Upload
others
View
6
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Pionieren op een oud fabrieksterreinOver de betekenis van cultuur in industrieel erfgoed
De Nota Belvedere en een toenemende belangstelling voor het verleden leiden ertoe dat het Nederlands erfgoed wordt gekoesterd.
Het Shell-terrein in Amsterdam Noord (links)
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
tekst:Nanda Janssenfoto:Susanne Vorstman
pag. �0 Het Shellterrein wordt herontwikkeld tot Overhoeks, met woningen, park en cultuur.
pag. ��
Het Centrum voor Beeldende Kunst Utrecht (CBK) gaf met het project Gebakken! de aftrap om kunstenaars te betrekken bij de herbestemming van steenfabriek De Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede. Twaalf kunstenaars werden middels een studieopdracht uitgedaagd om over een nieuwe invulling van de fabriek na te denken en te onderzoeken welke rol kunst daarin kan spelen. Het CBK gaf, geheel in de geest van de Nota Belvedere, als richtlijn dat er een verbinding tussen kunst, het landschap en de historie van de plek zou moeten ontstaan. In februari 2006 presenteerden de kunstenaars hun voorstellen, die varieerden van een artist in residence of een kolossale bakstenen toegangspoort tot een trimmetbakstenenparcours. De voorstellen zijn gebundeld in de publicatie Gebakken! die in juni verscheen. Gesteund door deze publicatie hoopt het CBK draagvlak te creëren voor kunst op deze unieke locatie. Op het moment van schrijven gaan de gedachten uit naar een (expertise)centrum oftewel ‘International Brick Research Centre’. Een plek waar een relatie wordt gelegd tussen kunst, industrie en stedenbouw in workshops, discussieavonden, lezingen, publicaties en tweejaarlijkse presentaties. Voor het grote publiek zal één of twee keer per jaar een manifestatie plaatsvinden. Zullen het CBK en de
andere betrokken partijen erin slagen deze bijzondere combinatie van industrieel erfgoed, natuur en hedendaagse cultuur te verzilveren?1
Nota BelvedereDe herbestemmingsplannen voor de steenfabriek zijn duidelijk geïnspireerd door de Nota Belvedere die in 19992 verscheen. In deze nota, die is opgesteld door vier ministeries (LNV, VROM, OCW en Verkeer & Waterstaat), wordt ervoor gepleit het cultureel erfgoed de toekomst in te loodsen onder het motto ‘behoud door ontwikkeling’. Belvedere is de strategie waarin de cultuurhistorie wordt betrokken bij ruimtelijke ontwikkelingen en planvormingsprocessen, oftewel: culturele planologie. Geschiedenis, cultuur en natuur zijn van oudsher sectoren die het meestal afleggen tegen nut en economisch gewin. Maar de sloperskogel is geen optie meer nu Nederlanders massaal hun verleden zijn gaan koesteren. Volgens de nota leidt ‘cultuurhistorische kwaliteit’ al snel tot een hogere marktwaarde en bovendien is cultuurhistorie een belangrijke economische factor in het binnenlandse toerisme. Weerloos wijzen op de waarde die het cultuurgoed vertegenwoordigt is niet meer genoeg, cultuurhistorie moet marktgericht gaan denken. De Nota Belvedere wordt sinds 2000 kracht bijgezet
Wunderland Kalkar, pretpark in kerncentrale in Kalkar (Dld.)
pag. ��
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
foto:Nanda Janssen
pag. �� � Betrokken zijn eigenaar Utrechts Landschap, Provincie Utrecht, Erfgoedhuis Utrecht, Rijksdienst Monumentenzorg. Een definitieve beslissing over de
fabriek wordt verwacht in december �006.
� Een eerder voorstel voor herbestemming van de steenfabriek, ‘Herbestemming steenfabriek ‘De
Bosscherwaarden’’ door Bureau Brons + Partners, ontving in �00� 5�.500 euro projectsubsidie van Belvedere.
door de subsidieregeling Belvedere die door het Stimuleringsfonds voor Architectuur wordt uitgevoerd.3 Het projectbureau Belvedere, gehuisvest in Utrecht, ontplooit allerlei activiteiten die aan de implementatie van de Belvedere strategie bijdragen.
Culturele herbestemmingAfgezien van deze stimuleringsregeling is er weinig financiele steun van de overheid voor culturele planologie. Sinds de jaren negentig is de trend dat de overheid op de meeste terreinen de marktwerking wil stimuleren, bijgevolg heeft zij zich ook teruggetrokken uit industrieelculturele projecten. Tegenwoordig is de projectontwikkelaar (dat kan ook een woningcorporatie zijn) de belangrijkste speler.4 Het mag duidelijk zijn dat deze andere belangen heeft dan de overheid. Ook al staat een projectontwikkelaar soms open voor alternatieve herbestemmingen, uiteindelijk leggen dit soort plannen het negen van de tien keer af tegen de lucratieve woningbouw. Veel Belvedereprojecten bestaan dan ook uit voormalige fabrieken of industriële complexen die zijn herbestemd tot woningen, winkels en kantoren. Er zijn daarnaast diverse voorbeelden te noemen van industrieel erfgoed dat een nieuwe functie als pretpark of vrijetijdsoord heeft aangenomen zoals Wunderland Kalkar
en Kernie’s Familienpark in Kalkar (voormalige kernenergiecentrale, 1997), Funpark Meppen in Meppen (energiekrachtcentrale, 2005), attractiepark Cape Holland in Den Helder (Rijkswerf Willemsoord, 2004).5 Over het
algemeen verdient deze herbestemming tot pretpark niet de schoonheidsprijs. De ontwikkelaars laten zich aan de geschiedenis van zo’n terrein veelal weinig gelegen liggen, het is vooral de sfeer die gebruikt
wordt als ‘unique selling point’. Smaakvollere oplossingen zijn te vinden in de omvormingen tot museum voor hedendaagse kunst, zoals De Pont in Tilburg (voormalige textielfabriek, opende in 1992), Tate Modern in
Wunderland Kalkar, koeltoren als klimwand
pag. �5
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
� In de beleidsperiode �005�008 wordt �,� miljoen euro per jaar voor deze subsidie aangewend.
4 Peter Nijhof geeft in zijn artikel ‘Het verleden wegpoetsen om het te
behouden. Drie decennia aandacht voor industrieel erfgoed’ een gedegen overzicht van de ontwikkelingen in de herbestemming van cultureel erf goed. Zie De Blauwe
Kamer, jaargang (�004) nr. 6, pp. �6�5.
5 Naast Wunderland Kalkar en Funpark Meppen heeft de Nederlander Henny van der Most nog een hele reeks pretparken
in industriële locaties in zijn portefeuille. Per week krijgt hij tientallen aanbiedingen voor leegstaande complexen. Voor gemeenten is hij een interessante partner
omdat hij veel investeert, werkgelegenheid biedt én de plaats op de kaart zet. Met succes: Wunderland Kalkar schijnt 600.000 bezoekers per jaar te trekken.
foto:Nanda Janssen
Pieter Vermeersch, installatie in fabriekshal bij Define Yourself – definitions of space (2004)
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
foto:GertJan van Rooij
pag. �6 pag. �7
Pieter Vermeersch, installatie in fabriekshal bij Define Yourself – definitions of space (2004)
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
pag. �8 pag. �9
Londen (energiecentrale, 2000) en Baltic in Gateshead (meelfabriek, 2002). Ook is een aantal bedrijven met succes tot cultureel centrum bestemd zoals Cultuurpark Westergasfabriek in Amsterdam (20002004) en de Lieu Unique in Nantes (voormalige LUfabriek, 2004). Al wordt de authenticiteit minder aangetast dan met woningen, kantoren en pretparken het geval is, toch wordt ook in dit hergebruik een groot deel van het verleden weggepoetst. Herbestemmingen waarin de historie naar de toekomst wordt vertaald, zijn spaarzamer.
Cultuurpark in de Zeche ZollvereinEen illuster voorbeeld is de Route Industriekultur in het Roergebied en in het bijzonder de Zeche Zollverein in Essen.6 Vanaf de jaren zeventig was de kolen en hoogovenindustrie kwijnende, eind jaren tachtig sloot hier de laatste fabriek. Het Roergebied zag zichzelf met gigantische problemen opgezadeld: een slecht imago, hoge werkloosheid en sociale problematiek. Hoe kon zij het tij keren? In 2001 werd het Roergebied als geheel op Unesco’s werelderfgoedlijst opgenomen en kreeg de Zeche Zollverein een enorme financiële injectie van de Europese Unie, de Duitse deelstaat NordrheinWestfalen en de stad Essen.7 In 2002 presenteerde OMA het masterplan voor de voormalige kolenmijn. De Zeche
Zollverein verlegde haar aandachtsgebied van kolen naar de nieuwe industrie van het design. Inmiddels is er een designmuseum, verrijst het gebouw van de Zollverein School of Management and Design alsook de Designstadt, waarin een cluster van aan design gerelateerde bedrijven gehuisvest wordt. Het toerisme gedijt zeer gunstig op deze ‘cultuurhistorische kwaliteiten’. Eind 2007 zal het Ruhrmuseum, een museum over de kolenindustrie, geopend worden. Intussen heeft de bezoeker de keus uit wel twintig soorten rondleidingen, van industriehistorische rondleidingen tot ‘erlebnisführungen’ bij nacht of door oud‘kompels’. Voor wie dat allemaal te educatief is, zijn er diverse café’s, restaurants en een bioscoop. Een reuzenrad voert de bezoeker dwars door de oude cokesoven en ’s winters wordt geschaatst op de ijsbaan. Naast een aantal obligate kunstwerken (onder andere van Ulrich Rückriem) kan er ook een duik worden genomen in het Werkschimmbad van kunstenaarsduo Dirk Paschke en Daniel Milohnic. ’s Nachts baadt de cokesoven in feeëriek licht naar een ontwerp van de kunstenaars Speirs en Major. De Zeche Zollverein is ook een van de locaties van de prestigieuze Ruhrtriennale. Deze imposante combinatie van industrie, educatie, vertier, kunst en cultuur is goed voor 500.000 bezoekers per jaar.
Lily van der Stokker, ontwerp silo’s, Van IJ tot Zee (2002)
North II, kunst in de hal van de NDSM-loods (2005)
pag. 4�
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
pag. 40 foto:Lenny Schroder
6 www.zollverein.de7 De Zeche Zollverein
ontving in totaal onge veer �00 miljoen euro op voorwaarde dat het niet alleen in het onderhoud maar ook in
de ontwikkeling van het terrein werd gestoken.
Kunst als katalysator Niet in iedere situatie is er draagvlak voor een permanente culturele herbestemming of is het industrieel complex een alternatieve herbestemming waard. Soms is een tijdelijk kunstproject het beste antwoord op de situatie. Sinds een aantal jaren is er een rijk aanbod van kunstprojecten op te herontwikkelen locaties. Een kleine greep: Werkspoor op het Storkterrein in Amsterdam (2001), Van IJ tot Zee I & II in fabrieken langs het Noordzeekanaal (2001 en 2002), Kaap Helder op de voormalige Rijkswerf Willemsoord in Den Helder (2003), Define Yourself – definitons of space op het oude Havenkwartier in Deventer (2004), Binck op industrieterrein de Binckhorst in Den Haag (2005) en North op verschillende industriële locaties in Amsterdam Noord (20042008).8 Hoe verschillend deze projecten ook zijn, ze hebben allen gemeen dat de organisatoren verwachten door middel van kunst de blik op de omgeving te kantelen en de functionaliteit van het gebouw of complex opnieuw te definiëren en hun potentie zichtbaar te maken.Maar is kunst eigenlijk wel bij machte om dat te bewerkstelligen? En is het sturen van de blik wel nodig? Dat laatste klinkt nogal vooringenomen: alsof de gewone burger geen oog heeft voor industrieel schoon. Toch
zit er wel iets van waarheid in. Mensen hebben de neiging een blinde vlek te ontwikkelen voor industrieel erfgoed in hun eigen omgeving; jarenlang fietsen ze er ongemerkt aan voorbij. Tijdelijke projecten kunnen zo’n patroon doorbreken en een bewustwording op gang brengen. Maar is het eenvoudigweg openstellen van het terrein dan niet genoeg? De Open Monumentendag trok in 2005 immers ruim 900.000 bezoekers. Wat is de toegevoegde waarde van kunst?
Interessante tentoonstellingsruimteMerel Bem vraagt zich het volgende af in haar inleiding bij Define Yourself – definitions of space: “Zou het kunnen dat het juist de beeldende kunst is die het industrieel erfgoed nodig heeft in plaats van andersom?”9 Verlaten fabrieken bieden inderdaad een interessante alternatieve tentoonstellingslocatie. Helaas komt het niet zelden voor dat de kunst het onderspit delft in de overweldigende en met historie beladen ruimten. Merel Bem concludeert terecht dat kunst enkel toegevoegde waarde heeft wanneer de kunstwerken ingaan op de geschiedenis, de fysieke kenmerken of de sociaalmaatschappelijke context zonder zich daarmee ondergeschikt te maken aan de omgeving.10 Kunst heeft dus als surplus dat het aspecten van het erfgoed
toegankelijk en ervaarbaar kan maken en daarmee verdieping brengt in het aanbod van openstelling, rondleiding of historisch museum.
Kunst als voorstudieTijdelijke kunstmanifestaties proberen vaak niet alleen de blik van de leek te beïnvloeden maar ook die van de betrokken projectontwikkelaar, stedenbouwkundige, architecten, beleidsmakers en monumentenzorg. Maar kunnen ze ook echt invloed hebben op het stedenbouwkundige plan voor een industrieel complex? Timing blijkt daarvoor van cruciaal belang. CBK Deventer (nu Kunstenlab) ontwikkelde haar plannen op een gunstig tijdstip in het besluitvormingsproces. Het laatste plan was door de gemeente naar de ijskast verwezen. Define Yourself – definitions of space droeg ertoe bij dat de impasse werd doorbroken. Tijdens het kunstproject kreeg een aantal voormalige fabrieksgebouwen tijdelijk een nieuwe functie. Enerzijds door de installatie van kunstwerken, anderzijds door de gebouwen te gebruiken als café, informatiecentrum en theater. De Davofabriek (van de postzegelalbums) werd voor even de nieuwe hotspot. Door Define Yourself – definitions of space kwam ook aan het licht dat er intussen allerlei spontane initiatieven waren ontstaan en
heel wat bedrijvigheid naar het oude havenkwartier was getrokken. In een stad als Deventer die bekend staat om haar pittoreske binnenstad, ontwikkel je al snel een blinde vlek voor andere dan idyllische kwaliteiten. Tijdens Define Yourself – definitions of space konden de plannenmakers met eigen ogen de potentie van dit rauwe havenkwartier aanschouwen. Recentelijk sprak stedenbouwkundige Riek Bakker de wens uit om het gebied onaangetast te laten en zelfregulatie haar werk te laten doen.11 Deze gedachte kan direct worden toegeschreven aan het kunstproject. Marjolijn Boterenbrood en Anne Hemker, de initiatiefnemers en organisatoren van Werkspoor, ontwikkelden nog voordat de gemeente een visie had ontwikkeld hun project. Werkspoor fungeerde als een laboratorium waarin ideeën onderzocht werden door de betrokken partijen, kunstenaars en wetenschappers: kunst als denkproces. Een van de bevindingen was dat er vanaf de VOCtijd altijd handel en bedrijvigheid is geweest op dit kunstmatige eiland en dat dit historische gegeven vertaald zou moeten worden naar de toekomst. Werkspoor pleitte ervoor deze enclave tot bedrijventerrein te handhaven en niet tot woonwijk te ontwikkelen. Deze, maar ook andere uitkomsten van Werkspoor, zijn als
Heeft industrieel erfgoed kunst nodig of is het andersom?
pag. 4� pag. 4�
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
8 www.werkspoor.org; www.vanijtotzee.nl; www.kaaphelder.nl; www.defineyourself.nl; www.stichtinggang.org (Binck)
9 Merel Bem, ‘inleiding’ in Define Yourself – defini-tions of space, Deventer (CBK Deventer) �004, p. 5
�0 idem�� Mieke Conijn in een
telefonisch interview met Nanda Janssen op �9 mei �006.
richtinggevend bij de randvoorwaarden voor het stedenbouwkundig plan meegegeven. Dat leidde er toe dat het gebied werd ontwikkeld voor de ‘creative industry’.12 Dat mag een klein succes lijken maar het is een grote stap in het denken geweest. Iedere herbestemming die niet standaard wordt ingevuld met woningbouw, is culturele winst.
Economische waardeMaar de wind waait niet altijd uit een gunstige richting. Henke Baars en Marjolijn Hessing, van Van IJ tot Zee en North, ervaren het als een gevecht om een voet aan de grond te krijgen. De drie edities van North richten zich op de bedrijvigheid in Amsterdam Noord, respectievelijk Fokker, NDSM en Shell. Shell weigert het kunstproject op hun terrein. In het beginstadium van North toonden gemeente, projectontwikkelaars en de bedrijven grote interesse. Na de tweede brainstorm was die al tanende en bij de derde bleek het project onderaan de agenda te staan. Voor een privaat initiatief, zonder opdracht van de gemeente, kan het moeilijk zijn een voet tussen de deur te krijgen. De bevolking omarmt het project maar de harde sector ervaart hen als lastig. Een bedrijf of projectontwikkelaar is al snel van mening dat zo’n project teveel tijd en geld kost. Henke Baars: “Terwijl een kunstproject
ontzettend veel publiek, en potentiële kopers, op de been brengt en publiciteit oplevert. Voor Van IJ tot Zee I hebben we die rekensom eens gemaakt. Het genereerde 1,2 miljoen euro aan publiciteit, radio en tv nog buiten beschouwing gelaten.”13 Een kunstproject vertegenwoordigt dus wel degelijk een economische waarde maar levert geen tastbaar geld op.
Culturele waarde Lang niet iedere kunstmanifestatie sorteert dus direct effect op de herbestemmingsplannen. Opvallend is wel dat veel kunstprojecten een taak vervullen die eigenlijk bij de gemeente of projectontwikkelaar thuis hoort, maar daar niet ingevuld wordt. Kunstprojecten genereren meestal veel historische maar vooral ook actuele kennis over het betreffende gebied die van waarde is bij de planvorming. De organisatoren weten vaak als geen ander wat er speelt omdat ze in direct contact staan met de diverse betrokkenen. Ook met de manifestatie en publicatie Binck is een her te bestemmen terrein op allerlei manieren in kaart gebracht. Binck bracht de bewoners met elkaar in contact en kweekte een voedingsbodem waarop allianties konden ontstaan. De kunst nam hier de rol aan van een katalysator. Het initiatief bloedde helaas dood op een ondoorzichtig steekspel van
Zeche Zollverein, Essen Route Industriekultur
pag. 44 pag. 45
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
foto:Nanda Janssen
�� ‘Creative industry’ is sinds een aantal jaren een ‘buzzword’. De projectontwikkelaars hebben de creatieve beroepsgroep (architecten, ontwerpers, webdesigners,
fotografen, filmindustrie, muziekindustrie etc.) ontdekt als potentiële kopers en huurders van kantoren.
�� Henke Baars in een interview met Nanda Janssen op �7 mei �006.
belangen tussen ontwikkelaars en gemeente. Medeorganisator Melle Smets is teleurgesteld dat de gemeente het project niet opgepakt heeft en voelt zich tekortgeschoten naar de bewoners. Inmiddels heeft de gemeente de opdracht gegeven voor alweer een nieuw masterplan voor de Binckhorst. Het bureau dat zich hierover gaat buigen, OMA, heeft Smets uitgenodigd voor een gesprek.14 Wellicht weet OMA wel de schat aan informatie die Binck heeft verzameld op waarde te schatten.
Kunst als eye-openerVoor de projectontwikkelaar kan een kunstmanifestatie een interessant instrument zijn. Door culturele activiteiten te organiseren krijgt een verlaten fabriek een positieve uitstraling, worden potentiële kopers getrokken en de aanloop van ongewenst gespuis tegen gegaan. In feite is de cultuur dan een antikraakwacht tot het moment dat de herontwikkeling wordt ingezet. Als de kaarten openlijk op tafel worden gelegd, is daar niets mis mee. Uit de beschreven voorbeelden blijkt dat beeldende kunst meer kan betekenen voor een industriële locatie door als eyeopener te fungeren en de locatie beleefbaar te maken. Kunst kan ook een meer toekomstgerichte rol spelen wanneer ze de vorm aanneemt van een proces dat de
ideeën over de herbestemming op gang of zelfs in een stroomversnelling brengt; bewoners en andere betrokkenen mobiliseert of een voedingsbodem kweekt waarop allianties kunnen ontstaan. Kunstprojecten blijken daarnaast (bij)producten op te leveren die in harde euro’s te vertalen zijn: publiciteit, kopers en informatie. Kortom, allemaal ‘nuttige’ zaken die ook voor ‘de grote spelers’ interessant zijn. Maar ergens in dat ingewikkelde traject gaat het weleens mis. De verschillende partijen verstaan elkaar niet altijd. Een kunstproject past niet altijd in de manier van denken van de ontwikkelaar of gemeente. Kunst treedt vaak op als bemiddelaar tussen de verschillende partijen maar weet niet altijd de juiste vertaalslag te maken. Het gevaar ligt op de loer dat een kunstproject door de projectontwikkelaar als goedkope denktank wordt gebruikt.15
Kunst- en cultuurcentrumDe steenfabriek in Wijk bij Duurstede bevindt zich dus in een rijk gezelschap van geslaagde en minder geslaagde voorbeelden van culturele herbestemming. Industrieel erfgoed kan een mooie toekomst tegemoet gaan als kunst en cultuurcentrum. Maar het moet niet de nieuwe standaardoplossing worden voor elk historisch
pand, fabriek, of militair terrein dat vrijkomt. Tijdens het seminar van Gebakken! gingen ook geluiden op om de steenfabriek rustig te laten verruïneren. Een welhaast fris geluid in de Nederlandse regel en behouddrang. /
Zeche Zollverein, Essen Route Industriekultur
//////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// //////////////////// ////////////////////
pag. 46
Ind
ustr
iee
l erf
go
ed
Kun
st e
n fa
bri
ek
Luca
sxju
l. au
g. s
ep
. 06
foto:Nanda Janssen
�4 Melle Smets in een telefonisch interview met Nanda Janssen op �8 mei �006.
�5 Werkspoor zag bijvoorbeeld een aantal van hun statements terug in de verkoopslogans van de
ontwikkelaar. Een ander risico is dat de projectontwikkelaar met een kunstvoorstel aan de haal gaat. Lily van der Stokker maakte een ontwerp voor de beschildering
van twee silo’s voor Van IJ tot Zee. De projectontwikkelaar meende vrij snel rechten te kunnen ontlenen aan dit ontwerp en het promotioneel in te kunnen zetten.