40
Dicht bij het werkveld opleiden Vlaggensysteem voor (ex-)Partnerrelaties Wat werkt wél bij de aanpak van eenzaamheid? MO VISIES Relatieblad voor het sociaal domein november 2016 * nummer 28 16 28 20 ARMOEDEBESTRIJDING ALS BUSINESSPLAN

Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Dicht bij het werkveld opleiden

Vlaggensysteem voor (ex-)Partnerrelaties

Wat werkt wél bij de aanpak van eenzaamheid?

MOVISIESRelatieblad voor het sociaal domein november 2016 * nummer 28

16 2820

ARMOEDEBESTRIJDING ALS BUSINESSPLAN

Page 2: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Cocreatie

‘Het is waarschijnlijker dat investeren in preventie veel humaner en goedkoper is.’ Dat zegt Christine Kuiper, adviseur bij Movisie in de kantlijn van het erg lezenswaardige interview over armoedebestrijding met Rutger Bregman. De vraag is dan natuurlijk hoe we dat voorko-men van armoede voor elkaar krijgen. Een belangrijke sleutel hiervoor is de samenwerking tussen instanties en mensen van vlees en bloed die betrokken zijn bij dit vraagstuk. En bij schulphulpverlening wordt nogal eens in de bekende valkuil getrapt dat we de zaak proberen op te lossen zonder bij de kern van het vraagstuk te geraken. Wat is het echte probleem? Je kunt iemand naar werk begeleiden maar dat zal niet gaan als een huisuitzetting dreigt vanwege huurachterstanden. Ik weet het, het klinkt bijna als een mantra: maar integraal werken in de wijk en samenwerken is dan toch echt het sleutelmotto. Samen uitvinden waar de belemmeringen zitten voor oplossingen. (Zitten regels in de weg, is het iets anders?). En dan slimme, beleidsoverstij-gende oplossingen bedenken én toepassen. Cocreatie noemen we dat tegenwoordig. Dat geldt voor armoedebestrijding én voor veel andere vraagstukken in ons domein. Op pag.30 staat een mooi voorbeeld van zo’n samenwerking. De provincie Limburg die partijen bij elkaar brengt en zorgt voor de broodnodige verbinding in het proces van de decentralisaties. 

Wat samenwerking los weet te maken, blijkt ook uit een publicatie waarvan de inkt nog maar net droog is. (Te laat om nog te bespreken in dit nummer): ‘Doen wat nodig is’, een publicatie van de Inclusieve Stad – de vrucht van eendrachtige samenwerking tussen vijf gemeen-ten en drie ministeries. De schrijvers tekenden niet alleen casussen op over frustraties bij sociaal werkers als gevolg van de knellende sys-teemwereld wanneer wezenlijke problemen van inwoners niet of niet voldoende worden opgelost. Nee, ze waren ook getuige van slimme oplossingen om buiten allerlei bureaucratische procedures inwoners een belangrijke stap verder te helpen. Uit de praktijk gegrepen: een analyse van honderd casussen uit de vijf gemeenten met kansen voor verbetering. Een prachtig staaltje van cocreatie en kennisdeling.

Yvonne van Mierlo, Raad van Bestuur Movisie

PS: Marijke Steenbergen, bestuurder bij Movisie, is vanwege ziekte afwezig. Yvonne van Mierlo, voorzitter van de Raad van Bestuur, neemt daarom het redactioneel van Marijke over.

Redactioneel

Mantelzorgondersteuning verbeteren

Wilt u als gemeente aan de slag met het verbeteren

van de ondersteuning van mantelzorgers? Gebruik dan

de Digimon Informele Zorg. Dit is een lokale monitor

die inzicht geeft in het ondersteuningsaanbod voor

mantelzorgers in een gemeente. U weet hierna hoe in

uw gemeente mantelzorgers ondersteund worden én u

heeft een monitoringsinstrument om de uitvoering van

uw beleid te volgen. Meer informatie over de monitor en

het adviestraject voor ondersteuning bij het doorvoeren

van verbeteringen vindt u op onze website.

Meer informatie: movisie.nl/tools

Werkt het, overbruggen van vooroordelen door kennismaking?De werkloosheid onder migrantenjongeren is hoog.

Het blijkt voor deze jongeren aanzienlijk moeilijker om

überhaupt voor een gesprek uitgenodigd te worden.

Voor een deel komt dat door de negatieve beeldvorming

onder werkgevers over hen.

Wat kan er nu toe bijdragen dat werkgevers een positie-

ver beeld ontwikkelen over migrantenjongeren? Er zijn

aanwijzingen dat persoonlijke kennismaking daarbij een

overbruggende rol kan spelen. Als migrantenjongeren

bijvoorbeeld een stage hebben gelopen bij een bedrijf en

een werkgever dus kennis met hen heeft kunnen maken,

hebben migrantenjongeren een even grote kans als

autochtone jongeren op een baan bij dat bedrijf.

Maar wat zegt de internationale onderzoeksliteratuur

hierover? Kennisplatform Integratie & Samenleving –

waarin Movisie en Verwey-Jonker Instituut samenwerken

– heeft dat in kaart gebracht in de publicatie “Over-

bruggen van vooroordelen door kennismaking”. Is er

onderbouwing te vinden voor het idee dat kennismaking

tussen werkgevers en migrantenjongeren vooroordelen

vermindert en migrantenjongeren een eerlijkere kans

geeft bij de selectie voor een baan? Het rapport besluit

met handzame adviezen voor de praktijk.

Meer informatie op: kis.nl/publicaties

2

Page 3: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

12Rutger Bregman over

armoedebestijding

Vluchtelingen en LHBT Wat te doen met verwarde

personen

De provincie als bruggenbouwerSuccesvol implementeren van

sociale vernieuwingen

Dementievriendelijk Nederland

4

22

7

24 30GEMEENTEN

15 En door! De implementatie van het VN-verdrag voor de rechten van mensen

met een beperking

18 Duurzaam integraal werken in de wijk

19 WIJ. Over de Bredase aanpak bij de veranderingen in het sociale domein

27 Hoe bereik je als wijkteam migrantengroepen?

35 Werken aan outcome. Hoe Diemen transformatiedialogen ontwikkelt.

DE PROFESSIONAL

8 Realityprogramma’s op tv: wat leveren ze op en wat voor beeld schetsen ze van

het sociaal werk

16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen

hun krachten

20 Naar een effectieve aanpak van eenzaamheid. Dus niet weer een ontmoetingsproject

23 Discodansen voor ouderen in het danspaleis

29 Hoe maak je van jouw aanpak een effectieve sociale interventie?

In dit nummer

Over Movisie op Twitter

@Movisie het eerste exemplaar van

#armoedeschuldennederlanduit is

overhandigd tijdens #dagvandearmoede

#RoSa #Rotterdam

@Cultuurweb bij #SocialArtLab2016.

Nu over duurzaam financieren. ‘It’s not

a businesscase, it’s a love affair’. Kom

maar door met de ideeën! @Movisie

Mooi bezoek @SociaalWerkNL aan St

Welzijn Alblasserdam met @minVWs

@VGN @Movisie leidt tot nieuwe ideeën

en samenwerking #transformatie

3

Page 4: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

4

Page 5: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Wie is Rutger Bregman?

Rutger Bregman is historicus en als journalist verbonden aan De Correspondent. Hij

publiceerde over uiteenlopende onderwerpen als het belang van utopisch denken,

economische ongelijkheid en vooruitgang in de geschiedenis. Bregman schreef boeken

als ‘Met de kennis van toen’ (2012), ‘Gratis geld voor iedereen’ (2014) en ‘Waarom

vuilnismannen meer verdienen dan bankiers’ (2015).

Rutger Bregman live zienKom ook 1 december 2016 naar het ‘Nationaal Laboratorium Armoede en Schulden

Nederland uit’ in Amsterdam. Op deze dag gaan we in verschillende labs met elkaar

aan de slag met innovaties in armoede en schulden. Thema’s: overheidssturing vanuit

vertrouwen, benutten ervaringsdeskundigheid, sociale incasso, sociale fondsen en nog

veel meer. Een initiatief van Eropaf!, Movisie en Publieke Versnellers. Aanmelden

via eropaf.nl.

Rutger Bregman noemt het fascinerend om te zien hoe snel het idee van een basisinkomen de wereld veroverd heeft. ‘Ik hou me er nog maar drie jaar mee bezig, daarvoor had ik geen idee wat het was. Ik pleitte ervoor minder te gaan werken, zodat er meer tijd is voor onbetaald werk en voor elkaar zorgen. Toen was mijn gedachte: Wat zou er gebeuren als je mensen gewoon geld geeft, gratis geld? Ik ging op zoek en kwam erachter dat mensen niet stoppen met werken, maar dat ze meer onbetaald werk doen.’

Bregman ziet het basisinkomen niet als een kant-en-klaar recept dat ‘pats boem’ ingevoerd kan worden, maar als een denkrichting. ‘Het basisinkomen gaat ten diepste uit van een andere filosofie van herverdeling. Het gaat ervan uit dat het overgrote deel van onze welvaart niet door onszelf is gecreëerd maar een gift is uit het verleden. Onze grootste welvaart komt van technologieën, instituties, taal en gebou-wen. Dat is dus een gift die ons in de schoot is geworpen – en een gift moet je eerlijk verdelen. Een basisinkomen is dus een dividend van de vooruitgang.’

Plan van NixonEerder ontdekte Bregman dat er in de Verenigde Staten en Canada in de jaren ’70 met succes experimenten zijn gedaan met

het basisinkomen. ‘Allerlei mensen van links tot rechts dachten dat het basisinko-men eigenlijk onvermijdelijk was. President Nixon heeft zelfs een bescheiden basisin-komen voorgesteld, die wet is twee keer door het Congres gekomen. De Senaat hield de voorstellen vervolgens tegen omdat de Democraten vonden dat het basisinkomen niet hoog genoeg was.’

‘De initiatiefnemers waren vooral geïnte-resseerd in de vraag: stoppen mensen met werken? Ze ontdekten twee dingen. Het bleek dat kostwinners nauwelijks minder gingen werken. De ‘secondary earners’, degenen die een beetje inkomen erbij sprokkelden, gingen wel een paar procent

minder werken. Bijvoorbeeld vrouwen die meer aandacht aan de opvoeding gingen besteden of jongeren die langer naar school gingen. Bovendien leken de echtschei-dingscijfers te exploderen. Bij het experi-ment in Seattle leken de echtscheidings-cijfers zelfs met vijftig procent omhoog te gaan. Vooral conservatieve republikeinen schrokken hiervan en keerden zich daarom tegen het basisinkomen. Later bleek er sprake van een statistische fout.’

Solidariteit?Hoe effectief inkomenssteun kan zijn, bleek al uit de effecten van het Ameri-kaanse Mothers Pension – een kleine uitkering voor alleenstaande moeders –in

Armoedebestrijding is gewoon een goed businessplanCorrespondent-journalist Rutger Bregman is een van de meest

invloedrijke pleitbezorgers van het basisinkomen in Nederland.

In Movisies vertelt hij over het nut van armoedebestrijding, de

kosten en de opbrengsten.

Rutger Bregman:

Bregman: ‘Een basisinkomen is een dividend

van de vooruitgang.’

5

Page 6: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Het kost 2 tot 3 miljard om

armoede uit te roeien.

Dat is een koopje

het begin van de 20e eeuw. Onderzoekers constateerden een gezondheidseffect dat één of twee generaties later nog te zien was. Bregman: ‘Op basis van data uit het Amerikaanse leger bleek dat kinderen van wie de moeder het Mothers Pension had ontvangen een jaar langer leefden dan de groep die dat niet had gehad. Dat zijn vrij forse effecten als je bedenkt dat het pensioen maar een kleine uitkering was.

Movisie en armoede Sinds de economische crisis is de (financiële) armoede in Nederland met ruim een

derde gegroeid. Ruim de helft van de totale groep die leeft onder de armoedegrens is

langdurig arm: drie jaar of langer. Dat zijn 600.000 Nederlanders. Armoede is geen los

probleem, het beïnvloedt vele andere levensdomeinen. Daarom zet Movisie zich in om

kennis te ontwikkelen bij de aanpak van armoede en schulden.

Uit onderzoek weten we dat armoede samengaat met slechte fysieke en psychische

gezondheid, waaronder stress, depressies, chronische aandoeningen, een lagere

levenstevredenheid en een kortere levensduur. Kinderen blijken op school slechter te

presteren, overtreden vaker de regels en zijn onzeker door de schaamte die armoede

met zich meebrengt. Recent inzicht is dat schaarste in financiën ook leidt tot ineffectief

gedrag zoals onzorgvuldigheid, afwezigheid en het maken van fouten. Het IQ neemt

met zo’n dertien punten af.

Christine Kuiper is adviseur Transformatie Armoede en Schulden bij Movisie: ‘Een effec-

tief armoedebeleid gaat uit van werken vanuit empowerment. Empowerment is niet één

doel of één methodiek, maar een richtinggevend denk- en handelingskader. Dat zien

we bij ook verschillende projecten die Movisie uitvoert, zoals het motiveren en activeren

van gebruikers van de voedselbank (zie ook pagina 10 en 14, red.). Met empowerment

alleen zijn we er natuurlijk nog niet. Het helpt mensen in armoede wel om anders en

constructiever met hun situatie om te gaan. Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat het

besef groeit dat een gezin met ernstige schulden de samenleving € 100.000 per jaar

kost. Het is waarschijnlijker dat investeren in preventie veel goedkoper en humaner is.’

Kennisproducten over armoedeNieuw: het magazine ‘Armoede en Schulden

Nederland’. Een tijdschrift vol interviews met

Rutger Bregman, Roeland van Geuns, Nadja

Jungman en Tine van Regenmortel. Inclusief

artikelen over ervaringsdeskundigheid, sociale

incasso en vernieuwende praktijken zoals de

sociale supermarkt. Bestel een exemplaar voor

€ 14,95 via movisie.nl.

Een overzicht van werkzame elementen bij

de aanpak van armoede is te vinden in ‘Wat

werkt bij de aanpak van armoede’. In dit

dossier wordt antwoord gegeven op de vraag

wat overheden, professionals en burgers zelf

kunnen doen om armoede op een succesvolle

wijze te voorkomen en aan te pakken. Kijk op

movisie.nl/weten-wat-werkt.

In mijn boek hamer ik dan ook op het gegeven dat sociale zekerheid geen kwestie van liefdadigheid is. Mijn stelling is dat we dit niet zozeer moeten willen vanuit solidariteit, maar vooral omdat het een goed businessplan is.’

‘Ik denk dat dit het einde is van het denken in termen van solidariteit. Solidariteit gaat ervan uit dat er een groep is van makers

en een groep van nemers, oftewel aan de een ene kant de harde werkers en aan de andere kant de groep die daarop teert. Dit is zowel het klassiek liberale als het klassiek sociaaldemocratische denken. Dat gaat ervan uit dat als het goed gaat met mij, ik jou wel even wil helpen. En omgekeerd ga ik ervan uit dat jij mij gaat helpen, als het even slecht gaat met mij. Het basisinkomen is juist een gift uit het verleden die we eerlijk proberen te verdelen.’

KoopjeEconoom Raymond Gradus betoogt dat het basisinkomen onbetaalbaar is. Een basisinkomen van 1.000 euro per maand zou de staat 200 miljard euro kosten. ‘Die 200 miljard is een volkomen opgeblazen bedrag. We moeten niet naar de bruto- maar naar de netto-kosten kijken. Veel mensen zullen een basisinkomen krijgen, maar evenveel extra belastingen moeten betalen. Voor hen verandert er niks. En dus moet je vooral kijken wat het kost om de armoede uit te roeien – we hebben het immers over een vloer in de inkomens-verdeling. De kosten daarvan zijn door het Sociaal en Cultureel Planbureau becijferd op € 2 tot € 3 miljard. Dat is slechts 0,3 procent van het bruto binnenlands product. Een koopje.’

Dit interview verschijnt in zijn geheel in het magazine ‘Armoede en Schulden Nederland uit!’ dat door Eropaf! en Movisie is uitgebracht (zie kader Movisie en armoede).

Meer informatie: Christine Kuiper ([email protected] of 030 789 21 03).

6

Page 7: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Het aanjaagteam Verwarde Personen is een

project van het ministerie van VWS, het minis-

terie van V en J en de VNG. Er zitten mensen

in van de politie, het OM, de ggz, cliënten- en

familieorganisaties, zorgverzekeraar en de

gemeente. Liesbeth Spies, burgemeester van

Alphen aan den Rijn, was voorzitter van het

team. Spies: ‘Ons vertrekpunt? De mensen

zelf. Iedere vergadering startten we daarom

met een ervaringsverhaal. Zo spraken we een

moeder van een ernstig verwarde zoon. Die

vrouw weet waar ze het over heeft. Dat zet de

toon in de vergadering.’

AdviezenHet aanjaagteam adviseert om personen met

verward gedrag altijd centraal te stellen. Het

team geeft negen bouwstenen waarmee

gemeenten en haar partners een sluitende

aanpak kunnen vormen. De eerste bouw-

steen gaat over de inbreng van mensen met

verward gedrag en hun omgeving. Spies: ‘Er

is veel kennis en kunde onder ervaringsdes-

kundigen en familie maar daar wordt nog

weinig gebruik van gemaakt. De vraag is:

hoe betrek je hen bij het maken van beleid?’

De tweede bouwsteen gaat over preventie,

de derde over vroegtijdig signaleren. ‘In

de aanpak van deze problematiek wil je

escalatie voor zijn’, aldus Spies. ‘Als mensen

hun leven op orde hebben, raken ze minder

snel uit balans. Preventie is dus belangrijk.

Als er iets verschuift in de balans moet je

daar vroeg bij zijn.’

In 2014 bracht een psychiatrisch

patiënt oud-minister Els Borst

om het leven. Deze dramatische

gebeurtenis maakte opnieuw

duidelijk hoe belangrijk de

samenwerking is tussen zorg,

hulpverlening, politie en justitie.

Het aanjaagteam Verwarde

Personen dat daarvoor is

ingesteld, rondde eind september

haar werk af. De bal ligt nu bij

gemeenten en partners om te

zorgen voor een sluitende aanpak.

Knelpunten zijn de vele betrokken organisa-

ties en de verschillende geldstromen. Daarom

hebben de mensen uit het aanjaagteam

verschillende achtergronden. Spies: ‘Een

uitspraak van een moeder met een kind met

verward gedrag bleef ons als aanjaagteam

steeds bij. Zij zei: ‘Iedereen weet precies waar

zijn eigen verantwoordelijkheid ophoudt.’

‘Het gaat erom dat mensen mee kunnen

doen om te voorkomen dat ze alleen komen

te staan. Je wilt dat hun omgeving aan de bel

kan trekken als mensen zich gaan terugtrek-

ken. Dat betekent dat professionals goed op

de hoogte zijn en goed samenwerken. We

willen bijvoorbeeld voorkomen dat mensen

na een korte opname terugkomen in de wijk

zonder dat het wijkteam er vanaf weet.’

Voor Movisie houdt het onderwerp niet op

nu het aanjaagteam haar taak heeft neerge-

legd. In verschillende programma’s is er aan-

dacht voor. Van Bergen: ‘We werken samen

met diverse kennisinstituten om de kennis

over nieuwe doelgroepen, zoals mensen met

ggz-problematiek, in de wijken te vergroten

en om de lokale samenwerkingsverbanden

van ggz, het sociaal domein en ervaringsdes-

kundigen te versterken. We beschrijven en

verspreiden de goede voorbeelden, bundelen

lokale kennis en organiseren bijeenkomsten

voor professionals, samen met de VNG.’

Meer informatie: Anne-Marie van Bergen

([email protected] of 030 789 20 67).

Kijk voor de negen bouwstenen en vele

praktijkvoorbeelden op: aanjaagteam.nl.

Bouwstenen voor gemeenten

Wat te doen met verwarde personen?

Betrek ervaringsdeskundigen

bij het maken van beleid

Dan vallen mensen tussen wal en schip en

dat is precies wat we niet willen. We moeten

over grenzen van domeinen heen kijken,

samen gaan voor een oplossing en zorgen

dat professionals gesteund worden door hun

bestuurders om zo te werken.’

MovisieMovisie maakte deel uit van het kernteam

achter het aanjaagteam en verzamelde alle

kennis. Anne-Marie van Bergen van Movisie: 7

Page 8: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Wat werkt op tv: kijkje achter de schermen

Een dubbeltje op z’n kant, Verslaafd, Vier handen op één buik…

Je kunt de televisie niet aanzetten of je treft een realityprogramma

aan. Leveren die programma’s inderdaad iets op? En wat voor

beeld schetsen ze van het sociaal werk? Movisies nam een kijkje

achter de schermen.

8

Page 9: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

mooi meegenomen met zoveel kijkers. De vraag is alleen of mensen wel de juiste hulp vinden door deze programma’s. En daar ondersteunen wij in: door aan te geven welke effectieve interventies uit onze databank aansluiten bij de problematiek in de programma’s. Die problematiek proberen we te koppelen aan werkzame producten van Movisie.’

Meer informatie: Petra van Leeuwen ([email protected] of 030 789 20 71).

De artikelenserie ‘Wat werkt op tv’ is een samenwerking van Movisie en Zorg +Welzijn, geschreven door Alexandra Sweers van Nieuwsmakers. Je vindt de artikelen op zorgwelzijn.nl en movisie.nl.

Natasha Froger is presentatrice van

realityprogramma’s. Maar werkt het ook?

Realityprogramma’s

bagatelliseren de kwaliteit van

het sociaal werk

Tips van Delft voor ElkaarMelissa Jansen heeft door de grote

aandacht voor Delft’s Buitenhof veel

ervaring opgedaan met het omgaan

met de media. ‘Het is lastig, tv draait

vaak om sensatie. Programmamakers

weten heel goed wat ze willen. Bedenk

als organisatie van tevoren: komt dit

mijn doelgroep of profijtgroep ten

goede? Wat bereiken we ermee? Het is

belangrijk dat je weet hoe om te gaan

met media. Je moet kwijt kunnen wat

je kwijt wilt, op de manier waarop je

het zelf kwijt wilt. Wees positief, niet

reactief. Bepaal zelf de agenda als

welzijnsorganisatie. En laat het niet

bepalen door incidenten. Wil je sociaal

werkers gebruik laten maken van

social media om hun zichtbaarheid te

vergroten? Prima. Maar maak hier wel

duidelijke afspraken over.’

Met de billen bloot voor heel Nederland? Als de nood hoog is, blijken genoeg mensen ervoor te kiezen. Petra van Leeuwen, senior adviseur Vakmanschap en trainer bij Movisie, stoorde zich mate-loos aan het programma ‘Vier handen op een buik’. In dit programma worden jon-geren gevolgd en begeleid door een BN’er. ‘Ze doen heel veel dingen goed, maar er wordt alleen gewezen op dingen die fout gaan. Tenenkrommend.’ Toen zij haar ergernis uitte op Twitter, kreeg ze bijval. En zo ontstond, als positieve tegenreactie, de artikelenserie ‘Wat werkt op tv’.

BN’ers als sociaal werker?Van Leeuwen: ‘Tijdens het kijken naar Vier handen op een buik vroeg ik me af of elke BN’er mensen in een lastige situatie zomaar kan begeleiden. En wat zegt dat over het sociaal werk? Het leek me goed om de discussie over deze programma’s op gang te brengen en zo de meerwaarde van sociaal werk te agenderen.’ In de artikelenreeks ‘Wat werkt op tv’ worden de realitypro-gramma’s bekeken door professionals en experts uit het veld. Zij geven hun mening over de aanpak in het programma. Hoe is het beeld dat geschetst wordt? Is dat reëel of sensatiebelust? Is het een quick fix of schuilt er ook kracht in die programma’s?

Pure sensatieDankzij welzijnsorganisatie Participe Delft kwam de dialoog flink op gang. Participe Delft was het niet eens met de manier waarop de Delftse wijk Buitenhof werd neergezet, zowel in de aflevering van ‘Danny zoekt problemen’ als in het daarvan afgeleide artikel ‘Wat werkt op tv’. Volgens Melissa Jansen, directrice van Participe Delft, moet de vraag niet zijn of en hoe de case wordt opgelost in de pro-gramma’s. Zij zou graag zien dat er vanuit communicatie-experts gereageerd wordt op de rol van de sociaal werkers in de pro-gramma’s. Komen zij goed uit de verf? ‘Het is een mediaweergave van het welzijns-werk. Het moet niet draaien om aannames of voor de hand liggende conclusies over de oppervlakkigheid van de programma’s. Als je welzijnswerk wilt promoten, haal dan op z’n minst achtergrondinformatie op bij de betrokkenen. Dit soort realityprogramma’s kan de kwaliteit van het sociaal werk bagatelliseren. Ingewikkelde zaken worden eenvoudig gemaakt zodat het in het tijdsbestek van het programma past. En de weergave berust vaak op pure sensatie.’

Naar de juiste hulp‘En dat is precies het pijnpunt dat we bloot willen leggen met ‘Wat werkt op tv’. Zijn realityprogramma’s echt alleen sensatie? Of brengen ze ook iets positiefs teweeg? Er is natuurlijk veel verschil tussen de program-ma’s onderling.’, aldus Van Leeuwen. ‘Maar ze nemen een bepaalde verantwoorde-lijkheid op zich door belangrijke thema’s te agenderen. Als de programma’s helpen om taboes te doorbreken en het collectief bewustzijn aan te wakkeren, dan is dat

9

Page 10: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

ONS RESULTAATWij geloven dat problemen makkelijker zijn aan te pakken met een

volle maag. Maar dan moet je wel eerst eten hebben. Daar zorgt

Wim Zomer voor, vrijwilliger bij de voedselbank in Amersfoort. hij

volgde bij Movisie een training om gebruikers van de voedselbank

te helpen iets aan hun eigen situatie te veranderen. Zo hielp Wim

onlangs nog een jonge vrouw door simpelweg het gesprek met haar

aan te gaan. Hij gaf haar naast eten, ook vertrouwen. Nu is ze vol

goede moed op zoek naar een baan om zelf brood op de plank te

krijgen. En dat is een resultaat waar wij trots op zijn.

Lees het volledige verhaal van Wim op pagina 14 > 10

Page 11: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

ONS RESULTAAT

Waarom is er nog geen gebruikers-

vriendelijke allround regeltool? vroegen

Michiel Wismans en Hans de Werd zich

af. De twee mannen hebben jarenlange

ervaring bij zorgorganisaties, gemeenten,

ICT-bedrijven en grote commerciële

organisaties en zochten naar een tool die

netwerken verbindt en mensen helpt om

orde op zaken te brengen. Zo is Nettie

ontstaan.

RegeltanteNettie is hét digitale antwoord op de

participatiemaatschappij. Deze regeltool

laat privénetwerken beter samenwerken

met bijvoorbeeld zorgorganisaties,

scholen, gemeenten en sportclubs. Zo

wordt het (zelf)organiserend vermogen

Sociale apps in de spotlight

Zoals alles in het leven heeft sociale technologie voor- en nadelen.

Het is aan de gebruiker om van de voordelen te profiteren en de

nadelen te minimaliseren. Daarom bespreken we in Movisies apps

die een waardevolle bijdrage leveren aan het sociale domein.

Deze keer: Nettie.

van professionals en organisaties

vergroot. Gemeenten en zorginstellingen

kunnen Nettie tegen betaling opnemen

in hun participatietoolkit. Door de

app aan te bieden, wordt de hulp- en

dienstverlening versterkt. De app is

participatiesamenlevingsproof: niemand valt

buiten de boot. Nettie is als app namelijk

gratis te gebruiken door cliënten en

daarmee voor iedereen toegankelijk.

Hoe werkt Nettie?Met Nettie kun je contacten uitnodigen om

een groep te starten waarin je activiteiten

kunt plannen, met het agendaoverzicht zie

je snel wie wat wanneer moet doen. Er zit

een chatfunctie bij om te overleggen.

Nettie ondersteunt mensen die hulp nodig

hebben door bijvoorbeeld het privénetwerk

te activeren, de cliënt en zijn netwerk de

regie te geven, maar ook door mantelzor-

gers en zorgprofessionals beter te laten

samenwerken.

Meer weten? Kijk op nettie.nu of stuur een

mail naar [email protected].

Nu ook huiselijk geweld op Monitor kindermishandelingDe Monitor Aanpak Kindermishandeling is uitgebreid met de

aanpak van huiselijk geweld. De monitor ondersteunt inmiddels 200

gemeenten bij het opstellen van integraal beleid voor huiselijk geweld

en kindermishandeling.

De monitor bevat cijfers op gemeenteniveau over huiselijk geweld, het aantal betrokken kinderen, de aard van de mishandeling, de herkomst van de meldingen en wat daarmee is gebeurd. De cijfers kunnen gemeenten gebruiken om ontwikkelingen te volgen, eigen beleid in kaart te brengen en bij te sturen. Gemeenten die deelnemen, vullen een vragenlijst in op basis van negentien indicatoren, zoals het trainen

Nettie: een regeltool

van professionals in het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling. Uit de antwoorden wordt zichtbaar wat een gemeente al bereikt heeft en wat beter kan.

Het Nederlands Jeugdinstituut biedt de Monitor Aanpak Kindermishandeling kosteloos aan sinds 2014. Movisie heeft meegewerkt aan de uitbreiding over huiselijk geweld.

Maakt jouw gemeente nog geen gebruik van de Monitor? Aanmelden kan op makhg.nl.

Meer informatie: Saskia Daru ([email protected] of 030 789 20 49). 11

Page 12: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

LHBT’s vormen een van de meest kwetsbare

en geïsoleerde groepen onder vluchtelingen.

Vorig jaar werd de alarmbel geluid: LHBT’s

kregen te maken met pesterijen, dreigemen-

ten en fysiek geweld door andere vluchtelin-

gen. Minister Jet Bussemaker kwam met een

oplossing: voorlichting over LHBT op asielzoe-

kerscentra. Nu de mediastorm is gaan liggen,

maakt Movisie de balans op. Heeft voorlich-

ting eigenlijk wel het gewenste effect?

Wat werktHanneke Felten, onderzoeker en projectlei-

der bij Movisie:‘ Ik hoorde een ambtenaar

zeggen over de voorlichtingsbijeenkomsten:

‘Baad het niet, dan schaadt het niet.’ Maar

dat klopt niet. Als je het niet goed aanpakt,

kan voorlichting wel degelijk een averechts

effect hebben.’ Als voorbeeld noemt ze

een dialoogbijeenkomst waarin iedereen

de ruimte krijgt om zijn of haar mening te

Vluchtelingen en LHBT

Voorlichting kan een averechts effect hebbenVier jaar geleden vluchtte Ali uit Iran omdat hij daar als homoseksueel

geen leven had. Die eerste tijd in Nederland was zwaar. ‘Ik had in Iran

geleerd dat ik mijn best moest doen om niet te worden ontdekt als

homoseksueel. Ik had het gevoel dat ik helemaal alleen was, dat ik

alles zelf moest regelen.’

geven. ‘Mensen hechten veel waarde aan

sociale normen. Als ze horen dat andere

mensen uit hun groep zich negatief uitlaten

over LHBT, dan versterkt dat hun eigen

negatieve houding.’

Felten hield verschillende voorlichtingsmetho-

dieken tegen het licht. ‘Wat werkt op scholen,

werkt niet noodzakelijkerwijs bij vluchtelin-

gen. Vluchtelingen vormen een diverse groep

met verschillende culturele achtergronden.

Een aanpak moet dus intercultureel en

universeel zijn.’ Ook het moment waarop je

de voorlichting geeft, blijkt belangrijk. Felten:

‘Voor mensen met een kop vol zorgen is het

veel moeilijker zich in te leven in een ander.

Het is dus maar de vraag of voorlichting in

een noodopvang kan werken. Daar hebben

mensen heel andere prioriteiten. Je moet

goed nadenken in welke fase van de asielpro-

cedure je voorlichting aanbiedt.’

Epsilon-projectVoorlichting over LHBT kan, mits goed uitge-

voerd, zeker de acceptatie door vluchtelingen

vergroten, concludeert Felten. Maar het moet

niet verward worden met de ondersteuning

van LHBT-asielzoekers, vindt zij. ‘Dat is een heel

ander traject met een andere doelstelling.’ Met

dat traject houdt Jolanda Elferink zich bezig bij

Movisie. Zij is adviseur inclusie en diversiteit.

Samen met instituten uit Italië, Griekenland en

Cyprus zette zij het Epsilon-project op. Bij het

Europese Erasmus+ fonds deden ze een sub-

sidieaanvraag om een trainingsprogramma te

ontwikkelen voor professionals en vrijwilligers

die met vluchtelingen werken. Een deel van

het trainingsprogramma wordt als e-learning

aangeboden, om ook mensen buiten de deel-

nemende landen te bereiken.

De onderzoeksfase is inmiddels van start.

‘We onderzoeken eerst welke trainings-

methodes al ontwikkeld zijn en wat werkt’,

vertelt Elferink. De training is gericht op

medewerkers van het COA, de IND, sociale

wijkteams, Vluchtelingenwerk en migran-

tenorganisaties. Elferink: ‘We willen meer

bewustwording van de specifieke problemen

waar LHBT-vluchtelingen tegenaan lopen.

Hoe signaleer je deze problemen en hoe kan

je LHBT-vluchtelingen daarin ondersteunen?’

Luisterend oorHeleen van Dijke heeft daar als casemanager

bij het COA in Amsterdam veel ervaring mee.

Ze is op haar locatie LHBT-contactpersoon en

Meer lezen?Speciaal voor professionals en

vrijwilligers die werken met vluchtelin-

gen publiceert Movisie een praktische

handreiking over LHBT, met feiten,

verhalen en goede voorbeelden. De

handreiking is te downloaden op

movisie.nl/publicaties.

Het onderzoek van Hanneke Felten

verschijnt eind oktober op deze

website.

Ga samen in gesprek, bied een luisterend oor

en denk mee.

12

Page 13: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

lid van de landelijke LHBT-werkgroep. ‘Een

fout die ik vaak bij collega’s zie, is dat ze

alle LHBT’s over een kam scheren. Je moet

juist blijven vragen wat iemand zelf wil.

Wil iemand graag op een gang met andere

LHBT’s? Of juist liever onopgemerkt blijven?

Dat is voor iedereen anders.’ Het allerbelang-

rijkste is volgens Van Dijke dat je mensen een

luisterend oor biedt en met ze meedenkt. ‘Na

een gesprek vertelde een transgender me:

‘Wat fijn, ik heb een uur mezelf kunnen zijn.’

Meer informatie: Hanneke Felten

([email protected] of 06 5544 06 54)

of Jolanda Elferink ([email protected] of

030 789 20 63).

Noot van de redactie: De naam Ali is een pseudoniem, om hem

en zijn familie niet in gevaar te brengen.

Wel doen •LHBT koppelen aan rechtvaardigheid en zorg voor een ander. •Bijeenkomsten tot een prettige ervaring maken. Bijvoorbeeld met mooie muziek en

lekker eten. •Ervaringsverhalen met veel emotie inzetten.

Niet doen •Zeggen dat steeds meer mensen negatief denken over LHBT.•Mensen verplichten om tegen hun zin naar een voorlichtingsbijeenkomst te gaan.•Benoemen dat het doel van de voorlichting is om acceptatie van LHBT te vergroten.

Steun en adviesAli is bestuurslid bij de LGBT Asylum Support Group. Deze groep komt op voor de rechten van LHBT-vluchtelingen en biedt ondersteuning bij praktische zaken. ‘Het is lastig om voor je rechten op te komen als je de Nederlandse taal en cultuur nog niet kent.’

Meer informatie: lgbtasylumsupport.nl

Zo geef je goede voorlichting

13

Page 14: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Aan ruim 300 gezinnen deelt hij wekelijks voedsel uit. Wim Zomer

(62 jaar) is sinds twee jaar vrijwilliger bij de voedselbank in

Amersfoort. Hij volgde bij Movisie een training om de klanten van

de voedselbank te motiveren en activeren. We vragen hem naar de

impact van deze training.

‘ Ik heb nu meer aandacht voor de klant van de voedselbank’

zouden worden om vervolgens de gebruikers

van de voedselbank te activeren om iets te

doen aan hun situatie. Die training is heel

enthousiast ontvangen, zowel door mezelf

als door mijn collega’s. Behalve dat we

genoten van de aandacht voor ons werk als

vrijwilliger, hadden we tijdens de training

de tijd om even stil te staan: waarom doe

je dit nu met z’n allen? Enorm waardevol

voor onze eigen motivatie! Daarnaast

oefenden we gesprektechnieken zoals LSD

(Luisteren, Spreken en Doorvragen). Na de

twee trainingen zijn we in eigen beheer

nog met z’n allen bij elkaar gekomen om

gesprekstechnieken te oefenen. Dat zegt wel

wat over ons enthousiasme.’

Wat heb je van de training geleerd?‘De training heeft mij geholpen om meer

aandacht voor de klant te hebben en

letterlijk ook meer tijd voor iemand te

nemen. Onlangs sprak ik een jonge vrouw

aan. De vrouw zag er heel doorsnee uit, je

zou op geen enkele manier de associatie

gelegd hebben met de voedselbank. Na de

training besloot ik om haar aan te spreken.

“Misschien een gekke vraag, maar mag ik

Wat doe jij als vrijwilliger bij de voedselbank? ‘Ik ben coördinator van het uitdeelproces.

Twee keer per week delen wij voedsel uit

aan onze klanten. Vijftien vrijwilligers zijn

betrokken bij het uitdelen. Ik zorg ervoor

dat die mensen op de juiste plek staan, dat

ze weten wat ze moeten uitdelen en dat

het gehele proces soepel verloopt voor onze

klanten. Ik werk er 2,5 dag per week. Eén

dag gebruik ik om alles voor te bereiden.

Hebben we genoeg voor iedereen? Als dat

niet zo is, dan hebben we nog de tijd om

wat bij te bestellen.’

Een vrij intensieve vrijwilligersbaan.‘Ik vind het ook geweldig leuk werk! Bij

stichting Voedsel Focus Amersfoort, zoals

de voedselbank officieel heet, werken ruim

honderd vrijwilligers van allerlei rangen

en standen. Je voelt dat mensen intrinsiek

gemotiveerd zijn om dit werk te doen.’

Waarom heb jij de training ‘Motiverende gespreksvoering’ gevolgd?‘Movisie benaderde onze algemeen coördi-

nator voor het project ‘Wat aandacht krijgt

dat groeit’. Het idee was dat wij getraind

u misschien vragen hoe u hier terecht ben

gekomen?” Ze begon meteen haar verhaal

te vertellen, hoe ze door faillissement en

psychische problemen van haar man in no time onder de armoedegrens terecht kwam.

Vaak heb je een stereotiepe beeld van

mensen die bij de voedselbanken komen. De

samenleving denkt vaak dat het profiteurs of

allochtonen zijn die niet willen werken. Als ik al zo’n gedachte had gehad, ben ik door

haar verhaal daar helemaal van af. Je kunt

het gewoon aan de buitenkant niet zien.’

En hoe heb jij haar daarmee geholpen?‘Veel mensen die bij de voedselbank komen,

hebben een minderwaardigheidsgevoel. Ze

geloven er zelf niet meer in. Zijn ze bijna uit

de shit staat er ineens weer een deurwaarder

op de stoep. Ik merkte aan die jonge vrouw

dat ze mijn interesse waardeerde. Dat

ze gehoord werd in een stukje verdriet.

Door dat gesprek werd haar relatie met de

voedselbank ook gewoon anders, eventuele

schaamte om over moeilijke dingen te praten

verdween. Later vertelde ze me dat de

aandacht die ze bij de voedselbank zo warm

en heilzaam vindt, dat ze nu in haar situatie

het zelfs fijn vindt om hier te zijn. Ze doet nu

ook weer hard haar best om aan een baan

te komen.’

Meer informatie: Els Hofman, ([email protected] of 030 789 20 25) Kijk voor meer verhalen over onze impact op www.poweredbymovisie.nl.14

Page 15: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Wat doet u als kwartiermaker?‘Mijn functie is tweeledig. Ik ga in kaart brengen hoe we het verdrag in de praktijk goed kunnen invoeren, zodat we een vlie-gende start kunnen maken. En ik wil een agenda opstellen met onderwerpen die we als eerste moeten regelen. Ik doe dat samen met een zogenoemd bestuurlijk overleg - vertegenwoordigers van gemeenten en het bedrijfsleven. Mijn taak kent een korte loop-tijd, zoals het bij een kwartiermaker hoort: mijn opdracht duurt tot begin volgend jaar.’

Hoe pakt u dit aan?‘In de aanloop naar mijn werk als kwar-tiermaker heb ik met de nodige mensen gesproken. Maatschappelijke organisaties, gemeenten, bedrijven en de politiek. De teneur die ik eruit haal, is duidelijk: ‘Mooi die ratificatie maar we moeten nu echt aan

Mooi die ratificatie, maar nu aan de slagCo Engberts is door staats-

secretaris Van Rijn van VWS

per 1 juli 2016 benoemd

tot kwartiermaker voor de

implementatie van het VN-verdrag

voor de rechten van mensen met

een beperking.

we misschien vooral met een fysieke handicap. Maar het verdrag gaat over meer en dat verplicht gemeenten, bedrijven en organisaties ook tot meer. Bijvoorbeeld tot het nemen van maatregelen die allerlei drempels slechten voor mensen met bijvoorbeeld een psychische beperking. Die grote reikwijdte maakt het juist leuker want het gaat over alles. En het maakt ook dat de bewustwording die nodig is om dingen te bereiken meer gewicht krijgt.’

Wat kunnen anderen doen?‘Het bestuurlijk overleg zie ik nadrukkelijk niet als een ‘stand alone’ functionerende groep. Ik zal me met ideeën laten voeden door maatschappelijke organisaties, belangenorganisaties en kennisinstituten

als Movisie. Ik verwacht dat over de inspanningen van gemeenten, organisaties en bedrijven getwist wordt. Want welke aanpassingen die de toegankelijkheid vergroten zijn redelijk en billijk? Dat zal de praktijk moeten uitwijzen. En uiteindelijk is er, als dat echt nodig is, de rechter om te beslissen. Dat geeft helderheid. Er zal komende tijd vast jurisprudentie ontstaan.’

Operationeel is zijn werk opgetuigd met een klein bureau. Maar Engberts waakt voor de verkeerde beeldvorming en verwachtingen. ‘Er is geen groot instituut opgericht. Dat is ook niet nodig, er is al zoveel maatschappelijke kracht. Zie ons als het vliegwiel, niet als een spin in het web.’

Zo gaat het in Tynaarlo, Amersfoort en UtrechtOp 30 juni 2016 wisselden beleidsprofessionals van verschillende gemeenten – op

initiatief van Movisie – kennis en ervaringen uit tijdens een bijeenkomst in het stads-

kantoor in Utrecht. Zo lichten de gemeenten Tynaarlo, Amersfoort en Utrecht toe wat

het beleid in hun gemeente is. Wat gaat goed, wat kan beter, wat kunnen anderen

ervan leren? Ook experts van Ieder(in) en het College voor de Rechten van de Mens

waren van de partij in Utrecht. Het verslag is te vinden op onze website.

Meer informatie: Mandy Mienes ([email protected] of 030 789 20 97).

Supermarktketens moeten winkels rolstoelvriendelijk maken.

Mooi als een supermarktketen

alle filialen toegankelijk maakt

de slag. De tijd van praten is voorbij.’ En dat is ook zo. De ratificatie verplicht ons actief aan de slag te gaan met inclusiebeleid. Dat is een morele plicht. Je kunt niet meer passief blijven. Ik zie het als een uitdaging om buiten de domeinen die voor de hand liggen, zoals zorg en welzijn, aansprekende resultaten te boeken. Zou het niet mooi zijn als een landelijke supermarktketen zorgt dat alle filialen toegankelijk zijn voor mensen met een beperking?’

Waar gaat het verdrag over?‘Het VN-verdrag gaat over de rechten van personen met een handicap. Dat associëren 15

Page 16: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Dicht bij het werkveld opleidenDe transformatie in het sociale domein vindt zijn weerklank in de

beroepsopleidingen zorg en welzijn. Hbo-instellingen zoeken hoe langer

hoe meer de samenwerking met het werkveld. Lector Lisbeth Verharen

van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Movisie-adviseur Paul

Vlaar leggen uit hoe onderwijs, onderzoek en werkveld hun krachten

bundelen. Hebben open leergemeenschappen in de wijk de toekomst?

Na de opleiding is het niet klaarLisbeth Verharen: ‘Er is veel gaande in het

hbo-onderwijs. De opleidingen voor sociaal

werk hebben nieuwe profielen die aansluiten

op de transformatie in het sociale domein

en de veranderingen in de samenleving.

Daar horen ook nieuwe onderwijsvormen bij

16

Page 17: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

leergemeenschap in Nijmegen-West waar

studenten, docenten, beroepskrachten

en mensen uit de wijk elkaar ontmoeten,

werken en leren. Het leren is hier van

iedereen, dus niet alleen van studenten.’

Vlaar: ‘Die ontwikkeling herken ik. In de

klassieke stage ben je een halfjaar of een

jaar weg van de opleiding. Onderwijs en

praktijk zijn daardoor twee verschillende

werelden. Juist in deze nieuwe open werk-

plekken waar studenten, beroepskrachten,

mensen die in de wijk wonen, vrijwilligers

en mantelzorgers samen optrekken, zie je

de verbinding tussen onderwijs en praktijk

ontstaan. Xtra biedt ook zo’n voorbeeld

met het ‘lerend wijkcentrum’. Studenten

van zowel vmbo, mbo en hbo leren door in

de praktijk te werken en zelf dingen uit te

vogelen. Dat zijn indringende leerervaringen

die ze de rest van hun leven meenemen.

Docenten zijn meer faciliterend.’

Studenten ontdekken hun meerwaarde Verharen: ‘Wij zien dat studenten door deze

nieuwe aanpak een beter beeld krijgen

van hun beroepsidentiteit. Juist als zij veel

samenwerken met mensen uit andere

disciplines, ontdekken ze beter waar hun

meerwaarde zit. Natuurlijk moeten oplei-

dingen daarnaast ondersteunend onderwijs

bieden, met formele kennis van theorieën en

methoden. Hoe je dat goed toepast, leren

studenten parallel in de praktijk.’

Vlaar: ‘Ik zie ook de beeldvorming over het

vak veranderen. Toen ik zes jaar gelden aan

vierdejaars hbo-studenten sociaal werk vroeg

‘Wat ga je doen na je opleiding?’, antwoord-

den ze steevast: ‘We willen niet werken in

een duf buurthuis. We willen iets creatiefs

doen.’ De huidige vierdejaars zijn juist veel

meer gericht op de wijk. Werken in de wijk

is weer sexy.’

Verharen: ‘Voor opleidingen betekent deze

manier van werken een omslag. Systemen

zitten soms in de weg. Opleidingen hebben

nu eenmaal ook te maken met zaken

als examenreglementen, accreditatie en

lesroosters. Gelukkig merk ik dat iedereen

de urgentie om te kantelen voelt: zowel het

onderwijs als het werkveld.’

Dit gaan we in de toekomst vaker zienVerharen: ‘Mijn verwachting is dat er in de

toekomst veel meer ruimte komt voor dit

soort samenwerking. De kunst is om het

ook echt samen met het werkveld te doen.

Natuurlijk zijn beroepskrachten druk. Dus

schuiven zij alleen aan als het gaat over

thema’s die er voor hen toe doen. Je moet

studenten niet vanuit de opleiding met een

opdracht op pad sturen, maar vertrekken

vanuit wat er leeft in de wijk. Samen bepalen

wat zinvol en urgent is om op te pakken. Dan

wil iedereen graag meedoen, ook die drukke

wijkwerker, fysiotherapeut of huisarts.’

Vlaar: ‘Precies! Maar ik zou nog verder willen

gaan. Ik pleit ervoor dat beroepskrachten

tijd maken voor het opleiden van studenten,

ondanks hun zware caseload. Het is zo

waardevol om bijvoorbeeld eens een keer

gastdocent te zijn. Het dwingt je om te

reflecteren op je eigen vak. Ik zie overigens

ook dat de werkgevers zoals die van Sociaal

Werk Nederland steeds meer belang hechten

aan professionalisering van sociaal werkers.

In de cao’s komt meer ruimte voor deze

beroepsmatige ontwikkeling.’

Verharen: ‘Het mooie is dat in zo’n soort

setting leren niet alleen van de student is,

maar ook van beroepskrachten, docenten,

vrijwilligers, wijkbewoners et cetera. En

dat is precies waar het wat mij betreft naar

toe moet: iedereen leert en is bezig met

innovatie.’

Meer informatie: Annelies Kooiman

([email protected] of 030 789 21 29).

waarin studenten – meer dan voorheen – in

en met de praktijk leren.’

Paul Vlaar: ‘En na de opleiding is het zeker

niet klaar. Dan is de basis gelegd. Beroeps-

krachten moeten blijven investeren in de

ontwikkeling van hun beroep. Zij kunnen

veel halen bij hbo-opleidingen, zeker sinds

de lectoraten er zijn.’

Verharen: ‘Die wederkerigheid tussen

opleidingen en werkveld vind ik mooi.

Toen ik werd opgeleid als maatschappelijk

werker was het werkveld vooral nodig voor

stageplaatsen. Met de komst van de lecto-

raten - en daarmee met onderzoek dat het

werkveld, burgers, studenten en docenten

oppakken - hebben wij het werkveld veel

meer te bieden. Samen beantwoorden we

échte vragen uit de beroepspraktijk. Als het

gaat om onderzoek, is er wat mij betreft

gezamenlijk eigenaarschap van lectoraten,

onderwijs, werkveld en burgers. In de Werk-

plaatsen Sociaal Domein doen we dat al.’

Dit is iets anders dan een klassieke stageVerharen: ‘Belangrijk is om voor ogen te

houden hoe mensen leren. Het gaat boven

alles om motivatie, om geraakt worden.

Ik vind het belangrijk dat studenten zelf

ervaren wat het werkveld vraagt. In de stad

en de regio hebben wij plekken in de wijk

gecreëerd waar studenten in de praktijk

kunnen leren, in ontmoeting met het

werkveld en docenten. Die verbinding zie

ik terug bij Allesbinder, een professionele

Movisie en beroepsonderwijsOp verschillende thema’s ondersteunt Movisie mbo- en hbo-opleidingen bij het verster-

ken van het curriculum, zodat er een nog betere aansluiting is bij de huidige beroeps-

praktijk. Denk aan thema’s als informele zorg, huiselijk en seksueel geweld, diversiteit,

zelfregie, eenzaamheid en radicalisering. Ook draagt Movisie bij aan de ontwikkeling van

competentieprofielen in samenwerking met werkgevers, beroepskrachten en opleidin-

gen. Kijk op www.movisie.nl/initiele-opleidingen-beroepsonderwijs.

Werken in de wijk is weer ‘sexy’

We willen dat iedereen leert

en bezig is met innovatie

Verharen: ‘Die wederkerigheid tussen

opleidingen en werkveld vind ik mooi.’ 17

Page 18: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

18

Sinds 2014 voorziet een regionaal scholingsplan

in trainingen om wijkteams in Amersfoort,

Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest

en Woudenberg verder te professionaliseren.

Na twee jaar wijkteamontwikkeling willen

de gemeenten hun teams duurzaam gaan

organiseren in bijvoorbeeld een stichting of een

gemeenschappelijke regeling. Daarbij willen

ze zowel het generalistisch werken als de

specialismen behouden en blijven ontwikkelen.

Wat is daarvoor nodig? Regio Eemland

vroeg het samenwerkingstraject ‘Integraal

werken in de wijk’ om mee te denken over de

doorontwikkeling van hun wijkteams.

Wat is er met de vraag gedaan?Annelies Kooiman (Movisie) en Herma Ooms (Nederlands Jeugdinstituut) brachten in kaart hoe andere gemeenten de kwaliteit van hun sociale (wijk)teams ontwikkelen en waarborgen. ‘We zien overal een strenge selectie aan de poort. Natuurlijk kan niet iedereen meteen over de competenties beschikken die nodig zijn om huishoudens meer integraal vanuit de wijk ondersteuning te bieden. Dat gemeenten en aanbieders zich daarvan bewust zijn, blijkt wel uit het scholingsaanbod.’ Uiteindelijk zijn zes gemeenten bekeken die verschillen qua organisatievorm, rol van de gemeente en samenwerkingsrelaties.

EindhovenEen voorbeeld is de gemeente Eindhoven. Eindhoven heeft gekozen voor een aparte stichting WIJeindhoven en een ontwikkelingsgerichte werkwijze. Hun visie is: we praten met mensen in plaats van over mensen. Zo bejegenen ze

DE VRAAG VAN… REGIO EEMLAND

Hoe werk je duurzaam integraal in de wijk?

niet alleen hun cliënten maar ook de eigen medewerkers en dat heeft zijn weerslag op het deskundigheidsbevorde-ringsbeleid. Daarbij willen ze de kennis en kwaliteiten van hun vierhonderd wijkteammedewerkers optimaal benut-ten. Medewerkers hebben zelf uitgezocht welke kennis zij nodig hebben om generalistisch te kunnen werken. Op intranet is dit beschreven, inclusief een trainingsaanbod en contactgegevens van collega’s maar ook burgers die zij op thema’s kunnen consulteren. De regie ligt dus bij de medewerkers. WIJeindhoven faciliteert het intranet en de WIJacademie organiseert desgewenst scholing.

Horst aan de MaasAndere gemeenten kiezen voor een meer ontwerpgerichte aanpak. In Horst aan de Maas, waar ze met gebiedsteams werken, zijn bijvoorbeeld de medewerkers in dienst bij hun moederorganisatie. Via een assessment wordt gekeken of medewerkers geschikt zijn voor het werk. Kwaliteits-borging vindt plaats via een persoonlijk ontwikkelplan en individuele coaching.

En nu?Met deze input gaat regio Eemland aan de slag. In werk- ateliers geven vertegenwoordigers van beleid, praktijk en kennisinstituten aan welke kennis en expertise wijkteams moeten hebben (de Kenniskaart) om generalistisch te kunnen werken én specialismen te kunnen behouden, onderhouden en doorontwikkelen. Bouwstenen zijn de landelijke wet- en regelgeving en de kennisdomeinen die in een wijkteam verankerd moeten zijn. De samenwer-kingspartners van ‘Integraal werken in de wijk’ leveren input en expertise. De uiteindelijke Kenniskaart is straks beschikbaar voor andere gemeenten.

Meer informatie: Annelies Kooiman ([email protected] of 030 789 21 29).

Oproep: ook een vraag?In het programma ‘Integraal werken in de wijk’ bundelen

Movisie, Vilans, Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands

Centrum Jeugdgezondheid, Trimbos-instituut en de

Werkplaatsen Sociaal Domein de krachten om samen

kennis te ontwikkelen over integraal werken in de wijk.

Vragen uit de praktijk vormen het vertrekpunt.

Deel je vragen over integraal werken in de wijk via

[email protected].

We praten met mensen in plaats van over mensen.

18

Page 19: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

We zitten middenin allerlei

veranderingen binnen het sociaal

domein. Het is aftasten en

experimenteren of het de goede

kant op gaat. Dat roept bij velen

onzekerheid op, het toont ook het

gezicht van ware veranderaars.

Han Noten, voorzitter van de

Transitiecommissie Sociaal

Domein, zei het recentelijk al:

‘Decentralisatie draait om de

verschillen, niet om gemiddelden.’

En verschillen zijn er.

Zoals bij de Bredase WIJ waar ik op bezoek

was. Ik sprak met bestuurder John Beckers.

Bij ons gesprek nodigde hij Liesbeth

Smedinga uit, al 28 jaar werkzaam bij WIJ.

‘Omdat WIJ meer is dan wat haar bestuurder

zegt en Liesbeth overal weet van heeft’,

aldus de intro. WIJ zit in een continu veran-

derproces. Al vijftien jaar. Door consequent

hét ideaal – zelfredzaamheid - voorop te

stellen en alle activiteiten daaraan te toetsen,

is WIJ steeds intensiever gaan samenwerken.

Eerst de professionals zelf, daarna professio-

nals en vrijwilligers, vervolgens ook klanten,

mensen in hun omgeving en mensen van

andere organisaties.

Van een instelling veranderde WIJ in een

verzameling netwerkjes waarin meer dan

vijfduizend klanten, tweeduizend burgers

en duizend vrijwilligers waarde realiseren,

samen met honderden professionals waarvan

veertig van WIJ. Omdat dit anders werkt dan

een traditionele instelling betekent dit ook

zoeken naar nieuwe manieren van organise-

ren en besturen. Zonder functies, teams of

managers. Alles bij WIJ gebeurt op basis van

samensturing.

De werkwijze evolueert nu verder in heel

Breda. Niet vanuit een ontwerp à la WIJ,

maar op dezelfde manier: zoekend en

toetsend vanuit een gezamenlijk waarom.

Wat willen we? Wie wil daaraan bijdragen?

Hoe gaan we dat samen doen, besturen

en financieren? De gemeente is een van de

velen en draagt volop bij.

WIJ in Breda

Bij WIJ zijn de sociaal werkers procesma-

nagers. ‘Best persons’ die mensen helpen

de dingen voor elkaar te krijgen die zij

voor elkaar willen krijgen. Dat begint met

luisteren, aansluiten, los komen van hypes

en producten. Mensen helpen hun eigen

oplossingen te bedenken, is heel iets anders.

Dat vraagt vooral om een dienende houding.

Dus uit de behandelstand. Deze sociaal

werker hoeft niet alles te kunnen maar helpt

als, en zolang dat nodig is.

Van de kanteling wil bestuurder John niets

weten. ‘Wij zijn nooit bezig geweest met

kantelen. Veel meer is het de klant voorop

stellen, als voornaamste producent. Dan kom

je vanzelf op netwerkachtige samenwerking.

Je doet alles samen, vanaf het begin, ook

als bestuurder. Delen in plaats van verdelen.

Dan zijn er bijvoorbeeld geen functione-

ringsgesprekken maar kun je wel alle vragen

over jouw werk beantwoorden, om het even

wie die vragen stelt. Niet iedereen ging daar

overigens in mee. Collega’s die het niet lukte

zijn vertrokken.’

Ik vroeg Liesbeth: ‘Is de sociaal werker bij

jullie een uitvoerder van gemeentebeleid

of juist meer een belangenbehartiger?’

Liesbeth: ‘Geen van beiden. Beleid maken

we samen. En de sociaal werker is zeker

géén belangenbehartiger. Dat zou betutte-

lend zijn. Een sociaal werker steunt mensen

zodat ze hun eigen belang kunnen en

leren behartigen. Ons streven is om onszelf

overbodig te maken. Dat kan bij sommige

mensen beter dan bij anderen. En soms is

structurele steun nodig. Gelukkig bij minder

mensen dan je zou denken.’’

Lou Repetur is senior adviseur bij Movisie.

Meer informatie: Lou Repetur

([email protected] of 030 789 21 17).

Alles bij WIJ gebeurt op basis van samensturing.

19

Page 20: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

20

DOSSIERS

Je af en toe eenzaam voelen, hoort bij het leven. En het mooie is: vaak gaat eenzaamheid vanzelf over. Anders is het als eenzaamheid leidt tot serieuze gezondheidsproblemen, zoals depressie, alcoholverslaving, slaapstoornissen of hart- en vaatziekten. ‘Chronische eenzaamheid is even schadelijk als het roken van vijftien sigaretten per dag’, vertelt Jan Willem van de Maat, onderzoeker en adviseur bij Movisie. ‘Over stop-pen-met-roken programma’s is zo’n beetje alles bekend. Maar wat weten we over interventies rondom het terugdringen van eenzaamheid? Wat werkt? Bij wie? Hoe en waarom? Alle hier-over beschikbare kennis uit internationaal onderzoek hebben we op een rij gezet. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van systematische reviews. Hierin worden de resultaten van een groot aantal onderzoeken naar eenzaamheidsinterventies in één keer geanalyseerd.’

Eerst probleem analyserenHet inzetten van een interventie is een kwestie van maatwerk. En daar schort het nogal eens aan, stelt Renske van der Zwet, projectmedewerker Effectieve sociale interventies bij Movisie. ‘Zorg- en welzijnsorganisaties gaan vaak voor een voor de hand liggende standaardoplossing, zoals een ontmoetingsproject. Hulpverleners kiezen voor deze oplossing, omdat zij veronder-stellen dat een klein netwerk de belangrijkste oorzaak is van eenzaamheid. Hoe goed bedoeld ook, daarmee wordt wel voor-bijgegaan aan een belangrijk stap daarvoor: de analyse van de problematiek. In welke mate heeft iemand eenzaamheidsgevoe-lens en waarom? Wat zijn iemands mogelijkheden? Hoe zit het met de motivatie om er iets van te maken? Welke oplossingen

zijn er allemaal? Pas als deze stappen zijn doorlopen, begint het zoeken naar een passende interventie. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de meeste winst niet te behalen is door uitbreiding van het sociale netwerk, maar juist door het verbeteren van de kwaliteit van al bestaande relaties.’

Dit werkt welGevraagd naar wat in het algemeen werkt bij het verminderen van eenzaamheid, komen de Movisie-onderzoekers en hun collega’s tot een aantal opvallende conclusies. ‘Interventies

waarbij mensen werken aan het verminderen van negatieve gedachten zijn over het algemeen effectiever dan interventies die uitgaan van sociale steun of interventies die zijn gericht op het vergroten van sociale interactie of het verbeteren van sociale vaardigheden’, aldus Van der Zwet. ‘Vooral interventies waarin wordt gewerkt met sociale cognitieve trainingsaspecten om de negatieve spiraal te doorbreken, verminderen eenzaamheid. Ook kunnen mensen zélf veel doen. Zo blijkt dat acceptatie een goede oplossing kan zijn, net als het bewust investeren in de kwaliteit van relaties met bijvoorbeeld familie, vrienden en kennissen.’

Niet weer een ontmoetingsproject

Wat werkt wél bij de aanpak van eenzaamheid?Dat chronische eenzaamheid een belangrijk maatschappelijk vraagstuk

is, staat buiten kijf. Toch lukt het maar niet om het probleem op een

systematische manier te tackelen. Wat werkt eigenlijk bij de aanpak

van eenzaamheid? Movisie dook samen met een aantal experts de

internationale literatuur in en zette werkzame factoren en veelbelovende

aanpakken op een rij.

Chronische eenzaamheid is even schadelijk als

het roken van vijftien sigaretten per dag

Page 21: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

21

Interventie zelfredzaamheid eenzame ouderenRecent verscheen een onderzoek naar een

interventie die eenzame ouderen koppelt aan

bezoekvrijwilligers. Doel van de koppeling is

een ondersteunend contact en het vergroten

van de zelfredzaamheid van de oudere.

Dit laatste bleek niet haalbaar, maar een

succesvolle koppeling draagt wel bij aan

de kwaliteit van leven van de oudere. Het

onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit

voor Humanistiek.

‘Complexe verwachtingen. Vrijwillige maatjes

voor eenzame ouderen’ is deel 26 van het

onderzoeksprogramma ‘Inzicht in effectieve

sociale interventies’ en te downloaden en

bestellen via movisie.nl/publicaties.

Meer informatie: Jan Willem van de Maat

([email protected] of 030 789 22

32) of Renske van der Zwet (r.vanderzwet@

movisie.nl of 030 789 22 45).

Van de Maat: ‘Kijken we specifiek naar de aanpak van eenzaamheid bij ouderen, dan blijkt dat groepsinterventies met een educatief aspect gericht op het onderhouden en verbeteren van het sociale netwerk helpen. Ook activiteiten gericht op het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde en persoonlijke controle zijn relatief succesvol. Verder is het zinvol om de doelgroep zelf bij de ontwikkeling van de interventie te betrekken.’

Geen pasklare antwoordenMet hun onderzoek spelen de samenstellers in op de behoefte van veel professionals om vanuit een genuanceerder beeld eenzaamheid te duiden en interventies gerichter in te zetten. ‘Dé oplossing voor alle eenzaamheidsvraagstukken is er niet’, zegt Van de Maat. ‘Dat was ook niet onze insteek. We zien het vooral als een aanmoediging voor beleidsmedewerkers en professionals in zorg en welzijn om hun eigen interventies en activiteiten kritisch te bekijken en waar mogelijk, gerichter in te zetten voor de juiste doelgroep. De beschikbare kennis biedt concrete handvatten om het probleem gerichter aan te pakken.’ Van der Zwet besluit: ‘Laatst las ik in een NRC-artikel dat het eenzaam-heidsbeleid eigenlijk zinloos is. Met ons onderzoek geven we tegengas. Er bestaan wel degelijk gerichte oplossingen om uit dat eenzame dal te komen. Dit thema verdient juist alle aandacht, al is het alleen al omdat ruim acht procent van de Nederlandse bevolking eronder gebukt gaat. Om nog maar te zwijgen over de schadelijke gezondheidseffecten en de toenemende zorgkosten die het met zich meebrengt.’

Lees het volledige dossier over de aanpak van eenzaamheid op movisie.nl/publicaties.

Bron: Wat werkt bij eenzaamheid

De risicogroepen bij eenzaamheidEenzaamheid komt voor bij:

Page 22: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Online training‘In de online training ‘GOED omgaan met dementie’ leer je in 25 minuten hoe je beter contact kunt maken als je een onbekende met dementie tegenkomt’, aldus Movisie-adviseur Anita Peters. Dat kan overal zijn, op straat, in een winkel of in de bus. ‘Ik kreeg bijvoorbeeld tips over hoe ik door korte zinnen te gebruiken ervoor kan zorgen dat iemand met dementie mij begrijpt.’ Ook Movisie-collega Hilde van Xanten volgde de training. ‘Het herkennen van dementie en contact maken, lukt me goed. Maar mensen met dementie gerust-stellen, dat kan echt beter.’ Zij kreeg de tip

In Nederland woont zeventig procent van de mensen met dementie

thuis. Wat betekent dat voor een partner of familie? En voor de buurt?

Komende vier jaar werkt Movisie mee in het Deltaplan Dementie om

de zorg en ondersteuning voor mensen met dementie te verbeteren.

Movisie-adviseurs volgden de online training ‘GOED omgaan met

dementie’, ontwikkeld door Alzheimer Nederland en PGGM.

Dementievriendelijk Nederland

om duidelijker te zijn in wat ze zegt. De vraag ‘Goedemiddag, zoekt u iets?’ kan bij mensen met dementie de vraag oproepen ‘Wat bedoelt ze met iets?’ of ‘Doe ik iets niet goed?’ Beter is het dan te vragen: ‘Goede-middag, kan ik u helpen?’

BuurtappOp steeds meer plekken in Nederland ontstaan initiatieven van buurtbewoners gericht op onderlinge hulp. ‘Ook deze buurthulpprojecten hebben baat bij meer kennis over het omgaan met mensen met dementie’, legt Peters uit. ‘De online training van Alzheimer Nederland is direct

Tips voor omgaan met dementie• Herken de signalen: naast

vergeetachtigheid kan dementie zich

uiten in problemen met dagelijkse

handelingen, vergissingen met tijd en

plaats, taal- en visuele problemen.

• Stel de dementerende gerust: praat

op kalme toon en praat mee, spreek

niet tegen.

• Maak contact: zoek oogcontact,

check steeds of je begrepen wordt.

• Denk mee: leef mee met de ideeën

en wensen, vraag waar iemand heen

wil of wat hij wil doen, help hem de

goede kant op.

Bron: online training ‘GOED omgaan

met dementie’.

toepasbaar.’ Anita Peters is daarnaast zeer te spreken over het gebruik van een buurtapp. ‘Daarmee kun je iedereen meenemen in de communicatie over hulp die nodig is. Ook kunnen mensen hun hulp aanbieden.’ Zij spreekt uit eigen ervaring. ‘Ik was mantel-zorger op afstand voor mijn dementerende vader. Wij konden gelukkig leunen op buren. Daardoor kon mijn vader een jaar langer in zijn eigen huis blijven wonen!’

Deltaplan Dementie‘En dat is precies wat we willen. Dat mensen met dementie langer thuis kunnen blijven wonen’, vult Van Xanten aan. ‘Daarbij gaat het niet alleen over goede zorg, maar juist ook over welzijn, welbevinden en veiligheid.’ Vanuit dat perspectief doet Movisie als partner mee aan het Delta-plan Dementie. ‘Samen met aanbieders, cliëntenvertegenwoordigers, beleidsmakers, financiers en andere kennisinstituten gaan we hiermee aan de slag.’

Meer informatie: Anita Peters ([email protected] of 030 789 20 64) of Hilde van Xanten ([email protected] of 030 789 21 67).

Dankzij de buren kon mijn vader een jaar langer in zijn huis blijven wonen.

22

Page 23: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

In de grote eet- en recreatiezaal van zorgcentrum Vitalis Theresia

heerst een opgetogen sfeer. Het Danspaleis, een theatraal mini-

evenement voor ouderen, is vandaag neergestreken in Eindhoven. De

rode loper ligt klaar. Op de tafels liggen rode pluche kleedjes, de zaal

is aangekleed met koffers en platenhoezen. Op het podium staat de

draaitafel waar Dieuwer de plaatjes draait. Gearmd komen de ouderen

binnen en nemen nog even plaats aan de tafels.

Discodansen voor ouderen in het Danspaleis

Het Danspaleis is een ouderwets gezellige

disco voor ouderen, opgericht door Suna

Duijf. Nadat ze werd gevraagd om te draaien

op het verjaardagsfeestje van de vijfen-

zeventigjarige moeder van een vriendin,

raakte ze onder de indruk van het effect

van discomuziek op ouderen. Zo is het idee

van het Danspaleis ontstaan: een disco voor

ouderen met een bont gekleurd gezelschap

aan medewerkers. Ieder heeft zijn eigen

kwaliteiten, maar ze delen dezelfde passie:

alle ouderen van Nederland laten dansen. En

dat lukt!

Zodra Dieuwer de eerste plaat opzet, zoeken

de vrijwilligers van het Danspaleis een

danspartner tussen de ouderen in de zaal.

Iedereen is vandaag gelijk: het maakt niet

uit hoe depressief je bent, welke klachten je

hebt of hoe goed je nog kunt dansen. Ook

de ouderen in een rolstoel zwieren voorbij,

draaien rondjes en lachen van oor tot oor. ‘Er

is altijd wel iemand die me de dansvloer op

vraagt’, verzucht een 93-jarige man die na

een paar nummers op de dansvloer even zit

bij te komen.

Lang uitrusten is er niet bij want onder

luid gerammel van sambaballen en andere

muziekinstrumenten worden drie vrijwilligers

van zorgcentra uit de buurt door de zaal

geloodst en in het zonnetje gezet, een vast

onderdeel van het Danspaleis. ‘Rust roest’,

aldus één van de vrijwilligers. ‘Ik blijf liever

in beweging en bezig voor de mensen hier,

daar haal ik energie uit. Net als het dansen.

Heerlijk is dat, ik waan me weer vijftig jaar

terug.’ Na deze mededeling staat ze snel op

om zich aan te sluiten bij de polonaise die

net van start gaat.

Aan alles komt helaas een einde. Er wordt

nog één keer heel hard meegezongen.

De laatste dans wordt ingezet en eindigt

met een luid applaus voor alle vrijwilligers.

Zingend verlaten de ouderen de zaal. Er

zal nog lang worden nagepraat over deze

middag. Op naar de volgende editie!

Meer informatie: Saskia van Grinsven

([email protected] of 030 789 21 02).

Meld je kunstproject aan en win 500 euro!Het Danspaleis is een mooi voorbeeld van kunst- en cultuurparticipatie dat bijdraagt

aan het welbevinden van ouderen. Ken jij een ander kunstproject met ouderen?

Meld ze aan via movisie.nl/kracht-uit-kunst.

In het Danspaleis is iedereen gelijk.

23

Page 24: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Overal in Nederland worden nieuwe werk-

wijzen en methoden ontwikkeld om een

antwoord te bieden op het nieuwe werken.

Maar hoe vinden deze vernieuwingen hun

weg naar de praktijk? De Werkplaatsen

Sociaal Domein werkten de afgelopen jaren

aan de opdracht van het ministerie van

VWS om samen met het werkveld innova-

ties te implementeren. In ‘Implementeren

in het sociale domein’ beschrijven zij van

negen implementatietrajecten de processen,

succesfactoren en knelpunten. Movisie is

op haar beurt de literatuur ingedoken en

beschrijft de theorieën over implementatie.

Hand in handDe literatuur beschrijft implementatie

als één van de afzonderlijke fasen in een

innovatiecyclus. Dit blijkt niet altijd op te

gaan in de praktijk. Movisie-onderzoeker

Nada de Groot: ‘Uit de casusbeschrijvingen

komen drie vormen van implementatie

naar voren: implementatie van ‘afgeronde’

innovaties, proefimplementatie en co-crea-

tieve implementatie. Het klassieke denken

gaat uit van een ‘kant-en-klare’ vernieuwing

die stapsgewijs wordt uitgerold in de

organisatie. De praktijk van de Werkplaat-

sen Sociaal Domein is dynamischer dan dat.

Veel werkplaatsen innoveren samen met

professionals en andere betrokkenen en

Succesvol implementeren van sociale vernieuwingenWe ontwikkelen een nieuwe werkwijze, brengen het als kant-en-klaar

pakket op de markt, geven een training aan sociaal werkers en zij gaan

ermee aan de slag. Is het zo simpel? Nee, zo blijkt uit de publicatie

‘Implementeren in het sociale domein’.

passen die tegelijkertijd al toe in de praktijk.

Ontwikkeling en implementatie gaan zo

hand in hand.’

Eigen werkwijzeInnovatie én implementatie in co-creatie

dus. Een voorbeeld is een leer/werk-onder-

zoekstraject met sociale wijkteams. Erna

Hooghiemstra, lector van Avans Hogeschool

en de Werkplaats Sociaal Domein Noord-Bra-

bant Avans: ‘Wijkteams wilden een manier

van werken vinden waarmee ze de gedachte

van eigen kracht in de praktijk konden

brengen. We haalden kennis op en brachten

die weer bij de wijkteams terug. Hierdoor

staat de werkwijze heel dicht bij de praktijk.’

Ina Tilma, docent en onderzoeker van

Avans Hogeschool vult aan: ‘Je ziet dan dat

professionals gemotiveerd zijn om volgens

die manier te werken, de werkwijze wordt

als meer ‘eigen’ gezien.’

GET-labDat co-creatie bij implementeren een

belangrijke rol speelt, laat ook het Gezond-

heid en Technologie Lab (GET-Lab) van de

Werkplaats Sociaal Domein Noord-Brabant

Avans zien. Dit is een plek die draait om het

experimenteren en ervaring opdoen met

zorgtechnologie. Zoals een robot-huisdier of

een systeem met een groene of rode knop

waarmee ouderen kunnen aangeven of het

goed of slecht met hen gaat. ‘Professionals,

docenten en studenten zijn mensgericht en

vragen zich vaak af wat de techniek aan

hun werk toevoegt. Het GET-Lab laat hen

dat zelf ervaren’, vertelt Hooghiemstra. ‘De

feedback die we krijgen wordt gebruikt

om het lab verder te ontwikkelen. Het lab

heeft uiteindelijk als doel een bijdrage te

leveren aan het implementeren van zinvolle

zorgtechnologie.’

Soms is niet iedereen bereid om

te leren, dan moet je daar eerst

iets aan doen

Ambassadeur‘Bij implementeren in co-creatie is het van

belang te investeren in de relatie tussen alle

betrokkenen, zodat iedereen op gelijkwaar-

dige basis meedoet’, zegt Tilma. ‘Ook is het

belangrijk om een implementatieplan op te

stellen, met randvoorwaarden, verwachte

succesfactoren en een gezamenlijk doel.

24

Page 25: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Soms is niet iedereen bereid om te leren,

dan moet je daar eerst iets aan doen.’ De

Groot: ‘De één staat te springen om op een

andere manier te werken, de ander is meer

behoudend. Een enthousiaste collega kan

dan bijvoorbeeld worden ingezet als ambas-

sadeur, zodat deze anderen kan meenemen

in de verandering.’ Toch is implementeren in

co-creatie niet het wondermiddel, benadrukt

Hooghiemstra. ‘Soms vraagt het gewoon-

weg teveel tijd en ruimte om zo intensief

met elkaar aan de slag te gaan.’

En nu?Co-creatie is één van de pijlers van de

Werkplaats Sociaal Domein Noord-Brabant

Avans, de werkplaats blijft dus actief in

co-creatieve implementatietrajecten. ‘Een

mooi voorbeeld is het Learning Lab in

Tilburg waarin studenten, docenten en

professionals samen werken aan het nieuwe

werken in de wijk’, vertelt Tilma. De Groot:

‘Als vervolg op het boek ‘Implementeren

in het sociale domein’ gaat Movisie verder

met het beschrijven van good practices

en zijn we bezig met een quickscan die

organisaties kan helpen bij het schrijven

van een implementatieplan het schrijven

van een implementatieplan. Ook is er een

Wat werkt-dossier over implementatie in de

maak, waarin de werkzame factoren van

implementatie op een rij worden gezet.’

Verder lezen‘Implementeren in het sociale domein’ is

een product van de Werkplaatsen Sociaal

Domein en Movisie. Te downloaden op

movisie.nl/implementeren.

Meer informatie: Nada de Groot

([email protected] of 030 789 22 52)

of Erna Hooghiemstra (btj.hooghiemstra@

avans.nl of 06 37 43 39 28).

Ontwikkeling en implementatie

gaan hand in hand

v.l.n.r. Nada de Groot (Movisie), Erna Hooghiemstra (Avans Hogeschool), Ina Tilma (Avans Hogeschool)

25

Page 26: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Nieuw magazine over vluchtelingen en werk

Nieuwe website draagt bij aan veiligheid van Nederland

Voorbij vooroordelen en stereotypes

Vers van de pers

‘Doen!’ Dat is kortweg de titel van een

nieuw magazine over vluchtelingen en

werk. Het magazine is een initiatief van het

programma K!X Works van Movisie en biedt

primair werkgevers informatie en inspiratie

over een vluchteling in dienst nemen. In

deze eerste editie is Maria van der Heijden

van MVO Nederland gasthoofdredacteur. Ze

gaat onder andere in gesprek met hoogle-

raar Halleh Ghorashi over de maatschappe-

lijke rol die bedrijven spelen bij de integratie

van vluchtelingen.

Verder in dit nummer:• Een interview met Alexander Rinnooy

Kan, universiteitshoogleraar en voorheen

voorzitter van werkgeversorganisatie

VNO-NCW en de Sociaal-Economische

Raad (SER).

• Antwoord op vragen over regels en regelin-

gen om een vluchteling in dienst te nemen.

Sinds eind 2015 beoordeelt de onafhan-

kelijke Erkenningscommissie Justitiële

Interventies. Crimineel gedrag kunnen we

verminderen door de problemen die eraan

ten grondslag liggen effectief aan te pakken.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie

ziet aan de recidivecijfers van de afgelopen

jaren dat het aantal daders dat na een straf

opnieuw een delict pleegt daalt, en vindt

dat de toepassing van effectieve interventies

daar zeker aan bijdraagt.

Toolkit over gendersensitief handelen bij partnergeweld

• Verhalen van vluchtelingen over hun

zoektocht naar werk.

• Werkgevers die vertellen over het aanne-

men van vluchtelingen.

• Columns van o.a. schrijver en dichter

Rodaan Al Galidi.

• Een artikel over weerstand op de werk-

vloer: hoe ga je daarmee om?

• Nieuws over de laatste onderzoeken over

arbeidsparticipatie van vluchtelingen.

• En nog veel meer groter en kleiner nieuws.

‘Doen!’ is een initiatief van K!X Works

dat jonge vluchtelingen en nieuwkomers

begeleidt op weg naar een opleiding, stage

of baan.

Bekijk het magazine via movisie.nl/doen.

Meer weten over K!X Works? Ga naar

kixworks.nl.

Vaste vindplekHet Nederlands Jeugdinstituut, Movisie

en het Trimbos-instituut ondersteunen de

erkenningscommissie bij haar werk. Op

verzoek van het ministerie hebben de drie

kennisinstituten nu een vaste vindplaats

voor gedragsinterventies voor kinderen,

jongeren en volwassenen gelanceerd:

justitieleinterventies.nl. Hier staan alle

belangrijke interventies die worden toe-

gepast in het justitiële werkveld, zowel in de

jeugdzorg, de ggz als in het sociale domein.

teambtenaren is een handreiking waarin

uitgelegd wordt hoe er in beleid rekening

gehouden kan worden met gender. En

professionals kunnen met de handreiking

voor casusbespreking met elkaar aan de slag

om gezamenlijk visie te ontwikkelen hoe zij

gendersensitief kunnen handelen.

Downloaden via movisie.nl/publicaties.

ContactBen je eigenaar of ontwikkelaar van een

nieuwe interventie die gericht is op het

voorkomen van criminaliteit of recidive bij

kinderen, jongeren of volwassenen, en wil

je deze laten beoordelen op kwaliteit en

effectiviteit of op laten nemen op de website

justitieleinterventies.nl? Neem contact op

met Marie-Christine van der Veldt via

[email protected].

De aanpak van huiselijk geweld in Neder-

land kan én moet gendersensitief. Dat is een

resultaat van het Verdrag van Istanbul dat

de Tweede Kamer aannam in 2015. Het is

echter ook een manier om de systeemgerichte

aanpak van huiselijk geweld te verbeteren.

De toolkit van Atria, Regioplan en Movisie

laat zien dat het goed mogelijk is om

gendersensitief te handelen. Voor gemeen-

26

Page 27: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Jamila Achahchah: ‘Ik heb het liever niet alleen over cultuursensitiviteit, maar ook over diversiteitssensitiviteit. Dus hoe je als sociaal werker inclusief kunt denken en rekening houdt met alle zeven factoren van diversiteit.’

Wat zijn die zeven diversiteitsfactoren?‘Dat zijn leeftijd, etniciteit, gender, seksuele voorkeur, religie, functiebeperking en sociaaleconomische status. Diversiteit is dus veel breder dan mensen vaak denken en behelst niet alleen cultuur en religie. Dit betekent dat het de taak van de professional is om de cliënt die tegenover hem of haar zit niet alleen als ‘migrant’ te zien, maar als een mens met al zijn verscheidenheid.’

Mooi streven, maar hoe doe je dat in de praktijk?‘Bij de trainingen die wij aan wijkteams geven, verwachten deelnemers vaak dat wij ze meer kennis geven over bijvoorbeeld de Turkse of de Marokkaanse cultuur. Maar die kennis kan ik ze niet geven, ook al ben ik zelf een Marokkaanse Nederlander. Dé Marokkaanse cultuur bestaat namelijk niet, net zoals dé Nederlandse cultuur niet bestaat. Wij proberen daarom hun blik te verbreden, om naar een cliënt vanuit alle diversiteitsfactoren te kijken. Dat begint bij bewustwording van eigen opvattingen en vooroordelen van de ander.’

Heb je een voorbeeld?‘Veel wijkteams worstelen met opvoedon-dersteuning. In een training vertelde een wijkteamlid dat een Marokkaans-Neder-landse cliënt haar opvoeding baseert op angst. ‘Ik moet mijn zoon bedreigen, anders luistert hij niet’, zei haar cliënt. Het wijk-teamlid wil daar verandering in brengen,

Hoe bereikt een wijkteam migrantengroepen?Hoe bereiken sociale wijkteams bewoners die voor de hulpverlening

vaak uit beeld zijn, zoals migrantengroepen? Jamila Achahchah

van Movisie begeleidt wijk- en jeugdteams binnen het programma

Kennisplatform Integratie & Samenleving bij het ontwikkelen van

intercultureel vakmanschap. Movisies vroeg haar naar de voorwaarden

voor cultuursensitief werken.

maar ze weet niet hoe. Ze vroeg vervolgens aan mij hoe het komt dat Marokkanen zo hun kinderen opvoeden. Terwijl de vraag natuurlijk is of dit wel een Marokkaanse opvoedingsstijl is. Bovendien is het veel belangrijker wat haar cliënt verstaat onder een goede opvoeding. In trainingen probeer ik professionals het belang daarvan te laten inzien en bied ik hen methoden aan om individueel of in groepsverband het gesprek met de cliënt aan te gaan.’

Cultuursensitiviteit draait dus om communicatie?‘Diversiteitssensitiviteit is maatwerk bieden. Dit betekent dat je heel goed moet luisteren naar de ander. En dat vraagt meer inspanning van een professional, zeker in het begin. Bij een intakegesprek met een

cliënt van niet-westerse herkomst kan je hiervoor de methode ‘cultureel interviewen’ inzetten. Bij deze vorm van dialoog focust de professional niet op het probleem zelf, maar vooral op de persoonlijke situatie van de cliënt, wat kan leiden tot een wederzijds begrip. Sommige sociaal werkers zijn geneigd om het probleem bij de ander te leggen, die zou niet toegankelijk zijn. Mijn mening is: jij bent als professional verant-woordelijk. En die verantwoordelijkheid drukt nog wat meer op sociale wijkteams, zij hebben immers de taak om te signaleren en door te verwijzen. Mensen kloppen niet zomaar bij je aan.’

Meer informatie: Jamila Achahchah ([email protected] of 030 789 22 53).

Diversiteitssensitiviteit is maatwerk bieden.

27

Page 28: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Sociale wijkteams missen een eenduidig

beoordelingssystematiek waarmee ze

grensoverschrijdend gedrag binnen (ex-)

partnerrelaties kunnen duiden. ‘We worden

geregeld gebeld door medewerkers van

sociale wijkteams. Ze hebben een niet-pluis

gevoel, maar weten niet wat ze ermee

moeten’, vertelt Duska Sabljic, preventieme-

Binnenkort beschikbaar

Vlaggensysteem voor (ex-)PartnerrelatiesSociale wijkteams spelen een belangrijke rol bij de aanpak van

geweld tussen (ex-)partners. Maar door gebrek aan kennis weten

ze hun onderbuikgevoel lang niet altijd om te zetten in actie. Het

Vlaggensysteem (ex-)Partnerrelaties biedt uitkomst.

oneel gedrag toetsen en meer eenduidig

en objectiever beoordelen’, aldus Kristin

Janssens, senior projectleider preventie

en aanpak (seksueel) grensoverschrijdend

gedrag bij Movisie. ‘Gevolg is dat ze ook

adequater kunnen handelen.’ Een norma-

tieve lijst met voorbeeldsituaties en casuïstiek

in de vorm van tekeningen dienen daarbij als

extra hulpmiddel bij het bespreekbaar maken

van (ex-)partnergeweld. Belangrijk voordeel

van het systeem is dat niet de persoon, maar

het gedrag wordt beoordeeld. Janssens:

‘Van beide partners. Ook sluit het instrument

aan op de stappen van de Wet verplichte

meldcode huiselijk geweld en kindermishan-

deling. Het ondersteunt gebruikers bij de

uitvoering van de meldcode.’

Resultaten pilotVoordat het Vlaggensysteem (ex-)Partner-

relaties ‘live’ gaat, vond tot en met oktober

een pilot plaats onder medewerkers van

een aantal sociale wijkteams. Janssens: ‘De

eerste reacties zijn positief. Verschillende

teams laten weten dat het systeem helpt

om het thema beter te beoordelen en te

bespreken, zowel met de cliënten als onder

elkaar. Het zorgt voor verbinding, geeft

woorden aan onuitgesproken gevoelens.

Dat is fijn want het is vaak niet gemakkelijk

Het is prettig om je

onderbuikgevoel langs een

objectieve meetlat te leggen

Ik voel me gesteund door het Vlaggensysteem (ex-)Partnerrelaties‘Ons team bestaat uit medewerkers met verschillende professionele achtergronden’,

vertelt Roos Adriaansen van Sociaal Wijkteam Maarssen-Dorp, een van de deelnemers

aan de pilot. ‘Bij vermoedens van partnergeweld komt meestal maatschappelijk werk in

actie, al wordt van alle teamleden verwacht dat zij een gesprek kunnen voeren waarin

zij de vinger op de zere plek proberen te leggen. Ik heb zelf geen hulpverleningsach-

tergrond en voel me erg gesteund door het Vlaggensysteem (ex-) Partnerrelaties. Ik sta

steviger in mijn schoenen, ben zekerder in het stellen van vragen, wegen en beoordelen.

Het is heel prettig om je onderbuikgevoel langs een objectieve meetlat te leggen.

Oordelen zijn niet zo subjectief meer, beter onderling bespreekbaar en daarmee de basis

voor een eensluidende oplossing.’

om er woorden aan te geven. Ook gaat

er een sterke preventieve werking van uit.

Een deelnemer liet weten dat ze door het

gebruik van de criteria en de normatieve

lijst een gevoeligheid had ontwikkeld om

ogenschijnlijk gezond ‘groen’ gedrag te zien

als licht grensoverschrijdend ‘geel’ gedrag.

Dat helpt om erger te voorkomen.’

Dezelfde taalOok Sabljic van Veilig Thuis Utrecht verwacht

veel van het volgens haar toegankelijke

en overzichtelijke instrument. ‘Het biedt

professionals meer oog, oor en structuur,

het stelt hen in staat om actief en proactief

te reageren. Verder houdt dit nieuwe

instrument het thema (ex-)partnergeweld

voortdurend op de agenda van het sociaal

wijkteam - dat straks dezelfde taal spreekt

als Veilig Thuis en andere externe belangen-

organisaties. Die taal is, zoals ook Kristin

aangeeft, uiteindelijk enorm belangrijk.

Iedere burger heeft niet alleen recht op een

eerlijk verhaal en een eerlijke evaluatie, maar

ook dat eenduidiger wordt gesproken over

wat zichtbaar én onzichtbaar is.’

Het Vlaggensysteem (ex-)Partnerrelaties

verschijnt begint 2017. Wil je een e-mail

ontvangen als de methode beschikbaar

is, laat dan je gegevens achter op www.

movisie.nl/vlaggensysteem-ex-partnerrelaties

Meer informatie: Kristin Janssens

([email protected] of 030 789 22 29).

dewerker bij Veilig Thuis Utrecht. ‘Te vaak

nog hangt de beoordeling af van iemands

sensitiviteit, achtergrond of gevoel. Dat mag

natuurlijk niet.’

Adequaat handelenHet mooie is: dat hoeft ook niet meer. Begin

2017 verschijnt namelijk het Vlaggensysteem

(ex-) Partnerrelaties. ‘Gebruikers kunnen via

concrete criteria en vaste richtlijnen relati-

28

Page 29: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Effectieve sociale interventies

Van beschrijven naar meten: vijf bouwstenen

Bouwsteen 1 De interventie goed beschrijvenDoor de interventie op papier te zetten, vindt reflectie plaats en verbetert de kwaliteit. Wat zijn de sterke kanten van de interventie en op welke punten kan deze nog verbeterd worden? Met behulp van een handboek kunnen andere professionals en instellingen ook met de interventie aan de slag, eventueel ondersteund met een training.

Bouwsteen 2 Een goede onderbouwing: waarom werkt het? Een goede onderbouwing is een samenhangend verhaal dat uitlegt waarom het beoogde doel te bereiken is met een bepaalde aanpak bij de gekozen doelgroep. Door daarbij gebruik te maken van beschikbare kennis wordt de onder-bouwing extra overtuigend. Je maakt dus aannemelijk dat de aanpak werkt, een belangrijk gegeven voor uitvoerders én opdrachtgevers.

Bouwsteen 3 Evaluatie van praktijkervaringen: hoe werkt het? Om tot een effectieve interventie te komen, moet er op basis van ervaringen in de praktijk vaak nog aan worden gesleuteld. Door ervaringen van uitvoerders en deelnemers te evalueren, kun je sterke en zwakke onderdelen van een interventie opsporen. Vervolgens kan er worden bijgestuurd en onvoor-ziene problemen worden opgelost. Zo draagt onderzoek naar praktijkervaringen bij aan de versterking van een interventie.

Bouwsteen 4 Monitoring van resultatenMonitoring geeft een cijfermatig inzicht in de resultaten die met de interventie worden behaald. Ook kun je de processen monitoren: wat is de startsituatie, welke midde-len zijn ingezet, wat waren de stappen en wat hebben die opgeleverd? De kracht van monitoring is het periodieke karakter. Hierdoor kunnen vergelijkingen in de tijd worden gemaakt en worden trends zichtbaar.

Bouwsteen 5 Onderzoek naar effectiviteit Is mijn interventie echt effectief? Dit kun je onderzoeken door na te gaan in welke mate het doel van de inter-ventie is gerealiseerd. Om datzelfde doel ook in andere situaties dan de onderzochte te kunnen realiseren, is verklarend onderzoek relevant naar hoe en waarom de gemeten effecten behaald zijn. Onderzoek naar de effec-tiviteit bestaat idealiter dan ook uit een slimme mix van onderzoeksmethoden.

Lees meer over de vijf bouwstenen met daarbij handzame tips op movisie.nl/effectievesocialeinterventies.

Meer informatie: Marijke Booijink ([email protected] of 06 55 44 06 60). 

Je hebt een aanpak ontwikkeld en met succes in de praktijk toegepast. Je

krijgt positieve reacties van uitvoerders en van de doelgroep. En dan? Hoe

maak je van jouw aanpak een effectieve sociale interventie? Net als bij een

toren moet de basis stevig staan om verder te kunnen bouwen.

29

Page 30: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

30

‘We zijn de verbindende factor, de bruggenbouwer. Wij brengen

goede ideeën van de ene plek naar de andere. In de gemeente

Heerlen ziet men niet altijd wat in de gemeente Venlo gebeurt.’

Marleen van Rijsbergen (SP) is gedeputeerde voor de provincie

Limburg met de portefeuille werk en welzijn. Dat haar provincie een

rol zou blijven spelen na de drie decentralisaties stond al ver voor

de decentralisaties vast, vertelt ze. ‘En voor mij de mooie taak om

diverse partijen zoals zorgaanbieders, bestuur en het bedrijfsleven bij

elkaar te brengen.’ Zo initieerde de provincie een netwerkdag voor

gemeenteambtenaren om in elkaars keuken te kijken.

Neutrale positieOok Karin van de Plas, zelfstandig adviseur in het sociale domein in

Limburg, ziet de verbindende rol van de provincie als belangrijk plus-

punt. ‘Die is nodig. Ik weet hoe moeilijk het is om partijen bij elkaar

te brengen.’ De neutrale positie van de provincie is volgens haar een

pre. ‘De belangen van bijvoorbeeld gemeenten en zorgaanbieders

zijn soms tegenstrijdig. Zorgaanbieders klagen wel eens: ‘Gemeenten

doen moeilijk, we moeten zaken doen onder hun voorwaarden.

Die neutrale rol is mooi’, vindt gedeputeerde Van Rijnsbergen.

Toch waakt ze voor een rol van de provincie als een soort ombuds-

man. ‘We zullen nooit op de stoel van de gemeenten gaan zitten.

We schuiven aan maar bemoeien ons natuurlijk niet met inhoudelijke

zaken als bijvoorbeeld de inkoop. Dat doen gemeenten.’

Limburg laat zien dat het kan

De provincie als bruggenbouwer bij de decentralisaties

Bestuurskracht Van der Plas is ook tevreden met de visie die haar provincie uitdraagt

in het sociale domein. Ze is zelf betrokken bij Noaberzorg waarbij

burgerkracht centraal staat bij de zorg voor andere burgers met

een hulpvraag. Waar ze bij de gemeente aanvankelijk op onbegrip

stuitte, zegt ze door de provincie vanaf het eerste moment serieus te

zijn genomen. En de cofinanciering door de provincie hielp gemeen-

ten juist weer over hun koudwatervrees heen. ‘Soms ontbreekt ook

de kennis van zaken in gemeenten’, zegt ze. Wat volgens haar niet

zo verwonderlijk is want er zijn veel kleine gemeenten in Limburg.

De bestuurskracht van de provincie is dan heel welkom.

Met de decentralisaties leek de rol van provincies

uitgespeeld in het sociale domein. Niet dus. Neem

Limburg waar de provincie partners bij elkaar brengt

en zorgt voor kennisdeling in gemeenten.

We zullen nooit op de stoel van een

gemeente gaan zitten

Korte lijntjesVan Rijnsbergen ziet de schaal waarop ze als provincie kan opereren

als een toegevoegde waarde voor de 33 gemeenten die haar

provincie telt. ‘Voor ons gaan sneller deuren open. We hebben korte

lijntjes naar Den Haag, Brussel, de Euregio – we zitten hier natuurlijk

vlakbij Duitsland en België.’ Dat maakt dat je ideeën kunt verbinden

uit verschillende domeinen, legt ze uit. ‘Dat je afspraken op grotere

schaal kunt maken met bijvoorbeeld zorgverzekeraars, zorgconcerns,

universiteiten en bedrijven.’

Actieve cultuur Is de provincie Limburg uniek? ‘We zijn niet de enige provincie die

iets doet in het sociale domein, maar we zijn wel de eerste provincie

die ervoor gekozen heeft een sociale agenda te ontwikkelen die

hand in hand gaat met de economische agenda. Wat specifiek voor

Limburg geldt is dat we hier bijna geen grote steden hebben maar

veel kleinere gemeenten. Dat is in de Randstad natuurlijk niet zo.

En er heerst hier een sterke cultuur om als provincie actief beleid te

ontwikkelen in het sociale domein. We hebben te maken met een

relatief groot deel van de bevolking dat in de gevarenzone zit met

gezondheidsrisico’s.’

Meer informatie: Marjet van Houten ([email protected] of

030 789 20 74).

Page 31: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Tip 3 Erken de expertise en ervaring van de vrijwilliger

Heb je er wel eens aan gedacht om een hoogopgeleide vrijwilliger in te zetten voor een strategische sessie binnen je organisatie? Doen! Een vrijwilliger kan simpelweg beter zijn in het leiden van een sessie dan een beroepskracht. Maak gebruik van die expertise en ervaring. Durf vrijwilligers in te zetten op alle onderdelen van je organisatie. Niet alleen in de uitvoering, juist ook aan de beleidskant.

Tip 1 Werk samen met vrijwillige organisaties

Ga het niet allemaal zelf regelen. Werk samen met vrijwillige organisaties die de expertise en ervaring van vrijwilligers al jaren weten in te zetten. Het ideaalbeeld: een intensieve samenwerking tussen beroepsmatige en vrijwillige organisaties.

Ga toch niet alles zelf doen

Drie tips voor beroepsorganisaties

De ervaringsdeskundigheid

en lokale netwerken van

vrijwilligersorganisaties zijn van

grote waarde.

Uitreiking Meer dan handen vrijwilligersprijzen

Op 7 december 2016 worden de Meer

dan handen vrijwilligersprijzen uitge-

reikt. Benieuwd naar genomineerde

vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers?

Bekijk ze op vrijwilligersprijzen.nl en

breng je stem uit! Wie weet win jij die

reischeque van € 1.000.

De toolkit ‘Zorg beter met vrijwilligers’

helpt je om vrijwillige inzet goed en

structureel te regelen.

Meer informatie: movisie.nl/tools/

vrijwillige-inzet-goed-organiseren.

In de praktijk blijkt dat de bestaande vrijwillige infrastructuur in de wijk wordt miskend en onderbenut. Ook waar bestaande vrijwilligersorganisaties wel bekend zijn, geven ze zelf aan dat ze vaak worden beschouwd als handige uitvoerders in plaats van volwaardige partners. Dat is zonde. Juist de ervaringsdeskundigheid en de lokale netwerken van vrijwilligersorga-nisaties zijn van grote waarde.

Tip 2 Erken de rol van de vrijwilligerscoördinator

Het belang van de vrijwilligerscoördinator neemt steeds meer toe. Het goed laten func-tioneren van groepen mensen die onbetaald werk doen, de afstemming met beroeps-krachten, het organiseren met vrijwilligers… Het is een heel ander vak geworden. Erken het belang van de vrijwilligerscoördinator en geef deze een strategische positie in de organisatie. Investeer in een vrijwilligers- coördinator die coachend kan zijn, maar ook intensieve begeleiding biedt als dit nodig is.

Als beroepsorganisatie krijg je op steeds meer manieren te maken met

vrijwilligers. Vrijwilligersmanagement is niet iets wat je er even bij

doet. Zeker nu organisaties steeds meer vrijwilligers inzetten en een

plek zijn waar mensen met afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring

opdoen. Hoe zet je als beroepsorganisatie de expertise en ervaring van

vrijwilligers maximaal in?

31

Page 32: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

32

Page 33: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

‘Door de gevolgen van een beroerte kon ik geen betaald werk meer doen en was ik door

het UWV afgekeurd. Ik stond aan de rand van de samenleving. Ik zat alleen thuis en raakte

in een sociaal isolement. Uiteindelijk kwam ik in contact met het wijkteam. Een wijkwerkster

kwam op bezoek. Zij bracht mij in contact met stichting MEE die samen met Movisie een

cursus biedt over het omgaan met je talenten. Het is een cursus die je helpt om jouw kwa-

liteiten te onderzoeken om te zien welk vrijwilligerswerk bij je past. Daardoor kun je gericht

zoeken. Op de dag dat ik een intake had bij MEE vond ik vrijwilligerswerk bij buurthuis

Akwaaba. Door dit werk heb ik weer structuur in mijn dag. Ik kan mijn kennis delen, ik hoor

weer ergens bij. Zo ben ik uit mijn isolement gekomen.

Inmiddels is de cursus beëindigd. Ik ken nu mijn sterke kanten en weet waar ik in Almere

terecht kan voor vrijwilligerswerk, ook door zelf actief te zijn en de kranten door te spitten.

Ook mijn eigen netwerk weet mij nu te vinden, regelmatig word ik gevraagd of ik interesse

heb in klussen. Ik heb bijna een agenda nodig om mijn klussen bij te houden en heb zelfs

een optreden gehad als NAH-ervaringsdeskundige (Niet Aangeboren Hersenletsel).’

Mattijs de Goede: ‘Sinds de cursus ben ik weer onder de mensen’

Over het projectHet project ‘Talentvolle mensen met een beperking actief in de buurt’ is opgezet om de

toegang naar vrijwilligerswerk voor mensen met een beperking gemakkelijker te maken.

Movisie werkt hiervoor samen met MEE IJsseloevers en Heliomare. Het project draait nu

al anderhalf jaar in Almere, Deventer en Zaanstad, met steun van het Oranje Fonds.

De monitor over het project is klaar en daaruit blijkt dat de aanpak van het totale

project helpt om de doelstelling te realiseren. Mattijs is daar een goed voorbeeld van.

Het project geeft mensen met een beperking inzicht in hun talenten, zorgt voor (keten)

samenwerking tussen de professionele zorg- en welzijnsorganisaties en legt het contact

met vrijwilligersorganisaties om hen te motiveren om deze doelgroep een plaats te

bieden.

Uit de monitor blijkt overigens ook dat er nog uitdagingen zijn: de doelgroep is

kwetsbaar en vraagt om specifieke aandacht. Duurzame lokale samenwerking staat

onder druk door financieringskwesties, en nog niet alle vrijwilligersorganisaties zien de

voordelen voor zichzelf. Toch is het gelukt om, via lokale inkleuring en het maken van

nieuwe verbindingen, de drempel om vrijwilligerswerk te doen voor mensen met een

beperking te verlagen.

Ben je zelf werkzaam bij een zorg-, welzijns- of vrijwilligersorganisatie en heb je belang-

stelling voor dit project? Neem contact op met Els Hofman, ([email protected] of

030 789 20 25).

Door dit werk heb ik weer structuur in mijn dag. 33

Page 34: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

1. Organiseer een informele ontmoeting, buiten de machtsstructuren

Marco Kranenburg: ‘Gelijkwaardigheid is ontzettend belangrijk. Dit geldt bijvoor-beeld ook voor de locatie: wij gebruiken altijd neutraal terrein, zoals de bibliotheek in Rotterdam of het Huis van de Wijk. We gebruiken nadrukkelijk dus geen geloofshuis of kantoor. Zo kunnen beide partijen zich er thuis voelen. Bij een tweede ontmoeting kan een ondernemer jongeren natuurlijk wel uitnodigen bij zijn bedrijf, dat juichen we ook toe. Maar alleen als je dat samen zo hebt afgesproken. Verder geldt

Het klinkt logisch: als werkgevers en jongeren van niet-westerse

herkomst elkaar kennen, verdampen de vooroordelen. Movisie

onderzocht welke randvoorwaarden van belang zijn om dit te laten

slagen. We pikten er drie uit en vroegen Marco Kranenburg van

Vrijdagmiddag Couscous of hij deze voorwaarden herkent en hoe hij

daar met zijn initiatief invulling aan geeft.

Zo regel je een ontmoeting tussen werkgevers en migrantenjongeren

voor iedereen die aan wilt schuiven: je zit als persoon aan tafel en niet in de functie die je toevallig hebt. Wil de wethouder een keer meepraten? Prima, maar ze komt als persoon en niet als wethouder.’

2. Er is een goede intermediair nodig: iemand die het vertrouwen heeft van jongeren én werkgevers

Kranenburg: ‘Eens. Die intermediair is degene die de neutraliteit en gelijkwaardig-heid bewaakt. Hij of zij is politiek onafhan-kelijk. De intermediair brengt mensen met elkaar in contact. Ieder bedrijf heeft ‘sociale overwaarde’: allerlei mogelijkheden om anderen te helpen, onder andere door het netwerk en de vaardigheden en kennis die in huis zijn. Ik vraag ondernemers om dat in te zetten. En aan de andere kant praat ik met de jongeren die soms denken dat ze geen kans krijgen in Nederland. Ik geef ze aan dat ik ze help met het leggen van de verbinding en dat ze het daarna helemaal zelf in de hand hebben.’

3. Je werkt samen aan een gezamenlijk doel

Kranenburg: ‘Een gezamenlijk belang of doel is zeker belangrijk. Ergens is dat al het (h)erkennen dat we allemaal mensen zijn. En daarbij proberen wij aan iedere tafel samen hulpvragen te identificeren. Dat kunnen hulpvragen zijn van jongeren, maar zeker ook van werkgevers. Je probeert daar samen een ingang of oplossing voor te be-denken. De hulpvragen waar aan tafel geen oplossing voor wordt gevonden, bespreken we na afloop plenair. Vaak ziet iemand aan een andere tafel wel mogelijkheden.’

Meer informatie: Jan Willem van de Maat ([email protected] of 030 789 22 32).

Meer lezenWeten wat werkt bij kennismakings-

activiteiten bij het overbruggen van

vooroordelen? Download het rapport

via: kis.nl/vooroordelen. Movisie

organiseert ook ontmoetingen tussen

werkgevers en specifiek vluchtelingen

binnen het programma K!X Works dat

jonge vluchtelingen begeleidt naar een

werkende toekomst. Meer informatie:

kixworks.nl.

Wat is Vrijdagmiddag Couscous? Tijdens de Vrijdagmiddag Couscous

komen (migranten)jongeren en werkge-

vers of ondernemers samen. Het initiatief

van directeur Marco Kranenburg komt

voort uit de Marokkaanse traditie dat

je op vrijdagmiddag, onder het genot

van goed eten en drinken, stilstaat bij

maatschappelijke ontwikkelingen. De

opzet: jongeren en werkgevers zitten

met zes tot acht personen aan tafels met

in het midden een grote schaal cous-

cous. Doel: het ontdekken van elkaars

talenten en het ondersteunen van elkaar

met je eigen netwerk.

Wil de wethouder aanschuiven?

Prima, maar ze komt wel op

persoonlijke titel

Jongeren gaan met werkgevers rond te tafel.

34

Page 35: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

35

Veel gemeenten willen op een andere manier

omgaan met sturing en verantwoording: meer

outcome dan output. Diemen pakte dit op via

transformatiedialogen. Een gesprek met de

verantwoordelijke wethouder, Ruud Grondel.

Diemen is een van de drie gemeenten die heeft meegedaan aan

het ontwikkelen van transformatiedialogen. Transformatiedialogen

zijn ontmoetingen tussen professionals in de zorg voor de jeugd. Zij

vormen werkgemeenschappen die reflecteren op de zorg in het licht

van de collectieve ambitie van de wijk of gemeente.

HoeksteenRuud Grondel, wethouder sociaal domein te Diemen, is een warm

pleitbezorger van de decentralisaties. De transformatiedialoog

sluit aan op zijn persoonlijke ambitie om samenwerking op de

werkvloer te organiseren, ruimte voor de professional te creëren

en te sturen op samenhang. Daarvoor is het nodig om het systeem

van sturing en verantwoording mee te laten veranderen. Sturing en

verantwoording zijn in de visie van de wethouder de hoeksteen van

de transformatie. Wanneer het systeem niet mee verandert, is de

nieuwe werkwijze gedoemd te mislukken.

Brede Hoed-teamGesprekken met professionals gaan in Diemen niet meer alleen

over resultaten, maar ook over ‘wat heb je gedaan en waarom’.

Grondel: ‘Organisaties moeten het gesprek voeren over hoe ze

samen oplossingen kunnen zoeken voor bepaalde vraagstukken,

hoe ze het beter kunnen organiseren.’ De aanzet hiervoor is gedaan

in de transformatiedialogen. In Diemen is een werkgemeenschap

gecreëerd met zogenoemde Brede Hoed-teams. Dit zijn teams

met professionals uit zorg en onderwijs, maar ook met andere

betrokkenen, zoals de politie, bewoners/cliënten, ambtenaren en

de wethouder. Zij zijn met elkaar in gesprek gegaan over vragen

als: hoe kunnen we teams organiseren die doen wat nodig is, hoe

kunnen we goed samenwerken en hoe kunnen we naar elkaar

verantwoorden?

OpdrachtgeverschapNaast de veranderingen op de werkvloer heeft de gemeente de

opdracht om het opdrachtgeverschap goed vorm te geven. De

wethouder van Diemen stuurt erop aan dat het gemeentelijk systeem

aansluit op de inhoudelijke veranderingen. Daar zijn juristen, accoun-

tants en inkopers van de gemeente bij nodig. Een mooi voorbeeld is

de wijziging van de inkoop. Diemen is onderdeel van de Stadsregio

Amsterdam en die koopt niet meer in op basis van productiebekosti-

ging, maar op basis van (gezins)profielen.

Meer informatie: Annette van den Bosch ([email protected]

of 030 789 20 48) of Charlotte Hanzon ([email protected] of

030 789 22 81).

Werken aan outcome Dit artikel over Diemen is het eerste in een serie over hoe

gemeenten werken aan outcome. Op movisie.nl kun je de

komende maanden de hele serie volgen.

Werken aan outcome

Hoe Diemen transformatiedialogen ontwikkelt

Grondel: ‘organisaties moeten samen nadenken over oplossingen.’

Page 36: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

36

Wat betekent deze leerstoel voor de sector en voor jou persoonlijk?‘De vraagstukken in het sociaal domein zijn vaak complex. Welke

aanpakken werken wel, welke niet? En voor welke doelgroepen is

wat effectief? Door het instellen van een leerstoel draagt Movisie

bij aan het versterken van het kennisfundament voor de sociale

sector. Zelf hoop ik zo een extra impuls te kunnen geven aan het

verbinden van wetenschap en praktijk. Beide werelden gaan mij

nauw aan het hart en de positie als bijzonder hoogleraar biedt mij

daarvoor extra mogelijkheden.’

Wat ga je concreet binnen de leerstoel doen?‘De eerste taak is het nader uitwerken van het globale plan, het

zogeheten structuurrapport. Daarvoor ga ik in gesprek met beleid-

smakers, professionals en wetenschappers om de focus nader te

bepalen. De titel ‘participatie en effectiviteit’ is immers nog breed.

Thema’s die ik centraal wil stellen zijn schuldenproblematiek en

cliëntenparticipatie. Ik wil graag voor de aanpak van deze thema’s

samen met anderen één of twee kenniswerkplaatsen opzetten

waarin we de praktijk combineren met onderzoek naar wat werkt

en waarom.’

Met het krimpen van de verzorgingsstaat neemt de nadruk op eigen verantwoordelijkheid en inzet van burgers toe. Hoe reëel is dit volgens jou? ‘Ik denk dat het altijd goed is om uit te gaan van de eigen verant-

woordelijkheid en inzet van mensen. Je moet mensen niet ‘pam-

peren’, maar uitgaan van hun mogelijkheden en talenten. Ik vind

de capability-benadering (Sen & Nussbaum, 1993) erg inspirerend.

Saskia Keuzenkamp bijzonder hoogleraarSaskia Keuzenkamp, teamcoach van het programma

‘Effectiviteit en vakmanschap’ bij Movisie, is per

1 september 2016 benoemd tot bijzonder hoogleraar

Participatie en effectiviteit aan de VU. De leerstoel

is gericht op het vergroten van kennis over en

inzicht in effectiviteit van manieren om participatie

van burgers te bevorderen. Movisie financiert de

leerstoel.

Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun ontwikkeling, maar de

steun, aandacht, stimulans en liefde van anderen zijn daarbij onmis-

baar. De verzorgingsstaat moet voorwaarden waarborgen waarin

iedereen, ongeacht eventuele beperkingen en kwetsbaarheden, zich

kan ontwikkelen en een goede kwaliteit van leven kan hebben.’

Wat blijf je daarnaast voor Movisie doen?‘De leerstoel beslaat maar een dag van mijn vijfdaagse werkweek.

Daarnaast zal ik mij volop inzetten om de rol van Movisie als

kennisinstituut in het sociale domein te versterken. Dat betekent

sturing geven aan de inhoud en vorm van ons werk, ook op de

andere thema’s waarop Movisie actief is. Ik blijf betrokken bij

een aantal projecten die het meest aansluiten bij mijn expertise:

effectiviteit van interventies, sturen op outcome en ons werk voor

het Kennisplatform Integratie en Samenleving.’

Meer informatie: Saskia Keuzenkamp ([email protected]

of 030 789 20 34)

Thema’s die ik centraal wil stellen zijn

schuldenproblematiek en cliëntenparticipatie. Keuzenkamp: Je moet mensen niet pamperen.

Page 37: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

Schrijfwedstrijd Buurtwijs: maak kans op € 500

Nieuw: de InstrumentWijzer

Doe mee: Decade Innovation Award

Kort nieuws

Werk jij aan de leefbaarheid, samenhang en

sociale veiligheid in de buurt? Heb je zicht

op wat wel of niet werkt bij buurtontwik-

keling en heb je een goede pen? Doe dan

mee met de Buurtwijs schrijfwedstrijd en

maak kans op € 500. Alle genomineerden

krijgen een schrijftraining en een training

social media.

Buurtwijs is een online platform waar

buurtwerkers, community builders en

actieve bewoners kennis en praktijkverhalen

delen over wat wel of niet werkt op het

gebied van buurtontwikkeling.

De schrijfwedstrijd heeft als doel om initia-

tieven te promoten die buurtontwikkeling

Begin november vond de lancering plaats

van de InstrumentWijzer, een keuzehulp voor

meetinstrumenten.

Nu gemeenten met schaarse middelen nieuwe

verantwoordelijkheden hebben op het gebied

van werk, ouderen- en jeugdzorg, wordt het

belang van het meten van prestaties steeds

urgenter. Hebben de nieuwe afspraken met

aanbieders wel het beoogde effect? De Wet

maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Heb jij hét vernieuwende idee dat

bewustwording over anti-zwart

racisme vergroot en vooroordelen

tegengaat?

De Verenigde Naties hebben met steun van

Nederland 2015 tot 2024 tot het Decennium

voor Mensen van Afrikaanse Afkomst

uitgeroepen. Dit Decennium gebruiken we in

Nederland om de aanpak van racisme in ons

land te versterken. Het ministerie van Sociale

Zaken en Werkgelegenheid organiseert in

het kader daarvan, in samenwerking met

Kennisplatform Integratie & Samenleving, de

Decade Innovation Award.

stimuleren. De verhalen dienen als bron en

inspiratie voor iedereen die zich met buurtont-

wikkeling bezighoudt. Door beter zichtbaar te

maken hoe verschillende initiatieven leiden tot

meer samenhang en leefbaarheid in buurten,

kunnen we de inhoud en kwaliteit van buur-

tontwikkeling verbeteren.

Nadat je een profiel hebt aangemaakt op de

website, kun je via een formulier je verhaal

indienen. Hier vind je ook schrijftips. Je verhaal

mag maximaal 900 woorden zijn, de deadline

is 31 december 2016. Vind je het leuk om

een praktijkverhaal over jouw ervaringen met

buurtontwikkeling te schrijven?

Lees meer op buurtwijs.nl en doe mee!

stelt gemeenten verplicht om met ‘outcome

criteria’ te werken. Beleidsmakers en aanbie-

ders moeten meten wat de effecten zijn van

geleverde zorg en ondersteuning. Bij Movisie

en Sociaal Werk Nederland kwamen hierover

veel vragen binnen.

Hoe meet je dit op de goede manier?

Welk meetinstrument past het best bij een

bepaalde situatie? Daarom hebben we

samen met Deuten/Atrivé de Instrument-

Het beste idee!Met de Decade Innovation Award willen we

de doelen van het Decennium een stevige

impuls geven. Hier dagen we jou voor uit!

Wat is jouw idee om discriminatie op basis

van huidskleur tegen te gaan? We zijn op

zoek naar hét creatieve en originele idee

dat bewustwording vergroot en vooroor-

delen tegengaat. Daarbij gaat het om de

antwoorden op vragen als: hoe versterk je

kennis over uitsluiting en discriminatie? Hoe

besteden we aandacht voor het erfgoed en

de culturen van mensen van Afrikaanse her-

komst? En hoe bevorderen we de aandacht

voor onze gedeelde geschiedenis? Slavernij-,

de koloniale- en de migratiegeschiedenis.

Wijzer ontwikkeld: www.instrumentwijzer.nl.

De InstrumentWijzer bevat een overzicht

van gangbare meetinstrumenten en wordt

aangevuld met nieuwe tools op diverse

thema’s.

Meer informatie: Hanneke Mateman

([email protected] of 030 789 20 55)

of Martijn Bool ([email protected] of

030 789 22 09).

Doe mee en wie weet win jij de prijs van

25.000 euro te besteden aan de uitvoering

van het winnende idee!

Meer informatie: decadeinnovationaward.nl 37

Page 38: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

38

BN’ers als sociaal werker...?

ik twijfel nog of ik me

wil laten helpen door een bn’er

of een sociaal werker...

wat zit je hier nou toch?

ga hulp zoeken!

LOKAAL LHBT-BELEID REGENBOOGSTEDEN44 Gemeenten tekenden de intentieverklaring

‘Regenboogsteden’ met minister Bussemaker. In

dit convenant verklaren zij gezamenlijk de sociale

acceptatie, veiligheid en emancipatie van lesbische

vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen

en transgenders (LHBT’s) te verbeteren. Eind

2017 willen al deze gemeenten aandacht voor

LHBT-emancipatie duurzaam verankerd hebben in

hun lokale beleid. In dit overzicht vind je een weer-

gave van het soort beleid, de speerpunten in de periode 2015-2017,

de betrokken gemeentelijke sectoren en/of diensten en de samenwer-

kingspartners in de uitvoering.

TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE VRAAGSTUKKEN In het herfstnummer van het Tijdschrift voor

Sociale Vraagstukken is veel aandacht voor

onderwijs. Ouders hebben weinig te vertellen in

het onderwijs, zo analyseert socioloog en peda-

goog Mieke van Stigt. De onderwijsongelijkheid

neemt weer toe, vertelt socioloog Herman van de

Werfhorst. Hij bekritiseert minister Bussemaker en

andere politici, die volgens hem zelfs maatregelen

namen die de onderwijsongelijkheid versterkten.

WAT KNELT?Burgerinitiatieven, gericht op zorg en ondersteu-

ning, zijn in opmars. Bovendien sluiten deze qua

waarden goed aan bij de gewenste verandering

in de samenleving - meer participatie van

inwoners. In december 2015 heeft de Tweede

Kamer op basis van signalen uit de praktijk een

motie aangenomen om de knelpunten van bur-

gerinitiatieven en zorgcoöperaties in het systeem

van de langdurige zorg te inventariseren. In deze

rapportage, gemaakt door Vilans en Movisie in opdracht van het

Ministerie van VWS, worden de resultaten van een inventarisatie

naar knelpunten bij burgerinitiatieven gericht op zorg en ondersteu-

ning gepresenteerd.

EFFECTIEVE RESPIJTZORGHoe kunt u ervoor zorgen dat mantelzorgers

in jouw gemeente regelmatig een adempauze

krijgen en weer even op kunnen laden? Aan

de hand van vijf stappen beschrijven wij hoe je

samen met cliënten, mantelzorgers én lokale

samenwerkingspartners kunt werken aan effectieve respijtzorg.

Verder in deze publicatie: tools, praktijkvoorbeelden, de Piramide

respijtzorg en de wet- en regelgeving rondom respijtzorg.

Nieuwe uitgavenDeze publicaties zijn gratis downloadbaar op movisie.nl/publicaties

Page 39: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

© Movisie, Utrecht 2016

Jaargang 10, november 2016, nummer 28

Eindredactie: Communicatie Movisie

i.s.m. Tekstburo Gort

Teksten: Movisie, Tekstburo Gort,

Pieter Matthijsen en Rinske Bijl.

Vormgeving: Ontwerpburo Suggestie & Illusie

Cartoon: lokocartoons

Illustraties: Marc Kolle (poster), De Boer &

Van Dorst (Typetank) (pag 21), Ontwerpburo

Suggestie & Illusie (pag 37)

Fotografie: Ton Harland (cover), Janus van den

Eijnden/De Correspondent (pag 4), Hollandse

Hoogte/ Ingrid de Groot (pag 7), Fotopersburo

Edwin Janssen (pag 8 en 9), Rinske Bijl (pag

13), Norbert Waalboer (pag 14, 25 en 33),

Joyce de Vries (pag 16), Ivo Hutten (pag 23),

Mariette Carstens (pag 27), Jos Lammers

(pag 31), David Rozing (pag 34), 123RF, iStock.

Overname van (delen van) artikelen is

toegestaan met bronvermelding. De

afgebeelde personen op de foto’s hebben

niet altijd een relatie met de tekst.

ISSN: 1876-0422

Movisie

Postbus 19129, 3501 DC Utrecht

Catharijnesingel 47, 3511 GC Utrecht

T 030 789 20 00 · F 030 789 21 11

Volg Movisie op Twitter @movisie

Inhoudelijke vragen: [email protected]

Gratis abonnement op Movisies aanvragen

of beëindigen? Ga naar movisie.nl

Per e-mail op de hoogte blijven?

Meld u aan via movisie.nl

Movisie is het landelijke kennisinstituut

en adviesbureau voor toepasbare kennis,

adviezen en oplossingen bij de aanpak van

sociale vraagstukken. We werken aan een

samenleving met veerkracht waarin iedereen

zijn kwaliteiten en vaardigheden zo goed

mogelijk kan ontwikkelen.

We doen dit door professionals, gemeenten,

cliënten en burgers te ondersteunen, te

adviseren én met hen samen te werken.

Onze activiteiten zijn georganiseerd rond vijf

actuele thema’s: Effectiviteit & vakmanschap,

Actief burgerschap, Sociale zorg, Inclusie &

diversiteit en Huiselijk & seksueel geweld.

Meer informatie: movisie.nl

ColofonIntervisie

Er valt gewoon gewicht van je afhiermee omgaan. Ook leer je het perspectief

van collega’s uit andere disciplines beter

kennen.

Het vinden van de gezonde balans tussen

afstand en nabijheid met de cliënten komt

ook aan bod. ‘Een intervisietraining geeft

mij altijd wat lucht. Mijn valkuil is dat ik te

betrokken ben bij mijn cliënten. De intervisie

zorgt ervoor dat ik een casus beter kan

overzien of zelfs afsluit’, geeft één van de

deelnemers aan. ‘Na een intervisietraining

kan ik weer met een ruime blik aan de slag.

Er valt gewoon wat gewicht van je af.’

Voor wieDe intervisies zijn bedoeld voor teams en/of

interne begeleiders in zorg en welzijn.

De trainersDe intervisies worden begeleid door

Anoushka Boet, Jolanda Elferink, Ton van

Elst, Maryse den Hollander, Michaëla Merkus

of Martha Talma. Elke trainer heeft zijn/haar

eigen expertise en wordt aangewezen op

basis van de vraag.

Ook interesse in intervisie? Kijk voor meer

informatie over de intervisie op movisie.nl/

trainingen.

Behalve dat we genoten

hebben van de aandacht

voor ons werk als vrijwilliger,

hadden we tijdens de training

de tijd om even stil te staan:

waarom doen we dit nu met

z’n allen?

De intervisies van Movisie helpen om

vakoverstijgend te kunnen kijken naar de

dagelijkse praktijk. Je gaat begrijpen waarom

je het werk op een bepaalde manier hebt

aangepakt en krijgt inzicht in hoe anderen

Als professional wil je graag het juiste

doen voor degene die jouw hulp vraagt of

krijgt. Soms krijg je echter te maken met

een complexe situatie en blijf je na afloop

met een ontevreden gevoel achter. Heb ik

goed gehandeld? Hoe zouden anderen dit

aanpakken? Zeker als je veel solistisch werkt,

is het reflecteren met collega’s op het eigen

handelen van groot belang.

39

Page 40: Relatieblad voor het sociaal domein MOVISIES...het sociaal werk 16 Dicht bij het werkveld opleiden: onderwijs, onderzoek en werkveld bundelen hun krachten 20 Naar een effectieve aanpak

COLUMN

Met de ‘participatiemaatschappij’ hoopten we op een wereld waarin eigen kracht en ondersteuning in balans zijn zodat iedereen naar vermogen kan meedoen. Zorg en ondersteuning dichterbij, minder versnipperd, beter en goedkoper. Ik zie de vrolijk stemmende voorbeelden hiervan, maar thuis merk ik hoe de participatiemaatschappij ook wringt.

Mijn dertienjarige zoon heeft een complexe psychiatrische aandoening. Erg belastend voor hem en zijn omgeving. Vanaf zijn vierde jaar hebben wij steun nodig. De overgang van basisschool naar middelbaar onderwijs verliep niet goed en sindsdien behoort hij tot de 16.000 kinderen voor wie geen passend onderwijs is. Hij zit nu twee jaar thuis. Letterlijk. In het vakjargon van Movisie zijn wij een zorgintensief gezin.

Sinds 2006 hebben wij met 76 hulpverleners te maken gehad. Wij kennen het zorglandschap van voor en na de decentralisaties. We kregen niet minder maar meer hulpverleners. Iemand van het wijkteam kwam erbij voor de indicatie voor de tweedelijnszorg die we al zeven jaar hadden.

In het begin was er veel zorg, steun en creativiteit. We zouden er niet alleen voor staan. Maar toen mijn zoon depressief en angstig op de bank bleef liggen, ondanks medicatie, ouderbegeleiding en therapieën, nam de steun gestaag af. Het persoonsgebonden budget werd na een jaar weggehaald. Onze vraag of het wijkteam een maatje kan regelen vanwege het enorme isolement van mijn zoon is helaas nooit beantwoord. Zelfs niet met nee. Vanuit de onderwijskant horen we al een jaar niks meer. Zes zorgverleners komen over de vloer en zes anderen zijn op afstand betrokken. De toolbox van het team raakte leeg, maar uiteindelijk maakt één hulpverlener nu echt contact en betekent iets voor mijn zoon. Razend knap na een jaar ‘door de deur heen’ hulpverlenen. Maar juist die hulpverlener hoort eigenlijk niet bij het team en zijn financiering vormt een probleem.

Een integrale aanpak? De regisseur, in twee jaar drie verschillende mensen, verdween naar de achtergrond. Een door mij geïnitieerde WhatsApp-groep verbindt de hulpverleners. Zij willen graag integraal werken, maar het lukt niet omdat ze ingekaderd worden, onvoldoende tijd hebben en geen oplossing weten voor onze complexe situatie. Maar is mijn zoon dan zó speciaal? Te speciaal voor onderwijs, te speciaal voor goede hulpverlening?

De inzet van eigen kracht bij zorgintensieve kinderen komt erop neer dat ouders de zorg regisseren en grotendeels zelf leveren. Dat is loodzwaar. De oplossing: niet méér professionals, maar een andere aanpak. Doe geen loze beloften aan ouders, maar stel met elkaar kleine doelen en maak die waar. Steun en stut gewoon, ook als het taai wordt en lang duurt. Dat hebben wij, gezinnen met zorgintensieve kinderen, nodig.

Marjet van Houten is adviseur Participatie bij Movisie en sprak op het Participatiedebat in oktober 2016.

Is mijn zoon te speciaal?

In het vakjargon van

Movisie zijn wij een

zorgintensief gezin