32
november 2011 Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

  • Upload
    lykhue

  • View
    213

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

november 2011

Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

Page 2: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken
Page 3: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

Inleiding 5

Np dwiNgelderveld

Herstel waterhuishouding in volle gang 7

Np zuid-keNNemerlaNd

Met een 9-tot-5-mentaliteit lukt het niet 11

Np utrechtse heuvelrug

Nu er ecoducten komen,ligt uitbreiding in het verschiet 15

Np maasduiNeN

Natuurherstel nadert voltooiing 19

Np looNse eN druNeNse duiNeN

Het zand mag weer stuiven 25

Kritische succesfactoren 29

iNhoudsopgave

3

Page 4: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

4

De Alde Feanen

Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa

Lauwersmeer

Schiermonnikoog

Duinen van Texel

Drents-Friese Wold

Weerribben-Wieden

Dwingelderveld

De Sallandse Heuvelrug

De Hoge Veluwe

VeluwezoomUtrechtse Heuvelrug

Oosterschelde

Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide

De Biesbosch

De Groote Peel

De Loonse en Drunense Duinen

De Meinweg

Zuid-Kennemerland

De Maasduinen

Page 5: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

5

manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale parken Het Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP) riep in februari 2008 in het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls

‘Nationale Parken verdienen meer’ het Rijk, de provincies en gemeenten op flink te investeren in natuurkwaliteit.

Hoewel in de afgelopen jaren vele activiteiten op het gebied van natuurbeheer en ontwikkeling, recreatie,

voorlichting en educatie in de twintig Nederlandse nationale parken zijn gerealiseerd, zijn nog grote inspanningen

nodig om de kwaliteit van de nationale parken te versterken en voor de toekomst veilig te stellen.

In de nationale parken staat de natuur onder druk door knelpunten in milieu- en watercondities en door gebrek aan

ruimtelijke samenhang. De natuur verdroogt, de biodiversiteit holt achteruit, de waterkwaliteit is onvoldoende, veel

natuurgebieden liggen geïsoleerd in een vaak natuurvijandige omgeving en recreatievoorzieningen ontbreken.

Voor topnatuur met topkwaliteit was in de periode 2008-2012 zeker 120 miljoen euro extra nodig voor 44

natuurherstelprojecten. Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, De12Landschappen, de Federatie Particulier

Grondbezit en het IVN ondersteunden de oproep.

successenEind 2011 kunnen we de balans opmaken. Mede dankzij het manifest zijn er in veel nationale parken aansprekende

successen geboekt. Van de beoogde 120 miljoen euro is inmiddels ruim 86 miljoen geïnvesteerd in of toegezegd

voor natuurherstel. De gelden zijn bijeengebracht door het Rijk, de provincies, gemeenten, de Europese Unie

(LIFE+) en de Nationale Postcode Loterij.

Vernatting, het verbeteren van de waterkwaliteit en het creëren van noodzakelijk ecologische verbindingen,

zoals natuurbruggen en -tunnels zijn mooie voorbeelden van natuurherstel. Verder wordt met het geld grond

voor nieuwe natuur aangekocht en er is ingegrepen met soortgerichte maatregelen om kwetsbare dieren en

planten te beschermen en zo te behouden. Nationale parken zijn daarnaast verrijkt met wandel- en fietsroutes,

bezoekerscentra en avontuurlijke natuurspeelplaatsen.

lofAlle lof gaat uit naar de twintig overlegorganen. De door de provincies gefaciliteerde secretaris werkt in kleine teams

en met betrokken partners hard aan natuurherstel.

Bureau Pro Facto concludeerde in ‘Perspectieven voor Nationale Parken’ (2009) al dat “de huidige bestuursvorm

van een overlegorgaan met een secretaris, vertegenwoordigers van natuurorganisaties, gemeenten, waterschappen,

particuliere grondeigenaren en burgers een stevige basis is voor de realisatie van projecten in de parken.”

Deze brochure beschrijft projecten in vijf van de twintig nationale parken. Projecten die meetbaar en aantoonbaar

succes boeken in het verbeteren van de natuurkwaliteit.

Het SNP spreekt de hoop uit dat overheden, natuurorganisaties en andere betrokkenen de komende tijd met

evenveel enthousiasme en inzet verder gaan op de ingeslagen weg. Van alle betrokkenen is blijvende inzet nodig

voor toekomstbestendige topnatuur in alle nationale parken.

Jan Willem Sneepdirecteur Samenwerkingsverband Nationale Parken, november 2011

Inleiding

Page 6: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

6

Foto

’s M

iche

l Ver

scho

or

Page 7: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

7

In het Nationaal Park Dwingelderveld is herstel van

de oorspronkelijke waterhuishouding in volle gang. In

het Noordenveld rijden reusachtige graafmachines en

zandwagens dagelijks af en aan. Na jaren van voorbereidend

ambtelijk en bestuurlijk werk is in april 2011 het herstel van

het grootste natte heidegebied van West-Europa gestart.

Voor de operatie is veertien miljoen euro beschikbaar,

waarvan 4,4 miljoen rijksgeld. Dat geld is hard nodig.

‘Doorgaand rijverkeer gestremd’ staat op een groot geel

bord in het hart van het Drentse Dwingelderveld. Alleen

fietsers mogen doorrijden. En vertegenwoordigers van het

omvangrijke natuurherstelproject dat hier sinds het voorjaar

wordt uitgevoerd, zoals Peter Pasman, secretaris Nationaal

Park Dwingelderveld.

Waar normaal gesproken de veldleeuwerik en

roodborsttapuit zich laten horen, overheerst nu het

gebrom van graafmachines en zandwagens. Gele stippen

zijn het, die zich een weg banen door het nu nog groene

Noordenveld. Boeren uit de omgeving oogsten nog snel

de allerlaatste snede op deze voormalige landbouwenclave

van tweehonderd hectare. De voedselrijke toplaag waarop

tientallen jaren koeien graasden, wordt hier tot een diepte

van dertig centimeter afgegraven. Daaronder ligt de

keileemlaag die voor herstel van natte heide zo belangrijk is.

regenwater vasthouden“Drie jaar geleden is op deze voormalige landbouwenclave

de laatste boer uitgekocht,” vertelt Pasman, “Dit stuk grond

ligt midden in het park. Het grondwaterpeil stond er veel te

laag om de natte heide te behouden en kwetsbare dieren en

planten van een toekomst te verzekeren. Om te voorkomen

dat bij waterstandverhoging schadelijke fosfaten vrijkomen,

graven we de voedselrijke toplaag af. De grond gebruiken

we voor een kilometerlange geluidswal langs de A28.

Daarna dempen we de sloten, zodat de grondwaterstand

stijgt. Op de schrale zandgrond kunnen vervolgens natte

heidevegetaties tot ontwikkeling komen. Ook worden oude

slenken blootgelegd zodat die op een meer natuurlijke wijze

overtollig water afvoeren. Bij de graafwerkzaamheden komt

af en toe een zwarte veenlaag aan de oppervlakte. Daar lagen

ooit vennen. De bodem wordt met de nodige omzichtigheid

behandeld. Als er te diep wordt gegraven, en het keileem

doorstoken, kan schoon, voedselarm regenwater hier niet

worden vastgehouden. En daar is het ons om te doen.”

extreem droog voorjaarDit voorjaar luidden waterschappen, natuurbeheerders en

landbouworganisaties de noodklok. Door extreme droogte

was er in Nederland een ongekend watertekort. De lente

van 2011 staat dan ook te boek als de droogste in afgelopen

decennia. Toch was dit allesbehalve uitzonderlijk. Het KNMI

spreekt zelfs van een trend. Het gemiddelde neerslagtekort

is volgens het weerinstituut de afgelopen dertig jaar

toegenomen. In een waterrijk land als Nederland met

relatief natte winters zou dat voor de natuur, de landbouw

en onze drinkwatervoorziening geen probleem hoeven te

zijn. Maar om landbouw mogelijk te maken, ontwateren

boeren en waterschappen volop via sloten en gemalen,

zodat overtollige neerslag zo snel mogelijk wordt afgevoerd.

Er blijft onvoldoende regenwater achter om droge periodes

Foto

Mic

hel V

ersc

hoor

Peter Pasman

Herstel waterhuishouding in volle gang

Page 8: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

8

te overbruggen. Hoogvenen en natte heideterreinen die

aan landbouwgronden grenzen, zijn de dupe, net als natte

natuur in beekdalen en weidevogelgraslanden. Vochtige

duinvalleien verdrogen in regio’s waar waterproducenten

grondwater onttrekken voor de drinkwatervoorziening.

voedseltekortDe structurele verdroging van de bodem is een aanslag op

de biodiversiteit. Het verstoort het ecologisch evenwicht

en maakt dat gebieden onleefbaar worden voor dieren en

planten die er van nature voorkomen. In weidevogelgebieden

vluchten wormen naar diepere grondlagen waar ze

onbereikbaar zijn voor grutto’s en tureluurs. Orchideeën,

dopheide en andere vochtminnende planten verdrogen.

Insecten, zoals libellen, sterven plaatselijk uit omdat ze als

larve bij gebrek aan water niet tot wasdom komen. In natte

heidegebieden, zoals het Dwingelderveld, gaat het niet goed

met de klokjesgentiaan, een ‘waardplant’, waar de zeldzame

vlinder het gentiaanblauwtje eitjes op legt. Als de plant het

niet redt, verdwijnt op termijn ook dit bijzondere ‘blauwtje’.

NatuurbrandenVerdroogde natuurgebieden zijn tevens een gemakkelijke

prooi voor natuurbranden. De brand in het voorjaar van 2011

in het Drents-Friese Fochteloërveen, woedde vooral aan de

periferie, waar omliggende landbouwgronden het natuurlijke

grondwaterpeil verstoren. De brand in Nationaal Park De

Zoom - Kalmthoutse Heide had minder snel om zich heen

gegrepen als het grondwaterpeil op het juiste niveau was

geweest.

Natte heide en herstel zestig vennenIn het Dwingelderveld strijden de natuurbeheerders

Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer al jaren tegen

verdroging. Die inspanning is nodig in een kwetsbaar gebied

met zestig vennen en heideplassen.

Vernatting vindt niet alleen plaats in het Dwingelderveld,

maar ook in Nationaal Park De Hoge Veluwe, waar natte

heide en vennen hersteld worden. In Nationaal Park Duinen

van Texel is voor minstens 1,6 miljoen euro geïnvesteerd

om verdroging tegen te gaan. Staatsbosbeheer is een

van de samenwerkingspartners in het Dwingelderveld.

Districtshoofd Henk Post is blij met de uitbreiding van

natte heide en het herstel van vennen, maar benadrukt ook

de voordelen voor de omgeving. “Het Dwingelderveld is

afstroomgebied richting de Ruiner Aa. Door verbetering

van de waterhuishouding wordt neerslag hier langer

vastgehouden. Dat heeft benedenstrooms grote voordelen.

Het draagt tijdens extreme neerslag bij aan het voorkomen

van wateroverlast in bijvoorbeeld Meppel.”

Voor Henk Post en Peter Pasman is natuurherstel in het

Dwingelderveld een showcase om verdroging aan te pakken.

Door boerengrond in ontbrekende natuurschakels aan te

kopen en die grond vervolgens terug te geven aan de natuur,

lukt het om het grondwaterpeil te verhogen met voedselarm

water.

taskforce verdrogingIn heel Nederland hebben nationale parken en overige

natuurgebieden last van verdroging. In september 2007

stelde de Tweede Kamer daarom het zogeheten TOP-

gebiedenbeleid vast. Onder aanvoering van de provincies

en de Taskforce Verdroging moet de waterhuishouding in

2015 in 287 gebieden zijn verbeterd; dat is ongeveer veertig

procent van de verdroogde natuurgrond in Nederland.

Het Rijk zou ruim de helft van de benodigde 430 miljoen

euro bijdragen. Geld voor verdrogingsbestrijding komt vrij

via het Investeringsbudget Landelijke Gebied (ILG). In de

voortgangsrapportage (2009) van het Landelijk Steunpunt

Verdroging blijken de provincies voor ongeveer de helft van

de 287 verdroogde gebieden aan oplossingen te werken.

Het SNP vraagt in het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls

Nationale Parken (2008) om maatregelen in tien van

de twintig parken. Het gaat om het herstellen van natte

duinvalleien, het stopzetten van waterwinning, beken

opnieuw laten meanderen, landbouwgronden her in te

richten en natte heide en vennen te restaureren.

ark van Noach“Met het huidige beleid halen we de ark van Noach weer

van stal,” voorziet Henk Post, “Het komt er in feite op neer

dat de regering straks zegt: die soort mag wel mee en die

Foto

Alb

ert H

enck

el (

SBB

)

Henk Post

Page 9: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

9

niet, terwijl we alle kwetsbare soorten zouden moeten

beschermen. Als het verdrogingsbeleid in negatieve zin

wordt hervormd, dan ligt een verdere verschraling van

onze biodiversiteit op de loer.” Post hoopt dat Den Haag

alle TOP-gebieden in het vizier houdt, maar vreest dat

dit niet zo zal zijn. Paul Vertegaal, verdrogingsexpert

bij Natuurmonumenten, is ook bang dat het nationale

verdrogingsbeleid in de ijskast gaat. “De TOP-gelden

zijn ondergebracht bij ILG en ILG is onderdeel van de

bezuinigingen. Bijna alle 287 TOP-gebieden liggen binnen

de Ecologische Hoofdstructuur. De provincies bewaken

de ILG-gelden, maar die zijn het afgelopen jaar opgepot.”

Verdrogingsbestrijding is volgens Vertegaal ‘het kind van

de rekening’ bij de bezuinigingen van het ministerie van

Economische Zaken, Landbouw & Innovatie.

Vertegaal ziet het somber in. “Als we de verdroging voor

2015 beëindigen in een derde van de 287 gebieden, ben

ik al blij. Misschien dat natuurbeheerders met druk

vanuit Brussel op basis van de Kaderrichtlijn Water en

Natura 2000 de vijftig procent halen. Dan nog is het

verdrogingsbeleid van het vorige kabinet mislukt. De

Taskforce Verdroging wilde een doorbraak forceren

door het probleem op te lossen in circa de helft van de

natuurgebieden waar verdroging speelt. Dat gaan we niet

redden.” Voor verdrogingsbestrijding in het Dwingelderveld

kwam na decennia van bestuurlijk voorwerk nog net

tijdig groen licht. Dat heeft vele voordelen. Secretaris van

het nationaal park Peter Pasman: “In een publieksfolder

promoten we natuurherstel in het veld met de woorden, ‘de

heide wordt groter, natter, stiller en paarser.’ Nederlanders

die in augustus en september de heide willen zien, komen

straks naar het Dwingelderveld. Zo profiteert niet alleen de

natuur, maar ook de regionale economie ervan.”

Financiële steunNatuurherstel in het Dwingelderveld wordt mogelijk

gemaakt met financiering van de provincie, waterschap,

natuurbeheerders, gemeenten, het Rijk en cofinanciering

met LIFE-subsidie.

Hoe wordt verdroging in het Noordenveld aangepakt?

Alle sloten en greppels gaan dicht.

Van grote delen van het veld verwijderen graafmachines

de voedselrijke toplaag. Heide groeit namelijk alleen op

voedselarme grond.

De circa 600.000 kubieke meter grond die vrijkomt, wordt

opgeworpen tot een vijf kilometer lange geluidswal langs

de A28. Deze snelweg ligt langs het nationale park en zorgt

daardoor voor geluidsoverlast. Zo wordt de grote heide nog

stiller.

Er komen nieuwe poelen voor kamsalamanders.

Een geasfalteerde landweg die dwars door het gebied gaat,

verandert in een stille zandweg met verhard fietspad.

Voor recreanten komen er twee nieuwe parkeerplaatsen.

Een natuurbrug verbindt straks het Dwingelderveld met het

Ter Horsterzand aan de andere zijde van de snelweg.

Foto

Alb

ert H

enck

el (

SBB

)

De kamsalamander vestigt zich in oude vennen die bij graafwerkzaamheden aan de oppervlakte komen.

Page 10: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

10

Foto

’s H

arm

Bot

man

. Bew

erki

ng U

lco

Glim

mer

veen

.

Artist impression van de ecologische verbinding tussen Nationaal Park Zuid-Kennemerland (noord) en De Waterleidingduinen (zuid), met en zonder natuurbrug.

Page 11: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

11

Eind 2013 steken de eerste zoogdieren veilig over tussen

Nationaal Park Zuid-Kennemerland en de Amsterdamse

Waterleidingduinen. De natuurbrug Zandpoort over de Noord-

Hollandse Zandvoortselaan creëert daarmee een robuust

natuurgebied van 8.000 hectare. Jacqueline Groen, secreta-

ris van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en Sjakel van

Wesemael, regiomanager natuurbeheer bij drinkwaterleveran-

cier PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, kijken terug. “Er

is gaandeweg een gevoel van saamhorigheid ontstaan.”

waar staat de projectorganisatie zomer 2011?Jacqueline Groen (JG): “Voor de natuurbrug over de Zand-

voortselaan zitten de projectpartners op één lijn. De

financiering is rond, het definitief ontwerp ligt voor en de ver-

gunningenprocedures worden gestart. Als alles verder naar

wens verloopt, starten de bouwwerkzaamheden medio 2013.

De provincie Noord-Holland heeft de projectleiding voor de

bouw overgenomen, omdat deze expertise niet voor handen

is bij een kleine organisatie als het nationaal park. De sector

beheer en uitvoering is met het project gestart. We gaan er

vanuit dat het lukt.”

zijn er nog bestuurlijke hobbels te nemen?Sjakel van Wesemael (SvW): “We hebben vanaf het begin

te maken met verschillende belangengroepen. Als het ene

groepsbelang was afgewogen diende een volgende groep zich

al weer aan. Dat is best lastig.”

JG: “Aan de Europese EFRO-subsidie (zie kader op pagina

13) en de provinciale subsidie zit de verplichting vast dat er

een recreatieverbinding naar de kust wordt gerealiseerd. De

natuurbrug Zandpoort wordt naast een brug voor dieren

ook een fiets- wandel- en ruiterpad. Bij het realiseren van die

fietsroute hebben betrokkenen tegengestelde belangen. Dit

leidt tot heftige emoties. In de regio is al langer een wens

om een fietsverbinding te realiseren langs de rand van de

Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD). De uitdaging is

die verbinding zo in te passen in de AWD dat het wandel-

en natuurgebied behouden blijft. In samenwerking met een

klankbordgroep is nu een routevoorstel op tafel gelegd.

De gemeente Amsterdam heeft voor het eerst ingestemd het

fietspad over hun grondgebied aan te leggen. Dat plan wordt

nu verder uitgewerkt.”

waarom participeert pwN? SvW: “PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN)

beheert een flink deel van Zuid-Kennemerland. Als

waterleidingbedrijf staan wij voor kwalitatief hoogwaardig

natuurbeheer. Kwaliteitsverbeteringen bereiken we door

ecologische verbindingen te realiseren. Daarom zal PWN

altijd meewerken aan het verbinden van natuurgebieden

waar wij invloed op hebben. Natuur en drinkwater zijn voor

ons bedrijf gelijkwaardige componenten. De directie kon

zich snel vinden in de komst van de natuurbrug Zandpoort,

omdat die ervoor zorgt dat de natuurwaarden in de toekomst

gewaarborgd zijn. Daarom dragen we ook bij aan het project.”

hoe belangrijk was de bijdrage van de Nationale postcode loterij voor de financiering van de brug?JG: “Enorm belangrijk. Dat de loterij nu achter de natuurbrug

staat, betekent meer dan alleen een financiële steun in de

rug! Als nationaal park proberen wij in een denktank met

het bedrijfsleven tot fondsenwerving te komen. Dat is niet

eenvoudig in een economische crisis. Maar het kan dus wel.

Foto

Mic

hel V

ersc

hoor

Jacqueline Groen

“Met een 9-tot-5-mentaliteit lukt het niet”

Page 12: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

12

Met de denktank hopen we daarom ook nieuwe aanvullende

financieringsmogelijkheden voor natuurprojecten

gehonoreerd te krijgen. Bijvoorbeeld voor twee volgende

natuurbruggen die gepland zijn. De drie ecoducten

verbinden straks samen het hele duingebied.”

hoeveel tijd heeft de natuurbrug tot nu toe in beslag genomen? JG: “In 2003 is door de provincie een gebouw aangekocht

om grond veilig te stellen voor realisatie van de natuurbrug.

Jarenlang is de brug vervolgens een wens geweest die maar

niet in vervulling kwam. Het verkrijgen van de financiële

middelen stond realisatie in de weg. In 2009 hebben

wij de Europese subsidieaanvraag geschreven. Toen

die gehonoreerd werd, is alles in een stroomversnelling

gekomen. Met alle partners is daarna met man en macht

gewerkt aan het uitwerken van randvoorwaarden.”

SvW: “Als er eenmaal subsidiegeld loskomt, motiveert dat

enorm. Financiering zorgt ervoor dat ineens veel meer

partijen zich achter natuurprojecten scharen.”

hoe zit de overlegstructuur in elkaar? JG: “Het overlegorgaan Nationaal Park Zuid Kennemerland

is initiatiefnemer. De vertegenwoordigers van het orgaan

willen geïnformeerd blijven en hebben belang bij de

Natuurbrug, maar ze hebben de Stuurgroep Natuurbrug

Zandpoort in het leven geroepen. Deze stuurgroep

is gemachtigd besluiten te nemen. Hij bestaat uit de

gemeente Zandvoort, PWN, Natuurmonumenten, het

nationale park, de provincie Noord-Holland en Waternet.”

SvW: “Naast de stuurgroep is een projectgroep

samengesteld die bestuurlijke stappen voorbereidt,

adviseert en detailinformatie verschaft, zodat de Stuurgroep

de juiste beslissingen neemt.”

Jullie maken deel uit van beide projectgroepen. hoe arbeidsintensief is het de afgelopen jaren geweest?SvW: “We vergaderen aan de dagranden. Dat is makkelijker

in te plannen.”

dat lijkt erop alsof jullie dit project er naast jullie reguliere baan bijdoen. vergaderingen zijn vast niet altijd om vijf uur afgelopen?SvW: “Dat klopt. Als we de brug alleen vanuit ons standaard

werkpakket uitvoeren, komt hij er niet.

Betrokkenen moeten er wel voor gaan en er volledig

achterstaan. Als je er met elkaar niet voor gáát, lukt het

niet. Dit is een unieke kans om een verbinding tot stand

te brengen tussen twee prachtige natuurgebieden. Dat

doen we niet alleen voor onszelf, dat doen we vooral voor

toekomstige generaties. Dat is een geweldige opdracht!”

Jullie inzet is beloond?JG: “Zeker. Er is in de loop van het proces een dynamiek

ontstaan waarin alles mogelijk leek. Met elkaar hebben

we echt iets tot stand gebracht. We wisten elkaar te

vinden in een gezamenlijk doel. Bij problemen, zoals

tegenstand, zijn we samen opgetrokken. Vervolgens kwam

de Europese subsidie los, namen andere partijen financiële

verantwoordelijkheid en kregen we de toezegging van

de Nationale Postcode Loterij. Ook onze contacten met

het bedrijfsleven werpen vruchten af. Bij al deze stappen

kwam nieuwe energie los. Er is gaandeweg een gevoel van

saamhorigheid ontstaan, want die natuurbrug moet en zal

er komen. Dat we het voor een groot goed doel doen, houdt

ons gaande.”

SvW: “Dit succes draait vooral om chemie en om personen.

Het klikt en we hebben iets voor elkaar over. Resultaat

bereik je alleen als partijen over hun eigen belangen,

gebiedsgrenzen en kleinzieligheid heen stappen. Dat is

gebeurd. Gewoon niet te lang stilstaan bij vermeende

concurrentie. Gaan voor de som der delen, ook al moet er

langer vergaderd worden in de avonduren.”

welke andere natuurkwaliteitsimpulsen staan nog op het programma?SvW: “PWN en Natuurmonumenten verwijderen in

Nationaal Park Zuid-Kennemerland de exoot vogelkers,

die het gebied overwoekert. PWN doet verder aan

verdrogingsbestrijding. Het bedrijf is gestopt met

waterwinning in het nationaal park. Zo ontstaan hier weer

Foto

Mic

hel V

ersc

hoor

Sjakel van Wesemael

Page 13: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

13

“Waternet blij met verbinding”Ed Cousin is hoofd bron- en natuurbeheer bij Waternet en lid van de Stuurgroep Natuurbrug Zandpoort. Hij verwacht dat ook het laatste

vraagstuk - de exacte locatie van het fietspad - wordt opgelost.Cousin: “Waternet is zich bewust van de omgeving waarin het als water-

producent opereert. Het gebied van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) is geen eiland. Hier komen iedere maand duizenden recreanten

uit de Randstad. Dat schept verplichtingen, zeker als de regio vraagt om een doorgaande route naar de kust. In het begin was het even zoeken

naar de juiste werkvorm met al die verschillende partijen. Daar is nu geen sprake meer van. Het verbinden van de AWD en Nationaal Park

Zuid-Kennemerland staat op de agenda. Natuur en recreatie profiteren beiden van de natuurbrug en de doorgaande verbinding. Daarom helpt

Waternet ook bij het zoeken naar een geschikt tracé voor een fietspad. Als het pad zo wordt aangelegd dat het de natuur niet schaadt en dat de

belangen van onze wandelaars worden meegenomen, dan komen we er met z’n allen vast wel uit. De Waterleidingduinen en Nationaal Park

Zuid-Kennemerland vormen samen een flinke lap natuur langs onze kust. Waternet is blij dat de gebieden straks via een natuurbrug een eenheid

vormen.”

natte duinvalleien. En we werken aan de terugkeer van

stuivende duinen.”

JG: “Er liggen voor dieren in deze kustregio nog twee

onneembare barrières waar ecoducten nodig zijn. Eén is

gepland over de Zeeweg tussen Overveen/Bloemendaal en

Zandvoort, de ander over de spoorbaan tussen Haarlem en

Zandvoort. Het is te hopen dat natuurbrug Zandpoort zorgt

voor een stuwende kracht die de twee andere bruggen op

de kaart zetten. Maar in natuurbeheerland is nu niets zeker.

Daarom oriënteren we ons met ondernemers op nieuwe

sponsormogelijkheden. Samen met de denktank vragen we

ons ook af hoe we de positionering van het nationaal park

kunnen verbeteren. We zijn hier nog niet klaar.”

Kostenverdeling natuurbrug De natuurbrug kost in totaal ruim 9 miljoen euro, inclusief

grondverwerving en aankoop en sloop van gebouwen.

De kosten zijn als volgt verdeeld:

Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO) € 3.100.000

Provincie Noord-Holland € 2.900.000

PWN € 500.000

Waternet via Gemeente Amsterdam € 500.000

Waternet (in natura) € 241.000

Natuurmonumenten (in natura) € 850.000

Nationale Postcode Loterij € 950.000

Nationale Postcode Loterij schenkt € 950.000 euroMet een eenmalige uitkering van de Nationale Postcode Loterij

was de financiering voor de natuurbrug in 2010 plotseling rond. De

goede doelenloterij draagt bij “omdat door het verbinden van de

Waterleidingduinen en Nationaal Park Zuid-Kennemerland een

natuurgebied van 8.000 hectare ontstaat.” Het ecoduct, dat tot

stand komt dankzij Europese financiering, is een belangrijke schakel

voor de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur. Met de bijdrage

van de loterij kan nu begonnen worden met de bouw. “Juist nu

verbindingen in de Ecologische Hoofdstructuur onder druk staan,

helpt de loterij graag deze belangrijke verbinding te realiseren.”

Oversteekplaats voor dieren én mensenDe natuurbrug over de Zandvoortselaan is toegankelijk voor groot

en klein wild, maar ook voor wandelaars, fietsers en rolstoelers.

Diersoorten die profiteren zijn onder meer ree, vos, wezel,

hermelijn, waterspitsmuis, rugstreeppad en zandhagedis. Ook

insecten zoals bedreigde vlinders zullen het ecoduct gebruiken

als oversteekplaats. Zaden van beschermde duinplanten liften

mee met dieren. Op de brug komt een leeflaag van minmaal

50 centimeter duinzand. Een duinenrij scheidt de recreatieve

paden van de natuurverbinding. Onderzoek van Alterra

schetst dat ‘recreatief medegebruik’ de natuur niet in de weg

staat. Onderzoek toont ook aan dat dieren op bestaande

natuurbruggen volop gebruik maken van ecoducten. De

natuurbrug Zandvoortselaan gaat waarschijnlijk in 2013 open.

Het budget voor de bouw van de brug staat los van bezuinigingen

van het Rijk, de afspraken liggen vast.

Page 14: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

14

Foto

Lar

s So

erin

k

Ecoduct Plantage Willem III

Page 15: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

15

Ontsnippering. Daar draait het om in Nationaal Park

Utrechtse Heuvelrug, één van de dichtst bewoonde bos- en

heidegebieden van Nederland. Als het aan bestuurders en

natuurorganisaties ligt, wordt het park tussen de A12 en de

A28 uitgebreid met ruim 4.000 hectare. “De manier waarop

de provincie nu met de natuur omgaat is goed, zeker gezien

het tijdsgewricht”, zegt Renske Zwart, secretaris van het

Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.

Het souterrain van Hotel Restaurant Oud London in

Zeist is tot de laatste stoel bezet. Laatkomers moeten

noodgedwongen plaatsnemen achter hoge, ongemakkelijke

receptietafeltjes. De mogelijke uitbreiding van Nationaal

Park Utrechtse Heuvelrug houdt de gemoederen bezig.

Dat geldt zeker voor de circa 150 aanwezigen die naar het

chique Oud London aan de rand van de Utrechtse Heuvelrug

zijn gekomen om te luisteren naar de uitbreidingsplannen

van het park. Onder de aanwezigen zijn horeca- en

recreatieondernemers, bewoners en bestuurders, agrariërs,

landgoedeigenaren, natuurliefhebbers en onderzoekers.

verrommelingOok de gebruikelijke criticaster ontbreekt niet. Een keurige

mevrouw met een juridische achtergrond hekelt de

beloftevolle toekomstperspectieven die tijdens introducties

de revue passeren en wijst op de toenemende verrommeling

van het landschap. Ze ziet in haar woonomgeving overal

nieuwe woonwijken en grote villa’s met hekken eromheen

verrijzen. Waar natuur moet wijken, zegt ze, zorgt bebouwing

voor nog meer versnippering en hebben dieren geen vrije

doorgang meer. Ze vraagt zich af hoe dat mogelijk is in een

gebied dat grotendeels in de Ecologische Hoofdstructuur

ligt. “Uitholling van de Ecologische Hoofdstructuur

van binnenuit”, noemt ze dit sluipende proces. Vooral

gemeenten krijgen er in haar pleidooi van langs.

toekomstperspectiefIn de zaal wordt instemmend geknikt en ongemakkelijk op

stoelen geschoven, maar Dick Wijte, voorzitter van het over-

legorgaan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, houdt zich

wijselijk op de vlakte. Met zijn projectpartners is hij hier

vandaag vooral om een kansrijk toekomstperspectief te

schetsen, en alle aanwezige partijen, inclusief gemeenten,

daarvoor warm te houden.

Het wordt niet uitgesproken, maar hangt wel in de lucht:

het verlies van versnipperde natuur in deze regio is peanuts

vergeleken met de provinciale compensatie die het program-

mabureau ‘Heel de Heuvelrug’ voor ogen heeft. Het huidige,

zuidelijk van de A12 gelegen nationaal park is 6.000 hec-

tare groot. Als de uitbreiding tot de A28 doorgaat, komen er

nog eens 4.000 hectare bij. Daarbij komen nog delen van

de voormalige vliegbasis Soesterberg en de door Defen-

sie beheerde Leusderheide. Daarmee boekt de natuur flinke

winst. Ook particuliere landgoedeigenaren doen mee. Gonda

Laporte, eigenaresse van landgoed Kombos ziet voordelen

als haar buitenplaats straks onderdeel is van een groot aan-

eengesloten nationaal park. “Als grondeigenaar leveren wij

ecosysteemdiensten, recreatiemogelijkheden, toegankelijke

biodiversiteit en cultuurhistorie. Daar krijgen we onder meer

een regionaal platform, zichtbaarheid, routes voor recrean-

ten, financiële steun bij projecten, en BOA’s voor terug.”

Foto

IVN

Con

sule

ntsc

hap

Utr

echt

Renske Zwart

Nu er ecoducten komen, ligt uitbreiding in het verschiet

Page 16: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

16

ambitieusVan de rem die staatssecretaris Bleker op robuuste natuur

heeft gezet, is in Oud London weinig te merken. Heel

vreemd is dat niet, want Gedeputeerde Staten van Utrecht,

een coalitie van rechtse en groen georiënteerde linkse

partijen, is nog altijd ambitieus. “De manier waarop de

provincie nu met de natuur omgaat is goed, zeker gezien

het tijdsgewricht,” zegt Renske Zwart, secretaris van

Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. “Er is geld beschikbaar

voor drie ecopassages over provinciale wegen. En er ligt

een bestuursakkoord om het park tot aan de A28 uit te

breiden.” Gemeenten, de provincie en natuurorganisaties

zien de plannen zitten. Horeca en recreatieondernemers

zien kansen. Alleen niet alle particuliere landgoedeigenaren

zijn volledig overtuigd van de voordelen. Ons standpunt is

helder: de uitbreiding van het nationale park is goed voor

de natuur, recreatie en de regionale economie.” Of het

ook zover komt ,weet Zwart niet. “Begin 2012 volgt er een

besluit door het Rijk, want de minister wijst dit gebied aan.”

voorsorterenVooruitlopend op het rijksbesluit heeft Gedeputeerde Staten

de noodzakelijke ecologische infrastructuur vast in stelling

gebracht (lees hier meer over in het aparte kader met het

interview met Bart Krol). Zo zijn de ontwerpschetsen voor

ecoducten over de N226 Darthuizerberg - Leersumse Veld

en N227 Maarnse Berg - Kaapse Bossen in voorbereiding.

Een derde wildviaduct over de N237 wordt later

gerealiseerd. In aansluiting op de grote ecoducten over de

A12 en de A28 wordt het nationaal park met de aanleg van

de N226 en 227 nagenoeg barrièrevrij tot de Nederrijn,

waar de natuurbrug Elst al in gebruik is. Met de aanleg van

de ecoducten in aansluiting op die van het Rijk maakt de

provincie van de hele Heuvelrug één groot aaneengesloten

natuurgebied.

Gedeputeerde provincie Utrecht Bart Krol:

“In deze Statenperiode realiseren wij drie ecoducten”

Voorjaar 2011 sloot de provincie Utrecht een coalitieakkoord.

Daarin streeft het college van VVD, CDA, D66 en GroenLinks

naar een sterke regio met een aantrekkelijke leefomgeving. Een

van de vijf kerntaken is aandacht voor natuur en landschap.

Zo wil de coalitie in deze Statenperiode drie ecoducten

realiseren. Verbindingen over de provinciale wegen N226

en N227 zorgen voor een kwaliteitsimpuls in Nationaal

Park Utrechtse Heuvelrug. Bart Krol (VVD), gedeputeerde

Ruimtelijke Ordening en Landelijk Gebied: “Ik zie een

robuuste, aaneengesloten Utrechtse Heuvelrug voor me van het

Gooimeer tot aan de Grebbeberg.”

In het coalitieakkoord legt de provincie Utrecht deels andere

prioriteiten dan de regering in ‘s-Gravenhage. Kunt u

uitleggen waarom uw college natuur en landschap wel de

ruimte geeft?

Bart Krol (BK): “Het akkoord is in de eerste plaats de weerslag

van opvattingen die leven binnen vier provinciale partijen. Die

opvattingen zijn vastgelegd in een politieke afspraak. Maar ik

kan iedereen verzekeren dat wat is vastgelegd geweldig nieuws

is voor de provincie. Mensen wonen, werken en recreëren

graag in Utrecht vanwege de centrale ligging, de variëteit in

landschappen en de kwaliteit van onze leefomgeving. Die

waarden versterken we de komende vier jaar.”

In 2008 ondertekenden de directies van de Stichting

Samenwerkingsverband Nationale Parken samen met

natuurbeheerders het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls

Nationale Parken. Een wens voor Nationaal Park

Utrechtse Heuvelrug was het realiseren van ecologische

verbindingszones. In uw coalitieakkoord zijn drie

ecoducten opgenomen. Heeft het manifest daarin een rol

gespeeld? Of hebben wensen van het overlegorgaan en het

programmabureau Heel de Heuvelweg u anderszins bereikt?

“Jazeker. In het overlegorgaan zijn afspraken gemaakt over

voorzieningen die nodig zijn om de kwaliteit van het natuurpark

te versterken. Het is volstrekt helder welke waarde het Foto

Pro

vinc

ie U

trec

ht

Dhr. Bart Krol

Gedeputeerde: “Wij re aliseren drie ecoducten”

Page 17: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

17

Ambitieus programmabureauDe Heuvelrug is het op één na grootste bos- en heidegebied

van Nederland. Het strekt zich uit van Rhenen tot aan het

Gooimeer en ligt daarmee centraal in Nederland. Per jaar

bezoeken miljoenen mensen deze oude stuwwal. Daarbij is het

de groene ‘achtertuin’ voor bewoners van deze streek.

Op de Heuvelrug zijn veel geïsoleerde stukken natuur, slecht

of niet met elkaar verbonden. Historische heideterreinen,

prachtige oude bossen en mooie vennen; eigenlijk zijn het

allemaal eilandjes. Echt zorgelijk voor de natuur is het gebrek

aan mogelijkheden voor dieren als de ree, de das en de

boommarter om over te kunnen steken naar andere gebieden.

Voor hen is dat levensbedreigend. Er zijn ook ‘drempels’ voor

de bezoekers van de Heuvelrug die de natuur in willen. Niet

alleen de natuur, maar ook de recreatiemogelijkheden zijn

versnipperd. ‘Heel de Heuvelrug’ is een sprong vooruit, voor

mens en dier.

natuurpark in de provincie vertegenwoordigt. Het manifest

gaf duidelijk aan wat nodig is om de natuurkwaliteit te

versterken. Met betrekking tot de aanleg van ecoducten of

het creëren van ecologische verbindingszones is door ons goed

afgewogen waar dat kan en nodig is en waar niet. We hadden

oorspronkelijk tien verbindingen op het programma staan. Zeven

zijn er afgevallen. Daar wordt nu gekeken naar alternatieven om

te voorkomen dat bijvoorbeeld wild zich op de weg begeeft. Er

is dus duidelijk sprake van een versobering. Op drie locaties zijn

ecoducten echter wel degelijk nodig. Die komen er dan ook.”

Waarom kiest u in deze tijd van bezuinigingen voor

ecoducten?

“De rijksoverheid heeft de afgelopen jaren in een razend tempo

op tal van plaatsen wildviaducten aangelegd over snelwegen.

Ook in onze provincie. Die leiden van niks naar nergens als er

vervolgens geen verbindingen worden gecreëerd over provinciale

wegen. Het is dus goed uit te leggen dat we met de drie

ecoducten toegevoegde waarde leveren.”

Hoeveel geld is er voor de ecoducten beschikbaar?

“Er is 15 miljoen euro gereserveerd.”

Kan nieuw rijksbeleid, zoals de herijking van de Ecologische

Hoofdstructuur, roet in het eten gooien?

“Niet rechtstreeks. De afspraak om drie ecologische

verbindingen aan te leggen over provinciale wegen liggen vast.

Die verbindingen gaan we in deze statenperiode realiseren.

Aangepast rijksbeleid in brede zin kan andere natuurplannen in

de provincie ongetwijfeld wel in de weg gaan staan.”

Welke andere ecologische beleidsmaatregelen bereidt u voor?

“In Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug denken we naast

ecoducten aan wildroosters bij oversteekplaatsen om aanrijdingen

met groot wild te voorkomen. Ook denken we op sommige

trajecten aan het afwaarderen van de snelheid. In het zuidelijke,

nog niet uitgebreide deel van het park, komen wildtunnels en

wildbuizen, zodat dieren veilig kunnen oversteken.”

Een wens van het Programmabureau Heel de Heuvelrug is

uitbreiding van het Nationaal Park. Zit dat er in, verwacht u?

“Die uitbreiding tot aan de A28 gaan we op termijn zeker

realiseren. Ik zie een aaneengesloten Utrechtse Heuvelrug voor

me van het Gooimeer tot aan de Grebbeberg, waar ook de

voormalige vliegbasis Soesterberg, Paleis Soestdijk en het Goois

Natuurreservaat deel van zijn. Heel de Heuvelrug overstijgt in

die vorm het nationale park.”

U woont zelf in Soest. Welke waarde en betekenis heeft de

Utrechtse Heuvelrug voor u persoonlijk?

“Ik loop er wekelijks met de hond en kom er graag met

vrouw en kinderen. In het drukke bestaan als gedeputeerde

is het belangrijk af en toe buiten stoom af te blazen. Door

tal van maatregelen is de natuur rondom mijn woonplaats

de laatste jaren mooier geworden. Er is ook zeker vijftig tot

zeventig hectare nieuwe recreatienatuur bijgekomen. Aan

dat type gebruiksnatuur geef ik overigens de voorkeur boven

‘specialistennatuur’. Aan groene ruimte met kwaliteit is in

een drukke Randstadprovincie met 1,2 miljoen mensen grote

behoefte.”

Gedeputeerde: “Wij re aliseren drie ecoducten”

Page 18: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

18

Een fotorapportage van fotograaf Erik Bergmeester

Page 19: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

Natuurherstel nadert voltooiing Begin 2011 kwam er 2,25 miljoen euro beschikbaar voor een kwaliteitsimpuls in National Park De Maasduinen.

De provincie Limburg, de Europese Unie, Staatsbosbeheer, Het Limburgs Landschap, gemeente Bergen en

het nationaal park staan garant voor investeringen in natuurherstel en natuurbeleving. De afgelopen jaren is al

volop resultaat geboekt. Een fotoreportage van Erik Bergmeester.

ONTWIKKELING HEIDEVERBINDINGEN

meer ruimte voor kwetsbare heidesoorten In het 4.500 hectare grote Nationaal Park De Maasduinen liggen grote en kleine heidevelden. Verbindingen

ertussen ontbreken goeddeels. De Maasduinen kent hierdoor geïsoleerde, kansarme populaties zand- en

levendbarende hagedissen, nachtzwaluwen en andere heidebewoners. Ook planten zoals klein warkruid

en stekelbrem zijn door bossen ingesloten. Om de biodiversiteit veilig te stellen, komen er ecologische

verbindingszones. Daardoor is ook meer recreatie mogelijk. Zoals op de Wellsche Heide, waar een

vijfentwintig meter brede bosrand is verwijderd. Waar bomen stonden, groeit nu struikheide, waar passerende

fietsers van kunnen genieten. Alle heidevelden tussen Velden in het zuiden en Bergen in het noorden

worden als een ketting aaneengeregen. Heideschapen houden de corridors open en vitaal. “Zo kunnen ook

bijzondere insecten zoals de heivlinder, de blauwvleugelsprinkhaan en de veldkrekel aan de wandel,” zegt

Carlo van Seggelen van Het Limburgs Landschap. Deze insecten foerageren graag rond open, structuur- en

nectarrijke bosranden. Dier- en plantensoorten die alleen in heidegebieden voorkomen, kunnen via de nieuwe

verbindingen op zoek gaan naar soortgenoten. Zo creëren we overlevingskansen voor kwetsbare populaties.”

19

Page 20: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

20

UITBREIDING SCHAAPSKUDDE EN NIEUWE SCHAAPSKOOIEN

schaapskudde ongehinderd van noord naar zuid Op de Noord-Limburgse rivierduinen doet een kudde heideschapen zich tegoed aan grassen en blaadjes van jonge bomen.

Gewassen, die anders de kwetsbare heide binnen afzienbare tijd overwoekeren. Om heideterreinen open te houden, is

begrazing door schapen onmisbaar. Een schaapherder begeleidt de kudde, zodat de dieren de hei niet overbegrazen. Zo

krijgt kwetsbare flora ook een plek op de heide. Er staan op verschillende plekken schaapskooien, waar de dieren veilig de

nacht doorbrengen om de volgende ochtend met de herder weer op pad te gaan. Zo trekken de kuddes door het uitgestrekte

natuurpark van heideveld naar heideveld. Op de Wallbeckerheide wordt daarom met subsidie een oude landbouwschuur

gerenoveerd tot schaapskooi. Aan de rand van de Wellsche Heide verrijst dankzij een bijdrage van de natuurkwaliteitsimpuls

(zie kader) een kopie van de bestaande schaapskooi op de Bergerheide. Hier worden de beesten straks ‘afgekeuteld’, verzorgd

en bijgestaan bij het lammeren. Bezoekers zijn op gezette tijden welkom. In het voorjaar is er altijd volop belangstelling voor de

‘lammetjesdagen’.

Page 21: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

UITBREIDING STUIFZAND GEMEENTEHEIDE NIEUW BERGEN

de duinen ‘wandelen’ weerLevend stuifzand was ooit de bodem van de vorming van het Noord-Limburgse landschap. Aan de oostoever van de Maas

boetseerde de dominante westenwind grillige duinen met gestapelde laagjes zand. Door de constante dynamiek bewogen de

rivierduinen. Totdat spontane begroeiing en bosaanplant het stuifzand vastlegden. Om de natuurlijke dynamiek in Nationaal

Park De Maasduinen terug te brengen, liet de gemeente Bergen ‘in hun achtertuin’ bomen rooien en de voedselrijke toplaag

afgraven. Zo ontstond een stuifzandgebied met ‘oermaasduinen’ van zo’n vijftien hectare groot. Binnenkort krijgt het

stuifzand nog wat extra ruimte. Levendbarende hagedissen, zandloopkevers en nachtzwaluwen zijn kenmerkende soorten

voor stuifzanden die door uitbreiding van een toekomst verzekerd zijn. Bezoekers zien bij harde wind een adembenemend

schouwspel. Levend stuifzand opnieuw tot leven wekken is een kostbare en lastige klus. Dankzij de Natuurkwaliteitsimpuls en

eigen middelen grijpt de gemeente Bergen deze kans.

21

Page 22: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

REALISATIE BEZOEKERSCENTRUMschutsluis herleeft als bezoekerscentrumNationale parken verdienen bezoekerscentra met allure. Als grote publiekstrekker en aansprekend startpunt voor natuurexcursies, maar ook als horecagelegenheid, werk-, vergader- én expositieruimte. In de planvorming worden projectmedewerkers echter al te vaak geconfronteerd met lastige vragen. Waar mag zo’n gebouw verrijzen? Is een ontwerp wel verantwoord in te passen? En hoe je de kosten beperkt? In Limburg bleken deze randvoorwaarden allesbehalve een rem op het creatieve proces. Ze lagen zelfs aan de basis van een uniek bouwconcept. Halverwege het nationaal park ligt een in onbruik geraakte sluis, tussen de Maas en voormalige zandput het Reindersmeer. “Kan die betonnen sluisbak met een ingenieuze constructie geen bezoekerscentrum dragen”, vroegen bestuurders van het nationaal park zich af, “En als we bestaande wegen en paden benutten en pleziervaart uit de Maas laten aanmeren, dan kan zo’n oude sluisbak een recreatieve trekpleister van formaat worden.” In de zomer van 2011 heeft de aannemer de betonnen sluisbak ingezaagd en werken bouwvakkers aan de ophanging. Bezoekerscentrum De Sluis opent haar deuren in 2012. Dan is er voldoende parkeergelegenheid, ligt er een wandelbrug over de sluisbak, zijn er wandelroutes, een speelbos en een aanlegsteiger. Op een terras achter het bezoekerscentrum hebben recreanten vrij uitzicht op het Reindersmeer. Aanloop verzekerd.

MANIFEST STIMULEERDE SUBSIDIEAANVRAAG

in de bijlage van het manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale parken zijn in 2008 voor Nationaal park de maasduinen de volgende projecten opgenomen:• realiseren ecologische verbindingen: € 800.000;

• ontwikkeling bezoekerscentrum, € 500.000;

• aanpassingen in de verkeerskundige infrastructuur rond nieuw bezoekerscentrum: € 1.500.000.

Deze en andere natuurherstelprojecten, zoals extra schaapskooien en maatregelen tegen het ontsnipperen, zijn (deels met

aangepaste bedragen) opgenomen in de subsidieaanvraag van de samenwerkende projectpartners. Die kregen begin 2011

groen licht voor alle projecten. De komende twee jaar gaan ze dit uitvoeren.

“Nationaal Park De Maasduinen maakt een enorme sprong,” vindt Carlo van Seggelen, medewerker projectvoorbereiding

bij Het Limburgs Landschap, “Zowel de natuurkwaliteit als het aantal recreatievoorzieningen neemt flink toe.” Het Manifest

uit 2008, draagt hier volgens Van Seggelen zeker toe bij. “In Limburg kreeg de impuls een vertaling in een uitgebreide

projectaanvraag van liefst 229 pagina’s.” Maar de vooruitgang is niet alleen te danken aan overheidsinspanningen. “Er is

samenwerking gezocht met ondernemers in horeca en verblijfsrecreatie. Wij leveren het decor, ondernemers spelen daar

handig op in.”

22

Page 23: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

1,8 miljoen voor Nationaal Park De MeinwegNiet alleen De Maasduinen krijgt in Limburg

een financiële injectie. Ook Nationaal Park De

Meinweg profiteert van een natuurkwaliteitsimpuls.

Voormalig gedeputeerde Ger Driessen ondertekende

op 18 februari 2011 de uitvoeringsovereenkomsten

voor beide parken. Hij deed dat samen met Ria

Oomen-Ruijten, voorzitter van Nationaal Park De

Maasduinen, Joke Kersten, voorzitter Nationaal

Park De Meinweg, regiodirecteur Henkjan Kievit

van Staatsbosbeheer en directeur Ger Frenken van

Stichting Het Limburgs Landschap. De € 1.800.000

voor De Meinweg wordt bijeengebracht door de

provincie Limburg, de Europese Unie, de gemeente

Roerdalen, Staatsbosbeheer, het nationaal park en

particuliere grondeigenaren.

Recreatieve zonering ontziet kwetsbare natuurEen te hoge recreatiedruk is de schrik van natuurbeheerders. Natuurterreinen die nauwelijks tegen een stootje kunnen, laten ze daarom zoveel

mogelijk met rust. Op andere plaatsen zijn bezoekers juist meer dan welkom. In het langgerekte Nationaal Park De Maasduinen zorgen straks

drie entreepoorten voor een recreatieve zonering. In het noorden is dat het informatiecentrum De Zevenboom van Staatsbosbeheer, vanaf

2012 ligt bezoekerscentrum De Sluis in het midden en in het zuiden staat Jachthut de Hamert. Hier is gelegenheid om te parkeren en er is een

informatiecentrum en horecagelegenheid. De drukke verkeersader die pal naast de uitspanning van oost naar west door het natuurpark liep, is

afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Het is nu een fiets- en wandelpad. Verbeteringen in de verkeerskundige en recreatieve infrastructuur zijn het

resultaat van intensieve samenwerking tussen de provincie Limburg, Het Limburgs Landschap, Staatsbosbeheer, gemeente Bergen, verenigd in het

overlegorgaan Nationaal Park De Maasduinen.

PLAATSEN UITKIJKTOREN

weids panorama over het heerenven en de dikkenbergDe Dikkenberg is met 39,2 meter de hoogste top in Nationaal Park De Maasduinen. “De berg is boomvrij gemaakt,” zegt

Carlo van Seggelen van Het Limburg Landschap, “want dit is een van de belangrijkste heidekerngebieden. Ook lag hier een

landbouwgebied dat aan de natuur is teruggegeven. Het Heerenven en De Dikkenberg zijn nu nog nauwelijks zichtbaar voor

passerende fietsers en wandelaars, maar dat verandert. In de subsidieaanvraag Natuurkwaliteitsimpuls Nationaal Park De

Maasduinen is budget opgenomen voor een uitkijktoren. Voor deze overzichtsfoto van fotograaf Eric Bergmeester leende een

aannemer van Het Limburgs Landschap zijn hoogwerker. Vanaf 2012 kunnen recreanten vanaf een mooie uitkijktoren hier

genieten van een weids panorama”.

23

Carlo van Seggelen

Page 24: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

24

Foto

’s L

ars

Soer

ink

Het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken was een steun in de rug voor natuurherstel in de Loonse en Drunense Duinen.

Page 25: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

25

Lex Querelle van Natuurmonumenten en Anja van den Bogert, secretaris van het nationaal park, gaan voorop in de strijd om behoud van het stuifzand in de Loonse en Drunense Duinen. Het Brabantse Natura-2000-gebied is met andere Nederlandse zandverstuivingen goed voor liefst 95% van al het Europese stuifzand. Sinds 2007 wordt er gewerkt aan stuifzandherstel. Plannen om het stuifzand de ruimte te geven, bestaan al veel langer. Een reconstructie.

500 tot 1500. het ontstaan van zandverstuivingen Door kap van onze oorspronkelijke bossen, beweiding en bosbranden ontstonden vanaf de middeleeuwen steeds meer heidevelden in Nederland. Begrazing, maaien en afplaggen voor potstallen verarmden de heidegronden zo sterk dat alle plantengroei verdween. Er kwam droog zand aan de oppervlakte waar de wind vat op kreeg. Zo ontstonden op de hogere zandgronden overal zandverstuivingen. Vruchtbaar bouwland en hele nederzettingen verdwenen onder het zand.

vanaf 1850. de staat gaat het zand te lijfVanaf de tweede helft van de negentiende eeuw zorgden Staatsbosbeheer en de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij voor de aanleg van omvangrijke dennenplantages aan de rand van zandverstuivingen. De organisatie was speciaal opgericht om het stuifzand in Nederland tot bedaren te brengen. Daar verdiende de staat ook een aardige boterham aan. Dennenstammen waren tot ver in de twintigste eeuw gewild voor het stutten van binnen- en buitenlandse mijnen. Het buigzame hout kon onder druk flink kraken voordat het barstte. Een goede waarschuwing die het werken ondergronds veiliger maakte.

1921. loonse en drunense duinen beschermdStuifzandgebieden raakten langzaam maar zeker begroeid met bos en heide. In de negentiende eeuw was het Nederlandse stuifzand nog circa 80.000 hectare groot. Tegenwoordig is daarvan nog 1500 hectare over. Rond 1920 besefte Jac. P. Thijsse, grondlegger van Natuurmonumenten, dat stuifzand als landschapstype dreigde te verdwijnen. Dat gold ook voor bijzondere insecten zoals de zandloopkever en de zandbij. Voor soorten die op de grens van stuifzand en heide leven, zoals sprinkhanen en zandhagedissen, was de toekomst ook onzeker. In 1921 overtuigde Thijsse het verenigingsbestuur van Natuurmonumenten om de Loonse en Drunense Duinen aan te kopen.

tot 2000. stuifzandgebieden verder in de verdrukkingOndanks dat in de loop van de vorige eeuw steeds meer stuifzandgebieden werden beschermd, nam het aantal zandverstuivingen in oppervlakte af. De ‘Brabantse Sahara’ beschikte rond 1850 nog over 1400 hectare stuifzand. Daarvan was rond 2000 zo’n 270 hectare over. In veel andere gebieden raakte het zand al even snel overwoekerd. Het Brabantse stuifzand groeide jaarlijks met drie hectare verder dicht. Over minder dan honderd jaar zou dit karakteristieke landschap verdwijnen. Van de 80.000 hectare Nederlands stuifzand van zo’n 150 jaar gelden is nu nog maar 1.500 hectare (2%) over. Dat is nog altijd 95%

Foto

Mic

hel V

ersc

hoor

Anja van den Bogert en Lex Querelle

Het zand mag weer stuiven

Page 26: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

26

van al het stuifzand in West-Europa. Stuifzand is daarmee een karakteristiek en bedreigd Nederlands landschapstype met specifieke flora en fauna, dat in Brabant niet voor niets de Natura-2000-status heeft.

2003. publicatie preadvies stuifzandbeheerHet voormalig ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit gaf in februari 2000 haar expertisecentrum de opdracht een advies te geven over stuifzandherstel. Dit ‘Preadvies Stuifzanden’ verscheen drie jaar later. Het rapport gaf beheerders van stuifzandgebieden handvatten hoe ze het terrein open konden houden. “Het preadvies heeft Natuurmonumenten door specialisten laten vertalen voor de situatie in De Loonse en Drunense Duinen,” zegt Lex Querelle, die verantwoordelijk is voor het stuifzandherstel. “Daarna kwam er schot in de zaak.”

2004. wie gaat dat betalen?De hamvraag diende zich al snel aan: Wie gaat dat betalen? Stuifzandherstel zou oorspronkelijk worden opgenomen in het zogeheten Overlevingsplan Bos en Natuur (OBN), een ruime subsidieregeling die vooral is ingezet voor de aanpak van vermesting, verzuring en verdroging. Maar de kosten van stuifzandherstel waren alleen al in de Loonse en Drunense Duinen zo fors, dat het een behoorlijke aanslag zou zijn op de OBN-gelden. Querelle: “We spraken destijds al over een bedrag van rond de twee miljoen euro. Voor alternatieve financiering kwamen we al snel uit in Brussel.”

2007. subsidieaanvraag liFe+ in Brussel“Met steun van de provincie en het overlegorgaan Loonse en Drunense Duinen werd stuifzandherstel als Europees project ingediend,” vertelt secretaris van het nationale park Anja van den Bogert, “Daarbij stond de provincie garant voor de cofinanciering van een miljoen euro.” Het overlegorgaan vroeg aandacht voor de mogelijke consequenties. Herstel zou immers vooral boskap betekenen en daarvoor was draagvlak nodig, zorgvuldige communicatie was van evident belang. Natuurmonumenten organiseerde informatieavonden, excursies en publicaties in regionale media. Uiteindelijk was iedereen het er wel min of meer mee eens dat het nationaal park een impuls nodig had om het gebied als bedreigd landschapstype te behouden.”In de loop van 2007 honoreerde Brussel niet alleen de kosten van stuifzandherstel. Ook was er geld voor een schaapskudde en de realisatie van een uitkijkpunt, zodat het landschap toegankelijk wordt voor iedereen.

2008. manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale parkenHet Samenwerkingsverband Nationale Parken presenteerde met landelijke natuur- en landschapsorganisaties begin 2008 het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken. Deze wensenlijst benadrukte nog eens het belang van stuifzandherstel in de Loonse en Drunense Duinen. Het manifest was een morele steun in de rug. Querelle: “Draagvlak voor impopulaire natuurherstelmaatregelen is zowel regionaal als landelijk van cruciaal belang. Als die er niet was geweest bij gemeenten, provincie, het nationale park en het Rijk, dan was Natuurmonumenten nooit aan dit avontuur begonnen.”

2009-2013. start werkzaamheden: kappen en plaggenHet uitvoeringsplan is opgeknipt in fases. Van januari tot maart 2009 zijn de eerste heideveldjes in het centrale stuifzandgebied geplagd en de eerste bomen gerooid. In de winter van 2010 - 2011 is drieënzeventig hectare bos gekapt. Hiervan is veertien hectare actief stuifzand gemaakt. Dankzij stevige winden ging het zand al snel alle kanten op. Vanaf oktober dit jaar tot maart 2012 wordt er weer bos gekapt en zijn er nieuwe plagwerkzaamheden. “Ook bereiden we de aanleg van het uitzichtpunt voor,” zegt Lex Querelle, “en we zorgen voor recreatievoorzieningen.”Anja van den Bogert: “In opdracht van het overlegorgaan wordt momenteel onderzocht of alle entrees richting het stuifzandgebied nog wel voldoen. We overwegen ze toegankelijker te maken en te verfraaien. Dit gebied verdient beter.” Querelle hoopt dat bezoekers in de toekomst bij de ingang met ontzag beseffen: ‘Nu gaan we dus een Nationaal Park binnen’. We moeten maar eens goed kijken hoe ontwikkelingslanden dat doen. Daar beseffen ze dat er geld wordt verdiend aan een nationaal park. Die slag moeten we in Nederland nog maken. In 2013 worden de werkzaamheden afgerond. Dan ligt er vierhonderd hectare stuifzand. “Het is ongewis of het areaal stuifzand daarna toe- of afneemt. Dat is volkomen weersafhankelijk,” weet Querelle. “Maar schapen, beheerders en vrijwilligers nemen het onderhoud voor hun rekening, zodat we over twintig of dertig jaar niet alles over hoeven te doen.”

Page 27: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

Foto

’s L

ars

Sore

ink

Levend stuifzand

27

Nieuwe wensen voor de Brabantse SaharaDe komende jaren wachten in de Loonse en Drunense Duinen nieuwe

uitdagingen voor verbetering van de natuurkwaliteit, weten Lex

Querelle van Natuurmonumenten en secretaris van het nationaal park

Anja van den Bogert.

“Naast droge gronden kent het nationaal park het gebied De Brand

van het Brabants Landschap”, vertelt Van den Bogert, “Dat bestaat

vooral uit natte natuur en een kleinschalig beekdallandschap met

broekbos, moeras, rietlanden en schraallanden. Om dit landschap te

behouden en te versterken, zal verdere vernatting noodzakelijk zijn.”

Querelle vult aan: “Ook hebben we onze zinnen gezet op aankoop

van de laatste landbouwgronden in de enclave Hengstven. Daar willen

we graag natte heide creëren. Doordat er nu een andere wind waait

in ’s-Gravenhage, moet daarvoor een aangepaste strategie bedacht

worden.”

Onderdeel van het ontsnipperingsprogramma is de komst van een

natuurbrug over de N261. Querelle: “Het nationaal park is ongeveer

3.700 hectare groot. Het is dan ook van belang om dit gebied te

verbinden met omliggende gebieden. Aan de westkant van het

nationaal park ligt natuurgebied Huis ter Heide, maar daar ligt wel

een weg doorheen. Een natuurbrug gaat de gebieden verbinden, zodat

een aaneengesloten park ontstaat van bijna 5.000 hectare.” Anja

van den Bogert: “De provincie heeft aangegeven de reconstructie van

de weg tussen 2013 en 2016 in zijn geheel onder handen te nemen.

Onderdeel van de wegwerkzaamheden is de aanleg van de natuurbrug.

Het geld is gereserveerd en de aanbesteding wordt voorbereid.” Ook

de infrastructuur, toegang en uitstraling van het nationale park wordt

verder uitgewerkt.

Page 28: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

28

Page 29: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

29

Kritische succesfactorenWelke factoren zorgen ervoor dat de projectorganisatie

van nationale parken succesvol is in het versterken van de

natuurkwaliteit? Antwoord van direct betrokkenen. “Als

het niet in één keer lukte, maakte iemand weer eens een

heerlijke pasta en praatten we na het eten nog wat langer

door.”

“contacten gelegd met het bedrijfsleven”Jacqueline Groen, secretaris van het Nationaal Park Zuid-

Kennemerland:

In de loop van het proces ontstond een dynamiek waarin

alles mogelijk leek. Dat begon nadat het nationaal park met

de buren van Waternet in contact kwam. Ineens wisten we

elkaar te vinden in een gezamenlijk doel.

Bij problemen, zoals gebrek aan draagvlak, zijn we samen

opgetrokken.

Vervolgens kwam de Europese subsidie los, namen andere

partijen financiële verantwoordelijkheid en kregen we de

toezegging van de Nationale Postcode Loterij.

We hebben contact gelegd met het bedrijfsleven, iets dat we

niet eerder hebben gedaan.

Er ontstond een gevoel van saamhorigheid waarin iedereen

besefte: natuurbrug Zandpoort moet en zal er komen.

Dat we het doen voor een groot goed doel, houdt ons

gaande.”

“over eigen gebiedsgrenzen heenstappen”Sjakel van Wesemael, regiomanager natuurbeheer

bij waterleverancier PWN over Nationaal Park Zuid-

Kennemerland:

Het succes van de natuurbrug Zandpoort draait om chemie

en om personen. Het klikt en we hebben iets voor elkaar

over.

Om iets neer te zetten moesten partijen soms ook over

hun eigen belangen, gebiedsgrenzen en kleinzieligheid

heenstappen: dat is gebeurd. Gewoon niet te lang stilstaan

bij vermeende concurrentie tussen gebieden of tussen

bezoekerscentra. Gáán voor de som der delen. Op die

manier bereiken we iets.

Als het niet in één keer lukte, maakte iemand weer eens een

lekkere pasta en praatten we na het eten nog wat langer

door.

“lef, ambitie en goed samenwerken”Carlo van Seggelen, projectvoorbereider bij het Limburgs

Landschap over Nationaal Park De Maasduinen:

De goede samenwerking, goede onderlinge relaties en

verstandhouding.

De eensgezinde keuze voor projecten die het nationaal park

opwaarderen. Er is nergens sprake van losse flodders.

Lef en ambitie, het vermogen groot te denken.

De kracht om natuurherstel en natuurbeleving in de markt

te zetten, we denken ook aan de Limburger.

De moed en overtuiging om ook eigen middelen in te

zetten. Het Limburgs Landschap heeft de langjarige reserve

durven aanspreken om projecten te realiseren. Dat vereist

moed en daadkracht, want het zijn wel onze spaarcentjes

nu de toekomst van natuurbeheer ongewis is.

Het geld is goed besteed, het nationaal park investeert

waardig.

“gedegen projectorganisatie”Peter Pasman secretaris van het Nationaal Park

Dwingelderveld:

Het project is vraaggericht en niet aanbodgericht. Op grond

van onderzoeken in de afgelopen decennia, op allerlei

gebieden, door allerlei instanties, is vast komen te staan

waar het aan schort in het Dwingelderveld: verdroging,

versnippering, vermesting.

Het project heeft een meervoudige doelstelling zodat

meerdere instanties een oplossing kregen voor hun

probleem: waterhuishouding->waterschap, vermesting-

>terreinbeheerders, ontsnippering->gemeenten,

Natura2000->provincie/Rijk/LIFE.

Een gedegen voorbereiding: één projectleider, met steun

van een ingenieursbureau, namens acht instanties.

Een gedegen projectplan: op basis van artikel 18 van de Wet

Inrichting Landelijk Gebied (met een bekende procedure).

Een gedegen projectorganisatie: bestuurscommissie met

een onafhankelijk voorzitter (op basis van de Provinciewet),

projectgroep en een aantal werkgroepen.

Page 30: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

30

Voorwaarden van LIFE-subsidie zijn dwingend maar zinvol

om iedereen bij de les te houden.

“het resultaat is zichtbaar’Lex Querelle, beheerteammedewerker bij

Natuurmonumenten over Nationaal Park Loonse en

Drunense Duinen:

Door grote publiciteit is het nationaal park op de kaart

gezet als een uniek landschap met daarbij behorende

natuurwaarden. Dit in tegenstelling tot het recente verleden

waarbij het gebied vooral gezien werd als een zandbak waar

alles moest kunnen.

Het vervolgbeheer, waarbij schapen worden ingezet, wordt

gezien als een zeer vriendelijke vorm van beheer. Het

resultaat is zichtbaar. Dat waarderen mensen.

Door het kappen van bos heeft de wind weer een belangrijke

rol in het proces van zandverstuiving. Op diverse locaties

worden lichtbegroeide zandplekken weer overgestoven.

Gevolg hiervan is nieuwe duinvorming. Ook dat blijft niet

ongezien.”

“provincie toont betrokkenheid” Renske Zwart, secretaris Nationaal Park Utrechtse

Heuvelrug:

De overlegstructuur met een onafhankelijke voorzitter

en secretaris zorgt voor een platform voor alle eigenaren

en beheerders, dus niet alleen van overheden en

natuurbeheerders, iedereen is partij.

Er is volop betrokkenheid van bezitters, beheerders en

gebruikers. Het gebruikersplatform levert actief haar

inbreng in projecten.

Er is een drive om samen te werken. Dat is erg belangrijk.

Zonder samenwerking krijg je geen project van de grond.

De provincie heeft in afgelopen jaren grote betrokkenheid

getoond, zeker financieel bij de ontwikkeling van het

landelijk gebied. De provincie heeft Nationaal Park

Utrechtse Heuvelrug ook echt gedragen. De bijdrage van

het rijk is door de provincie vermeerderd met zelfs een

grotere bijdrage door de jaren heen.

Hoewel niet altijd eenvoudig is in de communicatie gezocht

naar een persoonlijke benadering. Laat je niet verleiden

door te veel bureaucratie!

uitgaveSamenwerkingsverband

Nationale Parken

projectcoördinatie sNpJan-Willem Sneep

tekstcreatie:Michel Verschoor | Tekstschrijver

voor groene organisaties

eindredactie:Petra Davids | Textcomponist

Beeld:Erik Bergmeester, Albert Henckel, Harm Botman /

Ulco Glimmerveen, Provincie Utrecht, Lars Soerink,

Michel Verschoor, IVN-Consulentschap Utrecht

vormgeving en drukAktief BV

www.aktief.nl

oplage1.000 exemplaren

Den Haag, november 2011

Colofon

Page 31: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken
Page 32: Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken

Deze uitgave is gedrukt op FSC gecertificeerd papier.