26
Dossier: Bloed Hoe voed je 3000 vliegen? Antwerpen top 10 “Ik overleefde ebola” Jean Pé Kolie vertelt zijn verhaal Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen | P³ | Nr 1 - september 2015

P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

Dossier: Bloed

Hoe voed je 3000 vliegen?

Antwerpen top 10

“Ik overleefde ebola”Jean Pé Kolie vertelt zijn verhaal

Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen | P³ | Nr 1 - september 2015

Page 2: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

Colofon

verantwoordelijke uitgever

Bruno Gryseels

hoofdredacteur Roeland Scholtalbers

redactionele coördinatie

Eline Van Meervenne

redactiecomité Ildikó Bokros

Nathalie Brouwers Nadia Ehlinger Stefan De Pauw

Alexandra Hörlberger Roeland Scholtalbers

Mieke Stevens Nico Van Aerde

Eline Van Meervenne Marc Vandenbruaene

Luc Verhelst Daphné Vleeschouwer

Maria Zolfo

layout & fotografie Stefan De Pauw

vertalingen Kristien Wynants

contact [email protected]

+32 (0)3 247 07 29

Voorwoord

Beste lezer,

Voor u ligt de eerste editie van het nieuwe ITG-magazine P³. Zoals u in de voetnoot kan lezen vat deze naam de actieradius van ons Instituut goed samen.

Twee keer per jaar opent P³ een deur van een kamer in het ITG. Zowel onderwijs, onderzoek als dienstverlening komen aan de orde, met de menselijke verhalen als rode draad. In deze eerste-ling is dat letterlijk het geval, want we namen bloed als uitgangspunt. Deze levenslijn voor voedings- en afvalstoffen speelt een vitale rol speelt in elke lichaamsfunctie, maar wordt ook belegerd door bacteriën, parasieten of virussen.

P³ richt zich tot iedereen die het ITG een warm hart toedraagt, in de eerste plaats het personeel en de studenten, van toen en van nu. P³ is er ook voor alle mensen die met ons samenwerken, of graag meer willen weten over onze activiteiten. Aan het ITG werken we met veel passie aan een weten-schappelijke vooruitgang en een gezondere wereld. We hopen dat dit blad een stukje van die passie weet over te brengen.

Ik wens de redactie veel geluk en succes met dit nieuwe initiatief, en u allen veel leesgenot.

Vriendelijke groeten,

Prof. dr. Bruno Gryseels Directeur

*P³ - de kern van het ITG in één letter

Ons innovatief en interdisciplinair onderzoek gaat uit van Pathogenen (Departement Biomedische Wetenschappen), Patiënten (Departement Klinische Wetenschappen) en Populaties (Departement Volksgezondheid). ITG-onderzoekers werken aan een beter begrip van tropische ziekten en ontwikkelen hiervoor verbeterde diagnose-, behandelings- en preventiemethoden. Anderen bestuderen de organisatie en het management van de gezondheidszorg en ziektebestrijding in regio’s waar de nood hoog is maar de middelen beperkt zijn. We focussen ook op de gezondheid van dieren en bestuderen daarbij vooral ziektes die op de mens overdraagbaar zijn.

Page 3: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

© De inhoud van deze publicatie mag niet volledig of gedeeltelijk gereproduceerd worden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Foto’s in deze publicatie weren genomen met het volledige begrip, deelname en toestemming van de geportretteerden. De beelden geven de afgebeelde situatie waarheidsgetrouw weer met de bedoeling de lezer de mogelijkheid te geven een beter beeld te vormen van ons werk.

Hoe voed je 3000 vliegen?

Onderzoeker, vroedvrouw, moeder

ITG en ik - Romantiek en wetenschap

Doctors and vampires

ITG-cijfer

Portret - Marco Rafael Coral Almeida

Ik overleefde ebola

Kunnen muggen dronken worden?

1933 - Van Brussel naar Antwerpen

Dossier: ‘Bloed’

Teek versus Diptank

Antwerpen top 10

5

22

13

18

8

15

6

24

14

20

10

16

Page 4: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

Ontdek de wereld van tropische geneeskunde en internationale gezondheid

in Antwerpen

Cursusoverzicht 2016-2017 beschikbaar op www.itg.be/education

• Master of Science in Public Health• Master of Science in Tropical Animal Health• Postgraduaten • Korte cursussen

Page 5: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

BloedDe rode vloeistof die door onze aderen

stroomt levert, in ruil voor kooldioxide en afvalproducten, voedingsstoffen en zuurstof aan de weefsels. Overal ter wereld is bloed aanwezig in de taal, beladen met culturele en religieuze symboliek. Bloed is dikker dan water, maar als wandaden worden

gepleegd in koelen bloede, kleeft er bloed aan onze handen, wat kwaad bloed zet en

tot bloedwraak leidt!

In vele religies is bloed de levenskracht van levende wezens, terwijl andere het zien

als een stof die moet worden gemeden. In Sub-Saharaans Afrika worden zwakte en ziekte vaak toegeschreven aan een gebrek

aan bloed.

We wijden het themadossier van deze eerste editie van P³ aan het allesomvattende

onderwerp bloed, de kern van veel activiteiten aan het ITG, en gingen op zoek

naar verhalen, feiten en evenementen.

dossier

Page 6: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 6

Student geneeskunde Jean Pé Kolie kreeg ebola in maart 2014, nog voor gezondheidswerkers zich ook maar realiseerden dat het om een uitbraak van deze verwoestende virusziekte ging. De verpleging van een van de eerste ebolapatiënten in het Kipéhospitaal in de Guineese hoofdstad Conakry kostte hem bijna het leven. Maar het gaf zijn leven, na maanden van eenzaam herstel, meteen ook een nieuwe impuls.

Roeland Scholtalbers

“Niemand had ooit een patiënt gezien die genas van ebola. Mensen vermeden en stig-matiseerden mij. Alleen mijn moeder en een vriendin van de universiteit stonden mij bij”, vertelt de 28-jarige Jean Pé.

Jean Pé groeide op in Nzekoré, een plaatsje in het binnenland van zijn geboorteland Guinee. Zijn droom, een carrière uit-bouwen in volksgezondheid, bracht hem naar de kust en hoofdstad Conakry, zijn haven van waaruit hij zou vertrekken om levens te redden. Jean Pé was van plan dat ofwel eigen-handig te doen of door bij

te dragen aan het maken of beïnvloeden van het beleid om het gammele gezondheidszorg-stelsel van zijn land te trans-formeren.

Bij een specialisatiestage, begin 2014, deed de student werk- ervaring op in het operatie-kwartier van het Kipé-hospi-taal in een bruisende wijk van Conakry. Op 22 maart had Jean Pé nachtdienst: “Een man werd opgenomen na zonsondergang. Ik verzorgde hem tijdens de nacht, want hij had koorts en braakte regelmatig. Hij had erg veel pijn.”

Jean Pé beschrijft met vaste stem de nacht die zijn leven veranderde en wat er daarna gebeurde. Hij veronderstelde dat de man aan malaria of buik-tyfus leed. In het ziekenhuis was er geen beschermende kledij voorzien om zeer besmette- lijke ziekten te behandelen. Hij verloor er zijn baas, collega’s en vrienden aan ebola.

“Ik werd depressief toen ik ver-nam dat ik ebola had. Dit leek het einde, want ik wist uit de wetenschappelijke literatuur dat de ziekte een hoog sterftecijfer had. Mijn moeder spendeerde twee dagen in een taxi om mij

“Ik overleefde ebola”

Page 7: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

7 | P³

te komen bezoeken, maar geen enkele van mijn vrienden kwam opdagen. Voor hen was ik al dood.”

Jean Pé verbleef drie weken in het onlangs geopende Donka- ebolabehandelingscentrum, gerund door Artsen zonder Grenzen. Het duurde daarna nog eens drie maanden voor hij volledig hersteld was. Zijn proefschrift over “niet-trau-matische abdominale chirur-gische urgenties” leek een vage herinnering en een carrière in volksgezondheid een onhaal-bare droom.

Toch zit ik, minder dan een jaar later, in Conakry’s Gamal Abdel Nasser Universiteit te luisteren naar een gedetailleerde uiteen-zetting over appendicitis, peri-tonitis, pancreatitis en andere acute buikgevallen. Jean Pé’s ge-heven wijsvinger geeft het ritme aan van zijn presentatie aan de promotiecommissie. “Toen ik

weer op krachten kwam, was ik vastbesloten de draad van mijn studie weer op nemen en mezelf nuttig te maken in de strijd tegen ebola.”

En dat deed hij dan ook. Jean Pé vervoegde het gezondheidsteam van Artsen Zonder Grenzen en raakte later betrokken bij een klinische studie met bloedplas-ma van overlevers, geleid door het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Dit door de Eu-ropese Unie gefinancierd pro-ject onderzoekt of antilichamen

in het bloed van ebola-over-levenden symptomatische patiënten kan helpen ebola te bestrijden. Het onderzoek had nooit tot stand kunnen komen zonder de actieve betrokken-heid van overlevenden. Jean Pé werd vertegenwoordiger van de Guineese vereniging van ebola overlevenden in het Ebola-Tx project.

Samen met zijn collega Achilles en een groep van tien overle- venden, geeft Jean Pé de be- volking voorlichting en maakt hen duidelijk dat mensen die genezen zijn niet langer een gevaar vormen voor hun dier-baren. “We hebben deze vre-selijke ziekte zelf doorgemaakt. We weten hoe we het kregen, wat de symptomen zijn en wat voor soort zorg patiënten krij-gen in de behandelingscentra. Gebrekkige informatie over de epidemie, vooral in de begin-fase, heeft geleid tot mythes en misverstanden die moeilijk

“Mijn moeder spen-deerde twee dagen in een taxi om mij te komen bezoeken, maar geen enkele

van mijn vrienden kwam opdagen.

Voor hen was ik al dood.”

Page 8: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 8

recht te zetten zijn. Maar de overlevenden zijn wel het best geplaatst om dit te proberen.”

Ze mobiliseren ook plasmadon-oren voor de klinische studie. Hun bijdrage kan mogelijk levens redden. “Overlevenden staan te popelen om plasma te geven om hun landgenoten te helpen. Onze rol is om donoren en hun familie te begeleiden in dit proces, vooral omdat bloeddonatie een zeer gevo-elig onderwerp is in Guinee. De donoren hebben ook tal van praktische vragen over de donatie zelf en het gebruik van hun bloedplasma.”

Jean Pé draagt het concept van zijn proefschrift, veilig opge-borgen in zijn rugzak, elke dag met zich mee. Hij geeft me een duidelijk antwoord als ik hem vraag of ebola zijn leven of zijn plannen voor de toekomst heeft veranderd. “Ik ben er nog ze-kerder van dat ik een carrière in volksgezondheid wil nastreven. Wat ik het afgelopen jaar heb meegemaakt, is kostbare bagage om dat waar te maken.”

Meer informatie en een korte film over het Ebola TX project waar Jean Pé in voorkomt vind je op www.ebolatx.eu .

Doctors and VampiresBloed en onderzoek in Sub-Saharaans Afrika

Door Marc Vandenbruaene

“Bloed is zwanger van symboliek”, zei Flor Peeters, docent aan de Interactie-Academie, in 2001, naar aanleiding van een mediahype in Vlaanderen over met hiv-positief bloed-geschilderde werken van de kunstenaar Dave Schweitzer. “Bloed is een verbindend element.”

“Het manipuleren van bloed is een oerthema in de mense- lijke geschiedenis. Denk maar aan offers. Als er geofferd moest worden, moest er bloed vloeien. Als spannin-gen te hoog opliepen in een maatschappij, moest er eerst bloed vloeien. Bloed verbindt zoals de woorden ‘bloedband’ of ‘bloedverwant’ suggereren. Het wijst op solidariteit. Maar bloed is ook heilig. Het heeft te maken met het mysterie van de dood en van het leven. Bloed is leven, passie en dood. Kortom je raakt er niet zo- maar aan.”

Dat was in vele culturen zo, maar het geldt vandaag de dag nog in Sub-Saharaans Afrika, beschrijven Koen Peeters

Grietens, Charlotte Gryseels en het team van de Dienst Medische Antropologie in een artikel in de American Journal of Tropical Medicine & Hy-giene in 2014 en in de Lancet in 2015 in relatie tot ebola.

Prof. Koen Peeters Grietens: “Het zou niet goed zijn om de geruchten en overtuigingen dat bloed verkocht wordt, alleen maar te bestempelen als een teken van onwetend-heid. Iedereen, overal ter wereld probeert zin en orde te scheppen in de chaos van de realiteit, als je met ziekte en dood geconfronteerd wordt. Zelfs de wetenschap doet dat: zin, orde en causaliteit probe- ren te vinden vanuit de reali- teit zoals we ze waarnemen.

Page 9: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

9 | P³

In Gabon, waar we werkten, zijn er inderdaad hardnekkige overtuigingen, die kaderen in het fenomeen dat de loka-le bevolking ‘le evou’ noemt: onverklaarbaar succes of tegenslag wordt verklaard door een mysterieus agens uit een onzichtbare wereld, dat door de bevolking in het Frans wordt vertaald als ‘le vampire’. Let wel: het is niet gerelateerd aan wat we hier verstaan onder vampi- risme en de levende doden van de menige tv-series. Volgens het lokale geloof is ‘le vampire’ passief aanwezig in de meeste mensen. Maar het is een actieve kracht die gebruikt wordt in magie wanneer men ‘le vampire’ gebruikt om ziekte te ver-spreiden of door genezers om mensen te helen. Mensen die op een ‘onnatuurlijke’ manier succesvol zijn, worden ervan verdacht dat ze extra krachten verwierven door, via het kopen en drinken van bloed, de zielen van onschuldigen te eten die op mystieke manier gedood werden.

En laat bloed afnemen nu net datgene zijn, dat iedere dag gebeurt in centra waar klinische studies plaatsvinden, opgezet door westerse instanties. Deze geruchten en overtuigingen kaderen ook in sociale onrecht-vaardigheid en asymmetrische machtsverdelingen, dus tussen lokale gemeenschappen en buitenlandse instanties die de touwtjes in handen hebben.

“Het is helemaal niet eenvoudig om als onderzoeker te antici- peren op deze geruchten en overtuigingen. Denk maar niet dat het uitschrijven van een, in onze ogen zeer duidelijk, informed consent-formulier soelaas kan brengen. Wat men soms probeert, is leiders van de lokale gemeenschappen uit te nodigen om een laboratorium of een site van een klinische studie te bezoeken, om te laten zien wat er in realiteit met het bloed gebeurt en dat er dus totaal geen sprake is van het te verkopen aan machtige mensen. Je zou bijvoorbeeld ook de

kleur rood kunnen vermij-den in symbolen, producten, folders, of teksten. Maar dan nog is er nog nooit diepgaand onderzoekgedaan hoe je deze geruchten of overtuigingen moet aanpakken en ombuigen in klinische studies.”

Doctors and Vampires in Sub-Saharan Africa: Ethical Challenges in Clinical Trial Research Koen Peeters Grietens, Joan Muela Ribera, Annette Erhart, Sarah Hoibak, Raffaella M. Ravinetto, Charlotte Gryseels, Susan Dierckx, Sarah O’Neill, Susanna Hausmann Muela and Umberto D’Alessandro. Am. J. Trop. Med Hyg., 91(2),2014,pp.213-215

Blood as medicine: social meanings of blood and the success of Ebola trials Melanie Bannister-Tyrrell, Charlotte Gryseels, Alexandre Delamou, Umberto D’Alessandro, Johan van Griensven, Koen Peeters Grietens on behalf of the Ebola-TX platform The Lancet 01/2015; 385(9964). DOI:10.1016/S0140-6736(14)62392-8 · 39.21

Page 10: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 10

Hoe voed je 3000 vliegen?

Ildikó Bokros

Tseetseevliegen vindt men in Sub-Saharaans Afrika en zijn overbrengers van de verwoestende Afrikaanse trypanosomiasis , slaapziekte in de volksmond. Onbehandeld, kan slaapziekte fataal

zijn bij zowel mens als dier. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie lopen ongeveer 70 miljoen mensen in 36 landen gevaar. En dan spreken we nog niet over de schade voor veehouderij, landbouw

en voedselveiligheid. Onderzoekers van het ITG verrichten al decennialang onderzoek naar de ziekte. Zij bestuderen daarbij de interactie tussen de tseetseevlieg, de trypanosoom-parasiet, de

menselijke of dierlijke gastheer en de weerstand van de parasiet tegen de beschikbare medicijnen. Om de wetenschappers te helpen bij hun onderzoek, heeft het ITG in 1985 haar eigen kleine

tseetseevliegkolonie opgericht.

beeldverhaal

Page 11: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

11 | P³

De kolonie

De tseetseevliegenkolonie bestaat uit ongeveer 3000 niet-geïnfecteerde productieve vrouwtjes. Met een levensduur van zes weken brengen ze drie à vier nakomelingen voort. Elke kooi bevat ongeveer 30 tseetseevliegen en staat in een kamer die, bij een temperatuur van 26,5°C en 70% lucht-vochtigheid, hun natuurlijke habitat simuleert.

Het bloederige voedingsproces

Tseetseevliegen leven van bloed. Ze worden gevoed via met silicoonrubber-membranen overdekte schotels, waarin zich koeienbloed bevindt. Onder de bakken ligt een mat, met een temperatuur van 37 à 39°C, de lichaamstemperatuur van een levend dier.

Het bloed wordt gedefibrineerd, oftewel onstolbaar gemaakt, om klontering te vermijden. Het wordt behandeld met gamma- straling en gesteriliseerd om

mogelijke virussen te vernie- tigen, en wordt daarna inge-vroren. Nieuwe partijen bloed ondergaan steeds een “test run”: vliegen worden gevoederd gedurende twee voortplan- tingscycli en hun nakomelingen worden getest. Als ze gezond blijven, kan het bloed gebruikt worden.

De vliegen van de ITG-kolonie verbruiken gemiddeld 140-150 liter bloed per jaar. Dat is

ongeveer 600 ml per dag of vijf liter per twee weken. Ze hoeven niet elke dag te eten en worden slechts vier dagen per week gevoederd.

Per keer gebruikt men drie trays voor de 42 kooien. Met vijf minuten per kooi duurt het voederen in totaal dus anderhalf uur. Omdat vliegen liever in het donker eten, worden de kooien afgedekt met een doek.

beeldverhaal

Page 12: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 12

Het verleden

Vroeger kwamen de tsee- tseevliegen aan hun bloed dank-zij de oren van labkonijntjes. Door het verhoogd ethisch be-wustzijn in de wetenschap en de beperkingen op het gebruik van proefdieren, zocht het ITG naar alternatieve voedingsmethoden. Het gebruik van konijnen voor dergelijke doeleinden werd stopgezet. Het instituut is over-geschakeld op silicoonmem-branen en runderbloed, met als extra voordeel dat de voedertijd gehalveerd is.

De voormalige labkonijntjes werden geadopteerd en zijn erg gelukkig in hun nieuwe thuis!

Lord of the Flies

Jos van Hees, een derde generatie Antwerpenaar, werkt al 30 jaar bij het ITG. Na een bachelor in rechten, besefte hij dat hij liever “met zijn handen” werkt. In 1985 vroeg wijlen professor Mortelmans hem een relatief goedkope vliegenkweekeenheid op te zetten voor ITG-experimenten. In de loop der jaren is de kolonie stevig gegroeid, maar Jos wordt “zijn” vliegen nooit moe. Hij doet alles alleen en maakt zelf de vliegenkooien. Terwijl anderen de vliegenkweek misschien eenzaam vinden, geniet hij net van het alleen werken en zijn onafhankelijkheid met, niet te vergeten, het luisteren naar zijn eigen muziek!

beeldverhaal

Page 13: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

13 | P³

Wetenschappers van het ITG werken samen met partners in het Zuiden om de ziektes die teken overdragen op het vee te monitoren. Het onder-zoek wordt gesteund door de Belgische Ontwikkelingssamen-werking.

“If livestock dies, so does the village.” Het is een bekende Afri- kaanse uitspraak die aantoont dat boerderijdieren een be-langrijke economische waarde hebben. Vooral arme gezinnen zijn afhankelijk van vee. Koeien, schapen en geiten vormen een bron van voedsel, ze bewerken het land en ze generen inkom-sten door het verkopen van hun melk, vlees, etc.

Het ITG werkt samen met de Universiteit van Pretoria in Zuid-Afrika om de gezondheid van vee en bevolking te garan-deren. Hun werkterrein omvat twee gebieden waar boeren en hun vee met wilde dieren in aan-raking komen, vlakbij het Kru-ger National Park in Zuid-Afrika en het Limpopo National Park in Mozambique. De wilde dieren

uit de natuurparken kunnen diverse ziektes overdragen op het vee en omgekeerd.

Eén van die ziektes is de corridor disease. De teek Rhipice- phalus appendiculatus draagt de Theileria parva-parasiet over van buffels naar runderen. De ziekte kan al na enkele weken fataal zijn. In Oost-Afrika komt een gelijkaardige ziekte voor, East Coast fever. Deze ziekte wordt overgedragen van runderen op runderen door dezelfde parasiet, via dezelfde teek. Zelfs als het dier de nodige medicatie krijgt en overleeft, wordt de koe drager van de parasiet en kan East Coast fever opnieuw via teken worden verspreid.

In Zuid-Afrika werd East Coast fever volledig uitgeroeid. De behandeling van dieren met corridor disease is er verboden omdat deze dieren na hun behandeling nog steeds drager kunnen zijn van de parasiet en dus een gevaar zouden betek-enen voor de veestapel. “Het in kaart brengen van corridor disease en het opvolgen van deze ziekte is essentieel om te begrijpen of er misschien in de

toekomst terug East Coast fever zou kunnen opduiken in Zuid- Afrika,” vertelt prof. Maxime Madder van het ITG.

Het vee wordt beschermd tegen teken door ze te behandelen met acariciden in diptanks. Dat zijn baden met een anti-teken-product, waar de koeien door worden gedreven. “Het is een indrukwekkende gebeurtenis,” vervolgt Maxime. “Verschillende boeren brengen hun vee naar de diptanks. Er vormt zich dan letterlijk een file van honderden tot soms duizenden koeien. Eén voor één springen de koeien in het bad. Daarin zit een anti- tekenproduct, dat ervoor zorgt dat de aanwezige teken sterven of loslaten. De diptanks bevin-den zich vlakbij natuurparken. Het vee wordt na het dippen ook gescreend op andere ziektes die ze kunnen krijgen van wilde die-ren, zoals mond-en-klauwzeer.”

Onze wetenschappers onder-zoeken daarnaast ook de opkomende resistentie bij de teken en ze ontwikkelen testen om de ziektes en resistentie op te sporen.

Teek versus diptankEline Van Meervenne

Iedereen kent de teek. Het minuscule beestje komt in de hele wereld voor en voedt zich met het bloed van zijn gastheer. Teken kunnen een hele reeks ziektes overdragen op mens en dier. In het Zuiden vormt dit niet alleen een gevaar voor de gezondheid van de bevolking en het vee, ook de economische gevolgen van ziek vee zijn groot.

Page 14: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

Kunnen muggen dronken worden?Wij vroegen het aan ITG-entomoloog prof. Marc Coosemans.

Marc Vandenbruaene

Muggen hebben het enzym alcohol-dehydrogenase. Het enzym zorgt ervoor dat alcohol kan worden afgebroken. Dat betekent dat muggen in contact komen met alcohol, anders zou het gen voor het enzym al weggeselecteerd zijn in de lange loop van de evolutie. Muggen voeden zich met fruitsappen en nectars van bloemen, die kunnen gisten waardoor er alcohol ontstaat. Na tien drankjes heeft een mens een alcoholpromille van 0,2%. Voor een mug is een bloedmaaltijd van zo’n persoon gelijk aan een pintje dat 25 keer verdund is. Te weinig om van een dronken mug te kunnen spreken. Onderzoekers hebben vastgesteld dat dronken mensen buitenge-woon aantrekkelijk zijn voor muggen. Mensen die een glaasje op hebben zweten meer, dat zorgt voor een sterkere lichaamsgeur. Vrouwelijke muggen selecteren hun gastheer op basis van die lichaamsgeur. Zwetende, dronken mensen zijn op die manier echte muggenmagneten.

fun fact

Boek uw medische consultatie online:• Reisgeneeskunde• Hiv en soa’s

Page 15: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

15 | P³

itg-cijfer

Vorig jaar ontving ons Centraal Laboratorium voor Klinische Biologie 10.350 bloedstalen voor hematologisch onderzoek. In totaal voerde

het laboratorium 595.373 analyses uit van 33.260 patiënten. Hierbij wordt getest op tropische ziektes zoals dengue en

chikungunya. Maar liefst 130.497 analyses werden uitgevoerd in het kader van de rol die het ITG vervuld als nationaal referentiecentrum voor de diagnose van infectieziekten en tropische aandoeningen.

Page 16: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 16

Sociale dood

Bouchra Assarag – Onderzoeker ITG en ENSP

Na haar diploma in genees- kunde behaalde Bouchra Assarag uit Marokko een Master in Public Health (MPH). In 2002 ging ze werken in een gezondheidscentrum in een afgelegen berggebied. Ze werd er geconfronteerd met de pro- blemen van moeders: weinig tot geen opvolging van de zwanger-schap, geen mogelijkheid tot keizersneden, de sociale stigma’s als gevolg van slepende compli-caties, etc.

Deze ervaring overtuigde Bouchra ervan dat meer onder-zoek naar de gezondheid van

moeder en kind noodzakelijk is. Ze besloot te doceren in ma-ternale morbiditeit aan het ITG. Als complicaties die na of tijdens de zwangerschap optreden, niet goed worden opgevolgd kunnen ze leiden tot ernstige (permanente) aandoeningen. “Voor vele vrouwen betekenen deze aandoeningen een sociale dood,” vertelt Bouchra. “De vrouwen lopen het risico om uitgestoten te worden door hun man en schoonfamilie. Er wordt weinig over seksuele gezond-heid gepraat en de ongelij-ke relatie tussen man en vrouw maakt het niet eenvoudiger.”

Bouchra benadrukt dat het belangrijk is dat dokters, vroedvrouwen en verpleegkun-digen meer getraind worden in de menselijke factoren rond bevallen. Een heldere en open communicatie is essentieel.

Dankzij Bouchra’s doctoraat wordt er voor de eerste keer in Marokko diepgaand onderzoek gevoerd naar de sociale gevol-gen die moeders met compli-caties met zich meedragen.

De ontbrekende schakel

Marie Chesnay - Oud-studente MPH- Disease Control 2014-2015 bij het ITG

Vroedvrouw Marie Chesnay kwam oog in oog te staan met de harde realiteit van de ge-zondheid van moeders toen ze in Tsjaad werkte. Meisjes, veel te jong om al moeder te worden, leden vaak onherstelbare schade door een bevalling. Anderen, die in verafgelegen gebieden wonen, zochten te laat medische hulp, met fatale gevolgen. Maar het was ook in Tsjaad dat Marie haar krachtigste ervaring als vroedvrouw meemaakte. Op een dag werd een onrustige, jonge vrouw door haar familie in allerijl naar het ziekenhuis

Onderzoeker, vroedvrouw, moederDrie vrouwen over de uitdagingen van gezondheid voor moeder en kind

Dagelijks sterven ongeveer 800 moeders aan complicaties als gevolg van een zwangerschap of bevalling. Nochtans kunnen de meerderheid van deze complicaties perfect vermeden worden, als er deskundige zorg en efficiënte opvolging is. Hoewel moeder- en kindersterfte sinds 1990 met bijna 50% is gedaald, zijn de Millenniumdoelstellingen (MDG’s) omtrent kindersterfte (MDG 4) en de gezondheid van moeders (MDG 5), nog steeds niet bereikt. Het ITG zal in november 2015, samen met haar Marokkaanse partner, l’Ecole Nationale de Santé Publique (ENSP), het 57ste colloquium wijden aan dit thema (zie kader). Drie vrouwen: een onderzoeker, een vroedvrouw en een moeder delen hun verhaal over het moederschap

Alexandra Hörlberger & Eline Van Meervenne

Page 17: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

17 | P³

gebracht. De hoogzwangere tie-ner had weeën en een verwijde baarmoederhals. Ze leed aan een psychische aandoening waardoor ze niet vlot meewerkte met de vroedvrouw en de verpleegsters. Het medisch team, bang dat ze bezeten was door kwade geesten die haar grillige gedrag veroor-zaakten, probeerden haar met geweld in bedwang te houden. Er was geen communicatie tus-sen het personeel en de patiënte en de situatie dreigde uit de hand te lopen. Toen nam Marie de leiding en bevrijdde de tiener uit greep van de aanwezi-gen. De familie werd gevraagd buiten te wachten terwijl Marie een veilige omgeving creëerde voor de jonge vrouw. De jonge vrouw weigerde om op de tafel te blijven liggen, wrong zich in allerlei bochten van de pijn en verkoos om op de grond te liggen. De lokale verpleegsters keken vol ongeloof toe terwijl Marie zich naast haar op de grond zette en haar hielp om een gezonde baby op de wereld te zetten. Marie benadrukt dat een vroedvrouw de brug vormt tussen het medische en het sociale domein. De vroedvrouw

biedt ondersteuning zonder vooroordelen en neemt alle stressfactoren weg, zodat de moeder zich kan focussen op de geboorte van haar kind.

De menselijke toets

Kévine Nkaghere Mbuenbue – Oud- studente MPH-Health Systems Manage-ment and Policy 2014-2015

Kévine Nkaghere uit Kame-roen is arts, studeerde aan het ITG en is moeder van twee kin-deren. Haar jongste kindje werd geboren tijdens haar studiejaar in Antwerpen, maar haar eerste kindje werd geboren in een heel andere context. In Kameroen moeten gezinnen sparen voor

een geboorte, want het ont-vangen van gezondheidszorg brengt veel out-of-pocket (directe) kosten met zich mee. Wie het zich kan veroorloven kiest voor een gyneacoloog om de zwangerschap te begeleiden. Minder welvarenden zoeken hulp bij een vroedvrouw. Maar de zorg die de vrouwen krijgen, is vooral praktisch en er is di-rect contact tussen de zorgver-lener en patiënt, wat de toe-komstige moeder geruststelt. In België kreeg Kévine uitstekende pre- en postnatale zorg, maar ze voelde een zekere afstand. Naast de goede opvolging en de hightech-apparatuur had ze liever een menselijkere aanpak gehad. Kévine beviel van een gezond kindje in een Belgische kraamkliniek, omringd door haar moeder en driejarige dochter. Als ze in Kameroen was bevallen, zou dit tussen vele andere vrouwen, weg van haar familie, gebeurd zijn. Kévine benadrukt dat beide landen hun voor- en nadelen hebben en dat ze veel geleerd heeft van beide ervaringen.

www.itg.be/colloq15

Het Colloquium wil aanbevelingen formuleren over hoe gezondheid van moeders kan verbeterd worden in een geïntegreerd post-2015 ontwikkelingskader, dat verder gaat dan de vermindering voor het sterftecijfer en streeft naar een gezond leven voor iedereen, in lijn met de UN Global Strategy for Women’s, Children’s and Adolescents’ Health.

De conferentie zal drie thema’s belichten: • respectvolle bevalling;• maternale morbiditeit en de gevolgen daarvan voor

de gezondheid van de pasgeborenen en de moeders;• controle op monitoring van moedersterfte.

ITM-ENSP Colloquium 2015Rabat, 24-27 November 2015

MATERNAL & NEONATAL HEALTH BEYOND 2015

Page 18: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 18

Na mijn studie geneeskunde in Gent schreef ik me vorig jaar in voor de post-graduaat- cursus Tropische Genees- kunde en Internationale Gezondheidszorg aan het ITG. Ook al ben ik een Belg, het was spannend om in mijn eentje naar Antwerpen te verhuizen. Ik heb altijd in Gent gewoond en ge-studeerd en Antwerpen was voor mij nog vrij onbekend terrein. Gelukkig bleek het een bruisende stad, waar je je niet snel verveelt. Ik lijstte mijn top 10 in Antwerpen op. Probeer ze gerust uit maar voel je vrij om ook zelf de stad met je nieuwe ITG-vrienden te verkennen!

1. Uitgaansagenda voor Antwerpen

Weet je niet wat doen? Ga naar www.weekup.be en bekijk wat Antwerpen te bieden heeft. Een wekelijkse online-agenda met allerlei activiteiten in Antwer-pen.

2. Mechelseplein

Het Mechelseplein is de perfecte plek, in de buurt van het ITG, om een avond te beginnen of te eindigen. Een charmant plein met gezellige café’s en terrasjes. Geniet van een drankje in het oudste café van Antwerpen,

De Boer van Tienen, start een feestje in De Pallieter of proef de gratis tapas in Korsakov op zondagnamiddag. Om de hoek vind je Izzy Maze, waar zowel rastas als advocaten samen op de dansvloer swingen.

3. Een balletje trappen

Mijn klasgenoten en ik voet-balden elke week. In de winter reserveerden we een sportzaal in de Middelheimcampus van de Universiteit Antwerpen en speelden we binnen. Als de zon scheen, voetbalden we buiten in één van de vele Antwerpse parken. Doorheen het centrum vind je pleintjes waar je kan bas-ketten samen met de lokale jeugd.

Henryk Bonte

ITG-alumnus Henryk Bonte onthult zijn 10 favoriete activiteiten

in Antwerpen.

de lijst

Antwerpen top 10

Page 19: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

19 | P³

4. Antwerpen = cultuur

Koop een boekje met cultuur- cheques bij de Studentendienst van het ITG en geniet van het geweldig cultureel aanbod van Antwerpen. Ontdek nieuwe muziek in concertzalen zoals Trix of De Roma. Bezoek de vele musea of wandel gewoon rond in de stad.

5. Drinken!

Ben je op zoek naar gezellig- heid, pintjes voor € 1,80 en goede muziek? Probeer dan Ca-bron vlakbij het stadhuis, speel poolbiljart bij Boogaloo aan de Troonplaats of ga naar het Zee-zicht aan de Dageraadplaats voor een drankje, alvorens te gaan eten in restaurant Over-vloed.

6. Eten!

Maak een keuze uit de vele restaurants in Antwerpen. Ga voor falafel in Falafeltof of Benny Falafel. Eet vegetarisch in Overvloed of de Broers van Julienne. Probeer Chinees in Chinatown. Als je uit eten gaat in groep, smul dan van het In-

disch buffet bij “Aahaar” (slechts 10 euro per persoon) vlakbij het Centraal Station.

7. Internationaal Antwerpen

Eén van de grootste troeven van Antwerpen is de internatio-nale sfeer die de stad uitademt. Breid je culinaire horizon uit en bezoek de vele Indische, Marokkaanse of Poolse winkels in Antwerpen. Een belang- rijk pluspunt: het is er vaak goedkoper dan in de super-markt! Bezoek Chinatown, een straat, met allerlei winkels en restaurants. Vind Sun Wah, een enorme Chinese supermarkt met etenswaren, vuurwerk en zelfs kung fu-schoenen.

8. Minigolf

Zoek je de ideale activiteit voor een luie zondagmiddag? Speel dan minigolf in Wilrijk (slechts 3,5 kilometer van Antwerpen). Voor € 4 kan je minigolfen, een sport die kracht, intelligentie en sluwheid combineert. Pas op voor de ‘hole 10’ – a pain in the ass!

9. Bezoek Doel

Vijfentwintig kilometer van Antwerpen vind je het verlaten dorp Doel. Nadat de inwoners hun huizen moesten achterlaten als gevolg van de uitbreiding van de haven, namen verschil-lende kunstenaars het dorp over. Organiseer een fietstocht en bewonder de indrukwek-kende graffitikunst.

10. Cartoon’s

Cinema Cartoon’s heeft een houten ticketbox, rood fluwelen stoelen en films van regisseurs zoals Woody Allen, Ken Loach, enz. Vergeet niet je cultuur- cheque te gebruiken, dan krijg je een korting. De cinema heeft ook een leuke bar waar je voor en na de film gezellig kan bijpraten en je mag zelfs je drankje mee in de zaal nemen.

Je vindt de links naar de hierboven vermelde adressen in de online versie van dit krantje.

Page 20: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 20

Meer dan 100 jaar geleden, in 1906, opende de School voor Tropenziekten haar deuren, met als doel artsen en verpleegkun-digen op te leiden in tropische geneeskunde. Geen overbodige luxe, want malaria, gele koorts en slaapziekte richtten ware rav-ages aan in de Congo-Vrijstaat, tussen 1885 en 1908 privé- eigendom van Koning Leopold II. Niet de Leopold uit de naam van het ITG, dat is Leopold III. Het sterftecijfer ligt er alarmerend hoog, zowel bij de

Congolezen als bij de Euro-peanen. De school startte met een handjevol docenten en drie leslokalen in de gebouwen van de Brusselse École Coloniale. Door de jaren heen breidde de school langzaam maar zeker uit en verhuisde onder leiding van directeur Alfons Broden naar Villa Duden in Brussel.

In de jaren ‘20 werd er tussen de staat en de provincie Antwerpen stevig gelobbyd om een Instituut voor Tropische Genees-

kunde op te richten in Ant-werpen. Deze zou geïntegreerd worden in de gebouwen van het Provinciaal Instituut voor Hygiëne, die op dat moment in opbouw waren. Het complex lag op een steenworp van de Congodokken. Zieke kolonialen en missionarissen konden zo meteen na hun aankomst per boot opgenomen worden in de kliniek.

<< rewind

1933 – Van Brussel naar Antwerpen

Eline Van Meervenne

In de rijke geschiedenis van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) is het jaartal 1933 een sleutelmoment. Het Instituut verhuisde toen van Brussel naar Antwerpen en werd van School voor Tropenziekten omgedoopt tot Prins Leopold

Instituut voor Tropische Geneeskunde.

Congoboot in de haven van Antwerpen

Ecole de médecine tropicale, Park Duden, 1920

Page 21: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

21 | P³

Op 11 februari 1931 werd de School voor Tropenziekten omgedoopt tot het Prins Leop-old Instituut voor Tropische Ge-neeskunde. Het Instituut had als doel de opleiding van koloniale artsen en gezondheidsagen- ten, het onderzoek naar tro-pische ziekten en het inrichten van laboratoria en ziekenhui-zen. De toenmalige directeur, Jérôme Rhodain, was intens betrokken bij de overheveling van Brussel naar Antwerpen. In zijn visie had het Instituut drie kerntaken: kwalitatief hoog-staand onderwijs, ondersteund door actief wetenschappelijk onderzoek en het adviseren en coördineren van de laboratoria in Congo.

Op 4 november 1933 was het dan zover, het Prins Leopold In-stituut voor Tropische Genees- kunde werd officieel ingehul- digd in de Nationalestraat, Ant-werpen. Het spiksplinternieuwe gebouw was het resultaat van een wedstrijd. In 1925 werden

architecten aangemoedigd om een plan te ontwerpen voor de gebouwen van het Provinciaal Instituut voor Hygiëne. De jury, waarin de bekende Belgische ar-chitect Victor Horta zetelde, se-lecteerde het ontwerp van Paul Lebon en Marcel Spitael. Acht jaar later mocht het resultaat

er wezen. Een indrukwekkend gebouw in art-deco -stijl waarin geen enkel detail over het hoofd werd gezien. Vooral de imposante traphal, de excellente uitrusting van de laboratoria en het vernuftige airco-systeem werden geprezen tijdens de huldiging van het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde.

<< rewind

Eerste steenlegging in Antwerpen, 7 augustus 1925

Bibliotheek (Zaal Broden), Antwerpen ±1933

Page 22: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 22

Waarom besloot je aan het ITG te studeren?Het ITG is wereldwijd bekend voor zijn werk op het gebied van o.a. hiv, tuberculose en malaria en trok mijn aandacht door mijn achtergrond als veearts. Het ITG heeft ook een aantal lopende projecten in mijn vaderland, Ecuador, en sommige collega’s, en zelfs mijn vroegere baas, zijn ITG-alum-nus.

Welke cursussen heb je gevolgd? Ik voltooide een Master in Tropical Animal Health in 2010-2011.

Wat doe je momenteel bij het ITG?Voor mijn doctoraat onder-zoek ik Taenia solium, oftewel varkenslintworm, meer bepaald de manier van transmissie

binnen een bevolking en de impact ervan volgens verschil-lende scenario’s. Varkenslint-worm kan zeer gevaarlijk zijn voor de gezondheid van mens en dier. Terwijl de twee tot drie meter lange volwassen worm vaak geen symptomen geeft, kunnen de larven zich nestel-en in menselijke spieren en de hersenen, met allerlei pro- blemen als gevolg: chronische hoofdpijn, verworven epilepsie, geheugenverlies. De prevalen-tie in Ecuador is tot 5% en in bepaalde delen van Afrika kan dit zelfs oplopen tot 20%.

Wat zijn je plannen voor de toekomst, na het ITG?Ik kreeg al een aantal jobaan-biedingen van universiteiten in Ecuador. Internationaal werk (WHO, FAO, enz.) lijkt me ook erg aantrekkelijk, omdat

je dan een grotere impact kan hebben op de verbetering van de leefomstandigheden van de lokale en mondiale bevolking.

Heb je goede herinneringen aan je studententijd?Ik heb er zo veel! Ik herinner me een klas met wijlen prof. Peter Van Den Bossche, waarin hij enkel twee woorden op het bord schreef en daarna een briljante lezing gaf. Ik kreeg ook enorme steun van het ITG-per-soneel toen ik mijn oma verloor, die me eigenlijk heeft opgevoed, enkele dagen voor de verde- diging van mijn masterthesis. Ik ontving toen een mooie kaart ondertekend door iedereen van het Departement Biomedische Wetenschappen.

Marco Rafael Coral

Almeida doctoraatsstudent

Alexandra Hörlberger & Ildikó Bokros

portret

Page 23: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

23 | P³

Waardoor ontstond je interesse in wetenschap?Ik was altijd al nieuwsgierig naar het leven en zijn proces-sen. Als kind las ik boeken over wetenschap en was ik geïn-teresseerd in de natuur. Mijn familie was ook al betrokken in de wetenschap, dus het is een domein waarin ik me goed voel.

Op welke manier houd je werk en leven in evenwicht?Ik probeer zo gezond mogelijk te eten, koop biologische pro-ducten en kook voor mezelf. Ik sport geregeld en dat helpt me te ontspannen. De beste ideeën komen als ik sport of muziek maak. Muziek, en de basgitaar in het bijzonder, is mijn passie. Ik denk dat muziek en weten-schap elkaar aanvullen en kan niet denken aan het een zonder het ander.

Wat vind je van het One Health concept? Hoe beïnvloeden menselijke en dierlijke gezond-heid elkaar?One Health zou het eerste con-cept moeten zijn dat mensen leren bij alles wat betrekking heeft op de de studie van gezondheidszorg. Mens en dier zijn met elkaar verbonden. We zijn gevoelig voor veel dezelfde ziektes, we delen de levenscy-clus van vele ziekteverwekkers en als mens zijn we afhankelijk van dierlijke producten. Als we elke ziekte efficiënt willen bestrijden, moeten we hieraan werken in zowel de menselijke als de dierlijke populaties en hun milieu.

Wat zijn de uitdagingen voor huidige studenten, vergelek-en met bijvoorbeeld 50 jaar geleden?50 jaar geleden was informatie schaars en de toegang ertoe beperkt. Vandaag worden jonge onderzoekers geconfronteerd met een informatieoverdaad. Een deel van de publicaties is “ruis”, er wordt gepubliceerd om te publiceren. Het vinden van kwaliteitsinformatie en het publiceren van iets “nieuws” is erg moeilijk geworden.

Op welke prestatie ben je het meest trots?Het werken met gemeenschap-pen en er verandering waar-nemen!

portret

Taenia solium (varkenslintworm)

Page 24: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

P³ | 24

Romantiek en WetenschapOktober 1982. Als pas afgestudeerd arts zette ik mijn eerste

stappen in het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde voor het volgen van de gelijknamige opleiding die 5 maanden zou duren. Dat was de deur van de tropen openen en

een magische wereld binnenkomen.

Jan Philippé (UGent, lid van de Raad van Bestuur van het ITG)

Alhoewel het de winter van ’82-’83 overbrugde herinner ik mij deze periode als één lange zwoele zomer. Via de magistrale art-deco inkomsthal vonden we onze weg naar allerlei lesloka-len en halfschemerige labo-ratoria waar de meest diverse insecten werden bestudeerd in de lessen entomologie, platte en ronde wormen in de cursus helminthologie en de levenscy-cli van protozoa. Memorabele lesgevers als de professoren Gigase en Piot deelden hun kennis met ons. Tijdens mijn opleiding geneeskunde had ik nooit een besef gehad van het laboratoriumwerk dat zoveel inzichten verschafte. Hier werd dat plots een bevreemdende

maar tegelijk reële wereld. Het binnenkomen door deze toegangspoort zou daarom niet alleen leiden tot enkele onver-getelijke Zaïrese tropenjaren, maar ook mijn latere profes-sionele loopbaan als klinisch bioloog in het klinisch lab vastleggen. Jarenlang bleef het ITG een zoete herinnering, waar ik af en toe een bloedstaal ter controle naartoe stuurde. Het zou bijna 30 jaar duren vooraleer ik het majestueuze ITG terug zou betreden. De Universiteit Gent had mij gevraagd om haar te vertegen- woordigen in de Raad van Bestuur van het ITG. Ik was ruim te vroeg voor mijn eerste zitting en kon de dossiers nog

eens grondig doornemen in de heerlijke tuinen die de geb-ouwen omringen. Een oase in de stad. Intussen was het ITG uitgebreid met het gebouw in de Sint-Rochusstraat, nu een esthe-tisch genot dankzij de geslaagde combinatie van een moderne architecturale ingreep in een oud maar gracieus klooster. Ook in het gebouwencomplex gelegen aan de Nationalestraat bevinden zich nu de meest moderne laboratoria, waarbij niets verloren is gegaan van de vroegere grandeur, wellicht nog best bewaard in de bibliotheek van zaal Broden. Het is mij telkens een waar genoegen hier (thuis) te komen.

itg en ik

Page 25: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

25 | P³

itg en ik

Page 26: P³ | Nr 1 - Herfst 2015 | Nederlands

Kalender

23-25 OKT Alumni meeting Ethiopia 23-27 NOV Colloquium 2015 27-30 NOV Alumni meeting Indonesia 27 NOV Nationaal hiv-symposium (georganiseerd door BREACH)1 DEC Wereldaidsdag2-5 DEC Alumni meeting Colombia

Blijf op de hoogteWij staan open voor uw vragen, opmerkingen of suggesties via [email protected]. U kunt via deze weg ook exemplaren van dit magazine bestellen.

Lees P3 online: www.itg.be/magazine

Instituut voor Tropische Geneeskunde

Stichting van Openbaar Nut

RPR 0410.057.701 | IBAN BE 38 2200 5311 1172

Nationalestraat 155 | 2000 Antwerpen | BelgiëTel: +32 (0)3 247 66 66Fax: +32 (0)3 216 14 31