Upload
socialconsultancy
View
261
Download
5
Embed Size (px)
Citation preview
PARTICIPATIE
STREVEN NAAR KWALITEIT VAN LEVEN?!
MEEDOEN
Het kabinet wil dat alle mensen, jong en oud, in Nederland geboren of van ver komend, mensen met of zonder beperking, als volwaardige
burgers mee kunnen doen aan onze samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een
andere manier te participeren in de samenleving. Meedoen is belangrijk. Dit kabinet wil zo veel mogelijk mensen laten
participeren.
Bron: Kamerbrief contouren participatiewet. 21 december 2012.
ONDERSTEUNING
Het kabinet wil gemeenten de vrijheid geven om te bepalen welke
ondersteuning mensen nodig hebben.
ONDERSTEUNING
Dit kan gaan om hulp bij het vinden van werk, de inzet van een re-integratie-instrument, het bieden van een beschutte werkplek
of ondersteuning uit andere domeinen, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Jeugdwet, als dat voor die persoon het beste is.
WERKEN
Het uitgangspunt dat mensen zoveel mogelijk in reguliere banen bij
reguliere werkgevers werken, wordt in de samenleving breed onderschreven. Er is immers ook een dringende noodzaak dat
iedereen die kan werken aan de slag gaat. Door de vergrijzing en de ontgroening neemt de totale beroepsbevolking in Nederland af, waardoor er op termijn, ondanks de huidige crisis, krapte ontstaat op de arbeidsmarkt.
SAMENVATTEND• Participatie/ meedoen
• Ondersteuning
• Werken
DEFINITIE
Participatie:
Woordenboek Nederlandse taal:
- Actieve, zelfgekozen deelname
Vanuit Latijn:
- Participatie betekent actieve deelname. Het is afgeleid van de Latijnse woorden pars (deel) en cipere (nemen).
DEFINITIE
Ondersteuning:
Woordenboek Nederlandse taal:
1) zorgen dat iets of iemand niet uit zijn evenwicht raakt
2) steun geven aan
DEFINITIE
Werken:
Woordenboek Nederlandse taal:
1) Taken verrichten
2) Geld verdienen door werk te doen
KWALITEIT VAN LEVEN
Regeerakkoord:
- Samenleving waarin recht wordt gedaan aan ieders mogelijkheden en talenten
- Een van de hoofddoelen wordt: het vergroten van de
mogelijkheden en de kwaliteit van leven van mensen
SOCIALE PRODUCTIEFUNCTIE THEORIE (SPF-THEORIE)
Professor Lindenberg, Cognitieve Sociologie
Hoogste niveau: Welbevinden (utiliteit)
Universele doelen:
Fysiek welbevinden Sociaal welbevinden
Eerste- orde instrumentele doelen
Stimulatie/activatie
(optimaal arousel niveau)
Comfort
(afwezigheid van fysiologische behoeften: prettige en veilige omgeving)
Status
(controle over schaarse hulpbronnen)
Gedrags-bevestiging
(goedkeuring voor ‘juist handelen’)
Affectie
(positieve input van sympathiserende derden)
Activiteiten en gaves (productiemiddelen voor instrumentele doelen)
Fysieke en geestelijke activiteiten die arousel produceren
Afwezigheid van pijn, vermoeidheid, dorst, honger; het hebben van goede huisvesting, apparaten, bijstand, beveiliging
Beroep, levensstijl, uitblinken in sport of werk
Aanpassing aan externe en interne normen en waarden (compliance)
Intieme relaties, het geven van emotionele steun
Hulpbronnen (voorbeelden)
Fysieke en geestelijke inspanning
Eten, gezondheidszorg, geld
Onderwijs, sociale klasse, unieke vaardigheden
Sociale vaardigheden en competenties
Partner, medeleven, aantrekkelijkheid
SOCIALE PRODUCTIE FUNCTIE THEORIE
Welbevinden (Kwaliteit van leven)
Fysiek Welbevinden Sociaal Welbevinden
Stimulatie Comfort
Intern & Extern
Status Gedrags-Bevestiging
Affectie
SOCIALE PRODUCTIE FUNCTIE THEORIE
Welbevinden (Kwaliteit van leven)
Fysiek Welbevinden Sociaal Welbevinden
Stimulatie Comfort
Intern & Extern
Status Gedrags-Bevestiging
Affectie
Activiteiten en gaves
SOCIALE PRODUCTIE FUNCTIE THEORIE
Welbevinden (Kwaliteit van leven)
Fysiek Welbevinden Sociaal Welbevinden
Stimulatie Comfort
Intern & Extern
Status Gedrags-Bevestiging
Affectie
Activiteiten en gaves
Hulpbronnen
Hoogste niveau: Welbevinden (utiliteit)
Universele doelen:
Fysiek welbevinden Sociaal welbevinden
Eerste- orde instrumentele doelen
Stimulatie/activatie
(optimaal arousel niveau)
Comfort
(afwezigheid van fysiologische behoeften: prettige en veilige omgeving)
Status
(controle over schaarse hulpbronnen)
Gedrags-bevestiging
(goedkeuring voor ‘juist handelen’)
Affectie
(positieve input van sympathiserende derden)
Activiteiten en gaves
(productie-middelen voor instrumentele doelen)
Fysieke en geestelijke activiteiten die arousel produceren
Afwezigheid van pijn, vermoeidheid, dorst, honger; het hebben van goede huisvesting, apparaten, bijstand, beveiliging
Beroep, levensstijl, uitblinken in sport of werk
Aanpassing aan externe en interne normen en waarden (compliance)
Intieme relaties, het geven van emotionele steun
Hulpbronnen
(voorbeelden)
Fysieke en geestelijke inspanning
Eten, gezondheidszorg, geld
Onderwijs, sociale klasse, unieke vaardigheden
Sociale vaardigheden en competenties
Partner, medeleven, aantrekkelijkheid
PARTICIPATIESTREVEN NAAR KWALITEIT VAN LEVEN?!
SPF-THEORIE
• Welbevinden
• Instrumentele doelen: stimulatie, comfort, status, gedragsbevestiging, affectie
• Hulpbronnen
KABINETSBELEID
• Kwaliteit van leven
• Participatie
• Ondersteuning
Eerste orde instrumentele doelen
(stimulatie, comfort, status, gedragsbevestiging, affectie)
Tweede orde productiemiddelen
Activiteiten
(bijvoorbeeld werk en vrijetijdsactiviteiten,
persoonlijke verzorging)
Gaves
(bijvoorbeeld lichamelijke conditie, rijkdom,
professionele status)
Derde orde productiemiddelen
(noodzakelijke hulpbronnen voor de uitvoering van activiteiten en om gaves te verkrijgen,
bijvoorbeeld vaardigheden, lichamelijke en geestelijke vermogens, tijd)
Vierde orde productiemiddelen
Latente hulpbronnen, bijvoorbeeld familiebanden, spaargeld, vroegere gaves en interesses.
Samenspel van hulpbronnen en doelen (Kempen & Ormel)
INTERNE EN EXTERNE HULPBRONNEN
Theorie van zelfmanagement van welbevinden (Elzen, 2006).
Naast externe, ook interne bronnen nodig om universele doelen te vervullen.
Zelfmanagementvaardigheden
ZELFMANAGEMENTVAARDIGHEDEN• Self-efficacy overtuigingen
• Positieve mindset
• Initiatief nemen
• Investeringsgedrag
• Multifunctionaliteit
• Variëteit
KWALITEIT VAN LEVEN
Aanpassen aan verlies (bijvoorbeeld na ongeluk, verlies gezondheid, ontstaan psychische stoornis of verslechtering gezondheid, of verandering van (sociale) context) hangt af van beschikbaarheid van zowel externe bronnen als zelfmanagement vaardigheden.
Vaardigheden belangrijk voor optimaal management van externe bronnen.
EEN HULPBRON
HULPBRONNEN?
Welke hulpbronnen zijn er nodig om Wajong gerechtigden te laten participeren?