Rassenproef wortel Flakkeese...Pagina: 4/14 Proefnummer TOLALG17WOR_RA02 3.3 Beoordelingen en registratie 3.3.1 Opbrengst Om de opbrengstbepaling uit te voeren werd eerst de bovengroei

PROEFVERSLAG

Rassenproef wortel Flakkeese

Proefnummer: TOLALG17WOR_RA02

Identificatie opdrachtgever:

Protocol identificatie opdrachtgever: Inagro

Ieperseweg 87

Rumbeke

uitgevoerd door: Inagro vzw

Ieperseweg 87

8800 Rumbeke-Beitem

Afgevaardigd bestuurder: Mia Demeulemeester

Diensthoofd: Callens Danny

Teeltverantwoordelijke: Vanheule Marc

Periode: 2017

Goedgekeurd door:

Diensthoofd: Afgevaardigd bestuurder:

Pagina: 2/14 Proefnummer TOLALG17WOR_RA02

1. INHOUDSOPGAVE

1. INHOUDSOPGAVE ................................................................................................ 2

2. DOELSTELLINGEN ................................................................................................ 3

3. MATERIAAL EN METHODEN ................................................................................. 3

3.1 DE EXPERIMENTELE CONDITIES VAN DE PROEF .................................................................... 3

3.1.1 Proefplan details ........................................................................................... 3

3.2 OBJECTEN .............................................................................................................. 3

3.2.1 Overzicht van de objecten .............................................................................. 3

3.3 BEOORDELINGEN EN REGISTRATIE .................................................................................. 4

3.3.1 Opbrengst .................................................................................................... 4

3.3.2 Kwaliteit ...................................................................................................... 4

4. PROEFOMSTANDIGHEDEN ................................................................................... 5

4.1 PROEFTERREIN ......................................................................................................... 5

4.1.1 Achter hoeve ................................................................................................ 5

4.2 BODEMTYPE ............................................................................................................ 5

4.3 OVERZICHT VAN TEELT- EN PROEFVERLOOP ........................................................................ 5

4.3.1 Overzicht van teelt- en proefverloop ................................................................ 5

5. RESULTATEN ....................................................................................................... 6

5.1 AFWIJKINGEN T.O.V. HET PROEFPROTOCOL ........................................................................ 6

6. BESLUIT ............................................................................................................ 12


2. DOELSTELLINGEN

Geschiktheid van nieuwe cultivars nagaan onder de heersende groei- en klimaatsvoorwaarden

in vergelijking met reeds gekende cultivars.

Deze proef werd aangelegd in samenspraak met de Vlaamse Overheid, Departement

Landbouw en Visserij (DLV).

3. MATERIAAL EN METHODEN

3.1 De experimentele condities van de proef

3.1.1 Proefplan details

Parameter Waarde

Zaaidichtheid 70 zaden/m²

Rugafstand 70 cm

Netto plot Lengte: 50 m , Breedte: 0,7 m

Bruto plot Lengte: 50 m , Breedte: 0,7 m

Aantal parallellen 4

Onbehandelde controle ingesloten

Statistisch ontwerp gerandomiseerde blokkenproef

3.2 Objecten

3.2.1 Overzicht van de objecten

Nr Product

Omschrijving object

1 Komarno (Bejo)

2 Bastia (Bejo)

3 Farah (Bejo)

4 Muleta (Clause)

5 Trafford (Rijk Zwaan)

6 Karotan (Rijk Zwaan)

7 Warmia (Rijk Zwaan)

8 Flakker (Semo)

9 Kardila (Semo)

10 CA 723 (Sanac)

11 Maxima (Sanac)

Midden in de proef (tussen herhaling 1,2 en 3,4) werden 2 ruggen met het praktijkras

(Trafford) uitgezaaid; bij de oogst werden ze vergeleken met het proefras Trafford omdat het

praktijkras wel behandeld was met Cruiser en het proefras niet.

In de lengterichting (over de rassen heen) werd ook een strook voorzien die niet behandeld

werd tegen ziekten (verder benoemd als demo ziekte); deze strook werd weliswaar ook niet

behandeld met insecticiden indien die tijdens dezelfde spuitbeurt meegegeven werd.


3.3 Beoordelingen en registratie

3.3.1 Opbrengst

Om de opbrengstbepaling uit te voeren werd eerst de bovengroei geoogst waardoor na

weging van het ondergrondse gedeelte het % afval na ontkoppen bepaald kon worden. Deze

ontkopte wortelen werden dan gesorteerd waardoor het % afval berekend kon worden. Deze

afval bestaat uit te kleine wortelen (<100 gram), gebarsten en vertakte wortelen. Zo bekomt

men de opbrengst bruto volledig - bruto ontkopt - netto ontkopt. Globaal was er 35 ton/ha

afval vooral veroorzaakt door bovengroei, opengebarsten wortelen en te lichte wortelen.

Er werd behoorlijk wat variabiliteit aangetroffen tussen de herhalingen naar % afval, vooral

naar aantal wortelen met kloven, wat z'n invloed heeft op de variatiecoëfficiënt van de

opbrengst. Dit is ook duidelijk zichtbaar tussen de 2 herhalingen van 'demo ziekte', waar

uiteindelijk over alle rassen heen er geen verschil was met het gemiddelde van de rassen in

de eigenlijke proef. Wel zijn de verschillen tussen de rassen iets anders dan in de eigenlijke

proef maar met 2 niet gelijklopende herhalingen is het niet betrouwbaar om daar conclusies

uit te trekken waardoor er geen vermelding van werd gedaan in de tabellen.

Het praktijkras Trafford met Cruiser werd ook vergeleken met het proefras Trafford zonder.

Het praktijkras met Cruiser gaf een iets hogere bruto opbrengst maar uiteindelijk een

duidelijk lagere netto opbrengst omwille van meer afval door gekloven wortelen; er werd bij

het praktijkras ook nog een hogere aantasting door Cavity spot vastgesteld.

3.3.2 Kwaliteit

Naar ziekteaantasting werden er duidelijke rasverschillen vastgesteld naar witziekte,

kopkanker en Cavity spot. Begin augustus waren alle rassen matig of sterk aangetast door

echte meeldauw. Deze groeide uit zodat begin oktober daar maar weinig meer van te merken

was. Alternaria werd niet aangetroffen. Wegens de late eerste ziektebehandeling en het

uitblijven van Alternaria werd er geen visueel verschil waargenomen naar ziekte-aantasting

tussen de strook die wel of niet behandeld werd tegen ziekten.

Kopkanker kwam bij enkele rassen voor, bij Flakker zelfs in die mate dat het voor plantuitval

zorgde.

Bij een indicatieve oogst half oktober werd al heel wat Cavity spot waargenomen (70 %

aangetaste planten), wat bij de oogst op 18 december evolueerde naar 89% aangetaste

wortelen. Schade van wortelvlieg was zeer gering. Het niet behandelen van de proefrassen

met Cruiser had dus geen invloed op de aantasting van wortelvlieg.

De droge weersomstandigheden waren wellicht in het nadeel van de rassen die een langere

tijd nodig hebben om volgroeid te zijn; zo zijn er duidelijk rasverschillen naar wortelvorm toe.

Inwendig zijn er duidelijke rasverschillen te bemerken in de grote van de pit en duidelijkheid

overgang pit-vlees.


4. PROEFOMSTANDIGHEDEN

4.1 Proefterrein

De proef werd aangelegd op volgende locatie:

Lavens Johan, Westrozebeke

4.1.1 Achter hoeve

De hoekpunten van het proefveld worden gekenmerkt door volgende GPS coördinaten :

Volgnummer Longitude Latitude

1 2,989254 50,933188

2 2,989731 50,932241

3 2,989373 50,932166

4 2,988897 50,933128

4.2 Bodemtype

Bouwvoor: zandleem

Voorvrucht: korrelmaïs

Scheikundige bodemanalyse Inagro:

pH (KCl) 7,2 zeer hoog koolstof (%) 0,91 normaal

fosfor (1) 45 zeer hoog kalium (1) 25 normaal

magnesium (1) 25 hoog

calcium (1) 339 tamelijk hoog

natrium (1) 2,4 tamelijk laag zwavel (1) 2,8 normaal

(1) Uitgedrukt in mg per 100 gram luchtdroge grond.

Tabel 1: Evolutie van de nitraatstikstof in de bodem (kg/ha)

Stikstofanalyse Diepte (cm)

0 - 30 30 – 60 60 - 90

Bij proefaanleg - - -

Bij de oogst 18/12/17 26 50 107

N-advies bij zaai: niet van toepassing

4.3 Overzicht van teelt- en proefverloop

4.3.1 Overzicht van teelt- en proefverloop

Tijdstip Activiteit

24/03/2017 bladluisbestrijding (0,05 l/ha Karate Zeon)

25/03/2017 bemesting (2000 kg/ha kalk)

01/04/2017 bemesting (40 ton/ha effluent)

03/04/2017 bemesting (30 ton/ha varkensdrijfmest)

08/04/2017 bemesting (1000 kg/ha Citrocal)

10/04/2017 bemesting (400 kg/ha ammoniumnitraat)

19/04/2017 uitzaai (loonwerk)

26/04/2017 onkruidbestrijding (0,15 l/ha Centium + 0,5 l/ha Linuron)

30/04/2017 waarneming (opkomst en dichtheid)

17/05/2017 onkruidbestrijding (0,25 l/ha Linuron + 0,6 l/ha Stomp Aqua)


Tijdstip Activiteit

02/06/2017 onkruidbestrijding (0,4 l/ha Linuron + 0,75 l/ha Stomp Aqua)

30/06/2017 waarneming (gewasstand en uitzetten demo ziekte)

03/07/2017 onkruidbestrijding (2 l/ha Defi + 0,1 kg/ha Mistral)

bladluisbestrijding (0,1 l/ha Karate Zeon)


ziektebestrijding (0,4 l/ha Rudis)

03/08/2017 waarneming (gewasstand)


ziektebestrijding (0,4 l/ha Rudis)

23/08/2017 bladluisbestrijding (0,4 l/ha Patriot)

ziektebestrijding (1 l/ha Tebusip + 0,75 kg/ha Signum)


26/09/2017 ziektebestrijding (1 l/ha Tebusip + 0,75 kg/ha Signum)


16/10/2017 oogst (indicatieve vroege oogst)

18/12/2017 oogst

De omstandigheden bij zaai waren goed waardoor een voldoende uniforme opkomst werd

bekomen. Het voorjaar en de zomermaanden juni-juli waren zeer droog met een zware

aantasting van echte meeldauw begin augustus en geringe loofontwikkeling begin september

tot gevolg. Een vochtig najaar zorgde voor een sterke hergroei waardoor nog flink wat

groeiachterstand werd ingehaald maar wel met meer kans op gebarsten wortelen tot gevolg.

5. RESULTATEN

De resultaten werden verwerkt via het statistisch pakket AGROVA-R ontwikkeld door Inagro in

R-taal en gevalideerd met SPSS.

Legende bij de resultaten tabellen:

Waarden gevolgd door dezelfde letter zijn niet significant verschillend (p=0,05)

KWV = Kleinste wezenlijk verschil; VC = Variantiecoëfficiënt (%)

p-waarde: * = Significant (p<0,05); ** = Zeer significant (p<0,01); *** = Uiterst

significant (p<0,001); N.S. = Niet significant (p>=0,05)

De ruwe data bevinden zich in bijlage I bij het proefverslag.

5.1 Afwijkingen t.o.v. het proefprotocol

De proef werd uitgevoerd zoals beschreven in het proefprotocol.


Rassenproef Flakkeese 2017 - Gewaskenmerken

Cultivar Zaadhuis Blad- Gewas- Loofmassa Bodem- Ziekte-aantastasting

kleur ontwikkeling 30/jun 4/okt bedekking witziekte kopkanker Cavity spot bij oogst op 18 dec

30/jun 30/mei

bij oogst 3/aug 30/jun % aantal aantastings- % van aangetast

18/dec aangetast graad (1) licht matig zwaar

Komarno Bejo 7,0 7,0 6,0 9,0 7,0 3,8 bc 8,6 a 100 a 2,1 a 28 34 39

Bastia Bejo 5,0 7,0 7,0 8,0 3,0 3,0 bcd 8,9 a 96 ab 1,8 abc 43 27 30

Farah Bejo 5,0 8,0 7,0 9,0 4,5 3,8 bc 8,6 a 100 a 2,0 ab 28 41 32

Muleta Clause 9,0 8,0 6,0 7,0 4,0 5,3 ab 6,8 b 100 a 1,9 ab 36 35 29

Trafford Rijk Zwaan 9,0 7,0 6,0 7,0 3,5 1,3 d 8,0 a 88 abc 1,4 bcde 56 32 12

Karotan Rijk Zwaan 8,0 8,0 8,0 6,0 4,0 4,3 bc 8,1 a 93 ab 1,8 abc 30 48 22

Warmia Rijk Zwaan 8,0 9,0 7,0 8,0 4,0 2,8 cd 8,8 a 98 ab 1,7 abcd 48 33 19

Flakker Semo 7,0 8,0 8,0 8,0 5,0 7,5 a 2,8 c 91 ab 1,8 abc 38 30 31

Kardila Semo 7,0 6,0 8,0 5,0 2,0 4,0 bc 8,5 a 79 bc 1,1 cde 67 24 9

CA 723 Sanac 9,0 8,0 8,0 9,0 7,5 4,5 bc 8,8 a 58 c 0,7 e 87 13 0

Maxima Sanac 8,0 6,0 8,0 9,0 7,0 5,3 ab 8,4 a 79 bc 1,0 de 83 14 3

Gemiddeld 7,5 7,5 7,2 7,7 4,7 4,1 7,8 89 1,6 49 30 20

KWV P0.05

2,3

0,9

(2)

0,7

V.C. (%)

23,1

4,9

12,6

18,9

P-waarde 0,000 *** 0,000 *** 0,000 *** 0,000 ***

Quotering 1 = bleek laag weinig

wienig geen geen 9 = zeer donker hoog veel veel veel veel

(1) Aantastingsgraad: formule (aantal licht aangetaste x 1 + aantal matig aangetaste x 2 +aantal zwaar aangetaste x 3) = 0 geen aantasting - 3 zware aantasting

(2) Duncantoets na gegevenstransformatie arscin √x


Rassenproef Flakkeese 2017 - Opbrengst

Cultivar Standdichtheid

Opbrengst (ton/ha) % gewichtsverlies

na opkomst bij oogst

bruto volledig bruto ontkopt netto ontkopt wegens

30/mei 18/dec

ton/ha relatief ton/ha relatief ton/ha relatief ontkoppen afval (2)

(BBCH 12-13) % % %

Komarno 60,0 b 55,0 b

84,1 b 100,0 72,2 b 100,0 48,0 c 100,0 14,5 b 33,3 a

Bastia 55,4 bc 57,7 ab

101,8 ab 121,1 85,6 ab 118,5 67,9 abc 141,5 16,1 b 20,3 ab

Farah 44,5 cd 47,1 bc

94,7 ab 112,7 81,8 ab 113,3 67,5 abc 140,6 13,6 b 17,3 ab

Muleta 53,8 bc 51,1 b

101,3 ab 120,5 84,7 ab 117,3 68,4 abc 142,4 16,4 b 19,7 ab

Trafford 56,1 b 53,8 b

95,1 ab 113,1 83,1 ab 115,0 65,7 abc 136,8 12,8 b 21,4 ab

Karotan 74,5 a 76,4 a

92,1 ab 109,5 83,3 ab 115,2 56,7 bc 118,0 9,7 b 32,0 ab

Warmia 55,4 bc 52,1 b

93,1 ab 110,7 83,1 ab 115,1 65,1 abc 135,7 10,8 b 22,1 ab

Flakker 36,3 d 28,9 c

96,8 ab 115,1 68,9 b 95,4 45,3 c 94,4 29,6 a 34,4 a

Kardila 59,8 b 50,9 b

99,1 ab 117,9 83,4 ab 115,5 60,9 abc 126,8 15,8 b 26,8 ab

CA 723 58,8 b 53,8 b

116,3 a 138,3 100,8 a 139,5 86,1 a 179,3 13,3 b 14,6 b

Maxima 49,6 bc 43,2 bc 114,6 a 136,3 96,1 ab 133,0 78,6 ab 163,7 16,2 b 18,3 ab

Gemiddeld 54,9 51,8 99,0 - 83,9 - 64,6 - 15,4 23,7

KWV P0.05 11,1

19,2

27,5

28,4

28,8

(1)

(1)

V.C. (%) 8,2

15,0

11,3

13,7

18,2

11,6

18,1

P-waarde 0,000 *** 0,000 *** 0,012 * 0,030 * 0,001 ** 0,000 *** 0,006 **

Quotering

(1) Duncantoets na gegevenstransformatie arscin √x (2) Is de som van niet marktbare (te licht, vertakte, gebarsten, rotte)


Rassenproef Flakkeese 2017 - Plantkenmerken

Cultivar

% afval % van afval (aantal)

Bovengroei

Stukgewicht

naar te klein ver- met rotte

(mm) unifor-

niet wel % verlies

aantal (<100 g) takte kloven

miteit

onttopt onttopt door

(1) (1) onttoppen

Komarno

55,4 a 77,2 7,6 13,8 1,4

16,3 cd 5,5

144 cd 139 bc 3,7 b

Bastia

37,7 a 77,0 5,3 12,9 4,8

23,6 bc 5,0

174 bcd 169 abc 2,8 bc

Farah

35,5 a 65,0 10,3 18,2 6,5

15,0 cde 6,5

196 abcd 190 abc 3,6 b

Muleta

39,5 a 73,5 7,4 12,1 7,0

26,6 b 4,5

186 abcd 182 abc 2,3 bc

Trafford

38,6 a 80,5 5,1 11,0 3,3

15,6 cde 7,0

181 abcd 175 abc 4,0 b

Karotan

55,6 a 88,2 6,8 5,1 0,0

6,2 e 8,3

134 d 122 c 8,9 a

Warmia

34,8 a 65,1 8,1 20,2 6,6

12,1 de 8,3

170 cd 159 bc 6,7 a

Flakker

49,3 a 40,8 5,3 43,3 10,7

59,0 a 2,0

204 abc 202 ab 0,8 d

Kardila

48,1 a 73,4 5,2 20,8 0,6

18,6 bcd 6,0

197 abcd 194 ab 1,4 cd

CA 723

33,3 a 78,1 11,8 8,8 1,4

13,4 de 6,8

240 a 233 a 3,1 bc

Maxima

31,8 a 64,3 4,9 27,8 3,0 26,2 b 4,5 236 ab 229 a 3,3 bc

Gemiddeld 41,8 71,2 7,1 17,6 4,1 21,1 5,8 188 181 3,7

KWV P0.05

(1)

9,7

66

67

(1)

V.C. (%)

18,7

18,7

14,3

15,1

13,5

P-waarde 0,082 . 0,000 *** 0,000 *** 0,000 *** 0,000 ***

Quotering 1 =

heterogeen 9 = uniform

(1) ontoppen = verwijderen worteltop die smaller is dan 2 cm


Rassenproef Flakkeese 2017 - Uitwendige wortelkenmerken

Cultivar

Lengte Diameter Vorm Gladheid Uitwendige Groen- % van

marktbare wortel stompheid rechtheid

ringen verkleuring marktbare

wortel (cm) (mm)

wortel- gebarsten

(2) kraag tijdens oogst

Komarno

16,2 cd 37,5 bc 7,6 abc 7,3 ab 8,1 a 8,3 a 8,5 a 30,5 cd

Bastia

17,7 bcd 39,7 abc 6,8 bcd 6,8 ab 8,0 a 8,5 a 9,0 a 35,8 abcd

Farah

18,5 bc 42,6 ab 6,3 cd 6,8 ab 7,8 a 7,6 a 8,9 a 21,4 d

Muleta

17,2 cd 40,7 abc 7,5 abc 7,0 ab 7,6 ab 7,4 a 8,6 a 22,4 d

Trafford

17,3 cd 41,1 abc 7,3 abcd 7,3 ab 8,0 a 7,9 a 8,5 a 26,0 cd

Karotan

15,9 d 36,7 c 6,3 cd 6,4 ab 6,8 b 7,9 a 8,0 a 30,4 bcd

Warmia

17,7 bcd 39,3 abc 6,0 d 7,3 ab 7,3 ab 7,8 a 7,9 a 31,4 bcd

Flakker

17,5 cd 41,2 abc 8,4 a 5,9 b 8,1 a 7,4 a 9,0 a 38,0 abcd

Kardila

17,4 cd 42,0 abc 8,0 ab 7,5 ab 7,9 a 8,3 a 8,6 a 42,5 abc

CA 723

21,6 a 44,4 a 6,0 d 7,5 ab 7,8 a 7,8 a 8,5 a 48,3 ab

Maxima 20,1 ab 43,2 a 6,9 bcd 7,8 a 7,8 a 8,0 a 8,5 a 51,0 a

Gemiddeld 17,9 40,8 7,0 7,0 7,7 7,9 8,5 34,3

KWV P0.05

2,6

5,7

1,4

1,7

0,9

1,7

1,2

(1)

V.C. (%)

5,9

5,7

8,0

10,0

4,9

9,0

5,9

12,4

P-waarde 0,000 *** 0,001 ** 0,000 *** 0,026 * 0,000 *** 0,447 0,063 . 0,000 ***

Quotering 1 =

scherp krom ruw veel veel 9 = stomp recht glad geen geen

(1) Duncantoets na gegevenstransformatie arscin √x (1) Marktbare lengte = ontkopt en onttopt


Rassenproef Flakkeese 2017 - Inwendige wortelkenmerken

Cultivar

Inwendige kleur Duidelijkheid Grootte Inwendig Algemene

visueel overgang pit groen op beoordeling

bast pit pit - vlees

ontkopte inwendig

wortel

Komarno

6,8 ab 7,8 a 7,1 abc 3,5 c 8,4 6,9 ab

Bastia

6,6 ab 7,4 a 6,5 bc 5,5 ab 8,5 6,4 b

Farah

6,5 ab 6,9 a 7,8 abc 4,5 abc 8,6 7,0 ab

Muleta

7,0 ab 7,8 a 6,4 c 4,3 bc 8,9 6,5 b

Trafford

7,6 a 7,3 a 8,0 abc 4,8 abc 8,9 7,5 ab

Karotan

7,6 a 7,3 a 8,3 ab 5,5 ab 8,3 7,6 ab

Warmia

7,8 a 7,8 a 8,4 a 6,3 a 8,3 8,3 a

Flakker

6,3 b 8,3 a 3,8 d 5,3 abc 9,0 4,3 c

Kardila

6,3 b 7,0 a 7,6 abc 4,5 abc 9,0 7,0 ab

CA 723

7,3 ab 7,6 a 8,4 a 5,3 abc 8,4 8,0 a

Maxima 7,3 ab 7,8 a 7,1 abc 5,9 ab 8,6 7,1 ab

Gemiddeld 7,0 7,5 7,2 5,0 8,6 7,0

KWV P0.05

1,4

1,7

1,8

1,8

1,4

V.C. (%)

8,0

9,3

10,3

14,8

8,4

P-waarde 0,001 ** 0,268 0,000 *** 0,000 *** 0,000 ***

Quotering 1 = geel geel duidelijk groot veel slecht

9 = donkerrood donkerrood onzichtbaar klein geen goed


6. BESLUIT

De weersomstandigheden waren in 2017 verre van optimaal om een vlotte en vlugge groei te

bekomen. Belangrijke kenmerken voor oogst als industriewortel zijn een voldoende zware (+

100 g), lange, stompe, rechte, uniforme en gezonde wortel met weinig bovengroei en die

inwendig ook goede kenmerken heeft (donkerrood met kleine pit).

Onder de gegeven omstandigheden behaalden CA 723 en Maxima globaal duidelijk de beste

resultaten als industriewortel, vooral een hoge opbrengst gekoppeld aan een minder zware

aantasting door Cavity spot. Komarno en Karotan vallen tegen wegens te lichte sortering.

Flakker voldoet niet wegens te veel bovengroei, veel uitval wegens gebarsten en minder

goede inwendige kenmerken.

Opvallend is dat de rassen met de hoogste opbrengst vorig jaar nu de laagste opbrengsten

bekomen en omgekeerd (van de rassen die in beide proefjaren uitgezaaid waren), maar ook

de groeiomstandigheden waren totaal verschillend (in 2016 al behoorlijke wortelvorming eind

augustus, in 2017 nog totaal niet). Naar wortelkenmerken van de betreffende rassen zijn de

beoordelingen in beide proefjaren wel sterk gelijklopend, wat de betrouwbaarheid van de

resultaten bevestigd.

Individuele Rasbespreking:

Komarno (Bejo): gewas met iets dichtere standdichtheid en nog behoorlijk veel

bodembedekking bij de oogst. Wortel met goede uitwendige kenmerken maar sterk gevoelig

voor Cavity spot en gevoelig voor witziekte. Iets mindere inwendige wortelkenmerken, vooral

wegens grotere pit. Lage marktbare opbrengst vooral door veel afval wegens te lichte

wortelen.

Bastia (Bejo): gewas met iets dichtere standdichtheid en nog maar geringe bodembedekking

bij oogst. Algemeen goede uitwendige wortelkenmerken, wel gevoelig voor Cavity spot en

witziekte. Gemiddelde tot iets mindere inwendige wortelkenmerken. Hogere bruto-opbrengst

evoluerend naar tamelijk hoge marktbare opbrengst.

Farah (Bejo): gewas met lagere standdichtheid vanaf de opkomst. Gemiddelde uitwendige

kenmerken, wel iets minder stompe vorm, gevoelig voor witziekte en sterk gevoelig voor

Cavity spot. Gemiddelde inwendige kenmerken. Iets lagere bruto opbrengst die dankzij

relatief weinig afval evolueert naar tamelijk hoge marktbare opbrengst.

Muleta (Clause): gewas met gemiddelde standdichtheid. Goede uitwendige kenmerken vooral

naar vorm toe, minder gevoelig voor witziekte maar sterk gevoelig voor Cavity spot, ook

matig gevoelig voor kopkanker. Iets mindere inwendige wortelkenmerken, vooral wegens

meer duidelijke overgang pi/vlees en grotere pit. Tamelijk hoge opbrengst zowel bruto als

marktbaar.

Trafford (Rijk Zwaan): gewas met gemiddelde standdichtheid en nog weinig

bodembedekking bij de oogst. Algemeen iets betere uitwendige wortelkenmerken, iets minder

gevoelig voor Cavity spot maar sterk gevoelig voor echte meeldauw. Betere inwendige

wortelkenmerken. Iets lagere bruto opbrengst die dankzij relatief weinig bovengroei evolueert

naar iets hogere marktbare opbrengst.

Karotan (Rijk Zwaan): gewas met (te) dichte standdichtheid. Algemeen mindere uitwendige

wortelkenmerken, vooral minder gladde en scherpere wortel en meer gevoelig voor Cavity

spot, ook een kortere marktbare wortel (veel verlies na onttoppen) wegens niet volgroeid.

Algemeen betere inwendige wortelkenmerken. Lagere marktbare opbrengst vooral door veel

afval wegens te lichte wortelen.


Warmia (Rijk Zwaan): gewas met gemiddelde standdichtheid. Iets mindere uitwendige

kenmerken vooral minder stompe wortel (met ook meer verlies na onttoppen), gevoelig voor

Cavity spot en sterker gevoelig voor witziekte. Globaal sterke inwendige kenmerken. Iets

lagere bruto opbrengst die dankzij iets minder afval evolueert naar gemiddelde marktbare

opbrengst.

Flakker (Semo): gewas met lage dichtheid na opkomst evoluerend naar nog lagere dichtheid

bij de oogst. Een gladde, minder rechte maar stompe wortel (zelfs soms ‘suikerkontjes’ =

verdikte worteltop) die sterk gevoelig is voor kopkanker, meer gevoelig voor Cavity spot,

maar weinig gevoelig voor witziekte. Slechte inwendige beoordeling vooral wegens duidelijke

overgang pit-vlees. Ondanks lage dichtheid nog behoorlijke bruto opbrengst maar dit met

zware stukgewichten en zeer veel afval (>50%) wegens bovengroei en gekloofde wortelen

wat leidde tot een lage marktbare opbrengst.

Kardila (Semo): gewas met gemiddelde standdichtheid en nog zeer weinig bodembedekking

bij de oogst. Algemeen betere uitwendige kenmerken, ook minder gevoelig voor Cavity spot.

Ook behoorlijke inwendige kenmerken behalve wat minder rode kleur. Gemiddelde opbrengst

bruto evoluerend naar iets lagere opbrengst marktbaar wegens hoger % gekloofde wortelen.

CA 723 (Sanac): gewas met gemiddelde tot iets hogere dichtheid en nog behoorlijk veel

bodembedekking bij de oogst. Een lange wortel met scherpere vorm die weinig gevoelig is

voor Cavity spot. Globaal sterke inwendige kenmerken. Hoge bruto opbrengst evoluerend

naar heel hoge netto opbrengst dankzij zware stukgewichten met relatief weinig afval.

Maxima (Sanac): gewas met iets lagere dichtheid en nog behoorlijk veel bodembedekking bij

de oogst. Een langere wortel met iets scherpere vorm die minder tot weinig gevoelig is voor

Cavity spot. Globaal behoorlijke inwendige kenmerken. Hoge opbrengst zowel bruto als netto

dankzij zware stukgewichten met relatief tamelijk weinig afval, wel iets meer gekloofde en

iets meer bovengroei.

Afval: gebarsten Afval: te licht (< 100 gram)


Aantasting Cavity spot: links geen – midden matig – rechts zwaar

Uitval wegens kopkanker Gebarsten tijdens de oogst

Verschil naar inwendige kwaliteit: links Warmia – rechts Flakker

Documents

Rassenproef wortel Flakkeese...Pagina: 4/14 Proefnummer TOLALG17WOR_RA02 3.3 Beoordelingen en registratie 3.3.1 Opbrengst Om de opbrengstbepaling uit te voeren werd eerst de bovengroei