11

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

Citation preview

Page 1: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel
hverstraelen
Typewritten Text
Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel
Page 2: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

76. maandag 26 oktober 2009

Fons is de paardenverzorger van de ‘hofploeg’.

De ‘hofploeg’ van het OPZ : werken als therapie

“Je moe werken helpt”

De groene taak van Gust en Tuur is het bijeen harken van de kastanjes. foto’s hilde van geirt

OPZ Geel 0 Het leven binnen en buiten de muren van een psychiatrisch ziekenhuis

Een herfstige maandagochtend om 9u: de hofploeg sijpelt langzaam de refter binnen. Er is geen dwingen-de tikklok maar wel ruim de tijd voor koffie met koetjes en kalfjes. Ergothe-rapeut Bert Ceulemans en therapeu-tisch medewerker Raf Van Lommel verdelen de klussen. De pony’s moe-ten worden verzorgd, de eenden ge-voederd en de gevallen kastanjes bij-eengeveegd. “Je staat ervan te kijken hoe mensen kunnen openbloeien door eenvoudige klussen als dit uit te voeren”, zegt Bert Ceulemans.

Poseren met plezierWe lopen een eind mee met paar-

denverzorger Fons. “Ik werkte jaren bij een pleeggezin”, vertelt Fons. “Het waren varkensboeren. Vuil werk: de varkens aten mijn laarzen op”. Bij de hofploeg wil Fons gerust elke dag komen werken, ook op zaterdag en zondag. “Tv-kijken interesseert me niet. Thuis lig ik om half negen al in mijn bed.”

Even verderop vegen Gust en Tuur de tamme kastanjes op een hoop. Na-tuurlijk willen ze poseren voor een foto. Gust is bijzonder geïnteres-seerd in het fototoestel van fotografe Hilde. Foto’s nemen en op computer zetten, is zijn grootste hobby. “Wan-neer komen we in de gazet?”

0

Dan rijdt Luc op zijn fiets voorbij. Neen, nu heeft hij geen tijd maar na het middageten wil hij zeker zijn ver-haal vertellen. Dat het in de krant komt, schrikt hem niet af. “De men-sen mogen gerust weten hoe ik hier terecht ben gekomen.”

Doodmoe maar stukken beterLuc gaat er even voor zitten en

start dan met wat tremolo in zijn stem zijn verhaal. “Een paar jaar geleden heb ik een zwaar auto-on-geval gehad. Alle miserie is toen be-gonnen. Maanden zat ik thuis en ver-veelde me dood. Ik liep de muren op en ben zwaar depressief geworden.

Uiteindelijk heeft mijn huisdokter me naar hier gestuurd. In het begin viel het flink tegen om terug te gaan werken. Maar de begeleiders hebben me er beetje bij beetje terug bovenop geholpen. Eerst een uurtje werken en zo stilletjes aan meer en meer. Nu vlieg ik er vaak stevig in. Doodmoe kom ik thuis maar ik voel me stuk-ken beter. Als je depressief bent, doet het goed je moe te voelen van hard werken. Vandaag ben ik nog niet 100 procent in orde maar toch 99. Ik heb wel lang schrik gehad om terug in de maatschappij te stappen. Maar morgen moet ik gaan solliciteren. Ik ben er zeker van dat ze me aan-

Werk verzet je zinnen. Het lijkt een gedateerde huis-tuin-en-keukenspreuk. Toch is het een van de pijlers waar het OPZ van Geel al honderden jaren een patent op heeft. Werken als een natuurlijke remedie tegen grote of kleine muizenissen. Neem nu de ‘hofploeg’ van het OPZ: elke dag onderhouden een 20-tal medewerkers mee het groene domein van de instelling.

Binnenstebuiten

Geel is een naam die wereld-wijd klinkt als een klok. De Geelse Gezinsverpleging, waarbij mensen met een psy-chiatrische achtergrond bij gewone gezinnen inwonen, is uniek. Geregeld ontvangen we wetenschappers van zo-wat overal ter wereld die deze zorgvorm willen bestuderen en er vol bewondering over spreken. We zijn er trots op dat vandaag zowat 350 men-sen, die vaak lange tijd in in-stellingen verbleven, uitein-delijk een eigen kamer kregen in een gewoon huis, hun plek aan tafel hebben, geborgen-heid en zekerheid vinden.Maar er is in Geel veel meer dan enkel de gezinsverple-ging. Het OPZ Geel omvat drie psychiatrische ziekenhuizen waar jongeren, volwassenen en ouderen zorg op maat krij-gen. Dat verblijf kan kort zijn, gericht op observatie, diag-nosestelling en het starten van een behandeling. De helft van de patiënten opgeno-men in onze divisie Volwasse-nen heeft het ziekenhuis bin-nen de veertien dagen alweer verlaten. Multidisciplinaire teams begeleiden de patiënt naar herstel en terugkeer naar huis. Daarnaast werkten we ook een zorgaanbod uit bui-ten de muren van ons zieken-huis.Het is een risico en een kans dat Gazet van Antwerpen een week bij ons op bezoek is om ons zorgaanbod te verkennen. Een risico omdat psychiatri-sche zorg iets is met vele nu-ances en gevoeligheden die we in de krant niet kwijt kun-nen. Maar het is vooral een kans omdat we kunnen laten zien wat we allemaal doen en hoe we werken. En omdat we kunnen tonen dat psychiatri-sche zorg vandaag iets hele-maal anders is dan pakweg twintig jaar geleden.

“Er is meerin Geel danu denkt”

Het woordaan

Johan Claeys

Woordvoerder OPZ Geel

Het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel is bekend ver buiten de landsgrenzen. Onze krant ging er een week op bezoek en ontmoette de ‘hofploeg’, vrijwilliger Georges, verpleger Peter en vele anderen.

“Je moe werken helpt”

De groene taak van Gust en Tuur is het bijeen harken van de

Een herfstige maandagochtend om 9u: de hofploeg sijpelt langzaam de refter binnen. Er is geen dwingen-de tikklok maar wel ruim de tijd voor koffie met koetjes en kalfjes. Ergothe-rapeut Bert Ceulemans en therapeu-tisch medewerker Raf Van Lommel verdelen de klussen. De pony’s moe-ten worden verzorgd, de eenden ge-voederd en de gevallen kastanjes bij-eengeveegd. “Je staat ervan te kijken hoe mensen kunnen openbloeien door eenvoudige klussen als dit uit

Werk verzet je zinnen. Het lijkt

keukenspreuk. Toch is het een

medewerkers mee het groene

nemen. Alles samen heeft het twee jaar geduurd. Maar stapje voor stap-je is het me gelukt. Echt fantastisch werk hebben ze hier geleverd.”

Zelfvertrouwen hervinden“Toen Luc hier aankwam, was hij

erg gesloten en zocht hij nauwe-lijks contact met zijn collega’s”, vertelt ergotherapeut Bert. “Nu is hij een van de gasten die de anderen motiveert. Weet je: mensen zitten hier op de afde-lingen vaak tussen vier muren. Hun situatie lijkt daardoor nog uitzichtlozer. Komen die pa-tiënten hier werken dan zie je ze na een tijdje echt openbloei-en. Het werk brengt weer struc-

tuur in hun leven. Ze voelen zich ook nuttig en hun eigenwaarde

stijgt. Je zou er van staan te kijken hoe belangrijk werk - hoe eenvou-dig dat ook is - kan zijn voor iemands zelfvertrouwen.”

“In de hofploeg spreken we niet over ‘patiënten’ maar over mede-werkers”, zegt Raf, therapeutisch begeleider. “Hun ziekte wordt

niet benadrukt, hier staat het wer-ken centraal. Uiteraard wordt er tussendoor wel gesproken over hun problemen. Maar we trachten ze hier met humor en vanuit een buikgevoel te relativeren.”

Werkritme zelf bepalenAan de muur van de kantine hangt

een uurrooster uit. Alles samenge-teld duurt de pauze van de hofploeg bijna even lang als de tijd die ze aan het werk besteden. “De mensen be-palen zelf hun werkritme”, verdui-delijkt Bert. “Willen ze meer werken, dan kan dat. Sommigen bereiden we ook voor op een job buiten de instel-ling. We hebben vooral erg veel ge-duld met hen.”

Page 3: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

maandag 26 oktober 2009 .77

Vrijwilliger Georges:

“Ik geniet even hard als mijn metgezel”

Vrijwilliger Georges Vannuten neemt patiënten mee uit voor een avondje cultuur.Georges is een van de tiental-

len vrijwilligers die mee ingescha-keld worden in de werking van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis (OPZ) van Geel. Een aantal activi-teiten lenen zich prima voor assi-stentie van niet-professionele bege-leiders. Ze gaan mee op fietsuitstap of nemen deel aan een vakantie. Humaniorastudenten uit het laat-ste jaar van het Geelse Sint- Dymp-nacollege verrichten dan weer vrij-willigerswerk bij oudere patiënten.

0

Georges is vrijwilliger voor het pro-ject Toegankelijke Cultuur. Hij be-geleidt patiënten tijdens een avond-je cultuur in De Werft. “Ik ben ze-ker geen taxichauffeur die de gast bij het pleeggezin gaat ophalen en nadien veilig terug afzet”, zegt Ge-orges. “Mijn metgezel moet zoveel mogelijk zelf doen: zijn ticket aan de kassa betalen, zijn jas in de ves-tiaire achterlaten of zijn zetel in de schouwburg zoeken. We willen be-reiken dat hij later op eigen houtje naar De Werft gaat en het aanbod aan cultuur ontdekt.”

Stof om na te praten “Ze kiezen ook meestal voor de

populaire voorstellingen, niet voor experimenteel theater maar eerder voor een avondje met Rocco Gra-nata”, vertelt Georges. “Maar pas op: ze vinden hoegenaamd niet alles goed. Zo zijn de meesten net als ik bijvoorbeeld geen liefhebber van het echt Antwaarps teater. Ze hebben evengoed als anderen een

Een paar keer per maand beleeft Georges Vannuten een gezellig avondje uit in het cultuurcentrum De Werft in Geel. Niet met vrouw of vrienden maar met een gast van een pleeggezin. “Volgens de regels moet ieder zijn eigen drankje betalen”, lacht Georges. “Maar wij trakteren mekaar een pint. Dat is toch niet meer dan normaal als je samen op stap gaat, niet?”

Dat is het aantal personeels-leden in dienst bij het OPZ Geel. Het grootste deel is verpleeg-kundige en zorgkundige. Daar-naast zijn er in de multidiscipli-naire teams ook psychiaters, therapeuten en maatschappe-lijk werkers. Ondersteunende diensten zijn koks, chauffeurs, technici en vele anderen.

Cijfer

620

Psychiatrisch verpleger Peter:

“Je moet vooral echt zijn”

mening en sparen hun kritiek niet. We hebben vaak genoeg stof om na te praten.”

Als een avondje met vriendenGeorges geniet evenveel van het

avondje uit als zijn metgezel. “Zo’n avond verschilt niet veel van een avondje met vrienden”, zegt hij. “Ik word maar kort gebrieft over wie ik

moet gaan ophalen, hoe oud hij of zij is, of het een goede prater is... Soms weet je dat het aangewezen is om achteraf koffie te drinken en geen pint bier. Na een paar keer voelt het aan als op stap zijn met een doorsnee mens waarmee je een interessant gesprek kan voeren.”

Georges wordt net als de andere vrijwilligers niet vergoed voor zijn

inzet. “Je krijgt enkel je inkomtic-ket gratis”, zegt hij. “Achteraf belt de begeleider van het OPZ je altijd wel even op. Je krijgt dan meestal te horen dat de gast een heel aan-gename avond heeft beleefd. Dat doet natuurlijk deugd. Ik kan er ook enorm van genieten als mijn gast er zoveel plezier aan heeft be-leefd.”

“Het belangrijkste is dat je als hulpverlener echt bent”, zo beweert psychiatrisch verpleegkundige Peter Alderweireldt, werkzaam op de afdeling Open opname ouderen van het OPZ. “Mensen voelen onmiddellijk of je iets meent of niet.”

Peter werkt al meer dan 22 jaar in de psychiatrie. Al die ervarin-gen hebben hem veel inzicht ge-geven in wat patiënten van hulp-

0

verleners verwachten. “Wie pas afstudeert, vertrekt meestal van-uit zijn schoolse kennis en vaar-digheden”, vertelt Peter.

“Uiteraard zijn die gespreks-technieken en kennis van patho-logieën belangrijk. Maar volgens mij ben je zelf het meest waarde-volle werkinstrument dat je ter be-schikking hebt. Je kan je persoon-lijkheid en gevoelens als geen an-dere middelen inzetten om met de patiënten de basis te leggen voor een goede therapeutische relatie. Als ze je ‘echtheid’ ervaren, kan je diepgaand contact met hen leg-gen. Dat geldt zeker voor oudere mensen die een levensgeschiede-nis met zich meedragen. Daarvoor moet je als hulpverlener veel res-pect hebben.”

GoedgemutstNiet elke dag komt Peter goed-

gemutst en fluitend op het werk aan. “Ik heb ook mijn goede en slechte dagen”, zegt hij. “Soms hang ik de lolbroek uit, soms ben ik stil. Ik steek die emoties niet weg. Uiteraard zal ik me er niet helemaal door laten leiden, maar de mensen mogen wel weten hoe ik me hier op het werk voel.”

Mensen - en bij uitstek oude-re mensen - misleid je niet. “Ze voelen perfect aan of je schou-

derklopje echt is of niet. Of de bemoedigende woorden uit je hart komen of louter uit ge-woonte worden uitgesproken”, zegt Peter.

“Kijk, als een vrouw hier wordt opgenomen met depressieve klachten omwille van een im-mens verdriet over het verlies van haar man, dan zeg ik tegen haar: ‘Ik weet niet wat het is om een ge-liefde te verliezen maar ik zie aan jou dat het enorm veel pijn doet’.

Ik denk dat dit echter overkomt dan te zeggen: ‘Trek het je niet aan. Dit gaat wel over’.”

In de kleine dingenOmdat hij hart en ziel inves-

teert in zijn patiënten, blijft de deur van het OPZ voor Peter al-tijd op een kier staan. “Soms word ik hier zo sterk geraakt dat ik er thuis met mijn vrouw of kinderen over wil praten”, vertelt hij. Maar op andere momenten keer ik ook

goedgezind naar huis. Misschien heb ik die dag gewoon iemands nestel gebonden, heeft een pa-tiënt me bedankt voor een goed gesprek of heeft iemand een mooi afscheidskaartje geschreven. Je krijgt veel terug van die mensen. In de psychiatrie zie je niet zoals in een ziekenhuis wonden helen of breuken genezen. Maar die klei-ne dingen doen erg veel deugd. Het betekent dat je toch iets hebt betekend voor iemand.”

Psychiatrisch verpleegkundige Peter Alderweireldt: “Je bent zelf je beste instrument”.

Page 4: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

52. dinsdag 27 oktober 2009

Pleegmoeder Anja:

“Je mag hen zeker niet bekijken als patiënten”

Pleegmoeder Anja met haar kinderen Jana (6) en Jelle (1): “Je moet de gasten opnemen in je gezin als een familielid”. foto HILDE VAN GEIRt

OPZ Geel0 Zorg, niet alleen voor professionals: pleeggezinnen stellen hun thuis open

“Of ze daar wel heel goed over had nagedacht”: die opmerking kreeg Anja - ‘what’s in a name’ - Vangeel meermaals te horen toen ze aan haar collega’s vertelde dat ze vast van plan was om drie gasten van het OPZ in haar nieuwe huis op te nemen.

“Eerst hoorden we vaak: jullie zijn blijkbaar van plan veel kinde-ren te kopen”, vertelt Anja, terwijl ze ons rondleidt in haar nieuwe wo-ning, even buiten het centrum van Geel. Haar twee kinderen Jana (6) en Jelle (1) vergezellen ons. Anja opent de deur van de kamer van haar eerste OPZ-gaste, Etty, die nog maar sinds donderdag bij hen inwoont. “De kast en het bed krijgen de gasten mee van het OPZ”, vertelt ze. “Ook haar kleren krijgt ze mee. Voor al de rest zorgen wij. Van het OPZ krijgen we een dagvergoeding. Ik weet niet hoeveel die bedraagt. Dat interesseert me ook niet. Ik ben een zorgend type. Ik wilde vroe-ger voor kinderverzorgster stude-ren maar mijn ouders zagen meer in een kantoorjob. Het is mijn vas-te voornemen om later thuis te blij-ven en voor mijn kinderen en gas-ten te zorgen. Ik wil hun hier een thuis geven.”

0

Lang wachtenOp de lange gang op de eerste ver-

dieping hebben Anja en haar man Gert nog twee gastenkamers voor-zien voor toekomstige OPZ-bewo-ners. Ze hoopt dat ze zo snel mogelijk worden ingenomen. Want ondanks de nood aan nieuwe pleeggezinnen is het soms lang wachten op de komst van een gast. Tussen gezin en gast moet het goed klikken.

“Op Etty hebben we een jaar moe-ten wachten”, vertelt Anja. “De toe-gang om pleeggezin te worden is laagdrempelig. Je dient een aan-vraag in en medewerkers van het OPZ komen vooraf op bezoek om een dossier op te stellen. Ze kijken ook of de kamer wel voldoende groot is. Je moet hiervoor geen opleiding genoten hebben. Iedereen die de mentale draagkracht heeft en een stabiele context kan bieden, komt in aanmerking. Je krijgt ook alle ver-antwoordelijkheid over je gast. Wel komt de wijkverpleger regelmatig op huisbezoek. Over de patiënt weet je vooraf niet veel. Hier begint ze met een propere lei. We hebben nog ge-twijfeld of we kinderen zouden op-nemen. Maar omdat we zelf nog erg jonge kinderen hebben, leek ons dat nog niet aangewezen.”

FamilietraditieAnja zet een lange familietraditie

verder. Zowel haar grootouders als haar ouders hadden drie gasten in huis. “Mijn grootouders hebben ooit een tinnen schotel gekregen voor 50 jaar pleeggezin”, vertelt ze. “Ik heb nooit anders geweten dan dat er gas-ten in huis waren. Toen mijn groot-vader 91 jaar werd en bij een van zijn zonen ging inwonen, verhuisden zijn gasten gewoon mee. Vroeger herken-de je de gasten van het OPZ ook met-een: ze droegen allemaal hetzelfde uniform van het OPZ. Nu dragen ze gewoon hun eigen kledij.”

Veld“Vroeger hoorde je wel eens ver-

halen over gasten die overdag hard werkten bij de boeren op het veld”, vertelt Anja. “Vandaag de dag heb-ben de gasten op het OPZ hun bezig-heid in het fietsenatelier, het wijk-centrum of in de tuin, volgens hun eigen kunnen. Er worden voor hen ook uitstappen georganiseerd. In het weekeinde kunnen ze terecht in het AT-Café (een ontmoetingshuis voor OPZ-bewoners). Etty wordt ’s mor-gens opgehaald en ’s avonds weer thuisgebracht. Hier helpt ze wat mee in het huishouden..”

“Toch mag je het inwonen van een gast voor een jong gezin niet onder-schatten”, zegt Anja. “Je moet er seri-eus over nadenken en er met je part-ner over praten. Mijn man heeft het nooit gekend. Als een van de twee er niet mee akkoord gaat, lukt het niet. Je moet er ook een flink deel van je vrijheid aan opofferen. Op reis gaan, zit er voor ons niet in. Maar dat zegt me weinig. De gasten ma-ken deel uit van het gezin. Ze heb-ben hier een thuis, zoals de andere gezinsleden.”

GezinslidHaar eerste gaste, Etty, een vrouw

van Indonesische afkomst, is vorige donderdag gearriveerd en bleek zich onmiddellijk thuis te voelen. “Het blijft toch afwachten”, zegt Anja. “Ik was er vooral om bekommerd hoe mijn kinderen op haar zouden reage-ren. Maar dat viel heel goed mee. Ze ging meteen naast hen zitten en keek mee naar FC De Kampioenen. Giste-ren kwam mijn dochter Jana thuis van school met de opdracht een teke-ning te maken van ons gezin. ‘Waar moet ik Etty tekenen’, vroeg ze. Je mag de gasten zeker niet bekijken als patiënten, je moet hen opnemen in je gezin als een familielid.”

“We hebben er ons huis volledig naar gebouwd en drie kamers extra voorzien”, zegt Anja Vangeel, die in de wieg gelegd is om voor mensen te zorgen. “We zijn een klein OPZ.”

Binnenstebuiten

Sommige mensen met com-plexe psychiatrische pro-blemen hebben langdurige zorg nodig. Die zorg is niet het exclusieve werk van pro-fessionals. Gewone mensen die gewone oplossingen be-denken voor moeilijke psy-chiatrische problemen, gaan doorgaans effectiever te werk. Ze ‘normaliseren’ het lastige leven van patiënten die onderzocht, behandeld en vroeger ook vaak betut-teld werden. Pleeggezinnen kunnen op een heel gezon-de manier paal en perk stel-len aan weinig sociaal ge-drag en ervoor zorgen dat mensen terug aan de samen-leving deelnemen. Want daar is het ons allemaal om te doen: zorgen dat zij terug de draad van hun leven kun-nen opnemen, zelfs als ze dat niet meer helemaal zelf-standig kunnen. Gezinsverpleging wordt vandaag in meerdere Eu-ropese landen geïntrodu-ceerd. De uitbouw in een ge-bied zonder traditie op dat vlak, vraagt vastberaden-heid. Het is een verhaal van vallen en opstaan en van uit-eindelijk overeind blijven. De strijdbaarheid en het rotsvaste geloof in de waar-de van gezinsverpleging bij deze teams is hartverwar-mend. Het sterkt Geel in de overtuiging dat de rol van gezinsverpleging nog lang niet is uitgespeeld.We zijn het toekomstige ge-neraties verplicht om na te denken over de continuïteit van dit model. Dat vergt een deftige financiering van alle betrokken partijen, zowel van pleeggezinnen als van de professionele hulpver-lening. Wellicht vraagt het een grotere regionale sprei-ding, mogelijk over het ge-hele zorglandschap….

“Psychiatrische pleegzorg: de grond van de zaak”

Het woordaan

Lieve Van de WalleAfdelingshoofdJongeren en Rehabilitatie

We duiken de hele week achter de schermen van Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel. Pleegmoeder Anja bouwde extra kamers om drie gasten in huis te kunnen nemen. Archivaris Bert verzamelt de mooiste verhalen. Tot slot bekijken we de mogelijkheden van beschut wonen.

Page 5: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

dinsdag 27 oktober 2009 .53

OPZ-archivaris Bert Boeckx:

“Geel is heel open over gezinsverpleging”

Bert Boeckx verzamelt alle verhalen over ‘De Kolonie’ om te bundelen in een boek. foto Bert de deken

Op het hoogtepunt van de thuis-verpleging, eind jaren 30, verble-ven er maar liefst 3.800 patiënten op een bevolking van 15.000 Gelenaars. Geen wonder dat het OPZ Geel – in de volksmond nog steeds De Kolonie genoemd - even sterk met de barm-hartige stad is verweven als de heili-ge stad Rome met de paus.

Het OPZ Geel koestert zijn verle-den als geen ander. Het eeuwenoude ziekenhuis heeft zelfs een voltijds ar-chivaris Bert Boeckx in dienst om zijn geschiedenis te bewaren en op een aantrekkelijke manier over te leveren aan nieuwe generaties. “Ik ken nauwelijks andere psychiatri-sche instellingen die een archivaris in dienst hebben”, zegt Bert Boeckx. “We beschikken dan ook over een uniek archief, dat al sinds 1850 be-

0

staat. Dat vind je nergens anders in Vlaanderen.”

VerhalenIn 2007 zetten Bert en tal van Geel-

se organisaties het prestigieuze pro-ject Tussen de mensen op. “Het doel bestond erin zoveel mogelijk verha-len over de gezinsverpleging uit de mond van de Gelenaars zelf op te

Archivaris Bert Boeckx en een leger vrijwilligers verzamelden de voorbije drie jaar 1001 authentieke verhalen over de gezinsverpleging. In mei volgend jaar verschijnen ze in het langverwachte boek: Tussen de mensen.

tekenen”, zegt Bert. “Vrijwilligers en scholieren zijn op stap gegaan om oudere mensen die patiënten in huis hadden te interviewen. Maar ook dokters, verpleegkundigen en patiënten komen aan bod. Uit ons archief blijkt dat de psychiatrie de voorbije decennia enorm is veran-derd. Met Tussen de mensen willen we die papieren geschiedenis levend maken.”

In al de verhalen frappeerde Bert vooral de openheid waarmee de men-sen en de dokters over de instelling praten. “Elders bestaat er een soort

zwijgplicht over de psychiatrie maar in Geel wordt ook open gesproken over de minder fraaie kanten, zoals de behandeling met elektroshocks. Toch is er vooral veel warmte en fier-heid over de gezinsverpleging.”

VooroordelenTussen de mensen wil ook het

schampere beeld bijstellen dat soms over de gezinsverpleging in de bui-tenwereld leeft. “Het stoort ons dat er door de media nog altijd een verte-kend beeld wordt geschetst van Geel. De patiënten werden in het verleden

al te vaak beschouwd als een folklo-ristische en toeristische trekpleister. Vroeger kwamen mensen uit de rest van Vlaanderen tijdens de weekends zelfs speciaal naar Geel om ‘zottekes te komen kijken’. Dat wringt nog bij vele Gelenaars. We willen dat nega-tieve beeld bijsturen en de vooroor-delen rond psychiatrie en gezinsver-pleging verminderen.

In mei 2010 gaat het verschijnen van ‘Tussen de mensen’ samen met een tentoonstelling, een documentaire, een website en een historische ommegang.

i

Dat is zowat het aantal pa-tiënten dat gemiddeld per dag in het OPZ Geel is opgenomen. Niet alle opnames zijn residen-tieel, dat wil zeggen de klok rond in een ziekenhuisbed. Een groot aantal patiënten komen een aantal dagen per week voor behandeling naar de dagkliniek of het dagacti-viteitencentrum. En de kleine helft van de patiënten verblijft in een Geels pleeggezin.

Cijfer

800

“Een waargebeurd verhaal: een Antwerpse vrouw stapt in Geel een bakkerij binnen terwijl haar man buiten een sigaretje rookt. De man wil echter een gebakje aanduiden en maakt daarbij flink wat gebaren. De bakkerin zegt: “Mevrouw, u moet er niet op letten. Dat is iemand van de Kolonie.”Bert BoeckxArchivAris opz Geel

Beschut wonen in de Kempen voor de mensen van OPZ

“We moeten nog met wachtlijsten werken wat de plaatsen voor beschut wonen betreft. Jammer, want het kan voor sommige mensen de beste oplossing zijn”, vertelt Jeroen Dillen. foto hilde vAn Geirt

Een vijftigtal mensen woont be-schut in huizen in Geel, Turnhout en Herentals. Sommigen van hen wo-nen in groep, anderen op hun een-tje. “Het zijn gewone, onopvallende gezinshuizen in de wijk en dat is ook de bedoeling”, zegt Jeroen Dillen. “We willen dat deze mensen zich in de mate van het mogelijke terug inte-greren in de maatschappij. Daarom moeten ze liefst een anoniem nor-maal leven kunnen leiden, zonder de stempel van de psychiatrie.”

VoorgeschiedenisBeschut Wonen Kempen is een ini-

tiatief voor psychiatrische zorg in de samenleving. Het zorgaanbod om-vat beschut wonen, psychiatrische thuiszorg en zorgcoördinatie.

Beschut Wonen Kempen is een zelfstandige organisatie die nau-we banden heeft met het OPZ. “De helft van onze bewoners komt uit het OPZ”, zegt Jeroen Dillen. “Het zijn chronisch psychiatrische patiënten die omwille van ernstige psychische problemen vaak lange tijd begelei-

0

ding nodig hebben bij het zelfstandig wonen. Veel van de bewoners heb-ben al een lange voorgeschiedenis in de geestelijke gezondheidszorg. Maar we merken dat beschut wonen voor hen een oplossing kan zijn. Ze kennen minder opnames en er dui-ken in hun leven minder crisissen op.”

BegeleidingDe bewoners proberen zo goed

en zo kwaad ze kunnen hun eigen boontjes te doppen “Maar volstrekt zelfstandig wonen is voor de mees-ten niet mogelijk”, zegt Jeroen Dil-len. “Ze worden dan ook intensief begeleid door ons team dat bestaat uit maatschappelijk werkers, psychi-atrisch verpleegkundigen en ergo-

Een aantal voormalige patiënten van het OPZ woont in rijtjeshuizen in de Kempen. Omdat het zelfstandig wonen voor hen niet evident is, worden ze intensief begeleid door een team van Beschut Wonen Kempen. “We proberen deze mensen terug te laten aanknopen met een normaal dagelijks leven”, zegt directeur Jeroen Dillen van Beschut Wonen Kempen.

therapeuten. Elk huis heeft zijn vaste begeleider die de bewoners dagelijks of een paar keer per week opzoekt. Soms moeten er gewone zaken ge-regeld worden, zoals administratie. Soms is een intensieve begeleiding van een bewoner nodig om hem of haar terug te laten wennen aan een dagritme van opstaan en werken. De vaste begeleider zorgt ervoor dat de medicatie genomen wordt en dat de

bewoner de psychiater blijft bezoe-ken. De mensen werken meestal niet in het klassieke arbeidscircuit maar hebben een job in een beschutte werkplaats of mogen vrijwilligers-werk doen in bibliotheken of cul-tuurcentra.”

WachtlijstenBeschut Wonen Kempen heeft

een erkenning voor 48 plaatsen be-

schut wonen. “Dat is veel te weinig. De Vlaamse overheid heeft voor ons ruim 200 plaatsen voorzien”, zo stelt Jeroen Dillen. “Maar het aantal plaatsen dat wij gefinan-cierd krijgen, is afhankelijk van de bedden die in hospitalen worden af-gebouwd. Dat laatste gebeurt nog veel te weinig zodat wij geen extra plaatsen krijgen en met wachtlijsten moeten werken.”

Page 6: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

52. woensdag 28 oktober 2009

Zorgcoördinatrice Christa Dams:

“Het gesprek op gang brengen is erg belangrijk”

Christa Dams probeert zowel familie als hulpverleners wegwijs te maken in de zorg voor ouderen. foto bert de deken

OPZ Geel0 Gesprekken over hoe zorg en hulp vragen geen schande is

Je kan het OPZ niet verdenken van klantenbinding. De voorbij jaren worden meer en meer initiatieven genomen om mensen buiten de muren van OPZ te houden. Zo gaat het Mobiel Team van kinderpsychiater Joke Joossens thuis gekwetste kinderen opzoeken, dat komt morgen aan bod. Christa Dams probeert dan weer de opname van oudere mensen te voorkomen door iedereen die hen thuis of in het rusthuis met zorgen omringen, weerbaarder te maken:

Zorgcoördinatrice Christa Dams werkt al meer dan 20 jaar met ou-dere patiënten in het OPZ en heeft daar een schat aan ervaring op-gedaan die ze nu ten dienste stelt van mantelzorgers en hulpverle-ners thuis en in Kempische rust-huizen.

“Toen ik op de opnameafdeling voor ouderen werkte, voelde ik vaak de behoefte bij hulpverleners en mantelzorgers – dat zijn de kin-deren, buren en al de andere niet-professionele hulpverleners - om on-dersteuning te krijgen. Ik dacht vaak bij een opname: hadden we hier door het OPZ meer aan coaching kunnen doen in het rusthuis zelf, dan had deze opname vermeden kunnen worden.”

0

DroomHaar droom ging in vervulling

toen ze twee jaar geleden de coör-dinatie kreeg over een therapeutisch pilootproject dat – met veel woorden – ondersteuning geeft aan hulpverle-ners en mantelzorgers die hulp bie-den aan ouderen met een chronische en complexe psychiatrische proble-matiek’. Dat project is het resultaat van een samenwerking van vier part-ners: SIT, Samenwerkingsinitiatief Thuisverzorging , Centrum Geeste-lijke Gezondheidszorg, Ter Kempen en OPZ Geel. “We willen voorkomen dat oudere mensen opgenomen wor-den in een psychiatrische instelling”, zegt ze. “Opname is soms niet te ver-mijden, omdat een goede diagnose en de start van een behandeling wel in het ziekenhuis moeten gebeuren. Maar even vaak kunnen we mits on-dersteuning oudere mensen perfect in hun vertrouwde omgeving laten blijven. Op twee jaar tijd hebben we zo al 70 ouderen geholpen.” Op lange termijn wil het therapeutische project regionale zorgnetwerken uit-bouwen waarin hulverleners van verschillende diensten samenwer-ken aan de uitbouw van een meer efficiënt zorgaanbod voor een welbe-paalde doelgroep, zoals ‘de ouderen in de regio Turnhout’.

AchterdochtHaar grote expertise gebruikt

Christa vandaag om mee een uit-

weg te zoeken in vaak schijnbaar uitzichtloze crisissituaties met ou-deren. “Mensen doen een beroep op mij als de zorg voor een oudere hen te complex wordt”, vertelt ze. “Als kinderen bijvoorbeeld geconfron-teerd worden met een achterdoch-tige, soms zelfs agressieve, vader. Hij loopt constant roepend door het huis of beschuldigt zijn kinderen van diefstal. Dat ondermijnt hun draag-kracht. Het is soms schrijnend hoe sommige mensen vermijden om psy-chiatrische hulp te zoeken, ook al is hulp hoognodig. Jarenlang zijn ze verzorgd geworden door hun part-ner. Pas als die partner wegvalt, wordt het probleem in al zijn om-vang zichtbaar.”

Opname bemiddelen “In de psychiatrie zijn we - veel

meer dan elders - gewend om met mensen te praten. Mijn rol is om problemen door een gesprek aan de oppervlakte te brengen en bespreek-baar te maken. “Wat hoor ik toch al-lemaal. Zijn er problemen? Ik ga hen altijd thuis of in het rusthuis opzoe-ken. Want spreken over een oudere die ik niet heb gezien, doe ik liever niet. Met de andere partners probe-ren we oplossingen te vinden. Veel mensen hebben ook geen ziekte-in-zicht. ‘Dat verloopt hier toch vlot. Mijn dochter overdrijft.’ De mensen weten vaak niet wat er aan de hand is. Ik probeer dan zeer laagdrempelig

uit te leggen wat de mogelijke oorza-ken zijn voor hun gedrag of dat van hun vader of moeder.”

Als een opname nog te vermijden is, neemt Christa deel aan een zorgo-verleg. “We gaan rond de tafel zitten met iedereen die betrokken is bij de zorg of hulpverlening van de oudere. Soms kunnen dat twaalf mensen zijn voor een persoon: zijn kinderen, de thuisverpleger, de familiehulp, de huisarts, de kinesist, de maatschap-pelijk werker van het OCMW, en in de meeste gevallen ook de oudere. We maken dan afspraken om de zorg op mekaar af te stemmen: wie zet ‘s morgens de medicatie klaar, kan de thuisverpleging ingeschakeld wor-den, wie gaat er boodschappen doen. Mijn bijdrage is vooral de overdracht van specifieke kennis en vaardighe-den over psychiatrische zorg. Door het afstemmen van al die diensten en het bijbrengen van kennis kan een oudere, die normaal zou zijn opgenomen, toch thuisblijven. Het gebeurt vaak dat voor een schijnbaar hopeloze situatie toch een oplossing wordt gevonden.”

Christa moet mensen er nog vaak van overtuigen elders hulp te gaan zoeken. “Ze vinden dat ze tekort-schieten en krijgen schuldgevoe-lens. Maar als je ‘Familiehulp’ of een ‘CGG’ tijdig inschakelt, groeit het probleem de mensen niet boven het hoofd en kan een opname uitge-steld worden.”

Binnenstebuiten

In het OPZ Geel trachten we in te spelen op de toenemende vergrijzing van de bevolking en de nood aan vermaatschap-pelijking van zorg door spe-cifieke aanpassingen binnen ons zorgaanbod. Er zijn twee opnamediensten binnen de divisie Ouderen van het OPZ Geel waar kortdurende obser-vaties, uitgebreide psychodi-agnostiek en therapeutische interventies plaatsvinden.Al tijdens de opnames heb-ben we extra aandacht voor de mantelzorgers en hulpverle-ners in de thuissituatie om de juiste zorg op maat te kunnen aanbieden, ook na ontslag uit ons ziekenhuis.Sinds kort bieden wij tevens de mogelijkheid aan om hulp-verleners en mantelzorgers thuis of in het rusthuis te on-dersteunen. In het artikel hier-naast kunt u onder andere le-zen hoe Christa Daems dat als coördinator van een the-rapeutisch project in de prak-tijk aanpakt. Op deze manier kan er snel worden ingespeeld op problemen die zich met de patiënt voordoen. We voelen niet alleen de nood om dit the-rapeutisch project verder te zetten, maar tevens om dit uit te breiden. In onze regio is er immers geen psychiatrische thuiszorg voor senioren voor-zien; de middelen daartoe zijn ontoereikend op dit ogenblik. Daarnaast is het daghospitaal voor senioren recent uitge-breid. Er worden therapeuti-sche activiteiten aangeboden waardoor een opname soms kan worden vermeden. Daar-naast biedt de dagkliniek on-dersteuning bij gestabiliseer-de patiënten.

“Zorg op maat voor senioren”

Het woordaan

Dokter Céline ScheerlinckPsychiater, Adjunct-hoofd-geneesheer Divisie Ouderen

Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel staat bekend om zijn pleegzorg, maar biedt veel meer: patiënte Leen, die tijdelijk wordt opgenomen, getuigt over haar vooruitgang. En Christa Dams kaart zorg voor ouderen aan buiten de muren van een tehuis.

Het woord

Page 7: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

woensdag 28 oktober 2009 .53

“Je kan niet alles alleen verwerken”

“Je schrikt hoeveel je al bereikt hebt na enkele maanden therapie”, getuigt Leen. foto ludo marien

“Mijn zoon heeft zelfmoord ge-pleegd door vanuit de zevende ver-dieping uit het raam van ons appar-tement te springen. Ik heb hem nog horen vallen ... Ik ben toen onmid-dellijk naar beneden gelopen en bij hem gebleven tot de politie en hulp-diensten arriveerden. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht en daar heb ik na overleg met een arts besloten me te laten opnemen in de open af-deling van het OPZ. Het was de beste oplossing, want ik kon niet terugke-ren naar het appartement. Het is de meest intelligente beslissing die ik genomen heb in mijn leven. Je kan dat niet alleen verwerken.”

“Het was zijn vierde poging. Van de andere drie heb ik hem nog kun-nen weerhouden. Ik zou bijna op hem gaan zitten zijn om hem ervoor te behoeden. ‘Doe het alsjeblief niet!’Ik kon hem niet alleen laten. Ik ver-zon telkens smoezen om afspraken niet te moeten nakomen om zo bij mijn zoon te zijn. Ik heb ook nog een relatie gehad met een man die over-leden is aan kanker. Om hem te kun-nen verzorgen, ben ik ook thuis ge-bleven. Ik heb heel bewust die keuze voor een opname gemaakt: je eigen kind dat zelfmoord pleegt … dat kan je niet alleen verwerken.”

Roes“Ik heb zes maanden op de open af-

deling verbleven, verdoofd door de pijn en het verdriet. Ik leefde in een soort van roes. In de open afdeling volg je allerlei soorten therapie: er-gotherapie, geheugentraining, spor-ten... Je voert ook eenmaal per week een gesprek met een psycholoog. Als het nodig was, kon je steeds een ge-sprek aanvragen. Na een fitnesstrai-ning vroeg een therapeute eens: “Ben je tevreden dat je naar hier gekomen bent?” Ik heb toen geantwoord: “Ik heb eens een uur aan mijn eigen li-chamelijke pijn gedacht en niet aan de pijn die vanbinnen leeft.”

“Na die zes maanden dacht ik te kunnen afronden en ben ik naar ‘t Poorthuis (dagkliniek voor volwas-sen) gegaan. Om onmiddellijk van-uit die beschermde omgeving terug de maatschappij in te stappen: neen,

dat zag ik niet lukken. Hier volg ik drie dagen therapie. Ik heb ook te-rug een appartement gehuurd en ingericht. Ik moest toch ooit de stap naar de buitenwereld zetten. Van de psychiater had ik carte blanche gekregen. Tijdens mijn verblijf in de opnamedienst kon ik mijn apparte-ment inrichten. In het weekeinde verbleef ik daar al, zodat het terug als een thuis zou aanvoelen. In het begin liep ik er wat verloren. Het ge-mis van mijn zoon. Ik hoorde hem nog vaak thuiskomen ...”

“Ik heb veel contact met mijn the-rapeuten. Op hen kon ik terugvallen. Er staat geen criticus maar iemand die met je meegaat, die je aanvoelt, die weet welke vragen je jezelf stelt. Ik heb veel zitten wenen.

In het Poorthuis volgen we elke dag uiteenlopende therapieën: relaxatie,sport, crea, groepscrea, bilanverga-dering, weekendbespreking, commu-nicatie. Het lijken eenvoudige zaken maar alles is zeer bewust gekozen. Er is geen enkele therapie waarbij er niet gepraat wordt. De meeste uren bren-gen we in groep door. Maar we kregen wel aparte opdrachten: een zelfpor-tret schilderen bijvoorbeeld. Hoe is je zelfbeeld? Waar ben je mee bezig? Je mag zelf je traject kiezen. Als je niet graag schildert of aangeraakt wordt, kan je voor iets anders kiezen.”

Doseren“Als ik zie vanwaar ik kom, dan heb

ik hier een enorme weg afgelegd. Al-leen had ik dat niet gekund. Ik heb dat maar kunnen bereiken met de hulp van zeer veel mensen, zowel de therapeuten als de groep zelf. Het be-lang van dat groepsgebeuren wordt vaak vergeten. Je krijgt veel tips mee van de anderen waar je zelf nog niet aan gedacht hebt. Vaak eenvoudige dingen. Zo is strijken in het begin een enorme opgave. Tot iemand zegt: je moet niet alles in een keer strijken. Strijk tot je water op is en hou dan op. Zo heb ik leren doseren.”

“Ik heb hier zoveel positieve zaken

“De opname is de verstandigste beslissing die ik in mijn leven heb genomen”, vertelt Leen, nu ze op het punt staat om terug de wereld van alledag in te stappen.

geleerd waardoor ik stap voor stap weer verder kon. Ik zal je een voor-beeld geven. In het begin kon ik het geluid van sirenes van ambulances en de MUG niet horen. Ik sloeg com-pleet in paniek. Ik heb hier een me-thode aangeleerd waardoor ik rustig kan worden en me kan concentre-ren op andere zaken dan die gelui-den. Toen ik dat bereikt had, viel er veel van mijn schouders af. Nu kan ik mijn wagen rustig aan de kant zet-ten voor een ziekenwagen, zonder dat die herinnering weer naar bo-ven komt.”

Geen schaamte “In januari ga ik opnieuw halftijds

werken. Daar zijn we nu naartoe aan het werken. Welke zijn de valkuilen waarvoor ik moet oppassen? Ik wil tot dan nog in de dagkliniek blijven en zoveel mogelijk meenemen. Ik ga nadien nog in nazorg: gesprek-ken met een psychologe.”

“Na drie maanden stelde ik me de vraag wat ik al bereikt had. Het lijkt precies nog niets. Je hebt het gevoel dat je stilstaat Maar als je dan een blad papier neemt en alles begint op te schrijven, dan schrik je ervan hoe-veel je al hebt bereikt. Het zijn vaak kleine zaken maar je maakt wel tel-kens vooruitgang.”

“Het gebeurt dat mensen, die ik niet zo goed ken, me vragen hoe het met me gaat. Ik antwoord dan eerlijk dat ik opgenomen ben in het OPZ. Lang duurt het gesprek dan vaak niet meer ... Er hangt nog een groot taboe rond psychiatrie. Het OPZ wordt sterk gelinkt aan de ge-zinsverpleging: een beeld van vijftig jaar geleden. Maar de mensen ken-nen de instelling niet. Ik ben niet verlegen waarom ik hier ben. Ik ben erin terechtgekomen door wat er in mijn leven is gebeurd. Ik praat er ook over als men mij dat vraagt. Ik heb nooit verzwegen dat ik me heb

laten opnemen. Ik ben er nooit ver-legen om geweest. Ik herhaal: het is de meest verstandige beslissing die ik genomen heb. Hulp vragen is geen schande.”

Leen getuigt over haar verblijf in het OPZ

Een jaar geleden liet Leen zich vrijwillig opnemen in de open afdeling van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum (OPZ) van Geel. Dat gebeurde op de dag waarop haar zoon voor haar ogen zelfmoord pleegde. Voorheen was haar partner al overleden aan kanker. Hoeveel leed kan een mens dragen?

“Het is de meest verstandige beslissing die ik genomen heb. Hulp vragen is geen schande.”Leenpatiënte opZ Geel

Dat werken in de zorgsec-tor vooral een vrouwenzaak is, blijkt uit dit cijfer: 74 procent van de personeelsleden in het OPZ Geel zijn vrouwen, of met andere woorden er werken drie keer meer vrouwen dan mannen. Zeker bij verpleeg-kundigen en verzorgenden heeft het aantal vrouwen sterk de overhand.

Cijfer

74%

Page 8: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

52. donderdag 29 oktober 2009

OPZ Geel 0 Hulp ter plekke en voor de familie: zorg kent een ruime invulling

Al meer dan vier jaar stuurt het OPZ zijn ‘Mobiel Team’ naar gezinnen met probleemsituaties in de Kempen. Gaat de vergelijking met opvoedkundige reality-programma’s als Supernanny hier op?

“De supernanny gaat duidelijk uit van louter opvoedingsproblemen”, verklaart Joke Joossens. “Kinderen die bij ons worden aangemeld, heb-ben allen in meer of mindere mate een kinderpsychiatrische problema-tiek – in combinatie met opvoedings-problemen. In die zin is de supernan-ny niet echt te vergelijken met onze manier van werken.”

Het Mobiel Team verplaatst zich ook niet met een opzichtige wagen met daarop ‘SOS OPZ’0 Wel rukt het team zo snel als het kan uit om pro-blemen met jonge kinderen thuis te verhelpen. Het Mobiel Team is be-mand met een orthopedagoog, twee psychiatrische verpleegkundigen en een kinderpsychiater. “We worden meestal gealarmeerd door zoge-naamde ‘verwijzers’. Dat zijn meest-al huisartsen, scholen of Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s)”, ver-telt Paul De Win, de orthopedagoog van het Mobiel Team. “We beslissen op korte termijn of we met deze aan-melding aan de slag gaan of niet. Een ‘behandeling’ duurt gemiddeld drie tot vier maanden.”

0

KwetsbaarDe problemen waarvoor het team

uitrukt zijn talrijk. “Een kind dat pertinent weigert om naar school te gaan. Een moeder die radeloos is door de woede-uitbarstingen van haar zoon ”, legt kinderpsychiater Joke Joossens uit. “We werken uit-sluitend voor -13-jarigen en daarom gaat het in de meeste gevallen ook om opvoedingsproblemen. Vaak bij kinderen die sowieso al wat kwets-baarder zijn door een eigen proble-matiek: kinderen met autisme, met ADHD, met een depressie of leerpro-blemen. Door die psychische proble-men verloopt hun opvoeding moei-lijker dan bij andere ‘gezonde’ kinde-ren. Het vraagt gewoon meer energie en kennis van de ouders.”

Ter plaatseNadat ‘alarm is geslagen’ voert het

Mobiel Team in het OPZ een eerste gesprek. Besluit het Team om met het gezin aan de slag te gaan, dan komen Paul en zijn collega’s thuis op bezoek. “Je moet dat niet spectaculairder ma-ken dan het is”, zegt Paul De Win. “We zitten geen ganse dag in een hoekje om alles nauwlettend in de gaten hou-den. Als we daar twee uren aanwe-zig blijven, is dat al veel. We voeren er vooral gesprekken met zowel de ouders als de kinderen. In hun eigen omgeving leer je ze beter kennen. Je ziet hoe het huishouden functioneert. Je kan vaststellen wat ouders wel en niet kunnen. Achter je bureau kan je

kordaat stellen: ‘er moet meer struc-tuur komen in dat gezin’. Ter plaatse stel je dan vast dat er nog andere kin-deren rondlopen. Je moet de oplossin-gen afstemmen op de mogelijkheden van de ouders, want anders kweek je alleen maar frustraties.”

PositiefHet Mobiel Team behoedt er zich

voor ouders terecht te wijzen. “We vertrekken juist van de positieve za-ken die we in het gezin vaststellen”, zegt Joke Joossens. “Hij is altijd bru-taal tegen mij. Ik kan hem niet de baas”, zegt een moeder over haar zoon. Dan zoek je naar situaties waar de moeder wel de baas is. ‘Je hebt hem vlak voor het eten toch een koek ge-weigerd’. Dat motiveert uiteraard. We leggen zeer veel uit aan de ouders. Als een lagereschoolkind nog in zijn broek doet, gaan we heel die stoor-nis gedetailleerd uitleggen: waar die vandaan komt, hoe die medisch be-handeld kan worden en dat ze als ou-ders kunnen werken met belonings-systemen. We trachten eveneens sa-men te werken met alle mensen die betrokken zijn op het kind en zijn ge-zin. Onlangs hadden we hier nog een vergadering met grootouders, tante, oom en een dochter uit een vorig hu-welijk over de gezamenlijke, conse-quente aanpak van een kind.”

PreventiefHet doel van het Mobiel Team is

ambitieus. Een opname is een ingrij-

pende gebeurtenis, zowel voor het kind als voor het gezin”, zegt Paul De Win. “Als je dat kan vermijden, is dat voor het welzijn van het kind uiter-aard een groot voordeel.”

“Ook in de kinderpsychiatrie wordt preventief werken steeds be-langrijker”, vult Joke Joossens aan. “Hou kinderen uit de instelling en behandel hen zo veel mogelijk in hun natuurlijke omgeving. Want uiteindelijk moeten de kinderen na de opname terug naar hun gezin en moeten de ouders er weer mee aan de slag.”

Resultaten“In een aanzienlijk percentage

van de gezinnen kunnen we echt wel een verschil maken”, besluit Joke Joossens. “We krijgen de ontwikke-ling van deze kinderen terug op het spoor zodoende dat een kinderpsy-chiatrische opname in de toekomst kan vermeden worden. “Het is vaak verbazingwekkend wat we op korte termijn kunnen realiseren door de mensen het geloof bij te brengen dat ze er thuis iets aan kunnen doen.”

“Ik heb dan ook zeer veel beroeps-satisfactie op dat vlak”, zegt Paul De Win. “Soms heb je aan een aantal ge-sprekken genoeg om een kentering te brengen.”

Voor meer informatie, ook over voorgaande reportages van OPZ Geel: 014-57.91.11, email: [email protected], www.opzgeel.be

i

De werking van het team lijkt op die van het succesvolle tv-programma Supernanny, waarin radeloze ouders mirakeloplossingen cadeau krijgen om hun rebelse kroost in het gareel te houden. “Er is een groot verschil,” protesteert kinderpsychiater Joke Joossens.

Binnenstebuiten

Na vele jaren in de psychia-trie te hebben gewerkt, sta ik nog steeds versteld van de veelzijdigheid en schijnba-re tegenstrijdigheden waar-uit ons werkveld bestaat. Zo kan psychiatrie chronisch zijn, wanneer mensen lang-durig op zorg zijn aangewe-zen. Maar psychiatrie is vaak ook kortdurend: soms is een tussenstop in de zorg ge-noeg om de draad van hun leven weer op te nemen.Psychiatrie is een zaak van professionele hulp. Obser-vatie, diagnosestelling en een behandeltraject starten, zijn taken voor deskundi-gen. Maar psychiatrie draait evenzeer om vrijwilligheid, van mantelzorgers, van de maatschappij: kinderen die voor hun bejaarde, de-menterende ouder zorgen, pleegouders in de gezins-verpleging, enzovoort.Psychiatrie is ook gebruik maken van hoogtechnologi-sche middelen. Ik denk aan ontwikkelingen in de neu-rofysiologie en gebruik van medicijnen. Maar meer dan elke andere discipline is het tegelijkertijd iets simpel, puur menselijks, iets tussen u en mij. Psychiatrie is zowel rationeel als relationeel.Ik zie dezelfde dualiteit in complexe en eenduidige pa-thologieën, in grote instel-lingen en kleinschalige pro-jecten, de bekendheid voor hulpverleners, maar even-goed de beslotenheid voor anderen.Voor wie gelooft dat din-gen niet zo eenvoudig zijn als ze lijken, is de psychiatrie een uitstekend werkterrein. Het is mijn overtuiging dat elk van die elementen een plaats heeft en de zorg pas optimaal kan zijn als er goe-de evenwichten tussen dit alles gevonden worden.

“ Psychiatrie is zowel rationeel als relationeel”

Het woordaan

Hans Verbiest

Algemeen directeur Patiën-tenzorg

“Preventief werken is belangrijk in de kinderpsychiatrie”

Het Mobiel teaM gaat Met Het gezin aan de slag bij Hun tHuis

Dokter Joke Joossens en orthopedagoog Paul De Win van het Mobiel Team. foto hilde van geirt

Page 9: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

donderdag 29 oktober 2009 .53

Familie werkt mee op afdeling Psychosezorg

Cördinator Michael Loots bege-leidt en informeert de familië van patiënten. foto Bert De Deken

“Dat is niet meer dan logisch, want de patiënt keert meestal terug naar zijn gezin”, gaat Michael Loots ver-der. Het wordt wel eens vergeten, maar een psychisch ziek familielid betekent ook een enorme belasting voor zijn omgeving. Familieleden kampen vaak met zeer veel vragen over de toestand van hun partner, ouder of kind. De afdeling Psycho-sezorg begeleidt hen op twee manie-ren: een individuele begeleiding op maat en het verstrekken van algeme-ne informatie in groep.

Individuele begeleiding“Elke patiënt is anders. Een alge-

mene handleiding voor de opvang van patiënten kunnen we de fami-

0

lie dan ook niet geven”, zegt Michael Loots. “Daarom nodigen we hen – als de patiënt hiermee akkoord gaat – tijdens de behandeling ook regelma-tig uit voor een gesprek. De psychi-ater, psycholoog, maatschappelijk werker of verpleegkundige legt dan uit wat er aan de hand is met hun fa-milielid en hoe we hem of haar be-handelen.”

Het team bereidt de familieleden ook voor op de terugkeer van hun familielid. “Doen we dat niet, dan is de kans groot dat de patiënt opnieuw in de oude situatie terechtkomt en bestaat het risico op herval”, zegt Mi-chael. “Vaak vertrouwen de mensen te sterk op de medicatie die de pa-tiënt moet nemen. Terwijl andere elementen, zoals stress in het gezin, van even groot belang kunnen zijn. Als er weer een crisis dreigt, willen we er ook zo snel mogelijk bij zijn zo-dat een nieuwe opname kan verme-den worden. Familieleden kunnen daarom steeds terugvallen op het personeel.”

FamilieavondenNaast de individuele begeleiding

organiseert Psychosezorg ook ‘fami-lieavonden’. “Tijdens drie avonden geven we in groep algemene infor-matie over onze werking, behande-lingsmethoden en de verschillende vormen van psychose. Maar even belangrijk is dat we de familie dan inlichten over de mogelijkheden van nazorg, zoals opvang in een dagcen-trum of opvang door een verpleeg-kundige die aan huis komt.”

“Heel vroeger kwam de familie van de patiënt er niet of nauwelijks aan te pas”, vertelt Michael Loots, teamcoördinator afdeling Psychosezorg volwassenen. “Een patiënt werd opgenomen, voor een periode behandeld en nadien ontslagen. Daarmee was de kous af. Vandaag begeleiden we heel bewust ook de familieleden.”

“De mensen appreciëren die in-spanning enorm”, zegt Michael nog. “Juist door hen nauwer te betrek-ken bij de behandeling, voelen ze zich veel zekerder in de omgang met het familielid en is de kans op een nieuwe crisis kleiner.”

De campus van OPZ Geel, aan de rand van het Geelse stadscen-trum, is 24 hectare groot. In het his-torische gedeelte waar nu de divi-sie Rehabilitatie is gevestigd, wordt het oorspronkelijke karakter van het open park opnieuw versterkt met de sloop van enkele oudere gebouwen, het aanplanten van bomen, waar-onder fruitbomen, en de aanleg van paden met rustbanken.

Cijfer

24

De werking van OPZ Geel is divers: Het Mobiel Team dat ouders in nood helpt, neemt het woord. Michael Loots vertelt meer over begeleiding van de familie van patiënten, en de helende werking van etherische oliën komt aan bod.

Het eerste wat ergotherapeute Anja Anthonissen doet als ze op haar afdeling voor ouderen aankomt, is druppels etherische oliën in de aromaverstuivers doen. “Het geurt hier dan naar pompelmoes of citroen, die oliën verfrissen niet alleen de afdeling, maar doden ook virussen en bacteriën”, zegt Anja.

De aromatherapie is op het OPZ gestaag maar zeker ingebed ge-raakt in de dagelijkse behande-ling van patiënten. Toen Anja vier jaar geleden op de Somatische een-heid van de divisie ouderen begon te werken, was daar van systema-tisch gebruik van aromatherapie nog geen sprake. “Ik werkte voor-dien in een rusthuis waar aroma-therapie al goed ingeburgerd was”, vertelt ze. “We haalden er ook veel goede resultaten mee. Ik heb dan ook voorgesteld om deze thera-pie hier in de werking te integre-ren. De directie stimuleerde deze extra behandeling van bij het be-gin. Deze therapie dient dan ook te worden beschouwd als een aan-vulling op de rest van de vele be-handelingen.”

HeilzaamAromatherapie gaat uit van een

heilzame werking van etherische oliën op geest en lichaam. De sterk geconcentreerde druppels worden

0

“Het ruikt hier naar citroen en pompelmoes”

Ergo-thErapEutEanja anthonissEn

gebruikt in verstuivers of als toe-voeging in massageolie of badolie. “We gebruiken ze ook preventief voor heel de afdeling”, zegt ze. “Nu de winter voor de deur staat, doen we citroen of pompelmoes in de verstuiver van de gemeenschappe-lijke leefruimtes,” vertelt ze. “Der-gelijke oliën hebben een ontsmet-tende werking. Ze zijn dus niet al-leen heilzaam voor onze patiënten, maar ook het personeel kan er maar mooi van mee profiteren.”

ToepassingsmogelijkhedenDaarnaast wordt de aromathe-

rapie ook ingezet bij de individuele behandeling van de patiënten. “Een patiënt die hier binnenkomt, voelt zich niet altijd onmiddellijk op zijn gemak”, vertelt Anja Anthonissen. “We verstuiven dan in zijn kamer bijvoorbeeld lavendel of grove den. Die stoffen hebben een kalmerende invloed en bieden de patiënt extra troost en warmte. We brengen ook enkele druppeltjes van grove den, eucalyptus of lavendel aan op de kledij ter ondersteuning van chro-nische luchtwegaandoeningen. Het masseren van gezwollen han-den of voeten ontspant en brengt enige verlichting voor de patiënt. Uiteraard gebeurt dit alles steeds in samenspraak met de mensen. Maar het is fijn om vast te stellen dat mensen deze extra zorg gretig weten te appreciëren.”

MichaEllootstEaM-coördinator afdEling psychosEzorg volwassEnEn

Anja Anthonissen doet de helende werking van etherische oliën uit de doeken. foto HilDe van geirt

Page 10: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

54. vrijdag 30 oktober 2009

Zorgkundige Marc Cools:

“Het beeld van patiënten in dwangbuizen leeft spijtig genoeg nog”

Zorgkundige Marc Cools legt de werking in een gesloten afdeling van OPZ uit . foto hilde van geirt

OPZ Geel0 Vragen rond de gesloten afdeling, en waarom kiezen voor verpleegkunde beantwoord

Gesloten afdelingen voor psychiatrische patiënten: de taboes er rond zijn de wereld nog niet uit. Zorgkundige Marc Cools laat ons even binnenkijken.

Die dag is de gesloten afdeling vol-zet. Dat betekent dat er veertien pa-tiënten opgenomen zijn. Hun leeftijd varieert van 60 tot 94 jaar. Elk van hen heeft een eigen kamer maar omwille van hun behandeling wordt hen ge-vraagd zoveel mogelijk in de gemeen-schappelijke woonruimte te vertoe-ven. Vier mannen zitten er voor zich uit te kijken, een ander speelt patien-ce op de computer, anderen dekken de tafel voor het middagmaal. Ach-ter, in de afgesloten tuin, zitten drie vrouwen in de laatste herfstzon met jas aan te roken. Ook in de gebouwen van het OPZ geldt een strikt rookver-bod.

Roepen“Waarom zitten deze mensen hier

in een gesloten afdeling”, vragen we aan Marc. Hij antwoordt onver-bloemd. “Sommigen van hen zijn doorverwezen, omdat hun gedrag in een rusthuis problemen stelt. Ze zijn verward of zelfs agressief. Wat ook bij deze mensen vaak voorkomt, is ‘roepgedrag’. Als iemand constant roept, is dat erg vervelend voor de andere bewoners. Wij beschikken hier over ‘een stille kamer’ waar we hen een tijd kunnen afzonderen.

Die ‘stille kamer’ is een lege ruimte met enkel een groot bed en een toilet. “De stille kamer is belangrijk”, zegt Marc. “Het is een prikkelarme om-geving waar mensen tot rust kunnen komen. Het is ook een veilige plek waar ze beschermd zijn tegen zich-zelf wanneer ze overstuur of ver-ward zijn.”

0

stellen. Van zodra ze hier toekomen, hebben we een gesprek met hen. We praten over hun leven thuis, wat er is misgelopen en hoe ze zelf hun pro-bleem ervaren. De eerste dagen ver-loopt het contact vaak stroef. Maar je ziet ze stilaan openbloeien en dan beginnen ze te vertellen. De vrouw die ze vrijdag hier binnenbrachten, ziet er vandaag al totaal anders uit. Ze praat en er kan een glimlach van af.”

AutomechanicusHet parcours dat Marc aflegde om

uiteindelijk de job van zijn leven te vinden, is ook opmerkelijk. “In een vroeger leven was ik automecanicus bij het leger”, vertelt hij. “Maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ik in mijn leven iets met oudere mensen moest doen. Op mijn 38ste heb ik de knoop doorgehakt en ben ik een omscho-ling gaan volgen als gezins- en be-

jaardenverzorger. Hier heb ik mijn roeping gevonden.”

En wie daar nog aan twijfelt: Marc bezoekt ook na zijn uren nog bejaar-dentehuizen. Niet als verzorger maar als clown! “Samen met drie andere clowns en een accordeonist treden we op voor zwaar dementerenden. Wij zijn zogenaamde contactclowns, praten niet maar gaan echt contact zoeken met de dementerenden. Ooit heb ik zo het volgende meegemaakt. Tijdens het optreden, danste ik met een kranig oudje. Na afloop gaf ik haar haast terloops een kus! Na de show komt de verpleegster me met de vrouw terug opzoeken. ‘Mevrouw wil je bedanken; het is vijftien jaar geleden dat ze nog van een man een kus heeft gekregen.’ Zo heb je bij die vrouw toch een snaar geraakt en kwam er een contact dat er jaren niet geweest was. Daarvoor doe je het. Daar doe ik dit werk voor.”

Marc Cools heeft ons net rondgeleid in de gesloten afdeling voor bejaarden van het Geels Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum (OPZ). We zijn stil geworden van de aanblik van de gangen, de ‘stille kamer’, de oude mensen in de woonruimte. “Toch ga ik elke dag goedgezind naar huis”, zegt Marc Cools. “Dit werk geeft een meerwaarde aan mijn leven.”

Binnenstebuiten

Verpleegkundigen functio-neren vandaag de dag in een alsmaar complexer worden-de professionele context. Het verpleegkundig beroep wordt onder meer uitge-daagd door veranderende verwachtingen. Zo is er de verhoogde aandacht voor kwaliteitszorg, en het ont-wikkelen van en handelen volgens wetenschappelijke evidentie. Daarnaast stelt de patiënt – terecht – steeds ho-gere eisen naar hoogstaan-de kwalitatieve dienstver-lening en vraagt hij of zij ac-tieve betrokkenheid bij kli-nische besluitvorming. Ook is er een evolutie merkbaar naar verschillende rolinvul-lingen van het beroep van verpleegkundige, door on-der meer schaarste en ver-maatschappelijking van zorg. Dit alles speelt zich af in een context waarin kos-tenbeheersing ook de nodi-ge aandacht vraagt.Geen evidente opdracht dus voor verpleegkundigen... maar het is wel een uiterma-te boeiende uitdaging!Verpleegkundigen zijn door hun permanente aanwezig-heid op de meest intensieve manier mogelijk bij patiën-ten betrokken. Vanuit pro-fessionele deskundigheid en hun nabijheid, maken ze dagdagelijks het verschil in zorg voor patiënten. Boven-dien biedt het beroep van verpleegkundige een waaier aan carrièremogelijkheden. Er is de mogelijkheid zich te verdiepen in de verpleeg-kundige klinische expertise of managementvaardighe-den te ontplooien in een lei-dinggevende functie.Het is duidelijk, verpleeg-kunde vraagt om mensen die betrokken, deskundig en innovatiegericht zijn.

“Verplegen vraagt om betrokkenheid”

Het woordaan

Mieke MondelaersVerpleegkundig directeur

Uw krant was deze week op bezoek bij OPZ Geel. Onze laatste reportage neemt een kijk in de gesloten afdeling en laat verpleegkundigen aan het woord over het wel en wee van hun job.

Moeilijk momentVorige vrijdag beleefde Marc

nog eens een moeilijk moment. “Een vrouw stond in het centrum naakt het verkeer te regelen”, ver-telt hij. “Ze werd hier onder politie-begeleiding in de afdeling binnen-gebracht. Dat is geen prettig zicht. Maar een gedwongen opname is eerder uitzonderlijk. Meestal wor-den de mensen naar hier doorver-wezen door een familielid, een buur of huisarts. Mensen vragen zelf ook om opgenomen te worden. Ze willen zich laten behandelen voor bijvoor-beeld een alcoholverslaving. Of ze zijn radeloos omdat ze de sympto-men van een beginnende dementie niet kunnen plaatsen. Hier worden ze geobserveerd en stelt de psychi-ater een diagnose. Vaak kunnen ze geholpen worden met de juiste me-dicatie.”

TijdelijkOp het verblijf in de gesloten afde-

ling staat geen termijn. “Maar het is een tijdelijke oplossing’”, zegt Marc. “Gedurende de tijd dat ze hier ver-blijven, worden ze geobserveerd, volgen ze groepstherapie, worden ze getest op mogelijke psychische aandoeningen, bijvoorbeeld ook beginnende alzheimer. En ze voe-ren gesprekken met de psycholoog om hun problemen te bespreken en ermee te leren omgaan. Gemiddeld verblijven ze hier een tot twee maan-den. Na de diagnose starten we de behandeling en laten hen naar huis of het rusthuis terugkeren.”

Hoe dan ook: een opname in een psychiatrische instelling is en blijft een van de meest ingrijpende ge-beurtenissen in een mensenleven. “Mensen die gedwongen opgeno-men worden, hebben vaak het ge-voel in een gevangenis terecht te komen”, zegt Marc. “Ook het beeld van patiënten in dwangbuizen leeft spijtig genoeg nog steeds bij de bui-tenwereld. Wij moeten die vrees wegnemen. Het is daarom erg be-langrijk dat we het vertrouwen van de mensen winnen en hen gerust-

Page 11: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel

vrijdag 30 oktober 2009 .55

Lutgart weet wat een verpleegkundige in zijn of haar mars moet hebben. foto bert de deken

Piepjonge verpleegster Loes Pauwels:

“Ik verdedig mijn werk met hart en ziel”

Verpleegster Loes Pauwels: “Je moet het in je hebben, anders hou je het niet vol.” foto bert de deken

Ze werkt nog maar anderhalve maand op de ‘Gesloten Opname voor Volwassenen’ van het OPZ, maar ze is nu al verkocht voor haar leven.

Het was dan ook liefde op het eer-ste gezicht toen Loes (22) tijdens haar studies voor psychiatrisch ver-pleegster in Turnhout haar eerste stage liep in de open afdeling voor volwassenen van het OPZ. “Ik had onmiddellijk het gevoel: dit wil ik blijven doen! Met mensen bezig zijn. Mensen verzorgen. Ik wil praten en luisteren naar mensen. Wat scheelt er met u? Hoe voelt u zich? Dat was zo’n groot verschil met het werk in een gewoon ziekenhuis. Daar was je meer bezig met verplegingstechnie-ken. Terwijl ik wilde weten hoe die man of vrouw zich voelde. Ik had al-tijd veel vragen. Die kon je hier stel-len om te trachten er nadien iets aan te doen.

In een ziekenhuis werk je vaak on-der grote tijdsdruk en heb je geen tijd voor een praatje. Hier wel. Soms zijn

0

de dagen ook enorm druk en is het werken onder tijdsdruk door een spoedopname. Dan denk ik: oei, nu heb ik mijn andere patiënten in de kou laten staan. Maar dan breng je de volgende dag weer meer tijd door in de groep.”

Loslaten“Een grote vereiste is dat je je werk

niet mee naar huis neemt. Als ik naar huis rij met de wagen overloop ik even mijn dag. Maar als ik thuis ben, is mijn hoofd al vaak weer leeg. Ook het werken in een team is van groot belang. Ik kan steeds terugvallen op mijn collega’s. Raad vragen als je in de groep agressie voelt opkomen. Of met hen praten als een patiënt een zelfmoordpoging heeft onderno-men. Ik kan hier eerlijk mijn gevoe-lens uiten.”

Masker“Maar het ‘zorgen’ moet je in je

hebben, anders hou je dit niet vol. Ik kan hier ook mezelf zijn. Ik moet geen masker opzetten en doen alsof ik wel perfect bent. Want dat is niet zo. Op die manier krijg je ook veel terug. Je ziet de mensen opklaren. Als ze hier weggaan, krijg je een dankwoordje. Soms vragen ze speciaal naar jou. Of ze even met je mogen praten. Ze hebben er iets aan en dat maakt het allemaal de moeite waard.”

“Veel van mijn vrienden vonden het beroep van verpleegkundige oké. Maar toch geen psychiatrie! Dat zal wel zwaar zijn! Maar ik verdedig mijn werk met hart en ziel.” Aan het woord is de piepjonge verpleegkundige Loes Pauwels uit Ravels.

De helft van het aantal patiënten dat in de divisieVolwassenen van het OPZ Geel wordt opgenomen, heeft het ziekenhuis na 18 dagen al weer verlaten. Een kwart van de patiënten is na acht dagen al ontslagen. Slechts een vier-de van het aantal opnames duurt langer dan drie maan-den.

Cijfer

18

Lutgart Dams, ambassadrice voor de verpleegkunde:

“Die heeft ‘het’.”

Lutgart is op het OPZ teamcoör-dinator van de somatische eenheid -‘ziekenzaal’ - van de divisie ouderen. Deze afdeling vangt ouderen op die door hun ernstige ziekte niet meer kunnen verblijven in hun pleegge-zinnen. Lutgart werkt dag in dag uit met een team verpleegkundigen en weet perfect wat ze in hun mars moe-ten hebben. “Ze moeten vooral ‘het zorgende’ in zich hebben”, zegt ze. “Verpleegkundigen gebruiken niet graag meer het woord roeping. Ik noem het een drijfveer om er te wil-len zijn voor mensen in nood. Kom je hier alleen werken voor de werk-zekerheid, dan hou je dit werk niet vol. Ik merk ook vrij snel of iemand geschikt is. Wij zeggen dan tegen el-kaar: “Die heeft ‘het’: dat warme in

0

de omgang, het goed liggen in een team ...”

Koel of warmIn het OPZ werken voornamelijk

‘psychiatrisch verpleegkundigen’, speciaal opgeleid voor het werken in de psychiatrie. “Meer dan andere verpleegkundigen moeten zij een goed contact krijgen met de patiën-ten”, zegt Lutgart. “In de praktijk be-tekent dit vooral dat ze kunnen luis-

Hoofdverpleegkundige Lugart Dams mag officieel de titel van ‘ambassadrice voor de verpleegkunde’ dragen waardoor scholen haar kunnen uitnodigen om het beroep van verpleegkundige bij hun studenten te komen promoten. “Ik merk al snel of iemand ‘het’ heeft om een goede verpleegkundige te worden”, zegt Lutgart.

teren en praten met de patiënten. Ze worden speciaal getraind op luister-vaardigheden en gesprekstechnie-ken.Voor iedere verpleegkundige is medische kennis van enorm belang. Maar ik zeg vaak: “Welke verpleeg-kundige wil je zelf aan je bed in een ziekenhuis? Iemand die perfect spui-ten kan zetten maar koel en afstan-delijk is of iemand die wat minder handig is maar heel erg warm en res-pectvol voor wie je bent?”

AmbassadeurLutgart volgde in het kader van

de nationale promotiecampagne ‘Verpleegkunde, een plus voor je carrière’ een opleiding als ambassa-deur-verpleegkundige. Ze mag ge-tuigenissen gaan afleggen in scho-len om zo het beroep bij jongeren te promoten. “Hoewel het aantal inschrijvingen in de scholen voor verpleegkunde het laatste jaar erg spectaculair is gestegen, bestaat er

vandaag nog steeds een acuut ge-brek aan verpleegkundigen”, zegt Lutgart. Er hangt rond het beroep een wat negatief beeld: werken onder hoge druk, vaak met onre-gelmatige uren. En uiteraard ook de dagelijkse portie ‘miserie’ die je moet kunnen verwerken. Toch is dit een enorm uitdagend beroep. Voor wat je geeft, krijg je ook enorm veel terug: dankbaarheid en vriend-schap.”