19
2006 2007 2008 2009 2010 De Zilveren Woonladder Thema 2006 Draagvlak bij omwonenden Thema 2007 Jongeren op de woonladder Thema 2008 Wonen met psychiatrische zorg Thema 2009 Het betrekken van de doelgroep Thema 2010 Onbeperkt houdbaar

Publicatie de zilveren woonladder

  • Upload
    atrive

  • View
    229

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

In deze publicatie vindt u de oogst van vijf jaar Zilveren Woonladder. Een prijsvraag die bedoeld was om goede initiatieven voor het souterrain van de woningmarkt te stimuleren. De publicatie, gemaakt door Atrivé, laat zien wat er goed ging en wat minder goed en wat we hieruit kunnen leren voor de toekomst van wooninitiatieven.

Citation preview

Page 1: Publicatie de zilveren woonladder

20062007200820092 0 1 0

De ZilverenWoonladder

Thema 2006Draagvlak bij omwonenden

Thema 2007 Jongeren op de woonladder

Thema 2008 Wonen met psychiatrische zorg

Thema 2009 Het betrekken van de doelgroep

Thema 2010 Onbeperkt houdbaar

Page 2: Publicatie de zilveren woonladder

Inhoudsopgave 03

InhoudsopgaveVoorwoord publicatie Zilveren Woonladder

Inleiding

Thema 2006Draagvlak bij omwonendenInterview Sybilla Dekker

Nieuwe Energie Leiden Martien Schaaperhuis Amsterdam Hostel de Hoek Utrecht

Thema 2007Jongeren op de woonladderJaz zeecontainerdorp Amsterdam BiBa BidaBon Groningen Aanval op de Uitval in Studio City Zaanstad Foyer Colijnstraat Dordrecht

Thema 2008Wonen met psychiatrische zorg Interview Bram Koppenaal en Johan Gortworst

WWW Leeuwarden, VIP Diemen

Thema 2009 Het betrekken van de doelgroepInterview Co Verdaas

JES go4it Amsterdam Nieuwe Nachtegaal Rotterdam Woon Villa Purmerend

Thema 2010‘Onbeperkt houdbaar’‘t Groene Sticht Leidsche Rijn Discus Amsterdam Woonhotel Rotterdam

Colofon

04

05

06

07

06 0911

13

13141617

18

19

18 21

23

24

232628

29

2930 32

34

Page 3: Publicatie de zilveren woonladder

Inleiding 05

Met deze publicatie maakt u kennis met de oogst van vijf jaarZilveren Woonladder. Van vijftien projecten komen direct betrokke-nen aan het woord; de initiatiefnemers, de cliënten, de begeleidendeprofessionals en omwonenden.De publicatie laat zien wat er goed ging en wat minder goed enhoe dit vervolgens weer is opgepakt. Het is deels een actuele standvan zaken van de innovatieve initiatieven die dit jaar recent zijningediend, maar deels ook een terugblik op eerdere jaargangen,die laat zien in welke mate initiatieven duurzaam zijn, en wat ervan de oorspronkelijke verwachtingen is waargemaakt.Leerervaringen dus die in vergelijkbare situaties toepasbaar zijn,maar ook illustratieve, soms grappige en soms ontroerendeanekdotes, die laten zien waar ‘we’ het allemaal voor doen.

De projecten zijn per jaargang geordend, met daarbij een kortetoelichting op het thema van het betreffende jaar, en een duidingvan het door de projecten bereikte resultaat.

Daarnaast laat deze publicatie de visie zien van mensen die aan dewieg stonden van de Zilveren Woonladder, of op een andere maniereen belangrijke rol voor de prijsvraag speelden. Co Verdaas en SybillaDekker waren, respectievelijk als Tweede Kamerlid en bewindsvrou-we van VROM, betrokken bij de totstandkoming van de prijsvraag.Johan Gortworst en Bram Koppenaal waren als respectievelijk plaats-vervangend directeur en beleidsmedewerker van Federatie Opvangnauw betrokken als belanghouder.

In een drietal vraaggesprekken wordt de betekenis van de ZilverenWoonladder geduid, ook in het bredere kader van beleid voor bijzon-dere groepen in de woningmarkt. De gesprekspartners geven ookaan wat zij vinden van een prijsvraag als ‘stimulerend middel’ enwat hun ervaringen zijn. Tenslotte kijken zij vooruit, en benoemenzij wat er nodig is om ook in de nabije toekomst de huisvestingvan mensen die anders zijn goed te kunnen organiseren.

Inleiding

04 Voorwoord

‘Niemand onvrijwillig op straat, iedereen fatsoenlijk onder dak’:dat is de opgave waar gemeenten, opvangorganisaties, woningcor-poraties en leveranciers van zorg en woonbegeleiding voor staan.Met de Zilveren Woonladder hebben het ministerie van VROM enhet ministerie van VWS hieraan een impuls gegeven.In deze publicatie vindt u de oogst van vijf jaar Zilveren Woonladder.Een prijsvraag die bedoeld was om goede initiatieven voor het sou-terrain van de woningmarkt te stimuleren. Het initiatief voor deprijsvraag kwam van de toenmalige minister van VROM, SybillaDekker. Co Verdaas, destijds Kamerlid, heeft voorgesteld er eengezamenlijke prijs van VROM en VWS van te maken.

Het gaat om mensen die niet zelfstandig kunnen wonen en bege-leiding nodig hebben, zoals daklozen, mensen met een verslavingof mensen met psychosociale en psychiatrische problemen.Centraal staan de treden op de woonladder, tussen op straat zwervenen nachtopvang enerzijds en de reguliere woning anderzijds.Deze woonvoorzieningen komen niet zomaar tot stand. Daarvoor is een samenwerking tussen verschillende organisatiesnodig. Woningcorporaties, opvangorganisaties en gemeentendienen de handen ineen te slaan, zodat onder meer de huisvestingen de woonbegeleiding goed geregeld zijn en de voorzieningensamen een sluitend netwerk vormen. Daarnaast zijn aanvullendespecialistische diensten nodig van bijvoorbeeld organisaties voorverslavingszorg, psychiatrie en re-integratie.

Met de prijsvraag hebben de ministeries van VROM en van VWSvoor een stimulans gezorgd, waarin vooruitstrevende voorbeeldenzijn ondersteund en waarbij het veld kennis heeft kunnen nemenvan praktijkervaringen en vernieuwende samenwerkingsvormen.Elke jaargang, van 2006 tot en met 2010, maakte een jury van des-kundigen een selectie. De juryleden waren vertegenwoordigers vanFederatie Opvang, Aedes Vereniging van Woningcorporaties, deVereniging Nederlandse Gemeenten, de cliënten en de ministeriesvan VROM en VWS. In deze publicatie laten we niet alleen de winnaars zien, maar ook andere projecten die op grote waardering van de jury kondenrekenen. Elk jaar was er een ander thematisch accent, met als rodedraad hoe je bijzondere woonvoorzieningen voor elkaar krijgt, welkeinnovatieve oplossingen er nodig zijn om bijvoorbeeld te waar-borgen dat de bewoner goed wordt begeleid en de omgevinggeen overlast ervaart.

We kijken met plezier terug op vijf jaar Zilveren Woonladder. Er zijnvele goede initiatieven gerealiseerd, die zo robuust zijn dat ze almeerdere jaren goed draaien. We kijken ook met plezier terug omdathet veld nauw betrokken was, zodat we optimistisch zijn over hetvervolg: een bredere toepassing van de hier getoonde samenwer-kingsvormen en een structurele aanpak voor mensen die niet‘gewoon’ kunnen wonen.

Met deze publicatie willen we een inspiratiebron bieden. Zo kunnenwe waar maken wat we met zijn allen hebben afgesproken: niemandmeer onvrijwillig op straat!

Voorwoord publicatie Zilveren Woonladder

Directeur-Generaal Wonen, Wijken en Integratie,

Mark Frequin

Directeur-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg,

Marcel van Gastel

Page 4: Publicatie de zilveren woonladder

2006 07

‘Maatschappelijkdraagvlak is cruciaalbij huisvesting van bij-zondere doelgroepen.’Sybilla Dekker

Sybilla Dekker was bewinds-vrouwe van het ministerie vanVROM toen de Zilveren Woon-ladder van start ging. NadatKamerlid Co Verdaas het met eenmotie op de agenda had gezet,

pakte zij dit op, samen met staatssecretaris Ross-van Dorp van hetministerie van VWS. Momenteel bekleedt Sybilla Dekker diversecommissariaten en bestuursfuncties.

Hoe kwam de Zilveren Woonladder tot stand en wat was uw rol daarin?Het initiatief van Co Verdaas heb ik als minister aangegrepen omer iets feestelijks van te maken. Een prijsvraag als extra prikkel, diede beste dingen in mensen boven haalt. Het idee was om hieraan

een fraaie oorkonde te koppelen. En omdat zilver nu eenmaal beteroogt dan hout is zo de Zilveren Woonladder ontstaan. Deze symbo-liseert de woonladder en de wens om in de ontbrekende treden tevoorzien, maar is ook letterlijk een zilveren laddertje, dat in uitge-klapte vorm ook de samenwerking van organisaties symboliseert,die altijd nodig is voor succesvolle woonvoorzieningen voor daklozen.

Wat verwachtte u van de prijsvraag?Een prijsvraag is een tijdelijke stimuleringsmaatregel. Je doet heteen aantal jaren en dan stopt het. De prijsvraag laat zien wat demogelijkheden zijn, en stimuleert dat oplossingen voor het souter-rain van de woningmarkt landen binnen reguliere organisaties;gemeenten, hulpverleningsinstanties en woningcorporaties.Oplossingen ook die de doorstroming naar woonvoorzieningenen reguliere woningen op gang te brengen, en bijdragen aan eensluitende aanpak.

Hoe zou het veld dit verder op moeten pakken?Na vijf jaar een stimuleringsprijs zou het souterrain gewoon regulierbeleid moeten zijn. Waar dat niet het geval is, is een verdere aan-moediging nodig. Afspraken over huisvesting voor bijzonderedoelgroepen dienen te worden meegenomen in prestatie afspraken.

geven, benoemen we het probleem, tonenwe aan dat het hier om normale mensenmet problemen gaat, en zorgen we ervoordat deze doelgroep niet langer is weggestopt.Door de opvangvoorziening te combinerenmet functies die veel mensen trekken, komtde ‘maatschappij’ ook het gebouw in. Portaalbesloot tijdens de ontwikkeling van hetgebouw haar eigen kantoor in het gebouwte vestigen, om zo vertrouwen in de formule

‘welcome in my backyard’ uit te stralen.De betrokkenheid van de medewerkers werddaarmee nog groter, want er was nu ookeigen belang bij het slagen van het project’.Het winnen van de Zilveren Woonladderwas een stimulans voor ons om snel doorte ontwikkelen en te bouwen. Het gaf anderepartijen ook vertrouwen om mee te doen.Het Huis van de Communicatie volgde, metveel startende en doorstartende bedrijvenin de communicatiesector die zorgden voorveel aanloop en mogelijkheden voor inte-gratie. Het bedrijfsrestaurant en de reproworden nu gedeeld en ook gebruikt alsleer-werk- en terugleidingstrajecten voorgebruikers van de opvangvoorzieningen.De schilderijen en vogelhuisjes in en omhet gebouw zijn gemaakt door cliëntendie een dagbestedingsprogramma volgenin de Nieuwe Energie. Debets concludeert:

‘er ontstaat nu steeds meer begrip voor dak-en thuislozen, en zij doen ook meer mee’.

SamenwerkingPortaal zorgt voor de huisvesting van dedoelgroep, zorginstellingen Brijder Versla-vingszorg en De Binnenvest (tijdelijkeopvang) nemen de zorg- en begeleidings-programma’s voor hun rekening. Dankzij dekorte lijnen tussen Brijder en De Binnenvestzijn deelnemers beter in beeld en kunnenzij van de slaapopvang doorstromen naarde dagbegeleiding. Soms botsen de verschil-lende visies op zorg weleens, dan wordtiemand weggestuurd bij de ene plek en weerontvangen bij de andere organisatie. Debetsvertelt: ‘Het is uiteindelijk de bedoeling omvanuit dit gebouw de gebruikers terug teleiden naar een meer reguliere woning,zoals een zelfstandige woning met bege-

06 2006

In 2006 lag het accent van de prijsvraag op het realiseren vandraagvlak in de omgeving. De projecten die mee wilden dingennaar de prijs moesten aantonen hoe zij bijzondere aandacht bestedenaan het realiseren van draagvlak bij omwonenden. Hebben zij hetcontact met de omwonenden systematisch aangepakt, of meer volgenseen creatieve benadering? Heeft het project de omgeving ook ietsextra’s te bieden?

Het multifunctionele gebouw ‘Nieuwe Energie’ is als winnaar uithet juryberaad gekomen. De jury vond dat initiatiefnemer woning-corporatie Portaal laat zien dat zij bouwt aan opvang voor de onder-kant van de woonladder en zelf ook echt gelooft in ‘welcome in mybackyard’ door de combinatie van een eigen kantoor bij de opvang.Draagvlak met de omgeving wordt geborgd door een convenantmet omwonenden en de maatschappelijke functies die in NieuweEnergie een plek hebben. Daklozen zitten op een centrale plekwaar iedereen naar toe komt.

De projecten uit 2006 laten zien dat opvangvoorzieningen goedmogelijk zijn, zonder dat deze onaanvaardbare overlast veroorzaken.Dat geldt ook voor een lastige doelgroep zoals verslaafden. Dezeprojecten hebben een solide vertrouwensbasis met hun omgevingopgebouwd. Als er eens wat mis gaat wordt dat adequaat aangepakt.

Achtergrond Nieuwe EnergieDe urgentie om opvang te regelen voorverslaafden en daklozen was een duidelijkereden om voor Portaal en de gemeenteLeiden de handen in een te slaan en op zoekte gaan naar een geschikte locatie. Na hetbezoeken van 32 locaties lag de keuze opde spinnerij van de voormalige textielfabriekClos & Leembruggen, deze stond lange tijdleeg in de binnenstad en het gebied verpau-perde. Het monumentale pand was vierkeer zo groot als bedacht was van te voren,dus de conclusie was dat er naast de op-

vangvoorziening nog wel meer gebeurenmoest. De oude fabriekshal van twee verdie-pingen (en 3.200 m2 oppervlakte) is in eenaantal jaar omgebouwd tot een multifunc-tioneel gebouw, waar wonen, werken enleren voor nieuwe energie zorgt.

Doel van Nieuwe EnergieNieuwe Energie richt zich onder andere opde opvang en dagbesteding van kwetsbaregroepen aan de onderkant van de samen-leving. Door een veilige slaap- en verblijf-plaats te geven aan verslaafden en daklozenkunnen zij rust en ondersteuning vindenen indien mogelijk dagbesteding en werk.

ProjectomschrijvingWoningcorporatie Portaal is eigenaar vanNieuwe Energie en sinds 2008 biedt zij ruim-te aan een combinatie van opvangvoorzie-ningen, communicatiebedrijven en eenregionaal opleidingscentrum. De dagopvang,nachtopvang en dagbestedingsactiviteitenvoor dak- en thuislozen, verslaafden en ex-verslaafden zijn allemaal bij elkaar gebracht.

‘Welcome in my backyard’Portaal medewerker Willem Debets: ‘Doorde opvangvoorziening voor dak- en thuis-lozen een prominente plek in de stad te

2006draagvlak bij omwonenden

Nieuwe Energie, 'Welcome in my backyard'Zilveren woonladder 2006, winnaar

SamenwerkingspartnersWoningcorporatie Portaal, gemeenteLeiden, de Brijder daklozenopvang,Stichting De Binnenvest (dienstverlenermaatschappelijke opvang), Parnassia (verslavingszorg)Website www.nieuweenergieleiden.nl

Page 5: Publicatie de zilveren woonladder

met buren, financiën, gezondheid en dag-structurering. In de bedrijfsruimten in hetgebouw kunnen bewoners werkervaringopdoen. Koen Hendriks, teamleider HVO-querido, vertelt: ‘Het is een uitdaging dezorg te leveren die past bij de mensen metieder hun eigen bijzonderheden en vragen.Een gerichte individuele aanpak is zeerbelangrijk voor de bewoners. We werkenzoveel mogelijk samen met andere zorg- enwelzijnsorganisaties, zoals basic wheels,een sociale onderneming die de dagbeste-ding verzorgt. Je ziet wel dat veel van debewoners hier opleven, ze hebben allemaaleen dagbestedingsprogramma dat helptom structuur te krijgen in een dag. Eenaantal van de eerste groep bewoners is al doorgestroomd’.

Het bijzondere aan het gebruik van hetgebouw is dat het letterlijk is opgezet alseen woonladder. Het bestaat uit vier etagesmet daarin 48 wooneenheden plus eenbedrijfsruimte op de begane grond. Het ideeis dat bij iedere etage die de bewoner stijgt,de woonvorm zelfstandiger wordt. De bewo-ners kunnen zogenaamd omhoog klimmenin het gebouw. Koen Hendriks vertelt datde praktijk van alledag het concept van dewoonladder ondertussen heeft ingehaald:‘we merkten dat de woonladder betekendedat de bewoners intern moesten verhuizenen dat dit onrust bij hen veroorzaakte.Ook als was de kamer identiek aan de kamerop een hogere verdieping moest de bewonertoch zijn vertrouwde kamer verlaten.

Achtergrond Een aantal dak- en thuislozen heeft zelfaan de wieg van het Martien Schaaperhuisgestaan tijdens de Dolle Dwaze DaklozenDagen. Zij kwamen met ideeën in dezerichting en zijn steeds betrokken geweestbij de ontwikkeling van de woonvoorziening.Het huis is vernoemd naar Martien Schaaperdie als manager van de toenmalige Natio-nale Woningraad een van de initiatiefnemersvan dit project was. Martien Schaaper enFriso ten Holt, de architect, wilden eenhuis opzetten dat gebouwd zou wordendoor dak- en thuislozen zelf in een nieuw-bouwwijk met zo veel mogelijk ruimte enmogelijkheden voor communicatie overen weer tussen de bewoners en de omwo-nenden. Ymere heeft het huis uiteindelijkgebouwd op het Steigereiland in IJburg, de laatste grote uitbreidingslocatie vanAmsterdam.

Doel van Martien SchaaperhuisHet is een trainingshuis waarin de bewonersvaardigheidstrainingen volgen om hen voorte bereiden op een meer zelfstandige vormvan wonen. Het is een doorstroomhuis waarbewoners drie jaar verblijven en zo zelfstan-dig mogelijk leren wonen en leven.

Projectomschrijving Het Martien Schaaperhuis is een woonvoor-ziening voor zestig dak- en thuislozen inAmsterdam. In het huis worden mensenin allerlei gradaties begeleid bij het steedszelfstandiger wonen. Vaak is de stap tusseninstelling en zelfstandig wonen te groot,met terugval in de oude problematiek alsrisico. Binnen het Martien Schaaperhuiswordt gewerkt aan een fasegewijs losma-kingproces en een optimalisering van woon-vaardigheden. Bewoners leren weer omgaan Werkplaatsen in het restaurant en de houtwerkplaats

Martien Schaaperhuis, het gebruik van het gebouw is een woonladderZilveren woonladder 2006

SamenwerkingspartnersWoningcorporatie Ymere, gemeenteAmsterdam, HVO-querido (welzijn),Basic wheels (sociale activering & dagbesteding)Website www.martienschaaperhuis.nl

2006 0908 2006

leiding, of een meer beschermde groeps-woning die in samenwerking met de zorg-instellingen door Portaal ter beschikkingwordt gesteld. In de praktijk blijkt dit eenlangzaam proces en is er veel volhardingnodig van iedereen’.

Draagvlak omgeving & BeheerPortaal medewerker René Prins vertelt overde beginsituatie: ‘Het creëren van draagvlakbij omwonenden gaat niet vanzelf, maarals je transparant werkt en goed luistert naaromwonenden kan je veel voor elkaar krijgen’.Opvallend is steeds de constructieve houdingvan de buurtbewoners geweest. In plaats

van hard te protesteren heeft de buurt, diede noodzaak voor verbetering en uitbreidingvan de zorgvoorzieningen in Leiden zag,zich positief opgesteld en meegewerkt aande planvorming voor de Nieuwe Energie.Prins heeft veel aandacht en tijd besteed aanvergaderingen met omwonenden, met alsinvloed hadden op het ontwerp en hetbeheerplan. Er werd al snel een convenantafgesloten tussen de buurtbewoners en deandere partijen, waarin afspraken zijn vast-gesteld over hoe om te gaan met overlasten wie waarvoor verantwoordelijk is. Eenbelangrijke overeenstemming is bereiktover de toegangsroute naar de opvangvoor-zieningen. De entree voor gebruikers encliënten van de dagbesteding is geplaatstaan de achterkant van het gebouw waardoorbewoners zo min mogelijk last ervaren. Nu het gebouw een aantal jaren draait,merkt medewerker Prins op dat er continutoezicht en beheer nodig is. De situatie kansnel ontstaan dat gebruikers de openbareruimte aan de achterkant claimen en degrenzen oprekken. Portaal is hier heel alertop en werkt samen met de politie, zorgpar-tijen, buurtbewoners en gemeente om deveiligheid in het gebied te versterken.

Kracht van Nieuwe EnergieEnthousiast team van professionals diegeloven in het project.Strak naleven van het voorgenomenbudget.Ruimte geven aan toeval tijdens de ont-wikkeling van het gebouw en het grijpenvan kansen (ROC aangetrokken).Snelle ontwikkeling door een gezamenlijkgevoel van urgentie om opvang te regelen.Maandelijks monitoren van veiligheiden leefbaarheid in de buurt.Teruggeven van het gebouw aan de stadna jarenlange leegstand.24uur sluitende zorg.Beeldvorming rond verslaafden en dak-lozen verandert langzaam maar zeker.Gezamenlijke communicatie met éénheldere boodschap: ‘het slagen van hetproject is van belang van alle partijen’.Plaatsing kantoor van woningcorporatiegeeft vertrouwen.Multifunctionele karakter.Architectonische schoonheid.

Ook de bestaande voorraad corporatiewoningen is geschikt voorhuisvesting van daklozen, mits er adequate woonbegeleiding is,en er goede afspraken worden gemaakt. VROM/WWI kan de vingeraan de pols houden, en bij de contacten over de woningbouwpro-ductie ook het souterrain meenemen. En verder zijn de winnaarsen de genomineerden voor de opeenvolgende prijzen ook ambassa-deur in hun eigen regio. Ze laten zien hoe het kan.

Wat is daarvoor nodig?Maatschappelijk draagvlak is cruciaal. Let daarom op de draagkrachtvan de buurt bij de huisvesting van bijzondere doelgroepen. Zorgdat er heldere afspraken zijn, ook met de cliënt. De cliënt heefteen eigen verantwoordelijkheid, en dient zich te gedragen en zichaan de spelregels te houden. We gaan niet pamperen. Als mensendenken dat ze toch alles wel vanzelf krijgen, gaat het fout. Je staatook voor de bewoners rondom deze projecten. Van hen heb je ietsgevraagd. Dat betekent ook dat de begeleidende instanties goedbereikbaar moeten zijn en op een goede manier naar omwonendenmoet terugkoppelen. Eigenlijk zouden al degenen die de ‘last’ vande huisvesting van bijzondere doelgroepen opvangen ook eenseen prijs moeten krijgen!

Het is tenslotte ook de verantwoordelijkheid van de verhuurder, dewoningcorporatie, om het woongenot van de huurders te waarbor-gen. Dat betekent lik op stuk als er sprake is van overlast. We latendingen nog teveel lopen. Als je het echter goed regelt, met eenintensieve begeleiding en een beroep op de eigen verantwoorde-lijkheid van de cliënt, zijn woonvoorzieningen goed mogelijk enworden ze door de buurt geaccepteerd.

R. Prins (rechts) vertelt dat het gebouw een vorm vanzichtbare archeologie is: ‘veel families in Leiden hebbenhier gewerkt, deze geschiedenissen hebben we in het ont-werp en het design zoveel mogelijk terug laten komen’.

Page 6: Publicatie de zilveren woonladder

2006 1110 2006

schalige woonvoorzieningen in de vorm vanhostels met zorgbegeleiding voor de bewo-ners en de beheergroepen bleek de oplossingte zijn voor een jarenlang probleem in debinnenstad. De afgelopen jaren hebben 182hostelbewoners een dak boven hun hoofdgekregen in de hostels. Een aantal van henwoont nu zelfstandig. Sommige bewonerszijn uit het project gestapt.

SamenwerkingWoningcorporatie Bo-Ex, eigenaar van hetpand, heeft de bouw van het hostel gereali-seerd. De Gemeente Utrecht is in het projectverantwoordelijk voor de afstemming methet gemeentelijk beleid en wettelijke kaders.De GG&GD coördineert de communicatiemet de beheergroep en overige omwonen-den. Het Leger des Heils is verantwoordelijkvoor het verblijf en de dagelijks zorg en bege-leiding aan de bewoners van het hostel

BegeleiderIn het hostel komen bewoners tot rust,kunnen ze nadenken over wat ze willen enkunnen. ‘En daarin willen wij ze graag onder-steunen’, benadrukt het locatiehoofd WildaKool. ‘De klant staat centraal’, zegt zij, ‘ookal is het soms de vraag of de klant altijd debeste keuzes maakt. Gedwongen afkickenwerkt vaak niet bij langdurig verslaafden.Wel lijkt het erop dat bewoners minder gaangebruiken als ze hier wonen. In het hostelworden daarom vooraf geen eisen gesteldaan het gebruik van bewoners; ze wordenlangzaam 'verleid' tot hulp en begeleiding’.

Achtergrond stel De HoekBegin 2000 telde Utrecht ongeveer duizendmensen die geen dak boven hun hoofdhadden. Een zeer groot aantal dak- en thuis-loze verslaafden verbleef in de 'tunnel' (deexpeditiestraat onder Hoog Catharijne).De tunnel werd een begrip in Utrecht, maarhet was vooral een mensonwaardige situatie.De gemeente besloot daar iets aan te doen.Er werd begonnen met de bouw van negen24-uursopvangvoorzieningen: de hostels.De hostels werden verdeeld over diverseUtrechtse woonwijken. In december 2001werd hostel De Hoek geopend op een tijde-lijke locatie. In 2006 is de definitieve huis-vesting van hostel De Hoek aan de Kögllaangeopend voor 25 verslaafde dak- en thuis-lozen.

Doel van Hostel De HoekHet hostel “De Hoek” aan de Kögllaan biedtpermanente opvang aan 25 harddrugs ver-slaafde dak- en thuislozen.

Projectomschrijving Hostel de Hoek is gebouwd aan de rand vande wijk Voordorp in Utrecht. Het gebouwheeft een V-vorm met daarbinnen een tuin.In beide poten van de V bevindt zich eengrote woonkamer, een open keuken, eentoiletruimte en twaalf á dertien zitslaapka-mers, die ieder weer hun eigen douche entoilet hebben. Het complex biedt huisvestingaan twee leefgroepen van samen 25 perso-nen. De woonkamers bieden de bewonersde mogelijkheid om samen te zijn. De eigenkamer geeft juist weer privacy die zij ookgraag willen. In het knooppunt van de potenvan de V bevinden zich de centrale keuken,de kantoorruimten, de spreekkamer, derecreatieruimte en technische ruimten. De combinatie van het opzetten van klein-

Hostel De Hoek, 24 uurs-opvang voor dak- en thuislozen in UtrechtZilveren woonladder 2006

SamenwerkingspartnersWoningcorporatie Bo-Ex, gemeenteUtrecht, GG&GD Utrecht, Leger des HeilsWebsite http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=33616

Daarnaast moest er een plek vrijkomen opde gewenste verdieping, wat niet altijd hetgeval was, waardoor er onnodig wachtlijstenontstonden. Om die redenen hebben we hetwoonladder concept los gelaten. De fases zijner nog steeds, alleen wonen mensen in ver-schillende fases door elkaar heen. Het posi-tieve effect hiervan is dat er op de gangenbewoners met verschillende competentieswonen die elkaar kunnen ondersteunen’.

Kracht van het Martien SchaaperhuisHet geven van privacy en sturen op depersoonlijke kwaliteiten van elke bewoner.De mogelijkheid tot stijging in hetgebouw werkt stimulerend voor debewoners zonder dat ze direct uit eenvertrouwde omgeving weg hoeven.Het leveren van werkgelegenheid in dewerkplaatsen in het gebouw voor mensendie moeilijk aan het werk komen.

Draagvlak omgeving ‘Bij de intake houden we er zorgvuldigrekening mee of de nieuwkomers passenbij de omgeving, of ze zich kunnen gedragenbinnen de buurt en of ze echt willen werkenaan hun ontwikkeling’ vertelt Hendriks.‘We hanteren een proefperiode van drie totzes maanden, zodat we een inschattingkunnen maken van de benodigde hulpverle-ning en of ze passen bij deze woonvorm.In het begin hebben we voor enkele bewo-ners een andere woonruimte gezocht, omdatze teveel last voor anderen veroorzaakten.’ ‘De relatie in de buurt vinden we erg belang-rijk’ zegt Hendriks. ‘In eerste instantie waser veel argwaan over het huis bij buurtbe-woners en potentiële huizenkopers.

Toen hebben we veel geluisterd naar hunmeningen en een begeleidingsgroep opge-richt die meewerkte aan het ontwikkelenvan het project. We hebben toen veel afspra-ken gemaakt over samenwerking en actiesals er overlast zou worden veroorzaakt doorde bewoners. Nu nog steeds hebben we omde maand overleg met de buurt, de politieen Ymere. We organiseren ook steeds activi-teiten om de buurt te betrekken bij de leukekanten van het huis en haar bewoners, zoalseen talk show op Yburg TV en een buurt-barbecue’.

‘Een eigen badkamer en spulletjes van jezelf betekenen alles voor je als je lang op straat hebt geleefd.’ bewoner Martien Schaaperhuis

Page 7: Publicatie de zilveren woonladder

2007 13

Achtergrond JAZ ZeecontainerdorpInitiatiefnemers Stichting JAZ en Combi-wel wilden een soort ‘levenschool’ opzettenwaar MBO-leerlingen kunnen werken, lerenen leven in een dorp gebouwd van zeecon-tainers. Het idee van zelfbestuur sprak henaan als middel voor jongeren om ervaringop te doen met het zelf organiseren, onder-handelen en beslissen; vaardigheden waar-mee ze zich goed zouden kunnen handhavenin de maatschappij. Partners sloten zich aanbij het concept en men ging aan de slag metde uitwerking van het JAZ zeecontainerdorp.In de Turbinestraat in Amsterdam werd er eenlocatie gevonden waar de zeecontainersgestapeld zouden kunnen worden.

Doel van JAZ ZeecontainerdorpJongeren een plaats bieden om te leren,werken, leven én besturen.

Projectomschrijving In een gildeconstructie met meesters,gezellen en leerlingen worden wonen, wer-ken, recreëren, leren, managen en besturengecombineerd. Er ontstaan structureel nieu-we stage- en betaalde werkplekken voor 420MBO studenten en zorgt er zo voor dat er

2007Jongeren op de woonladderEen dak boven je hoofd hebben, een opleiding volgen of werken,een goede relatie met je ouders onderhouden, op het rechte padblijven, 'clean' zijn en geen schulden hebben... Dat is voor jongerenaan de onderkant van de woningmarkt vaak niet vanzelfsprekend.Hun problemen kunnen zo veelzijdig en complex zijn, dat ze vragenom inventieve oplossingen. Gemeenten, jeugdzorg, opvangorgani-saties, woningcorporaties en leveranciers van zorg en woonbege-leiding bedenken samen oplossingen die ervoor zorgen dat dejongeren betere perspectieven krijgen.

Jongeren moeten soms aan veel verschillende problemen het hoofdzien te bieden en hebben dan baat bij een gecombineerde aanpakdoor verschillende partijen. De Zilveren Woonladder 2007 honoreerteen innovatief woonproject dat het mogelijk maakt jongeren uithun probleemsituatie te laten klimmen door een combinatie vanwonen, begeleiding en zorg.

De winnaar van 2007, het project JAZ Zeecontainerdorp in Amsterdamwil jongeren een plaats bieden om te leren, werken, leven én bestu-ren. Kenmerk van JAZ is dat het initiatief van buiten de gebruikelijkeorganisaties komt. Een interessante impuls, maar het blijkt dan welmoeilijker om de samenwerking handen en voeten te geven. Ervaringen goede contacten in het veld zijn dan belangrijk.

Bij het project BiBa BidaBon in Groningen zijn de persoonlijkecontacten tussen organisaties goed, en weet iedereen elkaar tevinden. Een jongerenvoorziening vraagt verder om een scherpeafbakening van de doelgroep. Onderschat de problematiek vanbewoners niet! Jongerenprojecten zoals BiBa BidaBon laten ookzien dat woon-werk-leerprojecten in een behoefte voorzien enveel resultaat boeken bij het weer op de rails krijgen van jongeren.

JAZ ZeecontainerdorpZilveren woonladder 2007, winnaar

Samenwerkingspartners woningcorporatie De Key, stichtingJongeren aan Zet, ROC ASA, stadsdeelWesterpark (gemeente Amsterdam) en combiwel

12

Vergadering beheergroep

12 2006

Draagvlak in de buurt via beheergroepenDe GG&GD heeft in de voorbereidingsfaseeen beheergroep opgericht, waarin omwo-nenden, politie, toekomstige bewoners,ondernemers en vertegenwoordigers vangemeentelijke diensten participeren. Beleids-medewerker informatie en media Annetvan den Akker vertelt: ‘De beheergroep komtop voor de belangen van omwonenden,ondernemers én de hostelbewoners. Debeheergroepen spelen in de fase van plan-voorbereiding een belangrijke rol bij decommunicatie naar de buurt over de komstvan het hostel. Uit onze ervaring is geblekendat het verzet van mensen flink vermindertbij een constructieve samenwerking met enin de beheergroep en dat deze mensen vaakuiteindelijk een soort van ambassadeurs

worden van het hostel. Via informatieavon-den en publicaties worden omwonendenvooraf, tijdens en ook na de bouw bij hethostel betrokken’. Projectleider ‘Binnen-plaats’ Jan Belt: ‘Er zijn beheermetingenin de omgeving uitgevoerd om de leefbaar-heid van de omgeving te bepalen en hieruitblijkt dat de voorzieningen niet hebbengeleid tot een verslechtering van het leef-klimaat in de wijk’.

De Hostels organiseren ook open dagenwaarin de buurt wordt uitgenodigd omkennis te maken met de hostelbewoners.Een omwonende, tevens lid van de beheer-groep, vertelt: ‘Op de kamers hingen postersmet de levensgeschiedenis van de hostel-bewoners. Deze verhalen hebben mijn ogen

geopend. Ik zag in dat het mij ook had kun-nen overkomen. Sindsdien heb ik veel meerbegrip voor de situatie waarin de bewonersvan de hostels zich bevinden. Dan denk je bijjezelf, er moet iets gebeuren dat die mensentoch ook onderdak krijgen en een beetjeveiligheid. Mijn weerstand tegen de komstvan het hostel is een stuk minder sindsdien’.De zorgvuldigheid waarmee meldingen enklachten van omwonenden worden behan-deld in de beheergroep, leidt ertoe dat erweinig tot geen echte problemen zijn methostelbewoners.

Kracht van de HostelsZorgvuldige communicatie met omge-ving via de beheergroep leidt tot eengoed beheer. De beheergroep gaat serieus in op mel-dingen van overlast. De komst van het hostel heeft de leef-baarheid in de wijk niet verslechterd.Bewoners krijgen meer rust en structuurdoor de combinatie van privacy en vrijheid(bewoners kunnen middelen gebruikenop hun kamer en krijgen professionelezorg, begeleiding en regels). Bewoners hebben vanwege hun jaren-lange verslaving op straat een slechtelichamelijke en geestelijke conditie diebinnen de 24-uursopvang verbetert.

Bewoner van De Hoek : ‘Vroeger was hetcontinu nodig om aan je behoeftes te vol-doen. Sinds ik hier zit heb ik dat opgejaagdeniet meer, maar het heeft ook te makenmet het opgejaagde in de gebruiksruimte.Je moet er scoren en dat heb ik hier gelukkigniet! Als ik iets heb en ik zit op mijn kamer-tje en het is op, dan is het op. En nou kan ikhet rustig roken, in de gebruiksruimte hebje zo dertig man om je heen met hé, hebje een plofje voor mij, heb je dit, heb je dat.Dus moet je het snel oproken. Ze volgenje en dat heb je hier niet’. (bron: eindrap-portage hostelonderzoek)

Page 8: Publicatie de zilveren woonladder

2007 1514 2007

Alvaro Remor Na een turbulente jeugdkwam Alvaro bij Biba Bon Bida Bon terecht.Een uitermate gemotiveerde kandidaat diegraag wilde werken en zelfstandig wonen.Nu is hij 24 jaar en heeft zijn leven goedvoor elkaar; huis, werk, vriendin en tweemooie honden.

‘Ik weet niet of ik het zonder Biba Bon BidaBon had gered. Misschien wel, misschienniet. Voor mij is het heel belangrijk dat iknu de juiste mensen om me heen heb. Toenik met Biba Bon Bida Bon begon wilde ikmijn leven op orde krijgen. Ik kwam in eenwoning met 2 andere jongens. Het was goedsamenleven. Ieder ging zijn eigen gang.Zo nu en dan kookten we samen en gingensamen uit. De begeleiding naar werk wasvoor mij wel heel prettig. Tijdens een leer-werkperiode bij een lasbedrijf heb ik veelbijgeleerd. In totaal ben ik daar acht maan-den geweest. Daarna moest ik zelf werkvinden. Via een uitzendbureau werk ik nu

op een scheepswerf ’. ‘Mijn eerste begeleid-ster zat overal bovenop. Ze zorgde ervoordat ik mijn zaakjes regelde. Met name opfinancieel gebied. Ze leerde me regelingentreffen om schulden te kunnen aflossen,allemaal zaken waar ik geen idee van had.Wist niet eens dat het bestond.’

naam van de jongere te staan. We merkendat deze aanpak goed werkt. Met name desnelle doorstroming is een succesfactor.Het zorgt voor een aansluitende begeleidingen voorkomt demotiverende lange wacht-lijsten.. Bij de start van bewoning stelt dejongere zich voor aan de buren samen metzijn of haar woonbegeleider.Omwonenden weten op deze manier bijwie ze terecht kunnen als er sprake is vanoverlast. ‘In de praktijk komt het nauwe-lijks voor dat buren klachten hebben overde jongeren’, merkt Anneke Veenstra op,‘Groningen is toch een tolerante en gemê-leerde stad’.

Kracht van Biba Bon Bida BonVan Biba Bon Bida Bon gaat rust uit.Het leert jongeren op eigen benen staan.Begeleiders helpen jongeren bij het helderkrijgen van hun plannen en bij de uit-voering.Samenwerking ambulante Woonbegelei-ding en de dienst Sociale Zaken en Werk.Maximaal drie deelnemers per huis. Intensieve begeleiding (4 uur per dag,7 dagen per week).De verwachtingen en plannen van de jon-geren naar een haalbaar niveau brengen.De jongeren wonen met andereAntillianen in huis en zitten in hetzelfdeschuitje.Gelijkwaardige opstelling begeleidernaar deelnemer.De integrale benadering van werken,wonen, leren zorgt voor betere uitstro-ming.

Resultaten Biba Bon Bida BonDe afgelopen jaren hebben drieentwintigjongeren gebruik gemaakt van Biba Bon BidaBon waarvan negentien het traject succesvol(hebben) doorlopen: ze wonen nu zelfstan-dig, hebben werk of volgen een opleiding.Twee jongens zijn in de nazorg opgestapten twee uit eigen keuze. Het project is zosuccesvol dat er gekozen is om de doelgroepte verbreden naar alle jongeren die moeitehebben hun weg te vinden in de maatschap-pij Biba Bon voor allen.

Alvaro Remor

Achtergrond BiBa BidaBon Enige jaren geleden ervoer Nederland pro-blemen met nieuw arriverende Antilliaanseen Arubaanse jongeren die moeite haddenmet het vinden van hun weg in de maat-schappij op het gebied van wonen, werken scholing. Daarom besloot de overheidte investeren in projecten die deze jongerenkonden ondersteunen. Voor de gemeenteGroningen was het duidelijk dat er goedebegeleiding nodig was voor deze nieuwko-mers. Een van de projecten die toen is opge-zet is Biba Bon Bida Bon (Goed WonenGoed Leven).

Doel van Biba Bon Bida Bon25 deelnemers begeleiden naar zelfstandigwonen en naar werk of scholing.

ProjectomschrijvingBiba Bon Bida Bon is een begeleid woon- endagbestedingsproject voor Antilliaanse enArubaanse jongeren vanaf 16 jaar t/m 25 jaardie net in Nederland zijn aangekomen.Biba Bon Bida Bon heeft ten doel dezejongeren optimale mogelijkheid te biedenop een goede toekomst door het bieden vanonderdak, inburgering, inkomen, scholing,werk en maatschappelijke ondersteuning.De jongeren die zich melden voor een WWB(Wet Werk en Bijstand) uitkering krijgeneen alles-of-niets aanbod: voor een jaarwonen met twee anderen in een eengezins-woning in een Groningse stadswijk, onder-wijs via ROC's (regionale opleidingscentra)of werk/stage en intensieve begeleiding viade Stichting Huis. Verspreid door de stadGroningen zijn er vier woningen beschikbaaren in iedere woning wonen drie jongeren.Stichting Huis koppelt aan elk huis eenwoonbegeleider. De onderlinge gang van

zaken tussen de bewoners krijgt de nodigeaandacht: voeren van een gezamenlijkehuishouding, aanleren dag- en nachtritme,vrijetijdsbesteding en wegwijs in de Neder-landse samenleving. De consulent vanSozawe verzorgt de begeleiding rond deuitkering en het scholings/werktraject. Alsde jongere, binnen een jaar, het begelei-dingstraject succesvol doorloopt wordt ereen woning aangevraagd of krijgt hij eenander aanbod, passend bij zijn financiëlesituatie. Dan vindt nog een half jaar bege-leiding op minder frequente basis plaats.

Samenwerking dienst Sociale Zaken & Werk met Stichting Huis:Projectcoördinator Brigitte Rering-Terinathevertelt dat de samenwerking een goudengreep was: ‘de stichting doet het woonbe-geleidingtraject en de uitstroom naar zelf-standig wonen, de dienst Sociale Zaken enWerk verzorgt de opleidingtrajecten en hetuitkeringdeel. Dat zijn twee heel verschil-lende verantwoordelijkheden en kennis-velden die met deze benadering goed uitde verf komen’. Anneke Veenstra, leiding-gevende Ambulante woonbegeleiding: ‘De lijnen onderling zijn kort en de com-municatie is doelgericht. De gemeente encorporaties nemen ook hun verantwoor-delijkheid en geven de jongeren voorrangin hun woonsituatie. We werken nu metproefwoningen die een jaar op naam vande instelling staan en bij succesvolle zelf-standige bewoning komt de woning op

Biba Bon Bida Bon, Antilliaanse enArubaanse jongeren op weg naareen zelfstandig leven, leren-wonen-inburgen-werken Zilveren woonladder 2007

Samenwerkingspartners Stichting Huis (thuis- en daklozenop-vang), Dienst Sozawe (gemeenteGroningen), Woningcorporatie NijesteeWebsite http://www.stichtinghuis.nl

optimale kansen voor jongeren gecreëerdworden om met een startkwalificatie dearbeidsmarkt te betreden. Het project richtzich nadrukkelijk op preventie van proble-men waar jongeren mee in aanraking kunnenkomen, zoals schooluitval en werkeloosheid.In het zeecontainerdorp zou het draaienom de emancipatie, zelfredzaamheid en hetontwikkelen van vaardigheden: het dorp alsmini samenleving waar jongeren leren wathet "volwassen" leven inhoudt. De jongerenwonen in de containers, leren op het ROC,besturen het dorp en runnen de bedrijvenop het terrein.

Ondanks dat de samenwerking en plan-vorming vergevorderd was, is het Zeecon-tainerdorp niet gerealiseerd. Op andereplekken in de stad zijn wel containers voorjongeren geplaatst, maar niet volgens hetcomplete JAZ concept van leren, wonen,werken én besturen. Carl Steinmetz, eenvan de initiatiefnemers van het project,gaat in op de moeilijkheden om tot realisatiete komen: ‘Het partnerschap van de samen-werkende organisaties was breed opgezet:onderwijs, zorg, wonen, bedrijfsleven engemeente waren allemaal vertegenwoordigd.Uiteindelijk is dat ook de bottleneck geble-ken. De mensen die in het begin meewerktenveranderden van functie of werkgever. Erwas geen continuïteit. Er ontstonden onder-linge onenigheden rond investeringen eninhoudelijke standpunten. Het vinden vande juiste locatie was daarnaast ook een lastigpunt. Verschillende mogelijke locaties kets-ten af op fijnstofproblemen en geluidsnor-men. Uiteindelijk was er niet meer echt een‘eigenaar’ van het project en pakte niemandmeer door’.

Carl Steinmetz, een van de initiatiefnemers vanJAZ zeecontainerdorp

Page 9: Publicatie de zilveren woonladder

2007 1716 2007

De Foyer Colijnstraat DordrechtZilveren woonladder 2007

Samenwerkingspartners woningcorporatie Woonbron Dordrecht,gemeente Dordrecht, het Trivium(instelling voor jeugdzorg), Da VinciCollege (ROC te Dordrecht), De GroteRivieren (instelling voor geestelijkegezondheidszorg) en Direkshon(Antillianenproject)

Projectomschrijving Portiekflats in de Colijnstraat in Dordrechthebben na verbouwing een nieuwe bestem-ming gekregen. De Foyer Colijnstraat is eencampusachtige woonvorm midden in dewoonwijk Crabbehof met 200 kamers voorjongeren van 18-25 jaar die minstens 20 uurper week studeren of werken. Ook wonener jongeren die extra steun kunnen gebrui-ken en tussen wal en schip dreigen te raken,omdat ze niet (meer) in aanmerking komenvoor reguliere voorzieningen. Zij krijgenbegeleiding van Trivium, De Grote Rivieren,Sociale Dienst Drechtsteden of het Da VinciCollege. Alles draait om de dagbesteding:wie moedwillig afhaakt, verliest het recht opeen kamer. Zo’n 75% van de jonge bewonersheeft begeleiding nodig.

Gemengd wonenEen belangrijk kenmerk van de foyer is hetaantrekkelijk wonen in een woon-werk-leer-straat voor een grote diverse groep (max.600 bewoners). De ‘Magic Mix’ is een onder-deel van het plaatsingsbeleid van FoyerDordrecht. Jongeren tussen de 18 en 25 jaarvan verschillende herkomst wonen gezamen-lijk, maar op zichzelf, in appartementen.Er wonen in de Foyer jongens en meisjes,allochtonen en autochtonen, tienermoeders,studenten en werkende en alleenstaande ofsamenwonende jongeren. De internaatach-tige woonvorm biedt ook allochtone meisjesde kans om zelfstandig te gaan wonen. Indezelfde woonomgeving zijn ook begeleidersgevestigd. Zij vormen een tegenwicht voor(drugs)overlast, illegale inwoning en hogedoorstroming.

De ‘Magic Mix’ staat centraal in het plaat-singsbeleid, zodat jongeren in een risicofasezich op kunnen trekken aan anderen. Om de‘Magic Mix’ werkelijk te laten werken vervulthet voorzieningengebouw en de activiteitendie daar georganiseerd worden een belang-rijke rol. Er is een ontmoetingsruimte, eenwasserette en een studieruimte met com-puters.

Kamers met kansenSenior beleidsmedewerker Naaijkens van degemeente Dordrecht merkt dat de foyer vangrote waarde is voor jongeren: ‘de levens-omstandigheden van deze groepen jonge-ren zijn soms nogal hard; de jongeren zijnthuis niet te handhaven of eruit gezet doorde ouders, maar er zijn ook jongeren die viareguliere wegen onvindbaar zijn. In dit soortsituaties kan deze vorm van opvang perspec-tief bieden. Jongeren leren van elkaar,kunnen op eigen benen staan en vindenondersteuning bij de begeleiders’. Het projectKamers met Kansen (onderdeel van de foyer)bevat elementen die goed helpen tegenuitval en werkloosheid bij jongeren. Detrefwoorden in het project zijn: training,begeleiding, samen doen, samenwonen,elkaar aanspreken en stimuleren, zelfstan-digheid van jongeren en aanpak schulden-problematiek. Deze zaken geven de jongerenritme, structuur, houvast en gevoel van vei-ligheid. Een bewoonster vertelt dat ze hierabsoluut rust gevonden heeft: ‘Alle begelei-ders die je nodig hebt nemen je hier aanhet handje.’

Achtergrond Studio City In 2004 werden in de Zaanse woonwijkKogerveld de eerste containers geplaatstvan het Studio City-complex. In totaal ginghet om 296 containerwoningen voor jonge-ren. Dit was het antwoord van woningcorpo-ratie ZVH op de woningnood in Zaanstad,waarvan vooral jongeren de dupe zijn. Omsnelheid in de vergunningsprocedure te krij-gen was vanaf het begin afgesproken tussenZVH en de gemeente dat het complex ervijf jaar zou blijven staan.

In 2009 vond woningcorporatie ZVH geenmogelijkheid om de wooncontainers ergensanders in de gemeente te plaatsen wegenshoge kosten. Ook was er onder de buurtbe-woners geen draagvlak voor een verlengingvan Studio City. Nadat de tijdelijke vergun-ning was afgelopen eind 2009 verdweenStudio City definitief. Naast de natuurlijkeuitstroom van jongeren die zelf al een ver-vangende woonruimte hadden gevonden,wisten gemeente en woningcorporatie voorvrijwel alle overgebleven jongeren herhuis-vesting te vinden. Een nieuw permanentjongerencomplex Aurum was ondertussendoor ZVH gebouwd, met daarin 111 zelfstan-dige en 56 onzelfstandige woningen speciaalvoor jongeren.

Zichtbaar maken van de problematiekWijkmanager Laura Bokhorst geeft aan datde problematiek van jongeren in Studio Cityzichtbaarder werd dan op het moment datalle jongeren nog verspreid over de stadwoonden. Het urgentiebesef werd daarmeeook hoger bij de organisaties. Dit leiddetot een zeer intensieve samenwerking tussenalle betrokken professionals. ‘Het doorzet-tingsvermogen was groot en dit heeft echtde samenwerking op de lange duur verstevigdtussen alle betrokkenen. De jongeren dienaar het nieuwe jongerencomplex zijn ge-gaan worden nog steeds gevolgd door debetrokken partijen. Een zekere mate vanbemoeizorg wérkt voor jongeren, blijkt uitonze ervaring.’

‘In principe zijn jongerenhuisvestingspro-jecten met zorgbegeleiding relatief goedte organiseren is tussen de organisaties,’stelt Bokhorst. Zij benadrukt echter weldat het organiseren van draagvlak onderomwonenden een aandachtspunt is. ‘Eenzorgvuldig toewijzingsbeleid kan daar eenbelangrijke rol in spelen. Nu kwamen er inde loop van jaren overlastgevende bewonersin de containers wonen die de boel verpest-ten voor andere jongeren. Uiteindelijk heeftdit tot incidenten geleid waardoor de buurtgeen verlenging van de vergunning wilde.’Bokhorst vertelt: ‘als gemeente moestenwe dit signaal serieus nemen en konden wedaarmee de vergunning van het complex nietverlengen. Gelukkig blijven de betrokkenorganisaties de zorg rond jongeren goedorganiseren. Ook de beheerder van StudioCity, Jos Konijn van ZVH, is overgegaan naarhet nieuwe complex Aurum en continueertdaar zijn werkzaamheden’.

Doel van ‘Aanval op de Uitval’ in Studio CityHet project “Aanval op de Uitval” richt zichop jongeren met problemen in Studio Citydie moeite hadden om 'mee te doen' in demaatschappij. De samenwerkingspartnerswilden het contact met deze kwetsbare jon-geren versterken en hen ondersteunen omeen zo zelfstandig mogelijk leven op tebouwen.

Projectomschrijving Al snel bleek in Studio CIty uit verschillendeincidenten en gevallen van overlast en huis-uitzetting dat van de driehonderd jongerendie er woonden er veel kwetsbare jongerenmet meervoudige problemen tussen zaten.Vanaf maart 2007 hebben de samenwerken-de organisaties in kaart gebracht welkejongeren bij ze bekend zijn. Ongeveer hon-derd bewoners waren bij één of meerdereorganisaties bekend. Door alle informatieover de jongeren te verzamelen in een matrix,werd duidelijk welke organisatie het bestede hulp kon coordineren en uitvoeren. De aanpak was als volgt: elke jongere werdbezocht door het RIBW en daarna overgedra-gen aan de meest passende organisatie.Deze organisatie was als een spin in het webverantwoordelijk voor de zorg en nakomingvan de afspraken. Door de onderling kortelijnen tussen de organisaties wist men perjongere wat er in diens leven speelde enwelke hulp daarbij passend was. Huisuitzet-ting kon daarmee vaker worden voorkomen.

Kracht van ‘Aanval op de Uitval’Door veel jongeren samen te laten wonenin Studio City werd de problematiekwaar jongeren mee zaten zichtbaarderdan voorheen en ook urgenter voor de samenwerkende organisaties.Huisbezoeken geven inzicht in demogelijkheden van jongeren.Een verhoogde bemoeizorg leidt tot eenpassend zorgaanbod per persoon.Korte lijnen tussen organisaties voor-komt zoveel mogelijk uithuiszetting ofverdere uitval (door inzet van betalingsre-gelingen en woonbegeleiding).Het leggen van de verantwoordelijkheidbij 1 organisatie zorgt voor duidelijkheiden het beter kunnen volgen van de jon-geren.

Aanval op de Uitval in Studio CityZilveren woonladder 2007

Samenwerkingspartnersgemeente Zaanstad,woningbouwcor-poratie ZVH (eigenaar en beheerdervan Studio City), RIBW Zaanstreek(Regionale Instelling voor BeschermdWonen), Zwerk5 (leerwerkcentrum voorondersteuning aan jongeren naarbetaald werk) CWI/UWV, Welsaen wel-zijnsdiensten, Odion (woonondersteu-ning voor mensen met een handicap),Straathoekwerk (inloopspreekuren)GGD, Brijder verslavingszorg (toezichten beheersing van het leefklimaat) Dijken Duin, voor hulp bij psychische enpsychiatrische klachten

Page 10: Publicatie de zilveren woonladder

1918 2008 19

woonondersteuning, dagbesteding en hulp-verlening bij hun verslavings- en overige pro-blematiek.

Projectomschrijving Elke deelnemer aan het WWWproject krijgteen woning, dagbesteding en begeleiding.Fred Voet benadrukt dat ze de afgelopenjaren verder hebben gewerkt aan de verster-

king van de ketensamenwerking. ‘We heb-ben contact gezocht met Ed Boelen vanJustitie’,vertelt Fred Voet, ‘omdat we voor-heen vaak tegenover elkaar stonden, hij aande kant van repressieve maatregelen, wij aande kant van zorg en begeleiding. Na eenperiode van aftasten is het vertrouwen inde samenwerking gegroeid en nu kijkenwe in het ‘casusoverleg’ per persoon welke

oplossing het meest vruchtbaar is’. EdBoelen: ‘Sinds 2008 is het veiligheidshuisopgezet en hebben we een aantal belang-rijke stappen weten te zetten. Voorheenzagen we telkens dezelfde mensen weer inde fout gaan en deze veelplegers kwamenwe keer op keer tegen zonder enig zicht opvooruitgang. Het WWWproject heeft onder-tussen bewezen al zo’n veertig mensen gehol-pen te hebben en dit blijkt efficiënter te zijndan mensen elke keer weer op te pakken.Daarom gaan we graag op deze werkwijzeverder’.

Fred Voet: ‘Het winnen van de prijsvraagwas voor ons een mooie beloning en beves-tiging dat we op de goede weg bezig zijn.Eerst hebben we een feest gegeven, daarnahebben we bedacht waar we het geld voorkonden gebruiken. Besloten is het in tezetten in het opzetten van een digitaal com-municatiesysteem voor de nieuw op te zettencliëntgebonden teams. Op deze wijze hopenwe nog beter op elkaar af te stemmen, enons behandelplan goed te laten aansluitenop de behoeften van de deelnemers. Hetcliëntgebonden team kan via een beslotendigitaal systeem met elkaar communicerenover de voortgang van het behandelplan.

De zilveren woonladderwas een goed middel om nieuwe wegen in te slaan’Bram Koppenaal en Johan Gortworst

De Federatie Opvang is een belangrijkepartner bij het realiseren van woonvoor-zieningen met begeleiding. Johan Gort-worst is waarnemend directeur. BramKoppenaal kent de Zilveren Woonladdervanaf het startjaar 2006 als jurylid en aljaren nauw bij het thema betrokken.

Wat was de betrokkenheid van de Federatie Opvang bij het tot stand komenvan de Zilveren Woonladder? In 2004 zijn we, samen met Aedes Vereni-ging van Woningcorporaties en met de Stuurgroep ExperimentenVolkshuisvesting (SEV) gestart met het programma ‘Geef Opvangde Ruimte’. Het programma werd ondersteund door de ministeriesvan VROM en VWS, en het Fonds Werken aan Wonen. Doel was omde uitstroom uit de toen ‘verstopte’ opvanginstellingen te bevor-

deren. Hiervoor waren geschikte en goedkope vormen van huis-vesting nodig; wonen met een vorm van begeleiding. De stuurgroepvan dit programma overlegde, ter verbreding van het politiekedraagvlak, met een groepje Kamerleden, waarvan Co Verdaas eréén was. We waren verheugd dat zo het onderwerp weer prominentop de agenda kwam.Het initiatief voor de Zilveren Woonladdersloot naadloos aan bij ‘Geef Opvang de Ruimte’, en was ook eenpassend vervolg op een eerste éénmalige prijsvraag binnen ditprogramma. Zo kon een aantal jaren achtereen het veld wordenuitgedaagd om goede initiatieven voor het voetlicht te brengen.

Hoe verliep de Zilveren Woonladder? Er was veel aandacht nodig omopvanginstellingen over de streep te krijgen, zodat goede initiatievenwerden ingediend. Het fenomeen prijsvraag was nieuw voor desector. Een schouderklopje was men nog niet zo gewend. ‘Dat istoch gewoon ons werk?’ Daarna is het beter gaan lopen. Misschiendat er nu weer een verzadigingspunt komt. Wat dat betreft is vijfronden na elkaar een mooie periode. Als Federatie Opvang hebbenwe een beter beeld gekregen van wat er lokaal gebeurt. Er warenverrassende aanmeldingen, waarbij opvanginstellingen betrokkenwaren, en waarvan we nog niet op de hoogte waren. De prijsvraagheeft dus ook veel kennis van vernieuwende projecten opgeleverdwaar we anders niet achter waren gekomen. Er zijn nieuwe wegen

18 2008

WWW van Skrep: ‘we hebben goed geluisterdnaar de daklozen en zij gaven aan dat voorhen het hebben van werk niet voldoende is,dat ze dan toch weer zouden terugvallen.Het unieke aan het WWWproject is nu datwe de mensen een eigen huis bieden metintensieve ondersteuning en geen specialewoonvorm met interne begeleiding watgebruikelijker is in projecten voor verslaaf-

den. Het hebben van een eigen woning endagbesteding werkt motiverend om ookandere problemen aan te pakken’.

Doel van Wonen Werken Welzijn in LeeuwardenHet WWWproject biedt langdurig verslaafdemensen, wel of niet met psychiatrische pro-blematiek, die dakloos zijn een woning met

Achtergrond Wonen Werken Welzijn Het project is voortgekomen uit de behoeftevan gemeente Leeuwarden om langdurigdakloze verslaafden een kans te geven opeen normaal leven. De meervoudige proble-matiek van deze mensen verhindert henvaak zelfstandig en blijvend vorm te gevenaan een menswaardiger leven. In 2003 isSkrep opgezet vanuit de stuurgroep Zorgen Arbeid van de gemeente Leeuwardenom een pilotproject te starten in het kadervan de WMO voor het Ministerie van SocialeZaken en Werkgelegenheid. Vanaf begin2006 zijn de eerste deelnemers ingestroomdin het WWWproject. Fred Voet, projectleider

2008Wonen met psychiatrische zorgMensen met behoefte aan (langdurige) psychiatrische zorg verblijvenvaak in een zorginstelling of worden gehuisvest zonder daar zelfzeggenschap in te hebben. Het gevolg is vaak een gebrek aan privacyen zelfstandigheid. De kwaliteit van wonen voor mensen die psy-chiatrische zorg nodig hebben is daarmee beperkt. Daarom werd in2008 de Zilveren Woonladder uitgereikt aan een sterk woonprojectdie de behoefte van de bewoners als uitgangspunt neemt en bijzon-dere prioriteiten legt in het belang van de privacy en zorgvragenvan haar bewoners.

Het winnende woonproject binnen de psychiatrische zorg was in2008 ‘Wonen, werken, welzijn’ (WWW) in Leeuwarden. Dit projectricht zich op een lastige doelgroep van verslaafde daklozen die vaakernstige problemen hebben en weinig vaardigheden met betrekkingtot het wonen. WWW maakt wonen in gewone woonhuizen mogelijkdoor een uitgekiende ondersteuning vanuit meerdere organisaties.Casemanagers voor woonbegeleiding, verslavingszorg en reïntegra-tie werken intensief samen in een team dat mandaat heeft om met decliënt afspraken te maken. Het project is opgezet vanuit een onder-

zoek naar de behoeftes van die doelgroep. Ook in de nadere uitwer-king van het project zijn de wensen en meningen van de deelnemersrichtinggevend. Het project heeft verder een duidelijk verband metde Wmo, waarmee de relatie tussen gemeente, welzijn en zorg wordtgewaarborgd.

Met de juiste zorg en ondersteuning blijkt voor veel mensen de stapnaar meer zelfstandigheid haalbaar. Dit komt tegemoet aan eenbehoefte van veel mensen met een psychiatrische problematiek omzo normaal mogelijk te leven.

Wonen Werken Welzijn in LeeuwardenZilveren woonladder 2008, winnaar

SamenwerkingspartnersSkrep/Reax (sociale activering), Zienn (Maatschappelijke Opvang),Woon Friesland (woningcorporatie),Elkien (woningcorporatie),Verslavingszorg Noord Nederland(VNN), Landschapsbeheer Friesland,Geestelijke Gezondheidszorg afdeling Friesland (GGZ)

Page 11: Publicatie de zilveren woonladder

2120 2008 21

familie kijkt weer anders naar me, ik hebminder tijd om domme dingen te doen’,vult hij lachend aan. ‘Wanneer ik niet indit project zou zitten had ik al lang weer inde gevangenis gezeten. Talenten die ik inme heb kan ik nu meer uiten. Het klussenhelpt me weer op gang, het verleden werktniet meer tegen me. Ik wil ook van die lijstaf (lijst veelplegers van de politie) en dat zeme niet meer de hele tijd in de gaten hou-den. Als ik me een jaar goed gedraag danhalen ze me van de lijst af ’

De kracht van het WWWproject:Het hebben van een eigen woning geeftveiligheid en zelfstandigheid.Dagbesteding, waardoor er structuur endagritme worden opgebouwd.Intensieve, persoonlijke en langdurigeondersteuning bij de dagbestedingvoorkomt vaak terugval bij deelnemers.Samenwerking op uitvoerend niveauvan meerdere organisaties zorgt voorcontinue zorg en begeleiding aan dedeelnemers, dit geeft ruimte om tegroeien naar eigen regievoering en zelf-standigheid. Samenwerking op managementniveauzorgt voor continuering van het project.

20 2008

Het zwerfvuilproject (schoonhouden vande wijk) en het textielproject (sorteren vankleding) leveren elke dag een volle bak op.Mensen verdienen een klein zakcentje wateen goede stimulans is en de activiteitengeven structuur en ritme aan hun dag.Ook vanuit de omgeving levert het hen goedereacties op wat het zelfvertrouwen vergroot.In het vrouwenproject zijn vrouwen bezigmet activiteiten als naaien en strijken enze hebben samen een aantal wandkleden

gemaakt voor organisaties in de buurt.Het werken aan de Binnenkrant is een anderproject binnen de dagbesteding waarin deel-nemers hun verhaal kwijt kunnen en overhun zwerversbestaan schrijven. Bij verderegroei naar zelfstandigheid kunnen deelne-mers meedoen aan het klussenproject.Hier wordt al meer discipline en samenwer-king verwacht van de deelnemers. Deelnemerklussendienst Karel vertelt: ‘het project heeftmijn leven 180% omgedraaid, ook mijn

Laagdrempelige dagbestedingVoortgangsgesprekken en samenwerking Er zijn per cliënt drie ondersteuners; éénwoonondersteuner, één persoonlijk bege-leider tijdens de dagbesteding en één bege-leider vanuit de GGZ of VNN. Deze vormenhet vaste ondersteuningsteam dat maan-delijks, samen met de deelnemer, een voort-gangsgesprek heeft. Doel van het voortgangs-gesprek is met en vanuit de deelnemer tebespreken of alles naar wens gaat of dat erbijgestuurd moet worden. Abdi heeft achtjaar op straat geleefd en is nu deelnemervan het WWW project. Hij woont zelfstandigin een appartementje en doet mee aan dedagbesteding ‘werken in het groen’. Hijspaart voor een reis naar zijn moederlandom zijn familie te bezoeken. Dit motiveerthem enorm. Ook het sporten in een voetbal-team helpt om niet afgeleid te raken en weerterug te glijden in het straatleven. Straksgaat hij meehelpen met een waterprojectvoor Afrika op een school. ‘Ik weet nu hoeik het knopje moet omdraaien’ zegt Abdi.‘Met drugs ben ik helemaal gestopt en alleenin het weekend drink ik nog twee of driebiertjes.’Het Skrep team (acht personen) begeleidtmensen die deel willen nemen aan de laag-drempelige activeringsprojecten overdag.

ingeslagen en de prijsvraag heeft duidelijk zijn meerwaarde gehad.Er is meer bekend en dat betekent dat niet altijd het wiel hoeft te wordenuitgevonden. Daarvoor is een prijsvraag als de Zilveren Woonladdereen goed middel!

Wat verraste het meest? Het meest verrast heeft ons toch wat er nietis ingediend. We hebben het topje van de ijsberg te pakken. Veelindieningen waren van gemeenten of woningcorporaties. We hebbenniet iedereen bereikt die we wilden bereiken, maar anderzijds hadde prijsvraag ook niet de ambitie om alles binnen te halen.

Wat is de impact van de prijsvraag? We zien de prijsvraag als een aanvul-ling op beleid en bestuurlijke afspraken. Met het Plan van AanpakMaatschappelijke Opvang hebben het Rijk en de vier grote stedenin 2006 afspraken gemaakt over een sluitende persoonsgerichte aan-pak. Met de ‘Stedelijke Kompassen’ waarin de operationele afsprakenvervolgens per stad zijn vastgelegd, is een flinke slag gemaakt.Deze aanpak is ook naar andere steden doorvertaald. Ook zonderde Zilveren Woonladder worden er successen geboekt, maar de uit-straling van de prijsvraag draagt wel bij aan extra waardering. Deprijsvraag heeft vooral zijn weerslag gehad binnen het circuit vanberoepsmatig betrokkenen en cliënten. Het verbeteren van het imagovan de opvang voor het grote publiek blijft nog een uitdaging.

Achtergrond VIPHet VIP team, een multidisciplinair teamvan psychiaters, artsen, verpleegkundigen,maatschappelijk werk, trajectbegeleiders,jobcoaches en ervaringsdeskundigen, behan-delt jongeren die een eerste psychose achterde rug hebben. Het team was op zoek naareen woonvorm die zou passen bij deze jon-geren en hun reguliere behandeltraject.Na toenadering tot woningcorporatie deKey is hier vliegensvlug verandering in geko-men. Na enkele maanden konden de eersteacht VIP jongeren hun intrek nemen in hetstudentendorp in Diemen. Op de Bergwijk-dreef en het bedrijventerrein Bergwijkparkin Diemen staan 500 containerwoningenvoor studenten, waarvan er zo’n 24 doorVIP jongeren worden bewoond.

Doel van VIP woonvoorziening + begeleidingJongeren die hun eerste psychose hebbengehad willen vaak niet direct beschermdwonen. Het doel van de VIP woonvoorzie-ning is om een niet-stigmatiserende woon-vorm te bieden aan jongeren uit Amsterdam,tussen de 18 en 26 jaar die hun eerste psycho-se hebben doorgemaakt. Het project heefteen preventief karakter. Door vroegtijdigpassende huisvesting en ondersteuning tebieden wordt getracht verergering van deproblematiek te voorkomen.

Projectomschrijving VIP - Niet stigmatise-rende woonvorm voor jongvolwassenenHiske Becker, hoofd zorg van het Vip project,vertelt: ‘Het uitgangspunt voor de gekozenwoonvorm is de wens van de doelgroeperbij te willen horen en niet op te vallen.Daarom waren we blij dat we met dit projectaan konden sluiten bij de zeecontainersvoor studenten in Diemen. De jongerenwonen verspreid over het studentendorp.

Vroege Interventie bij Psychose (VIP),beschermd en begeleid wonen in studentencomplex Timen Zilveren woonladder 2008

SamenwerkingspartnersAcademisch Medisch Centrum, HVO-Querido, en Woonstichting De KeyWebsite www.vipamsterdam.nl

Hoe nu verder/veld aan zet Het is belangrijk om de kennis die is opge-daan, de ingediende voorbeelden, beschikbaar te houden. In bij-voorbeeld een digitale database kan deze kennis met zoekcriteriabeter worden ontsloten. Je moet ook actief er achter aan jagen omeen zo volledig en actueel mogelijk beeld van vernieuwende initiatie-ven te houden. Dat doen mensen niet zelf, er is een intermediairnodig voor het makelen en schakelen van deze kennis. Ook willenwe als Federatie Opvang met andere koepelorganisaties in gesprekblijven, om de kruisbestuiving tussen organisaties vast te houden.Je hebt elkaar nodig. Dat is ook een les van de Zilveren Woonladder;het blijkt dat er resultaten worden geboekt als partijen samenwerken.Winst is nu ook dat er een gemeenschappelijk probleembesef isontstaan. Hoe kunnen we kwetsbare mensen in woningen enmidden in de maatschappij houden en wat is daarvoor nodig? Een klein beetje begeleiding is soms voldoende. Als voorbeeld komteen vrouw, met kinderen, ter sprake die telkens weer in de schuldenkomt omdat ze haar administratie niet goed kan beheren. Hooguitenkele uren begeleiding per week is voldoende om de administratieop orde te houden. De baten zijn duidelijk!. Je zou de persoonlijkeverhalen eens naast elkaar moeten zetten in een boekje. Met vaakgeringe ondersteuning redden deze mensen het!

Page 12: Publicatie de zilveren woonladder

2009 23

Achtergrond JES GO4itGeïnspireerd door de WMO gedachte ‘regieaan de burger, de cliënt centraal’ besluitHVO-Querido eind 2007 om te onderzoekenof er onder Amsterdamse dak- en thuislozendraagvlak bestaat voor het opzetten van eenvoorziening in zelfbeheer. De gemeentesteunt het idee en stemt in met tijdelijkefinanciering uit bestaande budgetten.Nadat dit bericht het dak- en thuislozen-circuit is ingestuurd meldt zich een groepvan elf dak- en thuislozen die dit avontuurmet elkaar aan wil gaan. ‘Voor dak- en thuis-lozen zonder ernstige verslaving of psychi-atrische problemen bestaat niks, dus willen

we het wel zelf doen’ is hun motivatie. Degroep wordt als initiatiefgroep aanvaard enomdat het onmogelijk is om op straat tevergaderen en plannen te maken krijgt degroep in februari 2008 de sleutels overhan-digd van een leegstaand in de Tolstraat.

Doel van JES Go4itHet opzetten van een woonvoorzieningvoor dak- en thuislozen in eigen beheer,waarin de bewoners zelf beslissen over degang van zaken in huis. JES Go4it biedtdaklozen een plek om hun leven weer opde rails te krijgen en uiteindelijk door testromen naar een eigen huis. Het door-stroomhuis wordt beheerd en geleid doordaklozen, gesteund door HVO-Querido en de Gemeente Amsterdam.

Projectomschrijving De JES groep heeft de woonvoorzieningvrijwel zelfstandig ontwikkeld en vormge-geven, van het maken van het projectplan,het leggen van contacten met diverse maat-schappelijke organisaties tot aan het bepalenvan de afspraken en leefregels binnenshuis.Vanaf het begin wilde JES niet alleen eenwoonvoorziening zijn, maar vooral een door-stroomplek op weg naar een zelfstandigleven. Naast de ondersteuning van HVO-Querido heeft zij daarom aansluiting gezochtbij het DWI, de gemeente, de AmsterdamseFederatie van Woningcorporaties, EigenHaard en Puur Zuid (maatschappelijkedienstverlening), advocaten en het huisvan Justitie. Na een jaar van plannen makenen voorbereidingen treffen, is JES in 2008

2009Het betrekken van de doelgroepDe kwaliteit en effectiviteit van lokaal beleid en van woonvoor-zieningen verbetert als de participatie van cliënten goed is geregeld.Cliëntenparticipatie is daarom ook een belangrijk onderdeel vande WMO. In 2009 was het thema ‘het betrekken van de doelgroep’.Vaak is de doelgroep nog niet voldoende in beeld, omdat participatiezo is ingericht dat deze niet echt aansluit op de mogelijkheden vande doelgroep. Vindt ze eerst maar eens en win vervolgens zoveelvertrouwen dat zij hun eigen ervaringen en opvattingen willenuitspreken.

Er zijn verschillende mogelijkheden waarin de betrokkenheid vande doelgroep sterk tot uitdrukking kan komen, onder andere door:

de voorziening in te richten op de wensen van de mensen dieer wonen, de cliënten echt en vergaande zeggenschap te geven, meebeslissen op een laagdrempelige manier mogelijk temaken, ook voor bewoners met beperkingen.

Winnaar van 2009 is ‘JES GO4it’, een doorstroomvoorziening inzelfbeheer uit Amsterdam. Zij biedt dak- en thuislozen een plekom hun leven weer op de rails te krijgen en uiteindelijk door testromen naar een eigen huis. Uit dit project blijkt dat de hoge matewaarin bewoners zelf de opzet en de dagelijkse gang van zakenbepalen resulteert in een goedlopende woonvoorziening. De uit-stroom bewijst dat zelfbeheer, met een vangnet van professionals,tot emancipatie en zelfredzaamheid van de bewoners leidt.

De projecten uit 2009 tonen aan dat het besef ontstaat bij veelorganisaties dat cliëntparticipatie belangrijk is, bij zowel de opzeten de organisatie van initiatieven als bij de dagelijkse gang van zaken,en bijdraagt aan de kwaliteit van leven voor de bewoners.

Je Eigen Stek (JES), doorstroomvoorziening in zelfbeheerZilveren woonladder 2009, winnaar

Samenwerkingspartners JES-groep (daklozen in zelfbeheer),HVO-Querido, woningcorporatie Eigen Haard, Stadsdeel Oud Zuid,Stichting voor maatschappelijk dienst-verlening Puur Zuid, de Hogeschool van Amsterdam Website www.jeeigenstek.nu

22

Betrokken professionals, korte lijnentussen de organisaties en duidelijke rolverdeling. Huisvesting is goedkoop waardoor ergeld overblijft voor de zorg.Intensiteit van begeleiding is afgestemdop de behoeften van de jongeren.De mogelijkheid tot doorstromingmotiveert jongeren en is hoog gepriori-teerd bij alle organisaties. Ook na doorstroming nog behandelingdoor VIP team.

Vaart in de doorstroming Irma Steltenpool: ‘Wij hebben de wens omop deze werkwijze door te gaan, en ook vande Key horen we positieve geluiden. Het zee-containerdorp is een tijdelijk project, maarwaarschijnlijk wordt het voor vijf jaar gecon-tinueerd. Een thema dat steeds belangrijkblijft is de doorstroming op tijd te regelen.We hebben geleerd dat dit lang kan duren.We proberen diegene het positieve ervan inte laten zien vanuit de gedachte je kunt het!en ook daarna begeleiden we gewoon nogdoor’.

22 2008

Mede door de begeleiding van het teamgebeurt er vrijwel nooit iets dat de aandachtop hen vestigt, waardoor de jongeren zichanoniem voelen en niet ‘anders’ dan de men-sen om hen heen’. Hoe eerder een psycho-se behandeld wordt, des te beter de kansop herstel. Naast psychiatrische begeleidingen medicatie is ondersteuning bij wonen,opleiding, werk en het onderhouden vansociale contacten van belang. Irma Stelten-pool, teammanager van HVO-querido be-schermd en begeleid wonen oost: ‘Doordatalle partijen positief zijn over de gang vanzaken in het project is het aantal VIP-wonin-gen op het studentencomplex uitgebreidvan 16 naar 24”. Binnen de VIP-woonvoor-ziening is zowel beschermd wonen (inten-sieve woonbegeleiding, max. twee jaar) alsbegeleid wonen (meer autonomie, max. éénjaar) en overbruggingsopvang (enkele maan-den) mogelijk.

Samenwerking - Multidisciplinair team & huismeesterWoonstichting De Key verhuurt de woon-eenheden en levert de huismeester op hetcomplex. De huismeester is het eerste aan-spreekpunt voor de jonge bewoners en bena-dert wanneer dit nodig is de teamleden.HVOquerido verzorgt de woonbegeleidingmet als insteek de jongeren zo zelfstandigmogelijk te leren wonen. AMC neemt demedische en sociale kant voor haar rekening.De jongeren worden ondersteund bij hunwerk en/of scholing, het onderhouden vaneen sociaal netwerk en contacten met fami-lie en het organiseren van hun financiën.Afhankelijk van de indicatie en de behoeftevan de cliënt varieert het contact met de

begeleiding van dagelijks tot (minimaal)wekelijks. De huismeester is het eersteaanspreekpunt voor de bewoners en bena-dert wanneer nodig de teamleden. HetZorgkantoor financiert de inzet van hetAMC en HVO-Querido. De huismeesterwordt betaald uit de servicekosten. Doordatde jongeren zelfstandig maar toch dichtbijelkaar wonen, kan de zorg efficiënt georga-niseerd worden. Hiske Becker: ‘sinds hetproject loopt zijn er evaluatieoverleggengeweest en leren we steeds weer bij. Bij 2 deelnemers is het misgegaan tijdens hunbehandeltraject, maar bij de overige gaathet boven verwachting goed. Een knelpuntis voor ons het papierwerk en de tijdsin-vestering rond de CIZ indicaties indicaties(Centrum indicatiestelling zorg) zonder indi-catie krijgen we de financiering niet rond.De aanvraag en het besluit rond de indicatiesduurt nu langer dan wenselijk en kan demotivatie van jongeren naar beneden halen.Dat is jammer en we hopen hier een efficiën-tere werkwijze voor te vinden’.

Kracht en succesfactorenSnelheid van het project (van start totuitvoering vier maanden).Zelfstandige containers zijn ideaal voorjongeren (niet hoeven delen, geen geruzie).De woning sluit aan bij wens jongerenvoor een niet stigmatiserende woonvorm.Combinatie van zelfstandig wonen enbegeleiding werkt positief voor jongeren.Aanbod van twee expertises, woonbege-leiding en zorgbehandeling op een effi-ciënte wijze.

Page 13: Publicatie de zilveren woonladder

2009 2524 2009

lijke situatie. Onderling waren er de wisse-lingen tussen de 1e en 2e groep zelfbeheer-ders, en ook met de organisaties om henheen liepen sommige zaken stroef, dus hetwinnen van de prijsvraag steunde JES echtop haar weg’. ‘Het leverde bovendien meerrespect op van de organisaties om ons heen,ze namen ons serieuzer’ voegt bewoner envoorzitter Adri Pals toe.

Zelfbeheer betekent ook zelf lerenNordin el Marzkoui woont nu een paarmaanden bij JES en is gelukkig met denieuwe kansen die JES voor hem biedt.’Het geeft zoveel rust te weten dat ik eenjaar lang onderdak en eten heb. Op straatzijn dit de enige dingen waar ik de hele

dag mee bezig was. Nu heb ik eindelijk detijd om aan mezelf te werken. Mijn levenheeft echt een wending gekregen. Ik hadhet beeld dat JES een normale voorzieningwas totdat ik hier ging wonen. JES is echtuniek in alles. Van het zelfbeheer leer ikheel veel en ik probeer ook de groep eenbeetje te helpen. Zo ben ik bezig met eenandere bewoner om afspraken te makenmet het openbaar ministerie (arrondisse-ment Amsterdam) over de openstaandeboetes die we allemaal hebben. We hopendat we zover met ze komen dat we bij 2 jaargoed gedrag de schulden kwijtgescholdenkrijgen. Een ander idee dat we aan het uit-werken zijn is die van de straatadvocaat diespreekt namens het belang van de daklozen’.

JES denkt vooruitCo Stomphorst (1e groep zelfbeheerder ennu werkzaam voor HVO-Querido): ‘We den-ken nu aan het uitbreiden van ons ‘pakket’naar zelfstandigheid. Het liefst willen weeen tweede JES openen met meer mogelijk-heden voor activiteiten en werkzaamheden.Het zou echt goed zijn als we een grootdienstencentrum kunnen vormen in zelf-beheer, waar we naast het wonen ook kun-nen werken aan het krijgen van anderevaardigheden en we meer kunnen doen aande nazorg voor de mensen die uitstromen.Verder blijven we proberen om meer zelf-standige woningen te bemachtigen inAmsterdam, hoe moeilijk het ook is’.

om het thema positief te benaderen, om te laten zien dat het wèlkan. Zo help je initiatieven elders. We accepteren niet meer dathet ingewikkeld blijft. Als partijen er energie in steken is het teregelen. Een prijsvraag is ook een manier om dit type programma'smet zorg, aandacht en trots te presenteren.

Hoe beoordeel je het resultaat?Ik denk dat er een paar flinke stappen zijn gezet. De prijsvraagcreëerde een optimistische sfeer waarin mensen elkaar ontmoetten,ook veel beslissers. Ik herinner mij van de prijsuitreiking veelenergie in de zaal, en een sfeer van: dit moeten we gewoon doen.Ten aanzien van de maatschappelijke acceptatie valt er tegelijker-tijd nog wel een wereld te winnen. Het is nog niet vanzelfsprekenddat het souterrain in woonprogramma's een plek krijgt. Elke nieuw-bouwwijk zou standaard een voorziening moeten krijgen voormensen die niet in staat zijn om zelfstandig te wonen. Nu komendeze voorzieningen in wijken, waar mensen het toch al zwaar voorde kiezen krijgen. Nog steeds gaan planners ervan uit dat in Vinexalleen maar normale gezinnen komen te wonen. Accepteer datde wereld niet volmaakt is!

Wat verwacht je van de impact?Ik hoop dat er blijvend geïnvesteerd wordt. Als er nieuwe Kamer-leden en nieuwe bewindspersonen zijn moet het verhaal opnieuwverteld worden. Duidelijk moet zijn dat ook hier de kost voor debaat uit gaat. Als je dit niet fatsoenlijk regelt en mensen op straatzwerven, lopen de kosten verder op.

Wat heeft het veld hiervoor nodig?Neem de behoefte van bijzondere doelgroepen standaard mee inwoningmarkt onderzoek en zorg ervoor dat dit herkenbaar terugkomtin prognoses. Maak vervolgens duidelijk wat er moet gebeurenom iedereen onder dak te krijgen. En de gemeenteraad moet derug recht houden bij de realisatie van woonvoorzieningen. Er isook een aanjager nodig, bijvoorbeeld een woningcorporatie diehier echt voor gaat. Belangrijk is ook dat er een beeld bestaat vande behoefte, zodat er een structurele aanpak komt. Riagg's kunnentrends aangeven, zodat inzichtelijk wordt hoeveel mensen niet instaat zijn om zelfstandig te wonen. Zorginstellingen kunnen bij-voorbeeld de behoefte aan woonbegeleiding in een meerjarigeprogrammering opnemen. Het is ook een kwestie van op persoonlij-ke problematiek in spelen, ook al past deze niet in een bepaald hokje.Verdaas noemt als voorbeeld een man die tot drie keer toe dakloos

Satellietwoning van Michael Lawson

te krijgen. Aan de andere kant leren de be-trokken professionals en hun instellingenhoe het is als de rollen radicaal en principieelworden omgedraaid. Dat is niet eenvoudigen leidt zowel intern als extern regelmatigtot spanningen en botsingen. We merkensteeds opnieuw dat de systeemwereld vande professionals met regels en protocollenniet is afgestemd op de werkwijze van dezelfbeheerders. Toch kan de JES groep niet

bestaan zonder die ‘wereld’. Om bijvoor-beeld door te kunnen stromen naar eenzelfstandige woning zijn ze afhankelijk vanprofessionals voor een snelle toegang totde woningmarkt. Doordat dit nog zo’n lastiggegeven is stagneert de uitstroom en leidtdit tot problemen onder de JES bewoners. Het winnen van de prijsvraag was een prach-tige verrassing voor alle betrokkenen. Räkersvertelt: ‘JES zat net een beetje in een moei-

zover om nieuwe bewoners toe te laten. Erzijn zestien plekken binnen JES zelf. Daar-naast heeft woningcorporatie Eigen Haardvijf doorstroomwoningen (satelietwoningen)in de buurt toegekend. Twee groepsledenkrijgen coördinerende en administratievetaken.

Regie aan de dakloze burgerDe initiatiefgroep bestond uit mensen diejaren op straat en in opvangvoorzieningenhad geleefd. Deze hele groep is inmiddelsuitgestroomd. Het idee is ook dat bewonerseen jaar kunnen blijven in de woonvoorzie-ning en dan doorstromen naar een sateliet-woning of een zelfstandige woning. De meesten van de eerste groep hebben hunleven nu aardig op orde, een klein aantalis teruggevallen in de oude situatie.Ondertussen is een nieuwe groep zelfbe-heerders met een vergelijkbare geschiedenisopgestaan en heeft, actief en zelfbewust,het heft weer in handen genomen. MarcRäker (voorheen HVO-Querido nu werkzaamHogeschool van Amsterdam) adviseert deJES groep al vanaf het begin: ‘JES is eenbijzonder en voor iedereen intensief expe-riment. Aan de ene kant krijgen dak- enthuislozen de mogelijkheid om –als groep-met en voor elkaar hun levens weer op orde

'De onderkant van de woningmarktkrijgt eindelijk aandacht', Co Verdaas

Co Verdaas was één van demensen die aan de wieg van deZilveren Woonladder stonden,destijds als Tweede Kamerlidvoor de PvdA. Momenteel isVerdaas namens de PvdA gede-

puteerde bij de provincie Gelderland. Hij is verantwoordelijk vooronder andere ruimtelijke ordening en arbeidsmarktbeleid, maarvoelt zich nog steeds nauw betrokken bij de huisvesting van bijzon-dere doelgroepen en laat ook zien hoe het in Gelderland geregeld is.

Wat was uw betrokkenheid bij de start van de prijsvraag?De onderkant van de woningmarkt was een blinde vlek in het woon-beleid. In elke stad en dorp kan een deel van de mensen zichzelf

niet helemaal redden, maar deze problematiek is altijd als incidentbehandeld. Voor allerlei doelgroepen op de woningmarkt brengtwoningbehoeftenonderzoek nauwkeurig in kaart wat de behoefteis, maar goed zicht op het 'souterrain' van de woningmarkt ont-breekt, en zo ook een structurele aanpak. Vandaar dat Verdaas een motie hierover heeft ingediend, met deoproep om ervoor te zorgen dat iedereen onder dak komt. Hij vondsnel een meerderheid in de Tweede Kamer. De toenmalige ministervan VROM, Sybilla Dekker, gaf vervolgens aan hiermee aan de slagte willen, maar vervolgens bleef het enige tijd stil. Dat was geenonwil. Het onderwerp hoorde nergens echt thuis, waardoor hetniet door een beleidsafdeling werd opgepakt. Ook in de eigen fractie bleek bijvoorbeeld niemand dit onderwerpin portefeuille te hebben, toen ik als Kamerlid begon. Nadat ik ineen interview in Trouw aan stevig aan de bel had getrokken kwamer schot in de zaak, en kwam VROM met het initiatief voor een prijs-vraag, om het onderwerp blijvend op de agenda te kunnen houden.

Wat verwachtte u van de Zilveren Woonladder?Naast een institutionele aanpak was er iets nodig om partijen inbeweging te krijgen. Woningcorporaties wilden wel, maar iedereenbleef op iedereen zitten wachten. Het is een heel goede manier

Page 14: Publicatie de zilveren woonladder

2009 2726 2009

een beautysalon, kapsalon, grand café, fysio-therapeut, biljartvereniging, uitzendbureauvoor langdurig werkelozen, schoonmaak-bedrijf, taxibedrijf, kledingatelier, kinder-dagopvang en dagopvang voor ouderen.

Hester Verbeek, projectleider bij Woonbron:‘In 2005 kocht Woonbron het verzorgings-tehuis., met 120 kamers van 25m2.Oorspronkelijk wilden wij het gebruikenom uitvallende middelbare scholieren terugte leiden naar school. Dat viel helemaal ver-keerd in de wijk en het project lag maandenstil. Toen hebben we de bewoners gevraagdwat ze wél wilden. De antwoorden warenhelder: zorg, voorzieningen voor diverseleeftijdsgroepen en een ontmoetingsruimte.

‘Ik heb veel geïnvesteerd in het bestrijdenvan vooroordelen door mensen uitgebreidte informeren en naar hun zorgen te luis-teren. Dat bleek de basis voor succes: in juni2008 hebben dertien instellingen en bedrij-ven een intentieverklaring ondertekend.De aanpak van het gebouw is dus in nauwoverleg met de omwonenden opgezet. Zijvormen nu de spil in het organiseren enactiveren van de functie voor het gebouw.Behalve zorg voor de cliënten, is er nu ookeen zorgaanbod voor omwonenden, met enzonder zorgindicatie. Daarnaast zijn erdiverse buurtvoorzieningen in het gebouwwaardoor de wensen van de omwonendenook invulling hebben gekregen’. Zo is debasis gelegd voor de Nieuwe Nachtegaalwaar wonen, leren, werken, zorg, welzijn enkunst samengaan.’ De opening is geplandin november 2010, maar ondertussen gebeurter al van alles. Er wordt al gewoond, gekaarten gesport en er worden cursussen gegeven.Ook vinden leerlingen van scholen een leer-werkplek bij de organisaties die ruimtehuren in het pand. Omwonenden kunnenbinnenkort gebruik gaan maken van de zorg-en welzijnservices die zich bevinden in deNieuwe Nachtegaal.

Sinds november 2008 wonen er al 36 cliën-ten van Bavo-Europoort. Deze mensen heb-ben psychiatrische klachten en woondenvoorheen met vier of vijf personen in eeneengezinswoning. Zij kregen daar een paarkeer per week begeleiding en hadden weinigprivacy. Nu hebben zij een eigen voordeuren kunnen zij steunen op de begeleiding,

die 12 uur per dag aanwezig is. Qua woon-comfort gaan de cliënten erop vooruit.Bovendien vindt een aantal van hen in deNieuwe Nachtegaal hun dagbesteding enhebben zij kansen om zich te ontwikkelenen te integreren. Er zijn verder 35 kamersbeschikbaar voor mensen die begeleid willenwonen. Daarnaast zijn er logeerwoningenvoor mantelzorgers. De voorzieningen brei-den steeds verder uit. De wijkverenigingkrijgt een steeds belangrijkere en sturenderol in het geheel. In de ontmoetingsruimteorganiseert zij al diverse activiteiten. Er werken kunstenaars in ateliers die pro-jecten doen met cliënten, scholieren enomwonenden.

Betrokkenheid omwonendenVerbeek vertelt dat nu veel mensen uit debuurt meedoen en dat gebruikers elkaaraanvullen en versterken. ‘Wie gebruik wilmaken van de voorzieningen, moet er welwat tegenover stellen. Dat werkt prima, ookomdat de wijkvereniging - het voormaligactiecomité! - zo sterk is. Mensen met psy-chiatrische problemen draaien mee in hetcafé en bij de receptie. Het restaurant, dekapsalon en het zorgloket bieden leer-werk-plekken. Scholieren helpen met bijvoorbeeldboodschappen doen. Het taxibedrijf vervoertonder meer ouderen. Kunstenaars uit dewijk versieren het pand en verzorgen work-

shops. Buurtmusici krijgen een muziekstudioin de kelder en betrekken scholieren bij hunactiviteiten. Op deze manier realiseren wemeer draagvlak en betrokkenheid van om-wonenden, ondernemers en leerlingen’.

HorizonSikko Bakker, projectmanager bij de gemeen-te Rotterdam: ‘De Nieuwe Nachtegaal is eengoed voorbeeld van buurtparticipatie. Ookvergroot dit concept de zelfredzaamheid vansenioren en mensen met een beperking.Zulke initiatieven verdienen zichzelf optermijn terug. De Nieuwe Nachtgaal is voor25 jaar verbouwd. Dankzij het duurzamepand én concept hebben de partijen vertrou-wen in de toekomst. Om het beheer van deNieuwe Nachtegaal goed te organiseren isde Stichting de Nieuwe Nachtegaal opgericht.Sinds 1 september 2010 is een sociaal coör-dinator in dienst van de beheerstichting.Haar taak is om nóg meer vrijwilligers aante trekken en samen met de Wijkverenigingde activiteiten te coördineren en te orga-niseren.

meente Rotterdam Charlois een nieuwebestemming voor elkaar. Nu wordt het voor-malig verzorgingshuis De Nachtegaal in deRotterdamse Vogelaarwijk Charlois omge-bouwd tot een multifunctioneel centrumvoor zeer uiteenlopende gebruikers.

Doel van De Nieuwe Nachtegaal Doelstelling van het project is voor kwets-bare personen, senioren en mensen meteen beperking een prettige woonsituatie

te creëren waar zij als volwaardige mensenintegreren in de samenleving en verbindingkunnen maken met andere gebruikers en debuurt. Door het project kunnen ook ouderenuit de buurt langer zelfstandig thuis blijvenwonen en is er ruimte voor buurtactiviteiten.

ProjectomschrijvingIn de Nieuwe Nachtegaal zijn uiteenlopendeorganisaties ondergebracht: drie scholen,startende ondernemers, zorgorganisaties,

Achtergrond De Nieuwe Nachtegaal Wat doe je als een solide pand dat nog jarenmee kan, leeg komt te staan? Wooncorpo-ratie Woonbron ging in gesprek met omwo-nenden en kreeg met steun van de deelge-

werd omdat hij zijn post nooit openmaakte. Eén uur begeleidingper week om hem hiermee het helpen zou hebben volstaan, maardit bleek nergens te regelen. Schrijnend, vindt Verdaas.

Hoe kan je dit organiseren?Verdaas noemt als voorbeeld de regierol van 'zijn eigen' provincie.De provincie Gelderland heeft zich het lot van dak- en thuislozenaangetrokken en heeft met de centrumgemeenten afgesproken datde huisvesting van bijzondere doelgroepen standaard wordt mee-genomen in woonvisies. De provincie houdt bij de uitvoering vande woonvisies de vinger aan de pols.De uitvoering zelf is een zaak van het veld en de gemeente. De provincie verwacht wel dat in woonvisies deze doelgroep bijzonde-re aandacht krijgt. Verder spreekt zij ook de woningcorporaties aan;'dit hoort bij uw reguliere werk'.

HartenkreetEr is een gat tussen gewoon wonen en opname in een psychiatrischeinstelling. Er is ook nog steeds een lacune tussen op straat leven engewoon wonen, de ontbrekende sport op de woonladder. Maariedereen kent, in familie of kennissenkring, wel iemand die nietin staat is om 'gewoon' te wonen. Laten we het dan ook normaalvinden we hiervoor adequate voorzieningen realiseren!

De Nieuwe Nachtegaal verenigt wonen, leren, werken en zorgen onder één dakZilveren woonladder 2009

Samenwerkingspartners Wooncorrporatie Woonbron, deelge-meente Rotterdam Charlois, Bavo- Euro-poort (cliënten woonbegeleiding), deWijkvereniging van bewoners, StichtingLaurens (dagopvang voor Surinaamseouderen), Catalpa Kinderdagverblijf,Grand Café Buddy’s, Zadkine College,LMC Praktijkschool, Grijze Bouwers(aannemingsbedrijf voor jongeren),fysiotherapeut Boeren, kunstenaarsatelier Trotz & Brink (kunstprojectenvoor leerlingen/omwonenden), FlowerTaxi, Biljartvereniging De Nieuwe Nachte-gaal en stichting SaBeCo (uitzendbureau(voor langdurig werklozen).Website www.denieuwenachtegaal.nl

Page 15: Publicatie de zilveren woonladder

2010 2928 2009

Achtergrond’t Groene Sticht is in samenwerking metwoningcorporatie Portaal ontwikkeld.Initiatiefnemer Ab Harrewijn was de drijven-de kracht achter een groep enthousiastemensen, die in een buurt wilden wonenwaar plek is voor mensen met een verschil-lende achtergrond. Een buurt waar wonenen werken dicht bij elkaar liggen en eenbuurt voor mensen die mensen verbindt;mensen die uit idealistische en praktischeoverwegingen hiervoor kiezen en mensendie weinig te kiezen hebben. De zo ontstaneStichting ’t Groene Sticht heeft de kansgegrepen die het Projectbureau Leidsche

Rijn bood. Uit een actie van het Project-bureau om een aantal bijzondere projectente werven werd dit initiatief geselecteerd;een interessante invulling voor een restge-biedje van 1,5 hectare rond een boerderij,naast een gepland winkelcentrum.

Projectbeschrijving‘t Groene Sticht is een woon- en werkbuurtin de Utrechtse uitbreidingswijk LeidscheRijn, waar de verbinding tussen buurtbe-woners en de opvang, ondersteuning endagbesteding van kwetsbare groepen centraalstaat. Tot de primaire doelgroep behorendak- en thuislozen en mensen in een verge-lijkbare kwetsbare positie. Daarnaast richt’t Groene Sticht zich ook op bewoners in dedirecte omgeving die een bijdrage willen

leveren aan een actieve en levendige buurt.Het project is in 2003 opgeleverd enbestaat uit:

Een gastenverblijf met 10 plekken, beheertdoor mensen die zelf dakloos geweestzijn aangevuld met woonbegeleiding vande ‘Tussenvoorziening’ waar de bewonersde gelegenheid krijgen opvang te combi-neren met werk. De woonwerkgemeenschap EmmausParkwijk, van waaruit kwetsbare bewonersvanuit een eigen woon en werk plekbinnen de gemeenschap met een nieuwestart te maken krijgen (kringloopbedrijf ).Een restaurant/vergadercentrum en demeubelwerkplaats Remake. Deze biedenwerkervaringsmogelijkheden voor deel-nemers met een verstandelijke beperking

2010Onbeperkt houdbaarWat maakt dat projecten voor kwetsbare doelgroepen geen eendags-vliegen zijn, maar blijven functioneren? De organisatie moet stevigstaan en ook een stevige financiële basis hebben. Belangrijk is ookdat de samenwerkingspartners in het project vertrouwen in elkaarhebben en hun deel van de inspanning blijven leveren. Het is ookeen kwestie van een contactennetwerk opbouwen en onderhouden,al is het maar om een goede toestroom van nieuwe cliënten tewaarborgen.Ook het draagvlak in de omgeving doet ertoe. Waar de verhoudingenmet de buurt goed zijn, draagt dat bij aan de continuïteit van hetproject, zeker als omwonenden de voorziening als meerwaardevoor de buurt zien, in plaats van als probleem.Drie genomineerden sprongen er in 2010 uit. In ’t Groene Stichthebben mensen er bewust voor gekozen om in een buurt te gaanwonen waar ook kwetsbare mensen wonen, in een gastenverblijfvoor dak- en thuislozen, meestal afkomstig uit de maatschappelijkeopvang. Mensen uit de omgeving doen regelmatig mee aan activitei-ten en de coördinatie is structureel gefinancierd.

Bijzonder aan het Woonhotel Rotterdam is de mix van kamersvoor hotelgasten en appartementen voor kwetsbare mensen met eenurgent huisvestingsprobleem. Vaak is niet te zien of iemand nueen commerciële hotelgast is, of hier tijdelijk woont om weer eenplekje op de woonladder te vinden. De tekorten in het sociale deelworden gecompenseerd door de opbrengsten van de hotelkamers.

Discus tenslotte helpt ‘zorgwekkende zorgmijders’ van de straatdirect aan een huis en creëert zo de voorwaarden voor begeleidingen behandeling. Een gewaagde stap die in de praktijk goed blijktuit te pakken. Verslaving en psychiatrische problemen blijkenbeheersbaar te zijn en de overgrote meerderheid stroomt doornaar begeleid wonen of naar geheel zelfstandige huisvesting.

’t Groene StichtZilveren woonladder 2010, winnaar

Samenwerkingspartners Stichting ’t Groene Sticht, Woon-vereniging ’t Groene Sticht, Stichtingde Tussenvoorziening (woonbegeleiding),woningcorporatie Portaal, stichtingReinaerde (werk en dagbesteding),Stichting Emmaus (werkplaats, kring-loopbedrijf ), projectbureau LeidscheRijn (gemeente Utrecht)

Boerderij en werkplaats ’t Groene Sticht

geïntegreerd mogelijk te kunnen laten levenin een woonwijk met inspraak op de keuzevan huisgenoten, onder professionele bege-leiding en met een zinvolle dagbestedingbuiten de woonvorm.

OmschrijvingDe gemeente Purmerend wilde graag mee-denken met de Stichting Villa over dit ini-tiatief en het vinden van een geschikte plek.Zij legde contact met WoningstichtingWherestad die het project verder hielp ont-wikkelen. Het project krijgt een plaats inKwadrant Europa, een gedeelte van de bijhet stadscentrum gelegen nieuwbouwwijkWeidevenne. In deze wijk zijn meerderebijzondere doelgroepen tussen regulierewoningen door de wijk gehuisvest. Doorde plaats in de wijk, de vorm van de bouwen de goede infrastructuur die het bewegenvan de jongeren buiten hun Villa gemak-kelijk maakt, wordt de integratie van alle

kanten gefaciliteerd. In het bouwteam wordtgeprobeerd het maximale uit het projectte halen en goede aansluiting te vinden opde wensen van de toekomstige bewoners.

St. Villa heeft bouwtekeningen laten makendoor een architect met persoonlijke ervaringmet mensen met een handicap. Deze teke-ningen vormden de basis voor een totaal-plan waarin ook dertien appartementenvoor starters gerealiseerd worden. BinnenSt. Villa zijn verschillende werkgroepen omgoed voorbereid en professioneel mee tekunnen werken aan de ontwikkeling vanhet project. Een bouwcommissie neemt deelaan het bouwteam. Een zorgcommissiehoudt zich bezig met het selecteren van eenzorgverlener die wil werken volgens de Villa-wensen en daar haar professionaliteit aanwil toevoegen. Het uitgangspunt is vergaan-de participatie bij selectie van het personeelen gewaarborgde 24-uurs zorg met ruimtevoor recreatie. Ook kent St. Villa een spon-sorcommissie. De inspanningen van diecommissie hebben geleid tot financieringvan de inrichting van de gezamenlijkeruimtes. Daarnaast investeert de corporatieonrendabel en geeft de gemeente een pro-jectsubsidie. Ook is er door de ProvincieNoord Hollland een subsidie in het kader vande uirvoeringsregeling kleinschalig wonenvoor kwetsbare doelgroepen verleend.De jongeren laten zich door hun oudersnauwgezet op de hoogte houden van hetverloop van alle activiteiten, leveren zeergeregeld commentaar en dragen onderwer-pen aan die uit hun eigen vergaderingenkomen. Deze vergaderingen worden eensin de twee maanden georganiseerd tijdenseen speciaal logeerweekend. Maria Boender-maker, moeder van een van de jongeren,geeft aan dat juist het enthousiasme van dekinderen de motivatie voor veel van deouders hoog heeft gehouden om door tegaan met het project de afgelopen 10 jaardat het project in ontwikkeling was: ‘wehebben veel pieken en dalen gehad en nuhebben we onlangs de eerste paal van deVilla geslagen en weten we dat het alle moei-te waard is. In mei volgend jaar kunnen dekinderen erin. We gaan bijna elke week evenkijken hoe de vorderingen in de bouw zijn’.

Achtergrond Drie moeders zagen hun lichamelijk gehan-dicapte dochters later graag op een zo zelf-standige mogelijke manier wonen. Vooralhet houden van de eigen regie sprak hen aan.Na een inventarisatie op de MytylschoolHeliomare (een school voor gehandicaptekinderen) van hun drie dochters werd hier-voor al vrij snel een groep van acht jongerenin de leeftijd van tien tot dertien jaar ge-vormd. Eind 2002 werd door de ouders“Stichting Villa” opgericht met als wens eenwoongroep met zelfstandige appartementente realiseren voor het moment dat de jonge-ren het huis uit zouden willen gaan om opeigen benen te staan te realiseren.

Doel woonproject VillaHet realiseren van rolstoeltoegankelijkewoonruimte voor acht gehandicapte jon-geren met gemeenteschappelijke keuken,woonkamer en tuin, om de jongeren zo

Woonproject Villa, Purmerend

Samenwerkingspartners gemeente Purmerend, Stichting Villa, Woningstichting Wherestad, De Zorgspecialist, en AchitectenbureauMin2 bouw-kunstWebsite www.stichtingvilla.nl

Page 16: Publicatie de zilveren woonladder

2010 3130 2010

als woonvoorziening deel uitmaakt) zijnverantwoordelijk voor de woonbegeleiding.De psychiatrische behandeling wordt gebo-den door een ambulant wijkteam van GGZ-instelling Arkin. De bekostiging hiervan vindtplaats op basis van AWBZ-financiering.

Hoe werkt het nu?Van op straat leven naar wonen is een heleovergang. Het papierwerk dat op een cliëntaf komt kan snel teveel zijn, leerden we vande eerste casussen. We maken de admini-stratieve stapjes klein. Eerst een contractvoor 14 dagen, dan hebben cliënten te tijdom inschrijving bij het GBA en andere zakente regelen. Vervolgens bieden we een huur-en ondersteuningscontract voor 2 jaar aan.We communiceren dat wonen ook hardwerken is. Alle schuldeisers weten je weerte vinden, dus dat moet je regelen. Als jeop straat leeft denk je in hele korte termij-nen; hoe regel ik mijn eten, mijn onderdaken mijn dope vandaag? Bij wonen moet jein termijnen van maanden kunnen denken. De kandidaten worden aangemeld doorambulante hulpteams. In een intake gesprekkijken we of de mensen er echt voor willengaan. We zijn duidelijk: als je de huur nietbetaalt of als je overlast veroorzaakt verliesje de woning. Heel zelden wijzen we in deintake iemand af wegens gebrek aan moti-vatie: ‘moet ik dan echt ook zelf mijn etenkoken, kan dat niet geregeld worden?’.

ResultatenSinds discus in mei 2006 van is gegaan heb-ben 88 cliënten een woning met begeleidingontvangen. 72 cliënten (82%) wonen daarnog, 6 cliënten (7%) hebben de woninginmiddels op eigen naam. Slechts 5 personen(6%) moesten elders worden opgenomen/geplaatst of zijn zelf vertrokken na overlastte hebben veroorzaakt. De mensen zijn erg gemotiveerd om er watvan te maken. We ondersteunen volgenseen ‘rehabilitatie methodiek’ die aansluitbij de eigen kracht van mensen. Bij dezedoelgroep werkt dat erg goed. Deze mensenzijn vaak wars van regels en bemoeizucht,maar hebben ook een grote zelfstandigheid.We eisen geen einde aan verslaving, maarwe merken wel dat het woonritme op zichal helpt. Je zit niet meer dagelijks in de sceneen je hebt een ander dagritme. Als je ’s och-tends om acht uur al uit de nachtopvangwordt gezet begin je met scoren.

En als er overlast is?Omwonenden weten niet van tevoren datHVO-querido de woning huurt en aan eencliënt ter beschikking stelt. Wessel de Vries:‘Als we zelf bij de verhuizing aanwezig zijngeven we ons kaartje. Als er klachten zijnkomen die direct, of via andere kanalenzoals de politie, bij ons terecht. Wij zijn 24uur per dag bereikbaar, ook voor omwonen-den. Van overlastklachten maken we meteen

werk. We beginnen dan met hoor en weder-hoor en bemiddelen waar nodig’. Binnenkorte termijn (max. 2-3 maanden moet deoverlast tot aanvaardbare proporties teruggebracht zijn. De ondersteuning is daar ookop gericht. Als de overlast onaanvaardbareproporties aanneemt kan de huur- en onder-steuningsovereenkomst zelf per direct wor-den beëindigd. Bij voldoende motivatiegeven we een tweede kans als de cliënt willeren van de fouten en zijn gedrag wil gaanveranderen. Onze klant moet dan wel dub-bele huur en de kosten van verhuizing eninrichting van de woning betalen. De con-sequenties van onacceptabel gedrag zijnvoor de klant!

Tips voor toepassing elders:Houd het simpel, met een overzichtelijkaantal partners, en begin klein.Zorg ervoor dat de uitvoerende professio-nals de juiste competentie hebben; HBOniveau is nodig; Het komt voor dat je intwee contacturen in een week je kansenmoet pakken.Houd rekening met de normen en waar-den van de klant, maar stel ook duidelijkegrenzen.Corporaties willen hun maatschappelijkeplicht en verantwoordelijkheid nemen.Bespreek met elkaar de randvoorwaardenen gebruik elkaars expertise. Maak het corporaties gemakkelijk doorals hoofdhuurder en beherende organi-satie op te treden; Discus neemt het risicovan huurderving en het sociale beheerover van de corporatie. Ook de anderehuurders in het trapportaal zijn klantenvan Discus, in de zin van wij dienen henook een rustig genot van het gehuurdete waarborgen.

of met een afstand tot de arbeidsmarktom andere reden (waaronder dak- enthuislozen).9 koopwoningen, 32 sociale huurwonin-gen en 9 kamers voor jongeren, voormensen die zich willen inzetten vooreen sociale, groene en levendige buurt.Om hier te kunnen wonen is lidmaat-schap van de woonvereniging ’t GroeneSticht vereist.

De woonvereniging maakt deel uit van deStichting ’t Groene Sticht. Deze verhuurt depanden aan diverse organisaties en gene-reert zo de middelen voor een parttimecoördinator. Woningcorporatie Portaal iseigenaar van de sociale huurwoningen ende kamers voor jongeren en heeft met dewoonvereniging ’t Groene Sticht een samen-werkingsovereenkomst gesloten voor dewoningtoewijzing.

Draagvlak in de omgevingIn de planfase bestond de omgeving uit eenbuurtje, dat steeds meer werd omringd doorde VINEX nieuwbouw. Er was veel waarderingvoor dat de boerderij gehandhaafd kon wor-den, voor het behoud van veel bomen envoor de groene uitstraling. De bewoners-avond eindigde met applaus voor het plan.Sindsdien zijn de banden met de omgevingalleen maar hechter geworden.Buurtbewoners maken, gebruik van de voor-zieningen, zoals het restaurant en de krin-gloopwinkel. Ook zijn er in de gebouwen enop de pleintjes regelmatig evenementen,zoals een kerstmarkt, een Marokkaans pleinen een groot scherm tijdens de WK wedstrij-den van het Nederlands elftal.

Wat voor mensen worden opgevangen?In het gastenverblijf verblijven mensen dieom heel verschillende redenen geen huis-vesting hebben. We hebben wel eens eenKLM steward gehad die niet alleen op eenkamer kon wonen omdat hij altijd leven endrukte om zich heen nodig had. ‘De murenkomen op me af ’. Alcohol of drugsverslavingwordt getolereerd, zolang mensen dat ophun eigen kamer doen. Voor psychiatrischecliënten is het gastenverblijf minder geschikt,omdat een psychose bijvoorbeeld hele ande-re vaardigheden van de beheerders vraagt.

Onbeperkte houdbaarheid van het projectBijzonder is dat de Stichting ‘Groene Sticht’uit de huuropbrengsten van de maatschap-pelijke voorzieningen voor 16 uur per weekeen coördinator kan betalen. CoördinatorNico Ooms; ‘Ik werk hier inmiddels twaalf-eneenhalf jaar. Toen ik begon liepen de koei-en hier nog in de wei rondom het project.Mijn rol is het stimuleren van de onderlingesamenwerking en het met elkaar in contactbrengen van partijen. Veruit de meestebewoners zijn actief. Voorwaarde voor toe-wijzing van een woning is dat zij lid wordenvan de woonvereniging ’t Groene Sticht (dieweer deel uitmaakt van de gelijknamigestichting) en zich actief voor de buurt willeninzetten. Vrijwel alle kopers van het eersteuur wonen er nog. Zij hebben bewust geko-zen voor de menging en sociale cohesie indeze buurt.De bewoners van het gastenverblijf verblij-ven maximaal één jaar, en gemiddeld achtmaanden in ’t Groene Sticht. Vaak zijn zijafkomstig uit de maatschappelijke opvang.Een cliënt: ‘Hier zijn mensen die echt om jegeven. Er werken hier echt kanjers! Ik heboveral gezeten maar kom hier echt tot rust.’

AchtergrondVanuit hun maatschappelijke taak hebbeneen aantal organisaties de handen ineengeslagen om iets te doen voor mensen opstraat die zowel psychiatrische- als versla-vingsproblemen hebben: Mensen met eendubbele diagnose, en bovendien zorgwek-kende zorgmijders.Het is een doelgroep die in bestaande voor-zieningen problemen krijgen; te eigenwijsvoor 24 uur opvang bijvoorbeeld, of niet wil-len stoppen met middelen gebruik. Daaromhebben HVO-querido, woningcorporatie deAlliantie en Arkin het initiatief genomenvoor deze aanpak. Teammanager Wessel deVries: we begonnen met één casus, en daarnamet vijf. Toen dat lukte zijn we het verder opgaan bouwen.

ProjectbeschrijvingDiscus is een woonvoorziening voor ambu-lante woonbegeleiding aan mensen meteen combinatie van psychiatrische en ver-slavingsproblemen (dubbele diagnose).Anders dan veel andere soortgelijke voor-zieningen hanteert Discus geen wachtlijst;onder de noemer ‘housing first’ krijgencliënten na aanmelding onmiddellijk, enop voorwaarde van inkomensbeheer, eenwoning uit het bestand van één van desamenwerkende woningcorporaties toege-wezen en wordt gestart met begeleiding vande cliënt naar/in die woning. Dankzij deinzet van de woningcorporaties de Alliantie,Stadgenoot en Eigen Haard worden voldoen-de geschikte woningen aangeleverd. Debegeleiding wordt per persoon/cliënt afge-stemd op de actuele hulpvraag van de cliënt.De aard en omvang van die begeleidingvariëren per persoon en situatie. De bege-leiders van HVO-Querido (waarvan Discus

Benno Meyerink ( bewoner van het gastenverblijf )

DiscusZilveren woonladder 2010

Samenwerkingspartners HVO-querido (woonbegeleiding),woningcorporatie de Alliantie, woning-corporatie Eigen Haard, woningcorporatieStadgenoot, Arkin (GGZ-instelling)

Page 17: Publicatie de zilveren woonladder

2010 3332 2010

kent dat met behulp van het Woonhotelenkele honderden mensen per jaar hunleven weer op de rails krijgen. Het bijzondereis dat je van buiten niet altijd ziet wie eencommerciële gast is en wie bewoner van hetWoonhotel. Mataheru: ‘iemand die in de pro-blemen zit, ziet er niet meteen anders uit’.Het is sinds 2008 crisis in de hotelsector,en dat werkt door in het commerciële deelvan het Woonhotel ook. Pas in 2011 wordthet eerste herstel verwacht. De crisis druktde prijzen, maar nog steeds heeft hetWoonhotel één van de grootste bezettings-graden in de sector. Ook komt een relatiefgroot aandeel van de gasten terug. Dat geeftvertrouwen in de toekomst.‘We hadden een kandidaat die na SOV(Strafrechtelijke Opvang Verslaafden) wasuitbehandeld en weer stabiel was, maargeen inkomsten en contacten met familiemeer. We zijn met deze kandidaat in zeegegaan en vervolgens is het contact met

de familie weer hersteld. De familie kon eendeel van de huur betalen. Na vijf maandenis deze persoon uitgestroomd naar bege-leid wonen.’

Draagvlak omgevingEen paar bewoners van de appartementenboven het Woonhotel heeft op een gegevenmoment geklaagd over overlast op straat,en daar de pers bijgehaald. Dat heeft tijdelijkvoor een slecht imago gezorgd, ook bij voorons belangrijke partners, zoals de deelge-meente Feyenoord. In samenwerking metB&W van Rotterdam heeft toen de stads-marinier een onderzoek ter plekke gedaan.Er bleek geen sprake te zijn van overlast,en dat heeft de lucht weer geklaard.

Toepasbaarheid van het WoonhotelDe eigenaar past hetzelfde concept nu ookin Eindhoven toe. Het Arthotel Eindhovenis gevestigd in het oude Philipsgebouw ‘de

Witte Dame’ met woningcorporatie Trudoals gebouw eigenaar. Het gebouw telt 277hotelsuites en 35 Woonhotel appartementen.Het concept kan in elke middelgrote stadwaar er een hotelaanbod is, en waar kwets-bare personen tussen wal en schip dreigente vallen. Voor een goede exploitatie zijnwel minimaal 75 commerciële hotelkamersnodig.

Tips:Je moet durven!Mensen met een sociaal probleem zijngeen enge mensen!Smeed de contacten, met maatschappe-lijke organisaties waar mensen methuisvestingsvragen terecht komen.Combineer commerciële competentiemet maatschappelijke betrokkenheid.

AchtergrondTwee woningcorporaties in Rotterdam,Woonbron en Woonstad, willen in 2000met tijdelijke huisvesting voor kwetsbaregroepen hun rol als volkshuisvester meerinhoud geven. Gemeente en deelgemeentenzorgen voor de voorwaarden om het conceptte realiseren, zoals gronduitgifte en eenstedenbouwkundig vernieuwingsplan. Deeigenaar van het hotel is door de corporatieseerst gevraagd als kwartiermaker, en daarnaals exploitant.

DoelHet Woonhotel richt zich op mensen dieacuut huisvesting nodig hebben, maar dieniet meteen aan bod komen op de regulierewoningmarkt. Mensen komen plotselingop straat te staan als gevolg van echtschei-ding of huiselijk geweld, maar ook gedeti-neerden hebben lang niet altijd onderdakals ze vrij komen. Ook ex verslaafden dieuitstromen uit een afkicktraject of mensenmet een GGZ achtergrond (stabiel na eendepressie) kunnen in het Woonhotel terecht.Het is de bedoeling dat ze in het Woonhoteltot rust komen en binnen zes maanden door-stromen naar een gewone woning. Iedereen,arm en rijk, kan het overkomen dat je plot-seling op straat staat en kan in het Woon-hotel terecht. De huren zijn afhankelijkvan het inkomen.

ProjectomschrijvingHet negen verdiepingen tellend Woon- enArthotel is sinds 2005 in bedrijf. Het gebouwheet “Queen of the South“ en staat op derand van de deelgemeenten Charlois enFeijenoord. Het gebouw fungeert als entreenaar de wijk. Erboven zijn nog eens twaalflagen met appartementen die een aparteingang hebben.

De verliesgevende exploitatie voor het socialedeel krijgt aanvulling van de commerciëlehotelpoot, het Arthotel. Er zijn 106 Woon-hotelappartementen en 104 viersterren Art-hotelappartementen. Alle appartementenzijn door elkaar gevestigd in hetzelfdegebouw, met dezelfde ingang. Driedeliggrijs en casual gebruiken dezelfde liftenen gangen. De directie van het hotel vindtdat niemand een stigma verdient; iedereenheeft recht op zelfrespect en een menswaar-dig bestaan. Het resultaat is een magic mixvan viersterren hotelgasten en bewoners(bijzondere doelgroepen) met een huisves-tingshulpvraag in een kleurrijke en huiselijkesfeer. Ruim 70 maatschappelijke organisatiesverwijzen hun cliënten naar deze mogelijk-heid.

Onbeperkt houdbaarHoe waarborg je dat dit goed blijft lopen?Er worden intake gesprekken gevoerd met

Woonhotel RotterdamZilveren woonladder 2010

SamenwerkingspartnersWoonhotel Rotterdam bv., StichtingHumanitas, gemeente Rotterdam,deelgemeente Feijenoord, MCR Legerdes Heils, GGD Rotterdam Rijnmond,woningcorporaties Woonbron enWoonstad

de gegadigden voor het Woonhotel. Wat zijnde verwachtingen en intenties van de betref-fende persoon, wat zijn de mogelijkhedenen beperkingen? Hotelmanager Hans Mata-heru: het moet wel passen, niet iedereendie uit de maatschappelijke opvang komtvoelt zich op zijn gemak tussen gasten vaneen 4-sterrenhotel.Verder is de sfeer in het hotel enorm belang-rijk. Het gebouw straalt huiselijkheid uit.De sfeer van een familiehotel. Mataheru:‘Iemand die om commerciële of toeristischeredenen komt wil ook aandacht en waarde-ring. We staan als management en personeeldicht bij de gasten. We leveren geen stan-daard diensten’.Van het woongedeelte zijn gemiddeld 80één en tweepersoons appartementen bezet.De gemiddelde verblijfsduur is vierenhalvemaand. En 90% komt er zonder huis in engaat er met huis weer uit. Meestal stromenzij door naar reguliere huisvesting. Dat bete-

Page 18: Publicatie de zilveren woonladder

34

-

Colofon

34 Colofon

Dit is een publicatie van ministerie van BZK en VWS.

FotografieFloris Paalman (Nieuwe Energie Leiden, Martien SchaaperhuisAmsterdam, WWW Leeuwarden, VIP Diemen, YES go4itAmsterdam), Paul van de Werf (BiBa BidaBon Groningen),Lou Wolfs (Nieuwe Nachtegaal Rotterdam), Chris Lunstroo,gemeente Purmerend (Woon Villa Purmerend), Annet van denAkker, Joke Kanis, gg&gd Utrecht (Hostel de Hoek Utrecht),Mirja van der Stouwe (Woonhotel Rotterdam, Discus Amsterdam)

Page 19: Publicatie de zilveren woonladder