20
Klaar Voor Onderwater In dit nummer: Onderzeedienst Jaargang 24, nr. 75 maart 2001 Herinneringen aan de begin- periode van de Waalhaven 1 In Memoriam 2 Een reis door de tijd (1) 2 Bemanningslijst Zeehond 3 C.v. Toor en H Harmsen 9 R. Peperkamp en G. Eijkhout 10 Belevenissen van een zeuntje 12 Bekendmaking 4 mei 17 ZKH Prins Bernhard 90 jaar 18 Wapen O-21 18 Aankondiging Reünie 2001 19 Algemene Ledenvergadering 19 Nederlandse Onderzeeboten Campbeltown, Schotland 20 Reünistenvereniging Herinneringen aan de beginperiode van de Waalhaven Kort na de bevrijding van Nederland - ik meen zelfs al eind mei 1945 - voeren wij aan boord van Hr.Ms.“Tijgerhaai” als eerste Nederlands oorlogsschip de Waterweg op naar Rotterdam. Het enthousiasme van de walkant was enorm. Er werd gewuifd en met vlaggen gezwaaid. Maar geen van ons aan boord kon vermoeden dat we op weg waren naar onze toekomstige thuishaven. Nog min- der kon ikzelf voorzien dat ik daarin nauw betrokken zou worden. Later in het jaar, geplaatst bij de OZD Dundee, werd ik aangewezen om de eerste ploeg personeel en materieel naar de Waalhaven te brengen en aldaar de ex Duitse E boot basis te bezetten. Daarvoor was ingehuurd de Nederlandse kustvaarder “Zuiderwind”. Het schip was onderbemand en de K.M. zorgde voor personele aanvulling. Zo liep ik de wacht op de brug tijdens de overtocht door de geveegde kanalen langs de Engelse kust. Bij aankomst in de Waalha- ven lag daar langs de pier de “Cornelis Drebbel”. Hoe die daar kwam weet ik niet; misschien hadden de Duitsers haar gebruikt. In ieder geval werd het ons (Vervolg op pagina 11) Foto beschikbaar gesteld door [email protected] Waalhaven 1968

Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75

Klaar Voor Onderwater In dit nummer:

Onderzeedienst Jaa rgang 2 4 , n r . 75

maart 2001

Herinneringen aan de begin-periode van de Waalhaven

1

In Memoriam 2

Een reis door de tijd (1) 2

Bemanningslijst Zeehond 3

C.v. Toor en H Harmsen 9

R. Peperkamp en G. Eijkhout 10

Belevenissen van een zeuntje 12

Bekendmaking 4 mei 17

ZKH Prins Bernhard 90 jaar 18

Wapen O-21 18

Aankondiging Reünie 2001 19

Algemene Ledenvergadering 19

Nederlandse Onderzeeboten Campbeltown, Schotland

20

Reünistenvereniging

Herinneringen aan de beginperiode van de Waalhaven

Kort na de bevrijding van Nederland - ik meen zelfs al eind mei 1945 - voeren wij aan boord van Hr.Ms.“Tijgerhaai” als eerste Nederlands oorlogsschip de Waterweg op naar Rotterdam. Het enthousiasme van de walkant was enorm. Er werd gewuifd en met vlaggen gezwaaid. Maar geen van ons aan boord kon vermoeden dat we op weg waren naar onze toekomstige thuishaven. Nog min-der kon ikzelf voorzien dat ik daarin nauw betrokken zou worden. Later in het jaar, geplaatst bij de OZD Dundee, werd ik aangewezen om de eerste ploeg personeel en materieel naar de Waalhaven te brengen en aldaar de ex Duitse E boot basis te bezetten. Daarvoor was ingehuurd de Nederlandse kustvaarder “Zuiderwind”. Het schip was onderbemand en de K.M. zorgde voor personele aanvulling. Zo liep ik de wacht op de brug tijdens de overtocht door de geveegde kanalen langs de Engelse kust. Bij aankomst in de Waalha-ven lag daar langs de pier de “Cornelis Drebbel”. Hoe die daar kwam weet ik niet; misschien hadden de Duitsers haar gebruikt. In ieder geval werd het ons

(Vervolg op pagina 11)

Foto beschikbaar gesteld door [email protected]

Waalhaven 1968

Page 2: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75

Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van ons lid;

A.A.C. Ekel (Ton) 23 januari 2001 70 jaar Schiedam

Wij zullen hem in eerbiedige herinnering blijven gedenken.

Een reis door de tijd (1) Ruim vijfendertig jaar heb ik de zeeën bevaren, veel gezien van de wereld maar altijd toch wel een beetje eenzijdig. Ik bedoel, altijd lag je met je schip in een havenstad en zag je vaak alleen het centrum en wanneer je goed je best deed misschien nog wel iets van de onmiddellijke omgeving. Nu wilde ik wel eens iets anders. Ik had vrije tijd genoeg en toen een familielid en-thousiast terug kwam van een reis naar China was mijn belangstelling meteen ge-wekt. Even zoeken op het internet en al snel kwam ik het woord Trans-Siberië Ex-press tegen. Een trein… ik was gelijk verkocht dus gingen we op onderzoek uit.

Iedere keer wanneer we een reisbureau binnenstapten en onze specifieke wensen kenbaar maakten werden we tel-kens verwezen en uiteindelijk eindigden we iedere keer bij een klein reisbureau genaamd Tiara TOURS Internati-onal. Toen ik dan ook hun internet site opzocht en daar een uitgebreid verslag zag staan van de Trans-Siberië Ex-press door Chris Oomes geschreven, inclusief foto’s, werd mijn belangstelling steeds groter. Na enige tijd ontving ik de opgevraagde informatie en een CD- rom. Maar ja, er waren zoveel mogelijkheden m.b.t. de arran-gementen waaruit je kon kiezen dat er nog veel nagedacht en uitgeplozen moest worden.

(Vervolg op pagina 4)

Contributie De minimale contributie bedraagt f. 10,00 c.q. 5 € per jaar Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Buitenland leden worden verzocht contant via penningmeester, of via een kennis in Nederland te betalen i.v.m. de hoge overschrijvingskosten. Gironummer vereniging : 39.28.464. t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 1785 SP Den Helder

Pagina 2

Colofon

Verschijnt 4 maal per jaar in een oplage van 1190 exemplaren Voorzitter H.W. van Vliet Korteweg 8 3054 AS Rotterdam 010-4611514 [email protected] Secretaris D. Heij Bennekomseweg 69 6866 DC Heelsum 0317-317063 Redactie KVO W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668 [email protected] Redactie KVO W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265 Penningmeester A. Prins Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455 2e Penningmeester M. van Dwingelen D.Abbesteelaan 16 1785 GN Den Helder 0223-632809 Vert. COZD LTZ2oc A. Schouten Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444 [email protected] Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder adreswijzigingen e.d. is de tweede penningmeester M. van Dwingelen De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Kopij dient in de regel niet langer te zijn dan ongeveer 1 à 2 A4. Kopij bij voorkeur aanleveren op 3,5 inch diskette.

Erelid van de vereniging : J.H. van Rede

Bezoek onze webside http://members.tripod.lycos.nl/TonWegman/reunist.html

In Memoriam

Page 3: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 3

02201 LTZ 1 Waning, J.J.W. van 01366 LTZ 2 OC Morks, A. 03114 LTZ 2 OC Hooft, G.G. 03806 LTZ 2 OC Loo, J.H. van 07447 LTZ 2 Goossens, R.W. 70456 LTZ 3 KMR Ark, R.C. van 02871 LTZT 2 OC Weisfelt, P.J. 05860 LTZSD 3 KMR Dirks, C.K. 21262 BTSM Peper, D. 59458 KWMR Nieuwenhuijse, J. 18984 KWMR OZBTVK 1 Maas, L.C.M. 40707 MATR 1 OZBTVK 1 Hollegien, H.J. 47718 MATR 1 Thiel, C.D. van 37545 MATR 1 Troost, P.J. 19998 MATR 1 OZBTVK 1 Wolter, P.J.C.F. 47885 MATR 2 OZBTVK 2 Bernsen, G.P. 36185 MATR 2 OZBTVK 1 Star, W.F. van der 89539 MATR 2 ZM GRP 2 Bierman, H.C.J. 73139 MATR 3 ZM Keulaars, A.J. 71864 MATR 3 ZM GRP 2 Lems, G.A.G. 69795 MATR 3 ZM Kouters 13246 SGTOBD Nieuwenhuizen, A. 22849 SGTOBD Sausele, L.O. 21853 KPLOBD GRP 1 Vlug, J.L.A. 27824 SGTWEMNT Zeeuw, W.A. de 33527 WEMNT 1 Soldt, J. van 46640 TDL/MJRELMNT Lagendijk, C.W. 90203 KPLELMNT Jolie, T.J.K. 27986 ELMNT 1 Dolk, H.C. 19493 ELMNT 1 Berg, B. van den 48977 ELMNT 1 Goes, A.J.C. van der 10626 SGTRRMNT Koeter, J.B.C. 37997 RRMNT 1 Korving, W. 28654 SGTTLG Dekkinga, K. 06974 KPLTLG RVK 2 Berg, J. van den 44923 TLG 1 RVK 2 Menheere, A. 13473 TLG 2 Jonkers, D. 10986 TDL/MJRTPMKR Wilbrink, H.C. 28493 SGTTPMKR Doorn, H.P. van 23658 KPLTPMKR Kate, H. ten 32371 KPLTPMKR Mink, P.C. 16870 TPMKR 1 Bal, L. 32099 TPMKR 1 Sterk, A.J. 11353 TDL/MJRMACH Verschelden, W.A. 08158 SGTMACH Bul, L. 26393 SGTMACH LSRA Dam, J.W.C. van 73712 SGTMACH Loontjes, W. 10005 KPLMACH Artz, E.P.

BEMANNINGSLIJST HR.MS. “ZEEHOND” NO. 7 2 MEI 1972

10130 KPLMACH Grob, D.E. 38841 KPLMACH Jacobson, T. 46870 KPLMACH Rooijen, H.A.M.van 17528 KPLMACH Tetering, J.J.M. van 35071 KPLMACH Doornik, J. van 20753 MACH 1 Elschot, L. 22487 MACH 1 Giesbertsen, M.H. 40044 MACH 1 Haga, M. 29921 MACH 1 Kabel, P.J. 31217 MACH 1 Koller, D.G. 48895 MACH 1 OM Reijnders, P.J.M. 20357 MACH 1 Vlies, P.J.M. 74684 MACH 2 ZM Bosch, A. 70690 ZVP 1 Steenvoorden, J. 24917 HOFM 1 Abbenhues, M. 20198 HOFM 1 HZVP Otgaar, L.B. 49368 KPLKOK Meertens, T.J.A. 21158 KOK 1 Galstaun, P.J.

Bemanning Zeehond 1985-1986

Page 4: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 4

rijke grachten. Ook werd er langs de rivier de NEVA gereden Deze slingert zich door de stad en wordt nog altijd gebruikt als belangrijke vervoersweg. Aan beide oevers liggen de prachtige zomer en winterpaleizen van de voormalige tsaar en tsarina, bijvoorbeeld die van Pe-ter de Grote en natuurlijk Elizabeth. Deze worden nu gebruikt als museum, wie kent niet de wereldberoemde Hermitage. Daar hangen meer Rembrandt’s en van Gogh’s dan hier in Nederland. Ook reden we langs het enorme gemeentehuis en bewonderden we de gouden koepel van de St. Isaac Kathedraal. We passeerden de Petrus en Paulus vesting waar de Petrus en Paulus kerk te bezichtigen is, ook is daar de beroemde gevangenis waarin vele belangrijke figuren uit de geschiedenis van Rusland gevangen hebben gezeten. Onder andere heeft de schrijver en dichter Poetskin daar vast gezeten. Van afstand ziet het er allemaal prachtig uit maar hoe dichter bij je komt, dan zie je pas hoe verwaarloosd al-les is. Dat geldt eigenlijk voor de hele stad. Ook de we-gen zijn nodig aan onderhoud toe. De reden daarvan is, dat nu de lente begonnen is en nu alle sneeuw weg is, zijn alle kapot gevroren wegen en straten weer zicht-baar. De schade die de vorst toebrengt is ieder jaar weer enorm, alles moet weer gerepareerd worden Dit ritueel herhaalt zich ieder jaar alleen het probleem is dat de achterstand in het onderhoud steeds groter wordt. Onze reisleidster stelt zich voor als Marina en de vol-gende dag bezoeken we nog een klooster met een prachtige blauwe koepel. In de namiddag stond er een rondvaart door de grachten op het programma wat ons een heel andere kijk op de gebouwen gaf. We voeren onder meer langs het sterfhuis van Poetskin op wie tot de dag van vandaag de inwoners van St. Petersburg erg trots zijn. ’s Avonds waren we in de gelegenheid om een bezoek te brengen aan een balletuitvoering in het schitterende circustheater van de Hermitage. Ik ging voor het eerst van mijn leven naar een ballet en tot mijn eigen verba-zing bracht de combinatie een verzorgd ballet (Gisela), een prachtig orkest (het State Symfonie Orkest van St. Petersburg) en een schitterende entourage mij tot onver-wachte ontroering. Zoals verwacht was het hotel van redelijke kwaliteit en gelukkige was het niet al te koud, men is namelijk ge-woon om de stadsverwarming per 1 mei af te sluiten. Mocht het daarna vriezen dan heb je gewoon pech. De service die gegeven wordt is naar Russische begrippen goed alhoewel wij daar anders over denken. Ach dat weet je wanneer je deze kant uit komt. Er zullen nog wel een paar generaties over heen gaan voordat het op een acceptabel niveau is. Het probleem is dat dit ze ook niet geleerd wordt. Er is gewoon niemand die ze kan bijsturen. En eerlijk is eerlijk men doet goed zijn best om het ons naar de zin te maken. De volgende dag bezochten we twee kathedralen, de eerste is de kathedraal voor zeelieden en de ander is uit-

(Vervolg van pagina 2) Zoals gezegd, tijd was van ondergeschikt belang en juist het reizen met de trein trok ons aan. De reis zou gaan van Moskou naar Beijing of te wel het voormalige Peking. Nu we toch in Rusland waren besloten we dat we de cul-turele stad bij uitstek, St. Petersburg (het voormalige Le-ningrad) niet mochten overslaan. En gezien het gegeven dat de Trans Siberië Express helemaal om Mongolië heen rijdt kozen we voor de Trans Mongolië Express die gaat namelijk vanaf het noorden dwars door Mongolië naar de hoofdstad Ulan-Baatar en via de Gobi-woestijn door naar China. En als we dan toch eenmaal in China waren konden we net zo goed een bezoek brengen aan dat beroemde Terra-Cotta leger in Xian zo’n 1400 km verderop. Dus zo gezegd zo geboekt. Alleen de voorpret en alle be-slommeringen die daar bij komen kijken maakte het al spannend. Reeds een halfjaar van te voren werden de eer-ste visums (drie stuks) inentingen (veel) en nog andere paperassen geregeld en ingevuld. RUSLAND Nu had ik best wel eens eerder gevlogen in mijn leven, een uurtje naar Londen in een oude DC10, maar tijdens de vlucht naar St. Petersburg, zo’n twee uur, zat ik toch wel een beetje krap en de luchtturbulentie was nu niet be-paald plezierig te noemen dus we waren al lang blij dat de kale en onherbergzame omgeving van het oude sjofele vliegveld en de stad in zicht kwamen. Nu wa- ren we van te voren gewaarschuwd dat het nogal lang kon duren bij de douane en grenspolitie en dat er een hoop gedoe zou zijn met de paspoortcontrole, dus toen we de hal binnen liepen van het vliegveld zakte de moed mij in de schoe-nen. Wat een drukte. Drommen mensen stonden voor de hokjes maar tot onze verbazing waren we er in een klein half uurtje doorheen en konden wij even later, door eerst nog door een wachtende menigte te worstelen, naar de bus lopen. Een charmante Nederlands sprekende gids stond met haar bordje ‘Tiara’ op ons te wachten en toen de laatste van het gezelschap ingestapt was vertrokken wij voor een uitgebreide rondrit door de stad. Nieuwsgierig bekeken we het gezelschap, wat bestond uit 18 mensen van uiteenlopende leeftijden en vroegen ons af of het allemaal wel zou klikken. Maar iedereen had er zin in en met veel interesse keken we naar buiten. De stad was qua stratenplan ingericht in strakke brede wegen (prospects) die weer gekruist werden door kleine zijstra-ten. Veel bruggen waren er te zien met name over de tal-

Page 5: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 5

wij steeds zaten om te rekenen van Nederlands geld naar roebels deden zij dat in flessen bier. Maar ja alles went. In ieder geval hebben we in de nachttrein naar Moskou nauwelijks geslapen. Daarvoor gebeurde er teveel. De jongens vonden het verstandig dat wij boven gingen sla-pen zodat zij nog even een biertje konden drinken. He-laas voor hen waren wij al vroeg wakker (zes uur) en konden zij vroeg opstaan... gniffel gniffel. Ze besloten meteen dat ze dat de volgende keer anders zouden doen. Ze gingen wel naar boven… konden ze langer uitslapen. Het was wel heel apart om in de trein te bivakkeren. Dat beloofde nog wat straks als we er lang in zitten. On-ze bagage konden we net kwijt en qua ruimte hield het niet over maar we waren wel wat gewend. Het leek een beetje op kampe-ren dus improviseren was ons niet vreemd. De volgende ochtend ongewassen naar het hotel en toch nog onverwacht snel hadden we onze kamer op de 27e verdieping. Werkelijk een prachtig uitzicht over Moskou. Eerst even een douche gevolgd door een slecht ontbijt en toen met de metro naar het Kremlin. Wat een ramp… we hadden ons niet gerealiseerd dat we ook niets konden lezen. Het Cyrillic Alfabet is voor ons net Swahili. Laat staan de mogelijkheid om je verstaanbaar te maken. Elke rus die we even aanschoten voor wat in-formatie was best bereidwillend maar niet één sprak En-gels. Maar met behulp van vriendelijke russen en non-verbale communicatie bereikten we toch nog het Rode Plein, het Kremlin en het mausoleum van Lenin. We hebben nog even het gemeentehuis van Moskou aan de buiten-kant bewonderd. Maar wat een diepe indruk maakte was de voormalige KGB Loeb- janka-gevangenis, wanneer je er even bij stilstaat hoeveel mensen daar gezucht en geleden hebben… In de namiddag zijn we even in de lobby van het hotel gaan zitten om ons nieuwe reisgezelschap te verwelko-men, daarna aan het diner, wat werd gevolgd door een avondrondrit.

gevoerd in prachtige diverse kleuren. Hij is gebouwd in de tijd van Alexander de tweede (1818 – 1881) Wat al-leen schrijnend was dat bij alle pracht en praal die een ze-kere rijkdom weerspiegelde je meteen buiten de kerk overspoeld werd door bedelaars en afschuwelijk uitziende oorlogsslachtoffers. In de middag werd een bezoek ge-bracht aan de Hermitage. Het woord moet nog worden uitgevonden om de Hermita-ge zo te kunnen omschrijven dat het goed tot zijn recht komt. Wat een overdaad aan rijkdom en goud. Voor een groot deel waren de paleizen gerestaureerd nadat veel tij-dens de revolutie van 1917 vernietigd was. Ook tijdens de tweede wereldoorlog werd een groot deel verwoest. Wan-neer je de foto’s bekijkt en ziet hoe het er nu bijstaat dan kan je niet anders zeggen dan dat de Russen een onge-looflijke prestatie geleverd hebben. Gelukkig had men in die tijd alle kunstschatten in veiligheid kunnen brengen zodat wij nu twee uur lang konden genieten. Prachtige werken van Rembrandt, van Gogh, Rodin, Cézanne, Ru-bens enz. Enorme gobelins hingen te stralen van schoon-heid en de speciale expositie van de eieren van Fabergé was overdonderend. Met pijn in ons hart verlieten wij het museum met het be-sef dat wanneer we een hele dag hadden gehad we nog tijd te kort zouden komen. Daarna hebben we heerlijk een paar uur kunnen slenteren door St. Petersburg waarna we na het diner in een speciaal theater vergast werden op een culturele avond. We konden genieten van een jongere uit-voering van Iwan Rebroff en prachtige zang- en dans groepen. Na deze geslaagde avond werden we door Marina keurig op de trein gezet naar Moskou. Ze was zo druk met alle r-lei dingen te regelen dat ze op het laatste moment nog uit de al rijdende trein moest springen. In het vliegtuig vanuit Amsterdam hadden we al kennis gemaakt met twee jonge jongens die allebei iets jonger waren dan onze eigen zonen. Het waren twee opgewekte spontane gasten en het klikte al snel tussen ons. Toen dan ook bleek dat we precies dezelfde combinatie van arran-gementen hadden geboekt besloten we zo een beetje bij elkaar te blijven en dat we in ieder geval bij onze treinrei-zen gezamenlijk in dezelfde coupé zouden kruipen. Dus zo gezegd zo gedaan. Nou daar hebben we geen spijt van gehad. Ze ‘spoorden’ allebei voor geen meter maar hadden het hart wel op de juiste plaats zitten. Het was wel even wennen met bepaalde dingen. Wanneer

Page 6: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 6

De volgende ochtend vroeg werden we met een bus uitge-breid door de stad gereden. Dat was wel leuk want zo kwam je wel op plaatsen waar je nog nooit van gehoord had. Regelmatig kon je er even uit om wat foto’s te ma-ken. Zo zagen we het schitterende standbeeld ter ere van Peter de Grote. Ook het Witte Huis sprak ons wel aan, ik zie Boris Jeltsin nog staan boven op zijn tank. Was dat niet in 1991? Via een souveniersmarktje recht tegen over de universi-teit bereikten we een uitkijkpost van waaruit we een schitterend uitzicht hadden over Moskou. Later op de dag hebben we het gezelschap op het Rode Plein verlaten en hebben we lekker in ons uppie gezworven door Moskou. We hadden op een bepaald tijdstip afgesproken op het metrostation KIEVSSKAJA en na een paar maal vragen waren we precies op tijd op het perron. Alleen de gids was er niet, wel een paar gestresste medereizigers die in een druk gesprek gewikkeld waren met een knappe Russi-sche. Na wat heen en weer geloop arriveerde de gids met veel excuses en konden we naar het Ikonenmuseum. Werkelijk een schitterende collectie, alleen duurde het be-zoek veel te kort. Maar ja, je kan niet alles hebben. Na het diner vertrok het gezelschap naar het station. De trein naar China zou om 21.10 uur vertrekken dus was het zaak om op tijd aanwezig te zijn. En dat was maar goed ook want wat een drukte in het station, ook op de perrons kon je nauwelijks uit de voeten. We vielen wel op hoor, negen-enveertig van die ‘kaaskoppen’ zeulend met bagage en achter elkaar lopend om te proberen bij onze afgehuurde treincoupe’s te komen. Dat was trouwens een van de weinige teleurstellingen tij-dens onze reis. We hadden verschillende arrangementen waar het gezelschap wel groot was maar niet te groot. Maar in dit gedeelte van de reis waren er te veel mensen en dat kan toch een behoorlijke stempel op zo'n reis druk-ken. Achteraf ging het allemaal nog vrij snel en had ie-dereen zijn plekje gevonden. De jongens en wij hadden ons al snel geïnstalleerd, we raakten er al bedreven in, en even later hingen we nieuwsgierig uit het raam om alles in ons op te nemen. Wat een volk het leek wel of heel Mongolië naar huis wilde. Stapels bagage, ongelooflijk wat die mensen allemaal met zich mee sleepten. De Chi-nezen en Mongolen geven een aardig staaltje van organi-satie-vermogen weer. In een lange rij stellen ze zich langs de trein op en binnen de kortste keren is de enorme berg tassen, koffers en dozen in de trein verdwenen. Sommige coupes zitten zo vol gestouwd dat de Russische provot-niks helemaal uit hun dak gaan en dreigen dat ze de trein uit gezet zullen worden. Dus hup daar begon het gesleep

door de trein weer opnieuw en werd een groot gedeelte geherschikt. Op een gegeven moment kon ik het toilet niet meer in omdat daar een lading handel gestouwd was. Later werd het ons allemaal duidelijk wat hier de bedoeling van was. We hadden de coupé vlak achter de diesellocomotief en daardoor dan ook een mooi uitzicht naar achteren. Wat was die trein lang, vooral in de bochten had je daar een mooi overzicht op. Vergeleken met onze eerste nacht in de trein St.Petersburg - Moskou was dit een uitermate smerige trein. Alles zag zwart van de roet en de eerste nacht hadden we allemaal last van onze ogen en luchtwegen. De volgende ochtend werd dan ook een grote schoon-maak gehouden en de jongens stonden op een gegeven moment bij een stop van de trein de dekens uit te klop-pen. Je wilt niet geloven hoeveel stof daar uit kwam. En dan hebben we het nog niet eens over de harde korsten die op de dekens zaten. Daar moet je maar niet te lang over nadenken. Gelukkig werd er door de provotnik (de conducteur die voor jouw wagon verantwoordelijk was) schone lakens en een sloop uitgereikt. Er waren twee vrouwelijke provotnik’s die elkaar om de zes uur aflos-ten en daarna dronken hun bedje in rolden of werden gedragen. Vlak bij hun hokje stond de samovar, een ap-paraat wat met kolen werd gestookt en waaruit je onbe-perkt heet water kon tappen. En er is wat koffie, thee en vooral kant en klare maaltijden bereid bij dat apparaat. De jongens waren helemaal wezenloos van noedels. On-gelooflijk wat die konden verstouwen. Het vervelende verschijnsel deed zich alleen voor dat er een permanente roetaanslag via het raam binnen kwam van de diesel-locomotief en de samovar. Dus met veel kunst en vliegwerk werden de kieren gedicht en toen ging het wel. De eerste vierentwintig uur reden we door Siberië, het was koud en er lag sneeuw. Hoewel het voor de tijd van het jaar (de maand mei) mee viel moest je er niet aan denken hoe laag de temperaturen hier zijn midden in de winter. Het was dan ook koud die eerste nacht en wat ongemakkelijk, maar later werd het gaande weg beter. De eerst dagen zag je alleen maar sneeuw en berkenbos-sen. Ik heb er nog nooit zoveel bij elkaar gezien. Velen stonden met hun wortels in het moeras en het landschap deed zijn best om zijn reputatie waar te maken. Het zag er allemaal somber en verlaten uit. Met het verstrijken van de tijd steeg de temperatuur steeds een klein beetje meer. Onderweg stopte met eni-ge regelmaat de trein, waarna we dankbaar de trein ver-lieten om de benen even te strekken. Nu werd het ons ook duidelijk waarom al die Mongolen en Chinezen steeds met al hun handelswaar door de gang van de trein liepen te zeulen. Ze wilden bij elke stop gewoon de bes-te plek hebben om uit te stappen. Eigenlijk was de trein een rijdende markt. Vaak stond het perron helemaal vol met wachtende

Page 7: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 7

mensen. Niet dat ze met de trein mee moesten, nee ze kwamen iets kopen. Hele gezinnen zo rechtstreeks van het platteland soms dagen gereisd om op tijd hier te zijn. En dan te bedenken dat de trein nooit langer stilstond dan zo’n twintig minuten. En wanneer je dan goed oplet en ziet wat er allemaal gekocht wordt… Jurken, broeken, T-shirts, bh’s en dat allemaal binnen twee of drie minuten want de volgende klant staat al weer te wachten. Ook lie-pen en stonden er veel moedertjes Rusland op het perron om ons zelfgemaakt eten te verkopen. Daar maakten we dankbaar gebruik van, een broodje hier, een stuk worst daar, wat flessen water, bier en wat fruit. Gelukkig heb-ben we ook nogal wat beleg en droog voer mee van huis genomen en dat komt nu goed van pas. Het eten aan boord van de trein is duidelijk niet om over naar huis te schrijven en dat deden we dan ook maar niet. Iedere keer was zo’n stop weer een hele belevenis en keken we onze ogen uit. Toch is zo’n reis een geweldige ervaring. Terwijl ik deze woorden zit op te schrijven zit ik op mijn gemak in de restauratiewagon. Het is vroeg in de middag en zo tussen twee maaltijden is het goed toeven hier. Ik kijk op en zie hoe twee Mongolen de twee serveersters van het restau-rant proberen te versieren. Dat gaat gepaard met veel drank en bovenal gezang. Weemoedige liederen klinken boven het eentonige geluid van de cadans van de wielen uit. Om mij heen zitten niet alleen Mongolen, maar ook Armeniërs, Chinezen, Russen en een Oekraïner. Het is best leuk om zo de sfeer te proe-ven en de ontwikkelingen van nieuwe relaties te zien. Het is alleen jammer dat het met de communicatie niet wil lukken. Veel verder dan ‘hello’ en wat gebarentaal komen we niet. Wat me wel opvalt is dat bijna iedereen erg vriendelijk tegen je is met uitzondering van de Russen. Die komen nogal stuurs en nors over dat zal wel in de aard van het volk zitten! We slapen redelijk goed en de temperatuur is na een paar dagen dermate gestegen dat het korte broeken weer ge-worden is, makkelijk hoor zo’n afritsbroek. Op zo’n af-stand van 1777 km van Moskou is er tijdens een stop een extra locomotief bijgekomen en nu stijgen we uiteindelijk naar een hoogte van 1850 meter, de Oeral dus. Dat werd nog eens benadrukt door Remco, één van de twee jongens uit onze coupé, die mij midden in de nacht wakker maak-te met de mededeling dat hij altijd al zijn hele leven lang had willen poepen in de Oeral en dat hij dat nu gedaan

had. Hilariteit alom. Toch wel prettig wanneer je dit soort mededelingen krijgt. In een langzaam maar gestaag tempo passeren we een mijnbouwgebied. Tussen vervallen industriegebouwen zijn de kenmerkende hoge stellages te herkennen met grote ronde wielen. Het landschap is ook veranderd en we zien nu veel kleine steden en dorpen voorbij glijden die hun bestaan lenen aan de mijn- en houtbouw. Rijk zijn ze er niet van geworden, wat een armoede. Ik heb me laten vertellen dat de mensen die hier in Siberië wo-nen een speciale stempel in hun paspoort of identiteits-kaart hebben. Ze moeten binnen een week terug zijn in hun woonplaats. Moet je eens voorstellen… je bent ge-woon een gevangene van je eigen land. En dat is nu nog steeds zo anno 2000. Net na het ontbijt naderen we de grote stad Omsk, even de benen strekken en nog snel even wat brood en water kopen. Deze grote stad ligt 2716 km van Moskou en met een half miljoen inwoners is het een behoorlijke in-dustriestad. Veel pluimen donkere rookwolken verraden de fossiele brandstoffen industrie. In de omgeving zie je dan ook veel goederentreinen waarin veel kolen en hout ver-voerd worden. Mijn treinenhart gaat helemaal open. Wat een verzameling treinen. De één nog ouder of sme-riger dan de ander. Wanneer we de stad voorbij rijden en door de buitenwijken rijden zie je hoe deze door modderige wegen verbonden zijn. Kleine houten huisjes vormen kleine gemeenschappen met moestuintjes waar-in van alles gekweekt wordt. Alle huizen zijn hier opge-trokken van hout, logisch want het is gewoon het goed-koopste bouwmateriaal wat voor handen is. Rusland le-vert namelijk eenderde van de totale houtproductie in de wereld. Alle huizen hebben kleine raampjes met aan weerszijden houten luiken. Dat verraadt koude winters. Het uitzicht is inmiddels veranderd in een uitgestrekte grasvlakte. De Taiga, veel over gelezen en dan nu in het echt te zien. Precies zo als ik mij dat had voorgesteld, dwergstruiken met af en toe bosjes berkebomen en bloe-men. Het is nu droog maar ik stel me zo voor wanneer het een keer goed geregend heeft dat het hier één grote bloemenpracht is. Maar na een paar uur begint het uit-zicht te vervelen, steeds maar die toendra en na een klein middagslaapje is het alweer tijd voor de avond-maaltijd. Dat is iedere keer weer een verrassing. Je be-stelt wat maar je krijgt toch iedere keer net weer iets an-ders dan de bedoeling was. Ach, het hoort er bij. Omstreeks middernacht stopt de trein weer, ditmaal in Novosibirsk. Een klein nietig plaatsje midden in Siberië en je vraagt je af: waar leven deze mensen van. Op het perron weer de gebruikelijke taferelen van oude mensen

Page 8: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 8

die je iets proberen te ver-kopen. Het karige pensioen wat ze van de staat krijgen is onvoldoende om van te leven. Overal zie je bejaarde mensen de meest vervelende klus-jes opknappen om maar in leven te kunnen blijven. Het drukt je wederom met de neus op het feit hoe goed wij het hebben. Bij de stad Irkutsk wordt nog even kort gestopt net lang genoeg om een enorme opslagplaats te zien van gepar-keerde treinen. Ook een grote hoeveelheid treinen ston-den duidelijk op de sloop te wachten. Het gaf me een triest gevoel om zo veel troosteloze eens zo machtige ma-chines te zien wegroesten. Een meer aansprekend voorbeeld van het verval van Rus-land is haast niet voor te stellen. De volgende ochtend begon met vroeg opstaan. Want we zouden vandaag bij het Baikal Meer aankomen. Slaperig steken we ons hoofd uit het raam om één van de hoogte-punten van de reis te aanschouwen. Frisse en schone Si-berische lucht stroomt door de openstaande gangramen de trein binnen. De bergen worden hoger, de bochten van de rails scherper en dan zien we het grootste en diepste zoet-watermeer ter wereld: het Baikal Meer. Traag rijdt de trein uren langs het meer en bij iedere bocht hebben we weer een ander prachtig uitzicht. De vierde lange dag brak aan in de trein, en de gebruike-lijke ochtend-taferelen deden zich voor, slaperige gezich-ten, heet water halen voor de koffie, beddegoed opbergen, coupé opruimen en een rij voor de wasruimte. Wij vol-staan met douchen met de deo-roller en een natte was-hand over het gezicht. Vanavond gaan we lekker echt douchen in het hotel. Na zo’n drie dagen in de trein is dat wel lekker. Zeker nu het vandaag nog warmer gaat wor-den. We zijn nog bij lange na niet op onze eindbestem-ming maar we zijn nu al blij dat we de reis niet een maand later ondernomen hebben. Het afval leveren we in bij de provotnik die het op haar beurt met veel kabaal tussen de twee wagons op de rails kiept. Dat dit al jaren gebeurt is duidelijk te zien, het tra-ject langs de trein moet zo langzamerhand de grootste vuilnisbelt zijn van Rusland. Het landschap wordt nu nog onherbergzamer en ruiger. We merken dat ook hier vandalisme is, tijdens de door-tocht van een dorpje wordt een ruit ingegooid. Gelukkig is het dubbelglas en wordt het niet koud in de wagon maar je schrikt je rot van zo’n klap. Omdat we aardig ge-stegen zijn, zien we hier en daar een dik pak sneeuw tus-sen de bomen liggen. We zijn opgehouden om in de restauratiewagon te gaan eten en leven nu op pakjes noedels, fruit en alles wat

maar verkrijgbaar is bij de moedertjes op de perrons. In Oerlan Oede, zo’n 5647 km van Moskou stopt de trein ‘s-avonds om 21.00 uur in het pikke donker bij de grens van Rusland en Mongolië. Hier wordt de trein ge-splitst in de Trans Siberië Express, die om Mongolië heen rijdt, de Trans Mongolië Express, waar wij in zit-ten, rijdt dwars door Mongolië naar beneden en de Trans Mantsjoerijë variand. Snel even het perron op om onze roebels tegen een redelijke koers in te wisselen en wat flessen water in te slaan. De paspoorten- controle liep redelijk snel dus we had-den goede hoop op een snelle door- tocht. Mis dus. De douane kwam aan boord. De buiten- en tussendeuren moesten dicht. De toiletten waren al dicht want dat is gebruikelijk op ieder station, en erger nog de ramen moesten dicht. En het werd maar warmer en warmer. Er stonden zelfs soldaten voor elke wagon die er streng op toezagen dat alle ramen dicht bleven. Lijdzaam zaten wij de lange zit uit. Om twaalf uur werd Sonja, een mede reizigster, jarig en vrolijk hebben we onder het genot van een glaasje champagne haar verjaardag gevierd. Eindelijk om 01.30 in de nacht begon de trein weer te rijden. Dus ik naar bed. Per slot van rekening had ik nu een stempel in mijn Russische visum. Jammer dus want na een half uur stopt de trein weer en werd ik wakker gemaakt door een paar vriende-lijke Mongoolse exemplaren van de grenspolitie. Nadat de paspoorten wederom in orde waren bevonden, deze keer werden ze meteen afgestempeld en niet meegeno-men, kwamen daarna drie mensen in uniform aan boord van de trein. Eén van hen was een goed uitziende dame die met veel kabaal een verplichte verzekering begon te verkopen. Na de tweede coupé brak er enige tumult uit. Wat bleek één van de medereizigers weigerde om zo’n verzekering van 20 dollar te kopen. Tenslotte waren we al verzekerd en was dit volledig overbodig. Witheet ver-trok de diva met haar gevolg en we hebben haar nooit meer terug gezien. Achteraf duidelijk een geval van op-lichterij dus. Wel een hoop consternatie en onzekerheid in de wagon. Kortom een wat vervelende kennismaking met Mongolië, maar oplichters heb je overal.

wordt vervolgt Dick de Jong

Page 9: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 9

Geachte redactie, Onlangs kreeg mijn echtgenote op een veiling een bronzen slagpenning met een diameter van 50 mm, ontworpen door de bekende kunstenaar Chris van der Hoef,in haar bezit. Op de voorzijde ervan is een op periscoopdiepte varende onderzeeboot te zien, met de periscoop op. Op de achtergrond zijn twee zeilende vaartuigen te zien en enkele meeuwen in de lucht; in het water nog een dolfijn. Op de voorgrond onder de boot het wapen van Zeeland, geflankeerd door de jaartallen 1906 en 1931 en als randschrift "LUCTOR ET EMERGO". Aan de keerzijde staat in het midden een gekroond onklaar anker en langs de rand "NEDERLANDSE ONDERZEEDIENST" en "25 jarig bestaan". Noch bij Maritieme Historie van de Marinestaf, noch bij het Marinemuseum is er iets over bekend en ook in het gedenkboek over de OZD 1906-1966 is er niets over te vinden. Het enige dat ik erover te weten ben gekomen is, dat de penning geregistreerd staat bij het Koninklijk Penningkabinet. Ik vraag mij af of er onder uw leden nog mensen zijn die meer over deze penning weten of er misschien nog één bezitten. Ook ben ik wel benieuwd te weten wat de oplage is geweest en in wiens opdracht de penning destijds is gemaakt. Wellicht zou het nog een idee zijn een nieuwe penning te bedenken voor het 100 jarig jubileum in 2006! Wellicht is het interessant er iets over te publiceren in "Klaar Voor Onderwater". Hoogachtend, H.Harmsen KLTZ b.d. [email protected]

AAN de Redactie van 'Klaar voor Onderwater Ref: KVO 74-ingezonden brief Hr. H.J.G. Floor Geachte Redactie, Met betrekking tot het overlijden van matroos 3 W. Termoshuizen kan ik u het volgende mede-delen: In oktober 1939 vertrokken Hr. Ms Kinsbergen, Hr. Ms. 0-19 en Hr. Ms. 0-15 vanuit Den Helder naar zee met bestemming West-Indië. Matroos Termoshuizen was geplaatst aan boord van Hr. Ms 0-19. Halverwege de Atlantische Oceaan belandde het smaldeel in een zware storm. Tij-dens deze storm kreeg matroos Termoshuizen opdracht, waarschijnlijk zonder zwemvest aan, enige werkzaamheden te verrichten aan dek. Hij is daarbij overboord geslagen en werd, vanwege de hoge zeegang niet meer gezien. Er is nog gerui-me tijd naar de drenkeling gezocht, helaas zonder resultaat. Ik meen met deze toelichting de vraag van de heer Floor voldoende te hebben beantwoord.

U vriendelijke groetend

C. van Toor

Page 10: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75

Geachte redactie, Op 11 oktober had ik het genoegen aanwezig te zijn op de Reünie van Hr.Ms. Dolfijn, te Breukelen in Hotel Breukelen. Wij werden ontvangen door de heren: Gijs Swart en Rinus Peperkamp, die na maanden lang speurwerk deze Reünie voor ons geregeld en georganiseerd hebben. Met deze bemanning zijn wij met onze commandant Roelen in 1962 naar Nieuw Gunea geweest. Na de koffie en cake, waar een ieder gelukkig een naamkaart-je op geprikt kreeg, want dit was na 38 jaar weerzien. Na de nodige bekendmakingen over het verloop van de georganiseerde Reünie schrik je toch als je hoort dat er reeds 14 bemanningsleden overleden zijn. Helaas was Schipper Geertsen door ziekte afwezig, hij bood ons allen een drankje aan wat in dank aangenomen werd. De heer Roelen gaf een verfijnd verslag van ons werk in Nieuw-Guinea, waar tevens door hem een speciale vlag werd aangeboden aan Rinus Peperkamp. Met het bijpraten, foto's kijken, en het uitwisselen van email adressen werd de-ze voortreffelijke dag natuurlijk afgesloten met een heerlijke Rijsttafel. Na deze dag kon ik met trots terugkijken op een mooie tijd bij de Onderzee-dienst. Verders wens ik u allen die dit lezen nog een gezond en goed 2001 toe.

Gerard Eijkhout, (matr 1)

Hoogvliet 30-11-2000 Geachte redactie, Even een reactie op het verhaal van de Hr.J.J.Vaesen over de onderzeedienst-basis aan de Waalhaven in Rotterdam in blad KVO-74. Ik denk dat vele reünisten nog geen eens weten waar de Waalhaven in Rotter-dam ligt. Zelf zwom ik al naast de bunker op het kleine zandstrandje, nog voor-dat ik bij de marine ging. Hij vroeg zich af of er contact was tussen Charlois en de onderzeedienst. Dat was er heus wel o.a. niet alleen de lucht van de bakkerij, maar ook de dames hebben we van dichtbij meegemaakt. Als er wel eens wat voor de bemanning werd georganiseerd b.v. de “Dutch Swing college band”, dan werden die dames uitgenodigd. Buiten het O.S.en O gebeuren amuseerden wij ons ook in Charlois. Voor de meeste ontspanning moesten wij het buiten de basis zoeken en wel in de gele-genheden zoals:Tante Pietje, Café Lijn Twee, Café Rein Kokken en veel van dat soort zaken. Toch heb ik veel goede herinneringen aan de basis. Toen was de saamhorigheid heel groot. Onlangs heb ik samen met Hr. Swart een reünie georganiseerd met de beman-ning van Hr.Ms.“Dolfijn” uit 1962 in Breukelen, deze mag zeer geslaagd ge-noemd worden. E.e.a. is buiten medewerking van de bestaande onderzeedienst of Reünisten vereniging om gedaan. Mijn droom is uitgekomen, ik ben er heel trots op. Groeten, Rinus Peperkamp (de Peuk)

Pagina 10

Page 11: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 11

“De burgervaders stonden zelf

onder druk om de stad en haven weer op gang te

brengen”

(Vervolg van pagina 1) logementschip. Het barakkenkamp was namelijk nog bezet door een Engelse legereenheid. De kustvaarder werd bij de munitiebunker gelost en heeft daar-na nog een aantal vaarten op en neer gemaakt. De eerste taak was de bun-kerruimten klaar te maken voor ge-bruik en installatie van het overgevaren materieel. De prachtige geallieerde vo l-treffer had niet alleen een groot gat in het dak geslagen, maar de schok had vele scheuren in dak en wanden elders veroorzaakt. Het regenwater liep langs de muren. Met eigen middelen en hard werken werden de ergste lekken ge-stopt onder andere met een hele hoop pek. Van de lokale autoriteiten was, zo-als begrijpelijk, geen hulp te krijgen. De burgervaders stonden zelf onder druk om de stad en haven weer op gang te brengen. Wel kregen wij arbeiders in de vorm van gevangenen (NSB ’ers en diegenen die “fout” waren geweest ge-durende de bezetting). Bewaking - ook van de bunkers- lag in handen van de gewapende burgers van de “Binnenlandse strijdkrachten” de B.S. Van het barakkenkamp werd een ruwe schets gemaakt voor de OZD leiding in Dundee. Medewerking van de Enge l-sen stond op een laag peil. Wel beloof-den zij ons tijdig te waarschuwen wan-neer ze vertrokken, maar ook dat bleek teveel. Op een avond werd ik gewaarschuwd dat het zo stil was in het kamp, iemand had een deur de achterpoort zien uit-wandelen. Inderdaad het kamp was leeg. Snel de achterdeur op slot. We waren net op tijd; het kamp was nog in redelijke staat. De B.S. hadden wij toen al bedankt, evenals de gevangenen die toch al nooit veel aan arbeid hadden opgeleverd. De energie en de stemming

van de K.M. bemanning verdiende alle lof; er werd met de weinige middelen in korte tijd, enorm veel werk verricht. Nu het barakkenkamp beschikbaar kwam, begon de OZD uit Dundee pas goed leeg te lopen; de aldaar uit dienst gestelde onderzeeboten, zoals de oude O-boten en Hr. Ms. Dolfijn werden overgevaren De operationele boten waren nog in het Verre Oosten. Het werd voor mij tijd om weg te wezen en vertrok op verzoek naar Nederlands Indie. Na vier jaar- tweede helft 1950- keerde ik, op mijn verzoek, weer terug bij de OZD Waalhaven. Ik trof de situ-atie aan zoals beschreven door de heer Vaessen. Ik vond er de groene keet die er oorspronkelijk niet was. Er werd ge-lukkig weer gevaren. Acht jaar later was mijn OZD tijd ten einde. Voordat ik vertrok kreeg ik nog de volgende opdracht: probeer uit te vinden of er nog een oplossing is zodat de OZD in het Rotterdamse (nabij de RDM) kon blijven. Het was een hopeloze taak. De Rotterdamse leiders hadden natuurlijk alleen belangstelling in het econo-misch gebruik van het gebied. De Ma-rineleiding wilde ons in Den Helder hebben, aan de oude haven stond al een gebouw op ons stond te wachten. Het enige aanbod was een nog te gra-ven haventje midden in het eiland Ro-zenburg. Dit was zo onaantrekkelijk dat wij daar niet op in konden gaan. Zo ging de OZD naar Den Helder waar zij eigenlijk veel beter af was.

John Fennema KTZ b.d.

Rectificatie KVO-74: Pagina 1 September 2000 moet zijn: December 2000

Page 12: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75

“Dit was wel eens moeilijk vooral met

de voelbaar stekende ogen in je

rug van de chef onderwaterbedrijf”

OZD-5 De lessen gingen gestaag door. Aan de duikroeren leerde je het trimmen van de boot. De voorduikroerganger was daarmee belast. De grote trim werd ge-daan door de HMK, nadat verschillen-de gewichten aan boord werden ge-plaatst zoals bunkers, voeding ,water, etc. Het z.g. aftrimmen werd gedaan op periscoopdiepte. Het doel was de boot constant op die diepte te houden bij zeer langzame vaart, helling nul en beide roeren op nul. Maar dit was bijna nooit haalbaar dus moest je door mid-del van beide roeren de boot op diepte houden. Nu kon je door de stand van de beide duikroeren te bezien wat er met de boot aan de hand was. Was de boot geheel te zwaar, of te licht of voor of achter te zwaar of te licht of in beide gevallen? Naar gelang de stand van beide roeren kon je door middel van de waterverdeelbak en of hogedrukbal-lastpomp de boot trimmen en dit was wel eens moeilijk vooral met de bijna voelbare stekende ogen van de chef onderwaterbedrijf in je rug. Soms moest een torpedo worden doorge-draaid, op zee gebeurde dit dan ook meestal onderwater op ± 30 mtr. Een telefoontje kwam dan uit de boegbuis-kamer voor permissie een torpedo te-rug te halen. De chef onderwaterbe-drijf moest dit weten maar ook de bei-de duikroergangers in verband met de trim. Als we van de korporaal torpedo-maker wel eens op ons donder kregen voor een of ander akkefietje dan gaven we in zo’n geval recu d.m.v. de helling van de boot. Zodra men in de boeg-buiskamer (in het vervolg BBK) toe-stemming kreeg om de torpedo terug te halen dan gaf de achterduikroerganger wat helling voorover zodat men in de BBK de torpedo niet uit de buis kreeg. Kort daarop kreeg men in de centrale een telefoontje uit de BBK of we geen helling nul konden sturen. Ook bij tor-pedo terugvoeren in de buis hetzelfde

geval maar dan in omgekeerde rich-ting. Meestal wist ik hoe laat het was wanneer ik weer in de BBK kwam. “Jij bent toch afgeoefend onderzeeboot man en daar krijg je nog wel toelage voor ook. Je begrijpt zeker wel wat er voor je in het vat zit”. “jawel korp”, “nou wat dan” “toch geen buis schoon-maken korp want ik ben nog niet aan de beurt.” “Nou omdat jij zo goed kunt sturen ben jij de uitverkorene”. Dit was een behoorlijke rot klus. We hadden voor 4 buizen, 2 boven en 2 onder. De bovenbuizen waren 45 cm. de onder-buizen 53 cm. Voor het schoonmaken van de buis kleedde je geheel uit op je pendek na, dan trok je een zeildoekse broek en kiel aan, die waren iets meer buigzaam dan een van ijzer. Je begon met een looplamp, een blik met gasolie en oude lappen de buis in te gaan. De bedoeling was om de oude axiumolie binnenkant buis af te wassen met in de gasolie gedrenkte lappen. De olie kwam natuurlijk op de hete looplamp wat een verstikkende damp veroor-zaakte, daarna inspectie van de korp, dan wederom erin met schuurpapier en een blik gasolie de binnenkant van de buis schuren daarna voor de derde keer er weer in om de buis met axiumolie in te vetten. Na inspectie van de korp, “dat heb je goed gedaan schollekop, kon beter, de volgende buis mag je ook doen”. Nu moet U niet denken dat on-ze korp, zo? ijzervreter was, het was een van de meest sympathieke mensen die ik ooit heb meegemaakt en ik weet dat ik niet alleen voor mezelf spreek, we mochten hem allemaal heel graag. Ik had dan ook iets met torpedo's, ik sliep er nl. vlak naast in de BBK. Soms met slingerend schip lag mijn deken meer over de torpedo dan over mijzelf. Dit gold dan ook voor iedereen die naast een torpedo sliep, vette dekens dus. Het gebeurde dan ook wel eens in een droom dat je je arm om een hele mooie Cornelia sloeg met alle ver-

Pagina 12

Belevenissen van een zeuntje”Hr.Ms. 0-9” vervolg KVO-74)

Page 13: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 13

wachtingen van dien, maar dat dit dan een torpedo bleek te zijn en het mo-ment waarop je hoopte uitbleef. OZD-6 Een wat minder prettige ervaring deed zich voor aan boord. Wij hadden een korporaal machinist die nog wel eens grapjes maakte over de oorlog. Als we onderwater zaten en het was rustig in de centrale en de korporaal met zijn rug tegen de luchtverdeelbak zat, zijn armen uitgestrekt over de kleppen met een glimlach zei: “heb je het al ge-hoord, Hitler heeft een nieuw geheim wapen uitgevonden, als alle Duitse on-derzeeboten gelijktijdig onder water gaan overstroomd Engeland”, of een andere keer: “Wanneer alle Duitse vliegtuigen de lucht in gaan moeten de kraaien hier gaan lopen”. Een maat van me zei: “dat is dan goed want als Enge-land overstroomd, dan kunnen die mof-fen het nooit bezetten”. Daar was ie-dereen in de centrale het mee eens. Dat dit nog eens ernstige gevolgen voor hem zou hebben kon niemand bevroe-den. Op een keer kwamen wij terug op onze basis in Rothesay en daar lag de “Volendam” ten anker. De “Volendam”, onderweg naar Ame-rika met kinderen uit het zwaar gebom-bardeerde Londen was getorpedeerd en naar binnen gesleept door een Neder-landse sleepboot, ik meen de Thames, lag daar met een groot gat in de boeg. Met de whaleboot van ons moeder-schip zijn wij er nog langs gevaren, wij konden zo door dit gat heen roeien. Waarschijnlijk had onze korporaal aan de wal dezelfde grapjes verteld aan twee linnendames van de “Volendam”. Enige dagen daarna was het plotseling “alle hens” en moest de gehele beman-ning aan dek aantreden, vervolgens kwam de Cdt. de Oudste Officier met twee dames en de Adjudant der Mari-niers Klinkhamer. Zij liepen langs de aangetreden bemanning. De stoet stop-te voor de betreffende korporaal en we-zen hem aan. Wat er gebeurd was wis-

ten we niet en kwamen er ook niet ach-ter. Onder bewaking van de Adjudant werd de korporaal met plunjezak afge-voerd. Wij in de BBK vonden het ver-schrikkelijk en wij hoopten zoiets nooit meer mee te maken. Wij verloren een vrolijke lachebek die we als jonge ma-troosjes zo hard nodig hadden. Na de oorlog ontmoette ik hem en hoorde wat er met hem gebeurd was. Hij was in een streng bewaakte gevangenis gezet. Na een tijd verhoord te zijn geweest kwamen de Engelsen er achter dat hij geen gevaar was voor het land. Men vroeg hem of hij voor de oorlogsindu-strie wilde werken. Om een lang ver-haal kort te maken, de korporaal werd tewerkgesteld in een ammunitiefabriek, na een halfjaar werd hij daar chef. “Ik had het daar echt wel naar zijn zin, ik had de leiding over 150 cornelias”. Ge-durende de oorlog op de Atlantic werd veel verlies van koopvaardijpersoneel geleden. Hem werd gevraagd om als machinist te gaan varen. Na een jaar voer hij als hoofdmachinst op een Li-berty. Al met al vond hij het jammer dat het zo gelopen was. Hij was nog steeds verliefd op de OZD. Eens een OZD man altijd een OZD man. Op de Cyclops, ons moederschip, was ik op weg naar het kombuis om koffie te ze t-ten en passeerde ik de torpedowerk-plaats, de deur stond open en ik zag daar een torpedo dwarsscheeps liggen met vrij veel marinemensen eromheen en ook veel burgers, toen ik naderbij kwam zag ik dat bijna de gehele bo-venkant open lag, ik meende een soort accu’s te zien over bijna de gehele lengte. Zeer rap werd ik weggestuurd “what the hell you are doiing here and get the hell out off here”. Ik meen dan ook dat ik de eerste Nederlander was die een elektrische torpedo had gezien. Deze torpedo kwam m.i. uit de Kolen-damp en was dus bijzonder kostbaar, daar mochten geen pottenkijkers bij. OZD-7 Wanneer men langdurig onderwater zat en het rustig was in de centrale werd er

“Onder bewaking van de Adjudant werd

de korporaal met plunjezak

afgevoerd”

Page 14: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 14

door de leiding n.m. de chef onderwa-terbedrijf diverse vraagstukken opge-geven, zoals een muis in stuurboords bovenbuis voor, door diverse leidingen zoals ballast, lens, trim en lagedruk, brandstof, door fictieve verbindingen aan te leggen en het openen en sluiten van diverse kleppen, in de hekbuis te krijgen. Zodoende verkreeg een ieder kennis van zijn boot. De bezetting van de centrale bestond meestal uit 4 à 5 man n.m. chef onderwaterbedrijf, luchtverdeelbak , waterverdeelbak en de twee duikroergangers. De verticale roerganger stond meestal in de toren. Onze chef onderwaterbedrijf kon ver-schillende letters niet zo vlot uitspre-ken. Het volgende geschiedde: de chef “zeg schol, schollekoppie hoeveel rok-ken hebben die schee. sch, sch, Sche-veningse vrouwtjes nu eigenlijk aan want dat moet jij wel weten met je melkbekkie”. Schollekoppie tegen de voorduikroerganger: “ik geloof dat de Sergeant de s niet kan uitspreken”. “Je moet je k.k.k.kop is houden en beter op je helling letten”, aldus de Sergeant. Met de k heeft hij ook moeite Albert, dit was vragen om moeilijkheden en die bleven dan ook niet uit. “Zo zet de voorduikroeren maar op nul, de diepte-meter af en nu mag de achterluikroer-ganger de boot op 30 meter houden met helling nul“. Dat was een moeilij-ke klus want je moest de boot ook nog trimmen indien dit nodig was. Daar was een middel op en dat wil ik wel vertellen als je he t niet doorgeeft en belooft dit zelf nooit te doen. Af en toe droom ik ervan en wordt bezweet wak-ker wat er niet allemaal kan gebeuren. Op de luchtverdeelbakkast zaten 4 blaaskleppen en 4 binnenboordsvents van de 3 hoofdtanks en de duiktank. Op de hoofdtanks zaten voor iedere tank een manometer die de druk in de tank aangaf dus in feite een diepteme-ter. Die manometers waren in zicht van de duikroergangers. Gaat er al een lichtje branden. Schollekoppie deed zijn klomplaarsjes uit wat bij de chef protest uit lokte en zei dat hij zijn gas-

masker nodig had. Nu kon de achter-duikroerganger met zijn tenen het klei-ne klepje van zijn dieptemeter dicht zetten op het moment dat de boot op precies 30 meter zat. Na enkele ogen-blikken wees de manometer 3.2 aan dus gaf schollekoppie 2 graden helling achterover wat weer commentaar uit lokte van de chef “blijf nou is met je po po pootjes van dat roer af, nou blijft die boot op een of andere manier op diepte en nou moet jij weer met dat roer ritselen”. “ik denk Sergeant, dat het zoutgehalte iets minder wordt dus minder opwaartse kracht”. “Dat is de bloody limit”. Zijn verdere uitdrukkin-gen durf ik niet te herhalen want dan kom ik in de clinch met de baksorder. De manometer ging gelukkig naar 3.0 atm. en schollekoppie zette als de blik-sem zijn dieptemeterklepje open .Eventjes een soort automatische stuur-inrichting, eens en nooit meer. De BB kamer meldde zich en vroeg om een torpedo terug te halen, gelukkig werd ik afgelost. OZD-7 Het kwam vaak voor dat wij plotseling op 24 uur of 48 uur notice moesten lig-gen i.v.m. vijandelijke activiteiten. Medio januari 1942 kwam er een 48 uur notice order. Er werd direct begon-nen met de bootpatrouille klaar te ma-ken, bunkers, voeding en munitie werd aan boord genomen, alle torpedo’s werden doorgedraaid, lucht en batterij-en bijgeladen. Zodra wij klaar waren vertrokken wij naar zee, als locomotief deed dienst naar ik meen een Franse gewapende treiler genaamd Parnassus. Alle onderzeeboten in de omgeving van de Britse eilanden kregen zo'n es-corte, dit ter bescherming van aanva l-len van eigen vliegtuigen. Langzaam sijpelde het door dat wij op weg waren naar het Engels Kanaal, waarschijnlijk zouden de Duitse slagschepen, door de bombardementen van de RAF, Prest verlaten, zij zouden dan opgevangen worden door een ring van onderzeebo-ten en natuurlijk hopelijk tot zinken

“Af en toe droom ik er van en

wordt bezweet wakker wat er niet allemaal

kan gebeuren”

Page 15: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75

“De boot was simpel niet geschikt

om patrouilles te maken ze was te

oud”

Pagina 15

worden gebracht. In de buurt van Lands End verliet de Fransman ons en gingen wij alleen verder. Diezelfde middag of de andere dag kregen wij machineschade en moesten wij de pa-trouille opzeggen, dit tot grote spijt van de bemanning die hoopte enig succes te boeken, jammer genoeg ging dit we-derom niet door. De boot was simpel niet geschikt om patrouilles te maken zij was te oud. Wij kregen opdracht naar Pembroke Docks te gaan voor re-paratie. De dag voordat wij aankwa-men was Pembroke Docks gebombar-deerd en was er vrij veel schade aange-bracht dat waren we in ieder geval mis-gelopen. Nadat de machineschade was hersteld keerden wij terug naar onze basis en vervolgden wij onze antion-derzeebootbestrijdingsoefeningen met de bovenwaterschepen. Begin februari kregen wij enige dagen verlof. Ik ging naar Leuchars in Schotland, een vlieg-veld van Coastal Command, alwaar mijn broer als boordschutter-telegrafist bij het 320e Squadron dienst deed. Mijn broer vroeg aan de leiding of ik daar enkele dagen mocht blijven, dit werd altijd toegestaan, de sfeer was heel gemoedelijk. De situatie voor mij was dan ook gratis kost en inwoning wat ik best gebruiken kon als matroos-je 3, wat een uitkomst. De middag na mijn aankomst zouden wij na een potje voetbal gaan wandelen (stappen) in Sint -Andrews. Even voor dat wij wil-den weggaan werden alle verloven en permissies ingetrokken. Vliegtuigbe-manningen kregen opdracht zich, met vlieguitrusting, te melden in de Brie-fing Room, die mogen dan na de brie-fing met niemand meer, buiten de ei-gen bemanning om, in contact komen. Het was enkele leden van het squadron opgevallen dat vliegtuigen van het Ca-nadese squadron (247 ?) waren ver-trokken en niet teruggekeerd waren, wat was daar mee gebeurd? De andere dag stond in de krant en over de radio werd gemeld dat 3 Duitse schepen van-uit Prest door het Kanaal waren geko-men. Na ongeveer 2 dagen kwamen de

gebriefde bemanningen weer opdagen. Gevraagd wat er aan de hand was, maar daar kwam geen antwoord op. De andere dag hoorde ik een gesprek tus-sen enkele bemanningsleden: waarom mochten zij niet naar die verdomde Duitsers toe, waren de Engelsen bang dat zij succes zouden kunnen hebben? Het bleef een groot vraagteken en zal altijd wel zo blijven. Er waren toch wel rare toestanden bij de Koninklijke Marine. De laagste rang van vliegtuigbemanningen bij de RAF was onderofficier, dit in verband met een eventuele krijgsgevangenschap waardoor zij dan ook een behandeling zouden krijgen als Onderofficier. Niet bij 320e, daar vlogen de boordschutters en telegrafisten nog als matroos 3 en matroos 2 en 1. Deze jongens hingen boven de konvooien op de Atlanti-sche - Oceaan, vlogen over en nabij de Deense en Noorse kust, vertrokken meestal ’s avonds, en met veel geluk kwamen ze midden in de nacht weer terug, er was dan niets, geen sandwich, geen warme beker thee. Wel werden zij ’s morgens om 7 uur gepord door de Sergeant Kerkhof dat zij hun nest moesten uitkomen. Op hun verzoek of zij wat langer konden blijven liggen omdat zij net van Noorwegen waren gekomen, was het antwoord van onze edele vriend dat hij daar geen moer mee te maken had, eruit. Toen de Ca-nadezen daar lucht van kregen boden zij aan om na terugkomst van vluchten bij hen op verhaal te komen en gebruik te maken van hun Messroom. Er be-stond dan ook een innige band tussen de twee Squadrons. Gelukkig liet Prins Bernhard zich regelmatig zien, die zij bijna aanbaden, en klampten hem dan ook aan, vertelden hem de nare toe-standen en of zij niet bevorderd konden worden. Een paar maanden daarna werden zij bevorderd tot korporaal. In een brief schreef mijn broer dat ik voor hem in de houding moest staan en voor hem moest groeten, ik schreef hem terug of hij een klap voor zijn kop wou hebben

Page 16: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 16

en vroeg hem of hij wist met welke hand hij moest groeten, hij was net zo-veel militair als tien die het niet waren. Het was n.m. zo, in 1940 voer hij als matroos op Ms. “Berenice” van de KNSM, het schip was op weg van Bor-deaux naar Engeland met vluchtelin-gen waaronder schrijver Marsman en zijn vrouw. Zij werden in het Engels Kanaal getorpedeerd. Het schip zonk bijna direct en van de 49 personen wa-ren er 7 overlevenden waaronder Marsman en zijn vrouw. Met twee op-varenden waaronder mijn broer, heb-ben zij Marsman en zijn vrouw op het vlot weten te trekken, later zijn zij op-gepikt door een Nederlandse coaster. De heer Marsman is op die Coaster overleden. Bij aankomst in Falmouth was er gelegenheid om zich te melden bij de Marinevliegdienst wat mijn broer ook prompt deed. Niet omdat hij de Duitsers zulke aardige mensen vond. Nog voordat hij wist wat links of rechtsom was zat hij al in de lucht bo-ven de Atlantic en Noordzee, vandaar dat groeten. OZD-8 Daar de “O-9” een oude boot was en veel onderhoud nodig had moest zij re-gelmatig het dok in voor reparatie. Het was dan ook een drukte van belang, bemanning en burger personeel waren bezig met reparaties. Alvorens de boot in het dok ging werden torpedo's en eventueel munitie van boord gehaald. Soms kregen wij, matroosjes, opdracht om de blikjes met noodvoeding, die tussen de spanten in de brede zij lagen, er uit te halen en te controleren op roestplekken en mogelijk bol staan. Wij brachten deze blikken naar de goedang (een tijdelijke bergplaats voor inventaris) en kregen opdracht om de blikken droog te maken, de roest te verwijderen en de geborstelde gedeel-ten een kwastje menie te geven. De blikken die bol stonden prikten wij door waardoor er een verschrikkelijke rottende lucht vrij kwam. Op de etiket-ten van de blikken, soms waren de eti-ketten er af, stond de inhoud n.m. an-

dijvie met klapstuk, erwtensoep, scheepsbeschuit en dat zij bestemd wa-ren geweest voor de mobilisatie 1914-1918. Gevraagd aan het gezag wat er met deze blikken gedaan moest wor-den kregen wij de order dat zij weer te-rug naar boord moesten. Een keer na-dat er een foutje in de “eeltschroe'erij” (kombuis) was, moest er van noodrantsoenen gebruik ge-maakt worden. Een paar blikken scheepsbeschuit, voorbestemd voor de mobilisatie 1914- 1918, werd openge-maakt en in de week gezet, daarna op-gewarmd en enkele blikjes Nestle melk aan toegevoegd. Dit was dan de mid-dagmaaltijd. Een matroos eerste klas maakte daar aanmerkingen over. De voedingscommissie hield beraad en vond bereiding, kwantit eit en kwaliteit ruim voldoende en vroeg aan onze ma-troos eerste klas wat voor reclames hij had. Die zei: “het is niet te vreten”. Dit kostte hem enkele dagen verzwaard ar-rest met waarneming van dienst. Men kon ook wel eens lachen. Op de kade waarlangs wij afgemeerd lagen stond een machinewerkplaats waar diverse reparaties werden uitgevoerd. In de BB kamer was een onderwaterkanon aan-wezig, was in onderhoud geweest en zou uitgeprobeerd worden. Het onder-waterkanon werd gebruikt om smoke-candles naar de oppervlakte te verzen-den om je aanwezigheid kenbaar te maken wanneer je onderwater zat. Dat kanon zou nu beproefd worden. Er werd een smokecandle, soort rook-bommetje, in gedaan en met een klein beetje lucht zou men hem afvuren en aan dek zou iemand staan om hem op te vangen als hij uit het kanon kwam. De korp. torpedemaker stond beneden, mijn maatje Piet zou de smokecandle opvangen. Zo gezegd zo gedaan. De korp. “Komtie al Piet” “Nog niet een beetje meer lucht korp”. “Komtie nou al Piet”. “Nog niet korp”. “Verdomme wat is er aan de hand met dat rotding”. “Piet ik zal nog een schotje meer lucht geven, vang hem dan maar op”. Dat was niet meer nodig want onze smoke-candle ging met een prachtige boog

“We kregen opdracht om de

blikken schoon te maken, de roest te verwijderen en de geborstelde delen een kwastje menie

te geven”

Page 17: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 17

door de lucht en belandde door het glazen dak in de werkplaats. Het on-geluk wilde dat er reeds een half uur airraidwarning yellow (eerste phase van luchtalarm) was gemeld. De gehe-le meute uit de werkplaats stoof naar buiten en vervloekte de Duitsers naar de eeuwige jachtvelden. Iemand zei “Look the bloody bomb dindn’t ex-plode, look out and get out of here”. Naar buiten gekomen riep een van de werklui: “You got an AA gun, (is luchtafweer), on deck why don’t you shoot those basterds down”. Daar niemand van ons reageerde en wij stonden te lachen drong het langzaam tot onze Schotse vrienden door wat er gebeurd was en de vervloekingen een-maal de Duitsers toegewenst, troffen nu ons. Veel later kwam ik met een koopvaar-dijschip in dezelfde plaats waar dit voorval plaats vond en ik op het kan-toor van onze agent moest zijn. Daar ontmoette ik de kleindochter van ie-mand die in de bewuste werkplaats aanwezig was en dat hij zijn kleinkin-deren vertelde dat de Duitsers juist die plaats bombardeerden omdat daar een

onderzeeboot lag en dat een Duitse bom in de werkplaats terecht kwam maar gelukkig niet explodeerde en dat hij dat zo gemeen vond dat de Bloody Dutch daarom stonden te lachen. Iede-re keer als hij daaraan dacht na de oor-log ging hij naar de pub en nam een pint en een nip en prijsde zichzelf ge-lukkig. Dit is hem dan ook fataal ge-worden. Haar heb ik dan ook het juiste verhaal verteld, daar kon zij hartelijk om lachen. ’s Avonds zijn we ook maar even naar de pub gegaan. W. Verbaan wordt vervolgt

Bekendmaking

Leden van onze vereniging worden in staat gesteld de do-denherdenking bij ons monu-ment op de onderzeedienst op 4 mei a.s. bij te wonen. Het bijwonen geldt alleen de officiële plechtigheid. Opgave via de 2e penning-meester M. van Dwingelen.

De secretaris

“Onze smokehandle ging met een prachtige

boog door de lucht en belande door het glazen

dak in de werkplaats”

Page 18: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75

Wapen O-21

Dit is het oudste embleem, in 1940

ontworpen door de commandant van

Hr.Ms. O-21, de luitenant ter zee 1

Johannes Frans van Dulm.

Dit oudste embleem is afgeleid van het gemeentewapen van Vlissingen, waar de O-21 op de helling is gegaan. Het heeft twee gekruis te torpedo's van sabel, beladen met een Jacoba-kannetje van zilver geketend en gesierd van goud, overtopt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen. De Latijnse spreuk “Non Minitor Diruo” (ik (be) dreig niet, ik vernietig) ve r-wijst naar de acties van de O-21 in de Tweede Wereld Oorlog, aldus de toelich-ting in het prachtig uitgevoerde boekwerk ”Emblemen van de Koninklijke Ma-rine” uitgegeven door de uitgever Eisma BV in Leeuwarden en geschreven door L.L.M. Eekhout e.a. mede voorzien van een voorwoord door Mr. F.W.B. baron van Lynden. Een volledige beschrijving van dit embleem, maar ook van alle andere emble-men van de Koninklijke Marine kan men hierin lezen.

Wijnand Claes

Pagina 18

Eerbetoon ZKH Prins Bernhard

Op Woensdag 27 juni 2001 wordt er wederom een defilé gehouden in de tuin van Soestdijk ter gelegenheid van de 90 ste verjaardag van de Prins. Onze vereniging zal hieraan deelnemen met ± 25 perso-nen. Liefhebbers voor deelname dienen zich schriftelijk aan te melden bij de secretaris. Gaarne ook telefoonnum-mer vermelden bij de aanmelding. De secretaris, Driekus Heij.

Page 19: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 19

ALGEMENE LEDENVERGADERING

Het bestuur van uw vereniging nodigt u uit voor de jaarlijkse algemene ledenvergadering. Deze vergadering wordt gehouden op woensdag 25 april 2001 in Amsterdam, aanvang 11.00 uur.

Agenda 1. Opening voorzitter 2. Mededelingen van het bestuur 3a. Financieel verslag over het jaar 2000 3b. Bevindingen van de kascommissie 4. Rondvraag 5. Sluiting door de voorzitter

Aankondiging Reünie 2001

Op woensdag 25 april 2001 zal de jaarlijkse reünie van onze vereniging worden gehouden in de Marine ka-zerne te Amsterdam. U dient er rekening mee te houden dat het parkeerterrein van de kazerne niet einde-loos groot is en dat de kazerne goed bereikbaar is per openbaar vervoer. Bij uw deelnemersbewijs ontvangt u ook gegevens over buslijnen en over het pendelbootje van Centraal station naar kazerne. Aan deze reünie kunnen deelnemen de heren die lid zijn van de vereniging en hun contributie voor het jaar 2001 hebben betaald. Dus geen introducés, echtgenotes of partners. Een uit medisch oogpunt noodzakelijk begeleider kan natuurlijk wel.

Het dagprogramma is als volgt: 10.00 - 10.45 Aankomst reünisten. Koffie met cake 11.00 - 11.30 Algemene leden vergadering 11.30 - 12.00 Eventuele gastspreker 12.00 - 13.15 Bijpraten onder genot van een drankje 13.30 - 14.30 Uitgebreide nasi goreng met een drankje 14.30 - 15.30 Napraten. 15.30 Tap dicht reünisten 16.00 Einde reünie.

Kosten verbonden aan deze reünie zijn f 17,50 inclusief nog 3 consumpties.

OPGAVE: De betaling moet afkomstig zijn van de reünist en niet van huisgenoten met een andere naam. Men kan zich opgeven door overmaking van f 17,50 naar girorekening 3928464 ten name van: Reünistenvereniging Onderzeedienst Heiligharn 166 1785 SP Den Helder Het gebruik van een andere naam zal tot vertraging, misverstand of niet ontvangen leiden. De betalingen moeten voor 4 april 2001 in het bezit van de vereniging zijn. Hopelijk realiseert u zich dat betalingen vanaf een bankrekening naar een giro rekening soms 10 dagen onderweg zijn en dat de giroaf-schriften naar de vereniging nog maar eenmaal per week op vrijdag bij ons aankomen. Om zeker te zijn kunt u beter voor 15 maart betalen. Na ontvangst van uw betaling zullen de desbetreffende papieren medio april 2001 worden verzonden. Reünie deelnemers die niet in Nederland wonen worden verzocht, indien mogelijk, een adres in Nederland op te geven waarheen hun papieren kunnen worden gestuurd. DIEET: Reünisten die een dieet moeten volgen worden verzocht dit, onder vermelding van welk soort dieet, op te geven aan een van de penningmeesters.

Page 20: Onderzeedienst maart 2001 Reünistenverenigingklaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-75.pdf · Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die

klaar Voor Onderwater 75 Pag ina 20

Nederlandse onderzeeboten – Campbeltown, Schotland – Tweede Wereldoorlog.

Excuses voor deze brief die zomaar uit het ‘verre niets’ verschijnt. Een Nederlandse onderzeebootman heeft mij uw adres gegeven en ik hoop dat u in staat bent mij te helpen bij mijn onderzoek. Ik ben zelf in dienst geweest bij de onderzeedienst (1965 – 1973), en geboren gedurende de oorlog in Campbeltown op de Kintyre Peninsula aan de westkust van Schotland. Ik doe nu onderzoek naar de belangrijkheid van de activiteiten op het gebied van oorlogstraining in dat ge-bied, met het idee een archief samen te stellen voor het nageslacht. Ik heb reeds vastgesteld dat een aan-tal Nederlandse opvarenden van de onderzeedienst gedurende de oorlog op regelmatige tijden gelegerd waren in de haven van Campbeltown om te voorzien in doelstraining voor het Asdic training-squadron, dat eveneens gelegerd was in de stad. Britse archieven geven een indicatie dat de volgende boten betrokken waren –als onderdeel van het 7de onderzeeboten flottielje met als thuishaven Rothesay (logementschip HMS Cyclops)- en op verschillende tijden werden uitgezonden naar Campbeltown (met als basis HMS Nimrod) voor een periode van een of twee weken. Het betrof:

HNMS O-9, O-10, O-14, O-15 en Zeehond. Ik zou het zeer op prijs stellen, wanneer u mij zou kunnen helpen bij het vinden van de Nederlandse gege-

vens van deze reizen en oefeningen, te weten:

1) officiële logboeken en registratiebladen; 2) mensen die dit hebben meegemaakt en nu nog leven en in staat zijn deze herinneringen op

te halen; 3) foto’s van deze onderzeeboten; 4) foto’s van de onderzeeboten gedurende de periode en/of in Campbletown.

De O-14 is in het bijzonder van belang, omdat ze mogelijk langszij lag aan de steiger in de stad in de nacht van 6 november 1940, toen de Luftwaffe besloot de stad te bombarderen. Aangenomen wordt, dat de onderzeeboten (en schepen) het beoogde doel waren van een eenzame strijder die vier bommen af-wierp, maar de schepen miste en een hotel raakte. Dit is vermoedelijk ook gebeurd toen mogelijk de O-9 in de haven lag en de Luftwaffe terugkeerde om mij-nen te droppen voor de ingang van de haven in de nacht van 9 februari 1941. Indien gewenst, kan ik u voorzien van de beperkte informatie die ik heb verzameld uit de Engelse Marine archieven over de uitzending van deze onderzeeboten, maar ik hoop dat uw archieven meer bevatten. Sedert ik de marine heb verlaten, ben ik werkzaam in de onderwater industrie en ben ik meestal betrok-ken bij de offshore olie- en gasindustrie. Ik heb momenteel enkele jaren gewerkt voor een Nederlandse maatschappij genaamd Bluewater, en mijn vriend en collega John Awater, die lid is van uw vereniging, is eveneens voor dit bedrijf werkzaam. Ik hoop dat mijn verzoek niet op onoverkomenlijkheden stuit, en hoop binnenkort van u te horen. Vriendelijke groeten, David F. Mayo. Bowmont Pencaitland East Lothian EH34-5DP Schotland Noot redactie: Rechtsreeks reageren v.w.b. punt 2,3 en 4. Deze bief is vertaald uit het Engels.