28
Ris-K-project Leuven Waar onderwijs en welzijn elkaar vinden

Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

Ris-K-project Leuven

Waar onderwijs en welzijn elkaar vinden

Page 2: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

2

Beste lezer,

In het onderwijs zijn er altijd kinderen en jongeren die het erg moeilijk hebben — met

hun thuissituatie, met zichzelf, met de klas of de school. Dat uit zich vaak in negatieve

gevoelens en grensoverschrijdend gedrag, waardoor zulke leerlingen het etiket ‘moei-

lijk’ of ‘problematisch’ opgeplakt krijgen. Zij, maar ook hun medeleerlingen, leerkrach-

ten en ouders, bevinden zich dan in een situatie die kan escaleren. Over die kinderen en

jongeren gaat het in het Ris-K-project, waarop deze publicatie dieper ingaat.

Leuven heeft, net zoals andere centrumsteden, een LOP (lokaal overlegplatform gelijke

kansen) voor het secundair onderwijs: een net- en sectoroverschrijdend overlegorgaan

van scholen, CLB’s en welzijnspartners. Het LOP wil alle leerlingen maximale kansen

bieden om te leren en zich te ontwikkelen.

Een belangrijk thema in het debat over gelijke onderwijskansen is het probleem van de

definitieve uitsluitingen. Leerlingen die worden uitgesloten, moeten de school verlaten

en op zoek gaan naar een andere school. De leden van het LOP hebben in 2008 een

charter ondertekend. Daarin verbonden ze zich ertoe samen de verantwoordelijkheid

op te nemen voor definitief uitgesloten leerlingen door middel van overleg binnen en

tussen de scholen. Vervolgens zijn ze nagegaan hoe ze het engagement uit het charter

konden omzetten in actie. Zo ontstond Ris-K.

Na zes jaar is Ris-K nu afgerond. Het heeft zichtbare sporen nagelaten in de scholen,

de CLB’s en het welzijnswerk. Samen proberen ze risicosituaties op school te her-

kennen en te keren. Ze overleggen over de beste vormen van begeleiding, zoeken

samen naar de beste oplossingen en werken methodes uit om leerlingen, leerkrachten,

leerlingbegeleiders, directies en CLB’s te versterken. Ze beperken zich niet tot symp-

toombestrijding, maar werken in de diepte om risicosituaties te herstellen (curatie) en

te voorkomen (preventie).

Een project is een leerproces. Ris-K liep in zes scholen met een hoog percentage

kwetsbare leerlingen. In die scholen is hard gewerkt, op vele niveaus: leerlingbege-

leiders, leerkrachten, CLB-medewerkers, directies. Wat opvalt, is hoeveel sterker de

samenwerking tussen al die partners sindsdien is geworden. De neuzen zijn in dezelfde

richting gaan staan. Scholen hebben geïnvesteerd in het uitwerken van een zorgplan.

Er is meer openheid gecreëerd, en ruimte om de eigen kwetsbaarheid te tonen.

Page 3: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

3

Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle

betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie van getui-

gen. Zij vertellen over hun ervaringen, ideeën en inzichten, en nemen op die manier al

een voorschot op de samenwerking op de slotconferentie van 26 oktober 2017.

Wie de getuigenissen leest, ziet dat veel ervaringen en inzichten geregeld terugkomen.

Het zijn de blijvende sporen van zes jaar Ris-K. Onze oprechte dank aan allen die zich

hebben ingezet, elk op zijn of haar niveau en in de eigen, unieke context.

Ris-K had onmogelijk gerealiseerd kunnen worden zonder de trekkers: de coördine-

rend directeurs, die de stuurgroep voorzaten; de beide CLB’s, die met grote inzet

het project mee hebben vormgegeven; de directies van de zes scholen, die in soms

moeilijke omstandigheden het project hebben gesteund omwille van hun leerlingen en

leerkrachten; de projectcoördinatoren, die hebben geïnspireerd en georganiseerd; de

deskundige van het LOP, die blijvende inhoudelijke ondersteuning bood; de leerlingbe-

geleiders die, dicht bij de leerlingen, risicosituaties hielpen kantelen; de leerkrachten,

die bereid waren om aan nieuwe inzichten en competenties te werken; de begeleiders

vanuit welzijn, die meerwaarde in de scholen hebben gebracht.

Ten slotte zou Ris-K er niet zijn gekomen zonder het blijvende inhoudelijke engage-

ment van schepen Mohamed Ridouani en van de stad Leuven, die het financierde.

Het is mooi om te mogen terugblikken op een zinvol project dat, soms met vallen en

opstaan, soms met de kloof tussen droom en werkelijkheid, een duurzaam, net- en

sectoroverschrijdend resultaat heeft geboekt.

Joost Lowyck, initiatiefnemer en begeleider Ris-K

Page 4: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

4

6 jaar Ris-K: de balansRisicosituaties op school positief doen kantelen

Wat is Ris-K? Wie is ermee begonnen, en waarom? En wat heeft het de voor-bije zes jaar verwezenlijkt?

Het idee voor Ris-K ontstond in 2010 in het LOP Leuven (Lokaal Overleg Plat-form Secundair Onderwijs). Het LOP wil alle leerlingen zoveel mogelijk kansen geven om te leren en zich te ontwikke-len, en strijdt daarvoor onder meer tegen schooluitval. De leden — scholen, CLB’s en welzijnspartners — hadden hun en-gagement al in 2008 op papier gezet in een charter. En de beste manier om dat engagement vorm te geven, was een meerjarig, net- en sectoroverstijgend project. Dat vertellen enkele directe be-trokkenen.

Danny Pijls (coördinerend directeur KSLeuven): ‘Steden tellen relatief veel vroegtijdige schoolverlaters, en Leuven is daarop helaas geen uitzondering. We zagen die aantallen ook niet substantieel dalen. Op den duur vroegen we ons af: moeten we dit ieder jaar blijven vaststel-len, of kunnen we scholen de ondersteu-ning geven die ze nodig hebben om al hun leerlingen gelijke kansen te bieden?’

Laurent Thys (voormalig projectcoördi-nator): ‘Scholen zijn gemaakt om ervoor te zorgen dat jongeren een eigen plaats in de samenleving kunnen verwerven. Alle jongeren — dus ook degenen bij wie

dat niet van een leien dakje loopt, de ‘moeilijke gevallen’ zeg maar.’

Danny: ‘Jongeren die dreigden af te ha-ken, gingen vroeger gewoonlijk in time-out. Ze worden dan tijdelijk van school gehaald en extern begeleid. Eigenlijk zeg je dan: we willen je hier een tijdje niet meer zien. Van herstel was vaak geen sprake. Scholen wachtten ook te lang om de hulp van buitenstaanders in te roepen — het kalf was vaak al verdronken.’

‘We vonden dat we kwetsbare jongeren niet direct mochten wegsturen, maar juist binnen de schoolmuren moesten begeleiden. Geïntegreerde zorg, kortom. Joost Lowyck, Barbara Janssens van het LOP zijn dan samen met Laurent Thys rond de tafel gaan zitten met de scholen-gemeenschappen, de CLB’s en de wel-zijnspartners. Welzijn en onderwijs zijn nog te vaak gescheiden werelden - elk doet zijn eigen ding. Zo is het idee voor Ris-K ontstaan.’

Karin Jacobs (projectcoördinator): ‘Ris-K wil schooluitval tegengaan door de band tussen leerling en school te herstellen en te versterken. De afkorting staat voor Risicosituaties op school positief doen kantelen. Ieder woord telt. We spreken bewust niet van risicojongeren, maar van risicosituaties. Die doen zich voor op school, en daar moeten ze in eerste

Page 5: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

5

instantie ook worden aangepakt. En we werken niet beschuldigend maar oplos-singsgericht — vandaar ‘positief’ en ‘kan-telen’.’

Laurent: ‘Risicosituaties positief doen kantelen is een opdracht voor iedere school, maar in sommige scholen is de nood hoger. Daarom besloten we Ris-K eerst uit te rollen in de zes scholen met het hoogste percentage GOK-leerlingen, de meest kwetsbare groep. Het ging om vier katholieke scholen, één GO!-school en één provinciale school. Nu willen we het thema op de agenda van alle scholen krijgen — ook al om het watervaleffect in het secundair onderwijs te counteren.’

Open afstemmingsmarkt

Om welzijn en onderwijs dichter bij el-kaar te brengen, werkte Ris-K met open

afstemmingsmarkten. Vier keer per jaar gingen de zes scholen samenzitten met de CLB’s en de welzijnspartners om te zoeken naar de beste aanpak van risicosi-tuaties. Scholen stelden een eigen casus voor — een leerling die telkens weer voor moeilijkheden zorgde, een klas waar voortdurend conflicten uitbraken, een leraarsteam dat niet meer wist van welk houten pijlen te maken... Ze gingen na welke welzijnspartner het meest geschikt leek om die casus samen aan te pakken, en vervolgens werd daarvoor een budget vrijgemaakt. De laatste twee jaar namen ook de pedagogische begeleidingsdien-sten van de netten aan de open afstem-mingsmarkten deel.

Danny: ‘Zo’n open afstemmingsmarkt is confronterend: je moet en plein pu-blic durven te vertellen dat je het soms niet meer goed ziet zitten. Maar tegelijk

Uitwisselingsmoment op een Openafstemmingsmarkt.

Page 6: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

6

kan dat enorm bevrijdend zijn. Je eigen onmacht onder woorden brengen, mer-ken dat collega’s van andere scholen in hetzelfde schuitje zitten, erover kunnen praten met een buitenstaander: dat helpt enorm om een nieuw begin te kunnen maken.’

Karin: ‘Vrijwel alle deelnemers aan Ris-K geven aan dat ze op de open afstem-mingsmarkten contacten hebben gelegd waar ze nog altijd profijt uit halen. Ze willen ook allemaal dat het overleg blijft bestaan.’

Inspirerende voorbeelden

De eerste cyclus van Ris-K liep van sep-tember 2011 tot augustus 2014. De insteek was toen vooral curatief. Scholen konden per jaar drie ‘rugzakjes’ krijgen: envelop-pes van telkens 1000 euro waarmee ze leerlingen door een welzijnspartner kon-den laten begeleiden. De stad Leuven zorgde voor de financiering.

Na drie jaar waren 32 dossiers succesvol afgerond: de betrokken jongere kon het schooljaar afmaken en met perspectief aan het volgende schooljaar beginnen, zij het dan vaak in een andere richting of aan een andere school. Inmiddels was er zo-veel ervaring en vertrouwen opgebouwd dat tijdens de eerste slotconferentie in 2014 werd besloten dat de tweede cyclus (september 2014 tot augustus 2017) de nadruk zou leggen op preventie.

Danny: ‘In de tweede cyclus werden scholen gestimuleerd om stil te staan bij hun zorgbeleid. Eerst zijn er gesprekken

over gevoerd, en vervolgens werden de scholen uitgedaagd om een voorstel van actieplan op papier te zetten.’

Karin: ‘Door teams, klasgroepen en scho-len te steunen, bereik je nog meer men-sen en versterk je de impact op lange termijn. Scholen konden hun leerkrachten en medewerkers bijvoorbeeld trainings-programma’s laten volgen en zo laten kennismaken met nieuwe begeleidings-methodes.’

Laurent: ‘Tegelijk blijven de CLB-mede-werkers van de school en de leerlingbe-geleiders ontzettend belangrijk. Zij lossen iedere dag op het terrein problemen op en fungeren als draaischijf tussen school en welzijn.’

‘Uiteraard zijn er grenzen aan wat scholen aankunnen. Een school is geen instelling, en een leerkracht is geen hulpverlener. Het gaat er vooral om dat leerkrachten weten hoe ze hun leerlingen bij de les kunnen houden, en waar leerlingen te-rechtkunnen als ze het moeilijk hebben. Dat is al heel wat.’

Good practice

Ris-K heeft nu zes jaar gelopen. Is het doel — schooluitval tegengaan en de band tussen leerling en school versterken — een stap dichterbij gekomen?

Laurent: ‘We hebben al tientallen leerlin-gen kunnen helpen. Bovendien is er op de zes scholen een mentaliteitswijziging naar meer herstelgericht werken ingezet — dat is niet niks.’

Page 7: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

7

Karin: ‘Directies, leerkrachten en mede-werkers voelen nu minder schroom om hun onmacht onder woorden te brengen. Scholen die vastzitten, stappen nu zelf naar welzijnspartners: kunnen jullie ons helpen, waar kunnen we bijsturen, wat kunnen jullie even van ons overnemen?’

‘We willen de samenwerking tussen scho-len, netten, CLB’s en welzijnspartners ook graag voortzetten. De partners hebben de intensieve contacten als heel leerrijk en waardevol ervaren. Daarom willen we

nu een lerend netwerk ontwikkelen om de ervaringen van Ris-K te versterken en te verbreden naar alle Leuvense secun-daire scholen. Tegelijk verkennen we ook wat er voor het basisonderwijs mogelijk is.’

Danny: ‘Ris-K is een voorbeeld van good practice. Dat zeggen wij niet zelf, dat ho-ren we van mensen op kabinetten en in de onderwijskoepels. Hopelijk kunnen we de komende jaren doorgaan op het inge-slagen pad en anderen blijven inspireren.’

Page 8: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

8

Dagelijks bestuur:Barbara Janssens, deskundige LOP Leuven BaO en SODanny Pijls, coördinerend directeur Katholiek Secundair Onderwijs LeuvenFilip Mels, directeur VCLB LeuvenGrite De Bondt, directeur CLB GO! Leuven, Tienen, LandenJoost Lowyck, voormalig voorzitter LOP en initiatiefnemer Ris-KKarin Jacobs, projectcoördinator Ris-K 2014-2017 Stad Leuven, afdeling onderwijsLut Lambert, coördinerend directeur officieel onderwijs Leuven

Met bijzondere dank aan de voormalige deelnemers aan het dagelijks bestuur: Laurent Thys, voormalig directeur VCLB Leuven, mede-initiatiefnemer en project-coördinator Ris-K 2010-2014Georges Baeten, voormalig directeur CLB GO! Leuven, Tienen, LandenMarina Steegmans, codi SG11 Leuven GO!Marina Jonckers, codi SG11 Leuven GO!

Stuurgroep:Leden van het dagelijks bestuur enDirk De Rijdt, directeur Arktos Vlaams-Brabant Filip Huysmans, afdelingshoofd onderwijs stad LeuvenGreet Cauwenberghs, adjunct-directeur MiniemeninstituutGunther Convens, adjunct-directeur Campus RedingenhofJan Willems, diensthoofd Preventiedienst stad LeuvenLim Vervueren, coördinator Koïnoor

Met bijzondere dank aan Marie-Therèse Michel, voormalig coördinator Koïnoor, Daniëlla Descamps, Preventiedienst stad Leuven, Elke Verlaenen Netwerk Leer-recht en aan iedereen die tijdelijk deelnam aan de stuurgroep.

De scholen:Campus RedingenhofDe WijnpersDon Bosco GroenveldHeilig Hart Kessel-Lo MiniemeninstituutVTI Leuven

De (welzijns)partners:ACHT-UCLLArktosBemiddelingsburo LeuvenCentrum voor Leerzorg (CLZ)DOCA KoïnoorNetwerk Leerrecht

Page 9: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

9

‘Dit werkt veel beter dan straffen’Don Bosco Groenveld

Een van de zes pilootscholen van Ris-K is Don Bosco Groenveld in Heverlee. Het was de eerste school in Vlaanderen die ging werken met LSCI: een metho-de die leerkrachten en medewerkers de tools geeft om met grensoverschrij-dend gedrag om te gaan. Mede dankzij Ris-K zijn de ervaringen van Don Bosco ruim verspreid geraakt over de andere secundaire scholen in Leuven én daar-buiten. Dat vertellen adjunct-directeur Wim Hanssens, leerlingenbegeleidster Natalie Francq en CLB-medewerkster Marleen Decoster. Wim en Natalie ge-ven allebei ook LSCI-trainingen.

Wim Hanssens: ‘Aanvankelijk stonden we wat sceptisch tegenover Ris-K. In het begin was de insteek vooral curatief: scholen kregen een budget om concrete casussen aan te pakken. In onze school waren we toen al een tijdje bezig om de competentie van onze leerkrachten te versterken, en we zagen niet goed hoe Ris-K een meerwaarde kon zijn.’

‘Gelukkig zijn we er toch ingestapt, want al snel bleek dat er toch wel een meer-waarde was: de contacten die we konden leggen via de open afstemmingsmarkt. In het begin hebben we gewerkt met di-verse welzijnspartners — Arktos voor een klasbegeleiding en Koïnoor voor de be-geleiding van een individuele leerling. En dankzij de contacten met andere scholen hebben we gemerkt dat collega’s daar

met dezelfde problemen worstelden als wij. Die contacten zijn trouwens geble-ven. Als een leerling om welke reden dan ook niet op Don Bosco kan blijven, is er nu open en constructief overleg met an-dere scholen. Vroeger liep dat niet altijd zo vlot, toen bekeken scholen mekaar algauw als concurrenten.’

Niet oké

Natalie Francq: ‘Het grote kantelmoment kwam voor ons bij de tweede cyclus, toen de nadruk kwam te liggen op preventie. Via Ris-K hebben we toen de middelen gekregen om ons zorgbeleid verder te versterken. Grensoverschrijdend gedrag is altijd een noodkreet: je moet dus me-teen kunnen ingrijpen. Maar de wachtlijs-ten in de ambulante en de residentiële zorg zijn hallucinant lang — minimaal een paar weken, dikwijls een paar maanden. In afwachting blijven leerlingen met vaak ernstige psychische problemen naar school komen. Met alle gevolgen van dien voor henzelf, hun klasgenoten en onze leerkrachten en andere medewerkers.’

Wim: ‘Vroeger hadden we veel proble-men met leerlingen die de lessen op stel-ten zetten. Op een bepaald moment leek onze school simpelweg niet meer in staat om onderwijs te verstrekken — de leer-lingen bepaalden wat er gebeurde. Als directie keken we te vaak enkel naar de leerkracht: die moest maar orde kunnen

Page 10: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

10

houden. Het gevolg liet zich raden: zowat 15% van de leerkrachten was met ziekte-verzuim.’

Marleen Decoster: ‘Vroeger grepen we te snel naar de ongekwalificeerde uit-stroom: wie het echt te bont maakte, vloog buiten. Nu is dat een hoge uitzon-dering geworden. We organiseren in de eerste plaats zorg binnen de schoolmu-ren, via de leerlingenbegeleiders en het preventieteam. Pas als die de leerling niet meer kunnen helpen, verwijzen ze hem of haar in overleg met het CLB naar pro-fessionele hulpverleners. Als je iemand uitsluit, zeg je eigenlijk: voilà, blij dat we ervan af zijn, en trek nu verder uw plan. Dat vonden wij niet oké.’

Straf! Of toch niet

Natalie: ‘De kern van de zaak is dat we anders omgaan met grensoverschrijdend gedrag. Een leerling die zich vroeger mis-droeg, kreeg een opmerking, een straf of eventueel een schorsing. Onze leerkrach-ten geven nog altijd duidelijk de grens aan, en zeggen het ook duidelijk wan-neer een leerling die grens overschrijdt. Alleen zoeken ze nu niet langer de con-frontatie op. Dat leidde meestal niet tot beterschap, laat staan tot inzicht in de oorzaken van het eigen gedrag. In plaats daarvan zegt de leerkracht bijvoorbeeld: ‘Ik merk dat je ergens mee zit.’ Helpt dat niet, dan wordt de leerling naar de leer-lingenbegeleider of het permanentie-team gestuurd. Zij gaan verder met hem

Wim Hanssens en Natalie Francq Don Bosco Groenveld

Page 11: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

11

of haar in gesprek, in een aparte ruimte. Vaak is dat erg confronterend, want de leerling wordt uitgenodigd om te kijken naar de gevoelens achter het gedrag. Het gebeurt dat leerlingen tijdelijk maar vier uur per dag les kunnen volgen en de rest van de tijd onder de hoede van de leerlin-genbegeleider zijn.’

‘Achteraf kan de leerling terug naar de klas, maar: er moet herstel zijn. Al was het maar door sorry te zeggen. Onder-schat dat niet, leerlingen zouden soms véél liever strafstudie krijgen. Maar straf-studie geven we niet meer. Behalve voor roken op het toilet, want dat is ongezond (lacht).’

Stress, en nog meer stress

Het idee om minder te straffen gaat te-rug op een nieuwe onderwijsmethode: LSCI. De afkorting staat voor Life Space Crisis Intervention: crisisinterventie in de

leefruimte van de jongere. Die leefruimte is in dit geval de school. LSCI vertrekt vanuit de zogeheten con-flictcyclus. Er gebeurt iets wat de jongere stress bezorgt — een incident in de klas, een ruzie met een medeleerling, proble-men thuis... Dat zorgt voor angst en an-dere negatieve gevoelens. Daardoor gaat de jongere grensoverschrijdend gedrag stellen, en daar komen dan weer nega-tieve reacties van de omgeving op, met nog meer stress als gevolg. LSCI is een methode om die vicieuze cirkel te door-breken.

Wim: ‘Veel van onze leerlingen zitten in een moeilijke thuissituatie. Stel dat ze thuis getuige zijn van agressie. Op het moment zelf durven ze daar niets van te zeggen, maar op school komen hun gevoelens — stress, boosheid, verdriet, frustratie — naar buiten in de vorm van verbaal of fysiek geweld.’

Natalie: ‘Het inzicht dat LSCI biedt, is dat het geen zin heeft om zo’n leerling te bestraffen. In de LSCI-training reiken we handvatten aan waarmee de deelnemers grip kunnen krijgen op een crisissituatie. Uiteraard zal dat niet altijd lukken, en als leerkracht wil je natuurlijk in de eerste plaats les kunnen blijven geven. Vandaar ook de keuze om de leerling op zo’n mo-ment door te verwijzen naar de leerlin-genbegeleider.’

Olievlek

Don Bosco Groenveld in Heverlee was de eerste reguliere school in Vlaanderen die LSCI in praktijk bracht. Inmiddels geven Wim Hanssens en Natalie Francq meer-

Zelfconcept jongereIrrationele opvattingen

De privé inhouden

van de jongere

Stressvol moment

Volwassen/peer reactie

Gedachten & gevoelens

Waarneembaargedrag

De conflictcyclus

Page 12: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

12

daagse LSCI-trainingen via een speciaal voor dat doel opgerichte organisatie, DOCA. Ook collega’s van andere Leuven-se scholen komen in Don Bosco de op-leiding volgen — en echt niet alleen van zogenaamde probleemscholen.

Wim: ‘Sinds we begonnen zijn met LSCI, zijn hier al veel collega’s komen kijken. Ris-K heeft ons geholpen om onze erva-ringen nog breder te delen met àlle Leu-vense secundaire scholen.’

Marleen: ‘Momenteel heeft zowat 60 pro-cent van onze leerkrachten en CLB-me-dewerkers de LSCI-opleiding gevolgd. En de rest wordt meegetrokken. Dat merk je goed aan de sfeer in de leraarskamer. Vroeger was dat vooral een plek waar leerkrachten stoom afbliezen. Nu is het precies omgekeerd: de collega’s steunen mekaar en zorgen voor elkaar. En nieuw-komers worden meteen ondergedom-peld in ons systeem.’

Wim: ‘In het begin was het wel heel hard werken. Er was veel weerstand van col-lega’s die nog waren opgegroeid met het oude opvoedingsmodel: wie over de schreef gaat, verdient straf. Sommige collega’s hebben de school ook verlaten.’

‘Maar de resultaten spreken voor zich. Onze leerkrachten komen weer graag lesgeven, ze voelen zich gesteund en hebben meer veerkracht. Dat blijkt uit onderzoek van Idewe. Zelfs de inspectie was verrast dat het hier zo rustig was — nu ja, relatief rustig (lacht). Onze leerlin-gen hebben betere resultaten. En er is nog altijd grensoverschrijdend gedrag, maar veel minder frequent. En als het ge-beurt, is het veel minder intens.’

‘Maar het belangrijkste is wat het bete-kent voor de jongeren zelf. Zij zitten vaak met veel verdriet, stress, pijn en onmacht. Dankzij de intense begeleiding die wij hun bieden, en die we via Ris-K kunnen delen met andere Leuvense scholen, leren ze dat ze die negatieve gevoelens niet alleen kunnen uiten in destructief gedrag, maar ook onder woorden kunnen brengen. Ongelofelijk hoeveel veerkracht jongeren soms hebben. Dat wij hen daarbij kunnen helpen: dat is de mooiste beloning.’

Don Bosco Groenveld, HeverleeAantal leerlingen: 395Aantal leerkrachten/medewerkers: 92Aangeboden onderwijstype(s): BSO, buitengewoon beroepsonderwijs OV4-Type 9Schoolnet: vrij onderwijs

Page 13: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

13

Tatiana: ‘Ik geloof weer in mezelf’Tatiana (niet haar echte naam) zit in het zevende jaar personenzorg aan Don Bosco Groenveld. Jarenlang gold ze als een ‘moeilijke’ leerling: bij de minste tegenkanting kon ze agressief reageren - tegen klasgenoten, maar ook tegen leerkrachten. Tegenwoordig kan ze te-recht bij een persoonlijke coach: Ribana Peeters, een leerkracht van Don Bosco die de LSCI-opleiding gevolgd heeft.

Ribana: ‘Ik was Tatiana’s klastitularis in het vijfde jaar. Dat was een erg moeilijke klas, met veel sterke karakters. Allemaal meisjes ook - je krijgt dan toch een ande-re dynamiek dan in een gemengde klas. Minder fysieke agressie, meer onderhuids venijn, zeg maar.’

‘In het begin trok ze een muur voor me op. Wat ik ook zei of deed, ik kreeg een stekelige opmerking of een uitdagende blik terug. Ik heb dikwijls gedacht: hoe breek ik door die muur? Dat heeft zo tot Kerstmis geduurd. Toen pas is ze op me afgestapt. Kennelijk had ze aangevoeld dat ze bij mij terechtkon.’

‘Tegen het eind van dat jaar hadden we een sterke band opgebouwd. Als Tatiana ergens mee zat, kwam ze naar mij toe. Na dat jaar hebben Wim en Natalie - de adjunct-directeur en de leerlingenbege-leidster - me dan voorgesteld om haar voortaan te begeleiden als coach.’

Gewoon negeren

Don Bosco Groenveld hanteert de regel dat een leerkracht alleen coach kan zijn

van een leerling aan wie hij of zij geen les geeft. Ieder jaar worden 10 tot 20 leer-lingen gevolgd door een coach. De coa-ches moeten allemaal de LSCI-training gevolgd hebben, zodat ze de vaardighe-den bezitten om met crisissituaties om te gaan. Ze werken zuiver op vrijwillige basis: ze worden niet vergoed of gecom-penseerd voor de uren dat ze een leerling coachen.

Tatiana: ‘Mevrouw Ribana spreekt me geregeld aan op de speelplaats of in de gang: hoe was de les, hoe gaat het in de klas, hoe zijn je punten... Maar ook: zit je ergens mee? Als dat zo is, gaan we apart zitten voor een gesprek.’

‘Vorig jaar was de sfeer in mijn klas echt niet fijn. Als iemand een verkeerde op-merking maakte of me scheef bekeek, ging ik meteen in de tegenaanval: wat is uw probleem? Daar kwam nog bij dat het thuis ook even moeilijk ging. Toen kwam ik elke week stoom aflaten bij mevrouw Ribana. Wat moet ik doen? Hoe moet ik reageren? Ik ga boos worden!’

Ribana: ‘Eerst en vooral luisterde ik dan naar wat Tatiana zei. Maar ik probeerde haar ook bij te brengen hoe ze anders met haar emoties kan omgaan.’

Tatiana: ‘Ik dacht altijd snel dat ik het probleem was. Uiteindelijk heb ik tegen mevrouw Ribana kunnen zeggen: die an-dere meisjes zijn het probleem, niet ik. Nu geef ik rustig antwoord als ze me iets vragen, en voor de rest negeer ik ze — nooit gedacht dat ik het kon (lacht). En

Page 14: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

14

het werkt: tegenwoordig stappen ze zelfs op mij af!’

Ribana: ‘Tatiana is eigenlijk heel onzeker, maar ze verstopte dat altijd achter een masker van onkwetsbaarheid. (Tot Tati-ana) Dat mag ik zeggen, hè? Ik heb het gevoel dat je wacht tot mensen op je af-stappen, dat je wil weten: hoe bereid zijn ze om toenadering tot mij te zoeken? Pas als je weet dat iemand het goed met je voorheeft, laat je die argwaan los.’

Tatiana: ‘Ook tegen leerkrachten rea-geerde ik soms erg impulsief. Als ik een opmerking kreeg, nam ik dat meteen per-soonlijk: die heeft iets tegen mij. Ik heb zelfs ooit een boek naar een leerkracht gegooid. Dankzij mevrouw Ribana weet ik nu dat er andere manieren zijn om met mijn emoties om te gaan. Ik kan me nog steeds kwaad maken, maar veel minder dan vroeger. En als het eens gebeurt, zeggen mijn vriendinnen lachend: gaat

het, moeten we mevrouw Ribana halen?’

‘Ik zie nu ook in dat niet alle leerkrachten dezelfde zijn. Er zijn er die zich kwaad maken of gaan roepen als je iets verkeerd doet - dat boeit me niet. Maar laatst zat ik te babbelen in de klas en de leerkracht maakte daar nogal kordaat een opmer-king over. Op het moment zelf moest ik me inhouden, maar na de les vroeg ze of ze er even met me over mocht praten. Zulke leerkrachten vind ik helemaal oké nu.’

‘Ik heb er meer dan eens over gedacht om te stoppen met school, maar de di-rectie en de leerlingenbegeleidster over-tuigden me telkens weer om vol te hou-den. En mijn ouders stonden ook achter me. En dus ga ik door. Ik kies voor mezelf, voor mijn diploma, voor mijn toekomst. Vroeger geloofde ik nooit zo in mezelf, maar ik heb gezien dat andere mensen dat wél doen. En nu doe ik het zelf ook.’

Leerlingen van Don Bosco Groenveld

Page 15: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

15

‘Ris-K heeft onderwijs en welzijn dichter bij elkaar gebracht’Arktos, welzijnspartner

Scholen en welzijnspartners dichter bij elkaar brengen om ook binnen de schoolmuren voor kwetsbare leerlingen te kunnen zorgen: dat is waar Ris-K om draait. Een van die welzijnspartners is Arktos, een expertisecentrum voor kin-deren en jongeren met vestigingen op diverse plaatsen in Vlaanderen. Dirk De Rijdt, directeur Arktos Vlaams-Brabant, kijkt terug — en blikt vooruit.

‘Met Arktos hebben we expertise op di-verse terreinen, maar we werken altijd met kwetsbare jongeren. En aangezien die meestal ook een moeilijk schooltra-ject hebben, kom je dan vaak in het on-derwijs terecht.’

‘Voor er van Ris-K sprake was, deden scholen vooral een beroep op ons voor time-outs. Alleen probeerden ze hun pro-blemen meestal eerst intern op te lossen. Wanneer ze ons aanspraken, was het dik-wijls al te laat. Om het nu even heel sim-pel te stellen: wij mochten zo’n jongen of meisje dan mee naar buiten nemen, een paar vijzen aandraaien en hem of haar weer aan de schoolpoort afzetten. We deden wat we konden, maar soms was het dweilen met de kraan open.’

‘De verdienste van Ris-K is dat het on-derwijs en welzijn dichter bij elkaar heeft gebracht. Vooral dan via de open afstem-mingsmarkten: scholen laten daar in hun

kaarten kijken, maar zien tegelijk dat ze niet alleen staan met hun problemen. Ze overleggen nu ook veel meer met mekaar en met ons, terwijl ze mekaar vroeger vaak als concurrenten zagen.’

‘Ik doe dit werk al lang, en ik heb de men-taliteit echt zien veranderen. Vroeger werden wij een beetje gezien als half-zachte vormingswerkers. Een school die op een organisatie als de onze een be-roep moest doen, werd met de nek aan-gekeken. Terwijl: de problemen die wij proberen aan te pakken, komen in élke school voor.’

Groepswerk

‘Het helpt ook dat de Vlaamse erken-ningsregels verruimd zijn. Vroeger kon-den wij alleen dossiers indienen voor een individuele time-out. Maar er zijn maar weinig klassen waar één enkele leerling het moeilijk heeft. Gewoonlijk is er werk aan de hele klasdynamiek.’

‘We werken nog altijd één op één met in-dividuele leerlingen, maar we begeleiden steeds vaker ook teams van leerkrachten, klasgroepen en zelfs scholen. We werken dan met gesprekstechnieken die ervoor zorgen dat iedere stem even luid klinkt — die van iedere leerling én van iedere leerkracht. We organiseren ook weer-baarheidstrainingen voor jongeren die

Page 16: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

16

te timide of juist te assertief zijn. Soms zetten we die twee groepen zelfs samen, dat werkt verrassend goed.’

‘Scholen werken ook steeds vaker preven-tief. Als je in septem-ber vermoedt dat je wel eens een pro-bleem zou kunnen krijgen in een klas, wacht dan niet tot maart om een groepsbevorderende ac-tiviteit te organiseren. Ook omdat tegen die tijd alle aanbieders overbevraagd zijn. Het aanbod is een stuk kleiner dan de vraag — wij moeten helaas nog geregeld scholen ontgoochelen.’

‘Net om dat te voorkomen, vragen scho-len ons ook steeds vaker om hun eigen mensen op te leiden. Ik denk nu aan een Leuvense school waar we al twee keer een weerbaarheidstraining georgani-seerd hadden: die hebben ons onlangs gevraagd om hun leerkrachten op te leiden, zodat die straks zelf de training kunnen organiseren. Je zou denken dat we zo onze eigen ruiten ingooien, maar zo zien wij dat niet. Onze missie is: scho-len en leerlingen sterker maken. Wie dat doet, is niet onze eerste zorg.’

Maatwerk

Inmiddels spreken ze bij Arktos niet meer van time-outs, maar van Naadloos Aan-sluitend Flexibele Trajecten, afgekort NAFT.

‘Vooral de F van Flexibele is belangrijk. We kunnen nu zowel individueel als met groepen werken, en ook de tijdsduur is minder strikt. Daardoor kunnen we ein-delijk maatwerk leveren. Dankzij Ris-K is het aantal flexibele trajecten in Leuven gevoelig verhoogd.’

‘Vorig jaar hebben we samen met twee andere welzijnspartners — Koïnoor en Groep INTRO — onze krachten gebun-deld in NAFT Vlaams-Brabant. Zo kun-nen scholen kiezen uit een breder aan-bod. Ook dat is te danken aan Ris-K: tijdens de open afstemmingsmarkten zaten we vaak letterlijk naast de mensen van Koïnoor. De samenwerking binnen NAFT is daar het gevolg van.’

‘Ris-K heeft ervoor gezorgd dat we veel meer contact hebben met scholen, met andere welzijnspartners en met ande-re steden. Met de ervaringen die we in Leuven opgedaan hebben, zijn we nu bij-voorbeeld ook naar Diest gestapt. Voor ons is het lerend netwerk geen theorie, maar dagelijkse praktijk.’

Leerkrachten van Campus Redingenhof in opleiding bij Arktos

Page 17: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

17

‘Jongeren lopen vast op regels’De Wijnpers

Provinciale school De Wijnpers was een van de zes scholen die van bij het begin bij Ris-K betrokken waren. Wim Note-baert, leerlingbegeleider in de tweede en derde graad, kijkt terug.

‘Voor ons was Ris-K vooral een platform om ideeën uit te wisselen over hoe je ri-sicosituaties op school kan aanpakken. In twee richtingen: wij hebben ons la-ten inspireren door andere scholen, en omgekeerd zijn andere scholen bij ons de mosterd komen halen. Op de open afstemmingsmarkten hoor je soms col-lega’s dingen zeggen die je zelf anders zou aanpakken, maar het is goed om de zaken eens met een andere bril te kijken.’

‘De contacten met de welzijnspartners waren ook erg leerrijk. We hebben sa-mengewerkt met Koïnoor en Arktos, vooral bij de individuele begeleiding van leerlingen in crisissituaties. Heel boeiend om te zien hoe zij dikwijls toch net even anders tegen problemen aankijken.’

Niet repressief

‘In De Wijnpers proberen we zo weinig mogelijk repressief te zijn. Jongeren lo-pen vast op regels: ze willen er haast per definitie tegen ingaan. Je moet ze niet als kinderen behandelen, maar ze juist ver-antwoordelijkheid geven. Maar je moet ze wel laten inzien welke consequenties hun gedrag voor anderen kan hebben.’

‘Ik ben hier zeventien jaar geleden be-gonnen. In die tijd was straffen hier nog een belangrijk pedagogisch instrument, maar soms was het dweilen met de kraan open.’

‘Mede dankzij Ris-K hebben we gezien dat het ook anders kan. Zo hebben we de organisatie van onze leerlingbegeleiders en opvoeders aangepast. Onze school heeft vier afdelingen — kunst, sanitair, bi-otechniek en tuinbouw — met elk zowat 200 leerlingen. Elke afdeling heeft nu een eigen opvoeder, en elke graad heeft een deeltijdse leerlingbegeleider. Bij proble-men kunnen zij snel ingrijpen.’

Time-in

Een initiatief van De Wijnpers dat tot ver buiten de school ingang heeft ge-vonden, zijn de time-ins. Het idee kwam oorspronkelijk van de pedagogische be-geleidingsdienst van het GO!, maar De Wijnpers was de eerste Leuvense school die er systematisch mee begon.

‘Voor klassieke time-outs bestaan lange wachtlijsten. Erg lastig, want bij ernstig probleemgedrag moet je onmiddellijk kunnen ingrijpen. Bij een time-out gaat een leerling met gedragsproblemen een tijdje naar een externe instantie zoals Koïnoor, waar hij of zij intensief begeleid wordt. Een time-in is hetzelfde, maar dan binnen de school of — zoals bij ons — met een begeleider van de school.’

Page 18: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

18

‘Het idee is dat een leerling twee of drie dagen met een medewerker de school verlaat. Die medewerker wordt daarvoor vrijgesteld. De eerste dag gaan ze in ge-sprek: wat is er nu eigenlijk gebeurd? Welk gevoel heb je daarbij? Hoe kun je dat nu oplossen? En hoe denk je dat de rest van de groep het ervaren heeft? De dagen daarna ondernemen ze activitei-ten — een fietstocht, een uitstap... — en praten ze verder door over wat er ge-beurd is. Voor een buitenstaander klinkt dat misschien niet onaangenaam, maar die twee of drie dagen zijn zeer intensief. Het kan enorm zinvol zijn om de school eens van op een afstand te bekijken.’

‘Tegelijk wordt bij een time-in ook de rest van de klas begeleid. Hoe hebben zij er-varen wat er gebeurd is? Hebben ze zelf bewust of onbewust hun medeleerling uitgedaagd? Hoe kunnen ze ervoor zor-gen dat die zich weer welkom voelt en hopelijk niet meer over de schreef gaat? Prob leemgedrag wordt vaak uitge-lokt door triggers. Als je weet wat die triggers zijn, kun je ze proberen te ver-mijden. In het begin deden we daarvoor een beroep op Ark-tos: daar hebben we veel van geleerd, en nu organiseren we het zelf.’

Het kan anders

De tweede cyclus van Ris-K draaide voor-al om preventie. Die boodschap is bij de Wijnpers niet in dovemansoren gevallen.

‘We doen hier op verschillende manier aan preventie. Onze opvoeders zijn bij-voorbeeld heel sterk aanwezig in hun afdeling. Ze hebben allemaal de LS-CI-opleiding gevolgd bij Don Bosco, en we werken ook volgens de inzichten van LSCI. Als een leerling de klas op stelten zet, gaat de leerkracht niet met hem in discussie maar wordt hij doorverwezen naar de opvoeder. En bij ernstigere con-flicten naar de leerlingbegeleider.’

‘Bij de samenstelling van de klasgroepen houden we ook rekening met incidenten uit het verleden. En leerkrachten kunnen problemen snel en discreet aankaarten via de helpdesk op Smartschool.’

leerling van De Wijnpers

Page 19: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

19

‘Ik heb met eigen ogen gezien hoe de Wijnpers de omschakeling gemaakt heeft van een bestraffend naar een herstelge-richt model. Toen ik hier begon, kregen de leerlingen nog punten voor opvoe-ding. Tegenwoordig krijgen ze een atti-tuderapport: zonder punten, maar met uitleg over wat ze goed en slecht hebben gedaan. Zo krijgen ze toch feedback op hun gedrag, maar op een positieve, op-bouwende manier.’

‘We proberen conflicten te vermijden, en als ze zich toch voordoen, proberen we ze zo open mogelijk te behandelen. Bij conflicten waarvoor we vanuit Ris-K steun hebben gekregen, hebben we bij-voorbeeld rondetafelgesprekken geor-ganiseerd met de leerling, zijn ouders, de CLB-medewerker, de welzijnspartner en de opvoeder en/of leerlingbegeleider van de school. We hebben daar afspraken ge-maakt om uit de crisissituatie te komen en de weg naar herstel in te slaan. Die af-spraken hebben we daarna ook intensief opgevolgd en geëvalueerd.’

Een schoolcultuur veranderen is niet vanzelfsprekend. En net zoals bij andere scholen stuit dat ook bij De Wijnpers op weerstand bij sommige leerkrachten.

‘We zitten echt in een groeiproces. Vroe-ger was het idee: dit zijn de regels, en wie zich daar niet aan houdt, die vliegt de klas uit. Nu proberen we onze mensen ervan te overtuigen dat het ook anders kan, en dat dat wérkt. Onze leerkrachten weten heel goed wat herstelgericht wer-ken is, we hebben daar op school al een paar studiedagen aan gewijd.’

‘Nu, het blijft soms moeilijk. Na een in-cident moeten beide partijen kunnen afkoelen. Soms lukt dat niet voor de leerling: dan wordt de opvoeder inge-schakeld, en in tweede instantie de leer-lingbegeleider. Maar soms lukt het ook niet voor de leerkracht. Soms verlaat die dan de klas en neemt de opvoeder even over. Achteraf kan de leerkracht terug-vallen op een halftijdse kracht die we dit schooljaar hebben aangenomen om acu-te problemen op te lossen. Samen kun-nen ze dan terugblikken op het incident.’

‘Gelukkig kan het ook anders. Twee jaar geleden hadden we hier een ernstig ge-val van verbale agressie — een leerling had een leerkracht de huid vol geschol-den, echt op een heel grove manier. Aan-vankelijk wilde de leerkracht niet meer met die leerling spreken. Heel begrijpe-lijk, maar ik heb toen toch gezegd: laat het even bezinken, maar probeer daarna toch eens met die jongen in gesprek te gaan. Misschien zit hij wel ergens mee. Ze hebben het uiteindelijk samen uitge-praat, en daarna zijn er geen problemen geweest in die klas.’

De WijnpersAantal leerlingen: 717Aantal leerkrachten/medewerkers: 124Aangeboden onderwijstypes: eerste graad A en B, KSO, BSO, TSOSchoolnet: provinciaal onderwijs

Page 20: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

20

‘In een paar maanden tijd kan je al veel veranderen’Miniemeninstituut en ACHT

Achter in de Diestsestraat, niet zo ver van het station, ligt het Miniemeninsti-tuut. Via Ris-K konden ze een beroep doen op de expertise van welzijnspart-ners — eerst Koïnoor en Arktos, later ACHT. Adjunct-directeur Greet Cauwen-berghs en Benny Leesen van ACHT ver-tellen hoe het allemaal begon.

Greet Cauwenberghs: ‘Bij het begin van de eerste cyclus van Ris-K, in 2011, nam de stad contact met ons op. Hun vraag: hadden wij behoefte aan ondersteuning voor leerlingen die uit de boot dreigden te vallen? We zijn toen in zee gegaan met Koïnoor en Arktos voor individuele leer-lingtrajecten en klasondersteuning.’

‘Een paar jaar later was er tijdens een meerdaagse schooluitstap een ernstig incident, waarbij enkele jongens zwaar over de schreef gingen. De klassenraad stond voor een dilemma: hoe geven we een duidelijk signaal dat we dit gedrag niet tolereren zonder de toekomst van die jongens in het gedrang te brengen? Wel-ke zinvolle sanctie kunnen we geven? En hoe zorgen we ervoor dat de betrokken leerkrachten zich voldoende gesteund voelen? Onze school steekt veel energie in leerlingenbegeleiding, maar kennelijk botsten we hier op onze grenzen. Daar-om hebben we ACHT erbij gehaald.’

Zwaar in de put

Benny Leesen (docent en vormingsme-dewerker): ‘ACHT is een expertisecel van de UCLL. Mijn expertise is: opvoeders en leerkrachten leren omgaan met pro-bleemsituaties. In het kader van Ris-K had ik eerder al gewerkt bij Don Bosco Groenveld, Redingenhof en het Sint-Jo-zefsinstituut.’

Greet: ‘Na dat incident zat met name één leerkracht zwaar in de put. Hij was ervan overtuigd dat hij een vertrouwensband had opgebouwd met de jongens die zich zo misdragen hadden, en hij was daar ongelofelijk in teleurgesteld. Hij vond ook dat hij de rest van het team in de steek liet — hij begreep de vraag naar een sanctie, maar wilde die jongens ook niet opgeven.’

‘Uiteindelijk hebben we gekozen voor een dubbele aanpak. We hebben een hergo georganiseerd, een herstelgericht groepsoverleg tussen de betrokken leer-lingen en leerkrachten. Parallel daarmee heeft Benny vier sessies gegeven voor de klassenraad. Tijdens die sessies konden de leerkrachten hun emoties ventileren, nadenken over wat er gebeurd was en samen afspraken maken over hoe het nu verder moest.’

Page 21: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

21

Benny: ‘Binnen de klassenraad zag je dat er twee groepen waren: verbinders en bestraffers — simpel gesteld, in de prak-tijk gaat dat uiteraard met gradaties.’

‘De bedoeling van de sessies is dat de deelnemers handvatten krijgen waarmee ze een crisissituatie te lijf kunnen gaan. Soms gaat dat over eenvoudige dingen. Adem via je buik en praat met een lagere stem: zo kom je rustiger over, en die rust straal je uit naar de leerling en de rest van de klas.’

‘Probeer ook rustig te blijven in je hoofd. Laat je niet meeslepen door je woede of ergernis, maar stel jezelf de vraag: wat zit er achter het storend gedrag van die leerling? Faalangst? Stress vanwege een moeilijke thuissituatie? Groepsdruk? Of is het gewoon puberaal gedrag? Pubers stellen zich aan, zoeken ruzie of probe-ren juist indruk op elkaar te maken... Dat kan heel vervelend zijn, en je wil natuurlijk niet dat het de les verstoort, maar je kan er wel beter mee leren omgaan.’

Gezonde blos

‘We geven de deelnemers ook meer in-zicht in hoe agressie werkt. Een incident kan erg overrompelend zijn, maar als je wat beter kijkt, herken je een patroon — wat wij de agressiecurve noemen. Het begint met een aanleiding: een opmer-king, een ruzie, soms is een verkeerde blik al genoeg. Jongeren met emotionele of gedragsproblemen ervaren een con-flict snel als bedreigend en reageren dan op een inadequate manier. Dat kan snel escaleren en uitlopen in een crisismo-ment — schelden, dreigen, gooien met boeken of stoelen... Daarna zakt de span-ning weg, en tot slot volgt de depres-sie: het adrenalinepeil zakt, en je wordt overvallen door gelatenheid. Een goed moment om een gesprek aan te knopen, want op dat moment laten veel mensen hun pantser wat zakken.’

‘Het hoeft overigens niet eens te gaan om fysieke agressie — dat zien we eigen-lijk weinig. Je hoort soms verhalen over

Benny van ACHT en Greet van het Miniemeninstituut

Page 22: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

22

leerlingen die hun leerkracht aan de kap-stok hangen, maar dat heb ik in al die ja-ren nog maar heel weinig gezien.’

‘Het punt dat ik wil maken, is dat je in elke fase van de curve kan ingrijpen. Tijdens de sessies leren de deelnemers hoe ze dat kunnen doen. Nu baseren leerkrach-ten zich vaak op ervaring en gezond ver-stand. Dat is niet per se verkeerd, maar het is beter om wat meer methodisch te werk te gaan.’

‘En het mooie is: het werkt. Herinner je die leerkracht die zo in de put zat na dat incident. Tijdens de eerste sessie zag die helemaal grauw, letterlijk. Maar op het eind had hij weer een gezonde blos op de wangen. Hij had weer zin om erin te vliegen.’

Rode lijn

Leerkrachten een opleiding laten volgen is uiteraard zeer waardevol. Maar hoe vertaal je de nieuwe inzichten naar de dagelijkse schoolpraktijk?

Greet: ‘We zijn ooit vertrokken van een lange lijst van regels waaraan iedereen zich moest houden. Maar we zagen snel dat dat niet werkte.’

‘Uiteindelijk hebben we de lijst herleid tot drie pijlers: orde, stiptheid en respect. Dat zijn de rode lijnen waar de leerlingen niet over mogen, maar: elke leerkracht kan dat tot op zekere hoogte zelf invullen. Hij of zij kan bijvoorbeeld bij het begin van het schooljaar zeggen: bij mij moet ieder-een rechtop in de banken zitten. Terwijl

normaal gedrag

0

assertief

• pedagogisch kader

• individuele afspraken

1

uitnodigend

• beluisteren• alternatief• afronden

fase 0 fase 1 of 4 fase 4 fase 5 fase 0+

2

kordaat

• verbaal couperen

uitnodigend

• ontladen

3

kordaat

• uitstappen• hulp inroepen of fysiek couperen

4

time-out

ontladen

5

uitnodigend

• ontladen• beluisteren• inzicht• grens• herstel• terugkeer

0+

assertief

• vaardigheden leren

• omgeving aanpassen

opstart escalatie crisis afbouw post crisis reflectie

De agressiecurve

Page 23: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

23

ze bij een collega misschien onderuitge-zakt mogen zitten, maar wél altijd eerst het woord moeten vragen. Twee vormen van respect, twee keer anders ingevuld.’

Benny: ‘Iedere leerkracht — ieder mens — heeft sterke en minder sterke punten. De zaak is je daarvan bewust te worden, en dat proberen we tijdens de sessies te doen. Je bent misschien gepassioneerd door chemie of Frans of houtbewerking, maar kun je evenveel enthousiasme op-brengen voor je leerlingen? Wil je ze blij-ven boeien, elke dag weer, ook als ze je de keel uithangen? Vroeger heerste er in leraarskamers vaak een negatieve dyna-miek: — de meer assertieve collega’s ven-tileerden hardop hun ergernis, en de rest zweeg. Dat willen we doorbreken.’

Greet: ‘We zien daar echt verbetering in. Leerkrachten die de sessies gevolgd hebben, reageren enthousiast en maken ook hun collega’s warm voor de nieuwe aanpak.’

Benny: ‘Natuurlijk zijn er ook die scep-tisch reageren: wat gij daar vertelt, dat weet ik al jaren! Zo zitten er in elke groep wel een paar — gewoonlijk op de achter-ste rij (lacht). Die spreek ik dan aan in de pauze. Ik zeg dan: oké, je hebt veel er-varing, maar pak je het wel methodisch aan? Als een leerling over de rooie gaat, ga je dan meteen in de tegenaanval? Of vraag je je af: waarom reageert die nu zo? Wat zit hem of haar dwars, en hoe kan ik daar meer oog voor hebben?’

‘Oudere leraars zeggen soms: vroeger pakte ik er af en toe eens een bij zijn schabbernak, dan waren ze wel stil! Dat

zal wel zo geweest zijn, maar in deze tijd kan dat echt niet meer. De ouders pikken het niet meer, de collega’s accepteren het niet, en vooral: de leerlingen zijn veel mondiger geworden. Respect moet je tegenwoordig verdienen. En maar goed ook.’

Gevraagd: geduld

Greet: ‘Aan directies die hun medewer-kers ook meer ondersteuning willen bie-den, zou ik vooral zeggen: leg niks van bovenaf op. De vraag naar ondersteuning moet vanuit het team komen. Net daarom is het zo belangrijk om je kwetsbaar en flexibel op te stellen. Creëer een school-cultuur waarin leraars de kans krijgen om problemen aan te kaarten en oplossingen voor te stellen.’

‘En twee: geef je mensen tijd en ruimte. Onze school investeert al jaren in leer-lingenbegeleiding. We vragen veel van onze leerkrachten, en soms gaat dat hun draagkracht te boven. Verwacht dus niet dat iedereen even ver staat, en accepteer dat je soms fouten maakt.’

Benny: ‘Tegelijk kan je toch vrij snel tast-bare resultaten boeken. Een reeks van vier sessies neemt ongeveer een trimes-ter in beslag: in die tijd kan je al veel ver-anderen.’

MiniemeninstituutAantal leerlingen: 435Aantal leerkrachten/medewerkers: 75Aangeboden onderwijstype(s): TSO/BSOSchoolnet: vrij onderwijs

Page 24: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

24

‘De vernieuwing is ingezet’Campus Redingenhof

Campus Redingenhof is een grote school met meer dan 1300 leerlingen. Die zijn verdeeld over ASO, TSO en BSO en hebben erg diverse achtergronden. Heel wat leerlingen kampen met so-cio-emotionele problemen, en het risi-co op schooluitval is reëel. Bij het begin van Ris-K wilde Redingenhof dan ook graag een van de zes pilootscholen van het project worden. Dat vertellen leer-lingenbegeleiders Dorien Tilkens en So-fie Snyers.

Sofie: ‘Op de eerste open afstemmings-markt hebben we kennisgemaakt met collega’s van andere scholen en met de welzijnspartners. Je kon er een casus voorstellen: een leerling of klas waarvoor je ondersteuning wenste.’

Dorien: ‘Onze eerste casus was een jon-gen uit het tweede jaar. Hij kwam niet graag naar school, en in de klas maakte hij het de leerkrachten moeilijk. Dankzij het rugzakje hebben we kunnen samen-werken met ACHT — een van de welzijns-partners — om die jongen te helpen. Ben-ny van ACHT is eerst met hem komen praten, en daarna heeft hij een gesprek geleid tussen de jongen en de leerkrach-ten en leerlingenbegeleiders. De toon was neutraal, niet-beschuldigend: wat loopt goed, wat niet. We hebben alle-maal veel geleerd van de gesprekstech-nieken die Benny hanteerde.’

Sofie: ‘Op een volgende open afstem-mingsmarkt hebben we een tweede ca-sus voorgesteld: een erg timide jongen

Sofie (links) en Dorien van Campus Redingenhof

Page 25: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

25

die jaar na jaar gepest werd. Op advies van Karin Jacobs, de projectcoördinator van Ris-K, hebben we toen gekozen voor een begeleiding op twee sporen. Ben-ny is met die jongen in gesprek gegaan. Dat is opgenomen op video, en met die beelden zijn we vervolgens met het le-rarenteam aan de slag gegaan. De beel-den waren confronterend, je zag duidelijk welke impact pesten kan hebben op een jongere.’

Dorien: ‘Parallel daarmee heeft Kristof van Arktos weerbaarheidstraining gege-ven aan de hele klas. Niet alleen de pes-ters of de gepeste jongeren hebben er baat bij om aan hun sociale vaardigheden te werken; je moet ook de andere leer-lingen sensibiliseren, zodat ze niet langer zwijgen maar leren opkomen voor elkaar. Ik heb zelf ook aan die training deelgeno-men, en ik heb daar heel veel uitgehaald wat ik nu als leerlingenbegeleider gebruik in vergelijkbare situaties.’

Sofie: ‘Om alle leerlingen mee aan boord te krijgen, werkte Kristof met een belo-ningssysteem: ‘Als jullie goed meewerken, mogen jullie zelf een beloning kiezen.’ De leerlingen hebben ervoor gekozen om een voetbalmatch te organiseren. Ze hebben zelf geregeld dat het voetbal-veld vrij was, zelf de ploegen ingedeeld, samen die match gespeeld, en allemaal zonder ruzie te maken. Eigenlijk namen ze voor het eerst zelf verantwoordelijk-heid. Ook de gepeste jongen voelde zich weer opgenomen in de groep.’

Muurtjes breken

Sofie: ‘In de tweede cyclus van Ris-K

hebben we vooral ingezet op preventie. We zijn een grote school met veel uit-eenlopende richtingen. Dus hebben we ons de vraag gesteld: hoe kan je zo’n school toch overzichtelijk en veilig hou-den? Dat kon bijvoorbeeld door, letterlijk, muurtjes af te breken. Het praktijklokaal houtbewerking was zo ingericht dat de leerkracht de werkbank van de leerlingen niet van overal zag. We hebben het lokaal anders ingedeeld, zodat er altijd visuele controle mogelijk is. Een kleine ingreep, maar het helpt om ruzies te voorkomen.’

Dorien: ‘We hebben ook geïnvesteerd in onze pedagogische aanpak, bijvoorbeeld door te starten met co-teaching. Het komt erop neer dat leerlingen voor een groot deel zelf hun weekschema kunnen invullen. Ze worden begeleid door twee leerkrachten: de ene geeft ondersteu-ning, de andere heeft oog voor wat de individuele leerlingen nodig hebben en kan ze desgewenst apart nemen voor een gesprek.’

Sofie: ‘We zijn ook begonnen met time-ins, naar het voorbeeld van De Wijnpers en Don Bosco Groenveld — een direct gevolg van de wisselwerking tijdens de open afstemmingsmarkten. We werkten al langer met time-outs: een leerling met gedrags- of andere problemen wordt verschillende weken intensief begeleid door Koïnoor en komt al die tijd niet naar school. Dat blijven we doen, maar nu hebben we dus ook kortere time-ins. Een leerling die over de schreef gaat, wordt voor een paar uur uit de klas gehaald en in een apart lokaaltje gezet. Er is een toe-zichter, maar die gaat niet met de leerling in gesprek. De bedoeling is dat de leer-

Page 26: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

26

ling kan afkoelen in een prikkelarme om-geving, en tegelijk aan zelfreflectie doet.’

Leermoment

Dorien: ‘Dankzij Ris-K hebben we ook kennisgemaakt met LSCI, een onderwijs-methode die al enkele jaren wordt toe-gepast bij Don Bosco Groenveld in He-verlee. Daar organiseren ze meerdaagse LSCI-trainingen, die wij en verschillende van onze collega’s al hebben gevolgd.’

‘Onze school probeert zoveel mogelijk leerkrachten de LSCI-training te laten volgen. Veel sleutelfiguren zoals coördi-natoren en opvoeders hebben de oplei-ding al achter de rug, en zij maken er ook hun collega’s warm voor. Die spreken ons aan: wanneer mogen wij ook op training? Echt: de vernieuwing is ingezet.’

Niet lossen

Sofie: ‘Het is niet vanzelfsprekend om te-genover collega’s en directies van andere scholen toe te geven dat je soms proble-men hebt. Maar Ris-K bood daarvoor een veilig platform.’

‘Nu willen we graag ook binnen onze school een veilige en open leeromge-ving creëren. Daarvoor zijn we in zee

gegaan met Flanders Synergy. We de-len onze school op in vier teams: sport, techniek, eerste graad en zachte vloot. Binnen elk team is er een kerngroep van leerkrachten die de leerlingen begeleiden en bijsturen tijdens hun volledige school-loopbaan. Om hen daar zoveel mogelijk in te steunen, hebben we via Ris-K de hulp van Arktos ingeroepen. Tijdens een meerdaagse vorming heeft Arktos met onze leerkrachten gewerkt rond de klas-dynamiek en hun individuele stijl van les-geven.’

‘Als ik terugkijk, denk ik dat Ris-K ons vooral heeft uitgedaagd om na te den-ken over hoe we leerlingen zo lang mo-gelijk kunnen vasthouden en hoe we dat ook kunnen opnemen in ons beleidsplan. Het heeft ons zelfs geïnspireerd tot een nieuw motto: ‘Wij lossen pas als het is opgelost!’ Dat geeft mooi weer hoe we tegenover onze leerlingen staan: open en betrokken, maar tegelijk vasthoudend.’

Campus RedingenhofAantal leerlingen: 1350Aantal leerkrachten/medewerkers: 140Aangeboden onderwijstypes: ASO, TSO, BSO, DBSO Schoolnet: GO!

Page 27: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

27

Heilig Hart Kessel-LoAantal leerlingen: 300Aantal leerkrachten/medewerkers: 62Aangeboden onderwijstype(s): eerste graad A en B, BSO, TSOSchoolnet: vrij onderwijsActies in het kader van Ris-K: samenwerking met ACHT; individuele, klas- en leerkrachtenbegeleiding door Arktos; samenwerking met Bemiddelingsburo Leuven (Alba vzw) bij herstelgericht groepsoverleg (Hergo); LSCI-training via DOCA

VTI LeuvenAantal leerlingen: 650Aantal leerkrachten/medewerkers: 120Aangeboden onderwijstype(s): TSO, BSO Schoolnet: vrij onderwijsActies in het kader van Ris-K: individuele begeleidingen door Koïnoor; klasbegeleidingen door Arktos; LSCI-training via DOCA

Ook deze scholen namen de voorbije zes jaar deel aan Ris-K:

Colofon Deze publicatie is een uitgave van stad Leuven, Professor Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven

V.U.: Mohamed Ridouani – schepen van personeelszaken, onderwijs, economie, leefmilieu en vastgoed Samenstelling: coördinatiecel Ris-K-project

Redactie: Heyvaert&Jansen

Vormgeving en druk: Swinnen Printing

Met dank aan de Ris-K-scholen, de externe partners en de leden van de stuurgroep voor de interviews en het aanleveren van de foto’s.

Page 28: Ris-K-project Leuven...3 Deze publicatie blikt terug op de voorbije zes jaar. Omdat het onmogelijk was om alle betrokkenen aan het woord te laten, hebben we gekozen voor een selectie

Meer info? Karin Jacobs Projectcoördinator stad Leuven afdeling [email protected] 27 26 15 Barbara Janssens Deskundige-ondersteuner LOP BaO en SO [email protected] 72 28 31