Upload
danglien
View
233
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
2015 Opportuun nr. 61
TT AssenRechtshandhaving op wegen, campings en binnenstad
Zaakscoördinator Bianca Muys informeert slachtoffers
Als afpakker Ben Köke je beet heeft, slaap je niet meer
Relatiemagazine van het Openbaar Ministerie - jaargang 22 - juli 2016
OPPORTUUNnr03
u
In dit nummer…
Voor de digitale lezer = print
= terug naar inhoudsopgave
= direct naar onderwerp op om.nl
Klik via de inhoudsopgave door naar het artikel.
Aanmelden via OM.nl/actueel/opportuun
Relatiemagazine van het Openbaar Ministerie - jaargang 22 - juli 2016 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt elke twee maanden. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? E-mail naar [email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 088 - 6998856 of [email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 088-6998854 of [email protected]. Foto omslag ANP Basis ontwerp & Vormgeving VormPro, René Peereboom Druk Xerox/OBT Oplage 4000
22 TT AssenDe vierdaagse TT van Assen betekent
rechtshandhaving op wegen, campings en
in het centrum van Assen. Opportuun reed
mee met de politie en volgde de parketten
Noord-Nederland en CVOM.
26 ZaakcoördinatorZaakscoördinator
Bianca Muys informeert
slachtoffers en neemt
werk uit handen van
zaaksofficieren.
18 ZSMHet OM werkt aan
professionalisering van
de werkomgeving ZSM/
Interventies.
En verder…
03 Voorwoord Chris van Dam
04 In Beeld: Digitaal loket verkeer
06 De Zaak: afpakker Ben Köke
10 Interview Dirk ten Boer
15 Zwart op Wit: Treinsurfer
16 KortOM en OMgeslagen
21 Jurisprudentie: Schapen.
30 Trring! “Met Tijs Veer.”
32 Omgeving: Gert van der Zee
Opportuun 3 - 2016
t
Wij mensen hebben een bijna niet te bedwingen neiging
om de procedure en het systeem belangrijker te maken
dan het effect dat we willen bereiken. Ultiem voorbeeld is
het televisiespotje waarin iemand zich meldt bij het loket
van een zwembad om een paarse opblaaskrokodil terug te
vragen. Deze krokodil – duidelijk zichtbaar in beeld – kan
slechts teruggekregen worden als de juiste procedure
doorlopen is…. Om gek van te worden.
Inmiddels weten we dat dat gevaar ook in het strafrecht
overal op de loer ligt. Tijdens de enkele ZSM-dienst die
ik doe merk ik dat het leegmaken van het scherm snel
belangrijker kan worden, dan het nemen van de tijd om in
zaken te doen wat écht nodig is. Niet voor niets besteden
wij in het kader van ZSM, bij Jeugd Gezin & Zeden en bij
verwarde personen veel aandacht aan ‘contextgericht
werken’ en ‘werken vanuit de bedoeling’. Maar ik moet
mezelf geregeld tot de orde roepen dat ik zo moet denken.
Het zou handig zijn als we onze OM-organisatie zo inrichten
dat we – bij wijze van spreken – uitgenodigd worden om de
betekenis van ons werk voorop te zetten. Natuurlijk hebben
we systemen en procedures nodig, maar die moeten eerder
dienend zijn aan het bereiken van een betekenisvolle
afdoening, dan dat ze de (inhoudelijke) boventoon gaan
voeren.
Dat is waar OM2020 voor mij in belangrijke mate over
gaat. Vanuit het programmateam Interventies probeer ik
een bijdrage te leveren aan het inrichten van ZSM, aan het
organiseren van ons werk in de Veiligheidshuizen, aan de
inrichting van de administratie. Op een zo slimme manier,
dat de burger écht gaat merken dat hij als verdachte, als
slachtoffer of als betrokkene persoonlijk gezien en geraakt
wordt. Strafrecht waarin je zonder al te veel gedoe krijgt
wat je nodig hebt, ook als dat een paarse krokodil is. n
Werken vanuit de bedoeling
Chris van Damplv hoofdofficier
arrondissementsparket Den Haag
2016 Opportuun nr. 3
Voorwoord
3
u
Foto: ANP
In beeld
42016 Opportuun nr. 3
t
Digitaal Loket Verkeer een succesWekelijks krijgt het Digitaal loket van het Centraal
Justitieel Incassobureau (CJIB) zo’n dertigduizend
bezoekers. Tachtig procent van alle foto’s die van
snelheidsovertredingen worden opgevraagd, gaat
via dit loket. Het is daarmee één jaar na opening een
belangrijke informatiebron voor iedereen die een
verkeersovertreding heeft begaan.
Via de CJIB-site kan eenvoudig worden doorgeklikt
naar het Digitaal Loket Verkeer van Parket Centrale
Verwerking Openbaar Ministerie (Parket CVOM).
Verkeersovertreders kunnen hier bij de officier van
justitie in beroep gaan tegen hun boete. Bijna de helft
van de ingediende beroepen komt inmiddels digitaal
binnen. Wekelijks zijn dat ruim tweeduizend zaken.
Parket CVOM blijft het loket vernieuwen om zo nog
meer dienstverlenend te worden. Hoofdofficier Albert
Hazelhoff: “Het loket wordt deze zomer ‘mobile
responsive’ zodat je gebruikersvriendelijk met tablet
of smartphone in beroep kunt gaan. De verwachting is
dat hierdoor meer mensen een beroep digitaal zullen
instellen in plaats van per post.” n
2016 Opportuun nr. 3
In beeld
5
u
Jena in Duitsland, 7 juli 2005. Op het politiebureau doet
Duitser Th. Otto aangifte van oplichting en diefstal. Otto,
zo meldt hij de verbalisanten, was op zoek geweest naar
een investeerder, en was in mei 2005 benaderd door ene
Max Meienberg. Deze Meienberg had hem verteld dat hij
bestuurder was van de firma RBO Investment Ltd. uit het
Zwitserse Zug.
Op 9 juni 2005 spreken de twee elkaar in Maastricht over de
investeringsplannen. Meienberg bevestigt graag te willen
investeren. Op 6 juli 2005 zal Otto de voorgenomen deal bij
een notaris in Amsterdam bekrachtigen, en daar zal Otto één
procent van de investeringssom, zestigduizend euro, fiduciair
deponeren.
Dus wandelt Otto op 6 juli met een koffer vol euro’s door
Amsterdam. Dan wordt Otto door Meienberg gebeld. Die
laatste wil Otto eerst ontmoeten in een hoofdstedelijk hotel.
Prima, antwoordt Otto. Als Otto de lobby van dat hotel in
loopt, belt Meienberg opnieuw. Hij komt er zo aan, zegt
Meienberg, maar twee compagnons van hem zullen Otto vast
in het hotel ontvangen. Even later ontmoet Otto deze twee
‘compagnons’. Die vragen hem na een tijdje of ze het geld op
echtheid mogen controleren. Als Otto het koffertje overhandigt,
wordt hij wederom door Meienberg gebeld. Daardoor verliest
Otto de twee personen even uit het oog. De twee nemen de
benen, met het geld. Tegelijkertijd verbreekt Meienberg het
telefonisch contact. Otto, zestigduizend euro lichter gemaakt,
zal Meienberg niet meer kunnen bereiken.
Maastricht, drie jaar later. Als Ben Köke (levensmotto: een
dag niet afgepakt is een dag niet geleefd) in 2008 op parket
Limburg als officier van justitie begint, hoort hij al snel van
deze zaak. Of eigenlijk: van een serie zaken. Een onbekende
“Of ik ook kan glimlachen om de verdachte? Ik heb een zeker respect voor de
doordachtheid van zijn handelen, maar die ging geregeld gepaard met grof geweld.
Slachtoffers van Mirko van O. kregen een pistool tegen de slaap gedrukt. Dan kan ik er
niet meer om lachen.” Dat zegt de Maastrichtse officier Ben Köke over de zaak die elf
jaar gelden in Duitsland zijn oorsprong had.
De geripte geldkoffersDe straf- en afpakzaak van Ben Köke
Tekst: Pieter Vermaas
Foto: Jonathan Vos
De zaak
62016 Opportuun nr. 3
t
De zaak
“Van O. kon je eieren voor diamanten verkopen”
2016 Opportuun nr. 3
u
dadergroep licht internationaal mensen op en ript hen. De
groep opereert hoofdzakelijk vanuit Wenen, maar besteelt
hun slachtoffers vooral in Milaan, Amsterdam en Maastricht.
AliassenUit het Duitse rechercheonderzoek blijkt dat een van die
groepsleden zich meerdere keren bediende van de naam
‘Max Meienberg’. En van ‘Oliver van de Casteele’, ‘Meyer’,
‘Steinmann’. Die persoon zou Duits met een Nederlands
accent spreken. Volgens getuigenverklaringen is het een
forse kale man met naar voren staande tanden.
De Duitse politie weet andere groepsleden te arresteren,
maar ‘Max Meienberg’, het vermeende brein van de groep,
ontspringt de dans en zijn ware identiteit blijft onbekend. Het
onderzoek naar hem lijkt dood te lopen.
Totdat in maart 2008 de Duitse politie in het tv-
opsporingsprogramma ‘Aktenzeichen XY ungelöst’ nog
eens een foto van de verdachte toont. Dat leidt er toe dat
enige maanden later de Duitse politie een anonieme brief
ontvangt: ‘Die meneer op de foto is een zekere Mirko van O.,
en die bevindt zich op dit moment in de Bijlmerbajes.’
Dat is de periode dat Ben Köke bij de zaak betrokken raakt.
Aanvankelijk verbaast hij zich dat slachtoffers erin trappen
en tienduizenden euro’s kwijtraken. Als hij zich erin verdiept,
blijken de slachtoffers geen domme mensen. In hun wereld
is het vrij gebruikelijk met koffers vol geld te reizen om te
investeren in ondernemingen en vastgoed. Alleen, ‘Max’ en
zijn dadergroep was gewiekst. “Onze hoofdverdachte Mirko
van O., alias Max Meienberg, had het geraffineerd in elkaar
gezet. De bendeleden kenden elkaar onderling eigenlijk
niet: er was nooit persoonlijk contact geweest. Ze kenden
elkaar alleen van e-mail- en telefoonverkeer. Mirko van
O. verstrekte aan bendeleden telefoonkaarten waarmee
onderling gebeld moest worden. Hij gaf per telefoon
opdrachten. En Van O. nam identiteiten aan van bestaande
personen. Hij deed zich een paar keer voor als directeur van
bepaalde firma’s in Zwitserland, Duitsland en Oostenrijk.
Die directeuren bestonden echt, maar Van O. wist veel van
die directeuren en hun firma’s. Zijn slachtoffers hebben
wel degelijk gevraagd of Van O. was wie hij zei te zijn. Dan
antwoordde Van O.: ‘Ja hoor, we hebben nog vorig jaar met
dat bedrijf dit en dat gedaan, kijk maar op de website van ons
bedrijf, dan kunt u dat zien.’”
De dadergroep had de rollen goed verdeeld, zegt Köke.
“Ze hadden een ‘voorbereider’, die argeloze slachtoffers via
internet benaderde en lokte. Er waren ‘onderhandelaars’
die telefonisch en in persoon in contact traden met de
slachtoffers. En er waren ‘afrippers’ die op het moment
suprême het geld afhandig maakten.”
“Na de anonieme brief hebben we alles in gang gezet om de
identiteit van die persoon te checken. Toen bleek al snel op
basis van vingerafdrukkenonderzoek dat de man die zich in
het buitenland uitgaf als Max Meienberg – en die nog acht
andere aliassen had – in werkelijkheid inderdaad Mirko van
O. was.”
NoorderzonHet onderzoek gaat verder. Er worden getuigen gehoord.
Er vinden fotoconfrontaties plaats met slachtoffers in het
buitenland. De Duitse politie in Ravensburg stelt haar
onderzoeksbevindingen beschikbaar aan Ben Köke. “Uit dat
volledige dossier hebben wij die zaken kunnen destilleren
waarin onze verdachte een aantoonbare rol heeft gehad.
Uit de meer dan veertig feiten hebben wij er vijf, die in
Nederland gepleegd waren, op een dagvaarding gezet en heb
ik de zaak op zitting gebracht. Het merendeel van de overige
bendeleden, hoofdzakelijk mensen afkomstig uit voormalig
Joegoslavië, was eerder al door rechtbanken in Wenen en
Italië tot gevangenisstraffen veroordeeld.”
Köke ziet Van O. één keer, op een regiezitting. “Hoewel
hij goed kon praten – uit telefoonopnames bleek dat hij je
eieren voor diamanten verkoopt – zei hij daar niet veel. Wel
had hij onder meer zijn opvallende gebit laten aanpassen.
Hij leek niet meer op de persoon die we van foto’s kenden.
Na de regiezitting vertrok Van O. met de noorderzon. Hij zag
natuurlijk aankomen dat de eerstvolgende keer dat hij zou
verschijnen, ik ter zitting een gevangenneming zou eisen.”
Duitse GründlichkeitSeptember 2014 veroordeelt de rechtbank Mirko van O. tot
een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 58 maanden.
Nog voordat Köke zijn strafeis voordraagt, kondigt hij een
ontnemingsvordering tegen Mirko van O. aan. “Gaandeweg
het onderzoek zag ik, ook op basis van het omvangrijke
dossier, hoeveel geld afhandig was gemaakt van
slachtoffers. Die honderdduizenden euro’s crimineel geld
kon ik niet kan laten lopen. Er is geen financieel onderzoek
gestart. Ik heb het Duitse dossier, duizenden pagina’s met
meerdere slachtoffers, gelezen. Een enorme zoektocht of
monnikenwerk? Nee hoor. Het lijkt veel omvangrijker dan
het is. Het dossier was volgens de Duitse ‘Gründlichkeit’
opgebouwd, met een perfecte inhoudsopgave. En ik kan
Duits lezen, schrijven, slapen en dromen, dus het was
gemakkelijk om door de berg papier heen te fietsen. Ik
moest de zaken eruit pikken die van belang waren voor
de ontneming. Dat kon ik doen door aan te geven dat
dezelfde modus operandi steeds was toegepast. Ik heb een
bijlage gemaakt met alle aliassen die door de verdachte
zijn gebruikt: in deze zaken is déze alias gebruikt, met dit
telefoonnummer, en dit telefoonnummer komt weer terug in
díe oplichtings- en ripdealzaak. Dus, moeilijk was het niet.
Maar je moet je tijd pakken, stukken doornemen, daarna
alles netjes in een matrix zetten – en dat neem je op in je
rapport wederrechtelijk verkregen voordeel.”
De zaak
82016 Opportuun nr. 3
t
“Ik heb een substantieel deel van het Duitse dossier laten
vertalen, om dat als processtuk te kunnen toevoegen. Dat
kostte een grote zak euro’s, terwijl het ontnemingsbedrag
niet was gedekt door beslag en de verdachte onvindbaar
was. Toch gaf de parketleiding toestemming. Overigens,
bij deze strafzaak ben ik op pas tegen het einde betrokken
geraakt. Pas achteraf heb ik me op die ontnemingszaak
kunnen storten. Tegenwoordig kijken we aan het begin al of
er afpakmogelijkheden zijn en wordt meteen beslag gelegd.”
Poet“Uiteindelijk heb ik tien zaken geselecteerd waarin Van
O. en zijn medeverdachten crimineel vermogen had
vergaard, vijf zaken meer dan de vijf zaken waarvoor hij in
de strafrechtszaak was veroordeeld. In totaal ging het om
855 duizend euro. Vervolgens heb ik in de ontnemingszaak
de rechtbank twee versies gepresenteerd. Eentje waarin
ik, uitgaande van hoofdelijke aansprakelijkheid, voor het
volledige bedrag ging. En eentje waarin ik redeneerde: als er
geen hoofdelijkheid speelt, maar rekening houd met wat ook
de anderen van de poet hebben opgestreken, kom ik tot een
bedrag van 618 duizend euro. Ik ben, omdat je jurisprudentie
nog wat in ontwikkeling was, voor de hoofdprijs gegaan.”
Op 20 januari van dit jaar beslist de rechter tot een
ontnemingsmaatregel 618 duizend euro. Met het
gemotiveerde vonnis kan de afpakofficier goed leven.
“Maar ja, daarmee heb je het opgelegde ontnemingsbedrag
nog niet geïnd. Daar zijn we dus nu mee bezig. Ons
parket heeft samen met parket Oost-Brabant een
vermogenstraceerder in dienst, die constant grote
vorderingen monitort en bronnen raadpleegt om te
achterhalen waar iemand verblijft. Daarnaast is bij de
politie Limburg een ‘afpakcel Intelligence’ actief: een clubje
met onder meer een fiscalist, een registeraccountant,
een econometrist en een tactisch rechercheur. Vanuit
verschillende invalshoeken zijn zij in staat om te blijven
monitoren waar mogelijke verdachten en hun vermogen
zich bevinden, vooral in het buitenland. We hebben Van O.
inmiddels ergens in een Europees land weten te lokaliseren,
dus het gaat de goede kant op.”
“Soms lijkt misdaad te lonen. In geld dan. Maar ik zou méér
afwegen. Slaap je nog goed? Heb je nog de juiste vrienden?
Of ben je alleen nog maar achterdochtig en hangt je huis vol
camera’s omdat je niet weet wie je kunt vertrouwen? Nou,
een mooie beloning is dat! Maar als ik je financieel te pakken
krijg, laat ik je niet meer los, dan slaap je echt niet meer.”
Zowel in de straf- als in de ontnemingszaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld. n
“ Als ik je financieel te pakken heb, slaap je niet meer”
2016 Opportuun nr. 3
De zaak
9
u
“Pleeg je voor tienduizend euro een
moord? Dan moet jou óók dat bedrag
worden afgepakt. Maak je twintigduizend
euro buit met een overval? Terug met
dat geld! Jat je een auto en verkoop je
hem door? Ontnémen, die opbrengst. In
negentig procent van de strafzaken is geld
het motief. Pak dat af.”
In zijn werkkamer in Zwolle, wil Dirk
ten Boer (58) eindelijk eens van het
vooroordeel af. Afpakken een specialisme?
Welnee! Iedereen moet het doen. Ten
Boer, ex-politieman, later directeur
van Bureau Ontnemingswetgeving OM,
en sinds het opgaan van BOOM in het
Functioneel Parket hoofd van vestiging
Leeuwarden/Zwolle van dat FP, gaat
voor de totaalaanpak. Door OM en
ketenpartners. En van gestolen pakken
koffie tot illegale oliemiljarden van IS.
Áfpakken, overal en altijd.
Weet je je eerste afpakzaak nog?“Het was 1997. Ik was een beginnend
officier in Assen, en gemeente Emmen
werkte aan ontwikkelingstraject
De Grote Rietplas. Een kunstmatig
aangelegd recreatiemeer, waaraan
honderden bungalows zouden worden
aangelegd. Het ging om miljoenen,
het moest slagen, en de gemeente
vond uiteindelijk een investeerder die
beweerde over grote sommen geld
te beschikken. Toen het project werd
gestart, meldde de investeerder:
‘Mijn geld zit even vast. Ik heb even
een miljoen nodig, daarna komen de
miljoenen los, hoor!’ En gemeente
Emmen, die stort zo een miljoen over.
Dág miljoen! De ‘investeerder’ had het
geraffineerd opgezet. Hij kwam steeds
met auto en chauffeur, en fêteerde het
gemeentebestuur aan een zwembad.
Dat zwembad bleek later gehuurd en
de villa die erachter stond, was leeg.
Uiteindelijk is in de ontnemingszaak
tegen hem de vordering van zo’n 1,2
miljoen toegewezen, maar het geld had
de verdachte slim weten weg te maken.
De verdachte is naar het buitenland
verhuisd en nooit meer gevonden.
Tekst: Pieter Vermaas
Fotografie: Patrick Laan
Maar liefst 172 afpakspecialisten uit 60 landen waren op 26 en 27 mei
bijeen in Rotterdam op een congres van het internationale afpaknetwerk
Carin (zie kader). “Nederland doet het internationaal gezien best goed”,
zegt Dirk ten Boer, die namens het OM dagvoorzitter was. “Maar het is nog
niet voldoende. Er moet nog een tandje bij.”
Afpakken moeten we allemaal doen, zegt Dirk ten Boer
‘Werk bij afpakken internationaal samen’
Interview
102016 Opportuun nr. 3
t
Dirk ten Boer: “ Het betekent niet méér, maar anders werken”
2016 Opportuun nr. 3
Interview
11
Interview
u
Is het een mooie of teleurstellende zaak? Dat het geld nooit is teruggekomen,
is teleurstellend. Maar dat er
rechtsbeslissingen liggen dat het geld
terug moet naar de rechtmatige eigenaar,
is goed. We hebben toch wat bereikt: hij
kan hier niet meer van zijn geld genieten.
Mochten we ooit zicht krijgen op zijn geld
dan gaan we erachter aan en is hij het
alsnog kwijt. En een neveneffect was dat
we het openbaar bestuur wijzer maakten.
Toen dacht je: ‘Afpakzaken wil ik vaker!’Eerlijk gezegd: nee. Het was voor mij
als gebiedsofficier gewoon een zaak.
Daarna weer door naar de volgende.
Als beginnend officier werd je op alles
ingezet. Uiteindelijk ben ik afpakofficier
geworden maar het is niet dat ik daar als
klein jongetje altijd van droomde.
En nu wil je dat iedereen gaat afpakken?Ja. Via het geld kan je zicht krijgen op
grote zaken. En door af te pakken kan je
het motief voor criminaliteit wegnemen.
En voorkomen dat er in nieuwe criminali-
teit geïnvesteerd wordt. Ik moet beken-
nen: als rechercheofficier maakte ik in
het verleden andere keuzes. Ooit hadden
we in de stuurgroep Friesland capaciteit
voor twee onderzoeken, maar op de plank
lagen er vier: een verkrachting; een serie
overvallen; overlast van een drugspand;
en een grote witwaszaak. We kozen voor
die verkrachting en overvallen. Later
werd die witwaszaak alsnog opgepakt, het
bleek een grote drugszaak met honder-
den kilo’s cocaïne. Hadden we dat direct
gezien, dan hadden we misschien anders
gekozen. Hoe dan ook, ik had het belang
van afpakken nog niet tussen de oren.
Hoe bereik je die gedragsverandering?Nadat we op de radio over ‘gezondheids-
weken’ hoorden, zijn we met ‘afpakweken’
in alle parketten en regio’s begonnen.
Werkte als een trein! Veel vragen kwamen
op, veel zaken werden opgepakt. En
daarna zakte het weer wat weg. Ook ga ik
wel eens ‘strafmaten’ met jonge collega’s.
Dan zeg ik: ‘Iemand wordt op heterdaad
gepakt als hij een DVD-speler steelt.
Welke straf moet hij hebben?’ Dan zegt
iedereen: ‘Als er geen antecedenten zijn:
375 euro boete.’ Prima! Dan de zelfde
casus, maar nu is de verdachte niet op
heterdaad gepakt, maar is later op video
gezien wat hij deed. ‘Welke straf moet ie
dan hebben?’, vraag ik dan weer. ‘Nou,
375 euro boete.’ Dan zeg ik: ‘O, dus de
opbrengst van de DVD-speler die hij net
heeft verkocht voor 400 euro, mag hij
gewoon houden? Wat denk je dan dat hij
morgen doet?’ Dan begint het kwartje te
vallen.
Hoe kwam het dat jij landelijk afpakofficier werd?Ik was in 2010 plaatsvervangend hoofdof-
ficier Leeuwarden en die functie werd
opgeheven in de reorganisatie. Toen belde
PG Marc van Nimwegen. Hij had een plan
voor het afpakken van crimineel vermo-
gen en vroeg me daarvoor een investe-
ringsvoorstel te schrijven. Toen ik me erin
verdiepte, zag ik dat allerlei clubjes aan
de gang waren bij Politie, OM, CJIB en
Domeinen, maar dat structuur ontbrak.
Bij parketten overheerste vaak de gedach-
te: ‘Daar is BOOM toch voor?’ Ik schreef
op dat je een aardige start kon maken
door 7,5 miljoen te investeren. Ik ermee
naar Van Nimwegen. ‘Leuk plan,’ zei hij,
‘maar kan het niet méér?’ Ik herschrijven,
naar een investeringsprogramma van 15
miljoen. Weer naar Van Nimwegen. ‘Leuk
plan hoor’, zei hij. ‘Maar kan het niet
méér?’ Marc wilde meer effect, daarom
moest meer worden geïnvesteerd. Toen
heb ik een derde geschreven van 22 mil-
joen. Die is het geworden en veel mensen
hebben zich ingezet om dat plan tot een
succes te maken. Zelf ben ik tot eind 2015
naast vestigingsleider Zwolle ook landelijk
afpakofficier geweest binnen het FP.
Wat was de kern van het investeringsprogramma?Dat iedereen het moet kunnen. Alle
officieren. Mensen bij parketten, politie
en bijzondere opsporingsdiensten
moesten gaan jagen. Het heeft geleid tot
CARIN
CARIN (het Camden Asset
Recovery Inter-agency Network)
is een informeel internationaal
netwerk van aanklagers en opspo-
ringsambtenaren die deskundig
zijn in opsporing, beslaglegging
en afpakken van criminele
winsten.
Camden verwijst naar het
Camden Court Hotel in Dublin
waar het idee voor CARIN in
oktober 2002 ontstond. CARIN
fungeert al sinds zijn officiële
oprichting (tijdens een Haags
congres in 2004) als adviserend
orgaan voor onder meer de
Europese Commissie en de
Verenigde Naties. Verder werkt
het samen met onder meer de
Wereldbank, het IMF, de G8 en
G20.
Als expertisecentrum bevordert
en faciliteert CARIN de samen-
werking in concrete onderzoeken.
De leden wisselen onderling
algemene of operationele
informatie uit.
Het lidmaatschap van CARIN
creëert geen zelfstandige legale
basis voor een dergelijke
samenwerking. Dat moet steeds
op basis van nationale, Europese
en internationale regelgeving.
CARIN fungeert wel als ‘smeer-
olie’. De leden adviseren elkaar
over de wijze waarop rechtshulp
het beste kan plaatsvinden en
faciliteren verzoeken tot rechts-
hulp. Daardoor zijn formeel
correcte verzoeken ook praktisch
uitvoerbaar en belanden ze niet
in bureaulades.
Interview
122016 Opportuun nr. 3
t
‘afpakteams’ bij parketten en politie, en
tot investeren in financieel rechercheurs.
Is het gelukt afpakken op een hoger niveau te krijgen?Ja. Op een schaal van 0 tot 100 zaten we
misschien op 10. Nu, met de afpakteams
op de parketten, zitten we op 30, 40. Maar
we zijn er nog lang niet.
In rapportcijfers: van een 1 naar een 4In 3 procent van de zaken met
vermogensfeiten leggen we beslag, in 97
procent niet. In veel zaken hoeft dat niet:
als bij een winkeldiefstal de zaken direct
teruggaan naar de eigenaar, gaan we
geen beslag leggen. Maar laat die 3 nou
eens 10 procent worden, dat is al beter.
Kan de organisatie zo’n stijging van beslag aan?Het betekent niet méér, maar anders
werken. Daar waar je het tegenkomt,
ga je financieel rechercheren en beslag
leggen. Nu denken we vaak nog slechts:
we moeten een boef pakken en daarvoor
hebben we bewijs nodig. Maar bewijs haal
je juist ook uit financieel rechercheren.
Draai het eens om. Op witwassen staan
forse straffen en je hoeft het gronddelict
niet te bewijzen.
Wat vind je van de 143 miljoen crimineel vermogen die in 2015 strafrechtelijk is geïncasseerd?Mooi. Het moet nog beter. Er ligt nu voor
meer dan 1,4 miljard euro conservatoir
beslag op crimineel vermogen. Het
vraagt nog veel om daar incasso uit te
laten komen. Het is bruto beslag: daar
zitten ook rechten van derden in. Leggen
wij beslag op een huis van 200.000 euro
waarop een hypotheek rust van 150.000
euro, dan hebben wij aan netto-beslag
50.000 euro liggen. Daarnaast duurt een
gemiddelde ontnemingszaak zeven jaar.
Op veel ontnemingszaken volgt hoger
beroep en appèl – al was het alleen maar
om uitstel van betaling te krijgen. Dat
vraagt een lange adem van het OM, maar
die hebben we. Wel worden in beslag
genomen goederen waarvan de waarde
kan verminderen, op grond van artikel
117 Strafvordering vervreemd: omgezet
in geld. Dan blijft de waarde staan,
dat is gunstig voor de verdachte en de
staatskas.
Terug naar internationaal. Hoe gaat het met internationaal afpakken?Door collega’s wordt Nederland wel
eens top of the bill genoemd. Net als
Italië en Ierland. Frankrijk en België
gaan er ook snel achteraan. Nederland
heeft asset management al vijftien
jaar op orde, terwijl men in sommige
landen er nog niet eens van gehóórd
heeft. Nederland had als eerste een
procedure voor bitcoins afpakken: het
OM heeft een eigen wallet en gebruikt
het bedrijf Bitonic. Zodra we bitcoins
in beslag hebben genomen, gooien we
ze in onze wallet, en Bitonic verkoopt
het onmiddellijk, waardoor we er geen
risico aan houden. Die procedure delen
wij internationaal. Dat kwam ook bij een
grote opsporingsdienst in een ander
land die vervolgens zei: “Wij hebben een
procedure!” Toen we die lazen, zagen we
dat ze die van ons hadden gekopieerd –
haha, dat vind ik wel leuk.
Top of the bill: mooi. Maar kan je niet beter eerst in eigen land goed gaan werken?Daar zijn we nationaal hard mee bezig.
Maar hier geldt ook dat alle grote zaken
die wij in Nederland doen, internationale
zaken zijn. Ons geld zit overal. Als het in
het buitenland niet goed functioneert,
hebben wij er alleen maar last van. We
hebben het buitenland gewoon nodig.
Want sneller dan je met je ogen knippert,
schuiven lieden met hun iPad geld de
hele wereld over. Dat vraagt ook wat van
onze manier van werken.
Verschillende landen, talen, wetten, systemen. Afpakken dat nog te weinig leeft. Ben je niet kansloos als criminelen slim internationaal hun vermogen verhullen?Je moet slim zijn en mogelijkheden
benutten. Europa kent al veel EU-
afpakrichtlijnen, wereldwijd passen
landen hun wetgeving aan, dat helpt.
Er zijn juridische verschillen. De
Engelstalige landen kennen civil forfeiture waarbij ze een procedure
hebben op het góed. In Nederland hebben
wij een procedure op de verdáchte nodig
voordat we bij het goed kunnen komen.
Italië heeft het in de maffiawetgeving
ook omgedraaid. Als ze een redelijk
vermoeden hebben dat bedrijven aan de
maffia gelieerd zijn, onttrekken ze deze
bedrijven aan de markt. Ze starten geen
strafrechtelijke procedure, ze pakken dat
vermogen – miljarden – gewoon weg. De
Hoge Raad heeft het onlangs rechtmatig
geacht dat Nederland meewerkte aan
een Italiaans rechtshulpverzoek op dat
vlak, ondanks dat wij die wetgeving
niet kennen. Maar de Hoge Raad
interpreteerde de Wet overname
tenuitvoerlegging strafvonnissen. In
nieuwe wetgeving over strafvordering,
komt te staan dat wij verplicht zijn
rechtshulp te geven, ook al kennen wij
de procedure zelf niet. Waar een wil is,
is vaak een weg. Weet je niet hoe het in
het buitenland werkt, bel dan je Carin-
contact.
Internationale samenwerking verbetert.
‘Belastingparadijzen’ geven hun
geheimhoudingsafspraken op, want
landen willen niet te boek staan als de
bron van terrorismefinanciering, sinds
de aanslagen van 9/11 is dat belangrijk
geworden. Het net sluit zich langszaam
maar zeker.
Daarnaast is het niet altijd nodig om
geldstromen over heel de wereld te
volgen. Veel boeven hechten toch aan
hun land en hun familie, en ze willen het
uiteindelijk toch hier besteden. Door het
aanpakken van onverklaarbaar vermogen
kan je ook effect hebben. We draaien
momenteel meerdere onderzoeken naar
zogenoemde ‘windhappers’: mensen
met geld zonder legale herkomst. Die
kan je vervolgen voor witwassen. En het
crimineel verdiende vermogen afpakken.
Wat heeft het Carin-congres opgeleverd?Op deze tweedaagse in Rotterdam,
geopend door minister Van der Steur,
2016 Opportuun nr. 3
Interview
13
u
werd kennis gedeeld. De Europese
Commissie en Europol gaven lezingen.
Er werd een zaak gepresenteerd hoe
je kunt denken aan binnenhalen van
verkregen besparingen. Het Search
& Rescueteam van Defensie toonde
hoe je op verborgen plekken geld kunt
vinden. We spraken over het afpakken
van bitcoins. ICOV presenteerde haar
data-analyse, er was een presentatie
van EBOCS, een soort Europees systeem
vergelijkbaar met de Kamer van
Koophandel. We hebben de afpak-app
laten zien. De Domeinen toonden hun
asset management. En werkgroepen
kwamen met aanbevelingen. Maar
het allerbelangrijkste: We werken
aan het internationale netwerk. Dat is
zo nodig in de wereld van afpakken.
Criminelen stoppen namelijk niet bij de
landsgrenzen dus ook wij moeten over
grenzen heen.
Noem eens drie aanbevelingen?Ten eerste: Bij internationaal asset
management is winst te behalen.
Als België Nederland vraagt een
rechtshulpverzoek uit te voeren en
Nederland legt beslag op goederen,
waar registeren we dat dan? Niet in
ons systeem, want wij hebben daarin
dan geen zaak. Dus dat moet apart.
Dus luidt een aanbeveling: maak bij
rechtshulpverzoeken een Europese
database waarin precies is vastgelegd
wat in welke landen onder beslag ligt.
De tweede gaat over informatie-
uitwisseling. Er is zoveel informatie
over de wereld beschikbaar in
openbare bronnen die we veel slimmer
zouden kunnen koppelen. Waarom
zetten we bijvoorbeeld Kamers van
Koophandels niet in een Europese
database?
Een derde aanbeveling betreft
ketensamenwerking: Nederland en
Zweden denken al goed na over de
vraag welke organisatie het best
crimineel vermogen kan afpakken.
Je zou voor elk land moeten
opschrijven welke afpak-organisaties
zij hebben, en met welke belangen.
Vanuit verschillende belangen, zoals
strafrechtelijk ontnemen of belasting
innen, kun je tot een gezamenlijk doel
komen.
De leer is: het maakt niet uit wie afpakt, áls het maar gebeurt. Maar…Zó is het!
…gaat het in de praktijk tussen de baasjes van OM en fiscus ook zo?Dat stimuleren we zeer. Het gaat er
echt niet om wie er afpakt, als het
maar wordt afgepakt.
Doe je dan wat nodig is voor het land, of wat handig is voor het OM?We blijven roepen: wat nodig is voor
het land. Als we minder pakken,
maar we wel goed kunnen uitleggen
dat gezamenlijk uiteindelijk meer
is afgepakt, dan is dat niet erg.
Soms hoor je dat informatie niet
wordt gedeeld omdat een bepaalde
politieregio zijn target nog niet heeft
gehaald. Je hoort het niet hardop, maar
ik neem aan dat het OM zo’n verwijt
ook wel eens krijgt. Je moet elkaars
belang zien en beginnen met de vraag
wat je de ander kan leveren.
Vaak gunt men elkaar afpaksuccessen.
Zeker als men elkaar heeft leren
kennen en eerst iets van de ander heeft
ontvangen. FIOD en politie werken nu
in ‘combiteams’ en hebben sprongen
in samenwerking en resultaten
gemaakt. Zo draait in Groningen de
politie een onderzoek waaraan FIOD-
capaciteit is toegevoegd. Het gevolg?
Nu loopt een FIOD-onderzoek waaraan
politiecapaciteit is toegevoegd. Je
levert, je krijgt, en samen boek je winst.
Als je binnen het OM kijkt naar afpakofficieren, vermogenstraceerders en forensisch accountants, wat zie je dan voor types?Wacht even, dat is nou net de verkeerde
benadering. Je moet willen dat elke
OM’er afpakt. Als die dan extra expertise
nodig heeft, wendt hij zich tot die
afpakofficier, vermogenstraceerder of
forensisch accountant. Maar afpakkers:
dat zijn de jonge, enthousiaste collega’s
die bereid zijn om anders te denken.
Mensen als Tjade Feuth of Martine
Boheur zijn actief en krijgen iedereen zo
ver dat ze gaan afpakken.
Zijn het bescheiden types? Inhoudelijke OM’ers zonder grote mond, niet zo carrièregevoelig?Ha, ik wil zo’n Tjade Feuth veel
eigenschappen toedichten, maar
bescheidenheid niet. Als hij iets wil,
dramt ie net zo lang door tot het
gebeurt. Nee, het zijn gewoon lekker
enthousiaste doeners.
Zijn veel juristen alfa’s zonder financiële expertise, die wegduiken voor kasopstellingen en vermogensvergelijkingen?Je hoort zeggen dat je voor afpakken
financieel gevoel moeten hebben, maar
dat klopt gewoon niet. Zelf heb ik ook
totaal geen financieel gevoel, maar ik
heb ook afpakzaken gedaan.
Ga je dan niet op je gezicht als de advocaat met een ingewikkeld verhaal komt?Het gaat niet om het financiële verhaal.
Als iemand duizend euro jat, hoef ik
geen financieel expert te zijn. Je mag
gewoon niet jatten en misdaad mag niet
lonen. Dus die 1000 euro moet gewoon
terug. En als hij het al heeft uitgegeven,
dan gaat hij werken en betaalt hij het
later terug. Als het maar terug komt.
Dan zegt die advocaat: ‘De officier noemt het jatten, maar daar is geen sprake van’. Daarna komt hij met een verhaal dat je niet snapt.Nee hoor. Ze kunnen met allerlei
flauwekulverhalen komen, maar ik
kan natuurlijk wel logisch nadenken.
Maar inderdaad: sommige officieren
denken dat ze het niet kunnen, omdat
ze weinig met financiën hebben. Kijk,
als je echt in de fraudezaken komt,
moet je financieel inzicht hebben. Maar
afpakken gaat niet over fraudezaken.
Afpakken gaat over alle zaken.” n
Interview
142016 Opportuun nr. 3
t
dat de politie vanmiddag op de stoep staat, aldus de
woordvoerster. Een paar interviews later heeft ze ook het
Wetboek van Strafrecht er op na geslagen. We hebben
het hier over artikel 164 en Willem en zijn vriend riskeren
vijftien jaar celstraf.
Buiten zwelt de storm tot orkaankracht aan.
Deskundigen gaan met elkaar in discussie. Is dit nu een
kwajongensstreek 2.0? Of brengt Willem het leven van
tientallen, zo niet honderden kinderen in gevaar, omdat zij
hun grote vloggende voorbeeld willen volgen, ondanks de
disclaimer ‘Don’t try this at home’.
Bij het OM blijft het nog even stil. Geamuseerd neem ik
kennis van de gepeperde uitspraken van mijn collega
woordvoerster. Wie als woordvoerder bij het OM werkt, is
juist gewend de woorden op een goudschaaltje te wegen.
‘Tevreden’ of ‘teleurgesteld’, dat zijn hier wel zo’n beetje de
meest uitgesproken emoties.
Vlogger Willem en zijn kompaan zijn ondertussen op
weg naar het hoofdkantoor van Veolia in Maastricht. Met
een bloemetje en excuses proberen ze een aangifte te
voorkomen. Op de winderige parkeerplaats staan de
cameraploegen van regionale én landelijke omroepen
urenlang te wachten. Veolia wil de knullen wel ontvangen,
maar zou ze nog liever in een kamertje opsluiten tot de
politie komt, zo weet een landelijk medium te melden.
Nu trekt het OM aan de noodrem. Er ligt nog geen aangifte,
dus van een aanhouding buiten heterdaad in het kantoortje
van Veolia kan geen sprake zijn.
Op Twitter wordt een poll geplaatst of Willem en zijn
trawanten eigenlijk wel vervolgd moeten worden. Ja,
absoluut, kraait 65 procent. Nee, zeker niet, sust 35 procent.
De inkt van de aangifte is nog niet droog, of
strafrechtadvocaten en hoogleraren kruipen in de huid van
de officier van justitie. Vijftien jaar cel is de maximale straf,
dat staat in het wetsartikel over het in gevaar brengen van
spoorverkeer, daar zijn deskundigen het wel over eens.
Maar: “Daar moet de officier van justitie dan wel bewijs
voor leveren. Ik betwijfel of dat te halen valt uit dat filmpje”,
aldus een hoogleraar.
En dan gaat de telefoon bij persvoorlichting van het OM.
Een groot persbureau vraagt wat het OM met de aangifte
gaat doen. “Rustig bekijken”, is het antwoord. “Beoordelen
of hier sprake is van een strafbaar feit. En zo ja, van welk
strafbaar feit.”
Met dank aan alle goede voorzetten en adviezen. Maar het
OM surft niet mee op de hoge golven van een mediahype.
Ook niet bij een treinsurfer. n
Treinsurfer
Tineke Zwart persvoorlichter, OM Oost-Nederland
Op 8 juni treft een razende mediastorm rond treinsurfer
Willem ons land. Willem is een frisse blonde knul met een
licht Brabantse tongval, beheerder van een Youtube-kanaal
waarop hij stoere filmpjes plaatst. Vlogger Willem heeft
pakweg 20.000 volgers. Tot hij op het station Nijmegen
Heijendaal letterlijk op de Veolia-trein springt.
Het filmpje van de treinreis op het dak van de dieseltrein
wordt aanvankelijk 48.000 keer bekeken. Het gaat pas
‘viral’ als de mainstream media het oppakken. De telefoon
staat roodgloeiend bij Veolia. De woordvoerster van de
vervoersmaatschappij “kan er met haar verstand niet bij”
en laat weten dat haar werkgever “ongelooflijk boos” is.
In het Radio 1 Journaal meldt ze dat “ze niet juridisch is
onderlegd, maar dat er wel hele hoge straffen op staan”.
Deze “idioten” moeten er maar rekening mee houden
2016 Opportuun nr. 315
Zwart op wit
u
162016 Opportuun nr. 3
Meer verkeersboetes in eerste vier maanden 2016In de eerste vier maanden
van 2016 zijn een half mil-
joen meer verkeersovertre-
dingen geconstateerd dan in
dezelfde periode in 2015.
In totaal zijn 3.001.610 ver-
keersboetes opgelegd voor
onder meer te hard rijden,
door rood licht rijden, fout
parkeren, het niet dragen
van een gordel of helm,
handheld bellen en het
ontbreken van fietsverlich-
ting. In dezelfde periode in
2015 ging het om 2.528.928
verkeersboetes.
Dat blijkt uit het eer-
ste tertiaaloverzicht Wet
administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoor-
schriften (Wahv) van 2016.
De meeste verkeersboetes
worden opgelegd wegens
het overschrijden van de
maximumsnelheid. In de
eerste vier maanden van
2016 ging het om 2.538.158,
tegen 2.020.559 in dezelfde
periode in 2015.
Het aantal snelheidsovertre-
dingen dat is geconstateerd
middels een trajectcontrole
is iets toegenomen. In de
eerste vier maanden van
2016 zijn 650.300 boetes
opgelegd. Een jaar eerder
waren dat er 523.553.
In de eerste vier maanden
van 2016 zijn door digi-
tale flitspalen 1.242.128
verkeers overtredingen
geconstateerd, waarvan
1.174.568 voor te hard rijden
en 67.560 voor het rijden
door rood licht.
In de eerste vier maanden
van 2016 zijn 2.888.821
verkeersovertredingen
geconstateerd via kenteken-
registratie en 112.798 door
staandehoudingen door de
politie. n
KV voor jonge voorlopig gehechtenNiet meer naar een justitiële
jeugdinrichting, maar naar
een Kleinschalige Voorziening.
In zo’n KV in Amsterdam zijn
vanaf september steeds acht
plaatsen beschikbaar voor
jongens van 14 tot 23 die door
de rechter in voorlopige hech-
tenis zijn geplaatst.
Verblijf in deze voorziening
heeft drie doelen: beperking
van recidive; beveiliging van de
samenleving; en het benutten
van de periode van hechtenis
om een wending te geven
aan het leven van jongeren.
De bedoeling is dat vanaf dag
één de jongeren samen met
begeleiders werken aan hun
toekomst, om terugval in cri-
mineel gedrag te voorkomen.
In de KV is 24 uur per dag
begeleiding en beveiliging.
De KV-jongens kunnen onder
voorwaarden gewoon naar
school of werk gaan en con-
tact houden met bijvoorbeeld
hun ouders.
De KV is een pilot van
het Ministerie van Veiligheid
en Justitie en gemeente
Amsterdam, die loopt
van 1 september 2016 tot
1 juli 2017. n
Geruisloze terugkeer
684 zedendelinquenten keerden in 2015 terug in de samenleving en kwamen onder toezicht van Reclassering Nederland. Anders dan in 2014 veroorzaakte het weinig publieke ophef, zo meldt Reclassering Nederland in haar jaarverslag.
t
OMgeslagen
DREIGING“Misschien worden er inderdaad IS-strijders meegestuurd in de vluchtelingenstroom. Who knows? Vooralsnog is het allemaal anticipe-ren op onzekerheden, daar zijn we dol op geworden binnen de context van veiligheidsbeleid.”Maartje van der Woude, rechtssocioloog
Secondant 8 juni 2016
JANSEN STEUR“Toen het Hof binnenkwam, wist ik: het is mis. Ik zag het aan de dikte van het arrest. Een veroordeling is dikker.”Marjolein van Eykelen, medisch officier van justitie
Tubantia, 25 juni 2016
ROESJE“Ik doe geen roesje.”Nogmaals Van Eykelen. De Nederlandse gezondheidszorg
is goed, weet ze. Maar de Rotterdamse aanklager wil als
het even kan wel ‘bij’ blijven.
Tubantia, 25 juni 2016
STELSELMATIG“Op grond van de algemene taak-stelling, artikel 3 Politiewet, mag je een geringe inbreuk op de privacy maken. Je kunt best een enkele keer iets zoeken op het openbare Face-book-profiel van een verdachte. Maar als je vervolgens naar de pro-fielen van vrienden van de verdach-te gaat kijken, moet je alert zijn. Wat heb je nodig, waar ben je naar op zoek? Bij elke muisklik, elke link die je opent, moet je een nieuwe afwe-ging maken. Voor je het weet ben je bezig met stelselmatige informa-tie-inwinning.”Jasper van Berkum, specialistisch secretaris high tech
crime, Landelijk Parket
Politievakblad Blauw, 25 juni 2016
2016 Opportuun nr. 317
Vaker extra begeleidingscontact pedofielenMensen met pedofiele
gevoelens zoeken vaker
begeleiding bij moeilijk
situaties. Dat blijkt uit de
jaarcijfers van de hulplijn
Stop it Now!
De telefonische hulplijn
Stop it Now! biedt gratis en
anoniem telefonische hulp
aan mensen die pedofiele
gevoelens voor kinderen
ervaren of personen die
zich zorgen maken over het
gedrag van iemand in hun
omgeving.
Wat in de evaluatie van
2014-2015 opvalt is dat
mensen vaker terugbellen
om zich herhaaldelijk
te laten begeleiden bij
moeilijke situaties, negatieve
gevoelens of met problemen
in hun directe omgeving.
In 2014 waren er 97
herhaalcontactmomenten
en in 2015 waren dit er
141. Vaak zijn er meerdere
gesprekken nodig om
iemand te motiveren om in
behandeling te gaan. Tijdens
ieder telefonisch contact
wordt opnieuw een risico-
inschatting gemaakt.
Stop it Now! biedt hulp om
seksueel kindermisbruik
te voorkomen. Mensen
met pedofiele verlangens
willen vaak niet toegeven
aan deze gevoelens, maar
kunnen er met niemand
in hun omgeving over
praten. Dit kan leiden tot
eenzaamheid, verwarring
en verlies van controle
over eigen handelen. Door
anoniem te bellen met
een specialist en hulp te
krijgen bij het leren omgaan
met deze voorkeur, wordt
kindermisbruik voorkomen.
De initiatiefnemers van Stop
it Now! zijn Expertisebureau
Online Kindermisbruik
en forensische polikliniek
de Waag, onderdeel
van De Forensische
Zorgspecialisten. n
u
ZSM
182016 Opportuun nr. 3
Tekst: Pieter Vermaas
Foto: ANP
Kijk meer naar de mens dan naar het zaaksdossier. Luister naar elke
ketenpartner die iets te vertellen heeft over dader of slachtoffer. Ruik
en voel welke zaak nou net dat extra beetje aandacht verdient. En
kies scherper. ZSM-Interventiewerk, zo klonk het tijdens landelijke
presentaties, moet worden doorontwikkeld.
Professionaliseren van ZSMSamen op zoek naar de beste ingreep
t
2016 Opportuun nr. 3
ZSM
19
“We moeten het anders doen.”
“We moeten selectiever zijn.”
“We moeten planmatiger handelen.”
“Onze ZSM-Interventievaardigheden, die
heeft de rest van het OM ook nodig.”
Dat zeggen verschillende OM’ers in
presentaties tijdens een landelijk overleg
over de doorontwikkeling van de ZSM/
Interventie-omgeving.
ZSM heeft de geur van goed. De geur
van een succesvolle omwenteling
bij de aanpak van veelvoorkomende
criminaliteit door de strafrechtketen.
Vroeger deden de afzonderlijke
organisaties hun werk alleen en na
elkaar. Nu kijken de veiligheidspartners
aan de ZSM-tafel en in Veiligheidshuizen
gelijktijdig naar de beste aanpak van
criminaliteit. Samen zoeken ze de meest
betekenisvolle afdoening voor verdachte,
slachtoffer en maatschappij. “Welke
informatie heb jij? Wat is die verdachte
voor een type, is hij verward? Trekken we
deze zaak het strafrecht in? Waar is het
slachtoffer het meest bij gebaat?”
Het interventie-concept van snel-
samen-maatwerk mag dan onbetwist
zijn, het betekent niet dat ZSM-OM’ers
voldaan achterover leunen. Dat blijkt
op 24 juni in een OM-vergaderzaal in
Utrecht. Elementen uit ZSM, zoals snel
met ketenpartners om tafel, passen ook
in andere werkomgevingen. Daarom
trekt de OM-werkomgeving ‘ZSM/
Interventies’ deze 24e gezamenlijk op
met werkomgeving ‘Onderzoeken’
(voor strafzaken die vaak als high-
impactzaken worden gekarakteriseerd).
Persoonsgerichte aanpak“We moeten het anders doen, samen”,
luidt de boodschap van de Amsterdamse
officier van justitie/teamleider
Interventies Sue Preenen. “Als wij
OM’ers problemen zien, zijn we geneigd
direct zelf dat probleem uit te pluizen
en op te lossen. Direct denken we in
zaken en in onze ‘OM-werkomgevingen’
waarin deze ‘zaaksstromen’ passen.
Maar het gaat om mensen. Om een
persoonsgerichte aanpak. Hoe kunnen
wij eraan bijdragen dat hún problemen
worden opgelost in hun omgeving, in hun
netwerk?”
Wie veiligheid wil organiseren moet
niet klakkeloos uitgaan van het OM-
organisatiemodel, zegt officier van
justitie Liesbeth Joosten van parket
Noord-Nederland. “Als officieren zien
we onszelf vaak centraal staan. Maar op
het grensvlak van straf en zorg kan het
net zo goed iemand van de reclassering
of van een zorginstelling zijn die in the lead is. Daarom zouden we meer een
gezamenlijke intake van incidenten en
personen moeten krijgen, in plaats van
een aparte intake bij werkomgeving
‘Interventies’ én bij werkomgeving
‘Onderzoeken’. Dat willen onze partners
ook.”
De OM-top toont zich deze dag in zijn
nopjes met de presentaties. Het geeft
de vernieuwers ruim baan. Dat blijkt als
wordt gesignaleerd dat wanneer zaken
binnen het OM worden opgeschaald van
‘ZSM/Interventies’ naar de zwaardere
‘Onderzoeken’, de overdracht kwetsbaar
is. “Daar zijn we binnen het OM allemaal
anders op ingericht”, concludeert
Sue Preenen. “Maar wij gaan geen
blauwdruk geven hoe dat zou moeten.”
Dat laatste blijkt de OM-top juist
wel te willen. “Ik zou juist best
graag een inrichtingskader zien van
jullie”, reageert Maaike van Leuken,
concerndirecteur op het Parket-
Generaal. Wég met de angst om je niet
te bemoeien met elkaars parkettelijke
koninkrijkjes. “Laten we niet te veel
lokaal en naar het verleden kijken”,
spoort Van Leuken aan. “Als het om
kwaliteit gaat, is bemoeienis met elkaar
vanuit je vak juist professioneel. Laten
we de blik samen op de toekomst van
het OM richten.”
SelectiviteitEen brede blik en samenwerken
met veel partners. Die bevordert een
persoonsgerichte en multidisciplinaire
aanpak die voorkomt dat zorgzaken
louter strafrechtelijk worden
aangevlogen. Het is de kunst om deze
veelomvattende aanpak tegelijkertijd
klein te houden. ‘Triage aan de
voorkant’ moet dat probleem oplossen.
In Rotterdam, zegt officier Willem
Jan Struik, denken we na hoe we
Samen op zoek naar de beste ingreep
Waarom professionaliseren?
ZSM is eigenlijk niet meer dan een
samenwerkingsvorm op het
snijpunt van politie, OM en drie
strafrechtketenpartners. Na vijf jaar
ZSM wil het OM doorontwikkelen
en ‘gebreken’ aanpakken.
1. De instroom van zaken: Het OM
vindt dat die beter kan en voert
met de politie het ‘kwaliteitsplan
politie/OM’ uit. Met name de
opportuniteits-vraag (wil het OM
deze zaken wel hebben?) moet
meer beantwoord worden.
Daarom is er de programmalijn
‘triage aan de voorkant’.
2. De professionele standaard van
de interventie-officier: Niet elke
OM’er heeft helder wat de waarde
van het interventiespecialisme is.
Wat wordt er van een OM’er in de
interventieomgeving verwacht?
Dat wordt nu uitgewerkt.
3. De persoonsgerichte aanpak: Op
ZSM-gebied is veel geünifor-
meerd, maar dat geldt niet het
OM-werk in de veiligheidshuizen
of in een andere persoonsgerichte
aanpak. OM’ers daar kiezen vaak
hun persoonlijke invulling van
het werk, terwijl professioneel
handelen ook hier een breder
organisatie-perspectief vraagt. De
werkomgevingen ZSM/
Interventies en Onderzoeken
beschrijven nu samen de eisen
voor medewerkers, werkproces-
sen en ketenpartners.
4. Innovatie: Het OM moet mee in
de vlucht van criminaliteit naar
de digitale wereld. Jongeren
bewegen zich makkelijk op
internet. OM’ers moeten dat ook.
u
ZSM
202016 Opportuun nr. 3
de zorgzaken kunnen goed kunnen
‘binnentrekken’. “We monitoren
verdachten. Medewerkers scannen hen
in 23 automatiseringssystemen van
ketenpartners, dat kan trouwens best
snel. De uitkomst kan ‘groen’ zijn, dan
is het qua zorg oké. Of ‘oranje’: dan is
het een bespreekgeval. Of ‘rood’: dan
is sprake van alarm, en bepalen we
gezamenlijk wie in charge is. Want we
kunnen écht niet meer verkopen dat
ZSM samenwerken is, maar dat we dat
in de grote zaken niet zouden doen.”
Hoe breder de blik, hoe noodzakelijker
de scherpe keuze. Die keuze wordt vaak
door de politie gemaakt. Maar de vraag
waar de opsporing haar capaciteit op
inzet, is ook een OM-vraag. Hoe dat
te doen? “Bij die sturing van de politie
kunnen gebiedsofficieren helpen, samen
met de afdeling Beleid & Strategie”, zegt
Struik.
De Rotterdamse hoofdofficier Marc
van Nimwegen vind het moment van
intake, triage en selectie van groot
belang. Daar moeten de ZSM-partners
hun beste kwaliteit neerzetten. “De
politie organiseert die intake vooral als
een administratief proces.” De eerste
inschatting blijkt vaak de belangrijkste.
Een aangifte is nodig om iemand in het
strafrechtssysteem te brengen. Maar
willen aangevers dat echt? Of willen ze
vooral hulp? Dat laatste? Prima! Maar
dan past daar geen opsporingscapaciteit
op, klinkt het vandaag onder ZSM’ers.
Het werk in ‘Onderzoeken’ lijkt
flink afwijkend van ZSM-werk. Een
onderzoek draaien is immers klassiek
strafrechtelijk. Bij een moord of
schokkend incident ga je niet uren
dubben of dat nou het strafrecht in
moet. “Dat is ‘gewoon van ons’ en
dus gaan we daar vanzelf achter de
feiten aan hollen”, zegt officier van
justitie Mariska Wijnbelt. “Toch kunnen
we ook daar, net als bij ZSM, aan de
voorkant kritischer, selectiever zijn:
Hoe lang mag mijn onderzoek duren?
Kunnen we niet slimmer, planmatiger
handelen? Accepteren we het als
informatieproducten die we krijgen
onvoldoende zijn of stellen we daar eisen
aan?”
Hoofdofficier Van Nimwegen
stelt prikkelende vragen: “Zijn
informatieproducten per definitie
van de politie? Of kunnen we die
ook in de markt inkopen? Kijk als
informatieofficier vooral ook wat er in de
wereld te koop is.”
Informatie vergaren, sturen en wegen –
klinkt als doordacht handelen. Wijnbelt:
“Maar de aanpak ‘Intensivering Zuid’
toont dat ‘gewoon er bovenop springen’
soms een beter alternatief is dan de
praktijk van de stuur- en weegploegen
waarin politiemensen en OM’ers
vergaderen. In die ploegen gaat veel
capaciteit zitten in het beslissen over
waar géén capaciteit naar toe gaat.”
Nicole Zandee, als hoofdofficier Oost-
Brabant actief in ‘Zuid’, herkent het:
“Die stuurploegen, waar ik eerder
zo’n fan van was, kunnen soms bijna
bureaucratisch zijn.”
Professionele standaardEen derde ‘ZSM-programmalijn’ (naast
persoonsgerichte aanpak en triage/
selectiviteit) is de zoektocht naar een
‘professionele standaard’. Het is handig
om te weten wat je moet doen bij
ZSM en te weten wat de buitenwereld
mag verwachten aan snelheid,
klantvriendelijkheid en kwaliteit. Maar
het is ook een lastig in te vullen begrip,
weet officier van justitie Monique van
der Borg (parket Oost-Nederland) “Het
kan ook wel snel ‘weglopen’. Gaat
het om company pride, om normen en
waarden als professionele standaard, of
is het meer wat-je-gewoon-moet-doen?
En bedenk: als de standaard straks op
papier staat, is hij daarmee nog niet
geborgd en geïmplementeerd.”
Tot die standaard behoort ook trots,
zegt Chris van Dam, plaatsvervangend
hoofdofficier Den Haag. ZSM’ers zijn
toppers. Verbinders, vernieuwers,
aanpakkers. “In de Interventieomgeving
gaat het niet om simpele zaken. Daar
moeten officieren kunnen ‘ruiken’ welke
zaak nou net meer dan gewoon aandacht
vereist. Ze moeten er ook nog de keten
aansturen. De triage die bij ZSM startte,
begint nu ook bij ‘Onderzoeken’ te
ontstaan.”
Bij de professionele standaard voor de
ZSM/Interventiefunctie hoort dat het
een begin- en eindfunctie is, meent de
Rotterdamse officier Suzanne Hensels-
van Straaten. “Ik zie het als de ‘circle
of worklife’: Collega’s willen starten bij
Interventies. Ze groeien en groeien door
naar andere werkomgevingen. Daarna
keren ze terug op Interventies, waar
ze als ervaren senior andere collega’s
opleiden en begeleiden.”
De zoektocht naar ‘de’ professionele
ZSM’er gaat door. Maar misschien,
denkt Marc van Nimwegen, moeten we
wat voorzichtig zijn met het plakken
van simpele etiketten. “Ja, het is die
samenwerkende verbinder. Maar ik ben
ook van diversiteit: nerds met Ausdauer
hebben we ook nodig.” n
Het doel van doorontwikkelen
De professionalisering moet leiden tot inzichten hoe het OM zijn organisatie
– de interventie-omgeving voorop – verder moet inrichten. Dat betreft het
selecteren, werven en opleiden van personeel. Het betreft het inrichten van
werkprocessen en ICT. En het betreft afspraken met ketenpartners over
ieders rol. Ook de de rol van de burger zelf, bijvoorbeeld bij digitale crimina-
liteit, moet helder worden.
“Uiteindelijk”, zegt Chris van Dam, “gaat het om betekenisvol werken: dat het
OM de komende jaren de zinnige dingen doet. Een specifiek voorbeeld? Als
het OM digitaal geen been bijtrekt, is het daar betekenisloos voor de burger.”
t
vaststond dat er slechts op één moment een enkel schaap
was geslacht. Voor het hof was dat een probleem: kon het
voor het slachten van een enkel schaap veroordelen, terwijl
het OM het slachten van schapen, meervoud dus, ten laste
had gelegd?
Hier speelt het vraagstuk van de grondslagverlating: in
hoeverre mag de strafrechter met zijn bewezenverklaring
afwijken van de door de officier van justitie gekozen
bewoordingen in de tenlastelegging? Als in de Urker zaak
zou zijn tenlastegelegd dat er Drentse heideschapen
waren gedood, maar uit het bewijs was gebleken dat het
eigenlijk Scottish Blackface-schapen waren geweest, had
de rechter waarschijnlijk gewoon kunnen veroordelen.
Voor strafbaarheid is vereist dat dat het om schapen gaat.
Het precieze ras doet er juridisch niet toe. Zo vond de Hoge
Raad het ooit ook aanvaardbaar dat de bestuurder van
een bestelauto voor een verkeersdelict werd veroordeeld,
terwijl in de tenlastelegging had gestaan dat het om een
personenauto ging.
Dat de rechter naar beneden mag afwijken van het aantal
kilo’s, kilometers of euro’s uit de dagvaarding staat wel
vast. Als in de tenlastelegging staat dat verdachte een
miljoen euro heeft verduisterd, mag de rechter hem
ook voor verduistering van €76.278,- veroordelen. De
rechter mag ook schrappen in opsommingen van gestolen
goederen. Als er niet voldoende bewijs is voor een van de
tenlastegelegde voorwerpen, kan de rechter nog altijd voor
diefstal van de overige veroordelen.
Maar mag de rechter ook de stap zetten van ‘schapen’ naar
‘een schaap’? Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vond
dat in dit geval niet kunnen. Het vond dat de officier van
justitie met de tenlastelegging ondubbelzinnig had bedoeld
dat verdachte op verschillende data in Empel schapen
om het leven had gebracht. Het sprak daarom de Urker
slachter vrij. De Hoge Raad, die de lagere rechter hierbij
veel vrijheid gunt, kon zich in dat oordeel vinden. n
Schapen zijn geen schaapRecente jurisprudentie over ‘grondslagverlating’
Juriaan Simonis werkt bij het Wetenschappelijk
Bureau van het OM
Ook in de buurt van vissersdorp Urk wordt wel eens
een schaap op islamitische wijze geslacht. Helaas
gebeurt dat niet altijd volgens de daarvoor geldende
voorschriften. In 2010 kreeg de opsporingsdienst van het
ministerie van landbouw signalen dat op een boerderij in
Empel illegaal schapen werden geslacht. Er volgde een
opsporingsonderzoek dat leidde tot de aanhouding van
de boer en twee mannen uit Urk. Een van de Urkers werd
vervolgd en veroordeeld tot een taakstraf. Hij ging in hoger
beroep bij het hof Arnhem-Leeuwarden en voerde aan
dat de rechtbank ten onrechte had bewezenverklaard dat
hij gedurende een periode van bijna twee jaar ‘schapen’
had geslacht, terwijl volgens de bewijsmiddelen alleen
2016 Opportuun nr. 3
Jurisprudentie
21
u
Reportage
222016 Opportuun nr. 3
Tekst en foto’s: Ernst Koelman
TT AssenRechtshandhaving op weg, camping en in binnenstad
Kermis, concerten, motorvermaak: tijdens de vierdaagse Dutch TT
staat Assen op zijn kop. Jaarlijks worden daar het laatste weekend van
juni verschillende WK-motorracewedstrijden verreden. Hoe leid je de
toestroom en verblijf van 175.000 bezoekers in goede banen? Opportuun
reed mee met de politie en volgde de parketten Noord-Nederland en CVOM.
t
2016 Opportuun nr. 3
Reportage
23
“Asociaal, dit lijkt echt nergens op.” Met
grote verontwaardiging zit hoofdagent
Bert Kroneman van het Team Verkeer
van Politie Oost-Nederland in de
video-auto. Naast hem achter het stuur
collega Richard Dussel. Zondagmiddag
26 juni rond half 6, samen surveilleren
zij in hun onopvallende auto op de
provinciale weg bij Meppel. Normaal
een rustige 80 km/u-weg, nu, na de TT,
rijden nogal wat motoren het tweetal
voorbij. De zon schijnt, en het is droog,
maar door de even daarvoor gevallen
regenbuien is het wegdek kletsnat.
Rijdende voertuigen veroorzaken
opspattend water, waardoor het zicht
vermindert. De teller van de auto gaat
steeds hoger, 160, 170, en nog lijkt het
niet hard genoeg voor de motorrijder
die voor hen rijdt. Voor Kroneman en
Dussel rijden twee ambulances met
hoge snelheid en hun sirenes aan. Of
het de normaalste zaak van de wereld
is, gaat de richtingaanwijzer van de
motor aan. In twee stuurbewegingen
scheurt de motorrijder de ambulances
voorbij. “Nu moeten wij die ambulances
ook inhalen, anders krijgen we die
motor niet aan de kant om zijn rijbewijs
in te vorderen”, zegt Kroneman
zichtbaar balend tegen Dussel.
Grootste race-evenementDe Dutch TT maakt sinds 1949 deel
uit van de wegraceserie voor het
wereldkampioenschap, de MotoGP.
Populaire coureurs als Lorenzo en
Rossi scheren met angstaanjagende
snelheden over het asfalt. Wat
kleinschalig begint in 1926 is
uitgegroeid tot het grootste race-
evenement van Nederland. Bezoekers
uit heel Europa komen vaak zelf ook
per motor. Een groot deel van hen
bivakkeert op tijdelijke campings. De
weilanden langs de snelweg staan
afgeladen vol met motoren en tenten.
Vanaf de jaren ‘60 van de vorige eeuw
komen steeds meer bezoekers de avond
voor de race al naar Assen. Zo ontstaat
de ‘Nacht van Assen’ met mensen die
eerst een nacht flink doorzakken. Dit
jaar wordt de race voor het eerst op
zondag verreden, waardoor er zelfs een
vierdaags festival is ontstaan.
CapriolenPieter van Rest, officier van justitie van
Parket Noord Nederland: “De TT is
inmiddels een goed geoliede machine.
We werken allemaal vanuit onze eigen
kennis en expertise. Ik ben sinds eind
jaren ‘90 betrokken en kan zeggen
dat tussen toen en nu een wereld van
verschil ligt. Er waren veel incidenten
met motorrijders die, geïnspireerd door
de race, levensgevaarlijke wheelies en
andere capriolen uithaalden. We namen
tientallen motoren in beslag. Dat zie je
nu nauwelijks meer.”
“De tijd dat de TT een slechte naam
had ligt ver achter ons”, bevestigt
ook Anko de Lange, operationeel
leidinggevende bij de politie. “Sinds
twee jaar is de gemeente ‘in the lead’.
Die vraagt al maanden van tevoren
alle partners mee te kijken en te
adviseren. Het is een multidisciplinaire
samenwerking waaraan onder meer
gemeenten, lokale ondernemers,
hulpverleningsinstanties, campings,
de politie en het OM bijdragen. Wij
richten ons op onze kerntaak, orde en
veiligheid. Bijvoorbeeld, hoe we omgaan
met criminele motorbendes.”
Met campingeigenaren zijn duidelijke
afspraken gemaakt, weet De Lange. “Zij
zijn aansprakelijk voor de veiligheid op
hun terrein, huren hun eigen mensen in
en wij als politie komen er in principe
niet. Door mensen vroegtijdig aan te
spreken en zo nodig te verwijderen,
24 Aanhoudingen in Noord-Nederland
Politie en OM Noord Nederland
kijken na vier dagen tevreden
terug. Officier Pieter van Rest: “In
totaal zijn 24 verdachten
opgepakt, waaronder vijftien voor
bedreiging of mishandeling en
vier voor handel in drugs.
Tragisch was de mishandeling
van een verkeersregelaar door
een inwoner van Assen. De
verdachte ging door het lint
omdat hij niet snel genoeg mocht
doorlopen. En daarnaast de
mishandeling van een campingei-
genaar en zijn zoon. Zij kregen
ruzie met twee Belgen die hun
minibikes uit een afgesloten hok
hadden gehaald. Veel zaken zijn
afgehandeld via het ZSM-loket.”
u
Reportage
242016 Opportuun nr. 3
wordt erger voorkomen. Indien nodig
zijn we snel ter plaatse. Dit jaar
werd een beveiliger van een camping
belaagd door een Zwitser en een Pool.
Die werden aangehouden voor zware
mishandeling.”
StroomstootwapenIn de binnenstad zorgt camerabewaking
voor een goed beeld. De Lange: “De
insteek is: vriendelijk waar het kan,
streng waar het moet. Dit jaar werd een
aantal mensen met wapens of drugs uit
het publiek gefilterd. Iemand die met
een stroomstootwapen loopt te zwaaien,
kan minimaal een nacht op het bureau
doorbrengen. In totaal zijn maar 24
personen aangehouden.”
Ook officier Van Rest gelooft in
vroegtijdige aanpak en voorlichting:
“De inzet op motordiefstallen heeft
echt resultaat. Dit jaar zijn slechts drie
motoren gestolen. Ook zakkenrollerij
en diefstal uit tenten is drastisch
teruggedrongen. Goed informeren
werpt zijn vruchten af.”
Motorclubs krijgen ook aandacht. Van
Rest: ‘Een aantal jaar terug gold bij de
TT een ‘collarverbod’: leden mochten
niet in vol ornaat naar Assen komen.
Dat verbod is er niet meer, maar de
driehoek is extra waakzaam. Eventuele
bedreigingen nemen we altijd serieus.
Als onverhoopt iets gebeurt, liggen de
draaiboeken klaar.”
UitzwaaienNa afloop van de race op zondag rijden
veel motorrijders over de A28 weer
naar het zuiden. Het is druk, nat en een
sliert van motoren rijdt met iets hogere
snelheid tussen de auto’s door. Langs
de kant van de weg, op viaducten en
bij benzinepompen ziet het zwart van
de bermtoeristen die de TT-gangers
uitzwaaien. Enkele ongeduldige
motoren, vooral uit Engeland, gaan
regelmatig even over de vluchtstrook.
Ze wanen zich als Lorenzo en Rossi die
even tevoren nog schitterden op het
TT-circuit. Hoewel ze door de drukte
nog niet hard kunnen, passeren ze links
en rechts auto’s. Af en toe trekt een
motorrijder even door voor een wheelie.
AmbulancesOp de provinciale weg bij Meppel heeft
hoofdagent Kroneman de knoppen
van de meetapparatuur in werking
gezet om een meting op de motor
voor hun te starten. De motorrijder en
video-auto hebben beiden de twee met
spoed rijdende ambulances ingehaald.
Slechts een halve minuut is nodig om
de gemiddelde snelheid van 165 km/u
van de motorrijder te kunnen klokken,
op een weg waar 80 km/u is toegestaan.
Het vereist goede stuuracties van
collega Dussel om weer achter de
motorfiets te rijden. Ze zetten het
stopteken aan en de motorrijder stopt
direct. “Dit lijkt nergens op”, vertelt
Kroneman de bestuurder. “Als jouw
vrouw in die ambulance lag, wil je toch
ook dat de weg helemaal vrij is?”
“Ik kom van de TT en de hele weg was
het ontzettend druk. Nu kon ik eindelijk
even lostrekken.” Vol berouw antwoordt
de motorrijder dat het een domme actie
was. Nee, de videobeelden hoeft hij niet
te zien. “Ik ken de procedure, ik ben
eerder gepakt”.
Kroneman noteert zijn gegevens en
vordert zijn rijbewijs in. De 41-jarige
bestuurder uit Meppel krijgt te
horen dat hij zich bij de rechter moet
verantwoorden. Hij mag nog één
telefoontje plegen met het toestel van
Kroneman, om te vragen of iemand hem
wil ophalen. Het OM heeft besloten het
rijbewijs voorlopig voor vier maanden in
te houden.
TT-beleid Parket CVOMParket Centrale Verwerking Openbaar
Ministerie in Utrecht heeft als
verkeersparket een 24/7 openstelling
van ZSM Centraal in Utrecht. Dat
is ‘business as usual’. De politie
heeft er de klok rond contact mee
bij rijden onder invloed of grove
snelheidsovertredingen. Ook checkt
ZSM Centraal de geldigheid van
rijbewijzen, recidive en openstaande
zaken.
Voor de TT is sinds 2010 wel een
apart OM-vervolgingsbeleid zodat de
politie landelijk uniform werkt. Daarin
staat bijvoorbeeld dat rijbewijzen
altijd moeten worden ingevorderd
bij ernstige verkeersovertredingen,
ook bij buitenlanders. Bestuurders
mogen dan niet verder rijden, anders
plegen ze een misdrijf. Ook bevat het
beleid boetebedragen voor gevaarlijk
rijgedrag: een wheelie of spinnen begint
t
2016 Opportuun nr. 3
Reportage
25
bij E 280 en een vals kenteken kost bij
de eerste ontdekking E 700.
Landelijke verkeerscontrolesIn heel Nederland controleren de
Teams Verkeer van de verschillende
eenheden deze vier dagen het
verkeer van en naar de TT. Rob Polak,
coördinator van de landelijke inzet:
“Voor de TT zijn we met vijftien tot
twintig onopvallende auto’s én motoren
op de weg. De intensieve controles van
de afgelopen jaren hebben gewerkt, je
merkt dat zelfs de buitenlanders weten
dat er verscherpt toezicht is. Toch
wordt vandaag flink geschreven voor
snelheidsovertredingen of voor asociaal
of onverantwoord gedrag op de weg.”
LasergunVoor Amersfoort komt meer ruimte op de
weg. Veel motorrijders trekken het gas
nog eens flink los. Maar daar controleert
de politie van Midden Nederland intensief.
Op een ongebruikt stuk van de A28
vlak voor Utrecht is een controleplaats
ingericht. Vanaf een viaduct boven de
weg wordt met een lasergun de snelheid
gemeten. Politiemotoren even verderop
halen de overtreders van de weg en
escorteren ze naar de controleplaats.
Marc van Kraaikamp van het team
bijzondere verkeerstaken trommelde
alle collega’s van zijn regio op om mee te
draaien. “Iedereen vindt het geweldig. Dit
soort dagen zijn echt de krenten in de pap.
We zijn om drie uur vanmiddag begonnen
en het is nu acht uur, maar niemand heeft
tijd gehad om te eten”.
Fair playVan Kraaikamp legt tijdens het flitsen
geestdriftig uit: “Alleen degene die we
aanstralen met de lasergun krijgt de
bon. Als ze in een groep rijden zou je
ook kunnen zeggen dat ze allemaal voor
de bijl gaan, maar zo werken wij niet.
Het is ‘fair play’ om alleen die persoon
aan te pakken. Op de controleplaats
handelen we alles af. Veel motoren
worden weggetakeld. Voor Engelsen
die naar de boot gaan is het een flinke
kostenpost. Een sleepbedrijf brengt
zo rond de zevenhonderd euro in
rekening om ze in Hoek van Holland af
te leveren. We informeren collega’s van
de Koninklijke Marechaussee ook over
de ingevorderde Engelse rijbewijzen.
Die controleren de motorrijders nog een
keer voordat ze de boot opgaan. En ze
hebben contact met de Engelse politie.”
ZSM CentraalBij ZSM Centraal van Parket CVOM
in Utrecht is het een druk weekend
geweest. Naast de TT waren er
in het hele land meerdere grote
alcoholcontroles. Projectleider
Alexander Vroomen: “Alcoholzaken in
het verkeer lopen vrijwel allemaal via
ons. Wij doen een recidivecheck én
kunnen iemand direct een dagvaarding
voor de rechter of een oproeping voor
een OM-telehoorzitting laten uitreiken.
Dan hoeven we niet meer achter de
verdachte aan om stukken betekend
te krijgen. Voor snelheid begint het
steeds bekender te worden dat deze
zaken via ZSM Centraal afgehandeld
kunnen worden. Dat scheelt agenten
papierwerk en tijd. Die kunnen snel de
weg weer op om de volgende hardrijder
in de kraag te grijpen.”
Maandagochtend komen nog
alcoholzaken vanuit Drenthe binnen.
Vroomen: “Op vier locaties werd
iedereen die van de campings kwam
gecontroleerd. Bij 33 van de 3500
bestuurders die moesten blazen was
sprake van restalcohol. Twee waren
nog dermate onder invloed dat ze hun
rijbewijs konden inleveren.” n
Resultaten vier dagen verkeercontroles
De Teams Verkeer van de politie
hebben deze vier dagen veel
motorrijders en automobilisten
op de bon geslingerd. Zo zijn
dertig rijbewijzen ingevorderd
wegens snelheidsovertredingen
van 50 km/u of harder. Een
persoon reed gemiddeld 196
km/u waar 100 was toegestaan,
een ander gemiddeld 214 km/uur
terwijl 130 was toegestaan. Ook
zijn er zo’n tweehonderd
bekeuringen uitgeschreven voor
snelheden van 30 km/u te hard of
harder. Er zijn zestien PV’s
opgemaakt voor gevaarlijk
rijgedrag, en zeker tien voertui-
gen bleken niet verzekerd. Tien
bestuurders zijn betrapt op rijden
zonder (geldig) rijbewijs.
u
Zaakscoördinator Bianca Muys zit op de voorgrond. Achter haar, van
links naar rechts, medewerkers van bode/zittingszalenplanning,
Facilitaire dienst, Communicatie, Beveiliging en Parketpolitie.
Zaakscoördinator
262016 Opportuun nr. 3
t
Op 22 februari 2015 werd het ontzielde
lichaam van de vermiste Mariska
Peters gevonden in een natuurgebied
bij Nijmegen. Een paar weken later
hield de politie een 51-jarige man aan.
De verdachte bleek een oom van de
vermoorde Mariska.
Zaakscoördinator Bianca Muys
begeleidde de nabestaanden: “We zijn
figuurlijk hand in hand door de strafzaak
gelopen.” Na het vonnis overhandigde
de familie cake en bloemen om hun
dankbaarheid te tonen.
Bianca: “Ze vertelden dat ze
vertrouwen hadden gehad in het OM.
Dat ze zich op hun gemak hadden
gevoeld. Dat we hun taal spraken. Een
groter compliment kan je niet krijgen.
Natuurlijk had de familie in het begin
meer politie-informatie willen krijgen,
maar ze begrepen ook, nadat dat hun
was uitgelegd, dat dat onderzoek-
technisch moeilijk lag. En hoe pijnlijk
was het toen duidelijk werd dat de
verdachte de oom was van Mariska, de
broer van haar vader.”
SpeelveldIn een vergaderzaaltje op het parket
Oost-Nederland is niets te zien van de
zomerse dag buiten. Een paar plastic
bekertjes met koud water staan op de
formica tafel. Het protocol Maatwerk
‘Recht doen aan slachtoffers’ ligt als
naslagwerk klaar. De kille omgeving
steekt schil af tegen het warme onthaal
van Bianca Muys, een van de vier
zaakscoördinatoren van het parket.
Ze wil, zegt ze, het hart van haar werk
laten zien.”
Dat blijkt een moeilijke opgaaf. Bianca
weegt haar woorden zorgvuldig.
Beroepsmatig houdt ze rekening
met het effect van wat ze zegt op de
nabestaanden, de zaaksofficier, haar
collega-zaakscoördinatoren bij het
OM, de familierechercheurs bij de
Nationale Politie en de casemanagers
van Slachtofferzorg Nederland. Ze
werkt met iedereen intens samen. In dat
speelveld van belangen beweegt Bianca
zich dagelijks.
Allereerst zijn daar de algemeenheden,
dat een zaaksofficier zich maximaal kan
richten op de inhoudelijke behandeling
van een strafzaak, omdat de officier
er blind op kan vertrouwen dat de
zaakscoördinator alles met betrekking
tot slachtoffers en nabestaanden
2016 Opportuun nr. 3
Zaakscoördinator
27
Tekst: Thea van der Geest
Foto: Loes van der Meer
Recht doen aan slachtoffersHet werk van de zaakscoördinator
Slachtoffers goed informeren, secondaire traumatisering voorkomen
en werk uit handen nemen van de zaaksofficier. Dat is de baan van een
zaakscoördinator. Bianca Muys: “Ik probeer met iedereen rekening te
houden.”
u
goed regelt. De officier regelt alle
juridische zaken, de zaakscoördinator
alle praktische zaken. Dat een officier
zijn handen al vol heeft aan de
strafzaak die hij tot een goed einde
wil brengen. Waarop Bianca zichzelf
corrigeert: “Ik beweer natuurlijk niet
dat een zaaksofficier geen slachtoffer of
nabestaande meer spreekt.”
Optimale rechtsgangMaar gaande het gesprek komt ze
tot de kern. “Zaakscoördinatoren zijn
de liaisons van het OM. Zij zijn vaak
het eerste aanspreekpunt en zorgen
voor een optimale rechtsgang voor
slachtoffers en nabestaanden.”
Bianca: “Je wilt dat slachtoffers vooraf
weten wat hun te wachten staat.
Wat ik te allen tijde wil voorkomen
is dat slachtoffers tijdens de zitting
geconfronteerd worden met nieuwe
informatie. Dus vraag ik bijvoorbeeld in
de fase van het onderzoek of er al iets te
melden is.”
Een zaakscoördinator is een van eerste
OM’ers die zich kenbaar maakt bij
slachtoffers als aanspreekpunt.
Muys: “Ook in de voorfase kunnen
we al duidelijk maken wat er staat te
gebeuren. We waken ervoor dat mensen
gaan zwerven binnen de organisatie,
door juiste en tijdige informatie te
verschaffen.”
Een belangrijke taak van
zaakscoördinatoren is wensen
en gevoeligheden kennen van
nabestaanden of slachtoffers. “Meestal
willen we confrontaties tussen
nabestaanden en familieleden van
de verdachte voorkomen. We zorgen
ervoor dat er geen brieven van het OM
verstuurd worden op bijzondere dagen
of belangrijke familiegebeurtenissen.
Laatst had ik nog een jonge vrouw
aan de telefoon die verongelijkt was
dat op de sterfdag van haar moeder,
slachtoffer van een misdaad, een brief
van het OM op de mat viel. Het feit had
zich 22 jaar geleden voorgedaan. Je kunt
dus niet alert genoeg zijn.”
AanspreekpuntZaakscoördinatoren houden slachtoffers
en nabestaanden op de hoogte van de
rechtsgang.
Bianca: “We overleggen bijvoorbeeld
wanneer het juiste moment is
aangebroken om de eerste brief aan
nabestaanden te sturen met de uitleg
dat ze recht hebben op spreekrecht,
of dat ze kunnen voegen. In het
geval van de familie Peters stuurde
zaakscoördinatie alles rechtstreeks naar
hun advocaat. Onnodig om de familie
zelf daarmee te belasten. In feite gaat
een strafzaak ook over het slachtoffer.
In dit geval over het verlies van een
dochter. Dat geeft de nabestaanden
rechten. Niet alles draait meer om de
verdachte.”
Uiteraard zorgen zaakscoördinatoren
dat alle relevante stukken, waaronder
vorderingen van slachtoffers, bij alle
betrokken partijen terechtkomen.
Er is ook een lijntje met het
Schadefonds, het CJIB en met het
informatiepunt detentieverloop.
“Voor alle ketenpartners ben je het
aanspreekpunt.” Zaakscoördinatoren
informeren de familie als er
persberichten uitgaan, voorkomen
zittingen rond gevoelige data, zoals
de verjaardagen of de dag waarop
iemand is omgekomen. Ze organiseren
slachtoffergesprekken met de officier.
Bianca: “Voor alle (pro forma)zittingen
voor de Mariska Peters-zaak regelde
ik gesprekken met de zaaksofficier,
familierechercheur, casemanager,
advocaat en de nabestaanden. In
deze zaak waren niet alleen de
vader, moeder, en Mariska’s broer
nabestaanden, maar ook de broers en
zussen van de verdachte behoorden
tot de direct betrokkenen. De officier
informeerde de familie zaakinhoudelijk
en bereidde de familie hierop voor.
Als zaakscoördinator overleg ik met
de familie hoe de praktische en
organisatorische gang van zaken die dag
gaat lopen. Er werd een opvangruimte
voor en na de zitting geregeld. En
er vond afstemming plaats met de
Maximale doen voor slachtoffers
“Zaakscoördinatoren zijn een
belangrijke schakel tussen ons en
het slachtoffer. Zij staan direct in
verbinding met de benadeelde. Ze
houden de lijnen kort. Zij dragen bij
aan het feit dat het OM het
maximale doet voor het slacht offer.
Wanneer je in een complexe wereld
staat, is het belangrijk om een team
om je heen te hebben. Iedereen kan
zich dan concentreren op de
verschillende aspecten van een
strafzaak. De officier van justitie
zorgt ervoor dat een zaak de
inhoudelijke behandeling krijgt die
het verdient. Hij heeft zijn handen
vol om dat proces in al zijn
ingewikkeldheid tot een goed einde
te brengen. Zijn verantwoordelijk-
heid is ook aandacht te hebben voor
de slachtofferpositie. De zaakscoör-
dinator pakt, als vertegenwoordiger
van het OM, die verbindende rol.
Dat scheelt de officier een hele
hoop werk. Je ziet in toenemende
mate dat het in een enorme
behoefte voorziet. De functie heeft
in een relatief korte tijd een sterke
groei doorgemaakt. Het is zonne-
klaar een belangrijk fenomeen.
Degene die in de concrete zaak met
een zaakcoördinator te maken
hebben gehad merken wat een
belangrijk werk ze doen.”
Herman Bolhaar,
procureur-generaal
Zaakscoördinator
282016 Opportuun nr. 3
t
familierechercheur van de politie en
de casemanager van Slachtofferhulp
Nederland.”
Grote impact Bianca Muys is niet per se aanwezig
tijdens de zitting, maar in het proces
tegen de oom van Mariska Peters zat
Bianca wél altijd in de rechtszaal.
Muys: “Het was een zaak met een
grote maatschappelijke impact. Van
te voren hadden we overleg met de
verschillende afdelingen binnen de
rechtbank, communicatie, facilitaire
dienst, bode/zittingszalenplanning,
parketpolitie en beveiliging. Samen
hebben wij een zittingsplan opgesteld.
Waren er voldoende computers en tv-
camera’s beschikbaar in de rechtszaal?
Was er genoeg capaciteit voor een grote
opkomst? Was er voldoende beveiliging?
Waar konden de nabestaanden zitten en
hoe werd de pers opgesteld?”
“De familie had al genoeg aan deze dag.
Wij zorgden voor alles eromheen. We
konden rust waarborgen als de familie,
weg van de pers, een broodje wilde eten
of even een sigaretje wilde roken.”
“Vóór de inhoudelijke behandeling
had de zaaksofficier nog apart met de
familie gesproken. De vader van Mariska
zou voor het eerst na de arrestatie zijn
broer weer zien. De officier vertelde dat
emoties mochten, maar dat die niet zo
hoog konden oplopen dat de zaak uit de
hand zou lopen.”
“Toen de verdachte de rechtszaal werd
binnengebracht ontstond er, zoals
verwacht, commotie op de tribune. De
voorzitter zei: ‘ik begrijp uw emoties,
maar we moeten met elkaar deze
moeilijke dag doorkomen.’”
Bianca: “Daarna konden we gewoon
verder. Dat was prachtig gedaan.”
Omdat Mariska’s vader gebruik wilde
maken van zijn spreekrecht liep
Bianca met hem mee vanachter het
veiligheidsglas de zittingszaal in. Hij had
het zichtbaar moeilijk. Om hem moed
in te spreken zei Bianca, met de vuist
bonzend op haar hart: ‘Je weet waar
je het voor doet, voor Mariska, voor je
dochter.’ Toen is hij opgestaan, achter
zijn broer langsgelopen, aarzelde even
tot hij zijn emoties weer onder controle
had en liep toen door om de rechtbank
toe te spreken. Ik was oprecht trots. Dat
hij zo sterk was.”
Empathie Voordat Bianca Muys bij het OM kwam
werken was ze werkzaam bij de politie,
in de basispolitiezorg, de meldkamer
en was ze ook wijkagent. In die laatste
functie is ze bij veel Arnhemse families
thuis geweest. “Je moet empathie
hebben.” Ook als medewerkster bij het
Slachtofferloket heeft ze veel ervaring
opgedaan. Dat soms compassie op de
proef wordt gesteld weet ze ook. “We
hadden een brief gestuurd naar een
nabestaande waar de zinsnede instond
dat haar zoon betrokken was geweest
bij een verkeersongeluk. De moeder
reageerde furieus: Haar zoon was niet
betrokken geweest, maar vermoord!
Brieven van het OM worden woord
voor woord gespeld. Daar moeten we
rekening mee houden.”
Bij alle arrondissementsparketten en
het Ressortsparket werken sinds 2011
zaakscoördinatoren. Bij het ene parket
zijn ze aangesloten bij het slachtof-
ferloket, bij andere ondergebracht bij
de afdeling Onderzoeken, waardoor
ze dichter bij het werk van de officier
staan. Zaakscoördinatie is in Oost-Ne-
derland, net als het slachtofferloket,
ondergebracht bij de afdeling Adminis-
tratie. In het begin werden zaakscoör-
dinatoren alleen ingezet bij complexe
zaken. Maar tegenwoordig gaat het om
veel meer dan dat. Om zedenzaken,
mensenhandel, verkeersongelukken
met dodelijke afloop. Om zaken met
grote maatschappelijke impact, zoals bij
de reeks woninginbraken in Culemborg
van een paar jaar geleden of insluipin-
gen in een bejaardencomplex waarbij
tachtig slachtoffers te betreuren waren.
Bianca: “Toen de rechtbank uitgebreid
inging op het vonnis tegen de oom
van Mariska, dat ze levenslang
had overwogen, het gedrag en het
zwijgen van de verdachte ernstig had
aangerekend en tot een straf kwam
van twintig jaar met TBS, was er een
enorme ontlading. Ook bij mij sprongen
de tranen in mijn ogen. Ik was oprecht
blij voor de familie.”
Zaakscoördinatoren zijn geen
emotionele ondersteuners of
psychische of sociale hulpverleners.
Daarvoor zijn de casemanagers bij het
Slachtofferhulp Nederland.
Bianca Muys: “Je hebt de coördinatie
van een rechtszaak in handen. Wij zijn
zaaksgericht, maar dat betekent niet
dat we geen oprechte emoties mogen
tonen.” n
2016 Opportuun nr. 3
Zaakscoördinator
29
“Niet alles draait meer om de verdachte”
u
1 Een telefoontje van het OM. Een man wordt verdacht van misbruik. De zaakcoördinator wil
overleg over hoe we ongewenste confrontaties voor, tijdens en na de zitting kunnen voorkomen.De man wordt verdacht van het misbruik van verschillende
kinderen. Binnenkort is een inhoudelijke zitting. Rondom
de zaak heerst veel maatschappelijke onrust. Slachtoffers
willen niet in dezelfde ruimte zijn met de verdachte.
Ook willen niet alle ouders en slachtoffers met elkaar
geconfronteerd worden. Daar houden wij als casemanagers
altijd rekening mee; bij zedenzaken ligt dat extra gevoelig.
Zeker wanneer het een zaak is waar landelijk media-
aandacht voor is. Dan willen we ook confrontaties met de
pers voorkomen.
Als casemanager ben je een belangrijk contactpersoon voor
slachtoffers en nabestaanden. Ook heb je veel contact met
politie en met het OM. In sommige zaken spreek je elkaar
bijna dagelijks. Hoe we vanuit Slachtofferhulp Nederland
samenwerken met onze ketenpartners is vastgelegd in het
protocol ‘Maatwerk’. Daar staat in welke informatie we wel
en niet delen, hoe we omgaan met geheimhouding en wie
verantwoordelijk is voor allerlei procedures.
Met de zaakscoördinator bespreek ik de indeling van de
zittingszaal, wie op welke plek kan gaan zitten en welke
ruimten er beschikbaar zijn tijdens een schorsing. Op die
manier zijn er zo min mogelijk confrontaties.
2 Mijn collega van het Casemanagement Aanmeldpunt belt. Of ik ruimte heb voor een
nieuwe zaak.Bij het Casemanagement Aanmeldpunt (CMA) van
Slachtofferhulp Nederland komen verzoeken binnen van de
politie, zaakscoördinatoren van het OM en collega’s. Het CMA
bekijkt of een zaak bij een casemanager thuishoort of door
de reguliere dienstverlening wordt opgepakt. Nabestaanden
van slachtoffers van moord en doodslag en slachtoffers van
Tijs Veen werkt als casemanager bij Slachtofferhulp Nederland.
In totaal werken 35 casemanagers bij de organisatie. De
casemanagers bieden intensieve ondersteuning aan nabestaanden
van moord en doodslag en aan slachtoffers van ernstige gewelds-
en zedendelicten. Ze ondersteunen bij praktische, emotionele en
juridische zaken. Welke vragen kwamen onlangs bij Tijs binnen?
5telefoontjes aanTijs Veen
Trrring
302016 Opportuun nr. 3
Tekst: Tijs Veen
Foto: Marianne de Jong
t
ernstige gewelds- en zedendelicten worden vrijwel altijd
ondersteund door een casemanager.
In deze zaak gaat het om een onverzekerde ZZP-er die
tijdens het uitgaan met een glas in zijn gezicht is geslagen.
Daardoor verloor hij het zicht van een oog. De man ligt in het
ziekenhuis. De komende zes weken komt nog loon binnen,
maar daarna heeft hij geen inkomsten meer. Zijn vrouw
zorgt voor de kinderen en heeft geen betaald werk. Het gezin
heeft hulp nodig om de gebeurtenis te verwerken. Daarnaast
vragen juridische procedures en het ontbreken van inkomen
aandacht.
Ik zeg tegen mijn collega dat ik nog ruimte heb en maak
direct een afspraak om langs te gaan in het ziekenhuis. Een
aantal afspraken verder is er resultaat geboekt. Er is een
uitkering aangevraagd bij de gemeente en een versnelde
uitkering van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Een
financiële coach helpt het gezin het resterende budget zo
goed mogelijk te besteden en een letselschadeadvocaat
probeert de schade te verhalen op de dader. Het geeft het
gezin weer rust op financieel gebied.
3 Een collega belt ’s avonds laat om ‘stoom af te blazen’. Ze heeft net een heftige intake achter
de rug. Iets na negen uur gaat mijn privé-mobiel. Een collega moet
haar verhaal kwijt. Ze heeft zojuist een intake gehad met een
gescheiden vrouw. De vrouw vertelde dat haar ex-partner eerst
hun twee kinderen heeft omgebracht en daarna zichzelf.
Casemanager zijn bij Slachtofferhulp Nederland is een
solistische baan. Je werkt vaak buiten kantoortijden en je
komt in gezinnen, families of vriendengroepen waarin iets
vreselijks is gebeurd. Het maakt niet uit hoeveel ervaring
je hebt, hoe vaak je het meemaakt en hoe professioneel je
je opstelt; je bent en blijft een mens met emoties. Het is
onvermijdelijk dat sommige zaken je raken. Soms is het
nodig even stoom af te blazen. Thuis kan dat niet altijd. Dan
is het fijn om met iemand te sparren uit je werkveld. Vanuit
de organisatie is er werkbegeleiding en intervisie, maar
soms wil je gewoon even je verhaal kwijt.
Ik luister naar mijn collega. Ik erken haar beleving, en
spreek met haar over hoe heftig de gebeurtenis is en wat
dat met ons als mens doet. Daarna praten we nog even over
dagelijkse dingen, over hoe het thuis gaat en hoe het met de
kinderen is. Na een half uurtje hangen we op.
4 De advocaat van een slachtoffer belt. Of we kunnen overleggen over het spreekrecht van
een gezamenlijke cliënt.
In sommige gevallen hebben slachtoffers en nabestaanden
recht op gefinancierde rechtsbijstand van een
slachtofferadvocaat. Dit is vrijwel altijd het geval bij de
zaken waar je als casemanager bij betrokken bent. Het
is belangrijk dat goede werkafspraken worden gemaakt.
Zo regelt de advocaat vaak de vordering benadeelde
partij en gaat hij, net als de casemanager, mee naar de
inhoudelijke rechtszaak. De medewerker van Slachtofferhulp
Nederland is meestal verantwoordelijk voor de schriftelijke
slachtofferverklaring of het spreekrecht. Hij of zij informeert
het slachtoffer over de mogelijkheden en kan, als dat
gewenst is, de verklaring namens het slachtoffer oplezen.
Zo gaat het in deze zaak ook. Alleen wil het slachtoffer het
woord overlaten aan zijn advocaat. Een juridisch medewerker
van Slachtofferhulp Nederland stelt de verklaring met het
slachtoffer op.
Ik spreek met de advocaat af dat de slachtofferverklaring
niet vooraf in het dossier komt. De verdachte, de advocaat
van de verdachte en de rechters kunnen zich dan niet
wapenen tegen wat er gezegd gaat worden. Op deze manier
hebben de woorden van het slachtoffer de meeste impact.
5 Een telefoontje van de moeder van een van de omgekomen slachtoffers met vlucht MH17.
Of ik de fotoschouw met haar wil voorbereiden. Na de ramp met vlucht MH17 zijn veel nabestaanden op
praktisch en emotioneel gebied ondersteund door een
casemanager. De stoffelijke resten van hun dierbaren na de
crash hebben de meeste nabestaanden niet gezien. De kisten
zijn ongeopend begraven of gecremeerd. Er zijn wel foto’s
gemaakt van de rampplek en van de slachtoffers. Soms
geven de foto’s een globaal beeld, soms meer gedetailleerd.
Confronterend zijn de foto’s allemaal. Een van de taken van
een casemanager is het begeleiden van een fotoschouw.
Een fotoschouw is het onder begeleiding bekijken van
de foto’s van stoffelijke resten. Dit kan bijdragen aan het
verwerkingsproces.
Ik heb al een voorbereidend gesprek gehad met de moeder.
Ze vraagt me nu of ik een voorschouw met haar wil doen.
Vooraf bekijk ik de foto’s van haar omgekomen zoon met
de forensisch expert van de politie. Ik maak uitgebreide
aantekeningen. Vervolgens bespreek ik met de familie welke
foto’s ze willen zien en welke niet en bereid ik ze voor op de
daadwerkelijke fotoschouw. Het bekijken van de foto’s is vaak
erg heftig en emotioneel. Ook als hulpverlener raakt het mij.
Maar ik weet wat het nabestaanden kan opleveren en weet
dus waar ik het voor doe. Tot nu toe hebben nabestaanden
van ongeveer zestig MH17 slachtoffers de foto’s van hun
dierbare bekeken. n
2016 Opportuun nr. 3
Trrring
31
u
Tekst: Thea van der Geest
Foto: Roel Dijkstra Fotografie
Gert van der Zee, chef parketpolitie Rotterdam
Rechtszalenbeveiligen“De parketpolitie hoort dag in dag uit enorm veel ellende:
verkrachting, geweldsmisdrijven, verkeersongelukken
met dodelijke afloop. Soms zie je nabestaanden met de
dood nog in hun ogen.”
Gert van der Zee, chef parketpolitie, kan zich dat ook
herinneren. De pijn van de ouders die hun 20-jarige zoon
bij een aanrijding waren verloren.
“Dat beeld blijft wel even op je netvlies staan.”
Elke dag wordt personeel van de parketpolitie gebriefd.
De bodedienst is daarbij om bijzonderheden over en weer
te delen. Het OM weet van te voren of partijen elkaar naar
het leven staan.
“Op dat gebied zou de samenwerking meer
vanzelfsprekend moeten zijn. Informatie bereikt ons af
en toe te laat. Soms lopen gemoederen in de rechtszaal
hoog op, zonder dat we daar op voorbereid zijn. Wij zorgen
ervoor dat we partijen uit elkaar houden.”
Dagelijks zorgt de parketpolitie in Rotterdam voor zo’n
zestig gedetineerden die naar en van de rechtbank
worden vervoerd, in het cellencomplex verblijven en voor
de rechter staan. Dat is een heel proces van planning,
administratie, transport en beveiliging.
“Wij zorgen ook voor toegangscontrole in het
zalencomplex, assisteren met transport bij
voetbalwedstrijden, oud en nieuw-regelingen en
festivals in de stad. De naam parketpolitie gaat sinds
de reorganisatie dan ook officieel door onder de naam
‘Arrestantentaken locatie rechtbank’.”
Van der Zee: “De beveiliging, het transport, het verzorgen
van arrestanten en de coördinatie van executiezaken
zijn de core business van de parketpolitie. Daarbij zijn
rechtbank, OM en parketpolitie op elkaar aangewezen.” n
OMgeving
t