46
Van Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99 [email protected] www.kplusv.nl Rapport Rekenkameronderzoek Indirecte en verborgen subsidies in de gemeente Huizen Opdrachtgever Rekenkamercommissie Huizen Referentie Arnhem, 14 juni 2011 Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

  • Upload
    builiem

  • View
    231

  • Download
    3

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

Van

Postbus 60055, 6800 JB Arnhem

Velperplein 8, 6811 AG Arnhem

Telefoon (026) 355 13 55

Fax (026) 355 13 99

[email protected]

www.kplusv.nl

Rapp

ort

Rekenkameronderzoek Indirecte en verborgen subsidies in de gemeente Huizen

Opdrachtgever

Rekenkamercommissie Huizen

Refe

rentie

Arnhem, 14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Page 2: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Inhoud 1 Inleiding 1

1.1 Achtergrond 1 1.2 Doelstelling 2 1.3 Begripsafbakening 2 1.4 Onderzoeksvragen 2 1.5 Onderzoeksopzet 3 2 Normenkader 4 3 Bevindingen 5

3.1 Achtergrond 5 3.2 Constateringen uit de cases 6 3.3 Onderzoeksvragen en normen 13 4 Conclusies 19

Bijlagen 1 Geraadpleegde personen

2 Geraadpleegde dossiers

Page 3: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 1

1 Inleiding

1.1 Achtergrond Gemeenten bieden organisaties (structurele) financiële ondersteuning in de vorm van subsidies.

Deze financiële middelen worden verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de

aanvrager die de gemeente belangrijk vindt. De wettelijke grondslag voor het verstrekken van

subsidies is te vinden in art. 4:21 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College

van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor de subsidieverstrekking. Het College

kent deze toe op basis van de door de raad bij de begroting jaarlijks vastgestelde

subsidiestaat1, met inachtneming van de door de raad vastgesteld Algemene

Subsidieverordening en aanvullende beleidsregels van de gemeente.

Subsidies kunnen in verschillende vormen worden verstrekt. De afspraken kunnen meerjarig,

jaarlijks of incidenteel worden gemaakt en voor kleine en grote activiteiten. De belangrijkste ratio

achter subsidieverstrekking is dat de financiële ondersteuning activiteiten of faciliteiten, die

bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van de gemeente, mogelijk maakt. Belangrijk

criterium is daarbij dat de betreffende activiteiten zonder subsidie niet tot stand zouden komen.

Daarnaast kennen veel gemeenten zogenaamde waarderingssubsidies waarmee, door het

geven van een financiële bijdrage, de waardering van de gemeente voor een bepaalde activiteit

wordt uitgedrukt.

Hoewel subsidieverlening door gemeenten een transparant en controleerbaar proces dient te

zijn, blijkt in de praktijk dat gemeenten ook nog wel eens indirecte vormen van steun verlenen

die niet in de subsidiestaat zijn opgenomen. Hoewel een duidelijke definitie ontbreekt wordt

vaak gesproken van indirecte subsidies. Heeft de raad geen inzicht in deze indirecte subsidies,

bijvoorbeeld omdat deze niet in de jaarstukken terug te vinden zijn of omdat er geen periodieke

afweging plaatsvindt over de verstrekking, dan spreken wij over verborgen subsidies.

Indirecte/verborgen subsidies komen in verschillende vormen voor. Bijvoorbeeld als steun door

het vragen van een lagere dan een kostendekkende vergoeding voor het gebruik van

accommodaties of voor andere faciliteiten. Het opnemen in het gemeentelijk onderhouds-

programma van het onderhoud van accommodaties van andere organisaties is ook een

voorbeeld van een indirecte subsidie. Ook de inzet van gemeentelijk personeel bij door anderen

georganiseerde evenementen, zonder dat daarvoor een rekening gestuurd wordt, komt

regelmatig voor. Vaak gaat het om bijzonder gunstige faciliteiten en/of tarieven voor de

gebruiker die historisch zijn gegroeid, zonder expliciete onderbouwing. Dit leidt in de praktijk

soms tot aanzienlijke verschillen in bejegening (subsidiëring) van gebruikers die moeilijk uit te

leggen zijn.

Om recht te doen aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad, wil de

rekenkamercommissie graag inzicht in de aard en omvang van de verborgen en indirecte

subsidies die worden verstrekt door de gemeente Huizen.

1 In de regel nemen gemeenten de subsidiestaat op in de programmabegroting of productenraming.

Page 4: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 2

1.2 Doelstelling Door de rekenkamercommissie is voor dit onderzoek een tweeledige doelstelling geformuleerd:

1. achterhalen of door de gemeente Huizen in de periode van 2005 tot en met 2009 verborgen

of indirecte subsidies beschikbaar gesteld zijn;

2. indien daar sprake van was, aanbevelingen doen op basis waarvan met ingang van 2012 in

de programmabegroting en -rekening geen sprake meer is van verborgen subsidies.

1.3 Begripsafbakening Voor een goede uitvoering van het onderzoek is het wenselijk om duidelijk te zijn over het

onderzoeksonderwerp. Het begrip subsidie is door de wetgever duidelijk gedefinieerd in de

Algemene wet bestuursrecht (Awb, Artikel 4:21).

Subsidie: Een subsidie is een aanspraak op financiële middelen, anders dan als betaling voor

geleverde goederen of diensten, die door een bestuursorgaan wordt verstrekt aan burgers,

bedrijven en instellingen met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager.

Het begrip indirecte of verborgen subsidie is echter niet een vastomlijnd begrip. We definiëren

indirecte subsidiëring door de gemeente als volgt:

Indirecte subsidie: Materiële of financiële begunstiging van specifieke derden, buiten de

subsidiestaat om, om de realisatie van een gemeentelijk doel te bewerkstelligen.

Verborgen subsidie: Een indirecte subsidie waarover de gemeenteraad geen informatie heeft

en ook niet via reguliere informatiekanalen (zoals planning- en control-cyclus) informatie kan

verkrijgen.

1.4 Onderzoeksvragen De centrale vraag van de rekenkamercommissie luidde

Zijn door de gemeente Huizen in de periode 2005 tot en met 2009 verborgen of indirecte

subsidies beschikbaar gesteld, en zo ja welke?

In overleg met de rekenkamercommissie is gekozen om de focus te leggen op de periode 2005-

2009 en daar waar relevant gericht terug te zoeken in het verleden. Om de centrale vraag te

kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen geformuleerd:

1. Welke bedragen zijn daar dan per geval en op jaarbasis mee gemoeid?

2. Welke vormen van indirecte of verborgen subsidieverstrekking komen dan voor?

3. Betreft het dan incidenten of is er sprake van een systematiek?

4. Welke vorm van besluitvorming ligt ten grondslag aan de verstrekking van de verborgen of

indirecte subsidie?

5. In welke mate zijn de indirecte of verborgen subsidies effectief2?

6. Op welk niveau (ambtelijk of bestuurlijk) zijn ze dan effectief?

7. Wordt periodiek geëvalueerd of de argumenten voor het verstrekken van de indirecte

subsidie nog van kracht zijn?

2 Dragen de subsidies bij aan het bereik van gemeentelijke doelstellingen.

Page 5: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 3

1.5 Onderzoeksopzet De rekenkamercommissie en de onderzoekers hebben besloten het onderwerp indirecte

subsidies in Huizen in kaart te brengen aan de hand van een aantal concrete cases. De

rekenkamercommissie heeft op basis van eigen ervaring in de gemeente de cases

geselecteerd. Om het onderzoek qua omvang beheersbaar te houden en de effectiviteit van het

onderzoek te vergroten is gekozen om het onderzoek te richten op de cases en thema’s waarbij

er een zekere kans is dat er indirecte of verborgen subsidies zijn verleend. In onderstaande

tabel zijn de door de rekenkamercommissie aangereikte cases weergegeven. In de tabel zijn

ook de werkhypotheses weergegeven die in het onderzoek zijn getoetst:

Thema/case Mogelijke indirecte of verborgen subsidie (werkhypothese)

A. Grondtransacties Uitgifte van gronden onder de marktprijs. In het onderzoek zijn zes

specifieke dossiers nader bestudeerd.

B. Erfpacht Niet marktconforme erfpachtcanon. In het onderzoek zijn zeven dossiers

nader bestudeerd.

C. Bijdrage servicekosten

bibliotheek

De gemeente betaalt - buiten de subsidie om - de servicekosten van de

bibliotheek aan de eigenaar van het Graaf Wichman-complex.

D. Gosepa Er is sprake van inkomstenderving en/of betaalt de gemeente kosten

buiten de subsidie om.

E. Evenementenbeleid De gemeente helpt kosteloos mee aan de organisatie van evenementen,

levert kosteloos materialen of brengt geen precario of leges in rekening.

F. Theater De Boerderij Niet marktconform huurbedrag en een bijdrage van de gemeente bij niet-

commerciële verhuur.

G. Theater Graaf Wichman Niet marktconform huurbedrag en een bijdrage van de gemeente bij niet-

commerciële verhuur.

H. Bijdrage schoolzwemmen Een bijdrage van de gemeente aan het realiseren van schoolzwemmen

buiten de reguliere subsidieverstrekking om.

I. Verhuur Niet marktconforme huurtarieven. In het onderzoek is een drietal dossiers

bestudeerd.

Om de werkhypotheses goed te kunnen toetsen is voor de start van het onderzoek een

normenkader opgesteld. Dit normenkader wordt beschreven in de volgende paragraaf. De

onderzoekers hebben per case een dossierstudie uitgevoerd om zicht te krijgen op de

historische gang van zaken, op de besluitvorming en de afwegingen die daaraan ten grondslag

lagen. Ook is bekeken in hoeverre de raad op de hoogte is gebracht (actief) of op de hoogte

had kunnen zijn. Na de bestudering van de dossiers zijn gesprekken gevoerd met diverse

betrokkenen rond de bovengenoemde cases. In deze gesprekken zijn naast de bevindingen uit

de dossierstudie, de onderzoeksvragen aan de orde gesteld en zijn de werkhypothesen

getoetst. De constateringen uit de dossierstudies en de informatie die uit de gesprekken naar

voren is gekomen, zijn tegen het normenkader aan gehouden om tot een afgewogen oordeel te

komen. De bevindingen treft u aan in hoofdstuk 3.

Page 6: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 4

2 Normenkader

In samenspraak met de onderzoekers heeft de rekenkamercommissie het onderstaande

normenkader vastgesteld. In het onderzoek zijn de normen horend bij de zeven

onderzoeksvragen getoetst.

Deelvragen Norm

1. Welke bedragen zijn met verborgen of

indirecte subsidies gemoeid, per geval

en op jaarbasis?

1a. Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te

komen. Omdat bij verborgen subsidies de doelen,

verantwoording en besluitvorming niet zijn

vastgelegd, is deze wijze van subsidiëring

onwenselijk.

1b. De indirecte subsidieverstrekking moet inzichtelijk

zijn, dat wil zeggen dat de raad inzicht moet

(kunnen) hebben in subsidiebedragen per subsidie-

ontvanger per jaar.

2. Welke vormen van indirecte of verborgen

subsidieverstrekking komen dan voor?

2a. Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te

komen.

2b. Indirecte subsidiëring kan voorkomen mits voldaan

is aan de overige normen in dit normenkader.

3. Betreft het incidenten of is er sprake van

een systematiek?

3. De keuze voor het verstrekken van

indirecte/verborgen subsidies wordt consequent

binnen de gemeente toegepast en er is geen sprake

van willekeur.

4. Welke vorm van besluitvorming ligt ten

grondslag aan de verstrekking van de

indirecte of verborgen subsidie?

4a. Er is sprake van ambtelijke besluitvorming.

4b Het verstrekken van de indirecte/verborgen

subsidies is een bewuste keuze van het college van

B&W geweest.

4c. In de subsidieverstrekking worden verbindingen

gelegd tussen de verstrekte subsidie en de

gemeentelijke beleidsdoelen. (n.b. dit geldt dus niet

voor verborgen subsidies).

4d. De raad is op de hoogte gebracht over deze keuze.

(n.b. dit geldt dus niet voor verborgen subsidies).

5. In welke mate zijn de indirecte of

verborgen subsidies effectief?

5a. Het beoogde doel en resultaat van de verstrekte

indirecte subsidie is helder en meetbaar vastgelegd

in termen van maatschappelijke effecten.

5b. De voorwaarden voor de subsidietoekenning zijn

helder en meetbaar vastgelegd en ook voor de

subsidieontvanger duidelijk.

5c. De indirecte of verborgen subsidie is doeltreffend.

6. Op welk niveau (ambtelijk of bestuurlijk)

zijn ze dan effectief?

6. De verborgen/indirecte subsidies zijn ambtelijk en

bestuurlijk effectief, dat wil zeggen: ze dragen in

voldoende mate bij aan de realisatie van

gemeentelijk beleid.

7. Wordt periodiek geëvalueerd of de

argumenten voor het verstrekken van de

indirecte subsidie nog van kracht zijn?

7a. Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie

wordt geëvalueerd en beoordeeld op zijn bijdrage

aan de beoogde doelstellingen (maatschappelijke

effecten) van het gemeentelijk beleid.

7b. De gemeente gebruikt de uitkomsten van evaluaties

voor het maken van nieuwe afspraken over de

subsidieverlening.

Page 7: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 5

3 Bevindingen

Bij de bevindingen gaan we achtereenvolgens in op:

de achtergrond van de gedachtevorming rond indirecte subsidies in Huizen: de nota

"Vormen van gemeentelijke ondersteuning" en de sportnota "Huizer Sportbeleid in beeld";

de constateringen uit de cases;

de beantwoording van de onderzoeksvragen en toetsing van de normen.

3.1 Achtergrond Nota "Vormen van gemeentelijke ondersteuning"

In 2006 is een motie aangenomen waarin de raad het college heeft gevraagd een nota op te

stellen waarin kaders worden vastgesteld voor de opstelling van een overzicht van indirecte

subsidies. Uit de motie en de daaruit volgende nota "Vormen van gemeentelijke ondersteuning"3

blijkt dat indirecte subsidies al enkele jaren onderwerp van gesprek zijn in Huizen. De nota

beschrijft meerdere vormen van gemeentelijke ondersteuning die gekenmerkt kunnen worden

als indirecte subsidiëring. De in Huizen voorkomende ondersteuningsvormen variëren van

grondsubsidies tot het beschikbaar stellen van gemeentelijke eigendommen zonder kosten in

rekening te brengen. De nota is compleet in het benoemen van typen ondersteuningsvormen en

het illustreren van deze typen met voorbeelden. Het is duidelijk dat indirecte subsidiëring

voorkomt in Huizen. Het is daarmee een bekend en geaccepteerd instrument. De nota geeft

geen kwantificering van de omvang van indirecte subsidies en geen uitputtend overzicht van

organisaties die deze vorm van gemeentelijke ondersteuning genieten. In de raadscommissie

Financiën en WMO op 2 april 2007 is de nota behandeld4. De voorzitter concludeert dat "de

commissie kennis neemt van gemeentelijke ondersteuning en het maatwerk daarin als een

gegeven accepteert. De commissie beschouwt het verleden in meerderheid als een gegeven.

Bij het transparant maken van zaken voor de toekomst, moeten volgens de commissie wel

zaken uit het verleden betrokken worden." De nota bevat het advies om bij nieuwe vormen van

indirecte subsidiëring in te zetten op volledige transparantie alsmede financiële kwantificering

van de gemeentelijke inbreng. Een belangrijk element is dat de nota een checklist bevat om te

bepalen van welke vorm van gemeentelijke ondersteuning sprake is: bijvoorbeeld gederfde

inkomsten of een grondsubsidie.

De nota is niet door de gemeenteraad vastgesteld. Uit gesprekken blijkt dat het in ieder geval tot

begin 2007 in Huizen gebruikelijk was om raadscommissiebesluiten te beschouwen als "de

facto" raadsbesluiten5. De gemeente beschouwt de nota als beleid. Uit de dossiers blijkt één

concreet voorbeeld waar de checklist expliciet is gebruikt (Gosepa). Uit meerdere dossiers en

de gespreken is de onderzoekers gebleken dat de gemeente de strekking van de nota wat

betreft transparantie en zorgvuldige afweging ter harte neemt. Dit ook met het oog op het

voorkomen van de schijn van overheidssteun. De nota benoemde ook de noodzaak van

financiële kwantificering van de gemeentelijke inbreng. Dat is nog niet in alle cases (vanaf 2007)

zo aangetroffen.

3 Nota voor B&W d.d. 9 maart 2007.

4 Notulen van de openbare vergadering van de commissie Financiën en WMO, gehouden op 2 april 2007.

5 Aangegeven wordt dat dit nu niet meer gebeurt: alleen de gemeenteraad neemt een raadsbesluit.

Page 8: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 6

Nota "Huizer Sportbeleid in beeld"

Een veelvoorkomende vorm van indirecte subsidiëring is het rekenen van niet kostendekkende

tarieven voor het gebruik van binnen- en buitensportaccommodaties. De Huizense sportnota uit

2005 is duidelijk over de tarifering. Uit de nota wordt duidelijk dat er sprake is van indirecte

subsidies aan sportverenigingen. Voor de gymnastieklokalen rekende men in de tariefstelling

met een kostendekkingsgraad van 40-60%. Voor de buitensportaccommodaties lag dat

percentage beduidend lager. In het kader van dit onderzoek is ook de actuele

kostendekkingsgraad opgevraagd.

2005 2011

Totaal kosten € 404.524 € 510.316

Huurinkomsten € 57.451 € 126.616

Kostendekkingsgraad gemiddeld 14% 25%

Spreiding kostendekkingsgraad 3%-26% 5%-42%

Tabel 1. Kostendekkingsgraad buitensportaccommodaties.

Voor een goede interpretatie van bovenstaande tabel is het belangrijk aan te geven dat de

gegevens niet helemaal vergelijkbaar zijn omdat de investeringen voor een aantal

voorzieningen door de gemeente zijn "voorgeschoten" en via een hogere huur aan de

betreffende instellingen in rekening worden gebracht. Dit betreft dan wensen van de

verenigingen die uitgaan boven het breedtesport-beleid zoals een waterkunstgrasveld in plaats

van een zand ingestrooid veld of wedstrijdverlichting in plaats van trainingsverlichting et cetera.

In het kader van dit rekenkameronderzoek is met name van belang dat de Huizense

gemeenteraad inzicht had in bovenstaande cijfers (2011 is opvraagbaar) en op basis van eigen

afwegingen expliciet heeft ingestemd met het verlenen van indirecte subsidies om de

sportbeoefening in Huizen te stimuleren. De transparantie over kosten, tariefstelling en

kostendekkingsgraden is te waarderen omdat het – in combinatie met de achterliggende visie

en overwegingen, een keuze door de raad mogelijk maakt. Uit de nota is af te leiden dat de

indirecte subsidiëring van sportaccommodaties in 2005 ongeveer € 945.000 bedroeg.

3.2 Constateringen uit de cases Deze paragraaf bevat een beknopte beschrijving van elk van de negen onderzoekscases.

Iedere casebeschrijving sluit af met een constatering over het al dan niet voorkomen van

indirecte subsidiëring.

A. Grondtransacties

Tot en met 2007 bepaalde de gemeente de grondwaarde op basis van ofwel een

grondquotebenadering, ofwel de residuele grondwaardeberekening, ofwel taxatie, ofwel

competitie. Daarbij kon in geval van taxatie een taxateur ook zelfstandig kiezen voor een

grondquotebenadering of residuele grondwaardeberekening. De grondprijs die bepaald is op

basis van deze twee berekeningswijzen, kon lager liggen dan de marktprijs van de grond. Het

bracht daarmee het risico van staatssteun met zich mee. Het kon betekenen dat er sprake was

van een grondsubsidie; een vorm van gemeentelijke ondersteuning die te kenmerken is als

indirecte subsidiëring.

Page 9: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 7

Op 6 december 2007 stelde de raad de nota Grondbeleid vast. De nota Grondbeleid verwijst

naar de gemeentelijke nota Vormen van gemeentelijke ondersteuning. De belangrijkste

besluiten in de nota Grondbeleid met het oog op indirecte subsidiering zijn (samengevat):

boven een geschatte grondwaarde van € 10.000 gebeurt de grondverkoop op basis van

hetzij een taxatie door een beëdigd taxateur, dan wel een open en onvoorwaardelijke

bieding op de grond (competitie). De keuze voor een van beide methoden wordt situationeel

bepaald (de nota vermeldt niet op basis welke overwegingen gelden bij deze keuze);

tot een geschat bedrag van € 10.000 bepaalt het college het verkoopbedrag, zonder taxatie

of competitie;

de grondprijs voor diensten van algemeen economisch belang en instanties met een

maatschappelijk doel wordt op basis van taxatie vastgesteld.

Met het vaststellen van de nota Grondbeleid is een grotere mate van transparantie bij

grondtransacties ingebouwd. Dit kan als een borging tegen indirecte en verborgen subsidies

werken.

In dit rekenkameronderzoek zijn zes dossiers onderzocht op kenmerken van indirecte

subsidiëring. De bevindingen zijn als volgt:

Jaar transactie Grondtransactiedossier Is er sprake van indirecte subsidie?

2005 Verkoop terrein 3in1, project De Regentesse Niet te achterhalen

2005 Verkoop terrein Mayonna aan De Alliantie Niet te achterhalen

2007 Verkoop terrein aan Schuitema Geen indirecte subsidie

2008 Verkoop grond aan Boni Geen indirecte subsidie

2008 Verkoop grond Nautisch Kwartier Huizen Niet te achterhalen

2009 Verkoop grond Naardingerland aan De Alliantie Indirecte subsidie

Bij twee van de zes bestudeerde dossiers is geen sprake van een indirecte subsidie. Bij drie

dossiers is niet te achterhalen of sprake is van een niet marktconforme verkoopprijs:

Bij de verkoop in 2005 van het terrein 3in1, project De Regentesse, is de destijds gangbare

grondquotebenadering gehanteerd. Deze methodiek paste in het toenmalige grondbeleid uit

2001, maar is met de nieuwe nota Grondbeleid sinds eind 2007 niet meer toegestaan. De

gemeente stelt dat met de gehanteerde grondquote van 28% een acceptabele prijs werd

gerealiseerd. Het is niet meer te achterhalen of er, terugkijkend, sprake is van een

marktconforme verkoopprijs. Dit betekent dat ook niet inzichtelijk is of er sprake is van een

indirecte subsidie.

Bij de verkoop van het Mayonna-terrein aan Atrium/De Alliantie in 2005 heeft

politiek/bestuurlijk het volkshuisvestelijke belang geprevaleerd boven winstmaximalisatie en

om die reden is besloten om vanuit dit belang én het belang van een (minimaal)

kostendekkende grondopbrengst met Atrium in gesprek te gaan. Eerder was ambtelijk een

openbare aanbesteding voorgesteld. De commissie heeft een voorkeur uitgesproken voor

Atrium als enige partij ("voer daar de eerste gesprekken mee") en heeft uiteindelijk op basis

van die eerste gesprekken een gunning aan Atrium plaatsgevonden. Er was geen taxatie

(alleen een eigen berekening van de gemeente) en Atrium was de enige partij die

uitgenodigd is om een bod uit te brengen. Dat maakt dat het niet inzichtelijk is of het bod van

Atrium marktconform was. Daarmee is niet duidelijk of er al dan niet sprake was van een

indirecte subsidie. Deze benadering is met de nieuwe nota Grondbeleid niet meer

toegestaan.

Page 10: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 8

Bij het Nautisch Kwartier Huizen is sprake van een ingewikkelde en ondoorzichtige

transactie. Opmerkelijk is dat het verkoopbedrag van € 418.000 een stuk hoger ligt dan de

taxatie en de second opinion (door niet gecertificeerde taxateurs). Of er sprake was van een

indirecte subsidie is niet te bepalen. Deze transactie had onder de Grondnota uit 2007 niet

op deze wijze uitgevoerd kunnen worden, strikt genomen omdat de taxaties zijn verricht

door niet erkende taxateurs.

Er is één dossier aangetroffen waarbij sprake is van een niet-marktconforme verkoopprijs en

daarmee van een indirecte subsidie. Dat is de verkoop van het terrein Naardingerland aan De

Alliantie. In dit dossier is sprake van twee opeenvolgende taxaties door dezelfde makelaar: een

1e taxatie van € 440.000 en een 2

e taxatie van € 270.000 doordat op verzoek van de gemeente

uitgangspunten zijn gewijzigd. De makelaar heeft de berekening voor de 2e taxatie weliswaar

uitgevoerd, maar geeft aan dat de 1e taxatie de reële grondwaarde weergeeft. Het verschil

tussen de 1e taxatie en de 2

e taxatie, te weten € 170.000, is te zien als een indirecte subsidie

van de gemeente aan De Alliantie. Het is geen verborgen subsidie omdat de raad begin 2008 al

kennis heeft kunnen nemen van het collegebesluit van 29 januari 2008.Het college wijkt in dit

dossier weliswaar af van het gemeentelijk grondbeleid, maar de gemeente is voorafgaand aan

de overeenkomst transparant over het feit dat wordt afgeweken van het grondbeleid.

Samenvattend is het bij deze dossiers zo dat een strikte naleving van het nieuwe grondbeleid

de transparantie bevordert en duidelijker dan voorheen zicht geeft op marktconforme

verkoopprijzen.

B. Erfpacht

Bij erfpacht is een onderscheid te maken tussen enerzijds maatschappelijke organisaties en

sportverenigingen en anderzijds commerciële organisaties. Van beide groepen zijn dossiers

bestudeerd. Maatschappelijke organisaties en sportverenigingen betalen een symbolische

erfpacht. Dit is voor sportverenigingen bekrachtigd door het collegebesluit uit 2006 waarmee het

college besloot de erfpachtcanon voor sportverenigingen vast te stellen op € 0,11 per m2 met

een jaarlijkse inflatiecorrectie en met een minimum van € 100 per jaar. Het besluit zorgt er voor

dat de historische verschillen tussen de verenigingen TV Huizen, HLTC De Kuil en Skiclub

"Wolfskamer" op termijn verdwijnen. Met dit besluit stelde de gemeente een beleidskader vast

voor de berekening van erfpachtcanon voor sportverenigingen. Het is duidelijk dat de nieuwe

berekening niet leidt tot een marktconforme erfpacht. Dat is ook niet de insteek omdat "deze

erfpacht door de vereniging niet is op te brengen en ook voorbijgaat aan de waarde die de

gemeente Huizen hecht aan sport". Het besluit zorgt voor een uniforme berekening van erfpacht

voor sportverenigingen. Er is met betrekking tot erfpachtcanon voor sportverenigingen sprake

van indirecte subsidiëring. Er is geen sprake van verborgen subsidiëring; de raad is op de

hoogte.

Voor commerciële organisaties geldt dat zij een marktconforme erfpacht dienen te betalen. De

dossiers bevestigen dat de gemeente dit nastreeft. In een specifiek geval zoals bij Safety Lux

wil de gemeente vanuit het oogpunt van behoorlijk bestuur de erfpachtcanon bij

eigendomsoverdracht niet gelijk verhogen. Strikt genomen is daarbij dan sprake van een

verborgen subsidie omdat de raad niet op de hoogte is.

Page 11: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 9

In het geval van de discotheek aan Bestevaer 5 is met € 40 per jaar sprake van een niet-

marktconforme huur. De achtergrond is echter een vastgoedtransactie. De gemeente wilde de

initiatiefnemer tegemoet komen omdat de discotheek niet – zoals afgesproken – in het centrum

gevestigd kon worden. De gemeente was in beginsel bereid een alternatief stuk grond om niet

over te dragen om daar te discotheek te vestigen. Er is echter gekozen voor uitgifte in erfpacht.

Terugkijkend is de gemeente tevreden over de keuze voor erfpacht in plaats van overdracht van

het eigendom. Gezien de historie is deze niet-marktconforme erfpachtcanon niet los te zien van

andere afspraken. Het kan niet zonder meer worden gezien als een indirecte subsidie. Omdat

de raad vanaf het begin op de hoogte was, is er in ieder geval geen sprake van een verborgen

subsidie.

Resumerend gelden voor maatschappelijke organisaties en sportverenigingen niet-

marktconforme erfpachtcanons. Deze organisaties worden hiermee indirect gesubsidieerd. Voor

commerciële organisaties gelden in beginsel marktconforme canons zodat geen sprake is van

indirecte subsidiering.

C. Bijdrage servicekosten bibliotheek

In 2000 betrok de bibliotheek, op nadrukkelijk verzoek van de gemeente Huizen, een nieuwe

bibliotheekvestiging aan het Plein 2000. Het pand was destijds eigendom van een

projectontwikkelaar. Met betrekking tot de jaarlijkse (hoge) huur- en servicekosten werden

afspraken gemaakt tussen het gemeente- en bibliotheekbestuur, waarbij het gemeentebestuur

nadrukkelijk aangaf de hoge huisvestingslasten grotendeels voor haar rekening te willen nemen.

De gemeente Huizen ging in 1998 een huurcontract voor 20 jaar aan met de eigenaar van het

Graaf Wichmancomplex. Het bibliotheekbestuur ondertekende een huurcontract met de

hoofdhuurder, de gemeente Huizen. De gemeente is altijd voorstander geweest van een directe

relatie tussen verhuurder en bibliotheek. Zoals aangeduid is er nu geen directe relatie: de

gemeente huurt van de verhuurder en verhuurt door aan de bibliotheek. De bibliotheek vindt de

huidige constructie waarbij ze onderhuurder zijn, prima.

Vanaf het begin van de bouw en gedurende de eerste jaren na 2000 is er regelmatig discussie

geweest over de hoogte van de servicekosten. De rekenkamercommissie stelde al eerder een

onderzoek in naar de gang van zaken. Het daaruit volgende rekenkamerrapport6 schetst de

historie van de servicekosten voor de bibliotheek. Het contract inzake de servicekosten is in mei

2005 gesloten, 4,5 jaar na de opening in november 2000. In die periode is er discussie geweest

rond de servicekosten. De rekenkamercommissie stelde vast: "In het geval van het Graaf

Wichman-complex hadden problemen voorkomen kunnen worden door in een vroegtijdig

stadium afspraken vast te leggen omtrent de servicekosten. De afhandeling van de

servicekosten heeft een lange tijd in beslag genomen. Dit heeft geleid tot veel ergernis binnen

de gemeente Huizen. Daarnaast is er uiteindelijk een compromis gesloten, waarover niet

iedereen tevreden is" Bij de aanbevelingen beschrijft de rekenkamercommissie de volgende

reparatiemogelijkheid: "Er is in 2005 een contract gesloten inzake de servicekosten. Dit contract

is echter onduidelijk. Het is aan te bevelen om de afspraken opnieuw te bevestigen via een

duidelijk contract". Kortom, ook na het sluiten van het contract over de servicekosten is er nog

onduidelijkheid.

6 Rapportage Onderzoek Graaf Wichman-complex/Bibliotheek, rapport opgesteld door PRC in opdracht van de

rekenkamercommissie gemeente Huizen, 5 december 2006.

Page 12: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 10

De benoemde onduidelijkheden betreffen:

er bestaat geen duidelijk overzicht met de overeengekomen leveringen en diensten;

er wordt geen voorschotbedrag (per m2 bvo of vvo per jaar) genoemd;

in het algemeen geldt dat er onduidelijkheid bestaat over de verdeelsleutels die voor de

verschillende huurders gebruikt worden;

er ontbreekt nog een duidelijke indexeringsregeling.

Voor een compleet overzicht verwijzen we naar dit eerdere rekenkamerrapport.

Tot en met 2007 waren de servicekosten gelijkmatig c.q. was er geen grote stijging. Daarna was

er sprake van een duidelijke stijging. Deze stijging in de servicekosten voor de bibliotheek komt

door:

a. Uitschieters in het onderhoud. Er ontbreekt een meerjarig onderhoudsplan.

b. Een door de eigenaar veranderde verdeling van de onderhoudskosten onder de 10-12

gebruikers van het gebouw. Met de nieuwe verdeelsleutel moet de bibliotheek (c.q. de

gemeente) meer dan voorheen bijdragen aan het onderhoud. De gemeente ziet deze

nieuwe verdeelsleutel als onredelijk.

De gemeente heeft de (gestegen) servicekosten steeds betaald c.q. voorgeschoten voor de

bibliotheek. De bibliotheek heeft de servicekosten tot en met 2007 steeds aan de gemeente

betaald. Een verrekening van de afgelopen vier jaar moet nog plaatsvinden. Dit komt omdat de

servicekosten dermate gestegen zijn, dat er een flink gat in de begroting van de bibliotheek zou

ontstaan. De bibliotheek is ervan op de hoogte dat er nog een afrekening moet plaatsvinden; de

portefeuillehouder heeft met het bestuur van de bibliotheek afgesproken dat er een

eindafrekening van de servicekosten moet komen. Deze afspraak is niet formeel vastgelegd. In

het college is afgesproken dat de verdeelsleutel eerst door een onafhankelijk deskundige

getoetst moet worden. De insteek van de gemeente is dat er een inzichtelijke afrekening moet

komen. In (de toelichting op programma 5 van) de programmarekening is aangegeven dat er

met de bibliotheek nog een verrekening plaats moet vinden7. Hiermee is ook de raad op de

hoogte zodat er in ieder geval geen sprake is van een verborgen subsidie. Het geheel overziend

is duidelijk dat de bibliotheek niet de als onterecht hoog ervaren servicekosten zal willen

betalen. Niet duidelijk is waarom de betaling van de voorgeschoten servicekosten door de

bibliotheek helemaal is opgeschort. Maar, er vanuit gaande dat de gemeente nog een vordering

op de bibliotheek heeft openstaan, is er geen sprake van een indirecte subsidie8.

D. Gosepa

Sinds 1997 maakt Gosepa gebruik van een gebouw van de gemeente aan de Studiostraat.

Gosepa betaalde geen huur of gebruiksvergoeding voor het gebruik van dit pand. Er was

daarmee sprake van gederfde inkomsten voor de gemeente. Met andere woorden: er was een

indirecte subsidie. Dit gebouw aan de Studiostraat werd op verzoek van de gemeente gesloopt

om ruimte te maken voor zorgwoningen. De raad stelde daarop een krediet beschikbaar voor

realisatie van een nieuw gebouw voor de Molukse gemeenschap aan Gooierserf 122. Op

18 oktober 2002 ondertekenden de gemeente en de Dewan Wijk Huizen (= Molukse wijkraad)

een overeenkomst voor exclusief gebruiksrecht van dit nieuwe pand voor een periode van 25

jaar.

7 In de Programmarekening 2008 is hiervan een aanduiding aangetroffen. In de recente Programmarekening is dit niet

meer te herleiden.

8 Strikt genomen zou de rentederving wel als indirecte subsidie kunnen worden aangemerkt.

Page 13: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 11

Vanaf het moment dat het gebouw in 2003 in gebruik is genomen heeft de gemeente de kosten

voor gas, water, elektra, telefoonkosten en de inleenvergoeding voor de WIW-baan

(tot 31 december 2006) betaald.

Daarbij is het gebouw om niet ter beschikking gesteld en droeg de gemeente de

onderhoudskosten. Dit alles is te zien als een indirecte subsidie (naast de directe subsidie die

Gosepa ontving). De totale bijdrage aan Gosepa bedroeg in 2006 ruim € 117.000. Hiervan was

ruim € 100.000 te zien als indirecte subsidie9. De directe subsidiëring van Gosepa is in 2009 en

2010 afgebouwd. De gemeente stelde terecht in het raadsbesluit dat de exploitatiesubsidie niet

conform het begrip subsidiering in het Awb is. De exploitatiesubsidie is namelijk niet verstrekt

ten behoeve van activiteiten door de aanvrager. De gederfde huurinkomsten en de door te

gemeente gedragen onderhoudskosten zijn nog steeds te zien als indirecte subsidie.

E. Evenementenbeleid

De Kadernota Evenementenbeleid (hoofdstuk 5, pagina 12) benoemt duidelijk de bedragen die

voortkomen uit de praktische faciliteiten die de gemeente verleent bij evenementen zoals

Koninginnedag en Sinterklaas. Het gaat om een bedrag van in totaal € 41.000 voor

schoonmaak, dranghekken et cetera. Dit bedrag is in de begroting opgenomen. Deze opgave is

als zeer transparant te kenschetsen. Geconstateerd is daarbij dat deze een duidelijke relatie

heeft met de urenmatrix van de buitendienst. We zien dit bedrag als horend bij de kerntaak van

de gemeente en daarmee niet als indirecte subsidie.

Op aanvraag stelt de gemeente kosteloos materiaal van de gemeente beschikbaar, zoals

schrikhekken, verkeersborden et cetera. De organisator van het evenement dient zelf zorg te

dragen voor transport. Indien de gemeente het transport moet verzorgen, of andere

werkzaamheden moet verrichten, dan worden deze in rekening gebracht. In beginsel zou de

slijtage en de daaruit volgende extra afschrijving op het materieel te zien zijn als indirecte

subsidie. Hoewel niet precies in kaart gebracht, gaan we ervan uit dat deze bedragen te

verwaarlozen zijn.

In de Kadernota evenementenbeleid is vastgelegd dat de gemeente met ingang van 2010 geen

leges en precariorechten meer heft voor evenementen. De geschatte minderopbrengsten zijn

€ 8.000. Afhankelijk van de uitbreiding van evenementen zouden de gederfde inkomsten

kunnen oplopen en is in ieder geval niet meer duidelijk welke organisaties van deze indirecte

subsidiering profiteren. Het schrappen van deze heffing is enerzijds te zien als een vorm van

gemeentelijke ondersteuning. Anderzijds is ook te beargumenteren dat de gemeente met de

beleidskeuze om geen leges en precariorechten te heffen, de basissituatie fundamenteel

gewijzigd heeft. Het nieuwe basisuitgangspunt van de gemeente is dat organisatoren van

evenementen geen bedrag verschuldigd zijn aan de gemeente. Overigens kan gesteld worden

dat het niet meer innen van leges en precariorechten ook een effect heeft op het beperken van

de administratieve lasten voor burgers en organisaties, en daarnaast ook nog de inzet van

ambtelijke capaciteit beperkt.

9 Totale kosten € 117.098 -/- Begrote activiteitensubsidie € 16.640.

Page 14: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 12

F. Theater De Boerderij

Door een symbolische huur van € 100 te vragen wordt niet inzichtelijk gemaakt hoe hoog de

totale kosten zijn die voortkomen uit de instandhouding van theater De Boerderij. Daarmee

wordt de exploitant van De Boerderij, i.c. Spant! dus indirect gesubsidieerd. Zonder dat dit

gevolgen zou hebben voor de exploitant, had gekozen kunnen worden voor het in rekening

brengen van een marktconforme huurprijs terwijl tegelijkertijd de subsidie met hetzelfde bedrag

werd verhoogd. Per saldo zou dit geen wijziging in de gemeentebegroting betekenen, maar wel

meer transparantie in de kosten van de gemeentelijke voorzieningen.

In de dossiers is pas vanaf het seizoen 2008-2009 een lijst aanwezig met gebruikers die in

aanmerking kwamen voor het tarief niet-commercieel gebruik. Daarvóór ontbrak dat inzicht.

Daarmee ontbrak het zicht op de subsidiering (door middel van een lagere huur) van sociaal

culturele- en toneel- en muziekverenigingen en is er in deze periode sprake geweest van

indirecte subsidies.

In de beschikking is een nadere omschrijving van de toepasbaarheid van een niet-commercieel

tarief opgenomen. De tekst: "In het algemeen bedraagt het sociaal culturele tarief per activiteit

ca. 50% van het commerciële tarief" wekt de indruk dat er ook een andere tariefstelling mogelijk

is. Onduidelijk is of dat het geval is en hoe en voor wie dat dan toegepast wordt. Er zijn in de

beschikbare documentatie geen afspraken gevonden over prioritering tussen commerciële en

niet-commerciële activiteiten. Het is denkbaar dat daardoor vanuit een exploitatiebelang van

Spant! commerciële activiteiten de voorrang krijgen. Overigens zijn in het onderzoek geen

bewijzen voor deze laatste uitspraak aangetroffen. Resumerend is er bij de exploitatie van

theater De Boerderij sprake van indirecte subsidiëring.

G. Theater Graaf Wichman

Op 10 december 2004 besloot het college van B&W om het theater 40 avonden tegen

gereduceerd tarief open te stellen voor bibliotheek, kunst- en cultuurcafé, eenmalige niet-

commerciële evenementen en scholen. De beoordeling of betreffende activiteit paste binnen

doelstelling voor het gereduceerd tarief lag bij het theater De Graaf Wichman. Ruim vijf jaar

later, op 11 mei 2010, besloot het college om het contract met exploitant De Graaf Wichman

niet voort te zetten. De reden was dat de gemeente geen invloed had op welke organisaties

gebruik maken van het gereduceerde tarief. De exploitant had namelijk de afgelopen jaren niet

altijd verantwoording afgelegd over toewijzing. Dat betekent dat organisaties gesubsidieerd zijn

die misschien volgens de gemeente normaal gesproken niet voor subsidiering in aanmerking

gekomen zouden zijn. Omdat inzicht ontbreekt (door ontbreken opgave van exploitant) kan er

sprake geweest zijn van indirecte subsidiering.

H. Bijdrage schoolzwemmen

De gemeente Huizen heeft de exploitatie van Sportcentrum De Meent gegund aan Optisport

BV. In een overeenkomst tussen gemeente en exploitant is vastgelegd dat de laatste zorg

draagt voor organisatie van het schoolzwemmen voor de basisscholen. Om de exploitatie van

De Meent sluitend te maken betaalt de gemeente jaarlijks voor het schoolzwemmen een

huurbijdrage aan Optisport (in 2010 € 176.000). Deze bijdrage komt ten goede aan de

exploitatie van het sportcentrum. Er is geen inzicht in de werkelijke kosten van het

schoolzwemmen. Het is onduidelijk of de gemeentelijke huurbijdrage de totale kosten van het

schoolzwemmen dekt of dat deze bijdrage misschien hoger is dan de kosten maar dient om een

mogelijke tekort op de totale exploitatie van het sportcentrum te voorkomen. In dat laatste geval

is er sprake van indirecte subsidiering van de exploitant van het sportcentrum.

Page 15: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 13

Omdat de gemeente bewust geen bijdrage van scholen of ouders vraagt voor het

schoolzwemmen, is er sprake van een bewust gekozen indirecte subsidiering van het

schoolzwemmen.

I. Verhuur

De gemeente verhuurde tot 2008 het Dienstencentrum op basis van een huurcontract aan de

Stichting Gebruikers Dienstencentrum (SGD). Het is bijzonder dat de bestaande transparante

subsidierelatie en huurrelatie met SGD wordt 'ingeruild' voor een gebruiksovereenkomst. Dit

mede in relatie met het gemeentelijk beleid om in het kader van alle vormen van gemeentelijke

ondersteuning iedere gemeentelijke bijdrage transparant te presenteren. Daarnaast is een

gebruiksovereenkomst minder geschikt om harde afspraken te maken over het gebruik van een

gebouw en de daarin te organiseren activiteiten in vergelijking met een subsidiebeschikking. Er

is hier derhalve sprake van een indirecte subsidiering van SGD. Doordat de raad via een

begrotingswijziging van deze situatie op de hoogte is gesteld is er geen sprake van verborgen

subsidiering.

De voormalige school aan de Kotter 25 en een woning aan de Schokker (nr. 2) zijn door de

gemeente aan respectievelijk 2 instellingen en een particulier, om niet ter beschikking gesteld.

Hoewel het doel van dit besluit, het voorkomen van het ontstaan van huurrechten i.v.m. de

toekomstige herontwikkeling van het gebied, als volstrekt legitiem gezien kan worden is er in

deze situaties wel sprake van indirecte subsidiering. Zowel de beide instellingen als de

particuliere gebruiker betalen geen huur en worden daardoor indirect financieel ondersteund.

Hoewel de raad over deze situaties niet actief geïnformeerd is (verhuur van gemeentelijk

eigendom is een bevoegdheid van het college) zijn alle relevante stukken transparant en in de

dossiers terug te vinden. Er is derhalve geen sprake van verborgen subsidiering.

3.3 Onderzoeksvragen en normen De voorgaande paragraaf bevatte een aantal casebeschrijvingen. Per casus is aangegeven of

er sprake is van een indirecte subsidie. In deze paragraaf gaan we in op de specifieke

onderzoeksvragen en toetsen we de bevindingen aan het normenkader.

Vraag 1. Welke bedragen zijn gemoeid met indirecte/verborgen subsidies, per geval en op

jaarbasis?

Er is geen inzicht in indirecte subsidiebedragen per indirecte subsidie-ontvanger per jaar. De

toenmalige wethouder heeft, bij de bespreking van de nota Vormen van gemeentelijke

ondersteuning, op een dergelijk verzoek van een raadslid geantwoord dat een dergelijk

overzicht niet mogelijk is, omdat dat zeer veel uitzoekwerk vergt. Dit rekenkameronderzoek kan

slechts een indicatie geven op basis van de onderzochte dossiers.

Page 16: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 14

Thema/case Indicatie10

jaarlijkse indirecte subsidie in bestudeerde dossiers

A. Grondtransacties Afhankelijk van transacties

B. Erfpacht Verschil marktconforme vs. werkelijke canon

C. Bijdrage servicekosten bibliotheek n.v.t.

D. Gosepa € 100.000

E. Evenementenbeleid n.v.t.

F. Theater De Boerderij Prijssubsidie + verschil marktconforme vs. werkelijke huur (€ 100)

G. Theater Graaf Wichman Prijssubsidie

H. Bijdrage schoolzwemmen € 176.000

I. Verhuur € 80.000 (Brassershoeve)

Sportaccommodaties € 945.000

Het is aannemelijk dat de totale omvang van indirecte subsidiëring beduidend boven € 1 mln.

per jaar ligt11

. Specifieke gevallen, zoals in geval van niet marktconforme grondtransacties,

hebben een aanzienlijke impact.

Norm 1a. Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te komen. Omdat bij verborgen

subsidies de doelen, verantwoording en besluitvorming niet zijn vastgelegd, is deze

wijze van subsidiëring onwenselijk.

Norm 1b. De indirecte subsidieverstrekking moet inzichtelijk zijn, dat wil zeggen dat de raad

inzicht moet (kunnen) hebben in subsidiebedragen per subsidie-ontvanger per jaar.

Verborgen subsidieverstrekking in de zin dat bewust informatie over gevallen van indirecte

subsidies wordt achtergehouden, is niet aangetroffen. Wel is er sprake van indirecte

subsidiëring waarbij sommige aspecten onbekend of "verborgen" zijn c.q. waarbij de omvang

onduidelijk is. Zo komt het voor dat onbekend is welke organisaties profiteren van de indirecte

subsidie, zoals bij de prijssubsidies aan theater De Graaf Wichman en theater De Boerderij.

Actieve of passieve informatieverstrekking aan de raad ontbreekt. Bij grondtransacties speelt

marktgevoelige informatie een rol. Er is soms sprake van een periode waarin de raad nog niet

op de hoogte is. In die fase kan er sprake zijn van een indirecte subsidie die – tot aan melding

aan de raad – ook te kenmerken is als verborgen subsidie. De algemene indruk na bestudering

van de dossiers is dat de raad in beginsel op de hoogte is van de gevallen van indirecte

subsidiëring. Uit het onderzoek blijken geen "verborgen" subsidies.

Iets anders is de inzichtelijkheid en transparantie van de indirecte subsidieverlening. Dit

verschilt van geval tot geval. Rond de sportaccommodaties is sprake van behoorlijk inzicht in

bedragen en begunstigden. Ook bij Gosepa, de Brassershoeve is er redelijk inzicht. In

meerdere gevallen is de omvang van de indirecte subsidie "verborgen". Rond erfpacht is bij alle

gevallen waarin sprake is van een symbolische erfpachtcanon, geen enkel inzicht in wat een

marktconform canonbedrag is. De omvang van de inkomstenderving en daarmee van de

indirecte subsidie ontbreekt. Bij diverse grondtransacties wordt, na een complexe residuele

grondwaardeberekening, onder aan de streep de waarde van de gemeentelijke grond

aangeduid.

10 De bedragen in de tabel zijn slechts te zien als indicatie. Ze hebben betrekking op verschillende jaren en zijn daarom niet

zonder meer op te tellen.

11 Een meer precieze aanduiding van de indirecte subsidiëring vraagt een inspanning, van zowel de ambtelijke organisatie

als de rekenkamercommissie, die op dit moment niet bij de diepgang van dit rekenkameronderzoek past.

Page 17: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 15

Zodra de residuele grondwaardebenadering wordt gehanteerd, wordt de transparantie beperkt

door de vele variabelen die bepalend zijn voor de verkoopprijs. Vanuit het oogpunt van

transparantie heeft het gebruik van de residuele grondwaardebenadering niet de voorkeur12

.

Beter is een taxatie van de marktwaarde of een onvoorwaardelijke bieding.

Vraag 2. Welke vormen van indirecte en verborgen subsidieverstrekking komen voor?

De volgende vormen van indirecte subsidieverstrekking zijn aangetroffen:

uitgifte van gronden onder de marktprijs;

niet marktconforme erfpachtcanon;

niet marktconforme huur voor gebruik van gemeentelijke panden of voorziening;

de gemeente betaalt onderhouds- en exploitatiekosten voor gebruiker van een gemeentelijk

pand;

prijssubsidie voor (niet-commercieel) gebruik van een theater;

een bijdrage van de gemeente aan het realiseren van schoolzwemmen buiten de reguliere

subsidieverstrekking om.

Norm 2a Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te komen.

Norm 2b. Indirecte subsidiëring kan voorkomen mits voldaan is aan de overige normen in dit

normenkader.

Zoals bovenstaand aangeduid bij norm 1 zijn echt verborgen subsidies niet aangetroffen in dit

onderzoek. Indirecte subsidieverstrekking komt veelvuldig voor. Daarbij ontbreekt het in

meerdere gevallen aan de nodige transparantie en inzichtelijkheid.

Vraag 3. Betreft het dan incidenten of is er sprake van een systematiek?

De inzet van indirecte subsidies is binnen de gemeente gangbaar, overigens net als in andere

gemeenten. Het zijn geen incidenten, maar het is een van de instrumenten die de gemeente

inzet om organisaties te ondersteunen die bijdragen aan het realiseren van gemeentelijke

doelen. De nota Vormen van gemeentelijke ondersteuning onderstreept dat er sprake is van

een systematiek.

Norm 3. De keuze voor het verstrekken van indirecte/verborgen subsidies wordt consequent

binnen de gemeente toegepast en er is geen sprake van willekeur.

Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld, anders is er sprake van willekeur. Een

voorbeeld van gelijke behandeling van gelijke gevallen betreft de symbolische erfpachtcanon

voor sportverenigingen. Met het collegebesluit van 26 september 2006 zette het college in op

het geleidelijk aan gelijktrekken van de erfpacht op € 0,11 per m2 zodat de historische

verschillen tussen verenigingen verdwijnen. Ook de tariefstructuur en behandeling van

investeringen voor sportverenigingen duidt op het streven van de gemeente naar gelijke

behandeling van gelijke gevallen.

12 De residuele grondwaarde wordt ook na vaststelling van de grondnota in 2007 nog gebruikt. Het verschil met de praktijk

van voor 2007 is dat het niet een berekening door de gemeente zelf mag zijn, maar een berekening door een

gecertificeerde taxateur.

Page 18: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 16

Het issue zit in de bepaling of er sprake is van gelijke gevallen. Gosepa en de Brassershoeve

(voorheen Stichting Gebruikers Dienstencentrum) genieten bijvoorbeeld elk voordelen omdat de

gemeente, buiten de reguliere subsidieverstrekking om, een pand ter beschikking stelt en de

exploitatiekosten voor zijn rekening neemt. Voor Gosepa heeft dit zijn oorsprong in een

historische morele verplichting, bij de Brassershoeve gaat het de gemeente uitsluitend om het

behoud van het rijksmonument en om dat optimaal te waarborgen wil de gemeente zelf het

eigendom behouden. De argumentatie duidt erop dat de gemeente het gebruik van de

gemeentelijke panden door deze twee stichtingen als specifieke gevallen ziet. Andere

stichtingen met een bepaald maatschappelijk doel zullen waarschijnlijk geen beroep kunnen

doen op gebruik van een gemeentelijk pand om niet.

Resumerend is duidelijk dat de gemeente op bepaalde vlakken streeft naar uniformering van de

inzet van indirecte subsidies. Het instrument van indirecte subsidiëring laat echter ook ruimte

om bepaalde organisaties extra te ondersteunen: specifieke gevallen ontvangen specifieke

ondersteuning. Indien dit transparant gebeurt en daarmee de raad op de hoogte kan zijn, wordt

daarmee recht gedaan aan de positie van de gemeenteraad als controlerend orgaan. De raad

kan immers de indirecte subsidie aan de orde stellen en, indien gewenst, (laten) beëindigen.

Vraag 4. Welke vorm van besluitvorming ligt ten grondslag aan de verstrekking van de

verborgen of indirecte subsidie?

De besluitvorming over indirecte subsidies is conform de bevoegdheden van college en

gemeenteraad. Het college beslist over uitvoeringskwesties binnen het mandaat van het

college. Een te nemen besluit wordt aan de raad voorgelegd als het een kaderstellend

document betreft of als er sprake is van afwijking van het beleid.

Norm 4a. Er is sprake van ambtelijke besluitvorming.

Norm 4b Het verstrekken van de indirecte/verborgen subsidies is een bewuste keuze van het

college van B&W geweest.

Norm 4c. In de subsidieverstrekking worden verbindingen gelegd tussen de verstrekte subsidie

en de gemeentelijke beleidsdoelen.

Norm 4d. De raad is op de hoogte gebracht over deze keuze.

In de praktijk is er sprake van ambtelijke besluitvorming in de voorbereiding op

collegebesluitvorming. In de dossiers zijn geen afwijkingen daarop aangetroffen. Er is geen

onduidelijkheid over wanneer er sprake is van een indirecte subsidie. Wel worden andere

termen gehanteerd (vorm van gemeentelijke ondersteuning). Het verstrekken van een indirecte

subsidie is in bijna alle gevallen een bewuste keuze, zij het dat de afweging en keuze soms in

een ver verleden gemaakt is. In enkele gevallen is een indirecte subsidie niet zozeer een

bewuste keuze als wel het gevolg van eerdere overeenkomsten (bijvoorbeeld erfpacht

discotheek, Gosepa). In lang niet alle gevallen maakt het college de verbinding met

gemeentelijke beleidsdoelen expliciet. Wel is er veelal sprake van een impliciet verband met

een gemeentelijk beleidsdoel (bijvoorbeeld schoolzwemmen). Zoals bij norm 1 al aangegeven is

de algemene indruk na bestudering van de dossiers dat de raad in beginsel op de hoogte is van

de gevallen van indirecte subsidiëring. Er lijken voor zover bekend, geen echt "verborgen"

subsidies te zijn.

Page 19: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 17

Vraag 5. In welke mate zijn de indirecte en verborgen subsidies effectief ?

De gemeente beschouwt het inzetten van een indirecte subsidie als een effectief instrument.

Voor het bepalen van de doeltreffendheid moet het doel duidelijk zijn. Idealiter zijn er ook

prestatie-indicatoren gedefinieerd. De doelbeschrijving ontbreekt echter in veel gevallen.

Bijvoorbeeld omdat het doel voor de hand ligt en mede daardoor niet expliciet wordt benoemd

(schoolzwemmen, niet marktconforme erfpacht voor sportverenigingen).

Norm 5a. Het beoogde doel en resultaat van de verstrekte indirecte subsidie is helder en

meetbaar vastgelegd in termen van het maatschappelijke effecten.

Norm 5b. De voorwaarden voor de subsidietoekenning zijn helder en meetbaar vastgelegd en

ook voor de subsidieontvanger duidelijk.

Norm 5c. De indirecte of verborgen subsidie is doeltreffend.

Doel en beoogd resultaat van indirecte subsidies zijn slechts in enkele gevallen expliciet

vastgelegd in termen van maatschappelijke effecten. Het beoogde maatschappelijk effect blijft

veelal impliciet (indirecte subsidiëring van schoolzwemmen is belangrijk omdat …, prijssubsidies

bij theaters zijn nodig want …). Dit in tegenstelling tot directe subsidies waar in het algemeen en

ook in Huizen in toenemende mate de nadruk ligt op maatschappelijke relevantie. De Huizense

subsidieverordening stelt: "Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient de instelling

activiteiten te organiseren/prestaties te realiseren voor of voorzieningen tot stand te brengen of

in stand te houden die in het belang zijn voor de gehele of een deel van de plaatselijke

gemeenschap". Dit wordt verder aanscherpt met een aantal voorwaarden. Daarbij moet de

subsidiebeschikking in elk geval vermelden voor welke activiteiten en prestaties subsidie wordt

verleend. Een dergelijk stelsel van voorwaarden ontbreekt voor indirecte subsidies.

De doeltreffendheid van indirecte subsidies wordt a priori aangenomen, maar niet getoetst. In

de cases die in dit onderzoek aan de orde zijn geweest, is in de meeste gevallen aannemelijk

dat de subsidies bijdragen aan een maatschappelijk doel. Hoe groot die bijdrage is, en of de

bijdrage essentieel is, blijft onbenoemd. Uit de dossiers en uit de gesprekken is geen informatie

gekomen over het toetsen van de vraag "stopt deze activiteit als we de indirecte subsidie

beëindigen?".

Vraag 6. Op welk niveau (ambtelijk of bestuurlijk) zijn ze dan effectief?

Het instrument indirecte subsidie vergroot het palet aan gemeentelijke ondersteuningsvormen.

Het is een instrument dat niet aan expliciete voorwaarden hoeft te voldoen, niet gekoppeld is

aan te leveren prestaties en niet periodiek wordt herzien. Procesmatig is het daardoor op

ambtelijk niveau een eenvoudig in te zetten instrument. Voorwaarde is wel dat de indirecte

subsidie bijdraagt aan een gemeentelijk doel. Als daaraan is voldaan, dan biedt de indirecte

subsidie speelruimte om op bestuurlijk niveau zaken te realiseren die binnen het stramien van

een subsidie wellicht lastiger te realiseren zouden zijn. In die zin kunnen indirecte subsidies op

ambtelijk niveau, maar zeker op bestuurlijk niveau effectief zijn.

Page 20: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 18

Norm 6. De verborgen/indirecte subsidies zijn ambtelijk en bestuurlijk effectief, dat wil zeggen:

ze dragen in voldoende mate bij aan de realisatie van gemeentelijk beleid.

Indirecte subsidies bieden college en raad extra mogelijkheden om bij te dragen aan

gemeentelijke doelen. Of het in voldoende mate bijdraagt aan de realisatie van gemeentelijk

beleid, wordt niet gemeten en is daarmee niet bekend.

Vraag 7. Wordt periodiek geëvalueerd of de argumenten voor het verstrekken van de indirecte

subsidie nog van kracht zijn?

Een systematische periodieke evaluatie van de indirecte subsidie ontbreekt. Voor eenmalige

indirecte subsidies is een evaluatie sowieso niet aan de orde. Maar ook bij jaarlijks

terugkerende indirecte subsidies komen evaluaties niet systematisch voor. Eerder is het

tegenovergestelde het geval: na besluitvorming over een indirecte subsidie vindt in beginsel

geen expliciete periodieke evaluatie plaats. Denk bijvoorbeeld aan het schoolzwemmen. De

besluitvorming komt op degelijke wijze tot stand en dat lijkt een rechtvaardiging om het besluit

niet meer ter discussie te stellen.

Norm 7a. Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie wordt geëvalueerd en beoordeeld

op zijn bijdrage aan de beoogde doelstellingen (maatschappelijke effecten) van het

gemeentelijk beleid.

Norm 7b. De gemeente gebruikt de uitkomsten van evaluaties voor het maken van nieuwe

afspraken over de subsidieverlening.

Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie wordt niet systematisch gemeten of

geëvalueerd. Daarmee ontbreekt een beoordeling op zijn bijdrage aan de beoogde

doelstellingen (maatschappelijke effecten) van het gemeentelijk beleid. Er zijn uitzonderingen

die de regel bevestigen, zoals bijvoorbeeld de evaluatie van Gosepa in 2007. In dat specifieke

geval gebruikte de gemeente de uitkomsten van de evaluatie voor het maken van nieuwe

afspraken over de subsidieverlening. Veel andere gevallen bevestigen het beeld dat het

ontbreken van een periodieke evaluatie juist kenmerkend is voor indirecte subsidiëring.

Page 21: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 19

4 Conclusies

De centrale vraag van de rekenkamercommissie luidde: Zijn door de gemeente Huizen in de

periode 2005 tot en met 2009 verborgen of indirecte subsidies beschikbaar gesteld, en zo ja

welke? De conclusies en aanbevelingen luiden als volgt:

Conclusie 1

De gemeente zet het instrument van indirecte subsidies veelvuldig en structureel in. De

transparantie laat in veel gevallen te wensen over.

Het rekenkameronderzoek toont aan dat indirecte subsidieverstrekking structureel plaatsvindt in

Huizen. Het gaat om niet-marktconforme grondtransacties, niet-marktconforme erfpacht, het om

niet, of tegen een niet kostendekkende huurprijs in gebruik geven van gebouwen en om

prijssubsidies. Dat is binnen college, raad en de gemeentelijke organisatie ook bekend.

Meerdere beleidsnota’s13

vormen een kader voor het systeem van indirecte subsidiëring . Ze

geven inzicht in de systematiek en zorgen door checklists en richtlijnen voor borging.

Het is aannemelijk dat de totale omvang van indirecte subsidiëring beduidend boven € 1 mln.

per jaar ligt. Exact inzicht ontbreekt, met name omdat de inkomstenderving uit niet-

marktconforme grondverkoopprijzen, erfpachten en huurtarieven niet bekend is. De

transparantie laat in veel gevallen te wensen over, omdat niet alle onderliggende gegevens

bekend zijn. In meerdere gevallen en zeker bij grondtransacties is er sprake van complexe

berekeningen die een heldere afweging moeilijk maken. In deze complexe berekeningen

worden meerdere positieve en negatieve waarden gesaldeerd en onder aan de streep is er

financieel een positief netto-effect voor de gemeente. Door dit positieve netto-effect is de vraag

naar hoe groot de bruto bijdrage van de gemeente is, niet meer vanzelfsprekend.

Conclusie 2

Verborgen subsidieverstrekking is niet aangetroffen.

Verborgen subsidieverstrekking in de zin dat bewust informatie over gevallen van indirecte

subsidies wordt achtergehouden, is niet aangetroffen. Wel is er sprake van indirecte

subsidiëring waarbij de precieze omvang onbekend of "verborgen" is of waarbij niet exact

duidelijk is welke partijen in welke mate profijt hebben van een vorm van gemeentelijke

ondersteuning.

Conclusie 3

De besluitvorming over indirecte subsidies is in lijn met de bevoegdheden van college en

gemeenteraad.

Het college beslist over uitvoeringskwesties binnen het door de gemeenteraad gegeven

mandaat. Een te nemen besluit wordt aan de raad voorgelegd als het een kaderstellend

document betreft of als er sprake is van afwijking van het beleid. Het verstrekken van een

indirecte subsidie is in bijna alle gevallen een bewuste keuze, zij het dat de afweging en keuze

soms in een ver verleden gemaakt is. In enkele gevallen is een indirecte subsidie niet zozeer

een bewuste keuze als wel het gevolg van eerdere overeenkomsten.

13 Denk bijvoorbeeld aan de nota Vormen van gemeentelijke ondersteuning, nota Sportbeleid, nota Grondbeleid, nota

Erfpacht sportverenigingen en de nota Evenementenbeleid.

Page 22: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 20

Conclusie 4

Het doel en het beoogd resultaat van indirecte subsidies is veelal niet precies duidelijk.

In lang niet alle gevallen maakt het college de verbinding met gemeentelijke beleidsdoelen

expliciet. Het lijkt erop dat het beoogde maatschappelijk effect bekend wordt verondersteld.

Doelbeschrijvingen of prestatie-indicatoren ontbreken vaak.

Conclusie 5

De effectiviteit van indirecte subsidies wordt niet gemeten en is daardoor niet duidelijk.

Het instrument van indirecte subsidiëring laat ruimte om bepaalde organisaties extra te

ondersteunen: specifieke gevallen ontvangen specifieke ondersteuning. Een indirecte subsidie

biedt speelruimte om zaken te realiseren die binnen het stramien van een subsidie wellicht

lastiger te realiseren zouden zijn. In die zin kunnen indirecte subsidies op ambtelijk niveau,

maar zeker op bestuurlijk niveau effectief zijn. De doeltreffendheid in termen van

maatschappelijke effecten wordt a priori aangenomen, maar niet getoetst. In de cases die in dit

onderzoek aan de orde zijn geweest, is in de meeste gevallen aannemelijk dat de subsidies

bijdragen aan een maatschappelijk doel. Hoe groot die bijdrage is, en of de bijdrage essentieel

is, blijft onbenoemd.

Conclusie 6

Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie wordt niet systematisch gemeten of

geëvalueerd.

Er is geen periodieke evaluatie of de argumenten voor het verstrekken van de indirecte subsidie

nog van kracht zijn. Voor eenmalige indirecte subsidies is een evaluatie sowieso niet aan de

orde. Maar ook bij jaarlijks terugkerende indirecte subsidies komen evaluaties niet systematisch

voor. Eerder is het tegenovergestelde het geval: na besluitvorming over een indirecte subsidie

vindt in beginsel geen expliciete periodieke evaluatie plaats.

Page 23: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 1

Bijlage 1

Geraadpleegde personen De heer H. van Andel – Teamleider team Beleids(ondersteuning) Onderwijs & Vrije Tijd.

De heer H. de Bruijn – Teamleider Financiën.

Mevrouw J. Bakker – Wethouder met portefeuille Financiële en financieel-economische

zaken, Belastingen en verzekeringen, Comptabiliteit en financieel beheer, Grondzaken,

eigendommen en bedrijven, Volksgezondheid en maatschappelijke dienstverlening

(invoering Wmo) Wonen, welzijn en zorg voor ouderen, Sport, recreatie en toerisme, en

Dierenwelzijnsbeleid.

De heer L. Detering – ROW, afdeling omgeving, team beleid.

Mevrouw R. Hunneman – Beleidsmedewerker Maatschappelijke Zaken, verantwoordelijk

voor dossier Gosepa.

De heer G. Klompmaker – Hoofd Economische Ontwikkeling, Bedrijfsvoering en Wonen.

De heer R. van Noord - Beleidsmedewerker Grondzaken en economische voorzieningen.

De heer P. Posthuma – Teamleider Wijkbeheer & Service.

Mevrouw L. Schoppen – beleidsmedewerker Maatschappelijke Zaken, verantwoordelijk voor

dossier schoolzwemmen.

De heer B. Visser – Hoofd Financiën.

Page 24: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 1

Bijlage 2

Geraadpleegde dossiers A. Grondtransacties

B. Erfpacht

C. Bijdrage servicekosten bibliotheek

D. Gosepa

E. Evenementenbeleid

F. Theater De Boerderij

G. Theater Graaf Wichman

H. Bijdrage schoolzwemmen

I. Verhuur

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

A. GROND-TRANSACTIES

000507 Grondbeleid algemeen

KplusV:

Tot en met 2007 bepaalde de gemeente de grondwaarde op

basis van ofwel een grondquotebenadering, ofwel de residuele

grondwaardeberekening, ofwel taxatie, ofwel competitie. Daarbij

kon in geval van taxatie een taxateur ook zelfstandig kiezen voor

een grondquotebenadering of residuele grondwaardeberekening.

De grondprijs die bepaald is op basis van deze twee

berekeningswijzen, kon lager liggen dan de marktprijs van de

grond. Het bracht daarmee het risico van staatssteun met zich

mee. Het kon betekenen dat er sprake was van een

grondsubsidie; een vorm van gemeentelijke ondersteuning die te

kenmerken is als indirecte subsidiëring.

Page 25: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 2

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

18 september

2007

Collegebesluit Het college stemt in met de nota Grondbeleid en legt deze voor

ter vaststelling voor aan de raad. In de nota Grondbeleid wordt

verwezen naar de gemeentelijke nota Vormen van gemeentelijke

ondersteuning (zie blz. 27). De belangrijkste besluiten in de nota

Grondbeleid met het oog op indirecte subsidiering zijn

(samengevat):

1) Boven een geschatte grondwaarde van € 10.000 gebeurt de

grondverkoop op basis van hetzij een taxatie door een

beëdigd taxateur, dan wel een open en onvoorwaardelijke

bieding op de grond (competitie). De keuze voor een van

beide methoden wordt situationeel bepaald (de nota vermeldt

niet welke overwegingen gelden bij deze keuze).

2) Tot een geschat bedrag van € 10.000 bepaalt het college het

verkoopbedrag, zonder taxatie of competitie.

3) Als de verkoopprijs voor meer dan 75% bestaat uit kosten

voor bouw- en woonrijpmaken dan dient het college een

besluit te nemen of de meerkosten al dan niet worden

doorberekend aan de koper.

4) De grondprijs voor diensten van algemeen economisch

belang en instanties met een maatschappelijk doel wordt

vastgesteld op € 100,- per m2. Bij opheffing of ontbinding van

de instantie moet de grond tegen dit nominale tarief weer aan

de gemeente worden aangeboden.

5) Of er sprake is van een dienst van algemeen economisch

belang of instantie met een maatschappelijk doel wordt

vastgesteld door het college.

6) Voor de verkoop van snippergroen zijn de prijzen door een

makelaar vastgesteld (met correctiefactoren) en het college

stelt de nota "reguliere aanpassing verkoopprijzen openbaar

groen" definitief vast.

6 december 2007 Raadsbesluit De raad stelt de nota Grondbeleid vast. Wel wordt

bovengenoemd punt 4 gewijzigd en wordt besloten dat ook bij

een dienst van algemeen economisch belang of instantie met

een maatschappelijk doel op basis van taxatie de m2-prijs wordt

bepaald.

KplusV:

Met ingang van 6 december 2007 is het met dit besluit zo dat

voor elke grondprijstransactie boven € 10.000 er een duidelijke

grondslag is voor de grondwaarde: een prijs op basis van taxatie

of een onvoorwaardelijk bieding.

090012 Verkoop Boni

18 maart 2008 Collegebesluit Het college stemt in met de voorwaarden voor verkoop grond

aan de Boni.

Page 26: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 3

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

29 augustus 2008 Collegebesluit Het college besluit de grond te verkopen:

De grondprijs is € 687/m2. De basis hiervoor is een taxatie

door Castanea van 1 mei 2005 van € 665/m2. Dit bedrag is

voor de jaren 2006 en 2007 opgehoogd met elk 0,6% en

vervolgens conform de indexering van de OZB voor 2008

met 2,1%.

De gemeente besluit de helft van de kosten van een aan te

leggen trap/kunstwerk voor zijn rekening te nemen. Dit

betekent € 85.000/2= € 42.500.

KplusV:

Weliswaar baseert de gemeente zich op een taxatie, maar deze

taxatie is drie jaar oud. De taxatie is niet in het dossier

aangetroffen en kan daardoor ook niet worden gecontroleerd. Uit

het gesprek met de gemeente blijkt dat de taxatie in opdracht

van de gemeente is uitgevoerd door een geregistreerde

makelaar/taxateur. De grondslag van de indexering door de

gemeente met 0,6%, 0,6% en 2,1% is de gemeentelijke

indexering van de OZB. Dit is een duidelijke en begrijpelijke

keuze.

Uit het dossier blijkt overigens wel dat de gemeente met Boni

een discussie heeft gevoerd over de indexering: Boni wilde

aanvankelijk geen indexering van de grondprijs. Ook was er

discussie over de door de gemeente voorgestelde bijdrage van

50% aan de trap/kunstwerk. De gemeente geeft hierover aan dat

de gemeente in beginsel 100% van deze kosten zou moeten

dragen, omdat het een aanpassing in de openbare ruimte betreft.

Omdat Boni profiteert van het kunstwerk is door beide partijen in

de onderhandeling overeengekomen dat Boni 50% van de

kosten bijdraagt. De centrale constatering in dit dossier is dat de

gemeente een marktconforme grondprijs ontvangt. Daarmee is

geen sprake van een indirecte subsidie.

060249 Verkoop terrein Mayonna aan De Alliantie

20 april 2004

(= datum stuk)

Collegebesluit In de nota van 20 april 2004 nr. 04.005169 is ambtelijk

voorgesteld de Mayonnagronden met woningen te bebouwen

i.p.v bedrijven en in te stemmen met een uitgifte bij openbare

inschrijving en te gunnen aan de hoogste inschrijver met het

kwalitatief beste plan. Het college heeft op 23 april 2004 in

principe overeenkomstig dit voorstel besloten, waarbij het college

zich realiseert dat de eventuele inzet van ISV-middelen t.b.v. een

ander woningbouwsegment kan nopen tot een andere

procedure.

KplusV

Het college besluit in te stemmen met het principe dat een

uitgifte zal plaatsvinden bij openbare inschrijving en gunning aan

de hoogste bieder, dit laatste in combinatie met het kwalitatief

beste plan. In een latere fase wordt afgezien van openbare

inschrijving.

11 mei 2004 Commissie ROW Na behandeling in de commissie ROW (11 mei 2004) stemde de

commissie in meerderheid in met de keuze voor woningbouw.

Conform de door de commissie geuite wens diende eerst met

Atrium (Alliantie) te worden overlegd over de door deze

corporatie, mede met het oog op het volkshuisvestingsbelang,

haalbaar geachte opties voor de planopzet.

Page 27: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 4

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

24 juni 2004

(=datum stuk)

Collegebesluit In een collegebesluit eind juni 2004 over een strook grond op

een terrein naast het Mayonnaterrein, is aangeduid dat het

college besloten heeft om het Mayonnaterrein in te vullen met

woningen. Er is op dat moment nog geen sprake van een

vastgestelde verkaveling (uitsluitend een model) en is er ook

geen sprake van een vastgestelde m2-prijs of kavelprijs.

Waarschijnlijk wordt er gekozen voor een opzet waarbij

ontwikkelaars de mogelijkheid krijgen een bod op het terrein uit

te brengen en waarbij het terrein wordt gegund aan de hoogste

bieder. Maar ook andere vormen zijn nog denkbaar. Bij deze

nota heeft het college ingestemd met de bij die nota gevoegde

randvoorwaarden op basis waarvan het – conform wens van de

commissie - in overleg met Atrium uit te voeren

haalbaarheidsonderzoek plaats kan vinden.

KplusV:

In deze fase spreekt de gemeente over (meerdere)

ontwikkelaars die in de gelegenheid worden gesteld een bod uit

te brengen. Later blijkt dat Alliantie de enige partij was die

opteerde voor ontwikkeling van het Mayonnaterrein.

12 april 2005 Fax directeur Atrium/De

Alliantie

In deze fax spreekt de directeur over overeenstemming over een

grondprijs van € 3,5 mln voor het Mayonna-terrein.

15 april 2005 Nota Op basis van de nota van 15 april 2005 met nr. 05.006301 heeft

het college geconstateerd dat Atrium er met de gepresenteerde

haalbaarheidsstudie in geslaagd was om binnen de

randvoorwaarden, en in het bijzonder waar het om het

volkshuisvestelijke aspect gaat, een aanvaardbaar plan te

maken. Op basis van deze nota is besloten de ontwikkeling van

het Mayonnaterrein in principe te gunnen aan Atrium.

14 april 2005 Exploitatieraming Deze "Exploitatieraming Bouwplan Mayonna" benoemt het bod

van Atrium/De Alliantie van € 3,5 mln. voor de grond.

8 augustus 2005 Collegebesluit Het college stemt in met de concept koop- en

realiseringsovereenkomst.

KplusV:

Het collegebesluit geeft onder meer aan dat De Alliantie € 3,5

mln. betaalt voor de grond.

Page 28: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 5

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

15 november

2005

Koop- en realiserings-

overeenkomst

Het overeengekomen koopbedrag is € 3,5 mln.

In een reactie in het kader van dit rekenkameronderzoek geeft

de gemeente aan dat het gebruikelijk is de kosten voor het

bouw- en woonrijpmaken ten laste van de grondopbrengst te

brengen. Omdat conform de bestuurlijke opdracht een minimaal

kostendekkende exploitatie moest worden gepresenteerd zijn

deze kosten op de grondprijs gekomen en bedroeg het door

Atrium aan de gemeente te betalen bedrag € 3,5 mln + € 0,5 =

€ 4 mln. Met dit bedrag is uiteindelijk een kostendekkende

exploitatie gerealiseerd.

KplusV:

De gemeente geeft aan dat het politiek/bestuurlijk het

volkshuisvestelijke belang heeft laten prevaleren boven

winstmaximalisatie en om die reden is besloten om vanuit dit

belang én het belang van een (minimaal) kostendekkende

grondopbrengst met Atrium in gesprek te gaan. Atrium bleek in

staat te voldoen aan de gestelde randvoorwaarden. Gegeven de

politiek/bestuurlijke wens/opdracht is daarom besloten dat Atrium

dit woningbouwplan mocht realiseren. Het aan de gemeente

betaalde bedrag (3,5 mln en 0,5 mln) is kostendekkend geweest.

Er is geen zicht op de onderbouwing van de grondprijs van € 3,5

mln. De gemeente geeft aan dat de grondprijs in

overeenstemming is met een eigen berekening van de

gemeente. Er is geen openbare aanbesteding geweest en er zijn

dus geen andere partijen die een bod hebben uitgebracht. Uit het

dossier en de toelichting daarop door de gemeente is daarmee

niet te achterhalen of de gemeente met het bedrag van € 3,5

mln. een marktconforme grondprijs ontvangt. Daarmee is niet te

achterhalen of er sprake is van een indirecte subsidie.

11 mei 2006 Afrekening grondprijs De gemeente stuurt een factuur aan De Alliantie voor 28% van

de meeropbrengst boven € 11.280.000 omdat de totale

opbrengst van de 31 woningen conform de prijslijst hoger is dan

dit bedrag (€ 11.298.000).

KplusV:

De gemeente is alert op de hogere verkoopprijs omdat dit ook

een hogere opbrengst voor de gemeente inhoudt.

090172 Verkoop grond Naardingerland aan De Alliantie

12 juli 2007 1e taxatie Van Trigt In het eerste taxatierapport komt de taxateur op een residuele

grondwaarde uitgaande van 18 woningen a € 125.000 v.o.n. van

€ 440.000. Er wordt berekend op basis van een onderhandse

verkoopwaarde vrij van huur en gebruik.

25 juli 2007 2e taxatie Van Trigt In het tweede taxatierapport komt de taxateur op een residuele

grondwaarde uitgaande van 18 woningen a € 125.000 v.o.n. van

€ 270.000. Er wordt nu berekend op basis van een onderhandse

verkoopwaarde in verhuurde staat.

KplusV:

De berekeningswijze van de residuele grondwaarde maakt

verschil. Het andere uitgangspunt (in verhuurde staat) is sterk

bepalend voor de waarde. Onduidelijk is wat de achtergrond van

de tweede taxatie is en waarom gekozen is voor het

uitgangspunt van verkoop in verhuurde staat.

Page 29: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 6

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

29 januari 2008 Collegebesluit Het college stemt in met het onderhandelingsresultaat met De

Alliantie voor een grondprijs van € 200.000 voor de "ontwikkeling

locatie Naardingerland t.b.v. woongroep Mozart". Over de taxatie

vermeldt het collegebesluit: "Enerzijds omdat er discussie was

tussen gemeente en De Alliantie over de haalbaarheid van de

door de g emeente aangegeven grondprijs van € 200.000 excl.

btw en anderzijds om elke schijn van staatssteun te voorkomen,

is aan Van Trigt Makelaars opdracht gegeven de grondwaarde

voor de woonvoorziening te taxeren... Een eerste taxatie d.d. 19-

7-2007 gaat uit van een onderhandse verkoopwaarde vrij van

huur en gebruik en komt uit op een bedrag van € 440.000 excl.

btw. Wij menen echter dat er gezien de bijzondere bestemming

van de woonvoorziening geen sprake is van een verkoopwaarde

vrij van huur en gebruik. Immers de woonvoorziening is specifiek

bedoeld voor gebruik door de woongroep Mozart. Op dit

uitgangspunt is door de taxateur een nieuwe, op basis van de

huurprijs van € 95.000 per jaar, herziene taxatie gemaakt die

uitkomt op een bedrag van € 270.000 excl. btw)… De taxateur

geeft overigens aan dat de berekening dient als indicatie; om

een reële grondwaarde te berekenen dient men, naar de mening

van de taxateur, uit te gaan van de waarde vrij van huur en

gebruik in plaats van in verhuurde staat. Gezien het specifieke

karakter van de ontwikkeling zijn wij van oordeel dat van de

taxatie van 25 juli 2007 die op een bedrag van € 270.000 excl.

btw uitkomt moet worden uitgegaan." De gemeente hanteert

vervolgens een ander uitgangspunt dan de taxateur ten aanzien

van de kosten van bouwrijp maken en komt uit op een grondprijs

van € 173.000. Dit wordt de basis voor het

onderhandelingsresultaat van de verkoopprijs van € 200.000. De

gemeente constateert dat men hiermee afwijkt van de eigen

regels: "Omdat e.e.a. niet is gebaseerd op de taxatie, maar

overeenkomt met het bedrag zoals vastgesteld in het

collegebesluit van 6 december 2005, wordt feitelijk afgeweken

van het huidige grondbeleid."

KplusV:

Het college wijkt af van de taxatie die volgens de taxateur het

meest reële beeld geeft: grondwaarde € 440.000. Door andere

uitgangspunten te hanteren komt de gemeente tot een

grondwaarde van € 173.000 en uiteindelijk tot een voor de

gemeente acceptabel onderhandelingsresultaat van € 200.000.

19 maart 2008 Collegebesluit Ingestemd met het onderhandelingsresultaat van € 270.000.

KplusV:

Dit onderhandelingsresultaat van € 270.000 wijkt af van de

€ 200.000 die eerder door het college als acceptabel

onderhandelingsresultaat was benoemd. Dit hogere bedrag komt

doordat De Alliantie bereid was meer te betalen wanneer twee

voorwaarden zouden vervallen. De door de gemeente te

ontvangen grondprijs wijkt nog steeds sterk af van de eerste

taxatie door van Trigt Makelaars waarin wordt uitgegaan van een

residuele grondwaarde van € 440.000.

13 januari 2009 Collegebesluit Verkoop grond tegen € 270.000.

12 maart 2009 Raadsbesluit Conform collegevoorstel besloten (geen wensen of bedenkingen

bij de koopovereenkomst).

Page 30: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 7

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

26 maart 2009 Koop- en realiserings-

overeenkomst

Het overeengekomen koopbedrag is € 270.000 gebaseerd op de

realisatie van 16 (huur)woningen en twee gemeenschappelijke

ruimten ten behoeve van begeleid wonen en 0,6 parkeerplaats

per woning.

KplusV:

Het verschil tussen de 1e taxatie van € 440.000 en het

uiteindelijke verkoopbedrag van € 270.000, te weten € 170.000 is

te zien als een indirecte subsidie van de gemeente aan De

Alliantie. Het is geen verborgen subsidie omdat de raad begin

2008 al kennis heeft kunnen nemen van het collegebesluit van

29 januari 2008.Het college wijkt in deze casus af van het

gemeentelijk grondbeleid. De gemeente is voorafgaand aan de

overeenkomst transparant over het feit dat wordt afgeweken van

het grondbeleid.

080294 Verkoop terrein aan Schuitema

Datum onbekend Overeenkomst

ROW 50091

Overeenkomst tussen de gemeente en Schuitema voor de

aanleg van 4 parkeerplaatsen op gemeentegrond. De gemeente

brengt de helft van de kosten aan Schuitema in rekening en

rekent met een grondwaarde van € 410/m2. Vanwege het

openbare karakter van de parkeerplaats wordt de helft van het

bedrag in rekening gebracht (€ 19.600).

KplusV:

De overeenkomst is ondertekend door de burgemeester

(waarschijnlijk: ongetekende, ongedateerde versie in dossier). Er

is geen collegebesluit aangetroffen over deze

parkeerovereenkomst. Wel bevat het dossier een intern memo

waarin wordt aangegeven dat dergelijke parkeerovereenkomsten

voortaan door de directeur ROW zullen worden ondertekend.

1 mei 2005 Taxatie door Castanea Castanea taxeert in opdracht van de gemeente de grondwaarde

in 2005 op € 560/m2.

26 januari 2007 Collegebesluit Het college besluit de grond te verkopen voor € 560/m2. Dit

levert € 110.320 op. In 2005 heeft Schuitema € 19.600 als

parkeervergoeding betaald voor 4 extra parkeerplaatsen op

gemeentegrond. Dit bedrag krijgt Schuitema terug. De gemeente

betaalt het bouwrijp maken van de grond en de aanleg van 16

parkeerplaatsen: € 40.000.

KplusV:

De gemeente baseert zich op een taxatie door een erkende

taxateur. Deze taxatie is echter uit 2005, terwijl de transactie in

2007 plaatsvindt.

Page 31: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 8

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

9 februari 2007 Koopovereenkomst De koopsom voor het perceel bedraagt € 110.320 (€560/m2).

KplusV:

De grondprijs is gebaseerd op een taxatie door een erkende

taxateur. Daarmee is in beginsel geen sprake van een indirecte

subsidie. Een aandachtspunt is dat de taxatie ten tijde van de

verkoop al bijna twee jaar oud is. Er heeft geen indexering van

de getaxeerde grondprijs plaatsgevonden.

060096 Verkoop terrein 3in1, project De Regentesse

6 september 2005 Stuurgroep 3in1 De stuurgroep besluit dat de grondprijs zal worden berekend

over 92 koopwoningen met een gemiddeld minimale von-prijs

van € 270.000 (excl. parkeervoorziening) en met een quote van

28%.

In een toelichting in het kader van dit rekenkameronderzoek stelt

de gemeente dat "vanuit de gangbare methoden van

grondprijsbepaling van destijds (periode 2000 – 2006) kunnen

we een gehanteerde grondquote alleen relateren aan het toen

geldende grondprijzenbeleid (2001) en de gebruikelijk

gehanteerde grondquotes in Huizen en daarbuiten. Vanuit die

benadering stellen wij vast dat een grondquote van 28% voor de

koopappartementen een volstrekt gangbare was. Dat de quote

(en de verkoopprijs) in ieder geval niet te laag was, blijkt uit het

feit dat de verkoop van de appartementen aanvankelijk

stagneerde. Daarnaast viel de door Bouwfonds berekende

residuele grondwaarde lager uit dan de uiteindelijk gehanteerde

grondquote van 28%."

KplusV:

De gemeente stelt dat met de gehanteerde grondquote een

gangbare prijs werd gerealiseerd. De grondquotebenadering

mag sinds de grondnota uit 2007 niet meer gebruikt worden. Of

sprake is van een indirecte subsidie is niet te bepalen.

090220 Verkoop grond Nautisch Kwartier Huizen

26 augustus 2006 Notitie advocaat M.

Straatman

In deze notitie gaat de advocaat onder meer in op de vraag of de

samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Huizen en

het Nautisch Kwartier Huizen voldoet aan de Europese

staatssteunregels. Deze notitie maakt onderdeel uit (bijlage 4)

van het rapport van Fakton (zie 18 september 2006).

Page 32: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 9

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

18 september

2006

Definitieve second

opinion Fakton

Uit het rapport van Fakton blijkt dat voor het bepalen van de

residuele grondwaarde Fakton uitkomt op € 372.000 (exclusief

btw) per 1 januari 2007 en dat een eerdere taxatie door Arcadis,

op grond van dezelfde methodiek, uitkomt op € 360.000

(exclusief btw). Het rapport maakt duidelijk dat het college

expliciet aan Fakton heeft gevraagd of de waarde marktconform

is. Fakton geeft aan dat het gemiddelde van de bedragen van

Fakton en Arcadis te zien is als marktconform.

KplusV:

Het gaat om de grondwaarde voor het terrein exclusief het

gedeelte voor het museum en de botterwerf. De waardebepaling

is gedaan door bureau Fakton. De grondwaarde is niet bepaald

op basis van marktwaarde, maar op basis van een residuele

grondwaarde. De marktwaarde van de grond is niet bepaald; dat

is voor zover bekend ook niet door de gemeente gevraagd. Later

blijkt dat op voorhand al duidelijk was dat de ondernemers bereid

waren een hoger bedrag te betalen (zie 12 oktober 2006).

De betrokken adviseurs van Fakton zijn niet bekend als

geregistreerde vastgoedtaxateurs. Dat is ten tijde van deze

waardebepaling (voor zover bekend) nog geen eis van de

gemeente. In het op 18 september 2007 vastgestelde

grondbeleid is een taxatie door een beëdigd taxateur wel een

van de grondslagen voor waardebepaling geworden. De

beëdiging van makelaars/taxateurs is in 2001 afgeschaft en

vervangen door een systeem van certificering.

12 oktober 2006 Collegebesluit Collegebesluit over de waardebepaling voor het Nautisch

Havenkwartier: "Nu Fakton concludeert dat de taxatie van

Arcadis op zich correct is, komt de vraag van welke

taxatiewaarde moet worden uitgegaan. Fakton stelt voor uit te

gaan van het gemiddelde van beide taxaties (€ 370.000). De

gemeente is met de ondernemers NHK overeengekomen dat er

voor de ondergrond van het Nautisch Haven Kwartier (oostelijke

en westelijke gedeelte) een waarde geldt van € 428.000 en dat

deze waarde gehanteerd wordt ook als de taxatie lager uitkomt.

Dit bedrag wijkt echter af van zowel het gemiddelde van beide

taxaties als van de hogere taxatie van Fakton. Met Fakton is

besproken dat de gemeente eerder in overleg met de

ondernemers NKH afgesproken heeft van een minimum waarde

van € 428.000 uit te gaan. Volgens Fakton staat het de

gemeente vrij een hoger bedrag te hanteren. Voorgesteld wordt

qua grondwaarde uit te gaan van een waarde van € 428.000.

Hierbij zij opgemerkt dat naast de koopsom voor de ondergrond

door de ondernemers direct en indirect nog andere bedragen

aan de gemeente afgedragen worden."

Uiteindelijk is dit bedrag gesplitst in € 418.000 voor de grond (zie

de KRO op pag. 6) en eenmalig € 10.000 voor de

erfdienstbaarheid/retributie, die beschreven is in artikel B 6 (pag.

4).

KplusV:

Het is opmerkelijk dat na de taxaties door Arcadis en Fakton van

respectievelijk €360.000 en € 372.000 uiteindelijk teruggegrepen

wordt op een eerder overeengekomen bedrag van €428.000.

Over dit overeengekomen bedrag bevat het dossier geen

gegevens. De transactie wordt daarmee ondoorzichtig.

Page 33: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 10

Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV

6 augustus 2007 Notitie Fakton,

Koopsom grond

museum

In deze notitie geeft Fakton aan dat de prijs van het stuk grond

bedoeld voor het museum afgerond € 317.000 bedraagt (prijspeil

1-1-2007). Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente de kosten

van bouw- en woonrijp maken van circa € 120.000 voor zijn

rekening neemt. Deze getaxeerde waarde van € 317.000 wordt

geïndexeerd naar het prijspeil op 1-1-2008 en bedraagt

vervolgens € 336.000. Met dit bedrag wordt vervolgens tot en

met de aanbieding van de grond aan De Vrijheid gerekend.

22 januari 2008 Koop- en realisatie-

overeenkomst

Conform de tussen partijen gemaakte afspraken – en in afwijking

van de uitkomst van de taxatie alsmede de uitgevoerde "second

opinion" bedraagt de koopsom voor de grond (exclusief het deel

voor het museum) € 418.000.

KplusV:

Opmerkelijk is dat het bedrag van € 418.000 een stuk hoger ligt

dan de taxatie en de second opinion (door niet gecertificeerde

taxateurs). Deze transactie had onder de Grondnota uit 2007 niet

op deze wijze uitgevoerd kunnen worden, strikt genomen omdat

de taxaties zijn verricht door niet erkende taxateurs. Daarbij is de

transactie met meerdere "taxatie"bedragen en een (hoger)

eerder overeengekomen bedrag ondoorzichtig en niet in lijn met

het streven van de nota om marktconformiteit inzichtelijk te

maken. Of er sprake was van een indirecte subsidie is niet te

bepalen.

26 augustus 2008 Collegebesluit Het is duidelijk dat het Huizer Museum niet in het NKH gevestigd

zal worden. Het college besluit op de voor het Huizer Museum

gereserveerde grond een nautisch, recreatieve en toeristische

bestemming toe te laten. De grond gereserveerd voor het Huizer

Museum wordt aangeboden aan VOF De Vrijheid voor € 336.000

(inclusief bouwrijp maken, exclusief btw). De laatste zin bij de

toelichting op het collegebesluit luidt "Indien de VOF Vrijheid van

dit aanbod geen gebruik maakt, kan de grond aan derden

worden aangeboden tegen dezelfde stedenbouwkundige en

architectonische voorwaarden, maar niet tegen een lagere

grondprijs (dus wel tegen een hogere grondprijs).

KplusV:

De grondprijs voor de grond die voor het museum bedoeld was,

is conform de waardebepaling door Fakton op € 336.000 gesteld.

Page 34: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 11

B. ERFPACHT

922773 Erfpacht algemeen

29 april 1993 Raadsbesluit De raad besluit:

1. Taxatie te hanteren als grondslag voor het systeem van

verkoop van in erfpacht uitgegeven grond.

2. Hierbij de in dit voorstel nader omschreven regels te

hanteren.

3. Het gebied oude haven vooralsnog uit te sluiten van de

mogelijkheid tot omzetting van erfpacht in verkoop, om

redenen genoemd in dit voorstel.

4. Hierover een definitief besluit te nemen zodra de algemene

herziening van het bestemmingsplan van het industriegebied

en omgeving is afgerond.

KplusV:

Taxatie geldt hiermee als grondslag bij verkoop. Dit houdt in dat

bij elke omzetting van erfpacht in koop, de waarde van de grond

getaxeerd zal worden. De taxatie is een advies en niet bindend;

in afwijking van de taxatiewaarde kan een hogere of lagere

waarde worden overeengekomen. Bij geen overeenstemming

blijft de erfpacht gehandhaafd.

2002 Achtergrondinformatie

van de gemeente via

mail

Sinds de begroting van 2002 hanteert de gemeente een

minimumbedrag van € 100 bij symbolische bedragen.

26 september

2006

Collegebesluit Het college besluit de erfpachtcanon voor sportverenigingen vast

te stellen op € 0,11 per m2 met een jaarlijkse inflatiecorrectie en

met een minimum van € 100 per jaar. Het besluit zorgt er voor

dat de historische verschillen tussen de verenigingen TV Huizen,

HLTC De Kuil en Skiclub "Wolfskamer" op termijn verdwijnen.

KplusV:

Met dit besluit stelt de gemeente een beleidskader vast voor de

berekening van erfpachtcanon voor sportverenigingen. Het is

duidelijk dat de nieuwe berekening niet leidt tot een

marktconforme erfpacht. Dat is ook niet de insteek omdat "deze

erfpacht door de vereniging niet is op te brengen en ook

voorbijgaat aan de waarde die de gemeente Huizen hecht aan

sport". Het besluit zorgt voor een uniforme berekening van

erfpacht voor sportverenigingen. Er is met betrekking tot

erfpachtcanon voor sportverenigingen sprake van indirecte

subsidiëring. Dit is een bewust gekozen beleidsuitgangspunt dat

met dit besluit ook formeel is vastgesteld. Er is geen sprake van

verborgen subsidiëring; de raad is op de hoogte.

060255 Sportcomplex Bestevaer

4 oktober 1972 Collegebesluit (en

daarop volgend

raadsbesluit, datum

onbekend)

Met ingang van 1 november 1972 betaalt sportvereniging Huizen

gedurende 50 jaar een jaarlijkse canon van fl. 1,-.

101557 Atletiekvereniging Zuidwal

12 november

1987

Raadsbesluit Circa 680 m2 grond is in erfpacht gegeven aan de

atletiekvereniging Zuidwal tegen een symbolische canon van

fl. 1,- per jaar, met ingang van 1 oktober 1987 met een looptijd

van 25 jaar (tot oktober 2012).

Page 35: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 12

8 juni 2000 Raadsbesluit Aanvullend op het deel wat al in erfpacht is, wordt circa 85 m2

aanvullend in erfpacht gegeven tegen dezelfde canon, eveneens

tot oktober 2012.

KplusV:

Zie ook de canon van Sportcomplex Bestevaer. Hiermee is

duidelijk dat het rekenen van een symbolische canon gebruikelijk

is voor sportverenigingen. De raad is hiervan op de hoogte. Er is

sprake van indirecte subsidiëring, maar niet van een verborgen

subsidie.

010344 Discotheek (Bestevaer 5)

31 augustus 1999 Collegebesluit De nota bij dit besluit beschrijft dat het eerst de bedoeling was

dat de discotheek in het centrum zou worden gevestigd. Na

bezwaren van omwonenden heeft de gemeente besloten om af

te wijken van het oorspronkelijke plan en zijn met de

initiatiefnemer afspraken gemaakt over de realisatie van een

zogenoemde perifere solitaire discotheek. De gemeente is

daarbij in principe bereid om het perceel grond voor de

discotheek om niet ter beschikking te stellen. Tevens zou de

gemeente de kosten van het bouw- en woonrijp maken voor haar

rekening nemen. Het besluit benoemt verkoop van de grond en

uitgifte in erfpacht als mogelijkheden, waarbij de gemeente de

voorkeur heeft voor erfpacht.

KplusV:

Dit besluit schetst de achtergrond van wat uiteindelijk resulteert

in een erfpacht van € 40 per jaar.

13 januari 2000 Raadsbesluit De raad besluit tot uitgifte in erfpacht van een perceel grond van

650 m2 aan de heer mr. G.G.L.F. van Eijl, "zijnde de ondergrond

van een te realiseren discotheekgebouw c.a. en direct daaraan

grenzend terrein", tegen een canon van € 40 per jaar. De

erfpachtuitgifte vindt plaats onder de condities opgenomen in de

erfpachtovereenkomst (zie bij 22 maart 2000).

KplusV:

Er is discussie geweest rond dit dossier. Een canon van € 40 is

niet marktconform. De achtergrond is echter een

vastgoedtransactie. De gemeente wilde de initiatiefnemer

tegemoet komen omdat de discotheek niet – zoals afgesproken

– in het centrum gevestigd kon worden. De gemeente was in

beginsel bereid een alternatief stuk grond om niet over te dragen

om daar te discotheek te vestigen. Er is echter gekozen voor

uitgifte in erfpacht. Terugkijkend is de gemeente tevreden over

de keuze voor erfpacht in plaats van overdracht van het

eigendom.

Page 36: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 13

22 maart 2000 Erfpachtovereenkomst De overeenkomst heeft een duur van 25 jaar en de canon van

€ 40 wordt gedurende de looptijd niet aangepast. Erfpachter is

gehouden op het terrein een discotheek te vestigen. Cafés,

cafetaria's, restaurants, ijssalons en dergelijke zijn niet

toegestaan (artikel 3). De erfpachter moet binnen twee maanden

na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning starten

met de realisatie van de discotheek. Deze termijn kan op

verzoek van erfpachter door het college worden verlengd (artikel

10). Indien de erfpachter niet of niet tijdig voldoet aan de

bouwverplichting, dan is de raad gerechtigd het erfpachtrecht op

te zeggen. Bij verlenging van het erfpachtrecht (na 25 jaar) zal

de canon jaarlijks worden verhoogd met het

consumentenprijsindexcijfer (CBS). Onder voorwaarden kan het

erfpachtrecht worden overdragen.

KplusV:

Op basis van het dossier en de gesprekken met de gemeente is

duidelijk dat de erfpachtovereenkomst nog steeds geldt. De

discotheek is echter niet in bedrijf en staat al jaren leeg.

2009 Diverse brieven (geen

besluiten)

Er is een briefwisseling met de heer Van Eijl in het dossier. Het

dossier bevat geen stukken die duiden op een overdracht van

het erfpachtrecht.

KplusV:

De erfpachtovereenkomst geldt nog steeds. Gezien de historie is

deze erfpachtcanon niet los te zien van andere afspraken. Het

kan niet zonder meer worden gezien als een indirecte subsidie.

Omdat de raad vanaf het begin op de hoogte was, is er in ieder

geval geen sprake van een verborgen subsidie.

101076 Irene Huizen Buitensport

11 maart 2009 Collegebesluit Collegebesluit over de nieuwe erfpachtovereenkomst. De

overeenkomst zorgt voor hogere erfpachtinkomsten voor de

gemeente. Het collegebesluit vermeldt dat een

erfpachtovereenkomst niet voor wensen en bedenkingen aan de

raad hoeft te worden voorgelegd omdat het als een niet

ingrijpende bevoegdheid kan worden beschouwd.

26 maart 2009 Erfpachtovereenkomst De oude canon bedroeg € 6.861 per jaar. In verband met

toekomstplannen en evt. verhuizing wilde Irene Huizen

Buitensport een nieuwe erfpachtovereenkomst.

Er is op verzoek van het bedrijf een nieuwe

erfpachtovereenkomst opgesteld die twee eerdere separate

overeenkomsten vervangt. Het terrein wordt in erfpacht gegeven

voor een periode van 25 jaar, van 1 februari 2009 tot 31 januari

2034. De canon bedraagt tot 30 juni 2013 in totaal € 16.214 per

jaar en wordt daarna verhoogd tot € 33.275 per jaar (nog te

indexeren). De nieuwe canon is bepaald op basis van een

taxatie van de grondwaarde door een bedrijfsmakelaar. Vanaf 30

juni 2013 wordt de canon om de 10 jaar bijgesteld.

KplusV:

Deze nieuwe erfpachtovereenkomst is gebaseerd op een taxatie

die leidt tot een marktconforme canon.

Page 37: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 14

060392 KNRM-station

11 mei 2006 Erfpachtovereenkomst Het betreft de realisatie van een reddingsstation op het aan de

KNRM in erfpacht uit te geven terrein. De KNRM ontvangt van

de gemeente jaarlijks € 12.000 all in voor de huur van ruimten

door de Huizer Reddingsbrigade (HRB). Daarnaast ontvangt de

KNRM van de gemeente jaarlijks € 2.331 voor gebruik door de

gemeente van de sanitairunit. Deze huurprijzen worden jaarlijks

geïndexeerd. De kosten van het schoonmaken zijn eveneens

voor rekening van de gemeente.

De door de KNRM aan de gemeente te betalen canon is

vastgelegd voor 40 jaar (tot eind februari 2046) en bedraagt

€ 100 per jaar.

KplusV:

Deze canon is een symbolisch bedrag. De hoogte is conform het

beleid voor symbolische bedragen, namelijk € 100. Dit is een

indirecte subsidie.

090053 Botterwerf

7 september 2007 Collegebesluit Het college besluit in te stemmen met de erfpachtovereenkomst

tussen de gemeente en Stichting Botterwerf Huizen. De stichting

is in het leven geroepen als onderdeel van het Nautisch Kwartier

Huizen (NKH). Uitgangspunt van de gemeente is dat er geen

financiële bijdrage van de gemeente aan de stichting wordt

verstrekt.

11 september

2007

Erfpachtovereenkomst Het terrein wordt vanaf 1 juni 2007 gedurende 40 jaar, tot 31 mei

2047 in erfpacht gegeven tegen een vaste jaarlijkse canon van

€ 100. Daarnaast dient de stichting een jaarlijkse vergoeding te

betalen aan de gemeente voor kapitaallasten inzake de

kadewand van € 2.850 en voor servicekosten voor de

ligplaatsen. Beide bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.

KplusV:

Deze canon is een symbolisch bedrag. De hoogte is conform het

beleid voor symbolische bedragen, namelijk € 100. Dit is een

indirecte subsidie.

100595 Safety Lux, Rokerijweg 8

5 februari 2010 Collegebesluit Besluit om in te stemmen met de verkoop van het erfpachtrecht

van de heer Van der Straten aan de heer De Bruin. Het contract

loopt nog tot 30 november 2030.

De canon bedraagt voor 2010 € 3.263 en wordt per 1 december

2010 herzien.

Page 38: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 15

2 november 2010 Collegebesluit De canon wordt per 1 december 2010 herzien naar € 3.365 per

jaar. Het besluit vermeldt dat het de gemeente duidelijk is dat

deze canon niet marktconform is. De gemeente geeft in het

besluit aan dat dat komt doordat de algemene

erfpachtvoorwaarden 1974 geen ruimte laten voor herziening op

basis van de getaxeerde grondwaarde. Het Burgerlijk Wetboek

laat wel de mogelijkheid open om na 25 jaar de erfpacht te

wijzigen of op te heffen. Maar omdat de nieuwe eigenaar het

perceel pas sinds begin 2010 in gebruik heeft, vindt de

gemeente het niet redelijk om de erfpacht naar een

marktconform niveau te brengen. In het besluit maakt de

gemeente duidelijk dat over 5 jaar de canon herzien wordt

richting een marktconform niveau.

KplusV:

Er is geen marktconforme erfpachtcanon. Dat betekent dat er

sprake is van een indirecte subsidie. Het valt binnen de

bevoegdheid van het college en wordt daarmee niet actief aan

de raad voorgelegd. Omdat dit buiten de raad om gaat, is in

beginsel sprake van een verborgen subsidie.

In de gesprekken in het kader van dit rekenkameronderzoek

geeft de gemeente aan dat over 5 jaar een marktconforme canon

het uitgangspunt is. Lukt dat niet op minnelijke wijze, dan zal

hiervoor een daartoe aangewezen gerechtelijke procedure

worden gevolgd.

C. BIBLIOTHEEK

10 februari 2006 Collegebesluit Afrekening servicekosten bibliotheek 2000-2004

Het collegebesluit vermeldt: "In 2005 is na moeizaam

onderhandelen een akkoord bereikt tussen gemeente en

projectontwikkelaar over de servicekosten. Voor de bibliotheek is

daarbij bepaald dat de servicekosten (exclusief

nutsvoorzieningen) rond € 18.000 per jaar zouden bedragen met

een marge van 5%, exclusief indexering en regelgeving van de

overheid. Voor verdere overschrijdingen zou eerst op initiatief

van de eigenaar overleg worden gepleegd. Maar nog geen jaar

daarna bedragen de servicekosten al € 22.420. Dus ver boven

de afgesproken marge van 5%. Overleg vond niet plaats.

Volgens de toelichting is de overschrijding een gevolg van

verplichte periodieke keuringen van de installaties, maar ik stel

toch voor via de bijgevoegde brief de projectontwikkelaar te

attenderen op de inhoud van de in 2005 gesloten overeenkomst"

KplusV:

Het blijkt dat de eigenaar met betrekking tot de toegestane

verhoging afwijkt van het contract. Het rekenkameronderzoek

naar het Graaf Wichmancomplex (zie hieronder) vermeldt over

het hierboven genoemde contract dat het niet voldoet.

Page 39: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 16

5 december 2006 Rapport rekenkamer Rapportage Onderzoek Graaf Wichman-complex/Bibliotheek,

rapport opgesteld door PRC in opdracht van de

rekenkamercommissie gemeente Huizen.

KplusV:

Het rekenkamerrapport schetst de historie van de servicekosten

voor de bibliotheek. Het contract inzake de servicekosten is in

mei 2005 gesloten, 4,5 jaar na de opening in november 2000. In

die periode is er discussie geweest rond de servicekosten. De

rekenkamer stelt vast: "In het geval van het Graaf Wichman-

complex hadden problemen voorkomen kunnen worden door in

een vroegtijdig stadium afspraken vast te leggen omtrent de

servicekosten. De afhandeling van de servicekosten heeft een

lange tijd in beslag genomen. Dit heeft geleid tot veel ergernis

binnen de gemeente Huizen. Daarnaast is er uiteindelijk een

compromis gesloten, waarover niet iedereen tevreden is" Bij de

aanbevelingen beschrijft de rekenkamercommissie de volgende

reparatiemogelijkheid: "Er is in 2005 een contract gesloten

inzake de servicekosten. Dit contract is echter onduidelijk. Het is

aan te bevelen om de afspraken opnieuw te bevestigen via een

duidelijk contract".

Kortom, ook na het sluiten van het contract over de

servicekosten is er nog onduidelijkheid. De benoemde

onduidelijkheden betreffen:

er bestaat geen duidelijk overzicht met de overeengekomen

leveringen en diensten;

er wordt geen voorschotbedrag (per m2 bvo of vvo per jaar)

genoemd;

in het algemeen geldt dat er onduidelijkheid bestaat over de

verdeelsleutels die voor de verschillende huurders gebruikt

worden;

er ontbreekt nog een duidelijke indexeringsregeling.

Voor een compleet overzicht verwijzen we naar dit eerdere

rekenkamerrapport.

14 augustus 2007 Collegebesluit Besluit over jaarverslag en jaarrekening 2006, begroting 2008

openbare bibliotheek. Het besluit vermeldt: "… dienen we met de

bibliotheek nog de servicekosten over de periode okt. 2005 t/m

december 2006 af te rekenen. In de bijlage geef ik de cijfers

weer. Het komt er netto op neer dat wij van de bibliotheek

€ 27.958 terug te vorderen hebben, op zich weer een meevaller

voor de bibliotheek, omdat de servicekosten toch beduidend

lager zijn uitgevallen dan begroot."

KplusV:

Twee constateringen:

1) In de periode okt. 2005 t/m december 2006 zijn de

servicekosten lager dan door de bibliotheek begroot.

2) De gemeente geeft aan de servicekosten over deze periode

terug te vorderen van de bibliotheek. Daarmee is er geen

sprake van een indirecte subsidie.

Page 40: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 17

2008 Meerjarenbegroting

bibliotheek 2009-2010

"Wei waren en zijn de hoge huisvestingslasten van de

bibliotheek Huizen een punt van zorg. In 2000 betrok de

bibliotheek, op nadrukkelijk verzoek van de gemeente Huizen, de

prachtige nieuwe bibliotheekvestiging aan het Plein 2000. Het

pand is eigendom van een projectontwikkelaar. Met betrekking

tot de jaarlijkse hoge huur- en servicekosten werden afspraken

gemaakt tussen het gemeente- en bibliotheekbestuur, waarbij

het gemeentebestuur nadrukkelijk aangaf de hoge

huisvestingslasten grotendeels voor haar rekening te willen

nemen. De gemeente Huizen ging in 1998 een huurcontract voor

20 jaar aan met de eigenaar van het Graaf Wichmancomplex.

Het bibliotheekbestuur ondertekende een huurcontract met de

hoofdhuurder, de gemeente Huizen."

In de begroting van de bibliotheek zijn voor de jaren 2008, 2009

en 2010 voor de servicekosten bedragen opgenomen.

2009 Programmarekening

2008, gemeente Huizen

De programmarekening benoemt de minder ontvangen

huur/servicekosten van de bibliotheek bij de belangrijkste

verschillen tussen de realisatie en de raming na wijziging zijn:

€ 30.000 minder ontvangen huur/servicekosten openbare

bibliotheek.

KplusV:

Hiermee is duidelijk dat de raad op de hoogte is van de minder

ontvangen huur/servicekosten.

D. GOSEPA

990295

090199

030218

Gosepa: informatie

afkomstig uit meerdere

dossiermappen

14 februari 2002 Raadsbesluit Sinds 1997 maakt Gosepa gebruik van een gebouw van de

gemeente. Dit gebouw wordt op verzoek van de gemeente

gesloopt om ruimte te maken voor zorgwoningen. De raad stelt

een krediet van € 1.034.264 beschikbaar voor realisatie van een

nieuw gebouw voor de Molukse gemeenschap aan Gooierserf

122.

KplusV:

De kapitaallasten die volgen uit de bouw zijn met dit raadsbesluit

bekend bij de raad. Er was al sprake van een indirecte subsidie

doordat Gosepa om niet gebruik maakte van een gebouw van de

gemeente aan de Studiostraat en dat blijft ook zo na de realisatie

van het nieuwe gebouw aan Gooierserf. Later (zie 20 maart

2007) concludeert de gemeente zelf over het raadsbesluit uit

2002: "Deze besluitvorming is een financiële geweest en er is

geen afweging gemaakt ten aanzien van de uit te voeren

activiteiten, de gewenste subsidierelatie en de te stellen

subsidievoorwaarden. Hiervoor was gezien de ervaringen aan de

Studiostraat wel aanleiding geweest."

Page 41: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 18

18 oktober 2002 Overeenkomst exclusief

gebruiksrecht

Op 18 oktober 2002 is een overeenkomst tussen de gemeente

en de Dewan Wijk Huizen (= Molukse wijkraad) ondertekend. Het

betrof de toekenning van het exclusieve gebruiksrecht van het

door de gemeente nieuw te bouwen Moluks

gemeenschapscentrum aan het Gooierserf. Dit exclusieve

gebruiksrecht geldt voor 25 jaar. In de bijbehorende brief van de

gemeente d.d. 3 oktober 2002 is aangegeven dat de gemeente

elke vijf jaar met de stichting Gosepa en de Dewan Wijk Huizen

evalueert of het gebruik van het gebouw nog steeds ten goede

komt aan de hele (Molukse) gemeenschap.

KplusV:

Deze gebruiksovereenkomst maakt (nog) geen melding van

rechten en plichten ten aanzien van huur, onderhoud en andere

exploitatiekosten. Dit duidt erop dat het gebouw van de

gemeente om niet ter beschikking wordt gesteld aan de Molukse

gemeenschap.

19 april 2003 Officiële opening

gebouw

KplusV:

Uit latere stukken (zie ook 20 maart 2007) blijkt dat sinds het

gebouw 2003 in gebruik is genomen, de gemeente de kosten

voor gas, water, elektra, telefoonkosten en de inleenvergoeding

voor de WIW-baan (tot 31 december 2006) betaalt.

30 maart 2005 Concept

gebruiksovereenkomst

gebouw Gosepa

Volgens het begeleidend ambtelijk schrijven d.d. 30 maart 2005

wijkt de overeenkomst af van bestaande overeenkomsten "in de

zin dat het deel van het onderhoud dat normaal door de

gebruiker wordt uitgevoerd, ook door de gemeente wordt

gedaan. Dit past in het afgelopen jaren gevoerde beleid,

terughoudend te zijn met het verstrekken van subsidiegelden

aan de stichting."

KplusV:

De gemeente werd terughoudend in de subsidieverstrekking in

verband met rechtmatigheidseisen.

13 juli 2005 Gebruiksovereenkomst

Moluks gemeenschaps-

gebouw Gosepa +

begeleidende brief

De op 13 juli 2005 ondertekende gebruiksovereenkomst gaat in

op 19 april 2005 en heeft een looptijd van 25 jaar. Onderhoud en

herstel van schade aan het gebouw wordt door de gemeente

uitgevoerd. Er is sprake van gebruiksrecht en niet van verhuur.

De gebruiksovereenkomst maakt dan ook geen melding van aan

de gemeente te betalen huur.

KplusV:

Het om niet ter beschikking stellen van het gebouw is te zien als

een indirecte subsidie. Daarnaast is ook de verplichting van de

gemeente om het onderhoud aan het gebouw uit te voeren te

zien als een indirecte subsidie. De hoogte van de bedragen is

onderstaand weergegeven (zie 20 maart 2007).

De raad is passief op de hoogte gesteld van het collegebesluit

en de gebruiksovereenkomst. Het is daarmee een indirecte en

geen verborgen subsidie.

Page 42: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 19

20 maart 2007 Collegebesluit over

toekomst en beheer van

de Stichting Gosepa

Het college besluit op basis van de notitie Toekomst en beheer

van de stichting Gosepa onder meer te kiezen voor het

toekomstscenario "Zelf beheer". Dit houdt in dat het gebouw in

stand wordt gehouden door de gemeente maar dat de gemeente

geen subsidie meer verstrekt. Het betekent dat Gosepa zelf alle

kosten van de exploitatie gaat dragen en dat de exploitatiekosten

en de activiteitensubsidie die in de gemeentebegroting zijn

opgenomen, vervallen.

De bijlage vermeldt (samengevat) de volgende kosten over

2006:

Activiteitensubsidie, telefoon, elektra et cetera € 24.003,30

Onderhoud € 16.709,00

OZB, rioolrechten, brandverzekering € 3.244,61

Kapitaallasten € 73.141,48

Totaal door gemeente gedragen kosten € 117.098,39

De ambtelijke inzet is geschat op circa 200-300 uur per jaar. De

ingezette uren zijn met name besteed aan het in stand houden

van de moeizame communicatie.

KplusV:

Uit de toekomstverkenning blijkt dat de subsidierelatie tussen de

gemeente en Gosepa al meerdere jaren moeizaam is, met

verdeeldheid in de Molukse gemeenschap, bestuurswisselingen,

beperkte verantwoording van besteding van subsidiegelden en

nauwelijks communicatie met de gemeente.

De kapitaallasten en onderhoud blijken uit de

programmarekening 2006. In beginsel was dit achteraf

inzichtelijk voor de raad. De hoogte van de door de gemeente

gedragen exploitatiekosten bestaande uit telefoonkosten, elektra,

OZB, et cetera was in de Productraming van 2007 en daarvoor

inzichtelijk voor de raad. Er wordt in de productraming een

vergelijking gemaakt tussen begrote en werkelijke subsidie

Gosepa (activiteitensubsidie en exploitatiekosten, telefoon, gas,

water en electra). Daarmee is sprake van een indirecte subsidie

(verschil werkelijk-begroot), maar achteraf bezien niet van een

verborgen subsidie.

23 september

2008

Collegebesluit Zie voor inhoud hieronder bij het raadsbesluit d.d. 18 december

2008.

Bij dit collegebesluit is de checklist uit de Nota Vormen van

gemeentelijke ondersteuning bijgevoegd. Deze maakt melding

van gederfde huurinkomsten.

KplusV:

Met het toepassen van de checklist wordt de raad in de

gelegenheid gesteld een oordeel te vormen over de gederfde

(huur)inkomsten.

Page 43: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 20

18 december

2008

Raadbesluit Na een collegebesluit op 23 september 2008, een bestuurlijk

overleg met Gosepa op 23 oktober 2008, zienswijzen door

Gosepa neemt de raad een besluit. De raad besluit de

exploitatiesubsidie van € 11.640 in twee jaar af te bouwen en de

activiteitensubsidie van € 5.000 met ingang van 2009 te

beëindigen. Het exclusieve gebruiksrecht blijft in stand: Gosepa

kan, zonder huur en onderhoudskosten te hoeven betalen,

gebruik maken van het pand.

KplusV:

De gemeente stelt terecht in het raadsbesluit dat de

exploitatiesubsidie niet conform het begrip subsidiering in het

Awb is. De exploitatiesubsidie is namelijk niet verstrekt ten

behoeve van activiteiten door de aanvrager. De gederfde

huurinkomsten en de door te gemeente gedragen

onderhoudskosten zijn nog steeds te zien als indirecte subsidie.

E. EVENEMENTEN-BELEID

030362

10 juni 2009 Ambtelijk voorstel Kadernota evenementenbeleid

Besluitpunt b: afzien van het heffen van leges en precariorechten

in het kader van het verlenen van vergunningen voor

evenementen

KplusV:

Met ingang van 2010 rekent de gemeente geen leges en

precariorechten voor evenementen. Geschatte

minderopbrengsten zijn € 8.000

22 juni 2009 B&W-besluit Besluitpunt b: conform

1 oktober 2009 Gemeenteraad Besluitpunt b: conform

KplusV:

Door niet meer heffen Leges en Precariorechten vallen in 2009

€ 8.000 aan inkomsten weg. Omdat het aantal evenementen

inmiddels is uitgebreid zal dat bedrag in werkelijkheid hoger zijn

en is in ieder geval niet meer duidelijk welke organisaties van

deze subsidiering profiteren.

Overigens is de wijze waarop in de Kadernota

Evenementenbeleid (H5 pag. 12) de bedragen worden genoemd

die voortkomen uit de praktische faciliteiten die door de

gemeente worden verleend, als zeer transparant te kenschetsen.

Geconstateerd is daarbij dat deze een duidelijke relatie hebben

met de urenmatrix van de buitendienst.

F. DE BOERDERIJ

000636

26 februari 2008 Beschikking Beschikking aan Spant! inzake verlenging budgetovereenkomst

periode1-7-2008 tot 1-7-2012. In beschikking prestatie afspraak

opgenomen inzake het aanbieden van voorstellingsfaciliteiten

aan plaatselijke toneel- en muziekverenigingen en sociaal

culturele organisaties tegen een niet-commercieel tarief. Tevens

wordt ingegaan op de huurovereenkomst tegen een symbolisch

bedrag van € 100 per jaar.

Page 44: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 21

10 september

2009

Brief Spant inzake

resultaat 2008/2009

Financieel resultaat 2008/2009 inclusief overzicht commerciële

voorstellingen

KplusV:

1. Door een symbolische huur van € 100 te vragen wordt niet

inzichtelijk gemaakt hoe hoog de totale kosten zijn die

voortkomen uit de instandhouding van theater De Boerderij.

Daarmee wordt deze instelling dus indirect gesubsidieerd.

Zonder dat dit gevolgen zou hebben voor de betreffende

organisatie had gekozen kunnen worden voor het in rekening

brengen van een markt-conforme huurprijs terwijl tegelijkertijd

de subsidie met hetzelfde bedrag werd verhoogd. Per saldo

geen wijziging in de gemeentebegroting maar wel meer

transparantie in de kosten van de gemeentelijke

voorzieningen

2. In de dossiers is pas vanaf het seizoen 2008-2009 een lijst

aanwezig met gebruikers die in aanmerking kwamen voor het

tarief niet-commercieel gebruik. Daarmee ontbrak het zicht op

de subsidiering (d.m.v. een lagere huur) van sociaal culturele-

en toneel- en muziekverenigingen en is er sprake van

indirecte subsidies.

3. In de beschikking is een nadere omschrijving van de

toepasbaarheid van een niet-commercieel tarief opgenomen.

De tekst: "In het algemeen bedraagt het sociaal culturele

tarief per activiteit ca. 50% van het commerciële tarief" wekt

de indruk dat er ook een andere tariefstelling mogelijk is.

Onduidelijk is of dat het geval is en hoe en voor wie dat dan

toegepast wordt.

4. Er zijn in de beschikbare documentatie geen afspraken

gevonden over prioritering tussen commerciële en niet-

commerciële activiteiten. Veronderstelbaar is dat daardoor

vanuit een exploitatie-belang van Spant! commerciële

activiteiten de voorrang krijgen. Overigens zijn in het

onderzoek geen bewijzen voor deze laatste uitspraak

aangetroffen.

G. THEATER GRAAF WICHMAN

010203

19 september

2000

Ambtelijk voorstel

Inzake start uitbetaling afgesproken prijssubsidie voor door de

gemeente Huizen aan te wijzen lokale verenigingen.

6 december 2004 Ambtelijk voorstel N.a.v. onderzoek van rekencommissie is gebleken dat de

invulling van de 40 avonden die de eigenaar moest realiseren

voor de 3 door de gemeente aangewezen verenigingen

(Ontwaakt, Prinses Irene en Huizer Komedie) niet wordt

waargemaakt.

10 december

2004

Besluit B&W Besluit 40 avonden tegen gereduceerd tarief open te stellen voor

bibliotheek, kunst- en cultuurcafé, eenmalige niet-commerciële

evenementen en scholen. Beoordeling of betreffende activiteit

past binnen doelstelling 'gereduceerd tarief door De Graaf

Wichman.

Page 45: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 22

11 mei 2010 Besluit B&W Contract met exploitant De Graaf Wichman wordt niet

voortgezet. Gemeente heeft geen invloed op welke organisaties

gebruik maken van gereduceerd tarief. Exploitant heeft

afgelopen jaren niet altijd verantwoording afgelegd over

toewijzing.

(NB. Toneelvereniging Ontwaakt en muziekvereniging Prinses

Irene worden vanaf 2011 op individuele basis gefaciliteerd voor

totaal maximaal 20 voorstellingen tegen een bedrag van max

€ 40.000 per jaar).

KplusV:

In periode 2004 -2010 heeft de gemeente geen invloed gehad op

gebruik gereduceerd tarief. Dat betekent dat organisaties

gesubsidieerd zijn die misschien volgens de gemeente normaal

gesproken niet voor subsidiering in aanmerking gekomen

zouden zijn. Omdat inzicht ontbreekt (door ontbreken opgave

van exploitant) kan er sprake zijn van verborgen subsidiering.

H. SCHOOL-ZWEMMEN

000372 Sportcentrum De Meent

KplusV:

Beoordeling op basis van gesprekken. De informatie daaruit is

opgenomen in de hoofdtekst (nauwelijks stukken in dossier).

I. VERHUUR

080323 Stichting Gebruikers

Dienstencentrum

23 mei 2008 Ambtelijk voorstel Voorstel inzake gebruik Dienstencentrum en relatie met Stichting

gebruikers dienstencentrum (SGD). Ambtelijk voorstel is om het

Dienstencentrum blijvend beschikbaar te stellen voor SGD en

voorziet in een 2-tal alternatieven voor vastleggen relatie tussen

gemeente en SGD:

1. O.b.v. een gebruiksovereenkomst het Dienstencentrum om

niet ter beschikking te stellen waarmee tevens de subsidiering

wordt beëindigd.

2. Voortzetten van een subsidie- en huurrelatie.

In verband met transparantie en inzichtelijkheid van de

gemeentelijke bijdrage aan instellingen wordt geadviseerd de

subsidierelatie en de huurrelatie te handhaven.

2 juni 2008 B&W-besluit College van B&W kiest voor gebruiksovereenkomst, zonder

nadere argumenten.

Page 46: Rekenkameronderzoek Indirecte subsidies Huizen

14 juni 2011

Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo

Pagina 23

24 november

2008

B&W-besluit College van B&W stemt in met gebruiksovereenkomst met SGD

inzake gebruik Dienstencentrum.

KplusV:

Het is bijzonder dat de bestaande transparante subsidierelatie en

huurrelatie met SGD wordt 'ingeruild' voor een gebruiks-

overeenkomst. Dit mede in relatie met het gemeentelijk beleid

om in het kader van alle vormen van gemeentelijke

ondersteuning iedere gemeentelijke bijdrage transparant te

presenteren.

Daarnaast is een gebruiksovereenkomst minder geschikt om

harde afspraken te maken over het gebruik van een gebouw en

de daarin te organiseren activiteiten in vergelijking met een

subsidiebeschikking.

In de dossiers ontbreekt zicht of de gemeenteraad expliciet op

de hoogte gebracht is van dit besluit. Wel is de aanhangende

begrotingswijziging behandeld in de raadsvergadering van 29-9-

08.

In de dossiers is geen bewijs aangetroffen voor uitvoering van de

motie van de gemeenteraad uit de begrotingsraad 2007 (oktober

2006) waarin gevraagd wordt aan de raad te rapporteren in

hoeverre de inhoud van de werkplannen 2008 e.v. van SDG nog

aansluiten op de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning

van ouderen.

060245 Verhuur Schokker 2

14 januari 2010 Brief aan de heer

M. Linders

De heer Linders (beeldend kunstenaar) krijgt van het college van

B&W toestemming voor het gebruik van de voormalige

peuterspeelzaal voor een periode van maximaal 1 jaar. Hij is

daarvoor geen huur verschuldigd en betaalt alleen voor de

nutsvoorzieningen.

KplusV:

Door geen huur te vragen voor het gebruik van de betreffende

accommodatie (overigens terecht vanuit het oogpunt van

toekomstige herontwikkeling van het betreffende gebied) is er

sprake van een indirecte financiële bijdrage aan de heer Linders.

Immers over het algemeen zal een beeldend kunstenaar voor

het pand dat voor uitoefening van het vak gebruikt wordt huur

moeten betalen.

10709 Verhuur Kotter 25

12 oktober 2009 B&W voorstel Het college van Burgemeester en Wethouders besluit de

Vereniging Vogelvreugd en de Voedselbank toestemming te geven

voor het gebruik van een leegstaand schoolgebouw. Beide

instellingen zijn daarvoor geen huur verschuldigd en betalen alleen

voor de nutsvoorzieningen.

KplusV:

Door geen huur te vragen voor het gebruik van de betreffende

accommodatie (overigens terecht vanuit het oogpunt van

toekomstige herontwikkeling van het betreffende gebied) is er

sprake van het indirect subsidiëren van beide organisaties.

Normaal gesproken zouden zij bij het gebruiken van een

accommodatie huur moeten betalen.