Presentatie portfolio…

Flexibel, Vrolijk, Multimediaal, Zelfverzekerd, Sociaal, Kritisch.

Portfolio van Kim Egbers

130402-1B

Naam: Kim Egbers

Student: 1010030

Klas: VR5

Slb-er: Els Keusters

Datum: 12-03-2015

Inhoudsopgave

Reflectiedeel

Eindreflectie start bekwame fase2

Cruciaal moment7

Minor media 9

Profileringsdeel

Pop startende leerkracht12

Startvragen15

Sollicitatiebrief 21

Curriculum Vitae 22

Eindevaluatie startbewame fase

Afgelopen jaar heb ik stage gelopen op de Pastoor Galamaschool te ’s-Heerenberg. Hierbij gaf ik de eerste periode les op maandag, dinsdag en donderdag. Rond januari was dit op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Ik gaf les aan groep 3/4. Mijn mentor was Sanne Wormskamp. Zij gaf de hele week les aan haar groep. Voornamelijk in het begin heeft ze me veel tips gegeven voor het lesgeven aan een combinatiegroep. Ik had hier al wel ervaring mee, maar hier wordt op elke school anders invulling aangegeven. Al snel draaide ik de groep alleen en kon ik zelf ook mijn eigen invulling geven aan het onderwijs. De Pastoor Galamaschool was voor mij geen onbekende school. Ik heb al twee keer eerder stage gelopen op deze school. Doordat ik de school ervaren heb als een leuke, leerzame school waar goede begeleiding wordt geboden, is mijn keus voor mijn LIO ook al snel gevallen op de Pastoor Galamaschool.

Ik kijk terug op een periode waarbij ik dankzij een goede begeleiding van de school veel geleerd heb, maar waarbij ik voornamelijk ook veel plezier heb beleefd. De begeleiding bestond uit: feedback van mijn mentor over de gegeven lessen, tips van andere collega’s, samenwerking met het team en de verantwoording voor naschoolse taken. Ik kreeg veel complimenten en positieve reacties van het team. Dit gaf mij een goed gevoel.

Voornamelijk op het gebied van media was het team erg enthousiast over mijn inzet hiervan. Mijn lessen bereidde ik altijd voor aan de hand van het programma ‘’prowise’’. Leerlingen waren zo enthousiast dat ik tijdens oudergesprekken kreeg te horen dat hun kind thuis veel vertelde over de les. Dit was voorheen niet het geval. Daar wordt je als student erg enthousiast van en dit gaf meteen een motiverend gevoel om verder te experimenteren op het gebied van media.

Ook op Iselinge heb ik me verder ontwikkeld op het gebied van media. Dit was ook de keuze voor mijn minor. Voor mijn afstudeerscriptie heb ik gekozen voor het onderwerp dyslexie.

Hieronder beschrijf ik per competentie mijn ervaringen:

Interpersoonlijk competentSamen met de leerlingen van groep 3/4 hebben we aan de start van het schooljaar regels opgesteld. Deze regels hangen vooraan in de klas, zodat voor iedereen zichtbaar is welke regels er bij ons in de klas gelden. Zo konden leerlingen elkaar ook wijzen op de regels in de klas. Wanneer er zich conflicten voordeden in de klas, koppelde we dit voornamelijk met de hele klas terug naar onze opgestelde regels. Bij incidenten en conflicten die zich tussen paar leerlingen afspeelden, werd er na schooltijd over gepraat. Leerlingen kregen van mij de tijd om zelf na te denken wat er wel of wat er juist niet goed was aan hun eigen gedrag. Ik vind het belangrijk dat leerlingen juist naar hun eigen gedrag kijken en niet altijd maar wijzen naar andere.

In een combinatiegroep is het belangrijk om de tijd te verdelen onder de groepen 3 en 4 maar ook individuele begeleiding is belangrijk. Door inzet van media kon ik veel leerlingen zelfstandig aan het werk laten gaan. Waardoor ik ook tijd creëerde voor de individuele leerling. In een combinatiegroep wordt er ook een beroep gedaan op de samenwerking onderling. In groep 3 werden leerlingen ingedeeld op niveau. Leerlingen werkten samen op niveau, waardoor ze elkaar konden en mochten helpen. Later in het jaar ben ik ook gaan kijken (bij mijn actieonderzoek) welke mogelijkheden er zijn voor de samenwerking tussen leerlingen uit groep 3 en groep 4. Leerlingen uit groep 4 werden gekoppeld aan een maatje uit groep 3. Op deze manier wist de leerling uit groep 3 bij wie hij terecht kon als er zich moeilijkheden voordeden. Dit werkte heel erg goed, maar ook motiverend.

Tijdens de laatste fase van mijn studie heb ik ervoor gekozen om minimaal 4 dagen in de week op Iselinge aan het werk te gaan met mijn minor en afstudeerscriptie. Samen met Carolien heb ik afspraken gemaakt om samen te gaan werken op Iselinge. Dit is heel goed verlopen en we hebben ons beide aan de afspraken gehouden, waardoor ik mijn studie nu af kan gaan ronden. We hebben elkaar gemotiveerd en feedback gegeven op het werk.

Pedagogisch competentZowel in groep 3 als groep 4 krijgen leerlingen een weektaak. Hierbij ligt de verantwoordelijkheid bij de leerlingen zelf. In groep 3 plannen de leerlingen per dag de taken en in groep 4 plannen de leerlingen de taken voor de hele week. Zij moeten zelf zorg dragen voor hun eigen leerproces. Mijn ervaring hiermee is dat niet alle leerlingen in groep 3 in staat zijn om hun taken in te plannen. Hierbij is het belangrijk om dagelijks een controleronde uit te voeren. Op deze manier houdt de leerkracht toch nog het overzicht en kan er gewezen worden op de taken die nog uitgevoerd moeten worden. Ook ging ik in gesprek met leerlingen die het werk aan het einde van de week niet af hadden. We maken nieuwe afspraken voor de week erop. Hierdoor geef de leerling wel weer de eigen verantwoording voor de taken, maar houd ik wel toezicht. Ik kan hierbij nog wel adequaat ingrijpen en aansturen waar nodig is. Er waren ook leerlingen die extra begeleiding nodig hadden bij bepaalde vakken of vaker één op één begeleiding kregen in de week. Ik kan van deze leerlingen niet verwachten dat zij de weektaak ook aan het einde van de week af zouden krijgen. Het kwam ook vaak voor dat ik samen met een groepje leerlingen bepaalde weektaakwerkjes samen maakte. Hierbij kon ik gelijk terugkoppelen naar de leerlingen wat zij nog moeilijk vonden.

Vakinhoudelijk en didactisch competentIk heb tijdens mijn LIO kennis gemaakt met verschillende administratieve systemen en formulieren, waarbij ik voorheen geen weet van had. Ik vond het in het begin vooral allemaal maar lastig en omslachtig. Waarom zouden we alles zo noodzakelijk bij moeten houden per kind? Dit vroeg ik mezelf af. Ook vergat ik weleens resultaten in te voeren, in bijvoorbeeld parnassys. Hierbij ging het niet alleen om de resultaten van de kinderen, maar ook wanneer er gesprekken plaatsvonden met ouders, moest dit geregistreerd worden. Dit vond ik erg verwarrend. Later tijdens mijn stage begon ik grip te krijgen op alle dagelijkse handelingen en liep alles vanzelf. Naderhand van toetsen werden leerlingen ingedeeld in instructieafhankelijke, instructiegevoelige en instructieonafhankelijke leerlingen. Omdat wij ook nog zaten met een combinatiegroep, vond ik het erg lastig om alle leerlingen aandacht en begeleiding te bieden. Ik heb mijn actieonderzoek opgesteld aan de hand van dit probleem. Het hele jaar heb ik gewerkt aan dit doel. De zelfstandigheid van leerlingen vergroten binnen een combinatiegroep was mijn grootste uitdaging. Voornamelijk de vaardigheden die daar bij horen. Ook heb ik geleerd op welke manieren. pre-teaching en verlengde instructie ingezet konden worden om de aandacht aan de individuele leerling te bevorderen. Ook heb ik onderzocht waar instructiegevoelige, afhankelijke en onafhankelijke leerlinge baat bij hebben als het gaat om effectieve instructie. Het hele jaar heb ik gewerkt aan deze competenties. Hierin ben ik gegroeid. Wel zal dit nog een aandachtspunt zijn bij de start van mijn carrière.

Organisatorisch competentBalans vinden tussen privé- en werktijd is een punt waaraan ik het afgelopen studiejaar aandacht aan heb moeten besteden. Dit blijft een punt waaraan ik moet werken. Ik ben een zeer gedreven persoon, die niet snel genoegen neemt met bijvoorbeeld een korte voorbereiding. Zelf kan ik heel kritisch zijn en moet alles tot in de puntjes uitgewerkt zijn. Resultaat: Stres. Later in het jaar kreeg een tegenval, waardoor het niet mogelijk was om me nog 100% in te kunnen zetten voor de school. Daarbij werd aangegeven dat ik niet altijd het uiterste uit mezelf kan halen en dat ik een stapje terug moest doen. Hier heb ik zeker van geleerd. Nu gaat dit al een stuk beter en kan ik privé en werk deels gescheiden houden. Wel ligt mijn lat nog aan de hoge kant, hier moet ik zeker aan blijven werken. Doordat ik streef naar het hoogst haalbare was het zeker mogelijk om onderwijs met verschillende programma’s aan te bieden. Naast de klas zat een enkele groep 3. De lessen moesten voornamelijk op elkaar afgestemd worden. Dagelijks ging ik in gesprek met mijn collega om te kijken welke mogelijkheden er waren voor de lessen. Soms kreeg ik informatie van haar aangeleverd voor de lessen, maar dit gebeurde ook andersom. Ik leverde vooral op het gebied van media veel lessen aan die zij in kon zetten. Dit zorgde voor een prettige samenwerking.

Competent in het samenwerken met collega’s Tijdens mijn LIO werkte ik voornamelijk samen met mijn mentor als mijn duo collega. Voor een goede organisatie in de groep is het nodig om samen te werken. Ook vergaderingen horen bij de samenwerking tussen en met collega’s. Hierbij deel je kennis en ervaringen met elkaar. Ik zat in de werkgroep: handelingsgericht werken, waarbij handelingsplannen werden opgesteld voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daarbij had ik regelmatig overleg met de intern begeleider, de directrice, ouders en de leerkracht. Dit was een unieke ervaring die ik in mijn gehele studie niet mee heb mogen maken. Ik heb hier zeker veel van geleerd, en kan handelingsplannen opstellen aan het begin van mijn carrière.

Tijdens mijn startbekwame fase heb ik veel samengewerkt met Carolien den Hertog. We hebben elkaar geholpen en gemotiveerd. Met alle problemen kon ik bij haar terecht en zij hielp mij verder met mijn afstudeerscriptie. We hadden vanaf het begin van het schooljaar afspraken gemaakt over het werken op Iselinge. Deze zijn we beide nagekomen.

Competent in samenwerking met de omgevingHet contact met ouders ging mij erg goed af. Ouders kwamen al snel naar mij toe met problemen of vragen. Dit kwam ook omdat ik de groep bepaalde dagen alleen draaide, waardoor ouders mij echt zagen als leerkracht van hun kind. Het contact verliep soepel en afspraken die gemaakt moesten worden deed ik in overleg met mijn collega. Dit begrepen ouders volledig. Wel was het soms lastig om elkaar te begrijpen. Op de school waar ik werkzaam was, waren veel ouders met andere nationaliteiten. Hieronder vielen ook ouders die geen woord Nederlands spraken. Ik ben aanwezig geweest bij alle oudergesprekken en heb bij het tweede rapport, de oudergesprekken gevoerd. Dit vond ik in het begin behoorlijk spannend, vooral om er niet altijd positief nieuws is om te vertellen. Wel was het een enorme uitdaging en ervaring. Naderhand vond ik het fijn dat mij dit vertrouwen was gegeven en heb ik er in de toekomst zeker baat bij.

Voor mijn minor heb ik samengewerkt met Lizette. Dit was zeker een succes. Voor opendagen en eerstejaars heb ik meerdere lessen en workshops verzorgd gericht op media. Ook de begeleiding verliep goed. Ik kreeg op tijd feedback en deze was ook heel duidelijk.

Voor mijn afstudeerscriptie heb ik veel overleg gehad met Annalotte. Dit verliep in het begin niet zo goed, waardoor ik gefrustreerd raakte. Ik had het gevoel dat ik hard werkte en alles uit mezelf haalde, maar daar niet de aangepaste begeleiding voor terug kreeg. Later ging dit beter en kreeg ik sneller feedback. Wel vind ik dat het lang heeft geduurd voor alles naar de tweede beoordelaar gestuurd kon worden. Ik ben het afgelopen jaar met een deel van me minor bezig geweest en met mijn afstudeerscriptie. Dit heeft me bijna een schooljaar studeren gekost. Terwijl ik er elke dag mee bezig ben geweest.

Tussenbeoordeling: Goed

Eindbeoordeling: 152 punten - Goed

Cruciaal moment

Tijdens de start van mijn LIO kwam ik in een groep waarbij allerlei leerlingen uit verschillende milieus zaten. Al snel kreeg ik te maken met leerlingen die geweld gebruikte tegenover andere leerlingen. In het begin reageerde ik hier boos op. Ik begreep niet waar dit vandaan kwam en sprak leerlingen aan op hun gedrag. Ik geloof erin dat je leerlingen duidelijk moet maken wat er fout is aan hun gedrag. Dit liep al snel uit de hand. Tijdens het buitenspelen waren deze drie leerlingen altijd betrokken bij incidenten. Het begon met scheldwoorden en ging al snel over naar slaan, schoppen en duwen. Ik wist niet meer hoe ik hiermee om moest gaan en ging in gesprek met mijn mentor. Dit probleem was bekend bij haar. Zij vertelde me dat deze leerlingen uit landen/gebieden kwamen waar oorlog was. Zij waren gevlucht naar Nederland, ook zat vader nog in dat land om te vechten voor zijn land. Ik schrok hier enorm van en begreep nu waar die woede aanvallen vandaan kwamen. Voor een oplossing in de klas, moest er meer begeleiding komen op sociaal- emotioneel gebied voor deze leerlingen. Tijdens leerlingbesprekingen is dit aangekaart. Er is een leskist besteld gericht op dit soort problemen in het onderwijs. Ik begon met het ontwerpen van lessen sociaal- emotioneel die ik uit ging voeren met deze drie leerlingen (buiten de klas). Samen met de intern begeleider hebben we een plan opgesteld. Ik ben 12 weken (1x per week) begonnen met het uitvoeren van deze lessen. Ik geloof in verbetering van gedrag, wanneer hier iets mee gedaan wordt. Ook begrip tonen aan deze leerlingen voor de situatie waarin zij zich bevinden is een grote stap de goede richting in. Als snel kwamen frustraties en verhalen van deze leerlingen naar boven. Na mijn gevoel gaf het hen opluchting om erover te praten. Samen hebben we in overleg ook afspraken gemaakt over het gedrag in de klas. Wanneer er iets was of de leerling was kwaad, moest hij naar mij toe komen om dit te bespreken. Als leerkracht voelde ik me vooral in het begin machteloos en wist ik niet hoe ik dit aan moest gaan pakken. Regels die de leerlingen samen met mij op hebben gesteld, zijn in vergaderingen duidelijk gemaakt. Op deze manier weten ook andere leerkrachten welke afspraken er zijn gemaakt. Ik zag verbetering in het gedrag van deze leerlingen, maar ik ben van mening dat professionele hulp hier echt nodig is. In vergaderingen heb ik aangegeven dat het noodzakelijk is dat deze begeleiding aangehouden moet worden en misschien professionele hulp nodig is. Als leerkracht heb je een grote rol in de opvoeding van kinderen en moet je ook weten wanneer professionele hulp nodig is om het kind te kunnen helpen.

Minor media

Ik heb gekozen om de minor ‘’media’’ te volgen. Mijn keus ging hierna uit omdat media een groot nieuw begrip is in het onderwijs. Naar mijn mening wordt er te weinig gedaan met verschillende manieren van media- inzet in de klas. Leraren werken voornamelijk met het digibord, maar gebruiken hoofdzakelijk alleen wat voor hen in handbereik ligt. Zelf ben ik iemand die het heel belangrijk vindt om de interesses van leerlingen tijdens de les te wekken. Ook moeten leerlingen de les interessant vinden. Dit zie ik maar weinig terug op basisscholen. Vandaar dat mijn keuze voor de minor al snel gemaakt was.

Wat heb ik gedaan?

Binnen de minor moesten we vier onderdelen uitwerken op het gebied van media. Ik heb gekozen voor: Flipping the Classroom, kleutermedia, presentatiemogelijkheden en cyberpesten.

Flipping the Classroom

Flipping the classroom is een organisatievorm waarbij een video van maximaal tienminuten de klassikale instructie vervangt. Flipping the classroom biedt meer één op één begeleidingstijd met de leerling. Dit zorgt ervoor dat het lesgeven van de leerkracht wordt teruggebracht. De leerkracht heeft een meer begeleidende rol tijdens de les en moet in staat zijn sneller inzicht te krijgen in de stof die niet goed is opgenomen. Om aan het werk te kunnen gaan met Flipping the Classroom is het belangrijk dat leerlingen het nut en voornamelijk het belang van het bekijken van de filmpjes inzien. De grootste meerwaarde van Flipping the Classroom vind ik dat de leerling de stof op eigen tempo kan verwerken, waarbij één op één begeleiding mogelijk is.

Tijdens het praktijkonderzoek werkten 12 leerlingen uit groep 3 mee. Ik heb filmpjes vier instructiefilmpjes gemaakt. Deze werden bekeken door de leerlingen, waarna ze de bijbehorende opdrachten maakten. Ik heb ervoor gekozen om naderhand in gesprek te gaan met de leerlingen om te kijken hoe zij deze manier van ‘’leren’’ hebben ervaren. 58% van de leerlingen gaf aan het fijner te vinden om zelfstandig de instructie te bekijken en vervolgens aan het werk te gaan. Zij gaven in het gesprek aan dat deze manier van werken ervoor zorgt dat zij sneller verder kunnen en niet onnodige instructie hoeven te volgen van de leerkracht.

Ik denk dat Flipping the Classroom zeker een meerwaarde heeft binnen het onderwijs. Wel moet hier nog verder mee geëxperimenteerd worden. Na mijn mening is het niet mogelijk om alleen maar onderwijs te geven op deze manier en blijft klassikale instructie nog noodzakelijk.

Filmpje: Flipping the Classroom. Klik erop om te bekijken.

Kleutermedia

Dit onderdeel heeft plaatsgevonden op Iselinge Hogeschool. Hoe kun je verschillende media tools inzetten bij kleuters. Hierbij kwamen groepen kleuters naar Iselinge toe om dit te ervaren. Samen met twee medestudenten zijn wij gaan kijken welke mogelijkheden er waren bij het inzetten van media bij kleuters. We hebben een selectie gemaakt van verschillende media tools. Tweedejaars studenten hebben dit uitgevoerd. Ik heb leerlingen geobserveerd tijdens het werken met de mediatools. Ik vond het erg leuk om te zien hoe enthousiast leerlingen waren. Ik denk dat scholen niet goed op de hoogte zijn van verschillende mediatools die ingezet kunnen worden bij kleuters.

Presentatiemogelijkheden

Ik werk al vier jaar met het programma ‘’Prowise’’. Dit is een online programma waarin de leerkracht lessen kan maken of presentaties kan voorbereiden. Zelf ben ik razend enthousiast over dit programma en gebruik het vrijwel bij elke les of presentatie. De enthousiasme bij leerlingen is fantastische om te zien.

Ik heb workshops verzorgd aan alle eerstejaars PABO studenten waarbij ik uitleg geef over het programma prowise. Hierbij probeerde ik studenten te stimuleren om ook hiermee aan de slag te gaan in de praktijk. Daarnaast heb ik instructiefilmpjes gemaakt waarin ik uitleg hoe je bepaalde handelingen uitvoert.

Tijdens open dagen op Iselinge heb ik ook workshops verzorgt voor verschillende doelgroepen waaronder directeuren van verschillende scholen. Zij vonden het interessant om te zien hoe je de mobiele telefoon in kunt zetten tijdens de lessen. Wel hoor ik vaak het dat veel tijd kost en dat leerkrachten die tijd niet hebben. Helaas, ik denk er anders over!

Filmpje: Movie instruction Prowise. Gemaakt door Kim Egbers

Cyberpesten

Pesten is een fenomeen waar veel jongeren al op jonge leeftijd mee in aanraking komen. Door de komst van nieuwe media ontwikkelingen en technologieën is er een nieuwe vorm van pesten bijgekomen, het cyberpesten. Dit is een vorm van pesten dat online gebeurt. Cyberpesten kan verschillende vormen aannemen.

Ik heb ervoor gekozen om cyberpesten bespreek te maken in de groepen 6,7 en 8. Tegenwoordig beschikken bijna alle leerlingen in de bovenbouw over een mobiele telefoon, computer of laptop. Uit onderzoek is gebleken dat cyberpesten het meest gebruikt wordt door bekenden van de dader. Dit begint vaak op school. Leerlingen die slachtoffer zijn van cyberpesten durven zelden om hulp te vragen. Helaas kan dit zelf leiden tot zelfmoord zoals vaker in het nieuws naar voren komt. Ik vind het belangrijk dat leerlingen al op jonge leeftijd geconfronteerd worden met de gevaren van cyberpesten. Onbewust maken kinderen keuzes om via internet andere te pesten. Zelf hebben zij niet door welke gevolgen dit kan hebben op andere.

Ik heb onderzocht hoe het ervoor staat met het pestgedrag van leerlingen in de leeftijd van 10, 11 en 12 jaar.

Voor alle resultaten bekijk: www.minorkimegbers.weebly.com

Pop startende leerkracht

Naam student: Kim Egbers

Beginsituatie (terugblik):

Competenties:

1. Als leerkracht is het belangrijk dat de instructietijd, vooral bij combinatiegroepen, goed verdeeld wordt. Ik heb het afgelopen jaar stage gelopen binnen een combinatiegroep en ik merk dat ik veel aan het woord ben tijdens de instructies. Dit zorgt ervoor dat ik nauwelijks tijd heb om de andere groep te begeleiden in een combinatiegroep. Ik vind dat het zelf nog lastig om de groep losser te laten en de instructie kort te houden.

2. Inspelen op de onderwijsbehoeften van instructieafhankelijke, gevoelige en onafhankelijke leerlingen is erg belangrijk binnen het onderwijs. Hier heb ik de afgelopen vier jaar hard aan gewerkt. Na mijn studie kom ik waarschijnlijk terecht in een invalpool (banen zijn niet beschikbaar op dit moment). Ik heb geen ervaring als invalleerkracht en wil graag leren om in te kunnen spelen op de onderwijsbehoeften van leerlingen.

1. Organisatorisch competent, deeltaak 140

2. Vakinhoudelijk en didactisch competent, deeltaak 137

Persoonlijke leerdoelen

· Tijdens 6 invaldagen binnen een combinatiegroep wil ik er voor gezorgd hebben dat zowel de instructie groep als de groep die zelfstandig aan het werk is, te begeleiden tijdens de les. De instructies duren niet langer dan 20 minuten, zodat ik 30 minuten de tijd heb om leerlingen individueel te begeleiden tijdens hun taak.

· Tijdens 10 invaldagen wil ik tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van instructieafhankelijke, instructiegevoelige en instructieonafhankelijke leerlingen. Ik wil aan deze behoeften voldoen door naast klassikale instructie ook extra begeleiding te geven aan de leerlingen die dit (volgens de groepsleerkracht) nodig hebben. Dit doe ik aan de hand van de gegevens die beschreven staan in de klassenmap of beschreven staan door de leerkracht.

Ga na met behulp van de onderstaande vragen of je doel SMART is geformuleerd.

Specifiek:

· Ik wil dat mijn instructies niet te lang duren, zodat ik oog heb voor de gehele groep en de individuele leerlingen die mijn begeleiding nodig hebben tijdens de les.

· Ik wil recht doen aan de onderwijsbehoeften van instructieafhankelijke, instructiegevoelige en instructieonafhankelijke leerlingen.

Meetbaar:

· Ik wil tijd over hebben om de andere groep te begeleiden, complimenten te geven of om individueel het kind te begeleiden tijdens hun taak. Wanneer ik de instructie les korter houd, heb ik meer tijd om alle leerlingen individueel te begeleiden tijdens hun vragen.

· Ik wil ervoor zorgen dat ik de begeleidingstijd verdeel onder de instructieafhankelijke, instructiegevoelige en instructieonafhankelijke leerlingen.

Acceptabel:

· Als aanstaande leerkracht is het belangrijk om te leren hoe je omgaat met combinatiegroepen en hoe je de lessen in gaat plannen, zodat ieder kind de begeleiding krijgt die hij/zij verdient. Wanneer leerlingen zelfstandig werken aan hun taak is het ook fijn als de leerkracht langs komt, om te kijken hoe er gewerkt wordt en of er nog vragen zijn waarbij de leerkracht begeleiding kan bieden.

· Als aanstaande leerkracht is het belangrijk om met verschillende leerlingen om te kunnen gaan en hen de begeleiding te kunnen bieden die noodzakelijk is. Ook als invalleerkracht moet je de plaats van de leerkracht in kunnen nemen. Dit betekent dus ook dat de begeleiding constant moet blijven. De leerling moet zich niet beperkt voelen wanneer er een invalleerkracht voor de klas staat.

Realistisch:

· Zelf wil ik heel graag dat leerlingen alles kennen en kunnen na het geven van mijn instructies. Dit is echter niet altijd mogelijk, omdat niet alle leerlingen alles even snel kunnen oppakken en begrijpen. Begeleiding en interesse bieden aan alle leerlingen is belangrijk binnen de les, dit zorgt voor leerprestaties en motivatie. Mijn instructies moeten daarom korter zodat de leerlingen sneller aan het werk zijn, en ik de tijd heb om iedere leerling te begeleiden bij zijn of haar taak.

· Dit doel is realistisch en in de praktijk uitvoerbaar, hierbij is het wel belangrijk dat de leerkracht gegevens verzameld over de leerlingen. Ik heb hier afgelopen jaar ook aan gewerkt, echter is het als invaller lastiger om dit in de praktijk toe te passen. Hier wil ik aan werken, om als startende leerkracht te laten zien dat ik me hierin ontwikkel.

Tijdgebonden:

· Tijdens 6 invaldagen waarbij ik inval in een combinatiegroep.

· Tijdens 10 invaldagen waarbij ik op verschillende scholen werkzaam ben geweest.

IJkpunten

De instructiegroep krijgt een korte instructie waarbij vooral de leerlingen aan het woord zijn en gaan daarna zelfstandig aan het werk. Ze leggen hun blokje op tafel, zodat de leerkracht kan zien welke leerling een vraag heeft of wie er rustig voor zich zelf aan het werk is. Op deze manier krijgt ieder kind de begeleiding die hij/zij nodig heeft. De leerlingen voelen zich gewaardeerd door de leerkracht en weten dat de leerkracht langs komt en complimenten geeft als ze goed aan het werk zijn.

Ik wil onderwijs bieden aan alle leerlingen in de groep. Dit wil ik omdat ik het belangrijk vind dat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het realiseren van onderwijs aangepast op de onderwijsbehoeften van (onbekende) leerlingen lijkt mij wel lastig. Omdat het belangrijk is om recht te doen alle leerlingen, is het noodzakelijk om recht te doen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Door te laten zien dat ik hieraan werk, kunnen mede collega’s ook zien dat ik hard werk om recht te doen aan de onderwijsbehoeften van leerlingen.

Wat ga ik doen?

· Lessen korter voorbereiden en de leerlingen meer aan het woord laten. Hierbij moet ik bij het voorbereiden van de les al rekening houden (kan alleen bij langdurig inval).

· Recht doen aan de onderwijsbehoeften van instructieafhankelijke, gevoelige en onafhankelijke leerlingen. Dit wil ik bereiken door gegevens op te vragen bij de leerkracht of in de klassenmap gegevens te verzamelen, die mij vertellen welke begeleiding noodzakelijk is per leerling.

Startvragen

1. Wat voor een soort leerling was je in de periode van het basisonderwijs, het voortgezet

onderwijs en het MBO?

Op de basisschool was ik een rustige leerling. Ik deed overal aan mee, en kon goed met andere uit mijn groep omgaan. Ik zat maar met 2 andere meiden in een de groep. Ik ging dus veel met hen om. Ik kon best goed leren op gebied van rekenen, begrijpend lezen was voor mij weleens een probleem. Hierbij had ik veel ondersteuning nodig. Ik haalde tijdens mijn CITO-toets een lagere score dan verwacht. Ik ben daarna na het AOC-oost gegaan en ben de gemengd theoretische leerweg gaan volgen. Ik had in het begin een afwachtende en stille houding. Ik viel niet op in de groep. Daarbij heb ik nog op faalangst training gezeten. Later kreeg ik vriendinnen in mijn groep en werd ik losser. Ook was ik meer aanwezig in de klas en deed vaker mee aan spelletjes en activiteiten. Wel kon ik goed leren en haalde hoge cijfers voor de meeste vakken. Voor het maken van verslagen zette ik me altijd goed in, wanneer ik een opdracht kreeg begon ik er ook bijna altijd meteen mee. Ik had altijd alles op tijd af. Ik wilde altijd laten zien dat ik dat ik heel goed me best doe voor school. Ik heb Duits als extra examenvak erbij gekozen zodat ik daarna kon doorstromen naar de HAVO en zo na 1 jaar HAVO door kon naar de PABO. Na mijn examen heb ik mij toch bedacht en wilde ik eerst graag onderwijsassistente gaan doen om te kijken of met kinderen werken toch wel mijn ding zou zijn. Daarna heb ik naar het Graafschapcollege gegaan en ben ik begonnen aan de opleiding onderwijsassistente. Toen ik aan deze opleiding begon kende ik helemaal niemand in mijn klas. Ik begon weer met een terughoudende houding. Ik was stil in de klas en niemand zag of hoorde mijn eigenlijk. In de tweede helft van het jaar werd ik anders. In het begin vond ik de opleiding niet zo leuk, mijn stage beviel me niet waardoor ik veel afwezig was van school en van mijn stage. In het tweede jaar kreeg ik een nieuwe stage, ook dit beviel me niet zo goed, ik kreeg veel opdrachten binnen mijn stage school die ik niet meer aankon. Ook veel waar ik niets van leerde. Ik durfde dit niet aan te geven en heb later met mijn studieloopbaan begeleider hier over gehad en we hebben samen gekeken naar oplossingen. In het derde jaar kreeg ging het allemaal heel goed, ik vond de school weer leuk en mijn stage beviel me ook goed. Ik ging heel goed me best doen voor school en zorgde dat ik alles op tijd af had. Onze klas werd ook steeds hechter met elkaar waardoor we elkaar ook goed hielpen. Omdat ik het eerste jaar niet goed me best had gedaan heb ik er voor gekozen om de opleiding in 4 jaar af te ronden. Ik was de laatste 2 jaar bijna altijd aanwezig en deed heel erg goed mijn best. Tijdens mijn examens heb ik heel goed mijn best gedaan en er altijd voor gezorgd dat mijn portfolio’s niet afgekeurd konden worden. Ook mijn mede groepsgenoten vonden dat ik heel goed mijn best deed en kwamen vaak bij mij als ze vragen hadden.

2. Hoe werd ik als leerling en student:

_ uitgedaagd tot leren binnen de school?

Je leert om je eigen vaardigheden te ontdekken en je toekomst te bepalen. Als ik leer doe ik dat voor mijzelf en niet andere. Ik ben iemand die het niet erg vind om te leren. Wanneer ik thuis kom kan ik dan ook meteen gaan leren. Voor bepaalde vakken moet ik wel wat doen om goede cijfers te halen. Voor het vak wiskunde zat ik vaak samen met mijn ouders aan tafel totdat we er samen uit kwamen. Ik kan best goed leren maar moet ik wel wat voor doen. Ook leerde ik vaak in de tussenuren die we op school hadden nog extra voor de toetsen. Ik werd ook gesteund en gestimuleerd door mijn ouders, waardoor ik het ook niet erg vond om te leren. Wanneer de leraren belangrijke informatie vertelde voor de toetsen dan maakte ik ook altijd aantekeningen om te leren.

Voornamelijk door vakken die ik interessant vond: pedagogiek en media. Dit lag ook grotendeels aan de docenten zelf.

_ geboeid door bepaalde vakken in het bijzonder?

Het vak wiskunde vond ik altijd al een boeiend vak. Ook hoe je de berekeningen maakt. Ik vond het vak wiskunde wel heel lastig. Maar doordat ik het interessant vond lette ik goed op en ik vroeg ook altijd alles. Ook thuis was ik altijd druk met het maken van het huiswerk voor het vak wiskunde. Daar begon ik altijd mee.

Ook het vak Duits vond ik boeiend. Mijn vader heeft in Duitsland gewerkt waardoor er veel Duits gepraat werd in huis. Ook wilde ik er meer van weten en heb er daarom ook voor gekozen om het vak Duits als extra examen vak erbij te kiezen.

Media is en blijft het interessante vak op Iselinge. Lizette heeft hier veel weet van en heeft dit weten over te brengen op mij. Ik zou mezelf verder willen ontwikkelen en misschien zelfs willen meedenken/werken voor bedrijven die materialen ontwikkelen voor scholen.

_ geïnspireerd door bepaalde beroepen?

Ik had het beroep leerkracht al heel lang in mijn hoofd zitten. Al vanaf de basisschool wilde ik al juf worden. Ik wist daarom al toen ik op het voortgezet onderwijs zat wat ik wilde gaan doen. Ik wilde juf worden.

Ook het beroep boekhoudkunde en administratie leek me wel leuk. Ik werk graag met de computer en heb al vaker boekhoudkundig werk gedaan. Dit vond ik heel interessant en leuk om te doen.

Leerkracht vind ik een prachtig beroep, waar ik mezelf helemaal in kan vinden. Zelf ben ik wel altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Advocate lijkt mij ook een erg interessant beroep, waarin ik mezelf terug zou kunnen vinden.

_ uitgedaagd tot leren buiten de school?

Ik had thuis een bureau waaraan ik werkte, die stond boven op mijn slaapkamer. Maar dit werkte niet zo goed. Ik kan heel moeilijk leren als het helemaal stil om mij heen is. Ik vind het fijner om thuis in de woonkamer te werken. Ook omdat ik dan vragen kan stellen aan mijn ouders of andere. Ik heb thuis mijn eigen laptop waar ik aan werk. Vaak zit ik dan thuis gewoon achter aan tafel te werken.

Vooral op Iselinge zelf kan ik het beste mezelf ertoe zetten om te leren en te werken.

_ geïnspireerd door jouw ideale leerkracht of docent?

Op het voortgezet onderwijs had ik een leerkracht die techniek lessen gaf. Ook was hij mijn eigen mentor. Hij was altijd heel behulpzaam, luisterend oor, luisterde ook heel goed naar wat ik vertelde. Ook hielp hij mij vaak binnen de school met bepaalde vakken. In het derde jaar gingen mijn cijfers wat omlaag en hij vroeg gelijk een gesprek met mij aan en mijn ouders. Zodat we samen een oplossing konden bedenken en hoe we het aan gaan pakken. Hij zorgde er altijd voor dat iedereen het goed had op school en dat iedereen zijn best deed.

Ook op het MBO liep ik stage op een basisschool en daar was een leerkracht die ik heel goed les vond geven aan de kinderen. Hij maakte tussendoor grapjes en was op zijn tijd ook serieus waardoor de kinderen ook met plezier op school zaten. Ik vond dit heel bijzonder om te zien hoe de kinderen op hem reageerde. Ik zou dit een ideale leerkracht noemen, zoals hij met de kinderen omgaat.

Lizette is voor mij de ideale docent op Iselinge. Haar vak vind ik interessant. Daarbij is ze altijd enthousiast en gezellig. De begeleiding bij opdrachten verloopt moeiteloos. Super!

3. Welke rol had je als klas- of jaargenoot:

_ tijdens en na schooltijd?

Tijdens de lessen zat ik altijd bij mijn eigen groepje. We hadden op school groepjes en daar werkte ik samen mee. We waren niet altijd serieus in de lessen maar we zorgde er wel altijd voor dat we elkaar hielpen met verslagen en toetsen. Ik ben ook iemand die andere graag helpt. Ik bied daarom ook mij hulp aan bij mijn vriendinnen. Na schooltijd fietsen we altijd gezamenlijk na huis of we gingen weleens gezellig wat drinken met elkaar in de stad. Als we een toets hadden de volgende dag of ik moest nog wat afmaken dan ging ik vaak gelijk naar huis om aan mijn huiswerk te werken of te gaan leren.

Dit schooljaar heb ik veel samengewerkt met Carolien den Hertog. Samen hebben we elkaar gemotiveerd en gestimuleerd om onze diploma te halen. We ondersteunden elkaar door advies en feedback te geven. De motivatie lag erg hoog, omdat ik heel graag me diploma wil halen. Vorig jaar was dit helaas onmogelijk, omdat ik tegenslagen heb gehad. Ik ben erg blij met de hulp die Carolien mij heeft geboden dit jaar.

_ in buitenschoolse activiteiten?

4. Welke ervaring heb je als professional in vrijwilligerswerk en/of betaald werk?

Op mijn 13de ben ik begonnen met een vakantie baantje bij een restaurant, ik ben daar begonnen met schoonmaken en afwassen in de keuken. Daarna heb ik ook nog boekhoudkundig werk gedaan bij dat restaurant op de zondag. Elke zondag werkte ik ongeveer 4 uurtjes achter de computer. Daar ben ik mee gestopt. Ook werkte ik af en toe op kantoor bij mijn oom. Facturen maken en inbrengen in de computer. Daarnaast heb ik nog een krantenwijk in mijn woonplaats dit doe ik al 5 jaar.

Gewerkt in de zorg met ouderen. Voornamelijk schoonmaakwerkzaamheden. Dit vond ik erg leuk om te doen.

5. Wie ben ik?

_ Wat zou je doen als er geen financiële noodzaak meer was om te werken?

Dan zou ik mijn opleiding afmaken en daarna misschien ook nog een opleiding doen als leerkracht voortgezet onderwijs: wiskunde. Daarna zou ik gaan werken op een basisschool en misschien daarna op het voortgezet onderwijs. Als ik dan zelf kinderen zou hebben dan zou ik ervoor kiezen om 3 dagen in de week te gaan werken . Maar eerste zou ik een huisje voor mij zelf kopen zodat ik mijn eigen plek heb. Misschien zou ik dan ook wel naar een ver land willen verhuizen om daar voor een paar jaar te wonen en misschien wel les te geven.

Genieten van het leven samen met mijn vriend en onze hond.

_ Wat was je aan het doen toen je de laatste keer volledig de tijd en ruimte om je heen vergat?

De laatste keer dat ik alles om mijn heen vergat was ik aan het sporten. Als ik sport dan voel ik me heel prettig en vergeet ik even alles om me heen en kan ik mezelf tot rust krijgen.

6. Aankomend leerkracht:

_ hoe schat ik mijn talenten in en waar ben ik goed in?

Ik denk dat ik in de praktijk wel een voorsprong heb, ik ben heel goed in initiatief nemen. Dit is altijd een leerdoel voor mij geweest waar ik me dan ook heel goed op het gericht en in ben gegroeid. Ik kan goed met kinderen omgaan en kinderen voelen zich in het algemeen heel vertrouwd bij mij dat heb ik in die 4 jaar wel gemerkt. Ik kom heel rustig over naar de kinderen toe waardoor ik rust uitstraal tegenover de groep. Ik weet van aanpakken en pak daarom ook alles aan wat ik kan. Contacten leggen met andere leerkrachten vind ik soms nog wel lastig. Dit zal voor mij dan ook een leerdoel zijn waar ik aan moet gaan werken. Ook de theorie is vaak nog wel een leerdoel, ik ben zelf niet zo goed in aardrijkskunde en geschiedenis en moet hier dan ook goed aan gaan werken. Ik heb alleen tot aan groep 6 stage gelopen en nog nooit in de groepen 7 en 8. Waarschijnlijk krijg ik hierbij nog wel moeite met enige vakken.

Ik heb nu meer ervaring opgedaan in de bovenbouw en het is me heel goed bevallen. In een combinatiegroep 6/8 heb ik veel geleerd. Niet alleen de theorie maar ook de organisatie is belangrijk in de bovenbouw. Leerlingen uit groep 8 zijn vooral in de tweede helft van de opleiding bezig met de musical en andere projecten. Dit was ook erg leuk om te zien.

Ik ben een gemotiveerde studente, die graag het uiterste uit haarzelf wil halen. Daarbij heb ik veel ervaring opgedaan met het digibord en heb ik me verder gespecialiseerd op het gebied van media. Ik weet heel goed hoe ik media in kan zetten tijdens de lessen en hierbij de betrokkenheid van de leerlingen te bevorderen. Helaas zie ik in de praktijk dat er maar weinig leerkrachten zijn die weten hoe ze het digibord in moeten zetten. Hierdoor is de betrokkenheid van de leerlingen minder. Ik kan van mezelf zeggen dat ik hier heel goed in ben en dit zeker een meerwaarde en pluspunt kan zijn voor mijn carrière.

_ hoe motiveer ik mijn keuze voor een studie aan de PABO?

Ik heb hiervoor een 4 jarige opleiding onderwijsassistente gevolgd en ik heb ondervonden dat ik het heel leuk vind om met kinderen te werken. Zelf wil ik heel graag voor de klas staan en mijn eigen groep les geven. Ik wil graag alles wat ik zelf heb geleerd ook aan kinderen leren. Dus ik hoop op de PABO veel dingen te leren, die ik later weer kan gebruiken als ik voor de klas sta.

_ hoe ziet voor mij een ideale leerkracht eruit? M.a.w.: welke kennis, vaardigheden en houding laat hij/zij zien?

Mijn ideale leerkracht heeft een goede basiskennis over het onderwijs en beschikt over een goede algemene kennis. Ook moet hij/zij een goede houding hebben voor de groep tegenover de leerlingen maar ook tegenover collega’s. De kinderen moeten zich veilig voelen tegenover de leerkracht. Ze moeten de leerkracht vertrouwen. Dus je moet ervoor zorgen dat je een vertrouwensband met de kinderen op kunnen bouwen. Ook moet hij/zij open staan voor leerlingen met een beperking die toch het gewone onderwijs gaan volgen en hierbij ook extra aandacht en begrip voor tonen.

Vooral bij combinatie groepen is de organisatie heel erg belangrijk. De groepsleerkracht moet goed kunnen plannen en hierbij kijken welke lessen er aan bod komen omdat niet beide groepen tegelijk instructie kan krijgen van de leerkracht. Daarom is het belangrijk dat dit goed ingepland wordt. Ook het inzetten van een instructie tafel bij combinatie groepen is lastig in te plannen. De leerlingen moeten daarom veel zelfstandig aan het werk en daarom ook precies weten wat ze kunnen /moeten doen als ze klaar zijn.

De ideale leerkracht weet hoe hij/zij leerlingen kan motiveren om te leren en past daarbij media toe. Media wordt steeds belangrijk in het onderwijs en daar moet de leerkracht zich op aanpassen.

_welke kennis, vaardigheden en houding van jouw ideale leerkracht bezit je al en wat ga je

doen om die kennis, vaardigheden en houding verder te ontwikkelen?

Ik denk dat ik mede door mijn vorige opleiding al wat basiskennis heb over het onderwijs. Ook de houding hoe je tegenover de klas staat heb ik veel aan gewerkt. Ik ben iemand die rust uit straalt tegenover de groep waardoor de kinderen vaak ook rustig zijn in de groep. Ik kan heel goed luisteren naar andere en probeer ook altijd te helpen om een oplossing te vinden. Ik ga mijn kennis, vaardigheden en houding verder ontwikkelen in de opleiding en mijn volgende stages die gaan volgen.

Ik ben zelf heel goed in het plannen van de lessen en het voorbereiden hiervan. Wel vind ik het nog lastig hoe je om moet gaan met leerlingen met gedragsproblemen. Hier ga ik dan ook aan werken. Aankomend schooljaar ben ik 3 dagen in de week aanwezig op stage en dan kun je ook meer inspelen op de leerlingen. Dit was lastig in de afgelopen stagejaar i.v.m. 1 dag stage in de week. De leerlingen kunnen niet allemaal aan je wennen in zo’n korte periode.

Voorbereiding is het halve werk. Zelf ben ik een gemotiveerde leerkracht die er alles aan doet of haar lessen tot in de puntjes voor te bereiden. Dit zorgt soms voor overdruk, waardoor ik mezelf te kort kan doen (vrije tijd). Lessen voorbereiden aan de hand van het programma Prowise zorgt ervoor dat leerlingen gemotiveerd raken en actief mee kunnen doen. Ik ga met een tevreden gevoel naar huis, als leerlingen positief zijn over hun schooldag. Deze kennis wil ik zeker overbrengen op mijn collega’s en medestudenten.

_ welke kenmerken hebben een goede school en goed onderwijs volgens jou?

veilig schoolplein

goed opgeleide leerkrachten

het moet groot genoeg zijn voor het aantal leerlingen

goede communicatie met de ouders

Rugzakleerlingen moeten extra hulp aangeboden krijgen en extra aandacht krijgen bij hun leren

Veilig leeromgeving

Er moet voldoende leermaterialen aanwezig zijn

Voldoende ramen en ventilatie

Niet te grote groepen

Media inzet

Sollicitatiebrief

Kim EgbersMariastraat 267047 AJ Braamt

Braamt, 2 maart 2015

Loopbaancentrum Oost Gelderland T.a.v. selectiecommissie van het banenplan PON.Lohmanlaan 23 7003 DJ Doetinchem

Betreft: sollicitatie banenplan PON.

Geachte heer/mevrouw,

Na vier jaar met veel plezier gestudeerd te hebben aan de PABO, ben ik deze maand afgestudeerd als leerkracht basisonderwijs. Ik sta te popelen om mijn opgedane kennis en ervaringen in de praktijk te brengen. Werken binnen een flexpool waarbij uitzicht is op een vaste baan binnen één van de PON scholen, is waar ik naar toe leef.

Het afgelopen jaar heb ik zelfstandig lesgegeven aan een combinatiegroep 3/4. Het contact met kinderen, de onvoorspelbaarheid van een schooldag en het overbrengen van kennis en vaardigheden is wat mij trekt binnen het onderwijs. Ik ben een gedreven persoon, die graag het uiterste van zichzelf wil laten zien. Daarnaast ben ik flexibel, creatief, multimediaal en beschik ik over doorzettingsvermogen.

Het afgelopen studiejaar heb ik niet alleen praktijkervaring opgedaan, maar heb ik me ook verder gespecialiseerd op het gebied van media en dyslexie. Media vind ik één van de uitgangspunten die binnen scholen toegepast zou moeten worden. Ik heb me verdiept op het gebied van media inzet in de klas. De leerlingen waren hier altijd erg enthousiast over. Mijn motto is namelijk: Mediagebruik in de klas is de weg naar de toekomst. Deze kennis zou ik graag in willen zetten op jullie scholen.

Ik hoop dat mijn brief voor u aanleiding is tot een gesprek, waarin ik meer over mezelf en mijn visie op het onderwijs kan vertellen.

Met vriendelijke groet,

Kim Egbers

Curriculum Vitae

Opleidingen:

2002 – 2006 Vmbo, gemengd theoretische leerweg Aoc-oost, Doetinchem

2006 – 2010 Mbo, niveau 4, onderwijsassistent Graafschapcollege, Doetinchem

2010 – 2015 PABO, HBO Iselinge Hogeschool, Doetinchem

Persoonlijke gegevens:

Naam:Egbers

Voornaam:Kim

Adres:Mariastraat 26

Woonplaats:7047 AJ braamt

Geboortedatum:15-08-1990

Geboorteplaats:Braamt

Nationaliteit:Nederlander

Telefoonnummer:0314-652257

Karaktereigenschappen:

vrolijk, perfectionisme, zorgzaam, doorzettingsvermogen, initiatief nemen, flexibel, zelfstandig, sociaal, humor.

Mobiel nummer:0625021924

E-mail:Kim_egbers1990@hotmail.com

Specialisaties:

Leeftijd: bovenbouw

Vakverdieping: Natuur

Minor: Media

Afstudeerwerkstuk: Dyslexie

Gymcursus: Blok 1 afgerond

SOT: Flexibele onderwijstijden en vakanties

Werk- en stage ervaringen:

2004 – 2005Afwashulp in de keuken, Auberge Graafhendrik, Braamt

2005 – 2011Bezorgster Avo, Braamt

2006 – 2007Praktijkoriëntatie, Basisschool De Huet, DoetinchemGroep 3

2007 – 2008Praktijkoriëntatie, Basisschool De Mate, DoetinchemGroep 5

2008 – 2009Praktijkoriëntatie, Basisschool Galamaschool, ’s HeerenbergGroep 3

2009 Praktijkoriëntatie, Basisschool Julianaschool, DoetinchemGroep 5/6

2009 – 2010Praktijkoriëntatie, Basisschool Laetare, KilderGroep 4

2010 – 2011Praktijkoriëntatie, Basisschool St.Martinus, LoerbeekGroep 1/2

2011 Praktijkoriëntatie, Basisschool Galamaschool, ’s-HeerenbergGroep 5

2011Praktijkoriëntatie, Basisschool Mariabasisschool, ’s-HeerenbergGroep 3

2012 Praktijkoriëntatie, Basisschool Mariabasisschool, ’s-HeerenbergGroep 6/8

2012 – 2013Praktijkoriëntatie, Basisschool Sterrenschool, Zevenaar Groep 4 t/m 8

2013 - 2014Praktijkoriëntatie, Basisschool Galamaschool, ’s-HeerenbergGroep 3/4

22