27
De fles met het gaatje Vraag: in welke richting drukt de luchtdruk? Benodigdheden: - Plastic fles met een dop en een gaatje onderaan van enkele mm. - Water Uitvoering: 1) Hou het gat dicht terwijl je de fles vult met water. 2) Draai de dop op de fles. 3) Hou de fles vast bij de dop en haal je vinger van het gaatje. Zal het water eruit lopen? Vaststelling: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4) Draai de dop van de fles. Vaststelling: ………………………………………………………………………………………………………… 5) Maak een gaatje in de zijkant van de fles en ga op de zelfde manier te werk zoals bij punt 1,2 en 3. Vaststelling: ………………………………………………………………………………………………………… Verklaringen (doorstreep de foute verklaringen) DOP OP DE FLES: - Het water wordt niet tegengehouden door de luchtdruk: de lucht drukt niet van onderaan.

Proefjes Water en Lucht

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Proefjes Water en Lucht

De fles met het gaatje

Vraag: in welke richting drukt de luchtdruk?

Benodigdheden:

- Plastic fles met een dop en een gaatje onderaan van enkele mm.

- Water

Uitvoering:

1) Hou het gat dicht terwijl je de fles vult met water.

2) Draai de dop op de fles.

3) Hou de fles vast bij de dop en haal je vinger van het gaatje.

Zal het water eruit lopen?

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………

4) Draai de dop van de fles.

Vaststelling:

…………………………………………………………………………………………………………

5) Maak een gaatje in de zijkant van de fles en ga op de zelfde

manier te werk zoals bij punt 1,2 en 3.

Vaststelling:

…………………………………………………………………………………………………………

Verklaringen (doorstreep de foute verklaringen)

DOP OP DE FLES:

- Het water wordt niet tegengehouden door de luchtdruk: de lucht drukt niet

van onderaan.

- Het water wordt tegengehouden door de luchtdruk: het water drukt van

onderaan.

DOP VAN DE FLES:

Page 2: Proefjes Water en Lucht

- Het water loopt uit het gaatje want nu duwt de lucht ook even hard op de

bovenkant van het water.

- Het water loopt niet uit het gaatje want de lucht drukt onderaan meer op

de fles.

Page 3: Proefjes Water en Lucht

De onmogelijke brandende kaars

Vraag: Hoe stroomt lucht om voorwerpen heen?

Benodigdheden:

- Een fles

- Een kaars

- Lucifers

Uitvoering:

6) Plaats de brandende kaars achter de fles.

7) Blaas tegen de fles.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

- De lucht stroomt tegen de fles en raakt er niet om heen.

- De lucht stroomt langs beide kanten van de fles. Achter de fles komen de

twee luchtstromen weer samen.

Page 4: Proefjes Water en Lucht

De opstandige ballon

Benodigdheden:

- Een glazen fles

- Een ballon

- Een waterkoker

Uitvoering:

Span de ballon op de fles en zet de fles in het warme water in de waterkoker.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

-Hoe warmer de lucht wordt, hoe meer / minder plaats deze lucht inneemt.

Warme lucht zet uit.

Toepassing

Een fiets die je in de zon laat staan: gevaar voor ploffen van de banden!

Page 5: Proefjes Water en Lucht

De stijgende kaars

Vraag: Kan een kaars branden zonder lucht?

Benodigdheden:

- Diep bord met water

- Theelichtje

- Lucifers

- Hoog glas

Uitvoering:

8) Zet het theelichtje op het diep bord met water en steek het aan.

9) Zet het glas bovenop het kaarsje.

10) Let op de hoeveelheid water in het glas wanneer de kaars brand.

11) Wat gebeurd er als de kaars is gedoofd met de hoeveelheid water in

het glas?

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

In het glas zit lucht. De kaars heeft de lucht nodig om te branden. Wanneer alle

lucht is opgebruikt, dooft de kaars / blijft de kaars branden.

Page 6: Proefjes Water en Lucht

Wanneer er nog lucht in het glas aanwezig is, zit er water / geen water in het

glas. Wanneer alle lucht is opgebruikt, zit er water / geen water in het glas.

Page 7: Proefjes Water en Lucht

Drijven en zinken

Vraag: Hoe kunnen zware dingen blijven drijven in het water?

Benodigdheden:

- Bak met water

- Boetseerklei

- Handdoek

Uitvoering:

12)Doe de bol boetseerklei in het water. Het drijft/zinkt (doorstreep).

13) Haal de boetseerklei uit het water. Droog de boetseerklei af en maak

van de boetseerklei een eenvoudig bootje.

14) Doe de boetseerklei terug in het water.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

- Het bootje is kleiner dan de bol en drukt minder water opzij. Er ontstaat

daarom geen druk vanuit het water waardoor het bootje zinkt.

- Het bootje is groter dan de bol en drukt meer water opzij. Daardoor

ontstaat er druk vanuit het water en kan het blijven drijven.

Page 8: Proefjes Water en Lucht

Toepassing:

Een schip verplaatst veel/weinig (doorstreep) water en krijgt daardoor een

sterke druk vanuit zee.

Page 9: Proefjes Water en Lucht

Het ontsnapte water

EERSTE PROEF: DEZE PROEF WORDT KLASSIKAAL GEDAAN.

Benodigdheden:

- Een stuk touw

- Een beker

- Een schaaltje.

Uitvoering:

Vul de beker met water en leg één uiteinde van het touw in de beker. Het andere

uiteinde van het touw leg je in het schaaltje.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

- Tussen de vezels van het koord zitten heel veel fijne gleufjes. Het water

stijgt op in kleine gaatjes en gleufjes en komt zo tenslotte in het schaaltje

terecht.

- Het water verdampt door de warmte in de klas en komt via het touw in het

schaaltje terecht.

Toepassingen

- Op deze manier kan je vanuit een emmer kamerplanten van water

voorzien als je op reis bent.

Page 10: Proefjes Water en Lucht

- Op deze manier stroomt er vocht vanuit de wortels naar de rest van de

plant.

Page 11: Proefjes Water en Lucht

Kleurenstrijd

Benodigdheden:

- Lange doorzichtige beker

- Potloot en plakband

- Repen keukenrolpapier

- Viltstiften, alcoholstift

Uitvoering:

15) Vul de beker met enkele cm water.

16) Teken op een reep keukenrolpapier een paar bolletjes in

verschillende kleuren op ongeveer 2 cm van de onderkant. Er moet ook

een zwart bolletje met alcoholstift getekend worden.

17) Plak de reep vast aan een potlood en hang het zo dat het onderste

boordje net het water raakt.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

Het water kruipt omhoog in de kleine ruimten tussen de papiervezels. De

kleurstof van de stift lost op in het water en gaat mee omhoog. De ene

kleurstof lost makkelijker op in het water dan de andere. De alcoholstift lost

wel / niet op in het water.

Page 12: Proefjes Water en Lucht

Mini - duikboot

Vraag: Hoe kunnen duikboten zinken en terug stijgen?

Benodigdheden:

- Plastic dopje van een balpen

- Glas water

- Zachte doorzichtige plastic fles

- Boetseerklei

Uitvoering:

18) Stop het kleine gaatje aan de bovenkant van het pennedopje dicht

met wat boetseerklei.

19) Plak aan het ondereind van het dopje een klein bolletje boetseerklei.

20) Doe het dopje in het glas water. Maak het bolletje boetseerklei

kleiner of groter, totdat het dopje rechtop blijft drijven.

21) Vul de fles met water, stop het pennedopje erin en draai het deksel

stevig dicht.

22) Knijp hard in de fles.

23) Laat de fles terug los.

Vaststelling na het hard knijpen in de fles:

……………………………………………………………………………………………………………

Vaststelling na het terug loslaten van de fles:

……………………………………………………………………………………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

In het dopje wordt water geperst. Daardoor wordt het zwaarder en zinkt het.

Wanneer je de fles terug loslaat, verdwijnt het water uit het dopje. Het wordt

lichter / zwaarder en stijgt terug.

Page 13: Proefjes Water en Lucht

Toepassing:

Duikboten hebben tanks die gevuld worden met zeewater om te kunnen zinken. Als het water uit de tanks wordt gepompt, wordt de duikboot lichter en stijgt hij.

Page 14: Proefjes Water en Lucht

Oppervlaktespanning

Benodigdheden:

- Glas met water

- Papierklem

- Reepje van een keukenrol

Uitvoering:

24)Laat de papierklem in het glas met water vallen. Het zinkt / drijft

(doorstreep)

25) Droog de papierklem af en leg hem op het reepje van de keukenrol.

26) Leg het papiertje voorzichtig in het water met de papierklem erop.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

Door het reepje keukenrol, trekken de waterdeeltjes elkaar aan. Zo is het water

aan de bovenkant sterk genoeg / niet sterk genoeg om de papierklem te dragen.

Dit noemt men OPPERVLAKTESPANNING.

Page 15: Proefjes Water en Lucht

Raceboot

Benodigdheden:

- Teiltje met water

- Karton

- Afwasmiddel

- Potlood, schaar, latje

Uitvoering:

27) Teken op een stuk karton een simpele bootvorm (driehoek)

28) Knip de vorm uit en laat hem drijven op het teiltje met water.

29) Doe een druppel afwasmiddel op je vinger.

30) Laat het water stil worden en raak dan met de vinger

zachtjes het water achter ‘de boot’ aan.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

Water bezit een sterke kracht die ‘oppervlaktespanning’ heet. Voorwerpen die op

het water drijven worden hierdoor aangetrokken. Het afwasmiddel verzwakt de

oppervlakte spanning achter de boot. Aan de voorkant van de boot is de

oppervlaktespanning nu dus sterker / zwakker. Daardoor wordt de boot naar voor

getrokken.

Page 16: Proefjes Water en Lucht
Page 17: Proefjes Water en Lucht

Toverglas

Vraag: Drukt de lucht ook van onderaan?

Benodigdheden:

- Glas met water

- Prentkaart

Uitvoering:

31) Vul het glas tot aan de rand met water. De rand van

het glas moet ook nat zijn.

32) Druk de prentkaart tegen het glas.

33) Draai het glas met de prentkaart tegen snel om.

34) Haal je onderste hand weg.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

35) Maak een hoekje van de kaart los.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

………………………

Verklaringen (doorstreep de foute verklaringen)

- De lucht drukt onderaan met veel kracht tegen de prentenkaart. Daardoor

blijft ze tegen het glas kleven.

Page 18: Proefjes Water en Lucht

- De lucht drukt niet van onderaan tegen de prentenkaart. Daardoor valt ze

van het glas.

HOEKJE VAN DE KAART IS LOSGEMAAKT:

- Er stroomt geen lucht in het glas en de kaart blijft hangen.

- Er stroomt lucht in het glas. Het water wordt naar beneden geduwd en

loopt weg.

Page 19: Proefjes Water en Lucht

Vloeistoffen stapelen

Benodigdheden:

- Lang glas

- Water, olie

- Kurk, legoblokje

Uitvoering:

36) Doe wat water in de beker.

37) Giet er evenveel olie bij.

38) Laat het legoblokje en de kurk in de vloeistof vallen.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

Verklaring

Water en olie hebben een gelijke / verschillende dichtheid. Dat wil zeggen dat er

evenveel volume is van iedere vloeistof maar dat ze niet hetzelfde wegen. Olie

weegt meer / minder dan water.

Page 20: Proefjes Water en Lucht

Water als gewichtheffer

Vraag: kan water de dingen lichter maken?

Benodigdheden:

- Water

- Plastic teiltje

- Plastic zak

- Stenen

Uitvoering:

39) Stop de stenen in de plastic zak. Til de zak op.

40) Haal de stenen uit de zak en stop de zak in het teiltje. Doe nu de

stenen terug in de zak.

41) Giet water in het teiltje. Zorg dat er geen water in de zak komt. =>

42) Til de zak met stenen op.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

…………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

- Het water duwt van bovenaan tegen de zak met stenen. Het duwt de zak

omlaag.

- Het water duwt van onderen tegen de zak met stenen. Het duwt de zak

omhoog.

Page 21: Proefjes Water en Lucht

Water op zijn kop

Benodigdheden:

- Emmertje met hengsel

Uitvoering:

43) Vul de emmer met een bodempje water.

44) Slinger de emmer krachtig in het rond.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………

Verklaring

De kracht die je uitoefent op het emmertje wordt groter dan de zwaartekracht!

Toepassing

In een achterbaan gaan je wagentje ook sneller dan de

zwaartekracht. Daarom val je er niet uit.

Page 22: Proefjes Water en Lucht

Waterdruk

Benodigdheden:

- Een pet-fles met gaven boven elkaar aan één kant.

Uitvoering:

Vul de fles met water zodat het er langs de vier gaten kan uitlopen.

Vaststelling:

……………………………………………………………………………………………………………

……………………………………

Verklaring (doorstreep de foute verklaring)

- Hoe dieper het water, hoe kleiner de hoeveelheid water erboven, hoe

minder gewicht er op de waterlaag rust. Het water schiet dus minder ver

vooruit.

- Hoe dieper het water, hoe groter de hoeveelheid water erboven, hoe meer

gewicht er op een waterlaag rust. Het water schiet dus verder vooruit.