6
219 Prof. Hofstee niet de aandacht is gevestigd. Dit bezwaar is, dater tot nu toe geen landelijke prognose is gemaakt van de tendenzen welke de spreiding der bevolkingstoeneming over ons land in de toekomst zullen beheersen. Zolang een dergelijke prognose ontbreekt is het wel zeer moeilijk voor de regionale onderzoeker en voor de opsteller van regionale bevolkingsprognoses betrouwbare en exacte streekprognoses op te stellen. Her is dan ook toe te juichen, dat door de Rijksdienst voor her Nationale Plan, in samenwerking met het Instituut voor Sociaal Onderzoek, een commissie in het leven is geroepen, welke de bestudering van de bevolkingssprediing in ons land tot object heeft. Alleen wanneer men een zo goed mogelijk inzicht heeft in de ontwikkeling van de tendenzen, welke deze sprei- cling beheersen, en dit zal voornamelijk betekenen een inzicht in de mogelijke decentralisatie van onze industrie, zal men in staat zijn de hier besproken methode ten volle door te voeren. Mijn conclusie is dan ook, dat de door de schrijver aangegeven methode in beginsel te verkiezen is boven de tot nu toe gebruikelijke methoden, doch dat de toepassingsmogelijkheid van deze methode op meer complexe gebieden eerst dan geopend wordt, wanneer een landelijke prognose is gemaakt van de verschillende tendenzen, welke de bevolkingsspreiding beheersen. leder sociaal-economisch onderzoeker kan worden aanbevolen van deze publicatie nader kennis te nemen, en de toepassingsmogelijk- heid voor andere gebieden dan her noorden te bestuderen. Dr. W. STEIGENGA. OVERZICHT VAN BUITENLANDSE TIJDSCHRIFTEN 1). THE ECONOMIC JOURNAL (1948, blz. 714). September t948. Lord Brand, Private Enterprise and Socialism. Critiek op het socialisnle, dat volgens schr. de ingewikkeld- heid van her moderne economisch leven onderschat, zich te zeer concentreert op de verdeling van de bestaande rijkdom en te weinig let op de voortbrenging van nieuwe, alsmede de vrijheid in gevaar brengt. Ook verdere nationalisatie van afzonderlijke bedrijfstakken acht schr. ongewenst. Schr. ver- dedigt voorts her sielsel van ,,private enterprise" tegen enkele gangbare bezwaren. G. T. Thirlbj,, Demand aud Supply of Money. Schr. past her vraag- en aanbodschema van Wicksteed toe op de credietmarkt en bespreekt aan de hand hiervan de l) Jaarta/en blz. achter de namen der tijdschriften hebben betrekking op de plaats, waar deze laatstelijk in De Economist werden behandeld.

Overzicht van Buitenlandse Tijdschriften

  • Upload
    d-t

  • View
    212

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Overzicht van Buitenlandse Tijdschriften

219

Prof. Hofstee niet de aandacht is gevestigd. Dit bezwaar is, d a t e r tot nu toe geen landelijke prognose is gemaakt van de tendenzen welke de spreiding der bevolkingstoeneming over ons land in de toekomst zullen beheersen. Zolang een dergelijke prognose ontbreekt is het wel zeer moeilijk voor de regionale onderzoeker en voor de opsteller van regionale bevolkingsprognoses betrouwbare en exacte streekprognoses op te stellen. Her is dan ook toe te juichen, dat door de Rijksdienst voor her Nationale Plan, in samenwerking met het Instituut voor Sociaal Onderzoek, een commissie in het leven is geroepen, welke de bestudering van de bevolkingssprediing in ons land tot object heeft. Alleen wanneer men een zo goed mogelijk inzicht heeft in de ontwikkeling van de tendenzen, welke deze sprei- cling beheersen, en dit zal voornamelijk betekenen een inzicht in de mogelijke decentralisatie van onze industrie, zal men in staat zijn de hier besproken methode ten volle door te voeren.

Mijn conclusie is dan ook, dat de door de schrijver aangegeven methode in beginsel te verkiezen is boven de tot nu toe gebruikelijke methoden, doch dat de toepassingsmogelijkheid van deze methode op meer complexe gebieden eerst dan geopend wordt, wanneer een landelijke prognose is gemaakt van de verschillende tendenzen, welke de bevolkingsspreiding beheersen.

leder sociaal-economisch onderzoeker kan worden aanbevolen van deze publicatie nader kennis te nemen, en de toepassingsmogelijk- heid voor andere gebieden dan her noorden te bestuderen.

Dr. W. STEIGENGA.

OVERZICHT VAN BUITENLANDSE TIJDSCHRIFTEN 1).

THE ECONOMIC JOURNAL (1948, blz. 714).

S e p t e m b e r t948.

Lord Brand, Private Enterprise and Socialism.

Critiek op het socialisnle, dat volgens schr. de ingewikkeld- heid van her moderne economisch leven onderschat, zich te zeer concentreert op de verdeling van de bestaande rijkdom en te weinig let op de voortbrenging van nieuwe, alsmede de vrijheid in gevaar brengt. Ook verdere nationalisatie van afzonderlijke bedrijfstakken acht schr. ongewenst. Schr. ver- dedigt voorts her sielsel van ,,private enterprise" tegen enkele gangbare bezwaren.

G. T. Thirlbj,, Demand aud Supply of Money.

Schr. past her vraag- en aanbodschema van Wicksteed toe op de credietmarkt en bespreekt aan de hand hiervan de

l) Jaarta/en blz. achter de namen der tijdschriften hebben betrekking op de plaats, waar deze laatstelijk in De Economist werden behandeld.

Page 2: Overzicht van Buitenlandse Tijdschriften

220

monetaire zijde van de conjunctuurschommelingen op grond van de ,,synthetische uiteenzetting" van Haberler.

D. F. Mc Currach, Britain's U.S. Dollar Problems 1939--1945.

A. M. de Neuman, Real Economies and the Balance of Industry.

Schr. neemt de steenkolenvoorziening aan als her ernstigste knelpunt der Engelse volkshuishouding en bespreekt langs welke wegen de bestaande wanverhouding kan worden weg- genomen.

QUARTERt.Y JOURNAL OF ECONOMICS (1949, blz. 139).

A u g u s t u s 1947.

W. Fellner, Prices and Wages under Bilateral Monopoly.

Er zijn enige bezwaren verbonde.~ aan her zonder meer toe- passen van de theorie van het bilateraal monopolie op de prijsvorming op een arbeidsmarkt met ,,collective bargaining". Ten eerste wordt het aanbod op een arbeidsmarkt niet be- paald door kostenfuncties, maar door de overwegingen van de vakverenigingsleiders t.a.v, loonpeil en werkgelegenheid. Schr. brengt dit tot uiting door middel van indifferentiecurven. Vervolgens houdt men bij de ,,bilateral monopoly analysis" een marge, waarbinnen de prijs onbepaald blijft. Dit kan on- dervangen worden door gebruik te maken van de ,,concept of games", zoals deze uitg~werkt is door von Neumann en Morgenstern.

H. Northrup, Collective Bargaining by Air-Line Pilots.

E. Reubens, Small-Scale Industry in Japan.

S. t?ottenberg, Intra-Union Disputes over Job Control.

B. Hammond, The Chestnut Street Raid on Wall Street, 1839.

N o v e m b e r 1947.

ti. Forchheinzer, The R61e of Relative Wage Differences in hater- national Trade.

Als een der voornaamste tekortkomingen in de klassieke in- terpretratie (Taussig) van de leer der comparatieve kosten ziet schr. het negeren van de loonverschillen tussen de be- drijfstakken. Hij tracht de storende invloed hiervan op de klassieke theorie statistisch na te gaan. Hij blijkt niet zeer groot te zijn en komt her sterkst tot uiting in de lichte in- dustriei~n en met name in de textielindustrie.

A. Nicols, The Rehabilitation of Pure Competition.

Gelijk Chamberlin de zuivere concurrentie als een grens- geval ziet, meent schr. de monopotistische mededinging als zodanig te moeten aanmerken. De prijswetten voor deze

Page 3: Overzicht van Buitenlandse Tijdschriften

221

marktvorm opgesteld gelden aUeen wanneer alle vragers kopersvoorkeuren hebben. In werklijkheid is dit slechts zelden het geval en zal waarschijnlijk een deel van de afzetcurve van de individuele producent een sterk elastisch verloop hebben. Dan zal echter ook het evenwicht van de onderneming toch weer komen te liggen op her punt, waar grenskosten en prijs aan elkaar gelijk zijn. De theorie der zuivere concurrentie blijkt dus als werkhypothese veel balangrijker dan de laatste jaren algemeen werd aangenomen.

R. Rosenlhal, Union-Management Vv'elfare Plans.

Y. t?. Maroni, Discrimination under Market-Interdependence.

Schr. legt een functioneel verband tussen de mogelijkheid tot prijsdiscriminatie op een onvolkomen merkt en de vervan- gingselasticiteit van de op die markt aangebo'den goederen. Het resultaat zijner analyse past hij toe op de theorie van de internationale handel.

G. Patterson en ]. Polk, The Emerging Pattern of Bilateralism.

Besproken wordt her stelsel van bilaterale monetaire ver- dragen, dat in Europa na de oorlog is ontstaan. Het verschil met de elearingstelsels van v66r de oorlog ligt o.a. in de uit- bouw van het huidige st.elsel tot een beperkt multilateraal systeem. De vraag, of men langs deze weg tot de verwezen- lijking van de doelsteltingen van Bretton Woods kan komen, zal afhangen van de duur der dollarschaarste.

]. Sardb, Spanish Prices in the Nineteenth Century.

INTERNATIONAL LABOUR REVIEW (1948 blz. 718).

A u g u s t u s 1948.

H. Hauek, Labour A ttach6s.

Social Security in Czechoslovakia.

S e p t e m b e r 1948.

L. Rostas, International Comparisons of Productivity.

Een vergelijking der arbeidsproductiviteit in Amerika en Engeland wijst op een grote voorsprong der Verenigde Staten in de mijnbouw en de industrie, o.a. als gevolg van een betere kapitaaluitrusting, grotere afzetgebieden, grotere be- drijven en een ver doorgevoerde standaardisatie der produc- tie. In de landbouw daarentegen staat de productiviteit in beide landen op ongeveer gelijk niveau.

M. Bloch, Social Insurance in Pos t -War Germany.

O c t o b e r 1948.

The 31st Session of the International Labour Conference: San Francisco, June-July 1948.

Page 4: Overzicht van Buitenlandse Tijdschriften

222

G. Fauquet, The Economic and Legal Status of Co-operative Insti- tutions.

N o v e m b e r 1948.

The I.L.O. and the Problem of Freedom of Association and Indus- trial Relations.

Latin American Economic Problems and International Co-

operation.

D e c e m b e r 1948.

O. de R. Foenander, The 40-Hours Case and the Change in Standard Hours in Australian Industry.

Industrial Home Work.

,Manpower Requirements and Availabilities in Europe in 1948.

P . H .

ECONOMETRICA (1948, blz. 142).

u I i 1947.

M. Goodwin, Dynamical Coupling with Especial Reference to Markets Having Production Lags.

AIs twee sectoren van her economisch leven interdependent zijn, is het niet toegestaan de erie sector te behandelen onder de veronderstelling, dat de andere niet ann veranderingen onderhevig is. Een dergelijke behandeling (unilateral cou- pling) is alleen toegestaan, als de invloeden niet wederkerig zijn, wat bijv. mogelijk is als we een kleine sector van het economisch leven bestuderen. Schr. bestudeert het probleem der parti~le behandeling voor een dynamisch vraagstuk, het spinneweb-theorema.

R. Roy, La distribution du revenu entre les divers biens.

Een uitbreiding wordt gegeven nan de publicatie ,,De l'utilit6, contribution & th6orie des choix", van dezelfde schrijver. M.b.v. de ,,coordonn6es tangentielles" geeft Roy een mogelijke oplossing van bet probleem her levenspeil te verklaren, Met alleen als functie van de hoeveelheden der beschikbare goederen, doch ook als functie van het geld- inkomen en de prijzen.

H. B. Woolley, Tile General Elasticity of Demand.

De totale elasticiteit van de vraag is de inkomenselasticiteit vergroot nlet de substitutie-elasticiteit t.o.v, producen, waar- van de prijs niet is verlaagd, en verkleind voorzover deze prijs wel is verlaagd t.o.v, de prijs van het onderzochte ar-

Page 5: Overzicht van Buitenlandse Tijdschriften

223

tikel. Voor verschillende alternatieven wordt de formule van de totale elasticiteit afgeleid.

.l.A. Nordin, Note on a Light Plant 's Cost Curves.

Statistische analyse van de functionele relatie tussen kos- ten en productie. Een functie van de tweede graad blijkt een goede aanpassing te geven:

y = 16,68 + 0,125 x -]- 0,00439 x2 waarin y de totale kosten van de brandstof zijn en x de productie per 8 uur voorstelt.

Ook de marginale kosten worden berekend. Een derde- graadscurve verbetert de resultaten niet noemenswaard.

L. Hurwicz, Some Problems Arising in Estimating Economic Rela-

tion.

Een drietal problemen worden kort behandeld n.a.v, het artikel van Nordin. Het eerste is verbonden ;net de vooral door de Cowles Commission naar voren gebrachte bezwaren tegen de methode der kleinste kwadraten, toegepast op enkele vergelijkingen.

7'. W. Anderson, A Note on a Maximum-Likelihood Estimate. C. l?adhakrishna t?ao, Note on a Problem of Ragnar Frisch.

De condities, waaronder x I lineair is verbonden met x 2, als xl = a~ + a en x,., = b.~ + /3, een probleem in 1936 door Frisch gesteld, worden bestudeerd.

O c t o b e r 1947.

M. Sasuly, Irving Fisher and Social Science.

De betekenis en de omvang van het werk van Fisher wor- den geschetst. Zijn plannen en programma waren van een- zelfde gigantische afmeting als die van Simon Newcomb aan wiens nagedachtenis Fisher zijn ,,Purchasing Power of Money" opdroeg. Hij dacht reeds 30 jaar geleden aan een algemene sociale wetenschap, waarin de vele onderdelen zou- den worden samengebracht. De grote verscheidenheid der door hem bestudeerde onderwerpen getuigt hiervan.

.4. Wald, Foundations 6f a General Theory of Sequential Decision

Functions.

AIs vervolg op reeds eerder verschenen publicaties in de Annals of Mathematical Statistics en Annals of Mathematics behandelt schr. nu het geval, waarin het aantal voor .een be- slissing vcreiste waarnemingen niet bij voorbaat vaststaat, doch a fhankelijk is van de uitkomst der waarnemingen. Aan- dacht wordt besteed aan de verwantschap met von Neumann's ,,Theory of games", meer in 't bijzonder met de theorie van ,,zero-suln two persons games".

]. R. Menke, Nuclear Fission as a Source of Power.

De Cowles Commission for Research in Economics te

Page 6: Overzicht van Buitenlandse Tijdschriften

224

Chicago, bestudeert de mogelijke economische gevolgen van de toepassing van atoomenergie. Een onderdeel van deze studie is het bepalen van de invloed van de atoomkennis op de kosten van energieverwekking. Schattingen leren, dat re- serves in de aardbodem, op uranium equivalent, als volgt zijn:

steenkool 1011 pounds, uranium lOS pounds, aard- olie 107 pounds.

De kosten van energie zouden momenteel ongeveer als volgt zijn :

cents/kw.U hydro 0,0.5---0,4 nuclear 0,3 ---0,5 steenkool-stoom 0,4 --1,5

De gegeven berekeningen voor de eerstvolgende jaren kunnen niet op accuratesse aanspraak maken.

T. Haavehno, Family Expenditures and the Marginal Propensi ty to Consume.

De controverse omtrent de bruikbaarheid van tijdreeksen of cross-sections bij de bepaling van economische relaties wordt door Haavelmo, aan de hand van een voorbeeld uit de bud- getstatistieken, onder de loupe genomen. Het gebruik van cross-sections blijkt aan bezwaren onderhevig. Ook bij andere onderzoekingen zal het door Haavelmo gestelde van belang zijn.

Bradford F. Kimball, A System of Life Tables for Physical Pro- perty Based on the Truncated Normal Distribution.

Wassily Leontief, Introduction to a Theory of the Internal Struc- ture of Functional Relationships.

Het aggregatieprobleem wordt hier benaderd van een an- dere dan de gebruikelijke zijde. Behandeld wordt de mogelijk- held een functie, welke verkregen is als combinatie van een aantal relaties, te splitsen in onderdelen.

D . T .