Schoolgids 's Gravendreef College Leidschendam 2015-2016

Interconfessionele school voor vmbo (kgt)

20152016

schoolgids 2009-2010.indd 1 15-07-2009 10:39:58

‘S GRAVENDREEF COLLEGE LEIDSCHENDAM

2

INHOUD

VOORWOORD 4

1. MISSIE EN VISIE 5

2. ORGANISATIE VAN HET ‘S GRAVENDREEF COLLEGE LEIDSCHENDAM Bestuur 7 Schoolleiding 7 Medewerkers met speciale taken 7 Mentoren 7 Docenten 8 Onderwijs ondersteunend personeel 8

3. PARTICIPATIE De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 9 De medezeggenschapsraad 9 Ouderavonden 9 Inzichtelijkheid cijfers en andere gegevens 9

4. DE INRICHTING VAN HET ONDERWIJS Onderwijs op het ‘s Gravendreef College Leidschendam 10 Vmbo 10 Kunst en cultuur 10 Open podium 11 Klassenuitjes 11 Huisvesting 11 Lestijden 11 Lessentabel Kader-Gemengd-Theoretisch 12 Lessentabel Basis 13 Overgangsnormen algemeen 14 Rapportcijfer - Jaarcijfer 14 Weging rapportperiodes 14 Taak 14 Herexamen 14 Doubleren 15 Procedure 15 Revisie 15 Tekorten 15 Vanuit brug 1 naar brug 2 15 Vanuit leerjaar 2 naar leerjaar 3 15 Vanuit 3-basis naar 4-basis 15 Vanuit 3-kader naar 4-kader 16 Vanuit 3-gemengd/theoretische leerweg naar 4-gemengd/theoretische leerweg 16 Doorstroomcriteria 4-vmbo-gt naar 4-havo 16 Proefwerken 16 Stage in 3e leerjaar vmbo 17 Maatschappelijke stage in 3e leerjaar vmbo 17

SCHOOLGIDS 2015-2016

3

5. BEGELEIDING Begeleiding in de brugklas 18 Begeleiding in de overige klassen 18 Leerlingvolgsysteem 18 Taal en rekenen 18 Decaan 19 Zorgadviesteam 19 Zorgcoördinator 19 Remedial Teacher 19 Centrum voor Jeugd en Gezin 19 Vertrouwenspersoon 20 Klachtenregeling seksuele intimidatie, pesten, discriminatie en geweld 20 Algemene klachtenregeling 21 Privacy 21 Schoolveiligheidsplan 21 Cameratoezicht in de fietsenstalling 21 Inspectie van het onderwijs 21

6. HUISREGELS Schoolregels van het GCL 22 Toelichting bij absenties 24 Toelichting bij te laat komen 24

8. ALGEMEEN Rapporten 25 Vakantieregeling 2015 - 2016 25 Standpunt van de onderwijsinspectie 25 Website 25 Ongevallen/aansprakelijkheidsverzekering / Ongevallenverzekering 25 Aansprakelijkheid 25 9. SCHOOLKOSTEN Vrijwillige ouderbijdrage 26 Reglement vrijwillige ouderbijdrage 27


4

VOORWOORD

Deze schoolgids geeft in grote lijnen aan hoe het onderwijs in onze school is ingericht en vanuit welke visie op de maatschappij en op onderwijs. Daarnaast treft u ook informatie aan over de schoolorganisatie en over allerhande regelingen die voor de school, de ouders en leerlingen van belang zijn. De schoolgids is vastgesteld door het College van Bestuur na instemming van de Medezeggenschapsraad.

De inrichting van ons onderwijs is gebaseerd op de idealen die ons voor ogen staan. Aan deze idealen kan inhoud worden gegeven door een positieve instelling van al die mensen, die met hun verschillende kwaliteiten elke dag onze school bevolken, vol levenslust en vertrouwen in een goede toekomst.

In de missie en visie van onze school is duidelijk uitgesproken dat de school actief wil werken aan een veilig schoolklimaat voor leerlingen en personeel. De component omgaan met elkaar, nl. elkaar als leerlingen en docenten ‘kennen’ en respectvol met elkaar omgaan, neemt daarin een belangrijke plaats. Mensen moeten in de school als naaste erkend worden, tot hun recht komen, zich geaccepteerd en veilig voelen. Wij werken aan een cultuur van openheid en samenwerking waarin alle betrokkenen openstaan en zorg hebben voor elkaar, waarin het belangrijk is dat docenten een band creëren met de leerlingen en van daaruit leerlingen benaderen.

Wij hopen met u (die bij onze school is betrokken) te werken in een plezierige sfeer, in openheid en eerlijkheid. Wij wensen iedereen die bij onze school betrokkenen is een succesvol en prettig schooljaar toe.

De schoolleiding


5

1. MISSIE EN VISIE

MISSIEWij willen met onze school de leerlingen door opleiding en vorming bijstaan op hun weg naar volwassenheid. Dit willen wij realiseren door een kleinschalig georganiseerde school te zijn, waar :• alle leerlingen en docenten gekend worden, zich veilig weten en oog voor elkaar hebben• nadrukkelijk gewerkt wordt aan optimale leerresultaten en de soepele doorstroom naar het vervolgonderwijs• een brede culturele vorming van alle leerlingen nagestreefd wordt.

VISIE OP DE MAATSCHAPPIJWij vinden het belangrijk om met respect open te staan voor ieders levensovertuiging en vanuit die visie een wezenlijke bijdrage te leveren aan het ontwikkelingsproces dat leerlingen doormaken tijdens hun voorbereiding op het leven in de samenleving. Vanuit het streven naar een betere wereld willen wij onze leerlingen een richting wijzen in het leven. Het is dit streven dat richting geeft aan ons onderwijs en mede onze keuze bepaalt voor de inrichting ervan. Op onze school leren wij de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden aan om daarmee toegerust op een zinvolle wijze om te gaan met de kansen en bedreigingen van onze dynamische samenleving. Onze school is een leer- en oefenplaats voor het hanteren van normen en waarden opdat de leerling als autonoom persoon een positief kritische visie op mens en samenleving kan ontwikkelen.

OP ONDERWIJS MET BETREKKING TOT KLEINSCHALIGHEIDWij bieden leerlingen en docenten een kleinschalige werkomgeving, zodat zij zich geborgen weten en de sociale controle en samenhang groot is. In een kleinschalige omgeving kunnen zij een directe invloed uitoefenen op de sfeer in de school. Voor het personeel schuilt het aantrekkelijke van kleinschaligheid ook in de omstandigheid dat veel beslissingen laag in de organisatie kunnen worden genomen. Het vereiste overleg komt naast het formele, vaak als vanzelf tot stand en wel op heel informele wijze.

MET BETREKKING TOT VEILIGHEIDWij werken actief aan een veilig schoolklimaat voor leerlingen en personeel. Daarvoor gelden binnen de school duidelijke regels en grenzen, kennen de leerlingen en docenten elkaar voldoende en gaat men vooral respectvol met elkaar om. Wij hechten dan ook aan vriendelijke omgangsvormen. Grof taalgebruik, brutale opmerkingen en dreigementen worden door ons niet getolereerd. De omgeving buiten de school heeft een grote invloed op de leerling: het gezin, de buurt, de vrienden en vriendinnen, alles wat via de media de huiskamer binnendringt. Sommige van onze leerlingen ondervinden op een of meer van deze terreinen onveiligheid. Ook al ligt de oorzaak van deze onveiligheid buiten de invloedssfeer van de school, toch willen wij binnen de school een zo veilig mogelijke omgeving creëren. Wij zullen dan ook bij de eerste signalen van gevoelens van onveiligheid actie ondernemen om de veiligheid te vergroten.

MET BETREKKING TOT RESULTAATGERICHT WERKENWij zetten ons optimaal in om iedere leerling, die na een zorgvuldige procedure is toegelaten, door te laten stromen naar de volgende fase van onderwijs of beroepsvoorbereiding. Wij doen alles wat in ons vermogen ligt om te voorkomen dat de leerling de school voortijdig verlaat. Wij hechten aan goede schoolprestaties, omdat deze de basis vormen voor een goede maatschappelijke positie. In nauw overleg met het vervolgonderwijs leren wij de leerling een verantwoorde keus te maken voor studie of beroep.Wij hebben niet alleen een hoog verwachtingspatroon van onze leerlingen, maar ook van elkaar, met betrekking tot ieders persoonlijk functioneren als pedagoog en als vakdocent. Ditzelfde geldt voor de onderwijsondersteunende medewerkers.


6

MET BETREKKING TOT HET OOG VOOR ELKAAR HEBBENIn een tijd van voortschrijdend individualisme vormen wij een leefgemeenschap waarin alle betrokkenen openstaan voor elkaar en zorg hebben voor elkaar. Mensen moeten in de school als naaste erkend worden, tot hun recht komen, zich geaccepteerd en veilig voelen. Wij werken aan een cultuur van openheid en samenwerking.

MET BETREKKING TOT CULTURELE VORMINGWij geven onze leerlingen een stevige culturele basis mee. Hoe iemand kunst en cultuur ondergaat, hangt af van zijn culturele bagage. Die krijg je mee van huis, van de straat en van school. Het is volgens ons van groot belang voor de samenleving om cultuureducatie stevig te verankeren in het schoolleven. Nieuwsgierigheid, verrassing, verwondering, gevoel voor schoonheid worden vooral gevoed door de cultuurschatten van het verleden en de hedendaagse kunst. Inzicht in de verschillende uitingsvormen van culturen over de gehele wereld zal het begrip daarvoor vergroten. Cultuureducatie biedt tevens een tegenwicht voor de toenemende verzakelijking en individualisering van de samenleving.

MET BETREKKING TOT BURGERSCHAPSVORMINGScholen hebben de opdracht het ‘actief burgerschap en de sociale integratie’ van leerlingen te bevorderen. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren; sociale integratie naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Concreet betekent dit dat het onderwijs:• er mede van uit gaat dat leerlingen opgroeien in een veelvormige samenleving• mede gericht is op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie• er mede op gericht is dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten.

Deze doelen zitten verweven in onze visie en worden geconcretiseerd in ons onderwijs. Voor wat betreft burgerschapsvorming en het ontwikkelen van sociale competenties en van de openheid naar de samenleving en de diversiteit daarin zie onder andere de doelen bij de maatschappelijke stage en de lessen Leefstijl. Het vak maatschappijleer o.a. richt zich op de overdracht van kennis, houdingen en vaardigheden die nodig zijn om als burger in een democratische rechtsstaat te participeren, met inbegrip van kennis over de hoofdzaken van de Nederlandse staatsinrichting.

Onze missie en visie vormen de uitgangspunten van ons schoolplan.


7

2. DE ORGANISATIE VAN HET ’S GRAVENDREEF COLLEGE LEIDSCHENDAM

BESTUURHet ’s Gravendreef College (verder GCL) maakt deel uit van de Scholengroep Spinoza. Het bevoegd gezag van de scholengroep wordt gevormd door het College van bestuur. Het toezicht is ondergebracht bij de Raad van toezicht.

Postbus 35, 2270 AA Voorburg

College van bestuur: De heer P. LamersVoorzitter van de Raad van toezicht: De heer M. van Dijk

SCHOOLLEIDINGDirecteur: de heer S. Dijkhuizen Afdelingsmanager brug 1 en 2: mevrouw L. Drabbe (plv-directeur) Coördinator brug 1 en 2: mevrouw Y. Wijnands Coördinator leerjaar 3 en 4: mevrouw I. Toneman

MEDEWERKERS MET SPECIALE TAKENDecaan: mevrouw L. VogelzangRemedial teacher: mevrouw L. VogelzangVertrouwenspersoon: mevrouw Y. WijnandsZorgcoördinator: mevrouw I. Toneman

MENTOREN Brug 1 1A mevrouw Y. Wijnands 1B mevrouw N. Vastenholt1A mevrouw Y. WijnandsBrug 2 2A de heer B. Matekovic2B mevr. L. Peute

Leerjaar 3 vmbo3A mevrouw M. de Weerd 3B de heer G. Roodbol

Leerjaar 4 vmbo4A mevrouw I. Toneman4B de heer M. Koene


8

DOCENTENVoor allen geldt: spreekuur na telefonische afspraak (telefoon 070 - 4199300). Het e-mailadres is: de afkorting + @sgcl.nl.

mevrouw S. Attia Engels attmevrouw F. el Baqqali Engels baqde heer M. de Beer wiskunde mbemevr. N. Chatoui drama chamevrouw J. Dessing biologie, mens en natuur desmevrouw K. van Herk Nederlands hrkde heer M. Koene geschiedenis, maatschappijleer, economie knemevrouw P van Koppen beeldende vorming, ckv kopde heer B. Matekovic techniek, wiskunde, rekenen mtkde heer C. van de Meij Nederlands meymevrouw L. Peute Duits ptede heer G. Roodbol lo rdbde heer B. Russel wiskunde rslmevrouw I. Toneman zorg en welzijn tnmmevrouw L. Vogelzang handel&administratie vgzmevrouw M de Weerd zorg en welzijn wrdmevrouw Y. Wijnands mens en maatschappij, mens en natuur wndmevrouw N. Vastenholt aardrijkskunde, mens en maatschappij vasde heer J. de Vries mens en maatschappij, economie vrimevrouw L. Vreugdenhil drama vdh ONDERWIJS ONDERSTEUNEND PERSONEEL Administratie mevrouw R. de Jong jnr

Applicatiebeheer de heer R. Kluiwstra klu

Conciërge de heer M. Janssen jns

Onderwijsassistentenmevrouw M. Kerger ker mevrouw M. de Weerd wrd

SysteembeheerDe heer R. Dijkman dkm


9

3. PARTICIPATIE

DE GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (GMR)Het GCL valt onder het bestuur van de Spinoza scholengroep. De tien verschillende Spinoza scholen zijn elk vertegenwoordigd in de GMR. Hier worden doorgaans bovenschoolse zaken besproken zoals het strategisch beleidsplan en de benoemingsprocedures voor directiefuncties. De verslagen van de GMR zijn te vinden op de site van de Spinoza scholengroep onder het kopje GMR.Zaken die het belang van het GCL direct aangaan, worden ook in de deelraad besproken. Voor het GCL is de heer van der Mey vertegenwoordiger in de GMR.

DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR) De school heeft een medezeggenschapsraad die bestaat uit leerlingen, ouders en docenten. Via deze raad hebben de verschillende geledingen invloed op de algemene beleidsvorming van de school. De MR wil een zo breed mogelijk overleg tussen allen die met de school te maken hebben, bevorderen. Het bevoegd gezag (het bestuur) behoeft bij belangrijke besluiten instemming of advies van de medezeggenschapsraad. De MR vergadert ten minste vijf maal per schooljaar. Contactpersoon is de heer van der Mey.

OUDERAVONDENOuderavonden vormen een belangrijk onderdeel van de ouderparticipatie. Ouderavonden bieden alle ouders de gelegenheid om in de school te komen. Op deze wijze kunnen zij, in samenspraak met schoolleiding en docenten, hun kinderen helpen bij hun ontwikkeling en groei naar volwassenheid. Ouderavonden zijn bijeenkomsten van ouders per klas of jaarlaag. Er wordt belangrijke informatie m.b.t. het onderwijs in de betreffende jaarlaag besproken in een algemeen gedeelte; daarna kunnen ouders ook kort de mentor persoonlijk spreken en eventueel een andere afspraak maken. Naast deze ouderavonden per klas/jaarlaag worden nog de volgende ouderavonden georganiseerd: na het eerste en tweede officiële rapport een tafeltjesavond, waarop de ouders maximaal drie docenten van hun zoon/dochter kunnen spreken en mentoravonden die na de toetsweken voor de examenklassen worden georganiseerd, waarop er gelegenheid is voor een gesprek tussen ouders/verzorgers en mentor.Als u als ouders daarnaast nog behoefte heeft aan een gesprek over de persoonlijke omstandigheden en/of de resultaten van uw kind, dan verzoeken wij u in eerste instantie een afspraak te maken met de mentor van uw zoon/dochter. Indien gewenst kan ook de coördinator als contactpersoon fungeren. Tel. 070 - 4199300.

INZICHTELIJKHEID CIJFERS EN ANDERE GEGEVENSAlle leerlingen krijgen aan het begin van het schooljaar een inlogcode en een wachtwoord waarmee ingelogd kan worden in ons schooladministratiesysteem Magister. Ouders krijgen een eigen inlogcode om in Magister in te loggen. Zo kunt u de vorderingen van uw kind volgen en zicht houden op de agenda, het rooster, de cijfers, absenties en verwijderingen.


10

4. DE INRICHTING VAN HET ONDERWIJS

ONDERWIJS OP HET ’S GRAVENDREEF COLLEGE LEIDSCHENDAMHet GCL is een relatief kleine school, waar plaats is voor zo’n 350 leerlingen. Er wordt onderwijs gegeven op vmbo-bkgt-niveau. Ons onderwijs kenmerkt zich door het behoud van goede zaken uit het traditionele onderwijs – zoals een deugdelijke instructie en begeleiding van het gedeelte zelfwerkzaamheid van de leerlingen tijdens de klassikale lessen van 45 minuten. Daarnaast is ons onderwijs ook vernieuwend: in klas een en twee van het vmbo worden de vakken biologie, verzorging, techniek en natuur- en scheikunde gecombineerd aangeboden in het leergebieden mens en natuur en natuur en techniek. Ook gaan de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en economie in de onderbouw samen in het vak mens en maatschappij.De stages in klas drie van het vmbo bereiden de leerling voor op (de keuze voor) het vervolgtraject van zijn opleiding en zijn toekomstige werkveld. De maatschappelijke stage in klas 3-vmbo verdiept de burgerschapszin van de leerling en draagt bij aan de ontwikkeling van normen en waarden.

VMBOOp het GCL worden met ingang van het schooljaar 2015-2016 twee leerwegen aangeboden: de kaderberoepsgerichte en de gemengd-theoretische leerweg. De leerlingen uit de basis-klassen kunnen hun opleiding gewoon op deze locatie afronden. Het vmbo kent een tweejarige brugperiode, dus de keuze voor de leerweg wordt pas aan het eind van klas twee gemaakt. Ook wordt dan de sectorkeuze, economie of zorg en welzijn, gemaakt. Aan het eind van het derde leerjaar GT kiezen leerlingen voor de gemengde- of de theoretische leerweg. De BL-leerlingen krijgen de sector zorg en welzijn aangeboden.De keuze voor een sector vindt ook in klas twee plaats. Voor de ambitieuze vmbo-leerling die een GL- of TL-diploma hebben behaald en voldoen aan de toelatingscriteria voor 4 havo is er de mogelijkheid door te stromen naar de havo op de locatie Leidschenveen.

KUNST EN CULTUURZoals in onze ‘missie en visie’ is aangegeven, zit cultuureducatie verankerd in ons onderwijs. Voor ons is het belangrijk de leerling ook een stevige culturele basis mee te geven. Buiten de kunstzinnige vakken, beeldende vorming, ckv en drama wordt ook in buitenlesactiviteiten veel aandacht aan cultuur besteed, bijvoorbeeld tijdens het Open Podium.Cultuureducatie achten wij van groot belang voor de samenleving. De basis voor het openstaan en begrip opbrengen voor culturele uitingen in de maatschappij krijg je mee van huis, van de straat, maar ook van school.


11

OPEN PODIUM Op het Open Podium is iedereen die kan zingen, dansen of acteren, welkom.

KLASSENUITJES Iedere klas kan samen met de mentor een klassenactiviteit voor de klas organiseren.

HUISVESTINGDe school is gehuisvest in een nieuw gebouw, waarin veel faciliteiten zijn opgenomen die passen bij het onderwijs aan onze school, zoals goed geoutilleerde praktijklokalen voor zorg & welzijn, handel & administratie en natuur en techniek.

LESTIJDENlesuur 1 08.10 – 08.55 uur lesuur 2 08.55 – 09.40 uur lesuur 3 09.40 – 10.25 uur

pauze 10.25 – 10.45 uur

lesuur 4 10.45 – 11.30 uurlesuur 5 11.30 – 12.15 uur

pauze 12.15 – 12.50 uur

lesuur 6 12.50 – 13.35 uurlesuur 7 13.35 – 14.20 uurlesuur 8 14.20 – 15.05 uur

pauze 15.05 – 15.15 uur

lesuur 9 15.15 – 16.00 uur


12

LESSENTABEL KADER-GEMENGD-THEORETISCH

1 KGT 2 KGT 3 KADER-EC 3 KADER-ZW 3 GT-EC 3 GT-ZW 4KADER 4 GT

aardrijkskunde 2 k 2 k 2 2 4 k 4 k

beeldende vorming 2 2

biologie 3 3 3 k 4 k

cult. kunstzinnige vorming

2 2 2 2

drama 2 2 1 1 1 1

Duits 2 2 3* 3* 4*

economie 2 3 3 3 k 4 k

Engels 3 3 3 3 3 3 4 4

geschiedenis 2 k 2 k 2 2 3 k 4 k

handel & administatie 10 4 10 k 4 k

lich. opvoeding 3 3 2 2 2 2 2 2

maatschappijleer 2 2 2 2

mens & maatschappij 3 4

mens & natuur 4 3

mentoruur 1 1 1 1 1 1 1 1

natuur & techniek 2 2

Nederlands 4 3 3 3 3 3 4 4

rekenen 2 1 1 1 1 1 1 1

sectororiëntatie 0,5

steunles taal 1 1 1 1 1 1

studievaardigheden 1 1

wiskunde 4 3 3 3 3 3 4 k 4 k

zorg en welzijn 10 4 10 k 4 k

*In derde klas een keuzevak vanaf schooljaar 2015-2016 en in de vierde klas vanaf 2016-2017


13

LESSENTABEL BASIS

2 BASIS 3 BASIS 4 BASIS

beeldende vorming 2

biologie 3 4

cult. kunstzinnige vorming 2

drama 2 1

Engels 3 3 4

geschiedenis 2 4 k

lich. opvoeding 3 2 2

maatschappijleer 2

mentoruur 1 1 1

mens & maatschappij 3

mens & natuur 4

natuur & techniek 2

Nederlands 3 3 4

sectororiëntatie 0,5

rekenen 2 1 1

steunles taal 2 1

studievaardigheden 1

wiskunde 3 3 4 k

zorg en welzijn 2 10 10

N.B. De school biedt de basisberoepsgerichte leerweg niet meer aan.


14

OVERGANGSNORMEN

ALGEMEENBij de overgang worden regels gehanteerd om vast te stellen of een leerling:• bevorderd kan worden• bevorderd kan worden met een taak• in aanmerking komt voor een herexamen• voorwaardelijke bevorderd kan worden• naar een andere opleiding bevorderd kan worden• mag doubleren.

De cijfermatige normen geven aan hoeveel tekorten een leerling mag hebben om naar een hoger leerjaar van dezelfde opleiding bevorderd te kunnen worden, dan wel wanneer de leerling in de bespreekmarge valt. Bij de beslissing aan het eind van het schooljaar spelen ook andere dan cijfermatige beoordelingen een rol. De volgende aspecten worden meegewogen:• inzet van de leerling• concentratievermogen • huiswerk• spullen• inzicht• de geschiktheidsuitspraken van de docenten t.a.v. de leerling.

RAPPORTCIJFER - JAARCIJFERHet rapportcijfer is het op een decimaal afgeronde gewogen gemiddelde van schriftelijke overhoringen en proefwerken.T.a.v. de bevordering wordt gekeken naar het jaarcijfer. Het jaarcijfer is het op een half cijfer afgeronde gemiddelde van de drie rapportcijfers. Leerlingen die in een vak het jaarcijfer 3 of lager behalen, kunnen niet zonder meer bevorderd worden.In dakpanklassen (klassen met twee opleidingsniveaus) krijgen leerlingen voor elk van de niveaus een rapport- resp. jaarcijfer.

WEGING RAPPORTPERIODESDe weging van de rapporten per periode is als volgt:• In klas 1: 1-2-2• In klas 2 en hoger: 1-1-1

TAAKEen taak kan opgelegd worden als de leerling bevorderd kan worden, maar naar het oordeel van de lesgevende docenten het minimale vereiste niveau in één of twee vakken niet gehaald heeft. De taak heeft dan vooral een remediërend karakter. Aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt door de vakdocent getoetst of de taak naar behoren is volbracht. Is de taak niet naar behoren voldaan, kan de schoolleiding de leerling de toegang tot de lessen ontzeggen tot het moment dat de leerling de taak wel voldoende heeft afgerond.

HEREXAMENDe lesgevende docenten kunnen de leerling een herexamen in één vak toestaan als hij door het afleggen van het herexamen het aantal tekorten met 0.5 dan wel 1 punt kan verminderen en daardoor bevorderd kan worden. De stof die in het herexamen wordt getoetst, wordt door de vakdocent en de coördinator vastgesteld. Het herexamen wordt afgelegd op de vrijdag voordat het nieuwe schooljaar begint. Bij de overgang naar leerjaar twee en drie wordt alleen in geval van langdurige ziekte een herexamen opgelegd.


15

DOUBLERENDoubleren is alleen bespreekbaar indien er sprake is geweest van langdurige ziekte of andere bijzondere omstandigheden die er toe hebben geleid dat de leerling onder zijn niveau heeft gewerkt.

PROCEDURENa bespreking van de leerling wordt de beslissing bij meerderheid van stemmen genomen en is deze bindend. Indien de vergadering dit wenst, kan de uitspraak ook een adviserend karakter hebben. De beslissing wordt in dat geval aan de ouders en de leerling overgelaten. Stemrecht hebben de docenten die de betreffende leerling hebben lesgegeven. Wanneer de stemmen staken, beslist de voorzitter van de vergadering.

REVISIEIndien de ouders van mening zijn dat bij de beslissing t.a.v. hun zoon of dochter bepaalde argumenten of gegevens niet zijn betrokken, kunnen zij een revisieverzoek bij de afdelingsmanager indienen. De afdelingsmanager bepaalt, na overleg met de mentor, of het verzoek aan de vergadering wordt voorgelegd. In de jaaragenda staat vermeld op welke datum het verzoek ingediend moet worden.De revisievergadering komt na de laatste rapportvergadering zo spoedig mogelijk bijeen. Na bespreking van de nieuwe argumenten of gegevens wordt de beslissing bij meerderheid van stemmen genomen en is deze bindend.

TEKORTENEen 5,5 levert 0.5 tekort opEen 5 levert 1 tekort opEen 4,5 levert 1.5 tekort opEen 4 levert 2 tekorten op, enz.

VANUIT BRUG1 NAAR BRUG2Om bevorderd te worden moet de leerling aan de volgende eis voldoen: niet meer dan 2 tekortenBij meer dan twee tekorten valt de leerling in de bespreekmarge.

VANUIT LEERJAAR 2 NAAR LEERJAAR 3Om bevorderd te worden moet de leerling aan de volgende gecombineerde eisen voldoen:niet meer dan 2 tekorten in niet meer dan twee vakkenIn alle overige gevallen valt de leerling in de bespreekmarge

VANUIT 3-BASIS NAAR 4-BASISIn het 4e leerjaar volgen de leerlingen 5 examenvakken:Sector zorg & welzijn: Ne + En + bi + zw + wi of ak.

Om bevorderd te worden moet de leerling aan de volgende gecombineerde eisen voldoen:• in de examenvakken niet meer dan 1 tekort• de vakken ckv en lo zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed” • ma 1 moet minimaal een 6 zijn.

N.B. het vak z & w telt tweemaal mee.In overige gevallen valt de leerling in de bespreekmarge


16

VANUIT 3-KADER NAAR 4-KADERIn het 4e leerjaar volgen de leerlingen 5 examenvakken:Sector zorg & welzijn: Ne + En + bi + zw + wi of gs of ak. Sector economie: Ne + En + ec + ha + wi of gs of ak.

Om bevorderd te worden moet de leerling aan de volgende gecombineerde eisen voldoen:• in de examenvakken niet meer dan 1 tekort• de vakken ckv en lo zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed” • ma 1 moet minimaal een 6 zijn.

N.B. de vakken z & w en h & a tellen tweemaal mee.In overige gevallen valt de leerling in de bespreekmarge

VANUIT 3- GEMENGD/THEORETISCH NAAR 4-GEMENGD/THEORETISCHIn het 4e leerjaar volgen de leerlingen zes examenvakken:

Om bevorderd te worden, moet de leerling aan de volgende gecombineerde eisen voldoen:• in de examenvakken niet meer dan 1 tekort• over alle vakken niet meer dan 4 tekorten• de vakken ckv en lo zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed”• maatschappijleer moet minimaal een 6 zijn.

In overige gevallen valt de leerling in de bespreekmarge.

DOORSTROOMCRITERIA 4-VMBO-GT NAAR 4-HAVO BINNEN DE SCHOLENGROEP SPINOZAOp basis van de toelatingscode overstap vmbo naar havo is het volgende afgesproken:1. Het gemiddelde van de afgeronde eindcijfers (SE- en CSE-vakken) 4-vmbo-GT is minimaal 6,8 over de 7 vakken die relevant zijn voor de doorstroom naar 4-havo. ‘Relevant’ betekent in dit geval dat de vakken in de havo worden gekozen;2. Geen tekort in de eindcijfers;3. Het cijfer voor de rekentoets vmbo-t (2F) is voldoende;4. Een positief havo-advies van de vmbo-school/afdeling;5. Er is sprake van een passend vakkenpakket voor het havoprofiel.

PROEFWERKEN De leerlingen die om welke reden dan ook een proefwerk hebben gemist, melden zich de eerstvolgende les bij de betrokken docent om een afspraak te maken om het gemiste proefwerk in te halen. Om tot een dergelijke afspraak te komen, is het noodzakelijk dat de leerling de absentie op de juiste wijze heeft verantwoord. Aan het begin van het schooljaar wordt bekend gemaakt op welke dag proefwerken ingehaald kunnen worden. Gemaakte proefwerken worden in het algemeen aan de leerlingen meegegeven. De betrokken docent bepaalt of hij/zij ook de opgaven meegeeft. In geval van het niet meegeven van de opgaven, geeft de docent deze ter inzage, wanneer ouders of verzorgers hier om vragen.


17

STAGE IN 3E LEERJAAR VMBOIn het derde jaar gaan leerlingen in januari twee weken op beroepsstage. Deze leerwerkperiode wordt georganiseerd om de leerlingen kennis te laten maken met het werkveld waar ze na het vmbo eventueel in verder willen gaan. Door een periode te werken, krijgen leerlingen hier een veel beter beeld van. Leerlingen ondervinden aan den lijve hoe zwaar, leuk, vervelend, interessant, spannend of veelzijdig het werk is. Onderwerpen die anders in de les aan de orde waren gekomen, leren ze nu op een heel andere manier in de praktijk. Vakopdrachten vormen een belangrijk onderdeel van de stage, leerlingen worden hier ook op beoordeeld. Het spreekt voor zich dat de stage tijdens de (mentor)lessen goed wordt voorbereid en na de stage wordt geëvalueerd.

MAATSCHAPPELIJKE STAGE IN 3E LEERJAAR De maatschappelijke stage richt zich op twee doelstellingen: enerzijds leerlingen een vorm van buitenschools leren aan te bieden en leerlingen door het doen van vrijwilligersactiviteiten actief kennis te laten maken met allerlei (buitenschoolse) aspecten van de maatschappij. Daardoor wordt hun maatschappelijke betrokkenheid en hun besef van normen en waarden vergroot en actief burgerschap gestimuleerd. Anderzijds levert een dergelijke stage een bijdrage aan het vergroten van de aantrekkelijkheid van het onderwijs: leren door zelf te doen, leren, samen met anderen. Alle derde klassen van het vmbo doen deze stage: tussen oktober en mei vullen de leerlingen van klas 3-vmbo circa 25 uur met een maatschappelijke stage. De maatschappelijke stage wordt bij voorkeur in de vorm van vrijwilligerswerk buiten school verricht, ofwel in de vorm van vrijwillige inzet bij (maatschappelijke) evenementen die komend van buiten plaatsvinden binnen school(verband). De maatschappelijke stage maakt deel uit van het vak maatschappijleer. De stage zelf vindt plaats buiten lestijd, maar het reflecteren op en het uitwisselen van ervaringen vinden plaats binnen lestijd. Ook werken de leerlingen aan een praktische opdracht over de maatschappelijke stage die meetelt bij het vak maatschappijleer.Het is de bedoeling dat leerlingen in eerste instantie zelf naar een stageplaats zoeken, maar op school kunnen ook een aantal adressen van instellingen geraadpleegd worden. De stage moet minstens ‘voldoende’ afgerond worden. Beoordelaar is: de begeleidende docent maatschappijleer die de opdracht van de leerling, waarin de leerling verslag doet van zijn ervaringen en reflectie daarop, beoordeelt.


18

5. BEGELEIDING

BEGELEIDING IN DE BRUGKLAS

MENTOR Iedere brugklas of groep heeft een eigen mentor. De mentor is de belangrijkste persoon voor de leerlingen. Hij begeleidt de leerlingen en onderhoudt contacten met andere docenten en ouder(s)/verzorger(s). De leerling kan met vragen of problemen altijd bij de mentor terecht. In de mentorlessen besteedt de mentor aandacht aan sociaal-emotionele vaardigheden aan de hand van de methode Leefstijl. Daarnaast bespreekt hij/zij met de klas alle zaken die leerlingen tegenkomen en onderneemt zo nodig actie.De mentor is ook betrokken bij het organiseren van activiteiten voor de klas. Voor vragen en bij bijzonderheden kunt u altijd contact opnemen met de mentor. De mentor geeft studielessen waarin de leerlingen de beginselen van succesvol studeren aangeleerd wordt. Vooruit kijken en plannen met behulp van studiewijzers zijn belangrijke onderdelen van deze lessen. Daarnaast komen o.a. vaardigheden als samenvatten, schematiseren, enz. aan bod.

BEGELEIDING IN DE OVERIGE KLASSEN Elke klas of groep heeft een eigen mentor. Deze docent wijdt aan de klas bijzondere zorg, onderhoudt contact met de andere docenten en probeert een zo volledig mogelijk beeld van de leerling te krijgen. Hij zal de ouders dus het beste van dienst kunnen zijn als er inlichtingen worden gevraagd. Ter bevordering van de contacten tussen ouders en school worden er ouderavonden, mentoravonden en tafeltjesavonden georganiseerd (zie uittreksel jaaragenda).

LEERLINGVOLGSYSTEEMHet is van uitermate groot belang dat de mentor in staat is op elk gewenst moment een overzicht van het wel en wee van de leerlingen paraat te hebben. Op deze manier kan hij/zij de ouders te allen tijde hierover informeren. Ook kan dan op het juiste moment hulp geboden worden aan leerlingen met wie het niet zo goed gaat. We gebruiken een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem voor het vastleggen van allerlei relevante gegevens. TAAL EN REKENENDe overheid heeft in de wet voorgeschreven dat het niveau van taal en rekenen omhoog moet. Leerlingen worden in het examenjaar hier ook op getoetst. Om aan deze eisen te voldoen wordt er in de lessen nadrukkelijker aandacht besteed aan taal en rekenen. Bij taal ligt de nadruk op leesvaardigheid en woordenschat. Leerlingen die uitvallen op begrijpend lezen komen in aanmerking voor een steunles Nederlands. Rekenen is als apart vak aan de lessentabel toegevoegd. Daarnaast wordt ook gewerkt aan rekenvaardigheden bij wiskunde en verschillende vakken.

DECAANIn de eerste plaats is de decaan er om leerlingen te helpen bij het kiezen van een sector, een vakkenpakket, een profiel dan wel een vervolgopleiding. De decaan geeft ook voorlichting op ouderavonden en beantwoordt vragen van ouders en leerlingen op het gebied van schoolkeuze en/of vervolgopleidingen.Vanaf leerjaar twee staat het sectororiëntatie op het programma. Hieronder vallen alle lessen en opdrachten die in het teken staan van de keuzes die de leerlingen moeten maken. In de mentorlessen van het tweede leerjaar vmbo wordt het beroepskeuzedagboek met de leerlingen behandeld. Aan de orde komen o.a. de keuzemogelijkheden in en buiten de school, de persoonlijke interesse in combinatie met de prestaties, de voor- en nadelen van sectoren/profielen. Leerlingen leggen al doende digitaal hun eigen toekomstdossier vast.Verder zal de decaan de leerlingen op de hoogte brengen van open dagen van vervolgopleidingen, de stage in de derde klas vmbo begeleiden en zo nodig assisteren bij het organiseren van meeloopdagen op het mbo.


19

ZORGADVIESTEAM (ZAT)De afdelingsmanagers, de zorgcoördinator van school, de leerplichtambtenaar, een schooolmaatschappelijk werker en de sociaal jeugdverpleegkundige van de GGD vormen samen het zorgoverleg. In dit team worden leerlingen besproken voor wie bijzondere extra zorg nodig is. Wanneer de reguliere begeleiding voor deze leerlingen niet voldoende is, wordt er met elkaar gezocht naar de beste vorm van hulp. Dat kan ook hulp van externe deskundigen betekenen.

ZORGCOÖRDINATORDe zorgcoördinator is degene die de zorg rondom een leerling coördineert. Wanneer de mentor vaststelt dat er extra hulp noodzakelijk is, kan hij de zorgcoördinator inschakelen. Deze stelt de hulpvraag vast, maakt in samenwerking met de andere leden van het zorgoverleg een zorgplan en houdt de continuïteit in de gaten. In veel gevallen zoekt hij/zij in het kader van het zorgplan passende en deskundige hulp buiten de school. Al deze stappen worden gezet na overleg met en toestemming van de ouders. Het privacyreglement dat opgenomen is in het Schoolveiligheidsplan van het ’s Gravendreef College is leidraad in de omgang met vertrouwelijke gegevens van de leerlingen. De zorgcoördinator van het GCL is mevrouw Toneman.

REMEDIAL TEACHERDe remedial teacher draagt zorg voor een aantal onderwijsondersteunende activiteiten.Sommige leerlingen hebben op leergebied wat extra begeleiding nodig om zich optimaal te kunnen ontplooien. Daarnaast besteedt hij/zij zorg aan de volgende aspecten: • aansturen van het vaardigheidsprogramma• uitvoering geven aan het dyslexieprotocol• indien nodig onderzoek bij leerproblematiek• aansturen van het rekenbeleid• Indien noodzakelijk verwijst hij/zij door.De remedial teacher van het GCL is mevrouw Vogelzang.

CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN (CJG)Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk Soms is informatie, advies of ondersteuning welkom of nodig. In Leidschendam-Voorburg is één centraal punt voor alle vragen over opvoeden en opgroeien: het centrum voor jeugd en gezin (CJG).Binnen het CJG is veel kennis en ervaring aanwezig over opvoeden en opgroeien. Diverse organisaties werken er samen onder één dak. Dat heeft als groot voordeel dat u snel antwoord op uw vragen krijgt en dat er meteen hulp aanwezig is, als dat nodig is.

Een antwoord op al uw vragenBij het CJG kan iedereen terecht met vragen over opvoeden en opgroeien. Heeft u bijvoorbeeld vragen over gedrag, gezondheid, voeding, relaties of psychische problemen met betrekking tot uw kind? De medewerkers van het CJG en het jeugdteam kunnen veel vragen beantwoorden, of weten wie u verder kan helpen. U hoeft het dus niet zelf uit te zoeken. De hulpverlening of adviezen vanuit het CJG zijn gratis en vrijwillig en als u dat wilt anoniem.Veel informatie over opvoeden en opgroeien van jongeren tot 23 jaar staat ook op www.cjg-lv.nl en/of www.jalp-lv.nl.


20

CJG OP SCHOOL De intern begeleider/zorgcoördinator van de school werkt nauw samen met de schoolmaatschappelijk werker en een consulent vanuit het samenwerkingsverband PO of VO. Ook de Jeugdgezondheidszorg en de leerplicht zijn aanwezig in de scholen. Soms zijn er vragen die de inzet van nog meer deskundigen nodig hebben. Dan is de schoolmaatschappelijk werker de verbinding naar het jeugdteam en de andere partijen in het CJG. Hulp vanuit het CJG wordt altijd in overleg met én na toestemming van de ouders en de jongere, ingezet. Dit geldt ook voor een aanvraag bij het jeugdteam. Het jeugdteam heeft veel expertise in huis, zoals lichte opvoedondersteuning, ambulante hulpverlening en jeugd geestelijke gezondheidszorg, waarmee veel vragen binnen het team beantwoord kunnen worden. Ook het jeugdteam is vrij toegankelijk.

JongerenJongeren van 12 tot 23 jaar kunnen ook zelf met hun vragen bij het CJG terecht. Als je ergens mee zit kan je dat natuurlijk op school met de zorgcoördinator of het schoolmaatschappelijk werk bespreken. Maar als je het juist prettig vindt met iemand te praten die je (nog) niet kent, kan je contact zoeken met het CJG, of een van de jongerenwerkers van Sport en Welzijn.

Centrum voor Jeugd en GezinPrinsenhof 4G2263 EV Leidschendam14070 www.cjg-lv.nl

VERTROUWENSPERSOON De vertrouwenspersoon is mevrouw Wijnands. Zij is het aanspreekpunt voor klachten. Bij haar kunnen leerlingen en ouders (en medewerkers) terecht voor zaken van seksuele en discriminerende aard die men vertrouwelijk wil bespreken.

KLACHTENREGELING SEKSUELE INTIMIDATIE, PESTEN, DISCRIMINATIE EN GEWELD Ouders/verzorgers, leerlingen en personeelsleden kunnen een klacht indienen over gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag of het personeel, waaronder discriminatie, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door het bevoegd gezag of het personeel.Voor het afhandelen van die klachten is het bevoegd gezag aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie. Het is echter gebruikelijk om eerst op de school zelf te proberen de klacht bespreekbaar te maken.

De scholengroep Spinoza onderscheidt twee groepen van klachten: • klachten betreffende seksuele intimidatie, pesten, geweld en discriminatie• overige klachten.

Voor beide categorieën geldt dat, wanneer de afhandeling door de school, met in laatste instantie de schoolleiding, niet naar tevredenheid is verlopen, de klager in beroep kan gaan bij het bevoegd gezag van de school. En in laatste instantie is er de landelijke klachtencommissie:

Bureau Landelijke Klachtencommissie en KringrechtspraakPostbus 6942270 AR Voorburg070 - 386 16 [email protected]@kringenrechtspraak.org

Voor de volledige tekst van de klachtenregeling zie www.scholengroepspinoza.nl


21

ALGEMENE KLACHTENREGELING Voor overige klachten kan men zich wenden tot: • de mentor • de afdelingsmanager • de directie• het bestuur

Klachten die naar de mening van ouders/leerling niet naar behoren zijn opgelost, kunnen worden onderworpen aan het objectieve onderzoek van de klachtencommissie, waarbij de school is aangesloten (zie boven).

PRIVACYDe school publiceert geregeld beeldmateriaal (foto’s, filmpjes) van leerlingenactiviteiten, o.a. op de website van de school. Het spreekt vanzelf dat hierbij de uiterste zorgvuldigheid wordt betracht. Mocht u desondanks bezwaren hebben tegen publicatie, dan kunt u dit kenbaar maken bij de schoolleiding. Voor ons privacyreglement zie ook ons Schoolveiligheidsplan.

SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN Elke school heeft de plicht zaken op het terrein van sociale en fysieke veiligheid van personeelsleden en leerlingen goed te organiseren en zorgvuldig in te bedden in de school. Het gaat dan om zaken als het zorgplan, het ontruimingsplan, privacy- en klachtenregelingen, maar ook om protocollen met betrekking tot pesten en grensoverschrijdend gedrag. Deze zijn vastgelegd in het Schoolveiligheidsplan van het GCL.

CAMERATOEZICHT Ter bevordering van de veiligheid heeft het GCL camera’s rond de fietsenstalling, in de gangen, in het computerlokaal geplaatst. Het gebruik van camera’s wordt door de school noodzakelijk gevonden om belangen en eigendommen van leerlingen en medewerkers te behartigen en waar nodig te beschermen. Uit artikel 8 sub f van de wet bescherming persoonsgegevens kan worden afgeleid dat het plaatsen van camera’s in het kader van het veiligheidsbelang van de school is toegestaan. In een protocol (opgenomen in het veiligheidsplan van de school) zijn de afspraken vastgelegd met betrekking tot gebruik van de camera’s, het bekijken van beelden en de opslag van beeldmateriaal.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJSAls de school, de vertrouwenspersoon en de klachtencommissie u niet kunnen helpen en u toch met vragen blijft zitten, kunt u terecht bij de inspectie van het onderwijs.

Dit kan op onderstaande manieren:e-mail: [email protected]: www.onderwijsinspectie.nltelefoon: 0800-8051 (gratis)

Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111


22

6. HUISREGELS

Veel regels zijn overbodig als we ons laten leiden door het volgende:Wees vriendelijk voor elkaar en respecteer de ander. Werk eraan mee dat de school een vriendelijke, veilige en nette omgeving is.

SCHOOLREGELS ’S GRAVENDREEF COLLEGE LEIDSCHENDAM

1. RESPECT VOOR ANDEREN Iedereen moet zich op het GCL thuis voelen. Wij laten anderen in hun waarde en houden rekening

met elkaar. Wij pesten dus niemand en zorgen er voor dat een ander geen last van ons heeft. Jongens en meisjes worden gelijk behandeld. Spreek docenten en andere medewerkers van de school correct aan.

2. LAAT SCHOOL WETEN WAAR JE (ONDER SCHOOLTIJD) BENT Als je ziek bent, moeten je ouders dat melden tussen 07.45 – 09.00 uur. De telefoonnummers staan

in de gids en op de website. Als je weer beter bent, neem je een briefje van je ouders/verzorgers mee met daarop de reden waarom je er niet was. Zonder briefje wordt je afwezigheid altijd als ongeoorloofd geregistreerd. Maak afspraken met bijvoorbeeld (tand)artsen zo veel mogelijk buiten schooltijd. Lukt dat een keer niet, vraag dan van te voren schriftelijk toestemming. Als je op school ziek wordt, vraag je aan de coördinator of afdelingsmanager toestemming om naar huis te gaan. Als je die krijgt, melden we dat aan je ouders. Als je thuis bent, moeten zij dat telefonisch laten weten aan de administratie.

3. KOM OP TIJD OP SCHOOL EN IN DE LES Wij zijn op tijd aanwezig in de lessen en zorgen er voor dat we alle benodigde spullen bij ons hebben.

4. VERWIJDERING UIT DE LES Als je uit de les wordt verwijderd, haal je een verwijderingsformulier bij de dagwacht.

Na de les meld je je bij de docent en je bespreekt de reden van je verwijdering.

5. CONFLICTEN Heb je een probleem in de klas of daarbuiten bespreek dat dan met je mentor.

Hij/zij is de aangewezen persoon om daar samen met jou een oplossing voor te vinden. Op school lossen we problemen op door erover te praten. Ben je zelf vaak aanleiding van een conflict dan nemen we contact op met je ouders/verzorgers.

6. ETEN EN DRINKEN De kantine is de plaats waar je kunt eten en drinken. In de lokalen en op de gangen is dat niet

toegestaan. Het is prettig om je lunch in een schone omgeving te eten. Houd de kantine dus netjes en gooi al je afval in de daarvoor bestemde bakken. In school eet je geen kauwgom.

7. ROKEN Op het GCL is roken door leerlingen in en rond de school niet toegestaan.

8. PAUZES EN TUSSENUREN Als je in brug 1 en 2 zit, breng je de pauzes door in de kantine.

Het is niet toegestaan om in de gangen van de school te komen tijdens de pauzes. Tussenuren breng je door op de daarvoor aangewezen plek.


23

9. TELEFOONTJES, IPODS. Telefoontjes, iPods en andere elektronische gadgets zijn in het klaslokaal uitgeschakeld en niet zichtbaar

en hoorbaar. Dit geldt vanaf het moment dat je de school binnenkomt. De school aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid bij diefstal of vermissing van deze spullen. Docenten nemen telefoontjes en iPods die tijdens de les aanstaan in bewaring en kunnen om 16:00 uur bij afdelingsmanager opgehaald worden. De school is niet aansprakelijk als je een mobile kwijtraakt. We vergoeden dus niets.

10 JASSEN EN PETTEN In school zijn petten af en jassen uit en worden in de lockers gedaan of opgehangen.

11. COMPUTERS, NETWERK EN INTERNET. Op het GCL werk je dagelijks met computers. Een pc is een kwetsbaar én kostbaar apparaat en we

verwachten dat je dat met zorg behandelt. Voor je er mee gaat werken controleer je of er zichtbare beschadigingen zijn. Als dat het geval is, of als de pc niet goed werkt, meld je dat meteen aan je docent. Het is niet toegestaan om het systeem te gebruiken op een manier die de programma’s schade kan toebrengen. Je gebruikt de pc voor je schoolwerk, je mag dus niet mailen en chatten met je vrienden.

12. BESCHADIGINGEN, VERLIES EN DIEFSTAL Het opzettelijk beschadigen of vernielen van eigendommen van school of van je medeleerlingen wordt

bestraft. Je ouders/verzorgers moeten de schade vergoeden. Bij verlies of diefstal van je eigen spullen is de school niet aansprakelijk. Respecteer eigendom van anderen. Diefstal is een ernstig vergrijp dat niet past in de veilige omgeving, het wordt dan ook zwaar bestraft en kan zelfs tot verwijdering van de school leiden. Op het GCL mogen kluisjes ongevraagd worden geopend en jassen en tassen worden gecontroleerd. Indien nodig gebeurt dat onder toeziend oog van de politie.

13. EEN VEILIG GEVOEL OP SCHOOL Op onze school moet iedereen zich veilig voelen. Het bezit van wapens en vuurwerk en het gebruik

van (verbaal) geweld is dan ook ten strengste verboden. Leerlingen die gewelddadig zijn of een wapen bij zich hebben, worden bij de politie aangegeven. Er wordt een proces-verbaal opgesteld en verwijdering van school kan volgen. Alcohol en drugs zijn verboden in de school en in de nabijheid van het schoolgebouw. Leerlingen die drugs bij zich dragen en aan anderen drugs aanbieden/verkopen, binnen of buiten de school, worden bij de politie aangegeven. Er wordt een proces–verbaal opgesteld en verwijdering van school kan volgen.

14. ALS ER LESSEN UITVALLEN 1 Als je in klas 1 of 2 zit, ga je wanneer er een les uitvalt naar het lokaal dat bij de roosterwijzigingen

vermeldstaat. Je werkt dan in het lokaal onder begeleiding van de docent die invalt. 2. Als je in klas 3 of 4 zit, ga je naar de aula. Daar ga je rustig en zelfstandig aan het werk.


24

Toelichting bij punt 2, Absenties1. Als je van tevoren weet dat je één of meerdere lessen moet verzuimen, vragen je ouders/verzorgers

dit per mail aan. Als hierdoor een proefwerk uitvalt, spreek je met je docent van dat vak af wanneer je het proefwerk maakt.

2. Als je ziek bent, meldt een van je ouders/verzorgers voor aanvang van de lessen de absentie naar [email protected] of belt naar school. Als je beter bent, moeten je ouders even bellen of mailen.3. Als je een proefwerk gemist hebt, ga je naar je vakdocent. Je maakt dan samen met hem een afspraak

voor het inhalen van het proefwerk.4. Als je een schoolexamentoets hebt gemist, lever je bij je afdelingsmanager meteen als je beter bent,

een brief in van je ouders waarin staat dat je ziek geweest bent. Vermeld ook de schoolexamentoets die je gemist hebt. Een formulier hiervoor kun je downloaden vanaf de site.

5. Als je om één of andere reden eerder weg moet uit school, meld je dat bij de receptie.6. Als je niet aan de gymnastieklessen mag deelnemen, lever je van te voren bij de docent l.o. een briefje

van je ouders/verzorgers in. Je meldt je wel iedere gymnastiekles bij de docent l.o.. Wanneer je een langdurige blessure hebt, kan er alleen in overleg met de docent en de afdelingsmanager een andere afspraak gemaakt worden.

7. Onterecht verzuim (spijbelen) wordt altijd gemeld aan de leerplichtambtenaar. De gemiste lestijd moet je dubbel inhalen.8. Afspraken voor het bezoek aan een arts worden zoveel mogelijk op een tijdstip buiten de lesuren

gemaakt. Indien dit niet mogelijk is, wordt de afspraak van tevoren schriftelijk gemeld.9. Elke leerling is verplicht op de sportdagen of tijdens andere evenementen die tijdens schooltijd (8.15 uur -16.00 uur) worden georganiseerd, aanwezig te zijn. Toelichting bij punt 3, Te laat komen1. Als je te laat komt, meld je je eerst bij de receptie. Daar krijg je een te-laatbriefje. Als je het lokaal binnengaat, laat dan je briefje aan de docent zien. Als je meer dan tien minuten te laat komt, kan het zijn dat je de les niet meer in mag. 2. Op school wordt de zgn. ‘3 – 6 – 9 – 12-regel’ gehanteerd. Dat houdt het volgende in: bij 3x te laat

moet een leerling een uur nakomen; na 6 x wordt een brief naar ouders gestuurd waarin staat dat hun zoon/dochter al 6x te laat was en dat dit wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. Ouders wordt verzocht om met hun kind te praten om dit te doen stoppen. Ook wordt gewaarschuwd dat als het te laat komen aanhoudt, wij melding moeten doen bij leerplicht; bij 9x te laat doen wij inderdaad melding bij leerplicht. In het algemeen stuurt leerplicht een waarschuwingsbrief naar de ouders; bij 12x te laat sturen wij opnieuw een melding als het te laat komen doorgaat.

Leerplicht roept de ouders + leerling dan op en vaak volgt dan een verwijzing naar HALT. Voor de echte volhouders volgt daarna uiteraard weer een melding en dan zullen ouders een proces-verbaal krijgen. Wat betreft de melding aan LEERPLICHT telt het “te laat” komen voor een heel schooljaar. Wat

betreft NABLIJVEN telt het per periode.

Toelichting bij punt 5, conflictenAls je de klas wordt uitgestuurd, verlaat je -zonder discussie- direct het lokaal en meld je je bij de dagwacht op de begane grond. Dan vul je het formulier ‘Eruitgestuurd’ in. Dat geef je aan de vakdocent die jou eruit gestuurd heeft. Daarna ga je rustig aan het werk op de plek die de dagwacht je aanwijst.


25

7. ALGEMEEN RAPPORTEN De rapporten worden gemaild naar ouders en leerlingen op de in de jaaragenda vermelde data.

VAKANTIEREGELING 2015-2016Herfstvakantie ma 19 oktober 2015 t/m vr 23 oktober 2015Kerstvakantie ma 21 december 2015 t/m vr 1 januari 2016Voorjaarsvakantie ma 22 februari 2016 t/m 26 februari 2016Goede Vrijdag vr 25 maart 20162e Paasdag ma 28 maart 2016Meivakantie ma 25 april 2016 t/m vr 6 mei 2016Tweede Pinksterdag ma 16 mei 2016Zomervakantie ma 11 juli 2016 t/m vr 19 augustus 2016

STANDPUNT VAN DE ONDERWIJSINSPECTIE: Vakantiedata kunnen door de ouders niet eigenmachtig worden gewijzigd. De leerlingen zijn verplicht alle lessen te volgen en aan alle activiteiten deel te nemen. Afwijkingen die niet met goedkeuring vooraf van de schoolleiding tot stand zijn gekomen, gelden als ongeoorloofd schoolverzuim en worden gemeld aan de leerplichtambtenaar.

WEBSITEDe website informeert leerlingen en ouders over zaken die op de korte termijn in school belangrijk zijn. Deze informatie wordt wekelijks op de site geplaatst. Verder treft u daar alle informatie m.b.t. de organisatie en het onderwijs op de school aan. Ook roosterwijzigingen worden op de website gezet.

ONGEVALLEN/AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING

ONGEVALLENVERZEKERINGDe school heeft een collectieve ongevallenverzekering voor alle leerlingen afgesloten. Deze verzekering dekt de financiële gevolgen van lichamelijk letsel als gevolg van ongevallen die gebeuren tijdens de schooluren en op weg naar en van school. Beschadigingen aan bril, fiets of kleding vallen niet onder de dekking. De uitkeringen zijn aan een maximum gebonden. In voorkomende gevallen dient u de administratie binnen 48 uur na het ongeval bericht te geven. Ongevallenformulieren zijn bij de administratie van de school verkrijgbaar.De collectieve verzekering uit de vrijwillige ouderbijdrage biedt slechts een minimale dekking. Het is bewust beleid van het bestuur van de school om slechts een beperkte verzekering af te sluiten. Deze dient slechts als vangnet, voor het geval er onverhoopt geen andere dekking zou zijn. De ouderraad is het eens met dit beleid.

AANSPRAKELIJKHEID De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan of ontvreemding van eigendommen van leerlingen. Dat geldt ook voor goederen in de lockers of voor in beslag genomen mobiele telefoons. Bij vermoeden van diefstal wordt u verzocht zo snel mogelijk de schoolleiding te informeren. Van diefstal wordt aangifte gedaan.


26

8. SCHOOLKOSTEN

VRIJWILLIGE OUDERBIJDRAGEHet verzorgen van goed onderwijs is een dure aangelegenheid. Het overgrote deel van deze kosten neemt de overheid voor haar rekening. Niet alle kosten van een school voor voortgezet onderwijs worden echter door het Rijk gesubsidieerd. Daarnaast worden al jaren de materiële kosten door het Rijk niet geïndexeerd. Toch willen we graag het aanbod van de school zo gevarieerd mogelijk houden. Daarom doen wij voor een beperkt deel van onze kosten een beroep op de ouders. We doen ons uiterste best deze vrijwillige ouderbijdrage zo laag mogelijk te houden.

De toelating tot de school, het reguliere onderwijs of de examens is vanzelfsprekend niet afhankelijk van de betaling van de vrijwillige ouderbijdrage. De vrijwillige ouderbijdrage bestaat uit de navolgende onderdelen:

ALGEMENE BIJDRAGEUit deze bijdrage worden de kosten betaald voor de volgende activiteiten:• kosten informatievoorziening via internet (Magister)• open podium, • sportactiviteiten en interscolaire toernooien• excursies, voorstellingen en tentoonstellingen• jaarboek• workshops, culturele activiteiten, Sinterklaas en Kerst • kosten van ouderavonden, aankleding van het gebouw, • een aanvangstegoed voor printen/kopiëren• diploma-uitreiking• collectieve ongevallenverzekering

Het algemene deel van de ouderbijdrage bedraagt € 95,- per leerling. Alle bovengenoemde schoolzaken en bijzondere activiteiten worden door allen die bij onze school betrokken zijn als zeer waardevol ervaren. Zonder de algemene bijdrage zou een behoorlijke versobering moeten worden doorgevoerd in deze ‘extra’s’.

LOCKERLeerlingen wordt, ter voorkoming van diefstal of beschadiging van jassen, tassen, boeken etc., aangeraden gebruik te maken van een locker. Deze locker wordt door de school beschikbaar gesteld tegen betaling van een bijdrage van €12,50 per schooljaar. Leerlingen moeten zelf een slot aanschaffen. Voor leerlingen die geen gebruik maken van een locker, zijn in de gemeenschappelijk toegankelijke ruimten van de school kapstokken beschikbaar. Hoewel de school zich inspant diefstal of beschadiging van het eigendom van leerlingen te voorkomen, kan daarvoor minder goed worden gewaakt, wanneer geen locker wordt gebruikt.

INSTEMMING OUDERGELEDINGVoor de vaststelling of wijziging van de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage en voor de vaststelling of wijziging van de bestemming van die bijdrage is de instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad nodig. De bijdrage voor het schooljaar 2015-2016 is vastgesteld in de vergadering. van de medezeggenschapsraad op 30 juni 2015. In dezelfde vergadering is ook ingestemd met de hoogte van de borg.


27

BOEKENHet bevoegd gezag stelt elk jaar gratis de voorgeschreven lesmaterialen ter beschikking. Daarvoor ontvangt de school een financiële bijdrage van het rijk.

Tot behoud van de goede staat van de ter beschikking gestelde lesmaterialen, stelt de school het op prijs wanneer de ouders deelnemen aan de borgsomregeling van de school. De borg bedraagt €75,-. De deelname aan de borgsomregeling is niet verplicht. Ouders die niet deelnemen aan de borgsomregeling, zullen onvertraagd de bestelde lesmaterialen ontvangen. Indien de boeken aan het eind van het schooljaar beschadigd worden ingeleverd, stelt de boekencoördinator de hoogte van de schade vast. De schade dient aan de school betaald te worden.

Er zijn ook lesmaterialen, waarvoor de school geen rijksbijdrage ontvangt. Denk daarbij aan atlassen, woordenboeken, rekenmachines e.d.. Deze kunnen dan ook door de school niet gratis ter beschikking worden gesteld.

REGLEMENT VRIJWILLIGE OUDERBIJDRAGE GCL1. De hoogte van de ouderbijdrage mag voor ouders en leerlingen geen belemmering vormen om he

verplichte onderwijsprogramma te volgen. Daarom spant de school zich in om de ouderbijdrage zo laag mogelijk te houden met behoud van kwaliteit.

2. De ouderbijdrage aan het GCL heeft een vrijwillig karakter. Deelname aan een aantal activiteiten en gebruik van een locker vindt slechts plaats wanneer het daarop betrekking hebbende deel van de vrijwillige ouderbijdrage wordt voldaan. Voor deze faciliteiten zijn echter gratis alternatieven voorhanden.

3. De hoogte en de bestemmingen van de ouderbijdrage wordt elk jaar tijdig voor de start van het nieuwe schooljaar ter instemming voorgelegd aan de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad.

4. De vrijwillige ouderbijdrage is op aanvraag van de ouders door de school te specificeren.5. De toelating tot de school, het reguliere onderwijs of de examens is niet afhankelijk gesteld van

betaling van deze bijdrage.6. De school communiceert de hoogte en opbouw van de vrijwillige ouderbijdrage via diverse kanalen,

zoals de schoolgids, website, open dagen etc.7. Het bevoegd gezag stelt elk jaar gratis het voorgeschreven lesmateriaal ter beschikking, met

uitzondering van de lesmaterialen waarvoor de school geen rijksbijdrage voor ontvangt, zoals atlas, woordenboeken en rekenmachines.

8. Ouders hebben de optie te kiezen voor de borgsomregeling met betrekking tot de ter beschikking gestelde lesmaterialen. De borgsom bedraagt € 75,- voor de duur van de schoolcarrière. De borgsom is vastgesteld met instemming van de oudergeleding in de Medezeggenschapsraad. Deelname aan de borgsomregeling geschiedt op basis van vrijwilligheid.

9. Ouders kunnen een beroep doen op de kwijtscheldings- en reductieregeling t.a.v. de vrijwillige ouderbijdrage door voor 1 november schriftelijk een gemotiveerd verzoek hiervoor in te dienen bij de administratie van de school. De school zoekt in overleg met de ouders naar een oplossing op maat.

10. De school legt jaarlijks voor 1 november rekening en verantwoording af aan de oudergeleding van de MR over de feitelijke besteding van de ontvangen ouderbijdragen van het afgelopen schooljaar.

11. Dit reglement is samengesteld op verzoek van en vastgesteld met instemming van de oudergeleding in de Medezeggenschapsraad d.d. 30 juni 2015. Dit reglement heeft een geldigheidsduur van twee schooljaren.


28

’s Gravendreef College Leidschendam

Fluitpolderplein 9 • 2262 ED Leidschendam • telefoon: (070) 4199300 • e-mail: [email protected] • www.sgcl.nl

Documents

Schoolgids 's Gravendreef College Leidschendam 2015-2016