26
STUDIE 106 OPLEIDINGSPROFIEL cinematografie

OP Cinematografie

  • Upload
    ngoliem

  • View
    216

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: OP Cinematografie

STUDIE 106

O P L E I D I N G S P R O F I E L

cinematografie

Page 2: OP Cinematografie

O P L E I D I N G S P R O F I E L

cinematografie

studiegebied : industriële wetenschappen &technologie

opleiding : audiovisuele techniekoptie : cinematografiesector : audiovisuele productie

Sectorcommissie hogeschoolonderwijsvan de Vlaamse Onderwijsraad

D/1998/6356/48

De leden van de sectorcommissie zijninhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel.

De VLOR staat in voor een uniforme en toegankelijke lay-out.

Page 3: OP Cinematografie

I N H O U D OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E

I N H O U D

H O O F D R U B R I E K 1 1

INLEIDING

1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel 11.2 Opdracht 11.3 Ontwikkelingsproces 11.4 Legitimatie 2

H O O F D R U B R I E K 2 3

SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING

2.1 Gegevens uit de beroepenwereld 22.1.1 Beroepenstructuur 2

2.1.1.1 Beeld 32.1.1.2 Klank 32.1.1.3 Montage 32.1.1.4 Realisatie 32.1.1.5 Techniek 3

2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen 32.1.3 Visie 4

2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 42.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties 42.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 42.2.3 Diploma’s 52.2.4 Informatie over gelijkaardige opleidingen in het buitenland 52.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland 52.2.5 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen 52.2.6 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 62.2.7 Overzicht infrastructuur 62.2.8 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie 6

cinematografie2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie 7

c.q. opleiding2.2.10 Reële studieduur 82.2.11 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland- 8

2.3 Verantwoording van de opleiding 10

Page 4: OP Cinematografie

I N H O U D OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E

H O O F D R U B R I E K 3 11

HET OPLEIDINGSPROFIEL

3.1 Exacte benaming van de optie 113.2 Globale omschrijving van de optie 113.3 Beroepsgericht opleidingsprofiel 12

3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 123.3.2 De concrete uitwerking van de vertaalslag 12

3.4 Sleutelkwalificaties 173.5 Kern van de opleidingsprofiel 183.6 De maatschappelijk-culturele vorming 193.7 Relevantie van het opleidingsprofiel voor de herschikking van de

Kwalificatiestructuur 19

H O O F D R U B R I E K 4 20

DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL

H O O F D R U B R I E K 5 21

BIBLIOGRAFIE

H O O F D R U B R I E K 6 22

MEDEWERKERS

Page 5: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 1

H O O F D R U B R I E K 1

I N L E I D I N G

1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel

Studiegebied: Industriële Wetenschappen & TechnologieOpleiding: Audiovisuele Techniek, optie Cinematografie, 1 cyclus

1.2 Opdracht

De opdracht tot het uitschrijven van een opleidingsprofiel werd gegeven door desectorcommissie audiovisuele productie van de Vlor, Overheid Vlaamse Gemeen-schap.Opstellen van een Opleidingsprofiel Cinematografie, afgeleid van een beroepspro-fiel, met als doel kwaliteitsonderwijs met de nodige basiscompetenties.

1.3 OntwikkelingsprocesOp basis van het beroepsprofiel cinematografie waarin een evenwicht gezochtwerd met de professionele realiteit. Als leidraad werd uitgegaan van de handleidingvan de Dienst voor Onderwijsontwikkeling.

− 16.05.1997: Het beroepsprofiel is ingediend bij de administratie van de Vlor− 23.09.1997: Melding van goedkeuring beroepsprofiel cinematografie (J. Per-

quy)− 01.10.1997: Bezorgen van diskette voor vormelijke uniformisatie van uitge-

schreven beroepsprofiel aan de Vlor (W. Nimmegeers)− 25.11.1997: Bevraging i.v.m. termijnen voor opstellen opleidingsprofiel bij de

Vlor (W. Vermorgen)− 15.12.1997: Eerste werkvergadering opstarten opleidingsprofiel (G. Ballet & L.

Gubbels)− 05.01.1998: Werkvergadering m.b.t. achtergrond eerstejaarsstudenten, cfr. Punt

2.2. 10; (G. Ballet & J. Devos)− 06.01.1998: Tweede werkvergadering opstarten opleidingsprofiel cinematogra-

fie (G. Ballet & L. Gubbels)− 10.01.1998: Analyse bestaande lessenpakketten/lessenroosters− 23.01.1998: Derde werkvergadering, analyse slaagcijfers sector & origine van

deze gegevens (L. Gubbels, G. Ballet, J. Devos)− 28.01.1998: Overlegvergadering, analyse opleidingsmogelijkheden en stand-

punten ‘technologie’ en ‘kunstonderwijs’ (L. Gubbels, G. Ballet, J. Volckaert,J. Devos, J. Rock, H. Heylen, A. Quateau, Ph. Vanpuyvelde, R. Thoré)

− 02.02.1998: Vierde gewone werkvergadering. (G. Ballet, L. Gubbels): Vijfdegewone werkvergadering (G. Ballet, L. Gubbels)

− 12 & 13.03.1998 : Zesde en zevende werkvergadering (G. Ballet, L. Gubbels)− 16.03.1998: Eerste nazicht en correcties (L. Gubbels)

Page 6: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E2

− 01.04.1998: Overlegvergadering en bespreking (L. Van Goidsenhoven, C.Christiaan, Struyf, R. Thoré, J. De Vos, A. Quateau, G. Genbrugge, H. Heylen,G. Ballet, L. Gubbels)

− 07.04.1998, 30.04.1998, 14.05.1998: Correcties en aanvulling (G. Ballet & L.Gubbels)

Gebudgetteerde duur van dit ontwikkelingsproces: vanaf december 1997 tot mei1998.

1.4 Legitimatie

Vlaamse Onderwijsraad (R.H.O.).Koepelcommissie opleidingsprofielen.

Page 7: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 3

H O O F D R U B R I E K 2

S I T U E R I N G V A N D E O P T I E C . Q . O P L E I D I N G

2.1 Gegevens uit de beroepenwereld

2.1.1 BeroepenstructuurAlgemeenDe vormings- en opleidingsbehoeften van de gevormde deelgebieden omvattenvereisten die kunnen variëren volgens de beroepsrelatie met het medium. De zelf-standige ondernemer dient te voldoen aan vereisten die specifiek gevraagd wordendoor dit statuut zonder af te doen aan de eisen gesteld door de beroepskennis. Hoekleiner de omschrijving van de onderneming is, des te groter worden de vereistecompetenties om in de beroepsomgeving correct te functioneren. Totaal onderne-merschap in een steeds evoluerende sociaal-economische omgeving is een doel datslechts kan bereikt worden door een goede basisopleiding die in de verdere evolu-tie in het beroep aangevuld wordt. Het profiel van de ondernemer, zeker in dezesector, is nooit af.

2.1.1.1 Beeld

Functies zuiver gebonden aan de creatie van beeld.Hierin vinden we filmcameraman, directeur van de fotografie, beeldcorrector, ca-mera-assistent, multicameraman en monocameraman.

2.1.1.2 Klank

Audiofuncties zoals klanktechnicus en klankassistent.

2.1.1.3 Montage

Opbouw van het product: filmmonteur, videomonteur, beeldmenger.

2.1.1.4 Realisatie

Uitwerken van het concept: regisseur, regieassistent, script, scenaristProductie: producent, productieleider, opnameleider, assistent-opnameleider, stu-diomeester.

2.1.1.5 Techniek

Elektro, belichtingstechnicus, technicus televisieproductie, laborant, machinist.Onderwijs: praktijklector, lector.

2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielenBeroepsprofiel cinematografie.(gegevens N.I.S.; onderhoud met leden Vlaams Filminstituut; onderhoud met ledenberoepsprofiel Fotografie)

Page 8: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E4

2.1.3 VisieCinematografie is gekwalificeerd als audiovisueel onderwijs. Naast de vanzelf-sprekende techniek is er een belangrijk inhoudelijk luik. De gegradueerde in de ci-nematografie dient een brede uitvoerende en conceptuele basis te bezitten om op derealiteiten van de beeldmarkt te kunnen inspelen. Een brede inzetbaarheid is nood-zakelijk.

De term of omschrijving “Cinematografie” dekt momenteel de lading niet meerdaar op het vlak van elektronische en digitale beeldverwerking vooral het technischkader ingrijpend veranderde en uitgebreid werd. Ook inhoudelijk zijn er naast hetzuivere fictie- en documentaire gedeelte volledig nieuwe markten en publieksseg-menten ontstaan.

2.2 Gegevens uit de onderwijswereld

Algemene situatieschetsVolgens het decreetStudiegebied Industriële Wetenschappen & Technologie, basisopleiding van ééncyclus, audiovisuele techniek:− assistentie− beeld-geluid-montage− cinematografie− fotografie

2.2.1 Studiegebied, opleidingen, optiesDe opleiding Audiovisuele techniek, optie cinematografie is de oudste filmoplei-ding in België (°1939) en wordt/werd enkel verstrekt op de campus NARAFI (Na-tionaal Radio- en Filmtechnisch Instituut), momenteel departement Technologievan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst (W & K).

2.2.2 Aanverwante studiegebieden, optiesIn Vlaanderen is de opleiding cinematografie uniek. In Franstalig België bestaathet INRACI, een departement van de Haute Ecole Libre de Bruxelles (H.E.L.B.),Victor Rousseaulaan 75 te 1190 Vorst. Deze instelling is eveneens ontstaan in1939.

Aanverwante opleidingenErasmushogeschool Brussel, departement RITS; basisopleiding van twee cycli:− optie medium: film - radio - televisie− eerste cyclus : gemeenschappelijk− tweede cyclus:

suboptie: filmsuboptie: televisieregie en productie, televisiejournalistiek

Basisopleiding van één cyclus:− Opties: Assistentie; Beeld, geluid, montage

Page 9: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 5

Katholieke Hogeschool Limburg, departement Audiovisuele en Beeldende Kunst;basisopleiding van twee cycli:Optie medium: film - video - televisie− eerste cyclus: gemeenschappelijk− tweede cyclus: film, publiciteit, informatie, opdracht

Hogeschool Gent, departement Architectuur, Audiovisuele en Beeldende Kunsten;basisopleiding van twee cycli:Optie medium: film - video - televisie− eerste cyclus: gemeenschappelijk− tweede cyclus: filmmaker kortfilm of documentaire

Hogeschool Sint-Lukas Brussel; basisopleiding van twee cycli:Optie medium: film - video - televisie− eerste cyclus: gemeenschappelijk− tweede cyclus: fictie, documentair, vrij/experimenteel

Hogescholen Beeldende Kunst, Dramatische Kunst, Muziek en Communicatiewe-tenschappen.

2.2.3 Diploma’sGegradueerde in de audiovisuele techniek, optie cinematografie.(Suggestie naamverandering: Gegradueerde in de audiovisuele kunst, optie film-vi-deo-televisie).

Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s Graduaat Cinematografie1990-1991 161991-1992 161992-1993 171993-1994 151994-1995 151995-1996 221996-1997 15

(prognose 1997-1998: 22)

2.2.4 Informatie over gelijkaardige opleidingen in het buitenlandDe optie cinematografie heeft contacten met enkele buitenlandse instellingen. Omeen objectief en neutraal beeld over het Europees en globaal aanbod te verkrijgendient meer tijd ter beschikking worden gesteld.

2.2.5 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in VlaanderenDe kleinere freelance bedrijven en regionale televisiezenders zijn vrij evenwichtigover het land verspreid. Enkele grotere audiovisuele bedrijven en zenders zoalsVRT, VTM, Videohouse, VT4, Filmnet zijn in en rond Brussel gevestigd. Dit istevens het geval voor anderstalige bedrijven.Verhuurbedrijven en facilitaire firma’s zijn grotendeels in Brussel gevestigd.We verwijzen naar een vollediger overzicht bij de addenda (Bijlage 2.2.6). Dezebevatten de laatste gegevens van het Nationaal Instituut voor Statistiek.

Page 10: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E6

2.2.6 Geografische spreiding in het opleidingsaanbod in Vlaanderen enBrussels Hoofdstedelijk GewestBrussel: Campus Narafi - Hogeschool voor Wetenschap en Kunst.(Narafi is de historische afkorting van Nationaal Radio- en Filmtechnisch Instituuten werd opgericht door o.a. Minister van Staat Piet Vermeylen en de filmpioniersCharles De Keuckeleire, Henri Storck).

2.2.7 Overzicht InfrastructuurDe opleiding Cinematografie vereist volgende infrastructuur en materiaal.

Studio’s− een televisiestudio waar multicamerarealisaties gemaakt worden− een filmstudio waar op klassieke pellicule gewerkt wordt

Voor de praktijk moeten de studenten kunnen beschikken over♦ Opname− film: Bolex 16mm, Eclair NPR 16mm, Arri BL 16mm, Arri ST 16mm, Aaton

16mm− video: VHS, Betacam SP, Betacam− klank: Nagra 4.2, DAT recorders met toebehoren, Klanksets− montage

film: zesplateaumontagetafels en accessoiresvideo: U-maticbanken met audio, SVHS-banken, digitale montage eenheden, BetacamSP montagebanken met A-B roll; film/video: 1 Avid-montage-eenheid

♦ Audio− Audio (post-)productiestudio♦ Multimedia− multimedialabo (Adobe première)− grafisch labo (met mogelijkheid van 2D- en 3D-animatie)

Momenteel bestaat er een samenwerkingsconvenant tussen de verschillende audio-visuele afdelingen van de Campus Narafi (film, televisie, video) en de analoge af-delingen van het Inraci voor het gebruik van het gespecialiseerd materieel en destudio- en montageruimtes.

2.2.8 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optiecinematografie

1e jaar 2e jaar 3e jaar Totaal1990-1991 49 33 16 981991-1992 54 30 16 1001992-1993 37 27 18 821993-1994 56 25 14 951994-1995 51 38 15 1041995-1996 77 37 23 1371996-1997 127 33 19 1791997-1998 116 26 24 166(prognose 98/99 110 33 24 167)

Page 11: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 7

2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van de eerste jaarsstudenten van de optieCinematografie volgens de SO-vooropleiding, ervaring met HO, ge-slacht, leeftijd, studieresultaten en geografische origineAlgemene evolutie 1979-1997

Schooljaar 7980

8081

8182

8283

8384

8485

8586

8687

8788

8889

8990

9091

9192

9293

9394

9495

9596

9697

9798

Eerstejaars 23 26 21 21 32 43 55 60 - - 100 94 119 89 151 132 143 226 219Totaal 22 26 20 20 22 41 42 49 - - 100 104 118 97 125 129 143 178 173

Inleidende bemerkingenBij deze periode moeten een reeks bemerkingen worden gemaakt:− Vanaf academiejaar 1987 - 1988 werd de totale onderwijsduur van 2 op 3 jaar

gebracht.− Vanaf datzelfde jaar werd door het Hogeschoolbestuur beslist de onderwijs-

kwaliteit te bewaken door de het aantal inschrijvingen kunstmatig te beperken.De quota werden jaarlijks vastgelegd bij onderhandeling tussen onderwijzendpersoneel (O.P.) en hogeschoolbestuur. De gebruikelijke norm lag tussen 60 à80 studenten.

− Voor 1987-88 en 1988-89 werden de studenten Beeldvorming Optie Foto enBeeldvorming optie Cinematografie samengeteld.

− Vanaf academiejaar 1996-97 werd de norm aangepast tot 120 nieuwe inschrij-vingen.

− Het aantal eerstejaarsstudenten mag slechts indicatief worden gebruikt alsmaatstaf voor de belangstelling voor een opleiding Film-Video aan het NA-RAFI.

Besluiten− De afdeling kent een exponentiële groei vanaf het midden van de 80er jaren. De

enige beperkingen bleken de quota die werden uitgevaardigd door het Hoge-schoolbestuur.

− Door de lage slaagcijfers in de afdeling (voornamelijk door de inherente moei-lijkheidsgraad met name de veelzijdigheid van de opleiding: techniek, weten-schappen, culturele achtergrond, talen én belangrijke dosis creativiteit), komtdeze groei minder tot uiting in het tweede en derde jaar van de opleiding.

Vooropleiding van de eerstejaarsstudenten

♦ Recrutering per onderwijsnetTussen 1987 en 1992 werden ongeveer 80% van de studenten gerekruteerd uit hetvrij onderwijs, 10% uit het gemeenschapsonderwijs en nogmaals 10% uit het ge-meentelijk en provinciaal onderwijs. Vandaag staat het vrij onderwijs voor 70%van de studenten, het officieel onderwijs (Argo, Gemeente en Provincie) voor 30%.

♦ Recrutering naar vooropleiding HSO, HO...Tussen 1992 - 97 is een belangrijke verschuiving op te merken: een groei van hetaantal studenten dat nu rechtstreeks kiest voor een film-video-opleiding na secun-dair. Zij maken nu 65% van de studenten uit t.o.v. van 55% in de periode 1987-92.− Dit zou kunnen geïnterpreteerd worden als een gunstige evolutie, een positieve

en overtuigde studiekeuze bij de jongeren.

Page 12: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E8

− Wij menen evenwel dat dit voor de afdeling Film-Video ook het geval is, maardat we evenzo te maken kunnen hebben met een verschuiving in gedrag. Ook inandere afdelingen van het NARAFI, valt eenzelfde evolutie waar te nemen.Scholieren kiezen in toenemende mate niet meer voor het hogeschoolonderwijsvan twee cycli, om daarna bij een eventuele mislukking “af te dalen naar eengemakkelijker richting”.

Het aantal studenten afkomstig uit het HO stijgt evenzo, maar minder snel (pro-centuele terugval met 5% t.o.v. 1987-92, 15% van de populatie in 1992 - 97). Descholieren die zich na een 7e jaar inschrijven worden een zeldzaamheid. Waren zijnog goed voor ± 8% van de populatie tussen 1987-92, dan schommelt hun aantalnu omstreeks 1,5%.Het aantal personen dat na een periode te hebben gewerkt, kiest om terug te stude-ren bv. Film-Video blijft gelijk in absoluut aantal. Procentueel betekent dit eenhalvering van 6 naar 3%. Het aantal studenten dat zijn eerste jaar opnieuw aanvat,stijgt van 9 naar 16%.♦ Recrutering naar geslachtDe geslachtsverhouding is zowat ongewijzigd in het eerste jaar Film Video. Elkjaar bieden zich zowat 10% vrouwelijke studenten aan. Het laatste jaar is dit toe-genomen tot circa 25%.♦ Recrutering naar type onderwijs en richtingIn 1992-93 was de verhouding tussen de studenten met een Technische en met eenAlgemeen vormende vooropleiding 60 - 40%.Vandaag levert elk type onderwijszowat de helft van de studenten.− Over de volledige periode heeft zowat 1/3e van de studenten zijn studies ge-

volgd in een zuiver technische richting: elektronica, elektromechanica... Eco-nomische richtingen zijn evenzo ongewijzigd: 15%.

− De groep van de studenten met een wetenschappelijke achtergrond (Latijn-Wiskunde, Wiskunde-Wetenschappen, Industriële Wetenschappen, Weten-schappelijke A, B...) blijft in absolute cijfers even groot. In deze groep is bijge-volg een sterke procentuele daling vast te stellen. (35 naar 16%). Hetzelfdegeldt voor de mensen die een richting met informatica volgden (3 naar 1,5%).

− De belangrijkste groeipolen vinden we in de artistieke en grafische richtingen(5 naar 10%), menswetenschappen (1,5 naar 10%) en de taalrichtingen (3 naar14%).

♦ Recrutering naar regioTussen 1987 & 1992 waren de studenten afkomstig uit gans Vlaanderen. 25% uitBrabant, 10 à 15% voor Limburg; de overige provincies Antwerpen, Oost- enWest-Vlaanderen elk 20%.De stijging van het aantal studenten bracht ook een verschuiving in recruteringnaar regio teweeg:− De belangrijkste groeipool is Brabant. Deze provincie levert nu 45% van de

studenten.− Oost- en West-Vlaanderen is ongewijzigd, nog steeds zowat 20%.− Antwerpen daarentegen vermindert tot 15%, en de Limburgse student verdwijnt

haast volkomen uit onze populatie.

2.2.10 Reële studieduurDrie jaar (voltijdse opleiding).

2.2.11 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenlandDaar er slechts één opleiding van dit type voorkomt is deze in het binnenland niette vergelijken.

Page 13: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 9

De studenten moeten kennis hebben van:Frans, Engels, Levensbeschouwelijke vorming, Sociale communicatievaardighe-den, Bedrijfsbeheer, Productiemanagement, Elektriciteit, Optica, Informatica,Kunst & Cultuur, Beeldcompositie & beeldtaal, Vergelijkende letterkunde, Psy-chologie van de massamedia, Filmgeschiedenis, Sensitometrie & colorimetrie,Technologie film, Technologie video, Technologie geluid, Akoestiek, Belich-tingstechniek, Scenario & draaiboek, Filmtaal/ Filmanalyse, Montage film/video,Muziek en klankdecor, Elektronische beeldtechniek, Digitale beeldverwerking,Praktijk geluidsopname, Praktijk film/video, Postproductie, Televisie belichtings-techniek, Regie, Film & videoproject, TV-regie (multicamera).

De verhouding algemene vakken/gerichte scholing bedraagt:− Algemene vakken: 31 studiepunten of ca. 17%− Beroepsgerichte vakken: 149 studiepunten of ca. 83%

Globale opbouw van de lessentabellen tijdens het academiejaar 1998-1999

Audiovisuele techniek: optie cinematografie1e jaar 2e jaar 3e jaar

Academiejaar 1998/1999 th o/l SP th o/l SP th o/l SPAlgemene vorming1. Talen & communicatie

11. Frans 1 312. Engels 1 314..Levensbeschouwelijke vor-ming

1 3

15. Soc.- Communicatievaardig-heden

1 3

16. Journalistiek 1 32. Bedrijfseconomie & organisatie

21a. Bedrijfsbeheer 1 522b. Productiemanagement 1

3. Basiswetenschappen & technieken31. Elektriciteit 1 332. Optica 1 1 5

4. Basis informatica41. Informatica 0.5 0.5 3

Film/video gerichte vorming5. Geschiedenis, kunst & cultuur

51. Kunst + Cultuur 2 552. Beeldcompositie / Beeldtaal 1 353. Psychologie v/d massamedia 1 354. Filmgeschiedenis 1 355. Vergelijkende letterkunde 1 3

6. Foto/cine fysica & technologie61. Sensitometrie / Colorimetrie 1 1 562. Technologie film 1 363. Technologie video 1 364a. Technologie geluid 1 5 1 364b. Akoestiek 165. Belichtingstechniek 1 3

7. Beeld & klanktechniek71. Scenario & Draaiboek 1 372. Filmtaal/Filmanalyse 2 4

Page 14: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E10

Audiovisuele techniek: optie cinematografie1e jaar 2e jaar 3e jaar

Academiejaar 1998/1999 th o/l SP th o/l SP th o/l SP73. Montage Film/Video 1 3 1 3

Academiejaar 1998/1999

74. Muziek en klankdecor 1 1 48. Elektronische beeldtechniek.

81.Elektronische Beeldtechniek 1 3 1 382.Digitale Beeldverwerking 3 8

9. Praktijk film/video91. Praktijk Geluidsopname 2 492. Praktijk Film/Video 6 7 5 11 3 793. Postproduktie 2 594. Televisie Belichtingstechniek 1 395. Regie 0.5 0.5 3 2 496. Film & Videoproject 12 2497. TV-Regie (Multicamera) 2 4 3 7

TOTAAL 16 9 60 10 15 60 5 21 60TOTAAL LESUREN / WEEK 25 25 26

2.3 Verantwoording van de optie

Deze opleiding beantwoord aan de vraag uit de beroeps- en toepassingssector naarpolyvalente beroepslui die volgens de noodzakelijkheid kunnen ingezet worden ineen zeer wisselend werkkader (cfr. Symposium V.F.I. Antwerpen, februari 1997).Tevens is de opleiding een zeer volledig antwoord op de huidige nood aan goedebeeldeducatie.De opleiding Cinematografie is in haar opvatting vrij breed geconcipieerd om eenaangepaste opleiding te geven naar een zeer snel evoluerende audiovisuele realiteit.De afgestudeerden hebben hierdoor maximale kansen voor opname in de A.V.-industrie, film en televisie, en kunnen door de brede basis dadelijk anticiperen opverlegde accenten of gewijzigde marktsituaties.

Page 15: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 11

H O O F D R U B R I E K 3

H E T O P L E I D I N G S P R O F I E L

3.1 Exacte benaming van de optie

Audiovisuele Techniek, optie Cinematografie.Deze optie ontstond in het H.O.K.T. onder deze naam in 1963. Door de gewijzigdetechnologische toestanden en een veranderende sociale werkelijkheid is deze be-naming achterhaald (zie verder 3.7).

3.2 Globale omschrijving van de optie

De opleiding cinematografie heeft als doel het vormen van jonge beroepslui. Dewerkvelden van het beroep zijn zeer uitgebreid. Vandaar dat een algemene basis-opleiding noodzakelijk is. De verschillende specialisaties zijn hierop geënt. Deopleiding omvat drie streefdoelen: algemene kennis, een op het beroep gerichte ge-specialiseerde kennis, aanvullende kennis met betrekking tot het professionele enbedrijfseconomische leven.Zowel het technische als het creatief-inhoudelijke aspect wordt gestimuleerd.Daar de latere opname in de sector beide vereist is de opleiding zeer praktisch ge-richt.

De studenten leren:− Film: productie, regie, verlichting (“fotografie”), camerawerk,

klankwerk, montagetechniek, opnameleiding− Video: productie, regie, verlichting (“fotografie”), camerawerk, klank, montage− Televisie: productie, regie, verlichting (“fotografie”), multicamerawerk, beeld-

menging, camera-afregeling en shading, klank

De opleiding sluit aan op de kennis vergaard in het secundair onderwijs. Bij devoorziene vakken zien wij bijvoorbeeld: Frans, Engels, elektriciteit, optica, infor-matica, kunst en cultuur.Andere, (meer) beroepsgerichte, vakken zijn beeldcompositie, journalistiek, film-geschiedenis, sensitometrie, filmtechnologie, videotechnologie, audiotechnologie,akoestiek, belichtingstechniek, montage film en/of video, scenariotechniek, letter-kunde, psychologie van de massamedia, filmtaal, muziek en klankdecor, elektroni-sche beeldtechniek, digitale beeldwerking, postproductie, televisiebelichtingstech-niek, regie, bedrijfsbeheer, productiemanagement…De zelfgekozen taak binnen een eindwerk in groepsverband geeft de student demogelijkheid zich te specialiseren in een onderdeel van de filmproductie. Daaren-boven realiseert hij een vrij individueel videowerk waarover hij de totale verant-woordelijkheid heeft. De filosofie van de opleiding is op een hoog niveau de crea-tiviteit van de student te enten op hun technische kennis en uitvoering.In de loop van de opleiding verwerven de studenten kennis, beroepsvaardigheden,attitudes en contextgegevens.

Page 16: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E12

3.3 Beroepsgericht opleidingsprofiel

3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielenVermits er slechts één opleiding Cinematografie bestaat in Vlaanderen wordt ditopleidingsprofiel samengesteld aan de hand van het desbetreffende beroepsprofiel.Er is dus sprake van een 1/1 relatie.

3.3.2 De concrete uitwerking van de vertaalslag

Functioneel Onderdeel Basiscompetentie Context-geheel Vaardigheid Kennis Attitude gegevens

1.1 Analyse-ren

De student:− is op de hoogte van

bestaande communica-tievormen

− kent het verschillendebronnenmateriaal enweet dit te vinden engebruiken

− weet zich grondig envolledig voor te berei-den en te informerenalvorens hij een projectstart

− kan uit bovenstaandeconclusies een analyseopbouwen en een uit-eindelijke conclusietrekken

Algemeen ondersteu-nende kennis:− research bronnenma-

teriaal− journalistieke vaar-

digheid en inzicht

Beroepsspecifiekekennis:− productionele kennis− scenario-ontwerp− omzetten naar draai-

boek− vakterminologie

1 Opstarten

1.2 Commu-niceren

− Hij kan communicerenmet de opdrachtgever enkan de doelstelling vande opdracht formulerenen concretiseren

Beroepsspecifiekekennis:− Productionele kennis− Inzicht in functione-

ren van de media

Algemeen ondersteu-nende kennis:− Bedrijfsbeheer en –

inzicht

− kritische inge-steldheid en re-sultaatgerichtheid

− softwarepak-ketten

− catalogi− hardware

2.1 Scheppen − De student moet eenanalyse en een synthesekunnen maken

Beroepsspecifiekekennis:− Scenariovormgeving− Draaiboekcreatie

Algemeen ondersteu-nende kennis:− Taalbeheersing

− kritische inge-steldheid

− resultaatgericht-heid

− creatief− beslissingsver-

mogen

2 Schrijven

2.2 Vragenstellen

− Hij kan een premisseformuleren en een bood-schap van een audiovi-sueel product bepalen enconcretiseren

− Hij kan inhoudsele-menten verwerken naaren in een scenariovorm

Beroepsspecifiekekennis:− Scenario-ontwerp− Omzetten naar draai-

boek− Productionele kennis− Inzicht in functione-

ren van de media

Algemeen ondersteu-nende kennis:− Taalbeheersing

− kritische inge-steldheid

− beslissingsver-mogen

− zin voor initiatief

− softwarepak-ketten

− hardware

Page 17: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 13

Functioneel Onderdeel Basiscompetentie Context-geheel Vaardigheid Kennis Attitude gegevens

2.3 Informe-ren

− Hij gebruikt informatiebij het oplossen vanproblemen

Beroepsspecifiekekennis:− productionele kennis− scenario-ontwerp− omzetten naar draai-

boek− communicatieve

vaardigheden

Algemeen ondersteu-nende kennis:− bibliotheekbezoek− archiefbezoek− bronnenonderzoek− scenario-ontwerp− omzetten naar draai-

boek

− accuratesse− assertiviteit− contactbereidheid− kritische inge-

steldheid− leergierigheid− resultaatgericht

2.4 Overleg-gen

− Hij moet dialogeren,overlegt, verwoordt enverantwoordt met deopdrachtgever de vraag-stelling met betrekkingtot de gewenste creatie

− assertiviteit− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− resultaatgerichtheid− zin voor initiatief− zin voor samenwer-

king3 Prospecte-

ren3.1 Concreti-

seren− De student kan locaties

zoeken die de sfeer vanzijn ideeën goed ver-beelden

− Hij zoekt eventueelacteurs en medewerkersdie hem technisch encreatief ondersteunen(casting, directeur fotoe.a.)

Beroepsspecifiekekennis:− productionele kennis− culturele basiskennis− stromingen en vorm-

gevingsevolutie in defilmgeschiedenis

Algemeen ondersteu-nende kennis:− culturele basiskennis− vergelijkende litera-

tuur binnen het filmi-sche perspectief

− accuratesse− assertiviteit− beslissingsvermo-

gen− contactbereidheid− doorzettingsvermo-

gen− kritische ingesteld-

heid− resultaatgerichtheid− zin voor esthetiek− zin voor initiatief

− communi-catiemid-delen

− soft- &hardware

− transport-middelen

4 Budgetteren 4.1 Beheren − De student kan tijd enbudget beheren en isfinancieel verantwoor-delijk voor middelen enmensen

Beroepsspecifiekekennis:− productionele kennis

Algemeen ondersteu-nende kennis:− boekhouding

− accuratesse− beslissingsvermo-

gen− doorzettingsvermo-

gen− empathie− flexibiliteit− loyauteit− omgaan met werk-

druk en stress− resultaatgerichtheid− veiligheids- en

milieubewustzijn− zelfstandigheid

− communi-catiemid-delen

− soft- &hardware

Page 18: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E14

Functioneel Onderdeel Basiscompetentie Context-geheel Vaardigheid Kennis Attitude gegevens

4.2 Plannen − Hij kan een efficiënteplanning binnen hetbeschikbare budgetmaken

− Hij kan kosten bereke-nen en juridische as-pecten in zijn werk be-trekken

Beroepsspecifiekekennis:− Productionele kennis

Algemeen ondersteu-nende kennis:− Boekhouding

− accuratesse− beslissingsvermo-

gen− doorzettingsvermo-

gen− empathie− flexibiliteit− loyauteit− omgaan met werk-

druk en stress− resultaatgerichtheid− veiligheids- en

milieubewustzijn− zelfstandigheid

5 Realiseren 5.1 Visuali-seren

− Hij kan het scenario viaacteurs- en beeldregievisualiseren

Beroepsspecifiekekennis:− Beeldvormgeving en

tweedimensionelevormtaal

− Inzicht in het functio-neren van de media

− Belichtings- en ver-lichtingstoepassingen

− Filmische taal enfilmgrammatica

− Praktijk geluidsopna-me

− Multicamerabelich-tingstechniek

− Film- en videoprojectin perspectief van heteindwerk

− Multicameraregie enprogrammastructuren

Algemeen ondersteu-nende kennis:− Optische toepassin-

gen, lenzenstelsels enhun implicaties

− Accuratesse− assertiviteit− beslissingsvermo-

gen− contactbereidheid− dienstverlenende

ingesteldheid− doorzettingsvermo-

gen− empathie− flexibiliteit− imagobewustheid− kritische ingesteld-

heid− leergierigheid− loyauteit− omgaan met stress− resultaatgerichtheid− veiligheids- en

milieubewustzijn− zelfstandigheid− zin voor esthetiek− zin voor initiatief− zin voor samenwer-

king

− communi-catiemid-delen

− hard- &software

− beeldopna-memateri-eel

− klankopna-memateri-eel

− belich-tingsmate-rieel

5.2 Manipu-leren

− Hij kan de werkelijkheidmanipuleren tot eennieuwe, andere, werke-lijkheid

Beroepsspecifiekekennis:− Beeldvormgeving en

tweedimentionelevormtaal

− Functioneren van demedia

− Belichtings- en ver-lichtingstoepassingen

− Filmische taal enfilmgrammatica

− Praktijk geluidsopna-me

− Multicamerabelich-tingstechniek

− Film- en videoprojectin perspectief van heteindwerk

− Multicameraregie

Algemeen ondersteu-nende kennis:− Optische toepassin-

gen, lenzenstelsels enhun implicaties entoepassingen

− beslissingsvermo-gen

− flexibiliteit− imagobewustzijn− kritische ingesteld-

heid− resultaatgerichtheid− zin voor esthetiek− zelfstandigheid

Page 19: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 15

Functioneel Onderdeel Basiscompetentie Context-geheel Vaardigheid Kennis Attitude gegevens

5.3 Commu-niceren

− De student kan met allegeledingen van het re-validatieproces commu-niceren .

Beroepsspecifiekekennis:− productionele kennis− beeldvormgeving en

twee dimensionelevormtaal

− beeldgrammatica− inzicht in relatie

tussen licht en licht-gevoelige materialen

− kleurbeïnvloeding en–beheersing doorexterne factoren

− materiaalkennis in devakgebieden vanfilm, video en geluid

− inzicht in verbandentussen geluidsbronnenen de perceptie hier-van

− belichtings- en ver-lichtingstoepassingen

− scenario-ontwerp enomzetten naar draai-boek

− filmische taal engrammatica

− elektronisch functio-neren van beeldmate-rieel

− digitale technieken infunctie van beeld

Algemeen ondersteu-nende kennis:− taal (talen)− journalistieke vaar-

digheid en inzicht− boekhouding− informatica-

applicaties

Voor communicatiemet beeld zijn vol-gende attitudes nodig:− beslissingsvermo-

gen− dienstverlenende

ingesteldheid− empathie− flexibiliteit− imagobewustzijn− resultaatgerichtheid− zin voor esthetiek

5.4 Regisse-ren

− Hij kan de acteurs,artiesten, technici, infunctie van het concept,de sfeer en de karaktersregisseren

Beroepsspecifiekekennis:− filmische taal en

grammatica− beeldvormgeving en

tweedimentionelevormtaal

− inzicht in het functio-neren van de media

− sensitometrischeimplicaties

− materiaal en techno-logische kennis in devakgebieden film,video en geluid

− inzicht in verbandentussen geluidsbronnenen de perceptie hier-van

− scenariokennis− omzetten naar draai-

boek− verlichting en belich-

tingstoepassingen enverbanden

− accuratesse− assertiviteit− beslissingsvermo-

gen− contactbereidheid− doorzettingsvermo-

gen− empathie− flexibiliteit− imagobewustheid− kritische ingesteld-

heid− omgaan met stress− resultaatgerichtheid− veiligheids- en

milieubewustzijn− zelfstandigheid− zin voor esthetiek− zin voor initiatief− zin voor samenwer-

king

Page 20: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E16

Functioneel Onderdeel Basiscompetentie Context-geheel Vaardigheid Kennis Attitude gegevens

− filmische taal en –grammatica

− montagekennis bijfilm en video

− creatie van de contextbij beelden aan dehand van geluid

− digitale technieken infunctie van het beeld

− praktijk film, video &geluid

− postproductietoepas-singen

− multicamerabelich-tingstechniek

− kennis hebben van hetleiden van acteurs encamera

− multicameraregie

Algemeen ondersteu-nende kennis:− talen− journalistieke vaar-

digheid en inzicht6 Projecteren 6.1 Testen − Hij kan een programma

op uitzendbaarheid tes-ten en doet eventueleaanpassingen

Beroepsspecifiekekennis:− Productionele kennis− Sensitometrische

toepassingen− Kennis van de colo-

rimetrische variabelenen controle hiervan

− Materieelkennis in detoepassingsgebiedenbinnen film, video engeluid

− Inzicht in verbandentussen geluidsbronnenen de perceptie hier-van

− Belichting- en ver-lichtingstoepassingen

− Montage film, video,geluid

− Creatie van de contextbij beelden aan dehand van geluid

− Elektronische beeld-techniek en implica-ties

− Postproductioneletoepassingen

− Televisietechniekenen toepassingen

− Televisiebelichting en–verlichting

− Kennis van het leidenvan de acteurs encamera

− Multicameraregiere-gie

Algemeen ondersteu-nende kennis:− Journalistieke vaar-

digheden

− accuratesse− beslissingsvermo-

gen− dienstverlenende

ingesteldheid− kritische ingesteld-

heid− resultaatgerichtheid− implicatiebewust-

zijn

− projectie-modalitei-ten (film /video)

− montage-faciliteiten

− meetinstru-menten

− laboratoria

Page 21: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 17

Functioneel Onderdeel Basiscompetentie Context-geheel Vaardigheid Kennis Attitude gegevens

7 Evalueren 7.1 Oordelen − Hij kan controleren ofde vooropgestelde doel-stelling bereikt is

Beroepsspecifiekekennis:− productie-evaluatie

zowel naar budget,doelgroep als psy-chologische inhoud enimpact

− accuratesse− kritische ingesteld-

heid− beslissingsvermo-

gen− imagobewustzijn− resultaatgerichtheid

− visualise-ringmid-delen

8 Programme-ren

8.1 Plaatsen − Hij kan het programmaplaatsen in het pro-grammaschema en voertde promotie van hetaudiovisueel product

Beroepsspecifiekekennis:− productionele kennis

− assertiviteit− beslissingsver-

mogen− resultaatgericht-

heid− doorzettingsver-

mogen

− soft- enhardware

9 Distribueren 9.1 Com-merciali-seren

− Hij verkoopt het audio-visuele product om hetkenbaar te maken aanhet publiek voor wie hetbestemd is en om geld terecupereren om nieuweaudiovisuele productente kunnen opstarten

− kennis van distributie-technieken

Beroepsspecifiekekennis:− productietechnieken

Algemeen ondersteu-nende kennis:− commercieel inzicht

− zin voor initiatief− resultaatgericht-

heid− imagobewustzijn− contactbereidheid− doorzettingsver-

mogen

− communica-tiemiddelen

− hardware− software

3.4 SleutelkwalificatiesBij het opstellen van dit opleidingsprofiel is uitgegaan van de gegevens uit het Be-roepsprofiel Cinematografie. Dit beroepsprofiel geeft basiskwalificaties die nodigzijn bij de aanvang van de opleiding en van de gewenste kwalificaties bij het be-eindigen ervan.

Deze zijn:− sleutelkwalificaties− toelatingskwalificatie bij aanvang opleiding

Quotering gebeurt vanaf niveau nul tot vierSleutelkwalificaties 4 3 2 1 0Accuratesse ✗

Assertiviteit ✗

Beslissingsvermogen ✗

Contactbereidheid ✗

Dienstverlenende ingesteldheid ✗

Doorzettingsvermogen ✗

Empathie ✗

Flexibiliteit ✗

Imagobewustheid ✗

Kritische ingesteldheid ✗

Leergierigheid ✗

Loyauteit ✗

Omgaan met stress ✗

Resultaatgerichtheid ✗

Veiligheids- en milieubewustzijn ✗

Zelfstandigheid ✗

Zin voor esthetiek ✗

Zin voor initiatief ✗

Zin voor samenwerking ✗

Page 22: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E18

Quotering gebeurt vanaf niveau nul tot vier (0 komt niet voor in onderstaande ta-bel)Frequentie 4 3 2 1Accuratesse ✗

Assertiviteit ✗

Beslissingsvermogen ✗

Contactbereidheid ✗

Dienstverlenende ingesteldheid ✗

Doorzettingsvermogen ✗

Empathie ✗

Flexibiliteit ✗

Imagobewustheid ✗

Kritische ingesteldheid ✗

Leergierigheid ✗

Loyauteit ✗

Omgaan met stress ✗

Resultaatgerichtheid: ✗

Veiligheids- en milieubewustzijn ✗

Zelfstandigheid ✗

Zin voor esthetiek ✗

Zin voor initiatief ✗

Zin voor samenwerking ✗

3.5 Kern van het opleidingsprofielAanverwante andere opleidingsvormen− opleiding twee cycli: meester in de audiovisuele kunst− opleiding één cyclus: gegradueerde in de audiovisuele techniek (beeld-geluid-

montage, assistentie)− postgraduaten

De gegradueerde in de audiovisuele techniek beschikt over voldoende geïntegreer-de kennis en inzicht in:− verbaal, non-verbaal, beeldend communicatie- en/of artistiek proces− socioculturele onderbouw van het mediatiek en/of artistiek gebeuren− technieken van audiovisuele processen− analytische methoden om verbale, non-verbale, beeldmatige uitdrukkingsvor-

men en -mogelijkheden te duiden− economische en juridische aspecten van de mediatieke en/of artistieke proces-

sen in een evoluerende omgeving− sociologische, filosofische, ethische en psychologische impact van de audiovi-

suele processen

Page 23: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 19

3.6 De maatschappelijk-culturele vorming

Opgeleiden in de audiovisuele kunst dienen naast de technologische beslagenheiden vorming een zeer analytische en kritische ingesteldheid te bezitten ten overstaanvan het omgevingsgebeuren in de mogelijke sociale en culturele contexten. Om de-ze inhoudelijk en objectief te kunnen waarnemen en evalueren dienen zij een bredeculturele basis en belangstelling te bezitten.Op relationeel vlak dienen de alumni assertief te zijn en over een duidelijk uitge-sproken beslissingsvermogen te bezitten. Omgang met vaak grote stress moet kun-nen en ondanks een uitgesproken zelfstandigheid dienen zij een grote zin voor sa-menwerking, loyauteit en punctualiteit te ontwikkelen.

3.7 Relevantie van het opleidingsprofiel voor de herschikking van dekwalificatiestructuurDe huidige opleiding audiovisuele “techniek” is in haar vorm uniek in het Vlaamseonderwijslandschap. Ze beoogt een brede praktische opleiding met een evenwichttussen de techniek, creativiteit en inhoudelijke waarden. Een maatschappelijk-cul-turele onderbouw dient als één van de noodzakelijke pijlers aanwezig te zijn. Te-vens zorgt de vorming voor een onmiddellijke inzetbaarheid van de afgestudeerde.

Door de als beperkend aangevoelde omschrijving van “techniek” of “technologie”te gebruiken bestaat het gevaar dat enkel deze aspecten op hun waarde wordenaanvaard. Zoals een woordenschat en een grammatica nog geen mooie teksten be-tekenen… De opstellers van dit opleidingsprofiel pleiten dan ook voor een her-schikking van de opleiding in de sector “audiovisuele kunst”, een inhoudelijk veelcorrectere situering. Stellers hebben dit standpunt met de verantwoordelijke mi-nister besproken tijdens de interscolaire vergadering op het kabinet van de Ministervan Onderwijs (5 februari 1997). Deze kon dit standpunt onderschrijven en beves-tigde dat al het audiovisuele onderwijs thuis hoort in de kunstrichting.

De benaming van de optie is historisch steeds “cinematografie” geweest. Deze om-schrijving is, door de technologische ontwikkeling, totaal achterhaald en dektslechts een deel van de inhoud van deze opleiding. De ondertekenaars van dit pro-fiel stellen daarom als optiebenaming “Film-Video-Televisie” voor en dit om bo-venstaande redenen.

Samengevat dringen volgende wijzigingen zich op:− verandering van studiegebied; een overschakeling van “Industriële Weten-

schappen en Technologie” naar “Studiegebied Kunst”− naamswijziging: verandering van “Audiovisuele Techniek optie Cinematogra-

fie” in “Audiovisuele Kunst optie “Film, Video en Televisie”− naamswijziging van de graad: “gegradueerde in audiovisuele techniek” wordt

“gegradueerde in audiovisuele kunst”

Page 24: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E20

H O O F D R U B R I E K 4

D O E L G R O E P E N V A N H E T A F G E W E R K T E O P L E I -D I N G S P R O F I E L

Dit opleidingsprofiel is een basisdocument− voor de hogescholen bij de formulering van hun opleidingsprogramma− voor de werkgroep die de bestaande kwalificatiestructuur moet herijken− studenten en toekomstige studenten

Dit opleidingsprofiel is een instrument voor− de visitatiecommissie Hoger Onderwijs− hogescholen en docenten− de navorming− de kwaliteitscontrole

Informatie- en oriëntatiecentra (zoals PMS-centra) kunnen er gebruik van maken.

Het opleidingsprofiel kan aan personeelsverantwoordelijken in organisaties een beter in-zicht geven op de professionele en algemene vorming van kandidaat-werknemers en eeninspirerend document zijn voor het ontwerpen van bedrijfsopleidingen.

Page 25: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E 21

H O O F D R U B R I E K 5

B I B L I O G R A F I E

♦ Handleiding voor het schrijven van opleidingsprofielen voor het Hogeschoolonderwijs,DVO 1996.

♦ Opleidingsprofiel fotografie, DVO, Brussel 1998.

♦ Jaarboek van de Belgische film, Koninklijk Belgisch filmarchief, Brussel 1997. I.S.B.N.90.75360.02.9.

♦ The Art of Technique, an Aesthetic Approach to Film and Video Production, by John S.Douglas & Glenn P. Harnden, Allyn and Bacon - Boston 1995, I.S.B.N. 0.205. 14248.6.

♦ Introduction to Mass Communications, by Warren K.Agee - Phillip H.Ault - EdwinEmmery, Harper & Row, New York 1985, I.S.B.N.0.06.040177.X.

♦ Jaarboek van de audiovisuele sector in België, Gent 1994, I.S.B.N.74224 (sic).

♦ Broadcasting / Cable and Beyond, by Joseph Dominick - Barry L.Sherman - Gary Co-peland, McGraw-Hill Publishing Company, New York 1990, I.S.B.N. 0.07.017547.0.

♦ American Cinematographer Manual & American Cinematographer Video Manual,A.C.C. Hollywood 1994, I.S.B.N. 0.935578.11.0 & 0.935578.12.9.

Page 26: OP Cinematografie

OP L E I D I N G S P R O F I E L CI N E M A T O G R A F I E22

H O O F D R U B R I E K 6

M E D E W E R K E R S

Auteurs opleidingsprofiel

♦ Guy BALLET

♦ Luc GUBBELS

♦ John DEVOS (voor 2.2.10)

Informatiemedewerkers

♦ John DEVOS

♦ Alain QUATEAU

♦ Jan ROCK

♦ Hugo HEYLEN

♦ Philippe VANPUYVELDE

♦ Jan VOLCKAERT

♦ Raphael THORE

♦ Luc VAN GOIDSENHOVEN

♦ Carlo CHRISTIAEN

♦ Willy STRUYF

Met dank aan Jules CLAES.