36
1 SCHOOLPLAN 2011 - 2014

SCHOOLPLAN 2011 - 2014Dit schoolplan geldt voor de periode 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2015. Doel van het schoolplan is om een beschrijving te geven van hoe onze school er op dit

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

1

SCHOOLPLAN

2011 - 2014

2

Hoofdstuk 1 INLEIDING 1.1. Doelen en functie van het schoolplan:

Christelijke basisschool Koningin Wilhelmina is een reguliere basisschool van leerlingen tussen de 4 en 12 en soms 13 jaar. Dit schoolplan geldt voor de periode 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2015. Doel van het schoolplan is om een beschrijving te geven van hoe onze school er op dit moment voor staat en om verantwoording af te leggen over onze beleidsvoornemens op de respectievelijke terreinen die worden onderscheiden binnen het domein van de kwaliteitszorg. Met name zal er aandacht zijn voor het onderwijskundig beleid en personeelsbeleid. Het schoolplan wil hiermee een document zijn in het kader van de kwaliteitszorg zoals dat binnen stichting LOGOS, het bevoegd gezag van onze school, is vastgelegd. Uitgangspunt hierbij is het strategisch beleidsplan van Logos 2011-2015.

1.2 Gebruikte diagnose instrumenten:

Met het team is de afgelopen schoolplanperiode geëvalueerd. In cursusjaar 2010-2011 heeft onze school de Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs gehanteerd voor het maken van een diagnose (momentopname) van, met name, het onderwijskundig- en personeelsbeleid. Ook zijn de onderdelen “vragenlijst personeel”, "vragenlijst ouders/verzorgers” en “vragenlijst leerlingen” gebruikt. Daarnaast is het inspectierapport 2010 gebruikt als analyse instrument voor ons actuele functioneren als organisatie en onze huidige ontwikkeling. Met de beleidsplanner van Beekveld en Terpstra als instrument hebben we vanuit deze bevindingen een SWOT- analyse gemaakt, waar kansen en bedreigingen omgezet worden in ontwikkelplannen en te behalen doelen. De beleidsplanner zal ook worden gebruikt om het traject van realisatie van de vastgestelde doelen te volgen en te evalueren. Waarbij wij onszelf steeds weer de vraag stellen: “Welke effecten leveren de gestelde doelen op?” Wij hebben voor de komende 4 jaar een, nadrukkelijk door het team gedragen, plan gemaakt. Het team voelt zich betrokken bij de schoolontwikkeling. Dat maakt dat wij het schoolplan beschouwen als een gedeelde verantwoordelijkheid, om te gebruiken als gezamenlijke opdracht voor de toekomst. Niet slechts als een wettelijke verplichting.

If we don’t get lost we’ll never find a new route

3

1.3 Procedure voor het vaststellen van het schoolplan:

Tijdens overlegmomenten van het team is tijdens schooljaar 2010-2011 input gegeven voor het nieuwe schoolplan. Einde schooljaar 2010-2011 is het schoolplan inhoudelijk in een algemene personeelsvergadering (APV) besproken en voorgelegd aan de medezeggenschapsraad (MR) ter instemming. Het bevoegd gezag heeft dit schoolplan vastgesteld.

1.4 Verwijzingen naar relevante documenten:

De school heeft een aantal documenten die relevant zijn in relatie tot dit schoolplan. - Met betrekking tot visie en strategie: 1. Strategisch beleidsplan 2011-2015 (LOGOS) 2. Schoolgids 2011-2012 3. Public Relations (PR) en marketing (LOGOS) 4. Sponsorbeleid (LOGOS) - Met betrekking tot leiderschap: 1. Relatie RVT – Bestuurder – Directeur (LOGOS) 2. Managementstatuut (LOGOS) 3. Directiestatuut (LOGOS) 4. Visie op middenmanagement (LOGOS)

- Met betrekking tot management van personeel: 1. Integraal personeelsbeleid (IPB) (LOGOS) 2. Gesprekkencyclus (LOGOS) 3. Regeling taakbeleid (LOGOS) 4. Arbo beleidsplan 2010-2015 (LOGOS) 5. Begeleiding nieuw benoemden (LOGOS) 6. Procedure werving & selectie (LOGOS) 7. Mobiliteit (LOGOS) 8. Competentiebeleid (LOGOS) 9. Regeling scholingsbeleid (LOGOS) 10. Bestuursformatieplan (LOGOS) 11. Schoolformatieplan 2011-2012 12. Invoering functiewaarderingssysteem primair onderwijs (FUWA PO)

- Met betrekking tot management van cultuur & klimaat: 1. Gedragscode (LOGOS) 2. Protocol AGPI (Agressie, Geweld, Pesten en Intimidatie) 3. Modelklachtenregeling (Besturenraad) 4. Schoolwerkplan 2011-2015 voor het team 5. Zorgplan 2011-2015

4

- Met betrekking tot management van middelen & voorzieningen: 1. Managementcontract 2. Meerjaren investeringsplan 2011 3. Jaarrekeningen 4. Procuratieregeling (LOGOS) 5. Route bij schade door vandalisme (LOGOS) 6. Nulmeting 2005

- Met betrekking tot management van primaire processen: 1. Reglement medezeggenschapsraad (MR) 2. Reglement gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) (LOGOS) 3. Reglement activiteitencommissie (AC voorheen ouderraad)

- Met betrekking tot waardering door klanten: 1. Vragenlijst “ouders/verzorgers” 2010-2011 2. Vragenlijst “leerlingen” (bovenbouw) 2010-2011 3. Imago-onderzoek LOGOS 2010 - Met betrekking tot waardering door maatschappij: 1. Inspectierapport 2010

- Met betrekking tot waardering door personeel: 1. Vragenlijst “personeel” 2010-2011 2. Zelfevaluatie personeel 3. Kwaliteitsmatrix

5

Hoofdstuk 2 SCHOOLBESCHRIJVING

2.1 Gegevens van de school:

Naam: Koningin Wilhelmina Brinnummer: 10 QY Bezoekadres: Drossaardslaan 70, 4143 BD Leerdam Postadres: Postbus 88, 4140 AB Leerdam Telefoon: 0345 - 632361 E-mail: [email protected] Website: www.wilhelminaleerdam.nl Denomintie: Protestants-Christelijk Directeur: Mevr. J. Bregman

2.2 Het bevoegd gezag - stichting LOGOS:

Sinds 1 augustus 2003 maakt onze school deel uit van LOGOS, stichting voor protestants-christelijk onderwijs in Gorinchem en Leerdam. LOGOS betekent in Grieks “woord”. De achtergrond van de naam is het, oorspronkelijk in het Grieks geschreven, evangelie van Johannes dat begint met: “In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden dat geworden is. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen (…)”. LOGOS heeft de volgende scholen onder haar bestuur: - De Noordhoek, christelijke school voor praktijkonderwijs, Gorinchem - De Cirkel, christelijke school voor zeer moeilijk lerende, Gorinchem - Beatrix de Burcht, christelijke school voor speciaal basisonderwijs, Gorinchem - Cbs De Tamboerijn, Gorinchem - Cbs De Regenboog, Gorinchem - Cbs Samen Onderweg, Gorinchem - Cbs Ichthus, Leerdam - Cbs Klim Op, Leerdam - Cbs Koningin Wilhelmina, Leerdam Stichting LOGOS heeft als doel de oprichting en instandhouding van scholen voor protestants-christelijk onderwijs in de gemeenten Gorinchem en Leerdam.

6

De missie van LOGOS:

“LOGOS biedt op haar scholen kwalitatief goed onderwijs vanuit de protestants-christelijke identiteit, zoals beschreven in haar statuten. Het onderwijs kenmerkt zich door een aanbod gericht op de mogelijkheden van het kind en het aanleren van de basisvaardigheden. Er is ruime aandacht voor het ontwikkelen van creatieve en sociale vaardigheden. De scholen bieden structuur en veiligheid en streven meetbare doelen na. Ze hebben oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en voeren een professioneel en betrouwbaar personeelsbeleid. Aan een goede samenwerking met alle participanten in en rond de school wordt actief gewerkt”. Het motto van LOGOS luidt: “Kwaliteit in breedte en diepte”. In het kader van enerzijds de bestuursfilosofie, besturen op hoofdlijnen, en anderzijds van de professionalisering van bestuur en management, heeft het bevoegd gezag een bestuurder benoemd:

De heer G.H. Ordelman. De adresgegevens van het bevoegd gezag zijn: LOGOS, stichting voor protestants-christelijk onderwijs Industrieweg 16 4143 HP Leerdam Telefoon: 0345 – 637980 E-mail: [email protected] Bestuursnummer: 41396

7

2.3 Christelijke basisschool Koningin Wilhelmina:

Onze school is een reguliere basisschool die op 1 oktober 2010 door 218 leerlingen werd bezocht. De leerlingen zijn verdeeld over 10 groepen. De leerlingen zijn ingedeeld in de groepen naar leeftijd (leerstofjaarklassensysteem). Afhankelijk van de specifieke onderwijsleerbehoeften van de leerling wordt hier vanaf geweken. Wij willen ons kenmerken door een school te zijn waar mensen (kinderen, ouders/verzorgers, leerkrachten en andere bezoekers) zich prettig voelen. Mensen moeten vrijheid en veiligheid ervaren en ook weten dat er geen sprake is van vrijblijvendheid. Kinderen en volwassenen leren het beste in een omgeving waar zij durven zichzelf te uiten. Waar mensen open en respectvol met elkaar omgaan. Een prettig pedagogisch klimaat waarbinnen samen geleefd en geleerd kan worden. Wanneer mensen zich op hun gemak voelen kunnen zij optimaal presteren. We merken bij kinderen veel concentratiestoornissen, een grote vraag naar flitsende beelden en drang naar afwisseling. Binnen onze school willen wij ervoor zorgen dat iedereen weet waar hij aan toe is. Structuur in afspraken en regels en het hanteren van normen en waarden brengt rust en duidelijkheid (zie bijlage 1: Zo doen wij dat). Het welbevinden is een kernwaarde voor onze school. Alleen het maken van afspraken en regels is niet genoeg. In een goede samenspraak met ouders/verzorgers, team en leerlingen blijven wij met elkaar werken aan het naleven van onze afspraken. Hierin ligt onze kerntaak. Het scheppen van een klimaat waar sprake is van een samenspel van orde, rust, vrijheid en regels, creativiteit, prestatiegerichtheid, het nemen en geven van verantwoordelijkheid, zelfstandig werken en samen werken.

Wij geven de kinderen een goede basis, door ons onderwijskundig steeds te blijven ontwikkelen. Het is de leerkracht, die zorgt voor de kwaliteit van het onderwijs. Met de invoering van Handelings Gericht Werken (hierna HGW) in 2008 zijn de contacten met de ouders/verzorgers de laatste jaren sterk geïntensiveerd. Wij hebben goed contact met het Heerenlanden College, een school voor voortgezet onderwijs in Leerdam. Er is regelmatig contact in uitwisselingen van informatie en door praktische uitwisseling van leerkrachten. Hierdoor willen wij samen de doorgaande lijn PO/VO versterken. Door de samenwerking met Syndion, de schoolbegeleidingsdienst vanuit het SBO en ambulante begeleiding vanuit het VSO kunnen wij een aantal leerlingen met speciale zorg binnen onze school begeleiden. Vanuit Auris (school voor kinderen met hoor en spraakproblemen) hebben wij 2 gastleerlingen. Een van hen is sinds een jaar definitief bij ons ingeschreven. Nu de uitgangspunten van HGW gestalten hebben gekregen binnen ons dagelijks onderwijs, gaan wij een koers uitzetten naar Opbrengst Gericht Werken (hierna OGW).

8

2.4 Situering van de school:

Onze school ligt op een “scholeneiland” midden in een woonwijk die gebouwd is in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. We beschikken daar over 10 lokalen en een speellokaal. De laatste 2 jaren werd dit lokaal gebruikt als RT lokaal. Door de teruggang van 10 naar 9 groepen wordt het weer een speellokaal. Een gezellige personeelskamer/ werkruimte en een hal. In de centrale hal kunnen groepjes kinderen zelfstandig of onder begeleiding van een onderwijsassistent, ouder/verzorger of stagiair werken. Door een aantal kleine interne verhuizingen en verbouwingen hebben we ruimtes kunnen creëren voor activiteiten, die passen bij de huidige onderwijsontwikkelingen. We hebben geen eigen gymnastieklokaal. We gebruiken hiervoor gymzaal Noord en sporthal Beerenschot, beiden in beheer bij LACO.

Behalve onze school staat op dit “eiland” de RKBS Floris Radewijnsz, de OBS De Verrekijker en een peuterspeelzaal Pepijn. De contacten hiermee zijn goed. Met de Floris Radewijnsz delen wij de kosten voor de zwembus, door om en om een half jaar te zwemmen. Er zijn afspraken rondom de verkeersveiligheid in de buurt. Met de wijkagent is een goed contact. De wijk kent een diverse samenstelling van huizen, koophuizen in verschillende prijsklassen, maar ook huurhuizen en een verzorgingstehuis. In de wijk wonen veel autochtonen en weinig allochtonen. De samenstelling van de wijk weerspiegelt zich in de leerling-populatie op onze school.

2.5 Leerlingenpopulatie:

Onze leerlingen zijn afkomstig uit Leerdam-Noord (een klein aantal uit West en het Centrum). Onze leerlingen hebben een gemiddelde intelligentie met de normale uitschieters naar boven en naar onder. Er is geen sprake van grote achterstanden op taalgebied. Wel merken wij dat ouders het steeds drukker krijgen, met als gevolg dat kinderen minder lezen met hun ouders en dat er minder wordt voorgelezen. De leerlingen komen graag naar school, wij hebben geen last van extreme gedragsproblemen als gevolg van maatschappelijke achterstand. Wel zien wij een groei van het aantal leerlingen met impulsief gedrag en weinig concentratie. Wij moeten preventief handelen en op tijd samen met de ouders dit gedrag en de gevolgen bespreken. Duidelijke afspraken maken met ouders, waar de grens ligt tussen individueel belang van het kind of het groepsbelang (zie bijlage 2: Zorgplan). De meeste kinderen stromen uit naar het VMBO TL / HAVO (zie uitstroom VO: hoofdstuk 6.5 pagina 27)

9

2.6 Toelatingsprocedure:

Na dat de ouders een afspraak hebben gemaakt voert de directeur een informatief gesprek met de ouders. Daarbij worden naast informatie over het onderwijsconcept wederzijdse verwachtingen uitgewisseld. De directeur noemt in het gesprek expliciet de leerling-zorg en de afweging die wij maken bij leerlingen met ontwikkelingsstoornissen en / of een rugzakje. (zie bijlage 3: Protocol inschrijving 4 jarigen) en (zie bijlage 2: Zorgplan).

2.7 Samenstelling personeel:

De school kent de volgende functionarissen: directeur, leerkrachten LA, leerkrachten LB, Intern Begeleider, onderwijsassistente, administratief medewerker en een school schoonmaakster. Bij de leerkrachten zijn er collega’s met een taakspecialisatie. Zo kennen wij een ICO, Intern Coördinator Opleidingen. Er is een evenredig evenwicht in leeftijdscategorie. Het team bestaat uit 2 mannen en 14 vrouwen. Van de 15 leerkrachten werken er 5 fulltime. Eén teamlid heeft al gebruik gemaakt van de lerarenbeurs en een tweetal gaan dit in schooljaar 2011-2012 doen. Hierdoor ontstaat een expertise binnen de school, die we gaan inzetten voor verschillende specialismen. Wij willen invulling gaan geven aan taken als rekenspecialist, onder- en bovenbouwcoördinator. Leerkrachten met ambulante tijd voeren onder aansturing van de Intern Begeleider begeleidende activiteiten uit, binnen de groepen of soms daar buiten. Eén leerkracht heeft ICT taken. Voor het technische gedeelte van het ICT beschikken wij voor 1 dagdeel per week over een ICT medewerker vanuit de stichting LOGOS. Schooljaar 2010-2011 wordt 9 FTE ingezet ten behoeve van het onderwijskundig proces. Deze worden ingezet ten behoeve van 9 groepen. Dit is exclusief 1 formatieplaats directeur en 1 formatieplaats Intern Begeleider. Daar waar nodig wordt expertise ingehuurd van de schoolbegeleidingsdienst van SBO Beatrix de Burcht (Citadel), ambulante begeleiders vanuit de cluster scholen (waar nodig) en een logopedist (gemeente Leerdam) die één ochtend per week kleuters screent en behandelt. De school wordt in 2011-2012 en in 2012-2013 in het kader van OGW en rekenen, ondersteund door Expertis (schoolbegeleidingsdienst).

10

2.8 Toekomstige ontwikkelingen:

Op middellange termijn loopt het leerlingaantal terug. In 2011 en 2012 verlaten twee grote groepen 8 onze school. Daarna lijkt het leerlingaantal stabiel te blijven. Mocht schooljaar 2011-2012 de instroom sterk groeien, bijvoorbeeld met zo’n 15 leerlingen in de periode tot januari 2012 gaan wij met de oudste kleuters enkele dagdelen in een aparte groep werken. We willen dit realiseren met de inzet van ambulante leerkrachten en stagiaires. De verwachting is echter dat we de instroom komend schooljaar kunnen opvangen in onze kleinere kleutergroep van jongste en middelste kleuters. Naast een demografische terugloop van het aantal 4 jarigen hebben wij de laatste 2 jaren ook te maken met een groot aantal verhuizingen. De economische crisis veroorzaakt dat mensen, voor het vinden van een nieuwe baan, Leerdam hebben moeten verlaten. Het hele team is zich bewust dat wij ons als school moeten onderscheiden van de andere scholen in de buurt, om ons marktaandeel minstens gelijk te houden of liever nog te kunnen vergroten. Wij zien hierin een uitdaging. In het kader van kwaliteitsverhoging gaan wij onder leiding van Expertis (schoolbegeleidingsdienst) de komende twee jaar een traject OGW starten.

2.9 Leerling-prognoses:

Op 1 oktober 2010 telde onze school 218 leerlingen. Op 1 oktober 2011 zal de school naar alle waarschijnlijkheid 203 leerlingen tellen. Hieronder vindt u de prognoses:

2.10 Formatieve ontwikkelingen:

Door een terugloop in het leerlingaantal is het Lumpsum bedrag lager. De tekorten op de uitgaven personeel hebben er voor gezorgd dat we moeten bezuinigingen op personeel. Schooljaar 2011-2012 verdwijnt er 1,5 FTE. Een drietal leerkrachten past niet binnen de formatie. Zij zullen werk vinden binnen de invalpool van LOGOS. Door het toenemend aantal parttime leerkrachten en de krappe bezetting is het in de toekomst niet altijd mogelijk om te streven naar maximaal 2 leerkrachten voor de groep.

Cijfers afkomstig van: Gemeente Leerdam Wilhelminaschool

Teldatum 2009 237 232

Teldatum 2010 232 218

Prognose 2011 218 203

Prognose 2012 209 206

Prognose 2013 205 201

Prognose 2014 199 201

Prognose 2015 187 203

11

Hoofdstuk 3 ONDERWIJSKUNDIG BELEID 3.1 De missie van onze school:

Vanuit onze kernwaarden: Identiteit, collegialiteit, samen werken, samen verantwoordelijk (ouders en school), plezier in kinderen, plezier op school, hoge opbrengsten, vertrouwen, veiligheid en professionaliteit hebben wij de volgende missie:

Door hoge haalbare doelen te stellen en te analyseren kan ieder kind

zich optimaal ontwikkelen. Daarvoor hanteren wij meetbare doelen of

observeerbare doelen in de ontwikkeling van ieder kind.

De kwaliteit van ons onderwijs is voortdurend ons aandachtspunt,

door regelmatig onze opbrengsten met elkaar te bespreken en

analyseren en, door middel van individuele of teamstudies de

kwaliteit van ons team te vergroten.

Wij dragen de leerlingen cultuur in algemene zin over. Naast lezen,

schrijven en rekenen ook waarnemen, beschouwen, analyseren,

redeneren, beargumenteren en concluderen. Deelnemen aan culturele

activiteiten. De verschillende dimensies ervan zien en ervan te

genieten. Zodat zij straks als jonge burgers geleerd hebben op eigen

wijze nu en later actief deel te nemen aan het culturele leven.

12

3.2 De visie van onze school:

- Ieder kind is uniek: Wij geloven dat God elk mens uniek gemaakt heeft. Dit willen wij ook in ons onderwijs laten zien. Door persoonlijke gesprekken met de kinderen proberen wij ze op zoveel mogelijk vlakken te leren kennen. Zo willen wij de kinderen stimuleren om doelbewust en betrokken te zijn bij hun eigen leerproces en sociale groei. Op deze manier laten wij elk kind tot zijn recht komen. - Veiligheid: Veiligheid is belangrijk. Daarom hebben we met elkaar regels afgesproken hoe we met elkaar omgaan binnen de school. Leerkrachten, leerlingen en ouders/verzorgers werken zo samen aan een veilige en open leeromgeving waarin iedereen zichzelf kan zijn. - Ouders / Verzorgers: Wij zien ouders/verzorgers als partners. Daarmee willen wij aangeven dat betrokken ouders niet alleen betrokken zijn, wanneer zij hand en spandiensten verlenen. Ouders moeten voortdurend op de hoogte zijn van de ontwikkelingen van hun kind, zodat zij weten wat er van hen als ouders wordt verwacht in de begeleiding van de kinderen thuis.

- Onderwijsaanbod: Wij stemmen ons onderwijsaanbod af op individuele leerlingen. Nu vinden wij dat onderwijs inherent een groepsgebeuren is, onderwijs vindt plaats in de interactie tussen een leerkracht en een groep leerlingen. Binnen de groep is het de opdracht voor de groepsleerkracht individuele accenten te leggen waar nodig. Daar raakt het aanbod de zorgstructuur. Eigen aan onderwijs is dat het doelstellingengericht is. Dat betekent dat wij ons aanbod richten op het behalen van de kerndoelen. Deze geven een beschrijving van de door de samenleving gewenste competenties van onze leerlingen aan het einde van de basisschool. Wij werken met tussendoelen en einddoelen van de kwaliteitskaarten van de PO raad. - Leerlingenzorg: We zijn er gezamenlijk van overtuigd dat er een grens is aan wat wij als school kunnen in didactisch en/of pedagogisch handelen. Deze “grens”, die overigens geen dun lijntje is, willen wij in positieve zin als volgt formuleren; “Wij bieden alle kinderen onderwijs op onze school, voor zover wij ontwikkelingskansen zien voor het betreffende kind in relatie tot het minimaal kunnen garanderen van de ontplooiingsmogelijkheden van alle andere kinderen in de groep”. Naarmate onze competenties toenemen, kunnen wij beter aan de specifieke onderwijsleerbehoeften van kinderen tegemoet komen. Wij zijn er van overtuigd dat het de leerkracht voor de klas is, die de kwaliteit van het onderwijs grotendeels bepaalt.

13

- Doelen en resultaten: Leerlingen die aan het einde van de basisschool onze school verlaten hebben zich de kerndoelen van het primair onderwijs eigen gemaakt. Daarnaast hebben zij met minimaal voldoende welbevinden onze school doorlopen waarbij zij tot mondige én sociale jongeren zijn uitgegroeid (zie bijlage 2: Zorgplan).

Wij streven naar: HGW, zichtbaar gemaakt in: de zorgstructuur en in groeps- en handelingsplannen die resultaten zichtbaar maken. OGW, waarbij wij haalbare hoge doelen stellen voor alle leerlingen. Op het haalbare niveau van de individuele leerling. Goede instructie door de leerkrachten. Een eenduidig pedagogisch klimaat. Intervisie en samen leren. Een focus op hogere opbrengsten over de gehele linie met specifiek de

CITO-eindtoets groep 8. Een leerlingenzorg waarbij voor alle leerlingen plaats is, tenzij wij voor de betreffende leerling, dan wel voor de andere leerlingen in de groep géén ontwikkelingsperspectief meer zien (zie bijlage 2: Zorgplan; voor onze grenzen aan de zorg).

We stemmen ons aanbod af op de individuele onderwijsleerbehoeften van de leerling (zie bijlage 4: HGW). Om het pedagogisch handelen te toetsen is kwaliteitsbeleid van belang. Kwaliteit in de ruimste zin van het woord. Wij denken hierbij aan de kwaliteit van het onderwijs, van relaties en de identiteit. De pedagogische opdracht van ons onderwijs ligt in de specifieke bijdrage aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind. Wij stellen het kind centraal en niet de leerstof.

- Identiteit: Uitgaande van de kaders zoals verwoord in het strategisch beleidsplan van LOGOS, gaat het ons om de centrale waarden van gerechtigheid, naastenliefde en rentmeesterschap. Uiteraard zijn er meer, maar deze drie vormen voor ons de hoofdmoot. Onder waarden verstaan wij dan onze verwachtingen inzake het handelen of niet-handelen door alle leden van onze samenleving. Wij verwachten van onze medemens respect, liefde, trouw, oprechtheid, inzet en begrip en wij zijn bereid dat zelf ook voor een ander op te brengen. Steeds minder ouders zijn kerkelijk meelevend. De beleving van de christelijke identiteit is niet meer vanzelfsprekend eender voor alle ouders. Met een klankbordgroep van ouders gaan we in deze schoolplanperiode onze wederzijdse verwachtingen van de christelijke identiteit vastleggen in een document “Identiteit”.

14

- Organisatie: Onze school zal de komende jaren tussen de 200 en 210 leerlingen hebben, verdeeld over 9 of 10 groepen. In toenemende mate zullen er drie leerkrachten voor een groep staan (zie het hoofdstuk 2.10: Formatieve ontwikkelingen). De school is georganiseerd in jaarklassen. Hierbinnen wordt met het BHV model gewerkt aan interne differentiatie. Ook passen we waar nodig vormen van externe differentiatie toe. De komende jaren zullen meer duidelijkheid geven of het wenselijk is groepsdoorbrekend te gaan werken voor de vakken in de basisvaardigheden. De school is verdeeld in een onderbouw en bovenbouw. Bij schoolactiviteiten trekken de beide bouwen gezamenlijk op. Uitgangspunt voor de toekomst is het werken met een onderbouw en bovenbouwcoördinator. Een kans die ons wordt geboden vanuit het perspectief van de functiemix. De zorgstructuur (zie bijlage 2: Zorgplan) vormt integraal onderdeel van de school en is beschikbaar voor beide bouwen.

- Integraal personeelsbeleid (IPB): We zijn ons bewust dat het onderwijs continu verandert en dat impliceert dat ook wij als professionals voortdurend willen blijven leren. Conform onze ontwikkelingen zal dat voornamelijk gericht zijn op leerkrachtvaardigheden, rekenen en wiskunde, de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen en het leren analyseren van opbrengsten en deze te vertalen naar de dagelijkse lessen. In de gesprekscyclus IPB zijn dit vaste onderwerpen met alle teamleden.

- Culturele diversiteit: Dat onze samenleving multicultureel is vindt geen afspiegeling in de populatie van onze school. Wel bemerken wij dat onze leerlingen in de maatschappij moeten leren omgaan met verschillen in cultuur, godsdienst en etniciteit. Wij bereiden onze leerlingen daar op voor door het aanleren van vaardigheden en voorleven van waarden en normen die wij vanuit onze protestants-christelijke identiteit belangrijk vinden.

- Financiën: De schooladministratie heeft goede contacten met de medewerkers van het administratiekantoor Dyade. Daardoor is de boekhouding inzichtelijk. Door een instrument voor planning en control is er binnen de bestuurlijke kaders van stichting LOGOS oog voor effectiviteit en efficiëntie. Met betrekking tot de exploitatie is de opdracht helder, maar niet eenvoudig: Geen exploitatie tekort! Omdat wij als school een organisatie zijn met een maatschappelijke opdracht willen we de ons ten dienste staande middelen wel optimaal benutten. Reserveren ten behoeve van een algemene weerstandsreserve wordt gedaan binnen bestuurlijke kaders.

15

3.3 Zorgstructuur:

Interne leerlingenzorg op onze school staat niet op zichzelf, maar hangt samen met andere zorgactiviteiten, zowel op het niveau van de groep, op het niveau van onze school, maar ook op het niveau van het samenwerkingsverband. Het gaat om de samenhang tussen de activiteiten die op deze verschillende niveaus worden ontplooid en uitgevoerd. Samenhang vatten wij op als het afstemmen van inhoud én van organisatie. Leerlingenzorg is voor alle leerlingen. Dit betekent dat wij ons niet alleen richten op zorg voor leerlingen die uitvallen aan de onderkant. Het gaat ook om de aandacht voor de “gemiddelde” leerlingen en over de meer begaafde leerlingen. Dit model van leerlingenzorg wordt “integrale leerlingenzorg” genoemd. Wij stellen in ons onderwijs “de leerling” centraal en niet de leerstof. Om dit vorm te geven gebruiken we de “cyclus van planmatig handelen”: signaleren, analyseren, eventueel diagnosticeren, aangepast handelen (groepshandelingsplannen) en evalueren. De Wet op het Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces moeten kunnen doormaken. Dit is alleen te realiseren als leerkrachten een goed beeld hebben van het verloop van die ontwikkelingen. Een leerlingvolgsysteem (LVS) is een bruikbaar hulpmiddel om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Leerkrachten beschikken hiermee over een objectieve maat om de vorderingen van de leerlingen te registreren als aanvulling op de eigen dagelijkse voortgangscontrole. Wij hanteren de volgende definitie van een LVS: “Een LVS houdt in, het op geregelde tijden en op betrouwbare wijze bepalen van het vorderingenniveau van de leerlingen om op basis daarvan het onderwijsaanbod beter in te richten en de pedagogische aanpak en de didactische werkvormen toe te spitsen op de individuele behoeften. Onderwijsaanbod en werkvormen moeten samen een longitudinale leerlijn vormen, waarlangs leerlingen – desgewenst op gedifferentieerde wijze – in staat worden gesteld om de door de school gestelde doelen en tussendoelen te realiseren. Kenmerkend voor een LVS is, dat gedurende de gehele basisschoolperiode op vaste tijden vorderingen van de leerlingen in beeld gebracht worden. Dit objectieve beeld wordt betrokken bij het nemen van beslissingen over de voortgang van het leerproces. Als school hebben wij gekozen voor CITO-toetsen in het LVS van ParnasSys. Dit LVS maakt gebruik van vorderingschalen. Vorderingschalen zijn te vergelijken met een meetlat, waarop de opgaven geordend zijn van makkelijk naar moeilijk. De vaardigheid van de leerlingen wordt op diezelfde meetlat afgebeeld. De toetsscores die behaald worden door de leerlingen worden steeds omgezet naar dezelfde meetlat en mogen daarom onderling vergeleken worden. Een hogere schaalscore betekent een hogere vaardigheid.” De IB-er coördineert het geheel van de cyclus van planmatig handelen (zie bijlage 2: Zorgplan).

16

Hoofddoel is dat wij werken aan de kerndoelen van de basisvaardigheden zoals die voor het primair onderwijs zijn aangegeven. Omdat leerlingen verschillen weten wij uit ervaring dat niet alle leerlingen deze kerndoelen zullen behalen. Dat betekent voor ons: “Minimum doel voor alle leerlingen is het behalen van het niveau van eind groep 6

(gemeten met toetsen van CITO-LVS) op de basisvaardigheden taal / lezen en rekenen & wiskunde”

Het tweede doel is om het percentage verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs te houden op het landelijk gemiddelde (2003: 0,67 %). “Belangrijk principe bij de verwijzingen naar het speciaal basis onderwijs is dat wij uitsluitend hiertoe overgaan als we geen ontwikkeling meer zien in de prestaties

en/of het gedrag van de leerling”. We stellen criteria vast op grond waarvan wij het begrip “handelingsverlegen” operationaliseren;

- Het centraal stellen van het kind heeft consequenties voor de wijze van groeperen, differentiëren en individualiseren, gekoppeld aan het omgaan met de leerstof. - Uitgaan van een positieve, stimulerende houding van de leerkracht. - Het aanbieden van basis-, herhalings- en verrijkingsstof (BHV-model), waarbij we tegemoet komen aan het individuele niveau en de belangstelling van het kind. - Het gebruik maken van verschillende vormen van didactisch handelen; “Welke instructie past bij dit kind?” - Het bieden van de mogelijkheden aan de kinderen eigen oplossingsstrategieën te kiezen om een zelfstandige aanpak van het probleem te stimuleren. - Het hanteren van verschillende groepsvormen, waardoor je de gelegenheid schept voor effectieve instructie. - Het scheppen van een organisatievorm waarin zelfstandig leren en werken centraal staat, waardoor de leerkrachten in de gelegenheid zijn om speciale leerhulp te geven. - Het observeren van het sociale- en leergedrag van de leerlingen. - Kinderen betrekken bij hun eigen ontwikkeling, door regelmatig individuele gesprekken met leerlingen te voeren (minimaal 2x per jaar).

17

Alle basisscholen in ons samenwerkingsverband, Rivierengebied Midden Nederland 41-02, hanteren als model voor zorg in het onderwijs het cascademodel. Niveau 0: Algemene zorg in de vorm van goed onderwijs door de eigen groepsleerkracht (op weg naar adaptief onderwijs). Niveau 1: Speciale zorg door de eigen groepsleerkracht met ondersteuning van collega’s en/of Intern Begeleider (vaak na intern didactisch onderzoek en/of observatie). Niveau 2: Speciale zorg door de eigen groepsleerkracht en de Remedial Teacher (RT-er); na externe consultatie door het zorgteam (ZT). Niveau 3: Speciale zorg door de eigen groepsleerkracht en de Remedial Teacher (eventueel met inzet van Ambulante Begeleiding) na extern (psychodiagnostisch) onderzoek door het zorgteam (ZT). Niveau 4: Speciale zorg in het speciaal basisonderwijs (Beatrix de Burcht) of speciale zorg in een school die behoort tot één van de clusters uit Wet op de Expertise Centra (WEC). In het eerste geval is een beschikking nodig van de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg), in het tweede geval van de CVI (Commissie Van Indicatiestelling).

Om toegelaten te worden voor onderwijs op niveau 4 is een beschikking nodig; of van de PCL (voor de school voor speciaal basisonderwijs), of van de CVI (voor de scholen van de REC’s). Eerste stap is het laten uitvoeren van extern onderzoek met waar wettelijk verplicht schriftelijke instemming van ouders/verzorgers. Mocht uit de uitslag van het onderzoek komen dat speciaal basisonderwijs geïndiceerd is, dan kan in overleg (zienswijze ouders/verzorgers toevoegen) een verzoek tot plaatsing in het speciaal basisonderwijs gedaan worden. Dit verzoek, dat formeel een verzoek van de ouders/verzorgers is, wordt neergelegd bij de PCL van het samenwerkingsverband. De PCL heeft de wettelijke taak om op aanvraag van de ouders/verzorgers te beoordelen of plaatsing van een leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Indien de PCL tot de uitspraak komt dat de leerling toelaatbaar is, neemt het bestuur van de speciale school voor basisonderwijs daarna een beslissing over de daadwerkelijke toelating. Heeft de PCL daadwerkelijk een positieve beschikking afgegeven voor speciaal basisonderwijs kunnen ouders/verzorgers vervolgens kiezen daar al dan niet gebruik van te maken. De PCL beoordeelt de toelaatbaarheid aan de hand van drie hoofdaspecten: 1. Kenmerken van de leerling 2. Procedure zorgvuldigheid 3. Handelingsverlegenheid van de basisschool

18

3.4 Leertijd:

Iedere morgen starten alle groepen om 8.20 uur. De leerkracht is in de klas aanwezig en de leerlingen en ouders/verzorgers kunnen vanaf 8.20 uur de klassen binnengaan. Om 8.30 uur gaat de tweede bel en starten de lessen. Groep 1 t/m 4 Maandag, dinsdag, donderdag 8.30 - 12.00 uur / 13.15 - 15.15 uur Woensdag 8.30 - 12.15 uur Vrijdag 8.30 - 12.00 uur Groep 5 t/m 8 Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag 8.30 - 12.00 uur / 13.15 - 15.15 uur Woensdag 8.30 - 12.15 uur Voor iedere schoolvakantie hebben we een aangesloten schooltijd. Dan hebben we een korte middagpauze en eten alle leerlingen op school. Op die dag gaat de school om 14.00 uur uit. Het weekrooster voor de groepen 1 t/m 4 is 23.45 uur Het weekrooster voor de groepen 5 t/m 8 is 25.45 uur Roosters Jaarlijks worden de roosters in gezamenlijk overleg vastgesteld en op elkaar afgestemd. De roosters staan in de schoolgids en zijn aanwezig in de klassen (in de klassenmap).

3.5 Burgerschap en integratie:

Actief burgerschap impliceert dat wij onze leerlingen opvoeden en onderwijzen in de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap, ongeacht etnische of culturele achtergrond. Dit brengen wij behalve tijdens de lessen en de opdrachten in de school ook naar voren in ons aanbod buiten school. De school is aangesloten bij Erfgoedspoor. Erfgoedspoor biedt leerlingen een doorgaande leerlijn erfgoededucatie, waarbij de school een meerjarenafspraak is aangegaan met de erfgoedinstellingen om ons heen. Leerlingen krijgen op deze manier talrijke authentieke bronnen aangeboden in hun eigen omgeving.

3.6 ICT:

Onze school investeert in computers in de klas, in passende software en in interactieve schoolborden. We werken komende schoolplanperiode met “Kurzweil”. Een computerprogramma voor kinderen met een ernstige vorm van dyslexie (zie bijlage 5: Dyslexieprotocol). Vanaf groep 4 is er in iedere klas 1 aansluiting met Kurzweil.

19

Hoofdstuk 4 PERSONEELSBELEID 4.1 Integraal personeelsbeleid:

Het personeel ontwikkelt zich met als doel de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen. Er is een samenhang tussen persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkelingen die de school voor ogen heeft. Het team heeft actief deelgenomen aan de totstandkoming van het schoolplan. Met elkaar is een schoolwerkplan geformuleerd (zie bijlage 6: Wat betekent het schoolplan voor het team?). De gesprekkencyclus loopt parallel met het schoolplan. Tijdens het eerste jaar van het schoolplan worden ambitiegesprekken gehouden met alle teamleden. Tijdens deze gesprekken worden de ambities ten aanzien van de schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling besproken en vastgelegd. Daar waar mogelijk worden afspraken gemaakt ten aanzien van de inzet van nascholingsgelden. Het grootste gedeelte van het nascholingsgeld wordt ingezet voor teamscholing. Alle leerkrachten schrijven naar aanleiding van het ambitiegesprek een POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan), dat als leidraad geldt voor verdere gesprekken, voortgang- en beoordelingsgesprekken.

4.2 Invoering functiemix: Eén teamlid heeft na een sollicitatieronde de functie van Leerkracht LB gekregen. Functiemix wordt gezien als kans voor de school om de kwaliteit te bevorderen. De leerkracht LB heeft extra taken zoals b.v. onderbouw of bovenbouw coördinator, reken of taalspecialist of Intern Coördinator Opleidingen (ICO). In januari 2012 volgt er een tweede ronde waarbij één functie Leerkracht LB vrij komt. In 2014 moeten alle LB functies zijn ingevoerd.

4.3 Arbeidsomstandigheden: Voor de periode van 2011-2015 heeft het bevoegd gezag voor de Logosscholen een arbobeleidsplan “Arbomeester” geformuleerd met betrekking tot de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van het personeel en de leerlingen. Via het plan “Arbomeester” vinden regelmatig, minimaal 1x per jaar, actualisering plaats. Op basis van de actualisering wordt een plan van aanpak gerealiseerd.

20

Hoofdstuk 5 MANAGEMENT EN ORGANISATIE 5.1 Overlegvormen:

Binnen onze nieuwe schoolplanperiode hebben wij onze overlegmomenten vastgelegd in een jaarkalender. Gezien het groot aantal parttimers verdelen we de overlegmomenten over de week. Daar waar een duocollega niet aanwezig is informeert de andere duocollega zijn of haar collega. - Teamoverleg: We overleggen iedere week dan wel op dinsdag, dan wel op donderdag. Er is een overzicht over de inhoud van de overleggen, die zijn vooraf vastgelegd. Wij onderscheiden: Organisatorisch, onderwijskundig, intervisie, onderbouw en bovenbouw. Van alle overleggen wordt een kort verslag gemaakt, met actiepunten en besluiten. - Zorgteam vergaderingen 5x per jaar: Intern Begeleider, ambulant begeleider, orthopedagoog van Citadel en betrokken leerkracht. - Groeps/leerling bespreking 3x per jaar: Intern Begeleider en betreffende leerkracht(en). - MR vergadering 5x per jaar: MR leden en directeur. - GMR vergadering: 5x per jaar: GMR leden, bestuursmanager en beleidsmedewerker personeel. - AC vergadering 6x per jaar: AC (activiteiten commissie) leden en een vertegenwoordiger van het personeel, op aanvraag de directeur. - TSO vergadering 4x per jaar: TSO medewerkers, beleidsmedewerker LOGOS en een verantwoordelijk personeelslid. - Klankbordgroep 3x per jaar: Wij praten met een groep ouders over een actueel ontwikkelingspunt binnen onze school. Het schooljaar 2011-2012 is dat “Ouderbetrokkenheid” in het kader van OGW. - Verder kennen wij verschillende ouderteams: Decoteam, schoolkrantcommissie, verkeersouders.

21

5.2 De MR en GMR:

De MR van onze school bestaat uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. Beide geledingen bestaan uit 3 personen. In het reglement staat beschreven op welke onderdelen de MR en GMR instemmingsrecht dan wel adviesrecht hebben. Beide reglementen zijn op school aanwezig.

5.3 De activiteitencommissie (AC):

Onze school heeft een activiteitencommissie. De leden verlenen hand en spandiensten. Daarnaast zijn zij klassenouder en daardoor voor ouders een aanspreekpunt. In een communicatieplan en een AC reglement zijn de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd (zie bijlage 7: Communicatieplan AC).

5.4 Regels en afspraken:

Het bevoegd gezag hanteert een gedragscode die bestemd is voor allen die werkzaam zijn binnen stichting LOGOS. Deze gedragscode is opgenomen in de schoolgids.

5.5 Communicatie:

Communicatie met ouders is voor ons een essentie voor kwalitatief hoog onderwijs. Vanuit de principes van HGW en OGW vormt goed contact met de ouders/verzorgers de basis voor goede resultaten en een welbevinden van de leerling. Daarnaast streven wij ernaar ouders te zien als partners. Wij kennen de volgende officiële overlegmomenten en communicatiemiddelen. Overlegmomenten: - 1e ouderavond: Groepsinformatie over de lesinhoud van het schooljaar (eind augustus) - 2e ouderavond: Ouderspreekavond zonder rapport (15 minuten eind september) - Spreekweek op aanvraag (begin november) - Ouderavond n.a.v. 1e rapport (15 minuten begin februari) - Spreekweek op aanvraag (begin april) - Ouderevaluatieavond / jaarverslag (begin juni) - Inzien CITO-scores (half juni)

Daarnaast zijn er twee open ochtenden per jaar. Ouders/verzorgers kunnen met de kinderen mee de klas in van 8.20 uur tot 9.00 uur. Wij stellen per jaar minimaal 1 klankbordgroep samen, waarbij ouders samen met een aantal leden van het team en directeur een actueel onderwerp bespreken. In schooljaar 2011-2012 is het thema “Oudercommunicatie”.

22

Schriftelijk communicatie:

- Wekelijks een nieuwsbrief (MINA) - Informatie via de website: www.wilhelminaleerdam.nl - De schoolgids - Een jaarkalender, onderdeel van de schoolgids. - Schoolplan

Hoofdstuk 6 KWALITEITSBELEID EN KWALITEITSZORG

In dit hoofdstuk wordt in verschillende paragrafen beschreven hoe LOGOS en haar scholen kijken naar en werken aan de kwaliteit van haar onderwijs.

Motto: “Kwaliteit als vliegwiel voor schoolontwikkeling”. We werken systematisch aan de gehele kwaliteitscyclus: opstellen en uitvoeren van

verbeterplannen, formuleren van doelen, meten en toetsen van resultaten, vastleggen en analyse van deze resultaten, trekken van conclusies, vaststellen van verbeterpunten

en zo verder. Hiermee wordt kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg een vliegwiel voor schoolontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs.

6.1 Inleiding Kwaliteitszorg:

Visie Kwaliteit is een breed begrip. LOGOS heeft gekozen voor de volgende invulling van het begrip kwaliteit: “De mate waarin scholen erin slagen hun doelen te bereiken naar tevredenheid van zichzelf, de overheid, de ouders/verzorgers en de kinderen”.

De samenleving verandert - het onderwijs ook. Zo is bijvoorbeeld het toezichtkader van de inspectie anders georganiseerd, zijn nieuwe ideeën over kwaliteit ontwikkeld (veel aandacht voor opbrengstgericht werken en enige verzakelijking in de onderwijsbranche wordt zichtbaar) en werkt LOGOS sinds 1 augustus 2009 met het College van Bestuur (CVB) – Raad van Toezicht (RVT) model. Voor de scholen van LOGOS heeft kwaliteit primair te maken met schoolontwikkeling en schoolontwikkeling is gericht op de volgende fundamentele vragen: - Wat willen wij leerlingen leren? - Hoe gaan we na dat ze dat ook geleerd hebben? - Waaruit bestaan onze inspanningen voor die leerlingen die het op een of andere wijze niet leren? Kortom; Kwaliteit heeft van alles te maken met schoolontwikkeling en schoolontwikkeling heeft van alles te maken met onderwijskundig leiderschap, zodat de school de goede dingen goed doet. De onderwijskundige opdracht van de scholen is leerlingen een onderwijsleeromgeving te bieden, waarin zij leren zelfstandig keuzes te maken. De toegevoegde waarde van het onderwijs van de scholen van LOGOS ligt in onze identiteit, waar waarden als respect, veiligheid, collegialiteit, zorg én professionaliteit de vormgevers zijn.

23

In de visie van LOGOS hebben onderwijsgevenden naast de didactische, ook een pedagogische taak. Om het pedagogisch-didactisch handelen te toetsen is kwaliteitsbeleid van belang. Binnen de uitgangspunten en passend bij de doelen van LOGOS op bovenschools niveau is er ruimte voor eigen schoolbeleid. Wij streven naar profilering van het “eigen gezicht” van onze scholen, rekening houdend met de maatschappelijke ontwikkelingen.

Integraal beleid

LOGOS heeft gekozen voor een integrale aanpak van de verschillende beleidsterreinen. In het strategisch beleidsplan staan alle beleidsvoornemens op stichtingsniveau beschreven. In dit plan wordt uitgegaan van de integraliteit van de diverse beleidsterreinen. Kwaliteitsbeleid wordt gezien als het overkoepelend geheel. Integraal personeelsbeleid is één van de beleidsterreinen en mede gekoppeld aan het integraal kwaliteitssysteem. Op deze manier wordt eens te meer zichtbaar dat er een nadrukkelijke samenhang bestaat tussen de verschillende beleidsterreinen. De koppeling tussen en het gebruik van diverse instrumenten verloopt integraal bezien gemakkelijker. Dit houdt onder andere in dat bij de zelfevaluatie van de scholen, de diverse aspecten van personeelsbeleid direct zullen worden opgepakt en worden gekoppeld aan acties. Integraal Personeelsbeleid (IPB) en de hierbij behorende gesprekkencyclus is een grote basis voor het verder verhogen van de kwaliteit van onderwijs binnen LOGOS.

We maken de samenhang zichtbaar in het “LOGOS” model voor opbrengstgerichte schoolontwikkeling´

(zelf)evaluatie

(ZEK, KMPO en Arbo)

beleidsplanner

jaarverslag schoolplan jaarplan

visitatie managementcontract

kengetallen (MARAP)

gesprekscyclus

analyse toets resultaten

uitvoering

klassenbezoeken

* N.B.: ZEK staat voor zelfevaluatiekader, KMPO staat voor kwaliteitsmeter primair onderwijs MARAP staat voor managementrapportage

24

6.2 Begripsomschrijvingen: - Raad van Toezicht (RVT):

De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de statutair aan haar toegekende verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid en het functioneren van het College van Bestuur / de Bestuurder en op de algemene zaken binnen de stichting. - College van Bestuur / Bestuurder (CVB): De Bestuurder stelt integraal inhoudelijk beleid vast en bewaakt de beleidsuitvoering aan de hand van de rapportages van de directeuren en legt verantwoording af, intern en extern, over het gevoerde beleid en de resultaten daarvan en vertegenwoordigt als bevoegd gezag de rechtspersoon. - Directeur: Elke directeur is integraal verantwoordelijk voor de school waaraan hij of zij leiding geeft. Kern van de werkzaamheden: onderwijskundig leiderschap en opbrengstgericht management. Er is voldoende bewijs dat veranderingen in het onderwijs met name om ander gedrag van de directeur vragen. Om twee belangrijke daarvan te noemen: - De ontwikkeling van operationele uitvoering (het bezig zijn met de dagelijkse gang van zaken) naar toekomst gericht ondernemen (planmatig werken aan onderwijskwaliteit) op tactisch niveau vereist van de directeur een omslag in denken en handelen; dit is onontkoombaar. - Om als budgethouder te kunnen functioneren is een blik op de toekomst nodig, gebaseerd op kennis van het verleden (zoals kengetallen) en geworteld in het heden, opdat doelgericht en doelmatig, risico’s kunnen worden genomen binnen strategisch bepaalde grenzen. - Kwaliteit Kwaliteit definiëren we als de mate waarin scholen erin slagen hun doelen te bereiken naar tevredenheid van zichzelf, de overheid, de ouders en de kinderen. Kwaliteit mag geen toeval zijn! Het is gericht op opbrengsten én op tevredenheid.

Het gaat om “én / én”: De combinatie van “Plan–Do–Check–Act”

én “Inspireren – Mobiliseren – Waarderen – Reflecteren”!

- Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg definiëren we als de wijze waarop een school werk maakt van haar streven kwaliteit te leveren en kwaliteit te waarborgen. De kwaliteitszorg is vooral gericht op het primaire proces: Het Onderwijs. De aandacht voor het pedagogisch en didactisch handelen van de leraren en – vooral – voor het leren van de leerlingen is de basis van kwaliteitszorg. Kwaliteitszorg geeft richting aan de ontwikkeling van de school.

25

Kwaliteitszorg is het bewust, planmatig, op vaste tijdstippen en met vaste instrumenten uitvoeren van acties die bijdragen aan het realiseren van de gestelde doelen (opbrengstgericht) én hierover verantwoording afleggen. De vastgestelde doelen worden geëvalueerd middels het doen van metingen en middels het relateren van de opbrengsten aan standaarden (normen of prestatie indicatoren). Kwaliteitszorg is gericht op verbanden tussen alle beleidsterreinen. Het begint intern en eindigt extern (met verantwoording afleggen). Kwaliteitszorg is integraal: het is van iedereen (leraren, ouders/verzorgers, leerlingen, schoolleiding en bevoegd gezag) en het behelst het periodiek uitvoeren van metingen op alle aspecten die in het primair onderwijs kunnen worden onderscheiden.

- Interne visitatie Interne visitatie wordt binnen stichting LOGOS omschreven als een werkwijze waarbij scholen de expertise van de bestuurder benutten bij het realiseren van verbeteringen in het onderwijs. Dit in een sfeer van vertrouwelijkheid en van respect voor elkaar, gecombineerd met opbrengstgerichtheid zoals overeengekomen in het managementcontract. De essenties zijn: ontwikkelpunten van de school, op basis van procedures, onderbouwd, met schriftelijke weerslag, met aanbevelingen voor het wat en het hoe voor de nabije toekomst.

- Managementcontract Dit is een zakelijke overeenkomst tussen de bestuurder en de directeur op grond van het strategisch beleidsplan van LOGOS, het schoolplan en het jaarplan van de school (onderdeel van het formatie- en het investeringsplan). Het managementcontract is een instrument ten behoeve van de gemandateerde bevoegdheid van de directeur. Het heeft tot doel duidelijkheid te verschaffen over verwachtingen, kwalitatieve en/of kwantitatieve doelstellingen en verplichtingen. Het contract wordt opgesteld in overleg tussen bestuurder en directeur. De bestuurder accordeert het contract. Het is een contract, hetgeen wil zeggen dat het bereiken van de geformuleerde doelen geen vrijblijvende aangelegenheid is, maar zowel onderdeel van het functioneren van de school als geheel én als van de directeur persoonlijk. Het kent zowel financiële als onderwijskundige (pedagogisch-didactische) maatstaven. In het managementcontract wordt in ieder geval aangegeven “wat” wordt gerealiseerd. Het gaat om zowel “wat de school gaat bereiken” in het betreffende schooljaar (opbrengsten) als om “wat de directeur aan activiteiten en gedrag laat zien” om die doelen te bereiken. Aanvullend kan eventueel ook nog worden aangegeven “hoe” de doelen worden gerealiseerd. Het managementcontract wordt ieder jaar aan het begin van het schooljaar vastgesteld. Het is belangrijk dat de meetpunten evalueerbaar zijn en door de directeur te beïnvloeden.

26

6.3 Gebruikte instrumenten en procedures:

Cyclisch werken Iedere school van stichting LOGOS wordt geacht te werken met de “Plan–Do–Check-Act” (PDCA) cyclus. Deze rationele manier van benaderen vraagt om een tegenwicht: de M-factor, want de mens is van cruciale betekenis in organisaties. Daarom is het INK model uitgebreid met de IMWR cirkel als tegenhanger van de PDCA cyclus. Beiden zouden in balans moeten zijn. De afkorting IMWR staat voor: I = Inspireren; het prikkelen van de geest, het genereren van ideeën en het creëren van een gevoel van betrokkenheid en uitdaging. M = Mobiliseren; het benutten van de inspiratie, het gebruiken en ontwikkelen van de capaciteiten en kwaliteiten van alle betrokkenen in en rond de school. W = Waarderen; het als schoolleider samen met de collega’s en andere belanghebbenden bepalen wat werkelijk van waarde is voor de school in het licht van haar missie en visie. Het betekent oog en respect hebben voor elkaars rol en bijdrage, het beantwoorden van de behoeften van de collega’s aan erkenning voor geleverde inspanningen en het zien van de behaalde resultaten in lijn met de doelstellingen. R = Reflecteren; de tijd nemen om terug te kijken op de resultaten die zijn behaald en de manier waarop dat is gebeurd én op grond daarvan vooruit te kijken, te leren. Dit op verschillende niveaus, zoals het individu, het team of de organisatie als geheel. Bij het reflecteren hoort het ook het spiegelen met anderen.

Model Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) Het INK managementmodel wordt gehanteerd als overkoepelend model om goede kwaliteitszorg te kunnen leveren. De aandachtsvelden van het model, de 5 te onderscheiden ontwikkelingsfasen (namelijk activiteit georiënteerd, proces georiënteerd, systeem georiënteerd, keten georiënteerd en excelleren & transformeren) en de “Plan-Do-Check-Act” (PDCA) cyclus bieden houvast. Het vergelijken van feitelijke resultaten met de doelstellingen leidt tot wijzigingen in de aanpak. Hierdoor wordt het continue proces van leren en verbeteren bewaakt.

Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs (KMPO) Kwaliteitszorg begint intern, maar blijft daar niet. De inhoud en opbrengst van de activiteiten worden getoetst. Dit gebeurt onder meer met behulp van de Kwaliteitsmeter voor het Primair Onderwijs (KMPO). Dit is een instrument waarmee het management van de school de kwaliteit van de school kan bepalen. Het betreft een sterkte-zwakte analyse, in vergelijking met andere scholen en/of voorgaande jaren. Hiernaast is benchmarking mogelijk. De KMPO wordt ook gebruikt voor positiebepaling met de mogelijkheid tot schoolontwikkeling. Binnen de KMPO is een koppeling van diverse vragenlijsten mogelijk. Een vragenlijst die is gebaseerd op het INK-model vormt de basis van het instrument. Hiernaast bevat het instrument diverse enquêtes, om de waardering van de medewerkers, ouders/verzorgers en leerlingen te onderzoeken.

27

Op stichtingsniveau zijn de afspraken m.b.t. het tijdspad van het cyclisch verzamelen van deze informatie vastgelegd. De KMPO is een integraal systeem van zelfevaluatie, dat voldoet aan de eisen van de Wet op het Onderwijs Toezicht (WOT), heeft een relatie met Integraal Personeels Beleid (IPB), is collectief en biedt bovenschoolse mogelijkheden. Hierbij wordt het INK model als uitgangspunt gehanteerd.

De Beleidsplanner voor het Primair Onderwijs De door (zelf)evaluatie verzamelde informatie wordt samengevat en weergegeven in “De Beleidsplanner”. Dit is een ondersteunend instrument om meerjaren beleid te maken op een cyclische manier. Het instrument is een hulpmiddel om aan de hand van analyses, kernkwaliteiten, doelen en acties te komen tot meerjarenbeleid. Het instrument wordt door de directie up to date gehouden, dit houdt in dat alle nieuwe acties en eventuele aanpassingen in het beleid regelmatig worden verwerkt in “De Beleidsplanner”.

6.4 Toetsing, toetsinstrumenten en verwerking in ParnasSys

Stichting LOGOS is met alle scholen voor primair onderwijs overgegaan naar verwerking van de toets gegevens van leerlingen in ParnasSys. In het kader van opbrengstgericht werken, een belangrijk aspect van onze kwaliteitszorg, hebben we met elkaar afgesproken dat het twee keer per jaar met het hele team de resultaten van de leerlingen op de toetsen uit het CITO LVS te bespreken en te analyseren op basis waarvan groepsleerkrachten verbeterdoelen en activiteiten destilleren. De afspraak is dat de toets gegevens van juni voor de herfstvakantie zijn besproken en de toets gegevens van januari en februari voor Pasen. Om scholen te helpen met het gestructureerd bespreken van de toetsgegevens van de leerlingen én om onderlinge vergelijkbaarheid te creëren zal in de komende periode een format ontwikkeld worden met daarin de procedure en de vaststelling welke gegevens besproken en geanalyseerd dienen te worden.

28

6.5 Opbrengsten De resultaten van de leerlingen op de CITO-eindtoets en de uitstroom naar voortgezet onderwijs zijn van belang:

Jaar Deelname Gemiddelde score

2008 26 leerlingen 535,7

2009 20 leerlingen 535,2

2010 26 leerlingen 535,2

2011 32 leerlingen 533,9

- Uitstroom naar het voortgezet onderwijs:

Jaar Gym/Vwo+ Havo/Vwo Vmbo/Havo Vmbo Vmbo/Lwoo

2008 4 11 1 8 2

2009 1 1 6 13 0

2010 3 10 2 8 2

2011 3 8 8 8 4

Zorg voor de kwaliteit De zorg voor kwaliteit zien wij als een cyclisch en systematisch proces dat alle onderdelen van de school raakt. Daartoe hebben we verschillende instrumenten: 1. Een uitgebreid en actueel leerlingvolgsysteem. 2. Een gesprekscyclus met het personeel in het kader van integraal personeelsbeleid 3. Een sluitende administratie voor absenties van leerlingen 4. Een vergaderschema voor het hele team 5. Groepsbesprekingen en leerling-besprekingen 6. Een financiële “planning en controle” cyclus op bestuursniveau en schoolniveau 7. Periodieke peilingen over de kwaliteit van ons onderwijs onder het team, de ouders/verzorgers en leerlingen uit de bovenbouw Wij hanteren de PDCA cyclus (Plan-Do-Check-Act) om onze kwaliteit cyclisch te verbeteren.

29

6.6 Schoolverbeterplan n.a.v. SWOT-analyse:

Externe analyse

Top 5 kansen: 1. Handelingsgericht werken 2. (Toenemende) mogelijkheden van multimedia in het leerproces 3. Invoering LB functies 4. Opbrengst Gericht Werken (OGW) 5. Toenemende belangstelling van ouders voor onderwijs Top 5 bedreigingen: 1. Terugloop leerlingaantal 2. Omgaan met probleemgedrag 3. Steeds minder mensen kiezen bewust voor christelijke identiteit 4. Economische ontwikkelingen, inclusief economische achteruitgang lumpsum 5. Toenemende individualisering

Interne analyse

Gebruikte bronnen: 1. Kwaliteitsvragenlijst 2. Inspectierapport 2010 3. Imago-onderzoek LOGOS 2010 Top 5 sterkten: 1. Aantrekkelijk schoolgebouw 2. Er wordt aantoonbaar gewerkt aan de verbetering van de onderwijskwaliteit 3. Verbetering lees- en spellingsonderwijs 4. Goede aanpak van negatief gedrag en pesten 5. Laagdrempeligheid Top 5 zwakten: 1. Professioneel werkklimaat 2. Sociaal pedagogisch klimaat 3. Voorgenomen doelen bij verbeteractiviteiten zijn niet concreet 4. Ontbreken van tussendoelen bij ontwikkelingsperspectief 5. Informatie naar de ouders van zorg en begeleiding

30

6.7 Conclusie / strategische thema’s n.a.v. SWOT-analyse:

- ONDERWIJSKUNDIG: Meer effectieve leertijd voor de basisvakken taal en rekenen. Analyseren van resultaten. Zoeken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen. - SOCIAAL/PEDAGOGISCH KLIMAAT: Afspraken maken over eenduidige benadering kinderen. Grenzen stellen tussen individueel belang en groepsbelang. Aandacht voor sociale vaardigheden. Scheppen van een veilige omgeving, waar saamhorigheid en welbevinden de basis vormen. Duidelijke regels binnen de school. Zorgen voor een nette en veilige sfeer. - TEAM: Leerkrachten stimuleren en faciliteren om te studeren. Onderwijskundige samenwerking collega’s vergroten, door intervisie en overleg over opbrengsten. Gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Commitment creëren binnen het team. Onderling informeel contact tussen collega’s vergroten; teambuilding. Collega’s delen met elkaar de zorg voor de leerlingen en steunen elkaar. - MANAGEMENT en ORGANISATIE: Lange termijn planning. Borging van veranderingen. Profilering van de school, specialiseren. Goede jaarplanning. Bewust omgaan met budgetten, samen delen ontwikkelmateriaal en creatief omgaan met minder geld. Zelf ontwikkelen van lesmateriaal. Duidelijke afspraken over gedeelde verantwoordelijkheid en taakbeleid. - ZORG: Tijdig signaleren uitvallen. Eerder communiceren met ouders over negatief gedrag van kinderen op school. - OUDERS: Ouders betrekken bij de inhoud van het onderwijs. Ouders als partners gebruiken bij het onderwijsleerproces. Goede afspraken met ouders over onze pedagogische aanpak. Communicatie naar ouders toe vastleggen in een oudercommunicatieplan. Inzichtelijk maken naar ouders toe wat onze kwaliteiten zijn. Ouders tijdig betrekken bij de ontwikkelingen van hun kind, positief én negatief. Vertellen hoe we het doen en waarom. Ouders betrekken om pestgedrag en agressie te voorkomen. School als ontmoetingspunt voor ouders. Mogelijkheden ICT binnen onderwijsleerproces vergroten.

31

6.8 Schoolontwikkelingsplan:

Voor de komende 4 jaar worden de volgende onderwijskundige verbeterdoelen nagestreefd:

Ontwikkelpunten 2011-2015

Opbrengstgericht werken (OGW) Werkroep Opbrengstgericht Werken Inzetten verbetertraject rekenen Inzetten verbetertraject begrijpend lezen Nieuwe rekenmethode Vergroten leerkracht vaardigheden Kunnen analyseren van de opbrengsten Teamanalyses Intervisie

Handelingsgericht werken (HGW) Zelfstandig werken Klassenmanagement Groepsplannen / didactische groepsoverzichten Kunnen formuleren van onderwijsbehoeften

Sociaal klimaat SOVA training SOVA methode Meerbegaafdheid Relatie ouders Leerlingvolgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling

ICT Doorlopende leerlijn computervaardigheden (groep 1 t/m groep 8) Inzet en beheer van software Kurzweil (Dyslexie)

Engels Invoering Engels groep 5 en 6 “Take it easy” Leer-werkgemeenschap onderzoek doen naar invoering Engels onderwijs (groep 1 t/m 4) (in samenwerking met de Marnix Academie)

Creatieve Vorming Doorlopende leerlijn handvaardigheid / tekenen Muzikale Vorming Projectonderwijs

32

Opbrengst Gericht Werken

2011-2012

Actie Wie Hoe Einddoel 2012

Verbetertraject rekenen

1) In kaart brengen van de opbrengsten rekenen/ wiskunde van de laatste 4 jaar. 2) Teamanalyse 3) Opstellen van een verbeterplan 4) Rekenmethode moet worden vervangen 2012-2013

1) Intern Begeleider (IB)

2) Team

3) Werkgroep OGW 4) Werkgroep OGW

1) Methode gebonden toetsen en CITO- toetsen 2)Studiemiddag 3) Ondersteuning schoolbegeleidingsdienst 4) Instellen onderzoek (methoden / andere scholen)

1) Inzicht hebben in opbrengsten van 2006-2010 2) Bewustwording gezamenlijke missie. 3) Opbrengsten rekenen / wiskunde minimaal met 5% verhogen 4) Aanschaf nieuwe methode voor groep 1 t/m 8 in 2012-2013

Intervisie 1) Leerkrachten bezoeken tweemaal per jaar een rekenles bij elkaar

1) Alle leerkrachten met Intern Begeleider

1) Duo’s nabespreken en eenmaal plenair nabespreken op een studiemiddag

1) Instructie eenduidig maken

Verbetertraject begrijpend lezen

1) Woordenschat opbrengsten met het team bespreken 2) Onderzoek naar begrijpend lezen in de bovenbouw

1) Team o.l.v. Wilmy Hartingsveld 2) Studenten Marnix Academie

1) Team- bijeenkomst 2) Lessen observeren / leerlingen interviewen

1) Borgen woordenschat 2) Hoe kunnen we het plezier in begrijpend lezen bij de bovenbouw vergroten

33

Handelings Gericht Werken

2011-2012

Actie Wie Hoe Einddoel 2012

Zelfstandig werken

Inventariseren in alle groepen, hoe zelfstandig werken wordt ingezet

Werkgroep Zelfstandig Werken

Onderzoek doen binnen alle groepen 3 t/m 8

- Afspraken over inzet dagtaak / weektaak. - Afspraken over beoordeling dagtaak / weektaak

Klassen- management

Afstemmen afspraken

Team o.l.v. directie, Intern Begeleider en LB leerkracht

Team- bijeenkomsten

Vademecum voor de leerkracht

Groepsplannen / didactische groeps- overzichten

Groepsplan spelling maken

Teamleden en Intern Begeleider

Studiemiddag / Teamoverleg

Eind schooljaar 2011-2012 heeft iedereen een groepsplan spelling voor de laatste periode van het jaar

Formuleren onderwijs- behoeften

Observeren en onderwijs- behoeften bespreken tijdens groeps- besprekingen

Leerkrachten en Intern Begeleider

Teamstudie en coaching door de Intern Begeleider

Leerkrachten kunnen zelfstandig onderwijs- behoeften in kaart brengen

34

Sociaal klimaat 2011-2012

Actie Wie Hoe Einddoel 2012

SOVA-training Opzetten SOVA-trainingsgroep onderbouw en bovenbouw

Werkgroep SOVA Studie, inventarisatie tijd, ruimte, kosten

SOVAtraining onderbouw en bovenbouwgroep

Invoering methode SOVA 2012-2013

Oriënteren op verschillende methodes

Werkgroep SOVA Uitgevers en andere scholen

Keuze bepaald voor nieuwe methode

Meerbegaafdheid Afronden protocol meerbegaafdheid

Werkgroep hoogbegaafdheid

Plan van aanpak schrijven

Extra werk en begeleiding meerbegaafden binnen de groepen

Relatie met ouders

Organiseren koffieochtenden / klankbordgroep

Werkgroep ouderbetrokkenheid

Onderzoek doen naar mogelijkheden koffieochtend en thema’s bepalen

Twee maal een koffieochtend voor ouders organiseren Drie maal per jaar thema klankbordgroep

Leerling volgsysteem Sociaal-emotionele ontwikkeling

Oriëntatie op verschillende systemen

Werkgroep sociaal-emotionele leerlingvolgsysteem

Uitgevers, andere scholen

Besluit invoering systeem

ICT 2011-2012 Actie Wie Hoe Einddoel 2012

Doorgaande leerlijn computervaardigheden

Tussendoelen en einddoelen po inventariseren

Werkgroep ICT Onderzoek uitvoeren naar huidige vaardigheden

Einddoelen groep 1 t/m 5 vaststellen

Inzet beheer software

Inventariseren huidige inzet software.

Werkgroep ICT Groepsonderzoek In kaart brengen huidige software Wat moet blijven wat moet worden vervangen

35

Kurzweil Inzet Kurzweil in de groepen 5 t/m 8

Werkgroep Kurzweil

In kaart brengen kinderen die in aanmerking komen

Kurzweil wordt optimaal gebruikt in de groepen 5 t/m 8

Engels 2011-2012

Actie Wie Hoe Einddoel 2012

Invoering methode “Take it easy” groep 5 en 6

Starten in augustus 2011

Leerkrachten groep 5 en 6

Begeleiding uitgever

Methode “Take it easy” in groep 5 t/m 8 ingevoerd

Onderzoek Engels in de onderbouw

Leerwerk-gemeenschap o.l.v. Marnix Academie onderzoekt mogelijkheden en kansen

Twee leerkrachten onderbouw, bovenbouw, studenten en leerkrachten Marnix Academie

O.l.v. Marnix Academie

Mogelijkheden en kansen bepalen vanuit het onderzoek

Creatieve vorming

2011-2012

Actie Wie Hoe Einddoel 2012

Doorlopende leerlijn handvaardigheid/ tekenen

Inventariseren methode en huidige doelen

Werkgroep Cultureel Circuit

Onderzoek doen In kaart brengen einddoelen en tussendoelen

Muzikale vorming Inventariseren huidig aanbod

Werkgroep muzikale vorming

Onderzoek doen naar wat er binnen de groepen wordt aangeboden

Einddoelen muzikale vorming zijn in kaart gebracht

36

6.9 Evalueren en bijstellen:

Binnen de jaarplanning zijn er evaluatievergaderingen gepland om de ontwikkelingen van het schoolplan met het team te evalueren. Waar nodig worden de doelen bijgesteld. Aan het einde van ieder jaar van de schoolplanperiode worden de nieuwe jaardoelen opnieuw beschreven. Door gebruik te maken van de beleidsplanner van Beekveld en Terpstra worden de ontwikkelingen en bereikte doelen inzichtelijk voor de bestuurder. Via de weekbrief, ouderavonden, jaarafsluiting voor de ouders, de MR en de informatie op de schoolsite is de onderwijskundige ontwikkeling binnen onze school voor ouders inzichtelijk.

6.10 Schematisch overzicht m.b.t. methodevervanging:

Vak- of vormingsgebied 2011/ 2012

2012/ 2013

2013/ 2014

2014/ 2015

Buiten de schoolplan periode

Nederlandse taal 2020

Engels X (5,6)

Aanvankelijk technisch lezen 2016

Voortgezet technisch lezen 2016

Begrijpend lezen 2020

Schrijven X

Rekenen & wiskunde X

Verkeer X

Sociaal gedrag X

Aardrijkskunde 2017

Geschiedenis 2019

Natuur & techniek X

Handvaardigheid X

Tekenen X

Muziek X

Dramatische vorming X