Upload
others
View
4
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Nummer 1 • 2013 Informatiebulletin van Lentink Accountants/Belastingadviseurs en Lentink Audit B.V.
In dit nummer:
2 Financiële armslag voor (startende) huizenbezitters 4 Innovatiebox aantrekkelijker voor mkb 6 IBAN:
Pas uw administratie en software tijdig aan! 8 Hoe hoog is uw inkomensafhankelijke bijdrage Zorgver-
zekeringswet? 10 Forse bezuinigingen in 2014 12 Uw pensioen in eigen beheer bij echtscheiding 14 Hoe nu
verder met de levensloopregeling? 16 Voor u gelezen
Beste lezer,
Voor u ligt de eerste Pluspunt van 2013.
Gezien de geplande feestelijkheden eind
deze maand is de leidende kleur van deze
editie oranje geworden.
Wat politiek betreft hebben we een
aantal roerige maanden achter de rug,
nog steeds lijkt het niet mogelijk om een
heldere lijn te volgen. Door de ongelijke
verhoudingen in de Tweede en Eerste
kamer komen er compromissen waarvan
je je kunt afvragen of de gevolgen daarvan
nog goed te overzien zijn. Dat blijkt lastig
te zijn. Voordat de hectiek rond het wonen
weer enigszins is geluwd, komt het sociaal
akkoord dat ongetwijfeld weer voor de
nodige discussies zorgt.
Ik hoop oprecht dat zowel Den Haag als
de financiële markten de komende maanden
hun rust vinden. Alleen dan zullen de
consumenten en ondernemers voorzichtig
aan meer risico durven nemen en de
motor van de economie wat harder laten
draaien. Laat het volksfeest van de
kroning daar een mooie aanzet toe zijn.
Ik wens u daartoe een paar mooie zonnige
maanden toe!
Michel Hooijschuur
Pluspunt
Financiële armslag voor(startende) huizenbezittersHuiseigenaren en starters op de koopmarkt krijgen steun van de overheid. In februari heeft het
kabinet samen met diverse coalitiepartijen overeenstemming bereikt om de problemen op de
woningmarkt aan te pakken. Wat zijn de belangrijkste maatregelen uit dit woonakkoord?
Extra hypotheek
De meest in het oog springende maatregel is wel de mogelijkheid om naast de hypotheek waarop wordt afgelost,
een tweede lening af te sluiten tot 50% van de woningwaarde. Met deze tweede lening kan een deel van de aflossing
van de eigenwoninglening worden gefinancierd. Deze lening kunt u binnen 35 jaar aflossen. Groot voordeel is dat
starters meer financiële armslag hebben op de woningmarkt.
Belangrijk nadeel is dat de rente op deze tweede lening niet aftrekbaar is. Wel kwalificeert de lening als schuld in box
3. Dit betekent voor u dat in de eerste jaren de maandlasten weliswaar lager uitvallen, maar over de gehele periode
de kosten hoger zijn. Bovendien blijft de maatregel overeind dat het hypotheekdeel waarvoor u renteaftrek krijgt,
volledig binnen dertig jaar moet zijn afgelost volgens minimaal een annuïtair schema.
Btw-verlaging
Vanaf 1 maart 2013 is voor renovatie en herstel van woningen een belastingverlaging ingegaan. Betaalt u als
huiseigenaar normaal 21% btw aan de aannemer, met de tijdelijke maatregel tot 1 maart 2014 hoeft u slechts
6% af te rekenen over de arbeidskosten. Voorwaarde is dat de woning ouder dan twee jaar is (gerekend vanaf het
tijdstip van eerste ingebruikname van de woning).
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
2
Let op
Het verlaagde tarief geldt alleen als de renovatie of het herstel is afgerond op of na 1 maart 2013 en vóór
1 maart 2014. Maar let op bij deelfacturen! Wanneer de dienst pas klaar is in maart 2014 of daarna, geldt
voor alle deelfacturen in de periode daarvoor het 21%-tarief. Is de renovatie of herstelklus voltooid in de
periode ná 28 februari 2013, maar vóór 1 maart 2014, dan moet op de definitieve factuur het 6%-tarief
worden toegepast, ook als de deelfacturen van vóór 1 maart 2013 zijn.
Financiële armslag voor(startende) huizenbezitters
3
De btw-verlaging geldt ook voor arbeidskosten van hoveniers voor het aanleggen en onderhouden van tuinen.
Zelfs de architect kan voor het ontwerpen en vervaardigen van bouwtekeningen het lage btw-tarief rekenen, mits
het architectenbureau ook de renovatie aan uw woning begeleidt.
Andere maatregelen
Verder bevat het woonakkoord nog de volgende belangrijke maatregelen:
• Bewoners en institutionele beleggers krijgen meer ruimte om woningen van corporaties te kopen.
• Het kabinet bekijkt of zzp’ers en personen met een flexibel arbeidscontract voldoende aan bod komen onder de
sinds dit jaar geldende inkomenscriteria voor hypothecaire financieringen.
• Wanneer u in 2012 een verbouwing bent begonnen waar u pas in 2013 de financiering van heeft kunnen regelen,
valt de rente van deze financiering ook onder de oude regels. Wel moet u een schriftelijke overeenkomst van de
aannemer kunnen overleggen. Bovendien moet de verbouwing in 2013 zijn afgerond.
Minder lenen voor een huis
Er zijn nog andere zaken waarmee u rekening moet houden als u dit jaar een huis gaat kopen. Zo zult u voldoende
eigen geld moeten meenemen voor de aankoop van een huis. Het kabinet heeft namelijk bepaald dat de maximale
lening die u kunt aangaan 105% (was 106%) bedraagt van de woningwaarde. Bijkomende kosten moet u dus zelf
financieren. Het maximale financieringspercentage wordt uiteindelijk 100%.
Ook de inkomensnormen voor hoeveel u mag lenen zijn verder aangescherpt. Houd er dus rekening mee dat u
minder kunt lenen voor het huis. Voor starters is er een versoepeling. Zij kunnen een ruimere hypotheek krijgen als
zij binnen enkele maanden of jaren een verhoging van hun salaris verwachten.
Drie versoepelingen
Tot slot kunnen de volgende drie maatregelen nog interessant zijn voor u:
1. Mensen die na verkoop van hun eigen woning met een restschuld blijven zitten, mogen de rente over deze restschuld
maximaal tien jaar in aftrek brengen in box 1.
Het gaat om restschulden die zijn ontstaan vanaf 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017.
2. Twee crisismaatregelen zijn met een jaar verlengd: wie gaat verhuizen, kan wat langer gebruikmaken van de verhuis-
regeling en de hypotheekrenteaftrek na tijdelijke verhuur wordt ook met één jaar verlengd.
3. De doorverkooptermijn voor de overdrachtsbelasting is vanaf 1 september 2012 verruimd van 6 naar 36 maanden.
Innovatiebox aantrekkelijker
Bedrijven die de innovatiebox in de vennootschapsbelasting kunnen toepassen, mogen voortaan
ook kiezen voor een forfaitaire regeling. In dat geval kunnen zij 25% van hun winst aanmerken
als voordeel voor de innovatiebox. Dit is een sterke vereenvoudiging om de box toegankelijker
te maken voor bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (mkb).
De innovatiebox
Om gebruik te kunnen maken van de innovatiebox, moet u winst behalen met een eigen innovatie waarvoor u een
octrooi (of kwekersrecht), een buitenlands patent of een S&O-verklaring heeft gekregen. De innovatiebox is er alleen
voor bedrijven die onder de vennootschapsbelasting vallen. Door gebruik te maken van de innovatiebox, betaalt u
aanzienlijk minder belasting over de voordelen uit innovatieve activiteiten. De voorwaarden zijn echter streng. Zo
geldt er een boxdrempel, waardoor de voordelen pas laag belast zijn als u de voortbrengingskosten heeft ingelopen.
In de praktijk blijkt de innovatiebox lastig uitvoerbaar en zijn de administratieve lasten groot.
Forfaitaire regeling
Om de innovatiebox toegankelijker te maken voor het mkb, is er daarom nu een forfaitaire regeling. Bij toepassing
van de innovatiebox mag u 25% van uw winst aanmerken als voordelen uit innovatieve activiteiten. U hoeft geen
rekening te houden met een drempel. Het forfaitaire bedrag is gemaximeerd op € 25.000 per jaar. U mag jaarlijks
kiezen om de forfaitaire regeling al dan niet toe te passen, mits u in het jaar zelf of in de twee voorafgaande jaren
een immaterieel activum heeft voortgebracht.
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
4
Innovatiebox aantrekkelijker voor mkb
5
Voordeel in praktijk
Stel, u behaalt in 2013 een totale winst van € 100.000 en u komt in aanmerking voor de innovatiebox. U maakt de
keuze voor de forfaitaire regeling. U mag nu 25% van uw winst, oftewel € 25.000 (maximale bedrag), toerekenen aan
de innovatiebox. Hier geldt een effectieve heffing van 5%. Dat betekent dat 5/25 van € 25.000, oftewel € 5.000, in
aanmerking wordt genomen. Hierover bent u dan € 1.000 (20% van € 5.000) vennootschapsbelasting verschuldigd.
Zonder toepassing van de innovatiebox zou de € 25.000 belast zijn met € 5.000 (20% van € 25.000) aan vennoot-
schapsbelasting. Uw fiscale voordeel is dan ook € 4.000.
Nadelen
Kiezen voor de forfaitaire regeling is niet altijd voordelig. De reguliere regeling is aantrekkelijker als u denkt meer
dan 25% winst te behalen met innovatieve activiteiten of als het voordeel meer is dan het gemaximeerde forfaitaire
bedrag van € 25.000. Bovendien geldt dat als u gebruik kunt maken van de innovatiebox, maar niet kunt kiezen voor
de forfaitaire regeling, het werkelijke voordeel uit het immateriële activum alsnog moet worden bepaald met inacht-
neming van de drempel.
Door gebruik te maken van de innovatiebox, betaalt u
aanzienlijk minder belasting over de voordelen uit
innovatieve activiteiten.
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
6
IBAN:Pas uw administratie en software tijdig aan!
Let op
Maak gebruik van de IBAN BIC
Service (www.ibanbicservice.nl)
om voor bestaande Nederlandse
rekeningnummers van bijvoor-
beeld klanten en leveranciers de
juiste bijbehorende IBAN en BIC
op te zoeken.
7
Ons land gaat op 1 februari 2014 helemaal over op het Europese betalingssysteem SEPA. Daarmee kunnen
ondernemers en particulieren in het hele eurogebied op dezelfde manier betalen. Door de invoering van SEPA
(Single Euro Payments Area) vervallen de vertrouwde Nederlandse rekeningnummers en worden ze vervangen door
hun Europese tegenhanger IBAN.
Actie geboden
De Nederlandsche Bank heeft eerder dit jaar gewaarschuwd dat veel mkb-bedrijven niet moeten wachten tot het
laatste moment. Het gevaar bestaat immers dat u als ondernemer onvoorziene wijzigingen in uw administratie of
software niet op tijd heeft doorgevoerd.
Waar moet u aan denken? Een lijst met enkele aandachtspunten:
• Aanpassing van uw softwarepakketten voor administratie- en facturatiesystemen aan het nieuwe rekeningnummer.
• Voor incassoprocessen hebben de veranderingen de grootste gevolgen. Zo veranderen de termijnen voor een
eenmalige incasso en de doorlopende machtigingen. Ook de Europese incassoregels wijzigen.
• Order- en factuurpapier en andere communicatiemiddelen (denk aan uw website) waarop het nieuwe rekening-
nummer moet worden vermeld.
• Houd rekening met eventuele liquiditeitskwesties na 1 februari 2014, omdat het betalingsverkeer en de incassopro-
cessen mogelijk trager verlopen door invoering van IBAN.
• Voor de populaire online betalingsmethode IDEAL is er een SEPA-variant. Ondernemingen die met IDEAL werken
voor onlinebetalingen, bijvoorbeeld in combinatie met een webshop, kunnen hiervan gebruikmaken.
Deze lijst omvat uiteraard niet alle zaken waaraan u moet denken bij de SEPA-migratie. De website www.overopIBAN.nl
bevat alles wat u nodig heeft voor een soepele overgang. Denk aan een checklist, een toolkit en veelgestelde vragen.
IBAN:Pas uw administratie en software tijdig aan!
Consumenten en bedrijven moeten binnenkort verplicht gebruikmaken van een langer rekening-
nummer van 18 tekens. Het gaat hier om het International Bank Account Number, oftewel IBAN.
Ook komen er nieuwe standaarden voor overschrijvingen en incasso’s. Dit heeft consequenties
voor bijvoorbeeld uw bedrijfsadministratie. Onderneem daarom nu al actie, zodat uw bedrijf op
tijd klaar is.
Ons land gaat op 1 februari 2014 helemaal over op het Europese
betalingssysteem SEPA.
U kunt hier namelijk tussentijds zelf iets aan doen. Anders mag u erop vertrouwen dat de Belastingdienst de te
veel ingehouden bijdrage netjes aan u terugbetaalt.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw
Bent u niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen, dan betaalt u dit jaar een lage bijdrage van 5,65% over
een maximumbijdrageloon van € 50.853. De inkomensafhankelijke bijdrage Zvw kan dus niet meer bedragen dan
€ 2.873 (5,65% x € 50.853). Heeft u meerdere bv's, dan bent u bij iedere bv in dienstbetrekking en moet u ook
over het loon bij iedere bv de bijdrage Zvw betalen. De totale bijdrage kan hierdoor hoger worden dan het
maximumbedrag van € 2.873 (2013).
Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u meestal niet verzekerd voor de werknemersver-
zekeringen. Dit betekent dat u de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) zelf
betaalt. Dat gebeurt door inhouding van de bijdrage op uw nettoloon. Deze bijdrage kent een
maximumbedrag per jaar. Heeft u meerdere eigen bv's waar u werkzaamheden voor verricht,
dan is bij iedere bv de bijdrage verschuldigd. Hierdoor kunt u boven het maximumbedrag
uitkomen. Dat wil echter niet zeggen dat u ook te veel betaalt.
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
8
Hoe hoog is uw inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet?
Bijdrage loopt op bij meerdere bv's
Stel u bent als dga in dienst bij drie bv's. Per bv ontvangt u € 30.000 aan loon. De inkomensafhankelijke bijdrage
Zvw over dit loon bedraagt 5,65% x € 30.000 = € 1.695. U betaalt dus € 5.085 (3 x € 1.695) aan bijdrage
Zvw en dat is meer dan het maximumbedrag van € 2.873. U kunt dit voorkomen door gebruik te maken van de
doorbetaaldloonregeling.
Doorbetaaldloonregeling
De doorbetaaldloonregeling houdt kort gezegd in dat slechts één bv (inhoudingsplichtige) de loonbetalingen
verricht namens alle andere bv's. Uw andere bv's betalen dan geen loon meer aan u uit. Uitgaande van het voorbeeld
ontvangt u dan van één bv € 90.000 aan loon. Die bv kan dan ook rekening houden met het maximumbijdrageloon
van € 50.853, zodat uw bijdrage Zvw dus ook niet meer is dan € 2.873.
Belastingdienst betaalt teveel terug
Maakt u geen gebruik van de doorbetaaldloonregeling, dan is er geen nood aan de man, want de Belastingdienst
betaalt dan het te veel betaalde bedrag aan bijdrage Zvw aan u terug. Uitgaande van het voorbeeld zou dit betekenen
dat u in het derde kwartaal van 2014 een teruggaaf ontvangt van € 2.212 (€ 5.085 - € 2.873).
In de meeste gevallen werkt de Belastingdienst zelfs al met voorschotten in het jaar zelf. U kunt de Belastingdienst
ook zelf vragen om een voorschot als er te veel inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt ingehouden. De door de
Belastingdienst verstrekte voorschotten worden na afloop van het jaar verrekend met de definitieve teruggaaf.
9
Hoe hoog is uw inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet?
Forse bezuinigingen
in 2014
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
10
Nederland verkeert nog altijd in een economische crisis. Om het begrotingstekort niet verder op
te laten lopen, heeft het kabinet daarom nu al een fors aanvullend bezuinigingspakket van
€ 4,3 mrd aangekondigd voor 2014. Alhoewel het nog gaat om bezuinigingsplannen, zijn er
toch zaken waar u nu al rekening mee moet houden.
Bevriezing loon, belastingschijven en heffingskortingen
Zo is het kabinet van plan om geen inflatiecorrectie toe te passen op de belastingschijven en de heffingskortingen
in de inkomstenbelasting. Voor mensen die hierdoor in de knel komen, is er extra koopkrachtondersteuning.
Werknemers bij de overheid, in het onderwijs en mogelijk ook in de zorg, hoeven volgend jaar niet te rekenen op
een loonstijging. Het kabinet wil uitgaan van een nullijn.
Maatregelen voor werkgevers
Verdient uw werknemer dit jaar meer dan € 150.000, dan krijgt u ook volgend jaar te maken met de werkgevers-
heffing hoge lonen (crisisheffing). Over het meerdere boven de € 150.000 bent u 16% belasting verschuldigd.
Officieel zou de crisisheffing alleen voor 2013 gelden, maar het kabinet verlengt deze maatregel. Mocht het loon
van uw werknemer dit jaar door een opname uit de levensloopregeling boven de € 150.000 uitkomen, dan telt
deze opname niet mee.
Maatregelen voor bedrijven
Bedrijven hoeven voorlopig niet te rekenen op extra lastenverlichting. Het kabinet wil een bedrag van € 640 mln
(terugsluis vergroening begrotingsakkoord) dat hiervoor was gereserveerd, inzetten om het begrotingstekort terug
te dringen. Maar er is ook oog voor het stimuleren van de bedrijvigheid en werkgelegenheid.
Daarom komt het kabinet met een liquiditeitsimpuls voor bedrijven in de vorm van een hogere afschrijving. Dit houdt
in dat als u dit jaar investeert, u direct 50% van de investering mag afschrijven. Normaal is dit maximaal 20%. Maakt u
gebruik van deze maatregel, dan betaalt u nu tijdelijk iets minder belasting over de winst.
Tot slot wil het kabinet de bouwnijverheid een steuntje in de rug geven door een gericht pakket van investeringen
in de infrastructuur in 2014 en een extra bijdrage aan een fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving.
bezuinigingen
11
Let op
Had uw werknemer vorig jaar een loon boven de € 150.000, dan bent u deze maand de crisisheffing
verschuldigd. Er gaan echter steeds meer geluiden op dat de crisisheffing mogelijk in strijd is met Europees
recht. Het kan daarom verstandig zijn hiertegen bezwaar te maken. Neem hiervoor contact op met uw
adviseur. Deze heeft een modelbezwaarschrift voor u klaar liggen.
Uw pensioen in eigen beheer bij
echtscheiding
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
12
Uw pensioen echtscheiding
Maar liefst één op de drie huwelijken eindigt in een echtscheiding. Bij een echtscheiding
moeten er allerlei zaken worden geregeld. Een daarvan is het verdelen van het ouderdoms-
pensioen en dat heeft gevolgen voor het pensioen dat u opbouwt in eigen beheer.
Verdeling van opgebouwd pensioen
Bij een echtscheiding heeft uw ex-partner in principe recht op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het
huwelijk is opgebouwd. Daarnaast heeft uw ex-partner recht op een bijzonder partnerpensioen/nabestaandenpensioen.
U kunt echter samen een andere verdeling afspreken of zelfs besluiten niet tot verdeling van het pensioen over te
gaan. Wijkt u af van de standaardverdeling, dan moet dit wel zijn vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden of in
het echtscheidingsconvenant.
Pensioen in eigen beheer
Bij pensioen in eigen beheer blijft uw ex-partner voor zijn of haar deel van uw opgebouwde pensioen tijdens het
huwelijk afhankelijk van het reilen en zeilen van uw bv. De bv is immers in dit geval de pensioenuitvoerder.
Omdat dit nadelig kan zijn voor uw ex-partner, kan deze eisen dat het pensioenaandeel elders wordt ondergebracht.
U en uw bv moeten hieraan meewerken. Dit is alleen anders als door afstorting van het pensioen de continuïteit van
uw onderneming aantoonbaar in gevaar komt. Of de bv op dat moment nu wel of niet voldoende liquide middelen
heeft, speelt geen rol. Pas als er geen financiële middelen zijn en deze ook niet kunnen worden verkregen, hoeft niet
te worden afgestort.
Afstorten en waardering
Bij afstorten wordt vaak gedacht aan de helft van de fiscale pensioenreserve, maar dat is niet zo. In de praktijk
moet er een veel groter bedrag worden afgestort. De fiscale waardering is niet maatgevend, maar dat wat er in de
Pensioenbrief staat. Hierin zijn, bij het aangaan van het pensioen in eigen beheer, de afspraken vastgelegd over de
pensioentoezegging van uw bv aan u.
Bovendien zal de externe pensioenverzekeraar berekenen hoeveel er moet worden afgestort om te zijner tijd pensioen
te kunnen uitkeren. Ga hier echter niet zomaar automatisch mee akkoord. Laat u goed informeren, want voor de
berekening worden verschillende methodes gehanteerd die bepalend zijn voor de hoogte van het af te storten
bedrag.
Laat u goed informeren
De fiscale en financiële consequenties zijn groot bij een echtscheiding. Dat geldt zeker ook bij de verdeling van het
pensioen. Laat u goed informeren over de mogelijkheden. Zo voorkomt u onnodig financieel leed achteraf.
13
De fiscale en financiële consequenties zijn groot bij een echt-
scheiding. Dat geldt zeker ook bij de verdeling van het pensioen.
Heeft u werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling, dan moet u rekening houden
met de nodige wijzigingen dit jaar. Voor sommige deelnemers is het tegoed definitief
vrijgevallen per 1 januari 2013. Andere mogen blijven deelnemen. Voor u als werkgever
is het belangrijk dat u de veranderingen goed verwerkt.
Levensloopregeling in vogelvlucht
Op 1 januari 2006 is de levensloopregeling ingevoerd. Hiermee konden werknemers een deel van hun brutosalaris
sparen voor onbetaald verlof of om eerder met pensioen te gaan. Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling
afgeschaft, maar er is wel een overgangsregeling. Met deze overgangsregeling krijgt u nu te maken.
Deelnemers met een tegoed van minder dan € 3.000
Heeft uw werknemer deelgenomen aan de levensloopregeling en was zijn levenslooptegoed op 31 december 2011
minder dan € 3.000, dan is het tegoed definitief vrijgevallen op 1 januari 2013. Deze vrijval is belast. U moet
loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011. Het rendement dat sinds
1 januari 2012 is opgebouwd over het levenslooptegoed, moet u volledig belasten. Tot 2012 bouwde uw werknemer
14
Hoe nu verder
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
met de levensloopregeling?
Heeft u werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling,
dan moet u rekening houden met de nodige wijzigingen dit jaar.
ook levensloopverlofkorting op over zijn inleg. Bij de berekening van de loonheffingen moet u rekening houden met
deze opgebouwde levensloopverlofkorting.
Deelnemers met een tegoed van € 3.000 of meer
Bedroeg het levenslooptegoed op 31 december 2011 € 3.000 of meer, dan mag uw werknemer tot 2022 gebruik
blijven maken van de levensloopregeling. Hij mag dus gewoon door blijven sparen.
Let op
Per 1 januari 2013 is een eventuele inleg in de levensloopregeling aftrekbaar voor alle loonheffingen, dus ook voor
de werknemersverzekeringen. Uw bijdrage is geen loon. Daar staat tegenover dat een eventuele opname loon is
voor alle loonheffingen. U betaalt als werkgever dus ook premies werknemersverzekeringen over de opname. Is uw
werknemer op 1 januari 2013 61 jaar of ouder, dan geldt een afwijkende regeling.
Als uw werknemer zijn levenslooptegoed in 2013 in één keer volledig wil opnemen, dan profiteert hij van de
80%-regeling. U moet dan loonheffingen inhouden over 80% van het opgebouwde tegoed op 31 december 2011.
De eis dat levenslooptegoed alleen kan worden opgenomen voor verlof is komen te vervallen. Uw werknemer mag
het levenslooptegoed dus ook voor andere doeleinden opnemen. Het tegoed dat uw werknemer heeft opgebouwd
vanaf 1 januari 2012 moet u volledig belasten. Ook hier moet u bij de berekening van de loonheffingen rekening
houden met de opgebouwde levensloopverlofkorting.
Heeft uw werknemer zijn volledige tegoed in 2013 opgenomen, dan kan hij niet meer bijstorten op de levensloop-
rekening. De levensloopregeling eindigt dan.
Tot slot moet u als werkgever ook loonheffingen inhouden voor uw ex-werknemer met een levenslooptegoed die
na zijn vertrek geen nieuwe werkgever heeft gevonden.
15
Hoe nu verder met de levensloopregeling?
Voor u gelezen1. VErPLIcHTE INVoErINg wErKKosTENrEgELINg UITgEsTELD
De verplichte invoering van de werkkostenregeling wordt uitgesteld tot 1 januari 2015. Dat heeft staatssecretaris
Weekers van Financiën bekendgemaakt. U krijgt dus nog één jaar extra de tijd om te kiezen voor het oude systeem
van vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer of om de overstap te maken naar de werkkostenregeling.
Het aantal werkgevers dat inmiddels is overgegaan op de werkkostenregeling is ongeveer 20%. De werkkostenregeling
zou moeten zorgen voor vereenvoudiging en vermindering van de administratieve lasten. Maar dat wordt in de praktijk
niet zo ervaren. Staatssecretaris Weekers wil daarom de regeling verder vereenvoudigen en daarmee aantrekkelijker
maken voor het midden- en kleinbedrijf.
De komende tijd worden de knelpunten van de werkkostenregeling in kaart gebracht en daar waar mogelijk opgelost.
De regeling zal dus vermoedelijk nog op een aantal punten wijzigen. Om u als werkgever voldoende voorbereidings-
tijd te bieden verlengt de staatssecretaris het keuzeregime alvast met een jaar tot 1 januari 2015.
Ondanks dit uitstel is het toch verstandig om u voorzichtig aan te gaan verdiepen in de werkkostenregeling. De imple-
mentatie van de regeling neemt namelijk al gauw enige tijd in beslag. Mogelijk is het voor u zelfs voordeliger om al in
2014 de overstap te maken. Dat kunt u echter pas bepalen na een volledige inventarisatie van de vergoedingen en
verstrekkingen aan uw werknemers.
2. TE LAAT BETALEN AAN BANDEN gELEgD
De betalingstermijnen bij overeenkomsten tussen bedrijven en bij overeenkomsten tussen bedrijven en overheden
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
16
Voor u gelezen
17
zijn wettelijk vastgelegd. Vanaf 16 maart 2013 geldt dat, als er contractueel niets is geregeld, er moet worden
betaald binnen dertig dagen na de dag waarop de factuur is ontvangen. Partijen mogen wel een andere termijn
afspreken, mits de betalingstermijn niet onredelijk is. Ook mag in een overeenkomst met de klant of leverancier
een langere betaaltermijn van maximaal zestig dagen worden afgesproken. Een nog langere betalingstermijn kan,
maar alleen als kan worden aangetoond dat dit voor geen van beide partijen nadelig is.
De overheid is altijd verplicht om de facturen van bedrijven uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de factuur te betalen.
Let op
Wordt er toch te laat betaald, dan mag u een standaardvergoeding voor incassokosten vragen. Heeft u hier niets over
afgesproken, dan is deze vergoeding een bepaald percentage van de rekening en met een minimum van € 40.
3. DoorgEVEN gErEALIsEErDE s&o-UrEN
Verrichten uw werknemers speur- en ontwikkelingswerk en heeft u hiervoor een S&O-verklaring ontvangen, dan
moet u de gerealiseerde S&O-uren doorgeven aan Agentschap NL.
U moet altijd verplicht een mededeling doen. De marge van 10% (voor 2012) is komen te vervallen.
4. BENT U oP DE HoogTE VAN ProVINcIALE sUBsIDIEs?
Veel ondernemers laten onnodig subsidies liggen. Tijdgebrek is een veelgehoord excuus en dat is jammer. Want door
handig gebruik te maken van subsidies kunt u geld besparen. Naast landelijke subsidies zijn er ook provinciale subsidies.
Wist u dat er ook provinciale regelingen zijn voor bedrijfsfinanciering? Op Antwoord voor bedrijven vindt u een
handig overzicht van de verschillende regelingen. Van een starterslift in Noord-Brabant tot aan het innovatiefonds
in Limburg. En van een stimuleringsregeling vrijetijdseconomie in Gelderland tot aan het MKB & Technofonds in
Flevoland. U vindt ze allemaal terug in het overzicht.
5. AANVrAgEN EIA EN MIA/VAMIL EENVoUDIgEr
Investeert u in energiebesparende of milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, dan komt u mogelijk in aanmerking voor
de energie-investeringsaftrek (EIA) of de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieu-investe-
ringen (Vamil). Het aanvraagformulier voor deze regelingen is voor 2013 vereenvoudigd. Zo is de volgorde van het
nieuwe e-Formulier logischer gemaakt en u krijgt direct na het verzenden van uw aanvraag een referentienummer.
Daarnaast hoeft een samenwerkingsverband, zoals een maatschap of vennootschap onder firma, voortaan nog
maar één aanvraag per investering in te dienen. Het aanvraagformulier en alle informatie over de regelingen vindt
u terug op de site van Agentschap NL (www.agentschapnl.nl).
6. ExTrA VoorDEEL Voor DE gULLE gEVEr
Doneert u geld aan een als culturele instelling aangemerkte ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling), dan levert
u dat een extra belastingvoordeel op. U mag het bedrag van de gift in uw aangifte inkomstenbelasting verhogen
met 25%. De verhoging is echter maximaal € 1.250. Deze 'multiplier' levert u dus een extra hoge giftenaftrek op.
Als ondernemer mag u voor de vennootschapsbelasting de aftrek van uw gift met 50% verhogen. Voor uw bedrijf
kan het extra voordeel van de gift oplopen tot maximaal € 625.
LENTINK • Pluspunt nummer 1 • 2013
18
7. scHENKEN IN 2013
Dit jaar mag u een maximumbedrag van € 5.141 belastingvrij schenken aan uw kinderen. Is uw zoon/dochter of
diens partner tussen de 18 en 40 jaar oud, dan mag u eenmalig belastingvrij een bedrag schenken van € 24.676.
Deze eenmalig verhoogde vrijstelling kan nog verder worden verhoogd tot € 51.407 als uw kind het geld gebruikt
voor een buitengewoon dure studie of voor de eigen woning. Opa en oma mogen hun kleinkinderen dit jaar
verrassen met een belastingvrije schenking van maximaal € 2.057.
8. KINDEroPVANg ToEsLAg ALsNog AANVrAgEN
Goed nieuws voor ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag en dit nog niet hebben aangevraagd. Minister
Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft namelijk besloten dat de toeslag voor 2012 en 2013 met
terugwerkende kracht kan
Voor 2012 betekent dit dat de aanvraag voor een toeslag in ieder geval nog tot 1 september 2013 kan worden
gedaan. Vanaf 14 mei aanstaande staat op de website van de Belastingdienst hoe u dit kunt doen. Dat laatste
geldt ook als u voor 2013 recht heeft op kinderopvangtoeslag, maar dit nog niet heeft aangevraagd. Heeft u vanaf
afgelopen maand recht op toeslag, dan kunt u meteen uw aanvraag indienen via uw persoonlijke dossier Mijn
Toeslagen worden aangevraagd.
Tijdelijke versoepeling
Sinds 1 januari 2012 is de aanvraagtermijn beperkt vanaf de maand waarin de ouder de aanvraag doet en één
maand daarvoor. Deze beperking is ingevoerd om toeslagfraude tegen te gaan. Vanwege de snelheid waarmee de
maatregel destijds is ingevoerd, bleek een te grote groep ouders niet voldoende op de hoogte. Hierdoor zijn zij
kinderopvangtoeslag misgelopen. De minister heeft om deze reden een tijdelijke versoepeling van de aanvraagtermijn
ingevoerd.
Let op
Sommige ouders hebben een afwijzing gekregen omdat zij met terugwerkende kracht kinderopvangtoeslag
hebben aangevraagd voor langer dan twee maanden geleden. Zij krijgen van de Belastingdienst een persoonlijke brief
waarin staat hoe zij nu moeten handelen.
Nieuwe regels vanaf 2014
Vanaf 1 januari 2014 geldt een nieuwe regel: u kunt dan kinderopvangtoeslag aanvragen vanaf de maand waarin u
de aanvraag doet en drie maanden daarvoor.
19
9. MINDEr ADMINIsTrATIEVE roMPsLoMP Voor coMMIssArIs MET LAgE VErgoEDINg
Iedere commissaris van een bedrijf is vanaf 1 januari 2013 btw-plichtig. De goedkeuring dat heffing van btw
achterwege kan blijven bij het vervullen van niet meer dan vier commissariaten, is komen te vervallen. Mocht uw
vergoeding echter zo laag zijn dat u onder de kleineondernemersregeling valt, dan kunt u mogelijk ontheffing
krijgen van uw administratieve verplichtingen voor de btw. Dit is overigens niet in alle gevallen voordeliger.
Wilt u gebruik maken van de ontheffing dan moet u hiervoor wel een verzoek indienen bij de Belastingdienst vóór
1 juli 2013. U komt in aanmerking als u verwacht dat u door de kleineondernemersregeling jaarlijks niet meer dan
€ 1.345 aan btw betaalt. Wanneer het verzoek op tijd is ingediend, krijgt u een ontheffing met terugwerkende
kracht vanaf 1 januari 2013.
ontheffing administratieve verplichting
Een ontheffing van de administratieve verplichtingen rond de btw heeft een aantal voordelen. U hoeft geen btw-
aangifte te doen en u hoeft geen administratie bij te houden voor de btw. Ook hoeft u geen facturen te sturen. Een
factuur kan wel, maar dan mag u hier geen btw op vermelden.
Een nadeel van de ontheffing is bijvoorbeeld dat u geen btw-aftrek kunt krijgen van de btw die u aan anderen
betaalt.
Let op
U moet wel uw inkoopfacturen bewaren. En u moet voor de inkomstenbelasting een administratie bijhouden.
10. wELKE scHoLINgsUITgAVEN ZIjN AFTrEKBAAr IN 2013?
ALLE BELAsTINgPLIcHTIgEN
Voor het nieuwe jaar heeft het kabinet flink gesneden in de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven. Dit zijn uitga-
ven die u maakt voor het volgen van een opleiding of studie voor een (toekomstig) beroep. De scholingsuitgaven
komen voor aftrek in aanmerking als deze meer bedragen dan de drempel van € 250 (was € 500), maar niet
boven het maximum uitkomen van € 15.000.
In 2013 zijn alleen nog de door de onderwijsinstelling verplicht gestelde en noodzakelijke kosten van de opleiding
of studie aftrekbaar. U moet hierbij denken aan het les-, cursus- of collegegeld, examengeld of promotiekosten en
de door de onderwijsinstelling verplicht gestelde leermiddelen en beschermingsmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan
de verplichte studieboeken, verplicht gereedschap of een beschermingsbril.
Lentink Accountants/Belastingadviseurs enLentink Audit B.V.
Huizermaatweg 460 1276 LM Huizen Tel.: 035 - 523 25 75 Fax: 035 - 523 25 99 [email protected]
G.T. Rietveldstraat 1801333 LJ AlmereTel.: 036 - 548 67 77Fax: 036 - 548 67 [email protected]
Stationsstraat 2 B1211 EM HilversumTel.: 035 - 523 25 [email protected]
www.lentink.org www.lentink-audit.nl
Aan deze Pluspunt werkten meeMichel Hooijschuur
(Fiscaliteit)
redactiesecretariaatGina Wijntjes - de Graaf
Tel.: 035 - 523 25 75
e-mail: [email protected]
Hoewel deze Pluspunt met grote zorgvuldigheid is samen gesteld, kunnen de maatschap Lentink Accountants/Belasting adviseurs en Lentink Audit B.V.
geen aansprakelijkheid accepteren voor de gevolgen van het gebruik van deze uitgave zonder haar medewerking.