16
Een onafhankelijke special van Reflex Uitgeverij Pensioen Premiepensioeninstelling beantwoordt roep om vrijheid Pagina 6 Leven na liquidatie Pagina 8 Pensioenakkoord: meer dan langer doorwerken alleen Pagina 10 Vervroegd met pensioen zónder pensioentekort Pagina 14 februari 2012

Pensioen Special 2012

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Meer verantwoordelijkheid bij werknemers Inzicht in pensioenopbouw Premiepensioeninstelling (PPI) Pensioenfonds versus verzekeraar Adviesrol pensioenexperts neemt toe Later met pensioen, maar meer duidelijkheid Beleggen voor de oude dag Pensioengat vullen met lijfrente Betere kwaliteit door uitbesteden pensioenuitvoering

Citation preview

Page 1: Pensioen Special 2012

Een onafhankelijke special van Reflex Uitgeverij

Pensioen

Premiepensioeninstelling beantwoordt roep om vrijheid Pagina 6

Leven na liquidatie Pagina 8

Pensioenakkoord: meer dan langer doorwerken alleen Pagina 10

Vervroegd met pensioen zónder pensioentekort Pagina 14

februari 2012

Page 2: Pensioen Special 2012

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Met 875 miljard euro in kas is het moeilijk te verkopen dat we moeten ingrijpen in het pensioenstelstel. Leg dat

maar eens uit aan de mensen die al 35 jaar pensioen hebben opgebouwd en nu te horen krijgen dat ze waarschijnlijk een pensioengat hebben. Die 875 miljard euro klinkt als een enorm bedrag; zeker als je daar het bedrag van 28 miljard tegenover zet dat jaarlijks aan werknemerspensioenen wordt uitgekeerd. Maar van dat geld moeten de pensioenfondsen lopende pensi-oenuitkeringen betalen én de aanspraken dekken van werk-nemers die nog niet met pensioen zijn. Of dat met het huidige bedrag kan, durf ik niet te zeggen. Maar het lijkt me verstandi-ger om nu maatregelen te treffen die later wellicht overbodig blijken dan jarenlang af te wachten in de hoop dat maatregelen niet nodig zijn. Als die hoop straks een illusie blijkt te zijn, moeten we straks alsnog ingrijpen - ten nadele van de jongere generatie. We moeten met z’n allen accepteren dat pensioen-fondsen te weinig buffers hebben. En ja, de maatregelen die de overheid treft, gaan we voelen. Maar als het vals alarm blijkt te zijn geweest, kunnen we die straks altijd nog terugdraaien.

Het is dus echt noodzakelijk om structurele veranderingen door te voeren, waarbij werknemers, maar ook pensioenge-rechtigden een deel van de lasten dragen. Oplossingen als bijstortingen en extra premies staan steeds meer ter discussie; werkgevers accepteren dat niet meer. Een sprekend voorbeeld daarvan is Unisys. Het pensioenfonds had een bijstorting van de werkgevers geëist, vanwege een dekkingstekort. De werk-gevers gingen daar niet mee akkoord en spanden een rechts-zaak aan. Die wonnen ze.

Werknemers zullen dus meer risico’s gaan dragen. Dat betekent bijvoorbeeld dat er geen onvoorwaardelijke aanspraak meer kan worden toegezegd op de pensioenuitkeringen. Althans, niet van het niveau dat ze gewend zijn. Het pensioenstelstel zoals we dat nu kennen, blijft zeker wel bestaan – alleen in een wat uitgeklede vorm: minder financiële zekerheid en meer eigen verantwoordelijkheid.

Die eigen verantwoordelijkheid kan betekenen dat werknemers naast hun AOW en het door de werkgevers toegezegde pen-sioen nog extra eigen regelingen treffen. Bijvoorbeeld verze-keren, sparen of beleggen. Banksparen kan een aantrekkelijke optie zijn voor mensen die tot hun pensioen geld opzij willen zetten. Wil je ieder moment het vermogen kunnen aanspreken, dan lijkt beleggen een slim alternatief. Bijvoorbeeld in goud. Dat zou een profijtelijke belegging zijn geweest, kijkend naar de gestegen prijs voor goud. Maar vooraleerst is het zaak in kaart te brengen of je daadwerkelijk een pensioengat hebt en zo ja, hoe groot dat gat is. Sommige regelingen zijn namelijk alleen fiscaal aantrekkelijk als er sprake is van een pensioengat. Bovendien kun je pas doeltreffende maatregelen nemen als je weet wat de bodem is.

De toekomst lijkt misschien niet zo rooskleurig, maar verande-ringen zijn nu eenmaal eens in de zoveel tijd nodig. En dan wil-len we even klagen. Dat doen we ook als het onze portemonnee niet raakt. Ik heb de discussies rondom de nieuwe spelling van 2005 nog vers in het geheugen. Of wat te denken van de jaar-lijkse klachten over het nieuwe spoorboekje? Niemand houdt van veranderingen en al helemaal niet als die extra kosten met zich mee brengen. Op zich niet zo vreemd. Het gekke is alleen dat veel mensen nooit nadenken over hun oudedagvoorziening, ze bij een nieuwe werkgever niet onderhandelen over hun pensioen, soms geen idee hebben wat ze hebben opgebouwd en niet weten of die oudedagvoorziening toereikend is. Maar diezelfde groep laat wel van zich horen in de discussies omtrent het pensioenakkoord.

Wat de nieuwe pensioenregeling precies voor invloed heeft, zal de toekomst moeten uitwijzen. Maar de veranderingen hoeven niet per definitie slecht uit te pakken. Zo kan meer eigen verantwoordelijkheid een groter pensioenbewustzijn creëren. En indien fondsen door meer voorwaardelijke toezeg-gingen meer risico’s kunnen nemen in het beleggingsbeleid, kan dat uiteindelijk betere beleggingsresultaten en daardoor meer vermogen voor de indexering van pensioenen opleveren. Voor de werkgevers is belangrijk dat er een meer stabiele premie voor de pensioenregeling betaald kan worden. Ik sluit dus zeker niet uit dat de veranderingen tot een aantal positieve ontwik-kelingen leiden.

Erik Lutjens Hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit, Expertisecentrum Pensioenrecht

Meer verantwoordelijkheden voor werknemers

OnderwerpEen onafhankelijke publicatie van Reflex Uitgeverij, gedistribueerd bij het Management Team op 23 februari 2012.

I n h O U d

Inzicht in pensioenopbouw Pagina 4

Premiepensioeninstelling (PPI) Pagina 6

Pensioenfonds versus verzekeraar Pagina 8

Adviesrol pensioenexperts neemt toe Pagina 10

Later met pensioen, maar meer duidelijkheid Pagina 10

Beleggen voor de oude dag Pagina 13

Pensioengat vullen met lijfrente Pagina 14

Betere kwaliteit door uitbesteden pensioenuitvoering Pagina 15

C O l O f O n

Project ManagerAran Sanders [email protected]

Productie/lay-Out Tammo HaanVDS Vormgeving!, Drachten

druk Dijkman Offset, Diemen

Redactie Suzanne Wijers (chef), Niels Achtereekte, Rosa de Buisonjé, Kristel Hurenkamp, Dennis Mensink en Koos Plegt

foto‘sThinkstock / Getty Images

De inhoud van gastbijdragen, interviews, bedrijfsinterviews en bedrijfspresentaties geven de mening van de gastauteurs en geïnterviewden weer. Ondanks dat bij deze uitgave veel aandacht is besteed aan het voorkomen van fouten en onvolkomenheden, kan hiervoor niet worden ingestaan en aanvaarden de redactie en uitgever hiervoor derhalve geen aansprakelijkheid.

Reflex Uitgeverij B.V. Brouwersgracht 238 1013 HE Amsterdam T 020 520 76 50 www.reflex-media.net

Paul van Vuuren Directeur [email protected]

Reflex Uitgeverij is gespecialiseerd in thematische kwaliteitsspecials in Nederlandse, Duitse en Zwitserse dagbladen. U vindt onze publicaties onder andere in de Frankfurter Allgemeine Zeitung (F.A.Z.), Handelsblatt, Tagesspiegel (in Duitsland), Tages-Anzeiger (Zwitserland) en in het Financieele Dagblad en het NRC Handelsblad. Onze publicaties combineren zo de diepgang van vakbladen met de oplage van dagbladen. Reflex Uitgeverij onderscheidt zich door de focus op kwaliteit en de scheiding van artikelen en gastbijdragen. Meer informatie vindt u op www.reflex-media.net

Het papier voor deze special van Reflex Uitgeverij is afkomstig uit verantwoord beheerde bossen.

Page 3: Pensioen Special 2012

In welk opzicht is de pensioen-markt, met de komst van meer-dere premiepensioeninstellingen (PPI’s) in het afgelopen half jaar, veranderd?

“De pensioenmarkt heeft altijd op slot gezeten, met de pensioenfondsen en pen-sioenverzekeraars als enige uitvoerders. Nu het mogelijk is om ook als PPI de collectieve pensioenmarkt te betreden, wordt de markt opengebroken. Met 875 miljard euro aan beleggingen in Ne-derlandse pensioenen staan partijen te springen, al is het irreëel om te denken dat al dat geld nu naar PPI’s gaat. Veel partijen denken het goedkoper te kunnen doen dan de traditionele partijen. En als er zoveel marktpartijen staan te dringen, dan moet er wel wat aan de hand zijn.”

In welk opzicht sluit deze ontwik-keling aan bij de pensioendiscus-sie die nu zo nadrukkelijk speelt in ons land?

“Die discussie heeft alles te maken met perceptie en het niet juist communice-ren over de werkelijkheid. Jarenlang is verkondigd: ‘Ga maar slapen, er is niets aan de hand. Wij hebben het beste pen-sioenstelsel van de wereld.’ In dat stelsel, gebaseerd op de drie pijlers overheid, werkgevers en particulieren, is vanaf de jaren vijftig een enorme solidariteit opgebouwd, met als belangrijk element het spreiden van risico’s over generaties. In de opbouwfase, als het gros van de deelnemers nog met pensioen moet gaan, werkt dat. Maar nu we door de vergrij-zing naar een uitkeringsfase moeten, versterkt door de crisis, blijkt dat het systeem helemaal niet zo solide is en het gevaar met zich meebrengt dat lasten en lusten niet meer evenredig verdeeld zijn. Er is daardoor een sterke roep om meer transparantie en duidelijkheid over wat er gebeurt met de pensioen-premie. In Nederland hebben we over het algemeen Defined Benefit-regelingen: middelloonregelingen waarin de hoogte van de uitkering vaststaat. De kosten daarvan staan echter niet vast en dat systeem blijkt nu onbetaalbaar te zijn. In Nederland is er daarom sprake van een opmars van beschikbare premiere-gelingen. Voordeel voor de werkgever is dat deze pensioenregelingen beter bud-getteerbaar zijn. Pensioen wordt echter voor de werknemer onzekerder, omdat de hoogte van de uitkering afhankelijk is van de beleggingen. Een PPI is een uitvoeringsmogelijkheid van zo’n be-schikbare premieregeling. In dat opzicht is het goed dat werkgevers met de komst van de PPI nu ook een serieus en modern alternatief hebben voor de uitvoering van het pensioen.”

Welke mate van collectiviteit heeft een PPI eigenlijk nog, aan-gezien klanten op deze manier individuele regelingen treffen?

“De PPI is een nieuwe uitvoerder van collectieve beschikbare premieregelin-gen met individuele beleggingskeuzes.

Binnen de collectiviteit regelen we het nabestaandenpensioen en het risico op arbeidsongeschiktheid. Dat risico wordt gezamenlijk gedragen. Er zit dus een element van solidariteit in. Vergelijk het met een brandverzekering: je betaalt een premie en de verzekeraar zorgt ervoor dat je het risico dat je je huis kwijtraakt door brand, niet alleen hoeft te dragen. Het is een misvatting dat een PPI geen solidair karakter heeft, want twee van de drie elementen zijn al collectief gere-geld. Het ouderdomspensioen kent geen solidair element, omdat door zorgvuldig te beleggen de bijbehorende risico’s uit-stekend zelf gedragen kunnen worden. De bijdrage van werkgever en werknemer zetten we op een beleggingsrekening die we voor honderd procent beleggen aan de hand van voorkeuren die de deelnemer zelf aangeeft.”

Zelf beleggen voor je pensioen lijkt voor veel mensen toch wat veel gevraagd. Hoe is dit op te vangen?

“Door inzicht te geven in de pensioenbe-leggingen en tevens keuzemogelijkheden te bieden. Maar dan wel zo dat als je geen keuze maakt, je pensioengeld in een lifecycle-constructie belegd wordt die het risico bij het naderen van de pen-sioenleeftijd steeds verder afbouwt. Bij beleggen heb je altijd te maken met de balans tussen rendement en risico, maar we hebben het hier wel over het pen-sioen. Het gaat niet om de hoogte van het kapitaal, maar om de hoogte van de pensioenuitkering. De rentestand is dus ook van groot belang. Als we iets hebben geleerd, dan is het dat rente snel kan dalen. Daarom bouwen we vanaf het vijf-tigste levensjaar af naar een pensioen-

stabilisator, waardoor de fluctuaties in de rentestand vlak voor je pensioen-datum nauwelijks effect hebben. Door zorgvuldig te beleggen is een van de be-langrijkste bezwaren tegen een Defined Contribution-regeling verholpen.”

Hoe kan een deelnemer bij een PPI zien welke gevolgen keuze-mogelijkheden hebben voor de hoogte van het pensioen dat hij of zij uiteindelijk krijgt?

“Hiervoor hebben wij een pensioenplan-ner ontwikkeld. Deze geeft de mate van zekerheid weer voor de deelnemer dat deze de gewenste hoogte van de pen- sioenuitkering ook gaat halen. Jonge deelnemers zien bijvoorbeeld hogere bandbreedtes dan oudere. Bij een zestig-jarige is met een hoge mate van zekerheid de hoogte van het pensioen vast te stel-len. Werknemers hebben bovendien de keuze uit drie lifecycles: defensief, neu-traal en offensief. Het effect van eventu-ele keuzes in termen van rendement en risico worden door de pensioenplanner direct in beeld gebracht. De deelnemer heeft zelfs de keuze om helemaal niet te beleggen en alleen maar te sparen. Dan slaat natuurlijk wel de verhouding tussen rendement en risico om, maar hij is er vrij in.”

Is de kennis van de consument over pensioenen, door alle aan-dacht in de politiek en de media, nu beter dan vroeger?

“Ik weet niet of de pensioenkennis nu groter is; ik vermoed wel dat het pensi-oenbewustzijn is gestegen. Men verdiept zich in pensioenen. Kijk maar naar het Nationale Pensioenregister, dat al door drie miljoen mensen is bekeken. Ik vind

ook dat je daarom de vrijheid moet heb-ben om je eigen keuzes te maken in hoe je pensioen belegd wordt, als je daar af-finiteit mee hebt. En als je dat niet hebt, dan moet je kunnen varen op de kennis van je pensioenaanbieder. Of je op deze manier meer een band met je pensioen opbouwt? Ik denk het wel. Ik vind het ook niet meer dan logisch om inzicht en keuzevrijheid te bieden. Pensioen is namelijk het belangrijkste financi-ele product waarmee een consument te maken krijgt.”

Spelen trends als real-time infor-matie en het altijd kunnen bena-deren van pensioengegevens ook een rol?

“Dat is in elk geval wat wij doen en wat ook past in onze missie. We willen het pensioenbewustzijn van werknemers vergroten. Door werknemers op elk moment toegang te geven tot hun pen-sioengegevens en de mogelijkheid te bie-den online wijzigingen door te voeren, hebben de werknemers weer het gevoel de regie te hebben over hun pensioen. Mensen met een spaarrekening delen dat gevoel; het besef dat het echt van jou is.”

Geven technologische ontwik-kelingen ook nog andere moge-lijkheden om mensen meer te betrekken bij hun pensioen?

“Absoluut, naast het inzicht en invloed geeft een moderne infrastructuur tevens de mogelijkheid tot interactie. Wij zijn recent de community WeFrank gestart, waarin wij een dialoog op gang willen brengen over het pensioen. Een pensioen is de belangrijkste arbeidsvoorwaarde voor een consument, maar wordt nog steeds ervaren als complex. Wij probe-ren pensioen eenvoudig te houden door helder te communiceren. Door opinie-artikelen te publiceren, door aanwezig te zijn op social media, maar ook door een community te starten. Daar willen wij een discussie aanzwengelen waar mensen mogen zeggen wat ze willen. Ze mogen dus ook klagen. Door zoiets op te zetten, geef je ze een stem en krijg je feed-back waar je wat mee kunt doen. En zeker ook niet onbelangrijk: deze wereld heeft niet alleen behoefte aan transparante producten, maar ook aan transparante organisaties. Je moet daarom overal aanwezig zijn. Het gaat om eerlijkheid, luisteren naar wat de consument wil en het geven van inzicht.” n

“PPI met solidair karakter”

BEdRIjfsIntERVIEw 3

Folkert Pama, directievoorzitter BeFrank

Page 4: Pensioen Special 2012

4 PEnsIOEn Een publicatie van Reflex Uitgeverij

AUTEUR: SUZANNE WIjERS

Enige decennia geleden, hoefden werk-nemers zich doorgaans maar een-

maal in pensioenmaterie te verdiepen. Vaak werkten ze hun leven lang bij één bedrijf. Tegenwoordig wisselen we va-ker van werkgever, waardoor bij diverse fondsen een klein deel pensioen wordt opgebouwd. Inzage in het opgebouwde kapitaal is dus cruciaal.

Belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van het pensioen zijn de dubbele vergrij-zing, de crisis en het daaruit vloeiende pensioenakkoord. Er zijn steeds meer oudere mensen en de levensverwachting van die mensen groeit ook nog eens. Die ontwikkeling in combinatie met de crisis maakt het vrijwel onmogelijk tra-ditionele pensioenregelingen betaalbaar te houden. Het pensioenakkoord van vorig jaar en de nieuwe pensioenwet die in aantocht is, springen op die ontwik-kelingen in. Een van de maatregelen is dat werknemers langer moeten werken. Want als je langer leeft, kun je ook langer werken, zo is de gedachte.

weinig kennisDe kennis over pensioenen blijkt – on-danks alle aandacht die het afgelopen jaar is besteed aan dit onderwerp – nog steeds behoorlijk laag. Uit onderzoek van het platform ‘Wijzer in geldzaken’, dat onder andere gesteund wordt door De Nederlandsche Bank (DNB) en het ministerie van Financiën, bleek vorig jaar dat zeventig procent van de werkne-mers niet weet hoeveel pensioen ze heeft opgebouwd. Bovendien laat de ‘Verwach-tingskloof AFM, 2010’ zien dat nog steeds de fabel leeft dat het pensioen bestaat uit 70 procent van het laatst verdiende loon. Hoog tijd dus voor transparantie.

Pensioengrondslag en pensioenvormenEen goede oudedagvoorziening bestaat in ieder geval uit een AOW en een werk-nemerspensioen. Omdat in principe ie-dere Nederlander recht heeft op 2 pro-cent AOW, betalen werknemers niet over het gehele salaris pensioenpremie maar alleen over de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het salaris minus de zogeheten franchise. Die franchise is doorgaans gebaseerd op het AOW. Kort gezegd: het salaris minus de franchise vormen de pensioengrondslag.

Voor de opbouw en uitkering kunnen deelnemers kiezen uit verschillende pensioenvormen. Bij een beschikbare-premieregeling (Defined Contribution) betalen de deelnemers een vaste premie. De pensioenfondsen beleggen dat geld, waardoor van tevoren niet duidelijk is wat uiteindelijk de opbrengst is. Vaak wordt het geld belegd volgens het lifecy-cle-model: hoe hoger het kapitaal, hoe minder risicovol de beleggingen. Een uit-keringsovereenkomst (Defined Benefit) werkt precies omgekeerd: de deelnemer bepaalt het eindbedrag (de opbrengst) en op basis daarvan wordt de premie vast-gesteld. Er zijn twee veelvoorkomende uitkeringsovereenkomsten: de eindloon-regeling en de middelloonregeling. De uitkering van het pensioen was vroeger vaak gebaseerd op het laatst verdiende loon. Tegenwoordig wordt steeds vaker het gemiddelde loon als basis genomen. Doordat het laatstverdiende loon meestal hoger ligt dan het gemiddelde loon, is de uitkering bij een middelloogregeling vanzelfsprekend lager dan het laatstver-diende loon.

Oorzaken pensioengatEr zijn een hoop factoren die ervoor kun-nen zorgen dat de pensioenuitkering lager uitvalt dan verwacht. Een goed werkgeverspensioen is gebaseerd op veertig jaren pensioenopbouw. Maar wie parttime heeft gewerkt, werkloos is geweest, via de werkgever geen pen-sioen opbouwt of minder dan 40 jaar heeft gewerkt, bouwt dus ook minder pensioen op.

Werknemers hebben dus in hoge mate zelf invloed op de kapitaalopbouw, maar niet op de kas van de pensioenfondsen. Een gezond pensioenfonds heeft een dek-kingsgraad boven de 105 procent. Zo is voldoende vermogen om verplichtingen na te komen. De dekkingsgraad van veel pensioenfondsen is echter gedaald tot onder de honderd procent, waardoor de fondsen – en dus ook de deelnemers – in gevaar komen.

Maatregelen overheidOm het pensioenstelsel betaalbaar te houden, treffen overheid en werkgevers-organisaties maatregelen. Zo worden onder meer de AOW-gerechtigde en pensioengerechtigde leeftijd omhoog geschroefd. Een jaar langer werken be-tekent ook meer geld in het laatje. Daar-naast beschrijft het pensioenakkoord een straf- en beloningssysteem: wie na 2020 eerder stopt met werken, levert 6,5 procent in op zijn AOW. Werk je langer door dan de AOW-leeftijd, dan krijg je er 6,5 procent bij. De overheid neemt dus haar verantwoordelijkheid, maar er is ook een belangrijke rol weggelegd voor de individuele werknemer.

Verantwoordelijkheid werknemerHet huidige pensioenstelstel bestaat uit drie pijlers: AOW, werkgeverspensioen en privépensioen. In onzekere tijden stijgt de behoefte aan extra regelingen die onder het privépensioen vallen. Denk aan beleggingen en lijfrentepolissen. Beleggen is lang niet voor iedereen weg-gelegd. Het vraagt de nodige kennis en tijd. Een lijfrentepolis is dan ook zeer in trek. Het is vaak fiscaal aftrekbaar en het risico is laag. Bij veel mensen komt nu de lijfrentepolis vrij. En dan? Uitke-ren of uitsmeren? En waar? In één keer uitbetalen is geen aantrekkelijke optie vanwege de boete die daarop staat en de hoge belasting. Het is dus verstandiger om het opgebouwde kapitaal maandelijks tot overlijden of tot een bepaalde leeftijd te laten uitbetalen.

Verzekeraars bieden doorgaans de op-tie om tot overlijden uit te betalen. Dat klinkt aantrekkelijk, maar eventueel restkapitaal gaat vaak niet over naar de erfgenamen. Banken bieden die optie vaak wel. Overigens brengen de uitke-rende instanties kosten in rekening voor de uitbetaling van het kapitaal. Die ver-schillen lopen sterk uiteen: verzekeraars brengen soms tot wel 35 procent meer in rekening dan banken. Het loont dus om te ‘shoppen’.

duurzaam beleggenVoor zowel deelnemers als pensioenbe-heerders spelen zogeheten ESG-factoren (environment, social, governance) een steeds belangrijkere rol. Maatschap-pelijk verantwoord ondernemen (mvo) heeft het geitenwollensokkenkarakter van zich afgeschud en heeft zich in plaats daarvan een stevig, duurzaam imago aangemeten. Want steeds vaker blijkt nu dat mvo loont. Zeker op de lange ter-mijn. Bovendien verlangen steeds meer deelnemers transparantie. En dan kun je je als fonds dubieuze investeringen simpelweg niet veroorloven.

Pensioengat?Maar hoe steekt de opbouw van het to-taal nu in elkaar? Mensen die hun hele leven in Nederland hebben gewoond, ontvangen zo’n 750 euro (samenwo-nend) tot 1100 euro (alleenstaand) aan AOW. Daar bovenop komt eventueel het deel dat is opgebouwd aan werkgever-spensioen. Ongeveer driekwart van de Nederlanders heeft volgens stelregels een pensioentekort. Hoe je daar achter-komt? De website van het pensioenfonds biedt doorgaans inzicht in de kapitaal-opbouw. Het kan nogal een gepuzzel zijn om het totaal aan pensioenopbouw te achterhalen, wanneer bij diverse fond-sen pensioen is opgebouwd. De site mijnpensioenoverzicht.nl toont het totaal opgebouwde pensioen, inclusief AOW. Is de som van beide voldoende voor de oudedag? Dan zijn maatrege-len in principe niet nodig. Maar wat de één voldoende vindt, is voor de ander te weinig. Doorgaans kunnen we er-van uitgaan dat de som van beide 70 procent moet zijn van het gemiddelde salaris. Vergelijk je dat met je wensen voor de oude dag, dan weet je of beleg-gingen, lijfrentepolissen en andere extra maatregelen nodig zijn. Bedenk wel dat het voor kan komen dat de waarde van het pensioenkapitaal daalt door slechte beleggingsresultaten. Kansen spreiden is dus het devies. Een appeltje voor de dorst kan immers nooit kwaad. n

HOOFdArtikel  Pensioenopbouw

Inzicht in pensioenopbouwTijd voor transparantie.

Page 5: Pensioen Special 2012

Is er een ‘regeling van de toekomst’? Wordt deze door pensioenfondsen,

verzekeraars of PPI’s uitgevoerd? Hoe zorgen we ervoor dat goede keuzes worden gemaakt? Hoe houden we de pensioen-lasten beheersbaar? Actuele vragen die om een antwoord roepen.

langer leven en lage renteDe pensioensector staat aan de vooravond van ingrijpende ontwikkelingen. Een aan-tal oorzaken ‘overkomt’ ons, een aantal hebben we aan onszelf te danken. Een (gelukkig) stijgende levensverwachting ‘overkomt’ ons. De keerzijde is dat we langer pensioen moeten uitkeren dan de periode waarop de pensioenpremie was gebaseerd. Ook de huidige lage rentestand betekent dat verzekeraars en pensioen-fondsen fors hogere verplichtingen heb-ben. We moeten nu meer geld opzij zetten om tegen een lager gegarandeerd rende-ment hetzelfde te kunnen uitkeren. En de beleggingsrendementen hebben dit de afgelopen jaren ook niet gecompenseerd. Het vasthouden aan onze pensioenam-bities zou volgens prof. Goudswaard een toename in de premiedruk betekenen van 30% in 15 jaar. Werkgevers hebben begin 2008 een duidelijk ‘halt’ geroepen tegen de alsmaar stijgende premielast van inmid-dels gemiddeld 16,4% van het loon. Zie hier de noodzaak van een pensioenakkoord.

Gestaag wijzigende behoeften De hoge pensioenlasten roept bij werk-gevers op tot kostenbeheersing. We zien dan ook al jaren de beweging van eindloon naar middelloon en vervolgens naar een beschikbare premieregeling. (Grafiek 1)

Tegelijkertijd roept de onzekerheid bij werknemers op tot meer behoefte aan pen-sioengaranties, ook als dit extra geld kost.Onderzoek van DNB begin 2011 toont aan dat het merendeel van werkend Ne-derland maar liefst 20 euro per 1.000 euro inkomen over heeft voor alleen extra zekerheid. (Grafiek 2)

De kunst is om in aanvulling op de ‘gewone’ beschikbare premieregeling, de werkgevers- en werknemersbehoeften in één nieuw soort regeling onder te brengen: een goed budgetteerbare beschikbare premieregeling mét mogelijkheid van werk-nemersgaranties. Deze regelingen wor-den door een beperkt aantal verzekeraars inmiddels geboden. Het is wel opletten of deze garanties ‘slechts’ beleggingsgaran-ties zijn, garanties op eindkapitalen of het meest verstrekkend: garanties op pen-sioenuitkeringen, waarmee de werknemer geen risico loopt over een stijgende levens-verwachting of lage rente. Goed advies voor zowel werknemers als werkgevers over de kosten, risico’s en pensioenopbrengsten is hierbij onontbeerlijk.

Aan onszelf te dankenMet het vertrouwen in de pensioensector is het maar matig gesteld. Een mea culpa is op zijn plaats. De pensioensector is jarenlang een bolwerk van complexe regelingen, vele wetswijzigingen, hoge kosten, foutgevoelige administratie, onduidelijke communicatie en intransparantie. Hoe ‘mooier’ de pen-sioenregelingen waren des te duurder de uitvoering. Des te gemakkelijker om fouten te maken. (De klanttevredenheid laat veel ‘zesjes’ zien). En des te duurder het advies, waarvan de kwaliteit volgens de AFM zeer te wensen over liet.

En uitleggen aan werknemers hoefde toch niet, pensioen was ver weg, en wij Neder-landers vertrouwden er wel op dat het goed zat. En dat ze 70% kregen van hun laatst verdiende loon, nietwaar? Die fabel van 70% gelooft nog steeds 6 op de 10 mensen. Echt weten hoeveel pensioen je hebt opge-bouwd, hoeveel je tekort komt en wat je er aan kunt doen, zegt maar 10%. (Grafiek 3)

Pensioensector bezig met vernieuwenEen uniform pensioenoverzicht en het pen-sioenregister zijn er gelukkig gekomen. Wat nog meer helpt is communicatie vanuit de werkgever: het pensioenbewustzijn ver-dubbelt gelijk naar 20%. Telefonisch werk-nemersadvies, bezoekuren, zeepkistses-sies door de verzekeraar bij de werkgevers krikken het pensioenbewustzijn nog verder op tot 30% blijkt uit onderzoek van Centraal Beheer Achmea. Hierdoor wor-den werknemers geholpen bij hun keuzes rondom pensioenleeftijd, nabestaanden-pensioen en mogelijke garanties.

Enkele verzekeraars hebben fundamentele vernieuwingen doorgevoerd in hun kos-ten en transparantie. De premies worden door enkele verzekeraars al voor 99,5 tot 100% ingelegd om pensioen op te bouwen. De kosten en risicopremies worden apart door de werkgever betaald, en drukken dus niet het opgebouwde pensioen voor de werknemers. Dit zijn beschikbare premie-regelingen met zogenaamde netto staffels.

Daarnaast hebben verzekeraars afgespro-ken verdere transparatie door te voeren. Dit hebben ze bijvoorbeeld doorgevoerd in de zogenaamde Modellen de Ruiter die

duidelijkheid verschaffen aan de werkne-mers over de betaalde premie, de kosten, rendement en prognosekapitaal.

Uitvoering van de pensioenregeling bij verzekeraar of ppi?Met de komst van PPI’s wordt de markt van pensioenverzekeraars opengebroken. Hoge kosten behoren tot het verleden. Transpa-rantie volgt. Eenvoud wordt troef. Spreekt hier een nieuwe premie pensioen instel-ling? Dat zou je denken. Nee, hier spreekt een pensioenverzekeraar. Centraal Beheer Achmea. De grondlegger van de eerste beschikbare premieregeling. En de eerste met een beschikbare premieregeling mèt pensioengaranties voor de werknemers. En één die dankbaar is dat de komst van PPI’s de sector de ogen doet openen.

Wat onderscheidt de PPI nog meer van de verzekeraar? Het verschil zit niet in het type pensioenregeling. Beiden bieden beschikbare premieregelingen aan. PPI’s mogen wettelijk alleen geen garanties bieden. Daarmee kunnen zij niet in deze toenemende behoefte voorzien. Ook mogen PPI’s geen middelloon bieden. Een PPI mag zelf geen verzekeringsrisico’s lopen. De toezichthouder heeft bepaald dat een pensioenregeling het pensioen voor na-bestaanden moet regelen. Daarvoor moet de PPI samenwerken met een verzeke-raar. Pensioen mag namelijk niet een soort collectieve bankspaarregeling zijn. Verder moet de PPI een vermogensbeheerder en administrateur zoeken, of dit zelf doen. Door deze extra juridische complexiteit kan een PPI niet minder kosten hebben dan een verzekeraar die ditzelfde in eigen huis kan doen, zo beweert de AFM.

In hoeverre komt de belofte om goed-koper uit te zijn daadwerkelijk uit? Een aantal PPI’s rekenen lage administra-tiekosten per deelnemer. De verze-keringspremies wijken nauwelijks af van de gewone beschikbare premie-regelingen via verzekeraars. Wat op-valt is dat kosten voor implementatie, contractverlening, werknemers- en werk-geversadvies, waarde-overdrachten en slapers vaak extra in rekening worden gebracht. Ook het doorvoeren van wets-wijzigingen valt vaak buiten de geof-freerde prijs, zie hier een risico met het nieuwe pensioenstelsel in aantocht. De prijsopbouw van de meeste PPI’s is meer gericht op lage basiskosten per deelne-mer plus het in rekening brengen van allerlei verrichtingen. De vraag is of deze transparantie voldoende zekerheid biedt over de jaarlijkse pensioenkosten. De prijsopbouw bij verzekeraars is vaker “all-in”. Waar we bij moeten helpen is de vergelijking ècht transparant te maken. Daarbij zou een “level playing field in transparantie tussen PPI’s en verzeke-raars over bijvoorbeeld de Modellen de Ruijter wel helpen.

De pensioensector heeft de uitdaging goede pensioenregelingen te bieden, zonder of met werknemersgaranties, deze eenvoudig te maken, met digitale uitvoering tegen lage kosten, vergezeld van zorgvuldig advies aan de werkgever én met de mogelijkheid voor goede werknemers-dienstverlening en begrijpelijke communicatie. Plus de nood-zakelijke nachtrust. Een aantal PPI’s komt hier deels aan tegemoet. Pensioenverzeke-raars kunnen hier volledig aan tegemoet komen. n

Een blik in de pensioentoekomstEen eerste hulp bij enkele pensioenvragen en antwoorden uit de sector.

BEdRIjfsPREsEntAtIE 5

Grafiek 2. Bron: DNB 2011

Drs. Paul Geurtsen is manager Product Markt Analyse voor Centraal Beheer Achmea en houdt zich 11 jaar bezig met marktonderzoek en visievorming in de pensioenmarkt.

Ik ben bereid tot aan mijn pensionering X euro extra te betalen van iedere 1000 euro inkomen als dat nodig is om de zekerheid van mijn pensioeninkomen te verhogen.

Oneens

Neutraal

Eens

Weet niet

X=20 euro

23

14

56

7

X=50 euro

19

18

44

19

X=100 euro

36

18

33

13

Paars: Is niet op de hoogte van zijn pensioeninkomen

Roze: Weet niet of pensioen-inkomen (on)toereikend is

Geel: Kent mogelijkheden niet op meer op te bouwen

licht paars: weet pensioen-inkomen, toereikendheid en mogelijkheden

Grafiek 3. Bron: TNS NIPO

volledig pensioenonbewust volledig pensioenbewust

69% 14% 7% 10%

72% 6% 11% 11%

66% 7% 15% 12%

2011

2010

2009

Grafiek 1. Bron: DNB, bewerkt Centraal Beheer Achmea

Beschikbare premie

Combinaties (niet eind-/ middelloon)

Kapitaalovereenkomst

Overig incl. andere uitkeringsovk

Vaste bedragen uitkeringsovereenkomst

Middelloon

Combinatie eind-/middelloon

Eindloon

SpaarsysteemBeschikbare premieCombinaties (niet eind-/middelloon)

KapitaalovereenkomstOverig incl. andere uitkeringsovkVaste bedragen uitkeringsovereenkomstMiddelloonCombinatie eind-/middelloonEindloon

Aantal verzekerde pensioenregelingen naar soort Aantal pensioenfondsen naar soort

100% 100%

0% 0%1999 2002 2005 2009 1999 2002 2005 2008

Page 6: Pensioen Special 2012

6 PEnsIOEn Een publicatie van Reflex Uitgeverij

AUTEUR: KOOS PLEGT

Met de komst van de Premiepensioen-instelling (PPI) maakt de Europese

wetgeving het sinds enkele maanden mo-gelijk pensioenopbouw op een meer in-dividuele manier te regelen. Door twijfel over traditionele pensioenfondsen wordt dit plotseling een interessant alternatief voor werkgever en werknemer.

Onlangs begonnen pensioenfondsen een grote campagne, waarin zij het Neder-landse publiek hun adagium verkondig-den: samen sta je sterk. Deze solidariteit is lang de kracht geweest van het Ne-derlandse pensioenstelsel, volgens velen nog altijd het beste stelsel ter wereld. Ongeveer vijf miljoen Nederlanders, zo’n 80 procent van alle werknemers, zitten bij één van de 74 bedrijfstakfondsen, die bijna allemaal een verplichte deelname kennen. Daardoor deel je als deelnemer je risico met werknemers uit dezelfde branche, een solidariteit die meerdere werkende generaties overspant. Iedereen zit dus in hetzelfde schuitje. Maar wat als je helemaal niet in dat schuitje wilt zitten? Want tot hun grote schrik con-stateren veel Nederlandse werknemers nu dat het helemaal niet goed gaat met het fondsvermogen. De dekkingsgraad is zover gezakt dat er zelfs gekort moet worden op de pensioenuitkering. Plotse-ling wordt duidelijk dat absolutie zeker-heid niet bestaat, dat een gegarandeerde pensioenuitkering een sprookje is. Je bent immers overgeleverd aan de grillen van de financiële markt.

Kern van het probleem is het verdelen van rendement en risico tussen pensioendeel-nemers in verschillende leeftijdsgroepen. Om niet te hoeven korten op de uitkering, stellen pensioenfondsen nu voor afscheid te nemen van de momenteel zeer laag staande rekenrente als instrument om verplichtingen mee te berekenen. Ver-vang je die door ‘verwacht rendement’, dan verbetert het vermogen. Goed voor de huidige gepensioneerden, maar bij jongeren schiet het in het verkeerde keel-gat. Zij zien hun pensioenpot leeggeroofd worden op basis van verwacht rende-ment, waarbij het risico op hen wordt afgewenteld. Tel daarbij op de explosief gestegen levensverwachting, waardoor het traditionele pensioenstelsel haast onbetaalbaar is geworden. De roep om zelf met je werkgever te kunnen kiezen waar je je pensioen opbouwt, in plaats van verplichte deelname aan een fonds, is daarom sterker geworden.

RingfencingDie roep om meer vrijheid is ook het uitgangspunt van de Europese pensioen- regels, die de verplichte deelname in principe als een inbreuk op de vrije mededinging beschouwen. Vanwege de ‘sociale functie’, waarin solidariteit een belangrijke rol speelt, is in het geval van de bedrijfstakfondsen een uitzondering gemaakt. Wel geven de regels sinds vorig jaar ruimte voor alternatieven, zoals het

onderbrengen van een pensioenrege-ling bij een Premie Pensioen Instelling (PPI) door werkgevers die niet onder de verplichtstelling vallen. Van oudsher zijn Nederlandse pensioenfondsen aan strakke wetgeving onderhevig. Zo mag een ondernemingspensioenfonds alleen ondernemingen die tot hetzelfde concern behoren accepteren en een bedrijfstak-fonds alleen ondernemingen die actief zijn in dezelfde bedrijfstak. Dit maakt vrije aansluiting onmogelijk.

“Door de belemmeringen zouden Ne-derlandse pensioenfondsen geen inte-ressante partij zijn”, zegt Erik Lutjens, hoogleraar Pensioenrecht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. “In het buitenland ontstaan pensioenfondsen zonder al dit soort beperkende regels.” Een antwoord op dit probleem is de PPI, een pensioenuitvoerder die grensover-schrijdende pensioenregelingen mag uit-voeren voor buitenlandse werkgevers en niet gebonden is aan domeinregels. En niet onbelangrijk: ringfencing van ver-

schillende pensioenregelingen is hierbij mogelijk. Een PPI mag, nu ringfencing is toegestaan, het vermogen van meer-dere partijen beheren en daarbij tussen die regelingen een financiële scheiding aanbrengen. De uitvoerder is dus niet meer verplicht eventuele tekorten uit de ene regeling aan te vullen met een overschot uit een andere regeling. Een buitenlandse werkgever die in zijn rege-ling bijvoorbeeld goede beleggingen ziet en een overschot heeft, hoeft dat niet te delen met Nederlandse werkgevers die anders belegd hebben en een tekort in hun regelingen zien.

MarktspelersSinds de wetswijziging van kracht ging, begaven al een half dozijn marktpartijen zich op de ontstane markt voor premie-pensioeninstellingen. Volgens de markt-spelers zelf is dat gegeven alleen al een teken dat er een duidelijke plek is voor de PPI op de Nederlandse pensioenmarkt. Pensioenfondsen daarentegen zeggen de komst van de PPI nauwelijks als een bedreiging te ervaren. Uit onderzoek dat een groot Nederlands adviesbureau ieder jaar verricht onder honderd Nederlandse pensioenfondsen bleek in januari van dit jaar dat slechts een kwart van de fondsen verwacht dat PPI een groot marktaandeel in de tweedepijlermarkt gaat verwerven.

Ondanks de extra mogelijkheid die PPI de werkgever geeft tot het organiseren van de oudedagsvoorziening ziet slechts één op de tien ondervraagde onderne-mingspensioenfondsen de nieuwkomer als een bedreiging. De fondsen die de nieuwe pensioenregeling niet als bedrei-ging ervaren, geven aan dat hun sponsor (de werkgever) een Defined Benefit-rege-ling aanbiedt, waarbij de hoogte van de pensioenuitkering al vaststaat. Daardoor is de PPI, dat uitgaat van een Defined Contribution-regeling (de premie staat vast, maar de hoogte van het pensioen

niet), voor hen geen optie. Opvallend aan het onderzoek is overigens wel dat de fondsen aangeven dat bij een eventuele liquidatie van het fonds, zij liever hebben dat hun regeling wordt ondergebracht bij een PPI dan bij een pensioenverzekeraar. Daarmee geven zij feitelijk aan de PPI in ieder geval als een goed alternatief te zien. Is, in-gegeven door vraagstukken over onder meer financierbaarheid, de verschui-ving van Defined Benefit naar Defined Contribution nu ingezet? Als dat zo is, dan zal een PPI die een zekere mate van garantie kan geven goede kansen maken om als alternatief te dienen voor Defined Benefit-regelingen.

Voor wie?Wie heeft vooral baat bij een PPI? Voor bedrijven met vestigingen in meerdere landen is het aantrekkelijk, vanwege de mogelijkheid van ringfencing. Voor grote bedrijven biedt het ook een interessant alternatief voor een eigen pensioenfonds. Zij behouden zeggenschap en kunnen de PPI ook internationaal gebruiken. Door de mogelijkheid die PPI biedt om de uitvoering van de ouderdomsregeling te centraliseren, te optimaliseren en de kosten te verlagen is het ook interes-sant voor het MKB en bedrijven die hun pensioen nu nog bij een verzekeraar of pensioenfonds ondergebracht hebben. Met name de grote bedrijven kijken of hun huidige regelingen aan te passen zijn aan de marktomstandigheden.

De middelloonregeling die in be-staande pensioenfondsen voorkomt, hield soms in dat werkgevers de ver-plichting hadden eventuele tekorten bij te storten. Bij de PPI liggen de ri-sico’s bij de deelnemers. Die krijgen daar wel een voordeel voor terug, na-melijk de mogelijkheid om nu eindelijk eens voor hun eigen pensioenpotje te zorgen. n

Artikel  PPI

Defined Contribution uitgangspunt PPIPremiepensioeninstelling maakt ringfencing en grensoverschrijdende regelingen mogelijk.

Page 7: Pensioen Special 2012

Zorgen over de rente behoren tot het verleden. Daarnaast biedt beter

doordacht beleggen bescherming tegen inflatieveranderingen. Via First Liability Matching kopen Nederlandse Pensioen-fondsen sinds 2006 pensioenuitkerings-kasstromen in tegen lage kosten en met een bewezen laag risico. Het fonds heeft gedurende zijn hele bestaan, ook tijdens de crisis, de resultaten behaald die no-dig waren om de pensioenen te kunnen uitkeren.

lage risico’s en lage kostenHet Nederlandse beleggingsfonds First Liability Matching NV (FLM) is in 2006 opgericht door First Investments in samenwerking met Pensioenfonds VolkerWessels. FLM is een zogenoemd paraplubeleggingsfonds – ‘voor en door pensioenfondsen’. De deelnemende pen-sioenfondsen hebben de zeggenschap over het fonds in handen. Door te beleg-gen in dit fonds dekken pensioenfondsen op eenvoudige wijze de rente- en inflatie-risico’s van hun kasstromen (lees: hun pensioenverplichtingen) af. Dit doen zij ook nog eens tegen lage kosten. “Het pensioenfonds bepaalt zelf hoeveel rente- of inflatierisico’s het afdekt via FLM en geeft daarbij de beleggingsrestricties aan, binnen de algemene kaders van het

fonds”, zegt Henk Beets, directeur van First Investments, dat het beheer van FLM voor haar rekening neemt. “Het resultaat is een transparante belegging: het pensioenfonds houdt volledig inzicht in het gevoerde beleid en is ‘in control’.”

weldoordacht beleidFLM belegt in obligaties van hoge kre-dietkwaliteit en kan desgewenst, indien dat verstandig is voor het pensioenfonds, gecontroleerd renteswaps inzetten. Voor het afdekken van waardevaste pensioen-verplichtingen maakt het fonds tevens gebruik van zogenoemde ‘inflation linked obligaties’ en ‘inflatieswaps’. Alles is erop gericht de risico’s te beheersen. Dat is precies wat deelnemers en werkgevers verlangen van hun pensioenfonds, ze-ker nu duidelijk is geworden dat meer speculatieve modellen wel degelijk zeer risicovol zijn. Beets: “Wij speculeren niet op mogelijke rentestijgingen of -dalin-gen, wij zetten in op benodigd rende-ment misschien allemaal wat minder stoer en sexy maar wél betrouwbaar en voorspelbaar.”

Al zes jaar succesvolDe werkwijze die FLM al sinds de oprich-ting succesvol hanteert, wordt ook wel kasstroommatching genoemd. Inmiddels

heeft het beleggingsfonds de rente- en inflatierisico’s van circa 2 miljard euro aan uit te keren kasstromen van meer-dere pensioenfondsen afgedekt. “Dui-zenden deelnemers profiteren al van de betrouwbare resultaten die ons fonds bewerkstelligt”, zegt Beets. “Al zes jaar lang doet ons fonds wat het moet doen: pensioenen waarmaken, tegen lage kos-ten en op een intelligente en tegelijkertijd eenvoudige wijze.”

Bewezen in moeilijke tijdenDe beleggingsaanpak heeft zich ook in moeilijke tijden bewezen. Zo is FLM ongeschonden door de kredietcrisis gekomen. “Alle ingekochte kasstromen zijn intact en ons fonds heeft zelfs extra renteopbrengsten gerealiseerd.” De be-leggingsexperts van FLM zijn continu

op zoek naar kansen om de portefeuille te verstevigen en om kredietrisico’s te reduceren. Het beleggingsfonds biedt naast goede en betrouwbare resultaten ook een lage beheervergoeding dankzij schaalvoordelen. Het fonds is onafhan-kelijk waardoor klanten niet te maken krijgen met commerciële aan- en ver-koopkosten. En FLM opereert flexibel: het pensioenfonds bepaalt zelf welke rente- en/of inflatierisico’s het wil af-dekken. “Door FLM in te schakelen is een pensioenfonds in één klap van alle zorgen af.” n

Jarenlang adviseerden ze klanten over onder meer pensioenzaken,

maar bouwden ze zelf geen pensioen op. Medewerkers op accountantskanto-ren kwamen er tot 25 jaar geleden zelf bekaaid vanaf. Het Pensioenfonds voor de Accountancy & Administratieve en Fiscale Dienstverlening biedt uitkomst. Inmiddels heeft dit fonds zich bewezen als een van de weinige die deelnemers niet kort op de rechten.

Het Pensioenfonds voor de Accountancy is een vrijwillig fonds voor mensen die werkzaam zijn in accountancy, admini-stratie of fiscale dienstverlening. Het is misschien wonderlijk dat dit fonds pas zo laat is opgericht, zeker voor een sec-tor waarvan je mag verwachten dat het bewustzijn ten aanzien van pensioenen aanzienlijk groter is dan in de meeste andere sectoren. Daar staat tegenover dat het fonds het opzienbarend goed doet in vergelijking met andere fondsen. Geen verhogingen op de premie en geen kortingen op de uitkeringen. Kortom, werknemers weten precies wat ze ont-vangen als ze met pensioen gaan.

GarantieJan Raaijmakers is bestuurslid van het Pensioenfonds voor de Accountancy en

voorzitter van de werkgevers. Voor hem zijn zekerheid en transparantie van we-zenlijk belang. “Als je pensioen opbouwt, wil je weten waar je het voor doet. Het mag niet zo zijn dat je als deelnemer een groot deel kwijt bent door foute investe-ringen van de pensioenuitvoerder. Wij hebben gezocht naar een uitvoerder die ons, en dus onze deelnemers, garanties kan bieden. Daar betalen we uiteraard een flink bedrag voor, maar zo kunnen wij bepaalde garanties bieden die andere fondsen niet kunnen geven.” Die uitvoer-der is Aegon. Met de verzekeraar is een

garantiecontract afgesloten waarin we hebben opgenomen dat alle pensioenen zijn gegarandeerd en dat afstempelen, korten op de uitkering, niet aan de orde is. En de stabiliteit van de verzekeraar zélf dan? “Aegon is de meest solvabele pensioenverzekeraar van Nederland, met een solvabiliteit van 190 procent. Ver-zekeraars gaan heel anders met risico’s om en dat is precies de reden voor onze samenwerking”, vertelt Raaijmakers.

dekkingsgraadIn tegenstelling tot veel andere pensioen-fondsen heeft het Pensioenfonds voor de Accountancy geen last van onderdek-king. De cijfers over 2011 zijn nog niet bekend, maar van 2010 was de dekkings-graad 110,3 procent. Over het afgelopen jaar verwacht Raaijmakers dat het per-centage iets lager ligt, maar nog steeds ruim boven de minimale dekkingsgraad. Omdat Aegon de uitkeringen garandeert, kan de dekkingsgraad nooit onder de 100 procent komen. “We proberen alle risico’s zo veel mogelijk in te perken. Zo hebben we de beleggingen uitbesteed aan Aegon Asset Management. Het renterisico hebben we tot bijna 70 procent afgedekt. Dat is behoorlijk hoog. Maar alleen op deze manier kun je zekerheid bieden.”

transparantieBehalve op het bieden van zekerhe-den gaat het pensioenfonds er prat op transparant te zijn. Naar werkgevers en werknemers. Beide groepen nemen deel in het bestuur en schuiven afwisselend ieder jaar een voorzitter naar voren. De jaarrekening wordt niet alleen gepubli-ceerd, maar ook naar alle aangesloten kantoren gestuurd. En op de website van het fonds kunnen deelnemers zien wat ze aan premie betalen, wat de hoogte van de opbouw is en hoe de uitkering op de pensioengerechtigde leeftijd eruit ziet. “We hebben vorig jaar de administratie ondergebracht bij TKP Pensioen”, aldus Raaijmakers. “Dat heeft alles nog over-zichtelijker gemaakt voor de deelnemers. Bovendien worden mutaties nu extra snel verwerkt; doorgaans dezelfde dag nog.” n

Crisisproof pensioenbeleggen bestaatKasstroommatching maakt pensioenbeleggen begrijpelijk, betrouwbaar en betaalbaar.

Gegarandeerde dekking pensioenfonds accountancyJonge telg in pensioenwereld scoort goed.

First Liability Matching N.V. Ptolemaeuslaan 58, 3528 BP Utrecht Contactpersoon: Henk Beets, tel. 030 767 0802

www.first-lm.nl

BEdRIjfsPREsEntAtIE 7

Bedrijfspresentatie

jan Raaijmakers, voorzitter van werkgevers binnen Pensioenfonds voor de Accountancy

Meer informatiePensioenfonds voor de Accountancy & Administratieve en Fiscale Dienstverlening Europaweg 27, 9723 AS Groningen T 050 522 50 55 E [email protected]

www.pfaccountancy.nl

Page 8: Pensioen Special 2012

8 PEnsIOEn Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Bedrijfsinterview

“Verzekeraar biedt gegarandeerd pensioen” De afgelopen jaren is de manier waarop jullie de pensioenvoorzie-ning hebben georganiseerd ingrij-pend veranderd. Jullie stonden plotseling voor de keuze tussen pensioenfonds of verzekeraar?

Ardi van Wijk, financial controller EMEA bij Nuplex Resins en oud-bestuurslid Stichting Nuplex Pensioenfonds: “Klopt. Daarvoor moeten we even terug in de geschiedenis van ons bedrijf. Wij zijn een producent van kunstharsen, een halffabrikaat voor coatings en de verf-industrie. Nuplex Resins is sinds 2005 onderdeel van Nuplex Industries Ltd uit Nieuw Zeeland. Daarvoor was het onder de naam Akzo Nobel Resins onderdeel van Akzo Nobel. Die overname noopte voor de eerste keer tot actie als het gaat om de pensioenvoorziening. Tot die tijd waren onze werknemers deelnemer in het pensioenfonds van Akzo Nobel, maar dat kon niet zo blijven. Dus hebben we een traject opgestart voor een eigen pensioen-voorziening. We hebben een werkgroep opgericht en hebben de vakbonden be-trokken bij het overleg.”

Wat waren de onderdelen waar-over jullie overleg voerden?

Jan Boshouwers, Environmental Officer bij Nuplex Resins voormalig secretaris Stichting Nuplex Pensioenfonds: “Pen- sioen is een belangrijke arbeidsvoor-waarde voor onze medewerkers. Dan

praat je over zaken als risico en rende-ment, maar ook over de inspraak van de medewerkers. We stonden voor de keuze: brengen we de rechten onder bij een ver-zekeraar via een rechtstreekse regeling of kiezen we voor een eigen pensioen-fonds? We hebben uiteindelijk voor dat laatste gekozen. De voornaamste reden hiervoor is toch geweest de inspraak voor de werknemers, die daarmee wettelijk geborgd was. Het voelde vertrouwd om de rechten via het pensioenfonds te re-gelen. We zouden overigens geen fonds worden dat zelfstandig zou beleggen. Daarvoor hadden we simpelweg te veel kennis van beleggen en administraties in huis moeten halen. Daarom wilden we die zaken via het fonds toch onderbrengen bij een verzekeraar. Dat is uiteindelijk Delta Lloyd geworden.”

Waarom hebben jullie deze keuze gemaakt?

Boshouwers: “We waren een selectiepro-cedure in gegaan met vier verzekeraars. We vertelden hen alle vier wat we wil-den: namelijk herverzekeren onder een garantieregeling. Bovendien hadden we bij Akzo Nobel een 4%-regeling. Behoud daarvan was ook een voorwaarde. Daarop hebben we offertes ontvangen. Waar we onze keuze op hebben gebaseerd? Ad-ministratie was op dat moment een be-langrijk thema, aangezien verschillende verzekeraars het nieuws haalden omdat

AUTEUR: NIELS ACHTEREEKTE

De pensioenfondsen zoals we die van oudsher kennen – fondsen die ge-

lieerd zijn aan het bedrijf – hebben het steeds moeilijker. Vooral voor relatief kleine fondsen is het lastig een goede koers te varen. En dat betekent dat veel fondsen zich moeten verdiepen in al-ternatieven. Voordat de stekker eruit kan - in de branche beter bekend als liquidatie - doorloopt het bestuur van een pensioenfonds een heel traject, dat moet zorgen voor een positieve voort-zetting van de pensioenen. En dat be-tekent de weg vinden in een woud van voor- en nadelen, maar vooral ook van mogelijkheden.

De Nederlandse pensioensector bevindt zich qua grootte in de top drie van de eurozone, achter Frankrijk en Duits-land. Dat stelde De Nederlandsche Bank (DNB) afgelopen zomer. De bank ba-seerde zich hierbij mede op cijfers van de Europese Centrale Bank. Begin dit jaar werd bekend dat 801 miljard van het pensioengeld is ondergebracht in pensioenfondsen. Tegelijkertijd is er de trend van liquidatie van pensioenfond-sen. Steeds minder fondsen krijgen het voor elkaar om het hoofd boven water

te houden. Sinds 2007 is er dan ook een aanhoudende daling te zien. Waren er destijds nog 713 fondsen, vier jaar later waren dat er 483, waarvan er 107 in li-quidatie waren. Een forse verlaging dus, maar volgens DNB is dat niet meteen een negatieve ontwikkeling. Zij pleit er namelijk al een tijd voor om de hoeveel-heid fondsen terug te brengen. Dat komt volgens de bank de professionaliteit van fondsen ten goede en zorgt voor schaal-voordelen. Een gewenst aantal dat DNB hierbij liet vallen is honderd.

Afname onafhankelijkheidHet punt van de professionaliteit lijkt hout te snijden. Fondsen moeten aan steeds strengere eisen voldoen, wat het werk van bestuurders lastiger maakt. Zeker als je bedenkt dat bestuurder voor velen een nevenfunctie is, zeker bij kleine pensioenfondsen. Maar vanuit het tegen-kamp luidt de kritiek dat het verminde-ren van het aantal fondsen zorgt voor te weinig spreiding. Vooralsnog vindt er natuurlijke selectie plaats. Welke sturing daarin gaat komen door overheidsmaat-regelen is nog onbekend. Een van de redenen waarom veel pensioenfondsen het de laatste tijd lastiger hebben, is zoals gezegd de strengere regelgeving. En die druist tegen het karakter van

veel fondsen in. Menig pensioenfonds is namelijk gebaseerd op een solidariteits-model: deelnemers betalen samen mee aan de oudedagvoorziening. En zeker bij pensioenfondsen van één enkel bedrijf zijn de inspraakmogelijkheden vrij groot. De onafhankelijkheid die deze fondsen kenmerkt, neemt steeds verder af. Er zijn weinig schaalvoordelen te behalen, waardoor de investeringsmogelijkheden

beperkt zijn. En dat roept de vraag op wat pensioenfondsen kunnen doen op het moment dat ze moeten liquideren. Een fonds heeft immers verplichtingen richting haar deelnemers.

OverdragenBij liquidatie kiezen pensioenfondsen voor een alternatieve uitvoeringsvorm. Dat kan betekenen dat het fonds aansluit bij een bedrijfstakpensioenfonds, een Premiepensioeninstelling (PPI), alge-mene pensioeninstelling (API) of bij een verzekeraar. Wanneer de keuze op een verzekeraar valt, zorgt dat voor enkele deelkeuzes. Zo kan het fonds besluiten de pensioenregelingen in hun geheel onder te brengen bij de verzekeraar. In dat geval worden er afspraken gemaakt over ver-schillende contracten die mogelijk zijn. Hierbinnen bestaat de mogelijkheid de pensioeninleg te investeren middels een beleggingsdepot. Een van de eigenschap-pen daarvan is dat het pensioenfonds betrokken wordt bij het invullen van de beleggingen, wat past bij de sociale in-slag van ondernemingspensioenen. Maar het hoeft niet zo te zijn dat een fonds inspraak blijft houden na de overdracht. Er is namelijk ook een ‘buy out’ mogelijk, waarbij de verzekeraar tegen een eenma-lige betaling alle pensioenzaken van het

Artikel  Pensioenfonds vs verzekeren

Leven na liquidatieVerzekeraar biedt minder vrijheid, maar meer zekerheid.

Ardi van Wijk, Financial Controller EMEA bij Nuplex Resins en oud-bestuurslid Stichting Nuplex Pensioenfonds, en jan Boshouwers, Environmental Officer bij Nuplex Resins en voormalig secretaris Stichting Nuplex Pensioenfonds.

Page 9: Pensioen Special 2012

Een publicatie van Reflex Uitgeverij PEnsIOEn 9

Bedrijfsinterview

zij hun administratie niet op orde hadden. Bij Delta Lloyd was dit goed geregeld. Maar we hebben ook gekeken naar de kosten en de rendementen van hun fond-sen. Delta Lloyd zet haar eigen fondsen in voor beleggingen en kwam als beste uit de vergelijking. Op 1 januari 2006 is de Stichting Nuplex Pensioenfonds in de lucht gegaan en de verplichtingen hebben we middels een garantiecontract met een looptijd van tien jaar herverzekerd bij Delta Lloyd. Hiermee zijn de nominaal opgebouwde pensioenrechten gegaran-deerd en veilig gesteld.”

Dat klinkt als een prima oplos-sing. Toch bestaat de stichting inmiddels niet meer…

Van Wijk: “Het pensioenvak is er niet eenvoudiger op geworden. Er is veel nieuwe wetgeving bijgekomen, met name op het gebied van toezicht. Dat leidde tot extra last. Veel aandacht van het bestuur van het pensioenfonds ging daarnaar uit, terwijl de wetgeving feitelijk niet was bedoeld voor herverzekerde fondsen. We werkten met vrijwilligers in het bestuur die de werkzaamheden uitvoerden bui-ten hun reguliere werktijd. De nieuwe regelgeving bracht ons geen toegevoegde waarde, maar enkel toegenomen kosten. Daarom hebben we besloten te switchen naar een rechtstreekse regeling. We spra-ken met vakbonden en De Nederlandsche Bank (DNB) en zijn een nieuw traject

in gegaan. Sinds 1 januari 2011 hebben we een rechtstreekse verzekering. Een overeenkomst tussen het bedrijf en de verzekeraar dus, in plaats van tussen het fonds en de verzekeraar.”

Hoe hebben jullie dit ingericht?Van Wijk: “We zijn bij dezelfde verzeke-raar gebleven, Delta Lloyd. We waren erg tevreden over hun diensten tot nu toe en hadden onze afspraken in eerste instantie bovendien voor tien jaar vastgelegd en daarvan was nog vijf jaar over. We heb-ben dus ook dezelfde gunstige tarieven en voorwaarden kunnen behouden. Dat geeft een bepaalde zekerheid, zeker in de instabiele situatie waarin de gehele economie zich bevindt, is dat erg prettig.” Boshouwers: “Communiceren met de deelnemers is heel belangrijk, dat heb-ben we de afgelopen jaren gemerkt. Dat doen wij dan ook via bijeenkomsten en pensioennieuwsbrieven. De invloed van de medewerkers wilden wij bovendien borgen. Daarom hebben wij een pen- sioenraad opgericht die bindend advies uitbrengt over de indexatievaststel-ling. Via de raad zijn de deelnemers nog even veel betrokken als ten tijde van de fondsconstructie. Tachtig procent van de portefeuille is vastrentend, 20 pro-cent bestaat uit aandelen. We hebben zelf voor deze voorzichtige manier van beleggen gekozen. We hebben overigens twee depots. Normaal gesproken betalen

pensioenfondsen de indexaties uit hun totale vermogen. Wij hebben een depot voor de uitkering van het pensioen en een apart depot voor het uitbetalen van indexaties. Een van de belangrijkste ta-ken van de pensioenraad is bepalen hoe hiermee wordt omgegaan.”

Hoe ervaren jullie de hernieuwde samenwerking met jullie pensi-oenuitvoerder?

Boshouwers: “We hebben het goede be-houden, terwijl we geen last meer heb-ben van de negatieve effecten van de toegenomen wetgeving. Oftewel: wel de lusten, niet de lasten. Dankzij de recht-streekse verzekering hebben we veel minder discussie, zeker als het gaat om dekkingsgraden. Ook zijn de adminis-tratieve lasten lager. Bovendien werd de deskundigheid van de bestuurders behoorlijk op de proef gesteld. Dat is nu ondergebracht bij Delta Lloyd.”Van Wijk: “We zijn erg tevreden over hoe het nu gaat. De manier waarop we met Delta Lloyd hebben kunnen samen-werken is erg prettig. Zeker als het gaat om juridische aangelegenheden en con-tracten ben ik blij dat we het op deze manier hebben kunnen organiseren. We zijn geen juristen, maar gelukkig beschikt Delta Lloyd juist over veel expertise op dit vlak. We hebben regelmatig contact met onze accountmanager en we worden goed geïnformeerd over de rendementen

en de verwachtingen daarop. Dankzij het garantiecontract ligt ook het risico bij de verzekeraar. Voor ons is dit een perfecte situatie.” n

fonds overneemt en daarmee de kous af is. Tegen welke prijs de verzekeraar het geheel overneemt van een fonds is niet alleen sterk afhankelijk van de omvang maar ook van de markt; met name de rentestanden spelen flink mee. In een ander scenario kan een liquiderend fonds ook besluiten haar actieve en inactieve deelnemers te splitsen. De inactieven, de groep die al met pensioen is en geen premie meer betaalt, gaan daarbij naar de verzekeraar en de actieven draagt het fonds over aan een andere partij, bij-voorbeeld een fonds van de bedrijfstak. Een kanttekening is wel dat het geliqui-deerde fonds zelf dient te blijven bestaan totdat het al haar verbintenissen heeft afgewikkeld.

Voor- en nadelenHoewel het overbrengen van pensioe-nen naar een verzekeraar oplossingen biedt, benadrukken experts het belang van het afwegen van voor- en nadelen. De kosten kunnen door marktomstan-digheden verschillen en de inspraak is ook sterk afhankelijk van de constructie die wordt opgezet. Een van de voordelen die voorop staat voor werknemers, is dat een verzekeraar garanties biedt voor het ingelegde geld. Weliswaar tegen een vergoeding - de garantiepremie - maar

dat geeft deelnemers wel rust. Het is mogelijk dat er ook een winstuitkering plaatsvindt. Gezien de economische om-standigheden is daar de laatste jaren minder sprake van. Een vanzelfsprekend nadeel is de vaak hogere premie en ook het wegvallen van de inspraak in het beleggingsbeleid. En dat nadeel geldt natuurlijk ook voor de onderneming in zijn geheel. Daarop sluit aan dat de on-derneming qua pensioensvoorziening meer afstand moet doen van haar eigen identiteit. Als voordelen gelden dat er een duidelijke afname zichtbaar is in de risico’s en de vaak professionelere organisatie en administratie. Voor ver-zekeraars zijn pensioenen immers een dagtaak, waar eerder al aangestipt werd dat veel fondsen bestuurders hebben, die het besturen als nevenfunctie hebben.

BetrokkenheidHet mag voor zich spreken dat een li-quidatie een heftig besluit is. Het is taak van bestuurders een afgewogen besluit te nemen en de toekomst van de pen- sioenplannen hun nieuwe vorm te geven. DNB heeft hier richtlijnen voor opgesteld door middel van formele stukken die de bestuurders moeten indienen. Maar DNB is niet de enige partij die betrokken is bij de liquidatie. Vergelijkbaar bij ‘re-

guliere’ problemen in financiële sfeer bij bedrijven, neemt ook de accountant een prominente rol in. De eerder genoemde actieven en inactieven, de personen waar het uiteindelijk om draait, worden bij correcte processen uiteraard ook be-trokken. En in sommige gevallen speelt ook de ondernemingsraad een rol. Wan-neer deze partijen tot overeenstemming komen, kan het bestuur dus besluiten de pensioenen over te dragen aan een verzekeraar.

Verandering nodigNet als al het voorgaande is ook de keuze voor de verzekeraar niet generiek. Opties die verzekeraars bieden, kunnen onderling sterk verschillen. Zowel qua prijs als in voorwaarden. Goed doorre-kenen wat pensioenplannen uiteindelijk opleveren, luidt dan ook het devies. Onder andere door verschillen in (be-heers)kosten die verzekeraars rekenen, kunnen bedragen aan het einde van de rit zeer verschillend uitpakken. Die kosten liggen ook niet altijd meteen aan de oppervlakte, aangezien ze ingehou-den kunnen worden op het beheerde vermogen. Waar de keuze ook op valt, duidelijk is dat er bij veel pensioen-fondsen verandering nodig is. In dat licht zien de alternatieven er positief

uit. En wellicht komen er in de nabije toekomst nog wel meer bij. Zo vond afgelopen jaar het besluit plaats van een fonds om haar pensioenen over te hevelen naar België. Niet alleen van-wege financiële redenen, maar ook om invloed te blijven behouden. Over de grens kijken lijkt niet zo gek. Zeker nu Europa met regelgeving toch een steeds dikkere vinger in de pap krijgt. n

Nuplex Resins BV is een producent van kunsthar-sen en sinds 2005 onderdeel van Nuplex Industries Ltd uit Nieuw Zeeland. Nuplex Resins is gevestigd in Bergen op Zoom en telt circa 350 werknemers. Het bedrijf focust zich op de high end-markt en 90 procent van de omzet haalt Nuplex Resins uit export, waarvan het merendeel binnen Europa. De belangrijkste branches waaraan het bedrijf levert zijn de automobielindustrie en de bouwbranche.

nuplex Resins

Delta Lloyd Corporate Clients ondersteunt organisaties bij de vormgeving en uitvoering van hun pensioenregeling. Corporate Clients biedt pensioenoplossingen voor (ondernemings)pensioenfondsen en bedrijven met meer dan 200 werknemers. Delta Lloyd Corporate Clients biedt daarmee de zekerheid van slimme oplossingen afgestemd op de pensioenregeling, wensen en situatie van de klant. Klanten kunnen deskundige mensen, doordachte middelen en praktische kennis verwachten. Met een kritische blik zorgt Delta Lloyd ervoor dat de oplossing begrijpelijk en uitlegbaar is voor iedereen.

delta lloyd Corporate Clients

Page 10: Pensioen Special 2012

10 PEnsIOEn Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Het Pensioenfonds voor de Accountancy & Administratieve en Fiscale Dienstverlening is speciaal opgericht met, voor en door accountants. Hierdoor bieden wij u de mogelijkheid om uw personeel een pensioenregeling aan te bieden die voldoet aan de wensen van uw branche.

En dit tegen aantrekkelijke kosten en voorwaarden. Momenteel kent ons fonds al 150 tevreden werkgevers en 3.300 tevreden deelnemers.

Nieuwsgierig naar het fonds en de voordelen voor uw kantoor? Bel telefoonnummer (070) 344 77 61, mail [email protected] of bezoek www.pfaccountancy.nl.

U kunt beter rekenen dan uw branchegenoten?

En toch is uw kantoor nog niet aangesloten?

Advertentie

AUTEUR: NIELS ACHTEREEKTE

Transparantie, het lijkt het ‘buzz’-woord te zijn in pensioendiscussies van de afgelopen tijd. Maar hoe vaak het woord ook valt, het blijft een stre-ven dat serieus opgepakt moet worden door pensioenfondsen en adviseurs. Transparantie is nodig om het vertrou-wen van deelnemers terug te winnen. Zeker bij jongere generaties heeft dit vertrouwen een flinke deuk opgelopen. Maar ondertussen zitten dienstverle-ners niet stil. Pensioenfondsen zien in dat ze meer naar buiten moeten treden en meer grip moeten krijgen op hun investeringsbeleid, al dan niet met hulp van consultants.

Invloed op keuzesDe risico’s van pensioenregelingen verschuiven steeds meer richting de consument. De aanleiding daarvoor is eigenlijk een positieve. Het is namelijk de bedoeling dat consumenten steeds

meer invloed krijgen op de keuzes die gemaakt worden om tot een goed pen-sioen te komen. Om te zorgen dat dit wel succesvolle pensioenopbouw tot gevolg heeft, is het belangrijk dat de informatievoorziening vanuit en binnen de pensioensector verbetert. Zo is de AFM van mening dat er nog te veel op hoofdlijnen wordt gecommuniceerd met gebruik van statistieken die nietszeg-gend zijn voor het gemiddelde publiek. Daar ligt dan ook een rol voor adviseurs, die deelnemers helder uitleggen hoe hun pensioen in elkaar steekt.

EindbedragVanuit de branche klinken al geluiden dat de inzet van communicatiemidde-len verbreed wordt. Buiten vertrouwde middelen als nieuwsbrieven en presen-taties zien ook steeds meer betrokkenen een rol weggelegd voor social media. Belangrijk bij alle vormen van com-municatie blijkt dat deelnemers inzicht hebben in de gevolgen van beslissingen.

Daar bieden huidige pensioenoverzich-ten veelal nog te weinig houvast voor. Met online tools is het echter mogelijk om op basis van scenario’s inzicht te geven wat de invloed van beslissingen is op het eindbedrag. De onzekerheden moeten beter in beeld komen. Want er is eigenlijk maar één ding wat deelnemers willen weten: het bedrag aan het einde van de rit.

Groeiende rolMeer inzicht voor deelnemers vraagt meer inzet van pensioenfondsen. En die moeten door toenemende regelgeving juist al een stapje extra zetten, veelal met hetzelfde of zelfs een kleiner aantal mensen. Daardoor kunnen zij extra hulp gebruiken van buiten, van consultants bijvoorbeeld. In verschillende landen is dit al meer dan gebruikelijk, maar van oudsher werken pensioenfondsen in ons land autonomer. Daar is de laatste jaren steeds meer kritiek op gekomen, aange-spoord door teruglopende rendementen.

Denk aan het ontbreken van risicoma-nagement, een te groot vertrouwen in modellen en een gebrek aan aandacht voor strategie achter beleggingen.

Collectief stappen zettenUit activiteiten van verschillende con-sultants blijkt dat er met name behoefte is aan het juist implementeren van nieuwe wet- en regelgeving, die invloed heeft op het beleid van fondsen. Om daar vroegtijdig op in te kunnen spelen, geven adviseurs aan dicht op de politiek te zitten. Het tweede prominente punt is advies over vermogensbeheer. Is het bijvoorbeeld goed om in eigen land te investeren of is dat te beperkt en moet je juist over de grens kijken? Met nieuwe regelingen en wetten in de maak, lijkt het pensioen voorlopig nog omgeven met onzekerheden. Zowel voor deelnemers als voor bestuurders. En dat vraagt om oplossingen. Collectief stappen zetten in transparantie lijkt in ieder geval een goed begin. n

AUTEUR: KOOS PLEGT

Halverwege 2011 ging het in Den Haag maar over één ding: onze pen-

sioenen. Al langer waren werkgevers en vakbonden met elkaar in gesprek over de renovatie van de Nederlandse oude-dagvoorziening. Dit kwam terug in een in juni 2010 gesloten regeerakkoord, waarin het kabinet-Rutte in overleg met minister Henk Kamp (Sociale Zaken) op hoofdlijnen een akkoord uitwerkte. Een jaar later bereikten de sociale partners ook een akkoord over de revisie van het pensioenstelsel.

Dit kwam allemaal uiteraard niet uit de lucht vallen. Het vraagstuk omtrent de dubbele vergrijzing speelde al langer. De stijgende levensverwachting van Neder-landers zorgt ervoor dat het aantal pen-sioenjaren waarin mensen een uitkering genieten, flink is gestegen. Bovendien zijn er nu relatief meer ouderen, een trend die nog wel even zal aanhouden en veel in-

vloed heeft op de verhoudingen binnen het deelnemersbestand van pensioenfondsen.

dalende dekkingsgradenMaar niet alleen de vergrijzing speelde een rol. Ook de toegenomen grilligheid van de financiële markten had zijn weer-slag op de totale pensioenpot. In augustus 2010 maakte de DNB bekend dat twaalf tot veertien Nederlandse pensioenfond-sen zouden moeten gaan korten op de lopende pensioenen. De dekkingsgra-den bleken ineens dramatisch gedaald

te zijn, soms tot niveaus van onder de 90 procent. Een nieuwe Pensioenwet, op basis van het pensioenakkoord dat Kamp heeft gesloten met de sociale partners, kan mogelijk enige verlichting bieden. Volgens de planning van de minister kan de Pensioenwet pas in 2014 in werking treden, maar dit voorjaar dient hij al wel een hoofdlijnennotitie over de nieuwe wet in bij de Tweede Kamer.

Voor deelnemers is het meest merkbare effect van het gesloten akkoord de ver-hoging van de pensioenleeftijd. In 2020 gaat deze omhoog naar 66 jaar. Door een koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting ligt een stij-ging in 2025 naar 67 jaar voor de hand. De hoogte van de AOW-uitkering houdt gelijke tred met de gemiddelde CAO-loonstijging, maar tussen 2013 en 2028 komt daar een extra verhoging van 0,6 procent bovenop. Eerder stoppen met werken kan ook nog steeds, maar dat betekent wel een levenslange korting op

de AOW-uitkering van 6,5 procent. Daar staat eenzelfde beloning tegenover voor de doorwerkers.

BeleggingsruimteVoor fondsen is het beste nieuws dat zij meer vrijheid krijgen om te beleggen. De hoogte van het pensioen wordt daar-mee afhankelijker van de beleggingsre-sultaten, maar ook minder zeker. Een andere manier waarop het akkoord de fondsen meer bewegingsruimte biedt, is doordat zij minder snel verplicht zijn om pensioentoezeggingen te bevriezen of te korten. Er staat wel wat tegenover de geboden vrijheden. Het toezicht op de fondsen zal scherper zijn. In welke vorm precies, daar is men nog niet helemaal uit. In ieder geval dringt het akkoord erop aan om vooraf duidelijke afspraken met deelnemers te maken over de uitvoering van het pensioenbeleid. Geheel in lijn met de tijdsgeest draait het hier om transpa-rantie. Fondsen zullen dus hun ambities en risico’s explicieter gaan formuleren. n

Artikel  Consultancy en advies

Adviesrol pensioenexperts neemt toeInformeren op hoofdlijnen niet meer voldoende.

Artikel  Pensioenakkoord

Later met pensioen, maar meer duidelijkheidLevensverwachting, vergrijzing en grillige markt vragen om aanpassing pensioenakkoord.

Page 11: Pensioen Special 2012

Een publicatie van Reflex Uitgeverij PEnsIOEn 11

Van Lanschot Chabot B.V.Statenlaan 8, ’s-HertogenboschT (073) 692 4864F (073) 692 4702E [email protected] www.vanlanschotchabot.com

Hoe luidt straks úw pensioenakkoord?De fiscale pensioenrichtdatum zal in 2014 in één keer naar 67 jaar verschuiven. Onderzoek naar de impact van het toenemend lang-levenrisico en de historisch lage rente op uw personeelsbestand is van groot belang.

Van Lanschot Chabot helpt u graag bij het inzichtelijk maken van

deze ontwikkelingen voor uw onderneming. Met behulp van een door ons ontwikkeld rekenprogramma informeren en adviseren wij u en uw werknemersvertegenwoordiging over de financiële gevol-gen voor u en uw werknemers. Dat is verzekeren in de U-vorm.

Bel de pensioenspecialist. Bel Van Lanschot Chabot.

Advertentie

Goed pensioen is een kwestie van goed managenIn control door bedrijfsmatige aanpak.

De problemen waar veel pensioen-fondsen de laatste jaren mee te

maken kregen, hebben één ding pijnlijk duidelijk gemaakt: hun werkwijze is zeer riskant gebleken voor de deelnemers. First Pensions ondersteunt al zeven jaar pensioenfondsen en hun bestuurders met een aanpak die grip geeft op hun balans en die de gewenste resultaten levert. “Onze klanten zijn volledig in control.”

Pensioenfondsen hebben feitelijk maar één opdracht: ervoor zorgen dat de deel-nemers uitgekeerd krijgen waar zij recht op hebben. Dat is waar First Pensions pensioenfondsen toe in staat stelt. “Door een fonds volgens onze aanpak bedrijfs-matig aan te sturen, met behulp van een gericht gemanagede balans, voorkom je problemen”, zegt Erik Beckers, financi-

eel analist bij First Pensions. “Hierdoor hoeft het fonds geen onnodige risico’s te nemen om aan de gewenste rendementen te komen. En áls een fonds risico’s inzet, dan zijn die controleerbaar en lonend.”

Als het pensioenfonds onvoldoende inzicht heeft in wat de gevolgen zijn van keuzes die het maakt, wordt het beha-

len van de gewenste dekkingsgraad een kwestie van ‘geluk hebben’. First Pen-sions biedt via zijn maandelijkse rap-portages, het Pensioenfonds Dashboard, het benodigde inzicht in de financiële risico’s en resultaten. “Als pensioen-fonds ben je in wezen gewoon een bedrijf met een financieel product en met een verplichting aan je deel- nemers. Onze klanten krijgen knoppen waaraan ze kunnen draaien en waarmee ze kunnen sturen op het benodigde eind-resultaat. Zij zijn in control.” En dat is precies waar het alle pensioenfondsen om te doen zou moeten zijn.

First Pensions biedt pensioenfondsen de aanpak om de pensioenuitkeringen aan de deelnemers waar te maken. Die aanpak is vernieuwend én bewezen. De kosten zijn, in vergelijking met de tradi-

tionele partijen, laag. Beckers: “Het gaat erom dat het bestuur de juiste beslissin-gen kan nemen en de uitvoering gecon-troleerd uitbesteedt. Daarvoor hoeven bestuurders geen pensioenexperts te zijn, maar hebben ze wel inzicht nodig. Weet wat je doet, met de juiste exper-tise en met de juiste instrumenten die je ondersteunen.” n

Bedrijfspresentatie

Meer informatieFirst Pensions BV Ptolemaeuslaan 56, 3528 BP Utrecht T 030 767 08 16

www.firstpensions.nl

GAstbijdrAGe  Pensioenkorting

Extra sparen bij pensioenkorting eenvoudig collectief te regelenFiscale reparatiemogelijkheden voor pensioenkorting.

Begin januari 2012 hebben drie van de vijf grootste pensioenfondsen aange-

geven dat de ingegane en niet ingegane pensioenen in 2013 gekort zullen worden als de financiële positie van het fonds niet vol-doende verbetert. Een groot aantal andere pensioenfondsen zal naar verwachting in later 2012 een voorgenomen korting aan-kondigen. De vraag of een korting fiscaal vriendelijk gerepareerd kan worden is dus actueel. Het is de vraag of dit in alle geval-len wel kan.

Het is mogelijk dat werknemers willen sparen om de pensioenkorting te kunnen repareren. In een beleidsstandpunt uit 2011 stelt de Belastingdienst echter dat de fis-cale ruimte door pensioenkorting niet kan worden ingehaald. De Belastingdienst gaat er hierbij vanuit dat de betrokkenen een

voorwaardelijke aanspraak behouden. Voor de berekening van de pensioen- en lijfren-teruimte moet derhalve uitgegaan worden van de ongekorte pensioenaanspraken.

Korting is volgens de Pensioenwet een ui-terste noodmaatregel en de aanspraken worden dus onvoorwaardelijk verminderd. Een spoedig herstel valt vanwege de grote structurele problemen die de meeste fond-sen kennen, niet voor de hand. Terugdraaien lijkt derhalve utopie. Het standpunt van de Belastingdienst is naar onze mening onhoudbaar en ontkent op onjuiste gron-den de harde realiteit van de doorgevoerde kortingen.

Indien een werkgever toch een reparatiemo-gelijkheid zou willen bieden voor werkne-mers, is dit naar onze mening toch mogelijk.

De pensi-oen-regeling kan worden aangepast door daarin de mogelijk-heid op te nemen dat de werkne-mer vrijwil-lig bij mag storten om een korting ongedaan te maken. Een collectieve regeling met

individuele invulling, zogezegd. Om alle fiscale risico’s te voorkomen is daarvoor een veilige methode beschikbaar, die al

vele jaren bestaat. Deze veilige methode is dat de collectieve wijziging van de pen-sioenregeling om reparatie van kortingen mogelijk te maken vooraf wordt voorge-legd aan de fiscus. Het mooie van deze methode is dat de wijziging dan wel direct wordt doorgevoerd. Mocht later blijken dat de rechter de fiscus alsnog gelijk geeft, dan kan de reparatie ongedaan worden gemaakt zonder fiscale sancties.

Pensioenfondsen kunnen de bittere pil van het korten dus een klein beetje min-der bitter maken door hun regeling in overleg met de werkgever collectief uit te breiden met een vrijwillige bijstort-mogelijkheid en dit aan de fiscus voor te leggen. Er is geen wetswijziging nodig, alleen een goede voorbereiding en juiste timing. n

mr. j.A. Gielink CPL werkzaam als belastingadviseur bij BGA pensioen-rechtadvies B.V.

Page 12: Pensioen Special 2012

Een Solide belegging?Rust in uw portefeuille?

Kijk voor meer informatie op www.synvest.nl

U zoekt...

Wij doen dit al 7 jaar!

Advertentie

BEdRIjfsPREsEntAtIE

Bijna elke ondernemer kent zijn werknemers pensioenrechten toe.

De kosten van deze secundaire arbeids-voorwaarde zijn echter aanzienlijk. Dui-delijk inzicht in deze kosten is dan ook voor 36 procent van de ondernemers het belangrijkste criterium bij het selecteren van een nieuwe pensioenregeling. Dit blijkt uit een representatief onderzoek onder MKB ondernemers met 5 tot 75 werknemers gehouden door GfK Panel Services Benelux.

Afspraken die de werkgever met zijn medewerkers maakt op het gebied van pensioen kunnen niet eenzijdig door de werkgever veranderd worden. De pen-sioentoezeggingen die de werkgever doet, worden door de werkgever bijna altijd verzekerd. Deze verzekeringen worden vaak voor een contractperiode van 5 jaar afgesloten. Dit betekent dat de ondernemer in dat geval elke 5 jaar de mogelijkheid heeft om het contract met opnieuw 5 jaar te verlengen of om te onderzoeken of pensioentoezeggin-gen beter of goedkoper bij een andere verzekeringsmaatschappij verzekerd kunnen worden. Op dit moment voert 69 procent van de MKB ondernemers deze vergelijking uit bij het aflopen van de contractperiode. Het overgrote deel

van de MKB ondernemers schakelt voor deze vergelijking een onafhankelijk pen-sioenadviseur in aldus het onderzoek van GfK Panel Services Benelux.

100 procent van de premie ouderdomspensioen beleggenModerne pensioenverzekeringen spe-len in op de behoefte van werkgevers en werknemers aan helder inzicht van

kosten én rendement. Legal & General is een van de pensioenverzekeraars die onlangs een dergelijk modern pensioen-product heeft gelanceerd. Kenmerk van het Legal & General Prisma pensioen is dat 100 procent van de premie voor opbouw ouderdomspensioen wordt be-legd en de werkgever exact inzicht heeft in de kosten en het rendement van de pensioenregeling.

Advies is noodzaakPensioenen zijn razend ingewikkeld aldus drs. Arno Dolders, algemeen directeur Legal & General. Er is een enorme hoe-veelheid wet- en regelgeving die varieert van gelijke behandeling van parttimers en fulltimers tot de gevolgen van over-dracht of fusies van bedrijfsonderdelen en de daarbij behorende medewerkers. De gemiddelde MKB ondernemer kan dit onmogelijk allemaal overzien. Toch heb-ben de beslissingen die rondom pensioen worden genomen vaak voor tientallen jaren vergaande financiële consequenties voor de onderneming. Het is dan ook voor elke ondernemer verstandig bij de oriëntatie op een nieuwe pensioenrege-ling of bij het verlengen van een bestaand contract zich te laten bijstaan door een onafhankelijk pensioenadviseur. De wetgever heeft dit onderkent en heeft

met ingang van 1 januari 2012 nieuwe deskundigheidseisen gesteld. De nieuwe eisen liggen op HBO+ denkniveau. Ui-terlijk 1 januari 2014 dienen de adviseurs die op het gebied van pensioenen advies uitbrengen aan deze eisen te voldoen. Een goede adviseur maakt een grondige analyse van de onderneming waarbij ook gekeken wordt naar de verwachte ontwikkeling in de toekomst. Op basis van de analyse maakt de adviseur dan een vergelijking van de condities die door de verschillende verzekeringsmaat-schappijen worden aangeboden. Voor zover de adviseur dit al zelf niet doet, adviseer ik elke MKB ondernemer om in dat soort situaties de adviseur te vragen schriftelijk te bevestigen welke aanbie-ders hij precies in zijn vergelijking heeft meegenomen. n

Werkgevers willen duidelijkheid over kosten pensioenMerendeel MKB ondernemers schakelt onafhankelijk pensioenadviseur in.

Een exemplaar van het onderzoek gehouden door GfK Panel Services Benelux onder MKB onderne-mers over het onderwerp pensioen is aan te vragen via  [email protected]

Arno Dolders: MKB, laat u bijstaan door een onafhanke-lijk pensioenadviseur.

Page 13: Pensioen Special 2012

Een publicatie van Reflex Uitgeverij PEnsIOEn 13

AUTEUR: ROSA DE BUISONjé

Het driepijlerstelsel met betrekking tot de oudedagvoorziening is in ons

land al jaren een bekend begrip. Met de derde pijler kan het pensioen dat met de eerste (AOW) en tweede pijler (werk-geverspensioen) is opgebouwd, worden aangevuld. Een veelgebruikte methode om het pensioen aan te vullen, is beleg-gen. Wat zijn in dit economische klimaat de mogelijkheden en trends omtrent be-leggen?

Uit onderzoek van het Verbond van Ver-zekeraars blijkt dat driekwart van de Nederlanders een pensioentekort heeft. Zo’n tekort ontstaat bijvoorbeeld bij een periode van arbeidsongeschiktheid of werkeloosheid en kan gedicht worden door te beleggen. Veel mensen kiezen ervoor om zelf een portefeuille samen te stellen. Een veel gehoorde reden daarvoor is de kostenbesparing die ze daarmee hopen te realiseren. De kosten zijn immers lager, omdat er geen fonds-beheerder aan te pas komt. Een fondsbe-

heerder heeft veel ervaring in beleggen, maar rekent hier uiteraard kosten voor. Afwezigheid van een beheerder bete-kent ook meer onafhankelijkheid voor particuliere beleggers. Beleggen in een fonds biedt echter wel meer zekerheid en risicospreiding, iets waar in economisch onzekere tijden over het algemeen veel vraag naar is.

Beleggen anno 2012De meest voorkomende beleggingsvor-men zijn aandelen, obligaties en beleg-gingen in vastgoed. Het grootste nadeel van beleggen in aandelen is de fluctu-atie in dividend. Als het bedrijf waarin de aandelen belegd zijn winst maakt, ontvangt de belegger dividend. Zodra dit bedrijf echter weinig of geen winst maakt, ontvangt de belegger ook geen dividend. De bekendste vorm van obligaties zijn staatsobligaties. Een obligatie is in feite een onderdeel van een lening aan een instelling, in dit geval aan de staat. Het risico hierbij is aanzienlijk lager dan bij aandelen omdat de staat niet snel failliet

zal gaan en een belegger dus bijna altijd zijn geld terugkrijgt. Beleggen in vastgoed biedt een relatief veilig rendement dankzij huurcontracten en de vaak lange looptijd. Het vastgoed in Nederland kent sinds de crisis echter ook veel leegstand, vooral onder kan-toorpanden. Bovendien zijn de trans-actiekosten hoog.

Alternatieve beleggingenHoewel er geen afgebakende definitie bestaat voor alternatieve beleggingen, zijn ze volgens De Nederlandsche Bank steeds populairder geworden onder par-ticuliere beleggers. Een logisch gevolg van het opnemen van alternatieve beleg-gingen in de portefeuille, is een verdere spreiding van het risico. De bekendste vormen zijn beleggingen in grondstoffen zoals bijvoorbeeld goud en beleggingen in infrastructuur. In 2010 werd er zo’n 3 miljard euro ingelegd in de alternatieve fondsen. Tegelijkertijd kenden alle an-dere beleggingsfondsen een uitstroom van ongeveer 15 miljard euro.

duurzaam pensioenDe pensioensector heeft de afgelopen jaren niet stilgestaan en ook hier is duur-zaamheid terrein aan het winnen. In 2010 werd er door particuliere beleggers nog zo’n kleine 4 miljard euro duurzaam belegd en dat is aanzienlijk meer dan in de voorgaande jaren. De verwachting is dat deze trend doorzet. Een kantteke-ning hierbij vormt het fiscale voordeel voor duurzaam beleggen. De belegger ontvangt normaal gesproken een fiscale korting op duurzame beleggingspro-ducten. Deze korting loopt geleidelijk af. De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) uit haar zorgen over de gevolgen van deze maatregel in het rapport “Duurzaam

sparen en beleggen in Nederland 2010”. De onderzoekers vrezen dat de kosten voor duurzaam beleggen hoger uitvallen en de stimulans om duurzaam te beleg-gen hierdoor kleiner wordt.

RisicospreidingGerard Staats, docent en onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg, adviseert beleggers om hun risico’s te spreiden. “De beurs is op dit moment onbetrouwbaar en niemand weet precies wat er nog gaat gebeuren.” Het belangrijkst is volgens hem dan ook dat beleggers overal op voorbereid zijn, zodat het geen ramp is als er inderdaad wat mis gaat. “Zolang het geld maar niet in één keer verdwijnt”, aldus Staats. Ondanks dat slechts 8 pro-cent van de particuliere beleggers be-legt voor hun oudedagvoorziening, is hij van mening dat beleggen nog steeds een goede optie is om het pensioen mee aan te vullen. n

Artikel  Beleggen

Beleggen voor de oudedagExtra inkomsten om pensioentekort aan te vullen.

“Pensioenfondsen duurzaam in vastgoed en infrastructuur” U adviseert pensioenfondsen over vastgoed- en infrastruc-tuurbeleggingen. Duurzaamheid speelt daarbij een grote rol. Wat verstaat u daar onder?

“Als pensioenfonds moet je keuzes ma-ken die je nu en ook later goed kunt verantwoorden. Bij voorkeur keuzes waarbij rendement en risico in balans zijn én waarbij het geld op verantwoorde wijze wordt geïnvesteerd. Dat betekent dat de producten en de organisatie duurzaam moeten zijn. Tegenwoordig zijn er steeds meer partijen die zich laten certificeren. Dat kan de keuze vergemakkelijken. Wil je in het pensioenbeleid rekening houden met de rechten van de mens? Dan kan het verstandig zijn te kiezen voor partijen die een ISO 26000 normering hebben. Met betrekking tot beleggingen in vastgoed en infrastructuur spelen milieudoelstel-lingen een steeds grotere rol. Sommige

partijen onderscheiden zich door een ISO 14001 normering. Daarmee verplichten zij zich bepaalde milieudoelstellingen te behalen.”

Waarom vindt u het belangrijk dat pensioenfondsen duurzaam beleggen?

“Meerdere keren zijn pensioenfondsen in opspraak geraakt vanwege dubieuze investeringen. Het is echter ook mogelijk om duurzaam te beleggen én rendement te behalen. Vanuit die overtuiging heb ik zeven jaar geleden Grontmij Capital Consultants opgericht. Zowel deelnemers als de fondsen zelf willen doorgaans graag maatschappelijk ver-antwoord beleggen. Maar de vastgoed- en infrastructuurmarkten zijn enorm groot en versnipperd. Voor bestuurders is het onmogelijk dat allemaal te volgen. Wij helpen de pensioenfondsen bij het

maken van afgewogen keuzes, zodat zij ‘in control’ zijn.”

U richt zich naast vastgoed ook op infrastructuur. Hoe kunnen pensioenfondsen daar voordeel mee behalen?

“Infrastructuurbeleggingen vin-den plaats in overheidsgerelateerde markten. De overheid heeft geld nodig en verkoopt nu haar assets en probeert alles zo efficiënt moge-lijk te exploiteren. Hoe voordeliger de overheid uit is, hoe meer rende-ment de belegger doorgaans behaalt. Een win-winsituatie. Bovendien krijgt de belegger van de overheid bepaalde garanties. Dat maakt het natuurlijk extra aantrekkelijk. En het kan duurzaam. Zo kun je bijvoorbeeld beleggen in de transport van duur-zame energie of in het opwekken van duurzame energie. Wie slim inves-teert, behaalt een hoog rendement in verantwoorde producten.” n

Bedrijfsinterview

Norbert Bol, directeur Grontmij Capital Consultants

Page 14: Pensioen Special 2012

14 PEnsIOEn Een publicatie van Reflex Uitgeverij

AUTEUR: KRISTEL HURENKAMP

Als de optelsom van de AOW-uit-kering en het werkgeverspensioen

lager uitvalt dan 70 procent van het hui-dige salaris, dan wordt gesproken van een pensioengat. Een groot deel van de Nederlanders kampt hier onbewust mee. Het afsluiten van een lijfrente biedt oplossing.

Veel aandacht gaat uit naar de AOW en het werkgeverspensioen. Vooral nu de pensioenfondsen als gevolg van de lage dekkingsgraden onder vuur liggen, zouden mensen zich daarnaast ook meer moeten verdiepen in het privépensi-oen. Die derde pijler met betrekking tot de oudedagvoorziening is weliswaar geheel vrijwillig maar daarom zeker niet minder belangrijk. De opbouw van het pensioen blijft tenslotte eigen ver-antwoordelijkheid en niet die van de werkgever.

wel of geen aanvulling?Gesteld wordt dat 70 procent van het laatstverdiende loon de norm is voor een goed pensioen. Veel mensen redden het echter niet met enkel een AOW-uitkering en een werkgeverspensioen. Zij hebben dan een pensioengat. Dit kan verschil-lende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld vanwege eerdere werkloosheid of tijdelijk verblijf in het buitenland waardoor er geen AOW is opgebouwd of door een of meer echtscheidingen. Ook mensen die eerder willen stoppen met werken doen er goed aan zelf vermogen op te bouwen voor later. Het is daarom belangrijk te kijken naar de huidige (financiële) situ-atie en wensen voor de oudedag. Naar aanleiding daarvan kan gebruik worden gemaakt van aanvullende voorzieningen binnen de derde pijler.

fiscaal gunstigEen goede optie voor het opbouwen van privépensioen is het afsluiten van een

lijfrente bij een verzekeraar of bank. De deelnemer legt (periodiek) een bepaald bedrag in waarmee kapitaal wordt op-gebouwd dat later periodiek uitgekeerd wordt tot aan overlijden. Het is ook moge-lijk extra inkomen te genereren om eerder te stoppen met werken. Een lijfrente kan veel rendement opleveren en is bovendien fiscaal gunstig. De premies of eenmalige inleg (koopsom) die hiervoor betaald worden, zijn onder bepaalde voorwaar-den namelijk fiscaal aftrekbaar in box 1 als uitgave voor inkomensvoorzieningen.

Opties lijfrenteOp de ingangsdatum van de lijfrente zijn er meerdere mogelijkheden. De hoofdregel is dat het geld in termijnen wordt uitge-keerd in de vorm van een levenslange of een tijdelijke oudedagslijfrente. Uitbetalen in één keer is niet voordelig omdat hier-over veel belasting betaald moet worden. Het is trouwens niet verplicht de uitkering door de verzekeraar te laten uitbetalen

waar het vermogen is opgebouwd. Als de einddatum van de lijfrente nadert, dan is de deelnemer er vrij in een andere verzekeraar of bank te kiezen die op dat moment het hoogste rendement geeft. Een voorwaarde voor uitkering is wel dat de deelnemer op dat moment nog in leven is. Is dit niet het geval, dan vervalt het op-gebouwde vermogen in sommige gevallen aan de verzekeraar. Is de lijfrente bij een bank gesloten, dan komt het resterende vermogen altijd aan de nabestaanden toe.

VijfpijlermodelProfessor dr. Gerry Dietvorst, Uni-versiteit van Tilburg, voorspelt dat het driepijlermodel plaats gaat maken voor het vijfpijlermodel. Hij stelt dat het door de huidige crisis en de daardoor ontstane onzekerheden een logisch en noodzakelijk gevolg is dat mensen hun gezichtsveld verbreden van drie naar vijf pensioenpijlers. Pijler 4 omschrijft Dietvorst als het menselijk kapitaal: het vermogen om langer, al dan niet in de-zelfde dienstbetrekking door te blijven werken om op die manier het pensioen aan te vullen. Deze pijler kan het ‘langer leven’ opvangen, zo stelt de professor in zijn onderzoek ‘Van drie naar vijf pensioenpijlers’. En dat kan volgens hem niet alleen met de drie bestaande pensioenpijlers. Onder de vijfde pijler verstaat hij het gespaarde vermogen via een spaarrekening, effectenportefeuille of de overwaarde van de eigen woning. Daarbij is belangrijk dat de hypotheek geheel of gedeeltelijk is afgelost. “Met de vijf pijlers worden alle vermogens-componenten met elkaar in samenhang gebracht. Op die manier ontstaat er een betere balans in de verschillende pen-sioencomponenten. Ook is het een ste-viger fundament voor de oudedag dan wanneer deze op drie pijlers rust”, aldus Dietvorst in zijn onderzoek. n

Artikel  De derde pijler

Lijfrente vult pensioengatNederlanders onvoldoende bewust van derde pijler.

“Je pasjes beschermen is noodzakelijk”

Iedereen krijgt steeds meer pas-jes en een ‘gewone’ portemonnee is daar ongeschikt voor, zeggen jullie. Waarom?

“Leer onttrekt weekmakers aan plastic waardoor pasjes sneller bros worden. Sommige mensen vervangen een paar keer per jaar hun gebroken bankpas. Bovendien zijn pasjes in een gewone portemonnee fraudegevoelig. Onze card-protector voorkomt dit.”

Hoezo fraudegevoelig?“Steeds meer pasjes hebben RFID-technologie, oftewel een chip met een antenne. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwste credit cards en de OV-chip-kaart. Op internet kunnen hackers voor een paar tientjes een RFID-lezer kopen, waarmee zij de gegevens van jouw pasjes kunnen oppikken. Daarmee kunnen op

jouw naam bijvoorbeeld bestellingen worden gedaan op internet. Dit soort identiteitsfraude komt in Amerika op grote schaal voor en zullen we hier ook steeds meer gaan zien.

En waarom moet een OV-chipkaart worden beschermd?

In een drukke bus of tram wordt een onbeschermde OV-chipkaart soms in- of uitgecheckt zonder dat je het merkt. Dat leidt tot extra hoge reis-kosten of onnodige boetes. En ook een OV-chipkaart kan worden gehackt.”

Jullie produceren in Nederland ?“Ja, want dat is beter voor onze economie en in een aantal opzichten voordeliger dan produceren in China. De kwaliteit is beter, de transportkosten zijn lager, de le-vertijden korter en onze voorraden klei-

ner. Bij de sociale werkplaats in Leiden, zetten mensen met veel plezier onze producten in elkaar.

Zijn jullie de wereld aan het veroveren?

“Het gaat wel heel goed, ja. Zeker sinds we cardprotector in een lederen porte-monnee integreren, met ruimte voor cash en visitekaartjes. We zijn al in 650 winkels in 16 landen verkrijgbaar en aanvragen blijven uit de hele wereld binnenstromen. Het grappige is dat

wij alles in Nederland produce-

ren en dat buitenlanders dat heel charmant vinden.

Japanners en Chinezen zijn gek op ‘made in Holland’. Zo draaien we het eens om!” n

Bedrijfsinterview

Marianne van Sasse van Ijsselt is mede-eigenaar van Secrid; het innovatieve portemonneemerk dat zij samen met haar man heeft opgezet.

Meer informatie: www.secrid.com, 070 390 21 80

Page 15: Pensioen Special 2012

Een publicatie van Reflex Uitgeverij PEnsIOEn 15

AUTEUR: KRISTEL HURENKAMP

Ieder pensioenfonds heeft zijn eigen wensen als het gaat om de uitvoering

van de pensioenregeling. Bij de één draait het om transparantie voor de deelnemer, de ander hecht meer waarde aan het op orde krijgen van de administratie en weer een ander fonds wil juist zoveel mogelijk rendement behalen tegen zo min mogelijk risico’s. Pensioenuitvoering is maatwerk.

Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling. Zij is daarbij wet-telijk verplicht rekening te houden met ieders belangen. Uitbesteden van be-paalde taken mag alleen als het bestuur er goed zicht op heeft dat het uitbestede werk naar behoren wordt uitgevoerd. De Nederlandsche Bank ziet er op toe dat het bestuur voldoende deskundig is. Pensioenfondsen kunnen ervoor kiezen de pensioenuitvoering uit te besteden aan bijvoorbeeld een verzekeraar of een vermogensbeheerder. Fondsen hebben zelf doorgaans te weinig expertise in huis, maar nemen wel de verplichting op zich om bij de pensioengerechtigde leeftijd van de deelnemers uit te betalen. En daarvoor is kwaliteit geboden. Voor-dat een pensioenfonds een uitvoerder kiest, is het van belang dat het bestuur de wensen inzichtelijk maakt en hiervoor een strategie opzet.

Belangrijke puntenHet fonds kan bepaalde onderdelen van de pensioenuitvoering uitbesteden, zoals de administratie of het vermogensbeheer, maar ook de gehele pensioenuitvoering bij een verzekeraar neerleggen. Voor het kiezen van de juiste pensioenuitvoerder kijken fondsen naar verschillende pun-ten, bijvoorbeeld naar de kosten die de

verzekeraar vraagt om de uitvoering op zich te nemen. Maar ook de resultaten uit het verleden en het imago van de uit-voerder spelen voor de meeste fondsen een belangrijke rol. Enkele jaren geleden zijn er nogal wat pensioenuitvoerders op hun vingers getikt omdat zij de admi-nistratie niet op orde hadden. Daarom is ook de wijze waarop de administratie is georganiseerd een steeds belangrijker argument om voor een bepaalde uitvoer-der te kiezen.

Veilig of risicovol?Sommige fondsen kiezen bewust voor een veilige methode van renderen. De pensioenuitvoerder zal dan voornamelijk kiezen voor beleggen in obligaties en wellicht swaps. Fondsen die een hoger rendement nastreven en daarvoor meer risico’s durven nemen, investeren eer-der in bijvoorbeeld aandelen en private equity. De uitvoerder is verplicht het

vermogen op een slimme en betrouwbare manier te beheren en daarbij te voldoen aan de eisen die het fonds stelt. Vanwege de financieel-economische situatie is er momenteel een aantal pensioenfondsen dat genoodzaakt is de pensioenen te kor-ten of de premie te verhogen. Uitvoerders staan voor een uitdaging. Het is nu nog meer van belang dat zij slimmer investe-ren: tegen zo min mogelijk risico toch zo veel mogelijk rendement behalen. Goed renderende obligaties zijn daarom steeds populairder.

Ruimte voor verbeteringKijkend vanuit de deelnemer is de pen-sioenuitvoering volgens de Autoriteit Fi-nanciële Markten (AFM) aan verbetering toe. De autoriteit oefent al ruim vijf jaar toezicht uit op de pensioenuitvoerders. Vorig jaar stelde de onafhankelijke ge-dragstoezichthouder een visiedocument op waarin de observaties met betrekking

tot pensioenuitvoering zijn beschreven. Hieruit is op te maken dat de autoriteit vindt dat de kwaliteit van de pensioenuit-voering, met name informatieverstrek-king aan en communicatie met deel-nemers, beter moet. Ondanks allerlei informatiedragers die er reeds zijn, zoals het Uniform Pen-sioenoverzicht (UPO), Het Pensioenregister, Pensioenkijker en een startbrief, hebben deelnemers nog altijd te weinig kennis van hun pensi-oenopbouw. De informatie is vaak te technisch van aard; zonder nadere toe-lichting of begeleiding begrijpen deel-nemers vaak niet wat er precies staat. Hierdoor is de deelnemer niet goed in staat eventuele maatregelen te nemen indien het toekomstige pen-sioen niet toereikend is.

De deelnemer heeft volgens het AFM belang bij vereenvoudiging en meer kos-tenefficiëntie. De autoriteit stelt daarom voor dat het UPO ook inzicht geeft in de risico’s en onzekerheden om op die manier misvattingen te verkleinen. Ook het uitbouwen van het Pensioenregister met derde pijlerproducten is volgens het AFM wenselijk. Hierdoor krijgt de deel-nemer een beter overzicht van al zijn toekomstige inkomsten. n

Artikel  Pensioenuitvoering

Pensioenuitvoerder en pensioenfonds helpen elkaarUitbesteden pensioenuitvoering voor betere kwaliteit.

Beleggen met zekerheid 7,5 procent rendementAedificium Retail geeft transparante en veilige investering door belegging in supermarktlocaties.

Nederlands supermarktvastgoed heeft bewezen een stabiele en de-

fensieve belegging te zijn. Schaarste door beperkende wetgeving en een toenemende vraag naar grotere supermarkten zorgen ervoor dat de supermarktvastgoed een interessante beleggingsmogelijkheid is. We blijven immers altijd eten.

“Je begint niet zomaar een super-markt”, concludeert Wiebe Bakker, die samen met Ton Verhoeven initi-atiefnemer is van Aedificium Retail. Aedificium Retail is een uitgevende instelling van vastgoedobligaties, die onder meer belegt in Nederlandse supermarkten. “Exploitanten vechten om iedere locatie; het is dus een inves-tering die haar waarde blijft behouden. Als je een goede plek hebt met vol-

doende winkelruimte, parkeerruimte en een goed verzorgingsgebied, dan zal deze in Nederland nooit leegstaan.”

Door achtergesteld eigen vermogen, een liquiditeitsreserve in het fonds en borgstellingen van de initiatiefnemer is de positie van de obligatiehouder veilig gesteld. Eerst krijgt de obligatiehouder het beloofde rendement van 7,5 procent en vervolgens komt de initiatiefnemer aan de beurt. “Hiermee creëren wij als enige een duidelijk preferente positie voor de belegger”, zegt Bakker. Aedificium Retail biedt ook transpa-rantie. Verhoeven: “Het heeft ons altijd verbaasd dat een belegger tijdens de jaarvergadering in mei de informatie krijgt van januari het jaar ervoor. Bij ons logt de belegger in op onze web-site om daar de essentiële informatie te

volgen.” Overigens zal de belegger daar nooit grote verrassingen aantreffen. “Het rendement is over de gehele looptijd vast-gesteld. Dat is bij de AFM ook getoetst. We zijn één van de weinige partijen die de moeite hebben genomen hun strenge procedure te doorlopen. Veel fondsen gaan simpelweg boven het minimum van 50.000 euro per obligatie zitten, waarboven toetsing niet vereist is.” n

Bedrijfspresentatie

Ton Verhoeven en Wiebe Bakker, genomineerd voor beste vastgoedfonds-aanbieder 2011

Aedificium Retail Sint jorisstraat 15, 5211 AH ’s-Hertogenbosch [email protected]

www.aedificiunmretail.nl

Page 16: Pensioen Special 2012

Wij vinden de toekomst van uw medewerkers net zo belangrijk

als die van uw bedrijf. Daarom bieden wij met het KoersVast

Pensioen uw medewerkers een gegarandeerd pensioen.

Waarbij u voor lange tijd precies weet wat het kost. Kijk voor

onze pensioenoplossingen op centraalbeheer.nl/pensioen.

Of bel ‘Even Apeldoorn’ voor advies (055) 579 8395.

Biedt uw pensioenregeling net zo veel houvast?

110230021_Advertentie Pensioen.indd 1 09-02-12 08:08