28
SAMENWERKING IN CIJFERS tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven UPDATE 2018 (peildatum november 2017) AANSPANNEN, RICHTEN EN LOSLATEN financiering betrokkenheid sectorale verdeling inhoudelijke speerpunten verbindingen perspectieven

SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

11

SAMENWERKING IN CIJFERS

tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven

UPDATE 2018(peildatum november 2017)

AANSPANNEN, RICHTEN EN LOSLATEN

financiering betrokkenheid

sectorale verdelinginhoudelijke speerpunten

verbindingenperspectieven

Page 2: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

2

InhoudsopgaveAanspannen, richten en loslaten

1. Het katapult netwerk

Landelijke en sectorale verdeling

Inhoudelijke speerpunten

Samenstelling publiek-private Katapult netwerken

Financiering en betrokkenheid werkveld

2. Perspectieven van 18 Centres of expertises in het hbo

Sectorale verdeling

Inhoudelijke speerpunten

Verbindingen

Financiering en betrokkenheid werkveld

3. Perspectieven publiek-private samenwerking in het mbo

3.1 Uitgelicht: 13 Centra voor innovatief vakmanschap

Sectorale verdeling

Inhoudelijke speerpunten

Verbindingen

Financiering en betrokkenheid

3.2 Uitgelicht: 1e lichting Regionaal investeringsfonds mbo

Sectorale verdeling

Inhoudelijke speerpunten

Verbindingen

Financiering en betrokkenheid

3

4

5

6

6

7

10

11

11

14

15

17

18

18

19

20

21

22

22

23

25

26

Page 3: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

3

3

4

5

6

6

7

10

11

11

14

15

17

18

18

19

20

21

22

22

23

25

26

Aanspannen, richten en loslatenHet Katapult netwerk is in beweging, sinds we ons in 2016 presenteerden met de eerste publicatie ‘Samenwerking in cijfers tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven’. Die ging over: Wie zijn we? Wat doen we? Waarom en waar?

Inmiddels zijn we een jaar verder. In dat jaar is weer veel gebeurd. Nieuwe publiek-private samenwerkingen zijn gestart, meer bedrijven en scholen, studenten, docenten en ondernemers doen mee. Nieuwe activiteiten zijn ontwikkeld. En last but not least: een groot aantal publiek-private samenwerkingen (PPS’en) in mbo en hbo zetten na 4 jaar experimenteren, investeren en stimuleren, een punt achter hun pilotfase en richten de aandacht op wezensvragen over continuering en uitbreiding. Binnen Katapult werken ze aan hun verduurzaming. Een belangrijke factor in deze verduurzaming is een sterke betrokkenheid van het werkveld.

Het gaat hier meer precies om 19 Centres of expertise in het hbo en 30 samenwerkingsverbanden in het mbo. De ontwikkeling van die PPS’en tot nu toe zijn geëvalueerd en in kaart gebracht. Hoog tijd voor een update dus! In een beknopte publicatie dit keer, waarin de aandacht ligt op de selecte groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in deze publicatie samengebracht!

We beginnen in het eerste hoofdstuk met wat feiten en cijfers over het Katapult netwerk als geheel: wie doet mee en wie brengt wat in? In hoofdstuk 2 geven we een beeld van 19 Centres of Expertise (CoE’s) in het hbo: hoe zijn ze verdeeld over sectoren, hoe is de betrokkenheid van lectoraten en de positie van de CoE’s ten opzichte van de verbonden onderwijsinstelling(en). Het derde hoofdstuk gaat over 13 ‘Centra voor innovatief vakmanschap’ in het mbo en 17 PPS’en vanuit het Regionaal investeringsfonds mbo. Wat zijn de kenmerken van deze samenwerkingen in termen van sectorale focus, inhoudelijke focus en betrokkenheid van partners?

Page 4: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

4

1. HET KATAPULT NETWERKEen uitdaging in 2017 was het actief betrekken van het bedrijfsleven bij het

netwerk. Voor de bedrijven die verbonden zijn aan het netwerk is eind 2017

een grote bijeenkomst georganiseerd, de Katapult-dag. Enkele boegbeelden

uit de branche, waaronder Hans de Jonge van Philips, hebben hier gezamenlijk

steun voor het Katapult-netwerk uitgesproken. Dit eerste deel laat zien waar

de PPS’en zijn gelokaliseerd, waar ze zich op richten en op welke wijze partners

betrokken zijn bij de PPS-en.

4

Page 5: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

5

Pagina 4 van 25

1. HET KATAPULT NETWERK Een uitdaging in 2017 was het actief betrekken van het bedrijfsleven bij het netwerk. Voor de bedrijven die verbonden zijn aan het netwerk is eind 2017 een grote bijeenkomst georganiseerd, de Katapult-dag. Enkele boegbeelden uit de branche, waaronder Hans de Jonge van Philips, hebben hier gezamenlijk steun voor het Katapult-netwerk uitgesproken. Dit eerste deel laat zien waar de PPS’en zijn gelokaliseerd, waar ze zich op richten en op welke wijze partners betrokken zijn bij de PPS-en. LANDELIJKE EN SECTORALE VERDELING

• De Katapult community bestaat op het moment uit 152 PPS’en. De PPS’en verdeling zich tamelijk gelijkmatig over de Techniekpact-landsdelen, met een accent op de landsdelen Zuidwest en Oost.

• Gemeten naar het totaal aantal deelnemende organisaties binnen de Katapult netwerken is de sector HTSM het grootst (18% van alle deelnemers), de sector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen het kleinst (2%).

0%0%0%0%0%0%0%0%0%0%0%0%

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

17%

13%

25%

19%

26%

Verdeling over landsdelen Techniekpact

Noordwest Noord Oost Zuidoost Zuidwest

LANDELIJKE EN SECTORALE VERDELING

• De Katapult community bestaat op het moment uit 152 PPS’en. De PPS’en verdeling zich tamelijk gelijkmatig over de Techniekpact-landsdelen, met een accent op de landsdelen Zuidwest en Oost.

• Gemeten naar het totaal aantal deelnemende organisaties binnen de Katapult netwerken is de sector HTSM het grootst (18% van alle deelnemers), de sector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen het kleinst (2%).

VERDELING OVER LANDSDELEN TECHNIEKPACT

AANDEEL PPS PARTNERS PER SECTOR

HTSM18%

CLW12%

Logistiek11%

A&F11%

CI11%

Chemie11%

Energie6%

LSH6%

Bouw6% Water

4%

ICT2%

T&U2%

Aandeel PPS partners per sector

HTSM CLW Logistiek A&F CI Chemie Energie LSH Bouw Water ICT T&U

Page 6: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

6

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• Alle PPS’en hebben ambities op het gebied van onderwijsvernieuwing, -kwaliteit en -instroom; vernieuwing van de beroepspraktijk en Leven Lang Ontwikkelen. In het verlengde hiervan wordt ingezet op thema’s als docentprofessionalisering, samenwerking in de onderwijsketen en internationalisering. In de praktijk zijn verschillende accenten gelegd.

INHOUDELIJKE FOCUS

SAMENSTELLING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN

• Het totale aantal deelnemers in PPS’en is ca. 10.000 (publiek, privaat, direct en via brancheorganisaties).

• Bedrijfsdeelname speelt in de netwerken een cruciale rol. Door bedrijfsdeelname zijn onderwijsinstellingen in staat om ervaringen uit de praktijk in het onderwijscurriculum te integreren en omgekeerd nieuwe theoretische inzichten sneller in de beroepspraktijk te integreren. Naast de bedrijven nemen ook vele branches deel die via hun leden regionaal en ook nationaal een groot bereik hebben onder bedrijven binnen de sector. 61% van alle partners is direct betrokken vanuit het werkveld, en 10% indirect vertegenwoordigd (via brancheorganisaties).

• We zien veel overeenkomst tussen de netwerken van hogescholen en die van mbo in de verhouding betrokken mkb en grootbedrijven. Deze verhouding verschilt slechts marginaal. In het mbo bestaat het betrokken werkveld voor 83% uit mkb. In het hbo is dat 80,4%.

Pagina 5 van 25

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• Alle PPS’en hebben ambities op het gebied van onderwijsvernieuwing, -kwaliteit en -instroom; vernieuwing van de beroepspraktijk en Leven Lang Ontwikkelen. In het verlengde hiervan wordt ingezet op thema’s als docentprofessionalisering,

samenwerking in de onderwijsketen en internationalisering. In de praktijk zijn verschillende accenten gelegd.

SAMENSTELLING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN

• Het totale aantal deelnemers in PPS’en is ca. 10.000 (publiek, privaat, direct en via brancheorganisaties).

• Bedrijfsdeelname speelt in de netwerken een cruciale rol. Door bedrijfsdeelname zijn onderwijsinstellingen in staat om ervaringen uit de praktijk in het onderwijscurriculum te integreren en omgekeerd nieuwe theoretische inzichten sneller in de beroepspraktijk te integreren. Naast de bedrijven nemen ook vele branches deel die via hun leden regionaal en ook nationaal een groot bereik hebben onder bedrijven binnen de sector. 61% van alle partners is direct betrokken vanuit het werkveld, en 10% indirect vertegenwoordigd (via brancheorganisaties).

• We zien veel overeenkomst tussen de netwerken van hogescholen en die van mbo in de verhouding betrokken mkb en grootbedrijven. Deze verhouding verschilt slechts marginaal. In het mbo bestaat het betrokken werkveld voor 83% uit mkb. In het hbo is dat 80,4%.

40%

20%

7%

13%

16%

4%1%

Inhoudelijke focus

Onderwijskwaliteit Innovatie beroepspraktijk

Docentprofessionalisering Tekorten vakkrachten

Leven Lang Ontwikkelen Doorstroom onderwijskolom

Internationalisering

Page 7: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

7

VERDELING VAN DEELNEMERS IN PPS’EN

VERHOUDING MKB EN GROOTBEDRIJVEN IN PPS NETWERKEN GELEID DOOR MBO EN HBO

FINANCIERING EN BETROKKENHEID WERKVELD

• Van de totale financiering van PPS’en komt 64% van het werkveld. Hiermee levert het werkveld de grootste bijdrage in inzet van middelen en mensen. 45% hiervan betreft directe investeringen van werkveldpartners, 19% komt van vertegenwoordigers zoals brancheorganisaties.

• Het werkveld bestaat uit private en publieke investeerders. 77% van de co-financiers komt uit het private werkveld (mkb, grootbedrijf, opleidingsbedrijven etc.), 23% vanuit het publieke werkveld (bijv. zorginstellingen). De private investeerders leveren 76% van de totale investeringen: 40% vanuit het mkb, 7% vanuit het grootbedrijf, 29% indirect vertegenwoordigd via brancheorganisaties.

Pagina 6 van 25

FINANCIERING EN BETROKKENHEID WERKVELD

• Van de totale financiering van PPS’en komt 64% van het werkveld. Hiermee

levert het werkveld de grootste bijdrage in inzet van middelen en mensen. 45% hiervan betreft directe investeringen van werkveldpartners, 19% komt van vertegenwoordigers zoals brancheorganisaties.

10%

61%

22%

7%

Verdeling van deelnemers in PPS'en

vertegen-woordigd werkveld

werkveld

onderwijs

overheid

83,0% 80,4%

17,0% 19,6%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

mbo hbo

Verhouding mkb en grootbedrijven in PPS netwerken geleid door mbo en hbo

mkb grootbedrijf

Pagina 6 van 25

FINANCIERING EN BETROKKENHEID WERKVELD

• Van de totale financiering van PPS’en komt 64% van het werkveld. Hiermee

levert het werkveld de grootste bijdrage in inzet van middelen en mensen. 45% hiervan betreft directe investeringen van werkveldpartners, 19% komt van vertegenwoordigers zoals brancheorganisaties.

10%

61%

22%

7%

Verdeling van deelnemers in PPS'en

vertegen-woordigd werkveld

werkveld

onderwijs

overheid

83,0% 80,4%

17,0% 19,6%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

mbo hbo

Verhouding mkb en grootbedrijven in PPS netwerken geleid door mbo en hbo

mkb grootbedrijf

vertegenwoordigd werkveld

werkveld

onderwijs

overheid

Page 8: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

8

AANDEEL IN COFINANCIERING VAN VERSCHILLENDE PARTIJEN

• De meerderheid van de private investeerders bestaat uit mkb bedrijven (72%), gevolgd door het vertegenwoordigd bedrijfsleven (branches: 19%) en het grootbedrijf (9%).

• Het aantal private investeerders gecombineerd met hun inbreng laat zien dat het mkb 53% van de cofinanciering draagt, het georganiseerde bedrijfsleven 38% en het grootbedrijf 9%. Grootbedrijven investeren gemiddeld per bedrijf het meest, maar hun aantallen zijn relatief klein.

AANDEEL IN CO-FINANCIERINGSBIJDRAGE VANUIT WERKVELD

• Uit de aard van het onderwerp worden de PPS netwerken rondom maatschappelijke onderwerpen zoals gezondheid, zorg en welzijn en cultuur sterker gedomineerd door werkveld partijen uit het publieke werkveld. De netwerken rondom technische onderwerpen hebben vooral private ondernemingen als deelnemers.

Pagina 7 van 25

• Het werkveld bestaat uit private en publieke investeerders. 77% van de co-financiers komt uit het private werkveld (mkb, grootbedrijf, opleidingsbedrijven etc.), 23% vanuit het publieke werkveld (bijv. zorginstellingen). De private investeerders leveren 76% van de totale investeringen: 40% vanuit het mkb, 7% vanuit het grootbedrijf, 29% indirect vertegenwoordigd via brancheorganisaties.

• De meerderheid van de private investeerders bestaat uit mkb bedrijven (72%),

gevolgd door het vertegenwoordigd bedrijfsleven (branches: 19%) en het grootbedrijf (9%).

• Het aantal private investeerders gecombineerd met hun inbreng laat zien dat het mkb 53% van de cofinanciering draagt, het georganiseerde bedrijfsleven 38% en het grootbedrijf 9%. Grootbedrijven investeren gemiddeld per bedrijf het meest,

maar hun aantallen zijn relatief klein.

19%

45%

19%

17%

Aandeel in cofinanciering van verschillende partijen

vertegen-woordigd werkveld direct betrokken werkveld

kennis en onderwijs overheid en intermediaire organisaties

38%

53%

9%

Aandeel in co-financieringsbijdrage vanuit werkveld

vertegenwoordigd werkveld mkb grootbedrijf

Pagina 7 van 25

• Het werkveld bestaat uit private en publieke investeerders. 77% van de co-financiers komt uit het private werkveld (mkb, grootbedrijf, opleidingsbedrijven etc.), 23% vanuit het publieke werkveld (bijv. zorginstellingen). De private investeerders leveren 76% van de totale investeringen: 40% vanuit het mkb, 7% vanuit het grootbedrijf, 29% indirect vertegenwoordigd via brancheorganisaties.

• De meerderheid van de private investeerders bestaat uit mkb bedrijven (72%),

gevolgd door het vertegenwoordigd bedrijfsleven (branches: 19%) en het grootbedrijf (9%).

• Het aantal private investeerders gecombineerd met hun inbreng laat zien dat het mkb 53% van de cofinanciering draagt, het georganiseerde bedrijfsleven 38% en het grootbedrijf 9%. Grootbedrijven investeren gemiddeld per bedrijf het meest,

maar hun aantallen zijn relatief klein.

19%

45%

19%

17%

Aandeel in cofinanciering van verschillende partijen

vertegen-woordigd werkveld direct betrokken werkveld

kennis en onderwijs overheid en intermediaire organisaties

38%

53%

9%

Aandeel in co-financieringsbijdrage vanuit werkveld

vertegenwoordigd werkveld mkb grootbedrijf

Pagina 7 van 25

• Het werkveld bestaat uit private en publieke investeerders. 77% van de co-financiers komt uit het private werkveld (mkb, grootbedrijf, opleidingsbedrijven etc.), 23% vanuit het publieke werkveld (bijv. zorginstellingen). De private investeerders leveren 76% van de totale investeringen: 40% vanuit het mkb, 7% vanuit het grootbedrijf, 29% indirect vertegenwoordigd via brancheorganisaties.

• De meerderheid van de private investeerders bestaat uit mkb bedrijven (72%),

gevolgd door het vertegenwoordigd bedrijfsleven (branches: 19%) en het grootbedrijf (9%).

• Het aantal private investeerders gecombineerd met hun inbreng laat zien dat het mkb 53% van de cofinanciering draagt, het georganiseerde bedrijfsleven 38% en het grootbedrijf 9%. Grootbedrijven investeren gemiddeld per bedrijf het meest,

maar hun aantallen zijn relatief klein.

19%

45%

19%

17%

Aandeel in cofinanciering van verschillende partijen

vertegen-woordigd werkveld direct betrokken werkveld

kennis en onderwijs overheid en intermediaire organisaties

38%

53%

9%

Aandeel in co-financieringsbijdrage vanuit werkveld

vertegenwoordigd werkveld mkb grootbedrijf

Page 9: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

9

• Gemeten naar cofinancieringsaandelen per sector heeft de sector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen de meest gecommitteerde werkveldpartners: zij brengen samen 91% van de cofinanciering in! In de sector Logistiek is de bijdrage van het werkveld het laagst (53%).

AANDEEL COFINANCIERING VANUIT HET WERKVELD VERSCHILT PER SECTOR

• De private investeerders die zijn verbonden aan de PPS-netwerken komen vooral uit het mkb. In de sectoren HTSM en chemie is ca 80% van de bedrijfsinvesteringen direct afkomstig van mkb bedrijven. Voor de overige sectoren is het aandeel van mkb in de bedrijfsinvesteringen zelfs nog groter. De groene PPS’en worden bijna geheel gefinancierd vanuit het mkb.

MKB VS GROOTBEDRIJF AANDEEL IN COFINANCIERING VAN PPS NETWERKEN PER SECTOR

Pagina 8 van 25

• Uit de aard van het onderwerp worden de PPS netwerken rondom

maatschappelijke onderwerpen zoals gezondheid, zorg en welzijn en cultuur sterker gedomineerd door werkveld partijen uit het publieke werkveld. De netwerken rondom technische onderwerpen hebben vooral private ondernemingen als deelnemers.

• Gemeten naar cofinancieringsaandelen per sector heeft de sector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen de meest gecommitteerde werkveldpartners: zij brengen samen 91% van de

cofinanciering in! In de sector Logistiek is de bijdrage van het werkveld het laagst (53%).

91%81% 77% 70% 69% 67% 66% 65% 63% 62%

53%

9%13%

10% 27%15% 12%

27%18% 12%

14%

6% 13%30%

4%18% 22%

8%19% 26% 33%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

T&U Chemie ICT Energie Bouw CLW LSH CI HTSM A&F Logistiek

Aandeel cofinanciering vanuit het werkveld verschilt per sector

Werkveld Onderwijs Overheid

91% 27% 53% 59% 14% 12% 23% 30% 49% 38% 41% 20%

1% 2% 1% 1% 3% 4% 10% 8% 9% 5%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Mkb vs grootbedrijf aandeel in cofinanciering van PPS netwerken per sector

mkb grootbedrijf

Pagina 8 van 25

• Uit de aard van het onderwerp worden de PPS netwerken rondom

maatschappelijke onderwerpen zoals gezondheid, zorg en welzijn en cultuur sterker gedomineerd door werkveld partijen uit het publieke werkveld. De netwerken rondom technische onderwerpen hebben vooral private ondernemingen als deelnemers.

• Gemeten naar cofinancieringsaandelen per sector heeft de sector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen de meest gecommitteerde werkveldpartners: zij brengen samen 91% van de

cofinanciering in! In de sector Logistiek is de bijdrage van het werkveld het laagst (53%).

91%81% 77% 70% 69% 67% 66% 65% 63% 62%

53%

9%13%

10% 27%15% 12%

27%18% 12%

14%

6% 13%30%

4%18% 22%

8%19% 26% 33%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

T&U Chemie ICT Energie Bouw CLW LSH CI HTSM A&F Logistiek

Aandeel cofinanciering vanuit het werkveld verschilt per sector

Werkveld Onderwijs Overheid

91% 27% 53% 59% 14% 12% 23% 30% 49% 38% 41% 20%

1% 2% 1% 1% 3% 4% 10% 8% 9% 5%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Mkb vs grootbedrijf aandeel in cofinanciering van PPS netwerken per sector

mkb grootbedrijf

De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op de publicatie “Betrokkenheid en financiering Publiek Private

Katapult Netwerken” (november 2017). Zie voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl.

Page 10: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

10

2. PERSPECTIEVEN VAN 18 CENTRES OF EXPERTISES IN HET HBOHet Katapult netwerk heeft in 2017 het initiatief genomen om de stand van zaken

en ambities van de Centres of expertise (CoE’s) in het hbo te monitoren. 19

CoE’s zijn bekeken en bevraagd op a) de sectorale verdeling, b) de positionering

ten opzichte van de betrokken partners, c) de rol van lectoraten binnen de

CoE’s en d) de (co)financiering van de CoE’s.

10

Page 11: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

11

SECTORALE VERDELING

• 11 CoE’s richten zich vooral op opleidingen in één bepaald domein. Voor 8 geldt dat dit cross-sectoraal is. 8 CoE’s hebben daarnaast een fysieke locatie van waaruit veel wordt geïnitieerd (zoals een campus), voor 8 geldt dat vooral gebruik wordt gemaakt van decentrale locaties (bijvoorbeeld de hogescholen die samenwerken bij het KDC).

• Verreweg de meeste CoE’s zijn gericht op de regio, waarbij ook landelijke effecten worden geambieerd. 6 CoE’s hebben een expliciete landelijke focus. Een kleine minderheid richt zich uitsluitend op de directe regionale omgeving.

FOCUS LANDELIJKE OF REGIONALE FOCUS

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• CoE’s kunnen aansluiten bij de onderzoeksagenda’s van de topsectoren, zich richten op de onderzoeksthema’s van de Vereniging Hogescholen (VH) of kunnen hun onderzoeks-programma’s financieren vanuit de NWA.

• Vanuit het topsectorenbeleid worden sectorale onderzoekagenda’s opgesteld. De focus op de topsectoren laat een gevarieerd beeld zien met lichte accenten op HTSM en Chemie.

• Voor alle CoE’s geldt dat er meerdere raakvlakken zijn met de topsectoren.

Pagina 9 van 25

• De private investeerders die zijn verbonden aan de PPS-netwerken komen vooral uit het mkb. In de sectoren HTSM en chemie is ca 80% van de bedrijfsinvesteringen direct afkomstig van mkb bedrijven. Voor de overige sectoren is het aandeel van mkb in de bedrijfsinvesteringen zelfs nog groter. De groene PPS’en worden bijna geheel gefinancierd vanuit het mkb.

2. PERSPECTIEVEN VAN 18 CENTRES OF EXPERTISES IN HET HBO Het Katapult netwerk heeft in 2017 het initiatief genomen om de stand van zaken en ambities van de Centres of expertise (CoE’s) in het hbo te monitoren. 19 CoE’s zijn bekeken en bevraagd op a) de sectorale verdeling, b) de positionering ten opzichte van de betrokken partners, c) de rol van lectoraten binnen de CoE’s en d) de (co)financiering van de CoE’s. SECTORALE VERDELING

• 11 CoE’s richten zich vooral op opleidingen in één bepaald domein. Voor 8 geldt dat dit cross-sectoraal is. 8 CoE’s hebben daarnaast een fysieke locatie van waaruit veel wordt geïnitieerd (zoals een campus), voor 8 geldt dat vooral gebruik wordt gemaakt van decentrale locaties (bijvoorbeeld de hogescholen die samenwerken bij het KDC).

• Verreweg de meeste CoE’s zijn gericht op de regio, waarbij ook landelijke effecten worden geambieerd. 6 CoE’s hebben een expliciete landelijke focus. Een kleine minderheid richt zich uitsluitend op de directe regionale omgeving.

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op de publicatie “Betrokkenheid en financiering Publiek Private Katapult Netwerken” (november 2017). Zie voor meer informatie:

www.wijzijnkatapult.nl

0%

53%

47%

Focus

1 Specifiek een opleiding (n=0)

2 Opleidingen in een domein (n=10)

3 Zeer divers (n=9)

16%

31%53%

Landelijke of regionale focus

1 Regionale focus (n=3)

2 Landelijke focus (n=6)

3 Regionale focus met landelijke effecten (n=10))

Pagina 9 van 25

• De private investeerders die zijn verbonden aan de PPS-netwerken komen vooral uit het mkb. In de sectoren HTSM en chemie is ca 80% van de bedrijfsinvesteringen direct afkomstig van mkb bedrijven. Voor de overige sectoren is het aandeel van mkb in de bedrijfsinvesteringen zelfs nog groter. De groene PPS’en worden bijna geheel gefinancierd vanuit het mkb.

2. PERSPECTIEVEN VAN 18 CENTRES OF EXPERTISES IN HET HBO Het Katapult netwerk heeft in 2017 het initiatief genomen om de stand van zaken en ambities van de Centres of expertise (CoE’s) in het hbo te monitoren. 19 CoE’s zijn bekeken en bevraagd op a) de sectorale verdeling, b) de positionering ten opzichte van de betrokken partners, c) de rol van lectoraten binnen de CoE’s en d) de (co)financiering van de CoE’s. SECTORALE VERDELING

• 11 CoE’s richten zich vooral op opleidingen in één bepaald domein. Voor 8 geldt dat dit cross-sectoraal is. 8 CoE’s hebben daarnaast een fysieke locatie van waaruit veel wordt geïnitieerd (zoals een campus), voor 8 geldt dat vooral gebruik wordt gemaakt van decentrale locaties (bijvoorbeeld de hogescholen die samenwerken bij het KDC).

• Verreweg de meeste CoE’s zijn gericht op de regio, waarbij ook landelijke effecten worden geambieerd. 6 CoE’s hebben een expliciete landelijke focus. Een kleine minderheid richt zich uitsluitend op de directe regionale omgeving.

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op de publicatie “Betrokkenheid en financiering Publiek Private Katapult Netwerken” (november 2017). Zie voor meer informatie:

www.wijzijnkatapult.nl

0%

53%

47%

Focus

1 Specifiek een opleiding (n=0)

2 Opleidingen in een domein (n=10)

3 Zeer divers (n=9)

16%

31%53%

Landelijke of regionale focus

1 Regionale focus (n=3)

2 Landelijke focus (n=6)

3 Regionale focus met landelijke effecten (n=10))

Page 12: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

12

FOCUS EN RAAKVLAK OP TOPSECTOREN

• De CoE’s richten zich ook op VH thema’s. In de onderstaande tabel is weergegeven de CoE’s met een primaire focus op 1 van de thema’s (onderste balk), en de raakvlakken met de thema’s (bovenste balk).

FOCUS EN RAAKVLAKKEN OP VH THEMA’S

Pagina 10 van 25

• CoE’s kunnen aansluiten bij de onderzoeksagenda’s van de topsectoren, zich richten op de onderzoeksthema’s van de Vereniging Hogescholen (VH) of kunnen hun onderzoeksprogramma’s financieren vanuit de NWA.

• Vanuit het topsectorenbeleid worden sectorale onderzoekagenda’s opgesteld. De focus op de topsectoren laat een gevarieerd beeld zien met lichte accenten op HTSM en Chemie.

• Voor alle CoE’s geldt dat er meerdere raakvlakken zijn met de topsectoren.

3

2

1

3

1

3

2

2

6

5

2

7

6

4

8

6

3

4

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

1.Topsector Agri & Food

2.Topsector Chemie

3.Topsector Creatieve Industrie

4.Topsector Energie

5.Topsector High Tech Systemen en Materialen…

6.Topsector Logistiek

7.Topsector Life Sciences & Health

8.Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

9.Topsector Water & Maritiem

13.ICT

14. Geen specifiek focus op een van de…

Focus en raakvlak op topsectoren

Raakvlak Focus

Pagina 10 van 25

• CoE’s kunnen aansluiten bij de onderzoeksagenda’s van de topsectoren, zich richten op de onderzoeksthema’s van de Vereniging Hogescholen (VH) of kunnen hun onderzoeksprogramma’s financieren vanuit de NWA.

• Vanuit het topsectorenbeleid worden sectorale onderzoekagenda’s opgesteld. De focus op de topsectoren laat een gevarieerd beeld zien met lichte accenten op HTSM en Chemie.

• Voor alle CoE’s geldt dat er meerdere raakvlakken zijn met de topsectoren.

3

2

1

3

1

3

2

2

6

5

2

7

6

4

8

6

3

4

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

1.Topsector Agri & Food

2.Topsector Chemie

3.Topsector Creatieve Industrie

4.Topsector Energie

5.Topsector High Tech Systemen en Materialen…

6.Topsector Logistiek

7.Topsector Life Sciences & Health

8.Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

9.Topsector Water & Maritiem

13.ICT

14. Geen specifiek focus op een van de…

Focus en raakvlak op topsectoren

Raakvlak Focus

14. Geen specifiek focus op een van de topsectoren

5.Topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM)

Pagina 11 van 25

• De CoE’s richten zich ook op VH thema’s. In de onderstaande tabel is weergegeven de CoE’s met een primaire focus op 1 van de thema’s (onderste balk), en de raakvlakken met de thema’s (bovenste balk).

• Een vergelijkbaar gevarieerd beeld is te zien in de verdeling van CoE’s, voor wat betreft hun focus, over de NWA-thema’s. Smart industry, Materialen, Smart liveable cities , Circulaire economie en Sustainable development goals laten een accent zien.

VERBINDINGEN

• Binnen de onderwijskolom ligt de nadruk op de doorstroom mbo-hbo en binnen het hbo (dus ook tussen de verschillende opleidingen in het hbo) , gevolgd door de doorstroom richting WO. Het is dan ook niet verrassend dat in de netwerken vooral mbo, hbo en wo partners zitten. De samenwerkingsrelaties met het vo en po is er, maar beduidend minder prominent.

2

1

8

1

2

3

2

4

6

7

7

5

9

8

7

3

2

9

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

1.Gezondheid: zorg en vitaliteit

2.Onderwijs en talentontwikkeling

3.Veerkrachtige samenleving: in wijk, stad en regio

4. Slimme technologie en materialen

5.De gebouwde omgeving: duurzaam en leefbaar

6.Duurzaam transport en intelligente logistiek

7.Duurzame landbouw, water¬ en…

8.Energie en energievoorziening

9. Kunst en creatieve industrie

10.Ondernemen: verantwoord en vernieuwend

11. Geen focus op een van de VH thema's

Focus en raakvlakken op VH Thema's

Raakvlak Focus

7.Duurzame landbouw, water- en voedselvoorziening

Page 13: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

13

0 2 4 6 8 10 12

1.De Blauwe route: water

2.Bouwstenen van materie en fundamenten van…

3.Circulaire economie en grondstoffenefficiëntie:…

4.Duurzame productie van gezond en veilig voedsel

5.Energietransitie

6.Gezondheidszorgonderzoek, preventie en…

7.Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs

8.Kunst: onderzoek en innovatie in de 21e eeuw

9.Kwaliteit van de omgeving

10.Levend verleden

11.Logistiek en Transport in een energieke,…

12.Materialen – Made in Holland

13.Meten en detecteren: altijd, alles en overal

14.NeuroLabNL: dè werkplaats voor hersen-,…

15.De oorsprong van het leven – op aarde en in …

16.Op weg naar veerkrachtige samenlevingen

17.Personalised medicine: uitgaan van het individu

18.De quantum/nanorevolutie

19.Regeneratieve Geneeskunde: game changer op…

20.Smart industry

21.Smart, liveable cities

22.Sport en Bewegen

23.Sustainable Development Goals voor inclusieve…

24.Tussen conflict en coöperatie

25.Waardecreatie door verantwoorde toegang tot…

26. Geen focus op een van de NWA thema's

Focus en raakvlakken met NWA thema's

Raakvlak Focus

25.Waardecreatie door verantwoorde toegang tot en gebruik van big data

23.Sustainable Development Goals voor inclusieve mondiale ontwikkeling

19.Regeneratieve Geneeskunde: game changer op weg naar brede toepassing

15.De oorsprong van het leven – op aarde en in het heelal

14.NeuroLabNL: dè werkplaats voor hersen-, cognitie- en gedragsonderzoek

11.Logistiek en Transport in een energieke, innovatieve en duurzamen samenleving

6.Gezondheidszorgonderzoek, preventie en behandeling

3.Circulaire economie en grondstoffenefficiëntie: Duurzame circulaire impact

2.Bouwstenen van materie en fundamenten van ruimte en tijd

• Een vergelijkbaar gevarieerd beeld is te zien in de verdeling van CoE’s, voor wat betreft hun focus, over de NWA-thema’s. Smart industry, Materialen, Smart liveable cities, Circulaire economie en Sustainable development goals laten een accent zien.

FOCUS EN RAAKVLAKKEN MET NWA THEMA’S

Page 14: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

14

VERBINDINGEN

• Binnen de onderwijskolom ligt de nadruk op de doorstroom mbo-hbo en binnen het hbo (dus ook tussen de verschillende opleidingen in het hbo) , gevolgd door de doorstroom richting WO. Het is dan ook niet verrassend dat in de netwerken vooral mbo, hbo en wo partners zitten. De samenwerkingsrelaties met het vo en po is er, maar beduidend minder prominent.

SAMENWERKEN IN ONDERWIJSKOLOM

• Lectoraten vormen de spil van praktijkonderzoek in het hbo en vervullen een belangrijke rol in de CoE’s. Het aantal lectoraten per Centre varieert tussen de 3 en 20 met een gemiddelde van 9 (in de toekomst 10). Met de betrokkenheid van lectoraten zijn CoE’s beter in staat om ook andere geldstromen te benutten. Tegelijkertijd bieden de lectoraten de mogelijkheid voor een CoE praktijkgericht onderzoek te stimuleren.

• De CoE’s onderhouden gemiddeld genomen met 3 andere CoE’s contacten, c.q. werken daarmee samen.

• In de combinatie van hbo (prototyping/conceptontwikkeling) en mbo (maakopdrachten) ontstaan aantrekkelijke proposities voor het werkveld. De CoE’s onderhouden gemiddeld genomen met één CIV-contact met een spreiding van minimaal de 0 en maximaal 4 . De toename van contacten met de CIV in de toekomst is een punt van aandacht voor de logistiek met zijn regionale lectoraten.

• In de tabel is donkergekleurd de huidige stand, en lichtgekleurd de ambitie voor uitbreiding in de komende jaren.

Pagina 13 van 25

• Lectoraten vormen de spil van praktijkonderzoek in het hbo en vervullen een belangrijke rol in de CoE’s. Het aantal lectoraten per Centre varieert tussen de 3 en 20 met een gemiddelde van 9 (in de toekomst 10). Met de betrokkenheid van lectoraten zijn CoE’s beter in staat om ook andere geldstromen te benutten. Tegelijkertijd bieden de lectoraten de mogelijkheid voor een CoE praktijkgericht onderzoek te stimuleren.

• De CoE’s onderhouden gemiddeld genomen met 3 andere CoE’s contacten, c.q. werken daarmee samen.

• In de combinatie van hbo (prototyping/conceptontwikkeling) en mbo (maakopdrachten) ontstaan aantrekkelijke proposities voor het werkveld. De CoE’s onderhouden gemiddeld genomen met één CIV-contact met een spreiding van minimaal de 0 en maximaal 4 . De toename van contacten met de CIV in de toekomst is een punt van aandacht voor de logistiek met zijn regionale lectoraten.

• In de tabel is donkergekleurd de huidige stand, en lichtgekleurd de ambitie voor uitbreiding in de komende jaren.

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20

PO

VO

MBO

HBO

WO

Samenwerken in onderwijskolom

Page 15: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

15

VERBINDINGEN CENTRES

FINANCIERING EN BETROKKENHEID WERKVELD

• De werkveldpartners hebben in verschillende rollen invloed op de inhoudelijke ontwikkeling van het CoE: als ‘businesspartner’ (mede-eigenaar; werkveld geeft mede sturing aan de inhoudelijke koers van het CoE); ‘programmapartner’ (werkveld als adviseur ten aanzien van de vorm en inhoud van het curriculum); ‘onderzoekspartner’ (werkveld als programmeur van onderzoek in projecten); en ‘onderwijspartner’ (werkveld als facilitator van onderwijs).

BEDRIJFSLEVEN/ WERKVELD HEEFT INVLOED OP COE DOOR HUN ROL ALS:

Pagina 14 van 25

FINANCIERING EN BETROKKENHEID WERKVELD

• De werkveldpartners hebben in verschillende rollen invloed op de inhoudelijke ontwikkeling van het CoE: als ‘businesspartner’ (mede-eigenaar; werkveld geeft mede sturing aan de inhoudelijke koers van het CoE); ‘programmapartner’ (werkveld als adviseur ten aanzien van de vorm en inhoud van het curriculum); ‘onderzoekspartner’ (werkveld als programmeur van onderzoek in projecten); en ‘onderwijspartner’ (werkveld als facilitator van onderwijs).

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20

1) Business partners: onderzoekslijn en curriculum

2) Program partners: curriculum

3) Research partners: uitvoeren projecten

4) Educational partners: stage en afstuderen

Bedrijfsleven/ werkveld heeft invloed op CoE door hun rol als:

166

57

6

25

72

9

0

30

0 50 100 150 200 250

Lectoraten

Andere CoE

Practoraten

Andere CiV’s

Verbindingen Centres

Totalen 2017 Uitbreiding

Pagina 14 van 25

FINANCIERING EN BETROKKENHEID WERKVELD

• De werkveldpartners hebben in verschillende rollen invloed op de inhoudelijke ontwikkeling van het CoE: als ‘businesspartner’ (mede-eigenaar; werkveld geeft mede sturing aan de inhoudelijke koers van het CoE); ‘programmapartner’ (werkveld als adviseur ten aanzien van de vorm en inhoud van het curriculum); ‘onderzoekspartner’ (werkveld als programmeur van onderzoek in projecten); en ‘onderwijspartner’ (werkveld als facilitator van onderwijs).

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20

1) Business partners: onderzoekslijn en curriculum

2) Program partners: curriculum

3) Research partners: uitvoeren projecten

4) Educational partners: stage en afstuderen

Bedrijfsleven/ werkveld heeft invloed op CoE door hun rol als:

166

57

6

25

72

9

0

30

0 50 100 150 200 250

Lectoraten

Andere CoE

Practoraten

Andere CiV’s

Verbindingen Centres

Totalen 2017 Uitbreiding

Page 16: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

16

• De CoE’s hebben een globale inschatting gemaakt van de relatieve omvang van het onderzoek in de omzet. De percentages variëren van 25% tot 100% met een gemiddelde van 60%. De CoE schatten in dat het aandeel onderzoek in 2018 zal oplopen tot 66%.

INSCHATTING AANDEEL OMZET ONDERZOEK (%)

• Gemiddeld genomen laten de CoE’s in 2017 een iets hoger aandeel cofinanciering vanuit de private partners zien (55%). Het verschil tussen publiek en privaat is echter klein. De CoE’s hebben ook een beeld gegeven van de verwachte bijdragen van publieke en private partners in 2018. In de verwachte verdeling tussen publieke en private partners is een kleine verschuiving te zien ten opzichte van 2017. De CoE’s verwachten een kleiner verschil in de cofinanciering tussen private en publieke partners.

AANDEEL COFINANCIERING 2018 (SCHATTING)

Pagina 15 van 25

• De CoE’s hebben een globale inschatting gemaakt van de relatieve omvang van het onderzoek in de omzet. De percentages variëren van 25% tot 100% met een gemiddelde van 60%. De CoE schatten in dat het aandeel onderzoek in 2018 zal

oplopen tot 66%. • Gemiddeld genomen laten de CoE’s in 2017 een iets hoger aandeel

cofinanciering vanuit de private partners zien (55%). Het verschil tussen publiek en privaat is echter klein. De CoE’s hebben ook een beeld gegeven van de verwachte bijdragen van publieke en private partners in 2018. In de verwachte verdeling tussen publieke en private partners is een kleine verschuiving te zien ten opzichte van 2017. De CoE’s verwachten een kleiner verschil in de cofinanciering tussen private en publieke partners.

De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op de publicatie “Centres of Expertise: hoe (de samenwerking met beroepsonderwijs) er (ook) uit kan zien” (maart 2018). Zie voor meer

informatie: www.wijzijnkatapult.nl

60%

70%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2017 2018

Inschatting aandeel omzet onderzoek (%)

49%51%

Aandeel cofinanciering 2018 (schatting)

Private Partners Publieke partners

Pagina 15 van 25

• De CoE’s hebben een globale inschatting gemaakt van de relatieve omvang van het onderzoek in de omzet. De percentages variëren van 25% tot 100% met een gemiddelde van 60%. De CoE schatten in dat het aandeel onderzoek in 2018 zal

oplopen tot 66%. • Gemiddeld genomen laten de CoE’s in 2017 een iets hoger aandeel

cofinanciering vanuit de private partners zien (55%). Het verschil tussen publiek en privaat is echter klein. De CoE’s hebben ook een beeld gegeven van de verwachte bijdragen van publieke en private partners in 2018. In de verwachte verdeling tussen publieke en private partners is een kleine verschuiving te zien ten opzichte van 2017. De CoE’s verwachten een kleiner verschil in de cofinanciering tussen private en publieke partners.

De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op de publicatie “Centres of Expertise: hoe (de samenwerking met beroepsonderwijs) er (ook) uit kan zien” (maart 2018). Zie voor meer

informatie: www.wijzijnkatapult.nl

60%

70%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2017 2018

Inschatting aandeel omzet onderzoek (%)

49%51%

Aandeel cofinanciering 2018 (schatting)

Private Partners Publieke partners

De informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op de publicatie “Centres of Expertise: hoe (de samenwerking

met beroepsonderwijs) er (ook) uit kan zien” (maart 2018). Zie voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl.

Page 17: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

17

3. PERSPECTIEVEN PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING IN HET MBOEen 13-tal Centra voor innovatief vakmanschap (CIV) heeft sinds 2013 een

intensief monitoringtraject doorlopen. Eind 2017 heeft een eindevaluatie

plaatsgevonden. Enkele in het oog springende trends zijn in de volgende

paragraaf weergegeven.

Naast deze Centra zijn ook 17 PPS’en in 2014 gestart onder impuls vanuit het

Regionaal investeringsfonds mbo (RIF). Eind 2017 is ook de voorlopige balans

van deze PPS’en op te maken.

17

Page 18: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

18

Pagina 16 van 25

40%

60%

(inter)Sectorale focus

Sectoraal Intersectoraal

3.1 UITGELICHT: 13 CENTRA VOOR

INNOVATIEF VAKMANSCHAP

SECTORALE VERDELING

• De CIV’s zijn In het verlengde van het topsectorenbeleid ontwikkeld en zijn daarmee gericht op een (of meerdere) topsector(en).

• Meer dan de helft van de CIV’s bedienen meerdere sectoren (‘crossovers’). Dit komt het sterkst naar voren wanneer er naast de betrokken topsectoren ook gekeken wordt naar de relevante opleidingsdomein.

TOPSECTOREN (INTER)SECTORALE FOCUS

HTSM22%

Life Sciences Health14%

Energie14%Agri & Food

7%

Chemie22%

Logistiek7%

Water7%

Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

7%

TOPSECTOREN

Page 19: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

19

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• Bezien vanuit de opleidingsdomeinen, ligt de nadruk op het opleidingsdomein techniek en procesindustrie. Waar ICT geen topsector is, komt dit thema bij ten minste drie CIV’s expliciet terug in combinatie met andere sectoren. ICT is bij uitstek een sector die vaak voorkomt in cross-sectorale verbanden met bijvoorbeeld de zorg of Smart Industry waarin robotisering een steeds prominentere plek krijgt.

OPLEIDINGSDOMEINEN

• Het portfolio van de CIV’s toont een brede waaier aan activiteiten voor verschillende doelgroepen. Alle CIV’s hebben doelen geformuleerd ten aanzien van onderwijsvernieuwing, innovatie van de beroepspraktijk en Leven Lang Ontwikkelen.

• Het onderwijs vormt de kern van de CIV’s. Daarbij is het de doelstelling om het onderwijs beter aan te laten sluiten bij de vraag aan personeel op de arbeidsmarkt. Dit gebeurt door praktijkopdrachten uit het bedrijfsleven op te halen, het curriculum hierop aan te passen, gastlessen door professionals en door Leven Lang Ontwikkelen-trajecten te organiseren voor werkenden en docenten.

• Een belangrijke pijler in de businessplannen van de CIV’s betreft Leven Lang Ontwikkelen. Wanneer Leven Lang Ontwikkelen wordt gedefinieerd als het aanbod van formele cursussen en trainingen die worden afgerond met een diploma of certificaat, dan is de impact – vergeleken met de ambities – nog bescheiden. Deze markt voor Leven Lang Ontwikkelen is nog beperkt ontwikkeld. Maar er kan ook breder naar Leven Lang Ontwikkelen worden gekeken. Rondom innovatieve bedrijfsopdrachten of onderzoeksprojecten worden multidisciplinaire teams gevormd door studenten, docenten, werknemers en onderzoekers die veel van elkaar leren. In allerlei vormen van ‘hybride leren’ (in en vanuit het werkveld) vloeien leren en werken samen. Wanneer deze informele vormen van leren – door studenten, docenten en werknemers - worden meegerekend, is de impact al veel groter.

17%

44%

17%

5%

11%

6%

Opleidingsdomeinen

Voedsel, natuur en leefomgeving Techniek en procesindustrie

Informatie en communicatietechnologie Mobiliteit en voertuigen

Transport, scheepvaart en logistiek Zorg en welzijn

Page 20: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

20

INHOUDELIJKE FOCUS

VERBINDINGEN

• Samenwerking binnen de onderwijsketen (omwille van instroomvergroting (vanuit vo/vmbo) of doorstroomvergroting en innovatie/onderzoek (met hbo)) is bij bijna alle CIV’s expliciet aan de orde. 69% van de CIV’s werkt aan een betere aansluiting tussen vmbo en mbo, 77% werkt samen met het hbo (bijvoorbeeld in de ontwikkeling van een Associate Degree). Binnen de beroepskolom hebben vrijwel alle niveaus de aandacht, met accenten op mbo niveau 4 en hbo.

FOCUS OP OPLEIDINGSNIVEAUS

Pagina 19 van 25

• Een belangrijke pijler in de businessplannen van de CIV’s betreft Leven Lang Ontwikkelen. Wanneer Leven Lang Ontwikkelen wordt gedefinieerd als het aanbod van formele cursussen en trainingen die worden afgerond met een diploma of certificaat, dan is de impact – vergeleken met de ambities – nog bescheiden. Deze markt voor Leven Lang Ontwikkelen is nog beperkt ontwikkeld. Maar er kan ook breder naar Leven Lang Ontwikkelen worden gekeken. Rondom innovatieve bedrijfsopdrachten of onderzoeksprojecten worden multidisciplinaire teams gevormd door studenten, docenten, werknemers en onderzoekers die veel van elkaar leren. In allerlei vormen van

‘hybride leren’ (in en vanuit het werkveld) vloeien leren en werken samen. Wanneer deze informele vormen van leren – door studenten, docenten en werknemers - worden meegerekend, is de impact al veel groter.

VERBINDINGEN

• Samenwerking binnen de onderwijsketen (omwille van instroomvergroting (vanuit vo/vmbo) of doorstroomvergroting en innovatie/onderzoek (met hbo)) is bij bijna alle CIV’s expliciet aan de orde. 69% van de CIV’s werkt aan een betere aansluiting tussen vmbo en mbo, 77% werkt samen met het hbo (bijvoorbeeld in de ontwikkeling van een Associate Degree). Binnen de beroepskolom hebben vrijwel alle niveaus de aandacht, met accenten op mbo niveau 4 en hbo.

25%

15%

13%17%

13%

17%

Inhoudelijke focus

Verbeteren onderwijskwaliteit Leven Lang Ontwikkelen

Stimuleren in- en uitstroom/ tekorten vakkrachten Samenwerking binnen onderwijsketen

Innovatieprojecten met/bij bedrijven Docentprofessionalisering

Pagina 19 van 25

• Een belangrijke pijler in de businessplannen van de CIV’s betreft Leven Lang Ontwikkelen. Wanneer Leven Lang Ontwikkelen wordt gedefinieerd als het aanbod van formele cursussen en trainingen die worden afgerond met een diploma of certificaat, dan is de impact – vergeleken met de ambities – nog bescheiden. Deze markt voor Leven Lang Ontwikkelen is nog beperkt ontwikkeld. Maar er kan ook breder naar Leven Lang Ontwikkelen worden gekeken. Rondom innovatieve bedrijfsopdrachten of onderzoeksprojecten worden multidisciplinaire teams gevormd door studenten, docenten, werknemers en onderzoekers die veel van elkaar leren. In allerlei vormen van

‘hybride leren’ (in en vanuit het werkveld) vloeien leren en werken samen. Wanneer deze informele vormen van leren – door studenten, docenten en werknemers - worden meegerekend, is de impact al veel groter.

VERBINDINGEN

• Samenwerking binnen de onderwijsketen (omwille van instroomvergroting (vanuit vo/vmbo) of doorstroomvergroting en innovatie/onderzoek (met hbo)) is bij bijna alle CIV’s expliciet aan de orde. 69% van de CIV’s werkt aan een betere aansluiting tussen vmbo en mbo, 77% werkt samen met het hbo (bijvoorbeeld in de ontwikkeling van een Associate Degree). Binnen de beroepskolom hebben vrijwel alle niveaus de aandacht, met accenten op mbo niveau 4 en hbo.

25%

15%

13%17%

13%

17%

Inhoudelijke focus

Verbeteren onderwijskwaliteit Leven Lang Ontwikkelen

Stimuleren in- en uitstroom/ tekorten vakkrachten Samenwerking binnen onderwijsketen

Innovatieprojecten met/bij bedrijven Docentprofessionalisering

Pagina 20 van 25

FINANCIERING EN BETROKKENHEID

• Gemiddeld genomen zijn per CIV 30 bedrijven en 10 onderwijsinstellingen als partner aangesloten. De variatie hierin is groot: het aantal bedrijven loopt uiteen van 5 tot 60, het aantal scholen van 2 tot 41. Bij 11 van de 13 CIV’s zijn minimaal 10 werkveldpartners betrokken. In 2017 is door de CIV’s veel energie

De informatie in deze paragraaf is gebaseerd op de publicatie “Auditrapportage 2017: Centra voor innovatief vakmanschap in het mbo: afronding pilotfase 2013-2017” (maart

2018). Zie voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl

19%

6%

19%

25%

21%

10%

Focus op opleidingsniveaus

vmbo mbo niv 2 mbo niv 3 mbo niv 4 hbo/AD wo

11%

28%

24%

8%

29%

Samenstelling financiering gemiddeld CIV

Omzet dienstverlening Cofinanciering bedrijven

Cofinanciering onderwijs Cofinanciering publiek/overig

Rijksinvestering

Page 21: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

21

FINANCIERING EN BETROKKENHEID

• Gemiddeld genomen zijn per CIV 30 bedrijven en 10 onderwijsinstellingen als partner aangesloten. De variatie hierin is groot: het aantal bedrijven loopt uiteen van 5 tot 60, het aantal scholen van 2 tot 41. Bij 11 van de 13 CIV’s zijn minimaal 10 werkveldpartners betrokken. In 2017 is door de CIV’s veel energie gestoken in het actiever betrekken van bedrijven. De deelnemende bedrijven dragen bij aan 28% van de financiering van de CIV’s.

SAMENSTELLING FINANCIERING GEMIDDELD CIV

Pagina 20 van 25

FINANCIERING EN BETROKKENHEID

• Gemiddeld genomen zijn per CIV 30 bedrijven en 10 onderwijsinstellingen als partner aangesloten. De variatie hierin is groot: het aantal bedrijven loopt uiteen van 5 tot 60, het aantal scholen van 2 tot 41. Bij 11 van de 13 CIV’s zijn minimaal 10 werkveldpartners betrokken. In 2017 is door de CIV’s veel energie

De informatie in deze paragraaf is gebaseerd op de publicatie “Auditrapportage 2017: Centra voor innovatief vakmanschap in het mbo: afronding pilotfase 2013-2017” (maart

2018). Zie voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl

19%

6%

19%

25%

21%

10%

Focus op opleidingsniveaus

vmbo mbo niv 2 mbo niv 3 mbo niv 4 hbo/AD wo

11%

28%

24%

8%

29%

Samenstelling financiering gemiddeld CIV

Omzet dienstverlening Cofinanciering bedrijven

Cofinanciering onderwijs Cofinanciering publiek/overig

Rijksinvestering

De informatie in deze paragraaf is gebaseerd op de publicatie “Auditrapportage 2017: Centra voor innovatief

vakmanschap in het mbo: afronding pilotfase 2013-2017” (maart 2018).

Zie voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl.

Page 22: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

22

3.2 UITGELICHT: 1E LICHTING REGIONAAL

INVESTERINGSFONDS MBO

SECTORALE VERDELING

• 17 PPS’en zijn in 2014 via het RIF gestart. Bijna 60% hiervan zijn gesitueerd in de landsdelen Noordwest en Zuidwest. Alle samenwerkingsverbanden hebben een regionale focus en geen landelijke.

LANDSDELEN

(INTER)SECTORALE VERDELING

Pagina 21 van 25

gestoken in het actiever betrekken van bedrijven. De deelnemende bedrijven dragen bij aan 28% van de financiering van de CIV’s.

3.2 Uitgelicht: 1e lichting Regionaal investeringsfonds mbo SECTORALE VERDELING

• 17 PPS’en zijn in 2014 via het RIF gestart. Bijna 60% hiervan zijn gesitueerd in de landsdelen Noordwest en Zuidwest. Alle samenwerkingsverbanden hebben een regionale focus en geen landelijke.

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• De meeste PPS’en richten zich op het opleidingsdomein ‘Techniek en procesindustrie’. In de helft van de domeinen zijn in 2014 geen PPS’en gestart. Van de 17 PPS’en zijn 13 gericht op één domein, 4 zijn gericht op meerdere domeinen.

2

5

5

2

3

Landsdelen

Noord Noordwest Zuidwest Oost Zuidoost

76%

24%

(Inter)sectorale verdeling

Sectoraal Intersectoraal

Pagina 21 van 25

gestoken in het actiever betrekken van bedrijven. De deelnemende bedrijven dragen bij aan 28% van de financiering van de CIV’s.

3.2 Uitgelicht: 1e lichting Regionaal investeringsfonds mbo SECTORALE VERDELING

• 17 PPS’en zijn in 2014 via het RIF gestart. Bijna 60% hiervan zijn gesitueerd in de landsdelen Noordwest en Zuidwest. Alle samenwerkingsverbanden hebben een regionale focus en geen landelijke.

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• De meeste PPS’en richten zich op het opleidingsdomein ‘Techniek en procesindustrie’. In de helft van de domeinen zijn in 2014 geen PPS’en gestart. Van de 17 PPS’en zijn 13 gericht op één domein, 4 zijn gericht op meerdere domeinen.

2

5

5

2

3

Landsdelen

Noord Noordwest Zuidwest Oost Zuidoost

76%

24%

(Inter)sectorale verdeling

Sectoraal Intersectoraal

Page 23: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

23

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• De meeste PPS’en richten zich op het opleidingsdomein ‘Techniek en procesindustrie’. In de helft van de domeinen zijn in 2014 geen PPS’en gestart.

• Van de 17 PPS’en zijn 13 gericht op één domein, 4 zijn gericht op meerdere domeinen.

OPLEIDINGSDOMEINEN

• In 2014 werd via de wet ‘doelmatige leerwegen’ de entree-opleiding gelanceerd. Eind 2015 is aan mbo-instellingen gevraagd om entree-opleidingen op te nemen in RIF-aanvragen. In 2014 waren nog geen entree-opleidingen in de RIF-regeling. Tegelijkertijd met het beleid tot opnemen van entree-opleidingen, zijn er eind 2015 nog andere wijzigingen doorgevoerd in de RIF-regeling. Het ontwikkelen van een practoraat en een Associate degree (AD) programma konden sindsdien deel uitmaken van een aanvraag. In 2014 was er nog geen project met AD in de RIF regeling. Wel was er al een project met practoraat gestart in 2014 (CIV Creative Industrie).

Blz. 21

Techniek en procesindustrie

38%

Zorg en welzijn9%

Voedsel, natuur en leefomgeving

14%

Afbouw, hout en onderhoud

5%

Bouw en infra19%

Media en vormgeving5%

Mobiliteit en voertuigen5%

Transport, scheepvaart en logistiek5%

Opleidingsdomeinen

Page 24: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

24

• Het portfolio van de PPS’en is divers. De PPS’en hebben doelen geformuleerd ten aanzien van onderwijsvernieuwing en instroom, innovatie van de beroepspraktijk, Docentprofessionalisering en Leven Lang Ontwikkelen. De nadruk legt duidelijk op onderwijsvernieuwing en het vergroten van de in-, door- en uitstroom. Bij 8 PPS’en staat die ambitie nadrukkelijk het teken van tekorten op de arbeidsmarkt.

• 1 PPS richt zich ook op de internationale markt (CIV Creatieve Industrie).

INHOUDELIJKE FOCUS

Pagina 22 van 25

• In 2014 werd via de wet ‘doelmatige leerwegen’ de entree-opleiding gelanceerd. Eind 2015 is aan mbo-instellingen gevraagd om entree-opleidingen op te nemen in RIF-aanvragen. In 2014 waren nog geen entree-opleidingen in de RIF-regeling. Tegelijkertijd met het beleid tot opnemen van entree-opleidingen, zijn er eind 2015 nog andere wijzigingen doorgevoerd in de RIF-regeling. Het ontwikkelen van een practoraat en een Associate degree (AD) programma konden sindsdien deel uitmaken van een aanvraag. In 2014 was er nog geen project met AD in de RIF regeling. Wel was er al een project met practoraat gestart in 2014 (CIV Creative Industrie).

• Het portfolio van de PPS’en is divers. De PPS’en hebben doelen geformuleerd ten aanzien van onderwijsvernieuwing en instroom, innovatie van de beroepspraktijk, Docentprofessionalisering en Leven Lang Ontwikkelen. De nadruk legt duidelijk op onderwijsvernieuwing en het vergroten van de in-, door- en uitstroom. Bij 8 PPS’en staat die ambitie nadrukkelijk het teken van tekorten op de arbeidsmarkt.

• 1 PPS richt zich ook op de internationale markt (CIV Creatieve Industrie).

VERBINDINGEN

• Verschillende onderwijssectoren waren betrokken bij de RIF-aanvragen in 2014. Vmbo en/of hbo-instellingen waren in de meerderheid van de gevallen betrokken bij een RIF aanvraag.

15

27

6

8

5 1

Inhoudelijke focus

Onderwijskwaliteit Doorstroom onderwijskolom

Leven Lang Ontwikkelen Docentprofessionalisering

Tekorten vakkrachten Innovatie werkveld

Internationalisering

Pagina 22 van 25

• In 2014 werd via de wet ‘doelmatige leerwegen’ de entree-opleiding gelanceerd. Eind 2015 is aan mbo-instellingen gevraagd om entree-opleidingen op te nemen in RIF-aanvragen. In 2014 waren nog geen entree-opleidingen in de RIF-regeling. Tegelijkertijd met het beleid tot opnemen van entree-opleidingen, zijn er eind 2015 nog andere wijzigingen doorgevoerd in de RIF-regeling. Het ontwikkelen van een practoraat en een Associate degree (AD) programma konden sindsdien deel uitmaken van een aanvraag. In 2014 was er nog geen project met AD in de RIF regeling. Wel was er al een project met practoraat gestart in 2014 (CIV Creative Industrie).

• Het portfolio van de PPS’en is divers. De PPS’en hebben doelen geformuleerd ten aanzien van onderwijsvernieuwing en instroom, innovatie van de beroepspraktijk, Docentprofessionalisering en Leven Lang Ontwikkelen. De nadruk legt duidelijk op onderwijsvernieuwing en het vergroten van de in-, door- en uitstroom. Bij 8 PPS’en staat die ambitie nadrukkelijk het teken van tekorten op de arbeidsmarkt.

• 1 PPS richt zich ook op de internationale markt (CIV Creatieve Industrie).

VERBINDINGEN

• Verschillende onderwijssectoren waren betrokken bij de RIF-aanvragen in 2014. Vmbo en/of hbo-instellingen waren in de meerderheid van de gevallen betrokken bij een RIF aanvraag.

15

27

6

8

5 1

Inhoudelijke focus

Onderwijskwaliteit Doorstroom onderwijskolom

Leven Lang Ontwikkelen Docentprofessionalisering

Tekorten vakkrachten Innovatie werkveld

Internationalisering

Page 25: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

25

VERBINDINGEN

• Verschillende onderwijssectoren waren betrokken bij de RIF-aanvragen in 2014. Vmbo en/of hbo-instellingen waren in de meerderheid van de gevallen betrokken bij een RIF aanvraag.

• De gemiddelde omvang van een samenwerkingsverband is 15,5 partners. Partners zijn onderwijsinstellingen, bedrijven, lokale overheden of andere organisaties.

PERCENTAGE BETROKKENHEID NAAR ONDERWIJSSECTOR

OMVANG SAMENWERKINGSVERBANDEN

Pagina 23 van 25

• De gemiddelde omvang van een samenwerkingsverband is 15,5 partners. Partners zijn onderwijsinstellingen, bedrijven, lokale overheden of andere

organisaties.

FINANCIERING EN BETROKKENHEID

• In 2014 werd gemiddeld per project 794 k€ RIF-subsidie toegekend. In totaal is er in dat jaar € 14,3 mln. Rijksfinanciering verstrekt.

18

24

12

47

Percentage betrokkenheid naar onderwijssector

Alleen mbo Combinatie vmbo-mbo

Combinatie mbo-hbo Combinatie vmbo-mbo-hbo

02468

1012141618

1 2 3 tot 6 6 tot 10 10 tot 25 meer dan25A

anta

l sam

enw

erki

ngsv

erba

nden

Aantal partners

Omvang samenwerkingsverbanden

Pagina 21 van 25

gestoken in het actiever betrekken van bedrijven. De deelnemende bedrijven dragen bij aan 28% van de financiering van de CIV’s.

3.2 Uitgelicht: 1e lichting Regionaal investeringsfonds mbo SECTORALE VERDELING

• 17 PPS’en zijn in 2014 via het RIF gestart. Bijna 60% hiervan zijn gesitueerd in de landsdelen Noordwest en Zuidwest. Alle samenwerkingsverbanden hebben een regionale focus en geen landelijke.

INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN

• De meeste PPS’en richten zich op het opleidingsdomein ‘Techniek en procesindustrie’. In de helft van de domeinen zijn in 2014 geen PPS’en gestart. Van de 17 PPS’en zijn 13 gericht op één domein, 4 zijn gericht op meerdere domeinen.

2

5

5

2

3

Landsdelen

Noord Noordwest Zuidwest Oost Zuidoost

76%

24%

(Inter)sectorale verdeling

Sectoraal Intersectoraal

Page 26: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

26

Pagina 24 van 25

• De Rijksfinanciering is gekoppeld aan € 30 mln. cofinanciering van onderwijs en

werkveld.

De informatie in deze paragraaf is hoofdzakelijk gebaseerd op de publicatie van DUS-i “Monitorverslag 2014-2017 Regeling regionaal investeringsfonds mbo” (november 2017). Zie

voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl

0 2 4 6 8 10

€200.000 tot €500.000

€500.000 tot €1.000.000

€1.000.000 tot €1.500.000

€1.500.000 tot €2.000.000

Verdeling Rijksfinanciering

32%

68%

Samenstelling financiering

RIF-subsidie Cofinanciering onderwijs en werkveld

Pagina 24 van 25

• De Rijksfinanciering is gekoppeld aan € 30 mln. cofinanciering van onderwijs en

werkveld.

De informatie in deze paragraaf is hoofdzakelijk gebaseerd op de publicatie van DUS-i “Monitorverslag 2014-2017 Regeling regionaal investeringsfonds mbo” (november 2017). Zie

voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl

0 2 4 6 8 10

€200.000 tot €500.000

€500.000 tot €1.000.000

€1.000.000 tot €1.500.000

€1.500.000 tot €2.000.000

Verdeling Rijksfinanciering

32%

68%

Samenstelling financiering

RIF-subsidie Cofinanciering onderwijs en werkveld

FINANCIERING EN BETROKKENHEID

• In 2014 werd gemiddeld per project 794 k€ RIF-subsidie toegekend. In totaal is er in dat jaar € 14,3 mln. Rijksfinanciering verstrekt.

• De Rijksfinanciering is gekoppeld aan € 30 mln. cofinanciering van onderwijs en werkveld.

VERDELING RIJKSFINANCIERING

SAMENSTELLING FINANCIERING

De informatie in deze paragraaf is hoofdzakelijk gebaseerd op de publicatie van DUS-i “Monitorverslag

2014-2017 Regeling regionaal investeringsfonds mbo” (november 2017).

Zie voor meer informatie: www.wijzijnkatapult.nl.

Page 27: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

27

ColofonDit trendrapport: ‘Samenwerking in Cijfers – update 2018’ is afkomstig van Katapult, in samenwerking met PBT. De cijfers in deze uitgave zijn gebaseerd op de gegevens uit verschillende analyses die in het najaar van 2017 zijn gemaakt. De onderliggende publicaties zijn in de rapport vermeld en te vinden op www.katapult.nl.

Maart 2018

Page 28: SAMENWERKING IN CIJFERS...groep PPS’en die 4 jaar op weg zijn: Hun evaluaties zijn illustratief voor waar alle inspanningen in die eerste pilotfase toe kunnen leiden, en zijn in

28 1

SAMENWERKING IN CIJFERS

tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven

UPDATE 2018(peildatum november 2017)

AANSPANNEN, RICHTEN EN LOSLATEN

financiering betrokkenheid

sectorale verdelinginhoudelijke speerpunten

verbindingenperspectieven