62
Projectplan Inrichtingsgebied Grechtkade Oost Marten van der Hoeve 22 mei 2012 Versie 4

Projectplan Inrichtingsgebied Grechtkade Oost - hdsr.nl · Projectplan . Inrichtingsgebied . Grechtkade Oost . Marten van der Hoeve . 22 mei 2012 . Versie 4 . ... het inrichtingsplan

Embed Size (px)

Citation preview

Projectplan Inrichtingsgebied Grechtkade Oost

Marten van der Hoeve 22 mei 2012

Versie 4

Inhoud 1 Inleiding 3 Inhoud en doel projectplan 4 Leeswijzer 4 2 Werkzaamheden 5 Inrichtingsgebied Grechtkade Oost 5 Aanleg brug in de Houtkade 5 Kadeverbetering Grechtkade Oost 109F-1 Zuid” 6 Bijlage A Plan “Inrichtingsgebied Grechtkade Oost ” Bijlage B Kadeverbetering Grechtkade Oost”

2

1 Inleiding Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft in de polder Kamerik-Teylingens grond verworven voor de aanleg van een gemaal en bijbehorende watergangen. De bouw van het nieuwe gemaal in de Grechtkade is onderdeel van het watergebiedsplan Kamerik en Kockengen, dat in 2007 door het Algemeen Bestuur van het waterschap is vastgesteld. Onderdeel van de aangekochte grond is ook een deel van de Grechtkade, de regionale kering aan de Grecht. HDSR heeft de taak er voor te zorgen dat alle regionale waterkeringen binnen haar stroomgebied voor 2020 voldoen aan de geldende norm. Hiervoor heeft HDSR een Groot OnderhoudsPlan opgesteld en de Grechtkade valt binnen dit plan.

Figuur 1 Overzicht Grechtkade en aangrenzend land Er is meer grond verworven dan noodzakelijk was voor alleen de bouw van het gemaal en bijbehorende infrastructuur. Hierdoor kan voldaan worden aan meerdere doelen vanuit veiligheidsperspectief en de Europese Kaderrichtlijn Water (EKW). Er is gekozen om de kade te verstevigen, natuurvriendelijke oevers aan te leggen en een bijdrage te leveren aan de waterbergingsopgave. Vanuit HDSR bestaat de wens het gemaal en bijbehorende watergangen landschappelijk in te passen en de recreatieve waarde van het gebied te vergroten. Door dit te combineren met extra waterberging en een veiliger kade neemt de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied enorm toe.

3

1.1 Inhoud en doel projectplan Dit projectplan beschrijft de verschillende werkzaamheden die zullen worden uitgevoerd om bovenstaande doelen te bereiken. Het is een geïntegreerd plan geworden, waarbij alle doelen in één plan zijn verwerkt. Dit totale pakket wordt naar alle belanghebbende instanties verstuurd zodat overal even duidelijk wordt gemaakt wat de omvang van het project is. Het doel van dit plan is om een korte en duidelijke beschrijving van de voorgenomen werkzaamheden te geven. Op deze manier blijft het projectplan makkelijk leesbaar en is het makkelijk om snel de grote lijnen van het project te leren kennen. Om kennis te nemen van de details wordt naar de bijlagen verwezen. In feite is er dus een aantal plannen binnen een totaalplan opgenomen. Schematisch ziet dat er als volgt uit. Figuur 1 Schematisch overzicht onderdelen van het projectplan 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt beschreven welke onderdelen zijn opgenomen in dit projectplan. Deze zijn onder te verdelen in de werkzaamheden ten behoeve van de inrichting van het waterbergingsgebied en de dijkverbetering Grechtkade oost. In de bijlagen A en B zijn de daadwerkelijke rapporten, het inrichtingsplan en het ontwerp van de dijkverbetering opgenomen.

Bijlage A Plan inrichtingsgebied Grechtkade Oost inclusief bijlagen.

Bijlage B Kadeverbetering Grechtkade Oost inclusief bijlagen.

Projectplan Grechtkade oost

4

2 Werkzaamheden 2.1 Inrichtingsgebied Grechtkade Oost Het inrichtingsgebied Grechtkade Oost omhelst het gebied tussen het nieuwe gemaal, de Houtkade, de Grechtkade en de eigendomsgrens aan de westzijde (figuur. 2). In dit gebied worden nieuwe sloten gegraven, sommige sloten gedempt, natuurvriendelijke oevers aangelegd en er wordt voor extra waterberging gezorgd. Het fietspad wordt vanaf de nieuw aan te leggen pont verlegd naar de teen van de kade vanwaar het zijn richting vervolgd richting Houtkade. Een uitgebreide beschrijving van de werkzaamheden en de verwachte kosten is te vinden in bijlage A van dit plan.

Figuur 2 Inrichtingsgebied Grechtkade Oost 2.2 Aanleg brug in de Houtkade Door het graven van een nieuwe watergang door de Houtkade ontstaat de noodzaak van een fietsbrug in de Houtkade. Deze brug moet ook geschikt zijn voor licht onderhoudsverkeer. Er is gekozen voor een betonnen brug, vergelijkbaar met het type Omicron. De brug zal afmetingen hebben van 6 bij 3 meter. In onderstaande afbeelding is een voorbeeld gegeven van eend dergelijke brug. In de brug bij de houtkade worden wel leuningen aangebracht.

5

Figuur 3 Voorbeeld Omicron-brug De nieuwe fietsbrug is gepland op grondgebied van de gemeente Woerden. Hiervoor is bij die gemeente een vergunningsaanvraag ingediend. De gemeente Woerden heeft echter aangegeven dat zij deze aanvraag beschouwen als een onderdeel van het totale plan en zij heeft de beslissing hierover gedelegeerd aan de gemeente Nieuwkoop. De vergunningsaanvraag is dus uiteindelijk behandeld door de gemeente Nieuwkoop. Deze heeft een eigen procedure en inspraak doorlopen en is op 14 november 2011 door de gemeente Nieuwkoop afgegeven. 2.3 Werkzaamheden Grechtkade Oost Gelijktijdig met het opstellen van het inrichtingsplan Grechtkade Oost is het ontwerp voor de verbetering van een deel van de de Grechtkade opgestart. Het deel van de Grechtkade dat grenst aan het inrichtingsgebied (dus tussen het gemaal en de Houtkade) voldoet niet aan de gestelde eisen en moet verbeterd worden. Omdat beide project direct naast elkaar liggen is besloten om deze samen uit te voeren.

6

Figuur 4 Aanlegprofiel Grechtkade Het verbeterontwerp van de Grechtkade is zo opgesteld dat het landschappelijke aspect van een kadeprofiel duidelijk zichtbaar blijft. Wel dient er een berm aangelegd te worden. Deze berm wordt in fasen aangelegd (figuur 4). Dit omdat deze na verloop van tijd nog zal zakken. In bijlage B van dit plan is de exacte daling en het eindresultaat weergegeven. Het gekozen ontwerp is het profiel met het minste ruimtebeslag maar wat nog wel aan de veiligheidseisen voldoet. Een andere vorm van de kade leidt tot bredere bermen en zorgt er voor een grotere ruimteclaim dan nodig is. Op dit moment is er een fietspad op de kade aanwezig. Dit fietspad is in eigendom van de gemeente Woerden. Het beheer en onderhoud wordt door het recreatieschap uitgevoerd. Op dit moment gaat het plan er vanuit dat dit fietspad wordt verwijderd en na kadeverbetering deze weer op de kruin wordt teruggebracht. Hierbij geldt dat de kosten voor het opnemen en terugbrengen door de gemeente wordt gefinancierd, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor het fietspad. De uniforme afspraak bij kadeverbetering wordt daarbij gehanteerd. Als onderdeel van het project Oversteek Grecht (initiatief gemeente Woerden wordt het fietspad vanaf de aan te leggen fietspont naar het zuiden wel van de kade afgelegd (zie figuur 3). In bijlage B is het totale ontwerprapport voor de kade bijgevoegd. Hierin staan alle uitgangspunten, resultaten en dus een kostenraming voor het te verrichten grondwerk.

7

Bijlage A

Plan inrichtingsgebied Grechtkade Oost

8

Bijlage B

Kadeverbetering Grechtkade Oost

9

10

Inrichtingsgebied Grechtkade Oost

Inhoud 1 Inleiding 2 Opgave 4 Proces 4 2 Gebiedsbeschrijving 5 3 Uitgangspunten 6 Recreatieve voorzieningen 6 Fietsverbindingen en –pont 6 Natuur 6 Waterkering 6 Water 6 4 Ontwerp 7 Plan op hoofdlijnen 7 Hoofdwatergangen 7 Waterbergingsgebied (deelgebied A) 8 Graslandgebied (deelgebied B) 8 Recreatieve infrastructuur 9 Brug Houtkade 10 Bijlage 1 Kaart huidige situatie Bijlage 2 Projectkaart Bijlage 3 Dwarsdoorsneden

2

1 Inleiding Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft in de polder Kamerik-Teylingens grond verworven voor de aanleg van een gemaal en bijbehorende watergangen. De bouw van het nieuwe gemaal is onderdeel van het watergebiedsplan Kamerik en Kockengen, dat in 2007 door het Algemeen Bestuur van het waterschap werd vastgesteld. Het waterschap heeft meer grond verworven dan noodzakelijk was voor alleen de bouw van het gemaal en bijbehorende infrastructuur. Hierdoor kan ook voldaan worden aan andere doelen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (EKW), zoals de aanleg natuurvriendelijke oevers en het leveren van een bijdrage aan de waterbergingsopgave. Vanuit HDSR bestaat de wens om het gemaal en bijbehorende watergangen landschappelijk in te passen en de daarmee de recreatieve waarde van het gebied te vergroten. Ter verbetering van de recreatieve capaciteit wordt binnenkort een fietsverbinding (fietspont) over de Grecht aangelegd. Zo wordt het mogelijk om via de Kamerikse Houtkade naar Zegveld en de Nieuwkoopse Plassen te fietsen. Daardoor wordt het Groene Hart beter toegankelijk en ontstaan er verschillende interessante nieuwe routes voor fietsers en wandelaars.

Figuur 1 Met de klok mee vanaf linksboven: Grechtkade vanaf Houtkade, Grechtkade, locatie toekomstig gemaal, Houtkade.

3

Opgave De beheerder van het watersysteem heeft de wens uitgesproken zoveel mogelijk waterberging te realiseren en dit te combineren met hydrologie, recreatie, landschap en natuur. De opdracht betrof het ontwerpen van een nieuwe hoofdwatergang, het integreren van een reeds voorgenomen hoofdwatergang, het verleggen van het fietspad, het ontwerpen van een brug, het inrichten van het gebied er omheen als waterberging en het gelijktrekken van de Grechtkade aan de overige werkzaamheden. De opdracht is uitgevoerd in samenwerking met de Dienst Landelijk Gebied (DLG), waarbij DLG vooral in de schets- en ontwerpfase haar expertise heeft ingebracht. Proces In de opdracht waren geen natuurdoelen geformuleerd. Aangezien vanuit lokaal of provinciaal natuurbeleid geen natuurdoelen te herleiden waren, is in eerste instantie geprobeerd een natuurdoelen te formuleren op basis van de resultaten van een ontwerpsessie met betrokkenen (1 november 2010). Hieruit volgde een variantenstudie (11 november 2010), op basis waarvan een onderbouwde keuze voor de voorkeursvariant kon plaatsvinden. Aan de hand van een paar voor de hand liggende mogelijkheden zijn drie varianten op een rij gezet. Uiteindelijk is gekozen om variant 2 nader uit te werken. Na uitwerking van deze variant bleek dat de hoeveelheid ontworpen waterberging niet voldeed aan de verwachtingen. Er is daarom gekozen voor een nieuwe variant, waarin nog meer aandacht aan waterberging wordt geschonken. Deze variant is deels uitgewerkt door DLG, waarna HDSR het definitieve ontwerp heeft opgesteld. Ook het traject van vergunningen en uitvoering wordt door HDSR begeleid.

4

2 Gebiedsbeschrijving Het project bevindt zich in de polder Oud-Kamerik, het grensgebied van de provincies Utrecht en Zuid-Holland en de gemeenten Nieuwkoop en Woerden, in de plaats Woerdense Verlaat. Aan de zuidzijde van het plangebied ligt de Houtkade, aan de westzijde ligt de Grecht, waarlangs op de kade een fietspad ligt (bijlage 2). Aan de noordzijde wordt het gebied door middel van een watergang gescheiden van agrarisch gebied en aan de oostzijde gaat een nieuwe watergang de scheiding vormen tussen agrarisch gebied en plangebied.

De Grecht is een wetering (gegraven waterloop) tussen de Kromme Mijdrecht en de Oude Rijn. De Grecht werd aan het einde van de veertiende eeuw gegraven en diende voor de ontwatering van het omringende polderland, maar werd ook voor de scheepvaart gebruikt. Op dat moment was de Grecht een kanaal dat vrijwel exact in noord-zuidrichting liep en dwars door de polder Kamerik-Mijzijde ging. Voor de boeren, wier land door de nieuwe watergang werd doorsneden, betekende dat veel overlast. Door golfslag moesten zij de oevers van hun landerijen verstevigen en omdat zij geen bruggen over de Grecht mochten bouwen, werd het bewerken van hun, westelijk van het water gelegen landen moeilijker. Na lang protest mocht in 1494 een ‘nieuwe Grecht’ worden gegraven. Gekozen werd voor een tracé aan de uiterste westrand van Kamerik-Mijzijde. Hier liep een veenstroompje, de Oude Meije. Voor de aanleg van de nieuwe Grecht werd hoofdzakelijk de loop van die Oude Meije gevolgd tussen de Houtkade en de Lingekade. Dit geeft de wetering hier het karakter van een rivier (figuur 2, bijlage 1).

Figuur 2 Locatie projectgebied

5

3 Uitgangspunten Bij het opstellen van het ontwerp is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: Water In het gebied worden als gevolg van de bouw van het gemaal twee hoofdwatergangen aangelegd. Eén in oost-west richting (hoofdwatergangen N- en K-West) en één in noord-zuidrichting (hoofdwatergang A-zuid 2). Deze laatste hoofdwatergang zal vanuit de polder Kamerik-Mijzijde, door de Houtkade, uitkomen in de polder Oud-Kamerik. De dimensioneringen van deze hoofdwatergangen zijn aangegeven door het waterschap, net als de positie van het gemaal. Het slotenpatroon in het gebied staat in het zuiden in rechtstreeks contact met de hoofdwatergang, waardoor een aaneengesloten systeem ontstaat. Waterkering De kade van de Grecht zal worden verflauwd waardoor de teen van de kade naar het oosten opschuift. De waterkerende hoogte is vastgesteld op 0,2 m NAP. Het fietspad moet misschien buiten het waterkerend profiel aangelegd worden of op een eventuele tussenberm. Door deze werkzaamheden zal het profiel tussen het gemaal en de houtkade weer uniform worden. Natuur In de opdracht zijn geen natuurdoelen geformuleerd. Aangezien het gebied niet is opgenomen in lokaal of provinciaal natuurbeleid (het provinciaal Natuurgebiedsplan) zijn ook daaruit geen natuurdoelen te herleiden. Naar aanleiding van een ontwerpsessie met waterschap en beheerder is de variantenstudie opgesteld, waarbij aan de hand van drie varianten een paar voor de hand liggende combinaties tussen natuur en waterbeheer op een rij zijn gezet. Daarbij is uitgegaan van een relatief open landschap. Dit open landschap dient te worden ingepast in de omgeving. Natuurwaarden zullen zichzelf ontwikkelen als gevolg van het slotenpatroon in het gebied. Door dit patroon ontstaan verschillen in stroomsnelheid en dus ook verschil in vegetatie. Fietsverbindingen en -pont Ten westen van het gebied komt een zelfbedieningspont, waarmee De Grecht kan worden overgestoken. Daarmee wordt de toegang en de Houtkade met elkaar verbonden voor fietsers en wandelaars. De pont komt cica 50 meter uit de bocht van de Grecht te liggen en de toeritten worden tegen de kade, buiten het waterkerend profiel aangelegd. Vanuit het recreatieschap de Stichtse Groenlanden (die verantwoordelijk zijn voor het beheer en onderhoud) en de projectgroep ‘Oversteek Grecht’ bestaat de wens om het fietspad op de Grechtkade ook in noordelijke richting Woerdense Verlaat en op het overige deel van de Houtkade te verbreden. Het waterschap heeft liever geen activiteiten op de kades vanwege toekomstige versterking van de kade. Dit heeft er toe geleid dat in dit project deels rekening is gehouden met een verlegging van het fietspad naar de teen van de kade. Recreatieve voorzieningen Door het gebied loopt een kanoroute met uitstapplaatsen aan weerszijden van de Grecht. Deze verbinding blijft gehandhaafd. Verdere recreatieve ontwikkeling van het gebied is belangrijk. Op het dak van het gemaal Oud Kamerik is een uitzichtpunt gerealiseerd. Het gebied is in principe toegankelijk voor wandelaars via de noordkant en de zuidkant.

6

4 Ontwerp De belangrijkste wijziging ten aanzien van de oorspronkelijke wensenschets is een verlegging van de noord-zuid watergang (HFD WTG A-zuid-2). Hierdoor wordt een heldere begrenzing naar de terreinen van derden bewerkstelligd, wordt het zuidelijk deelgebied (deelgebied B) optimaal benut en goed bereikbaar voor de beheerder. Dit deelgebied bestaat uit grasland en wordt ingericht als waterbergingsgebied door middel van een slotenpatroon. Verder is er mogelijkheid voor natuurwaarden om zich te ontwikkelen. Het noordelijke deelgebied (deelgebied A) wordt ingericht als rietmoeras, waarmee de eerste grote hoeveelheid waterberging wordt gerealiseerd. Het peil in het gebied stijgt mee met het peil in de hoofdwatergang. De inrichting is afgestemd op een minimaal beheer. De ontsluitingsweg van het gemaal wordt landschappelijk ingepast in het rietmoeras. De pontverbinding heeft in haar proces een zuidelijker locatie gekregen dan op de wensenschets staat aangegeven. Het fietspad vanaf de Houtkade tot aan de pont wordt onderlangs de kade geleid. Er wordt rekening gehouden met een toekomstige verbreding van de kade. Hieronder worden de verschillende delen nader uitgewerkt (figuur 3, bijlage 2).

Figuur 3 Ontwerp plangebied Hoofdwatergangen De hoofdwatergang vanuit het zuiden naar het gemaal is aan de oostzijde van het perceel gelegd, zodat deze de nieuwe scheiding vormt tussen de gronden van HDSR en gronden van derden. De zijsloten worden losgekoppeld en de hoofdwatergang wordt aan de oostzijde beschoeid. Dimensionering (10.60 m) is conform de gestelde wensen waterschap.

7

Rietmoerasgebied (deelgebied A) Het rietmoerasgebied ligt direct ten noorden van de nieuw te realiseren hoofdwatergang naar het nieuwe gemaal aan de Grechtkade. Het gebied is onderdeel van het peilvak waarvoor een waterpeil is vastgesteld van NAP -2,27/-2,37 m (zomer-/ winterpeil). Aan de westkant van dit gebied wordt een duiker aangelegd die de hoofdwatergang in verbinding stelt met het peilvak ten noorden van het rietmoerasgebied. Deze duiker zal moeten voorzien in voldoende vuilafvoer. Ook wordt aan de noordkant van dit gebied een peilscheidingsdam aangelegd.

Figuur 4 Dwarsdoorsnede A-A’ Er zijn verschillende randvoorwaarden voor dit deelgebied. langs hoofdwatergang is de aanleg van beschoeiing noodzakelijk. Het maaiveld wordt afgegraven tot -2,62 m NAP, waarbij een kleine strook langs de watergang op het niveau van het huidige maaiveld blijft. Hierdoor wordt een soort scheidingsdam gecreëerd, waarbij een kleine ingang wordt opengehouden aan de kant van het gemaal. De ingang van het bergingsgebied wordt beschermd door een beschoeiing. Door de afgraving wordt in het bergingsgebied een constante waterdiepte van minstens 1 m gerealiseerd (figuur 4, bijlage 3). Waterberging kan toenemen als het peil in de polder stijgt door waterafvoer uit het achterliggende gebied. De ontsluitingsweg van het gemaal (3,5 m breed) wordt door het gebied getraceerd. De weg wordt aangelegd op een kleine kade. Om deze weg landschappelijk in te passen wordt aan de noordzijde een oeverzone gecreëerd. Door voldoende ver af te graven vraagt het gebied weinig beheer. Door het inplanten van enkele rietplanten wordt de natuurwaarde van dit stuk versterkt. Ook bij de vormgeving van de toegangsweg naar het gemaal is rekening gehouden met een goed beheerbare rietstrook. Het bodempeil is zo gekozen dat weinig beheer noodzakelijk is. Om ervoor te zorgen dat er geen houtige gewassen opslaan aan de randen, moeten er met enige regelmaat jonge boompjes verwijderd worden. Waterbeheer gebeurt conform polderpeil en waterberging. Graslandgebied (deelgebied B) De watergangen in het graslandgebied staan in direct contact met de zuidelijke hoofdwatergang door middel van een duiker. Het gebied is voor recreanten toegankelijk over de dam waarin deze duiker ligt en via de noordkant vanaf de Grechtkade. De recreatieve waarde wordt geborgd door meer te maaien en niet door de aanleg van een pad. Het noordelijkste deel van het gebied wordt hetzelfde ingericht als het rietmoerasgebied. Dit creëert een extra hoek waterberging. De eisen aan dit gebied zijn hetzelfde als die voor het rietmoerasgebied. Binnen het gebied worden de sloten in een hoekig patroon aangelegd om er voor te zorgen dat de maximale waterberging bereikt wordt. Daarnaast zal door dit patroon een variatie in

8

stroomsnelheid bereikt worden, wat weer zorgt voor ontwikkeling van verschillende soorten vegetatie (figuren 5 en 6, bijlage 3).

Figuur 5 Dwarsdoorsnede B-B’ Om te voorkomen dat de grondwaterstand naar de zomer toe middenin de percelen te ver wegzakt, worden greppels aangelegd. Diepte van deze greppels minimaal ca. -2,20 m NAP. Na 1 juni mogen deze greppels droogvallen.

Figuur 6 Dwarsdoorsnede C-C’ Langs de noord- en oostzijde van het graslandgebied worden de bestaande watergangen afgedamd, zodat deze los komen te staan van de nieuw te realiseren hoofdwatergang. Voor de werkzaamheden aan de Grechtkade is een ruimtelijk beslag opengelaten van ongeveer 20 m. Binnen deze ruimte wordt een berm aangelegd volgens het voorkeursprofiel zoals getekend in figuur 6. Het betreft hier slecht een kleine strekking omdat langs het gemaal, bij de nieuwe fietspont en bij de nieuw te bouwen duiker al werkzaamheden plaatsvinden. Samenvatting de geplande inrichtingsmaatregelen zijn: - Aanleg dammen aan oostzijde - Aanleg dam met duiker - Graven greppels - Verhogen maaiveld aan oost- en noordzijde. - Beschoeiing aan noordzijde bij hoofdwatergang - Aanleg beheerstoegang - Werkzaamheden Grechtkade Natuur Het deelgebied wordt ingericht als grasland met mogeljikheid tot natuurontwikkeling. Door het slotenpatroon zal in de noordkant van het gebied zal de natuurwaarde toenemen daar waar de stroomsnelheid afneemt. De maatregelen die hiervoor zijn genomen zijn bij het onderdeel water genoemd. Beheer Het gebied wordt zo ingericht dat er weinig beheer nodig is. De exacte invulling van het beheer moet nog plaatsvinden. Het kan zijn dat Natuurmonumenten benaderd wordt of dat het gebied door een lokale grondeigenaar (boer) wordt onderhouden.

9

Recreatieve infrastructuur Fiets Qua materiaalkeuze wordt aangesloten bij het huidige pad op de Houtkade (halfverharding). Geadviseerd wordt een betongranulaat (bijv Grijze Grime) te kiezen dat grover is dan het bestaande materiaal op de kade. Hierdoor watert het beter af en spat het minder. Ter hoogte van de pont en ter hoogte van het gemaal moet het fietspad op de kade liggen. Dit zou resulteren in een extra op- en afrit op de kade, wat een groot ruimtebeslag heeft en veel grondwerk vergt. Er is voor gekozen het fietspad tot de pont onderlangs de kade te leggen en tussen de pont en het gemaal het bestaande fiets-/voetpad te handhaven. Voor wat betreft het stuk tussen het gemaal en de fietspont wordt een ontwerp bedacht waarbij het fietspad op de kade ligt, maar ook een variant waarbij het pad naar de teen wordt verlegd. Kano In de huidige watergang bij de inlaat Grecht ligt een kanosteiger. Deze kan niet op de huidige locatie blijven en wordt verplaatst naar de zuidzijde van de Houtkade. Kano’s kunnen onder de aan te leggen brug in de Houtkade doorvaren (doorvaarthoogte 80 cm). In principe ontstaat er uitbreiding van de vaarmogelijkheden en is nu ook een kanoroute in noordelijke richting via de nieuwe hoofdwatergangen mogelijk. Brug Houtkade Door het graven van een nieuwe watergang door de Houtkade ontstaat de noodzaak om een verbinding via een fietsbrug in de Houtkade te realiseren. Als randvoorwaarde geldt dat de brug ook geschikt moet zijn voor licht onderhoudsverkeer. Gekozen is voor een eenvoudige plaatbrug. Dit type brug is passend in de omgeving waar vele van dit soort bruggen voorkomen. De leuning wordt uitgevoerd in zwart of gegalvaniseerd ijzer en afgestemd op het ontwerp voor het hekwerk op het gemaal. De brug kan via de Grecht aangevoerd worden, er hoeven geen ingewikkelde constructie-werkzaamheden plaats te vinden op de bouwlocatie. Punt van aandacht is de lengte van de paalfundering en de vereiste diameter van de heipalen (advies/ berekening). Er is een standaardbrug die voldoet aan de specificaties. De Omicron-plaatbruggen bestaan uit twee delen van 1,5 m breed (totale breedte 3 m). Beheer Beheerder van het fietspad en de brug in de Houtkade is het recreatieschap de Stichtse Groenlanden. Het onderhoud van het fietspad houdt in dat de toegepaste halfverharding jaarlijks wordt aangevuld op plaatsen waar kuilen zijn ontstaan. Het is van belang vanwege afwatering en stuk rijden van de kanten (fietsers rijden om een plas heen) het fietspad in goede conditie te houden. De brug is in principe onderhoudsvrij.

10

Bijlage 1

Kaart huidige situatie

11

Bijlage 2

Projectkaart

12

Bijlage 3

Dwarsdoorsneden

13

14

Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost  Kadevak 109F‐1 

projectnr. 240498 

revisie 3.1 

29 september 2011 

 

Opdrachtgever  

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 

T.a.v. de heer M.H. van der Hoeve 

Postbus 550 

3990 GJ  HOUTEN 

 

datum vrijgave    beschrijving revisie 3.1    goedkeuring    vrijgave 

29 september 2011    definitief VO    M.Lolcama    A.J. van Houwelingen 

 

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 0 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Inhoud  Blz. 

1 Inleiding 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Doel van het project 3 1.3 Doel van het document 3 1.4 Status van het document 3

2 Eisen 4 2.1 Waterkeren 4 2.2 Kadeklasse 4 2.3 Leidraad toetsen 4 2.4 Levensduur / planperiode 4

3 Randvoorwaarden 5

4 Technische uitkomsten en uitgangspunten toetsing 6 4.1 Achterland en hoogteligging 6 4.2 Normering en stabiliteitsfactor 6 4.3 Hydraulische randvoorwaarden 7 4.3.1 Boezempeil 7 4.3.2 Peil na val 7 4.4 Polderpeil 7 4.5 Overige randvoorwaarden 7 4.5.1 Toeslagen vereiste kruinhoogte 7 4.5.2 Windbelasting 8 4.5.3 Verkeers‐ en calamiteitenbelasting 8 4.5.4 Schepen en drijvende voorwerpen 8 4.6 Normen en richtlijnen 9 4.6.1 Nationale normen 9 4.6.2 Leidraden en Richtlijnen 9

5 Functionele uitgangspunten 10 5.1 Beheeraspecten 10 5.2 Belanghebbenden 10 5.3 Raakvlakken 10 5.4 Nevenfuncties 10 5.5 Waterbeheer 10 5.6 Flora en Fauna 11 5.7 Archeologie 11

6 Geotechnische berekening en ontwerp 12 6.1 Berekeningsmethodiek 12 6.2 Stowa 12 6.3 Grondgegevens & ‐opbouw 13 6.4 Berekening en resultaten 14

7 Conclusie 17   

blad 1 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

 

 

Bijlage A: Ontwerp aanvulling 

Bijlage B: Veiligheidsfactoren 

Bijlage C: Ingemeten dwarsprofiel ‐ bestaande situatie  

Bijlage D: Voorontwerp Overzichtstekening nieuwe situatie fietspad op de kade 

Bijlage E: Voorontwerp Dwarsprofiel nieuwe situatie fietspad op de kade 

blad 2 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

1 Inleiding 

1.1 Algemeen 

Dit project heeft betrekking op een deel van de oostelijke kade langs de Grecht (kadevak 

109F‐1). De lengte van deze waterkering is circa 300 meter. De kade is door het 

Hoogheemraadschap getoetst en over het gehele traject als onvoldoende beoordeeld op 

zowel hoogte als stabiliteit. Het betreft over nagenoeg de gehele strekking een groene kering, 

dus zonder bebouwing of wegen op de dijk, behalve een wandel‐ /fietspad van Gralux. De 

Grechtkade dient te worden ontworpen zodat hij voor wat betreft de stabiliteit de komende 

30 jaar voldoet. Voor de hoogte wordt uitgegaan van maximaal 10 jaar. De komende 30 jaar is 

de waterkerende functie vervuld.  Wel dient er in het ontwerp rekening gehouden te worden 

met de aanleg van een fietspad in de teen van de kade of op de kruin, met aansluitingen over 

de kade naar de ‐aan te leggen ‐ fietspont. 

 

1.2 Doel van het project 

Het is de reglementaire taak van het Hoogheemraadschap zorg te dragen voor veilige 

waterkeringen. Een ontwerp dient te worden gemaakt waarmee de beschouwde 

waterkeringen na uitvoering van dit ontwerp voldoen aan de eisen als gesteld in de geldende 

Veiligheidstoetsingen en Leidraden voor waterkeringen.  

De hoofdvraag is hoe het ontwerp van de kade er uit komt te zien.  Resultaat van deze studie 

zal zijn, dat het Hoogheemraadschap een besteksgereed kadeontwerp in handen heeft 

waarmee het onderhavige traject van de oostelijke boezemkade van de Grecht voldoet aan 

de eisen als gesteld in de geldende toetsingsvoorschriften en leidraden voor de 

waterkeringen.  

 

1.3 Doel van het document 

De uitgangspuntennotitie voor de kadeverbetering geeft inzicht in de benodigde informatie 

voor het ontwerp: 

uitkomsten toetsing voor dit specifieke traject (van fietspad Houtkade tot het te 

bouwen gemaal); 

overzicht van aanwezige geotechnische gegevens (boringen / sonderingen, 

dwarsprofielen); 

programma van eisen voor het ontwerp, waaronder parameters e.d.; 

inventarisatie overige reeds bekende randvoorwaarden (vanuit archeologie, flora en 

fauna, derden). 

 

1.4 Status van het document 

Dit document is een levend werkdocument. Het wordt gebruikt als uitgangspunt voor de 

ontwerpfase en is gebaseerd op de inventarisatie van aanwezige gegevens en de 

randvoorwaarden.  Deze uitgangspuntennotitie biedt voldoende inzicht om de volgende fasen 

op te starten. 

 

 

blad 3 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

2 Eisen 

Met eisen worden de dwingende verlangens van het Hoogheemraadschap bedoeld waaraan 

het ontwerp moet voldoen. Afwijken kan alleen als er geen andere oplossing mogelijk is. 

 

2.1 Waterkeren 

De functie waterkeren moet ten allen tijde worden gewaarborgd, zowel in de uitvoerings‐ als 

in de gebruiksfase. Aangezien er nog geen goed ontwerp ligt, is de uitvoeringsstabiliteit in dit 

stadium nog niet bekeken.  

 

2.2 Kadeklasse 

De kaden dienen na verbetering minimaal te voldoen aan het veiligheidsniveau behorend bij 

kadeklasse conform “Verordening waterkering West‐Nederland”. In dit geval kadeklasse III.   

 

2.3 Leidraad toetsen 

De kade dient na verbetering te voldoen aan de eisen conform de “Leidraad toetsen op 

veiligheid regionale waterkeringen” en op alle onderdelen een voldoende te scoren. 

 

2.4 Levensduur / planperiode 

De kade dient voor langere termijn aan de veiligheidseisen te voldoen. De levensduur wordt 

gesteld op 30 jaar voor wat betreft de stabiliteit. Voor het op hoogte brengen van de kering 

wordt een levensduur van tenminste 10 jaar gehanteerd. Deze waarden zijn naast het kosten‐ 

en overlastaspect ook gebaseerd op factoren als zetting en klink van de kade en de 

ondergrond.  

 

Hoogte 

Indien de kade is opgebouwd uit sterk samendrukbare grond is 

de levensduur van 30 jaar niet realistisch voor het onderdeel 

hoogte. Er moet uiteindelijk voldaan worden aan een 

leggerhoogte van NAP +0,25 m. Het is wenselijk voor de gehele 

kade een eenduidig beeld te verkrijgen. Voor hoogte wordt een

levensduur van 10 jaar gehanteerd.  

 

 

blad 4 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

3 Randvoorwaarden  

Onder randvoorwaarden worden alle zaken verstaan die van nature of door eerder menselijk 

handelen invloed hebben op, of van belang zijn voor de waterkering. Met deze 

randvoorwaarden moet rekening worden gehouden bij het ontwerp.  

 

In de toetsrapportage zijn de geldende randvoorwaarden reeds onderzocht. Deze dienen als 

uitgangspunt waarbij een kritische beoordeling nodig is. De volgende randvoorwaarden m.b.t. 

de kadeverbetering dienen te worden vastgelegd: 

 

Technische randvoorwaarden 

1) Normering 

De kaden  langs polders zijn volgens de "Verordening waterkering West‐Nederland" ingedeeld in kadeklassen.  

2) Hydraulische randvoorwaarden 

Boezempeil:  

Natte situatie; Maatgevend Boezempeil (MBP)      

Droge situatie; Hoog Boezempeil (HBP)     

Val van toetspeil naar streefpeil 3) Polderpeil 

Maatgevend polderpeil (zomer en winter)   4) Geohydrologische schematisering 

Ligging freatische lijn en stijghoogte 1e watervoerende pakket 

Hydraulische kortsluiting uitsluiten ja /nee 5) Geotechnische randvoorwaarden 

Dwarsprofielen kade en vooroever; 

Geotechnisch profiel; 

Grondparameters. 6) Overige randvoorwaarden 

Wind: aanwezigheid van objecten die door windbelasting de veiligheid van de kade kunnen aantasten? 

Verkeersbelasting 

Schepen en drijvende voorwerpen:  ‐ Scheepsgolven ‐ Aanvaring (schepen > 1.000 ton) 

Aanwezige NWO’s en relatie met keureisen (leidingen, woningen, bomen)  

Functionele randvoorwaarden 

1) LNC, Behoud en/of ontwikkeling van de drie aspecten op regionaal, lokaal en dijkniveau:  

Landschap (L), inrichting; bebouwing en beplanting, karakteristieke dijkprofiel 

Natuur  (N),  flora  en  fauna,  natuurwetgeving;  Ecologische  Hoofdstructuur, Natuurbeschermingswet 

Cultureel  erfgoed  (C),  ontstaansgeschiedenis, waarbij  Archeologie  (verdrag Malta) van belang 

2) Integraal waterbeheer 

Reguleren waterstanden, beheer waterkwaliteit, duikers, sluizen en gemalen 3) Verkeer/vervoer 

Wegverkeer, scheepvaart en nutsvoorzieningen 4) Woon‐/werk‐/leefmilieu 

Bewoning, industrieterreinen, land‐ en tuinbouw en recreatieve activiteiten  

blad 5 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

4 Technische uitkomsten en uitgangspunten toetsing 

Op basis van de toetsing kan geconcludeerd worden dat het oordeel van kadevak 109F‐1 

onvoldoende is. De kade is niet overal hoog genoeg en scoort onvoldoende op de 

stabiliteitssporen. Voor wat betreft de sporen piping en microstabiliteit wordt een voldoende 

oordeel behaald. Het toetsspoor bekleding is niet meegenomen in de toetsing. 

 

Kadevak  HT  STPH  STBI  STBU  STMI  Oordeel 

109F‐1  Onvoldoende  Voldoende  Onvoldoende  Onvoldoende  Voldoende  Onvoldoende 

 

In dit hoofdstuk staan de algemene uitgangspunten genoemd waarop de toetsing wordt 

gebaseerd. 

 

4.1 Achterland en hoogteligging 

De kade langs de oostkant van de Grecht beschermt polder Kamerik‐Mijzijde tegen 

overstroming. Het achterliggende gebied is hoofdzakelijk in gebruik als landbouwgebied. De 

bebouwing neemt toe richting het oosten, waar veel boerderijen liggen langs de Van 

Teijlingenweg. Het maaiveld langs de teen van de kade varieert in hoogte tussen ongeveer 

NAP ‐1,80 m en NAP ‐2,10 m. Op sommige plaatsen is een teensloot aanwezig. De gemiddelde 

diepte hiervan is ongeveer 0,80 m, waardoor het maaiveld op deze plaatsen daalt tot 

ongeveer NAP ‐2,80 m. 

 

4.2 Normering en stabiliteitsfactor 

Kadevak 109E‐1 is volgens de Verordening Waterkeringen West‐Nederland ingedeeld in 

IPO‐kadeklasse III. Hierbij hoort een overschrijdingsfrequentie van 1/100 per jaar. 

Deze verschillende overschrijdingsfrequenties hebben gevolgen voor de te hanteren 

stabiliteitsfactor in de toetsing. Bij de toetsing op macrostabiliteit wordt getoetst aan een 

vereiste stabiliteitsfactor F. De stabiliteitseis bij gebruik van rekenwaarden voor de sterkte 

luidt: 

γ / γnγd >  1,0   

 

waarin: 

γ  = Stabiliteitsfactor berekend bij rekenwaarden van de sterkte 

γn  =  Schadefactor  = 0,90 (veiligheidsklasse III) 

γd  =  Modelfactor  = 1,00 (methode Bishop) 

 

De schadefactor is afhankelijk van de veiligheidsnorm van de kade. In het geval van kadevak 

109F‐1 is dit dus IPO‐klassen III met schadefactor  gn = 0,90 (zie Leidraad toetsen tabel 4.1). 

In eerste instantie wordt gerekend met de glijcirkelmethode, waardoor de modelfactor 1,0 

bedraagt. In dit geval wordt getoetst aan F = 0,90. In het geval van een Uplift Van methode of 

de toets op horizontaal afschuiven, bedragen de modelfactoren respectievelijk 1,05 en 1,2. Bij 

de toetsing volgens deze methode moet de berekende stabiliteitsfactor worden gedeeld door 

deze veranderde modelfactor. 

 

blad 6 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

4.3 Hydraulische randvoorwaarden 

4.3.1 Boezempeil 

Het streefpeil en het toetspeil zijn vastgesteld voor de toetsing in 2008 [7] en bedragen 

respectievelijk NAP ‐0,47 m en NAP ‐0,10 m (Tab. 4‐1). 

Het verloop van de freatische lijn is gebaseerd op TR Waterspanningen bij Dijken. Voor de 

indringingsdiepte is de afstand van 1 m aangenomen. De indringingsdiepte heeft voornamelijk 

invloed op de buitenstabiliteit. 

 

Tabel 4‐1 Streefpeil en toetspeil kadevak 109F‐1 

Kadevak  Streefpeil (m t.o.v. NAP)  Toetspeil (m t.o.v. NAP) 

109F‐1  ‐0,47  ‐0,10 

 

4.3.2 Peil na val 

Voor de berekening van de stabiliteit buitentalud wordt uitgegaan van een situatie waarbij 

het waterpeil in de boezem plotseling zakt als gevolg van een calamiteit elders. Als 

maatgevende waterstand wordt een situatie aangehouden van streefpeil (GBP) – 0,10 m. 

 

4.4 Polderpeil 

Langs het kadevak is 1 peilgebied gedefinieerd. Dit peilgebied beslaat een groot deel van 

polder Kamerik‐Mijzijde en zal in de toetsing worden benoemd als peilgebied Kamerik‐ 

Mijzijde. Het gebied kent een onderscheid in winter‐ en zomerpeil (Tab. 4‐2). 

 

In overleg met HDSR is een nieuw peil aangehouden voor het ontwerp (23‐08‐2011). 

 

Tabel 4‐2 Winter‐ en zomerpeil peilgebied Kamerik‐Mijzijde 

  Kadevak  Winterpeil (m t.o.v. NAP)  Zomerpeil (m t.o.v. NAP) 

Toetsing  109F‐1  ‐2,10  ‐2,00 

 

4.5 Overige randvoorwaarden 

4.5.1 Toeslagen vereiste kruinhoogte 

De toetshoogte is vastgesteld op NAP +0,05 m. Hier bovenop wordt rekening gehouden met 

0,20 m overhoogte. In deze extra 0,20 m zitten toeslagen als golfoverslaghoogte en 

waakhoogte geïntegreerd en het resultaat wordt de leggerhoogte genoemd. Er moet dus 

uiteindelijk voldaan worden aan een leggerhoogte van NAP +0,25 m. 

 

blad 7 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

4.5.2 Windbelasting 

De aanwezigheid van bomen in de kade wordt niet meegenomen in toetsing. Voor een 

eventuele aanpassing zijn deze bomen wel van belang, omdat dat in dat stadium wordt 

bepaald of ze kunnen blijven staan. Daarom wordt hier een indicatie gegeven van de 

aanwezige hoeveelheid bomen. Er staat slechts een klein aantal bomen in de teen van de 

kade. Het gaat om een paar kleine knotwilgen die precies in de teen staan. Deze bomen 

staan op ongeveer 700 m, gezien vanaf het noorden. 

 

4.5.3 Verkeers‐ en calamiteitenbelasting 

Afhankelijk van de kade dient tijdens maatgevende omstandigheden gebruik gemaakt te 

worden van een bepaalde verkeersbelasting. Er wordt binnen HDSR onderscheid gemaakt 

tussen twee soorten, namelijk verharde en groene kaden. Het onderscheid is gebaseerd op de 

mogelijkheid voor verkeer om over de kade te rijden, de mate waarin dat gebeurt en het type 

voertuig waarmee dat gebeurt [2].  

 

Tijdens maatgevende omstandigheden op een groene kade dient gerekend te worden met 

een belasting van 5 kN/m2, tijdens normale omstandigheden met een belasting van 10 kN/m2. 

Deze belastingen worden geschematiseerd over de gehele kruinbreedte, tot een maximum 

van 2,5 m, met een consolidatiepercentage van 20% en een spreidingshoek van 45°. Voor 

verharde kaden geldt te allen tijde een verkeersbelasting van 13 kN/m2, waarbij de breedte, 

het consolidatiepercentage en de spreidingshoek hetzelfde zijn als bij een groene kade (Tab. 

4‐3). 

 

Tabel 4‐3 Gebruikte verkeersbelastingin de toetsing  voor kadevak 109F‐1 

Kadevak  Type  Verkeersbelasting (kN/m2) 

109F‐1  Groene kade  10 

 

4.5.4 Schepen en drijvende voorwerpen 

Het boezemwater wordt bevaren. Er hoeft alleen rekening gehouden worden met aanvaring 

door schepen in buitenbochten met voldoende waterdiepte voor beladen vrachtschepen van 

bijvoorbeeld meer dan 1000 ton, en dan alleen indien sprake is van een weinig robuuste 

kering. Aangezien er bij de Grecht geen sprake is van beladen vrachtschepen van meer dan 

1000 ton wordt geen rekening gehouden met aanvaring door schepen. 

 

blad 8 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

4.6 Normen en richtlijnen  

4.6.1 Nationale normen 

NEN 6740  Geotechniek,  TGB  1990  Basiseisen  en  belastingen  van  december 1991, met wijzigingsblad A1 van mei 1997; 

 

4.6.2 Leidraden en Richtlijnen 

Bij de berekeningen is uitgegaan van onderstaande richtlijnen: 

Handreiking Ontwerpen & Verbeteren – Boezemkaden, STOWA 2009 

Technisch rapport waterkerende grondconstructies, TAW juni 2001; inclusief addendum 2007 

Technisch rapport Waterspanningen bij Dijken, TAW september 2004;  

Handreiking constructief ontwerpen, TAW april 1994; 

Handboek construeren met grond. Grondconstructies op en in weinig draagkrachtige en sterk samendrukbare ondergrond, CUR rapport 162, 1993; 

Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen” van STOWA met kenmerk 2007‐02 van 2007 inclusief addendum betreffende de boezemkaden (2010) 

CUR 166 deel 1 en 2, CUR, 4e druk 

blad 9 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

5 Functionele uitgangspunten 

5.1 Beheeraspecten 

Om het beheer goed te kunnen uitvoeren worden de volgende minimale taludhellingen  

aangehouden: 

Binnentalud     1 : 3 

Buitentalud    2 : 3  

Toe te passen bekleding dient te voldoen aan de uitgangspunten in het Voorschrift Toetsen 

op Veiligheid primaire Waterkeringen (VTV 2006). 

Als er na kadeverbetering hekken worden teruggebracht dienen deze hekken gemakkelijk 

passeerbaar te zijn voor inspectie door het opnemen van een poort of overstapvoorzieningen. 

 

5.2 Belanghebbenden  

De belangen van eigenaren en bewoners bij het kadeverbeteringsproject moeten zo min 

mogelijk geschaad worden. Eigenaren en bewoners dienen door middel van communicatie en 

voorlichting bij het kadeverbeteringsproject te worden betrokken. 

 

5.3 Raakvlakken 

Enkele raakvlakken, in de vorm van aanrakende projecten, waarmee rekening gehouden dient 

te worden zijn: 

De bouw van het gemaal, met de ligging van het fietspad; 

De kadeverbetering rond het gemaal; 

De bouw van de fietspont; 

Het achterland met inrichting.  

 

5.4 Nevenfuncties 

Naast de waterkerende functie vervullen de kades ook andere functies, zoals bijvoorbeeld 

waterbeheer, wonen, recreëren, landschap en natuur. Alle bestaande functies dienen in kaart 

te worden gebracht en in het ontwerp dient hiermee rekening te worden gehouden. 

 

5.5 Waterbeheer 

De waterhuishouding aan weerszijden van de waterkering moet in stand blijven, zowel tijdens 

de uitvoering als in de gebruiksfase. Dat houdt in dat boezempeil en polderpeilen niet 

negatief mogen worden beïnvloed en dat het netto slootoppervlakte minimaal gelijk blijft. 

 

Indien boezemoppervlakte wordt gedempt, dient dat elders in de boezem te worden 

gecompenseerd. Hetzelfde geldt voor het oppervlak van de polder(teen)sloten. Compensatie 

van gedempt wateroppervlak moet in hetzelfde peilvak voorzien zijn. 

 

blad 10 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

5.6 Flora en Fauna 

De natuurtoets is gebaseerd op beperkte inventarisatiegegevens van derden, een veldbezoek 

en literatuuronderzoek. Deze gegevens geven geen garantie dat tijdens de uitvoering van de 

werkzaamheden geen (andere) beschermde soorten worden waargenomen.  

 

De werkzaamheden die uitgevoerd worden hebben enkel effect op de oeverzone van enkele 

watergangen en de aangrenzende zone. Daardoor zullen alleen de soorten in en nabij de 

watergang verstorende en negatieve effecten ervaren. In de oeverzone zijn beschermde 

amfibieën (tabel 1‐soorten), vissen (tabel 2 en 3 soorten), flora (tabel 1‐soort) en (broedende) 

vogels aanwezig. 

 

Broedende vogels mogen in het kader van de Flora‐ en faunawet niet verstoord worden. In 

het plangebied zijn volop broedende vogels aanwezig in het voorjaar. Dit betekent dat 

verstorende werkzaamheden zoals het vergraven van oevers buiten het broedseizoen dienen 

(ca. 15 maart t/m 15 juli) plaats te vinden.   

 

Bij de uitvoering van de werkzaamheden is het aan te bevelen 

om te werken volgens de richtlijnen die zijn opgenomen in de 

‘Gedragscode Flora‐ en Faunawet voor Waterschappen’. Hierin 

is de voorkeursperiode voor onderhavige plannen vastgelegd 

op de periode 15 juli tot 1 november. Negatieve effecten op de 

aanwezige beschermde natuurwaarden worden hiermee 

beperkt en zijn tevens ontheffingsvrij. Negatieve effecten op de 

strikt beschermde Bittervoorn worden uitgesloten, de soort is 

zeer mobiel en is niet bodem en oevergebonden als de Kleine 

modderkruiper.  

 

Het advies is een ecologische begeleiding van de uitvoering.  

 

5.7 Archeologie 

Voor de in het plangebied aanwezige koopveengronden blijft de archeologische verwachting laag. Ter plaatse van de klei‐ en zandafzettingen van de stroomgordel zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Daarnaast blijken de oeverafzettingen te zwak ontwikkeld voor bewoning. De hoge verwachtingswaarde ter plaatse kan derhalve worden bijgesteld naar een lage verwachtingswaarde. Geadviseerd wordt het gehele plangebied vrij te geven voor wat betreft archeologie. Dit zal mede moeten worden afgestemd met bevoegd gezag.  

  Ten aanzien van dit advies zal altijd contact moeten worden opgenomen met het betreffende 

bevoegde gezag. 

 

Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens 

graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan 

vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden 

opgespoord.  

Selectieadvies

 

Geadviseerd wordt om de verwachting bij te stellen tot een lage archeologische 

verwachting en het plangebied vrij te geven voor wat betreft archeologie.  

blad 11 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

6 Geotechnische berekening en ontwerp 

HDSR heeft in het verleden geotechnische berekeningen uitgevoerd voor de toetsing van de 

huidige kade. Deze berekeningen zijn gecontroleerd en er is een ontwerp gemaakt.  

 

6.1 Berekeningsmethodiek 

Uit de profielen van HDSR blijkt dat de kade onder toetspeil (NAP +0,05m) ligt. De kade dient 

te worden verbeterd vanwege stabiliteit en hoogte. 

 

Voor de zettingsberekeningen is gebruik gemaakt van de methode Koppejan. 

 

6.2 Stowa 

De stabiliteit wordt volgens deze richtlijn beoordeeld met de rekenwaarden van de 

sterkteparameters van de ondergrond. De gehanteerde materiaalfactoren zijn conform 

de materiaalfactoren in de STOWA leidraad (Technisch Rapport Waterkerende 

Grondconstructies d.d. juni 2001). Zie onderstaande tabel 6‐1. 

 

Tabel 6‐1 Materiaalfactoren volgens de STOWA leidraad (stabiliteit) 

Materiaalfactor γmb [‐] Omschrijving 

cohesie c'  inwendige wrijvingshoek φ' 

Klei, organisch  1,30  1,25 

Veen  1,30  1,30 

Zand, matig vast  1,30  1,15 

 

De stabiliteit wordt beoordeeld op basis van de veiligheidsklasse III zoals weergegeven 

in de STOWA leidraad. De stabiliteit van de kering is theoretisch gewaarborgd indien 

bij rekenwaarden van de sterkteparameters van de ondergrond voldaan wordt aan: 

γ / γnγd >  1,0   

 

waarin: 

γ  = Stabiliteitsfactor berekend bij rekenwaarden van de sterkte 

γn  =  Schadefactor  = 0,90 (veiligheidsklasse III) 

γd  =  Modelfactor  = 1,00 (methode Bishop) 

 

Op deze wijze is de stabiliteit gewaarborgd indien de berekende stabiliteitsfactor γ 

groter is dan 0,90. 

 

blad 12 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

6.3 Grondgegevens & ‐opbouw 

Het grondonderzoek is eerder door Mos Grondmechanica uitgevoerd in de vorm van 5 

sonderingen en 16 boringen met het opdrachtnummer 0062610, d.d. november 2010. De 

sonderingen zijn gemaakt tot een diepte van maximaal 15 meter en 16 boringen met een 

diepte van ca. 8 meter.  

 Bodemopbouw 

Op grond van de sonderingen en boringen is onder de kade de volgende bodemopbouw 

vastgesteld door HDSR vanuit de toetsing. 

 

Tabel 6‐2 Bodemopbouw teen waterkering 

Bodemopbouw teen waterkering 

Van [m] NAP  Tot [m] NAP  Bodemopbouw 

– 1,80  – 6,55  Veen 

– 6,55  – 7,55  Veen kleiig, klei humeus 

– 7,55  – 9,00  Veen 

–  9,00    Klei, siltig 

 

Tabel 6‐3 Bodemopbouw kruin waterkering 

Bodemopbouw kruin waterkering 

Van [m] NAP  Tot [m] NAP  Bodemopbouw 

+ 0,03  – 5,40  Klei, siltig 

– 5,40  – 9,00  Veen 

–  9,00    Klei, siltig 

 Grondparameters 

Op basis van NEN 6740 (tabel 2.2) en de aangeleverde gegevens van HDSR en Tauw (d.d. 13 

april 2011)  zijn de representatieve grondparameters bepaald.  

 

De voor de samendrukking te hanteren grondparameters volgen uit de door Tauw aangeleverde resultaten  (d.d. 9 mei 2011) uit het Msettle‐bestand. 

 Tabel 6‐4 Rekenwaarden grondgegevens voor de zettingsberekening 

Grondsoort Volumiek gewicht

 / n [kN/m3] 

Cp  C'p  Cs  C's Cv 

[m2/s] 

Hoek van Inwendige 

Wrijving ' [°] Cohesie c'

[kPa] 

Veen  10,4/10,4  14,4  5,5  69,3  31,8  1,4.10‐6  10,4  1,7 

Klei, siltig  15,20/15,20  30  10  330  110  1,0.10‐7  20,1  2,7 

Veen kleiig, 

klei humeus 12,7/12,7  17,9  6,6  98,6  33,2  2,0.10‐7  13,6  0,9 

 

Hierin zijn: 

γ  : vochtig volumegewicht [kN/m3] 

γn  : nat (verzadigd) volumegewicht [kN/m3] 

Cp/C'p  : primaire samendrukkingcoëfficiënt voor/ na de grensspanning [‐] 

Cs/C's  : secundaire samendrukkingcoëfficiënt voor/ na de grensspanning [‐] 

Cv  : consolidatiecoëfficiënt [m2/s] 

'  : Hoek van inwendige wrijving 

c'  : Cohesie  

blad 13 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

De grensspanning is gelijk gehouden aan de initiële korrelspanning vermeerderd met 10 kPa 

(POP). De verhoging van de grensspanning is opgetreden door o.a. fluctuaties van de 

grondwaterstand. 

 

Voor de ophoging van het profiel zijn de volgende materiaaleigenschappen toegepast: 

vochtig/nat volumegewicht, 17 kN/m2. De cohesie en phi zijn respectievelijk 3,3 en 14,7 (gelijk 

gehouden aan de grondeigenschappen van Tauw). 

 

Stijghoogte 

De stijghoogte in het 1e watervoerende pakket ligt op NAP ‐2,70 m. 

 

 

Polderpeil 

In overleg met HDSR is een nieuw peil aangehouden voor het ontwerp (23‐08‐2011). 

 

Tabel 6‐5 Winter‐ en zomerpeil peilgebied Kamerik‐Mijzijde 

  Kadevak  Winterpeil (m t.o.v. NAP)  Zomerpeil (m t.o.v. NAP) 

Ontwerp  109F‐1  ‐2,37  ‐2,27 

 

 

Verkeers‐ en calamiteitenbelasting 

Tijdens maatgevende omstandigheden op een groene kade dient gerekend te worden met 

een belasting van 5 kN/m2. Voor een lichte verkeersbelasting (5 kN/m2) geldt dat in de 

situatie hoogwater zelfs mogelijk helemaal geen wateroverspanning optreedt, omdat de 

belasting beneden de grensspanning blijft. (= 30% aanpassing) lijkt realistisch. In het ontwerp 

is echter gerekend met een consolidatiepercentage van 20%. 

 

Tabel 6‐6 Gebruikte verkeersbelasting voor kadevak 109F‐1 

Kadevak  Type  Verkeersbelasting (kN/m2) 

109F‐1  Groene kade  5 

 

6.4 Berekening en resultaten  

Ontwerp 

De eerste ontwerpstap van de aanvulling van de waterkering is het bepalen van het 

aanlegprofiel. Uitgangspunt is dat een lagere lange berm vaak eerder een stabiel evenwicht 

oplevert dan een hoge smalle berm. 

 

De aanvulling zakt onder zijn eigen gewicht en laat daardoor ook het huidige maaiveld zakken. 

De bestaande teensloot wordt gevuld met materiaal uit de nieuw te graven teensloot om het 

aanvulgewicht en daarmee de zetting te beperken.  

 

Het nieuwe ontwerp komt er als volgt uit te zien. Vanaf de kruin wordt een steunberm 

aangebracht met een dikte van 1,30 m t.p.v. de huidige teen. Vanaf de teen heeft de 

steunberm een aanlegbreedte van ruim 8 meter en een talud van 1:20. Het ontwerp is 

gepresenteerd in bijlage A. 

 

Zettingsberekening 

Omdat er bij het aanbrengen van grond zetting optreedt, indien slappe lagen aanwezig zijn, is 

er een zettingsberekening uitgevoerd met het programma DSettlement. Het ontworpen 

aanlegprofiel is daarbij als uitgangspunt genomen.  

blad 14 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

 

Belangrijk uitgangspunt is dat er de komende 30 jaar geen nieuw ontwerp en extra 

ruimtegebruik nodig is voor de steunberm. Zetting op de kruin kan worden eventueel 

gecompenseerd worden met onderhoud (na 5 à 10 jaar).  

 

Stabiliteitberekening 

Bij de stabiliteitberekeningen, die zijn uitgevoerd met het programma D‐Geo Stability, is een 

bovenbelasting in rekening gebracht van 5 kN/m2, over 2,5 meter breedte op de kruin van de 

kade. 

 

De berekende veiligheidsfactoren voor het dwarsprofiel zijn weergegeven in tabel 6‐7. 

 

Tabel 6‐7 Veiligheidsfactoren uit de stabiliteitberekeningen 

Veiligheidsfactor  Huidig  Eindstabiliteit 

DP 109F‐1 +)  0,66  0,90 +) met tijdelijke bovenbelasting van 5 kN/m

2  

 

blad 15 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Berekening uitvoeringstabiliteit  

Tijdens de uitvoering dient een minimale stabiliteit van 0,80 te worden gegarandeerd. De 

ophoging van het profiel wordt in grondlagen van ca. 0,30 m aangebracht. In principe worden 

de lagen in periodes van 30 dagen aangebracht. Indien de vereiste stabiliteit niet wordt 

bereikt, wordt deze periode vergroot. Tijdens de uitvoering wordt zonder verkeersbelasting 

berekend. De resultaten van de uitvoering zijn weergegeven in tabel 6‐8. 

 

Tabel 6‐8 Veiligheidsfactoren uitvoeringsstabiliteit 

Fasering1)  STBI Tijd van aanbrengen 

[dagen vanaf t=0] 

1  0,86  0 

2  0,85  30 

3  0,86  60 

4  0,85  90 

5  0,80  120 

 

De laatste ophogingslag levert een situatie met onvoldoende stabiliteit op na 120 dagen. Om 

de aanleg van de waterkering te versnellen, is het mogelijk om met waterspanningsmeters te 

werken. I.p.v. een tijd van aanbrengen wordt gewerkt met een consolidatiegraad.  

 

De veiligheidsfactoren van het ontwerp voor eind‐ en uitvoeringsstabiliteit zijn gepresenteerd 

in bijlage B. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

blad 16 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

7 Conclusie  

In overleg met het waterschap is een nadere analyse uitgevoerd naar de invoerparameters. 

Dit heeft geresulteerd in een geoptimaliseerd ontwerp. 

 

De berekening is gunstiger geworden door:  

opvoering van de POP van 5 kPa (hantering Oranjewoud) naar 10 kPa (hantering 

Tauw); 

aanpassing van de stijghoogte van ‐1,9 m NAP (hantering HDSR) naar ‐2,7 m NAP 

(hantering Tauw); 

het hanteren van een fasering in de uitvoering. 

 

Toepassing van het ontwerpprofiel, zoals gepresenteerd in bijlage A, leidt tot een ontwerp 

waarin wordt voldaan aan de veiligheidsfactor van 0,9 na 30 jaar.  

 

In dit definitieve Voorontwerp is door het waterschap gekozen de variant met het fietspad op 

de kruin uit te werken. In de afweging zijn de totale kosten en het optreden van zetting, in 

met name de berm, meegenomen. 

 

 

 

 

 

 

blad 17 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 18 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Bijlage A: Ontwerp aanvulling  

 

MSettle 8.2 : 20110829 kadevak 109F-1.sli

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

4545 -

A4

16-9-2011

Grechtkade Oost

Ontwerp aanvulling -

AnnexHDSR -

Inp

ut

Vie

w

Laye

rs

3. V

een

kle

iig,

kle

i hu

m

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

5. k

lei,

silti

g

1. k

lei,

silti

g

30,0

00

1

23

4

5

-10

,000

berm

(4)

4443

1234

56789

10111

21314

15161

7181

92

021222

3242526

27282

93031323

334

353637

383940

414

2

blad 19 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Bijlage B: Veiligheidsfactoren   

Huidige stabiliteit:     0,66 

MStab 9.10 : 20110829 kadevak 109F-1 huidig.sti

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

Ingenieursbureau Oranjewoud4545 -

A4

14-9-2011

Grechtkade Oost

Huidige stabiliteit-

AnnexHDSR -

Cri

tica

l Cir

cle

Bis

ho

p

Laye

rs

3. V

een

kle

iig,

klei

hum

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

5. k

lei,

silti

g

1. k

lei,

silti

g

Xm

: 9

,50

[m]

Ym

: 1

,00

[m]

Rad

ius

: 5,

50

[m]

Saf

ety

: 0,

66

2

3

4

5

T1

T1

blad 20 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Ontwerpstabiliteit:     0,90 

MStab 9.10 : 20110829 kadevak 109F-1 eind.sti

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

Ingenieursbureau Oranjewoud4545 -

A4

16-9-2011

-

Annex -

Cri

tica

l C

ircl

e B

ish

op

Laye

rs

3. V

een

klei

ig, k

lei h

um

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

11.

ber

m (

4)

5. k

lei,

silti

g

10.

kru

in

9. b

erm

(3)

8. b

erm

(2)

7. b

erm

(1)

6. s

loot

1. k

lei,

silti

g

Xm

: 13

,00

[m]

Ym

: 5,

50 [m

]R

adi

us :

14,5

0 [m

]S

afet

y :

0,90

1

23

4

56

78

9

10

11

T1

blad 21 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Uitvoeringsstabiliteit laag 1:     0,86 

MStab 9.10 : 20110829 kadevak 109F-1 uitvoering fase 1.sti

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

Ingenieursbureau Oranjewoud4545 -

A4

16-9-2011

-

Annex -

Cri

tica

l Cir

cle

Bis

ho

p

Laye

rs

3. V

een

klei

ig, k

lei h

um

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

5. k

lei,

silti

g

6. s

loot

1. k

lei,

silti

g

Xm

: 12

,70

[m]

Ym

: 5,

00 [m

]R

adiu

s : 1

4,00

[m]

Saf

ety

: 0

,86

30,0

00

123

4

56

00

blad 22 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

 

Uitvoeringsstabiliteit laag 2:     0,85 

 

MStab 9.10 : 20110829 kadevak 109F-1 uitvoering fase 2.sti

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

Ingenieursbureau Oranjewoud4545 -

A4

16-9-2011

-

Annex -

Cri

tica

l Cir

cle

Bis

ho

p

Laye

rs

3. V

een

klei

ig, k

lei h

um

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

5. k

lei,

silti

g

7. b

erm

(1)

6. s

loot

1. k

lei,

silti

g

Xm

: 14

,20

[m]

Ym

: 6,

00 [m

]R

adiu

s : 1

3,50

[m]

Saf

ety

: 0

,85

30

1

23

4

56

7

000

0

blad 23 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Uitvoeringsstabiliteit laag 3:     0,86 

MStab 9.10 : 20110829 kadevak 109F-1 uitvoering fase 3.sti

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

Ingenieursbureau Oranjewoud4545 -

A4

16-9-2011

-

Annex -

Cri

tica

l C

irc

le B

ish

op

Laye

rs

3. V

een

kle

iig, k

lei h

um

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

5. k

lei,

silti

g

8. b

erm

(2)

7. b

erm

(1)

6. s

loo

t

1. k

lei,

silti

g

Xm

: 1

4,50

[m]

Ym

: 5

,50

[m]

Rad

ius

: 13,

00

[m]

Saf

ety

: 0,

86

1

2

3

4

56

78

blad 24 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

 

Uitvoeringsstabiliteit laag 4:     0,85 

MStab 9.10 : 20110829 kadevak 109F-1 uitvoering fase 4.sti

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

Ingenieursbureau Oranjewoud4545 -

A4

16-9-2011

-

Annex -

Cri

tic

al C

ircl

e B

ish

op

Laye

rs

3. V

een

kle

iig, k

lei h

um

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

5. k

lei,

silti

g

9. b

erm

(3)

8. b

erm

(2)

7. b

erm

(1)

6. s

loo

t

1. k

lei,

silti

g

Xm

: 1

4,80

[m]

Ym

: 5

,50

[m]

Ra

dius

: 1

3,00

[m]

Saf

ety

: 0,8

5

1

2

3

4

56

78

9

blad 25 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Uitvoeringsstabiliteit laag 5:     0,80 

MStab 9.10 : 20110829 kadevak 109F-1 uitvoering fase 5.sti

Tolhuisweg 57

8440 AA Heerenveen

Phone (0513) 63 45 67

Fax (0513) 63 3353

date drw.

ctr.

form.

Ingenieursbureau Oranjewoud4545 -

A4

16-9-2011

-

Annex -

Cri

tica

l Cir

cle

Bis

ho

p

Laye

rs

3. V

een

kle

iig, k

lei h

um

4. V

een

> 3

00

2. V

een

> 3

00

11.

be

rm (

4)

5. k

lei,

silti

g

10.

kru

in

9. b

erm

(3

)

8. b

erm

(2

)

7. b

erm

(1

)

6. s

loot

1. k

lei,

silti

g

Xm

: 1

5,1

0 [m

]Y

m :

5,0

0 [m

]R

adiu

s :

12,5

0 [m

]S

afet

y :

0,801

2

3

4

56

78

9

10

11

blad 26 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Bijlage C: Ingemeten dwarsprofiel ‐ bestaande situatie  

blad 27 van 36 Infrastructuur

 

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,  revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 28 van 36 Infrastructuur

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 29 van 36 Infrastructuur

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 30 van 36 Infrastructuur

 

   

  projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,    revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

Bijlage D: Voorontwerp Overzichtstekening nieuwe situatie fietspad op de 

kade  

 

blad 31 van 36 Infrastructuur

 

   

  projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,    revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

   

blad 32 van 36 Infrastructuur

 

   

  projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,    revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 33 van 36 Infrastructuur

  

Bijlage E: Voorontwerp Dwarsprofiel nieuwe situatie fietspad op de kade 

 

 

 

   

  projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

29 september 2011,    revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

 

blad 34 van 36 Infrastructuur

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 35 van 36 Infrastructuur

 

projectnr. 240498    Uitgangspuntennotitie Grechtkade‐Oost 

revisie 3.1    Kadevak 109F‐1 

 

blad 36 van 36 Infrastructuur