60
BEOORDELINGSRAPPORT Beperkte opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie Locatie Venlo voltijd Fontys Hogescholen

rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

BEOORDELINGSRAPPORT

Beperkte opleidingsbeoordeling

hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie Locatie Venlo

voltijd

Fontys Hogescholen

Page 2: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie
Page 3: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

Hobéon Certificering Datum

2 april 2013

Auditpanel

R.J.M. van der Hoorn MBA CMC

Prof. dr. D.J. Eppink

Drs. J. Bakker

W. Elstgeest

Secretaris

I.M. Gies Broesterhuizen

Lange Voorhout 14

2514 ED Den Haag

T (070) 30 66 800

F (070) 30 66 870

I www.hobeon.nl

E [email protected]

BEOORDELINGSRAPPORT

Beperkte opleidingsbeoordeling

hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie

Locatie Venlo voltijd

Fontys Hogescholen

CROHO nr. 34401

Page 4: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie
Page 5: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

INHOUDSOPGAVE

1. BASISGEGEVENS 1

2. SAMENVATTING 5

3. INLEIDING 9

4. OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN 11

5. ALGEMEEN EINDOORDEEL 29

6. AANBEVELINGEN 31

BIJLAGE I Scoretabel 33 BIJLAGE II Opleidingsspecifieke eindkwalificaties 35 BIJLAGE III Schematisch overzicht opleidingsprogramma 41 BIJLAGE IV Programma, werkwijze en beslisregels 43 BIJLAGE V Lijst geraadpleegde documenten 47 BIJLAGE VI Overzicht auditpanel 49

Page 6: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie
Page 7: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 1

1. BASISGEGEVENS

NAAM INSTELLING Fontys Hogescholen

status instelling (bekostigd of rechtspersoon

voor hoger onderwijs)

Bekostigd

resultaat instellingstoets kwaliteitszorg

Overgangsrecht is van toepassing

NAAM OPLEIDING (zoals in croho)

Bedrijfseconomie

registratienummer croho

34401

domein/sector croho

Economie

oriëntatie opleiding (hbo – wo)

Hbo

niveau opleiding

(associate degree – bachelor – master)

Bachelor of Economics

aantal studiepunten (ec’s)

240 ec

afstudeerrichtingen

-

locatie(s)

Venlo1

variant(en)

Voltijd

relevante lectoraten

Innovatiemanagement in Internationaal

Perspectief

datum audit / opleidingsbeoordeling

9 oktober 2012

1 De opleiding Bedrijfseconomie wordt door Fontys Hogescholen ook aangeboden in Eindhoven (zie

inleiding).

Page 8: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 2

Basisgegevens hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie, voltijd2

in-, door- en uitstroomgegevens van -zo mogelijk- de laatste 6 cohorten

Instroom (aantal)3

Cohort 2007 2008 2009 2010 2011 2012

voltijd4 157 120 204 171 191 Nb

Doorstroom propedeuserendement (in %) na 2 jaar

Cohort 2005 2006 2007 2008 2009 2010

voltijd Nb Nb Nb Nb Nb Nb

Uitstroom na 5 jaar (aantal)

Cohort 2002 2003 2004 2005 2006 2007

voltijd Nb Nb Nb 59 60 67*

* Aantal uitstroomde studenten na 4 jaar.

uitval (percentage)

voltijd (A)5 2006 2007 2008 2009 2010 2011

37% 53% 39% 27% Nb Nb

voltijd (B)6 2005 2006 2007

Nb Nb Nb

rendementen7 (percentage) 2004 2005 2006 2007

voltijd Nb 52% 46% 34%*

* Percentage na 4 jaar.

docentkwaliteit bachelor8 bachelor master Phd

voltijd 19% 72% 9%

gerealiseerde docent–student ratio9

voltijd Per 31-03-2012

Aantal docenten: 22 (+ 3 gastdocenten)

Aantal FTE: 21,2 (+0,2 FTE gastdocenten)

1:24,1 (inclusief gastdocenten 1:23,8)

2 Bron: Basisgegevens opleidingsbeoordeling ‘Indicatoren en definities’, Nederlands-Vlaamse

Accreditatieorganisatie, 11 september 2012. Vanwege het feit dat de definities van NVAO zijn ge(her)formuleerd, zijn sommige gegevens, zo geeft Fontys aan, conform die definities niet beschikbaar (=Nb).

3 De opleiding in Venlo profileert zich over de grenzen en vindt dat de regio niet ophoudt bij de Duitse grens. Sinds een aantal jaren neemt de instroom van Duitse studenten toe en wordt er actief geworven bij de Oosterburen. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke instroom van Duitse studenten, die een derde uitmaakt van het totaal aan instromende studenten en een gemengde Nederlands-Duitse (en Engelstalige) cultuur binnen de school.

4 In 2011 had van de 191 studenten 22 studenten een Nederlandse nationaliteit en 10 studenten een Internationale, maar geen Duitse nationaliteit. De cijfers in 2012 geven een verdere groei aan van Nederlandse (27) en niet Duitse studenten (15) in de internationale stroom weer.

5 (A) Het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij de opleiding staat ingeschreven, zo mogelijk voor de laatste zes cohorten waarvan volledige tellingen beschikbaar zijn.

6 (B) Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten, dat zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijft (herinschrijvers) dat in de nominale studieduur alsnog uitvalt uit de opleiding, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten waarvan volledige tellingen beschikbaar zijn.

7 Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten, dat zich na het eerste studiejaar opnieuw bij de opleiding inschrijft (herinschrijvers) dat het bachelordiploma haalt in de nominale studieduur + één jaar, zo mogelijk voor de laatste drie cohorten waarvan volledige tellingen beschikbaar zijn.

8 Het aandeel docenten met een master of PhD. 9 De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven voltijd studenten en het totaal aantal fte’s aan

onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar.

Page 9: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 3

contacturen10 (gemiddeld aantal per week) 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar

voltijd 20 21,5 40

werkplek-

leren

(exclusief

minor)

21

40 werkplek-leren +

1,5 uur per week

begeleiding vanuit

opleiding

10 Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de

opleiding.

Page 10: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 4

Page 11: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 5

2. SAMENVATTING

De brede multidisciplinaire hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie in Venlo (BE-V)11, die

Fontys in een voltijdvariant aanbiedt, is gepositioneerd onder het instituut Fontys International

Business School (FIBS). Zij leidt studenten op voor de functie van de internationaal opererende

business controller ofwel tot uitvoerende, internationaal georiënteerde professionals in het

economische domein.

1. Beoogde eindkwalificaties

De beoogde eindkwalificaties van BE-V zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie duidelijk

geconcretiseerd. Zij sluiten aantoonbaar aan bij de indeling en concretisering van de

(domein)competenties uit het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel.

BE-V is geënt op het brede multidisciplinaire vakgebied bedrijfseconomie, waarbij

afgestudeerden terechtkomen in uiteenlopende (start)functies (vb. hoofd financiële

administratie, business controller, treasurer en business consultant) in vrijwel alle sectoren.

Dit eindniveau, dat direct is overgenomen van het landelijke profiel, sluit qua reikwijdte en

complexiteit aan bij de Dublin Descriptoren.

Ook de doelstelling, die BE-V heeft ten aanzien van toegepast onderzoek ‘het zelfstandig

verrichten van praktijkgericht onderzoek’, is direct afgeleid van de doelstelling uit het landelijke

profiel.

Validatie en onderhoud van de beoogde eindkwalificaties gebeurt structureel door het brede

netwerk van de opleiding (o.a. Raad van Advies, werkveldcommissie BE-V, deelname aan het

landelijke vakoverleg, contact met het internationale werkveld en overleg met de vestiging in

Eindhoven).

Een bijzonder sterk punt vindt het auditpanel de strategische en operationele inkleuring ‘het

kunnen opereren in een internationale, globaliserende omgeving’. De unieke euregionale en

internationale omgeving waarin BE-V zich bevindt, biedt haar de mogelijkheid om zich te

onderscheiden. Het in samenspraak met haar omgeving verder ontwikkelen van de uitsplitsing

van de profilering op ‘Internationalisering’ naar regio (Nederlands-Duitse en internationale

werkomgeving) en het nader uitwerken van ‘het omgaan met duurzaamheid’ behoeft aandacht,

maar doet niets af aan het positieve oordeel van het auditpanel. Doordat de eigen inkleuring

van de competentie ‘Internationalisering’ een duidelijk herkenbare plaats heeft in de

eindkwalificaties en doordat de opleiding ter bevordering van de actualiteit van de

eindkwalificaties veelvuldig contact onderhoudt met zowel het nationale als met het

internationale beroepenveld, komt het auditpanel voor de voltijdvariant van BE-V zonder meer

tot het oordeel ‘goed’.

2. Onderwijsleeromgeving

Met de volgende punten voldoet BE-V naar de mening van het auditpanel aan de basiskwaliteit,

waardoor studenten in staat worden gesteld om de beoogde eindkwalificaties te realiseren:

De inhoud en de vormgeving van het programma stelt de studenten in staat de beoogde

eindkwalificaties te bereiken. De inhoudelijke basis van de opleiding wordt gevormd door de

leerdoelen die in relatie staan met de opleidingscompetenties.

11 Door haar internationale profilering gebruikt Fontys voor de vestiging in Venlo tevens de werknaam

‘International Business Economics’.

Page 12: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 6

BE-V borgt de samenhang per studiejaar door het programma op te bouwen in

leerarrangementen rondom thema’s (vb. Business Administration, International Business,

Sustainable Innovation, Financial Reporting). De samenhang over de verschillende

studiejaren komt tot stand door de programma’s met leerlijnen en een toenemende

complexiteit in opdrachten in te richten.

Om de afgestudeerde voldoende onderzoeksvaardigheden mee te geven heeft BE-V een

onderzoekslijn geïmplementeerd. Studenten leren om in de praktijk, in relatief complexe

situaties en op een methodische manier bedrijfsproblemen te analyseren, uit te werken en

op te lossen.

Door de deskundigheidsbevordering en het brede netwerk van het docententeam houdt BE-

V haar programma actueel. Het docententeam is daarnaast voldoende gekwalificeerd voor

de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van de programma’s. Circa

72% van de docenten beschikt over een master- en 9% over een PhD-graad. Bovendien

beschikt 65% van de docenten over ruime bedrijfservaring en beschikt 86% van de

docenten over een didactische kwalificatie. De drie nieuwe docenten, die momenteel een

didactische opleiding volgen, zullen binnenkort over een didactische kwalificatie beschikken.

De studenten zijn tevreden over de inhoudelijke deskundigheid, bereikbaarheid en

betrokkenheid van de docenten en over de inbreng van hun praktijkervaring tijdens de les.

Ook de opleidingsspecifieke voorzieningen die studenten toegang bieden tot de benodigde

vakliteratuur, boeken, tijdschriftartikelen en krantenartikelen zijn toereikend voor de

realisatie van de programma’s.

Het auditpanel is bijzonder positief over de deugdelijke uitwerking van de profilering op het

thema Internationalisering vanuit de leerdoelen in het programma (vb. internationale thema’s,

onderwijs in verschillende talen, een multiculturele samenstelling van de studentpopulatie en

studiemogelijkheden in het buitenland). De nieuwe indeling in een internationale en euregionale

classroom maakt een werkveldspecifieke inkleuring mogelijk. De (inter)nationale samenstelling

en meertaligheid van het docentteam sluit daar goed bij aan. Ook de aandacht voor de

profilering op Duurzaamheid krijgt voldoende aandacht in het programma, mede door de

inbreng van het lectoraat. Ondanks deze sterke punten, die het oordeel ‘goed’ zouden

rechtvaardigen, zijn enkele verbeteringen denkbaar (het tot wasdom komen van de inhoud van

het programma door de uitsplitsing naar een euregionale en internationale classroom, het

doorontwikkelen van de bestaande onderzoekslijn, de interactie tussen onderwijs en onderzoek,

het doorvoeren van de plannen op de aanstaande vergrijzing van het docententeam en het

verhogen van het algemene voorzieningenniveau), waarmee BE-V de kwaliteit van het

onderwijs niet alleen nu, maar ook in de toekomst (bij verdere groei van het studentenaantal)

blijft garanderen. Door deze verbeterpunten vindt het auditpanel het oordeel ‘goed’ net niet

van toepassing. Het komt dan ook voor de voltijdvariant van BE-V tot het oordeel (ruim)

‘voldoende’.

3. Toetsing en beoordeling

Het systeem van toetsing deugt en sluit aan bij de inhoudelijke ordening van BE-V, bij de

opleidingscompetenties en bij de leerdoelen. De toetsen en de beoordeling ervan zijn door

diverse kwaliteitsborgende mechanismen valide en betrouwbaar en door de

studiehandleidingen voor studenten inzichtelijk. De examencommissie ontwikkelt zich naar het

in de praktijk (ten aanzien van haar inhoudelijke naast haar formele taken) volledig

functioneren volgens de Wet Versterking Besturing (WHW).

Op basis van een zorgvuldige analyse van de eindproducten, de evaluatie-uitkomsten en de

gesprekken die het auditpanel had tijdens de visitatie, vindt het auditpanel dat de studenten van

BE-V het gerealiseerde hbo-bachelorniveau hebben waar het werkveld om vraagt. De mening

van het werkveld over het hbo-bachelorniveau van de studenten was voor het auditpanel tevens

van invloed om tot het positieve oordeel te komen.

Page 13: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 7

Het gaat er vanuit dat BE-V, zoals beoogt, aan de slag gaat met het borgen van de geïnitieerde

verbeteringen in de afstudeerfase (het concreter formuleren van onderzoeksvragen/-opzet en

diepgang van de methodologie) en met de consistente inbedding daarvan in de onderzoekslijn.

Het auditpanel komt daarom voor de voltijdvariant van BE-V tot het oordeel ‘voldoende’.

Algemene conclusie:

Voor het auditpanel is in de beoogde eindkwalificaties en de uitwerking van het programma van

BE-V duidelijk zichtbaar dat de opleiding aansluit bij de doelstellingen van FIBS. Studenten en

docenten hebben in de onlangs geoperationaliseerde internationale en euregionale classrooms

aandacht voor andere culturen en hebben oog voor duurzaamheid en ethisch verantwoord

handelen. Een bijzonder sterk punt vindt het auditpanel de strategische en operationele

inkleuring van de opleiding in het eigen opleidingsprofiel en in de onderwijsleeromgeving. De

unieke omgeving waarin BE-V zich bevindt, biedt haar de mogelijkheid om zich te

onderscheiden van andere opleidingen Bedrijfseconomie in Nederland. Ook de (inter)nationale

samenstelling en meertaligheid van het docentteam en de aandacht voor de profilering op

Duurzaamheid in het programma sluit aan bij de ambities van BE-V. Als het auditpanel

uitsluitend zou kijken naar deze onderwerpen, dan zou hij tot het oordeel ‘goed’ komen.

Naast deze sterke punten zijn er niettemin verbeteringen denkbaar, waardoor de opleiding nog

niet overal systematisch boven de basiskwaliteit uitsteekt. Om zich verder te ontwikkelen zijn

zoals hierboven beschreven verbeteringen denkbaar in de onderwijsleeromgeving en in het

toetsen en beoordelen. Het auditpanel vindt dat, ondanks deze verbetermogelijkheden, het

gerealiseerde eindniveau van BE-V studenten voldoet aan het hbo-bachelorniveau van een

beginnend beroepsbeoefenaar. Het auditpanel komt daarom in het totale oordeel van de

voltijdvariant van BE-V tot (ruim) ‘voldoende’.

2 april 2013

R.J.M. van der Hoorn MBA I.M. Gies Broesterhuizen

Voorzitter Secretaris

Page 14: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 8

Page 15: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 9

3. INLEIDING

Positionering

Het instituut Fontys International Business School in Venlo (FIBS) verzorgt de hbo-

bacheloropleidingen International Business Economics (Bedrijfseconomie), Internationale

Marketing (Commerciële Economie) en Internationale Business en Management Studies.

In samenwerking met de Fachhochschule fur Oekonomie & Management (Duitsland) en de

University of Plymouth (Groot Brittannië) biedt zij tevens de opleidingen Master of Business

Administration en Master of Science Business & Management aan. FIBS leidt studenten uit

verschillende landen op tot hoogwaardige bachelors, die goede perspectieven hebben op de

Nederlandse en buitenlandse arbeidsmarkt. Studenten en docenten hebben in internationale en

euregionale classrooms aandacht voor andere culturen en hebben oog voor duurzaamheid en

ethisch verantwoord handelen12. FIBS onderhoudt daarbij een uitgebreid netwerk van

(internationale) bedrijven, organisaties en onderwijsinstellingen.

Karakteristiek

Het College van Bestuur van Fontys Hogescholen stimuleert de samenwerking tussen de beide

vestigingen in Venlo en in Eindhoven. Niettemin kent elk vestiging haar eigen karakteristiek:

De opleiding Bedrijfseconomie in Venlo (BE-V), die wordt aangeboden in een voltijdvariant,

heeft zich in de afgelopen 25 jaar ontwikkeld van een lokale bedrijfseconomische opleiding,

via een bedrijfseconomische opleiding voor de Nederlandse en Duitse markt naar een

internationaal opererende bedrijfseconomische opleiding. De brede multidisciplinaire

opleiding leidt studenten op voor de functie van de internationaal opererende business

controller13 ofwel tot een uitvoerende, internationaal georiënteerde professional in het

economische domein. De opleiding is met haar profilering, zo geeft Fontys aan, vrij uniek in

Nederland.

De opleiding Bedrijfseconomie in Eindhoven (BE-E), die wordt aangeboden in een voltijd- en

een deeltijdvariant, focust zich met een brede bachelor Bedrijfseconomie op het Nederlandse

werkveld.

Vorige accreditatie

De vorige accreditatie van de opleiding Bedrijfseconomie in Venlo vond plaats in 2006. De

opleiding is toen positief beoordeeld. Sindsdien zijn de betreffende aandachtspunten door de

vestiging aantoonbaar opgepakt en zijn er verbeteringen doorgevoerd (zie Tabel 1 –

Verbeteringen audit).

Genomen maatregelen n.a.v. vorige audit

Inrichting van een werkveldcommissie bedrijfseconomie (BE-V) samengesteld uit leden van de Raad van Advies.

De opleidingscompetentiematrix werd verder uitgewerkt met prestatie-indicatoren op ieder niveau.

Met betrekking tot de studielast werd een meer evenwichtig curriculum (blauwdruk per cohort) ingevoerd.

De directie heeft de samenwerking met de middelbare scholen geïntensiveerd.

Er werd een specifiek marketingplan opgesteld en uitgevoerd in het kader van de werving op de Nederlandse markt.

12 FIBS onderhoudt contacten met circa 80 buitenlandse partner universiteiten in meer dan 40 landen

waar jaarlijks circa 250 FIBS studenten hun exchange semester doorbrengen en waarvan FIBS ongeveer 200 studenten in Venlo mag verwelkomen.

13 Een controller is binnen het managementteam met de portefeuille financiën als eerste verantwoordelijk voor de financiële sturing van de organisatie en grote organisatieonderdelen.

Page 16: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 10

Genomen maatregelen n.a.v. vorige audit

Het beleid van de opleiding aangaande het onderwijsrendement is aangescherpt in een duidelijke visie (een juiste werkhouding ‘komen, meedoen en scoren’ vanaf de eerste studiedag is succesvol voor de resultaten en de ontwikkeling van de student) en meer geconcentreerd in het operationele studieloopbaanprogramma van de opleiding. De opleiding heeft dan ook het toetsmoment in de propedeuse vervroegd, de studieloopbaanbegeleiding verstevigd door het voeren van individuele gesprekken om de juiste werkhouding aan te brengen en problemen vroegtijdig te signaleren en een systeem van Studie Voortgangs Indicatoren ingesteld.

Er werd een jaarlijkse ronde van contracterings- en beoordelingsgesprekken ingevoerd met als vast onderdeel persoonlijke ontwikkeling. Vanaf 2005 houdt de opleiding jaarlijks gezamenlijke studiedagen.

De huisvesting werd over de gehele campus gemoderniseerd en uitgebreid.

Tijdige invoering van studieresultaten in Progress wordt gemonitord door de staf in samenwerking met

de opleidingsmanager.

Regelmatig worden er evaluaties (enquêtes) gehouden onder docenten, studenten en afgestudeerden. Tevens worden er met studenten breakfastmeetings gehouden aangaande de kwaliteit van de opleiding.

Tabel 1 – Doorgevoerde verbeteringen n.a.v. vorige audit

Page 17: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 11

4. OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN

Beoogde eindkwalificaties

Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat inhoud, niveau

en oriëntatie betreft geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen.

Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau (bachelor–master) en oriëntatie (hbo–wo) binnen het Nederlands kwalificatieraamwerk. Zij sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding.

Bevindingen

Inhoud eindkwalificaties

De acht opleidingscompetenties van de hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (BE-V), die het

instituut Fontys International Business School (FIBS) in een voltijdvariant aanbiedt in Venlo,

sluiten aantoonbaar aan bij de indeling en concretisering van de (domein)competenties uit het

landelijke beroeps- en opleidingsprofiel14. De opleiding heeft deze landelijke eindkwalificaties

aangevuld met de competenties ‘Internationalisering’ en ‘Duurzaamheid’, waardoor het profiel

een eigen inkleuring krijgt (zie Tabel 2 en Bijlage II – Opleidingsspecifieke eindkwalificaties).

Deze competenties zijn herkenbaar afgeleid van de visie en missie van FIBS om een positieve

bijdrage te leveren aan gezonde sociaal-economische verhoudingen in een internationale

samenleving en aan een duurzame economie.

Opleidingsprofiel BE-V

Competenties

Inhoudelijke competenties

1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen 2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de Administratieve Organisatie 3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico's 4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming. 5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden 6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel-economisch en

fiscaal terrein aan belanghebbenden

Algemene competenties

7. Sociale en communicatieve competenties (interpersoonlijk, organisatie) 8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)

FIBS-specifieke competenties

9. Opereren in een internationale globaliserende omgeving 10. Omgaan met duurzaamheid

Tabel 2 – Opleidingsprofiel BE-V

Profilering

BE-V onderscheidt zich ten opzichte van andere opleidingen Bedrijfseconomie in Nederland op

de internationale context, zo geeft zij tijdens de audit aan. Van een International Business

Economist mag worden verwacht dat hij internationaal georiënteerd, maatschappelijk

verantwoord en op basis van praktijkgericht toegepast onderzoek, de financiële,

administratieve en informatieve domeinen van een organisatie kan beheersen in de rol van

business controller. Daarbij is een proactieve, initiërende en ondernemende houding nodig ten

behoeve van een praktijkgerichte bedrijfseconomische ondersteuning van directies en

management. In deze rol moet de bedrijfseconoom goed kunnen communiceren en

samenwerken met andere disciplines en in een internationale, multiculturele omgeving met oog

voor duurzame ontwikkelingen kunnen functioneren.

14 Bron: Landelijk opleidingsprofiel Bedrijfseconomie, Landelijk Overleg Opleidingen Bedrijfseconomie,

september 2010.

Page 18: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 12

Het auditpanel is bijzonder onder de indruk van de stevige uitwerking van deze profilering in de

eindkwalificaties. De omgeving waar de opleiding zich in bevindt is uitermate geschikt om deze

ambitie te verwezenlijken. Het auditpanel raadt de opleiding aan om in samenspraak met haar

omgeving de profilering nader uit te werken door onderscheid te maken tussen profilering op

het euregionale (Nederlands-Duitse werkomgeving) en internationale werkveld, zoals de

opleiding dat in haar plan van aanpak ook beoogt voor 2016 (zie H6 – Aanbevelingen).

De opleiding besteedt naast de specifieke competentie ‘Het opereren in een internationale,

globaliserende omgeving’ in haar eindkwalificaties ook aandacht aan ‘Het omgaan met

duurzaamheid’. Het auditpanel geeft BE-V ter overweging om deze focus nader uit te werken

en al dan niet te integreren met de profilering op de internationale context.

Toegepast onderzoek

Het landelijke profiel heeft ten aanzien van onderzoek de volgende doelstellingen: A) studenten

kunnen zelfstandig argumentaties opstellen en verdiepen voor het oplossen van

bedrijfsproblemen op bedrijfseconomisch terrein en B) studenten hebben de vaardigheid om

relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel een oordeel te vormen dat

mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke of ethische

aspecten. Het zelfstandig verrichten van praktijkgericht onderzoek is, in aansluiting op deze

landelijke doelstelling, een belangrijke uitgangspunt voor BE-V. De student laat in het

afstudeeronderzoek zien dat hij of zij in staat is om zelfstandig in de praktijk, in relatief

complexe situaties, op een methodische manier en op HBO werk- en denkniveau

bedrijfsproblemen te analyseren, uit te werken en op te lossen. Het auditpanel vindt deze

doelstelling passend voor een student van de hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie.

Niveau en oriëntatie eindkwalificaties

BE-V neemt in haar concretisering van het niveau en de oriëntatie de uitwerking van de Dublin

Descriptoren en de relatie tussen de (domein)competenties, zoals beschreven in het landelijke

beroeps- en opleidingsprofiel Bedrijfseconomie, over. Zij hanteert bovendien drie

beheersingsniveaus, die gekoppeld zijn aan elke opleidingsfase:

Niveau 1: hoofdfasebekwaam (afronding propedeusefase);

Niveau 2: afstudeerbekwaam (afronding hoofdfase);

Niveau 3: startbekwaam (afronding afstudeerfase).

De opleiding leidt vooralsnog op tot de graad van Bachelor of Economics15. Zij is geënt op het

brede multidisciplinaire vakgebied bedrijfseconomie, waarbij afgestudeerden in de praktijk

verantwoordelijk zijn voor het beheersbaar maken van de financiële, administratieve en

informatieve domeinen in een organisatie. Het brede karakter van BE-V16 is de basis voor een

breed scala aan financieel-economische, administratieve en informatieve functies zoals hoofd

financiële administratie, assistent acccountant, business controller, treasurer,

bedrijfseconomisch stafmedewerker, financieel adviseur, informatiemanager en business

consultant, die een afgestudeerde bedrijfseconoom na zijn studie kan vervullen. Deze functies

komen in bedrijven en instellingen in vrijwel alle sectoren voor. Het werkveld waar een

afgestudeerde in terecht komt, is dan ook zeer breed.

Actualiteit eindkwalificaties Bij het totstandkomen van het profiel zijn (inter)nationale vakgenoten en vertegenwoordigers van de beroepspraktijk betrokken. De opleiding valideert en onderhoudt de beoogde

eindkwalificaties structureel op de verschillende niveaus (zie tabel 3 – Netwerk BE-V).

15 Het Landelijke Overleg Bedrijfseconomie Opleidingen bereidt in 2012 de overgang naar de graad

Bachelor of Business Administration voor. 16 De basis van de opleiding is Bedrijfsadministratie en Bestuurlijke informatievoorziening met de

kernkennisgebieden Financial Accounting, Management Accounting en Finance. Ondersteunende kennisgebieden zijn Strategisch Management, Management & Organisatie, Marketing, Privaat & Belastingrecht, Logistiek en Algemene Economie.

Page 19: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 13

Het auditpanel heeft daarnaast waardering voor de uitgevoerde benchmark van internationale

opleidingen Bedrijfseconomie bij internationale partnerhogescholen en internationale studenten17 en de afstemming met de werkveldcommissie BE-V. BE-V is goed op de hoogte van de eisen die internationale vakgenoten stellen aan het bedrijfseconomisch theoretisch kader van de opleiding en de eisen die de euregionale beroepspraktijk stelt aan de te vervullen functies. Uit de gesprekken met het management en de docenten is tevens gebleken dat BE-V voldoende op de hoogte is van de ontwikkelingen in het (inter)nationale werkveld. Door het veelvuldig contact met het nationaal, euregionaal en internationaal opererende beroepenveld

en (inter)nationale vakgenoten houdt BE-V haar eindkwalificaties actueel. Voorbeelden van contact met het beroepenveld en het vakgebied

Beroepenveld Het overleg met de landelijke Raad van Advies aangaande ontwikkelingen in het vakgebied van de bedrijfseconoom heeft geleid tot de profilering van de opleiding naar de functie van business controller.

De werkveldcommissie BE-V en de Raad van Advies van FIBS18 adviseren de opleiding over euregionale en internationale ontwikkelingen in het werkveld (van de bedrijfseconoom). Deze adviezen zorgen voor de euregionale verankering van de Nederlandse en Duitse handelsbetrekkingen in de opleiding.

Docenten hebben contact met internationale vakgenoten bijvoorbeeld met internationale controllers via het jaarlijkse controllersforum in Amsterdam en Stuttgart. Dit zorgt voor actuele input in de opleiding bij o.a. balanced scorecard, internal audit, risicomanagement en green controlling.

Vakgebied

De opleidingsmanager vertegenwoordigt BE-V in het landelijk overleg opleidingen bedrijfseconomie (LOOBE) en in externe contacten met stakeholders. In een specifieke werkgroep van het LOOBE is er regelmatig contact met opleidingen die ook een internationale (Engelse) variant van de Nederlandse opleiding Bedrijfseconomie voeren. Dit heeft geleid tot het aanscherpen van de toelatingscriteria met betrekking tot het niveau Engels van de studenten in de Engelse variant.

BE-V heeft regelmatig contact met de Fontys-opleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy in Eindhoven (onder andere over de invulling van de eindkwalificaties). Dit contact heeft er toe geleid dat beide vestigingen invulling konden geven aan een eigen profiel.

BE-V heeft door het grote internationale netwerk van (ruim 70) partnerhogescholen van FIBS contact met meerdere internationale hogescholen die ook de opleiding

Bedrijfseconomie verzorgen19.

Door de interactie met het lectoraat ‘Innovatiemanagement in Internationaal Perspectief’ van FIBS is de competentie ‘omgaan met duurzaamheid’ aan het opleidingsprofiel toegevoegd.

Tabel 3 – Netwerk BE-V

Weging en Oordeel

Oordeel BE-V Voltijd: Goed

De voltijdopleiding Bedrijfseconomie in Venlo heeft naar het oordeel van het auditpanel op

duidelijke wijze de aansluiting met de (inter)nationale eisen vastgelegd, welke hun oorsprong

vinden in het landelijk opleidingsprofiel. De inhoud van de beoogde eindkwalificaties, die een

afgestudeerde BE-V moet kunnen vervullen als beginnend beroepsoefenaar, zijn zorgvuldig

beschreven en passend in het licht van het beroep en de werkzaamheden als bedrijfseconoom.

17 Via het internationale netwerk van FIBS en de internationale contacten van BE-V-docenten heeft de

opleiding in het voorjaar van 2012 een internationale benchmark uitgevoerd voor haar positionering naar de opzet en inrichting van bedrijfseconomische opleidingen. Dit onderzoek is uitgezet onder incoming en outgoing exchange studenten en de partnerhogescholen van FIBS. De benchmark heeft geleid tot de voorlopige conclusie, dat het niveau van de bedrijfseconomische competenties aansluit bij de eisen van de internationale vakgenoten en dat het theoretisch kader voldoet aan de eisen van internationale vakgenoten ten aanzien van de beoogde eindkwalificaties.

18 De directie, opleidingsmanagers en docenten overleggen driemaal per jaar met de Raad van Advies. De Raad van Advies kent een werkveldcommissie per opleiding die eveneens driemaal per jaar overleggen. Afhankelijk van het onderwerp zijn hierbij docenten aanwezig.

19 Het auditpanel kan zich voorstellen dat BE-V de interactie met enkele van deze instellingen (in het verlengde van haar ambitie) op termijn versterkt.

Page 20: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 14

De opleiding hanteert voor het bachelorniveau na vier jaar het competentieniveau drie, zoals

dat in het landelijke profiel is beschreven. Dit niveau sluit qua reikwijdte en complexiteit aan bij

de Dublin Descriptoren. Ook het type beroep waarvoor BE-V opleidt is duidelijk uitgewerkt.

De doelstelling die BE-V heeft ten aanzien van toegepast onderzoek is direct afgeleid van de

doelstelling uit het landelijke profiel. Validatie en onderhoud van de beoogde eindkwalificaties

vindt door de opleiding structureel en op verschillende niveaus plaats (o.a. Raad van Advies,

werkveldcommissie BE-V, deelname aan het landelijke vakoverleg en contact met het

internationale werkveld). De beoogde eindkwalificaties zijn daarom wat betreft inhoud, niveau

en oriëntatie duidelijk geconcretiseerd en actueel, waarmee de opleiding in Venlo voldoet aan

de basiskwaliteit.

Een bijzonder sterk punt vindt het auditpanel de strategische en operationele inkleuring van de

opleiding en de verankering van de specifieke FIBS-competentie ‘Het opereren in een

internationale, globaliserende omgeving’ in het eigen profiel. BE-V leidt studenten op tot

internationaal opererende business controller, van wie verwacht wordt dat deze in een

ondernemende omgeving zorg draagt voor de beheersing van de financiële, administratieve en

informatieve domeinen in een organisatie. De unieke omgeving waarin BE-V zich bevindt, biedt

haar de mogelijkheid om zich te onderscheiden van andere opleidingen Bedrijfseconomie in

Nederland.

Dat BE-V nog niet is toegekomen aan het in samenspraak met haar omgeving uitwerken van

deze profilering en zij daarnaast minder aandacht lijkt te hebben voor ‘Duurzaamheid’, vindt

het auditpanel minder relevant voor zijn oordeel. Doordat de eigen inkleuring van de

competentie ‘Internationalisering’ een sterk herkenbare plaats heeft in de eindkwalificaties en

de opleiding ten behoeve van de actualiteit veelvuldig contact onderhoudt met zowel het

nationale als het internationale beroepenveld en vakgenoten, komt het auditpanel voor de

voltijdvariant van BE-V zonder twijfel tot het oordeel ‘goed’.

Page 21: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 15

Onderwijsleeromgeving Standaard 2: Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen

maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te

realiseren.

Toelichting NVAO: De inhoud en vormgeving van het programma stellen de toegelaten studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te bereiken. De kwaliteit van het personeel en van de opleidingsspecifieke voorzieningen is daarbij essentieel. Programma, personeel en voorzieningen vormen een voor studenten samenhangende onderwijsleeromgeving.

Bevindingen

Opbouw Onderwijsleeromgeving

In een opleidingscompetentiematrix beschrijft BE-V concreet welke opleidingscompetentie (zie

standaard 1 – Eindkwalificaties) met bijbehorende prestatie-indicatoren de student binnen welk

leerarrangement en op welk beheersingsniveau dient te beheersen. In het CLOTS-schema20

heeft de opleiding de leerarrangementen vervolgens accuraat uitgewerkt naar leerdoelen,

toetsvormen en de te behalen studiepunten. In onderstaande tabel volgt een kort overzicht van

de opbouw van het programma, zoals opgenomen in het CLOTS-schema (zie Bijlage III –

Uitgebreid Schematisch Programmaoverzicht). Propedeuse Hoofdfase Afstudeerfase

Sem.1 (30 ec)

Sem. 2 (30 ec)

Sem. 3 (30 ec)

Sem. 4 (30 ec)

Sem. 5 (30 ec)

Sem. 6 (30 ec)

Sem. 7 (30 ec)

Sem. 8 (30 ec)

Op opleiding Op opleiding Work placement

(in buitenland) op opleiding

Op opleiding Graduation Assignment

Propedeuse Learning Arrangements (PLA) (vb. Finance, International Business, Law)

Hoofdfase Learning Arrangements (HLA) (vb. Business Administration, Sustainable Innovation, Business Information System)

Verbredende of verdiepende minor (Fontysbrede of FIBS-minoren21)

Afstudeer Learning Arrangements (ALA) (vb. Financial Reporting, Taxes, Management Skills)

Tabel 4 – Opbouw programma BE-V

Vormgeving Onderwijsleeromgeving

De onderwijskundige vormgeving en didactische keuzes zijn gebaseerd op de principes van het

student- en competentiegericht leren en opleiden. Dit vindt bij BE-V plaats in realistische,

betekenisvolle en sociale (echte of gesimuleerde praktijk)situaties, die aansluiten bij de

belevingswereld van de student. Studenten van BE-V kenmerken zich door een wisselwerking

tussen een gedegen financieel-economische basis van praktijk en theorie en tussen ervaren en

reflecteren (zelfsturen vermogen). De opleiding hanteert hiervoor een didactisch concept van

leerlijnen met daarbij passende werkvormen (zie Tabel 5 – Vormgeving programma).

20 In het CLOTS-schema wordt de koppeling tot stand gebracht tussen competenties, leerdoelen,

onderwijseenheden (leerarrangementen), toetsen en studiepunten. 21 Voorbeelden van minoren: International Business Management, Ondernemerschap, Global Development

Issues, Financiële Planning, Academische Oriëntatie, Buitenlandminor.

Page 22: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 16

Onderwijsleeromgeving: ‘Vijfleerlijnenmodel’22

Praktijkleerlijn; Naast een aantal kortstondige bedrijfscontacten in de leerarrangementen en het mini-

onderneming project23

, kent het programma twee intensieve praktijkcomponenten: de stage en het

afstudeerproject. Werkvormen: Excursies, bedrijfsopdrachten, de stage en het afstudeerproject zijn de werkvormen van leerarrangementen in de praktijkleerlijn.

Theorieleerlijn; De landelijke BoKS24 bepaalt in hoge mate de programma-inhouden van de meer theoretische leerarrangementen voor de beroepspraktijk relevante basiskennis, concepten, theorieën, trends en informatiebronnen. Werkvormen: cursussen

Vaardigheidsleerlijn; Vormgegeven door een diversiteit aan vereiste vaardigheden zoals taalvaardigheden, presentatie-, rapportage-, onderzoeks-, bedrijfsadministratieve, wiskundige, sociale, informatietechnologische, management- en persoonlijke vaardigheden. Werkvormen: Trainingstrajecten

Integratieleerlijn; Het leren projectmatig en onderzoeksmethodisch praktijkproblemen aan te pakken loopt als een rode draad door de opleiding. Werkvormen: Onderzoeksopdrachten, casusstudies, probleemgestuurde projecten en ondernemingsprojecten.

Studieloopbaanbegeleiding; De studentbegeleiding ontwikkelt zich vanuit aanbodgericht, informatief en oriënterend naar meer vraaggestuurd, professioneel en zelfstandig. Werkvormen: Individuele gesprekken en groepsintervisies

Tabel 5 – Vormgeving programma BE-V

Hieronder volgen enkele voorbeelden die een voor studenten herkenbare samenhang binnen de

opleiding aantonen:

De horizontale samenhang is bijvoorbeeld zichtbaar in de leerarrangementen door middel

van doorlopende leerinhouden (vb. PLA3 Accounting en PLA11 Accounting of HLA2 Business

Information Systems 1 en HLA10 Business Information Systems 2).

De verticale samenhang komt tot uitdrukking in de concentrische opbouw van het

curriculum. De competentieniveaus zijn beschreven vanuit het perspectief van toenemende

complexiteit van de taak en de context en de toenemende mate van zelfstandigheid van de

student in de leerarrangementen. Zo legt BE-V in de propedeuse (oriëntatie) de basis voor

de hoofd- en afstudeerfase (verbreden, verdiepen en integreren) en zijn de buitenschools

programma’s (vb. HLA8 Mini Company, HLA17 stage en ALA12 afstuderen) een integrale

toepassing van de vijf leerlijnen in een (echte) praktijkomgeving.

Inhoud Onderwijsleeromgeving

De volgende onderdelen van de programma-inhoud worden door de studenten in het Nationale

Studenten Enquête (NSE) 2012 met ruim voldoende beoordeeld (vijfpuntsschaal): het niveau

van de opleiding (3,65), de aansluiting van de inhoud bij actuele ontwikkelingen (3,61), het

aanleren van een kritische houding (3,67), het functioneren in een professionele context

(3,70), communicatieve vaardigheden (3,98) en het samenwerken met anderen (4,17). Het

auditpanel beschouwt de studenttevredenheid op deze onderdelen als een sterk punt.

Interactie beroepspraktijk

Doordat de student de kennis en vaardigheden toepast in praktijksituaties, verwerft de student

niet alleen kennis en vaardigheden in zo authentiek mogelijke situaties, maar leert hij of zij ook

de echte beroepspraktijk kennen. Interactie met de beroepspraktijk loopt dan ook als een rode

draad door de gehele opleiding heen en kent o.a. de volgende vormen:

leerarrangementen met een combinatie van onderwijs op de opleiding en toepassing in de

beroepspraktijk zoals PLA1 Project Organisation of Business en ALA2 Financial Reporting;

22 Ten behoeve van het didactische concept maakt de opleiding gebruik van het leerlijnmodel zoals

ontwikkeld door de Bie en de Kleijn. 23 De opleiding geeft aandacht aan ondernemerschap bijvoorbeeld in de vorm van het opstellen van

business plannen (PLA9), het zelfstandig als internationale groep studenten opzetten en managen van een mini-onderneming (HLA8) en in het leerarrangement strategic management (ALA5).

24 De Body of Knowledge and Skills geeft een opsomming van de belangrijkste deskundigheidsgebieden en een aanduiding van de belangrijkste begrippen, die opgenomen kunnen worden in een opleiding.

Page 23: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 17

leerarrangementen met een simulatie van de beroepspraktijk zoals HLA8 Mini Company

(internationale en multiculturele context), HLA5 Computer Based Accounting en ALA5

Strategic Management;

leerarrangementen met gastdocenten uit de beroepspraktijk zoals PLA16 Law, HLA11 HRM,

HLA14 Sustainable innovation, BE-V-minor Internal audit en ALA7 Business Intelligence;

events door medewerkers uit de beroepspraktijk zoals sollicitatietraining,

projectmanagement, bedrijvencontactdagen, mini company wedstrijd en afstudeerbeurzen;

Door het veelvuldig samenwerken met anderen in projecten, (inter)nationale classrooms, cases

en praktijksituaties ontwikkelt de student naar de mening van het auditpanel adequate sociale,

communicatieve (mondeling en schriftelijk) en de managementvaardigheden, die in de

beroepspraktijk van belang zijn. Bovendien ontwikkelt de student zowel een zelfstandige

werkhouding als een werkhouding gericht op samenwerking met vakgenoten en met collega’s

uit andere disciplines.

Profilering: Internationalisering en Duurzaamheid

De inhoud van het programma is internationaal georiënteerd, voorbeelden:

internationale thema’s in de leerarrangementen ‘HLA12 International Financial Markets, de

minor Internal Audit, ALA4 Financial Reporting en ALA6 Management skills’;

taal en cultuur ‘PLA6 en PLA14 Business English en PLA7 en PLA15 Foreign Language’;

internationaal leren samenwerken ‘Project internationale mini-onderneming’.

Daarnaast biedt FIBS het onderwijs aan in verschillende talen, kent de studentpopulatie een

multiculturele samenstelling (Nederlands-, Duits- en Engelstalig) en zijn er voldoende

mogelijkheden voor stage, minor en afstuderen in het buitenland (internationale

uitwisselingsprogramma’s en minor abroad). Bovendien werkt de opleiding samen met de beide

masteropleidingen (Essen en Plymouth), die FIBS in Venlo uitvoert. BE-V benut deze contacten

om actuele thema’s (vb. Controlling en HRM) tijdig te signaleren en te vertalen vanuit de

master- naar het bachelorprogramma.

BE-V heeft een nationale en internationale instroom en kende tot voor kort een Nederlands-,

Duits- en Engelstalige stroom met een op dezelfde leerdoelen gericht programma. Om voor alle

stromen in aanmerking te komen voor het bijzondere kenmerk Internationalisering biedt BE-V

vanaf het cohort 2012-2013 een euregionale classroom met de voertalen Nederlands en Duits

(inclusief delen in het Engels)25 en een internationale classroom met de voertaal Engels aan.

Studenten komen op deze wijze in een multiculturele onderwijssetting terecht, die sterk

overeenkomt met de daadwerkelijke beroepssituatie in de euregionale (met name gericht op

Nederlands-Duitse aspecten) of in de internationale omgeving. Ook de inhoud van het

onderwijs kan zich, sterker dan dat het in het studiejaar 2011-2012 het geval was, richten op

die omgeving, zodat studenten van FIBS een grote meerwaarde hebben voor het beroepenveld.

Het auditpanel vindt het een mooie ontwikkeling dat het programma van beide stromen van

elkaar differentieert, zoals de opleiding dat ook beoogt.

In het verlengde van de doelstellingen is naast ‘Internationalisering’ ook het omgaan met

duurzaamheid vanuit het lectoraat in diverse leerarrangementen in het programma verankerd

(vb. PLA9 Business plan, PLA12 Economics en PLA14 Business English II, HLA8 Mini Company,

HLA14 Sustainable Innovation26 en ALA5 Strategic Management).

25 In deze stroom leidt BE-V bedrijfseconomen op die, onafhankelijk van hun herkomst, van grote

toegevoegde waarde zijn voor de Nederlands-Duitse economische handelsrelatie. Zij zullen in Nederlandse en Duitse bedrijven werkzaam zijn en zijn op de hoogte van bedrijfseconomische, fiscaal juridische en interculturele overeenkomsten en verschillen tussen beide landen. Doordat de studenten in de euregio kennismaken met zowel Nederlandse als Duitse ondernemingen, samen projecten uitvoeren in internationale classrooms en hun taalvaardigheden in beide talen ontwikkelen zijn zij in hoge mate van belang voor de Nederlandse economie, die Duitsland immers als belangrijkste handelspartner heeft.

26 Het leerarrangement is in samenwerking met het lectoraat ‘Innovatiemanagement in Internationaal Perspectief’ en de kenniskring in de opleiding geïntegreerd. Vanuit het lectoraat zijn bovendien een themadag rondom duurzaamheid en diverse workshops voor docenten georganiseerd en is er een speciale training voor bedrijven aangeboden.

Page 24: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 18

De aandacht en integratie voor duurzaamheid in het onderwijsbeleid van FIBS heeft

geresulteerd in de toekenning van twee Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO)-sterren. BE-V wil op

basis van de twee DHO-sterren en haar intensieve omgang met duurzaamheid in aanmerking

komen voor het bijzondere kenmerk Duurzaamheid van de NVAO. Ook dit vindt het auditpanel

een sterk punt.

Praktijkgericht onderzoek

De praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden komen vanaf het eerste jaar, maar vooral in de

stage en tijdens het afstuderen aan de orde. De onderzoeksvaardigheden ontwikkelen zich van

eenvoudig naar complex. Toepassing van onderzoeksvaardigheden is opgenomen in PLA1,

PLA5, PLA9, HLA7, HLA 8, HLA17 stage, ALA7 Business Intelligence en ALA12 Graduation

Assignment. Om de verworven onderzoeksvaardigheden nog verder te integreren is de

integratieleerlijn met daarin de onderzoeksvaardigheden het afgelopen jaar verder

uitgebreid/geëxpliciteerd. Vanaf het studiejaar 2013-2014 krijgt dit bijvoorbeeld vorm door de

introductie van een specifieke projectweek praktijkgericht onderzoek voor de studenten,

waarbij FIBS het lectoraat betrekt. Het auditpanel kan zich vinden in de sterkere aandacht voor

de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden in het programma, aangezien het panel in het

vaardighedenniveau bij studenten verbetermogelijkheden ziet (zie standaard 3 – Toetsing en

Gerealiseerd niveau).

Het lectoraat ‘Innovatiemanagement in Internationaal Perspectief’ van FIBS houdt zich intensief

bezig met duurzaamheid en cradle-to-cradle. Op het gebied van cradle-to-cradle onderscheidt

het lectoraat zich door de toevoeging van Embedment (structurele verankering) naast Ecology

(planet), Economy (profit) en Equity (people). Het auditpanel is van mening dat naast de ene

docent die vanuit de opleiding is aangesloten bij de kenniskring van het lectoraat, ook de

andere docenten en daarnaast studenten sterker dan nu betrokken kunnen worden bij het

lectoraat en bij het doen van praktijkgericht onderzoek (zie H6 – Aanbevelingen).

FIBS is voornemens om in 2013 te starten met het lectoraat ‘International Business and

Management in Euregional Perspective’. Dit lectoraat heeft de opdracht kennis te ontwikkelen

voor de opleidingen met euregionale stromen en voor het Duitse-Nederlandse werkveld.

Voor BE-V wordt het lectoraat van groot belang voor de inrichting van het euregionale

programma en voor participatie van studenten in onderzoeksprojecten in de euregionale

werkomgeving. Het auditpanel onderschrijft deze ontwikkeling.

Instroom en Aansluiting

Als internationale opleiding wil BE-V haar goede kwaliteitsimago in Duitsland overeind houden,

maar gelijktijdig haar imago voor Nederlandse studenten verbeteren. Om die reden is de

werving sterker dan voorheen gericht op de Nederlandse markt. De opleiding heeft bijvoorbeeld

veelvuldig contact met het toeleverend onderwijs om op de hoogte te blijven van de

kwalificaties en ontwikkelingen in kennisniveau van instromers om de voorlichtings- en

aansluitingsactiviteiten hierop af te stemmen, wat het auditpanel een sterk punt vindt.

Daarnaast vindt (warme) informatie-uitwisseling/overdracht plaats met de Fontysadviseurs

voor toeleverend onderwijs (vb. studierendementen en studieresultaten van hun oud-studenten

en de wensen van de decanen vo en mbo op het gebied van voorlichting, aansluiting,

studieloopbaanoriëntatie). Door de persoonlijke benadering en goede toegankelijkheid van de

docenten, zo geven studenten tijdens de audit aan, voelen de studenten zich snel thuis,

hetgeen motiverend werkt op de studiehouding van de studenten.

Page 25: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 19

Studeerbaarheid

De opleiding werkt aan het verminderen van studie-uitval en aan het voorkomen van

studieachterstand. De laatste jaren is een daling zichtbaar in het percentage uitvallers gemeten

na 1 jaar27.

De opleiding onderkent dat het ontstaan van studieachterstand vele en vaak persoonlijke

oorzaken heeft. Om de studieloopbaan optimaal te ondersteunen hanteert BE-V een systeem

van begeleiding (study career management), gericht op het direct al vanaf het eerste semester

van de propedeuse aanleren van een actieve werkhouding in combinatie met een systeem van

studievoortgangsindicatoren28. De beide systemen leiden tot individuele gesprekken met

studenten om de studievoortgang te bevorderen. Ook verhoging van de norm voor het bindend

negatief studieadvies en het vervroegen van de tentamenperiode (halverwege i.p.v. na het

eerste semester) is bedoeld om het uitvalpercentage te verlagen. Bovendien organiseert FIBS

een zomer- en winterschool, waar specifieke programma’s worden aangeboden om studenten

goed voor te bereiden op de opleiding, waaronder taalprogramma’s en wiskunde. De opleiding

denkt nog na over het organiseren van intake-gesprekken. Het Propedeuse-rendement is

verbeterd van 40% van het cohort 2010-2011 naar 47% van het cohort 2011-2012. Het

auditpanel vindt dit een mooi voorbeeld van adequaat verbeterbeleid.

Docenten

Uit de kritische reflectie en uit de curricula vitae blijkt dat het personeel is gekwalificeerd voor

de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van de programma’s. Ten tijde

van de audit beschikte 19% van de docenten over een Bachelor-, 72% Master- en 9% PhD-

graad. Bovenstaande conclusie wordt bevestigd in de NSE. In de NSE beoordelen studenten

o.a. de inhoudelijke deskundigheid van docenten (3,71), de bereikbaarheid van docenten

buiten contacturen (3,70), de betrokkenheid van de docenten bij de studenten (3,82), de

kennis van de docenten over de beroepspraktijk (3,79) met ruim voldoende. De studenten, die

het auditpanel tijdens de auditdag heeft gesproken, bevestigen de resultaten van de NSE.

De veelzijdige contacten met de beroepspraktijk en de vakgenoten (zie Standaard 1 –

Actualiteit Eindkwalificaties) maken het voor docenten mogelijk om nieuwe ontwikkelingen in

het werkveld en vakgebied te volgen en deze vervolgens te verankeren in de curricula, zodat

deze actueel blijven. Docenten houden daarmee ook hun eigen deskundigheid op peil (zie

tevens Tabel 6 – Voorbeelden). Bovendien beschikt 65% van de docenten over ruime

bedrijfservaring en heeft 86% van de docenten een didactische kwalificatie29.

27 Uitvalpercentages na het eerste studiejaar (volgens de eigen definitie van Fontys): 43% (2005), 46%

(2006), 59% (2007), 44% (2008), 30% (2009). Na het tweede jaar is de uitval nu hoogstens 2%. De opleiding heeft een gemiddelde doorlooptijd tot het behalen van het diploma van 4,1 jaar en kent weinig langstudeerders.

28 De student ontvangt in de propedeuse viermaal en in de hoofd- en afstudeerfase tweemaal per jaar een studievoortgangsindicator op basis van resultaten, werkhouding en deelname, variërend van ‘ligt op schema’ tot ‘ernstige studieachterstand’.

29 Docenten zijn niet alleen didactische geschoold, maar weten ook om te gaan met de dynamiek in een binationale en multinationale klas. De overige 14% (drie nieuwe docenten), die momenteel een didactische opleiding volgen, zullen naar verwachting in juni 2013 over een didactische kwalificatie beschikken.

Page 26: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 20

Voorbeelden deskundigheidsbevordering

Fontys legt afspraken voor deskundigheidsbevordering, die met iedere medewerker gemaakt worden tijdens de gesprekscyclus, vast in een scholingsplan. Per medewerker is daar 80 uur per jaar in de inzetplanning voor gereserveerd. Daarnaast is er budget voor specifieke deskundigheidsbevordering. Deze facilitering leverde in de afgelopen jaren de volgende resultaten op: individuele scholing; Op het gebied van vakinhoudelijke, onderwijskundige of organisatorische

kwaliteiten hebben alle docenten deelgenomen aan een aantal één- of meerdaagse cursussen/trainingen, zelfstudie, bezoek aan beurzen. Bijvoorbeeld controllersforum in Amsterdam en Stuttgart.

individuele coaching; De opleidingsmanager, ondersteund door een ervaren docent, begeleidt alle nieuwe collega’s bij het inwerken, bij problemen op het gebied van studieloopbaanbegeleiding en bij nieuwe taken of projecten.

teambrede en instituutsbrede scholing; Afgelopen jaar zijn er studie- en themabijeenkomsten georganiseerd. Er vindt jaarlijks een instituutsbrede tweedaagse plaats, dit jaar met als thema toetsen met CITO. Gedurende het voorjaar van 2012 hebben daarnaast vijf scholingsactiviteiten plaatsgevonden voor leden van de examencommissie en -commissie. Met het CITO zijn verdere scholingen voor docenten in voorbereiding.

docent exchange; Afgelopen jaar hebben twee docenten gebruik gemaakt van de mogelijkheid voor docent exchange. Hierbij is een week onderwijs verzorgd bij een partnerhogeschool in Spanje en Indonesië.

toets- en mediabekwaamheid. De opleiding heeft een aantal themabijeenkomsten verzorgd voor de verdere ontwikkeling van de toets- en mediabekwaamheid.

Tabel 6 – Voorbeelden deskundigheidsbevordering

Het auditpanel waardeert dat BE-V in aansluiting bij haar doelstellingen de interculturele

communicatie als een belangrijk competentie-eis stelt aan het functioneren van docenten. Het

team van BE-V is daarom internationaal samengesteld. Alle docenten zijn tweetalig en hebben

verschillende culturele achtergronden met docenten uit o.a. Nederland, Duitsland, Canada en

Polen. In het kader van bevordering van de tweetaligheid besteedt BE-V aandacht aan de

ontwikkeling van de taalvaardigheid: intake Cambridge Proficiency. Docenten, die actief zijn in

de internationale stroom, worden geacht de Engelse taal op niveau C1 te beheersen. Enkele

docenten onderhouden contacten in het kader van de studie of verzorgen onderwijs bij de

partnerhogescholen. In de gesprekscyclus is specifieke aandacht voor de bijdrage van docenten

aan internationalisering in de opleiding.

De opleiding heeft als ambitie dat tijdig goed gekwalificeerd personeel wordt aangetrokken met

het oog op uittreding wegens pensionering (en de stijgende studenten, zie volgende paragraaf).

Te verwachten valt dat ongeveer een kwart van het personeelsbestand door (pre)pensionering

de komende jaren vervangen wordt. De opleiding anticipeert hier reeds op door, zoals

beschreven in de notitie personeelsbeleid, met ingang het schooljaar 2012-2013 te starten met

het aantrekken van personeel om deze uittreding op te vangen (flexibele schil). Dit geeft BE-V

de mogelijkheid tot kennisdeling en om op basis van kwaliteit te bepalen wie van hen op

langere termijn in aanmerking komt voor een vaste aanstelling. BE-V treft verder maatregelen

om uren beschikbaar te stellen voor coördinatie binnen het groter wordende team. Dit zal

nadrukkelijk de werklast van individuele docenten beperken en de kwaliteit van de uitvoering

van onderwijs ten goede komen. Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding een

proactieve houding aanneemt en afdoende maatregelen inzet. Het is belangrijk dat BE-V de

kwaliteit van haar personeel blijft borgen (zie H6 – Aanbevelingen).

Voorzieningen

De ambitie van een eigen, herkenbare FIBS-(huisvestings)identiteit krijgt vorm door een eigen

werkomgeving met een warme, aantrekkelijke en moderne uitstraling op de campus Venlo. BE-

V beschikt over een evenwichtige variëteit aan lesruimtes (vb. hoorcollegezalen, leslokalen,

geluidsstille individuele werkplekken, grote ruimten voor het afnemen van tentamens en

specifieke ruimtes voor internationale contacten via skype en video conferencing). Alle lokalen

zijn bovendien ingericht met ICT-voorzieningen; er is een functionerend draadloos netwerk

over de hele campus.

Page 27: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 21

Voor de ontwikkeling van kennis maakt BE-V gebruik van (inter)nationale vakliteratuur en zelf

ontwikkeld studiemateriaal (vb . PLA7 & PLA15 Foreign Language, PLA9 Business Plan, HLA4

Controlling & Cost Accounting, HLA5 Computer Based Accounting, HLA12 Int Financial Markets,

HLA14 Sustainable Innovation). Studenten hebben via de mediatheek bovendien toegang tot

een groot aantal, veelal (wetenschappelijke) databanken zoals Statista, Business Source

Premier, LexisNexis Academic en Kluwer Navigator. Al deze faciliteiten maken de uitvoering van

het programma mogelijk.

Niettemin ontstaan er, door de stijgende studenteninstroom en door de behoefte van het

werkveld aan een groeiend aantal studenten, knelpunten. Er zijn vanaf het studiejaar 2012-

2013 pieken in de lokaalbezetting en de capaciteit van leslokalen bereikt haar grenzen.

Studenten zien in het verlengde daarvan dan ook verbetermogelijkheden in bijvoorbeeld het

tijdig bekend maken van de roosters en het tijdig bekend maken van wijzigingen in de roosters.

Te verwachten valt dat FIBS blijft groeien (verwacht hoogtepunt in het studiejaar 2013-

201430), waardoor een extra investering noodzakelijk is. Extra middelen voor deze

huisvestingsoperatie zijn meegenomen in de begroting 2013. Een werkgroep binnen FIBS is

met de gemeente Venlo en met de Universiteit van Maastricht in gesprek over uitbreiding van

de huisvesting van de campus Venlo, waardoor in 2013 de huisvestingsproblematiek structureel

is opgelost. Het eerder beschikbaar stellen van roosters en het tijdig communiceren van

wijzigingen in het les- en tentamenrooster, moet in het studiejaar 2012-2013 leiden tot een

betere en efficiëntere informatievoorziening. Het auditpanel raadt BE-V aan de beoogde

maatregelen in te zetten en de al ingezette verbetermaatrelen te monitoren, zodat de opleiding

ook in de toekomst de kwaliteit van het kleinschalige onderwijs31, dat een sterkte is, kan

blijven garanderen.

Weging en Oordeel

Oordeel BE-V Voltijd: Voldoende

De inhoud en vormgeving van het programma van BE-V stelt de studenten in staat de beoogde

eindkwalificaties te bereiken. De basis van de opleiding, die voor de voltijdstudenten is

geconcretiseerd in het CLOTS-schema, wordt gevormd door de leerdoelen die in relatie staan

met de opleidingscompetenties. De horizontale samenhang borgt BE-V door het programma op

te bouwen in leerarrangementen rondom thema’s. De verticale samenhang komt tot stand door

de leerlijnen en de concentrische opbouw van het programma.

De uitwerking van praktijkgericht onderzoek sluit aan bij de doelstellingen. Het auditpanel is

positief over de wijze waarop BE-V haar onderzoekslijn in het programma verder wil

verstevigen. Het heeft bovendien geconstateerd dat de interactie met de beroepspraktijk als

een rode draad door de gehele opleiding loopt.

De deskundigheidsbevordering en het brede netwerk van het docententeam borgt de actualiteit

van het programma. Het docententeam is daarnaast voldoende gekwalificeerd voor de

inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De

studenten zijn tevreden over de deskundigheid, bereikbaarheid en betrokkenheid van docenten

en daarnaast over de inbreng van hun praktijkervaring tijdens de les.

De opleidingsspecifieke voorzieningen van BE-V die toegang bieden tot de benodigde

vakliteratuur, boeken, tijdschriftartikelen en krantenartikelen zijn naar de opvatting van het

auditpanel ook toereikend voor de realisatie van het programma.

30 BE-V zal de instromende Duitse studenten onderwerpen aan een toelatingsonderzoek door hen te

verplichten een motivatiebrief te schrijven. Op deze wijze hoopt zij uit het overaanbod de meest geschikte studenten te kunnen selecteren.

31 BE-V hanteert per januari 2013 een docent-studentratio van 1:21 en wil die blijven vasthouden.

Page 28: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 22

Met bovengenoemde punten voldoet BE-V naar de mening van het auditpanel aan de

basiskwaliteit. Het auditpanel is bijzonder positief over de deugdelijke uitwerking van de

profilering op het thema Internationalisering vanuit de doelstellingen in het programma (vb.

internationale thema’s, internationaal leren samenwerken, onderwijs in verschillende talen, een

multiculturele samenstelling van de studentpopulatie en studiemogelijkheden in het

buitenland). De nieuwe indeling in een internationale en euregionale classroom maakt een

werkveldspecifieke inkleuring mogelijk. Het auditpanel is bovendien net als de opleiding positief

over de (inter)nationale samenstelling en meertaligheid van het docentteam, wat goed aansluit

bij de ambities, die BE-V heeft. Ook de aandacht voor de profilering op Duurzaamheid krijgt

voldoende aandacht in het programma, mede door de inbreng van het lectoraat. Het auditpanel

vindt dit een sterk punt. Kijkend naar deze punten, zou het auditpanel het oordeel ‘goed’ meer

dan gerechtvaardigd vinden.

Niettemin zijn er verbeteringen denkbaar, waardoor de opleiding nog niet overal systematisch

boven de basiskwaliteit uitsteekt. BE-V kan de onderwijsleeromgeving dus op enkele punten

verder ontwikkelen en dient de kwaliteit van het onderwijs ook in de toekomst (bij verdere

groei van het studentenaantal) te blijven garanderen. Voorbeelden zijn het tot wasdom komen

van de inhoud van het programma door de uitsplitsing naar een euregionale en internationale

classroom, het doorontwikkelen van de bestaande onderzoekslijn, docenten en studenten

betrekken bij het lectoraatonderzoek, het doorvoeren van de plannen op de aanstaande

vergrijzing van het docententeam en het verhogen van het algemene voorzieningenniveau.

Door deze verbeterpunten vindt het auditpanel het oordeel ‘goed’ net niet van toepassing. Het

komt dan ook voor de voltijdvariant van BE-V tot het oordeel (ruim) ‘voldoende’.

Page 29: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 23

Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 3: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont

aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.

Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk.

Bevindingen

Toetssysteem

Het toetsbeleid en systeem van toetsing van de opleiding zijn afgeleid van het FIBS-

Toetsbeleid, dat bestaat uit een raamwerk van beleidsdoelen en beleidsuitgangspunten.

De opleiding heeft het toetssysteem zo ingericht dat er een adequate relatie bestaat tussen de

te verwerven competenties uit het competentieprofiel BE-V, de ervan afgeleide prestatie-

indicatoren, de leerdoelen, de beoordelingscriteria en de toetsvormen van de

leerarrangementen zoals weergegeven in het CLOTS-schema (zie H2 –

Onderwijsleeromgeving). Hierdoor ligt het systeem van toetsing in het verlengde van de

onderwijsvisie en het didactisch concept. De opleiding kent uitsluitend summatieve toetsen met

studiepunten. Voor elke opleidingsfase is een toetsplan opgesteld, dat is vastgelegd in de

Onderwijs- en examenregeling (OER). Iedere competentie maakt onderdeel uit van meerdere

leerarrangementen en wordt in meerdere leerarrangementen getoetst. Dit zorgt voor volledige

toetsing van alle competenties. Het auditpanel heeft vastgesteld dat de opleiding de realisatie

van alle eindkwalificaties borgt32.

Kwaliteitsborgende aspecten

Validiteit: De opleiding werkt bij de toetsing van de leerarrangementen met een combinatie

van verschillende toetsvormen. De gekozen toetsvormen sluiten aan bij de aard van de stof

en bij de aard van de competenties, die getoetst worden. De beoordelingscriteria zijn

afgeleid van de prestatie-indicatoren en de leerdoelen.

Betrouwbaarheid: De toetsing en beoordeling geschieden door deskundige examinatoren.

De toetscommissie screent de toetsen. De beoordeling van de toetsen komt tot stand op

basis van heldere beoordelingscriteria, die een docentonafhankelijke toetsing mogelijk

maken. Bij iedere toets wordt door alle examinatoren hetzelfde format gebruikt met daarin

vastgelegd de criteria van beoordeling, de weging en de cesuurbepaling. Groepsproducten

kennen naast een groepsbeoordeling ook een individuele beoordeling van de leden van de

groep. Op deze wijze wordt meeliften in projecten voorkomen. De toetscommissie zorgt

voor actieve deskundigheidsbevordering van examinatoren.

Transparantie: In de course manual van ieder leerarrangement staat specifieke informatie

over wat, op welke wijze en wanneer wordt getoetst. Studenten krijgen zicht op de

beoordelingscriteria door oefenopgaven, tussentoetsen en aan de hand van vorige

tentamens. In de OER zijn de regelingen opgenomen voor deelname aan een toets,

bijzondere voorzieningen, normering, de uitslag, recht van inzage en feedback, herkansing,

fraude en beroepsmogelijkheden.

Examencommissie

Iedere opleiding binnen FIBS en de studieroute FFM levert één lid aan de gezamenlijke

examencommissie en twee leden aan de toetscommissie. De examencommissie vergadert

(onder leiding van een voorzitter van BE-V) wekelijks en behandelt verzoekstukken van

studenten en houdt vergaderingen over de propedeuse en van het afstuderen.

32 Volgens het NSE 2012 waarderen de studenten het systeem van toetsing met ruim voldoende: De

duidelijke criteria waarop beoordeeld wordt (3,35) en de aansluiting van het toetsen en beoordelen bij de inhoud van de opleiding (3,53).

Page 30: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 24

Het jaarlijkse overleg tussen de examencommissie, examinatoren (en externe deskundigen) en

het College van Gecommitteerden heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat er vanaf 2011 gewerkt

wordt met een uniform beoordelingsformulier bij afstudeeropdrachten. Deze uniforme

werkwijze is positief gewaardeerd door het College van Gecommitteerden evenals de

aangescherpte beoordelingsprocedure van de afstudeeropdrachten 2012. Ook is de

examencommissie, zo blijkt tijdens de visitatie, bezig om de transparantie in de beoordeling

van het vierde studiejaar door te vertalen naar de eerdere studiejaren en is zij voornemens om

steekproefsgewijs toetsen te (laten) beoordelen op kwaliteit. Hiermee toont de EC aan dat zij

bezig is om naast haar formele taken (vb. het op individuele basis verlenen van vrijstellingen),

haar inhoudelijke taken vorm te geven in de praktijk. De komende periode zal BE-V er zorg

voor dragen, dat meer afstemming met de Examencommissie van BE-E tot stand komt.

De examencommissie heeft haar taken met betrekking tot de beschrijving en de

kwaliteitsborging van de procedures gedelegeerd aan de toetscommissie. De examencommissie

blijft eindverantwoordelijkheid voor de borging van de toetskwaliteit en voor de

kwaliteitsborging van het toetssysteem. De toetscommissie vervult hierbij een organiserende

en adviserende rol. Zij monitort in samenwerking met de afdeling Kwaliteitszorg systematisch

de kwaliteit van de toetsing en van de procedures. Een belangrijk resultaat van de

toetscommissie in het voorjaar van 2012 is de aanpassing van het format voor de beoordeling

van afstudeerwerkstukken. In juni 2012 zijn de afstudeerders op grond van het nieuwe format

beoordeeld. In het najaar van 2012 is de nieuwe werkwijze geëvalueerd onder studenten,

docenten en gecommitteerden. In deze evaluatie komt duidelijk naar voren dat de nieuwe

werkwijze de toetsing van het afstudeerwerkstuk transparanter en betrouwbaarder maakt. Ook

de sterkere focus op onderzoek wordt gezien als een goede zaak. Het auditpanel is positief over

deze ontwikkeling.

Het gerealiseerde (tussen- en) eindniveau

Toetsen en Stageverslagen

Het auditpanel heeft verschillende toetsen uit de vier studiejaren bekeken van o.a. de vakken

Financiering, Business Administration en Controlling & Cost Accounting en een vijftal

stageverslagen uit het derde studiejaar. Zowel de procedure als het niveau van de toetsen en de

stageverslagen, welke het auditpanel heeft ingezien, zijn adequaat.

Beschrijving afstudeerfase

Het afstuderen in de praktijk is de integrale toepassing van alle leerarrangementen uit het

complete programma. In de afstudeerfase is een substantieel deel van het programma gewijd

aan de afstudeeropdracht (ALA12 Graduation Assignment), zoals uitvoerig beschreven in de

course manual van ALA12. De student onderzoekt een beroepsrelevant bedrijfsprobleem en

werkt dit uit op het niveau van een startbekwaam econoom. De afstudeeropdracht wordt

afgesloten met een onderzoeksverslag, dat de student in een performance assessment

presenteert en verdedigt voor een comité dat de afstudeeropdracht beoordeelt.

Page 31: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 25

Korte beschrijving van de afstudeerfase

De student voert individueel een afstudeeropdracht uit op een voor het beroepsperspectief relevante werkplek onder begeleiding van een bedrijfsbegeleider en een afstudeerbegeleider van de opleiding. De afstudeercoördinator beoordeelt de door de student aangedragen afstudeeropdracht en werkplek aan de hand van de door de opleiding vastgestelde criteria.

De student onderzoekt een beroepsrelevant bedrijfsprobleem op methodologisch verantwoorde wijze en werkt dit oplossingsgericht uit op het niveau van een startbekwaam econoom. De student toont aan dat hij de competenties waar hij op niveau 3 aan gewerkt heeft, in voldoende mate heeft verworven. De afstudeeropdracht wordt afgesloten met een onderzoeksverslag, dat de student in een performance assessment presenteert en verdedigt voor een comité dat de afstudeeropdracht beoordeelt.

Dit comité bestaat uit twee door de examencommissie benoemde examinatoren van de opleiding (de afstudeerbegeleider en een tweede docent) en een gecommitteerde uit het bedrijfsleven. De examinatoren beoordelen de afstudeeropdracht aan de hand van een duidelijke procedure en een formulier met beoordelingscriteria. De gecommitteerde bewaakt het proces van afstuderen en beoordelen als externe vertegenwoordiger van het beroepenveld. Tevens kan hij adviseren, indien de eerste en tweede examinator van mening verschillen over de beoordeling.

De bedrijfsbegeleider maakt via een beoordelingsformulier zijn feedback op het functioneren van de student in de organisatie en bij het uitvoeren van de afstudeeropdracht kenbaar. Het oordeel van de bedrijfsbegeleider wordt door de student opgenomen in zijn onderzoeksverslag. De examinatoren protocolleren de beoordeling van de bedrijfsbegeleider.

De beoordeling door de tweede docent (niet de begeleider zijnde) en de procesbewaking door de gecommitteerde als externe vertegenwoordiger van het beroepenveld borgen dat er van een onafhankelijke beoordeling sprake is.

Tabel 7 – Beschrijving van de afstudeerfase BE-V

In de course manual staat het volgende aangegeven: “Students are encouraged to carry out

their Graduation Project in a sustainable, social and/or international way. It is also possible to

incorporate elements of sustainable, social or international aspects within the project by

identifying related opportunities for the company.” Het auditpanel vindt het positief dat BE-V

haar studenten in het verlengde van de beoogde eindkwalificaties en de profilering van de

opleiding stimuleert om duurzaamheid, sociale en internationale aspecten mee te nemen in hun

afstudeeropdracht. Het auditpanel kan zich voorstellen dat dit op termijn ook een vast

onderdeel vormt van de beoordelingscriteria (zie H6 – Aanbevelingen).

Oordeel werkveld

De inhoudelijke kwaliteit van de afstudeeropdrachten en het procedurele verloop van het

afstuderen worden jaarlijks geëvalueerd in een gezamenlijke vergadering van de

examencommissie, met de examinatoren en het College van Gecommitteerden. Uit deze

evaluaties blijkt dat het College van Gecommitteerden tevreden is over het niveau van

praktijkgericht onderzoek in de afstudeerprojecten, het niveau van de afstudeerders van

voldoende vindt evenals de uniforme werkwijze en de aangescherpte beoordelingsprocedure

van de afstudeeropdrachten uit het studiejaar 2011-2012.

De tijdens de visitatie aanwezige alumni waren tevreden over de aansluiting van de opleiding

Bedrijfseconomie op hun huidige functie in het werkveld en/of bij hun vervolgopleiding33. De

verdere ontwikkeling van het programma was voor alumni zichtbaar tijdens het lezen van de

Kritische Reflectie. De tevredenheid blijkt tevens uit de resultaten van het

startbekwaamhedenonderzoek, dat in 2011 is afgenomen onder alumni die zijn afgestudeerd in

2009, 2010 en 2011. Volgens de alumni zijn de competenties uit het opleidingsprofiel BE-V

relevant voor de beroepspraktijk34.

33 Afgestudeerden komen snel aan de slag (91% binnen 3 maanden); 53% werkt op bachelorniveau en

47% werkt op een hoger niveau dan het bachelorniveau. Ook volgen zij regelmatig en met succes vervolgstudies op universitair niveau en functioneren daar doorgaans goed, zo geeft de opleiding BE-V aan. Uit de eigen aangeboden MBA-programma’s blijkt dat de afgestudeerden van de opleiding goed functioneren.

34 Alumni beoordelen de opleiding met ruim voldoende: De opleiding adequaat is voor de beroepspraktijk waar ze werkzaam zijn (rapportcijfer 7,6), de theoretische basiskennis opgedaan in de opleiding (6,7), de verkregen onderzoeksvaardigheden om een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen in de huidige functie (6,9), de professionele expertise (7,9) en de ethische en sociale oriëntatie voor een verantwoord professioneel optreden (7,6).

Page 32: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 26

Deze conclusie wordt bovendien bevestigd in de HBO-Monitor (enquête instrument). De

studenten zijn zeer tevreden over de opleiding als voorbereiding op de beroepsloopbaan en

vinden de beoogde eindkwalificaties en de internationale oriëntatie een uitstekende basis om te

starten op de arbeidsmarkt.

Dat de opleiding voldoet aan de gestelde eisen blijkt tevens uit de uitspraken van het werkveld

via de bedrijfsbegeleiders van (internationale) afstudeerstages en afstudeerprojecten. De

bedrijfsbegeleiders zijn positief over de competenties van de studenten tijdens de uitvoering

van hun derdejaarsstage, zo blijkt uit een steekproef onder deze begeleiders. De studenten

scoren goed tot uitstekend op aspecten, die zijn afgeleid van het eigen opleidingsprofiel, zoals

doelgerichtheid, commitment, zelfstandigheid en initiatief, betrouwbaarheid, kritische

zelfreflectie en het openstaan voor andere meningen. De opleiding krijgt dus waardevolle

feedback uit het werkveld aangaande de beoogde eindkwalificaties35; het werkveld is met name

te spreken over de praktijkgerichtheid en de sociale en communicatieve competenties van de

studenten. Ook de werkveldcommissie BE-V, onderdeel van de Raad van Advies van FIBS,

heeft in haar vergadering van 1 maart 2012 het niveau van de opleiding opnieuw

onderschreven. De vertegenwoordiging van het werkveld heeft dit beeld tijdens de audit

nogmaals bevestigd.

Oordeel auditpanel

Uit een zorgvuldige analyse36 oordeelde het auditpanel dat dertien scripties voldoende waren,

waarvan een aantal stevige, complexe probleemgebieden, die mooi verankerd waren in de

praktijk. Ook trof het auditpanel twee scripties, waar de leden in eerste instantie over

twijfelden, maar na onderlinge uitwisseling net uitkwamen op een voldoende. In de

eindproducten, die vaak beschouwend van aard zijn, bestaat een bandbreedte in het concreter

formuleren van onderzoeksvragen/-opzet en de diepgang van de methodologie, zo

concludeerde het auditpanel. Doordat meer aandacht is uitgegaan naar de ontwikkeling van

onderzoeksvaardigheden in het programma, waren voor het auditpanel in de eindproducten van

het einde van het studiejaar 2011-2012 duidelijk verbeteringen zichtbaar in de

onderzoeksmethode ten opzichte van de eindproducten uit het studiejaar 2010-2011.

Niettemin zag het auditpanel de volgende mogelijkheden tot verbetering: vraagstelling (het to-

the-point formuleren van hoofd- en deelvragen), de theoretische onderbouwing (het gebruik en

toepassen van (internationale) vakliteratuur) en het zorgvuldig trekken van conclusies (inclusief

reflectief vermogen en kritische houding). Daarnaast vindt het auditpanel dat BE-V en BE-E

meer dan nu het geval gebruik kunnen maken van elkaars expertise ter bevordering van de

kwaliteitsborging van het gerealiseerde eindniveau. Bovendien kan het zich voorstellen dat de

opleiding, mede door de betrokkenheid van docenten en studenten bij het lectoraat, de

profilering op de euregio een sterkere rol laat spelen in de themakeuze en/of de inhoud van de

eindproducten (zie Hoofdstuk 6 – Aanbevelingen).

Weging en Oordeel

Oordeel BE-V Voltijd: Voldoende

Het systeem van toetsing sluit aan bij de inhoudelijke ordening van de opleiding, bij het

onderwijsconcept van de leerlijnen en bij de opleidingscompetenties en de leerdoelen. De

toetsen en de beoordeling zijn door diverse kwaliteitsborgende mechanismen valide en

betrouwbaar en door de studiehandleidingen voor studenten inzichtelijk.

35 Een aanzienlijk aantal studenten wordt direct na de afstudeerperiode een aanstelling in het

afstudeerbedrijf aangeboden. Uit onderzoek van de opleiding blijkt dat 82% van de bedrijfsbegeleiders in 2012 de student in dienst zou nemen, indien er een vacature zou zijn.

36 Voor aanvang van de audit heeft het auditpanel een lijst ontvangen met alle BE-V afstudeerproducten ofwel scripties van de afgelopen twee jaar. Daaruit heeft het auditpanel willekeurig van vijftien afgestudeerden afstudeerproducten met een variatie in het eindcijfer gekozen en vervolgens bestudeerd.

Page 33: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 27

De opleiding beschikt over een deugdelijk systeem van toetsing. De examencommissie is zich

in samenwerking met de toetscommissie aan het ontwikkelen naar het in de praktijk (ten

aanzien van haar inhoudelijke naast haar formele taken) volledig functioneren volgens de

WHW. De eerste stappen heeft zij daartoe aantoonbaar gezet.

Op basis van de zorgvuldige analyse is het auditpanel van mening dat de studenten BE-V het

hbo-bachelorniveau gerealiseerd hebben waar het werkveld om vraagt. Een aantal

afstudeerproducten bevatte stevige, complexe probleemgebieden, die mooi verankerd waren in

de praktijk. De waardering van het werkveld (bedrijfsbegeleiders, gecommitteerden,

werkveldcommissie en alumni) was voor het auditpanel tevens een belangrijk element om tot

het positieve oordeel te komen. Het auditpanel vindt dit een sterk punt. Het auditpanel gaat er

vanuit dat BE-V, zoals zij beoogt, aan de slag gaat met de borging van de ingezette

verbeteringen in de afstudeerfase (het concreter formuleren van onderzoeksvragen/-opzet en

methodologische diepgang) en de consistente inbedding daarvan in de onderzoekslijn. Het

auditpanel komt daarom voor de voltijdvariant van BE-V tot het oordeel voldoende.

Page 34: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 28

Page 35: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 29

5. ALGEMEEN EINDOORDEEL

Het instituut Fontys International Business School in Venlo, waar de voltijdopleiding

Bedrijfseconomie (BE-V) onderdeel van uitmaakt, leidt studenten uit verschillende landen op

tot hoogwaardige bachelors, die goede perspectieven hebben op de Nederlandse en

buitenlandse arbeidsmarkt. Studenten en docenten hebben in internationale en euregionale

classrooms aandacht voor andere culturen en hebben oog voor duurzaamheid en ethisch

verantwoord handelen. Deze elementen zijn voor het auditpanel duidelijk herkenbaar in de

beoogde eindkwalificaties en in de uitwerking van het programma van BE-V.

De beoogde eindkwalificaties zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie duidelijk

geconcretiseerd en actueel. Een bijzonder sterk punt vindt het auditpanel de strategische en

operationele inkleuring van de opleiding en de verankering van de specifieke FIBS-competentie

‘Het opereren in een internationale, globaliserende omgeving’ in het eigen opleidingsprofiel. De

unieke euregionale en internationale omgeving waarin BE-V zich bevindt, biedt haar de

mogelijkheid om zich te onderscheiden van andere opleidingen Bedrijfseconomie in Nederland.

Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de

instromende studenten bovendien mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Het

auditpanel waardeert de deugdelijke uitwerking van de profilering op het thema

Internationalisering vanuit de doelstellingen in het programma. De nieuwe indeling in een

internationale en euregionale classroom maakt een werkveldspecifieke inkleuring mogelijk. Ook

de (inter)nationale samenstelling en meertaligheid van het docentteam en de aandacht voor de

profilering op Duurzaamheid in het programma sluit aan bij de ambities, die BE-V heeft. Als het

auditpanel uitsluitend zou kijken naar deze onderwerpen, dan zou het panel het oordeel ‘goed’

gerechtvaardigd vinden. Naast deze sterke punten zijn er niettemin verbeteringen denkbaar,

waardoor de opleiding nog niet overal systematisch boven de basiskwaliteit uitsteekt.

Voorbeelden in de onderwijsleeromgeving zijn het tot wasdom komen van de inhoud van het

programma door de uitsplitsing naar een euregionale en internationale classroom, het door

ontwikkelen van de bestaande onderzoekslijn, docenten en studenten betrekken bij het

lectoraatonderzoek, het doorvoeren van de plannen op de aanstaande vergrijzing van het

docententeam en het verhogen van het algemene voorzieningenniveau.

Ten aanzien van het gerealiseerde niveau ziet het auditpanel verbetermogelijkheden in het

concreter formuleren van onderzoeksvragen/-opzet en diepgang van de methodologie. Het

auditpanel vindt, ondanks deze verbetermogelijkheden, het gerealiseerde eindniveau van BE-V

studenten voldoet aan het hbo-bachelorniveau van een beginnend beroepsbeoefenaar waar het

werkveld om vraagt.

Het auditpanel komt daarom in het totale oordeel van de voltijdvariant van BE-V tot (ruim)

‘voldoende’.

Page 36: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 30

Page 37: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 31

6. AANBEVELINGEN

Profilering

Het auditpanel is bijzonder onder de indruk van de stevige uitwerking van de profilering ‘het

kunnen opereren in een internationale, globaliserende omgeving’ in de eindkwalificaties. De

euregionale en internationale omgeving waar de opleiding zich in bevindt is uitermate geschikt

om deze ambitie te verwezenlijken. Het auditpanel raadt de opleiding aan om in samenspraak

met haar omgeving (onder andere de werkveldcommissie) de profilering verder uit te werken

door onderscheid te maken tussen de profilering op het euregionale (Nederlands-Duitse

werkomgeving) en op het internationale werkveld, zoals de opleiding dat ook beoogt voor

2016. Ook kan het auditpanel zich voorstellen dat de opleiding ‘Het omgaan met duurzaamheid’

ten opzichte van de nieuwe profilering herijkt.

Interactie onderwijs en onderzoek

Het auditpanel is van mening dat BE-V naast de ene docent die vanuit de opleiding is

aangesloten bij de kenniskring van het lectoraat ‘Innovatiemanagement in Internationaal

Perspectief’, ook andere docenten en daarnaast studenten sterker kan betrekken bij het

lectoraat en bij het doen van praktijkgericht onderzoek. Vanaf het studiejaar 2013-2014 krijgt

dit bijvoorbeeld vorm door de introductie van een specifieke projectweek praktijkgericht

onderzoek voor de studenten, waarbij FIBS het lectoraat betrekt. Bijkomend voordeel is de

sterkere aandacht voor de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden in het programma,

aangezien het auditpanel in het vaardighedenniveau bij studenten verbetermogelijkheden ziet

(zie aanbeveling afstudeerfase).

Personeel- en voorzieningencapaciteit

Het werkveld kent een toenemende vraag naar afgestudeerden BE Venlo. De opleiding heeft

daarnaast te maken met een groeiende instroom van studenten, terwijl de huisvesting- en

docentencapaciteit beperkt zijn en de kleinschaligheid juist een sterk punt is. Ook heeft de

opleiding te maken met opvolgingsproblematiek. BE-V loopt met deze knelpunten het risico dat

zij op termijn de kwaliteit van haar onderwijs niet meer op het huidige niveau kan blijven

aanbieden. Het auditpanel heeft tijdens de visitatie en door de inzage in het personeelsbeleid

en de plannen vastgesteld dat de opleiding adequate verbetermaatregelen inzet en daarvoor

middelen ter beschikking heeft. Het auditpanel raadt BE-V aan de beoogde maatregelen in te

zetten en de al ingezette verbetermaatrelen te monitoren, zodat de opleiding ook in de

toekomst de kwaliteit van het onderwijs kan blijven garanderen.

Afstudeerfase

Het auditpanel is positief over de ontwikkeling, die BE-V ten aanzien van de aantoonbaarheid

van het gerealiseerde niveau en de inhoudelijke verbetering van de eindproducten heeft

doorgemaakt. Het gaat er vanuit dat de opleiding nu aanvangt met de borging van de ingezette

verbeteringen in de afstudeerfase en de consistente inbedding daarvan in een meer expliciete

onderzoekslijn.

Page 38: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 32

Nadere uitwerking verbetermogelijkheden afstudeerfase

Bij de uitwerking van standaard 3 zijn puntsgewijs de inhoudelijke verbetermogelijkheden opgesomd. Hieronder volgt een nadere uitwerking: het concreter formuleren van onderzoeksvragen/-opzet: Meer to-the-point formuleren van hoofd- en

deelvragen en de onderzoeksopzet (zakelijkheid/verbeteren van de leesbaarheid). De juiste begeleiding/sturing van docenten is daarbij belangrijk.

Theoretische onderbouwing: Studenten zouden de link tussen het probleem/de praktijkcase en de relevante theorie explicieter kunnen benoemen en meer diepgang kunnen aanbrengen. Daarnaast zouden studenten aandacht kunnen hebben voor het gebruik van (inter)nationale vakliteratuur, mede gelet op het feit dat de opleiding zich hiermee profileert. Bij de vakliteratuurverwijzingen zou de opleiding standaard de APA-normen (American Psycological Association) kunnen hanteren.

Het zorgvuldig trekken van conclusies (inclusief reflectief vermogen en kritische houding). Studenten schrijven een reflectieverslag, waarvan de inhoudelijke kwaliteit voor verbetering vatbaar is (vb. het formuleren van leerdoelen, beschrijven van de ervaring en de aanpak en de resultaten).

De locaties Venlo en Eindhoven, waar de opleiding Bedrijfseconomie wordt aangeboden,

kunnen naar de opvatting van het auditpanel meer dan nu het geval is, gebruik maken van

elkaars expertise ter bevordering van de kwaliteitsborging van het gerealiseerde eindniveau.

Het afstemmen met de examencommissie van BE-E zal daar tevens aan bijdragen. Ook ziet het

auditpanel mogelijkheden om, door de betrokkenheid van docenten en studenten bij het

lectoraat (zie aanbeveling interactie onderwijs en onderzoek), de profilering op de euregio en

de internationale werkomgeving een sterkere rol te laten spelen in de themakeuze bij de

scripties.

Page 39: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 33

BIJLAGE I Scoretabel

Scoretabel paneloordelen hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie Fontys Hogescholen (locatie Venlo)

voltijd

Standaard Oordeel

Standaard 1. De beoogde eindkwalificaties G

Standaard 2. Onderwijsleeromgeving V

Standaard 3. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties V

Algemeen eindoordeel V

Page 40: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 34

Page 41: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 35

BIJLAGE II Opleidingsspecifieke eindkwalificaties

Het landelijke opleidingsprofiel Bedrijfseconomie is in 2008 ontworpen door het LOOBE en in

2010 bijgesteld/aangevuld.

Opleidings-profiel BE-V

Competenties Taken Beroepsrol en beroepssituatie

Inhoudelijke competenties

1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen

• Ontwerpen van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen • inrichten van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen • onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen

Belang van informatieverstrekking Iedere ondernemer/directeur/directie wil op de hoogte zijn van de inrichting van het (niet-) financiële systeem. Op basis van de gewenste output, moet de organisatie zo zijn ingericht, dat deze output ook inderdaad uit de organisatie komt. De management informatie is leidend voor de inrichting van de administratieve organisatie. Naarma- te de organisatie complexer wordt, neemt ook de complexiteit van het informatiesysteem toe. Proces van informatieverstrekking Om uiteindelijk de managementinformatie te verkrijgen die nodig is om de organisatie te sturen en te leiden, dient men de systemen hierop in te richten. In dit proces zijn de volgende rollen/taken te onderscheiden: • Vaststellen van de informatiebehoefte van de organisatie • Ontwerpen: Op basis van aangegeven informatiebehoefte, eisen en randvoorwaarden komen

tot een voorstel van de inrichting van de informatiesystemen. • Inrichten van de informatiesystemen. • Onderhouden: het up to date houden van het geïmplementeerde informatiesysteem.

2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de Administratieve Organisatie

• De inrichting van de administratieve organisatie/interne beheersing • Opstellen van een controleplan op basis van de ingerichte organisatie • Uitvoeren van een controleplan op basis van de ingerichte organisatie • Trekken van conclusies uit de bevindingen van het controleplan • Op basis van de bevindingen en conclusies verbeteringen voorstellen • Gebruik maken van EDP-auditing bij de uitvoering van de werkzaamheden.

Belang van informatieverstrekking Op basis van de vastgelegde informatie (ist), het toetsen van de werkelijke situatie (soll) en dit ver- volgens toetsen aan de vastgelegde informatie conclusies trekken. Dit sturingsproces moet leiden tot een verbetering van de werkelijke situatie. Uiteindelijk dient de werkelijke situatie zo goed mogelijk aan te sluiten op de norm. Proces van informatieverstrekking Om uiteindelijk de sturingsinformatie te kunnen verkrijgen, moet de student de werkelijke situatie vergeleken met de optimale situatie. Uit deze vergelijking moet de student conclusies kunnen trekken waardoor het proces de goede richting in wordt gestuurd. In dit proces zijn de volgende rollen/taken te onderscheiden: • Inrichten van de huidige situatie • Beoordelen van de aangetroffen situatie • Vergelijken van de werkelijkheid met de norm: vaststellen van de afwijkingen • Trekken van conclusies (stuurinformatie) • Voorstellen van verbeteracties

3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico's

• Het vaststellen van de aanwezigheid van risico´s die de financiële prestaties, financiële posi- tie, continuïteit of

reputatie van de organisatie in belangrijke mate kunnen aantasten op basis van een risicoclassificatie: • Het vaststellen van de omvang van financiële en fiscale risico´s • Een oordeel kunnen

Proces van beheersing van risico’s Bij het planmatig beheersen van risico’s zijn de volgende stappen te onderscheiden: • Onderkennen van het risico • Het formuleren van beleid waarin de risicoacceptatie van de

organisatie is verwoord. • Vaststelling van omvang risico en de daarbij behorende set maatregelen en normen • Het uitvoeren van het beleid waaronder de evaluatie van het beleid. In het risicobeheersingsproces zijn de volgende rollen /taken te onderscheiden: • Het tot stand laten komen en bewaken van een

Page 42: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 36

Opleidings-profiel BE-V

Competenties Taken Beroepsrol en beroepssituatie

vormen over de vraag in hoeverre een geconstateerd risico voor een or- ganisatie acceptabel is op basis van de mogelijk financiële gevolgen van een risico en de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet, dan wel kunnen aangeven in hoeverre specia- listische kennis op dit gebied moet worden ingehuurd. • Aangeven hoe een risico kan worden gereduceerd (proces aanpassing dan wel inzet van mid- delen/producten) • Adviseren over de inzet van instrumenten/producten op basis van de aangegeven omvang van het risico en de gewenste omvang van het risico. • Het opstellen van een risicobeheersingsplan (bijvoorbeeld treasury statuut) • Het beoordelen van genomen acties op basis

van een aanwezig risicobeheersingsplan • Het aangeven van mogelijke uitkomsten in het geval van een investeringsbeslissing

risicobeheersingsplan • Het in kaart brengen van de verschillende vormen risico´s op basis van een aangegeven risi- coclassificatie, waarbij onderscheid wordt gemaakt in gevolgen veroorzaakt door interne en externe mogelijke gebeurtenissen • Het formuleren van de gewenste omvang van het risico • Het aangeven van mogelijke financiële gevolgen bij beslissingen (bijvoorbeeld de investe- ringsbeslissing maar ook de wijze waarop men wil handelen (fiscale risico´s)) • Het aangeven hoe (aanpassing processen dan wel inzet van middelen) het aangegeven risico kan worden gereduceerd • Het bewaken van het risicobeheersingsproces. • Het adviseren over de inrichting van het risicobeheersingsproces dan wel de inzet van mid- delen

4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming.

• Verzamelen, interpreteren en beoordelen van financieel-economische en fiscale informatie ten behoeve van de particulier, zakelijke en interne klant • Informeren over en gevolgen aangeven van bijvoorbeeld veranderende regelgeving, over- heidsbeleid, rechterlijke uitspraken op sociaal (bv. WAO), fiscaal (bv. vennootschapsbelas- ting) en financieel economisch terrein (bv. IFRS en AFM). • Inventariseren en beoordelen van de vragen, wensen en eisen van de klant op fiscaal en fi- nancieel economisch terrein.

Belang van informatieverstrekking Organisaties hebben steeds te maken met veranderingen in de omgeving. Daarnaast zijn organisaties op zoek naar kansen. Om gevolgen van veranderingen en de kansen op hun waarde te kunnen beoordelen moeten beslissers beschikken over informatie. Deze informatie wordt aangedragen door interne bedrijfseconomische afdelingen en/of externe specialisten(bank, accountantsorganisatie, fiscalist). Financiële en fiscale adviseurs zijn in staat hun klanten in een veranderingsomgeving deskundig te begeleiden en de klant te behoeden voor fouten. Zij bepalen in de regel welke informatie voor de klant van belang is en welke informatie dat niet is. Dat betekent dat verwacht mag worden van de beroepsbeoefenaar dat hij grondig op de hoogte is van nieuwe ontwikkelingen en veranderende wet - en regelgeving. Proces van informatieverstrekking In beginsel is het de klant die dient aan te geven waarover hij/zij geïnformeerd wenst te worden op, de voor zijn organisatie en in zijn situatie van belang zijnde, fiscaal en financieel economisch ontwikkelingen. De beroepsbeoefenaar kan gevraagd worden in speciale situaties (bijvoorbeeld bij in- vesteringen, bedrijfsovernames en fiscale adviezen) de benodigde informatie aan te leveren. Een proactieve houding mag verwacht worden van de adviseur, in die zin dat klanten van hun adviseur verwachten dat zij zich tijdig bij de klant (intern/extern) melden om hen op de hoogte te stellen

Page 43: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 37

Opleidings-profiel BE-V

Competenties Taken Beroepsrol en beroepssituatie

van de nieuwste ontwikkelingen op fiscaal en financieel economisch terrein.

5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden

• Opstellen van door de wet vastgestelde documenten zoals de jaarrekening en aangifte belas- tingen • Opstellen van bezwaar-, verweer- en beroepsschriften • Opstellen van jaarrekeningen conform wensen van partijen zoals eigenaren, accountants en financiers (corporate finance gedachte) • Opstellen van door derde gevraagde financiële en economische gegevens in specifieke gevallen zoals investeringen, faillissementen, verkoop van organisatie e.d.

Belang van informatieverstrekking Eigenaren, financiers en overheid willen geregeld op de hoogte gehouden worden van de resultaten van organisaties. Eigenaren om te bepalen hoeveel middelen ze aan de onderneming voor privé-doeleinden kunnen onttrekken; financiers stellen aan de hand van de informatie vast in hoeverre men bereid is de financiering tegen dezelfde voorwaarden te willen voortzetten en de verstrekte informatie geeft de overheid de mogelijkheid om inkomsten uit belastingen te genereren dan wel de effectiviteit van verstrekte subsidies te beoordelen. Proces van informatieverstrekking Om het uiteindelijke resultaat in de vorm van een jaarrekening dan wel wettelijk vereiste ingevulde formulieren te kunnen realiseren, zal de organisatie moeten aangeven hoe men de gewenste informatie gaat produceren (procesinrichting). Per belanghebbende moet de informatie in de gewenste vorm worden aangeleverd. De verstrekker en ontvanger van de informatie moeten dezelfde taal spreken, waarbij de overheid in de rol als “beschermer” van de eigenaar eisen stelt aan de te verstrekken in- formatie. In dit proces zijn de volgende rollen/taken te onderscheiden:

• Het inrichten en beheersen van het proces van aanleveren van de gewenste informatie in de vorm van afgesproken dan wel wettelijk afgedwongen formats • Het aanleveren van de gewenste informatie in de vorm van afgesproken dan wel wettelijk afgedwongen formats. • Het controleren en beoordelen van de aangeleverde informatie • Het adviseren over de wijze waarop het informatieverstrekkingproces wordt ingericht.

6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden

• Inventariseren van de vragen, wensen en eisen van de klant (zakelijk of privé) ten aanzien van het advies en de te verlenen diensten • Verzamelen van correcte en betrouwbare financieel-economische en fiscale informatie benodigd voor het opstellen van het advies t.a.v. diensten • Opstellen van (diverse alternatieve) adviezen binnen het kader van de wensen/eisen en de financieel-economische en fiscale situatie van de klant met een zorgvuldige afweging van risico en rendement van de verschillende diensten • De voornoemde adviezen en de hieruit voortvloeiende diensten presenteren en

implementeren. • Het begeleiden van de klant bij de implementatie in de eigen organisatie

Belang van advisering en dienstverlening Alle privé personen en ondernemingen hebben advies nodig bij het nemen van beslissingen ten aan- zien dienstverlening op financieel economisch en fiscaal gebied. Bijzonder aan de dienstverlening is dat het niet gaat over stoffelijke tastbare producten. Bij dienstverlening draait alles om afnemers, geld, risico en zekerheid die uiteindelijk moeten leiden tot de keuze voor de juiste dienst of product. Een goede afweging door de financiële specialist tussen rendement, risico en relatie is hierbij onontbeerlijk. Proces van advisering en dienstverlening Om het uiteindelijke resultaat in de vorm van een advies/dienst te kunnen realiseren, zal de klant moeten aangeven welke wensen en eisen hij stelt. Per belanghebbende moet de informatie in de ge- wenste vorm worden aangeleverd. De afweging tussen rendement en risico moet inzichtelijk gemaakt worden. De opgestelde adviezen moet duidelijk opgesteld worden zodat de klant een keuze kan ma-ken voor een dienst of een product. Deze moet op de juiste wijze geïmplementeerd worden.

Page 44: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 38

Opleidings-profiel BE-V

Competenties Taken Beroepsrol en beroepssituatie

(bedrijf) / situatie (particulier) van de gevolgen van nieuwe regelgeving, inzichten en overheidsbeleid.

Algemene competenties

7. Sociale en communicatieve competenties (interpersoonlijk, organisatie)

• samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organi- satie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisci- plinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); • communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Ne-derlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrij-ven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motive- ren, overtuigen, verwoorden van besluiten.

8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk

, beroepsbeoefenaar of professional)

• sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; • nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op

betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; • ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; • leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdra- gen aan congressen, enzovoort.

FIBS-specifieke competenties

9. Opereren in een internationale globaliserende omgeving

Opereren in een internationale globaliserende omgeving (Internationalisering). De vaardigheid om zich adequaat en flexibel op te stellen tegenover de verwachtingen van de communicatiepartner uit een andere cultuur. Het herkennen van culturele verschillen en interferenties tussen de eigen cultuur en die van een ander op mondiaal dan wel euregionaal niveau. De internationale stroming richt zich op mondiaal niveau, de euregionale stroming richt zich op de euregio Rijn-Maas-Noord. Het in staat zijn om zich in de contacten met andere culturen van zijn eigen identiteit en culturele afkomst bewust te blijven.

10. Omgaan met duurzaamheid

Omgaan met duurzaamheid (Globalisering en duurzaamheid).

Het landelijke opleidingsprofiel Bedrijfseconomie hanteert de volgende algemene uitwerking

naar niveaus:

Page 45: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 39

Deze algemene niveau aanduideling wordt in het landelijke opleidingsprofiel Bedrijfseconomie per

competentie uitgewerkt naar de drie beheersingsniveaus. BE-V heeft vervolgens in een eigen opleidingscompetentiematrix de relatie weergegeven tussen de competenties, de beheersingsniveau en bijbehorende prestatie-indicatoren.

Opleidings-profiel BE-V

Competenties Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3

Inhoudelijke competenties

1. Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) financiële en niet-financiële informatiesystemen

Beschrijven en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen; voeren van een administratie van een handelsonderneming.

Ontwerpen en realiseren van (geautomatiseerde) informatiesystemen; voeren van een administratie van een productie- en dienstverlenende onderneming.

Beoordelen en (her)inrichten van (geautomatiseerde) financiële en nietfinanciële informatiesystemen; afstemmen van informatiesystemen; optimaliseren van informatiestromen

2. Vormgeven, inrichten en toetsen van de Administratieve Organisatie

Beschrijven van de inrichting van de (administratieve) organisatie en interne controle van een handelsonderneming.

Beschrijven van de inrichting van de (administratieve) organisatie en interne controle van een productie- en dienstverlenende onderneming (met enkele vestigingen); opstellen en uitvoeren van een controleplan.

Conclusies trekken uit controleinformatie; optimaliseren van de processen in de verschillende delen van een organisatie; uitvoeren EDPauditing.

3. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico's

Beschrijven en vaststellen van omvang van verschillende vormen van risico (operationeel, financieel en fiscaal)

Beschrijven van (de werking van) maatregelen en producten ter beheersing van risico's.

Advies geven over en opstellen van risicohandboeken in meer complexe situaties op het terrein van operationele, financiële of fiscale risico's (volledige risicobeheersing).

4. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor de besluitvorming.

Informatie verstrekken aan de (kleine) eenmanszaak en de particulier.

Leveren van een bijdrage aan de voorbereiding van besluitvorming voor industriële organisaties en meer complexe dienstverleners.

Informatie geven bij complexe aangelegenheden.

5. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden

Externe informatie verstrekken aan eenmanszaak en overzichtelijke handelsonderneming.

Externe informatie verstrekken (procesinrichting, verstrekking, beoordeling) voor een meer complexe handelsonderneming, overzichtelijke productieonderneming en dienstverlenende organisatie.

Externe informatie verstrekken (procesinrichting, verstrekking, controle/beoordeling en advisering) voor een meer complexe handelsonderneming, overzichtelijke productieonderneming en dienstverlenende organisatie.

6. Geven van adviezen en het verlenen van diensten op financieel-

economisch en fiscaal terrein aan belanghebbenden

Geven van advies en verlenen van diensten aan een particuliere relatie.

Geven van advies en verlenen van diensten aan een zakelijke relatie.

Geven van advies en verlenen van diensten aan een complexe zakelijke relatie en/of de combinatie van zakelijke en privé personen (de MKB-ondernemer).

Algemene competenties

7. Sociale en communicatieve competenties (interpersoonlijk

Concrete bijdrage leveren aan teambesprekingen; informatie

Bijdrage leveren aan de resultaten van het team en aan de besluitvorming in het team, neemt daarbij zijn

Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen

Page 46: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 40

Opleidings-profiel BE-V

Competenties Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3

, organisatie)

verstrekken en vragen stellen. Concessies doen als het er om gaat tot een gezamenlijk resultaat te komen. Toepassen van de basistheorie mbt mondelinge en schriftelijke communicatie in concrete situaties.

eigen doelen en die van anderen mee. Op een constructieve wijze reageren op ideeën van anderen en aansluiten bij de kennis en kunde van teamleden. Blijven meedenken, bijdragen leveren, ook voor een groepstaak die niet van persoonlijk belang is. Effectief communiceren met verschillende interne en externe geledingen. Daarbij rekening houden met de organisatiedoelen.

voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multi-disciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven. Communiceren, mondeling en schriftelijk, intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. (In termen van beroepstaken omvat dat onder meer opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten)

8. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional)

Dragen van verantwoording voor het eigen takenpakket, formuleren van doelen, verantwoording

afleggen over de voortgang. Reflecteren op eigen ervaringen.

Resultaatgericht werken, Eigen trajecten uit zetten, onderhandelen over de trajecten, verantwoording af leggen over keuzes, afwegen van keuzes met een termijnperspectief.

Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden; flexibiliteit, nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor

eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; ontwikkelen van een beroepshouding met initiatief of ruimte voor normatieve en culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen.

FIBS-specifieke competenties

9. Opereren in een internationale globaliserende omgeving

10. Omgaan met duurzaamheid

Page 47: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 41

BIJLAGE III Schematisch overzicht opleidingsprogramma

Hieronder volgt een overzicht van het programma van BE-V. Dit programma heeft voor beide

stromen (euregionale als de internationaal) dezelfde opzet. In de diverse leerarrangementen

wordt de euregionale of internationale inkleuring verder vorm gegeven.

Page 48: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 42

Page 49: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 43

BIJLAGE IV Programma, werkwijze en beslisregels

Auditprogramma Beperkte Opleidingsbeoordeling t.b.v. hbo-bacheloropleiding

Bedrijfseconomie (locatie Venlo) – Fontys Hogescholen

Varianten: Voltijd

Locatie: Tegelseweg 255, 5912 BG Venlo

Datum audit: 9 oktober 2012

Panelleden

R.J.M. van der Hoorn MBA CMC - Voorzitter

Prof. dr. D.J. Eppink - Deskundige

Drs. J. Bakker - Deskundige

W. Elstgeest - Studentlid

I.M. Gies Broesterhuizen BEc

Tijd Lokaal Gesprekspartners (incl. namen, functie) Gesprekspartners Gespreksonderwerpen

08.15 – 08.30 W3.2.15 Inloop & ontvangst auditpanel

08.30 – 09.30 W3.2.15 Intern overleg auditpanel

09.30 – 10.30 W3.2.15 Management

O.a. Kennismaking MT en vaststellen agenda

Th. Merz

F. Smits H. Walboomers

Gespreksonderwerpen:

eigenheid opleiding – ambities - hbo-niveau - relatie beroepenveld – internationalisering - onderzoeksdimensie -

10.30 – 10.45 W3.2.15 Pauze

Interne terugkoppeling

10.45 – 11.45 W3.2.15 Docenten: Samenhangende onderwijsleeromgeving Gesprek gevoerd in het Engels.

S. Breuer J. Carboex F. Gerhäuser B. Hendriks N. van der Locht A. van Lumig J. Steenkamer B. Titulaer

Gespreksonderwerpen: realisatie samenhangende onderwijsleeromgeving - inhoud en vormgeving programma – eigen inkleuring programma - keuze werkvormen – onderzoekslijn – stage - internationale component - beoordelen en toetsen - borging niveau - aansluiting instromers – relatie docenten beroepenveld – eigen deskundigheid docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen

11.45 – 12.45 W3.2.15 Studenten, o.a vanuit uit de opleidings-commissie

Gesprek gevoerd in het Engels.

L. Wijnands J. Strube

M. Pohlmann N. van Roij V. Yotov R. Gielen M. Bohmann A. Kurdi

Gespreksonderwerpen: kwaliteit en relevantie

programma - studeerbaarheid - aansluiting - toetsen en beoordelen - kwaliteit docenten - opleidingsspecifieke voorzieningen – eigen producten

12.45 – 13.30 W3.2.15 Lunch auditpanel

Interne terugkoppeling

13.30 – 14.15 W3.2.15 Spreekuur docenten/studenten

- Rondleiding opleidingsspecifieke voorzieningen + inzien materiaal

14.15 – 14.45 W3.2.15 Professionalisering

S. Breuer N. Cardijnaals S. Kienemundt-

Bertikow B. Roosen B. Titulaer

Gespreksonderwerpen: deskundigheidsbevordering/pop docenten – onderzoek doen –

lectoraat en kenniskring

14.45 – 15.30 W3.2.15 examencommissie/toetscommissie J. Carboex Gespreksonderwerpen:

Page 50: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 44

Tijd Lokaal Gesprekspartners (incl. namen, functie) Gesprekspartners Gespreksonderwerpen

G. Hendix O. Bode J. Delsing

Bevoegdheden en taken examencommissie en toetscommissie - rol in de interne kwaliteitszorg toetsing - – resultaten -

15.30 – 15:45 W3.2.15 Pauze

Interne terugkoppeling

15.45 – 16.30 W3.2.15 Werkveldvertegenwoordiging en Alumni

T. Eikenboom W.Giesen M. Walda B. Winters P. Stroeken J. Schreurs K.Verstappen

Gespreksonderwerpen Werkveld: contacten met opleiding over onder andere: actuele ontwikkelingen en doorvertaling naar programma - andere wensen vanuit het werkveld – eigen inkleuring opleiding - stage en begeleiding – onderzoekscomponent – niveau Gespreksonderwerpen Alumni:

o.a. kwaliteit en relevantie van de opleiding (programma, docenten) - functioneren in de praktijk of vervolgopleiding

16.30 – 16.45 W3.2.15 Interne terugkoppeling: bepaling pending issues Inzien materiaal

Interne terugkoppeling

16.45 – 17.00 W3.2.15 Pending issues (alle gesprekspartners zijn hiervoor beschikbaar)

W3.2.15 Inzien materiaal

17.00 – 17.45 W3.2.15 Interne terugkoppeling: bepaling beoordeling

17.45 - Terugkoppeling

Werkwijze

Bij de beoordeling van de betreffende (voltijd) opleiding is uitgegaan van het door de NVAO

vastgestelde “Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs” van 22 november 2011.

Daarin staan de standaarden vermeld waarop een Evaluatiebureau zich bij de beperkte

opleidingsbeoordeling van een opleiding moet richten en de criteria aan de hand waarvan een

Evaluatiebureau moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden

beoordeeld.

Op basis van de door opleiding geleverde documentatie heeft het auditpanel zich een beeld

kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de (voltijd) variant.

De visitatie was gericht op een verificatie van de bevindingen uit de documentenanalyse en het

verkrijgen van aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Dit geschiedde door

gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding, studenten en het werkveld, die waren te

kenschetsen als ‘gesprekken tussen vakgenoten’.

De verificatie door het auditpanel geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp

met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en -

daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen

waarneming.

Page 51: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 45

Verantwoording keuze gesprekspartners

Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditpanel met in achtneming van de

daartoe strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit

voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld.

Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditpanel heeft geconstateerd,

dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht

heeft gebracht van studenten en medewerkers.

Het oordeel van het auditpanel vastgelegd in een conceptrapport werd aan de opleiding

voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.

Beslisregels

Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ ,

‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd

in het ‘Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011’.

Indien een opleiding onder één CROHO-registratie wordt aangeboden op meerdere locaties, kan

de opleiding alleen voor accreditatie in aanmerking komen als uit de beoordeling blijkt dat elke

locatie voldoet aan de in het betreffende kader genoemde standaarden voor basiskwaliteit.

Beperkte opleidingsbeoordeling

Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien standaard 1 of 3

als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij standaard 1 kan niet leiden

tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO.

Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien tenminste twee

standaarden als ‘goed’ worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 3.

Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien tenminste twee

standaarden als ‘excellent’ worden beoordeeld; waaronder in elk geval standaard 3.

Page 52: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 46

Page 53: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 47

BIJLAGE V Lijst geraadpleegde documenten

Lijst geraadpleegde documenten, conform richtlijn van de NVAO

Kritische reflectie opleiding

Organigram instelling / Organigram opleiding.

Domeinspecifiek referentiekader en de eindkwalificaties / Schematisch

programmaoverzicht.

Inhoudsbeschrijving (op hoofdlijnen) van de programmaonderdelen, met vermelding van

o eindkwalificaties, leerdoelen, werkvormen, wijze van toetsen, vakliteratuur (verplicht /

aanbevolen), betrokken docent(en) en studiepunten.

Onderwijs- en examenregeling – OER.

Overzicht van het ingezette personeel

o naam, functie, omvang aanstelling, graad en deskundigheid

o differentiatie in graad uitgedrukt in % van het totaal.

Overzichtslijst van alle afstudeerwerkstukken van de laatste twee jaar (of van portfolio’s /

werkstukken waaruit het door de student bereikte eindniveau kan worden afgeleid).

Overzicht van de contacten met het werkveld.

Samenvatting en analyse recente evaluatieresultaten en relevante managementinformatie.

Verslagen overleg in relevante commissies / organen.

Documentatie over student- en docenttevredenheid.

Toetsopgaven + beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen) en een

representatieve selectie van gemaakte toetsen (presentaties, stageverslagen, assessments,

portfolio’s e.d.) en beoordelingen.

Handboeken en overig studiemateriaal.

onderwijsbeleidsplan of soortgelijk(e) document(en);

beleidsplan op het gebied van onderzoek in relatie tot de aangeboden opleidingen of

soortgelijk(e) document(en);

personeels(beleid)plan of soortgelijk(e) document(en);

voorzieningenplan of soortgelijk(e) document(en);

kwaliteitszorgplan;

Door het panel te bepalen representatieve selectie van (15) afstudeerwerkstukken van de

afgelopen twee jaar met beoordelingscriteria en normering.

Overzicht van 15 afstudeerwerkstukken op studentnummer:

Aantal Studentnummer

1 2049193

2 2117754

3 2111120

4 2109107

5 2138890

6 2092063

7 2126187

8 2126248

9 2129083

10 2121936

11 2125834

12 2118684

13 2117021

14 2129940

15 2126012

Page 54: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 48

Page 55: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 49

BIJLAGE VI Overzicht auditpanel

Samenstelling, korte functiebeschrijvingen (cv’s) en onafhankelijkheidverklaringen van

voorzitter, leden en secretaris.

Samenstelling en expertise van het auditpanel laten zich als volgt weergeven37: Panelleden

Expertise - audit

- kwaliteitzorg

Expertise - onderwijs

Expertise - werkveld

Expertise - vakinhoud

Expertise - internationaal

Expertise - student-

zaken

R.J.M. van der Hoorn MBA CMC voorzitter

X x X x x

Prof. dr. D.J. Eppink werkveld- / vakdeskundige

x x X X X

Drs. J. Bakker werkveld- / vakdeskundige

x X X X X

W. Elstgeest studentlid

X

I.M. Gies Broesterhuizen BEc secretaris

X

Op 2 oktober 2012 heeft de NVAO goedkeuring gegeven aan de samenstelling van het panel

hbo-bachelor Bedrijfseconomie te Venlo en Eindhoven, nummer 000835 - Fontys Hogescholen.

Korte functiebeschrijvingen panelleden

1 Dhr. R.J.M. van der Hoorn MBA CMC is een van de twee directeuren van de Hobéon Groep en heeft

binnen het hoger onderwijs ruime ervaring met audits. Daarnaast houdt hij zich onder andere bezig

met financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijsinstellingen.

2 Dhr. Prof. dr. D.J. Eppink is Emeritus hoogleraar Management en Organisatie aan de Faculteit der

Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij studeerde

Economie aan de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam,

behaalde daar in 1967 zijn doctoraal examen met als specialisatie Bedrijfseconomie en

promoveerde, eveneens aan de VU, in 1978.

3 Dhr. drs. J. Bakker studeerde van 1989 tot 1993 HBO Bedrijfseconomie bij Fontys Hogescholen in

Venlo en behaalde vervolgens zijn Master Bedrijfswetenschappen aan de Radboud Universiteit in

Nijmegen. Hij heeft circa 9 jaar praktijk ervaring als (assistent)controller in de zorgsector en ruim

4,5 jaar ervaring als organisatieadviseur bij Twynstra Gudde. Sinds 5 jaar is Dhr. Bakker als docent

betrokken bij de hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

Sinds anderhalf jaar is hij bovendien actief als zelfstandig ondernemer, waarbij hij personen die een

ontwikkelstap willen maken op het gebied van bedrijfseconomie en/of organisatieadvies begeleidt en

adviseert.

4 Dhr. W. Elstgeest, derdejaars student Bedrijfseconomie Haagse Hogeschool. Naast zijn studie is hij

werkzaam als administratief medewerker bij Frames, een bedrijf dat process and control systems

ontwikkelt voor de wereldwijde olie- en gasindustrie.

Secretaris/Coördinator mevrouw I.M. Gies Broesterhuizen Gecertificeerd d.d. November 2010

37 De grote van het kruisje geeft enigszins de mate van deskundigheid aan (groot is meer, klein is

minder).

Page 56: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 50

Page 57: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 51

Page 58: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 52

Page 59: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 53

Page 60: rapport Fontys V hbo-ba Bedrijfseconomie

©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Bedrijfseconomie (Venlo), Fontys Hogescholen, versie 3.0 54