

WC WC: boek Tentamen: geen

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen;

DD2: Toepassen kennis en inzicht N1: kennis N2: inzicht N3: toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap

DD3: oordeelvorming N3: toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Bestuurlijke Informatieverzorging / Administratieve Organisatie (Internal Control)

DD2: Toepassen kennis en inzicht N1: kennis N2: inzicht N3: toepassen

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

N.v.t.

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

78

Code bouwsteen: OBEOM

Naam bouwsteen: Operational Management

Studielast: 2 EC (56 uur studiebelasting)

Periode: 1.3.4

Duur: 9 weken

Instapniveau: geen

Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In het dagelijks leven speel je, als consument, een rol binnen een keten van organisaties welke jou een dienst of een product aanbieden. Deze producten en/of diensten worden voortgebracht door verschillende typen organisaties. In deze periode en in deze bouwsteen zul je kennismaken met de logistieke en operationele theorie en achtergronden welke nodig zijn om operationele processen in de verschillende bedrijfsomgevingen goed te kunnen inrichten en beheersen. Werkvormen Hoor- en Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student toont aan dat hij de invloed van de (andere) schakels in de keten op de eigen bedrijfsorganisatie kan analyseren.

S Hoor- en werkcolleges

De student toont aan dat hij in staat is een eenvoudig logistiek proces in te richten en aan te sturen.

S Hoor- en werkcolleges

De student toont aan dat hij logistieke beslissingen kan nemen in verschillende bedrijfsomgevingen.

S Hoor- en werkcolleges

De student toont aan dat hij kennis en inzicht heeft in de logistieke eisen en wensen vanuit de markt, inclusief de specifieke wensen en eisen m.b.t. E-Commerce.

S Hoor- en werkcolleges

De student toont aan dat hij inzicht heeft in de logistieke aansturing van bedrijven.

S Hoor- en werkcolleges

De student toont aan dat hij inzicht heeft in voorraad- en magazijnbeheer gezien vanuit de logistiek.

S Hoor- en werkcolleges

De student toont aan dat hij inzicht heeft in de logistieke inkoopprocessen.

S Hoor- en werkcolleges

79

De student toont aan dat hij inzicht heeft in de logistieke aansturing en planning van productie-, dienstverlenende- en handelsbedrijven.

S Hoor- en werkcolleges

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Inrichten en onderhouden van de planning & control-cyclus gericht op de beheersing van een organisatie;

DD1: Kennis en inzicht N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Professioneel vakmanschap N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Marketing Management en Organisatie

DD1: Kennis en Inzicht DD2: Toepassen N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Het beroepsproduct is:

N.v.t.

80

Code bouwsteen: OBEBV3 Naam bouwsteen: Basisvaardigheden 3 Studielast: 4 EC Periode: 1.3.5 Duur: 9 weken Instapniveau: Basisvaardigheden 1 en 2 Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Basisvaardigheden 3 ligt de nadruk op het ontwikkelen van vaardigheden in mondelinge communicatievaardigheden, individueel voor een groep en in groepsverband. Daarnaast gaat de ontwikkeling van het zicht op opleiding/ beroepen- werkveld, studieloopbaanbegeleiding verder door het uitvoeren van een werkveld oriëntatie activiteit. Excel zal verder gaan tot gevorderd niveau. Kennis en vaardigheden Excel gevorderd: Thema´s en stijlen, Wijzigingen bijhouden, Aangepaste getal notaties, Formuliervelden, Voorwaardelijke opmaak, ALS/EN/OF/VOLLEDIG, Geneste functies, Gegevens analyseren, Zoekfuncties, Verbinding maken met externe gegevens, Datum/tijd, Financiële functies, Wat-als-analyses, Doel zoeken/Scenario/Consolidatie, Draaitabellen, PowerPoint, Grafieken, Draaigrafieken. Werkvormen Werkcolleges: Mondelinge communicatie Coaching: Studieloopbaanbegeleiding Activiteit: werkveld oriëntatie Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen • kan een individuele- en groepspresentatie houden en laat daarbij zien hoe een presentatie wordt voorbereid, opgebouwd, ondersteund (PowerPoint /Prezi), hoe je publiek kunt boeien en hoe je op constructieve wijze feedback kunt geven op presentaties van anderen.

Mondeling, schriftelijk

Excel: De student beheerst de functies genoemd onder de noemer kennis en vaardigheden

mondeling

• heeft zicht op het curriculum van zijn studie en het studeren aan Stenden Hogeschool (I, inzien) • weet welke informatie hij voor zijn studie nodig heeft, en kan deze opsporen, voor zichzelf evalueren en verwerken en deze op een correcte manier in een product verwerken (III, toepassen) • is in staat zijn studie te plannen op een manier die aansluit bij zijn leerstijl (IV, integreren) • kan zich verantwoorden waarom deze studie- en beroepskeuze gemaakt is (III, toepassen)

portfolio

81

• heeft het beroepsbeeld verder ontwikkeld en is in staat om deze zo nodig bij te stellen (III, toepassen) • heeft inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaan coaching (I, weten) • kan de vijf studieloopbaancompetenties benoemen en toepassen op een niveau dat past bij zijn ontwikkelingsfase (III, toepassen) • kan op een verantwoorde wijze een portfolio samenstellen die past bij de gestelde eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. (III, toepassen) • is bereidt tot en ziet de waarde van zelfreflectie en kan de hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen (II, inzien) • kan aan de hand van zijn portfolio op zowel inhouds- als procesniveau reflecteren op zijn eigen ontwikkelproces. (III, toepassen)

Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen;

N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

N4: Analyseren N5: Synthetiseren N6: Evalueren

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

N.v.t.

Het beroepsproduct is:

Portfolio en een persoonlijk POP N4: Analyseren N5: Synthetiseren N6: Evalueren

82

Code bouwsteen: EBEBS Naam bouwsteen: De balans opmaken. (de integratieve bouwsteen) Studielast: 3 ECTS Periode: 1.4.1 Duur: 8 weken college Instapniveau: Basis Taal bouwsteen: Nederlandse

Korte beschrijving van de inhoud Opstellen van een jaarverslag van een handelsorganisatie in het Nederlands en het Engels. Opstellen van een summiere AO en risico-inventarisatie voor een handelsorganisatie. Kennis en vaardigheden Samenwerken, opstellen jaarverslag, analytisch vermogen, Excel gebruik. Werkvormen Begeleid en onbegeleid PGO Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets

vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

− De student kan uit een saldilijst in een groep een summier jaarverslag opstellen in het Nederlands en het Engels waarbij rekening gehouden wordt met de wettelijke regels omtrent jaarverslaglegging en belastingen. − De student kan relevante kengetallen opleveren en interpreteren. − De student kan op basisniveau omgaan met Excel. − De student kan samenwerken. − De student kan het groepsproduct presenteren en verdedigen. − De student is in staat een summiere AO en risicoanalyse uit te voeren. − De student is in staat zijn opgedane kennis van BA/MA/FI/FA/AO/Management/Excel /SLB en Engels uit de propedeuse toe te passen.

Verslag, presentaties en verdediging

Begeleid en onbegeleid PGO.

Gewone rekenmachine

83

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording. 1. Inrichten en onderhouden van planning & control-cyclus gericht op de beheersing van een organisatie. 3. Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s.

Weten, begrijpen en toepassen.

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

5. Onderzoekend vermogen 6. Professioneel vakmanschap en 7. Verantwoord handelen.

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Bedrijfsadministratie/BIV/Externe verslaglegging

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Recht

Het beroepsproduct is:

Beknopt Jaarverslag en risicoanalyse van een dienstverlenend bedrijf.

84

Code bouwsteen OBEFA1 Naam bouwsteen: Financial Accounting 1 Studielast: 3 ECTS Periode: 1.4.2 Duur: 9 weken Instapniveau: OBEFIN1 Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je ter afsluiting van het jaar de jaarrekening op te stellen, bestaande uit een resultatenrekening, eindbalans en een kasstroomoverzicht, op basis van onderliggende financieel-administratieve gegevens voortkomende uit de (geautomatiseerde) boekhouding van een onderneming met in achtneming van de algemeen aanvaarde accountancy principes

Werkvormen Instructie-college en werkcollege Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen verschillende financiële overzichten te maken;

schriftelijk WC Rekenmachine

investeringsprojecten te beoordelen; schriftelijk WC Rekenmachine werkkapitaal te beheren. schriftelijk WC Rekenmachine Cesuur 55%

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording

Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Verantwoord handelen Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

Externe verslaggeving Kennis, inzicht en toepassen

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Compliance en Corporate Governance Kennis, inzicht en toepassen

Het beroepsproduct is:

Financiële jaarrekening Kennis, inzicht en toepassen Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Basisboek Bedrijfseconomie, tiende druk, De Boer, Brouwers, Koetzier Basisboek Bedrijfseconomie, opgaven tiende druk, De Boer, Brouwers, Koetzier

85

Code bouwsteen: OBERE2 Naam bouwsteen: Recht 2 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Studiejaar: 1.4.3 Periode: 4 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het privaatrechtrecht, zoals dat van belang is voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen, of een economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Je maakt kennis met het systeem van het Burgerlijk Wetboek en daarmee met de breedte van het privaatrecht. Je leert om regels op te zoeken in het Burgerlijk Wetboek en om met behulp daarvan rechten en plichten vast te stellen van partijen bij een overeenkomst of als het gaat om een conflict over schadevergoeding, bijvoorbeeld veroorzaakt door een gebrekkig product.

Werkvormen Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.

Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS:

Niveau van toetsing:

Wijze van toetsing:

HEO-standaard Business Law and Ethics Niveau 15 Schriftelijk Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen:

Doelstelling: Wijze van toetsing:

Toegestane hulpmiddelen

De student heeft kennis van en inzicht in belangrijke ‘rechtsbronnen’ en deelgebieden van het privaatrecht.

Schriftelijk Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in het systeem van het Burgerlijk Wetboek

Schriftelijk Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in enige basisbegrippen en basisregels van de Boeken 1 en 2 van het BW.

Schriftelijk Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in: * het begrip ‘rechtshandeling’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘overeenkomst’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘verbintenissen uit wet’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘goederenrecht’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘koopovereenkomsten’ en de regels daarover in het BW, en kan met behulp daarvan in eenvoudige situaties rechten en plichten van partijen vaststellen.

Schriftelijk Wettenbundel

Cesuur6 55%

86

5 Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013 6 Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten. Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s; Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording.

N1: Kennis N2: inzicht N3: toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

n.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Recht (Fiscaal en Ondernemingsrecht) N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Het beroepsproduct is:

n.v.t.

87

Code bouwsteen: OBEME1 Naam bouwsteen: Management en Ethiek 1 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting)

Periode: 1.4.4 Duur: 8 weken Instapniveau: Taal bouwsteen: Nederland en Engels

Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Management en Ethiek 1 maak je kennis met de beginselen van Management en Organisatie en hoe het handelen van managers gedreven wordt. Deze ondersteunende bouwsteen geeft je inzicht in de opbouw en structurering van een organisatie. Geeft inzicht in de verschillende heersende culturen en welke verschillende vormen van leidinggeven er zijn en hoe die toepasbaar zijn vanuit de doelstellingen van een organisatie. We beschouwen ook de onderliggende principes van een organisatie (geschiedenis) en kijken naar het handelen en de besluitvorming. In de ethiek bestuderen we de ‘grenzen van besluitvorming en handelen’ en plaatsen dit ook in het licht van de omgeving van een organisatie. De rol en belang van Social media nemen we mee in de onderlinge discussies. De onderwerpen die aan de orde komen in deze bouwsteen: • De geschiedenis en denkrichtingen van Organisatie & Management • De relatie met de omgeving; Omgevingsfactoren • Management en bedrijfscultuur • Besluitvorming processen • Besturing • Structurering • Cultuur • Ethische kwesties van besluitvorming en handelen Werkvormen Deze bouwsteen kent drie werkvormen: hoorcolleges, werkcolleges en PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. Tijdens de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en beroepspraktijk en zijn er een aantal discussietaken rond Ethiek. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen de denkrichtingen en ontwikkelingen uit de op het gebied van organisatie en management weergeven, de invloeden vanuit de omgeving op een organisatie uiteenzetten, de besluitvormingsproblematiek in organisatie weergeven en verschillende besluitvormingsprocessen typeren en bepalen.

Tentamen=S WC=M WC=alle Tentamen= Geen

de belangrijkste managementtaken en leiderschapsstijlen typeren en bepalen, de besturingsproblematiek in organisatie weergeven, de verschillende bedrijfsprocessen

Tentamen=S PGO=M WC=M WC=alle PGO=alle Tentamen= geen

88

benoemen en bepalen, de structuur van een organisatie typeren en modelleren, het effectiviteit streven van organisaties beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en bepalen Het herkennen en erkennen van ethische principes in het handelen en in de besluitvorming van organisaties

Tentamen = S PGO = mondeling

WC = Discussie

WC = kaartje

Cesuur WC=71% PGO=55% Tentamen=55%

OBEME 1 = 3 EC Beide onderdelen 1A en 1B moeten voldoende zijn voor toekenning van 3 EC.

OBEME 1A, werkcolleges en pgo = 5,5 OBEME 1B, tentamen = 5,5

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Inrichten en onderhouden van de planning & control-cyclus gericht op de beheersing van een organisatie;

Kennis en inzicht t.b.v. de beheersing.

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Verantwoord handelen Professioneel vakmanschap

DD3: Oordeelsvorming N2: Inzicht

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

n.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Management en Organisatie Compliance en Corporate Governance

DD1: Kennis en Inzicht DD3: Oordeelsvorming N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Het beroepsproduct is:

n.v.t.

89

Code bouwsteen: OBEENG 1 Naam bouwsteen: Engels 1 Soort bouwsteen: Domein gerelateerd Aantal credits: 2 EC (56 uur studiebelasting) Opleiding BE Periode: 1.4.5 Duur: 9 weken Instapniveau BE 1 (CEFR) Taal bouwsteen: English

Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatie- vaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van e-mails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Toets vorm Schriftelijke toets of mondelinge toets vorm. We werken met een instaptoets voor het bepalen van het aanvangsniveau van Engels. Werkvorm Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan deelnemen aan gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.

Schriftelijk/ Mondeling Geen

De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.

Schriftelijk/ Mondeling Geen

De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.

Schriftelijk/ Mondeling Geen

De student kan e-mails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.

Schriftelijk/ Mondeling Geen

De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.

Schriftelijk/mondeling Instaptoets

Geen

Cesuur 55%

90

Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Professioneel vakmanschap N3: Toepassen niveau CEF B1

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

n.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

Sociale en communicatieve competentie N3: Toepassen

Het beroepsproduct is:

n.v.t.

Literatuur

91

Code bouwsteen: OBEBV4 Naam bouwsteen: Basisvaardigheden 4 Studielast: 2 EC (46 uur studiebelasting) Periode: 1.4.6 Duur: 9 weken Instapniveau: Basisvaardigheden 1, 2 en 3 Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Basisvaardigheden 4 ligt de nadruk op het verder ontwikkelen van het zicht op opleiding/ beroepen- werkveld, studieloopbaanbegeleiding en mondelinge communicatievaardigheden, presenteren individueel voor een groep en in groepsverband. Werkvormen Werkcolleges : Mondelinge communicatie Activiteit : Werkveld oriëntatie activiteit Coaching : Eindpresentatie individueel portfolio waarin je je ontwikkeling toelicht aan de hand van je persoonsprofiel en je beroepscompetentieprofiel Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen • kan een individuele- en groepspresentatie houden en laat daarbij zien hoe een presentatie wordt voorbereid, opgebouwd, ondersteund (PowerPoint /Prezi), hoe je publiek kunt boeien en hoe je op constructieve wijze feedback kunt geven op presentaties van anderen.

Mondeling, schriftelijk

• Kan antwoord geven op de volgende vragen: Wie ben ik? Wat kan ik al? Waar pas ik? Wat wil ik worden? Wat moet ik nog doen? • heeft zicht op het curriculum van zijn studie en het studeren aan Stenden Hogeschool (I, inzien) • weet welke informatie hij voor zijn studie nodig heeft, en kan deze opsporen, voor zichzelf evalueren en verwerken en deze op een correcte manier in een product verwerken (III, toepassen) • is in staat zijn studie te plannen op een manier die aansluit bij zijn leerstijl (IV, integreren) • kan zich verantwoorden waarom deze studie- en beroepskeuze gemaakt is (III, toepassen) • heeft het beroepsbeeld verder ontwikkeld en is in staat om deze zo nodig bij te stellen (III, toepassen) • heeft inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaan coaching (I, weten) • kan op een verantwoorde wijze een portfolio samenstellen die past bij de gestelde

Schriftelijk, mondeling

92

eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. (III, toepassen) • is bereidt tot en ziet de waarde van zelfreflectie en kan de hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen (II, inzien) • kan aan de hand van zijn portfolio op zowel inhouds- als procesniveau reflecteren op zijn eigen ontwikkelproces. (III, toepassen)

Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen;

N1: Kennis N2: Inzicht N3: Toepassen

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Onderzoekend vermogen Professioneel vakmanschap Verantwoord handelen

N4: Analyseren N5: Synthetiseren N6: Evalueren

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden:

N.v.t.

Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied:

N.v.t.

Het beroepsproduct is:

Portfolio en een persoonlijk POP N4: Analyseren N5: Synthetiseren N6: Evalueren

93

Propedeuse, Cohort 2015, vanaf Cohort 2012 De vak onderdelen van de propedeutische fase cohort kunnen nog twee keer herkanst worden in studiejaar 2016|2017.

Periode Vak Code Naam EC Toetsing

1.1 De organisatie

1 2 3 4 5

DECBEBA Bedrijfseconomie en -administratie 3 S/O/M

DECMAN1 Management 1 .

3 S/O/M

OBEPM Project- en informatie management 3 S/O/M

OBERE1 Recht 1 3 S/O/M

OBEBP1 De organisatie (Bedrijfsprocessen) 3 S/O/M

1.2 De omgeving

1 2 3 4 5

GSC01 Schriftelijke communicatie 1 3 S/O/M

OBEMAR Marketing 3 S/O/M

DECBE2 Bedrijfseconomie 2 3 S/O/M

OBEOM Operationeel Management 3 S/O/M

OBEDG De groei 3 S/O/M

1.3 De bedrijfsvoering

1 2 3 4 5

OBEOZ1 Onderzoek 1 3 S/O/M

GMOCO1 Mondelinge communicatie 1 3 S/O/M

OBEAO1 Administratieve Organisatie 1 3 S/O/M

OBEBA1 Bedrijfsadministratie 1 3 S/O/M

OBEDIB De interne beheersing 3 S/O/M

1.4 De onderneming

1 2 3 4 5

GSLB1 SLB/ZM 1 3 S/O/M

DECRE Algemene Economie 3 S/O/M

DECBE3 Bedrijfseconomie 3 3 S/O/M

OBERE2 Recht 2 3 S/O/M

OECOP Ondernemingsplan 3 S/O/M

Totaal 60

94

NB: S = Schriftelijke tentamen, O = Opdracht, M = Mondeling/ presentatie. Legenda kleuren. G. Generieke bouwsteen met generieke competenties D. Domein Economie gerelateerde bouwsteen O. Bouwsteen van opleiding Logistiek en Economie I. Integratieve bouwsteen

Contacturentabel 1e jaar. Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

Jaar 1 Contacturen = 16 Klokuren = 12

Contacturen = 16 Klokuren = 12

Contacturen = 16 Klokuren = 12

Contacturen = 16 Klokuren = 12

Tabel. Contacturen propedeusejaar Voltijdse opleiding Bedrijfseconomie, Bachelor.

95

Het gehele curriculum BE voor cohort 2015 jaar 1, periode 1 De

organisatie BE jaar 1, periode 2 De omgeving

jaar 1, periode 3 De bedrijfsvoering

jaar 1, periode 4 De onderneming

D. Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie (DECBEBA)

G. Schriftelijke communicatie 1 (GSC01)

G. Mondelinge communicatie 1 (GMOCO1)

G.SLB/ZM 1 (GSLB1)

D. Management 1 (DECMAN1)

D. Bedrijfseconomie 2 (DECBE2)

O. Onderzoek 1 (OBEOZ1)

D. Bedrijfseconomie 3 (DECBE3)

O. Project- en Informatiemanagement- ment (OBEPM)

O. Operationeel Management (OBEOM)

O. Administratieve Organisatie 1 (OBEAO1)

O. Algemene Economie (OBEAE)

O. Recht 1 (OBERE1) O. Marketing (OBEMAR)

O.Bedrijfsadministra- tie 1 (OBEBA1)

O. Recht 2 (OBERE2)

De organisatie (Bedrijfsprocessen) (OBEBP1)

I.De Groei (OBEDG)

I.De interne beheersing (OBEDIB)

I.Ondernemingsplan (OECOP)

jaar 2, periode 1 Informatiemanage ment

jaar 2, periode 2 De investering

jaar 2, periode 3 De manager

jaar 2, periode 4 Internationaliserin g

O.Onderzoek 2 (OBEOZ2)

G.Mondelinge Communicatie 2 (GMOCO2)

D.HRM 1 (DECHR1) G.SLB/ZM 2 (GSLB2)

O.Bedrijfsadministra- tie 2 (OBEBA2)

O.Administratieve Organisatie 2 (OBEAO2)

D.Management 2 (DECMAN2)

O.International Economics and Finance (OIBLIEF)

O.Engels en Duits 1 (OBEED1)

O.Engels en Duits 2 (OBEED2)

O.Engels en Duits 3 (OBEED3)

O.Engels en Duits 4 (OBEED4)

O.Externe verslaggeving (OBEEV)

O.Finance & Riskmanagement (OBEFM)

O.Ondernemingsrecht (OBEOR)

O.Management Accounting (OBEMA)

I.Management Information System (OBEMIS)

I.In Control (OBEIC)

I.De overname (OBDEO)

I.De nieuwe economie (OBEDNE)

96

jaar 3, periode 1 Stage

jaar 3, periode 2 Stage

jaar 3, periode 3 Minor 1

jaar 3, periode 4 Minor 2

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1) M.Minor 2 (OECMIN2)

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1) M.Minor 2 (OECMIN2)

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1) M.Minor 2 (OECMIN2)

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1) M.Minor 2 (OECMIN2)

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1) M.Minor 2 (OECMIN2)

jaar 4, periode 1 Major 1

jaar 4, periode 2 Major 2

jaar 4, periode 3 Afstudeeropdracht

jaar 4, periode 4 Afstudeeropdracht

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

BE Cohort 2014 versie: 11-6-2015 12:18

97

COHORT 2015 BE jaar 1

Code bouwsteen: DECBEBA Naam bouwsteen: Inleiding Bedrijfseconomie- en administratie 1 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.1.1 Duur: 9 weken Instapniveau: geen Taal bouwsteen: nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Basiskennis van bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie Kennis en vaardigheden Inzicht hebben in de samenstelling van een jaarrekening Het analyseren en interpreteren van een jaarrekening Het verwerken van financiële gegevens in de boekhouding Werkvormen Werkcolleges (2 x 2 lesuren per week) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen een jaarrekening te lezen, te analyseren en te interpreteren

Toets WC Rekenmachine

financiële gegevens te verwerken in de boekhouding

Toets WC Rekenmachine

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus

N2: Inzien

98

Code bouwsteen: DECMAN1 Naam bouwsteen: Management 1 Studielast: 3 EC, 84 uur studiebelasting Periode: 1.1.2 Duur: 1 periode Instapniveau: MBO/HAVO Taal bouwsteen: Nederland en Engels

Korte beschrijving van de inhoud In de bouwsteen Management 1 maak je kennis met de beginselen van Management en Organisatiekunde en is een voorbereiding op Management 2. Deze bouwsteen geeft je inzicht in de aansturing van organisaties en worden de kenmerken van organisaties behandeld. De onderwerpen die binnen deze bouwsteen Organisatie en Management aan de orde komen zijn: De geschiedenis en denkrichtingen van Organisatie & Management De relatie met de omgeving; Omgevingsfactoren Management en bedrijfscultuur Besluitvorming processen Besturing Structurering Cultuur Werkvormen DECMAN 1 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. Tijdens de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen de denkrichtingen en ontwikkelingen uit de op het gebied van organisatie en management weergeven, de invloeden vanuit de omgeving op een organisatie uiteenzetten, de besluitvormingsproblematiek in organisatie weergeven en verschillende besluitvormingsprocessen typeren en bepalen

Tentamen=S WC=M WC=alle Tentamen= Geen

de belangrijkste managementtaken en leiderschapsstijlen typeren en

Tentamen=S PGO=M WC=M WC=alle PGO=alle Tentamen=

99

bepalen, de besturingsproblematiek in organisatie weergeven, de verschillende bedrijfsprocessen benoemen en bepalen, de structuur van een organisatie typeren en modelleren, het effectiviteit streven van organisaties beschrijven en de cultuur van een organisatie beschrijven en bepalen

geen

Cesuur WC=71% PGO=55% Tentamen=55%

Decman 1 = 3 EC Decman1 A, werkcolleges en pgo = 5,5 Decman 1B, tentamen = 5,5

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Organisatie van mensen, structureren en processen

N3: Toepassen

100

Code bouwsteen: OBEPM Naam bouwsteen: Project- en Informatiemanagement Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.1.3 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Projectmanagement De samenleving verandert voortdurend. Organisaties moeten hierop telkens reageren en erop vooruitlopen. Om veranderingen door te voeren, wordt vaak een projectmatige aanpak gekozen. Projectmanagement is hierdoor een ‘must’ geworden. Belangrijke vragen zijn: Wat is een project? Wanneer kiest men voor een projectmatige aanpak? Hoe is een project aan te pakken? Om studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs te trainen, werken zij steeds meer samen in projectverband. Voordat een project begint, is veel tijd nodig om eenzelfde manier van werken af te spreken. Indien men zich deze tijd niet gunt, zullen projectmedewerkers behoorlijk langs elkaar heen kunnen werken, met een voorspelbaar slecht projectresultaat.

Informatiemanagement Het kunnen werken met Excel en het ontwikkelen van Excelsheets voor een economisch onderwerp.

Kennis en vaardigheden Samenwerken in een projectgroep; Maken Plan van aanpak (beroepsproduct); Maken Excelmodel economische situatie; Training MS Project. Werkvormen Projectmanagement 5 x Introductiecolleges Projectmanagement Maken wekelijkse opdrachten in werkgroep Opdracht: maken Plan van Aanpak op basis van een Case Informatiemanagement 6 x Computerpracticum MS Excel Maken spreadsheetopdrachten Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Collegeaanwezigheid 80% Presentie Maken concept plan van aanpak

Mondeling HC/WC

Maken definitief plan van aanpak

Schriftelijk HC/WC Checklist met criteria

Maken Excelmodel Mondelinge toets HC/WC

101

economische situatie

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing DC 3. Bepalen en beheersen van financieel- economische en fiscale risico’s. BoKs Risico management

N3: Toepassen N3: Toepassen

102

Code bouwsteen: OBERE1 Naam bouwsteen: Recht 1 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Studiejaar: 1 Periode: 1.1.4 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het publiekrecht, zoals dat van belang is voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in de economische beroepen of een economische master-opleiding willen gaan volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Na een kennismaking met de bronnen van het recht en de rechtsgebieden, verdiepen we ons kort in het internationaal recht (met inbegrip van het recht van de Europese Unie), het staatsrecht, de rechtsstaat en de rechten van de mens. Vervolgens gaan we wat dieper in op het bestuursrecht – een rechtsgebied waarmee ondernemers veelvuldig te maken krijgen. Het laatste deel van deze bouwsteen laat je kennis maken met een voor bedrijfseconomen belangrijk deel van het recht, namelijk het belastingrecht.

Werkvormen Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.

Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS:

Niveau van toetsing:

Wijze van toetsing:

HEO-standaard Business Law and Ethics Niveau 15 Schriftelijk Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze van

toetsing: Toegestane hulpmiddel en

De student heeft kennis van en inzicht in de ‘rechtsbronnen’ en de belangrijkste rechtsgebieden.

Schriftelijk Wettenbundel

Internationaal recht: De student heeft kennis van en inzicht in enige basisbegrippen en basisregels op het gebied van het ‘internationaal recht’, inclusief het recht van de Europese Unie in het bijzonder. De student heeft kennis van en inzicht in de rol van het EU-recht binnen de Nederlandse rechtsorde en het belang daarvan voor ondernemers.

Schriftelijk Wettenbundel

5 Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013

103

Staatsrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de begrippen ‘staatsrecht’, ‘rechtsstaat’ (inclusief daarmee samenhangende begrippen), ‘grondrechten’ en het belang daarvan voor ondernemers en burgers.

Schriftelijk Wettenbundel

Bestuursrecht: De student heeft kennis van en inzicht in: enige basisbegrippen en rechtsbronnen van het bestuursrecht, criteria aan de hand waarvan de bestuursrechter het bestuur handelen toetst, en het belang van het bestuursrecht voor ondernemers. Aan de hand van de Awb kan de student in eenvoudige situaties vaststellen of bezwaar en beroep mogelijk is.

Schriftelijk Wettenbundel

Belastingrecht: De student heeft kennis van en inzicht in de plaats van het belastingrecht in de Nederlandse rechtsorde, de (Nederlandse en internationale) rechtsbronnen van het belastingrecht, de soorten belastingen die er zijn, de beleidsbeginselen die aan het belastingrecht ten grondslag liggen en welke partijen binnen het belastingrecht een rol spelen.

Schriftelijk Wettenbundel

Cesuur6 55%

6 Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten.

104

Code bouwsteen: OBEBP1 Naam bouwsteen: De Organisatie (Bedrijfsprocessen 1) Integratieve

Bouwsteen Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.1.5 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen die je nu gaat volgen is een andere dan de overige bouwstenen binnen deze periode dit is namelijk een integratieve bouwsteen. Het is de bedoeling dat je alle kennis en vaardigheden die je opdoet bij de bouwstenen: Recht 1, Management I, Project- en Informatie management en Bedrijfseconomie en administratie 1 geïntegreerd gaat toepassen bij de bouwsteen De Organisatie. Iedere groep ontwikkelt het beroepsproduct: een Organisatieplan. Werkvormen Begeleide tutorgroepen Onbegeleid opdrachten uitwerken in subgroepen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan processen binnen een organisatie herkennen en benoemen.

Schriftelijk PGO N.v.t.

De student kan van verschillende samenwerkingsvormen tussen bedrijven de voor- en nadelen benoemen en aangeven welke vorm wanneer het meest zinvol is.

Schriftelijk PGO N.v.t.

De student kan signalen in de omgeving van een bedrijf herkennen en aangeven hoe deze signalen kunnen leiden tot veranderingen in de organisatie.

Schriftelijk PGO N.v.t.

De student kan een jaarrekening analyseren en interpreteren.

Schriftelijk PGO N.v.t.

De student kan de invloed van klanten op bedrijfsprocessen benoemen en interpreteren

Schriftelijk PGO N.v.t.

105

De student draagt bij aan een positieve werksfeer en respecteert en maakt gebruik van de bijdragen van anderen.

Schriftelijk PGO N.v.t.

De student verzamelt informatie, ontleedt een probleem, situatie of proces in componenten en begrijpt de herkomst en samenhang hiervan.

Schriftelijk PGO N.v.t.

Competenties en wijze van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 1. Inrichten en onderhouden van de planning & control cyclus gericht op de beheersing van een organisatie 2. Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen.

N3: Toepassen

106

Code bouwsteen: GSC01 Naam bouwsteen: Schriftelijke communicatie 1 Soort bouwsteen: Generiek Aantal credits: 3 EC Opleiding BE/CE/IBL/L&E Periode: 1.2.1 Duur: 9 weken Instapniveau: (min. competentieniveau)

Beginniveau HBO

Taal bouwsteen: Nederlands/Engels Korte beschrijving van de inhoud De Stenden opleidingen richten zich op 4 sectoren (Economie, Techniek, Sociaal Agogisch en Onderwijs), waarin schriftelijke communicatie altijd een rol speelt. Ook in de opleidingen wordt er veel schriftelijk gecommuniceerd, waarbij de studenten hun studieresultaten, kennis, vaardigheden en ontwikkeling schriftelijk moeten vastleggen. Na afronding van deze bouwsteen wordt verwacht dat het geleerde wordt toegepast in komende periode die vragen om schriftelijke verantwoordingen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student gebruikt bouwplannen voor zijn schriftelijke communicatie

Productenmap/ Actieve participatie

HC/PGO N.v.t.

De student gebruikt de passende structuur bij doel en doelgroep.

Productenmap/ Actieve participatie

PGO N.v.t.

De student gebruikt de passende stijl bij doel en doelgroep.

Productenmap/ Actieve participatie

PGO N.v.t.

De student argumenteert volgens de methode van Tomlin.

Actieve participatie PGO N.v.t.

De student vat informatie samen.

Productenmap/ Actieve participatie

PGO N.v.t.

De student schrijft in de fases: bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven.

Productenmap PGO N.v.t.

De student vermeldt op de APA manier zijn bronnen in zijn schriftelijke communicatie.

Productenmap PGO N.v.t.

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)

N3: Toepassen

107

Code bouwsteen: DECBE2 Naam bouwsteen: Bedrijfseconomie 2 Studielast: 3 ECTS Periode: 1.2.2 Duur: 9 weken Instapniveau: DECBEBA Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je wat kosten zijn en verschillende manieren om kostprijzen te berekenen, afhankelijk van de situatie in een bedrijf. Kennis en vaardigheden Het kunnen berekenen van het break-even punt. Het kunnen berekenen van kostprijzen. Het kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten. Werkvormen Werkcolleges en opdrachten Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Het kunnen berekenen van het break-even punt

schriftelijk WC Rekenmachine

Het kunnen berekenen van kostprijzen

schriftelijk WC Rekenmachine

Het kunnen analyseren van verschillen tussen de gebudgetteerde en werkelijke kosten

schriftelijk WC Rekenmachine

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording Boks Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse

N2: Inzien

108

Code bouwsteen: OBEOM Naam bouwsteen: Operational Management Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.2.3 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen bijzondere eisen Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud: In het dagelijks leven speel je, als consument, een rol binnen een keten van organisaties welke jou een dienst of een product aanbieden. Deze producten en/of diensten worden voortgebracht door mensen binnen die organisaties. In deze periode en in deze bouwsteen zul je kennismaken met de theorie en achtergronden welke nodig zijn om operationele processen in de verschillende omgevingen goed te kunnen inrichten en beheersen. Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student toont aan dat hij de invloed van de andere schakels in de keten op de eigen bedrijfsorganisatie kan analyseren.

S PGO

De student toont aan dat hij in staat is een eenvoudig (productie)proces te besturen.

S PGO

De student toont aan dat hij het softwarepakket Excel beheerst.

S PGO

De student toont aan dat hij in staat is een materiaal uitgifteplan op te stellen.

S PGO

De student toont aan dat hij inzicht heeft in de planning hiërarchie van een organisatie.

S PGO

De student toont aan dat hij eenvoudige capaciteitsberekeningen kan maken.

S PGO

De student toont aan dat hij een eenvoudige lay-out van een productieproces kan ontwerpen

S PGO

109

De student toont aan dat hij een eenvoudige lay-out van een productiebedrijf kan ontwerpen

S PGO

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. BoKs Theorieën van organisatiewetenschappen

N2: Inzien N3: Toepassen

DC 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. BoKs HRM-beleid Personeelsinstrumenten

DC 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. BoKs Organisatiekunde Relatiemanagement Informatiesystemen Zorgsystemen

110

Code bouwsteen: DECCE1 Naam bouwsteen: Marketing 1 Studielast: 3 EC Periode: 1.2.4 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen maakt de student kennis met het vakgebied marketing. Wat is marketing, hoe organiseer je dit, welke vormen zijn er enz. Vervolgens wordt ingegaan op de omgeving, met welke factoren moet een marketeer rekening houden (op macro- en microniveau). Aansluitend wordt er aandacht geschonken aan de doelgroep, op wie wil een bedrijf zich richten. Hierbij is de eerste stap dat je de totale markt onderverdeelt in kleinere segmenten met gelijksoortige kenmerken. In deze bouwsteen wordt er ingegaan op hoe je dat effectief kunt doen. Als de totale markt in kleinere segmenten is verdeeld, kies je voor het marktsegment waar jij je marketingactiviteiten op wilt gaan afstemmen, hiermee heb je de keuze voor je doelgroep gemaakt. Na het identificeren van je doelgroep ga je als bedrijf je positioneren binnen het segment. De positionering is de plaats die het product, merk of dienst in de ogen van de consument inneemt in vergelijking met de concurrent. De positionering vormt de basis van de daadwerkelijke marketingactiviteiten. Werkvormen Per week is er een hoorcollege (1 lesuur): hierin wordt een toelichting gegeven op de stof die voor deze week op het programma staat. Daarnaast is er per week een werkcollege (2 lesuren): hierin worden de opgaven en cases behandeld behorend bij de stof die voor deze week op het programma staat. Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

111

1. De student kan de marketingmanagement concepten onderscheiden. 2. De student kent de termen maatschappelijk verantwoordelijkheid en marketingethiek. 3. De student kent het verloop van de beslissingsprocessen bij klanten en de beïnvloedende factoren. 4. De student kent het perceptieproces van de klant. 5. De student kent de verschillen tussen goederen en diensten. 6. De student heeft inzicht in het strategisch 7. Marketingmanagementproces, de onderdelen daarvan en mogelijke hulpmiddelen daarbij. 8. De student kent de verschillen tussen consumenten en zakelijke klanten en heeft inzicht in de marketingimplicaties hiervan. 9. De student kan op basis van relevante criteria de markt segmenteren en segmenten beschrijven. 10. De student kan op basis van marktsegmentatie een aantrekkelijke doelgroep kiezen. 11. De student kan positioneringstrategieën formuleren. 12. De student kent het belang van klantrelaties en concurrentievoordeel

Schriftelijk tentamen met daarin 40 MC- vragen en 1 à 2 open vragen in de toets. De verdeling over de stof is evenredig. Met de open vragen wordt vooral toepassing getoetst.

HC en WC Rekenmachine, woordenboek (D-NL)

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel- economische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing

N2: Inzien

112

Code bouwsteen: OBEDG Naam bouwsteen: De Groei Soort bouwsteen: Generiek/ Domein Economie Aantal credits: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.2.5 Duur: 9 weken Instapniveau: Marketing 1 moet gevolgd zijn

Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Consumentengedrag is ingrijpend veranderd en ook de communicatiekanalen ontwikkelen zich in snel tempo. Internet en e-commerce en andere ontwikkelingen hebben de marketing ingrijpend gewijzigd. Deze ontwikkelingen hebben ook hun weerslag op het fietsenbedrijf de Vooruitgang die te kampen heeft met stagnatie in de omzet als gevolg van de economische crisis. Daarom wil zij zich gaan oriënteren op het produceren en verkopen van de e-bike. In deze bouwsteen komt de student in de situatie dat het marketingbeleid voor de e-bike moet worden geanalyseerd en geformuleerd om aan de steeds veranderende consumentenvraag te blijven voldoen. Daarnaast het maken van kostprijsberekeningen en het opstellen van een kostenverdeelstaat. Toets vorm Het eindproduct voor deze bouwsteen is een Introductieplan voor een nieuw product als uitbreiding op het bestaande productassortiment. Werkvorm PGO-taken. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan het door een onderneming te voeren productbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

Het opstellen van een introductieplan voor een nieuw product; verder te noemen: de opdracht.

PGO

De student kan het door een onderneming te voeren distributiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

opdracht PGO

De student kan het door een onderneming te voeren prijsbeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

opdracht PGO

113

De student kan het door een onderneming te voeren promotiebeleid op elementair niveau ontwikkelen en beoordelen.

opdracht PGO

De student kan een integrale kostprijs opstellen.

opdracht PGO Rekenmachine

De student kan een Break- Even-analyse uitvoeren.

opdracht PGO Rekenmachine

De student kan een kostenverdeelstaat opstellen

opdracht PGO Rekenmachine

De student kan een verschillenanalyse maken

opdracht PGO Rekenmachine

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording BoKs Algemene economie

N3: Toepassen

Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Marketing

114

Code bouwsteen: GMOCO1 Naam bouwsteen: Mondelinge communicatieve vaardigheden 1 Soort bouwsteen: Generiek Aantal credits: 3 EC (84 uur studiebelasting) Opleiding BE /CE /IBL /L&E / ILM Periode: 1.3.1 Duur: 9 weken Instapniveau: (min. competentieniveau)

GLSB1

Taal bouwsteen: Nederlands/Engels Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen gaat het om mondelinge communicatie in groepsverband. Je leert presenteren en vergaderen. Bij het onderdeel presenteren word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt en welke hulpmiddelen je kunt inzetten. Je leert boeiend en overtuigend te zijn. Tenslotte leer je hoe je een presentatie beoordeeld en hoe je opbouwende kritiek geeft. Deze bouwsteen legt een basis voor de verdere duur van je opleiding en loopbaan en is onderdeel van alle Stenden studies. Ook bij het onderdeel vergaderen word je je bewust van de non-verbale aspecten van communicatie. Je leert de spelregels van een vergadering en welke processen in een vergadering binnen een groep spelen. Je leert een vergadering voorbereiden, leiden en een effectieve bijdrage levert als deelnemer. Toets vorm De vaardigheden tijdens de training getoetst: assessment for learning. Dit deel van de toetsing wordt gedocumenteerd met een productenmap. Werkvorm Hoorcolleges en workshops, Kennis en vaardigheden (uit de BOKS), Niet van toepassing: bouwsteen is ontwikkeld op basis van Dublin descriptor 4: Communicatie “De student is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten” Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 1) Je weet hoe je moet vergaderen, deze voorbereidt, als voorzitter leidt en hoe je als deelnemer actief een goede bijdrage aan de vergadering levert.

Participatie / peerassessment/ portfolio

WC N.v.t.

2) Je kunt een presentatie houden en deze voorbereiden, opbouwen met juiste ondersteuning (PP), je publiek boeien, constructieve feedback op een presentatie kunt geven.

Participatie / peerassessment/ portfolio / individuele en groepspresentatie

HC/ workshops N.v.t.

115

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)

N3: Toepassen

Literatuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Gesprekken in organisaties – Y. Gramsbergen-Hoogland, H. van der Molen, Wolters Noordhoff, 4e druk

Henk T. Van der Molen, and Yvonne Gramsbergen-Hoogland, Communication in Organizations. Basic Skills and Conversation Models, Hove UK: Psychology Press, 2005.

116

Code bouwsteen: OBEOZ1 Naam bouwsteen: Onderzoek 1 Studielast: 56 uur (2 ECTS) Periode: 1.3.2 Duur: 1 periode Instapniveau: HBO-toelaatbaar Taal bouwsteen: Nederlands of Engels

Korte beschrijving van de inhoud Professionals dienen in hun beroepsuitoefening beslissingen te nemen die zijn gebaseerd op degelijke situatie analyse, gefundeerde inschattingen van verwachte effecten van mogelijke interventies, en valide uitspraken over gerealiseerde resultaten. Zij dienen daartoe op verantwoorde wijze gebruik te maken van beschikbare onderzoek publicaties, onderzoeksopdrachten formuleren en beoordelen, uitvoeren van onderzoek. In deze eerste bouwsteen leert de student de gehele cyclus van het onderzoeksproces te doorlopen, van probleemanalyse tot en met de eindrapportage. Kennis en vaardigheden De student voert de onderzoeksopdracht in principe zelfstandig (in koppels of in groepen) uit en wordt daarbij ondersteund middels verschillende didactische werkvormen. In de module worden de verschillende fases van onderzoek in algemeen toegelicht in een hoorcollege. De kennis wordt aansluitend toegepast in een werkcollege. Er zijn 4 hoor/werkcolleges en 1 consultatiecollege waar de student/groep praktische ondersteuning bij de opdracht krijgt aangeboden. Onderwerp Inhoud Opmerkingen Introductie Uitleg & toelichting, Onderzoek cyclus

Fasen in onderzoek Kenniscomponenten in hoorcolleges

Aanleiding Keuze van onderwerp, Informatie verzamelen

Kan in workshop t.b.v. voorbereiding opdracht

Afbakening Onderzoek pad, Probleemstelling formuleren, Begrippen, Onderzoeksplan, Ontwerpkeuze

Kenniscomponenten in hoorcolleges, kan gekoppeld worden aan opdracht

Onderzoek typen Kwalitatief, Keuze voor type Overwegend kenniscomponenten

Dataverzamelings methoden

Van theorie naar praktijk, Enquêtevragen opstellen, Topics bij interviews, Populatie en steekproef, Kwaliteit van onderzoek

Overwegend kenniscomponenten, kan gekoppeld worden aan opdracht

Conclusie en discussie

Conclusies trekken, Discussie en evaluatie

Deels kenniscomponenten, deels practicum

Onderzoeks- rapport

Opbouw van rapport, Criteria voor inhoud rapport, APA

Kenniscomponenten, kan gekoppeld worden aan opdracht

117

Werkvormen Combinatie hoorcolleges en werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Kan de onderzoek cyclus beschrijven

Opdracht HC/WC Rekenmachine

De fasen in een onderzoek beschrijven

Opdracht HC/WC

Een onderzoeksonderwerp afbakenen

opdracht HC/WC

De aanleiding tot een onderzoek geven

opdracht HC/WC

Een aantal eenvoudige zoekacties naar literatuur en

Opdracht HC/WC

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen andere bronnen uitvoeren Uitleggen wat het doel is van het opzetten van een logboek

HC/WC

Een goede probleem- en doelstelling formuleren

opdracht HC/WC

Indien van toepassing deelvragen ontwikkelen

opdracht

HC/WC

Begrippen uit probleem- en doelstelling omschrijven en afbakenen

opdracht HC/WC

Een beargumenteerde keuze voor een bepaald onderzoek type maken

opdracht HC/WC

Uitleggen op welke wijze de theoretische opzet van een onderzoek vertaald kan worden naar onderzoek in de praktijk

opdracht HC/WC

Bepalen wat de inhoud van conclusies, aanbevelingen en discussie moet zijn

opdracht HC/WC

Op de juiste wijze conclusies trekken op grond van de resultaten van een onderzoek analyse

opdracht HC/WC

In een evaluatie de interne validiteit van conclusies beoordelen

opdracht HC/WC

118

Zinvolle (bruikbaar voor opdrachtgever) aanbevelingen doen voor verder beleid of vervolgonderzoek

Opdracht HC/WC

Een relevante discussieparagraaf over het onderzoek ontwerp schrijven

Opdracht HC/WC

De opzet en structuur van een goed onderzoeksverslag, inclusief doelen en tijdsplanning beschrijven

opdracht HC/WC

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen voldoen omschrijven Op de juiste wijze literatuurverwijzing en bronvermelding toepassen

Opdracht HC/WC

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Betrouwbaarheid van de informatie DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)

N3: Toepassen N3: Toepassen

119

Code bouwsteen: OBEAO1 Naam bouwsteen: Administratieve organisatie 1 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 1.3.3 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Administratieve Organisatie 1 gaat over de beginselen van de administratieve organisatie. Het behandelt de volgende onderwerpen: • zoals organisaties en bedrijfsprocessen, • beheersing (control en controle) van organisaties en bedrijfsprocessen, • de principes van administratieve organisatie, • de hoofdlijnen van de administratieve organisatie van primaire en secundaire processen ontwikkeling op het gebied van administratieve organisatie Werkvormen Acht weken vier lesuren waarin theorie en casuïstiek wordt behandeld. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Na afronding van deze bouwsteen:

Participatie PGO

Weet de student wat een administratieve organisatie is;

Meerkeuzevraag en/of open vraag

Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk

Weet de student wat een interne controle is en wat een control is;

Meerkeuzevraag en/of open vraag

Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk

Weet de student hoe een standaard bedrijfsproces inkoop, voorraad en verkoop kan worden gestructureerd;

Meerkeuzevraag en/of open vraag

Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk

Weet de student hoe een standaard personeelsproces, financieel-administratief proces en IT-proces het primaire proces ondersteunt

Meerkeuzevraag en/of open vraag

Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk

120

Weet de student wat het verschil tussen informatie en gegevens is;

Meerkeuzevraag en/of open vraag

Hoorcollege en behandelen vragen aan het eind van ieder hoofdstuk

Is de student in staat om op basis van een specifieke casus een proces te structureren

Casus Casus

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Is de student in staat om op basis van een specifieke casus een organisatie te structureren

Casus Casus

Is de student in staat om de randvoorwaarden voor een AO te definiëren voor een specifieke casus

Casus Casus

Cesuur 58% (theorie 60% + casus 40%)

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: C2 Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie

Niveau 1

121

Code bouwsteen: OBEBA1 Naam bouwsteen: Bedrijfsadministratie 1 Studielast: 3 ECTS Periode: 1.3.4 Duur: 9 weken Instapniveau: DECBEBA (introductie) Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Permanentie in de boekhouding, ontvangst en afgifte van goederen en facturen, duurzame productiemiddelen en voorzieningen. Kennis en vaardigheden Het kunnen toepassen van de permanentie op verschillende boekingen Het kunnen maken van boekingen i.v.m. ontvangst/afgifte van goederen en facturen Het kunnen maken van boekingen i.v.m. duurzame productiemiddelen en voorzieningen Werkvormen Werkcolleges, practica, instructiecolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen afhankelijk van het soort bedrijf, verschillende boekingen te maken van diverse kostensoorten;

schriftelijk WC Rekenmachine

boekingen te maken betreffende de voorraad bij hantering van verschillende voorraadwaarderingssystemen

schriftelijk WC Rekenmachine

boekingen te maken betreffende de oprichting en winstverdeling van een VOF, BV of NV

schriftelijk WC Rekenmachine

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus

N2: Inzien

122

Code bouwsteen: OBEDIB Naam bouwsteen: De interne beheersing Studielast: 84 sbu Periode: 1.3.5 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Het verwerken van diverse boekingen in een geautomatiseerd boekhoudpakket, waarbij het resultaat dient te worden geanalyseerd gezamenlijk met en vanuit de onderliggende AO processen. Kennis en vaardigheden De bouwstenen DECBEBA1 en DECBE2 zijn afgerond. NB. Er kan een wijziging komen in de gekozen software vanuit de actualiteit! Werkvormen Begeleide tutorgroepen Onbegeleid opdrachten uitwerken in subgroepen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Het verwerken van diverse boekingen in Exact Online

Schriftelijk middels weekopdrachten en eindrapport

PGO

Het opstellen van een eindbalans en resultatenrekening

PGO

Knelpunt analyse per deelproces van de organisatie uitvoeren

PGO

Administratieve processen analyseren/beoordelen

PGO

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Financiële informatie systemen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie.

N3: Toepassen

123

BoKs Grondslagen en inrichting AO Kwaliteitszorg en kwaliteitsbeheersing

124

Code bouwsteen: GSLB1 Naam bouwsteen: SLB1 Studieloopbaanbegeleiding 1 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Studiejaar: BE1, LE1, CE1, ILM1, IBL1 Periode: 1.4.1 Duur: Gehele eerste jaar Instapniveau: Toelating HBO Taal bouwsteen: Nederlands en Engels

Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen studieloopbaanbegeleiding 1 bestaat uit 2 onderdelen, te weten “Studieloopbaanvaardigheden” (SLV) en “Studieloopbaan coaching” (SLC). • Wie ben ik? , Wat kan ik al?, Waar pas ik? , Wat wil ik worden?, Wat moet ik nog doen? Onderstaande verplichte onderdelen ondersteunen je gedurende het hele studiejaar in het vinden van een antwoord op deze vragen. Voor SLB1 gelden de volgende verplichte onderdelen: • Startweek, Startgesprek (periode 1), Werkveldoriëntatie activiteiten en stageterugkomdag, Portfolio met uitwerkingen van de opdrachten SLV en bewijsstukken van de activiteiten, Eindgesprek met studiecoach waarin de student zijn ontwikkeling toelicht aan de hand van SMART geformuleerde concrete doelen.

Kennis en vaardigheden Informatievaardigheden, APA normen Studievaardigheden, studeren in het HBO, leren leren in het competentieonderwijs Studiehouding, studieplanning, motivatie, leerstijlen Reflecteren, feedback geven/ ontvangen, opstellen POP, leerdoelen SMART formuleren Werkvormen SLV werkcolleges in periode 1, 3 en 4 SLC klassikale coaching uren in periode 1, 2, 3 en 4 SLC individuele coaching gesprekken in periode 1, 2, 3 en 4 Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

125

Je vergroot je zelfinzicht door het maken van testen en opdrachten en daarop te reflecteren. Daarnaast zul je vaardigheden leren die jou in staat stellen in de toekomst adequater naar je zelf te kijken, waarmee je nog beter sturing aan je persoonlijke ontwikkeling kunt geven. Studievaardigheden komen ook aan bod. Na het succesvol afronden van deze bouwsteen: heb je zicht op het curriculum, weet je welke informatie je nodig hebt, kan je deze opsporen, evalueren en verwerken tot een concreet product. Je leert je eigen leerstijl ontwikkelen en je bent in staat deze waar nodig bij te stellen. Je hebt inzicht in de functie en mogelijkheden van studieloopbaan coaching, je kunt vijf studieloopbaancompetenties benoemen en toepassen op een niveau dat past bij jouw ontwikkelingsfase. Je kunt een portfolio samenstellen dat de gestelde eisen inzake de bewijslast van jouw opleiding. Je bent je bewust van de waarde van zelfreflectie en kan je hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen. Aan de hand van jouw portfolio kun je op zowel inhoud- als procesniveau reflecteren op jouw eigen ontwikkelproces.

Opdrachten/ portfolio/ eindgesprek

WC

Cesuur 55%

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 8. Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)

N2: Inzien

126

Code bouwsteen: DECBE3 Naam bouwsteen: Bedrijfseconomie 3 Studielast: 3 ECTS Periode: 1.4.2 Duur: 9 weken Instapniveau: DECBEBA Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen leer je allerlei begrotingen te maken die nodig zijn in een ondernemingsplan of als ondersteuning voor bepaalde managementbeslissingen Kennis en vaardigheden Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden. Werkvormen Werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen verschillende financiële overzichten te maken;

schriftelijk WC Rekenmachine

investeringsprojecten te beoordelen;

schriftelijk WC Rekenmachine

werkkapitaal te beheren. schriftelijk WC Rekenmachine Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording BoKs Externe verslaggeving Ondernemingsfinanciering

N2: Inzien N2: Inzien

127

Code bouwsteen: DECAE Naam bouwsteen: Algemene economie Studielast: 3 EC Periode: 1.4.3 Duur: 1 moduul : 9 weeks lessons Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud The microeconomic principles, theories and methods of analysis form a part of it in order to prepare them to use this knowledge within an applied framework of analysis: market structures (monopoly, oligopoly, (non)perfect competition, elasticity’s, price theory), supply/demand, market failures (externalities, public goods, taxation, subsidies, property rights, etc.). The macroeconomic theory considers the performance of the (regional) economy as a whole (production, income, (un)employment, inflation, multiplier effect, etc) Kennis en vaardigheden This course provides sound knowledge, equips you with tools for critical attitude. The analytical skills will be challenged and sharpened. Thinking rationally, based on relevant economic theory, is for a bachelor in economics self-evident; Capable of using practical economic insight and skills, required for successfully managing business functions in the turbulent economic world. A student is able to carry out risk analysis on the basis of rate of interest, fiscal, exchange, Macro- economic, Meso-economic information, Economic system and economic politics, policy of rate of interest. Fundamental information related to strategic tools such as SWOT, and DESTEP Werkvormen Lessons and hands on workshops on writing article on any current economics topic. The students are encourage to contribute by providing cases and examples. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen The student can identify the basic problem and collect relevant and recent information The student can analyse and interpret the collected information

Report WC Rekenmachine, woordenboek (ENG- NL)

The student is able to apply the theory and information to the general economic , social, company problems on the basis of insights

Written exam WC Rekenmachine, woordenboek (ENG- NL)

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

128

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 3. Bepalen en beheersen van financieel- economische en fiscale risico’s. BoKs Risico management DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel- economische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Algemene economie

N3: Toepassen

129

Code bouwsteen: OBERE2 Naam bouwsteen: Recht 2 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Studiejaar: 1.4.4 Periode: 4 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale vereisten Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen krijg je een algemene inleiding in het privaatrechtrecht, zoals dat van belang is voor studenten die na hun afstuderen werkzaam zullen zijn in economische beroepen, of een economische master-opleiding willen volgen. De bouwsteen vormt een basis voor andere bouwstenen die raken aan juridische aspecten. Je maakt kennis met het systeem van het Burgerlijk Wetboek en daarmee met de breedte van het privaatrecht. Je leert om regels op te zoeken in het Burgerlijk Wetboek en om met behulp daarvan rechten en plichten vast te stellen van partijen bij een overeenkomst of als het gaat om een conflict over schadevergoeding, bijvoorbeeld veroorzaakt door een gebrekkig product.

Werkvormen Colleges, werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten.

Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS:

Niveau van toetsing:

Wijze van toetsing:

HEO-standaard Business Law and Ethics Niveau 15 Schriftelijk Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze van

toetsing: Toegestane hulpmiddelen

De student heeft kennis van en inzicht in belangrijke ‘rechtsbronnen’ en deelgebieden van het privaatrecht.

Schriftelijk Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in het systeem van het Burgerlijk Wetboek

Schriftelijk Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in enige basisbegrippen en basisregels van de Boeken 1 en 2 van het BW.

Schriftelijk Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in: * het begrip ‘rechtshandeling’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘overeenkomst’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘verbintenissen uit wet’ en de regels daarover in het BW,

Schriftelijk Wettenbundel

130

* het begrip ‘goederenrecht’ en de regels daarover in het BW, * het begrip ‘koopovereenkomsten’ en de regels daarover in het BW, en kan met behulp daarvan in eenvoudige situaties rechten en plichten van partijen vaststellen.

Cesuur6 55%

7 Volgens Landelijk Opleidingsprofiel BBA-Bedrijfseconomie, 2013 8 Indien deze bouwsteen in combinatie met andere bouwstenen in 1 eindtentamen wordt getoetst, dient het onderdeel Recht van die toets met een voldoende te worden afgesloten.

131

Code bouwsteen: OECOP Naam bouwsteen: Ondernemingsplan Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Studiejaar: BE1, L&E1 en ILM Periode: 1.4.5 Duur: 9 weken Instapniveau: (min. competentieniveau)

HBO toelaatbaar

Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Van een student economie wordt verwacht dat hij gedurende zijn opleiding ondernemerskwaliteiten ontwikkelt. Ondernemerskwaliteiten zijn nodig als hij als je als afgestudeerde student een functie krijgt binnen een bestaande organisatie. Je leert denken als een ondernemer en alle facetten van een organisatie kennen. Stap 1: Ken jezelf als ondernemer Onderzoek naar je eigen ondernemerskwaliteiten. Sterke- en ontwikkelpunten, kansen en valkuilen Stap 2: Werk je idee uit Wat wil je verkopen? Haalbaarheid bepalen en je missie en doelstellingen Stap 3: Zet je onderneming op Je bedenkt de naam, rechtsvorm, huisvesting en doet onderzoek naar vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen. Stap 4: Onderzoek je markt Klant-, concurrentie analyse. Manier van aanbieden en benaderen markt. Stap 5: Bepaal je promotie Marketingplan

Stap 6: Organiseer je onderneming Organiseren van productieproces, boekhouding, personeel en eventueel automatiseringshulpmiddelen. Stap 7: Regel de financiën Investeerders, startkapitaal, openingsbalans, te verwachten resultaat. Stap 8: Voer het ondernemingsplan uit Presentatie aan de bank. In deze stap staan nog allerlei tips voor ná de start.

Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen 1. Sterke en zwakke ondernemerskwaliteiten benoemen en maatregelen nemen zwakke punten te neutraliseren.

Schriftelijk PGO

2. Commercieel productidee uitwerken tot een samenhangend en uitvoerbaar ondernemingsplan

Schriftelijk PGO

132

3. Op basis van een commercieel idee beslissingen nemen over de rechtsvorm, huisvesting, aanvraag vergunningen, regels, subsidies en verzekeringen.

Schriftelijk PGO

4. Gestructureerde inschatting van de marktmogelijkheden van het commerciële productidee.

Schriftelijk PGO

5. Ontwerp maken van de praktische inrichting van een startend bedrijf

Schriftelijk PGO

6. Financiële begrotingen opstellen (omzetprognose, investeringsbegroting, financieringsplan, openingsbalans, resultatenbegroting, liquiditeitsbegroting)

Schriftelijk PGO Rekenmachine

7. Btw-verplichtingen toepassen.

Schriftelijk PGO Rekenmachine

8. Overtuigend presenteren voor de geldschieter.

Mondeling PGO

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 1. Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen; 4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording 6.Professioneel vakmanschap 7.Verantwoord handelen BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Financiële informatie systemen Marketing Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse Ondernemingsrecht Ondernemingsfinanciering

N3: Toepassen N3: Toepassen N3: Toepassen

133

Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase: Cohort 2016 Postpropedeutische fase / Hoofdfase Studiejaren 2, 3 en 4 In onderstaand curriculumoverzicht worden alvast de studieonderdelen weergeven van het nieuwe curriculum BE, cohort 2016. Het tweede, derde en vierde studiejaar worden in het studiejaar 2016 2017 ontwikkeld. Als die wijzigingen consequenties hebben voor Cohort 2015 en eerder dan zal er tijdig ene overgangsregeling vastgesteld worden. Periode Moduul Code Naam EC Toetsing Jaar 2 2.1 Het informatieplan 1 OBEIP Informatieplan 3 S/O/M 2 OBEBA2 Bedrijfsadministratie 2 3 S/O/M 3 OBEDA Data Analyse 3 S/O/M 4 OBERS2 Rekenen en statistiek 2 2 S/O/M 5 OBEENG2 Engels 2 3 S/O/M 6 OBEBV5 Basisvaardigheden 5 1 15 2.2 Het Risico 1 OBEHO Risicoadviesrapport 3 S/O/M 2 OBEFIN2 Financiering 2 3 S/O/M 3 OBEBIV2 BIV 2 3 S/O/M 4 OBEENG3 Rekenen en Statistiek 1 3 S/O/M 5 OBEBV6 Basisvaardigheden 6 3 S/O/M OBEBV6A Opdracht communicatie OBEBV2B Stageterugkomdag OBEBV2C Portfoliogesprek 15 2.3 De Overname 1 OBEDO Overname vooronderzoek 3 S/O/M 2 OBERE3 Recht 3 3 S/O/M 3 OBEFA2 Financial Accounting 2 3 S/O/M 4 OBEME2 Management & HRM 3 S/O/M 5 OBEDU1 Duits 1 2 6 OBEBV7 Basisvaardigheden 7 1 S/O/M OBEBV3A Portfoliogesprek 15 2.4 De Management rapportage 1 OBEMR Marap 3 S/O/M 2 OBEMA2 Management Accounting 2 3 S/O/M 3 OBEAE2 Algemene economie (Macro) 2 3 S/O/M 4 OBEDU2 Duits 2 2 S/O/M 5 OBEOZ2 Onderzoek (Integraal, ethiek, ..) 2 3 S/O/M 6 OBEBV8 Basisvaardigheden 8 1 S/O/M OBEBV4A Werkveldoriëntatie

134

OBEBV4B Portfolio gesprek 15

NB: S = Schriftelijke tentamen, O = Opdracht, M = Mondeling/ presentatie. Periode Moduul Code Naam EC Toetsing Jaar 3 3.1 Stage/ Minor 15 3.2 Stage/ Minor 15 3.3 Stage/ Minor 15 3.4 Stage/ Minor Jaar 4 15 Conceptprogramma vierde jaar BE (d.d. mei 2016) 4.1 [Naam nog te bepalen] 1 OBEIO1 Integratieve opdracht 1 2 Groepsopdracht

Portfolio 2 OBEMA3 Management Accounting 3 2 Tentamen 3 OBEFE Fiscale Economie (Recht en

BA) 3 Tentamen

4 OBEFIN3 Financiering 3 2 Tentamen 5 OBEBIV3 BIV3 1 Opdrachten 6 OBEVER Verander Management 1 Tentamen 7 OBECG1 Corporate Governance 1 2 Opdrachten 8 OBESER Services 2 Producten map 9 OBEONZ3 Onderzoek vaardigheden [Naam nog te bepalen] 15 4.2 1 OBEIO2 Integratieve opdracht 2 3 Groepsopdracht/

portfolio 2 OBEFA3 Financial Accounting 3 2 Tentamen 3 OBETR Treasury 2 Tentamen 4 OBECON Consolidatie 2 Tentamen 5 OBEBIV4 BIV 4 1 Opdrachten 6 OBEIR Insurance & Risk 2 Tentamen 7 OBECG2 Corporate Governance 2 2 Opdrachten 8 OBEBM Business Models 1 Opdrachten 15 4.3 Afstudeeropdracht 15 4.4 Afstudeeropdracht 15

135

Cohort 2015 en eerder vanaf 2012 Postpropedeutische fase / Hoofdfase Studiejaren 2, 3 en 4.

Periode Vak Code Naam EC Toetsing

2.1 Informatiemanagement

1 2 3 4 5

OBEOZ2 G.Onderzoek 2 3 S/O/M

DECEN1 O.Engels 1 3 S/O/M

OBEBA2 O.Bedrijfsadministratie 2 3 S/O/M

OBEEV O.Externe verslaggeving 3 S/O/M

OBEMIS I.Management Information Systems 3 S/O/M

2.2 De investering

1 2 3 4 5

GMOCO2 G.Mondelinge Communicatie 2 3 S/O/M

OBEED2 O.Engels 2 3 S/O/M

OBEAO2 O.Administratieve organisatie 2 3 S/O/M

OBEFM O.Finance & Riskmanagement 3 S/O/M

OBEIC I.In Control 3 S/O/M

2.3 De manager

1 2 3 4 5

DECHR1 D.HRM 1 3 S/O/M

DECMAN2 D.Management 2 3 S/O/M

OBEED3 O. Business English 3 S/O/M

OBEOR O.Ondernemingsrecht 3 S/O/M

OBEDO I.De overname 3 S/O/M

2.4 Internationalisering

1 2 3 4 5

GSLB2 G.SLB/ZM 2 3 S/O/M

OBEND 4 Engels 4 en Duits 3 S/O/M

OBEIEFA O.International Economics and Finance

3 S/O/M

OBEMA O.Management Accounting 3 S/O/M

OBEDNE I.De nieuwe economie 3 S/O/M

136

3.1 Stage 1

1 OECSTA1 O.Stage 1 15 S/O/M

3.2 Stage 2

1 OECSTA2 O.Stage 2 15 S/O/M

3.3 Minor 1

1 OECMIN1 M.Minor 1 15 S/O/M

3.4 Minor 2

1 OECMIN2 M.Minor 2 15 S/O/M

4.1 Major 1

1 OBESPECA O.Specialisatie A 15 S/O/M

4.2 Major 2

1 OBESPECB O.Specialisatie B 15 S/O/M

4.3 Afstuderen

1 OBEAFSCA O.Afstudeerstage 15 S/O/M

4.4 Scriptie

1 OBEAFSCB O.Scriptie 15 S/O/M

Totaal 180

Voor toelating tot de stageperiode en/of minoren dient de student (zie Hoofdstuk 5 Tentaminering en beoordeling Artikel 11 Volgtijdelijkheid) de propedeuse te hebben afgerond (60 EC) en dient de student = 39 punten behaald te hebben in de postpropedeutische fase.

Het gehele curriculum overzicht BE voor Cohort 2015

jaar 1, periode 1 De organisatie BE

jaar 1, periode 2 De omgeving

jaar 1, periode 3 De bedrijfsvoering

jaar 1, periode 4 De onderneming

D.Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie (DECBEBA)

G.Schriftelijke communicatie 1 (GSC01)

G.Mondelinge communicatie 1 (GMOCO1)

G.SLB/ZM 1 (GSLB1)

137

D.Management 1 (DECMAN1)

D.Bedrijfseconomie 2 (DECBE2)

O.Onderzoek 1 (OBEOZ1)

D.Bedrijfseconomie 3 (DECBE3)

O.Project- en Informatiemanageme nt (OBEPM)

O.Operationeel Management (OBEOM)

O.Administratieve Organisatie 1 (OBEAO1)

O.Algemene Economie (OBEAE)

O.Recht 1 (OBERE1) O.Marketing (OBEMAR)

O.Bedrijfsadministrat ie 1 (OBEBA1)

O.Recht 2 (OBERE2)

I.De organisatie (Bedrijfsprocessen) (OBEBP1)

I.De Groei (OBEDG)

I.De interne beheersing (OBEDIB)

I.Ondernemingsplan (OECOP)

jaar 2, periode 1 Informatiemanage ment

jaar 2, periode 2 De investering

jaar 2, periode 3 De manager

jaar 2, periode 4 Internationaliserin g

O.Onderzoek 2 (OBEOZ2)

G.Mondelinge Communicatie 2 (GMOCO2)

D.HRM 1 (DECHR1) G.SLB/ZM 2 (GSLB2)

O.Bedrijfsadministrat ie 2 (OBEBA2)

O.Administratieve Organisatie 2 (OBEAO2)

D.Management 2 (DECMAN2)

O.International Economics and Finance (OIBLIEF)

O.Engels en Duits 1 (OBEED1)

O.Engels en Duits 2 (OBEED2)

O.Engels en Duits 3 (OBEED3)

O.Engels en Duits 4 (OBEED4)

O.Externe verslaggeving (OBEEV)

O.Finance & Riskmanagement (OBEFM)

O.Ondernemingsrech t (OBEOR)

O.Management Accounting (OBEMA)

I.Management Information System (OBEMIS)

I.In Control (OBEIC)

I.De overname (OBDEO)

I.De nieuwe economie (OBEDNE)

jaar 3, periode 1 Stage

jaar 3, periode 2 Stage

jaar 3, periode 3 Minor 1

jaar 3, periode 4 Minor 2

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1)

M.Minor 2 (OECMIN2)

138

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1)

M.Minor 2 (OECMIN2)

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1)

M.Minor 2 (OECMIN2)

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1)

M.Minor 2 (OECMIN2)

O.Stage (OBEST) O.Stage (OBEST) M.Minor 1 (OECMIN1)

M.Minor 2 (OECMIN2)

jaar 4, periode 1 Major 1

jaar 4, periode 2 Major 2

jaar 4, periode 3 Afstudeeropdracht

jaar 4, periode 4 Afstudeeropdracht

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Specialisatie A (OBESPECA)

O.Specialisatie B (OBESPECB)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

O.Afstudeeropdracht (OBEAF)

BE Cohort 2015 versie: 11-6-2015 12:18

139

Jaar 2 Bouwsteen code: OBEOZ 2 Bouwsteen naam: Onderzoek 2 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.1.1 Duur: 9 weken Instapniveau Gevolgd hebben van Onderzoek 1 Bouwsteen taal Nederlands Korte beschrijving van de inhoud Een onderzoeker krijgt al snel te maken met kwantitatieve aspecten van onderzoek zoals bijvoorbeeld de vraag hoeveel personen ondervraagd dienen te worden voor een betrouwbaar resultaat. In onderzoek 2 worden een aantal onderzoekstechnieken voor kwantitatief onderzoek aangereikt en toegelicht. Schatten, Toetsen (waaronder verschiltoetsen en de chikwadraattoets), Regressie, correlatie en Trendanalyse. Met behulp van het statistisch programma SPSS wordt geleerd hoe data in te voeren, te verwerken en hoe de computeruitvoer te interpreteren Werkvorm Gecombineerd hoor/werkcollege Computerpracticum Doelstellingen, werkvorm en toetsing Doelstellingen Werkvorm Toets vorm Kennis en vaardigheden ontwikkelen om kwantitatief onderzoek uit te kunnen voeren

schriftelijk

Cesuur 55% Competenties en toets niveau Competenties en Body of Knowledge and Skills (BOKS) Toets niveau A1. Voert onderzoek uit door middel van analyse N3: Toepassen

140

Code bouwsteen: OBEBA 2 Naam bouwsteen: Bedrijfsadministratie 2 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.1.2 Duur: 9 weken Instapniveau: OBEBA1 Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Fabrieksboekhouding Kennis en vaardigheden Het kunnen maken van boekingen die verband houden met de kosten van duurzame productiemiddelen. Het kunnen maken van boekingen, specifiek voor productie-ondernemingen. Het kunnen maken van boekingen bij toepassing van budgetten. Werkvormen werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen boekingen te maken van kosten, verband houdende met duurzame productiemiddelen

schriftelijk WC rekenmachine

boekingen te maken bij gebruik van de kostenplaatsenmethode

schriftelijk WC rekenmachine

boekingen te maken van budgetten

schriftelijk WC rekenmachine

boekingen te maken bij verschillende productieprocessen

schriftelijk WC rekenmachine

boekingen te maken in verband met afval en/of uitval

schriftelijk WC rekenmachine

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus Kostentoerekening

N3: Toepassen

141

Code bouwsteen: OBEEND 1 Naam bouwsteen: Engels / Duits 1 Soort bouwsteen: Domein gerelateerd Aantal credits: 3 EC (84 uur studiebelasting) Opleiding BE 2, CE 2 Periode: 2.1.3 Duur: 9 weken Instapniveau BE 1 (CEFR) Taal bouwsteen: English

Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatie- vaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van e-mails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Toets vorm Schriftelijke toets en mondeling Werkvorm Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan deelnemen aan gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan e-mails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

142

De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing

Competenties Niveau van toetsing:

Dit programma sluit aan bij de werkgebieden van de bedrijfseconoom:

Dit programma sluit aan bij de volgende beroepsvorming:

Professioneel vakmanschap N3: Toepassen niveau CEF B1/ B2

Dit programma hoort bij de hoofdkennisgebieden: N.v.t. Dit programma hoort bij het ondersteunende kennisgebied: Sociale en communicatieve competentie N3: Toepassen Het beroepsproduct is: N.v.t.

143

Code bouwsteen: OBEEV Naam bouwsteen: Externe verslaggeving Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.1.4 Duur: 9 weken Instapniveau: (min. competentieniveau)

Bedrijfseconomie 1 en 3 afgerond hebben.

Taal bouwsteen: Nederlands/ Engels Korte beschrijving van de inhoud: Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiële informatie en hoe deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel economische gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in de propedeuse aan de orde gekomen. Bij externe verslaggeving wordt de student geacht het verband tussen deze afzonderlijke financieel economische gegevens te kunnen leggen en op basis van financieel economische gegevens van de onderneming een jaarrekening te kunnen opstellen en een meerjarenanalyse te kunnen uitvoeren. Dit leggen van verbanden en het analyseren van financieel economische gegevens doet een beroep op een hoger perceptie niveau van de student. Het voeren van een goede financiële rapportage is wezenlijk voor de beheersing van de financiële risico’s en een betrouwbare verstrekking aan externe belanghebbenden. Toets vorm: Schriftelijk tentamen en opdrachten Werkvorm: Werkcollege Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student(e) kan aangeven wat de gevolgen zijn voor de balanspresentatie bij toepassing van verschillende waarderingsgrondslagen.

Schriftelijk WC Rekenmachine

De student(e) heeft basiskennis van de jaarverslaggeving volgens internationale regelgeving (IFRS) en de Nederlandse regelgeving.

Schriftelijk WC Rekenmachine

De student(e) heeft kennis van de belangrijkste waarderingsstelsels en is in staat om deze toe te passen bij het analyseren en opstellen van een jaarrekening.

Schriftelijk WC Rekenmachine

144

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Cesuur 55%

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 1. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording. BoKs Externe verslaglegging/ IFRS Waarderingsvraagstukken

N3: Toepassen

145

Code bouwsteen: OBEMIS Naam bouwsteen: Management Informatiesystemen Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.1.5 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen speciale eisen Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud De leert de basisbegrippen met betrekking tot informatiesystemen, het leert om te gaan met de basisfunctionaliteiten van een ERP-pakket en de betekenis van een ERP pakket voor organisaties. Is in staat om de stand van zaken op het gebied van informatievoorziening en automatisering van een organisatie te inventariseren. Kennis en vaardigheden 1e jaars vakken afgerond. Werkvormen Werkcolleges waarbij de student individueel aan de ERP opdrachten werkt. Een docent is hierbij aanwezig voor ondersteuning. Hoorcolleges over informatiemanagement PGO: de student dient in een groep van maximaal 6 personen een informatieplan voor een organisatie op te stellen Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Inzicht krijgen in de werking van een ERP programma

Opdracht Werkcolleges

Kennis en inzicht in de theorie van informatiemanagement.

Schriftelijk MC en open vragen)

Hoorcolleges

Inzicht krijgen in de informatievoorziening en automatisering van een organisatie

Rapport PGO

Cesuur De ERP opdracht en Rapport dienen beide voldoende te zijn en schriftelijk tentamen 55 punten.

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: Kostentoerekening Financiële administratie o.a. boekhoudcyclus DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. BoKs

N3: Toepassen

146

Code bouwsteen: GMOCO 2 Naam bouwsteen: Mondelinge communicatie 2 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.2.1 Duur: 9 weken Instapniveau: Mondelinge communicatie 1 Taal bouwsteen: Nederlands en Engels

Korte beschrijving van de inhoud Onze samenleving is een communicatiesamenleving. Voor alle Hbo-functies zijn communicatieve vaardigheden van groot belang. Deze bouwsteen leert de student twee gesprekstechnieken, te weten: Onderhandelen en conflicthantering; Luisteren, samenvatten en doorvragen zijn daarbij drie cruciale vaardigheden welke de student leert. Kennis en vaardigheden Op een correcte en effectieve wijze onderhandelen en conflicten hanteren; Het interpreteren van mondelinge informatie op een juiste manier en samenvatten door goed door te vragen Werkvormen Hoorcolleges Werkcolleges (aanwezigheid bij tenminste 80% van de werkgroepen is vereist) Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Verplichte actieve werkcollege- voorbereiding

Participatie PGO

De student toont aan dat hij inzicht heeft in de verschillende wijzen van onderhandelen door middel van het bestuderen van de theorie

Opdracht / Productenmap

PGO

De student kan een interview afnemen en dit interview verwerken tot een artikel

Opdracht / Productenmap Interviewers

PGO Gebruik voice recorder

De student kan gesprekstechnieken toepassen in verschillende situaties

Opdracht / Productenmap

PGO

De student verwerft de benodigde vaardigheden door het uitspelen van casussen

Opdracht / Productenmap

PGO

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing:

147

DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)

N3: Toepassen

148

Code bouwsteen: OBEAO2 Naam bouwsteen: Administratieve organisatie 2 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.2.2 Duur: 9 weken Instapniveau: OBEAO1 leerstof beheersen Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Administratieve Organisatie 2 gaat over de kern van administratieve organisatie. Het behandelt de volgende onderwerpen: a. Theoretische grondslagen (o.a. COSO, risicomanagement, managementinstrumenten); b. De administratieve organisatie van de volgende typologieën: Handel, Productie, Dienstverlening en een aantal Overige zaken. Werkvormen Gecombineerde hoor- en werkcolleges met individuele verplichte opdrachten Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Student heeft kennis van de theoretische grondslagen van de administratieve organisatie (o.a. Coso, Balance scorecard, managementmodellen, risicomanagement, typologieën en de daarbij behorende maatregelen van interne controle)

Open vragen Hoorcollege en zelfstudie + het behandelen van huiswerkopdrachten (bij boek behorende eindvragen en extra vraagstukken)

Student is in staat om op basis van de opgedane theoretische kennis van de administratieve organisatie van eenvoudige typologie te ontwerpen en beschrijven

Casus met open vragen (en voldaan hebben aan de inleververplichting)

Werkcolleges waarin het huiswerk wordt behandeld.

Student is in staat om de behoefte van de management informatie te beschrijven

Casus met open vragen (en voldaan hebben aan de inleververplichting)

Werkcolleges waarin het huiswerk wordt behandeld.

Cesuur 55% (theorie 30% + casus 70%) Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing:

149

C1 Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties.

Niveau 3

C2 Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie

Niveau 2

C3 Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s

Niveau 2

150

Code bouwsteen: OBEED 2 Naam bouwsteen: Engels 2 / Duits 2 Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.2.3 Duur: 9 weken Instapniveau: B1.1 (CEFR) Taal bouwsteen: English

Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen werkt de student aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van zakelijk Engels. De cursus richt zich op de ontwikkeling van belangrijke zakelijke communicatie- vaardigheden zoals telefoneren, vergaderen, onderhandelen, presenteren en het schrijven van e-mails, memo’s en korte rapporten. Daarnaast wordt de zakelijke woordenschat uitgebreid en worden de belangrijkste grammaticale structuren herhaald. Tot slot wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan deelnemen aan gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan e-mails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

Cesuur 55%

151

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie)

CEF B1 – Toepassen

152

Code bouwsteen: OBEFM Naam bouwsteen: Finance & Riskmanagement Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.2.4 Duur: 9 weken Instapniveau: Geen special vereisten Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Om als Bedrijfseconoom te kunnen functioneren is kennis nodig van de financiële informatie en hoe deze informatie gebruikt kan worden bij het besturen van een onderneming en als ondersteuning kan dienen bij het nemen/onderbouwen van beslissingen. De afzonderlijke financieel-economische gegevens zoals de balans, resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn reeds in de propedeuse aan de orde gekomen. Bij Finance & Riskmanagement wordt de student geacht het verband tussen deze afzonderlijke financieel-economische gegevens te kunnen zien en op basis van gegevens van de onderneming de risico’s te kunnen inschatten. Dit verkrijgen van inzicht doet een beroep op een hoger perceptie- niveau van de student. Het voeren van een goed risk management is wezenlijk voor de beheersing van de financiële risico’s. Kennis en vaardigheden Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico´s Opstellen van door derde gevraagde financiële en economische gegevens in specifieke gevallen zoals investeringen Verzamelen, interpreteren en beoordelen van financieel-economische en fiscale informatie ten behoeve van de particulier, zakelijke en interne klant Inventariseren en analyseren van de financiële risico’s en het doen van (product) voorstellen om de financiële risico’s te beperken. Werkvormen Gecombineerd Hoor/werkcollege waarin oefeningen worden gedaan met de lesstof en waar een duiding wordt gegeven van de theorie, aangevuld met een PGO opdracht waarbij de student een opdracht maakt aan de hand van een zelf gekozen jaarverslag. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

De student is in staat om de financieringsbehoefte van een onderneming te bepalen.

Schriftelijk WC/HC Rekenmachine

De student is in staat om een financiële positie van een onderneming vast te stellen en te beoordelen.

Schriftelijk WC/HC Rekenmachine

De student is in staat om de financiële planning op lange en korte termijn van een onderneming vast te stellen.

Schriftelijk WC/HC Rekenmachine

153

De student kan een structuur ontwikkelen voor het identificeren, analyseren en evalueren van de risico's, waaraan een onderneming of organisatie blootstaat

Schriftelijk WC/HC Rekenmachine

De student kan oplossingen voorstellen om de risico’s waaraan een onderneming blootstaat te beperken.

Schriftelijk WC/HC Rekenmachine

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 1. Identificeren, beoordelen en beheersen van organisatierisico’s 2. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording BoKs Betrouwbaarheid van de informatie Werkkapitaal beheer Risico management Investerings- en waarderingsvraagstukken Ondernemingsfinanciering Efficiënte en effectiviteit van de bedrijfsvoering

N2: Inzien N3: Toepassen

154

Code bouwsteen: OBEIC Naam bouwsteen: In Control Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Periode: 2.2.5 Duur: 9 weken Instapniveau: Afgeronde propedeuse BE Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Het opstellen en implementeren van proces- en resultaatverbetering m.b.v. software, genaamd Commant Kennis en vaardigheden 1e jaar is afgerond als instapeis. Werkvormen Groepsbijeenkomsten waar aan de opdrachten wordt gewerkt. Feedback door docenten op de voortgang van de opdrachten. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Investeringsproject doorrekenen

Schriftelijk PGO Rekenmachine

Processen in de organisatie analyseren en verbeteren

Schriftelijk PGO

Het adviseren van de organisatie n.a.v. de uitgevoerde opdrachten

Mondeling

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 1. Inrichten en onderhouden van de planning & control cyclus gericht op de beheersing van een organisatie 2. Selecteren, definiëren, inrichten en ontsluiten van (geautomatiseerde) informatiesystemen (financieel en niet-financieel) gericht op de sturing van de primaire processen; BoKs Grondslagen en inrichting AO Werkkapitaalbeheer

N3: Toepassen N3: Toepassen

155

Code bouwsteen: OBEHRM 1 Naam bouwsteen: Human Resource Management 1 Soort bouwsteen: Generiek Aantal credits: 3 EC (84 uren studiebelasting) Opleiding BE Periode: 2.3.1 Duur: 9 weken Instapniveau: (minimaal competentieniveau)

Basiskennis van management 1

Taal bouwsteen: Nederlands/ Engels Korte beschrijving van de inhoud Iedere organisatie heeft te maken met personeel. Binnen de dienstverlenende organisaties in het werkveld kan bijvoorbeeld hospitality, vrijetijd, media en toerisme is personeel een groot goed. Het is daarom van belang dat studenten leren hoe ze personeel kunnen managen. In eerste instantie vanuit strategisch perspectief, maar omdat lijnmanagement ook steeds meer directe HRM taken krijgt, ook vanuit operationeel perspectief. Toets vorm: Invullen: Actieve participatie / opdracht/ tentamen Werkvormen Wekelijks is er een werkcollege waarin theorie en opdrachten aan de orde komen. Studenten werken aan opdrachten, waarvan de uitwerkingen tijdens de werkcolleges besproken worden. Er is een aanwezigheidsplicht van 80% en de norm voor de score van de individuele opdrachten is voldoende, = cijfer 5,5. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm De student begrijpt wat een HRM proces inhoudt en welke zijn of haar rol is, gezien vanuit de positie van

Tentamen Geen

Tevens wordt het inzicht van de student getoetst wanneer, welke instrumenten kunnen worden ingezet, hoe ze werken en wat de voor en nadelen zijn.

Opdracht Presentatie Geen

Cesuur 55% Werkvorm: Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen

N2: Inzien / N3: Toepassen

156

Code bouwsteen: OBEMAN 2 Naam bouwsteen: Management 2 Studielast: 3 EC (84 uren studiebelasting) Studiejaar: BE 2 Periode: 2.3.2 Duur: 9 Weken Instapniveau: Management 1 Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud De bouwsteen Management 2 is een vervolg op Management 1 en onderwerpen worden verdiept. Centraal in het programma staat Strategisch Management (Inleiding) en (Internationale-) Samenwerkingsvormen tussen bedrijven. In DECMAN2 komen twee nieuwe onderwerpen aan de orde, nl.: Strategisch Management (inleiding) en Samenwerkingsvormen tussen bedrijven. Werkvormen DECMAN 2 kent drie werkvormen: Een viertal hoorcolleges, zeven werkcolleges en een achttal PGO-bijeenkomsten. Tijdens de hoorcolleges worden de verschillende onderwerpen uit de literatuur ingeleid. In de werkcolleges worden opdrachten en cases besproken. Tijdens de PGO- taken werken studenten aan taken die gericht is op het tot stand brengen van een koppeling tussen de theorie en de beroepspraktijk. Voor de uitwerkingen van werkcolleges en PGO-taken moet een minimale score worden gehaald, alvorens studenten worden toegelaten tot het tentamen. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm

157

Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen ontwikkeling van een organisatie bepalen

Cesuur WC=71% PGO=55% Tentamen=55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: Verandermanagement/organisatie van mensen, structureren en processen DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. BoKs

N2: Inzien / N3: Toepassen

Bouwsteendoelstellingen:

Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

de wijze waarop managers een organisatie besturen uiteenzetten, kan de relatie tussen management, ethiek en informatie weergeven, de verschillende aspecten die een rol spelen bij besluitvorming weergeven, hulpmiddelen en technieken bij besluitvorming gebruiken, organisatieconfiguraties van Mintzberg modelleren, overleg/communicatie structuren opstellen, de ontwikkelingen m.b.t. het structureren van organisaties weergeven, de verschillende methoden van organisatieadvieswerk en organisatie onderzoek weergeven

Tentamen=S WC=M WC=alle Tentamen= Geen

de klassieke benadering van strategisch management uiteenzetten, het strategiemodel van Hamel & Prahalad weergeven, de verschillende vormen van samenwerking van organisaties vaststellen en kan de aspecten die bij een samenwerkingsvorm een rol spelen bepalen, verschillende methoden van het besturen van organisaties opstellen, de

Tentamen=S WC=M PGO=M WC=alle PGO=alle Tentamen= geen

158

Code bouwsteen: OBEED3 Naam bouwsteen: Business English and German for Finance and Accounting

3 Studielast: 3 EC (84 uren studiebelasting) Periode: 2.3.3 Duur: 9 weken Instapniveau: B 2.1 Taal bouwsteen: English

Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen verdiept de student zijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden van het zakelijke Engels en Duits en ontwikkelt een specialistische woordenschat op het gebied van Accounting and Finance. Daarnaast wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Kennis en vaardigheden Financiële woordenschat; Relevante grammatica en taalfuncties; Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentaties), spreken (discussies, presentaties), lezen (correspondentie, rapporten, artikelen, Balance sheets ) en schrijven (correspondentie, rapporten; Communicatievaardigheden: presenteren, telefoneren, onderhandelen en vergaderen. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan deelnemen aan gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan e-mails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

159

De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 7. Sociale en communicatieve competentie CEF B1/ B2– Toepassen (interpersoonlijk, organisatie)

160

Code bouwsteen: OBEOR Naam bouwsteen: Ondernemingsrecht Studielast: 3 EC (84 uur studiebelasting) Studiejaar: 2 Periode: 3 Duur: 9 weken Instapniveau: OBERE1 en OBERE2 gevolgd Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud: In deze bouwsteen richten we onze aandacht op het ondernemingsrecht en aanverwante onderwerpen. We gaan in op het begrip ‘rechtspersoonlijkheid’ en het Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel als rechtsbronnen van het ondernemingsrecht. We bespreken de belangrijkste rechtsregels met betrekking tot het Handelsregister en het belang daarvan. Vervolgens gaan we nader in op de basisregels met betrekking tot personenvennootschappen en kapitaalvennootschappen. Ook is er aandacht voor actuele ontwikkelingen in het ondernemingsrecht. Daarnaast richten we ons op het arbeidsrecht, met aandacht voor de sollicitatiefase, de rechtsregels die gelden tijdens de looptijd van de arbeidsovereenkomst en vooral: de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werkvormen Werkgroepen, zelfstudie, individuele opdrachten. Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS:

Niveau van toetsing:

Wijze van toetsing:

DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming.

Ondernemingsrecht Inzien Schriftelijk

Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze

van toetsing:

Toegestane hulpmiddelen

De student heeft kennis van en inzicht in het begrip ‘rechtspersoonlijkheid’ en het Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel als rechtsbronnen van het ondernemingsrecht.

S Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste rechtsregels met betrekking tot het Handelsregister en het belang daarvan. Aan de hand van toepasselijke regels kan de student de invloed van een (al dan niet correcte) inschrijving in het Handelsregister vast te stellen op de aansprakelijkheid van partijen.

S Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste rechtsregels met betrekking tot de personenvennootschappen en het belang daarvan. Hij/zij is in staat om de wettelijke vindplaatsen aan te geven van het Nederlandse personenvennootschappenrecht, welke personenvennootschappen er zijn in Nederland en wat de wettelijke verschillen daartussen zijn.

S Wettenbundel

161

Onder verwijzing naar toepasselijke rechtsregels kan de student uitleggen hoe een personenvennootschap tot stand komt, waartoe de vennoten bevoegd zijn, of vennoten tegenover derden aansprakelijk zijn voor schulden aangegaan op naam van de onderneming en/of door andere vennoten, en of het vermogen van de partner van de vennoten uitwinbaar is voor ondernemingsschulden. De student is in de staat om de wettelijke vindplaatsen aan te geven van het Nederlandse kapitaalvennootschappenrecht, kan enige belangrijke ontwikkelingen schetsen in het kapitaalvennootschappenrecht, kan aangeven welke kapitaalvennootschappen er zijn in Nederland en wat de wettelijke verschillen daartussen zijn. Hij / zij kan onder verwijzing naar toepasselijke rechtsregels uitleggen hoe een besloten vennootschap tot stand komt en welke regels en regelingen daarbij van belang zijn, welke organen er zijn in een besloten vennootschap en wat de bevoegdheden van die organen zijn. Daarbij kan de student rekening houden met de ‘structuurregeling’, alsmede uitleggen wat de algemene strekking van die regeling is. Eveneens onder verwijzing naar toepasselijke rechtsregels kan de student in eenvoudige situaties vaststellen of personen die zitting hebben in organen van de kapitaalvennootschap, aansprakelijk zijn tegenover derden. Tenslotte kan hij / zij op basis van de wet belangrijke verschillen aangeven en toelichten tussen een besloten en een naamloze vennootschap.

S Wettenbundel

De student heeft kennis van en inzicht in ontwikkelingen in het arbeidsrecht. De student heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste rechtsregels van het arbeidsovereenkomstenrecht en het belang daarvan. Hij/zij is in staat om de wettelijke vindplaatsen aan te geven van het arbeidsovereenkomstenrecht, daarin gebruikte begrippen uit teleggen, en met behulp van toepasselijke regels in eenvoudige situaties vast te stellen wat de arbeidsrechtelijke rechten en plichten van partijen zijn.

S Wettenbundel

Cesuur 55%

162

Code bouwsteen: OBDEO Naam bouwsteen: De Overname Soort bouwsteen: Integratieve bouwsteen Aantal credits: 3 EC Opleiding BE Studiejaar: BE 2 Periode: 2.3.5 Duur: 9 weken Instapniveau: Propedeuse BE

Taal bouwsteen: Nederlands Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen worden de studenten geconfronteerd met een aantal problematische ontwikkelingen in het bedrijf Timmer maar Raak (TMR) een bouwbedrijf met ene aparte timmerfabriek en beton afdeling. Het bedrijf voer ook rec4entelijk vele opdrachten uit (projectorganisatie) voor de landbouw- en veeteelt sector. Het bedrijf verkeert in ‘zwaar weer’ en heeft het verzoek gedaan bij het Bedrijfseconomisch adviesbureau om een reorganisatieadvies rapport te schrijven met adviezen om het bedrijf niet failliet te laten gaan. De problematiek bij DLM ligt op de vakgebieden Bedrijfsorganisatie, Ondernemingsrecht Recht, Bedrijfseconomie, Management, HRM en Arbeidsrecht en vooral de Financiën. Na zorgvuldige lezing van de casus zullen de studenten zien dat er van alles moet veranderen bij TMR om het bedrijf als een levensvatbare kandidaat te presenteren. Het is aan de studenten om aan te geven wat daarvoor dient te gebeuren. Studenten maken een sitautie schets en een analyse van de problemen en komen met een integraal adviesrapport. Dit advies is nadrukkelijk een reorganisatieadvies, dat wil zeggen een rapport waarin na een inventarisatie van de bestaande problemen een goed onderbouwd reorganisatie voorstel wordt gedaan. Dit rapport moet mondeling worden verdedigd tegenover leden van de directie en leden van de bank van TMR. Toets vorm: Schriftelijke verslaglegging middels en adviesrapport en mondelinge presentatie van het rapport aan het management. Werkvorm: PGO, gastcolleges, feedback uren, hoorcollege, instructiecollege. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen de student is in staat om bedrijfsorganisatorische en juridische aspecten van de casus te doorgronden

Schriftelijk en mondeling

PGO Verslag

163

de student is in staat een reorganisatieplan in hoofdlijnen op te stellen waarin op integrale wijze een oplossing wordt aangedragen voor de problematiek van de casus.

Schriftelijk en mondeling

PGO Rapport

De student is in staat om alle oplossingen mondeling in een verdediging toe te lichten, te onderbouwen en te motiveren.

Schriftelijk en mondeling

PGO

Het voorzien in en verwerken van informatie ten behoeve van een duurzame besturing van bedrijfsproces

Schriftelijk en mondeling

PGO

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 1.Inrichten en onderhouden van de planning & control cyclus gericht op de beheersing van een organisatie 4. Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording BoKs Verandermanagement/ organisatie van mensen, structureren en processen Fusies en overnames Efficiënte en effectiviteit van de organisatie

N3: Toepassen N3: Toepassen

164

Code bouwsteen: SLB2/ZM2 Naam bouwsteen: Studieloopbaanbegeleiding/ Zelfmanagement 2 Soort bouwsteen: Generiek persoonlijke en professionele ontwikkeling Aantal credits: 3 EC (84 uur studiebelasting) Opleiding CE /IB /BE /LE /ILM Periode: 2.4.1 Duur: Gehele tweede jaar Instapniveau: (minimaal competentieniveau)

SLB 1

Taal bouwsteen: Nederlands / Engels Korte beschrijving van de bouwsteen: De student toont aan dat hij een helder beeld heeft van de verschillende functies die met de genoten opleiding kunnen worden uitgeoefend en dat hij een realistische inschatting kan maken van loopbaanmogelijkheden die bij de verschillende functies horen. Hij kan zijn eigen sterktes en zwaktes spiegelen aan de eisen die aan de functies worden gesteld. Hij heeft een helder beeld van de eigen wensen m.b.t. de mogelijke functies. De student kan een consistent en realistisch loopbaanplan (POP) opstellen aansluitend bij de wensen, sterkten en zwakten. De student kan SMART op basis van loopbaancompetenties zijn leerdoelen formuleren. Toets vorm: Sollicitatieverslag en eindgesprek met studiecoach op basis van portfolio. Werkvorm: Werkcollege en studiecoachingsgesprekken. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Der student toont aan dat hij inzicht heeft in zijn eigen kwaliteiten.

Opdracht WC n.v.t.

De student kan een koppeling maken tussen de eigen kwaliteiten en de competenties die werkgevers vragen aan huidige Hbo’ers. De student heeft een duidelijk beeld krijgen van wat de arbeidsmarkt vraagt en zicht krijgen op wat geschikte bedrijven en stageplaatsen zijn.

Opdracht WC n.v.t.

165

De student kan een beargumenteerde keuze maken voor een stagebedrijf. De student kan een goede sollicitatiebrief schrijven en hij kan een adequaat CV opstellen.

Opdracht WC n.v.t.

De student kan een succesvol sollicitatiegesprek voeren.

Opdracht WC n.v.t.

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 8. Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)

N3: Toepassen

166

Code bouwsteen: OBEED4 Naam bouwsteen: Business English and German for Finance and Accounting

3 Studielast: 3 EC (84 uren studiebelasting) Periode: 2.3.3 Duur: 9 weken Instapniveau: B 2.1 Taal bouwsteen: English

Korte beschrijving van de inhoud In deze bouwsteen verdiept de student zijn mondelinge en schriftelijke vaardigheden van het zakelijke Engels en Duits en ontwikkelt een specialistische woordenschat op het gebied van Accounting and Finance. Daarnaast wordt de student zich bewust van de communicatieve conventies die gelden in het Angelsaksische taalgebied. Kennis en vaardigheden Financiële woordenschat; Relevante grammatica en taalfuncties; Taalvaardigheden: luisteren (interviews, presentaties), spreken (discussies, presentaties), lezen (correspondentie, rapporten, artikelen, Balance sheets ) en schrijven (correspondentie, rapporten; Communicatievaardigheden: presenteren, telefoneren, onderhandelen en vergaderen. Werkvormen Werkcolleges, rollenspelen, case studies, discussie, opdrachten en zelfwerkzaamheid. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen De student kan deelnemen aan gesprekken en discussies over onderwerpen uit het vakgebied.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan een korte presentatie houden over een onderwerp uit de studie – en werksfeer en vragen daarover beantwoorden.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan teksten over onderwerpen uit het vakgebied begrijpen.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

De student kan e-mails, korte rapporten en samenvattingen schrijven over onderwerpen uit de studie – en werksfeer.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

167

De student beschikt over een voldoende woordenschat over onderwerpen uit het vakgebied en heeft een voldoende beheersing van de relevante structuren en taalfuncties.

Schriftelijk/ Mondeling

Geen

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 7. Sociale en communicatieve competentie CEF B1/ B2– Toepassen (interpersoonlijk, organisatie)

168

Code bouwsteen: OBEMA Naam bouwsteen: Management Accounting Studielast: 3 EC (84 uren studiebelasting) Periode: 2.4.4 Duur: 9 weken Instapniveau: DECBE2 Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud Kostensoorten, kostenindelingen, kostenverbijzonderingen en break-even analyse Kennis en vaardigheden Het kunnen analyseren van prijs- en efficiencyverschillen Het kunnen opstellen van een kostprijscalculatie Het kunnen Opstellen van een make or buy decision Werkvormen werkcolleges Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen een kostprijsberekening te maken

schriftelijk WC Rekenmachine

een break-even analyse uit te voeren

schriftelijk WC Rekenmachine

verschillende methoden van kostentoerekening in de juiste situatie toe te passen

schriftelijk WC Rekenmachine

berekeningen te maken waarop een gemotiveerde managementbeslissing genomen kan worden

schriftelijk WC Rekenmachine

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: 4.Opstellen van financieel economische informatie voor besluitvorming en verantwoording BoKs Kostencalculaties/budgetteren en verschilanalyse

N3: Toepassen

169

Code bouwsteen: OBEDNE Naam bouwsteen: De nieuwe economie Studielast: 3 EC (84 uren studiebelasting) Periode: 2.4.5 Duur: 8 weeks PBL and exam week Instapniveau: Completed Foundation Business Economics Taal bouwsteen: Nederlands en Engels (Engelse literatuur)

Korte beschrijving van de inhoud During this project the students evaluate an intended strategic decision on the basis of the information they have collected and come forward with a recommendation on whether to accept that decision. The decision of the company is to set up a sales office in an English speaking area, United Kingdom, United States of America or Canada. The executive board of Speckman is seriously considering to open a sales office in the United States of America. The aim is to generate 10% of the total revenue from this sales office. The students have to work in problem based learning groups and bring out an advice on the feasibility of sales office. They are expected to integrate the knowledge which will be imparted during this period. The project is elaborated on the basis of a company in the confectionery sector: Suikerwerkfabriek (Confectionery factory) Speckman BV. The following knowledge areas are covered in this project: Externe verslaggeving International Economics (International zakendoen A) International Finance and International law (International zakendoen B) Werkvormen Independent learning, the groups sessions, Feedback hours. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Has understanding of the concept of feasibility and can calculate the feasibility using various criteria

S PBL Sales feasibility report Calcualtor

Understand and calculate the financial economic and fiscal risks. has insight into the effects of GAAP on the decision making for the companies Able to provide the necessary sound financial information in the right format to the internal and external parties. Able to draw conclusion on the basis of legal, financial,

170

economic and fiscal information.

Is able provide the sound advice on the basis of analysis financial, economic legal and fiscal information. can make a general, business social-economic analysis of a country, understands the concepts of strategy and strategy formulation and can describe the course of a strategy formulation process, can evaluate collected

Bouwsteendoelstellingen: Toetsvorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen information and ascertain the effect of the various factors on a company’s strategy,

is able to investigate on a basic (European, English and American) level the legal environment as part of an analysis for example PESTEL- analysis has a basic understanding of trends and contemporary issues in the global economy is familiar with the foundations of international economic and financial theory, can deploy theoretical insights when studying international trade policies and the globalization of finance, has insight into the effects of European integration on the strategy of individual companies, has knowledge of current developments in the area of European integration and EU relations with U.S.A., U.K. and

171

Canada

Has understanding of the concept of feasibility and can calculate the feasibility using various criteria Understand and calculate the financial economic and fiscal risks. has insight into the effects of GAAP on the decision making for the companies Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: DC 3. Bepalen en beheersen van financieel- economische en fiscale risico’s. BoKs Risico management DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel- economische en fiscale informatie voor besluitvorming. BoKs Marketing Algemene economie DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. BoKs Ondernemingsfinanciering

N3: Toepassen

172

Minors Code bouwsteen: FSM1 Naam bouwsteen: Financial Service Management 1 Studielast: 30 EC (840 studiebelastinguren) Periode: Minor (Periode 3.3 en 3.4) Duur: 20 weken Instapniveau: Afgeronde propedeuse en 39 EC in de hoofdfase. Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud De opzet van de minor is om studenten op te leiden voor een startfunctie binnen de financiële dienstverlening. Centraal hierbij staan die competenties (kennis, houding en vaardigheden) die een student nodig heeft om te kunnen functioneren als HBO-er in de financiële dienstverlening. De colleges worden verzorgd door ervaren docenten met praktijkervaring waarbij van verschillende werkvormen gebruik wordt gemaakt. Toetsing geschied door middel van Kennistoetsen, opdrachten en assessments van praktijksituaties. De minor staat open voor derdejaars HBO economiestudenten die hun propedeuse behaald hebben en 30 EC punten van het tweede jaar behaald hebben. Naast het binnenhalen van de praktijk in de school door middel van gastcolleges van o.a. de Rabobank, ING, Meeus, TVM en Univé gaan de studenten ook verschillende bedrijven bezoeken. Zo staat een bezoek aan de De Nederlandse Bank, naast een bezoek aan andere banken altijd op het programma. De minor Financial Service Management 1 bestaat uit twee perioden, met elk een studieomvang van 15 EC. Periode 2 is onlosmakelijk verbonden met periode 1 en kan niet los van elkaar worden gezien. Wanneer beide perioden met een voldoende zijn afgesloten worden er 30 ECTS bijgeschreven in ProgRESS. Werkvormen Werkvormen waarvan gebruik zal worden gemaakt zijn o.a. hoorcolleges, groepsgesprekken, workshops, opdrachten (individueel en groepsopdrachten), zelfstudie. Dit laat zich zien in het voeren van een verkoopgesprek, het maken van een hypotheekadvies. Het schrijven van een Financieel plan. Communicatie wordt interactief gedoceerd. Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets

vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

Participatie PGO

173

Blok 3 Hypotheken 1 Belastingrecht 1 Financiële markten en beleggen Communicatie 1 Financiële dienstverlening & WFT Estate planning, Fin. Planning en pensioen 1 Assurantiën 1

S/O/M

Hoor en werkcolleges.

Rekenmachines en rekenmodules t.b.v. adviesplan

Blok 4 Hypotheken 2 Belastingrecht 2 Financiële markten en beleggen (Beleggingsleer) 2 Communicatie

S/O/M

Hoor en werkcolleges.

Rekenmachines en rekenmodules t.b.v. adviesplan

Bouwsteendoelstellingen: Toets

vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen

Financiële dienstverlening & WFT Estate planning, Fin. Planning en pensioen 2 Assurantiën 2

Cesuur 55% per onderdeel minimaal

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing: CE DC 1. Producten en diensten initiëren en creëren, zelfstandig en ondernemend. Financieel management Recht en juridische zaken

N2 en N3

DC 2. Marktonderzoek uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren Analyse van onderzoeksresultaten

N3

DC 6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden Financiering particulier

N2

DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):

N3

DC 8. Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional):

N3

174

BE DC 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s Risicomanagement Belastingrecht

N2 en N3

DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor besluitvorming. Ondernemingsrecht

N3

DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden. Financiering particulier

N2

DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):

N3

DC 9. Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)

N3

175

“Beleggen en financiële markten” van Hans Buunk. 3e druk, ISBN 9789039525722 WFT Financiële dienstverlening Bankzaken Economie van commercial banking Reinold Windeman Compendium Estate Planning Autar, Baard en Kolkman (red.) ISBN 9789013081305 Kluwer Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Theorieboek ISBN 9789079564316 mr. G.A.C. Aarts MFP Convoy Uitgevers Belastingrecht voor Bachelors en Masters editie 2011/2012 Werkboek ISBN 9789079564323 Convoy Uitgevers Woningfinanciering, een inleiding ISBN 9789043016971 328 pagina’s 23-02-2010 Pearson Education Financiële planning voor de Particulier Academic Service Anneke de Koning Ploni Koevoet ISBN 9789039526309 Alles over verkopen Richte Lommert De Kern NIBE-SVV Wft-Schade Particulier

Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Judex.nl AFM.nl Belastingdienst Wetboekonline.nl IEX.nl DNB.nl

176

Major Code bouwsteen: FSM2 Naam bouwsteen: Financial Service Management 2 Studielast: 30 EC Studiejaar: 4 Periode: 1 en 2 Duur: 20 weken Instapniveau: Propedeuse + stage of FSM1, dan wel een andere minor Taal bouwsteen: Nederlands

Korte beschrijving van de inhoud: De ontwikkelingen in de financiële wereld volgen elkaar in snel tempo op, het is een zeer dynamische en uitdagende sector. Vooral internationaal zijn er enorme veranderingen gaande en in deze vooral Europese context wordt de minor FSM 2 aangeboden. Recente voorbeelden zijn er te over. De hypothekencrisis in de Verenigde Staten heeft wereldwijd geleid tot een kredietcrisis die zijn weerga niet kent en waarvan zelfs de deskundigen niet aan kunnen geven hoever de reikwijdte van de crisis is. Een direct gevolg hiervan is de Eurocrisis welke in deze minor uitvoerig bestudeerd wordt. Bovenstaande geeft aan dat de bank- en verzekeringsbranche niet alleen in een nationaal perspectief geplaatst moet worden maar zeker in een internationaal perspectief. Dat gaan we binnen de minor FSM 2 doen. We gaan letterlijk en figuurlijk over onze landsgrenzen heen kijken. We wensen jullie een zeer leerzame minor toe. Om in de dynamische en internationale bank- en verzekeringswereld aan de slag te kunnen zul je over bepaalde competenties moeten beschikken. Om te kunnen slagen voor de opleiding commerciële economie of bedrijfseconomie zul je aan moeten tonen dat je aan de vereiste competenties op een bepaald niveau voldoet. In die zin is FSM 2 een bijzondere minor, er wordt aan de competenties van twee afstudeerrichtingen gewerkt, zowel commerciële economie als bedrijfseconomie. Werkvormen Hoor- en werkcolleges, PBL, Excursies/Bedrijfsbezoeken, Assessments Competenties en wijze van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau

van toetsing:

Wijze van toetsing:

177

Maatschappelijk verantwoord ondernemen: • Maatschappelijk bewustzijn: De beginnend beroepsbeoefenaar is zich bewust van de verschillende partijen in de samenleving en hoe zij elkaar (kunnen) beïnvloeden. • Strategische inzicht: De beginnend beroepsbeoefenaar is in staat om strategisch te kijken naar de bedrijfsomgeving, en maatschappelijke ontwikkelingen te vertalen naar kansen en risico’s voor bedrijven, en hierdoor MVO te verbinden met de bedrijfsstrategie. • Integriteit: De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in staat is om vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten te accepteren of af te wijzen. Research: • Leidinggeven en projectmatig werken: De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om samen te werken met anderen en anderen tot samenwerking te motiveren in teams, projectgroepen en andere samenwerkingsverbanden, ruimte te geven aan de standpunten van andere betrokkenen, te bemiddelen in conflicten en conclusies te formuleren, verantwoordelijkheid te nemen en leiding te geven Analyseren: • De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat zij/hij in staat is om helder en kritisch te denken, ervaring, redenering en affectiviteit te integreren in weloverwogen oordelen binnen een handelingscontext.

Toe- Passen

Schrif- telijk, Opdracht Monde- ling

178

Zij/hij toont zich in een situatie te kunnen oriënteren, relevante factoren te onderscheiden, begrippen op eenduidige en heldere wijze te gebruiken, logisch en helder te redeneren, feiten, interpretaties en waardeoordelen te onderscheiden. Kwaliteit verbeteren: • De beginnend financieel-zakelijk dienstverlener demonstreert dat hij in staat is kwaliteit te monitoren en vanuit de uitkomsten met verbeterplannen te komen waarvoor hij draagvlak heeft gecreëerd. Riskmanagement: • Inzicht in en analyse van(financiële)informatie Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluit- vorming. • Berichtgeving omtrent nieuwe ontwikkelingen en veranderende wet - en regelgeving en marktontwikkelingen volgen en begrijpen en dit waar nodig met klanten delen. Hij kan de voor zijn organisatie en in zijn situatie van belang zijnde, fiscaal en financieel economisch ontwikkelingen toepassen in advisering of beleidsmatige beslissingen. • Werken aan de organisatie • Kunnen inspelen op politiek en economisch beleid. • Inspelen op de (politieke) omgeving van zijn organisatie door een bijdrage te leveren in het (ontwikkelen van) beleid en de doelstellingen van zijn organisatie hierop (mede) af te stemmen. Finance: • Het zorg dragen voor voorbereiden, uitvoeren, afwikkeling en nazorg van dienstverlening. • Vanuit de afweging rendement, risico en relatie klanten accepteren of afwijzen. Advisering geven over inrichting van de ondernemingsstructuur, adviezen geven en diensten verlenen op financieel-economisch (en fiscaal) terrein aan belanghebbenden. Analytisch vermogen: • Ondernemingsanalyse: Inschattingen maken over investeringsbeslissingen in ondernemingen, een financieel resultaat monitoren en zowel tussenevaluaties als een jaarrekening analyseren, herkennen hoe de financiële prestaties, financiële positie, continuïteit en/of reputatie van de organisatie is. Treasury: • werken aan de business • beleidsdocument schrijven • werken aan je eigen professionaliteit benutten van leervermogen Sales: • verleent diensten • adviseren en verkopen Global Sustainability: • Systeemgerichtheid • Toekomstgerichtheid Persoonlijke inzet Leadership: • Professionaliteit • Oordeelsvorming • Communicatie

Belangrijkste doelstelling(en) inclusief niveau aanduiding zoals in de matrix is opgenomen en wijze van toetsing en de toegestane hulpmiddelen: Doelstelling: Wijze

van toetsing:

Toege- stane hulpmid-

179

delen:

De student heeft kennis en inzicht op het gebied van internationale financiële dienstverlening en kan deze kennis en betreffend inzicht toepassen. Student weet zich een oordeel te vormen aangaande internationale

Schrifte- lijk Monde-

Geen

financiële ontwikkelingen en is in staat om informatie, ideeën en oplossingen aan te dragen.

ling

Cesuur 55%

Literatuuur Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN • Basisboek MVO, Lars Moratis & Mark van der Veen , Uitgeverij: van Gorcum , IDerde druk (2010) • Zo doe je een onderzoek, Roel Grit & Mark Julsing, 2009 • De Kredietcrisis voorbij, 1e Druk 2009m, Prof. dr. J. Koelewijn, Drs. P. de Keijzer, Drs. P.H.C Kuijk, Dr. E Melse MBA, Drs. B.J.J. Steinebach • De financiële functie: Vermogensmarkt en ondernemingswaarde,

3e Druk 2010, A.W.W. Heezen, T. Ammeraal

• Basisboek Duurzame Ontwikkeling, Niko Roorda, Noordhoff , Tweede editie (2010) • Risicomanagement: Een nieuwe visie op het verzekeringsadvies, Paul Claes en Lizanne Vroom, Kluwer, 2000

Risicobeheer, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen

Beslissingen en & planning, T. Ammeraal & A.W.W. Heezen

Aanbevolen literatuur Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) Actuele artikelen en publicaties die in deze bouwsteen zijn verwerkt (aanbevolen/verplicht)

180

Code bouwsteen: OBEST Naam bouwsteen: Stage Studielast: 30 EC Periode: 3.1 en 3.2 Duur: 2 perioden Instapniveau: Voldoen aan de stagenorm:

Propedeuse behaald + 39 credits na propedeuse (hoofdfase)

Taal bouwsteen: Taal van het land Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doe je bij een normaal studieverloop in het derde jaar je stage. Een stage duurt twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. De uit te voeren werkzaamheden moeten liggen op het vakgebied van de opleiding. Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar stageplaats, Formuleren stagevoorstel, Leerdoelen formuleren, Plan van aanpak opstellen,100 dagen praktijkstage, Verslag stagebedrijf en stagewerkzaamheden, Evaluatie stagewerkzaamheden en eigen functioneren Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Je moet op het sociale vlak binnen een organisatie leren functioneren.

Schriftelijk stageverslag

Practicum n.v.t.

Je moet een globaal beeld verkrijgen van het functioneren van een organisatie.

Schriftelijk stageverslag

Practicum n.v.t.

Je verwerft praktische competenties in je toekomstige beroepspraktijk.

Schriftelijk stageverslag

Practicum n.v.t.

Je moet je op school verworven kennis leren toepassen in de praktijk.

Schriftelijk stageverslag

Practicum n.v.t.

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing:

Competenties en BOKS: Niveau van toetsing:

181

DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 8. Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. DC 3. Bepalen en beheersen van financieel- economische en fiscale risico’s.

N4: Integreren N4: Integreren

DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel- economische en fiscale informatie voor besluitvorming.

DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.

DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.

Literatuur

Verplichte literatuur (boeken, artikelen) ISBN Projectmanagement Stagehandleiding Delen A en B Internet bronnen (aanbevolen/verplicht) www.projectmanagement.noordhoff.nl

182

Code bouwsteen: OLEAF (Scriptie A & B) Naam bouwsteen: Afstudeeropdracht Studielast: 30 EC (840 uren studiebelasting) Periode: 4.3 en 4.4 Duur: 2 perioden (half studie jaar) Instapniveau: Voldaan aan de afstudeernorm:

Stage behaald + 120 credits totaal in de hoofdfase Taal bouwsteen: Taal van het land

Korte beschrijving van de inhoud Als onderdeel van je opleiding doet een afstudeeronderzoek. Dit duurt ongeveer twintig weken en moet bij een geschikt bedrijf of een geschikte instelling worden uitgevoerd. Het onderzoek wordt op een gestructureerde wijze uitgevoerd en leidt tot een onderzoeksrapport en een presentatie (inclusief verdediging). Ter voorbereiding en uitvoering: Sollicitatie naar afstudeerplaats, Formuleren onderzoeksvoorstel, Plan van aanpak opstellen, Formuleren onderzoeksplan, Gegevens verzamelen en analyseren, Literatuuronderzoek, Ongeveer 100 dagen praktijkonderzoek en verslaglegging in een organisatie, Verslag onderzoek (50% van het cijfer), Presentatie en verdediging van het onderzoeksrapport (50% van het cijfer), Evaluatie afstudeeronderzoek Doelstellingen en wijze van toetsing en werkvorm Bouwsteendoelstellingen: Toets vorm(en) Werkvorm(en) Hulpmiddelen Je moet tijdens de afstudeerperiode aantonen dat je op grond van de verworven theoretische inzichten en de al eerder opgedane praktijkervaring in staat bent een voor je opleiding relevant onderwerp te onderzoeken. Dit levert een onderzoeksrapport

Schriftelijk (afstudeerverslag/scriptie)

Practicum checklist

Presentatie onderzoekrapport + verdediging onderzoekrapport

Mondeling Practicum Checklists

Cesuur 55%

Competenties en niveau van toetsing: Competenties en BOKS: Niveau van toetsing:

183

DC 7. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): DC 8. Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Daarnaast minimaal één van de volgende 6 domeincompetenties: DC 1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het besturen van organisaties. DC 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie. DC 3. Bepalen en beheersen van financieel- economische en fiscale risico’s.

N4: Integreren N4: Integreren

DC 4. Bepalen en verstrekken van financieel- economische en fiscale informatie voor besluitvorming.

DC 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.

DC 6. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden.

184

Bijlage D Jaartoetsrooster

Het Jaartoetsrooster van de opleiding wordt gepubliceerd rond 1 september 2016.

Dit gebeurt door de afdeling Toets service Bureau, die de toets roosters van alle opleidingen op de locatie Emmen publiceert.

185

Bijlage E Juridische kader Juridisch Kader 2. De opleiding specifieke regels mogen niet in strijd zijn met het bepaalde in de OER, noch de student benadelen. 3. In geval van strijdigheid en of benadeling van de student gaat het bepaalde in de OER boven de opleiding specifieke regel(s) in deze bijlage. 4. Bovenstaand juridisch kader dient als eerste te worden opgenomen in deze bijlage

186

Bijlage F Vrijstellingenbeleid Examencommissie School of Business In artikel 10 van hoofdstuk 5 van het OER wordt de regelgeving met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen door de Examencommissie beschreven. Het eerste geeft aan dat vrijstellingen worden verleend op basis van het vrijstellingenbeleid. In dit document worden de uitgangspunten voor het vrijstellingenbeleid beschreven.

1. Vrijstellingen moeten door de student vroegtijdig worden aangevraagd, in principe uiterlijk tot zes weken voor de start van het desbetreffende opleidingsonderdeel. Onder ‘programmaonderdeel’ wordt verstaan elke notitie in Progress. 2. Studenten moeten vrijstellingsverzoeken indienen op de daartoe bestemde formulieren die op Blackboard zijn geplaatst. 3. Onvolledig en incompleet ingevulde verzoeken worden niet in behandeling genomen en worden geretourneerd. 4. De student moet documenten bij het verzoek toevoegen waaruit blijkt dat aan de kwalificaties/doelen/competenties is voldaan. 5. De examencommissie laat zich adviseren door vakdocenten en/of modulecoördinatoren voor een inhoudelijke weging van het vrijstellingsverzoek. Een onderzoek kan deel uitmaken van de procedure. 6. Zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend, wordt de student geacht aan alle verplichtingen te voldoen die voor het desbetreffende programmaonderdeel zijn geformuleerd. Een student wordt geacht de toetsen te maken zolang een vrijstellingsverzoek niet is toegekend; als de student zakt voor de betreffende toets, wordt een vrijstellingsverzoek afgewezen. 7. De examencommissie kan een verzoek afwijzen als de documenten die als grond voor het vrijstellingsverzoek dienen, ouder zijn dan vijf jaar. 8. Vakken en toetsen uit een vooropleiding (voortgezet onderwijs, mbo) geven geen grond/recht op een vrijstelling. 9. De examencommissie heeft het recht om vrijstellingsverzoeken af te wijzen als dat leidt tot een individueel programma dat als niet stimulerend voor de studievoortgang wordt geacht. 10. De examencommissie kan verzoeken tot het vrijstellen van vaardigheden afwijzen als tot de mening van de examencommissie het onderhouden van deze vaardigheden een belangrijk doel is. 11. Studenten kunnen geen vrijstellingen aanvragen voor onderdelen uit de set van eindwerken. 12. Hardheidsclausule: de examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het vrijstellingenbeleid mochten voordoen.

187

Bijlage G Literatuurlijst Bedrijfseconomie 2016-2017 | Studiejaar 1 Literatuur blok 1.1 | De Onderneming

Literatuur blok 1.2 | De Haalbaarheid

code Omschrijving Literatuur auteur Uitgever Druk ISBN

OBEOP -OBEOP -OBERE1 Recht 1 Basisboek Recht Van der Roest, O.A.P. Noordhoff 14 9789001845070OBERE1 Recht 1 Wetteksten Hoger Onderwijs Noordhoff 32 9789001862718OBEMAR Marketing Grondslagen van de marketing Verhage, B. Noordhoff 8 9789001817855

OBEMAR MarketingGrondslagen van de marketingWerkboek en cases Verhage, B. Noordhoff 1 9789001818654

OBEFIN1 Financiering 1 Basisboek Bedrijfseconomie Brouwers, M.P.| Koetzier, W. Noordhoff 10 9789001829544OBEFIN1 Financiering 1 Basisboek Bedrijfseconomie; opgavenboek Brouwers, M.P.| Koetzier, W. Noordhoff 10 9789001839116OBEBV1 Basisvaardigheden

Basisvaardigheden Competentiemanagement Grit, R.|Guit, R.|Sijde, van der, R. Noordhoff 3 9789001814229

Basisvaardigheden Gesprekken in organisaties Gramsbergen-Hoogland, I.Molen, van der, H.

Noordhoff 5 9789001815424

Basisvaardigheden Rapportagetechniek diverse auteurs Noordhoff 9789001841744Basisvaardigheden Excel Timmer, A. Noordhoff 1 9789059065208

code Omschrijving Literatuur auteur Uitgever Druk ISBN

OBEHO HaalbaarheidsonderzoekOBEMA1 Management Accounting 1 Basisboek Bedrijfseconomie; De Boer, Brouwers, Koetzier Noordhoff 10 9789001829544OBEMA1 Management Accounting 1 Basisboek Bedrijfseconomie opgavenboek De Boer, Brouwers, Koetzier Noordhoff 10 9789001839116

OBEAE1 Algemene economieEconomics, in terms of the good, the bad and the economist McGee, Matt IBID Press 3 9781921917028

OBERS1 Rekenen en Statistiek 1 Basisboek Wiskunde in business Erven, Roelfsema/Buys Boom/Noordhoff 2 9789462365100OBERS1 Rekenen en Statistiek 1 Statistiek om mee te werken Buijs, A. Noordhoff 9 9789001802486

OBERS1 Rekenen en Statistiek 1 Statistiek om mee te werken, opgaven en uitwerkingen

Buijs, A. Noordhoff 9 9789001802592

OBEOZ1 Onderzoek (kwalitatief) Wat is onderzoek Verhoeven, N. Boom 5 9789462363632OBEBV2 BASISVAARDIGHEDEN 2

Basisvaardigheden Competentiemanagement Grit, R.|Guit, R.|Sijde, van der, R. Noordhoff 3 9789001814229Basisvaardigheden Gesprekken in organisaties Gramsbergen-Hoogland, I.| Molen, Noordhoff 5 9789001815424Basisvaardigheden Rapportagetechniek diverse auteurs Noordhoff 9789001841744Basisvaardigheden Excel Timmer, A. Noordhoff 1 9789059065208

Literatuur Blok 1.3 | Het Proces

Boekenlijst blok 1.4 | De Balans

code Omschrijving Literatuur auteur Uitgever Druk ISBN

OBEPHB Proceshandboek

OBEBA1 Bedrijfsadminsitratie 1 Basisboek AdministratieAken, A.J. van Bosch, A.G.M. van den

Convoy Uitgevers BV 1 9789491725081

OBEBA1 Bedrijfsadminsitratie 1 Basisboek Administratie, opgavenboek Aken, A.J. van Bosch, A.G.M. van den

Convoy Uitgevers BV 1 9789491725098

OBEBA1 Bedrijfsadminsitratie 1 Commerciële jaarrekening theorieboekAken, A.J. van Bosch, A.G.M. van den

Convoy Uitgevers BV 1 9789491725067

OBEBA1 Bedrijfsadminsitratie 1 Commerciële Jaarrekening, opgavenboekAken, A.J. van Bosch, A.G.M. van den

Convoy Uitgevers BV 1 9789491725128

OBEBIV1 BIV 1 De kern van de administratieve organisatieM. Paur, A.GJ.|Van Boxel, C.B.| Leeftink, L. Paape Noordhoff 2 9789001833954

OBEOM Operations Management Werken met logistiek Visser en Goor Noordhoff 7 9789001841805OBEBV3 BASISVAARDIGHEDEN 3

Basisvaardigheden Competentiemanagement Grit, R.|Guit, R.|Sijde, van der, R. Noordhoff 3 9789001814229

Basisvaardigheden Gesprekken in organisatiesGramsbergen-Hoogland, I.Molen, van der, H. Noordhoff 5 9789001815424

Basisvaardigheden Rapportagetechniek diverse auteurs Noordhoff 9789001841744

189

Literatuurlijst Bedrijfseconomie 2016-2017 | Studiejaar 2 Literatuur blok 2.1 | Informatiemanagement

code Omschrijving Literatuur auteur Uitgever Druk ISBN

OBEBS De Balans opmakenOBEFA1 Financial Accounting 1 Basisboek Bedrijfseconomie; De Boer, Brouwers, Koetzier Noordhoff 10 9789001829544OBEFA1 Financial Accounting 1 Basisboek Bedrijfseconomie opgavenboek De Boer, Brouwers, Koetzier Noordhoff 10 9789001839116OBERE2 Recht 2 Basisboek Recht Roest, van der O.A.P Noordhoff 14 9789001845070OBERE2 Recht 2 Wetteksten Hoger Onderwijs Noordhoff 32 9789001862718

OBEME1 Management & EthiekEen praktijkgerichte benadering van organisatie en management Marcus, Jos|Dam, Nick van Noordhoff 8 9789001850241

OBEME1 Management & Ethiek Ethiek en economie Wernaart, Bart Noordhoff 1 9789001865160OBEENG1 Engels Market Leader Intermediate Cotton ea. FT Publishing 3 9781408236956OBEBV4 BASISVAARDIGHEDEN 4

Basisvaardigheden Competentiemanagement Grit, R.|Guit, R.|Sijde, van der, R. Noordhoff 3 9789001814229

Basisvaardigheden Gesprekken in organisatiesGramsbergen-Hoogland, I.Molen, van der, H. Noordhoff 5 9789001815424

Basisvaardigheden Rapportagetechniek diverse auteurs Noordhoff 5 9789001841744

190

code Vak titel auteur uitgever druk isbn

OBEOZ2 Onderzoek 2 Statistiek om mee te werken Buijs, A Noordhoff 9 9789001802486

OBEOZ2 Onderzoek 2 Statistiek om mee te werken opgaven- en uitwerkingenboek

Buijs, A Noordhoff 9 9789001802592

OBEBA2 Bedrijfsadministratie 2 Boekhouden geboekstaafd 2 Fuchs, H. / Vlimmeren, S.J.M. Noordhoff 12 9789001836658

OBEBA2 Bedrijfsadministratie 2Boekhouden geboekstaafd 2 / Opgaven Fuchs, H. / Vlimmeren, S.J.M. Noordhoff 12 9789001836665

OBEEND1-B

Engels 1 (schriftelijk) S. Market Leader Upper Intermediate, 3rd edition

Cotton, Falvey, Kent Pearson Longman

3 9781408296479

OBEEV Externe Verslaggeving Jaarverslaggeving Epe, Peter / Koetzier, Wim Noordhoff 7 9789001829971OBEEV Externe Verslaggeving Jaarverslaggeving opgaven Epe, Peter / Koetzier, Wim Noordhoff 7 9789001834531

OBEMISManagement Informatie Systeem De praktijk van my SAP/IDES Schenk en Draijer Noordhoff 3 9789001820527

OBEMISManagement Informatie Systeem Informatiemanagement Grit, R. Noordhoff 4 9789001809751

GSLB2 Competentiemanagement R. Grit, R. Guit, N. Sijde van der Noordhoff 3 9789001814229

191

Literatuur blok 2.2 | De Investering

Literatuur Blok 2.3 | De Manager / Overname

Literatuur blok 2.4 | Internationalisering

code Vak titel auteur uitgever druk isbn

GMOCO2 Mondelinge Communicatie2 Gesprekken in organisatiesGramsbergen-Hoogland, Y. & Van der Molen, H. Noordhoff 5 9789001815424

OBEAO2 Administratieve OrganisatieDe kern van de administratieve organisatie Paur, M. div. Noordhoff 2 9789001833954

OBEEND2 Engels 2 (schriftelijk)S. Market Leader Upper Intermediate,3rd edition Cotton, Falvey, Kent

Pearson Longman 3 9781408296479

OBEEND2 Duits 1+2 Geschäftliche Begegnungen A2+ Ingrid Grigull, Susanne RavenKoch, Neff & Volckmar gmbh 2 9783941323193

OBEEND2 Duits 1+2 Die 100 wichtigsten Fakten Prof.Dr.Helmut GeyerKoch, Neff & Volckmar & Co. 9783648081174

OBEFM Finance & Riskmanagement Finance & Risk Management Wim Tijhaar Noordhoff 2 9789001823917OBEIC In Control -

code Vak titel auteur uitgever druk isbn

DECHR1 HRM Human resource Management M. Foot & C. Hook Pearson Benelux 6 9789043024594

DECMAN2 Management 2Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management Jos Marcus, Nick van Dam Noordhoff 8 9789001850241

OBEEND3 Engels 3 (schriftelijk) English for the Financial Sector Mackenzie, I.Cambridge University Press 1 9780521547253

OBEOR Recht Basisboek Recht Roest, van der O.A.P Noordhoff 14 9789001845070OBEOR Recht Wetteksten Hoger Onderwijs Noordhoff 9789001862718OBEDO De Overname -

192

code Vak titel auteur uitgever druk isbn

GSLB2 GSLB2 Competentiemanagement R. Grit, R. Guit, N. Sijde van der Noordhoff 3 9789001814229

OBEIEFInternational Economics and Finance

Economics, in terms of the good, the bad and the economist McGee, Matt IBID Press 3 9781921917028

OBEEND4 Engels 4 (schriftelijk)

OBEEND4 Duits 3+4 Geschäftliche Begegnungen A2+ Ingrid Grigull, Susanne RavenKoch, Neff & Volckmar gmbh 2 9783941323193

OBEEND4 Duits 3+4 Die 100 wichtigsten Fakten Prof.Dr.Helmut GeyerKoch, Neff & Volckmar gmbh 9783648081174

OBEMA Management AccountingManagement Accounting, berekenen, beslissen, beheersen Koetzier, W. Noordhoff 4 9789001820398

OBEDNE De Nieuwe Economie -

193