50

Reader hbt versie 4 juni 2015

  • Upload
    kudding

  • View
    221

  • Download
    2

Embed Size (px)

DESCRIPTION

https://www.kudding.nl/site/assets/files/1505/reader_hbt_versie_4_juni_2015.pdf

Citation preview

Page 1: Reader hbt versie 4 juni 2015
Page 2: Reader hbt versie 4 juni 2015

2

Page 3: Reader hbt versie 4 juni 2015

3

Inhoudsopgave

Page 4: Reader hbt versie 4 juni 2015

4

Page 5: Reader hbt versie 4 juni 2015

5

Inleiding

Dit is een handleiding voor medewerkers in de gezondheidszorg, thuiszorg en welzijnszorg,

die in hun werksituatie kunnen worden geconfronteerd met agressief gedrag. Het thema in

dit overzicht is cliënten of zorgvragers veilig en verantwoord separeren en afzonderen. De

methode en de technieken worden uitgebreid beschreven. De extra bijlagen nodigen uit tot

verantwoord en zo respectvol mogelijk handelen in moeilijke situaties.

In de geestelijke gezondheidszorg en de zorg voor verstandelijk gehandicapten moeten cli-

enten1 met de indicatie ‘gevaar voor zichzelf en/of voor anderen’ soms worden afgezonderd

in een separeerruimte of afzonderingsruimte. Voor een separeer- of afzonderingsruimte gel-

den specifieke voorschriften. In alle gevallen dient de verantwoordelijke arts of therapeut

toestemming te geven. Separeren vereist een methodische aanpak die voor alle betrokkenen

veiligheid moet garanderen. Medewerkers moeten in een gespannen situatie zo professio-

neel mogelijk handelen en de controle bewaren. Het uitgangspunt is veiligheid voor iedereen,

maar ook respect voor de cliënt.

De methode is onderverdeeld in 3 Stadia:

I. VOORBEREIDINGSSTADIUM

II. UITVOERINGSSTADIUM

III. AFRONDINGSSTADIUM

I. Voorbereidingsstadium

In het voorbereidende stadium proberen de direct betrokkenen goed in te schatten hoeveel

hulp er minimaal nodig is zodat de noodzakelijke assistentie kan worden opgeroepen.

Meestal voldoet een zogenaamd 4-team om veilig te kunnen separeren of voor het brengen

van een separeerbezoek. Het 4-team bestaat uit de woordvoerder, twee armassistenten en

een stand-by. Andere medewerkers concentreren zich op de toe te dienen medicatie, het

eventueel vrijhouden van de deuren of de looproute en de zorg voor de overige cliënten.

De woordvoerder neemt de leiding. Op directe wijze informeert de woordvoerder de overige

medewerkers. De informatie over de cliënt, de situatie en de beoogde aanpak wordt kort en

duidelijk uitgewisseld. Belangrijk is de afspraak dat de betrokken medewerkers elkaar niet bij

de naam noemen. Communicatie moet via aanwijzen, aantikken en oogcontact verlopen. Als

ingrijpen door de aanwezige medewerkers te gevaarlijk lijkt, bijvoorbeeld omdat de cliënt met

een steekwapen dreigt, dan moet de beveiliging (indien aanwezig) en de politie worden inge-

schakeld. De mate waarin de cliënt zich verzet kan oplopen van niet of nauwelijks, tot koppig

en hevig.

1 Waar cliënt staat kan ook patiënt of bewoner m/v worden gelezen.

Page 6: Reader hbt versie 4 juni 2015

6

Controleer je gedrag

Iedereen weet dat je in spannende situaties beter niet in paniek kan raken. Maar dat is ge-

makkelijker gezegd dan gedaan. Agressie gaat gepaard met lichamelijke veranderingen,

zowel bij de aanvaller als bij degene die aangevallen wordt. Onze natuurlijke impulsen zijn

vechten, vluchten of verstarren. Dit kunnen effectieve overlevingsstrategieën zijn. Vaak zijn

deze reacties echter beduidend minder effectief. Ze beperken de handelingsmogelijkheden.

Om professioneel om te kunnen gaan met agressief gedrag is het zaak deze impulsreacties

zoveel mogelijk onder controle te krijgen.

Lichamelijke (fysieke) reacties zijn:

hartslagverhoging en bloeddrukverhoging;

klam worden, zweten;

bleek/rood worden;

trillende handen, benen, mondhoeken;

knoop in je buik voelen;

brok in je keel;

gespannen spieren en versnelde “hoge” ademhaling.

Geestelijke (mentale) reacties zijn:

verwarde gedachten;

angst, wanhoop, paniek;

verlamming, geen gedachten;

kwade gedachten: “Ik sla erop”.

Vraag je als team af: „Willen wij dit en kunnen wij dit?‟

Vervolgens een keuze op basis van de doel-aanpak-analyse:

Doel?

Wat willen wij bereiken?

Risico’s? Wat zijn de gevaren bij ingrijpen?

Mogen wij? Hebben wij toestemming? Mag het wetmatig (Wet BOPZ)?

Kunnen wij? Kunnen wij het? Hebben wij de middelen, mensen en de vaardigheid?

Plan? Maak een doordacht plan van aanpak.

Page 7: Reader hbt versie 4 juni 2015

7

Interventie fase.

Door observatie kunnen we inschatten in welke fase de cliënt verkeerd.

Fase 1: Van gering verzet is sprake wanneer de cliënt zich enigszins twijfelachtig opstelt,

maar wel bereid is om vrijwillig mee te lopen. De cliënt loopt los van de begelei-

ders (zij lopen er naast) naar de separeerruimte.

De situatie is nog te sturen:

Neem de ander serieus;

Maak contact door roepen! Gebruik de naam. Trek de aandacht;

Benoem het gedrag (waarnemen en niet interpreteren);

Benoem het effect op jou, geef een ik-boodschap;

Stel de grens en geef een keuze (de positieve keus als laatste);

Met lichaamstaal : Uitstralen, Sturen en Begeleiden (USB)

Wanneer de agressie na het stellen van de grens zakt, volg dan de handelwijze

conform het omgaan met frustratie agressie.

Fase 2: Weigeren van het verzoek om mee te werken (er is wel controle en mobilisatie is

mogelijk)

De situatie is niet meer verbaal te sturen (escalatie)

Taxeer de situatie;

Stel duidelijk kort en krachtig grens aan;

Stel de consequentie;

Voer de consequentie uit.

Niet doen

Meegaan met de emotie, in discussie gaan, dreigen, overtroeven,

Non verbaal

Houd afstand, oogcontact, stevige houding, duidelijk stemgebruik, korte zinnen,

leg gevaarlijke voorwerpen weg.

Aandachtspunten

voorkom gezichtsverlies voor de agressor;

wees alert op het ontstaan van een patstelling, veer eventueel mee;

negeer de strijd, ga er niet op in, probeer af te leiden;

houd je eigen emoties goed in de gaten;

als de eigen veiligheid in gevaar komt, ga dan weg.

Page 8: Reader hbt versie 4 juni 2015

8

Fase 3:

Escalatie, met fysieke weerstand en hevig verzet, met risico op gevaar voor de cliënt

zelf of zijn omgeving, wat gepaard kan gaan met o.a.:

- dreigementen

- weglopen

- wild met de armen slaan

- schoppen

- op de grond gaan liggen

De cliënt wordt bij dit soort verzet onmiddellijk naar de grond gebracht en in een

veilige “holdingpositie” gebracht met als doel, stabiliseren van de situatie.

Fase 4: Handelen bij een acute geweldssituatie.

Zie fase 3

II. Uitvoeringsstadium

De uitvoeringsstadium bestaat uit drie stappen; positioneren, mobiliseren en separeren.

In de uitvoeringsstadium stelt het 4-team zich vaardig en strategisch op, waarna de woord-

voerder de cliënt kan verzoeken om mee te lopen. De cliënt wordt vervolgens overgebracht

naar een vooraf bepaalde ruimte die geschikt is voor separatie of afzondering.

Tijdens het positioneren is het belangrijk om de cliënt veilig, op afstand, te benaderen. De

woordvoerder neemt de leiding en is de enige die met de cliënt communiceert.

• De woordvoerder bepaalt ook de aanpak rond de mobilisatie.

Die aanpak is afhankelijk van de mate van verzet. Als de cliënt niet zonder ingrijpen zelf naar

de separeerruimte loopt, wordt door het 4-team ingegrepen. De cliënt wordt vastgehouden

terwijl hij meeloopt. Het verzet kan oplopen zodat het noodzakelijk is de cliënt eerst op de

grond te fixeren. De armassistenten en stand-by volgen nauwgezet de instructies van de

woordvoerder en gedragen zich neutraal ten opzichte van de cliënt. Elke nieuwe handeling

wordt door de assistenten mondeling bevestigd door het woord ‘Vast’ .

• Separeren is het noodgedwongen afzonderen van een cliënt zoals omschreven in de wet

BOPZ, hoofdstuk Middelen en Maatregelen (bijlage1). De cliënt moet zorgvuldig worden be-

handeld en geplaatst en de medewerkers moeten zonder kleerscheuren, veilig de separeer-

ruimte kunnen verlaten. Indien de cliënt niet zelfstandig zichzelf wil uitkleden en gaan liggen,

moet het 4-team de cliënt vanuit de fixatiegreep discreet uitkleden en op het matras leggen.

De woordvoerder moet de cliënt wijzen op diens rechten en de separeerruimte moet voldoen

aan de eisen van de inspectie.

In de separeerruimte bevinden zich minimaal een po, toiletpapier, bekertjes, water, een klok,

een schoolbord, krijtjes, het separeerreglement en een intercom.

De cliënt kan klassiek of niet-klassiek worden gesepareerd.

Page 9: Reader hbt versie 4 juni 2015

9

Klassiek separeren is de cliënt volledig ontkleden en het naakte lijf van een scheurhemd

voorzien. Bij niet-klassiek separeren houdt de cliënt het eigen hemd, jurk, of broek en shirt

aan. Riemen, veters, bh en andere contrabanden worden in beslag genomen. Begeleiders

mogen het lichaam onderzoeken wanneer het vermoeden bestaat dat de cliënt spullen de

separeerruimte binnensmokkelt. Indien er rectaal of vaginaal getoucheerd moet worden,

moet de arts worden ingeschakeld. De bedbak of het matras moet bij voorkeur zo worden

geplaatst dat de medewerkers er goed omheen kunnen lopen.

Het separeerbezoek vraagt om speciale aandacht.

Alert en methodisch handelen is in alle gevallen heel belangrijk. Sommeer de cliënt op de

matras plaats te nemen vóór je de ruimte binnengaat. Wees er als begeleider alert op dat je

altijd tussen de cliënt en de separeerdeur staat opgesteld. Ook bij het vertrek uit de sepa-

reerruimte moet de cliënt op het matras, of zover mogelijk van de deur plaatsnemen.

III. Afrondingsstadium

In de afrondingsstadium worden de situatie en handelingen doorgesproken. Deze fase is

essentieel.

De woordvoerder, of eventueel een andere begeleider van het vaste team, leidt de evaluatie.

Enerzijds moeten de ervaringen van de betrokkenen aandacht krijgen, anderzijds wordt de

effectiviteit van de aanpak doorgenomen.

Probeer de spanning, die het separeren met zich meebracht, te ontladen. Wanneer begelei-

ders verwondingen hebben opgelopen, moeten zij hun verhaal kunnen spuien. De assisten-

ten kunnen elkaar onderling steunen door aandacht op te brengen.

Neem de methodiek in chronologische volgorde door. Zorg voor structuur tijdens de evalua-

tie en spring niet van de hak op de tak. De evaluatie zal individuele conclusies opleveren,

maar ook het functioneren van het team mag kritisch onder de loep worden genomen. De

woordvoerder zorgt ervoor dat zowel de kwalitatief goede, als de kwalitatief minder goede

vaardigheden aan bod komen. Sla er als hulpmiddel de checklist “Evaluatie 4-persoons-

mobiliseermethode” op na. (zie bijlage 2)

Als de cliënt tot rust is gekomen wordt ook met de cliënt de situatie nabesproken en desge-

wenst wordt met de cliënt een opvanggesprek gevoerd.

Page 10: Reader hbt versie 4 juni 2015

10

Basistechnieken separeren Voor het professioneel separeren van een cliënt is kennis van enkele basistechnieken nood-

zakelijk. Een methodische aanpak en vaardigheid bieden een team de kans om een cliënt

doelmatig onder controle te houden. Kudding & Partners heeft enkele gemakkelijk aan te

leren technieken geselecteerd die de veiligheid voor zowel zorgverleners als cliënten bevor-

deren.

Basisgreep

De basisgreep moet door minimaal 2 personen worden uitgevoerd.

De techniek bestaat uit drie stappen:

1 maak een slip stap naar voren en pak diagonaal de pols beet

2 zet een tweede stap vooruit en draai 180 ° om je as; nu staat het been dat het

dichtst bij de cliënt staat vóór.

3

steek met de linkerarm onder de arm van de cliënt door naar de pols van de cliënt. Let op geen klem aanzetten!!

Page 11: Reader hbt versie 4 juni 2015

11

Schouder immobiliseren

De okselpositie of schouder mobilisatie houdt de cliënt zodanig onder controle dat deze zich

niet kan bezeren. De greep vergt niet veel kracht. Deze techniek blokkeert beweging door de

arm van de cliënt in een bepaalde positie en hoek te zetten en is daardoor zeer effectief.

De techniek bestaat uit twee stappen:

1. Plaats de pols van de cliënt zo hoog

mogelijk in diens oksel

2. Houd de eigen elleboog lager dan de

eigen hand.

Opmerking!

Plaats, bij iemand die krachtig weerstand biedt, eventueel een hand op de elleboog.

Benen immobiliseren

Ook de enkelfixatie(immobiliseren) voorkomt dat de cliënt zichzelf kan beschadigen. De ef-

fectiviteit van deze techniek schuilt in het blokkeren van beweging. De techniek voorkomt

schopbewegingen.

De techniek bestaat uit drie stappen.

1. pak beide enkels van de cliënt vast.

2. strek de benen uit en fixeer (d.m.v. druk uit te oefenen op de achilles-pezen)

3. fixeer de voeten door de knieën dicht op de en-kels te plaatsen

Page 12: Reader hbt versie 4 juni 2015

12

Onderbenenfixatie

Ook de beenfixatie(immobiliseren) voorkomt dat de cliënt zichzelf kan beschadigen. De ef-

fectiviteit van deze techniek schuilt in het blokkeren van beweging. De techniek voorkomt

schopbewegingen.

De techniek bestaat uit drie stappen.

1. Fixeer de enkels 2. Pak onderdoor het scheenbeen vast

3. Pak met de andere hand de kuit vat en leun achterover.

Opmerking

Elke verandering van techniek of positie wordt door de uitvoerende begeleiders verbaal bevestigd

door rustig “Vast” te zeggen. Dat geeft aan dat de cliënt veilig onder controle is en dat men klaar is

voor de volgende actie of instructie.

Hoofd ondersteunen

1. Leg een hand in de nek en

de andere om het oor

(4-positie)

2. Steun het hoofd tegen je

driekoppige schouderspier.

Page 13: Reader hbt versie 4 juni 2015

13

Armen in holding

Beide handen als een ring om de pols, geen druk

uitoefenen, maar mobilisatie door de handen op

schouderhoogte te houden

Benen immobiliseren & omrollen

Omarm de bo-

venbenen (boven

de knieën)

Houd de armen

losjes zodat de

cliënt kan omrol-

len

Schuif met de benen

bij en…..

Schuif naar de

enkels

Leun achterover

om meer druk uit te

oefenen.

Page 14: Reader hbt versie 4 juni 2015

14

Instructies

Tijdens de handelingen die tot separeren leiden worden er standaard instructies uitgesproken. Doe dit kalm, kort en bondig.

Vast! als de greep stevig vast zit

Los bij 3 ! En duidelijk tot 3 tellen cliënt loslaten en terugtrekken

We lopen op 3! En duidelijk tot 3 tellen een cliënt mobiliseren

fixeer! Stevig vasthouden

fixatie minderen! Minder stevig vasthouden

Doorvoeren naar basisgreep! verricht de basisgreep

Doorvoeren naar okselgreep! verricht de okselgreep

Arm doorvoeren naar de rug! plaats de arm op de onderrug

Ik pak nu uw hoofd! - of ‘Hoofd’! pak het hoofd vast (in de 4-positie)

Op de knieën bij 3! En duidelijk tot 3 tellen cliënt op de knieën brengen

Wilt op een been knielen en bij 3 gaan we staan

Van knieën naar staan

U kunt op tel 3 op uw knieën gaan zitten! En duidelijk tot 3 tellen

verzoek om de knieën te buigen en te zakken

U gaat voorover liggen op 3! Duidelijk tot 3 tellen

cliënt moet op de buik op de grond gaan liggen

Klaar maken voor vertrek! Tel duidelijk tot 3 tellen, of signaal “nu”

verlaat achter elkaar de separeerruimte

Page 15: Reader hbt versie 4 juni 2015

15

I. VOORBEREIDING

HANDELING AANDACHTSPUNTEN

Persoonlijke voorzorgsmaatregelen treffen Kwetsbare spullen - horloge, kettinkjes, pennen, scherpe ringen, bril - afdoen

Lang haar opsteken Fysieke conditie: geschikt voor assistentie?

Bij blessures, zwakte of zwangerschap niet aan separatie deelnemen.

Alle betrokkenen Informeren over: Wie moet worden gesepareerd of bezocht in de separeerruimte

Heldere beeldvorming door info over: Naam, leeftijd, geslacht, nationaliteit,

postuur, gewicht, psychiatrische/ medische diagnose, specifieke kenmerken: zoals handicaps, vechthobby’s, besmettingsrisico

Huidige gedrag van de cliënt. Benadruk hygiënisch werken.

Waarom de cliënt wordt gesepareerd Waarom de cliënt in hier wordt bezocht

De reden van separeren geeft inzicht en begrip voor plan en handelingen

Welke reactie te verwachten is Inschatting van de mate van verzet op basis van voorgeschiedenis en actuele si-tuatie

Waar de cliënt zich bevindt en waar de cliënt naar toe moet

Is de cliënt alleen of omringd door anderen Keuze separeerruimte, beschikbaarheid Check: scheurlaken overdwars op bed, po en drinkwater aanwezig

Welke factoren van belang zijn Klassiek of niet-klassiek separeren Ingrijpmedicatie Wie zal deze verstrekken

Hoe wordt er gesepareerd Iedereen de eigen taak laten Vragen of er dingen onduidelijk zijn.

De woordvoerder benoemt twee armassis-tenten, bij voorkeur qua lengte en kracht vergelijkbaar met de cliënt

Die stellen zich rechts en links van de woordvoerder op

Page 16: Reader hbt versie 4 juni 2015

16

II. UITVOERING : positioneren

Fase 1: Coöperatief gedrag

Begeleiden door middel van: Uitstralen, Sturen en Begeleiden (USB)

Neem positie in op ongeveer 2 meter van de cliënt

Zorg voor een open houding; handen zichtbaar en ontspannen oogcontact.

Voorkom indringend of dominant staren, vooral bij psychotische cliënten.

Noem bij een verwarde cliënt je eigen naam en de naam van de cliënt zelf.

Stel een gesloten vraag.

Toon begrip voor de emoties van de cliënt, maar ga niet in discussie.

Herhaal slechts het verzoek.

Helder en resoluut stemgebruik.

Nodig de cliënt op de volgende wijze uit om mee te lopen: “We gaan u naar een andere ruimte

verplaatsen, omdat u…(benoem gedrag en consequenties). Loopt u maar met ons mee.”

Bij twijfel:

De woordvoeder geeft aanwijzing: “Blijft u daar maar staan. Mijn collega’s komen naast u

staan”.

De armassistenten nemen na het teken rustig positie in naast de cliënt

Complimenteer de cliënt om vrijwillige medewerking.

Juiste lichaamstaal door Uitstraling, Sturend te Begeleiden (USB)

Houd oogcontact en blijf alert

Page 17: Reader hbt versie 4 juni 2015

17

II. UITVOERING : positioneren

Fase 2: Weigeren van een verzoek

Begeleiden door middel van: Afleiden en Buigen

Neem positie in op ongeveer 2 meter van de cliënt

Zorg voor een open houding; handen zichtbaar en ontspannen oogcontact.

Voorkom indringend of dominant staren, vooral bij psychotische cliënten.

Noem bij een verwarde cliënt je eigen naam en de naam van de cliënt zelf.

Stel een gesloten vraag.

Toon begrip voor de emoties van de

cliënt, maar ga niet in discussie.

Herhaal slechts het verzoek.

Bij het weigeren van het verzoek

komen de armassistenten rustig maar resoluut naast de woordvoerder staan(V-vorm).

De woordvoeder geeft aanwijzing: “Blijft u daar maar staan. Mijn collega’s komen naast u

staan”.

Non-verbaal:

Geef de armassistenten een teken door een tik op hun bovenbenen

De woordvoeder stapt naar achteren en..

De assistenten pakken direct de pols en gaan over tot de basisgreep (zie pag. 9).

Vervolgens probeer je de situatie te kalmeren door de naam van de cliënt te noemen

en vraag om medewerking.

Oefen geen dwang uit.

Complimenteer de cliënt om vrijwillige

medewerking.

Houd oogcontact en blijf alert

Page 18: Reader hbt versie 4 juni 2015

18

Page 19: Reader hbt versie 4 juni 2015

19

II. UITVOERING

Fase 3: Holding

Stabiliseren van de situatie

Bij aanhoudend hevig fysiek verzet moet de cliënt voorover op de grond worden gefixeerd

en in een “holdingpositie” gebracht worden.

De woordvoeder taxeert de situatie en geeft aanwijzingen ”Ik pak nu uw hoofd” of, in een

hectische situatie, alleen “hoofd!”.

De woordvoeder pak snel het hoofd (zie pag.11).

Schakel niet meer menskracht in dan noodzakelijk is!!!!

De woordvoerder vervolgt met “voorover op 3”, en telt duidelijk tot 3

De armassistenten trekken de armen naar de vloer zodat de cliënt zichzelf kan opvangen

De woordvoeder ondersteund het hoofd en zorgt dat de cliënt veilig en op beheerste wijze

op de buik op de vloer brengen.

Zodra de cliënt ligt, worden de armen doorgevoerd naar de okselpositie

Woordvoerder houd druk op het hoofd zodat de cliënt niet kan opstaan

De woordvoerder houdt het hoofd vast, probeert de cliënt te kalmeren en verzoekt om medewerking. De stand-by fixeert de benen (zie pag.10 & 11)

Page 20: Reader hbt versie 4 juni 2015

20

Page 21: Reader hbt versie 4 juni 2015

21

II. UITVOERING

Fase 4: Acute situatie

Stabiliseren van de situatie

Als overleg niet meer mogelijk is en de cliënt, medewerkers of omgeving gevaar lopen,

wordt de cliënt in de veilige houding benaderd (zie reader persoonlijke veiligheid).

De woordvoerder stapt naar achter probeert contact te houden met de cliënt en grens-

overschrijdend gedrag kort en bondig te benoemen: “ Kees niet slaan “

De armassistenten lopen in en blokkeren de aanval.

Zodra het gevaar van de aanval geweken is komt ook de stand-by in actie en pakt de

broeksband vast en duwt het bovenlichaam naar voor.

De woordvoeder taxeert de situatie en geeft aanwijzingen ”Ik pak nu uw hoofd” of, in een

hectische situatie, alleen “hoofd!”.

De cliënt wordt meteen voorover op de grond worden gefixeerd en in een “holdingpositie”

gebracht worden.

Zie:

II. UITVOERING • Fase 3: Op de vloer fixeren in acute situatie

Page 22: Reader hbt versie 4 juni 2015

22

II. UITVOERING : Mobiliseren • Begeleid opstaan

De woordvoeder legt uit aan de cliënt: “We helpen u nu stap voor stap overeind.” De woordvoerder geeft een voor een instructie aan de armassistenten om de arm vanuit de okselgreep naar voor te verplaatsen.

De woordvoerder meldt cliënt: “U kunt op tel 3 op uw knieën gaan zitten” en telt duidelijk

tot 3.

De armassistenten zitten geknieeld naast de client en ondersteunen de armen bij het

staan.

De woordvoerder meldt cliënt: “Op tel 3 kunt u rechtop gaan staan, gaat u maar alvast op

een knie zitten” en telt duidelijk tot 3.

De woordvoerder verteld de cliënt

Noem bij een verwarde cliënt je eigen naam en de naam van de cliënt zelf.

Stel een gesloten vraag.

Toon begrip voor de emoties van de

cliënt, maar ga niet in discussie.

Herhaal slechts het verzoek.

De woordvoerder maakt een uitnodigend handgebaar.

Complimenteer de cliënt om vrijwillige

medewerking.

Houd oogcontact en blijf alert

Page 23: Reader hbt versie 4 juni 2015

23

Page 24: Reader hbt versie 4 juni 2015

24

II. UITVOERING : Mobiliseren • Van rug naar buikligging

Om de cliënt veilig van de rug naar buikpositie te brengen worden de polsen vastgepakt in

een “holdingpositie”

een arm wordt naar boven gestrekt zoals bij EHBO stabiele zijligging.

Deze wordt overgenomen door de woordvoerder. De handpalm van de cliënt wordt plat op de grond gelegd (richting de draairichting)

De armassistenten wisselen van arm, deze wordt in een polsflexie aangeboden

Page 25: Reader hbt versie 4 juni 2015

25

Armassistent ondersteund de elleboog dat deze niet kan buigen.

De cliënt wordt rustig en gecontroleerd op de buikzijde gekanteld. Instructie: “Bij 3 op de buik”

De arm wordt in de okselpositie gebracht. De woordvoerder geeft de gestrekte arm door aan de armassistent.

De andere armassistent brengt de arm in de zgn. okselpositie

Strek de arm naar boven (draaipunt)

Arm wordt overgegeven (elleboog wordt ligt gefixeerd) Na draaien wordt de arm meteen in de okselpositie

gebracht.

De gestrekte arm wordt gelijktijdig overgegeven en in

okselpostie gebracht

Page 26: Reader hbt versie 4 juni 2015

26

II. UITVOERING : Separeren bij verzet: op vrijliggend matras

De armassistenten stellen zich op naast de matras, aan de deurzijde. De woordvoerder meldt de cliënt: “Gaat u voor de matras staan, dan zullen we u helpen om voorover op de matras te gaan liggen.”

De woordvoerder verzoekt cliënt om op de knieën te gaan zitten. Weigert deze, instrueer dan de armassistenten met “Op de knieën bij 3” en tel duidelijk tot 3.

De woordvoerder verteld de procedure uit aan de cliënt en vraagt of daar vragen over zijn. De woordvoerder wijst de cliënt op zijn rechten.

De woordvoerder verteld dat de bovenkleding over het hoofd wordt getrokken om deze ver-volgens uit te trekken.

De woordvoerder verteld dat de onderkleding open wordt gemaakt en dat in een later stadium deze onder de deken wordt uitgetrokken. De woordvoerder geeft om en om instructies aan de armassistenten “Arm doorvoeren naar de rug.” Let op! Hou de “broekbandhoogte” aan

De woordvoerder geeft aan “U gaat nu op de buik liggen op 3” en telt duidelijk tot 3 en on-dersteund het hoofd. De woordvoerder instrueert de armassistenten “Help de cliënt voorover op de matras op tel 3” en telt duidelijk tot 3. De armassistenten verplaatsen de eigen knieën achterwaarts.

Zodra de cliënt ligt, fixeren zij een arm middels de okselgreep. De stand-by pakt de enkels van het bovenste been bij de achillespees en fixeert met ge-strekte romp en de benen (zie pag. 7).

De woordvoerder meldt de cliënt dat en een scheurdeken over het onderlichaam wordt gelegd.

Om privacy redenen worden de broek en onderbroek uitgedaan met de scheurdeken over het onderlichaam.

De woordvoerder meldt de cliënt dat beide benen worden ingepakt Omwikkelen van de benen: Het scheurlaken ligt standaard uitgevouwen in de breedte klaar op het uiteinde van de

matras Een deel kort, een deel lang uitgelegd. De dichte vouw moet naar het hoofdeinde toege-

keerd. Omwikkel met de korte kant van het scheurlaken de benen. Trek de lange kant van het laken strak. Omwikkel de benen door de deken onderdoor te steken Rol vervolgens de bovenkant strak naar binnen. Bij heftig verzet kan een extra scheurlaken over de cliënt worden gelegd en strak worden

ingestopt.

Page 27: Reader hbt versie 4 juni 2015

27

De woordvoeder informeert de cliënt dat de bovenkleding wordt uitgetrokken omdat het in deze situatie veiliger is voor de cliënt.

De woordvoerder geeft aan een van de armassistenten de instructies “Arm doorvoeren naar de rug.” Een arm wordt door de mouw gehaald, en weer teruggevoerd naar de okselpositie. Let op! Hou de “broekbandhoogte” aan.

De woordvoerder geeft aan de andere armassistenten de instructies “Arm doorvoeren naar de rug.” Een arm wordt door de andere mouw gehaald. Let op! Hou de “broekbandhoogte” aan. De woordvoerder geeft info over de separeerruimte en meldt de cliënt dat de begeleiders

nu de ruimte verlaten en op welk tijdstip ze weer terugkomen.

De woordvoerder maakt oogcontact met de armassistenten en de stand-by en geeft non-

verbaal, met een schouderklop, de volgorde van vertrek aan. Eerst de armassistent die het verst van de deur af staat. Dan de armassistent die het dichts bij de deur zit. En dan de stand-by.

De woordvoerder gaat bij de deur staan en houdt deze vast.

De woordvoerder geeft vanaf die positie de instructie: ”gereed maken voor vertrek 1..2..3.” Nu een duidelijke en snellere instructie. Het telritme versnelt “1…………,2,3.” De armassistent die het verst van de deur verwijderd is vertrekt op 1.

De andere armassistent op 2. Armassistent 2 neemt de stand-by mee op 3 De woordvoerder staat klaar om onmiddellijk de deur af te sluiten (zonder deze, met veel geluid, dicht te gooien) Alternatief: Op de instructie “nu” verlaat iedereen de separeer.

Page 28: Reader hbt versie 4 juni 2015

28

II. UITVOERING : Separeren bij verzet: op vrijstaand hoge bedbak

De woordvoerder gaat naast de bedbak staan, aan de deurzijde. De woordvoerder verzoekt de cliënt: “Gaat u tegen het bed aan staan, dan zullen we u

helpen voorover op het bed te gaan liggen.”

De woordvoerder verzoekt de cliënt op de knieën op het bed plaats te nemen.

De woordvoerder wijst beurtelings de armassistenten aan met de instructie: “Doorvoe-

ren naar de rug.”

Let op! Hou de “broekbandhoogte” aan.

De woordvoerder meldt de cliënt: “U wordt voorover op bed gelegd.” Geeft de instructie

“Voorover op 3” ........

...en telt duidelijk tot 3.

De woordvoerder meldt de cliënt dat diens benen worden ingepakt met een scheurla-ken.

Page 29: Reader hbt versie 4 juni 2015

29

II. UITVOERING : Separeren bij verzet: op vrijstaand hoge bedbak (vervolg)

De woordvoerder geeft info over de separeerruimte en meldt de cliënt dat de begelei-

ders nu de ruimte gaan verlaten en op welk tijdstip ze weer terugkomen. De woordvoerder maakt oogcontact met de armassistenten en de stand-by en geeft

non-verbaal met een schouderklop de volgorde van vertrek aan. Eerst de armassistent die het verst van de deur af staat.

Dan de stand-by.

En dan de armassistent die het dichts bij de deur staat.

De woordvoeder gaat bij de deur staan en houdt deze vast. De woordvoerder geeft vanaf die positie de instructie: ”Klaar maken voor vertrek 1...

....2..3.” Nu een duidelijke en snellere instructie. Het tel ritme versnelt “1,………….2,3.”

De woordvoerder staat klaar om onmiddellijk de deur af te sluiten.

Alternatief:

Op de instructie “nu” verlaat iedereen de separeer.

Page 30: Reader hbt versie 4 juni 2015

30

Separeren bij verzet: klassiek separeren of ontkleden

Wanneer er geen alternatief is voor deze maatregel, dan volgt een zorgvuldige uitvoering.

In eerste instantie wordt aan de cliënt gevraagd zich zelfstandig uit te kleden.

Tegen de cliënt wordt steeds gezegd wat er gebeurt. De houding is steunend en structure-

rend. De positie is leidend

Het scheurlaken ligt standaard uitgevouwen in de breedte klaar op het uiteinde van de

matras. Een deel kort, een deel lang uitgelegd. De dichte vouw moet naar het hoofdeinde

toegekeerd.

De woordvoerder meldt de cliënt dat broek, blouse en/of jurk worden losgemaakt.

De woordvoerder geeft teken aan de stand-by.

De stand-by staat voor de cliënt en maakt de broek en blouse of jurk los, draait daarna

zijwaarts achter de cliënt.

De stand-by laat de broek van de cliënt zakken.

De woordvoerder verzoekt de cliënt om op de knieën te gaan zitten.

Weigert deze, dan volgt de instructie aan de begeleiders “Op de knieën bij 3.” Tel duidelijk

tot 3.

De armassistenten knielen, waarbij de knie aan de zijde van de cliënt op de grond steunt

en het andere been alleen wordt gebogen en dus paraat staat.

De stand-by houdt de voeten van de cliënt vast en trekt de sokken en schoenen uit.

De woordvoerder meldt de cliënt dat diens shirt/blouse over het hoofd wordt uitgetrokken.

De woordvoerder trekt shirt/blouse voorzichtig over het hoofd naar achter.

De woordvoerder wijst om en om de armassistenten aan met de instructie: “Arm doorvoe-

ren naar de rug.” Let op! Hou de “broekbandhoogte” aan.

De woordvoerder verzoekt de cliënt: “Gaat u op de buik liggen op 3” en telt duidelijk tot 3.

De woordvoerder meldt de cliënt dat onderkleding wordt uit getrokken.

Onderkleding verwijderen

De woordvoerder trekt de broek van de cliënt tot aan de enkels en dekt diens zitvlak af

met het scheurhemd (privacy is gewenst).

De stand-by verwijdert de broek en onderbroek door de kleding over de voeten te trek-

ken. Nu kan eventueel ingrijpmedicatie worden toegediend.

De woordvoerder legt de cliënt uit dat diens benen worden ingepakt:

Page 31: Reader hbt versie 4 juni 2015

31

Omwikkelen van de benen:

Het scheurlaken ligt standaard uitgevouwen in de breedte klaar op het uiteinde van de ma-

tras. Een deel kort, een deel lang uitgelegd. De dichte vouw moet naar het hoofdeinde toe-

gekeerd.

Omwikkel met de korte kant van het scheurlaken de benen.

Trek de lange kant van het laken strak.

Haal dan onder de benen door en trek opnieuw strak en haal door.

Vouw het uiteinde van het laken aan de bovenkant als een enveloppe dicht.

Rol vervolgens de bovenkant strak naar binnen.

De woordvoerder instrueert een armassistent “Doorvoeren naar rugpositie,.”

De woordvoerder meldt de cliënt dat de bovenkleding arm voor arm wordt uitgetrokken.

Bovenkleding verwijderen

De woordvoerder kan de armassistent helpen bij het uittrekken van de bovenkleding

door de mouw over de elleboog van de cliënt te trekken.

De woordvoerder helpt andere armassistent met het uittrekken van de andere mouw

(vanuit de okselgreep positie).

De woordvoerder geeft informatie over de separeerruimte en meldt de cliënt dat de be-

geleiding de ruimte gaat verlaten en op welk tijdstip men weer terugkomt.

De woordvoerder maakt oogcontact met de armassistenten en de stand-by en geeft

non-verbaal met een schouderklop de volgorde van vertrek aan.

Eerst de armassistent die het verste van de deur af staat.

Dan de andere armassistent.

En dan de stand-by.

De woordvoeder gaat bij de deur staan en houdt deze vast.

De woordvoerder geeft vanaf die positie de instructie: ”Klaar maken voor vertrek

1….2..3.”

Nu een duidelijke en snellere instructie. Het telritme versnelt “1,….2,3.”

De armassistent die het verst van de deur verwijderd is vertrekt op 1.

De andere armassistent op 2.

Armassistent 2 neemt de stand-by mee op 3.

De woordvoerder staat klaar om onmiddellijk de deur af te sluiten.

Page 32: Reader hbt versie 4 juni 2015

32

Separeerbezoek

HANDELING AANDACHTSPUNTEN

De woordvoerder groet de cliënt van achter

de gesloten separeerdeur en verzoekt deze

om op het bed of achter in de hoek van de

ruimte op de grond te gaan zitten.

Weigert de cliënt te gaan zitten, ga dan niet

naar binnen en keer op een later tijdstip te-

rug

De woordvoerder ontsluit vervolgens de

deur en gaat tussen de deur en de cliënt

instaan

Blijf veiligheidshalve op 1,5 –2 meter van

de cliënt

Keer nooit de rug naar de cliënt toe

De armassistenten gaan in de zogenaam-

de V-vorm achter de woordvoerder staan

Houd de armen van de cliënt in het oog

De stand-by sluit achter en naast de V-

vorm aan

Observeer de somatische toestand zoals

vochtinname, ontlastingpatroon, slaap/

waakritme, medicatiegebruik, met eventu-

ele bijwerkingen en zelfredzaamheid

Observeer de psychische toestand: angst,

derealisatie, agressie en suïcide neigingen

Bij hevige reactie; volg de aanwijzingen:

mobiliseren/ separeren bij verzet

De woordvoerder noemt de cliënt bij

naam.

Noemt ook de eigen naam

Geeft datum en tijdstip aan

Vertelt wat zij komen doen

Vraagt cliënt naar diens toestand

Biedt de cliënt activiteiten aan

Biedt de cliënt een dagprogramma aan

vervolg volgende pagina

Page 33: Reader hbt versie 4 juni 2015

33

Separeerbezoek. (vervolg)

De woordvoerder verzoekt de stand-by

om het dienblad neer te zetten, de kar-

tonnen po te controleren en om te wis-

selen, toiletpapier aan te vullen en be-

kertjes water te verversen

Stand-by verricht de hand-en-spandiensten

en gaat bij de deur staan

Verlaat nooit de ruimte met de rug naar de

cliënt toe

De woordvoerder geeft aan dat de be-

geleiders de ruimte gaan verlaten en

vertelt wanneer zij terugkomen.

De woordvoerder geeft instructie “nu” en

loop in slipstap achteruit

Mag de cliënt de ruimte verlaten, dan ver-

trekken eerst de begeleiders en daarna de

cliënt

De woordvoerder bepaalt wanneer de cli-

ent van het bed mag opstaan

Bij terugkeer naar de separeerruimte, volg

de procedure: separeren zonder tekenen

van verzet

De armassistenten gaan in slipstap achter-

uit

Blijf alert op onverwacht verzet van de cliënt

De stand-by sluit de deur af

Page 34: Reader hbt versie 4 juni 2015

34

III. AFRONDING

HANDELING AANDACHTSPUNTEN

De woordvoerder deelt mee dat eerst

de ervaringen van de deelnemers zullen

worden uitgewisseld en dat vervolgens

de methodiek wordt besproken

Nodig de deelnemers uit hun ervaringen

te delen

Eventueel de checklist Evaluatie 4-team

mobiliseermethode gebruiken

De armassistenten en de stand-by (en

eventueel andere betrokkenen) vertel-

len hun ervaringen

Draag er tevens zorg voor dat ook de

woordvoerder ervaringen kan uitwisselen

Geef emoties voorrang

De woordvoerder bespreekt chronolo-

gisch de aanpak en technieken

Voorbereidingsfase

Uitvoeringsfase, met de onderdelen po-

sitioneren, mobiliseren en separeren

Nodig de betrokkenen uit om de eigen visie

(wat ging goed en wat ging minder goed)

kenbaar te maken

De armassistenten, de stand-by en

eventueel andere betrokkenen per fase

uitnodigen om de eigen visie en aanpak

en die van de anderen te bespreken

Draag er tevens zorg voor dat ook de

woordvoerder zijn aanpak kan evalueren

De woordvoerder registreert de separa-

tie of afzondering en informeert de be-

handelend arts en de familie

De woordvoerder maakt een planning

voor het vervolg

Page 35: Reader hbt versie 4 juni 2015

35

Aantekeningen

Page 36: Reader hbt versie 4 juni 2015

36

Page 37: Reader hbt versie 4 juni 2015

37

Page 38: Reader hbt versie 4 juni 2015

38

Page 39: Reader hbt versie 4 juni 2015

39

Page 40: Reader hbt versie 4 juni 2015
Page 41: Reader hbt versie 4 juni 2015

1

Uitvoering Wet BOPZ

Page 42: Reader hbt versie 4 juni 2015

2

Uitvoering Wet BOPZ

Definities en begrippen

BOPZ: De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

Dwangbehandeling: Dwangbehandeling is het uitvoeren van een behandeling of interventie met betrekking tot onderzoek, behandeling, verpleging of verzorging waarbij de cliënt zich verzet. Verzet: verbaal of door gedrag (zoals afweren of tegenwerken) afwijzen van een behandeling of handeling met betrekking tot verpleging, verzorging of onderzoek. Vrijheidbeperkende middelen of maatregelen: Keuzevrijheid of bewegingsvrijheid beperkende interventies en afspraken. Deze zijn alleen toegestaan indien ze noodzakelijk zijn om een gevaar of risico af te wenden voor de cliënt of anderen. Middelen en Maatregelen in noodsituaties: Vrijheidbeperkende middelen of maatregelen die getroffen worden om gevaar in een noodsituatie op te heffen. Deze mogen maximaal 7 dagen achtereen toegepast worden. Het gaat om fixatie, medicatie toedienen, vocht en voeding toedienen en afzondering. Onvrijwillig opgenomen: Cliënt die is opgenomen op basis van een Inbewaringstelling (IBS), Voorlopige Rechterlijke Machtiging (VRM) of op een artikel 60 of ‘BOPZ-indicatie’. Wilsonbekwaamheid: De cliënt is niet in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen in een bepaalde situatie.

1. Algemeen beleid en zorgvisie

Het zelfbeschikkingsrecht en ‘zorg op maat’ zijn richtinggevende uitgangspunten voor de zorg aan onze cliënten. Cliënten worden zo goed mogelijk geholpen om zélf hun leven in te richten. Vrijheidsbeperking en dwang passen daar niet bij. Oudere cliënten hebben echter dikwijls te maken met gezondheidsproblemen waardoor zij minder goed in staat zijn risico’s in te schatten. Veel cliënten binnen de Wever zijn of worden in een bepaalde mate wilsonbekwaam. Dan is zorg nodig die rekening houdt met hun beperkingen maar ook ruimte biedt voor het maken van eigen keuzes. Ondersteuning door de partner, familie of mantelzorger is hierbij belangrijk. Die hebben immers vaak een goed beeld van de wensen en behoeftes van de cliënt. Participatie van de mantelzorger of vertegenwoordiger van de cliënt in de zorg wordt daarom gestimuleerd en is zichtbaar in het beleid van de locaties. Het zorgtoewijzingsbeleid van De Wever is er op gericht om cliënten met

Page 43: Reader hbt versie 4 juni 2015

3

psychogeriatrische stoornissen (dementie) zo lang mogelijk in hun vertrouwde woonsituatie (thuis, aanleunwoning, afdeling of unit ) te laten wonen. Dementie is geen reden om een cliënt over te plaatsen naar een andere afdeling. Als er vrijheidsbeperking of dwang moet worden toegepast bij de verzorging- verpleging of behandeling van cliënten met psychogeriatrische stoornissen wordt de cliënt opgenomen op een BOPZ-afdeling. Op BOPZ-afdelingen is de wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) van toepassing. Deze afdelingen zijn als zodanig door het Ministerie van VWS aangemerkt. Naast de toepassing van dwang en vrijheidsbeperking zijn ernstige gedragsstoornissen zoals agressie, bewegingsdrang of hinderlijk gedrag een reden om cliënten over te plaatsen naar een BOPZ-afdeling omdat hierbij dikwijls corrigerend (en dus vrijheidsbeperkend) moet (kunnen) worden gehandeld. Cliënten kunnen op vrijwillige basis op een BOPZ-afdeling worden opgenomen met een CIZ-indicatie voor behandeling en verblijf. Het CIZ beoordeelt voor opname de bereidheid van de cliënt. Als de cliënt zich bewust verzet tegen opname kan opname alleen plaatsvinden met behulp van een Inbewaringstelling (IBS) of met een Voorlopige Rechtelijke Machtiging. Beiden worden in onze regio aangevraagd door de afdeling Ouderenzorg of de crisisdienst van de regionale GGz onder verantwoordelijkheid van een psychiater. Een Voorlopige Rechtelijke Machtiging (VRM) wordt afgegeven door de Rechtbank ingeval de dwangopname langdurig lijkt te moeten plaatsvinden. Een Inbewaringstelling (IBS) wordt afgegeven door de Burgemeester en geldt voor een kortdurende opname in akute situaties. Opname op grond van een Voorlopige Rechtelijke Machtiging, of Inbewaringstelling gebeurt alleen op de locaties Jozefzorg en de Hazelaar. Op die locaties is deskundigheid aanwezig in het verzorgen, verplegen en behandelen van cliënten met complexe psychogeriatrische zorgvragen, crisisopnames en het omgaan met dwang en verzet. Een VRM kan worden opgeheven door de BOPZ-arts of door het verlopen van de termijn waarvoor hij is verstrekt. In dat geval kan de cliënt worden opgenomen op de locatie van voorkeur. Bij demente cliënten is er echter meestal geen sprake van bewust verzet tegen opname en vindt opname op een BOPZ-afdeling plaats op grond van artikel 60 van de Wet BOPZ. Hierbij geeft de cliënt geen instemming maar maakt ook geen bezwaar tegen opname en het verblijf.

2. Zo min mogelijk vrijheidsbeperking toepassen

Het verminderen van vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen vereist in de eerste plaats de aanwezigheid van voldoende deskundige medewerkers. Medewerkers die met deskundig zijn in het herkennen van en omgaan met geheugenstoornissen en agressie van cliënten. Om het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen tot een minimum te beperken worden medewerkers ondersteund in het zoeken naar alternatieven en het ontwikkelen van een zelfkritische houding ten aanzien van het gebruik van vrijheidsbeperking. Daarvoor worden periodieke interne audits gehouden en wordt in de multidisciplinaire teambesprekingen het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen periodiek besproken. Binnen de artsenteams wordt het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen regelmatig geëvalueerd aan de hand van de maandoverzichten. Als vrijheidsbeperking toch nodig is, wordt de minst ingrijpende maatregel gebruikt. Toezicht is beter dan het fixeren van cliënten of het toedienen van psychofarmaca. Cliënten met psychogeriatrische stoornissen worden daarom overdag in huiskamers of kleinschalige units in groepsverband verzorgd en begeleid. Daarbij is in principe permanent en adequaat toezicht door een verzorgende of door een geïnstrueerde medewerker. Op de unit is tenminste één verzorgende van kwalificatieniveau 3 aanwezig en is een verpleegkundige

Page 44: Reader hbt versie 4 juni 2015

4

beschikbaar die binnen 20 minuten aanwezig kan zijn. Elke locatie heeft een werkinstructie waarin het toezicht op de huiskamers en units is vastgelegd.

3. Vrijheidsbeperkende middelen of maatregelen op BOPZ-afdelingen

Voordat vrijheidsbeperking of dwang worden toegepast wordt in overleg met de vertegenwoordiger onderzocht of er alternatieven zijn. De behandelend arts is verantwoordelijk voor het besluit om vrijheidsbeperkende maatregelen of dwang toe te passen. Als er sprake is van dwang of als de cliënt zich verzet tegen de vrijheidsbeperkende middelen of maatregelen informeert de behandelend arts de BOPZ-arts door middel van het Meldingsformulier Dwangbehandeling Situatie bij Aanvang. De BOPZ- arts stuurt het meldingsformulier naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg Op BOPZ- afdelingen mogen de volgende vrijheidsbeperkende middelen of maatregelen worden toegepast: - beperken van de bewegingsvrijheid door verblijf op een gesloten afdeling - gebruik van materialen zoals een fixatie band (ook wel rolband of Zweedse band genoemd) in bed of een stoel, hoge bedhekken, een voorzetblad, verpleegdeken; - zonder toezicht afzonderen van de cliënt in de eigen woonkamer *; - onder dwang toedienen van medicatie; - gecamoufleerd toedienen van medicatie door het eten of drinken met de bedoeling dat de cliënt hiervan niet op de hoogte is; - toedienen van medicatie met als doel de cliënt te sederen; - elektronische detectie en alarmering; - elektronische afsluitingen van deuren en liften - onder dwang toedienen van vocht of voeding - onthouden van alcohol of andere genotmiddelen. * Cliënten die op een meerpersoonskamer verblijven en voor medebewoners hinderlijk roepgedrag hebben, kunnen s nachts in een andere kamer of in de huiskamer geplaatst worden. Een cliënt met voor anderen storend gedrag kan overdag van de huiskamer naar de eigen kamer wordt verplaatst. Dit wordt beschouwd als vrijheidsbeperking en opgenomen in het zorg(leef)plan en geregistreerd op het formulier Vrijheidbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperkende maatregelen worden tenminste eenmaal per 6 weken geëvalueerd door de behandelend arts en de zorgmanager / teamleider en worden beëindigd wanneer het gevaar is geweken.

4. Middelen en Maatregelen in Noodsituaties op BOPZ-afdelingen

Soms is het nodig om acuut vrijheidsbeperkende maatregelen of dwang toe te passen. Dan spreken we van Middelen en Maatregelen in noodsituaties. De wet BOPZ staat toe dat deze maximaal 7 dagen worden toegepast. Het gaat daarbij om de volgende middelen of maatregelen. - afzondering, - fixatie, - toediening van vocht en/of voeding en - medicatie. Middelen en Maatregelen in noodsituaties mogen alleen worden toegepast in de volgende omstandigheden: Er is sprake van een tijdelijke noodsituatie die zijn oorzaak vindt in de toestand van de cliënt. Externe omstandigheden zoals tijdelijk te weinig persoon zijn geen reden voor

Page 45: Reader hbt versie 4 juni 2015

5

vrijheidsbeperking. Het moet gaan om niet te verwachten gevaar, want te verwachten gevaar moet worden voorkomen door middel van in het zorg(leef)plan opgenomen interventies. Alleen de hierboven genoemde Middelen of Maatregelen mogen worden toegepast waarbij steeds de minst ingrijpende, meest effectieve methode wordt gekozen. De behandelend arts, of bij diens afwezigheid het verpleegkundig afdelingshoofd, teamleider, MZT-lid of coördinerend verpleegkundige beslist over de toepassing van Middelen of Maatregelen. Toepassing van Middelen of Maatregelen wordt direct gemeld aan de echtgeno(o)t(e)/partner, de wettelijk vertegenwoordiger of de tweede contactpersoon en aan de BOPZ-arts en Inspectie Gezondheidszorg. Als het niet mogelijk is om de Middelen en Maatregelen binnen 7 dagen te beëindigen wordt in overleg met de vertegenwoordiger het zorg(leef)plan aangepast. De vrijheidsbeperkende maatregel wordt in het zorg(leef)plan opgenomen en geregistreerd op het registratieformulier vrijheidsbeperkende maatregelen. De behandelend arts doet dat in overleg met het andere disciplines zoals de psycholoog en zorgcoördinator of eerst verantwoordelijk verzorgende. Voor de toepassing vindt overleg plaats met de vertegenwoordiger van de cliënt die toestemming moet geven van de aanpassing van het zorg(leef)plan.

5. Verzet tegen het verblijf op de BOPZ-afdeling

Als de cliënt zich consistent en over een langere periode verzet tegen het verblijf wordt in het multidisciplinair overleg onderzocht of de cliënt zich buiten het zorgcentrum kan handhaven met beschikbare mantel- en thuiszorg of alternatieve behandelingen beschikbaar zijn. Het zoeken naar alternatieven gebeurt in overleg met de vertegenwoordiger van de cliënt en de zorgadviseur. Bij de beoordeling van het verzet wordt gebruik gemaakt van het protocol Dwangbehandeling en verzet. Bij blijvend verzet tegen het verblijf vraagt de behandelend arts de consulent gerontopsychiater in consult. Blijft het verzet tegen het verblijf bestaan en is ontslag niet mogelijk, dan wordt op verzoek van de behandelend arts en in overleg met vertegenwoordiger een Voorlopige Rechtelijke Machtiging aangevraagd. De behandelend arts informeert de BOPZ-arts die na ontvangst van de VRM de Inspectie voor de Gezondheidszorg informeert.

6. Vrijheidsbeperking op niet BOPZ-afdelingen

Op niet BOPZ-afdeling is de wet BOPZ niet van toepassing en mag er geen gedwongen opname of verblijf of dwangbehandeling plaatsvinden. Op niet- BOPZ-afdelingen is het soms toch noodzakelijk om bij een cliënt vrijheidsbeperking toe te passen. Bijvoorbeeld bij een delier dat optreedt bij een tijdelijke ziekte. Of als er acuut gevaar ontstaat als een demente cliënt verdwaalt en wegloopt uit het zorgcentrum. In die situaties mag tijdelijk een vrijheidsbeperkende maatregel worden toegepast. Net als op BOPZ afdelingen wordt het besluit hiertoe genomen door de behandelend arts en na overleg met de vertegenwoordiger. Verzorgingsafdelingen zijn niet-BOPZ-afdelingen waar de huisarts verantwoordelijk is voor het toepassen van tijdelijke vrijheidsbeperkende maatregelen in noodsituaties. De huisarts kan deze verantwoordelijkheid overdragen aan de verpleeghuisarts. Als de huisarts verantwoordelijk is voor het besluit noteert de zorgmanager of teamleidinggevende de maatregel op het formulier vrijheidsbeperkende maatregelen in het zorgdossier na overleg met de vertegenwoordiger van de cliënt. Als de verpleeghuisarts hiervoor verantwoordelijk is noteert hij in het dossier de reden van toepassing en vult hij het formulier

Page 46: Reader hbt versie 4 juni 2015

6

vrijheidsbeperkende maatregelen in. In het eerstvolgende MDO wordt de vrijheidsbeperkende maatregel geëvalueerd en wordt door de huisarts of verpleeghuisarts besloten of de vrijheidsbeperking wordt gecontinueerd. Indien de vrijheidbeperkende maatregel langdurig moet worden toegepast of als er verzet van de cliënt is, wordt in overleg met de vertegenwoordiger een BOPZ-indicatie aangevraagd en wordt de cliënt met voorrang overgeplaatst naar een BOPZ-afdeling, bij voorkeur op dezelfde locatie. Soms is het niet duidelijk of er sprake is van vrijheidsbeperking. Bijvoorbeeld bij het gebruik van hoge bedhekken, een rolstoelblad of een elektronisch detectiesysteem. Als de cliënt wilsbekwaam is en toestemming geeft voor het gebruik is er uiteraard geen sprake van vrijheidsbeperking en wordt de maatregel of het hulpmiddel met diens toestemming opgenomen in het zorg(leef)plan. Indien de cliënt zijn wil niet kenbaar kan maken of zijn situatie niet goed meer kan beoordelen wordt onderzocht of de cliënt akkoord is met de interventie. Dat gebeurt door de behandelend huisarts of verpleeghuisarts en in overleg met de vertegenwoordiger en verzorgenden. De interventie wordt altijd opgenomen in het zorg(leef)plan en geëvalueerd in het multidisciplinair overleg. Als er op een niet-BOPZ-afdeling sprake is van verzet van de cliënt mag alleen ter voorkoming van ernstig lichamelijk letsel een noodmaatregel worden toegepast. De vertegenwoordiger van de cliënt wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd en om toestemming gevraagd. De uitvoering van de noodmaatregel gebeurt volgens het protocol ‘Dwangbehandeling en verzet’. Alleen als de cliënt wilsonbekwaam is worden vrijheidsbeperkende middelen of maatregelen behalve in het zorgplan ook geregistreerd op het formulier Vrijheidbeperkende maatregelen in het zorgdossier. De inschatting van bekwaamheid ten aanzien van een bepaalde beslissing of handeling van de cliënt wordt door de behandelend arts uitgevoerd in overleg met andere zorgverleners, de cliënt en diens (wettelijk) vertegenwoordiger. De overwegingen en conclusies worden vastgelegd in het zorg(leef)plan.

7. Het zorg(leef)plan en het zorgdossier

Vrijheidsbeperking wordt, behalve in acute noodsituaties, altijd toegepast binnen een multidisciplinair opgesteld zorg(leef)plan onder verantwoordelijkheid van de verpleeghuisarts. In het zorg(leef)plan worden de zorgproblemen, de doelstellingen en de acties van de verschillende disciplines vastgelegd en geëvalueerd. Vrijheidsbeperkende middelen of materialen en dwangbehandeling worden in het zorg(leef)plan opgenomen en tevens in het zorgdossier geregistreerd in het formulier Vrijheidsbeperkende maatregelen. In het zorgdossier wordt door de verpleeghuisarts vermeld welke afwegingen hebben geleid tot de keuze voor de maatregel. Het zorg(leef)plan wordt bij het opstellen en bij belangrijke wijzigingen besproken met de vertegenwoordiger van de cliënt. Die ondertekent evenals de behandelend arts het zorg(leef)plan voor akkoord en ontvangt een kopie. De vertegenwoordiger van de cliënt is de persoon die door hemzelf schriftelijk hiervoor is aangewezen, of door de Rechter als Mentor of Bewindvoerder is benoemd. Bij een wilsonbekwame cliënt die geen vertegenwoordiger heeft aangewezen treedt de echtgenoot of levenspartner op als zodanig. Bij diens afwezigheid de ouder, kind of broer of zus. Als met de cliënt of diens vertegenwoordiger ( of bij diens afwezigheid de tweede contactpersoon) geen overeenstemming wordt bereikt over het zorg(leef)plan of als de cliënt of diens vertegenwoordiger zich verzetten tegen de uitvoering van het zorg(leef)plan, wordt het zorg(leef)plan alleen uitgevoerd als dit noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de cliënt of voor anderen af te wenden. De verpleeghuisarts informeert hierover de BOPZ-arts of zijn vervanger die de Inspectie voor de Gezondheidszorg binnen 7 dagen op de hoogte brengt

Page 47: Reader hbt versie 4 juni 2015

7

8. Klachtenprocedure BOPZ

De stichting beschikt over een klachtenprocedure zoals voorgeschreven in de Wet BOPZ en is aangesloten bij de Regionale Klachtencommissie. Deze commissie is toegerust om klachten te behandelen over:

- het afgeven van een wilsonbekwaamheidsverklaring door de BOPZ-arts - het toepassen van (vrijheidsbeperkende)middelen of maatregelen - het beperken van rechten en bewegingsvrijheid in en rond de instelling - het uitvoeren van het zorg(leef)plan en behandeling zonder toestemming of bij verzet van de cliënt.

Alle cliënten die op een BOPZ-afdeling komen wonen, krijgen een schriftelijke toelichting over de klachtenprocedure binnen de Wever. Ook de vertegenwoordiger krijgt een exemplaar.

9. Deskundigheid en opleiding

De locaties stellen jaarlijks een scholingsplan op voor alle afdelingen en units waarin aandacht voor:

- het herkennen en omgaan met geheugen- en gedragsstoornissen bij dementie. - het omgaan met agressie van cliënten. - het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen en materialen. - bewustwording van en reflectie op de dilemma’s en probleemsituaties in de dagelijkse praktijk.

Daarbij wordt gebruik gemaakt van periodieke casuïstiekbesprekingen en de interne basiscursus psychogeriatrie. De opleidingsplannen met bettrekking van de BOPZ-afdelingen worden beoordeeld door de BOPZ-werkgroep voordat ze worden opgenomen in het opleidingsplan van de locatie. De medische dienst ontwikkelt intervisie als instrument om een zelfkritische houding te bevorderen ten opzichte van het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen Voor leidinggevenden, artsen, psychologen, leden MZT-team, en coördinerend verpleegkundigen wordt tweemaal per jaar een interactieve bijscholingsbijeenkomst over het BOPZ-beleid van de Wever georganiseerd.

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden De BOPZ-arts De BOPZ-arts ontleent zijn taken en verantwoordelijkheden aan de Wet BOPZ. Als zodanig is hij belast met het toezicht op de algemene gang van zaken op psychogeriatrisch en medisch gebied en op de kwaliteit van de zorg op de BOPZ-afdelingen. Hij is bevoegd om binnen deze kaders bindende richtlijnen te geven op alle niveaus van de stichting. De functie is binnen de Wever toegekend aan het hoofd medische dienst als eindverantwoordelijke voor het medisch beleid. De Raad van Bestuur benoemt zowel de BOPZ-arts als de waarnemend BOPZ-arts. Taken van de BOPZ-arts: - toezien dat onder de verantwoordelijkheid van de verpleeghuisarts een multidisciplinair zorg-leefplan wordt opgesteld en uitgevoerd, gericht op de psychogeriatrische problemen van de cliënt; - toezien dat er een systematisch zorg- en behandeldossier dossier wordt bijgehouden door alle disciplines; - autoriseren van alle protocollen die betrekking hebben op vrijheidsbeperking en

Page 48: Reader hbt versie 4 juni 2015

8

dwangbehandeling en de opname- en ontslagprocedures van BOPZ-afdelingen; - vaststellen aan welke eisen medewerkers moeten voldoen om vrijheidsbeperkende maatregelen toe te mogen passen; - toezien op het scholingsbeleid om medewerkers op de hoogte te brengen van werkwijze en risico’s van het toepassen van vrijheidsbeprekende maatregelen; - aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg dwangbehandeling en de tijdelijke toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen melden indien die niet in het zorg(leef)plan zijn opgenomen en opname melden van cliënten met een Voorlopige Rechtelijke Machtiging, - toezien op de registratie in het zorg(leef)plan van vrijheidsbeperkende maatregelen; - toezien op de voorlichting aan cliënten, vertegenwoordigers en familie over het beleid rond het toepassen van vrijheidsperkende maatregelen en de klachtenprocedure; - toezien op de naleving van de wet BOPZ inzake opname, voortzetting van verblijf, verlof, en ontslag op de BOPZ-afdelingen en toezien dat er geen cliënten zonder gegronde redenen onvrijwillig verblijven op een BOPZ-afdeling; - toezien op de wilsbekwaamheidsbeoordeling van cliënten; - geneeskundige verklaringen afgeven aan de Rechtbank bij verlenging van een VRM, of aan de Kantonrechter voor een aanvraag voor Mentorschap, onder Curatele stelling of Onderbewindvoering; - Rechtelijke Machtigingen verlengen of beëindigen. De verpleeghuisarts De verpleeghuisarts is verantwoordelijk voor de inhoud van het multidisciplinaire zorg(leef)plan en ziet toe op het opstellen en actueel houden van het zorgdossier. Hij beoordeelt en evalueert de noodzaak van het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen en overlegt met de cliënt of met diens vertegenwoordiger over de inhoud van het zorg(leef)plan. De verpleeghuisarts evalueert in het Multidisciplinair Overleg (MDO) de vrijheidsbeperkende maatregelen en ziet toe op de uitvoering ervan. De verpleeghuisarts beoordeelt de betekenis van verzet van de cliënt tegen verblijf of tegen uitvoering van het zorg(leef)plan en stelt vast of het noodzakelijk is om een VRM in te stellen, te verlengen of te beëindigen. De arts is verantwoordelijk voor de juiste registratie van vrijheidsbeperkende maatregelen in het zorgdossier. Mobiel Zorgteam en coördinerend verpleegkundige De verpleegkundige van het Mobiel Zorgteam of de coördinerend verpleegkundige beoordeelt ‘s avonds, ‘s nachts en in het weekend gevaarlijke situaties en is bevoegd om ernstig en acuut gevaar direct vrijheidsbeperkende maatregelen toe te (laten) passen. Hij informeert hierna z.s.m. de dienstdoende arts, die beslist of de maatregel toegepast blijft. De vertegenwoordiger van de cliënt of bij afwezigheid de 2e contactpersoon worden ‘s avonds en in het weekend direct door hem geïnformeerd en om toestemming gevraagd voor de genomen maatregelen. De zorgmanager De zorgmanager of teamleidinggevende is verantwoordelijkheid voor het toezicht op de uitvoering van vrijheidsbeperkende maatregelen. Hij is er ook verantwoordelijk voor dat zijn medewerkers voldoende deskundig zijn in het herkennen en omgaan met cliënten met psychogeriatrische stoornissen en in het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Bij afwezigheid van de zorgmanager is de dienstdoende verpleegkundige van het Mobiel Zorgteam of de coördinerend verpleegkundige verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering. De zorgmanager of teamleidinggevende controleert eenmaal per maand de vrijheidsbeperkende materialen op de afdeling en houdt hiervan een registratie bij. De verzorgende De verzorgende signaleert risicovolle situaties en rapporteert deze aan de zorgmanager of

Page 49: Reader hbt versie 4 juni 2015

9

teamleidinggevende of direct aan de verpleeghuisarts. ‘s Avonds, ‘s nachts of in het weekend informeert de verzorgende het coördinerende hoofd over gevaarlijke situaties voor cliënten. De verzorgende voert vrijheidsbeperkende maatregelen uit volgens de vastgestelde protocollen. De ergotherapeut Bij het verstrekken van (rol)stoel-hulpmiddelen en materialen signaleert de ergotherapeut of er sprake is vrijheidsbeperking, zoals bij het verstrekken van een rolstoelblad. De ergotherapeut overlegt dan met de behandelend arts en adviseert over alternatieve maatregelen. De directeur De directeur van de locatie ziet toe op de uitvoering van het BOPZ-werkdocument en ontvangt maandelijks een overzicht van alle cliënten waarbij vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast. De directeur draagt er zorg voor dat op de locatie een actueel overzicht beschikbaar is van alle cliënten waarbij die vrijheidsbeperkende middelen worden toegepast ten behoeve van hulpdiensten (brandweer) bij calamiteiten. Bureau Zorgadvies De zorgadviseurs van het bureau bewaken onder verantwoordelijkheid van het hoofd medische dienst de BOPZ- status van de cliënt bij opname, overplaatsing en ontslag. Zij verstrekken informatie over de klachtenprocedures binnen de Wever en ondersteunen desgevraagd aanvragen voor Mentorschap bij wilsonbekwame cliënten. PO&O De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de BOPZ zijn vastgelegd in de functieomschrijving van de hierboven genoemde medewerkers. IFA /afdeling ICT Eenmaal per maand genereert de afdeling ICT een overzicht van alle vrijheidsbeperkende maatregelen uit het elektronisch zorgdossier en stuurt het overzicht naar de directies, de zorgmanager / teamleider van de afdelingen en naar de BOPZ-arts. De BOPZ-werkgroep De BOPZ- werkgroep heeft als taak om het BOPZ-beleid van De Wever te evalueren, beleidsvoorstellen te doen en uitvoering te (helpen) geven aan de BOPZ-scholing. De BOPZ-arts is voorzitter van de werkgroep die verder bestaat uit een psycholoog, managers Zorg en afdelingshoofden van verzorgings- en verpleegafdeling en een verpleeghuisarts. De BOPZ-werkgroep beoordeelt jaarlijks de scholingsplannen voor de BOPZ-afdelingen. Materialen en de Commissie Vrijheidsbeperkende Maatregelen Binnen de Wever wordt gebruik gemaakt van een centraal vastgesteld assortiment van vrijheidsbeperkende hulpmiddelen en materialen. Het assortiment wordt samengesteld en geëvalueerd door de Commissie Vrijheidsbeperkende Maatregelen. De Materialencommissie beslist tot de aanschaf van het assortiment. De Commissie Vrijheidsbeperkende Maatregelen functioneert onder verantwoordelijkheid van de BOPZ-arts en heeft als taken - de BOPZ-arts en de Materialencommissie te adviseren in de keuze en de toepassing van vrijheidsbeperkende hulpmiddelen en materialen, - de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen periodiek te evalueren; - alternatieven zoeken voor de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen. Een verpleeghuisarts is voorzitter van de commissie die bestaat uit een zorgcoördinator, een sectormanager, psycholoog en een ergotherapeut van een BOPZ- afdeling.

Page 50: Reader hbt versie 4 juni 2015

10

De Commissie heeft toegang tot de MIC-meldingen die betrekking hebben op incidenten of ongevallen met vrijheidsbeperkende materialen en brengt jaarlijks verslag uit aan de Voorzitter van de Raad van Bestuur en aan de BOPZ-arts. De directeur of locatiemanager is samen met het Hoofd Facilitaire Zaken verantwoordelijk voor de veiligheid van vrijheidsbeperkende materialen, en ziet toe op het onderhoud en de opslag van deze materialen en op de uitvoering van de onderhoudscontracten. Alle hulpmiddelen en materialen worden periodiek gecontroleerd op veiligheid en deugdelijkheid.