43
Tortuga Bay (Culebrita) - Bahia de las Salinas (Puerto Rico) 39

Scheepsjournaal week 39

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Mare Liberum

Citation preview

Page 1: Scheepsjournaal week 39

Tortuga Bay (Culebrita)

-

Bahia de las Salinas (Puerto Rico)

39

Page 2: Scheepsjournaal week 39

Week 39 24 mrt — 30 mrt

Dit land heeft denk ik alles in zich verenigd waar ik blij van word. Het bin-nenland heeft een verbluffend mooi regenwoud, is onontgonnen, is niet heel toeristisch, heeft meer dan vijftig tinten groen, stikt van de waterval-len, bezit kleine kleurrijke (berg-)dorpjes, etc,etc,. De sfeer op het eiland is ongedwongen. Ze eten hier nachos, taco's, empanadillas, domplines en heel veel andere heerlijke Latinogerechten. Ze spreken Spaans en drinken een Mojito, rum en bier. Er is een rijke historie, verschillende cul-turen hebben zich hier verenigd en ook kun je je hart ophalen in de mu-sea. De stranden zijn ook weer geweldig en we signaleren zeldzame schildpadden en zeekoeien. Tot slot zijn er ook (heel veel) niet mis te ver-stane Malls en kunnen wij onze verwassen kleding verruilen voor wat nieuws.

We hebben een heerlijke week gehad en genoten van alle indrukken. De mensen zijn hier zo allerhartelijkst, zo vriendelijk. Wij voelen ons zeer welkom in dit land!

Tortuga Bay — Bahia de las Salinas

Page 3: Scheepsjournaal week 39

Zondag 24 maart

De dag begint vroeg. We heb-ben tegen Frederique gezegd dat als ze vroeg met school be-gint, we ook vroeg op pad kun-nen. Zo vroeg als dat ze van-daag begint hebben we nog niet gezien. 6.30u, is toch wel erg vroeg! Ze heeft denk ik erg veel zin om op pad te gaan vandaag.

Ze hoeft alleen te rekenen, want het is tenslotte zondag. Als ik uit bed kom is ze al bijna klaar. Ohhhh. Ik trek mijn hardloopschoenen aan. Lijntje heeft bedacht dat ze graag mee wil gaan hardlopen. Ik vind het een prima idee. Als ik buiten kom heeft Bas echter een ander plannetje. Hij wil met de meiden al wel naar het strand om judo les te geven. We hebben het namelijk al even over judoën en als we thuis zijn “willen” de meiden op judo. Nu willen ze graag leren hoe je moet vallen en op-staan. Rond achten zijn we dus allemaal op het strand. Lijn gaat liever met papa bezig en ik ga alleen hardlopen. Het zand is zacht en dat maakt het lopen zwaar. Ik zoek dus maar het pad op, want wegen zijn er op dit onbewoonde eiland echt niet. Het pad is smal en er is nog he-lemaal niemand op pad. Het is dus stil en het enige wat ik hoor is het geritsel van de hagedissen die wegrennen, de heremietkreeften en vast nog veel meer andere diertjes. Het is leuk om hier te lopen. Ik moet re-gelmatig bukken om takken te ontwij-ken en ook moet ik soms opzij sprin-gen om de prikkels uit de weg te gaan. Toch is het heerlijk en kom ik met een leeg hoofd weer op het strand. Daar zijn de meiden nog aan het judoën en lekker aan het zwem-men. Ik maak ook maar een koprol en daarna ga ik lekker zwemmen in de zee. Wat een heerlijk strand. Na-dat we allemaal afgekoeld zijn, gaan we terug naar de rubberboot. Daar pakken onze slippers, een fles water en de camera.

Page 4: Scheepsjournaal week 39

We gaan lekker op pad. We willen hier weer een trail lopen. Tijdens het hardlopen ben ik naar een andere baai gelopen. Hier was hele-maal niemand. Ook willen we naar de vuurto-ren lopen, maar ik kon de weg niet vinden. We beginnen te lopen en als het dan dichtbe-groeid raakt, laten we Bas voorop gaan. Hij mag het gaan ontginnen. Dat doet hij goed en zo lopen we gebukt, wij in ieder geval de kin-deren hoeven dat nog niet, door de mooie be-groeiing. Geen idee wat voor struiken het zijn,

maar mooi is het zeker. We horen de oceaan al snel en dan zijn we op een echt juttersstrand. De deining staat vaak op deze kant, want er ligt van alles op het strand. Er zijn helemaal geen voetstappen te zien, dus er is al even niemand geweest. Zo mooi, zo ongerept. De meiden lopen langs het strand en zakken met hun voetjes in het zand weg. Ze spelen ook wat met het zand. Daarna lopen we terug over het pad en gaan we het Vereda Trail lopen. Dat heb ik vanmorgen ook al gedaan, maar nu zie ik veel meer. De vegetatie is hier weer heel anders. Het is droger, maar ook ligt er veel blad op de grond. Je ziet en hoort de diertjes. Leuk. We komen nu wel twee keer iemand tegen en we vragen de weg naar de vuurtoren boven op de heuvel. Het blijkt dat we ergens naar links moeten. Dat heb ik vanmorgen gewoon glad niet gezien. Raar hoor, zal wel te druk met mijn ademhaling bezig zijn geweest. Het is een lekkere klim. We zien vlinders en de het uitzicht wordt met elke stap die we zetten mooier. Het lichtblauwe water met al de koraalriffen zijn pre-cies goed. Ook het zonnetje doet goed zijn werk en dat maakt dat het plaatje perfect is. Boven blijkt de vuurtoren een soort van ruïne te zijn. Er ligt veel puin en eigenlijk mag je er niet in. Het hek is allang geleden opengeknipt dus wij gaan net als al onze voorgangers naar binnen.

Page 5: Scheepsjournaal week 39

Wat een mooi pand. De mozaïeken marmeren-vloer is nog helemaal in tact. De muren echter brokkelen zowat af. Het valt ook op dat de gewo-ne stenen door de wind zo zijn aangedaan, ter-wijl het natuursteen nog zo puntgaaf is. We lo-pen een rondje op het terrein en dan zien we mensen boven op de vuurtoren staan. Je kunt dus blijkbaar ook de toren in. Dat willen we wel, want dan ben je op het hoogste punt van het ei-land en wat voor uitzicht heb je dan. De toren is ook helemaal oud en de stalen wenteltrap is ver doorgeroest. De gaten vallen er letterlijk in. Hmmm, echt iets voor mij om hier dan omhoog te gaan. Met knikkende knieën ga ik omhoog. De meiden hebben er niet zo’n last van. Bijna boven blijkt dat we niet allemaal tegelijk boven kunnen zijn. Bas gaat eerst. Hij blijft daar en dan gaan de meiden een voor een kijken. Als ze gekeken hebben moeten ze van mij daar op een stenen vensterbank gaan zitten wachten. Wat vind ik dit eng. Wel geniet ik van het uitzicht. Mooi, mooi, mooi! Bas en ik genieten van hoe het pand ooit is geweest. We fantaseren dat we dit wel een mooie opknapper vinden! Hier wil je wel wonen. Alleen hoe krijg je al de bouwmaterialen hier? Al-leen dat kost al een fortuin, dus we dromen lek-ker verder. We kijken samen nog wat rond en de meiden zijn ook ergens in het pand. Dan horen we opeens Frederique heel hard gillen. Het stopt niet, het wordt erger. Kathelijn roept ons dat we moeten komen. Het klinkt zo onheilspellend…. Als er maar niks ergs gebeurd is! We roepen haar, want we weten niet precies waar ze is en als we haar eenmaal zien, dan zien we dat ze geprikt is door een cactus. Niet een keer, nee twee keer, want de eerste keer was op haar voet en toen ze deze weg probeerde te schoppen kwam hij in haar been terecht. Och wat sneu.

Page 6: Scheepsjournaal week 39

Gelukkig is het een grote cactus en zijn de prikkels goed te zien. Er zijn er maar drie achter gebleven dus die halen we eruit. De schrik zit er wel goed bij haar in! Ze voelt de prikkels ook nog lang. Ik herken dat, want ik had vorige week net zo’n ervaring. We lopen terug naar bene-den, naar het strand. Gezien de tijd gaan we maar terug naar ons eigen strand en niet naar het verlaten strand. We moeten zelfs nog ontbijten.

Het wordt een soort van brunch en ik heb de meiden wentelteefjes be-loofd, dus ik mag dadelijk nog aan de bak. In de baai aangekomen zien we de Annalena liggen. Ze liggen voor ons. Lijn, Frederique en ik zwemmen naar ze toe. We kletsen even en dan gaan wij door naar on-ze eigen boot.

Zij twijfelen over Jamaica, omdat je in de Windwardpassage vaak oos-tenwind hebt en er dus tegenin moet en omdat je ook stroom tegen hebt. Hoe wij van plan zijn dat te doen? Euhhhh gewoon gaan! Ik begin dan weer te twijfelen. Zijn wij dan gek dat we dat gaan doen? We zoe-ken op de boot nog een keer naar wat informatie, maar deze is niet eenduidig. Bas is echter heel duidelijk. Hij zegt dat we dat voor lief ne-men, want we willen gewoon heel graag naar Ile a Vache en Jamaica. Oké dan! We hebben al een soort van escape gevonden. Dan gaan we vanaf Santo Antonio eerst een paar dagen naar Santiago de Cuba, dus toch naar Cuba, en dan pas door naar de Bahama’s. Dat houdt in dat we eerst pal noord gaan varen, dan een stuk echt oost en dan pas in de passage komen. Als de omstandigheden zo zijn, dan gaat het dat worden! We zien wel. Komt tijd komt raad. Ik vind het wel bijzonder. Al lang hebben we het plan om naar Ile a Vache te gaan en nu is het bijna zover en kunnen we niet meer terug! We hebben kennis gemaakt met een stel Fransen (van de Sea Jolly). Zij zijn helemaal enthousiast over zowel Jamaica als Ile a Vache. Wij krijgen dus steeds meer zin om te gaan.

Page 7: Scheepsjournaal week 39

Terug op de boot ruimen we eerst een heleboel spulletjes op, wassen we af en maken we de boot klaar voor onze volgende bestemming. Dan ga ik wentelteefjes maken. Ik maak maar voor twee keer, want ie-dereen is uitgehongerd. Ik had gedacht dat we nog twee witte broden hebben, maar dan blijkt dat we nog maar een half hebben. Het worden dus wentelteefjes met bruin brood. Ze smaken toch erg goed, anders, maar wel ook erg lekker.

Na de lunch gaan we op pad. Het is 24 mijl varen. We varen aan de wind, maar lopen lekker. De wind is stevig, maar het is fijn. Frederique gaat lekker lezen. Ik denk dat het goed voor haar is, want ze is erg moe. Lijn en Liedje zijn regelmatig aan het ruzie maken. Daar worden Bas en ik wel helemaal gek en chagrijnig van. Jammer. We roepen ze wel drie keer tot de orde, maar het helpt niks. Dan stuurt Bas ze maar naar bed.

Bas gooit ook een vislijntje uit. Hij blijft hopen op een grote vis aan de haak. Volgens mij verspilde moeite, want wij zijn niet gemaakt voor het vissen! Hij kijkt regelmatig naar zijn lijntje, maar er gebeurt niks. Told you so! Dan is het 16u en zegt Bas: “Volgens Graham kan ik vanaf vie-ren op de oppervlakte vissen en daar is deze octopus super geschikt voor”. Hij blijft maar naar zijn lijntje turen in de hoop op… en dan nog geen tien minuten later veert hij op, want we hebben beet. Beet…. Wij? Liedje en Lijn komen naar buiten om dit schouwspel te zien. Bas is nu al heel blij met zijn vangst. Hij pakt de lijn. Ik geef hem een handschoen aan, pak een emmer, mes en plank. Ben benieuwd wat het is. Bas haalt rustig de vis binnen. Ik rol de Genua in, omdat we van koers verande-ren, leg de boot op de goede koers en ik start de motor, om nog wat voortgang te houden.

Page 8: Scheepsjournaal week 39

De vis is groot, want Bas heeft moeite om hem binnen te halen. De vis spartelt echt tegen. Als hij boven is, blijkt het een joekel van een Yel-low Fin Tuna te zijn. Ljntje had er al op gehoopt. “mama, ik hoop dat het een Yellow fin is, mijn lievelings”. Ohhhhh vanavond lekker grillen. Super maaltje zal dat worden. Bas haalt de vis aan dek en dan begint hij ontzettend te spartelen en moet Bas hem loslaten. Wij meiden schrikken ons een hoedje en gillen alles bij elkaar. Ik spring in de kuip, maar ben bang dat dat beest ook de kuip in springt. Bas is meer bang dat hij door een gat in ons net wegglipt. Gelukkig kan Bas hem pakken en zet hij een mes achter zijn kop. Nu is hij wel dood!

Bas gaat aan de slag met de vis en ik zorg dat we op koers blijven. Kathelijn en Liedewij zitten gebiologeerd te kijken hoe Bas de vis ont-doet van hoofd en ingewanden. Vieques ziet er mooi en vlak uit. Zin in om te gaan verkennen. We hebben onze koers gezet naar Puerto Fer-ro. Deze baai heeft samen met Puerto Mosquito de naam dat er veel fosforescerend micro organisme in het water heeft dat ’s nachts op-licht. De ingang van deze bijzondere baai is heel smal en er staat echt maar net 1 meter water onder de kiel. We navigeren op zowel de plot-ter als op de Ipad naar binnen. Het is secuur werken, maar het resul-taat mag er zeker zijn. Ohhhh zo mooi. We liggen in een mangrovege-bied vol met kleine inhammen. Wat een natuurverschijnsel. Wat een mooi. Er liggen vier boten in de baai. Drie ervan zijn achtergelaten en er is dus maar bemanning op een andere boot. Het lijkt hier op het na-tuurgebied in Trinidad waar de Ibissen leven. Zo cool om hier te kun-nen liggen. Ik ga me douchen in het zoute water. Wat is het warm. Als ik uit het water kom is het gewoon nog kouder boven water dan onder water. Dat heb ik nog nooit meegemaakt.

Bas maakt de BBQ schoon en ik maak een salade. Frederique heeft geen zin in Yellow Fin, ze wil liever de witte tonijn van vorig jaar. Vol-gens mij is dat min of meer dezelfde en dat zeg ik haar ook. Ze trapt er niet in. Liedje en Lijn eten er echt met smaak van. De vis is zo ontzet-tend lekker gelukt. Bas pest de meiden dat we de komende dagen to-nijn eten. Zo bedenkt hij dat we gebakken eieren met tonijn eten, Brin-ta met tonijn, gebakken tonijn, tonijnsalade en nog wat dingen. De meiden moeten er niet aan denken. Het is gezellig in de kuip. De tijd vliegt veel te snel voorbij en voordat we het weten is het tijd voor de meiden om te gaan slapen.

Wat een heerlijke dag, wat is het fijn om op reis te zijn!

Page 9: Scheepsjournaal week 39
Page 10: Scheepsjournaal week 39

Wat een bijzondere baai is dit! Er liggen een aantal bootjes in de baai die hier hun thuishaven hebben. Ze zullen er vast niks voor hoeven betalen. Veilig zullen ze hier vast wel liggen, want de diepgang van de baai is op sommige plaatsen maar 2 meter en veel boten kunnen of durven er niet in. Al rond 7u zijn de meiden met school bezig. Heerlijke ochtenden vind ik dat. Vroeg uit de veren, "snel" school doen en dan op ontdekking! Van-daag dus ook. Na school gaan we met de dinghy door het mangrovege-bied varen. Wat is het hier weer mooi. Wat een rust. De meiden vinden het ook leuk, wel spannend, want wie weet zitten hier wel krokodillen! Via Gerard weet ik, achteraf, dat hier wel haaien en barracuda's zwem-men. Dat maakt ons zwemmen van gisteren een stuk spannender. Je kunt hier bijna nergens aan land en dat is denk ik ook niet de bedoeling. Ver in het mangrovebos ligt een tweemaster ten anker. Hoe is hij hier ge-komen? Of hoe kan hij hier ooit weg? Bas zegt dat hij een ophaalkiel heeft en dan gaat het dus wel. Er is niemand aan boord, maar alles staat open. Er hangt een bordje No trespassing. Nou dat doen we dan ook maar niet. We varen naar de overkant van de baai. Daar is het land-schap weer anders, want er zijn mooie goudgele rotspartijen. E staat een bord en dat wil Bas graag lezen. Als we er bijna zijn zegt Frederique: "mama, er staat een doodskop op". Een doodskop? Als nog wat dichter-bij komen zie ik het ook. Er staat echt een doodskop op. Je mag hier niet aan land. Het is een militair oefenterrein geweest en er liggen nog veel bommen op het land. Er is zelfs iemand door een van die bommen om-gekomen, dus alles zit op slot en je bent hier niet welkom.

Nou dan niet. Dan gaan we terug naar de boot, maken alles klaar en dan gaan we richting de hoofdstad van het eiland, Esperanza. Het valt me op hoe makkelijk we de baai uit navigeren. Je merkt dus dat als je iets al een keer gedaan hebt, het de volgende keer niet zo "spannend" is. Gewoon het lijntje op de plotter blij-ven volgen, zo ging het gisteren ook goed, of is dat iets te naïef?

Maandag 25 maart

Page 11: Scheepsjournaal week 39

Het is maar 4 mijl varen, bijna de moeite niet. We twijfelen nog even of we naar Sun Bay gaan, want daar ligt een schitterend strand, maar deze is te open voor deze wind. Dus het wordt toch echt Esperanza. Er ligt een breed rif met een klein eilandje voor het dorpje, zo kun je de hoofdstad beter omschrijven, dus

daar moeten we omheen. Als we het eilandje voorbij varen zien we ie-mand kanoën. Kanoën? Ik vraag aan Bas welke idioot met deze golven gaat kanoën. Wij worden met onze boot al alle kanten opgeslingerd dus met die kano kan het alleen maar slechter zijn. We kijken het aan en het ziet er allemaal heel relaxed uit. Geen distress. Dus wij varen de baai in. We zoeken een plekje uit en ik sta achter het roer. Bas is met de anker-bak bezig. Dan horen we op de marifoon de Sacha een mayday geven. Volgens hem is er een kanoër in distress bij het eilandje. Nou dat kan toch niet? Wij zijn dat eiland net vijf minuten geleden gepasseerd en die kanoër zag er heel chill uit. Nu zijn die Amerikanen nogal snel met een distress, maar dan nog. We gooien snel ons anker uit en Bas draait zich om naar de dinghy, want hij wil er naartoe varen. Dat zal niet zo makkelijk gaan. Hij moet eerst de dinghy gaan redden, want het touw is in de schroef gekomen en het touw is doorgesneden. Bye Bye dinghy. In zijn onderbroek redt Bas de dinghy en vervolgens gaat hij meteen op zoek naar de kanoër. De kano heeft hij snel gevonden net als een tas met spullen, maar zonder kanoër! Steve de kanoër heeft zich gelukkig in veiligheid kunnen brengen door op de rotsen te klim-men. Hij zit helemaal vol met schrammen.

Page 12: Scheepsjournaal week 39

Steve is met zijn kano omgeslagen en tegen de rotsen op geknald. Juist op het moment dat hij zijn vishengel uit wilde gooien. Vishengel? Ohhh dan spoor je echt niet. Hier, met deze zee nu vissen, dat kan gewoon niet goed gaan. Nou ja dat blijkt ook wel. Steve moet van Bas eerst naar een rustiger plek klauteren

voor hij weer de zee in mag om opgepikt te worden. Waar hij staat is veel te gevaarlijk en kan hij alsnog verongelukken. Dan springt Steve in het water en wordt door Bas in de rubberboot getrokken. Kapot is hij, maar hij heeft het er ondanks de schrammen toch nog goed afgebracht. Dan wordt hij door Bas naar de kant gebracht en wij lunchen iets. Dan is het hoog tijd om naar de kant te gaan en eens te zien waar we nu weer terecht gekomen zijn. Aan land zien we een smalle boulevard met een paar restaurantjes en barretjes. Het is niet veel. De sfeer is wel gezellig, relaxed, erg kneute-rig, Jip en Janneke zeg maar. We lopen een rondje. Eerst over de bou-levard. Aan het einde zien we wilde paarden lopen. Ze staan in de tuin bij iemand die dat niet zo grappig vindt, dus de paarden krijgen van al-les naar hun kop gegooid. We lopen een straat verder en daar zien we veel autowrakken, oude huisjes en veel spullen in de tuinen van ieder-een. Wel heeft iedereen hier hekken voor de deur en dikke alarminstal-laties. Lekker veilig! De mensen zijn wel heel vriendelijk. Ze groeten ons allemaal en de meiden krijgen alle aandacht. Zo lief om te zien. Ze snappen helemaal niks van al dat Spaans, maar als iemand tegen ze praat, kijken ze die persoon wel aan en knikken beleefd. Leuk hoor. Het is ook warm. We merken dat het zomer begint te worden. De zon komt rechter boven ons te staan. Hij is op weg van de Steenbokskeerkring naar de Kreeftskeerkring. Dat is goed te merken. De meiden trekken hun jurken uit en lopen in hun zwembroekjes. Ik vind het prima. Ik loop voor met Lijn en Frederique als Bas ineens heel hard roept. Ik heb geen idee wat er kan zijn. Ik moet meteen van hem komen, dus ik draai me om en kijk waar hij naar kijkt en dan zie ik het. In de bomen. Een reuze leguaan. Een joekel van een beest. Van kop tot staart is hij bijna net zo groot als mij. Dit is niet normaal meer. Dit kan niet waar zijn. Ongelofe-lijk. Zo groot. De foto's zeggen vast meer dan de superlatieven die ik zou gebruiken. Hij mag in ieder geval op het lijstje van de wohhs.

Page 13: Scheepsjournaal week 39
Page 14: Scheepsjournaal week 39

Na de fotoreportage lopen we verder en strijken we neer op een terrasje. We drinken iets en be-stellen er een portie frietjes bij als snack. Ze zijn erg lekker. Er zit zout en peper op en ze smaken naar een tweede portie. Lekker. Na wat e-mailen, hier hebben ze internet, is het tijd om naar de boot te gaan. Als we terug zijn bij het bijbootje is de conclusie dat het wel lijkt of we in een slapend Mexicaans stadje aan de kust zijn beland. Het is hier heel mooi hoor, maar wij zijn ondertussen echt ver-wend. We hebben al zoveel gezien. We vinden het helemaal niet erg om vanavond het anker omhoog te halen en naar het vasteland van Pu-erto Rico te varen. Voordat we gaan eten ga ik nog wat hardlopen. Het is zwaar, maar wel lekker. We eten een lekkere rijst. We lezen van-avond niet voor, we gaan op sterrenjacht. We zien Orion en Sirius. Het is helaas niet zo heel helder, dus de sterren verdwijnen regelmatig achter een wolkendek. Wat een heerlijk gevoel om zo samen buiten in de kuip te zitten en te chillen, heerlijk. De meiden gaan lekker bij ons achter slapen. Wij ruimen nog wat op en als het anker weer aan dek is zetten we koers richting Salinas.

Page 15: Scheepsjournaal week 39

Dinsdag 26 maart

Als we de baai uit zijn zetten we de zei-len. We hebben ruime wind (een bakstag wind met een knik in de schoot en ruime wind houzee zegt Bas, ik weet wel niet wat hij dan bedoelt, maar geloof het graag) en we zeilen lekker.

Bas heeft de wacht en ik zoek de bank in de kajuit op. Ik kan mijn plekje niet vinden en kom maar moeilijk in slaap. Opeens hoor ik Bas schreeu-wen: “Marieke, kom er eens uit, kom vlug naar boven (wel drie hele tre-den...). Ik schrik me helemaal wezenloos. Zijn stem is zo vol adrenaline. Zo waakzaam en zo alert. Met een hart dat tekeergaat als iets heel heel snels vlug ik mij naar buiten. Als ik boven ben zegt Bas dat er een on-verlicht bootje op ons afkomt. Dus dan kunnen we maar beter met ons tweeën buiten zijn? Ik ben dan wel heel snel boven, maar ik zie dat de boot zijn navigatielicht al aanheeft en ook springt er een zoeklicht aan. Ohhhh dit is echt niet grappig. Wat is dit? Met ons zoeklicht schijnt Bas op het bootje. Het is een witte polyesterboot met twee grote buiten-boordmotoren. Op de zijkant staat iets, maar ik kan het niet lezen. Het lijkt wel uren te duren, maar het zijn slechts seconden. Toen ging het deklicht aan en zag ik iemand staan. Een vriendelijke stem vroeg: "bon soir, this is the US coastguard, what is the home country of this vessel? Met knikkende knieën wijs ik naar die rood, wit blauwe vlag en zeg Ne-derlands (en zeker niet Frans). "How many people are there on board?” “5”. “Where do you come from?” “Vieques, Esperanza”. “Did you clear customs there?”. “No in Culebra”. “Where are you going to?”. “Salinas”. “And after?” “To Haïti”. "Have a save trip". Zo nemen ze afscheid van deze heren en varen op 20 meter naast ons en een na een minuut of tien varen ze echt weg. Wij varen weer opgelucht verder. Fijn ook dat er hier ook 's nachts op je gepast wordt. Geen idee hoe laat het is, is het al twaalf uur geweest of is het nog steeds maandag? Voor mijn gevoel is al dinsdag, dus voor vandaag hebben we alweer genoeg meege-maakt. Zo varen we de nacht door. Halverwege de nacht zakt de wind hele-maal weg en zetten we de motor bij, want we horen de hele tijd het har-de klappen van de giek die alle kanten op beweegt. Jammer!

Page 16: Scheepsjournaal week 39

Ik kreeg gisteren trouwens nog wel even de schrik van mijn leven te verwerken en dat nog wel een paar minuten voordat we weg wilde gaan.

Ik zette de meters aan en zag tot mijn grote schrik dat we bijna geen diesel meer hebben. In Esperanza kunnen we niet tanken. Hmmm ze hebben voorspeld dat we minder wind zouden krijgen, en dat komt dus ook echt uit, en dan halen we het niet op de motor. We hebben nog wel een jerrycan vol met 20 liter diesel dus die doen we de tank in. Stel dat, dan hebben we in ieder geval genoeg. Hoe is het toch mo-gelijk dat we dit niet hebben gezien. We hebben er gewoon helemaal niet naar gekeken. Stelletje onnozels zijn we toch. We hebben het al sinds St-Maarten over tanken en dan nu zijn we verbaasd dat we bijna niks meer hebben. Haha eigen schuld dikke bult. We zijn vroeg in de buurt van Salinas en dus varen we door het man-grove gebied in plaats van eromheen. Voor het vasteland liggen alle-maal eilandjes. Je kunt hier we weken vertoeven. Er liggen ook veel mangrovebossen. Ze zijn zo groen. Heerlijk mooi. De baai is ook hier weer nauw en op sommige plaatsen hebben we maar weer weinig wa-ter onder de kiel. Als we verder in de baai komen zien we het Flying Circus al liggen. Gezellig! Het is nog vroeg, dus we doen extra stil om ze niet te wekken. Als we eenmaal liggen zien we Irma buiten. We praten, nou ja het is bijna schreeuwen, wat over de boten heen. Leuk om ze weer te zien. Ik ben ook erg benieuwd wat zij van Puerto Rico vinden. Ze komen dadelijk langs. Wij gaan eerst ontbijten en school doen. Als ze langszij komen gaan Irma en Raoul eerst de grote bood-schappen doen voor de komende twee maanden, want daar is het hier de uitgelezen stek voor. Zij stellen voor om vanavond gezamenlijk te barbecueën. Gezellig. Wij hebben nog vers gevangen tonijn dus als we die op de BBQ leggen hebben we al een feestje.

Page 17: Scheepsjournaal week 39

Ik ga verder met school en Bas doet de was. Daarna gaat hij op zoek naar gas, maar het blijkt lastig om de flessen hier te kunnen vullen. Je kunt je flessen in heel de Carieb overal vullen, maar hier (in de US) is de aansluiting anders dan bij ons.

Daar moeten we dus nog even een goede op-lossing voor zien te bedenken. De meiden zijn

klaar met school en we gaan bloemen maken. Ze hebben van oma een papieren pakketje gehad. Zonder goede handleiding is het echter bijna niet te doen om mooie boeketten te maken. Het maakt de mei-den niet uit. Ze hebben plezier voor 10. Het drogen van de was is geen succes. De spullen komen half droog terug. Dus die mogen nog een keer aan de waslijn om te drogen en zo kost dit wassen stiekem toch veel tijd. Rond enen komen Raoul en Irma de jongens bij ons afzetten en stap ik bij hun in het bootje om naar de lokale supermarkt te gaan. In mijn ogen is het dan nog een joekel van een supermarkt. Gigantisch. Hier kunnen we weer alles kopen. Ik kijk mijn ogen uit en bedenk me dat ik hier mijn lol op kan voor de boodschappen voor de terugweg. Ik koop wat dingen voor de BBQ voor vanavond en ik houd me in. We hebben namelijk een auto voor de komende dagen en dan kun je beter de koelkast zo leeg mogelijk hebben, want dan is het makkelijker om bui-ten deur te gaan eten! Terug bij de haven ruim ik de spullen op en dan ga ik met de meiden naar het zwembad van de haven. Bas ruimt de boot ondertussen ver-der op. We zitten bij het barretje en hopen op goed internet. Dat is er helaas niet in het begin, maar we kletsen wel honderduit. Dan doet in-ternet het en worden de weersvoorspellingen binnengehaald. Wanneer is nu een goed moment om te vertrekken en waarom wel of waarom niet. Waarom kies je voor tegenstroom? Dat gaan wij namelijk krijgen in de windward passage. Nou, omdat we heel graag naar Ile a Vache willen. Daar hebben we alle twee heel veel zin in. Irma en ik bekijken het weer voor de komende dagen en de reisleiding heeft besloten dat donderdagavond een goed moment is voor het Flying Circus om naar Cuba te gaan. Wij hebben nog even de tijd. We zien wel dat de wind toe gaat nemen als wij willen vertrekken.

Page 18: Scheepsjournaal week 39

Eens zien hoe dat zich ontwikkelt. Bas komt ook nog en we kletsen weer vrolijk verder. De kinderen spelen en er wordt ook heus gezwom-men. Zij zwemmen in ieder geval. Achteraf heb ik spijt dat ik niet mee-gegaan ben. Rond half zes is het toch wel tijd om terug naar de boot te gaan, want we willen tenslotte nog barbecueën. Wij ruimen eerst de was op en ik maak nog een salade. Liedewij gaat al met het circus mee en als wij daar aankomen, zit ze te monopolyen met Sjoerd. Lief om te zien. Wij borrelen eerst en de kinderen spelen met de byeblades of zoiets. Daarna eten de kinderen binnen en wij buiten. De tonijn smaakt nog steeds erg prima. Wat een genot om dit te eten. Goddelijk, heerlijk! Als toetje hebben we koffie en chocolade en daarna genieten we nog van een likeurtje. Zo wordt het veel te snel veel te laat. Afscheid nemen doen we bewust niet, want we gaan elkaar gewoon weer zien! Ik moet er niet aan denken om afscheid te nemen, want dat lijkt zo op weg-gaan, naar huis gaan! Nee, dat wil ik niet en we zouden het trouwens ook nog heel leuk vinden om ze ergens tegen te komen. Terug op de boot slapen de kids bijna meteen. Raoul komt nog even langs en er worden nog wat whisky’s gedronken door de heren. Het is weer gezel-lig! Veel te laat gaan we dus naar bed!

Page 19: Scheepsjournaal week 39

Woensdag 27 maart

Onze huurauto staat om 8.30u klaar, dus on-danks dat het gisteren zo laat geworden is, moeten we vandaag vroeg uit de veren en op pad. Om 7.15 zwaaien we het Flying Circus uit. Zij gaan vandaag door naar Boqueron. Dag cir-cus, tot de volgende keer. Ik heb vannacht nog even gekeken wat we vandaag kunnen gaan doen en de keus is gevallen op la Ruta Panora-mica. Deze route voert van de oost- naar de

westkust en slingert over de ruggengraad van dit schitterende eiland. Vanuit daar heb ik bedacht dat we naar El Yunque national forest kun-nen. We ontbijten snel een boterham en pakken de tassen. Voor de zekerheid nemen we ook een strandtas mee, want je weet maar nooit waar je uit-komt. Onderweg nog een paar kleine dingen kopen, waaronder water. Bas kijkt even naar de route en vindt het een leuk idee. Dus we gaan op pad. We gaan als echte toeristen, want we willen niet over de snelweg en dus kiezen we de provinciale weg. Deze loopt langs de zuidkust en het is druk langs de weg. We zien heel veel land- en akkerbouw. Mensen zijn op het land aan het werken en plukken de bananen. De berege-ningsinstallatie staat hier en daar aan. De imposante Amerikaanse trucks rijden hier. We zijn echt in de bewoonde wereld. Toch lijkt deze bewoon-de wereld niet op de onze. We rijden ook langs trailerparken waar er heel veel schotels op de daken staan. Het is hier erg mooi en we kijken onze ogen uit. Overal zien we kleine speeltuintjes en basebalvelden. Het land is hier vlak en aan de borden te zien is men hier ook bedacht op tsunami’s, want we worden de goede richting in gewezen voor als er eentje komt. Bas en ik genieten ontzettend van het landschap. De mei-den wat minder. Ze zijn moe van gisteren en eigenlijk willen ze niet zo heel veel. Ze luisteren een luister cd en daar zijn ze heel happy mee. We laten ze maar. Het is goed zo. Na Ponce rijden we noordwaarts en komen van de provinciale weg op een bergweggetje (123). De weg is smal de weggetjes zijn steil. Het landschap verandert met iedere mijl die we rijden. Het wordt groener. De bomen veranderen. Ze worden tropischer. Er is hier niks voor de toeris-ten, dus wij zijn ook de enige twee die hier rijden. Iedereen groet ons vriendelijk en kijkt naar de blonde haartjes van de meiden.

Page 20: Scheepsjournaal week 39

De weg slingert voort omhoog. Het gaat dus niet snel. De huisjes onder-weg zien er goed verzorgt en kleurrijk uit. We zien mooie grote auto's. Ze zijn in dit gedeelte van het land best welvarend. We hebben geen Tom Tom dus, we navigeren op de kaart. Het is even wennen. Van Irma en Raoul hebben we een autokaart gehad en zonder deze zouden we allang verdwaald zijn. We hebben ook een kaart van San Juan waar ook alle toeristische plaatsen op staan. Ook hebben we de Lonley Planet en de Capitool bij de hand. Zo moeten we er wel ko-men. We rijden, rijden en rijden. Ik snap nu goed waarom je, als je deze route rijdt eigenlijk een overnachting zou moeten nemen onderweg, want het gaat niet snel. Het plan om El Yunque ook te doen, gaat snel in de koel-kast. We stoppen regelmatig om te kijken en foto's te maken. Het kan de kinderen nog steeds niet bekoren. Ze luisteren liever naar hun cd's. Het uitzicht is zo ongelofelijk mooi. Hoe hoger we komen des te meer berg-ruggen we zien. De kleuren zijn zo divers. Op onze tocht naar het boiling lake zien we veel tinten groen, maar hier zeker ook. Het doet er niet voor onder qua kleuren. Er zijn ook een heleboel meertjes. Zo leuk. Ergens boven op een berg kopen we een fles water en iets lekkers. We rijden door kleine dorpjes en overal hebben ze hier wel een kleine bakker, die tevens garage, supermarkt, groenteboer en weet ik niet wat nog meer is. Overal zien we reclame spandoeken van Coors light beer. Wat zijn we blij om hier te zijn. Wat mooi. Het is hier nog puur natuur. Na anderhalf uur draaien we uiteindelijk la Ruta Panoramica op. Het regenwoud wordt dikker en via de bordjes langs de weg weten we dat we goed zitten. Wat valt er toch over te zeggen behal-ve dan dat wij ook hier nog steeds van onder de indruk zijn. We rijden tussen de bananen-bomen, bamboe,varens en allerhande andere grote bomen. Aan de bergwand lopen stroom-pjes en deze worden tegen de zon be-schermd door overhangend groen. De bloe-men zijn ook mooi. Rood, wit, geel. Mooi. Deze route voert ons via een smal slinger-weggetje naar Cerro Punte (dat denken we tenminste). We komen op de hoogste berg van Puerto Rico (Cerro de Punte).

Page 21: Scheepsjournaal week 39

Er staan veel telecompalen en daardoor komt het uitzicht niet tot zijn recht. Dus we vervolgen onze weg. We maken een stop bij de Chorro de Dona Juana. Een hele grote waterval. In tegen-stelling tot de waterval in El Yunque, zijn hier geen toeristen. Ik zou ook niet weten waar ze die zouden kunnen laten, want de waterval ligt aan het smalle weggetje (149). Onze auto staat ille-gaal bij huisje aan de overkant. De waterval is mooi en heeft drie niveaus. Nu willen de meiden wel even komen kijken. Het blijft toch machtig, het geluid alleen al. We rijden een stukje terug en dan komen we in het echte Toro Negro Forest Reserve. Ook hier weer hele mooie weggetjes en wandelroutes. We stoppen even bij het visitor center en daar blijkt dat ze ook echt niet op toe-risten rekenen. Er wordt alleen Spaans gespro-ken en de park rangers zijn weliswaar erg be-hulpzaam, maar kunnen het verhaal niet goed overbrengen. Zal vast en zeker ook door de taal-barrière komen. Er zijn veel mooie wandelroutes en er zijn ook natuurlijke zwembaden. Helaas gesloten, geen idee waarom. We rijden dus door. We willen ergens lunchen, maar komen nu niks meer tegen. Zo jammer. We zijn er zo langzaam aan wel klaar mee. We willen nog wel even naar Fajardo, want daar is een grote West Marine. Nog even wat spulletjes kopen voor de boot. Nu kan het nog..... We rijden erg lang en als we dan in een plaats terechtko-men (Orocovis) en we uit de kaart geen wijs meer worden, dan blijkt dat we ergens een af-slag hebben gemist. Tuurlijk net nadat ik vijf mi-nuten eerder tegen Bas gezegd heb dat het zo goed gaat op de kaart! We vragen ergens de weg en als Bas zegt dat we naar Fajardo willen begint de man te lachen, dat is nog wel heel ver weg.....dus we maken weer een nieuw plan en dat is naar Plaza Las Americas.

Page 22: Scheepsjournaal week 39

Voordat we weer in de auto stappen krijgen de meiden nog een ijsje. Smurfenijs in drie kleuren, nostalgie naar huis! We hebben al zo lang in de auto gezeten, ze zijn zo lief ge-weest en we hebben nog geen een lekker lokaal eettentje gezien. Dus weer een mooi excuus voor een ijsje. Zul je altijd zien dat

we, als we weer in de auto zitten, meteen langs een heleboel eettentjes komen. Na nog een uur rijden verlaten we de natuur en rijden we over de noordelijke highway. Bas moet erg wennen aan het rijden. Nou ja ik weet niet of het daar aan ligt, want die Puerto Ricanen kunnen gewoon echt niet rijden. Ongelofe-lijk hoe slecht ze rijden. Ze blijven allemaal links rijden en halen kris kras in. Het is ongelofelijk. Ik houd de handgreep boven de deur vast en zit met geknepen billen. Je moet overal ogen hebben. Het lijkt wel of we in een andere wereld zijn gekomen. Langs de snel-weg staan K-mart, Wallmart, Burger King, McDonalds, Wendy's, Ken-tucky Fried Chicken en de Pizza Hut bij elke afslag. Toen wij 13 jaar (ohhh is het al zo lang gelden, ik begin oud te worden en krijg een eigen memory lane) geleden in Florida waren was het ook al zo, fastfood is gewoon veel goedkoper dan een gezonde maaltijd. Voor een tientje in totaal kunnen wij hier ons, met ons vijven, het on-gans eten aan hamburgers en andere vol cholesterol zittende muik. Zo jammer. De mall weten we snel te vinden en we parkeren onze auto ergens. Geen idee of dit wel aan de goede kant is, het is zo ontzettend groot. Het geheel telt drie verdiepingen en Bas en de meiden kunnen zelfs de winkel niet meer terugvinden als ze even naar het toilet gaan. Ze zijn bang dat ik al ongerust ben. Ik had ze nog niet gemist, want ik kan hier hele dagen shoppen. Wat een leuke winkels allemaal. Wat een lachertje als je dat vergelijkt met Nederland. Niet alleen slaag ik goed, ook Bas koopt genoeg en de meiden kopen in de Disneywinkel ieder een mooie jurk. Veel te laat gaan we terug naar de boot. Als we buiten komen is het al donker. Bepakt en bezakt rijden we terug naar de boot. In het donker komen we daar aan. We eten snel iets en dan is het hoog tijd om te gaan slapen voor de meiden. Voor ons trouwens ook!

Page 23: Scheepsjournaal week 39

Donderdag 28 maart

Een dagje cultuur en historie. Wat heb ik daar zin in. Even iets anders dan natuurver-schijnselen aanschouwen of hiken in de mooie natuur. Voor ons hoort dit ook echt bij de reis. Dit maakt onze reis compleet.

We gaan goed geluimd op pad. Op de snelwegen hebben ze hier een tolsysteem waar we echt helemaal niks van snappen. We hebben geen idee welk poortje we nodig hebben. De E, de R+, de R. We kiezen de R+. Dat hebben we gisteren ook gedaan en ze zagen dat we een huur-auto hebben en toen mochten we zomaar doorrijden. Nu niet en krijgen we een of ander pasje. Wat nu weer. Met handen en voeten probeert ze in haar Jip en Janneke Spaans uit te leggen hoe het werk. Ik denk dat we het zelfs in teletubbies Spaans nog niet begrepen zouden hebben. Ze hebben geen folder, jammer. De snelwegen zijn hier goed en we schieten goed op. Het landschap is ook hier gevarieerd. We rijden tus-sen de bergen door. Het is druk op de weg. We zijn weer in de bewoon-de wereld. Na een uurtje rijden zijn we er. De kinderen helpen met zoe-ken waar we heen moeten. We moeten niet naar old San Juan nee, naar Viego San Juan. De voorsteden staan vol met luxe hotels en casi-no's. Ook zien we veel multinationals opduiken. Waar zijn we beland? We volgende borden goed en rijden dan in een keer langs de oceaan. Wohhh wat is het water hier ruw. Overal staan palmbomen langs een lange boulevard. Wat mooi aangelegd. Het gevoel, de kriebels in mijn buik. I am so exited! We zijn dus in een keer goed gereden en Bas gaat voor het gemak. Dus niet ergens achteraf parkeren om evt. parkeerkosten te besparen, nee

we gaan midden in de stad parkeren en wat blijkt dat is nog gewoon gratis ook! We rijden nu al langs het Capitool en langs het San Christobal Castle. Daar rijden we omheen en in de volgende straat kunnen we parkeren. Hoewel het nog vroeg is, is het al heel warm.

Page 24: Scheepsjournaal week 39

De zon staat pal boven ons en de meiden be-ginnen al vroeg te puffen. We lopen terug naar het Capitool. Tegenover dit gebouw staan heel veel bronzen beelden. Het blijken Amerikaanse presidenten te zijn. Liedewij is er bang voor, want ze denkt dat het mimepoppen zijn. Ik knijp ze in hun neus en dan is ze overtuigd. Ze loopt er nu wel voorbij. We lezen de tekst voor aan de kids.

Zij willen graag weten wie deze meneren zijn en welke heldendaden ze verricht hebben, althans volgens de plakkaten. We zien Roosevelt, Kennedy, Nixon, Hover en zelfs Obama is al vereeuwigd. We missen ook een aantal presidenten. Zo missen we de hele Bush clan, Reagan, Carter en Clinton. We vragen ons af of hier een specifieke reden voor is. We lopen langs het schitterende gebouw en komen dan op de bou-levard die langs de Oceaan loopt. De oceaan is woest. De deining van de oceaan verandert hier in een hoge en lange branding. De witte kop-pen beginnen al heel vroeg. Heel indrukwekkend. We lopen verder en Kathelijn heeft het al echt warm. We zijn al bij het fort. Dan stopt er een elektrisch treintje. We vragen waar hij helemaal naartoe gaat en naar de tickets. Je mag er gewoon op hoppen en afstappen. Dat doen we even. Niet omdat we niet willen lopen, want we zijn al bij het kasteel, maar even afkoelen in de schaduw en meteen wat van de stad te zien. We hebben pech, want er is iets mis met het treintje. We zijn er nog al-tijd niet uit of het aan de trein ligt of aan de bestuurder. De trein heeft een slakkengangetje en van de verkoeling komt zo weinig terecht. We rijden over de vestingmuren (nou langs de verdedigingswerken) naar San Felipe El Morro Castle. Het is fenomenaal.

Page 25: Scheepsjournaal week 39
Page 26: Scheepsjournaal week 39

De open vlakte, waar vele mensen aan het recreëren zijn, laat zien wat de sfeer is, zo ontspannen. Het is gezellig druk en al die vliegers. Wat een mooi gezicht. Als we terug zijn bij het fort van Columbus gaan we eerst van het uitzicht genieten. De meiden willen op de muur staan, maar als ze eenmaal staan komt er een aardige mevrouw, met een big smile zeggen dat dat gevaarlijk is en dat er veel ongelukken gebeuren, dus of ze eraf willen gaan. Het fort is groot, indrukwekkend. Het heeft vier verdiepingen en is ook gebruikt tijdens de tweede we-reldoorlog. Dat zie je aan de betonnen uitkijktorens. Het hele fort is heel goed gerestaureerd, uitgestrekt en de uitzichten zijn weer ongelo-felijk. We nemen er de tijd voor en de meiden vuren allerlei vragen op ons af. Hoe werkt een dergelijk kanon? Waarom slapen ze op houten bedden? Waarom hebben ze vieze kleren aan? Veel van de antwoor-den werden gevonden op het filmpje dat werd afgespeeld.

Page 27: Scheepsjournaal week 39

Alleen in dit fort kunnen we al uren rondbrengen. We nemen afscheid en lopen de stad in. Op een pleintje drinken we iets. Ook hier staat weer een standbeeld. Die zien we hier zo veel. De duiven worden hier ontzettend gevoerd, want ze zijn erg tam. We lopen via San Francisco Street. Hier zit-ten alle winkels. Er zitten veel lommerds die hun waar aanbieden. We hebben er geen oog voor, we kijken eigenlijk alleen maar naar de gebou-wen. Wat mooi. We lopen een kerk in. Alle beel-den zijn bedekt met paarse doeken. Ook over het kruis ligt een doek. Ik moet hoognodig mijn oja kennis opfrissen, want zo bak ik er niks van met alle triviant vragen van de meiden. We lopen een graftombe in. Deze is recent nog gebruikt. Dat vind ik te luguber en wil er zo snel mogelijk uit. De kinderen hebben er niet zo last van en vragen weer van alles. Deze eer laat ik aan Bas. We krijgen trek en bedenken dat we lekker op de open vlakte gaan picknicken met de meiden. Ze zijn zo enthousiast over de vliegers. Die van ons ligt helaas op de boot, wie denkt daar nou aan. We kopen wat te eten in een historische supermarkt. Op ons gemak lopen we ver-der en aan het plein staat het oude stad-huis. Weer zo 'n mooi pand. Er staat een meneer met een elektrische bellenblaas en daar rennen de meiden om het hardst achteraan. Ze hebben plezier voor 10. Ik ben helemaal blij, want ik mag een foto van deze markante man maken. De kathe-draal is helaas dicht i.v.m. zwarte donder-dag. We vervolgen onze weg over kasei-enstraatjes. De Spaanse invloeden zijn hier zo voelbaar. In een mooie kledingzaak kunnen Bas en ik het weer niet laten en slaan nog wat nieuwe kleren in voor ons-zelf. Van deze prijzen word ik wel vrolijk.

Page 28: Scheepsjournaal week 39

De meiden zijn er ondertussen wel klaar mee en willen lekker gaan picknicken. Dat gaan we na een korte bezichtiging van de Christ Chapel ook doen. We lopen niet terug naar de open vlakte, maar strijken neer aan de monding van de baai. We hebben uitzicht op de Bacardi fabriek. Deze industrie ziet er minder smaakvol uit dan de mar-keting van deze multinational. We eten lekker een broodje en Bas en ik verbazen ons weer over wat ze allemaal in het eten doen. Wat een boel ellende. Thuis let ik daar niet meer op. Ik weet van mijn dagelijkse boodschappen wel wat er gezond, minder gezond, ongezond en ronduit slecht is. Hier is dat weer anders en trappen we weer in de mooie etiketten. Ook zit hier in veel producten precies evenveel calorieën. Het lijkt wel alsof er echt productcategorieën zijn. Bizar. Onze lunch is lekker en als we klaar zijn, worden we gecomplimenteerd door de politieagent die al de hele tijd op het pleintje staat. Hij zegt dat pick-nicken the best way is om van het eten te genie-ten. We zitten op een schilderachtige plaats en het uitzicht is magnifiek. De kinderen kunnen spelen en eten (min of meer gezond). Wat leuk dat hij ons aanspreekt. Hij vraagt waar we van-daan komen en als we zeggen dat we uit Neder-land komen vraagt hij waar dat ligt, beneden in de Carieb of in Europa? Het lukt ons net om ons gezicht in de plooi te houden en te zeggen dat het in Europa is. We kletsen nog wat en dan wijst hij ons de weg naar het kasteel. Het blijkt dat als we vijf minuten verder waren gelopen, we er zouden zijn geweest. Op de open vlakte voor het fort is het nog drukker geworden. Het lijkt wel of heel de lokale bevolking is uitgelo-pen om te genieten van het mooie weer, de wind en elkaar. De meiden zien al de mooie vliegers.

Page 29: Scheepsjournaal week 39

Ze zien Nemo, vlinders, vierkanten, een clown, Cars, spong bob, een draak, roze, gele en allerlei andere vormen en kleuren. Zij willen het liefste hier blijven, maar we hebben bedacht dat we eerst het fort willen zien en dat we dan daarna op de vlakte gaan chillen. Ook voor dit fort geldt dat het imposant en indrukwekkend is. Er is daar een hele mooie vuurtoren en die moeten we natuurlijk even beklimmen.

Liedewij krijgt nog een echte uitbarsting. Ik heb geen idee waarom, maar vervelend is het wel. Alle mensen kijken, want ze staat onder aan de trap te krijsen en te gillen. Ik word daar soms wel moedeloos van. Ze kan zich dan niet uiten, ze laat zich niet troosten en Bas en ik snap-pen er niks van. Het lijkt wel of ze een knopje heeft, want als het dan na veel vijven en zessen weer goed is, dan is ze als een blad van de boom gedraaid. Nu is er zelfs een mevrouw met wie ze hand in hand huilend naar boven komt. Het hoge woord komt eruit. Ze wilde niet naar het fort en daarom doet ze zo! “Je weet toch ik klein ben..... Dat weet je toch!”. We praten even met haar en als het weer goed is, dan kan ze wel meegenieten van al het moois dat we zien. Er staan van die grote verrekijkers waar je lekker er mee weg kan kijken. Bas gooit er wat geld in en zo zien we stippen aan de horizon veranderen in boot-jes. Frederique komt het me trots vertellen. Ik raap ondertussen een steentje op van de vloer, onze verzameling wordt steeds groter. Na het bezoek ploffen we neer op de vlakte. We zitten en genie-ten van het hier zijn. Frederique is aan het turnen en ze knopen mijn slipper ook nog aan een touw-tje om er mee te gaan vliegeren. Bas en ik dro-men over waar we allemaal nog naartoe gaan en willen.

Page 30: Scheepsjournaal week 39

We bedenken dat we zeker naar Ile a Vache willen en dat we daarna een open plan hebben. Afhankelijk van de wind gaan we naar Jamai-ca, Cuba of meteen naar de Bahama's.

De windward passage, tussen Haïti en Cuba is van zuid naar noord een moeilijke! De heersende wind is noord noord/oost en de stroming komt ook uit het noorden. Dus de meeste tijd moet je heel hard wer-ken om door de passage heen te komen. Waarom gaan we dat toch doen vraag ik me nu al af???? Pffff ik denk er maar niet teveel aan. We willen gewoon heel graag naar Ile a Vache zullen we maar zeg-gen. Het is veel te lekker en we hebben geen zin om weg te gaan. Toch pakken we onze spulletjes en gaan we weer lopen. Het is dat we nog zo ver terug moeten rijden, anders.... Kinderen spelen in de fon-tein en wij passeren nog meer mooie gebouwen met een rijke (koloniale) geschiedenis. Zo was Puerto Rico zelfs bijna Nederlands geweest, want ook wij Hollanders hebben hier in 1625 gevochten en veel levens verloren.... We lopen door de smalle straatjes en worden door bijna iedereen be-groet. Blond haar en blauwe ogen kennen ze hier echt niet. Dus de meiden worden heel hartelijk welkom geheten. Iedereen draait voor ze om en wil ze aanschouwen. Het lijken wel wereldwonderen. Dat zijn ze natuurlijk ook! We knippen wat leuke plaatjes en Bas ziet een mooie glimmende fiets en een oud menneke. Deze man staat zijn fiets heel hard te poetsen dat is een schattig plaatje. Oude man, nieuwe hippe (retro) fiets. Bas erop af om te vragen of hij een foto mag maken. Tuur-lijk, de man is zo trots op zijn fiets. Deze fiets is namelijk al 53 jaar oud! Zo'n mooie oude fiets hebben we nog nooit gezien. Bas moet ook met de fiets op de foto en de man maakt een foto. Zo leuk.

Page 31: Scheepsjournaal week 39

We zijn bijna bij de auto en nemen afscheid van deze schitterende stad, met Spaanse invloeden. Niet voor niks wapperen er hier drie vlaggen. We hadden ons hier nog makkelijk een dag kunnen verma-ken. De weg terug vinden we niet zo heel snel en we zitten echt midden in de spits. We rijden via de hotelwijk Condado en na veel zoeken vinden we de afslag naar de snelweg. Ruim een uur later zijn we bij de boot. We eten snel iets en dan hop naar bed, lekker slapen. Wat is het toch heerlijk om op reis te zijn!

Page 32: Scheepsjournaal week 39

Vrijdag 29 maart

We zijn vandaag later. Ontbijten doen we voor de verandering weer eens aan een gedekte tafel in plaats van tafelkleed en gesmeerde bo-terhammen door papa en mama. Liedewij wil dan ook lekker zelf sme-ren en dan duurt het ontbijt gewoon weer wat langer. We ruimen ook de boot een beetje op, want na al de lange dagen hebben we alles wel neergezet, maar is er nog niks opgeruimd. Zo komen we straks ten-minste in een opgeruimde, voor zover dat kan, boot terug. Als ik buiten kom zie ik de Annalena ook liggen. Zij zijn gisteren de baai binnenge-lopen, maar het was al donker toen wij gisteren terugkwamen en dus zagen we ze niet. Gerard komt even langszij en we kletsen bij over de afgelopen dagen. Frederique zegt tegen Gerard dat zij ons achtervol-gen. De laatste baaien komen ze iedere keer een of twee dagen na ons binnen. Leuk om even te kletsen over waar zij zijn geweest en waar ze naartoe gaan. Hun nieuwe plan is Miami. Ik moet er hartelijke om lachen. Alle boaties die, net als wij een open plan hebben, wijzigen iedere keer hun plan. Heerlijk, Miami dus leuke variant op alle andere heerlijke varianten. Wij gaan naar de kant en Bas gaat de in het havenkantoor even de au-toverhuur bellen, want we willen de auto nog wel een paar dagen lan-ger huren. We vinden Puerto Rico zo leuk en we hebben nog zoveel niet gezien dat we nog een paar dagen extra blijven. Na dat belletje bedenkt Bas dat hij eigenlijk vergeten te zeggen is dat we een raar geluid horen in de auto. Dus bellen we opnieuw. Sidney besluit maar meteen een nieuwe auto te komen brengen. Wat een ser-vice. We moeten wel een kwartiertje wachten. De wissel gaat erg goed. We krijgen nu een iets kleinere auto en mogen de auto een dag langer gebruiken als discount. Super gaaf. Daarna wil Bas de coast-guard bellen om te vragen of we hier uit kunnen klaren. Nou uitklaren kan gewoon telefonisch. Bijzonder. Weg mag je zo, maar waag het niet om er ongevraagd in te komen. In het havenkantoor hangt trou-wens nog een folder van de border protection.

Page 33: Scheepsjournaal week 39

Zo 'n boot zijn wij dus 's nachts tegengekomen. Veel later dan ge-hoopt gaan we weer op pad. Ook nu zijn de plannen weer te ambiti-eus. Van wat we bedenken blijkt driekwart te veel als het niet meer is. We gaan richting het zuiden. De afstanden zijn veel langer dan ver-wacht, dus we zijn uiteraard veel later dan verwacht in San German. Het lijkt wel of we in het wilde westen terecht zijn gekomen. Het lijkt wel een decor uit de film. Het is zo schilderachtig. Het stadje stamt uit 1573 en heeft een hele koloniale kern. Aan de pleintjes staan heel veel mooie gekleurde huisjes met rabatdelen en houtsnijwerk. Veel is door de tijd heen toch intact gebleven en er staan ongeveer 249 ge-bouwen in het nationale register van historische plaatsen. We zijn verbaasd, want we hebben dit niet verwacht. Het is vandaag goede vrijdag en dat is hier een nationale vrije dag. Op het eerste pleintje (Plaza Santo Domingo) staat de kerk Porto Coeli. Het is een sombere maar mooie kerk (1606) met een rijke historie. Onder de kerk zijn blijkbaar allemaal gangen die tot onder de stad lopen. Deze gangen zijn door de nonnen en paters gebruikt. Op het volgende pleintje staat een grote partytent. Hier staat een plaatselijk opvanghuis voor kinderen (Portal di Amor) die door het verkopen van lekker lokaal eten geld in zamelen. Wat een mooi doel. We besluiten om na het rondje dat we gaan wandelen hier iets te eten. In de kerk is het erg druk. Mensen bidden, kletsen, bereiden zich voor op de zeven woorden van Jezus die dadelijk uitgesproken gaan worden. Ook wachten ze op de processie van vanavond. De beelden die straks op de schouders worden gedragen, staan al in de kerk omringd door een bed van bloemen. Iedereen is vriendelijk en groet ons. Ze vragen waar we vandaan komen en we praten over de mooie kerk die ze aan het renoveren zijn. Zo mooi. Wat een sfeer. Dus dit is de bedoeling van goede vrijdag. Alle beelden zijn nog steeds afgedekt met paarse doeken. We lopen verder en ach-ter de kerk staan weer een aantal dames te koken. Ook weer voor een goed doel. Weer lokaal eten.

Page 34: Scheepsjournaal week 39

We kiezen ervoor om hier wat hartige lokale lek-kernijen te eten en straks op het plein het zoet. De dames zijn alleraardigst en ze verontschuldi-gen zich voor hun gebrekkige Engels. Helemaal niet nodig, wij zijn te gast en wij moeten maar Spaans leren. Het is erg lokaal allemaal en het ontdekkingsgevoel is groot, we zijn op reis en we ondernemen. Zo ontzettend leuk. Dit geeft zoveel energie. We eten de hapjes op. We hebben empanadillas met vis en met pizza-vulling. Ook hebben tengeltjes met maisdeeg en bruine balletjes met Yuka. Tot slot hebben we viskoekjes. Wat lekker allemaal. Alles is natuur-lijk gefrituurd en de geïmproviseerde keuken staat simpelweg in de achtertuin van de kerk. Ik krijg de recepten voor de maisstengeltjes en de empanadillas. Deze recepten moeten we eens uit gaan proberen, ze smaken erg goed namelijk. Na hier natuurlijk weer veel te lang te hebben gezeten lopen we verder door deze kleurrijke stad. Terug op het grote plein voor de kerk krijgen de meisjes van een mevrouw een plak cake. Zij betaalt aan het goede doel. De mensen zijn hier zo lief. Ik had ze liever nog iets hartigs gegeven, maar een gegeven paard..... Bas en ik eten Puertoricaanse rijst, met vis en bonen. Er komt een pastasalade bij. Wat heb-ben we het goed he! Op een bankje op het pleintje eten we alles op en we kijken onze ogen uit. Leuk, leuk, leuk! Toch nemen we afscheid, want we willen naar het strand om te gaan vlie-geren. Het wordt Boqueron. Althans dat is de bedoeling. Het strand vinden we niet. Even leek het erop dat we er waren, maar het was er zo druk dat we omgedraaid zijn en vervolgens het stadje in gereden zijn. Daar was het zo druk, stond iedereen op straat te drinken, te eten, te klet-sen, te leven, te, te, te gewoon van alles te doen.

Page 35: Scheepsjournaal week 39

Het is een mix van lokalen en toeris-ten. Het is een badplaats waar drin-ken tot een hogere kunst is verheven. Vol met kippetjes en haantjes. Door de drukte konden wij natuurlijk nooit van ons leven doorrijden en deden we er een uur over om het stadje uit te komen. Als de missie niet het strand was, dan waren we zeker te weten gestopt, maar de meiden zijn

echt aan eens strandje toe. Dus we rijden door. We varen letterlijk langs de Westkust (de Mona Passage) omhoog. Hier niks azuurblauwe kust, al-leen maar veel golven en bruin water. Dat bruine komt door de golfslag. Het ziet er imposant uit. We zoeken nog steeds een strand en worden steeds benauwder dat we het niet gaan vinden. Achterin voelen ze ook de teleurstelling. Kathelijn en Liedewij maken veel ruzie. Blijkbaar heeft Ka-thelijn nu weer iets gezegd dat Liedje niet aanstaat en ze zegt na veel mopperen "lafaard". Bas en ik kijken elkaar aan en hebben een binnen-pretje. Wat een woord voor zo'n kleine. Ze weet niet eens wat het bete-kent. In de auto wordt het steeds minder gezellig, want de plek om te vlie-geren wordt niet gevonden. Kathelijn oppert om dan maar naar San Juan te gaan om daar te gaan vliegeren. Nou dat is wel te ver weg! Wat dan? Het weer wordt ook slechter. Dan maar terug naar de boot. Dan zijn we ook een keer op tijd thuis en kunnen de meiden op tijd naar bed. Kathelijn zegt dat ze het een afgrijselijke dag vindt, omdat we niet hebben kunnen vliegeren. Als we bijna bij San German zijn, slaan we toch weer af. De boot kan nog wel even wachten. De processie begint om 17u en dat is na-tuurlijk wel iets heel speciaals om te zien. We parkeren onze auto. Het is al een stuk drukker dan vanmiddag en we lopen naar het pleintje. Daar is het heel druk. We horen muzikanten oefe-nen voor de processie. Het duurt en duurt. De mis is nog bezig. De kerk zit afgeladen vol. Iedereen ziet er mooi aangekleed uit en wij hebben alle be-kijks met onze blonde haren, slippers en korte broek. Iedereen is vriendelijk en groet. We voelen ons ontzettend welkom op dit eiland.

Page 36: Scheepsjournaal week 39

Bas maakt op een gegeven moment de op-merking dat we waarschijnlijk nog niet ont-haast zijn als het wachten al meer dan een uur wordt...... Hij is er zelf bijna klaar mee. We wachten op de trap voor de kerk en heb-ben uitzicht op de kraam waar het goede doel zijn waren aanprijst. Zegt Frederique: “het is druk he". "ja, het is er inderdaad druk" zeg ik. Zegt ze heel bijdehand “zullen wij ze ook nog een keer steunen?". Heerlijk. We halen wat nachos en smikkelen deze lekker op. Precies op tijd begint de processie. Het is een hele optocht. De kruisiging wordt uitgebeeld. Aan het begin lopen priesters hardop te bidden. De misdienaars lopen voorop met kaarsen. Dan volgt het kruis dat gedragen wordt door

veel jeugdigen. Heel veel kerkgangers lopen mee in de processie. Langs de weg staan er ook veel te kijken. Na het kruis, volgt Jezus aan het kruis. Hij ziet eruit alsof hij het naar zijn zin heeft. Nou dat niet hele-maal, maar ik vind het een mooi plaatje. Overal zit muziek tussen en vervolgens komt Jezus in een glazenkistje voorbij. Wat zal het zwaar zijn om dit op je schouders te dragen. De mannen poseren voor de fo-to. Ze zijn trots op wat ze aan het doen zijn. Maria sluit de gelederen. Indrukwekkend om te zien. Wij kennen dit helemaal niet. Hier doet ieder stadje het en gaat het eeuwen terug. De processie hier wordt al meer dan 200 jaar gelopen. We halen nog een paar empanadillas en lopen terug naar de auto. Het is al zo laat. Dan blijkt dat we de processie kruisen en we zien alles nu vanaf een hele goede plek. We worden aangesproken door een man en een vrouw. Ze kennen Nederland wel en we praten wat. De moeder van de vrouw komt erbij staan en we krijgen nog wat tips over must do's. We raken hier in dit mooie land niet uitgekeken. Als we weglopen, vraagt Kathelijn wie die mensen waren. Dat weten we niet zeggen we. "Waarom praatten ze dan met ons?". " omdat de mensen hier vriende-lijk zijn. Terug in de auto eten we een broodje en de empanadillas. Als we dan dadelijk op de boot zijn, kunnen de meiden meteen naar bed. Dat moet ook wel, want morgen gaan we vroeg op pad. Op weg naar de grot-ten.....

Page 37: Scheepsjournaal week 39

Zaterdag 30 maart

De dag begint ongelofelijk vroeg, want vandaag gaan we naar het noorden van het eiland. Alles is even snel, want ook al zijn de afstanden hier niet groot, het kost gewoon heel veel tijd om van A naar B te komen. Er lopen eigenlijk maar twee goe-de snelwegen en die lopen van San Juan naar Ponce en van Ponce verder naar het westen. Ergens halverwege stopt de weg dan ook weer. Vanaf Ponce loopt er ook wel een snelweg naar het noorden, maar die stopt halverwege en dan kom je echt op bergweggetjes terecht.

Het maken van een tijdsinschatting is dus niet altijd makkelijk. Dus Fre-derique eet snel haar cornflakes met yoghurt, de meiden eten een boter-ham. Dat gaat niet zo heel snel, dus de zoete boterhammen gaan in de tas mee. We zijn zo vroeg omdat we naar de grotten (Parque las Caver-nas del Rio Camuy) willen. Dit is het op twee na grootste grottenstelsel ter wereld. Er zijn hier wel meer dan 220 grotten. Het kan er druk zijn en de wachtrij soms wel twee uur, dus hoe eerder we er zijn hoe beter. Toch blijf ik me verbazen, we weten ondertussen wel dat de wegen niet zoals in Nederland zijn, maar het valt weer tegen. Qua afstanden valt het wel mee, maar dat stuk waar de snelweg ophoudt is echt zo smal, zo'n kronkelweg, zo bergachtig. Allemachtig, het duurt wel heel lang. Het landschap is wel weer schitterend, maar we zien het bijna niet, omdat we een doel hebben waar we naartoe willen. We krijgen er wel een punt-neus van, want we dachten dat het een uur rijden zou zijn. We zijn al an-derhalf uur onderweg en het ziet er nog niet naar uit dat we er al zijn. Dan zie ik toch weer een mooi uitzichtpunt voor een foto. We stoppen even en ik stap uit voor de foto's. Bas draait de auto ondertussen even. Er komen mij twee mannen tegemoet gelopen, Uiterst vriendelijk. Een van de twee stopt voor mij. Hij heeft een kopje in zijn hand en laat het mij ruiken. Ik sla echt steil achterover. Wat is dat nu weer? Ik zeg dat ik denk dat het rum is. Nee, dat is het niet en ik moet een slokje nemen, het is echt nog geen 9u. Een slok doe ik niet. Ik nip wat en sta helemaal in brand wat een sterk spul. Het is real mountain liquor.

Page 38: Scheepsjournaal week 39

Home made in de underground, uiterst illegaal dus hier de bergen. Ongelofelijk. De man is echte een kletskop. Dat is grappig. Als Bas eens komt kijken, noemt hij Bas een White man. Ook Bas moet proeven van dat sterke spul. Je neusgaten gaan er van open staan. Hij komt uit Amerika en heeft hier een heel stuk grond met wat oude huisjes erop.

Op alle huisjes staat Se Vende, te koop. Hier is het leven goed zegt hij. Nou dat geloven we. Hij praat aan een stuk en lacht breeduit. Wat een figuur zeg. Hij nodigt ons uit voor vanavond, want dan is er live muziek hier in het dorpscafé. Wij willen verder, want de grotten wachten, maar het is moeilijk om afscheid te nemen. We horen een vrachtwagen aan-komen. Ze toeteren hier non stop om hun komst aan te kondigen en je wil ze hier echt niet voor je hebben, dus dat is een mooi excuus om weg te gaan. De bergweg stopt gelukkig snel en we komen weer op een stuk snelweg uit. Helaas is het voor een kort stuk en dan gaan we de bergen weer in. Het landschap verandert zienderogen. Het wordt glooiender. De regenwouden maken plaats voor akkerbouw een zelfs veeteelt. De koeien onderweg lijken wel de Nederlandse. We rijden door de Karsten regio. Dit zijn kalksteenlandschappen met grotten en heuveltjes. Als je erdoorheen rijdt is het weliswaar heel mooi, maar het is het meest indrukwekkend als je het vanuit de lucht ziet (wij hebben het op een film gezien). Dan zie je pas hoe veel heuveltjes er zijn. Al de heuveltjes lijken wel slagroom op de tiramisu.

Na twee en half uur zijn we dan bij de grotten. Nu blijken ze niet eens open te zijn. Er zijn vannacht namelijk een paar bomen omgevallen en die versperren de weg. Ook fijn. De treintjes kunnen nu niet naar de grotten rijden. Dan gaat het ook nog regenen (en dan gaan ze ook niet naar beneden) dus zo wachten we wel eventjes. Ik denk dat we een uur hebben moeten wachten en dan gaat het eerste treintje naar beneden. Wij kunnen gelukkig meteen mee. Het is het wachten meer dan waard. we gaan naar Cuevas Clara de Enpalma. We wandelen op ons gemak door de 52m hoge grot heen. Wij lopen (uiteraard) weer achteraan. De meiden zijn druk met hun audio geluidsspeeltjes. De mijne doet het niet, dus ik maak de foto's.

Page 39: Scheepsjournaal week 39

Bas heeft overigens heel veel pijn in zijn arm, dus die wordt aan alle kanten ontzien. Hij kan zijn rech-terschouder/arm al een paar dagen helemaal niet bewegen. Hij heeft geen bewegingsvrijheid.

Het gaat ook niet over. Vanmorgen heeft hij advies aan Ellen en Jan gevraagd, want zo kunnen we ook niet varen. Gestart met heftige pijnstillers en dat merkt hij goed. Hopelijk wordt het nu snel beter. Misschien blijven we nog wat langer in Puerto Rico, maar dat vinden we gelukkig allemaal geen straf.

De grotten zijn zeer de moeite waard. De druipsteenformaties zijn im-mens groot. Voor ons loopt een Amerikaans stel en zijn zoeken vooral de diertjes. Dus die krijgen wij ook te zien en zij lichten ons met hun meegebrachte zaklamp erg goed bij. Zo krijgen we een hangende vleer-muis, spinnen en krekels op de foto. Goed idee om een zaklamp mee te brengen.

Page 40: Scheepsjournaal week 39

Na de grotten gaan we naar de grootste enkelvoudige radiotelescoop ter wereld. We gaan naar het Arecibo Observatory. Deze telescoop hangt aan drie dikke ka-bels die vastzitten aan mogotes (torens) en richt zich op een schotel die groter is dan twee voetbalvelden. Het onderzoek en de mogelijkheden van deze telescoop zijn on-gelofelijk. Ze bewaken de ruimte. Ze on-derzoeken onze planeten, het heelal, de werking van de ruimte en alles beyond our dreams. het museum dat erbij is, geeft veel informatie. ook voor de kinderen is er veel te zien en te beleven. Wat fijn om weer in een echt museum te zijn. Even de herse-nen trainen en informatie opdoen. De mei-den vragen honderduit en wij antwoorden waar we kunnen. Wat een fascinerende weten-schap. Dit gaat zoveel verder dan ik me kan voorstellen. Via radarsignalen hebben ze bijvoor-beeld een ruimtevaartuig in kaart gebracht. NASA dacht dat het in de problemen was (geen brandstof meer), maar ze wisten het niet zeker. Als ze zouden weten hoe snel het vaartuig draai-de, dan zouden ze weten hoe het met het ding ging. Dat hebben de wetenschappers van het Oberservatory dus in kaart gebracht en hierdoor wist NASA dat er voldoende brandstof was en dat het goed ging met het vaartuig. Zo gaat dat dus. Ook met radiogolven kunnen ze de vormen, dikte, dichtheid van meteorieten bepalen. Erg in-drukwekkend om te zien. Tijdens de presentatie zit Lijntje bij Bas en ze vraagt te hard iets, want het is in het Engels en daar snapt ze geen hout van. De man naast haar roept heel hard ssssst-tttttt en ze schrikt toch zo erg, het meiske. Bas is woest, maar houdt zich in. Lijn komt bij mij zitten uithuilen. Na de presentatie gaan we naar buiten om het immense dingen in leven de lijve te zien. Het is vier uur als we daar weg gaan.

Page 41: Scheepsjournaal week 39
Page 42: Scheepsjournaal week 39

Na een dagje zowel veel over onder ons als boven ons gehoord te hebben, is het tijd om met twee beentjes te landen op aarde en nog een uurtje te gaan shoppen. De meiden hebben nog wel wat nodig en waar kun je beter shoppen dan op Amerikaans grondgebied. We ko-men, serieus toevallig, bij een giga outlet mall uit. Hier kunnen we ze-ker slagen. We kopen schoenen en slippers voor ze en dan zie ik, en ik ben echt de enige, DE jurk voor Frederique. Ze heeft het er al zo lang over. Ik ben te blij voor haar dat ik hem zie. Althans gezien denk te hebben, want als ik hem echt gezien zou hebben zou ik mijn mond ge-houden hebben! Het is een jurk die maar over een schouder gaat en de andere loopt onder haar oksel door. Dus ik roep haar en ben blij voor haar. Ze is helemaal door het dolle. wat is ze toch blij. Eindelijk, de jurk! Bas kan me wel wat doen en als ik mijn ogen dan echt eens open doe, dan snap ik precies wat hij bedoelt. Ohhhh wat een jurk. Dit kan echt niet! Dat toetje...... We spreken af dat we eerst verder gaan kijken, in de hoop een mooiere tegen te komen. Dat doen we dus niet en uiteindelijk gaan we terug voor DE jurk. Alle drie krijgen ze iets naar keus. Ze zijn zo blij en wij ook voor hun! Time flies when you are ha-ving fun zullen we maar zeggen, want het is al bijna acht uur als we wegrijden. Nu moeten we dat hele eind nog terug. We moeten ook eten. Met pijn in het hart gaan we naar een fastfoodketen en daar be-stellen we iets gezonds. Water, sla, een paar frietjes en wat erbij. Zo kopen we ons schuldgevoel voor dit dinerfiasco af! We eten het in de auto tijdens het rijden naar de boot op. Voor we rij-den stoppen we ze in om te slapen. Onderweg rijden we ook nog een keer verkeerd door doordat de weg nog niet af is en al met al zijn we veel te laat terug op de boot.

Page 43: Scheepsjournaal week 39

Tot slot: planningen

Voordat je Nederland verlaat maak je een planning voor de reis. Een

jaarplanning in een grove vorm, om te zien wat binnen het bereik is en

wat niet. Hiermee wordt de route bepaald. Die route was thuis eigenlijk

nauwelijks een onderwerp van discussie, de route was zoals ze was.

Nu met de zeilers hier gaat er eigenlijk geen gesprek voorbij of we heb-

ben het over de planning. Hoe varen jullie? Wat denk je van die stro-

ming (niet te verwarren met de getijstromen zoals we die in Nederland

kennen. In de Carieb, dat wat wij hebben gezien, is weinig tot geen ver-

val, dus die stromingen tellen nauwelijks mee. Hier tellen de oceaan-

stromen.). De heersende wind is noordoost, hoe ga je daar tegenin va-

ren? Daar gaan de gesprekken dus meestentijds over. En of we elkaar

voor de Azoren nog gaan zien, want daarna is de kans niet meer zo

groot dat we iedereen nog tegen komen. Toch vaart iedereen hier zijn

eigen route. De planningen worden niet zomaar omgegooid om in flot-

tielje naar bijvoorbeeld Cuba te zeilen. Ieder vaart zijn eigen koers en

daar voelen we ons prettig bij. De mensen om ons heen blijkbaar ook,

want er is geen vast stramien hoe de tijd samen wordt ingevuld. Het

komt zoals het komt.