Upload
others
View
6
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
Esther Geuens
3SA3
Actuele topics - aardrijkskunde
Individuele opdracht: ruimtelijke ordening
RUP: In ’t Ven Lommel
Datum: 21/10/’14
Lector: mevr. Verstappen
Schooljaar: 2014-2015
2
INLEIDING
Het project ‘In ’t Ven’ situeert zich in het centrum van Lommel. Aangezien Lommel bij Vlaanderen hoort, ga ik
telkens een beetje meer inzoomen. Wat wil ik daarmee zeggen? Eerst wordt het RUP besproken in het kader
van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Vervolgens wordt het gekaderd in het Provinciaal ruimtelijk
structuurplan Limburg. Daarna in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Lommel en als laatste geef ik
wat meer informatie over project ‘In ’t Ven’. Waar situeert het project zich? Wat is het doel van het RUP? Hoe
zal de inrichting van het gebied eruit zien? Dat zijn reeds een aantal vragen die bij dit deel opgelost zullen
worden.
1. OP VLAAMS NIVEAU
1.1. RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (RSV)
Lommel behoort volgens het RSV gedeeltelijk tot het stedelijk gebied en gedeeltelijk tot het buitengebied. Het
buitengebied is het gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt en waar een buitengebiedbeleid
wordt gevoerd. Dit beleid is complementair aan het begrip ‘stedelijk gebied’. Daar wordt een stedelijk
gebiedbeleid gevoerd.
Het plangebied In ‘t Ven maakt deel uit van het stedelijk gebied. Lommel wordt geselecteerd als kleinstedelijk
gebied op provinciaal niveau. Voor stedelijke gebieden zijn volgende doelstellingen vooropgesteld:
het stimuleren en concentreren van activiteiten
het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten
het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen
het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid
het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies
Voor kleinstedelijke gebieden geldt dat het ruimtelijk beleid op provinciaal niveau erop gericht is de bestaande
stedelijke morfologische structuur en het stedelijk functioneren, terug voldoende economische, sociale en
ruimtelijke draagkracht te geven. Dat is enkel mogelijk door enerzijds een uiterst kernversterkend beleid te
voeren, waarbij alle aandacht gaat naar wijkverdichting en het herwaarderen van de bestaande stedelijke
potenties. Aanvullend moet er een goed stedelijk beleid gevoerd worden in de aangrenzende goed uitgeruste
kernen in het buitengebied. Er moet vooral aandacht gaan naar de kwalitatieve verbetering van het
woningpatrimonium, de stedelijke voorzieningen en de stedelijke economische structuur. De ruimtelijke
ontwikkeling met alleen kwantitatieve uitbreiding (die opnieuw de stedelijke kern beconcurreert) is minder
belangrijk.
1.2. GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VOOR VLAANDEREN
Lommel behoort ook tot het stedelijk netwerk op Vlaamse niveau, namelijk tot de ‘Kempische as’ (in het rood
aangeduid op figuur 11). Lommel positioneert zich als industriële pool binnen het netwerk Kempische as. De rol
van dit netwerk ligt dan ook voornamelijk in zijn industrieel-economische functie. Verder stimuleert deze as de
ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve activiteiten. Lommel is als kleinstedelijk gebied ook geselecteerd als
economisch knooppunt.
3
1.3. HET GEWESTPLAN
Vroeger maakte de overheid gewestplannen. Sinds het jaar 2000 gebeuren er geen nieuwe
gewestplanwijzigingen meer. Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) vervangen geleidelijk aan de bestaande
gewestplannen. Enkel daar waar nog geen ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg van kracht is,
gelden de voorschriften uit de gewestplannen. Een gewestplan is in Vlaanderen een ruimtelijk plan waarin bijna
perseelsgewijs de exacte bestemming vastgelegd is. De visie van de overheid, omtrent de toekomstige
ruimtelijke ordening, is “af te lezen” op deze plannen. De globale bestemmingsgebieden worden hierin
vastgelegd. Op het gewestplan staat het gebied afgebakend van het RUP In ’t Ven. Deze zone heeft als
hoofdbestemming ‘woongebied’. Onder de term ‘woongebieden’ worden de effectieve woongebieden, de
woonuitbreidingsgebieden, de woonparken en de woongebieden met een landelijk karakter bedoeld.
4
2. OP PROVINCIAAL NIVEAU
Elke provincie heeft een ruimtelijk structuurplan. Deze plannen gelden voor het volledige grondgebied van de
betreffende provincie. Het is de Provincieraad die zorgt voor de opmaak en herziening van een provinciaal
ruimtelijk structuurplan. Een provinciaal ruimtelijk structuurplan mag niet strijdig zijn met het Ruimtelijk
Structuurplan Vlaanderen en moet worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
2.1. RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LIMBURG
Het ruimtelijk structuurplan Limburg moet een langetermijnvisie geven op de ruimtelijke ontwikkeling van
Limburg, met daarbij aandacht voor wonen, ontspannen, landbouw, natuur, landschappen en mobiliteit. Het
legt geen concrete bestemmingen vast voor bepaalde percelen.
In het structuurplan wordt ingezoomd op vier “hoofdruimten”: het netwerk Midden-Limburg, Maasland,
Haspengouw-Voeren en de Kempen. De stad Lommel behoort tot de hoofdruimte Kempen, die zich
positioneert als open ruimtegebied met een toeristisch-recreatieve rol op niveau van de Benelux. Belangrijke
acties in de Kempen zijn:
Het ondersteunen van het plattelandstoerisme
Het opmaken van een strategisch plan voor het gebied Lommel – Neerpelt – Overpelt
Het afbakenen van natuurverbindingen
Het promoten van het Kempens plateau als toeristisch-recreatief verwevingsgebied
Het aandringen op de afwerking van de noord-zuid verbinding
Binnen de hoofdruimte zijn een aantal deelruimten terug te vinden. Het plangebied In ’t Ven behoort zo tot de
deelruimte Kempische As (zoals al eerder vermeld werd). In dit gebied worden de economische en stedelijke
ontwikkelingen geconcentreerd langs de infrastructurenbundel van de N71, de spoorlijn en het Kempens
kanaal.
Binnen de gewenste nederzettingsstructuur wordt Lommel – Overpelt – Neerpelt geselecteerd als stedelijk
netwerk van provinciaal niveau.
5
2.2. GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR LIMBURG
Figuur 8: Gewenste ruimtelijke structuur Provincie Limburg
Op bovenstaande figuur is de gewenste ruimtelijke structuur van Provincie Limburg in een figuur weergegeven.
Als we dan specifiek naar Lommel kijken (rood aangeduid), zien we een aantal elementen terugkomen die
reeds besproken zijn. Kort opgesomd: de noord-zuidverbinding tussen poort Kempische as en Hasselt – Genk,
de poort Kempische as als multimodiaal knooppunt, Lommel als kleinstedelijk gebied, Lommel als stedelijk
netwerk van Vlaams niveau en provinciaal niveau. Tenslotte duiden de pijlen op de internationale verbindingen
met Antwerpen, Luik, Brussel, Eindhoven en Aken.
6
3. OP GEMEENTELIJK NIVEAU
3.1. GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LOMMEL
Belangrijke woorden die passen bij de huidige en toekomstige stad Lommel zijn: groei, dynamiek en streven naar een sterker stedelijk profiel. Men wil van Lommel, op socio-economisch vlak, een belangrijk punt maken in de regio Noord-Limburg. Anderzijds wil men dat de explosieve groei, die de stad doorgemaakt heeft tijdens de voorbije decennia, verder wordt aangehouden in de komende jaren. Het aanbod aan woningen en aan stedelijke voorzieningen zal sterk uitgebreid worden. Lommel zal hieraan gekoppeld ook een duidelijker en sterker stedelijk profiel krijgen. Men wil met de verschillende RUP’s Lommel uitbouwen tot een dichte, multifunctionele woonomgeving en daarlangs nieuwe functies en activiteiten aantrekken. Er is geen twijfel mogelijk dat de projecten die momenteel in uitvoering zijn of waarvan studies in opmaak zijn, belangrijke impact hebben op het ruimtelijk functioneren van de gemeente Lommel. De projecten zijn divers van aard. Ze gaan in op enkele essentiële aspecten van de ruimtelijke uitbouw van Lommel, nl.: BPA’s (Bijzonder Plan van Aanleg), inbreidingsprojecten, grote verkavelingen, streefbeeldstudies en onderzoeksprojecten. De centrale thema’s die in deze projecten en studies aan bod en die aan de basis liggen voor de gewenste ruimtelijke structuur voor de stad lommel zijn:
Een versterking van het centrum van Lommel
De regionale ontsluiting van de stad
De kwalitatieve uitbouw van de wijken en kernen
Bundeling van activiteiten en voorzieningen in een stedelijke ruggengraat
Gedifferentieerd industrieel gebied
Driedelige open ruimte: Werkplaatsen – Kolonie – Kattenbos-Kerkhoven
Grootschalige bebouwingseilanden in de open ruimte
7
4. RUP IN ’T VEN
4.1. SITUERING
Het RUP In ‘t Ven situeert zich in het noordoostelijk deel van het centrum van de stad Lommel. Het plangebied
wordt begrensd door:
In het noorden de Kapelstraat
In het oosten de Koning Albertlaan
In het zuiden de Koningstraat
In het westen de Lepelstraat
De oppervlakte van het plangebied bedraagt ongeveer 11 ha.
Situering plangebied op stratenplan Topografische kaart
Bron: Google maps (2014) Bron: NGI
4.2. BESTAANDE TOESTAND RUP IN ‘T VEN
Het plangebied is aan de randen quasi volledig bebouwd. De lepelstraat is
één van de historische invalswegen met aaneengesloten bebouwing. We
vinden er heel wat eengezinswoningen terug, maar ook enkele recente
appartementsgebouwen. In deze straat gaat het voornamelijk om wonen, met
hier en daar diensten en horeca op het gelijkvloers.
Zeer kenmerkend is de aanwezigheid van enkele doorsteken, die tot aan het
binnengebied van het Ven reiken.
De Kapelstraat wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk vrijstaande woningen,
met hier en daar halfopen bebouwing. Belangrijk is dat ook hier veel
eengezinswoningen terug te vinden zijn.
Hetzelfde verhaal kan verteld worden over de Koning Albertlaan. Ook hier zijn
veel (vrijstaande) eengezinswoningen terug te vinden.
In de Koningstraat liggen nog enkele niet bebouwde percelen en de straat wordt gekenmerkt door
hoofdzakelijk halfopen bebouwing op smalle, vaak zeer diepe percelen.
8
Het binnengebied bestaat uit tuinen met verschillende diepten en onbebouwde restgronden.
De randen van het bouwblok zijn bijna volledig toegebouwd, vandaar dat de verdere invulling van het gebied
zich op het binnengebied richt. Het binnengebied beslaat ongeveer 4,8 ha.
4.3. AANDACHTSPUNT
Een specifiek aandachtspunt is de gefragmenteerde perceelsstructuur. Het binnengebied wordt begrensd door
enkele duidelijke perceelsgrenzen. Men wil een zo kwalitatief mogelijke invulling van het binnengebied
mogelijk maken. Daarvoor zouden delen van reeds bebouwde percelen moeten worden opgenomen in het nog
te ontwikkelen binnengebied. Dit is in het bijzonder het geval aan de zuidzijde. Daar komen de diepe tuinen
van de woningen in de Koningstraat in aanmerking voor de ontwikkeling. Om de kwaliteit van de huidige
woningen te garanderen, wordt minimum 40 meter van de percelen bewaard.
9
4.4. VISIE EN CONCEPTEN VOOR DE INVULLING VAN HET GEBIED
Onder de noemer ‘Wonen aan een groen stadspark’ wil de stad Lommel 180 nieuwe woningen creëren. Het
doel van het RUP is een verdichting van het binnengebied, gekoppeld aan de aanleg van een toegankelijke,
groene, publieke ruimte.
CONCEPT VERKEERSONTSLUITING
Het binnengebied zal er vrij geïsoleerd uitzien. Het wordt autoluw gehouden en volledig ingericht als zone 30. Parkings zullen zoveel mogelijk aan de randen van het gebied voorzien worden. Om het toch toegankelijk te maken voor de mensen van buitenaf, worden verschillende ontsluitingen voorzien. Zo komt er een wegaanleg aan de oostzijde van het park, die een doorgang vormt voor hulpvoertuigen. Deze weg is echter niet (permanent) toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Verder wordt het gebied ontsloten naar de Kapelstraat en de Koningstraat. Op die manier wordt de verkeersdrukte gespreid en ontstaat de mogelijkheid om centraal een autoluw gebied te creëren.
CONCEPT PUBLIEKE GROENE RUIMTE MET VERSCHILLENDE FIETS- EN
VOETGANGERSDOORSTEKEN
Centraal in het binnengebied wordt een parkzone voorzien. Deze is van omvang vergelijkbaar met het Prinses
Astridpark. Op deze manier wil men de verdichting van het stedelijk gebied toch nog hand in hand brengen met
het groene, met de natuur. Het park is niet enkel van binnenuit bereikbaar, maar ook mensen uit de omgeving
kunnen het park bereiken. Dat gaat via fiets- en voetgangersdoorsteken.
10
CONCEPT 2 DEELGEBIEDEN
Er wordt gewerkt met verschillende deelgebieden, elk met een eigen stedenbouwkundige structuur:
1. Woningen rond het park (= deelzone 1) 2. Projectzone: schakel tussen park en erfwoningen
(= deelzone 2) 3. Erfwoningen (= deelzone 3)
De deelgebieden zijn fysiek en ruimtelijk met elkaar verbonden, wat te zien is op onderstaande afbeelding.
CONCEPT WOONTYPES
De stad Lommel wil een gedifferentieerd woonbeleid voeren. De centrale ligging van het plangebied maakt dat
het voor verschillende doelgroepen een interessante plek is om te wonen. Om in te spelen op de verschillende
noden en woonbehoeften, wordt een mix aan woontypes voorzien:
A. Geschakelde woningen (groot/klein) met ruime terrassen en
evt. tuin
B. Grondgebonden eengezinswoningen
C. Senioren- en zorgwoningen
CONCEPT PARKEREN
Het parkeren zal gebeuren op een gedifferentieerde manier. Ofwel wordt er geparkeerd op eigen perceel of
collectief ondergronds. Wie zal hoe moeten parkeren:
I. eegezinswoningen zullen achteraan een garagebox hebben, die bereikbaar is via een bedieningsweg
II. meergezinswoningen moeten verplicht (half-)ondergronds parkeren
III. eengezinswoningen met inpandige garages of carports, ontsloten via de toegansweg vooraan
IV. inpandig parkeren of in de voortuinstrook
Voor bezoekers worden kleine parkings aan de randen van het gebied
voorzien zodat deze het
11
4.5. DUURZAAM KARAKTER
Als een van de eerste gemeenten in Limburg is dit project afgetoetst bij het Steunpunt Duurzaam Bouwen. Er
wordt in dit project gestreefd naar energiezuinige en zongerichte huizen. Het water zal op natuurlijke wijze
gebufferd worden door middel van grachten, rivierdalletjes en groene daken. Verder is het ook de bedoeling
om de afvalinzameling op één centrale plaats te laten gebeuren, al dan niet ondergronds.
4.6. MOGELIJK RESULTAAT
EIGEN MENING
Persoonlijk kijk ik nogal vrij sceptisch naar het hele project. Volgens een berekening van de mogelijke invulling
zouden er in het binnengebied 130 à 180 woningen gecreëerd kunnen worden. Dat wil zeggen dat dat een
dichtheid oplevert van 25 à 35 woningen per ha. Deze getallen lijken mij nogal hoog. De vraag die ik mezelf stel
is of de woningen niet te klein zullen zijn. Zullen de mensen wel voldoende ruimte hebben? Zal de hoogbouw
geen storend karakter zijn in stad Lommel?
Men is ongeveer 10 jaar bezig met de plannen rond het RUP In ’t Ven, maar als inwoner van Lommel had ik nog
geen besef van dit plan. Ook het artikel ‘Groen stadspark met 180 huizen’1 dat op 2 maart 2010 in HBvL
verscheen, zegt dat het mogelijk is dat het project in verschillende fases of zelfs maar gedeeltelijk gerealiseerd
zal worden. Dat alleen wijst er al op dat het project voor de gemeente niet van zeer groot belang is.
Wat ik wel goed vind, is dat men deze, voorlopig zinloze ruimte, nuttig wil gebruiken. Er zijn sowieso al zo
weinig bouwplaatsen beschikbaar en na dit project zouden er een heleboel bijkomen. Het feit dat het project
een duurzaam karakter heeft, vind ik ook een goed idee. Lommel heeft als slogan ‘Pure energie’ en het project
sluit daar goed bij aan.
1 LAVAERTS, C/DRIESSEN, J.R., Groen stadspark met 180 huizen, Het Belang van Limburg, 2010-03-02, p.48.
12
BRONNEN
GRS NEERPELT, Dossier voorlopige vaststelling, Internet, maart 2005,
(http://www.neerpelt.be/files/uploads/document/preambule__pool__pelt.pdf).
GEOPUNT, Geopunt Vlaanderen, Internet, 19/10/2014, (http://www.geopunt.be/).
PROVINCIE LIMBURG, Ruimtelijk structuurplan Limburg, Internet, 03/05/2012,
(http://www.limburg.be/provincielimburg.net?id=2361).
ROBRABANT, Hoofdstuk 3. Context van de opgave, Internet, 19/10/2014, (http://ro.brabant.nl/3BB99BC9-
344B-4E6F-B92F-50521AF3A088/b_NL.IMRO.9930.sv2010deele-
on01_I.E.3.html#_3.7_RuimtelijkStructuurplanLimburg).
GRONTMIJ, Stad Lommel RUP In ’t Ven, toelichtingsnota, mei 2010.
GRONTMIJ, Stad Lommel RUP In ’t Ven, 3 juni 2009.
LAVAERTS, C/DRIESSEN, J.R., Groen stadspark met 180 huizen, Het Belang van Limburg, 2010-03-02, p.48.