20
1• MEDEDELINGEN HEEMKUNDIGE KRING GROOT-HAALTERT - 3-MAANDELIJKS LEDENBLAD 23 STE JAARGANG 2003- NR 4 Redactie: Diepeweg 15, 9450 Haaltert Erevoorzitter Veearts Robert Lievens Voorzitter - Secretariaat Willy De Loose 053/83.08.81 Bestuursleden: Denderhoutem: Edgard Huylebroek Hans Sonck Haaltert: Geert Boelaert Marc De Moyer John Scheerlinck Heldergem: Roger De Troyer William Minnaert Kerksken: Joris De Kegel Terjoden Bernadette De Luyck Documentatiecentrum: Warandegebouw Sint-Goriksplein 17 9450 Haaltert. Open : eerste zondag en tweede donderdag van de maand van 10 tot 12 uur . Ruiladres: Diepeweg 15, 9450 Haaltert Lidmaatschap: 7,50 Steunend lid: 12,00 Rek.nr. 439-5083061-63 Heemkundige Kring Groot-Haaltert Email: [email protected] Website: http://www.hk-haaltert.tk Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn/haar teksten. Teksten mogen overgenomen worden mits bronvermel- ding. HK Haaltert is lid van het Verbond van Kringen voor Heemkunde Oost-Vlaanderen. Met genoegen kunnen wij melden dat het familieboek ‘150 Haaltertse gezinnen in de kijker’ eerstdaags van de pers rolt. Het is een fraai uitgegeven kijkboek met 220 pagina’s, inge- bonden en harde kaft, formaat A4 (30x21cm Honderd vijftig gezinnen uit onze deelgemeenten keken in de lens. Ouders en (soms) zeer talrijke kroost op hun ‘zondags’ uitgedost, statig en fier. Het was geen alledaags evenement te poseren voor de ‘portrettentrekker’. De mooie opnamen zullen ongetwijfeld heel wat nostalgische herinneringen opwekken. De samengestelde kwartierstaat (4 generaties) van elk gezin is een uitdaging om een stamboom en/of familiegeschiedenis samen te stellen. Het is voor velen een boeiende, leerrijke en soms verrassende bezigheid. Het boek kan besteld worden door overschrijving van 25 euro (voor leden HK) of 30 euro (zonder verzendingskosten) op rekeningnummer 439-5083061-63 van HK Haaltert. De ingeschrevenen ontvangen een uitnodiging voor de voor- stelling van het boek begin december. Een tip: is dit geen ideaal kerst- of nieuwjaarsgeschenk? Weer is een jaar voorbij. Ruim 100 pagina’s informatie over onze dorpsgeschiedenis hebben wij gepubliceerd. Wij pro- beren deze taak voor te zetten, met jullie steun en sympathie. De spontane hernieuwing van het lidmaatschap is een stimu- lans voor ons. Doe het eerstdaags, waarvoor dank. Graag wil ik namens de bestuursploeg onze oprechte wensen toesturen voor een gezond en vredig 2004: Een kleine engel, speciaal voor jou een liefdesvogel met een boodschap van vrede, vreugde en hoop. Hij brengt u een gouden tasje dat je zelf moet vullen Telkens weer stop je er een parel van echt geluk in, van ontroering, tederheid, trouw. Zo spaar je voor een juweel dat je boven haalt als het moeilijk gaat een bundeltje van troost en hoop. Wij hopen dat 2004 beroert en ontroert. Willy De Loose voorzitter Redactioneel

opmaak heemkring 4/2003 · 2020. 12. 31. · 1 • MEDEDELINGEN HEEMKUNDIGE KRING GROOT-HAALTERT - 3-MAANDELIJKS LEDENBLAD 23STE JAARGANG 2003-NR 4 Redactie: Diepeweg 15, 9450 Haaltert

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • 1 •

    MEDEDELINGEN HEEMKUNDIGE KRINGGROOT-HAALTERT - 3-MAANDELIJKS LEDENBLAD23STE JAARGANG 2003- NR 4

    Redactie:Diepeweg 15, 9450 Haaltert

    ErevoorzitterVeearts Robert Lievens

    Voorzitter - SecretariaatWilly De Loose053/83.08.81

    Bestuursleden:Denderhoutem:Edgard HuylebroekHans SonckHaaltert:Geert BoelaertMarc De MoyerJohn ScheerlinckHeldergem:Roger De TroyerWilliam MinnaertKerksken:Joris De KegelTerjodenBernadette De Luyck

    Documentatiecentrum:Warandegebouw Sint-Goriksplein 179450 Haaltert. Open : eerste zondag entweede donderdag van de maand van 10tot 12 uur .

    Ruiladres:Diepeweg 15, 9450 HaaltertLidmaatschap: € 7,50Steunend lid: € 12,00Rek.nr. 439-5083061-63Heemkundige Kring Groot-HaaltertEmail:[email protected]:http://www.hk-haaltert.tk

    Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn/haar teksten.Teksten mogen overgenomen worden mits bronvermel-ding.

    HK Haaltert is lid van het Verbond van Kringen voorHeemkunde Oost-Vlaanderen.

    Met genoegen kunnen wij melden dat het familieboek ‘150Haaltertse gezinnen in de kijker’ eerstdaags van de pers rolt.Het is een fraai uitgegeven kijkboek met 220 pagina’s, inge-bonden en harde kaft, formaat A4 (30x21cm

    Honderd vijftig gezinnen uit onze deelgemeenten keken in delens. Ouders en (soms) zeer talrijke kroost op hun ‘zondags’uitgedost, statig en fier. Het was geen alledaags evenementte poseren voor de ‘portrettentrekker’.

    De mooie opnamen zullen ongetwijfeld heel wat nostalgischeherinneringen opwekken. De samengestelde kwartierstaat (4generaties) van elk gezin is een uitdaging om een stamboomen/of familiegeschiedenis samen te stellen. Het is voor veleneen boeiende, leerrijke en soms verrassende bezigheid.

    Het boek kan besteld worden door overschrijving van 25euro (voor leden HK) of 30 euro (zonder verzendingskosten)op rekeningnummer 439-5083061-63 van HK Haaltert.

    De ingeschrevenen ontvangen een uitnodiging voor de voor-stelling van het boek begin december.

    Een tip: is dit geen ideaal kerst- of nieuwjaarsgeschenk?

    Weer is een jaar voorbij. Ruim 100 pagina’s informatie overonze dorpsgeschiedenis hebben wij gepubliceerd. Wij pro-beren deze taak voor te zetten, met jullie steun en sympathie.De spontane hernieuwing van het lidmaatschap is een stimu-lans voor ons. Doe het eerstdaags, waarvoor dank.

    Graag wil ik namens de bestuursploeg onze oprechte wensentoesturen voor een gezond en vredig 2004:

    Een kleine engel, speciaal voor joueen liefdesvogel met een boodschapvan vrede, vreugde en hoop.Hij brengt u een gouden tasjedat je zelf moet vullen

    Telkens weerstop je er een parel van echt geluk in,van ontroering, tederheid, trouw.Zo spaar je voor een juweeldat je boven haalt als het moeilijk gaateen bundeltje van troost en hoop.Wij hopen dat 2004beroert en ontroert.

    Willy De Loose

    voorzitter

    Redactioneel

  • 2 •

    Smeekbede aan de Haaltertse burgemeester-1870

    In perioden van werkloosheid trokken veel werkliedennaar het buitenland in de hoop er een job te vinden.Noord Frankrijk was een gegeerd doel. In normaleomstandigheden was er voldoende werkgelegenheiden de afstand was te overbruggen zonder noemens-waardige moeilijkheden.

    Met één onzer dorpsgenoten Jozef D S, verliep hetminder rooskleurig. Aan de hand van een aantalsmeekbrieven aan de toenmalige burgemeesterGustaaf Van Meldert, vernemen wij de ellendige toe-stand waarin DS zich bevond. In de periode van 25september tot 28 december schreef hij 10 brievennaar onze burgemeester, met steeds hetzelfde thema.Wij trachten een beknopt relaas te geven van zijnsmeekbrieven, zij het geschreven in een verwarrendestijl.

    25 september.

    Mijnheer den borgemeester, het gaet geheel slechtmet mijn vrouw, het kan niet slechter gaen en ik kanhaer niet meer helpen en al afgezet wat ik kost- nuheb ik nog een brok van een stoof en eenen pot omte kooken- den helft van de vlaemingen zijn weg naarhunne prochie van armoede en zonder werk- gij moetmij nog eens helpen (dit was niet de eerste maal, aan-gezien hij verder in zijn brief de burgemeester dankt)-ik ben ulieden dankbaer dat ik geholpen heb geweestmaer nu de ellende die ik heb in mijn huis is te grootom te verdraegen daarom moet gij mij nog eens hel-pen met 15 frans minder niet want het is uit grootennood- en ik vraeg aanstonds antwoord (!) zonder uit-stel op de eene of andere manier- nog 3 of 4 wekenzalt misschien veranderen en dan zal ik mijn bestdoen om niet meer te moeten vraegen- gij moet sitoantwoord geven en ik kan het niet langer uithouden.Gegroet ulieden vrindelijk. JDS en mijne vrouw ISMijn adres is tot Halluin Nord op de cour van de mijeachter de wolreek-zoo moet het gij schrijven.

    26 september

    Burgemeester Van Meldert bezorgt DS een ‘verse-ment’ van 14 fr 80.

    29 september

    ik heb dezen brief ontvangen waarover ik zeer blijdeben- ben al 5 weken zonder werk en nu moet ik naerde prochie-16000 belgen waren er in Halluin en nuzijn er geen 500 meer- al weg naer hunne streek vanarmoe en zonder werk- ik heb zo lang gewacht alskost… zijt vrindelijk samen gegroet- DSJ

    2 oktober

    Meneer den borgemeester, wat nu gedaen- mijn dom-mecille is in mijn huis en mijnen boek is ook geteekentom naer de prochge te komen- ik ben geen huer meerzeker of Ida moet koopen- en ik ben al 5 weeken zon-der werk en geen konnen krijgen- waermee gaan ikmijne vrouw uit den nood helpen in Vrankerijk- en dendoctoor moet betaelt zijn of hij en zoude niet komen-daerom gij zult daer in moeten voorzien- het is mijneschuld niet- ik zoude het veel liever anders hebben-dus in dezen nood moet ik geholpen worden- voormijn vrouw den staet die zij moet paseren en voormijne kinders is geenen troost in Vrankerijk. zijt vrin-delijk gegroet met geheel den gemeenten raet. DSJ

    14 oktober

    Mijnheer den Borgemeester, ik heb naer meenengeweest en daer kan niets bekomen worden…gijmoet (!) aenstonds geld stueren en ik zit zonder eetenmet geheel mijn huis- aenstonds moet gij mij helpen-ik zie mijn kinders van honger met ons vergaen- gemoet den brief naer Vrankerijk frankeren ik heb nietsmeer- sito vraeg ik antwoord- zijt vrindelijk gegroetDSJ

    16 oktober

    Mijnheer den Borgemeester, de vrouw heeft gekochten het gaet met haer zeer slecht en ik heb niets vooraer te helpen- 6 frans voor den doctor en mijne huis-pacht en kan ik niet betaelen- nu heb ik 4 kinders dieeen stuk brood vragen en mijne vrouw uitgemergeldop haer bed- den armsten van de prochge is 10 maelbeter als ik- nu moet gij en ulieden nog eens doen watgij kunt om mij te helpen…

  • 3 •

    17 oktober

    Burgemeester Van Meldert ontvangt een brief van ‘lePrésident du bureau de bien faisance’ van Menen metde melding dat het voor hun stad onmogelijk is hulp teverlenen ‘aux pauvres d’autre localités’. Onze burge-meester informeerde bij het begin van deze ‘smeek-beden’ bij zijn collega in Menen naar de werkelijketoestand van JDS, ‘si réellement il se trouve dans desgrands besoins’.

    18 oktober

    Mijnheer den Borgemeester als ik u heb wat gevraagtin den tijd van nood gij hebt mij altijd getroost endaervoor ben ik dankbaar, maer nu blijf ik ongetroost-een vrouw te bedde en vier kinders-en niets om haarte helpen dat is een hart sweert voor eenen vader-dekinders vragen een broksken brood en geen konnengeven-de moeder uitgemergeld van honger-gij moetmij van dees week troost geven en het aen mij stueren-denk op mijne vrouw en kinders-langer kan ik het nietmeer wachten-ik zeg het voorwaer- stuer het aenPetrus Baert tot Meenen in brakken op mijnen naemom het port van Vrankerijk te sparen.

    21 oktober

    Mijnheer den Borgemeester-ik geloof dat gij mij ver-geten hebt en ik kan het nimmer uithouden met tweepond brood op eenen dag voor 6 menschen- wilt gijdaerbij alle maenden 10 frans stueren-de rest zal ikzoeken-het eerste stuk dat ik kan weven zal ik het 10frans minder doen-als ik naer de prochge kom zult gijmij moeten onderhouden omdat de nood mijn schuldniet is-daerom vraag ik sito antwoord met 10 fransdaerbij of anders zal ik dijnsdag om 12 ueren op stra-ete gaen met mijn huisgezin-waerschijnlijk zal hetmijne vrouw niet vermeugen en dan zal zij tot Meenenin het hospitaal blijven en zal ik met de reste komen,-mijn hart doet zeer dat ik zoo moet schrijven-zijt vrin-delijk gegroet-JDS

    Er is nu een rustige periode (of zijn er brieven verd-wenen?), de volgende brief is gedateerd: 23 decem-ber

    Mijnheer den Borgemeester-het is nu 17 weken dat ikzonder werk zit en nu met een zeer been-ik kan buitende deur niet gaen met zo een schrikkelijken tijd- ikvraeg nu 15 frans want ik vergaen van koude en hon-ger-anders moet gij mij een huis geven op de prochgeofwel mijne vier kinders verpachten (!)-met het aensta-ende nieuwe jaer wens ik u en geheel het gemeentenraet een geluk en lang leven en denkt op mijnen huis-gezin want de ellende is te groot- zijt vrindelijkgegroet-JDS

    stuert den brief bij August Baert tot Meenen buiten deRijselpoort in de brakken op mijnen naem omdat ik hetport niet kan betaelen van Vrankerijk den 28 decem-ber

    Mijnheer den Borgemeester

    ik heb op u verzoek gebleven-ik heb in 9 weeken 4brookes gehad van 3 pond en nu ben ik ontnomen enheb niets meer-van tijd tot tijd hebt gij mij 10 fransgezonden om mijnen pacht te betaelen en voor de kin-ders niets-5 jaer heb ik in Vrankerijk geweest en nietsgevraegd en het zesde is het oorlog en slechte tijd engeen werk-ik kan niet blijven ofwel moet gij mij 20frans in de maend geven in mijn anden want in hetklooster geven zij wat zij willen, anders kom ik naerde prochge en daer zal ik ook moeten geholpen wor-den ofwel zal ik mijne kinders aen de prochge laten-ik vraeg sito antwoord-zijt vrindelijk gegroet-JDS

    Dit was de laatste brief die wij gevonden hebben inhet archief.

    Bovenstaand proza, kan misschien overdreven zijn.Maar toch toont het ons de schrijnende toestand vande weinig gegoeden in onze maatschappij. Het toontook aan dat burgemeester Van Meldert niet onver-schillig bleef voor de problemen van zijn dorpsgeno-ten, ook al verbleven zij in het buitenland. En wijmogen stellen dat DS geen alleenstaand feit was.

    Willy De Loose

    Bron: RABeveren-Modern Archief –bundel Haaltert

  • 4 •

    Herinneringen - Heldergem

    In de zestiger jaren organiseerde bierhandelaar Kamiel Vermassen (Boerken) een bezoek aan de brouwe-rij Roman te Mater. Hierbij een opname van de deelnemers. Wij bemerken dat het overgrote gedeelte vande groep van het vrouwelijk geslacht zijn. Drinken de Heldergemse dames liever bier dan hun echtgenoten?

    vlnr: Sylvain De Spiegeleer, Sonja Danckaert, Yvonne De Cock, Berthe Perdaens, Julie Perdaens, AlicePerdaens (honderdjarige), Elodie De Wetter, Blondine De Smet, Elisabeth Schouppe, Irma Lievens, MartheMuylaert, Oscar Strickx, Leopoldine Lievens, Odile De Cock, Marie De Mulder, Leonie Baeyens, Camilla DeCock, Amandine De Cock, Petrus Bisback, Camiel Danckaert, Marie Verbestel, Petrus Temmerman, AnneHerpers, Clarice De Backer, Antoine Van Wassenhove, Kamiel Vermassen. Achteraan op trede: Petrus DeTroyer.

    Roger De Troyer

  • 5 •

    PASTORELE GOEDEREN EN INKOMSTEN VAN DE KERK VANHAALTERT-1787

    Pastoor J. J. Van Keerbergen (1) was amper een 5-taljaren aangesteld te Haaltert toen hij de aangifte vaninkomsten moest invullen. Bezittingen van heerlijkegoederen of gerechtigheden waren er niet zodat hijonmiddellijk kon beginnen met de aangifte vanonroerende goederen, die een jaarlijks inkomen ople-verden. Alhoewel men in het edict aandrong opgedetailleerde gegevens was de van Brussel afkom-stige priester vrij summier bij het vermelden van infor-matie. Dat hij moeite had met de vreemde overheer-sers en hun wetten zou later blijken uit zijn weigeringom ‘de eed van trouw’ af te leggen.

    Hij gebruikte het ‘pastoreel huys’ als woonst, dieomgeven was met 131 roeden grond, an de oostelij-ke zijde palend aan ‘het hamelrykx veld’ en in hetzuiden aan de hofstede van J.B. Van der Maeren. Invaste goederen kon de pastoor rekenen op deopbrengst uit een partij bouwland van 28 roeden datin Haaltert op ‘den drinckelinck’ gelegen was en aande oostkant paalde aan ‘de sieckhuysmeerschen’.

    Een tweede party land werd eveneens in percelenverhuurd maar had slechts een oppervlakte van 6dagwand en 36 roeden, gelegen op ‘den wijngaert’in de buurt van het koutergat en de hofstede van PeterDe Pelsemaecker. Een andere partij bouwland bevat-te 75 roeden en is gesitueerd op ‘het brantegehem-veld’. De aangelanden waren Adriaen Van Impe inhet oosten, Jan de Saedeleer in het noorden en zui-den, Laureys Peirlinck en Peter Van den Steen in hetwesten. Nog eens 35 roeden landbouwgrond warengelegen ‘op het eeckentveld’, in het oosten palendaan jan De Backer, in ’t noorden en ’t zuiden aan‘d’hoirs J. B. De Brucker, in ’t westen Passchier VanLondersele. Een stuk land van 32 roeden was gelegenop ‘het weyveld’ terwijl het laatste stuk land van 177roeden ‘op en bruulcauter’ te zoeken is. In tegenstel-ling tot de overige was dit laatste belast met de‘groote spijkerrente’.(2)

    Door de pastoor uitgerekend geeft dit een totaal aanvaste goederen van 43 dagwand en 3 roeden ‘ordi-naire aelstersche maete’. Volgens de onderrichtingenhad de Haaltertse pastoor de opbrengst voor alle per-

    celen afzonderlijk moeten aangeven, maar blijkbaarwenste hij zich niet te schikken naar de eisen van deoverheerser. Toch gaf hij een totaal bedrag van deopbrensten: ‘en alle dese cure goederen volgensd’huerceelen van de loopende verpachtinge, dit naerafkorting van de publieke lasten brengende jaerlyckxuijt courant geld de somme van 446 gulden en 5 stui-vers’. De pachters zijn daarenboven belast tot hetleveren ‘van 36 kiekens jaerlijkx geschat in gelde 9gulden’. Daarbij komt nog dat de pachters ‘belastzijn met eenige waegens rode en… mijne noodsaec-kelijk is geschat in gelde jaerlijkx tot 15 gulden’.

    Uit hoofde van een transactie, afgesloten op 9december 1763 tussen de toenmalige pastoor en de‘canonieken van ’t kapittel van aelst’ als grote tiende-heffers van Haaltert, ontving de pastorij 200 guldenper jaar. Maar de huidige pastoor had dit afgestaanen ‘gecedeert’ zo dat hij het bedrag niet meer in reke-ning bracht.

    De KerkEen vrij groot stuk bouwland van 35 dagwand wasop ‘de cruyscauter’ gelegen, palend aan ‘de heirba-ene’ van Aalst naar Geraardsbergen, in de buurt vande hofstede van Francis Coppens. Het werd in éénstuk verpacht maar een gedetailleerd bedrag wenstede pastoor ook hier niet te geven. De kerk verhuurdenog een stuk bouwgrond van 7 dagwand dat ‘op dengrootcauter’ lag naast de grond van ‘de proosdijevan aelst’ en ‘het rosthautveld’. Een eigendom van 20roeden lag ‘op den middelcauter’ en was belast metde spijkerrente, in de buurt van ‘den cleynen droes-cauter’.Voor de elf partijen samen geeft de pastooreen oppervlakte aan van 49 dagwand en 35 roedenen voegt er voorzichtigheidshalve aan toe: ‘ordinaireaelstersche maete à 20 voet vierkant in een roede,100 roede in een dagwant en 4 dagwand in eenbunder.’In het huidige stelsel stemt een hectare over-een met zowat 375 roeden, dus net iets minder daneen bunder, wat betekent dat de kerk inkomsten putteuit ongeveer 5,5 hectaren.

  • 6 •

    Voor deze rubriek besluit de pastoor met een totaleopbrengst: ‘De jaerlijckxe incomsten van alle desepartijen volgens de leste en loopende verpachtinghe(naer afkorting der publique lasten) beloopen jaerlij-ckx in courant geld ter somme van 450 gulden, 18stuivers en 1 oord. Vermits de verpachtinghe vooreenen termijn van ses jaeren is ontfangen de sommevan 152 gulden 18 stuivers en 1 oord in goude pen-ningen dit voor wijngeld, soo comt in equivalentiejaerlijckx 1/6 van dese somme tot 25 g. 9 st. 3 oor-den.

    Daarnaast werd het inkomen nog aangevuld door klei-nere bedragen, die na samentelling toch niet onbe-langrijk waren:

    Item ontvangt de kerk jaerlijckx over wijnen 9 g. 1 st.2 oorden

    Item over gelijken ontfang van peperkoek 13 st. 2 oor-den

    Item over raepolie ende raepsaed 17 st. 2 oorden

    Een erfelijke rente ten laste van de parochie compete-rende over de kerk van haeltert, crouiserende à 3 parcent geld van geld 3 g. 7 st. 2 oorden

    De kerk ontfangt jaerlijckx van den armen deserparochie over ’t waschlight in eenige jaergetijde enloven maer belast bij fondatie, 10 g. 11 st.

    De kerk ontfangt in een gemeijn jaer van thien over ’tgebruijk van de baerkleederen 12 g. 7 st.

    Item over redemptie van ’t waschlight, het welcke sijlaet dienen op d’uytranden 34 g. 11 st. 2 oorden.

    Item voor de verkooping van wasch, het welcke siju,bobven de noodsaeckelijke consumptie verkoopt, 20g.

    Item over d’offrande ende vrijwillige giften, gedaen ’tsij in gelde, ’t sij in boter, vlasch, graen ende op eengemeijn jaer van thien, de somme van 183 gulden 7stuivers en 1 oord.

    Item soo veel den kerckmeester ingehaelt heeft in deschale, uyt verkoopinghe van ’t saed, het welcke tothet branden van de lamp omgehaeld werd en uyt ver-koopinghe van eenige oude kerckeffecten op eengemeijn jaer voor de somme van 52 g. 13 st.

    Hiermee komt de pastoor op een totaal bedrag vanruim 808 gulden aan kerkelijke inkomsten. De kerkheeft uiteraard heel wat uitgaven of diensten te verle-nen, die aan bepaalde bedragen verbonden zijn.Talrijke ingezetenen uit de gegoede burgerij schonkensommen geld, maar met de opbrengst moest de pas-toor een wederdienst bewijzen, meestal onder vormvan missen voor het zielheil van de persoon in kwes-tie. Zo betaalde hij voor het ‘exonnoreren van gefon-deerde missen’ jaarlijks 33 g. Voor de miswijn, com-muniebrood, het poetsen van de kandelaars, het was-sen van het kerklijnwaad, allerhande klusjes en her-stellingen betaalde hij 57 g. 4 st. en 2 oorden. Deorganist betaalde hij jaarlijks 21 g. Voor het onder-houd van de altaardoeken betaalt hij 82 g. 13 st. Aleven weinig detail geeft hij voor een uitgave van 87g. 2 st. en 2 oorden voor het vervaardigen van ‘ker-kelijke ornamenten, als boiserie enz.’.

    Nog minder verantwoording geeft hij voor het betalenvan 66 g. en 18 st. voor het geen hij ontvangen heeftvan baarklederen en waslicht. Men moet genoegennemen met de uitleg dat deze som diende voor hetonderhoud ervan. Voor het bijhouden van de rekenin-gen van kerk en pastorie, evenals voor de boekhou-ding rekent hij 28 g. 14 st. Een laatste en belangrijkeuitgave van 350 gulden is evenmin gedetailleerdmaar toch interessant voor de geschiedenis: ‘de kerkheeft op een gemeyn jaer van thien betaelt tot onder-houd en reparatie der kerk en de capelle vanO.L.Vrouw, tot de noodsaeckelijke restauratie van hethooge choor, bouwen van een nieuwe sakristij, tersomme van 350 gulden.

    De pastoor heeft uiteindelijk nog een boni van 81 g.11 st. en tekent zijn document op 4 april 1787.

    KapelanieënDe kerk van Haaltert had ook nog de zorg over een‘beneficie van drij ge-unieerde capellaniën, annexaen d’onderpastoreije’. Deze samenvoeging gebeur-de bij decreet van de aartsbisschop van Mechelenevenals de annexatie aan de pastorie. Het betreft dekapelanie van de H.Maagd Maria en de heiligenLaurentius en Nicolaas.

    In vaste goederen ‘competeerden’ de kapelaniën eenpartij bouwland van vijf dagwand en 77 roeden gele-gen ‘binnen de prochie van Kerkxken’ en een partijmeers van één dagwand en 6 roeden eveneens teKerksken gelegen, evenals een volgende partij landvan 2 d. en 40 r. op ‘de winckel’. Op het ‘bouckent-veld’ was er nog een partij land van 5 d. en 6 r. enéén van één d. en 80 r. In Haaltert zelf kon de kapel-anie beschikken over een opbrengst uit een partij landvan 6 d. en 14 r. Op ‘den appelsacker’ was er eenopbrengst uit 3 d. en 16 r. en in ‘’t theirenthout’ lagnog 7 dagwand. Een volgende perceel van één dag-wand lag op ‘den bruelcauter’ te Nieuwerkerken.

  • 7 •

    Verder waren er nog gronden in ‘aijghem op denbergh’ van 2 d. , een meersch van 2 d. in pollaerde(= Pollare), ‘deze partije is belast met een heerlijkerente in den boeck van d’Heer van Wedergraet besta-ende in een half guldens drij schellingen 8 denieren.

    Item een partije land van 2 dagwand binnen deprochie van haeltert op het essenbrouckveld, suijdende oost de straete, noord cornelis troch, west met depoint aen den voetwegh loopende naer den bruul’.Deze partije met apprentie van den heereArtsbisschop van Mechelen ten jaere 1752 uijtgege-ven is in chijns voor den termijn van 59 jaeren. Itemdat de voorseijde partije belast is met cleijnen spijckervan 36 deniers parasys ’s jaers. Deze goederen bren-gen jaarlijks 420 gulden op.

    De ‘drij geunieerde capelaniën sijn belast wekelijckxmet drij gelezen missen’. Dit staat gelijk met 62 g. en8 st. zodat er voor deze rubriek nog een boni over-blijft van ruim 350 g. Dit gedeelte van de aangiftewerd door onderpastoor Ignatius Franciscus Merckxovergemaakt aan de pastoor. Maar de opbrengstmoest in werkelijkheid dienen voor zijn onderhoud.

    Het document werd geactueerd op 3 april 1787.

    Julien De Vuyst

    1- Jan Jozef Van Keerbergen werd geboren te Brussel op 1augustus 1751. Hij werd pastoor te Haaltert op 6 juli1782. In 1792 werd hij benoemd tot aartspriester van hetdistrict Aalst. Van 1799 tot 1801 werd hij opgesloten doorde Franse bezetter. In 1803 werd hij pastoor van SintMaarten te Aalst en enkele maanden later volgde zijnbenoeming als deken van het dekenaat Aalst. Hij overleedin 1808.

    2- Spijkerrente: komt van het latijnse spica (graanhalm). Delaten moesten hun graan opslaan in schuren van de heer.Hiervoor betaalden ze een jaarlijkse rente (de spijkerrente)

    Schenkingen DocumentatiecentrumWij danken:-Omer Van Cromphaut, Haaltert: doodsprentjes en foto’s

    -Lisette Molin, Haaltert: foto’s

    -Joris De Kegel, Kerksken: kiezerslijsten Haaltert en Kerksken

    -Wim Beelaert, Haaltert: licentiaatsverhandeling: ‘Vijf eeuwen vastenavond in de Carnavalstad Aalst, 1432-1940’

    -Mevr. Maria Verbeiren schonk een paar duizend bidprentjes verzameld (van 1963 tot 1998) door haaroverleden echtgenoot Jozef Ankaer, kerkbaljuw van Denderhoutem.

    Hartelijk dank !

    Medewerking gevraagd

    Roger De Troyer (bestuurslid HK)werkt aan een inventaris van degesneuvelden (WO I en WO II) inonze deelgemeenten.

    Wie heeft bidprentjes en/offoto’s van deoorlogsslachtoffers?Mag hij die gebruiken voorreproductie?

    Alles wordt terugbezorgd.Info : Roger De Troyer(053 / 62 24 69 - 053 / 83 65 88)of secretariaat 053 / 83 08 81.

  • 8 •

    DAENSISTEN in LEBEKE en KERKSKEN

    De herinnering aan de daensistische strijd is bij velemensen in de Denderstreek nog zeer levendig.Weliswaar zijn alle directe getuigen uit die periodeoverleden, maar ze hebben hun verhalen doorgege-ven aan hun kinderen en kleinkinderen. Die vertellentrots dat op de wijk Lebeke in Outer smid Lambrechtwerd geboren en dat advocaat De Backer geborenwerd op een kleine boerderij in de DenderhoutemseLebeke. De daensisten werden er oorspronkelijk ‘roe-landers’ genoemd, naar hun blad ‘Klokke Roeland’dat vanaf 1891 verscheen. Later kregen ze ook denaam van groene democraten en hun tegenstandersspraken van groene socialisten, volksfoppers en dom-mekraten. Ook ‘daensist’ was oorspronkelijk eenscheldnaam, maar werd in de loop der jaren een ere-titel.

    De wijk Lebeke ligt verdeeld over de gemeentenDenderhoutem, Outer en Nederhasselt. DE socialestrijd was er eind 19de eeuw en gedurende de eerstehelft van de 20ste eeuw zeer hevig, met plaatselijkevoorvechters die ofwel de zijde van Daens of die vanWoeste kozen. De weinige liberalen en socialistendie toen op het platte land woonden, kozen bijnaallemaal de kant van de daensisten. Niet zozeer uitsympathie voor priester Daens, maar omdat alleen dede daensisten een valabele oppositie konden vormentegen de oppermachtige Katholieke Partij. Invloedrijken machtig waren de daensisten in Denderhoutem enze toonden het ook. Elk jaar op de derde zondag vanseptember was het kermis in de Knibberhoek inLebeke. De daensistische fanfare ‘Groeien enBloeien’ was er telkens bij en manifesteerde in vierherbergen luidruchtig haar aanwezigheid. Het eerstecafé was bij de ‘Groenen’, daarna gingen ze bij‘Trezeke Mant’, bij Petrus Perdaens en het laatst bijGust Raes. Daar werd regelmatig meeting gegeven.De spreker klom op een bierton en sprak vol overtui-ging de aanwezigen toe, over de belabberde toe-stand van de armen en over het juk van de rijken. Alsslot klonk uit volle borst: “ ’t Moet beteren, ’t moetbeteren, Dat zingen wij hier heel vrij. ’t Moet beteren,’t zal beteren, door de Christene Volkspartij”.

    Ook de katholieke fanfare ‘Moed en Volharding’deed haar ronde op de kermis en wederzijdse uitda-gingen bleven niet uit.

    De grote figuur van de daensisten in Denderhoutemen omgeving was Aloïs De Backer. In zijn jeugd washij goed bevriend met Frans Baeyens, een dichterlijkeziel die in de Lebeke ‘Melsjn’ genoemd werd. Met z’n

    tweeën trokken ze vaak naar de Herlinchoofse bos-sen: Melsjn om te werken, Aloïs om te studeren. WantDe Backer wilde advocaat worden door zelfstudie.Frans is later één van zijn trouwste aanhangersgeweest. Aanvankelijk werkte De Backer bij notarisMaes in Denderhoutem. IN februari 1890 huwde hijdiens dochter. Volgens de overlevering, niet helemaalmet de goedkeuring van de schoonouders.

    Toen hij advocaat was en de ‘geleerde’ man van hetdorp, vergat hij zijn mensen niet. Hij nam allerleimaatregelen ten gunste van de arbeiders en spoordede kleine boeren aan tot samenwerking. Hij stichttemelkerijen en een coöperatieve weverij waar ‘Mienden Baard’ eerste wever was. De boeren wilde hijnieuwe methodes aanleren en nieuwe teelten zien uit-proberen. Op de boerderij van zijn ouders gaf hij hetvoorbeeld. Ze werd opgefleurd met een siertuin.Tegenover de hoeve in de natte weide werd een vij-ver gegraven om vis te kweken. Er rond plantte menfruitbomen, vooral mirabellen, en werden bessengewonnen. De kinderen uit de buurt plukten de vruch-ten voor één cent het kilogram. De Backer ijverdevoor de export van groenten en fruit naar Engelanden droomde ervan dat Vlaanderen de moestuin enboomgaard van Engeland zou worden.

    De grote tegenspeler van Daens in Denderhoutemwas pastoor Willem Van de Putte, een autoritair manen broer van de katholieke drukker Clemans Van dePutte uit Aalst die op zijn beurt een concurrent wasvan drukker Pieter Daens. Volgens mededelingen zoupastoor Van de Putte heel wat initiatieven van DeBacker ‘om zeep geholpen’ hebben en hem ‘gerene-weerd’ hebben. Hij zou ervoor gezorgd hebben datDe Backer na de dood van zijn schoonvader het nota-riaat niet kon overnemen. Hij viel hem ook aan vanop de predikstoel. Een maal is het de vrouw van DeBacker te veel geworden, ze verliet met haar kroostuit de kerk. Haar echtgenoot die onder de spreekstoelzat, reageerde niet en bleef!

    Toen De Backer in 1900 verkozen werd tot volksver-tegenwoordiger was het feest in Denderhoutem. Dehoeve werd versierd en men danste en zong: “ Enonzen Backer is ne man/die in de kamer zitten kan/terere boem sadee. Na zijn dood bleven zijn volge-lingen hem nog steeds als de wijze leider en vaderfi-guur zien. Op 30 april 1905 werd zijn grafmonu-ment onthuld op het kerkhof van Denderhoutem.

  • 9 •

    Nog vele jaren na zijn dood werd er met de kermisop de Knibberhoek gezongen: “ Nu ziet hij op onsneder/ Van uit een hoger sfeer/ zo vaderlijk en teder/zo goedig als weleer/ Want groot was zijn verleden/Hij is ons voorgegaan/ Wij volgen zijne schreden/voor ’t vrije volksbestaan”.

    De vader van Aloïs De Backer, Fernand kwam uit deNederhasseltse Lebeke. Hij overleefde zijn vrouw enzijn zoon en bllef alleen wonen op de lange lageboerderij, die hij gedeeltelijk verhuurde. Zijn laatstedagen bracht hij door in het klooster vanDenderhoutem.

    In het nabije Kerksken waren het vooral de broersAlbien, Jozef en kamiel Callebaut en de jonge VictorVan der Haegen die er de Daensistische bewegingactiveerden. Van der Haegen was de plaatselijkemedewerker van het weekblad Klokke Roeland. Hetwas ook te Kerksken dat schrijnwerker Frans De Rouckuit ‘den Boekent’ het ‘Lied van de Groene Strik’ heeftgeschreven, dat jarenlang het strijdlied bleef van dedaensistische activisten. Pastoor Constant Pringelskwam meteen in aanvaring met de democraten engedurende meer dan een decennium stonden inKerksken de katholieken en daensisten regelrechttegenover elkaar.

    Dat kwam onder meer tot uiting bij de gemeente-raadsverkiezingen. Door een hervorming van het kies-stelsel mochten vanaf 1895 alle mannen vanaf 30jaar stemmen. Mannen, die gestudeerd hadden,gezinshoofd waren of veel belasting betaalden kregeneen supplementaire stem, maximaal vier per persoon.

    Om de vier jaar zouden er verkiezingen zijn voor dehelft van de gemeenteraad.

    Midden 1895 werd de katholieke fanfare ‘Vrede eneendracht’ opgericht. Het was de enige culturele ver-eniging in het dorp. In de aanloop naar de verkiezin-gen liep het van geen leien dakje. Frans Coppens,eerste schepen, kreeg het aan de stok met burge-meester Leander Meganck. Coppens kwam met eenscheurlijst en kreeg de steun van de daensisten. Detwee politieke formaties trachten de fanfare onder hunkleuren te laten marcheren en toen de daensistendaarin niet slaagden, probeerde Victor Van derHaegen met eigen mensen een fanfare te stichten,doch zijn plan mislukte. De daensisten sloten opnieuwaan bij de gevestigde maatschappij.

    In 1895 waren er negen zetels te verdelen. Ondankseen intense campagne gingen slechts drie zetels naarde daensisten: Frans Coppens, Philemon Van denEynde en Louis Roelandt.

    De verliezers waren hun strijdlust niet kwijt. Een paarweken na de verkiezing nodigden zij Advocaat DeBacker uit op een meeting. Hun blad ‘Klokke Roeland’schreef dat er 2000 man was. De correspondent vande katholieke Denderbode telde er 200 “en daarmoet gij nog de kinderen en vrouwpersonen aftrekkenalsook de toehoorders die daar uit nieuwsgierigheidstonden om de woordenkramerij van de kwakzalvereens te horen”.

    In 1896 stichtten de daensisten in Kerksken ‘DenOnderlingen Bijstand’. Lokaalhouder wasDomienSchouppe op Terlicht. De initiatiefnemerswaren advocaat De Backer, Prosper De Pelsemaeker,Kamiel Meganck de gebroeders Callebaut enVictorVan der Haegen.

    Op 8 februari 1897 btak er in de weverij Smits eenstaking uit. De arbeiders namen het niet dat zeopnieuw geconfronteerd werden met loonverlies, zekregen de steun van de daensisten. ’s Anderendaagszakte een groep van een 200-tal wevers, meestal lidvan de pas opgerichte daensistische vereniging voorOnderlinge Bijstand, af naar Aalst. Daar kreeg ze ver-sterking van de socialisten. Met spandoeken en luidgeschreeuw trokken de manifestanten naar de woningvan fabrikant Adriaan Smits op de Koolmarkt, die eendelegatie ontving. Later ging het naar het huis vanPieter Daens die hen toesprak. De staking duurde 14dagen en werd een mislukking. De werklieden verlo-ren twee weken loon en de leiders werden op straatgezet en gebroodroofd. Het was een zware slag voorde beweging: een deel stapte over naar de socialistenen een gedeelte keerde terug naar de katholiekestal.Om de getroffen gezinnen te helpen stichtte de lei-ding met advocaat De Backer op 5 maart 1897 eenSamenwerkende Weverij in Kerksken en inDenderhoutem. Een initiatief dat bij de katholieke enconservatieve fabrikanten niet in goede aarde viel envan hen meteen felle tegenwind kreeg.

    De daensisten ijverden om de SamenwerkendeWeverijen te doen slagen. In mei organiseerden zijeen steunbetoging voor de werkloze wevers en nodig-den sympathiserende muziekmaatschappijen uit. Injuli kwamen priester Daens en advocaat De Backer,smid Lambrecht en Petrus Van Schuylenbergh, dezwaargewichten van de beweging in onze streek, deKerkskenaren warm maken voor het initiatief. In dekatholieke pers werd de meeting opnieuw afgeschil-derd als een fiasco, maar volgens de daensisten was:“ er een zee van volk. De grootste zaal der steden zoute klein geweest zijn. Priester Daens werd er verwel-komd met bloementuilen en aanspraken”. Voor deweverij werden er twaalf jacquart-weefgetouwenbesteld. Vijf ervan werven in Kerksken geplaatst.

  • 10 •

    Bij de verkiezingen van 15 oktober 1899 werden vierleden vervangen of herkozen. De daensisten verover-den drie van de vier zetels. Bij de verkiezing van 18oktober werden de vijf beschikbare zetels ingepalmddoor de tegenpartij. De katholieke pers jubelde: “…teKerksken is de Daensistische partij verpletterd”. Het tijkeerde en in 1907 gingen vier van de vijf zetels naarde partij van Daens en bezorgde hen de volstrektemeerderheid, vijf van de negen zitjes.

    Op 9 maart overleed burgemeester Leander Megancken op 16 juni stierf oppositielid Louis Roelandt. Er ble-ven drie katholieken en vier daensisten in de raad. Dekatholieke partij had de meerderheid in het schepen-college en de Groene Democraten hadden het voorhet zeggen in de gemeenteraad.Van een nieuwe ver-deling van de bevoegdheden wilden de katholiekenniet weten. Daens interpelleerde de bevoegde ministerover deze zaak, maar tevergeefs. Besturen bleef uiter-aard zeer moeilijk en er werd in december een tus-sentijdse verkiezing gepland om de twee overledenente vervangen. Het werd een zeer woelige bedoening.Reeds voor de verkiezingsdag waren er moeilijkhe-den. Er werd geruzied, gelasterd en geweld gebruikt.Op de verkiezingsdag zelf gingen heet gebakerdekatholieken en daensisten met elkaar op de vuist. Deburgemeester riep de hulp in van de rijkswacht. De rel-len haalden de nationale pers en volgens Het laatsteNieuws liepen er demonstranten met messen en revol-vers (!). Er vielen enkele gewonden en om de rust tebewaren bleven de rijkswachters patrouilleren tot demaandag. De katholieke partij haalde de twee zetelsbinnen.

    Na 1910 takelde de daensistische beweging verderaf. Enkel een kleine kern onder leiding van JozefCallebaut bleef de beweging trouw.

    Victor Van der Haegen, de dynamische daensistischevoorman te Kerksken, mocht het nog beleven dat hijop 29 september 1957 als 88-jarige het PriesterDaensmonument in Aalst mee mocht onthullen.

    Voornaamste bronnen:Edgard Huylebroek: De Sint- Amandusparochie, vroeger en

    nu, Haaltert 1985Laurent Meganck: De mannen van het houten geloof, Ninove

    1985Willy De Loose/Joris De Kegel: Kerksken, de wereld in een

    dorp, Haaltert 1999Gesprekken met Herman De Gelas, Lebeke-Outer: 32-02 en

    07-03-2001.

    F.V.C. in Daens Vandaag, nr 2-jg 2001

    LIDMAATSCHAP NOG NIETVERNIEUWD?

    DOE HET VANDAAG !

    Gewoon lidmaatschap : € 7,50

    Steunend lid vanaf € 12

    Dank voor jullie sympathie !

  • 11 •

    Steenbakkerij te Haaltert-1837

    Op 21 juli 1837 vraagt landbouwer Egide Van denSteen(1) de toelating voor het opstarten van eensteenbakkerij op het Rosthoutveld in ’sGravenkerselaar: ‘ Egide Van den Steen, landbouwerte Haeltert verlangende eene steenbakkrij in te rigtenop de prtij land aen mij toebehoorende en paelendeoost Petrus D’Haeseleer, zuyd den voetweg, westDomien Redant en noord de straete, doet bij deze devraeg om uwe Mijnheeren die magtiging aen deHeeren permanent leden van den Provincialen Raadte Gent te willen verzoeken.’

    De vraag werd ‘publiek bekend gemaakt bij afkondi-gingen den 23sten en 30 july lest’.

    Van de aangelanden Livinus D’Hondt, Felix VanLondersele, Dominicus Redant, Petrus D’Haeseleer enDomien Van Impe was het alleen deze laatste diebezwaren uitte.

    Op één augustus behandelde het schepencollege deklacht ingediend door de buurman, Dominicus VanImpe die verklaarde ‘dat de inrigting dezer steenbak-kerij schade konnen veroorzaken aen zijne boomenen vrugten staende op eene party land paelendelangs ten oosten aen de party alwaer de steenbakke-rij zal opgerigt worden en heeft verklaart niet te kon-nen schrijven bij gebrek aen kunst.’

    Van den Steen weerlegde de klacht en ondertekendeeen verklaring dat alle eventuele schade toegebracht

    aan de beplanting op de partij grond van Van Impezal vergoed worden.

    In dezelfde vergadering noteert secretaris GustaafVan Meldert de beslissing van het schepencollege,dat geen rekening houdt met de bezwaren vanDominicus Van Impe: ‘ …in aenmerking nemende datgemelde partij land verre genoeg van den steenovenzal verwijderd zijn om groote schaede te kunnen lij-den en dat bovendien den oprigter Egide Van denSteen; verklaart heeft alle schaede in te staen en tevergoeden die hem zoude toegebragt worden.

    Zijn van advies dat de gevraegde inrigting van eenesteenbakkerij hem zoude mogen toegestaen worden.

    Get. burgemeester de Sadeleer en schepenen JB VanLondersele en JB Schouppe en secretaris G.VanMeldert op 1 augustus 1837’.

    Het advies werd bezorgd aan de arrondissements-commissaris van Aalst.

    1- Het zou hier gaan om Egidius Van den Steen, ° Mere ofHaaltert 1777 en + te Haaltert ‘s Gravenkerselaar 27-01-1849. Hij huwde Maria Josepha Van Wassenhove ex.Erpe. Een zoon Augustinus huwde met Maria JosephaSterck (Bruul-Sterckes hof). Egidius was één van de voor-naamste voorvechters voorj de aanhechting van ’sGravenkerselaar bij Haaltert (kerkelijk).

    Willy De Loose

  • 12 •

    WAAR IK MIJN KINDERTIJD BELEEFDE

    Als uitgeweken Kerkskenaar overkomt het mij vaakdat ik op koude winteravonden herinneringen ophaalaan mijn geboorteplek en dan merken mijn kinderendat die band met mijn roots blijkbaar heel sterk is.

    Op vraag van de voorzitter van de HeemkundigeKring is het mij dan ook een waar genoegen omenkele herinneringen aan de plek van mijn kindertijdop papier te zetten.

    Ik heb mijn jeugd beleefd in een gehucht vanKerksken dat reeds vermeld werd in 1443 als“Bouchout in Vlaenderen bij Kerxkene”. Het woordis een samentrekking van “boek”, de oudste vormvan “beuk” en “hout” (= bos) en betekent dus “beu-kenbos”. De uitspraak “ent” in plaats van hout is eengevolg van de verzwakking van de klemtoon, waar-door “Boekhout” werd uitgesproken als “Boeket”(meteen doffe e), zoals het in ons echt dialect ook nu nogwordt uitgesproken (dus zonder tussengevoegde n)

    De Boekentstraat begint volgens Popp vanaf hetkruispunt van de Beernaardstraat en de Watervooren bestond in 1956 uit 2 duidelijk afgescheidendelen. Er was het voorste deel vanaf de Watervoortot de vroegere herberg “Het Zougsken”, waar jetwee kanten uitkon, enerzijds tot aan Café “de Poesj”(richting steenweg) en aan de andere kant de huidi-ge Mosveldstraat tot de splitsing met deBrantegemstraat. Vanaf daar begon het tweede deel,den “Achtersten Boekent” (die ongeveer overeenkomtmet de huidige “Krekeldries”), een benaming die

    door de mensen ter plaatse gegeven werd om aan tetonen dat dit gedeelte van de Boekent ver van hetcentrum lag.

    Maar ik werd dus geboren op de “Ezelshoek”(eigenlijk niet, want mijn moeder ging naar het Sint-Elisabethhospitaal in Aalst om te bevallen).

    Indien de oorsprong van de naam Boekent en deafbakening ervan vrij duidelijk zijn, dan is dit veelminder het geval met de “Ezelshoek”.

    Wat de afbakening betreft, situeren sommigen hemvanaf de splitsing Boekentstraat – Watervoor tot devroegere herberg “’t Zougsken” . Doch bij ons thuisbakende men de Ezelshoek steevast af als het gedeel-te tussen de twee voetwegen 51 (Schonen Baardweg)en 52 (Molenveldweg of Kruisbaantje), met anderewoorden vanaf “den Ooiljeman” (, = de familieWelleman) tot aan “Silkers” (de familie de Landsheer)en deze afbakening stemt ook veel beter overeen metde uitleg over het ontstaan van de naam, zoals JuliaDe Rouck (de dochter van “Sis Rouck”), de moedervan Willy de Loose, geboren in 1905 en dit jaaroverleden, zich die nog herinnerde. Volgens haarzou de naam komen van één of andere volwassenedie de rekels uit de buurt verwenste. ('t zijn weer dieezels van 't hoekske)

    In die omgeving waren er in het begin van de 20steeeuw inderdaad nogal wat bengels: 6 bij Spitaels enFinne – 2 bij de “smed” en Flore – 4 bij denBrusseleir en Wanne – 9 bij Skeilewartens.

    In het boek “Jean de Florette”, laat de Provençaalseschrijver Marcel Pagnol door Galinette, één van depersonages, aan de hoofdfiguur vragen : « Est-ceque par hasard vous ne seriez pas Jean de Florette?», waarop de andere antwoordt : « Il est exact queje m’appelle Jean et que ma mère s’appelle Florette» waarop Galinette dan weer repliceert : « Si vousétiez né ici, comme votre mère, on vous appelleraitJean de Florette. » Ik moet hier soms aan denken bijhet horen van de bijnamen van al die mensen uit mijnkindertijd die eind de vijftiger jaren de huizenbewoonden vanaf de Watervoor tot aan het“Zougsken”.

  • 13 •

    Als je van de Watervoor kwam keek je recht op deboerderij van “Muërtgattens” of “Middeleirs, waar degrote fiere “Madam”de plak zwaaide over haar man,haar broers, haar kinderen en de knechten. Schuinover die boerderij woonde “Thomas Fong” (= familieImpens), met de zoons Herman, Willy (de huidigeschepen), Walter en Gaston , waarvan Herman enGaston zeer muzikaal begaafd waren en later deelzullen uitmaken van het orkest van Francis Martin (=Frans Mertens) en het Willy Michielskwintet (hieroverlater meer).

    Daarnaast stond het huis van “Pizjillens”. De zoon,“Pizjillens Meken”, Aimé Roelandt, zal uitgroeien toteen lokale beroemdheid door het feit dat hij geduren-de meer dan 40 jaar reporter zal zijn bij alle wieler-wedstrijden in Kerksken en omgeving. De zus vanAimé Roelandt was gehuwd met “Moutjers Jefken” (=Jozef De Muyter) zijne Maurice, die een slagerij hadop de hoek van de Pennestraat en de Boekentstraat.

    Dan had je een stuk akkerland en een grote weide ,waarop de jongens uit den Boekent kwamen voetbal-len en het opnamen tegen de ploegen van anderegehuchten

    Voorbij de weide woonden “Zjang Lamot” en “Pitj zijnAnna”, met hun zoon André. “Zjang” heette in hetecht Jan Blondeel, maar baatte een bierhandel uit vanhet merk “Lamot”. Zijn vrouw, Anna Moock had daar-naast ook nog een kruidenierswinkeltje.

    Hun buren behoorden tot de meer gegoede klasse vanden Boekent. Daar woonden immers de fruithandelaar“Doken zijne Rie” (de Rijck) en zijn vrouw Irène, methun grote schare kinderen.

    Daarnaast woonden Sooiken en Germaine, wienszoon Paul veel later ook in den Boekent zal bouwenop de weide van “Koëzens Hof” (een hof dat wij alskinderen steevast “het oud huis” noemden en dat ervervallen en verlaten bijstond eind de jaren vijftig).

    En zo kwam je bij de meest beklante winkel van denBoekent, bij “Doosj zijne Lucien en Clara”. Er wasniet alleen de winkel, waar “Sintjemerten” die ver-dacht veel op “Lange Staaf” leek, het speelgoed voorde kinderen uit den Boekent afleverde en waar dejonge moeders uit den Boekent hun huisversieringen(gaande van schreeuwlelijke schilderijen tot wange-drochten van vazen) aankochten middels het ruilenvan “Fort-bons”. Lucien hield er ook een drukke melk-ronde op na.

    De boerenstiel was vertegenwoordigd op het hof van“den Ooiljemaan”, de familie Welleman, bij wie deoude Welleman, met zijn imposante omhoogkrullende

    snor, mij een waar ontzag inboezemde. Van bijnamengesproken , voor de familie Welleman heb ik er zelfooit één uitgevonden uit wraak tegen de vrouw van deoude Welleman. Van bij de geboorte was ik hoog-blond en mijn bijnaam was dan ook vrij logisch“Vosken”. Doch tot mijn grote ergernis herhaaldevrouw Welleman dit te pas en te onpas telkens ik voor-bijkwam. Op een dag had ik – op aanraden van mijnpeter – echter het wederwoord in petto en toen zijweer venijnig riep : “Dag vosken”, antwoorde ik nog“rapper as tellen” : “Dag koestrontbeen”(verwijzendnaar de boerenstiel met de koeien). Deze repliek werdgehoord door enkele buren die dit zo’n prachtigetypering vonden, dat zij tot het einde van haar leven“’t Koestrontbeen” bleef.

    Naast de familie Welleman, woonden “Boerken” (DeRijck) en “Groufkens Sjalen zijn Maria” met hun kin-deren Ghisella, Frans (“’t Manneken” omwille van eenzekere gelijkenis met Jef Cassiers), Paul, Paula enAndré (die later zal emigreren naar Australië).

    Voor groenten, fruit, vis en “potjekaat” moest je bij“Julientjen Buyl” en zijn Madeleine zijn, die dit alles-omvattend bedrijf draaiend hielden met hun zoonsWilly, Gilbert, Herman (die echter zeer jong zal over-lijden) en Richard, die met de “grinsjelauto” of de vis-kar van straat tot straat hun waar aanprezen. Dezoons Willy en Richard zullen trouwens het beroepverder zetten na hun huwelijk. Over Madeleine deedin den Boekent een gastronomische legende de ronde,namelijk dat “zij zich iets of wat ongemakkelijk hadgevoeld nadat ze in haar eentje een halve schapen-bok had opgegeten”, waarmee men wilde aantonendat vrouw Buyl een meer dan gezonde eetlust bezat.

    De buren waren “Bien zijne Fong” (Guns) en Pauline,wiens oudste dochter Denise later ook zal bouwen inden Boekent, en daarnaast woonden in een twee-woonst de weduwnaar “Mossels Tier (= Arthur DePelsmaecker)” en “Piro zijn Simonne”.

    Die “Mossels Tier” was de nieuwsgierigheid zelve en– een oom zijnde van mijn grootmoeder – kwam hij,meer dan ons lief was, bij ons thuis binnenvallen metsteeds dezelfde vraag : “Heet de ziekenbond nog niegeweest?” en als er geen nieuws te rapen viel, ver-dween hij steevast met een al even geijkte uitdrukking“’k gon isj nor ’t weerbericht erken”(= Ik ga eens naarhet weerbericht luisteren (op de radio))

    Aan jonge jongens was er geen gebrek in het huis van“Skeilewartens” ,ook “Sis Rouck” genoemd, wiensdochter “Sis zijn Rachel” het ouderlijk huis bewoondemet haar man “Sooiken” Piens. Hun zoons heettenGeorges, Gaston en Gustaaf.

  • 14 •

    Daarnaast begon de wildernis onder de vorm van eenberg onkruid in het voorhofje van “De smed zijnePhilemong”.

    Deze Philemon Barbieur is één van de meest eigen-aardige, maar ook één van de meest fascinerendefiguren uit mijn kindertijd geweest. Hij was een abso-lute vakman die het beroep van smid tot in de puntjesbeheerste en op wie men steevast een beroep deed bijde firma Penne in Aalst voor de meest secure werkjes.Bovendien knutselde hij voor zichzelf de meest eigen-aardige dingen in elkaar, zoals een machine die hijop zijn fiets gemonteerd had en die hem toeliet hout,dat hij onderweg sprokkelde, in gelijke stukjes te kap-pen en in een vergaarbak te laten vallen.

    Het beroep van smid maakte slechts een klein deel uitvan het bestaan van Philemon. Hij was vooral eensoort filosoof die over het bestaan en over de maat-schappij zijn eigen ideeën had, waarover hij – in deverte starend met zijn zwarte karbonkels van ogen –uren in zijn eentje kon nadenken. En vaak zagen wedagen bij voorbaat wanneer de stoppen weer eensgingen doorslaan en dat de dag ging aanbreken dathij voor niemand aanspreekbaar was en gedurendeeen aantal dagen al zijn hebben en houden erdoorjoeg in de cafés van den Boekent. Maar ook dan bleefhij de filosoof die zijn criticasters maar wat al te graaglik op stuk gaf. Richard Cooreman mocht dit op eenmooie dag ondervinden toen hij bij “Konentjen zijnMeine”met de “zotte smed” aan het lachen was.Philemon stelde hem voor het volgende dilemma : “Ikben zot, maar wie is er nu de grootste zot van onstwee? Ik, die in mijn eentje plezier maak en mijn geldopdrink of gij die even veel geld uitgeeft als ik aan deverslaving van uw duiven?”.

    Philemon had eigenlijk enkel vrienden en had maaréén vijand, namelijk “Mossels Tier”. De twee lusttenmekaar rauw en dit leidde soms tot dolkomische toe-standen. De voorhof van Philemon stond vol met dis-

    tels, netels en ander onkruid en dit kon hem ook nietsschelen. Maar op een dag maakte hij met een schof-fel de ganse straatkant proper en mijn vader die netvoorbijkwam vroeg hem “Awel, Philemon, ga je ’t eenbeetje proper maken ?”, waarop Philemon zei :“Belange nie, maar anders komt Mossels Tier dat hierallemaal halen voor zijn konijnen…!” Maar suffenover zijn bestaan bleef Philemon doen en op een win-terochtend in januari 1969 zal de buurvrouw, Sis zijnRachel, hem ,opgehangen aan een koord, in zijn klei-ne smidse aantreffen. …

    In de twee huizen ernaast volgden de jonge koppelselkaar op. In het huis van “tentjen Emilie ”( een aan-getrouwde tante van mijn grootmoeder), woondeneerst haar dochter Alice en haar man Alfons, die nahun verhuis naar Denderhoutem, opgevolgd werdendoor “Dolfken” Schurman en “Sjetjen zijn Godelieve”,wiens dochter Sonja iets jonger was dan ik.

    In het kleine huisje op de hoek met “’t stretjen” ,devoetweg die naar het kruisbaantje liep, haddenAchilles (Sjiel) en Malvine Baetens – D’Hoir 12 (jaweltwaalf !!) kinderen grootgebracht en hierin woonden,nadat zij verhuisden naar den “Ejerenweg” , achter-eenvolgens hun zoon Gustaaf en zijn vrouw Malvine,nadien “Ghisella van Boerken” en haar man Alfons (=Foos) en nadien “Maasse èr Juliette en Zjang”.

    Deze laatste, Juliette Volckaert, gehuwd met JeanD’Haese, was de dochter van het koppel aan de over-kant van het “stretjen”, namelijk “Breim zijn Maasse”en “Speir”, of in duidelijke taal Clementia Braem enProsper Volckaert.

    Bij “Maasse en Speir” was eraltijd wel leven in debrouwerij, niet in het minst omdat het gezin twee muzi-kanten bezat, namelijk de zoons Robert en Etienne.Robert was waarschijnlijk de meest begaafde enspeelde als “batterist” = (drummer) onder anderen in

    de orkesten van Karloo De Man ende Musetta’s – waar ook “Lokenzijne Frans” (Frans Tas) deel van uit-maakte. Met één van deze tweeorkesten mocht Robert op een goeiekeer zelfs optreden naast het orkestvan Francis Bay en Jo Leemans.Bovendien trok Robert zich ookmeer dan uit de slag op de saxo-foon. De andere zoon, Etienne(thans zaakvoerder van de VW-garage in Haaltert) was begeesterd– wat zeg ik – bezeten door detrompet als instrument en zijn groteidool was Harry James. Tot verve-lens toe repeteerde Etienne“Carnaval de Venise” in de garagevan het ouderlijk huis, tot hij demoeilijke noten de baas was.

    Een foto uit de gloriedagen van de Musetta’s Staande Piet Matthijs, Frans Tas,Adhemar MatthijsZittend Marcel Allaer en Robert Volckaert

  • 15 •

    Etienne repeteerde bij voorkeur ’s morgens vroeg,vaak tot ergernis van ons allen die de naaste burenwaren, vooral omdat hij nog al eens naar de snellenoten diende te grabbelen.

    Verder waren er ook de dochters Juliette en Mariette,waarvan Juliette de trouwe jeugdvriendin van mijnmoeder was. Samen met nog enkele andere “jongesnebben” dweilden ze de wijkkermissen af en maak-ten ze plezier bij Molle Marie of in andere danszalen,met steeds een meute jonge gasten in hun kielzog.

    De vader van Juliette, Speir, had als chauffeur bij debrouwerij Zeeberg ook het autorijden onder de kniegekregen en de familie Volckaert had, als één der eer-sten in den Boekent, dan ook een auto. Wat was ik alskind blij en fier wanneer ik eens mocht meerijden inde Plymouth of de Citroën “Traction avant” vanMaasse en Speir. In zekere zin was zo’n wagen vantoen een echt kunstwerk, gemaakt met liefde voor hetvak, een waar salon op wielen.

    Als achterbuur van ons, kwam Maasse heel vaak bijons over de vloer, al was het maar om ons op dehoogte te houden van het laatste nieuws uit de buurt,uit Kerksken en soms uit de hele wereld, zoals diekeer toen ze bij ons binnenviel met de schrik in deogen, want ze had uit haar krant uit goede bron ver-nomen dat een nieuwe wereldoorlog voor de deurstond. Alleen had zij de ondertitel van de grote kop uithet Nieuwsblad niet gelezen. Er stond namelijk “OOR-LOG IN DUITSLAND”, met als ondertitel “groot-scheepse manoeuvres van het Belgisch leger”.

    Wanneer je nu het “stretjen” naar het “kruisbaantje”nam, stonden er nog drie huizen. Achter dat van defamilie Volckaert stond ons eigen huis, waar mijnpeter Marcel Schandevijl, weduwnaar van De Platten(of den Brusseleer) zijn Marieken, woonde met zijndrie kinderen, mijn moeder die gehuwd was met “Vlaszijn Lis èr Jefken uit Haaltert en zijn twee andere kin-deren Peeken (= Patrus) en Adrienne. Aan de overkantvan het baantje bevond zich het huisje van AngelineHeyman en iets verder het huis van Sidonie.

    Sidonie heb ik slechts vaag gekend als kind, maartoch boezemde ze mij een ongelooflijke angst inomdat ons Adrienne me had wijsgemaakt dat hetoude vrouwtje een toverheks was die me ’s nachts uitmijn bed zou komen halen als ik niet braaf was. Ocharme, het mensje zal waarschijnlijk nooit gewetenhebben dat zij een jongetje van drie à vier jaar echtenachtmerries bezorgde. Na haar dood zal het huisjevoor immer leeg staan en Julien Buyl zal de eigendomopkopen om er zijn dieren in onder te brengen. Kortna de aankoop van het goed van Sidonie, besloot defamilie Buyl om de grote lindeboom die op de grensmet het kruisbaantje stond, te rooien. De stam werdvoor een groot deel doorgezaagd en nadien werdenkoorden bevestigd, waarmee een aantal mannen de

    boom in de gewenste richting zouden neerhalen enhet heeft toen geen haar gescheeld of Richard Buyl lieter het leven toen de boom veel sneller omviel bij hettrekken dan men verwacht had.

    Daar waar Sidonie de angsten uit mijn kindertijdgevoed had, zou dit gevoel onmogelijk geweest zijnin tegenwoordigheid van onze dichtste en ook onzebeste buur, Angeline Heyman, weduwe van ArthurSpitaels en voor iedereen op de Ezelshoek gekend alsAngelineken. Net zoals mijn grootvader was Angelinekort na de oorlog alleen met haar gezin van drie kin-deren komen te staan : de oudste zoon Bert, de doch-ter Gabrielle, die thuis bleef inwonen na haar huwe-lijk met Jozef Baeyens, en de jongste zoon René.

    Ik was kind aan huis in het kleine smalle huisje vanAngelineken, niet in het minst omdat daar de dagvóór mijn geboorte ook een kindje was geboren, metwie ik omzeggens samen opgegroeid ben in mijn eer-ste kinderjaren. Er werd op den Ezelshoek lachendverteld dat de twee Jozefs (mijn vader en JozefBaeyens,) door het open raam naar mekaar geroepenhadden dat ze voor het nageslacht gingen zorgen,zodat de twee kinderen omzeggens gelijk geborenwerden. Jozef en Gabriel kregen een dochtertje,Marileen en Jefken en Louisken een zoontje Marcel. Ikdenk dat ik, vanaf het moment dat we konden lopentot we naar de kleuterschool gingen, zo ongeveer elkedag bij mekaar geweest zijn om samen met de pop-pen of met een miniatuurkeukentje te spelen bij onsthuis of bij Angeline. Het is uit die tijd dat ik mij nogzeer goed het interieur herinner in het smalle woon-kamertje, met de sierlijke vogelkooien – nog gemaaktdoor Arthur haar man – met de gele accordeon vande overledene op een ereplaats samen met een fotovan de ganse familie.

    Ik was ook een absolute liefhebber van de kookkunstvan Angelineken, die naar mijn mening de beste“appeltrot” ter wereld maakte.

    Een foto’ van onzebuurvrouw Angeline opde jaarmarkt in Haaltertsamen met Gabriel

  • 16 •

    Maar we zetten onze tocht op den Ezelshoek verder.Naast Maasse en Speir woonden “GroufkensHortense” en haar broer Pee. Na de dood van dezetwee woonde daar een tijde “Pizze zijn Simonne” methaar grote schare kinderen en het is op de grond vandeze hofstede dat later Denise Guns (de dochter vanBien zijne Fong en Pauline) en haar man Albert zul-len bouwen. Hoewel onze boomgaard en die van hetkoppel naast Graufkens mekaar raakten, hadden wezeer weinig contact met “Silkers Kamiel” (DeLandsheer) en zijn vrouw “Melle”, evenmin als met dejonggebleven dochter “Leste” (= Céleste). Eigenlijkzagen we mekaar enkel als we in de boomgaard kwa-men en ik kan me niet herinneren dat ik als kind tweekeer in het huis van deze buren ben geweest.Hetzelfde was min of meer het geval met het gezinCooreman (Richard en Maria) rechtover Silkers, waarhet al vol genoeg was zonder dat er buren nodigwaren, met niet minder dan 7 kinderen. Het enige watik me nog goed herinner was dat je op zondagvoor-middag absoluut geen lawaai mocht maken, omwillevan de duiven van Richard die moesten vallen.

    Naast het huis van Silkers was er een grote weide enzo kwamen we bij het huis van “Bolle Miel enRomanie”, achter wiens huis men via een loswegjeook nog het huis van Adhemar De Saedeleer (met zijnonafscheidelijke alpinopet) en Malvine kon bereiken(vóór Adhemar woonde daar nog “Boezjemant”). BijBolle waren er drie jongens Herman, Albert en Marcelen de oudste dochter, Diane. Rechtover Bolle stond -verlaten en vervallen - het leegstaande “Koëzens Hof”en daarnaast liep een klein landwegje waarlangs mende huizen kon bereiken van “Dikke Julia en Fong”,wiens dochter Francine een jeugdvriendin was vanons Adrienne, evenals de dochter van het huisjeernaast, Godelieve De Putter, dochter van Remi enPaula en zus van Eddy, mijn veel te vroeg gestorvenjeugdvriend.

    Naast Bolle Miel en Romanie woonde een zeer bizarkoppel, namelijk “De Stommen”, een doofstommeman, en zijn vrouw Emilie, waarvan sommigenbeweerden dat zij eigenlijk ook een man was, vooralomwille van haar stem die meer dan mannelijk aan-deed. Bovendien had ze inderdaad een forse baarden een duidelijk zichtbare snor. Het hoeft dan ook nie-mand te verwonderen dat geen enkel kind zich aan-getrokken voelde tot dit koppel, te meer omdat “deStommen” zich bij voorkeur ’s avonds achter een muurof een haag ophield om plots te voorschijn te schietenen je te doen schrikken, zoals ons Adrienne meer-maals mocht ervaren. Recht tegenover dit huis had jede boomgaard en daarnaast het huis van “FooskenBellens”, wiens zoons Maurice en Paul gezworen vrij-gezellen waren en wiens dochter Paula later zal trou-wen met Jozef Vijverman en een verfzaak zal begin-nen op de hoek van de Boekentstraat. De anderedochter Rita trouwde met één van “Wintjerkes” uitDenderhoutem.

    En zo bereiken we stilaan het einde van de Ezelshoekin de brede zin van het woord, zonder echter de tweeboerenhoven te vergeten rechtover Bellens die, naastelkaar gelegen, het einde van de straat vormden,namelijk de boerderijen van “Bernattens Tirken (=Arthur)”, met de zoons Staaf en Johny (de “Trippen”),en van “Vien”, met de inwonende zoon Aimé (=Meken).

    Hier was het dus dat ik mijn mooiste kinderjarenbeleefde, dat ik ravotte op straat met Putter, BolleMarcel en Berken en tal van anderen. Hier was hetdat op de avonden van “Schipper naast Mathilde” of“Bonanza” meer dan de helft van “den Boekent” bij“Konentjen zijn meine” zat voor het enige TV-toestelvan de wijk. Hier was het dat ik leerde hoe men geluk-kig kan zijn met eenvoudige dingen.

    Onlangs maakte ik een fietstocht en nam ik nog eensde tijd om rustig door de straat van mijn jeugd te fiet-sen. Op de drempel van zijn voordeur zat “BolleMiel” te mijmeren, “Bolle Miel” die me enkele wekenvoordien op de voetbal in Kerksken had toevertrouwddat het toch zo stil geworden was in den Boekent. Ikzag al die mooie nieuwe huizen, gebouwd op devroeger verlaten weiden, ik zag de prachtige verbou-wingen aan de oude woonst van Silkers, van Buyl envan Boerken, maar … ik zag geen volk op straat, ikzag geen mensen die contact hadden met elkaar en ikmiste de sfeer van den Ezelshoek van toen. En dat iswat ik ook mis in onze huidige veel te snelle maat-schappij. Of … zijn dit mijmeringen van iemand diestilaan de vijftig nadert ?

    Vanuit Wichelen – Serskamp

    Lic. Marcel Baetens oud-inwoner van Kerksken enHaaltert

    Angeline (links) samen met René, Gabriel en“Maasse haar Mariette” (Volckaert)Deze foto werd genomen in de “huizekens” in denBerg)

  • In 1962 werd de vlag ingehuldigd van de Vriiwillige Bloedgevers. Een beeld van de optocht naar de feestzaal. 1 en 2: afgevaardigden van Aalst, 3-Voorzitter Dr De Vriendt, 4-Schepen Frans Callebaut, 5-vaandrig Jan De Meyer, 6-Burgemeester Albert De Gendt, 7-Mevrouw De Vriendt,

    8-Mevrouw De Coen, 9-Raymond Roelandt.

  • Scholierenploeg van Verbroedering Denderhoutem- seizoen 1 955-56 gehurkt (vlnr): Hervé Scheerlinck, Maurice De Nul, Willy Van Impe, Gerard Van Impe en Willy De Backer

    staande: Paul Deleeneer, Wilfried Torrekens, André Souffriau, Daniel Denie, Edgard Eeman, Columbus De -

    Schrijver, Willy Muylaert, Richard Meert en Jozef Vijverman.

    (foto: Hervé Scheerlinck)

    . . - . . . . . --- - i?,. -.

  • /I€UWJ€S UIT ~~CLDCRGEN

    Brand in 1862 Hevig onweer in 1 861

    O p 4 februari 1862 om 4 uren in de namiddag is brand uitgebroken bii Karel Goossens, landbouwer en wever, wonende op de wiik Driesch. De woning, schuur en stallingen werden in de as gelegd. De bewoner bemerkte zelf de vuurhaard, waarschijnliik te wijten aan een schouwbrand. De schade werd geraamd o l450 Fr. Goossens was verzekerd bii 'De Belg isc t: e vereniging tegen brandgevaar'. Een proces-verbaal werd aan de procureur des Konings van Oudenaarde gestuurd.

    (RARonse, brieven Heldergem nr 3209)

    y F . .T. x.*+-

    .. *: .e!..** b .- . ' .. o..; ,: . . . ".w ..i. ,.

  • Met genoegen kunnen wij jullie meedelen dat het Familieboek

    "1 50 Haaltertse families in de kijker' eerstdaags van de pers rolt.

    Het kijkboek is het resultaat van twee iaar intens opzoekingwerk van onze voorzitter.

    Een prachtig werk dat heel wat aangename (en vervlogen) herinneringen zal opwekken.

    Wij willen jullie graag uitnodigen op de voorstelling van het boek op

    vrijdag 12 december 2003 om 20u in het Jeugdheem, Bruulstraat te Haaltert.

    Graag verwittigen van jullie komst aub.