Schoolplan basisschool De Bukehof 2012-2016, addendum 2011 ... · Schoolplan basisschool De Bukehof 2012-2016, addendum 2011 - 2012 ... schoolgids, het jaarplan, het jaarverslag en

Schoolplan basisschool De Bukehof 2012-2016, addendum 2011 - 2012 1

Het schoolplan 2012 – 2016, addendum 2011-2012

De Bukehof, tuin van groei en ontwikkeling

Naam van de school

Adres

Telefoon

Fax

E-mail

Website

Brin nummer

Werkgeversnummer

Leerlingen aantal 1-10-2011

Aantal groepen

Aantal teamleden

Bevoegd gezag

Voorzitter

Algemeen directeur

Richting

.

Een aantal kerngegevens van Basisschool De Bukehof

De Bukehof

Olmenstraat 1

4731 BC Oudenbosch

0165-313240

0165-317702

[email protected]

www.bukehof.nl

08KI

31017

214

10

21, waarvan 2 OOP

Stichting Het Barlake

Dhr. H.van Oosterbosch

Dhr. J. van den Buys

Rooms-katholiek

mailto:[email protected]

mailto:[email protected]


Het schoolplan 2012 – 2016, een addendum

Het schoolplan is een kwaliteits- en planningsdocument voor de schoolontwikkeling.

Het geeft een beeld van de situatie zoals die is en de situatie zoals die nagestreefd

wordt. Er worden prioriteiten en doelstellingen aangegeven die houvast geven bij

processen in de school, die gericht zijn op kwaliteitsverbetering en wil daarbij een

voortdurend lerende organisatie zijn. De wet regelt de invoering van het schoolplan, de

schoolgids, het jaarplan, het jaarverslag en de klachtenregeling.

Een functie van het schoolplan is het op gang houden van een voortdurende dialoog

over de kwaliteit van het onderwijs en het onderwijsbeleid op school. Het plan lokt

deze dialoog uit tussen teamleden, het bestuur en de medezeggenschapsraad.

Tenslotte is het schoolplan ook bedoeld als verantwoording aan de overheid. De

inspectie zal het schoolplan beoordelen.

Voorafgaande aan het opstellen van dit schoolplan is gekeken naar de realisatie van het vorige schoolplan 2007-2011.

Verder zijn enkele strategische beleidszaken, externe en interne kwaliteitsdocumenten verwerkt in dit plan.

Er is o.m. een SWOT analyse gemaakt, een toekomstbeeld bepaald,

een zorgprofiel / zorgplan vastgesteld en een ARBO analyse met plan van aanpak opgesteld.

De uitkomsten, meningen en opvattingen zijn meegenomen in dit schoolplan. Binnen

het team is er uitgebreid van gedachten gewisseld over de visie op onderwijs aan

kinderen. Dit is mede richtinggevend geweest bij het opstellen van dit schoolplan.

Het schoolplan is vastgesteld door het bestuur van Het Barlake in de gemeente

Halderberge en omstreken voor een periode van vier jaar. (2012 - 2016)

Het heeft de instemming van de medezeggenschapsraad van de onze school. De uitvoering en evaluatie is in handen

van het team van de Bukehof. In een gesprek met de Inspectie van het Basisonderwijs is geconstateerd dat het

schoolplan onvolledig is. In overleg met mw. drs. M.A. Pas, Inspecteur van het onderwijs, is afgesproken dat bepaalde

onderdelen van de jaarlijkse schoolgids terug moeten komen in het schoolplan om aan deze onvolledigheid te

beëindigen. In de conceptrapportage van 13 december 2011 heeft De Inspectie van het Onderwijs aangegeven welke

kernzaken dienen te worden aangevuld in het schoolplan.

De directeur zal als procesbewaker fungeren en zal bijstellingen en veranderingen opnemen.

Manfred Werger

Directeur De Bukehof


Het schoolplan 2012-2016, een inhoudsopgave van het addendum

Kerngegevens van de school en een inleiding op het addendum bladzijde 1 - 2 De inhoudsopgave van / de leeswijzer bij dit plan bladzijde 3 Het onderwijsaanbod op De Bukehof en De organisatie van het onderwijs op De Bukehof bladzijde 4– 11 De zorg voor de leerlingen bladzijde 12 – 18 Kwaliteitsbewaking en het onderwijskundig beleid bladzijde 19 – 24 Update Veranderparagraaf Leesonderwijs / COD-e (december 2011) bladzijde 25 – 39


De organisatie van het onderwijs

Groepering We werken met jaargroepen, gebonden aan leeftijd. Bij elke groep horen bepaalde leer- en sociale vaardigheden. In de groepen 1 t/m 4 zijn de materialen, onderwerpen en ervaringen waarmee geleerd wordt anders geordend dan in de groepen 5 t/m 8, waar de leermethoden een vastere indeling geven. Groepsgrootte We hebben gekozen voor een groepsverdeling waarbij de groepen zo veel mogelijk aandacht kunnen krijgen, dus waar de groepen een zo klein mogelijke samenstelling hebben. Binnen de mogelijkheden van de formatie ( het aantal leerkrachten op een school is grotendeels afhankelijk van het aantal leerlingen ) hebben we gekozen voor de volgende opzet: Groep 1 -2 a Juf Saskia Gerrits en Juf Gabby Vos

Groep 1-2 b Juf Linda Kerstens en Juf Nicole Janssen Groep 3 Juf Eva Mermans en Juf Jacobine Wetsteijn

Groep 4 Juf Ingrid Chantrel en Juf Eefje van den Boom Groep 5 Juf Annemiek Vlieger, Juf Ramona Brugman en Juf Ineke de Kluiver Groep 6 a Juf Linda van Kuijk en Juf Miranda Molengraaf

Groep 6 b Meneer Jan Bakx, Juf Sandra Elst en Juf Natasja Heijstek

Groep 7 Meneer Bernard Kannekens Groep 8a Juf Tineke Steegmans en Juf Francien Buurstee

Groep 8b Meneer Fons Pijnen en Juf Lianne Alferink

IB / RT Juf Liesbeth Tomassen

Directeur Meneer Manfred Werger De keuze voor overwegend homogene groepen: een kleine school met een klein aantal leerlingen beschikt nu eenmaal niet over een ruime formatie. Toch zien we ook in onze groepen kansen voor de terugstroom – en doorstroomtrajecten in het onderwijs, dé gelegenheid om het onderwijs af te stemmen op de ontwikkeling van elk kind, dé mogelijkheid om met de kinderen ´het sociale spel´ van de school te spelen en te beleven. In het rooster en onder meer door het inschakelen van het zorgteam, door de inbreng van een Leerkracht in Opleiding proberen we onze zorg voor de kinderen te optimaliseren. Voor het schooljaar 2011-2012 kent onze school 5 Leerkrachten in Opleiding: Juf Nicole Janssen (september 2011 – januari 2012), Juf Eefje van den Boom (september 2011 – januari 2012) en Juf Sandra Elst ( september 2011 –januari 2012) zullen onze groepen in het begin van het schooljaar versterken. Juf Lianne Alferink (september 2011 – juli 2012 ) en Juf Annemiek Vlieger, (februari 2011 – juli 2012) vervullen lestaken gedurende het hele schooljaar. Juf Natasja Heijstek ( februari 2012 – december 2012) is een LIO kracht gedurende de komende twee schooljaren.


Juf Liesbeth Tomassen is intern begeleider van de school. Zij draagt zorg voor de leerlingbegeleiding, coördineert het zorgplan, begeleidt de coaching van de leerkrachten binnen het zelfstandig werken en vormt samen met meneer Manfred, de directeur van de school, de zorgcoördinatie. Juf Liesbeth is ook werkzaam als leerkracht in groep 5. De zorgcoördinatoren bespreken éénmaal per week het zorgtraject. Juf Ingrid Chantrel heeft op woensdagen en vrijdagmiddagen extra uitvoerende taken in de Remedial Teaching (de hulp aan leerlingen) Het zorgteam is sinds het schooljaar 2007 – 2008 vergroot: Juf Linda van Kuijk (gedragsspecialist), Juf Jacobine Wetsteijn (gedragsspecialist) houden zich bezig met het bieden van hulp bij de instructie van de Leefstijllessen, de coördinatie van de Viseon-metingen (Viseon is onze methode voor het meten van de leerlingen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling) en het volgen van de begeleidingstrajecten. Juf Tineke Steegmans en Juf Jacobine Wetsteijn zijn de coördinatoren voor respectievelijk bovenbouwzaken en onderbouwzaken. Juf Tineke Steegmans is lid van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR ). JufTineke is de algemeen-stagecoach van de school. Zij coördineert de stagegesprekken met de stagiaires aan onze school. Juf Tineke rondt dit jaar de schoolleidersopleiding af. Meneer Bernard Kannekens is digicoach van onze school. Aan de hand van een driejaarlijks ICT-beleidsplan worden onderwijskundige activiteiten op het digitale terrein door hem geleid en begeleid. Op alle ochtenden in de schoolweek krijgen de leerkrachten assistentie van Meneer Michel Luykx en Meneer Wartan Pogosian. Zij zijn werkzaam als conciërge van de school en verzorgen de vele kleine klussen op de school en het kopieer – en stencilwerk. Juf Jeanne is Nijs is onze vakleerkracht textiele werkvormen, techniek en handvaardigheid. Op woensdagen is zij op onze school te vinden voor de lessen aan de kinderen van de groepen 4 tot en met 8. Als een leerkracht ziek of afwezig is, streeft de school bij de opvang van de leerlingen naar de inzet van een voor de kinderen en de school bekende ‘invalkracht’. Juf Renske Waanders, Juf Ramona Brugman en Juf Marian Duivenvoorden zijn drie van deze krachten. Meneer Manfred Werger is de schooldirecteur. Hij is tevens zorgteamlid van de school en heeft daarnaast zitting in het Barlake-Directeuren-Overleg en de beleidscommissies van Het Barlake. ”Meneer Bernard is de ‘vaandeldrager’ op ICT-gebied”


De activiteiten voor de kinderen, lesdoelen en methodes

Leergebieddoelen en leeroverstijgende doelen In de Wet op het Primair Onderwijs staat een aantal opdrachten voor de school. Eén van die opdrachten is dat de school les moet geven in verschillende vakken. Per vak is aangegeven wat de kinderen moeten leren: de zogenaamde kerndoelen. Binnen elke methode zijn deze doelen vooraf bekend, ook als zodanig geformuleerd en ze vormen een leidraad voor de leerkrachten. Belangrijk is tevens de visie op de mogelijkheden van de kinderen. Kinderen halen in de meeste gevallen de eindtermen binnen het schooljaar, er zijn echter ook leerlingen met een overcapaciteit, leerlingen die verbreding en verdieping behoeven, natuurlijk zijn er ook kinderen die mindere mogelijkheden hebben en de doelen niet binnen een bepaalde periode halen. Leerkrachten van onze school stemmen hun programma dus ook af op leerlingen met een over- en ondercapaciteit. Dat betekent dat er veel gepland en gecoördineerd moet worden binnen de jaarprogramma’s, binnen de trimesters (een schooljaar valt uiteen in drie periodes met elk een rapportage), dat de lessen zelfstandig werken voor iedereen een andere invulling krijgen, dat er veel overleg is tussen de leerkrachten, de ouders, de kinderen. Leerkrachten worden hier begeleid door het zorgteam, bovendien leren we veel van elkaar. De onderwijsinspectie controleert of de scholen zich houden aan de wetten en regels van de overheid en toetst tevens of de kerndoelen die kwaliteit hebben, die vereist wordt. De onderwijsinspectie richt zich op resultaten en op het proces dat deze resultaten mogelijk maakt. Maar verstandelijke ontwikkeling is niet het enige doel van onze school. Scholen moeten ook inzichten en vaardigheden bijbrengen die elk kind nodig heeft. De creatieve, sociale en emotionele ontwikkeling moet veel aandacht krijgen, zeker in de maatschappij van tegenwoordig. Op bladzijde 7 en 8 vindt u de lesoverstijgende doelen van onze school. Hebben ouders zicht op de leergebiedsdoelen en lesoverstijgende doelen? Jazeker, de informatieavond aan het begin van het schooljaar wordt door 83 % van de ouders bezocht, de rapportbesprekingen door 99% van de ouders. Verder zijn er toetsbesprekingen en worden de ouders regelmatig in kennis gesteld van het werk van hun kinderen. We zien ook dat veel ouders vaak tussendoor de leerkrachten willen spreken of benieuwd zijn naar de vorderingen van hun kinderen. Ouders hebben tevens de mogelijkheden om het rapport van de Inspectie Basisonderwijs in te zien (www.onderwijsinspectie.nl) en de ouders worden op de hoogte gehouden van de metingen / scores van het Kwaliteitsforum van de school. In de ouderenquête 2010 gaven ouders aan dat zij tevreden zijn over de wijze waarop zij informatie over hun kind ontvangen *. Leerdoelen, lesdoelen en overstijgende doelen staan ook niet op zichzelf. Intern worden ze geborgd, besproken en gecontroleerd. De rapportage hiervan wordt vastgelegd in het zgn. Kwaliteit in Kaart-systeem, dat we dit jaar gaan opstarten. Verder controleert de Inspectie van het Basisonderwijs elk schooljaar onze doelen aan de hand van de leerling-scores, de evaluatie van het schoolplan, vragenlijsten en interviews. Eens in de drie jaar komt de Inspecteur zelf een bezoek brengen aan onze school, onze school is in 2010 aan de beurt. Ook het Kwaliteitsforum van de school toetst enkele kaders van de schooldoelen in grote lijnen. ( bron: Inspectierapportage augustus 2006 en mei 2009 )*

De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van de leerlingen.

De school evalueert jaarlijks systematisch de resultaten van leerlingen.

De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen.

De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen.

De school rapporteert inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs en

leren.

De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.

http://www.onderwijsinspectie.nl/


MethodesV Onze school kent de volgende methodes: akgebied Me

Catechese en levensbeschouwelijk onderwijs Leefstijl – De Catechesecanon

Taal Taalactief III

Rekenen Pluspunt

Aanvankelijk Leren Lezen Veilig leren lezen

Begrijpend en studerend lezen Nieuwsbegrip XL

Voortgezet technisch lezen Estafette

Verkeer Klaar…Over / Wijzer door het verkeer

Schrijven Pennenstreken

Aardrijkskunde Hier en daar

Geschiedenis Wijzer door de Tijd

Natuur- en milieueducatie Natuurlijk

Techniek en Wetenschap Natuurlijk

Handvaardigheid Methode Jeanne de Nijs

Engelse Taal en letterkunde Real English

Sociaal-emotionele ontwikkeling en begeleiding Leefstijl

Beredeneerd aanbod bij de kleuters Ik & Ko

Muziek St.Frans

Lichamelijke oefening Basislessen bewegingsonderwijs

Opmerking Bij de keuze van methodes is één van de uitgangspunten dat deze geschikt is voor ons onderwijs. Daarnaast vinden wij dat methodes moeten beschikken over zelfstandig te verwerken lessen, zodat er gelegenheid ontstaat om met gerichte instructiegroepen te werken en kinderen extra begeleiding te bieden. Verder vinden wij dat een moderne lesmethode door multimediale toepassingen voor zowel de leerling als de leerkracht moet worden ondersteund. Klassenmanagement Hoewel het klassenmanagement er in de onderbouw iets anders uitziet dan in de bovenbouw, wordt er toch volgens hetzelfde principe gewerkt. In alle groepen wordt de dag gestart met een kringactiviteit en instructie. Vervolgens volgt een periode van zelfstandig werken, waarbij de leerkracht de handen vrij heeft om een gedeelte van de groep (verlengde) instructie te geven. Handelingsplannen voor zorgleerlingen en plusleerlingen worden gedurende de dag uitgevoerd. Vanaf groep 3 wordt al gewerkt met niveaugroepen. We onderscheiden daarin: · A-groep: deze kinderen krijgen minder leerstof, maar verrijkingsstof; · B-groep: deze kinderen vormen de basisgroep en kunnen vaak na de instructie zelfstandig aan de slag met de aangeboden lesstof; · C-groep: deze kinderen krijgen minder leerstof en bovendien doorgaans een verlengde instructie.


De dagelijkse gang van zaken het onderwijs op De Bukehof

Een schooldag in de kleutergroepen

In de kleuterklas wordt op spelende wijze gewerkt en geleerd. Dagelijks wordt de dag in de kring geopend met

behulp van de tijdwijzer, het zingen van liedjes en het bespreken van de dagritmekaarten. Vervolgens krijgen

kinderen de gelegenheid om belangrijke gebeurtenissen met de leerkracht en andere

kinderen te delen. Na de ochtendkring volgt de speel-/werktijd. De leerkracht zorgt hierbij voor een stimulerende,

krachtige omgeving waarbij steeds een thema centraal staat.

Ieder thema staat ongeveer 3 weken centraal. De thema's worden ontleend aan de methode Ik & Ko

waarmee gewerkt wordt bij de kleuters. Verder wordt er aandacht besteed aan tijdgebonden thema's , zoals

Sinterklaas, Kerstmis, Pasen etc. Bij het verwerken van de thema’s wordt gebruik gemaakt van een planning

waarin de doelen / tussendoelen ( o.m. geletterdheid, gecijferdheid, motoriek, senso-motoriek ) voor de

leerkrachten in beeld zijn.

In de kleuterklas wordt adaptief gewerkt. De kinderen mogen op

het planbord een werkje/taak kiezen dat aansluit bij hun behoeft en

ontwikkeling.

Om ieder kind een aantal dagen per jaar 'in het zonnetje te zetten' en daarbij hun

zelfstandigheid te stimuleren, werken we met 'het helpende handje' van de klas. De

helpende handjes mogen naast de leerkracht zitten en extra taken verrichten, zoals spullen van de leerkracht

dragen of vooraan in de rij staan.

Tijdens het fruit eten worden er liedjes en spelletjes gedaan. Op deze manier leren

jonge kinderen op een leuke manier hun eerste woordjes.

Aan het eind van groep 2 gaan de kleuters goed voorbereid naar groep 3. Op spelende

wijze hebben ze kennis gemaakt met cijfers, letters, woordjes klappen, tellen en voorbereidende

schrijfoefeningen.

Een schooldag in de groepen 3 en 4

In de groepen 3 en 4 heeft de taal-, leesontwikkeling van de kinderen onze volle aandacht. De leerkracht zorgt

continue voor een stimulerende leeromgeving door de hoeken van de klas in te richten met spel-, leer- en

ontwikkelingsmaterialen. De in groep 3 gebruikte leesmethode Veilig Leren Lezen biedt hiervoor veel

mogelijkheden. Door een veelvoud aan materialen is er variatie in werkvormen. Er wordt veelvuldig geoefend

met letters en woorden. In groep 4 wordt hierop verder gebouwd. Hier wordt veel aandacht besteed aan het

voortgezet technische lezen. Hiervoor gebruiken we de methode Estafette.

Ook op rekengebied worden de kinderen door de methode en de leerkracht uitgedaagd om allerlei

rekenkundige problemen op te lossen. Er wordt met de kinderen over tal van onderwerpen gesproken, zodat

hun woordenschat wordt vergroot. Dit gebeurt aan de hand van lessen natuuronderwijs, verkeer, geschiedenis

en aardrijkskunde. Zo wordt een begin gemaakt met de wereldoriënterende vakken.

Daarnaast wordt de manier van werken vanuit de kleuterperiode doorgetrokken. De kinderen leren aan de

hand van het planbord zelfstandig en op verschillende niveaus te werken. Er is veel aandacht voor

zelfstandigheid, expressie en het omgaan met elkaar.


Het werken in de groepen 5 t/m 8

In de hogere groepen ontwikkelen de kinderen zich verder aan de hand van bestaande leermethoden.

Natuurlijk verschillen de kinderen in het tempo waarin ze zich ontwikkelen door bijvoorbeeld hun achtergrond,

aanleg en motivatie. Zowel de leerkrachten als de methoden die we gebruiken spelen in op die verschillen.

Het taalonderwijs bestond vroeger vooral uit het maken van veel invuloefeningen en

dictees. Het ging vooral om foutloos leren schrijven. Dat leren de kinderen nog steeds, maar daarnaast besteden

we nu ook veel aandacht aan spreken en luisteren.

Ons taalonderwijs is interactief, waarbij de woordenschatontwikkeling vaak centraal staat.

De leerkracht creëert situaties waarin de kinderen zo veel mogelijk samen in reactie op

elkaar met taal bezig kunnen zijn. Zo leren de kinderen bijvoorbeeld goed hun eigen mening onder woorden te

brengen. De kinderen leren dus veel van en met elkaar.

Bij het rekenen werd vroeger veruit de meeste tijd besteed aan het maken van sommetjes.

Het kwam vooral neer op het aanleren van trucjes voor het maken van staartdelingen, optellen, aftrekken,

vermenigvuldigen enz. Nu leren de kinderen rekenen door het oplossen van prakt ische probleempjes die ze

in het dagelijks leven tegenkomen.

Bij het taal- en rekenonderwijs gebruiken we niet alleen leerboeken, maar ook media die de kinderen in hun

dagelijks leven tegenkomen, zoals internet, kranten en films.

Het blijkt dat kinderen hier veel van kunnen leren, en dat ook nog eens heel leuk vinden.

De wereldoriënterende vakken zijn bij uitstek geschikt om gebruik te maken van

de eigen inbreng van kinderen bij de inhoud en vorm van het leerproces. sluiten

met de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en

verkeer zo veel mogelijk aan bij de vragen die de kinderen zelf stellen en proberen middels groepswerk hen die zelf

te laten onderzoeken en beantwoorden. Al vanaf de middenbouw werken de leerlingen in groepjes en vervullen

allemaal een steeds wisselende rol. Ze overleggen, discussiëren over de

vragen die ze moeten maken of ze bereiden een presentatie voor en

presenteren dit aan de rest van de groep.

Hierbij wordt het samenwerkend leren gestimuleerd.

Uiteraard dragen wij er zorg voor dat de lesstof voldoet aan de kerndoelen.

Het werken in de bovenbouw is er vooral op gericht de kinderen zelfstandigheid bij te brengen, die hun

helpt op weg naar de eerste stappen in het vervolgonderwijs.

Huiswerk

In de hogere leerjaren van onze school wordt regelmatig huiswerk opgegeven.

We doen dit om:

• de leerlingen te laten oefenen met het zelfstandig verwerken van de lesstof;

• bij de leerlingen al een taakbewustzijn te ontwikkelen ter voorbereiding op de hoeveelheid huiswerk die ze in het voortgezet onderwijs krijgen;

• het leren werken met een agenda (werken met een rooster, plannen van huiswerk en het registreren van behaalde resultaten). Onze school heeft een huiswerkprotocol ( Protocollenmap Ouders 2011)

Multimedia

Onze school beschikt over een computernetwerk. Alle leerlingen werken met

de computer, ieder op z'n eigen niveau. De kleuters met bij de methode

Schatkist met de Muis behorende programma's op het gebied van

taalontwikkeling en rekenen.

Groep 3 werkt voornamelijk met het bij de methode Veilig Leren Lezebehorende

taal/leesprogramma. Vanaf groep 3 werken alle groepen met het bij de

methode Pluspunt behorende programma voor rekenen. Voor spelling

worden verschillende programma's toegepast.

Vanaf groep 5 gaan de leerlingen de computer in combinatie met het digitale schoolbord

steeds intensiever gebruiken voor bijvoorbeeld presentaties en werkstukken.

Verder wordt de computer ingezet voor remediërende programma's.


Techniekonderwijs

Sinds het schooljaar 2007-2008 is techniek op onze school in het onderwijs ingevoerd.

Techniek in het basisonderwijs kan bij uitstek bijdragen aan het ontwikkelen van

meervoudige talenten bij kinderen. Zowel denken als doen wordt gestimuleerd en

gecombineerd met creativiteit en probleemoplossend handelen. Ook wordt samenwerking tussen kinderen

onderling gestimuleerd in specifieke onderwijssituaties.


Beleid met betrekking tot de leer – en lesdoelen? Vanaf het schooljaar 2007 -2008 tot en met het schooljaar 2011-2012 kent onze school de volgende drie speerpunten: - De keuze van een nieuwe taalmethode - Een adaptieve structuur in ons onderwijs: uit het Inspectierapport van 2006 blijkt dat de school meer moet streven naar afstemming, meer moet doen met verschillen in leerstrategieën en de evaluaties van de leerstof en toetsing moet omzetten in plannen voor het omgaan met verschillen in leerlingen En Het streven naar meer zelfstandig werken: Zelfstandig werken is meer dan het zelfstandig verwerken van extra opdrachten, het is een belangrijk middel om hulp aan verschillen bij kinderen te bereiken. Kinderen moeten weten welk doel ze nastreven, ze moeten zaken en problemen kunnen oplossen ( met elkaar, met de hulp van de leerkrachten) en rekenschap geven van hun aanpak. - De professionele cultuur in de school : Op een professionele manier de schakel vormen tussen leerstof, leerlingen,onderwijsbetrokken zaken en mensen

Bovengenoemde zaken zijn uitgewerkt in ons nieuwe schoolplan. Dit plan is eind november 2007 bij de Inspectie van het Basisonderwijs aangeboden. In het schooljaar 2012 – 2016 gaan het schoolteam werken aan een nieuwe schoolplanperiode. Zaken die centraal staan in dat schoolplan zijn:

- Het verbeteren van de prestaties in het Technisch Lezen en het maken van een doorgaande lijn voor het Technisch Lezen in de Bukehof

- Verbreding technieklessen in de methode Natuurlijk en het maken van een Techniekkist voor elke jaargroep - De doorgaande lijn in het werken met taal en rekenen

- Begrijpend en Studerend lezen groep 5 – 8: het werken met de nieuwe methode Nieuwsbegrip

- Een nieuwe opzet voor het zelfstandig werken

Arbobeleid De werkomgeving waarin de kinderen en leerkrachten dagelijks verkeren, dient een veilige en liefst prettige te zijn. Goede arbeidsomstandigheden vormen daarvoor een voorwaarde. Op de scholen van Het Barlake wordt veel zorg en aandacht besteed aan deze arbeidsomstandigheden. Onderwerpen waar steeds aandacht voor is / aan gewerkt wordt, zijn:

Het actueel houden van en oefenen met ontruimingsplannen. Op onze school wordt aan de hand van zo’n plan jaarlijks twee keer geoefend in het snel, veilig en ordelijk ontruimen van het schoolgebouw. Dit om goed voorbereid te zijn op een situatie waarbij dit echt nodig is..

Het opleiden van BHV-ers (bedrijfshulpverleners). Onze school beschikt nu over vijf BHV-ers (Juf Eva, Juf Tineke, Juf Gabby, Meneer Fons en Meneer Manfred) en twee EHBO-ers (Juf Gabby en Juf Francien)

Het uitvoeren van een ASV (algemene school verkenning). Dit gebeurt éénmaal per vier jaar. Hierbij worden de schoolgebouwen en arbeidsomstandigheden gecontroleerd op allerlei gezondheids- en veiligheidsaspecten. Zaken die aanpassing behoeven, worden in een plan van aanpak opgenomen. Dit plan heeft geleid tot een verregaande renovatie en verbetering van ons schoolgebouw.


De zorg voor kinderen

'Zorg' betekent dat je er voor elke leerling moet 'zijn', het vraagt om een goed werkend systeem, een goed samenwerkend schoolteam en veel overleg met ouders, zorginstanties en andere mogelijk betrokkenen.

Incidentele

onderpresteerders:

De leerkracht geeft de

leerling verlengde

instructie aan de

instructietafel, huiswerk of

laat de leerling

deelnemen aan een

rekengroepje

Bovenpresteerders:

Leerlingen met meerdere

A-scores voor CITO-

toetsen komen (na

overleg met de ouders)

in aanmerking voor

compacting en verrijking

voor rekenen. Voor

begrijpend lezen of de

Nederlandse taal wordt

verrijkend materiaal

aangeboden.

Na 6-12 weken wordt het(groeps-)handelingsplan samen met de intern begeleider

geëvalueerd.

Onvoldoende resultaat?

De leerling wordt besproken in het

zorgteam, gevolgd door een nieuw

handelingsplan.

Eventueel kan RT (remedial teaching)

worden opgestart en/of de leerling

wordt aangemeld voor een

consultatiebespreking met EDUX(de

schoolbegeleidingsdienst).

Ook kan er PAB(Preventieve

Ambulante Begeleiding) worden

aangevraagd.

Voldoende resultaat?

In de meeste gevallen zal het

handelingsplan worden stopgezet.

Ouders worden op de hoogte

gebracht van de behaalde

resultaten.

Nog steeds onvoldoende vooruitgang gesignaleerd?

In overleg met de schoolbegeleidingsdienst, het zorgteam, de leerkracht en de ouders

kan besloten worden een kind te laten onderzoeken door EDUX.

Hier kunnen nieuwe adviezen uit voortkomen voor de leerkracht.

Er kan door de schoolbegeleidingsdienst ook geadviseerd worden om een school voor

speciaal basisonderwijs te zoeken.

Dit gebeurt alleen wanneer alle inspanningen van de school geen of nauwelijks resultaat

opleveren. Ouders worden bij alle stappen betrokken.

Evaluatie van de leerontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling d.m.v. methode

gebonden toetsen, Cito-toetsen, incidentele en structurele observaties en vragenlijsten.

Structurele

onderpresteerders:

De leerkracht stelt een

(groeps-)handelingsplan

op.

Dit wordt besproken met

de intern begeleider.

Ouders dienen het

handelingsplan ter

goedkeuring te

ondertekenen. Ook kan

training in sociale

vaardigheden

geadviseerd worden.

Indien geen of

onvoldoende

resultaat.


ZORG OP DE BUKEHOF. Onze school vindt het belangrijk dat ieder kind de begeleiding krijgt die het nodig heeft. Ieder kind moet zich veilig voelen op school en prettig in zijn vel zitten. We werken daar als team structureel aan door de Leefstijllessen binnen de groep. We leren de kinderen hoe we op een goede manier met elkaar omgaan volgens de Leestijlafspraken die we hanteren. Op leergebied hebben we de taak kinderen met uiteenlopende capaciteiten binnen de jaargroep te begeleiden. De leerkracht is de verantwoordelijke voor dit proces. Hij wordt hierin ondersteund door zijn collega’s, de intern begeleider en het Zorgteam en verder door instanties van buiten de school. Door observeren proberen we de ontwikkeling van de kinderen goed te volgen. Daarnaast worden er voor de leerprestaties toetsen afgenomen. Dit zijn methodegebonden toetsen en onafhankelijke Cito-toetsen. Voor die laatste gegevens beschikken we over een leerlingvolgsysteem. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling beschikken we ook over een leerlingvolgsysteem. Minstens één maal per jaar vult de leerkracht hiervoor vragenlijsten in. Vanaf groep 5 vullen leerlingen ook zelf vragenlijsten in. De vragen hebben betrekking op o.a. werkhouding en welbevinden. Uit al deze gegevens kan een vraag om zorg naar voor komen. Hoe gaat dit in zijn werk? - de leerkracht signaleert en observeert in de groep m.b.v. methodegebonden toetsen, eigen observaties en

CITO-toetsen. - De leerkracht legt vast welke kinderen onder- en bovenpresteren - Voor deze leerlingen kan de leerkracht extra hulp binnen de groep inzetten. De leerkracht stelt een

handelingsplan op, dat binnen de groep wordt uitgevoerd. Het gaat bijna altijd om een groepsplan, zodat meerdere kinderen tegelijkertijd profiteren van de hulp Dit kan b.v. zijn: hulp aan de instructietafel, deelname aan een rekengroepje, het maken van huiswerk. Ook het samenstellen van een programma met stof op een hoger niveau is een mogelijkheid.

- Het plan wordt besproken met de intern begeleider en na afloop samen met de intern begeleider geëvalueerd. - In iedere groep zijn er minimaal drie periodes in een schooljaar, waarin gewerkt wordt met een handelingsplan. - Naar aanleiding van het sociale welbevinden kan ook extra zorg geboden worden door de zgn. SOVA-training:

SOVA is een afkorting van sociale vaardigheden. In een klein groepje worden die vaardigheden geoefend met de kinderen die dit lastig vinden.

- Alle extra hulp aan een kind wordt genoteerd in het persoonlijke Zorgblad.

Genoeg resultaat? - Het probleem wordt besproken met de intern begeleider. Dit kan leiden tot een onderzoek door de intern

begeleider, gevolgd door een nieuw handelingsplan. De leerkracht kan zelf verder hulp binnen de groep bieden. - Besloten kan worden dat de leerling in aanmerking komt voor remedial teaching: extra hulp buiten de groep

onder schooltijd door de remedial teacher. - Als het probleem te groot wordt, komt het kind in de consultatiebespreking met de schoolbegeleidingsdienst

(Edux). Met de adviezen uit deze bespreking gaat de leerkracht opnieuw binnen de groep aan de slag. - Als ook hier te weinig resultaat geboekt wordt, wordt het kind mogelijk onderzocht door Edux. Het gaat vooral

om adviezen, waarmee de school weer verder kan. - Er kan door een schoolbegeleidingsdienst het advies gegeven worden een school voor speciaal basisonderwijs

te zoeken. Dit gebeurt alleen wanneer alle inspanningen van de school geen of nauwelijks resultaat opleveren De informatie naar de ouder: - De ouders worden in de tienminutengesprekken en door de rapporten op de hoogte gehouden van de

vorderingen van de leerling. - Als er aan uw kind extra hulp wordt verleend wordt dit door de leerkracht aan u verteld. - Als uw kind in aanmerking komt voor een handelingsplan vraagt de leerkracht aan u om toestemming. Het

handelingsplan wordt ter ondertekening aan u gegeven. Na een evaluatie wordt u geïnformeerd over het resultaat en een eventueel vervolg.

- Wordt uw kind besproken in de consultatiebespreking bij EDUX, dan wordt vooraf aan u om toestemming gevraagd. Na de bespreking stelt de leerkracht of intern begeleider u op de hoogte van de adviezen. Soms is het wenselijk dat de ouders bij zo’n gesprek aanwezig zijn.


HET ZORGPLAN; De Bukehof heeft een zorgplan, waarin is vastgelegd hoe de zorg vorm krijgt binnen de school. Dit zorgplan, het zorgprotocol, is besproken met het hele team en de uitgangspunten worden door iedereen gedragen. De zorg op de Bukehof is voortdurend in ontwikkeling. Waar wordt de komende tijd aan gewerkt?

Schooljaar 2011-2012: Een doorgaande lijn in het taalonderwijs en het technisch leesonderwijs

Het gebruiken van een groepsplan

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Zorg betekent een systeem van middelen om de kinderen in de gaten te houden. Onze school maakt gebruik van: - Toetsen die methodegebonden zijn - Toetsen die landelijk en algemeen zijn - Toetsen uit het CITO leerlingvolgsysteem, waarbij kinderen vanaf de kleuterperiode gevolgd worden in hun

ontwikkeling - Een registratie van observaties die de ontwikkelingslijn van kleuters in kaart brengt - Registratie instrumenten en meetinstrumenten voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind - Plakboeken/ crea-mappen en tekenschriften (onderbouw) waarin de creatieve vorderingen te zien zijn - Leerling dossiers - Leerling – en groepsbespreking binnen het zorgoverleg en het overdrachtsoverleg - Gesprekken binnen de Edux, de schoolbegeleidingsdienst die onze school adviseert en begeleid. - Deelname aan het netwerk Weer Samen Naar School, waar ook de school voor speciaal onderwijs aan deelneemt - Doublureprotocol, zorgprotocol, protocol versnelde doorstroming en compacting (het volgen van een eigen leerlijn),

registratie- en beoordelingsmappen die standaard zijn voor alle groepen van onze school Er zijn verschillende zorginstanties, waarmee de school overlegt: - Ambulante begeleiders vanuit speciaal onderwijs en de Regionale Expertise Centra (REC) ten behoeve van

kinderen met een handicap - Overleg met de schoolbegeleidster van Edux. - Deelname aan het netwerk WSNS (= Weer Samen Naar School) waaraan ook de school voor speciaal onderwijs

deelneemt. - School Maatschappelijk Werk van de gemeente Halderberge 10x per jaar. - Deelname aan het VVE koppel De vroegschoolse educatie richt zich vooral op taalactivering en het registreren van

observatie- gegevens. Hierdoor kan de begeleiding van kinderen vlot afgestemd worden op de verschillende behoeften.

Verder wordt er drie maal per jaar een (vorderingen)map/ schriftenmap meegegeven, met daarin de werkschriften van de kinderen. Het vormt vaak de basis voor een gesprek over de vorderingen van uw kind, dat ook in een schoolrapport worden weergegeven. Dit rapport ontvangt uw kind drie keer per schooljaar. Om het kind uit groep acht van onze school te begeleiden bij zijn schoolkeuze voor het Voortgezet Onderwijs zijn er twee hulpmiddelen om het advies van de school te ondersteunen: de NIO toets (een intelligentie-onderzoek ten behoeve van de schoolkeuze Voortgezet Onderwijs) van de Onderwijsbegeleidingsdienst Edux en de eindtoets basisonderwijs van het CITO.


Beslissingen in de schoolloopbaan De school is verantwoordelijk voor het welslagen van de onderwijsloopbaan van de leerlingen zolang zij aan school verbonden zijn. Het is ons doel hen in eerste instantie te begeleiden op weg naar het vervolgonderwijs. Een aansluiting bij de vervolgstappen, bij de ‘maatschappij ‘ is van groot belang. Maar er is meer, de basis voor het verdere leven wordt mede op onze school gelegd. Dit besef is er en het betekent dat besluiten over de schoolcarrière zorgvuldig moeten worden genomen. In het bovenstaande hebt u kunnen zien, dat gesprekken, toetsen, het zorgplan en expertise in de school en hulp van buitenaf ons steunen bij deze zorgvuldigheid. Toch moeten er soms besluiten worden genomen, we denken hierbij aan: - verwijzing naar het speciaal basisonderwijs - een verlengde kleuterperiode in groep 1 en 2 - een doublure - het loskoppelen van leerstofonderdelen of compacting van de leerstof a. Verwijzing speciaal basisonderwijs: Wanneer blijkt dat we een kind met onderwijsbeperkingen niet verantwoord kunnen begeleiden, geven we ouders, na een onderzoek, het advies van verwijzing naar het speciaal onderwijs. Wanneer ouders dit advies overnemen, vragen zij hiervoor een beschikking aan. De school stelt het onderwijskundig rapport op waaruit moet blijken dat alle gegeven hulp te weinig effect heeft gehad op de ontwikkeling van het kind. De Permanente Commissie Leerlingenzorg beslist over de aanvraag. Wanneer u als ouders vindt dat er voor uw kind meer hulp nodig is of dat uw kind aangewezen is op een speciale school voor basisonderwijs, dient u zich uiteraard eerst tot onze school te wenden. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om eensgezind het beste voor uw kind te zoeken. Mocht u bij ons als school onvoldoende gehoor vinden, dan kunt u zich zelfstandig tot de PCL wenden. b. Verlenging kleuterperiode: Groep 1 Op grond van observatie van gedrag en werkhouding kan besloten worden tot een verlenging van de periode in groep 1. Het betreft meestal de jongste leerlingen. De ouders worden vroegtijdig op de hoogte gebracht van onze beslissing en krijgen alle ruimte met ons daarover van gedachten te wisselen. Groep 2 Wanneer op grond van het leerlingvolgsysteem ( CITO, observaties, checklijsten dyslexieprotocol ) in maart/april vermoed wordt dat een groep 2-leerling (ernstige) problemen zal ondervinden in groep 3, stellen we de ouders hiervan op de hoogte. Vervolgens volgen we de maanden daarop nauwlettend de ontwikkeling van het kind. Met de verkregen informatie gaan we opnieuw in gesprek met ouders. Na dat gesprek nemen we uiterlijk in juni intern een besluit over het schoolvervolg. We streven naar een besluit dat door iedere betrokkene gedragen wordt. De praktijk leert dat we op grond van onze ervaring een goede inschatting kunnen maken over de kansen en risico’s van het onderwijs in groep 3 voor de kinderen van groep 2. Onjuist genomen beslissingen kunnen ernstige gevolgen hebben voor de schoolloopbaan van het kind en het onderwijs aan de gehele groep. Vanwege genoemde nadelige consequenties is een uitspraak van het zorgteam hiertoe een bindende schooluitspraak.


c. Doublure Doublures zijn wat ons betreft uitzonderingen. Een doublure heeft alleen zin wanneer de leermogelijkheden van een kind niet volledig tot hun recht zijn gekomen in het achterliggende jaar. Dat kan bijvoorbeeld in geval van (langdurige) ziekte. De ouders worden uiterlijk in mei op de hoogte gesteld van een mogelijke doublure. In een oudergesprek zal het doublureadvies worden toegelicht, waarna een schoolbesluit wordt genomen. De school houdt zich het recht voor de uiteindelijke doublurebeslissing te nemen. d. Loskoppeling van de leerstofonderdelen: Sommige kinderen ontwikkelen een steeds grotere achterstand bij één van de elementaire vakken; rekenen, spelling of begrijpend lezen. Wanneer extra instructie tijdens de lessen niet voldoende helpt, besluiten we in overleg met de ouders het kind een eigen leerroute te laten volgen, los van de groepsmethode. Maar ook bij kinderen met een zeer grote leerstofvoorsprong, of ontwikkelingen die de normjaargroep flink overstijgen, kan het programma afgestemd worden op het programma van een ander niveau. In beide gevallen kan een leercontract worden vastgelegd met de ouders, waarin de route van de leerling door het zorgteam wordt uitgestippeld en waarin tussendoelen en / of einddoelen worden vastgesteld.


Weer Samen Naar School (tekst: Wim Groffen – directeur bureau WSNS). Het secretariaat van WSNS-Roosendaal is te vinden in Oudenbosch, Markt 32, 4731 HP, telefoon 0165-330966. WSNS- Roosendaal WSNS-Roosendaal is een samenwerkingsverband van basisscholen en de speciale basisschool (de Sponder) in de regio Roosendaal, Halderberge en Rucphen. Onze school maakt deel uit van dit samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband stelt jaarlijks een plan op. In het plan staan een aantal zaken die voor alle scholen zijn geregeld zijn: a. De bovenschoolse voorzieningen waarvan scholen gebruik kunnen maken, wanneer een kind problemen heeft

die de school niet alleen kan oplossen. b. De school kan dan een beroep doen op de CLZ: de commissie leerlingzorg. c. Hierbij kan de school een beroep doen op begeleiding en /of op onderzoek. d. Verder kan de school een beroep doen op de PCL: De Permanente Commissie Leerlingzorg. De school moet

die inschakelen als een beschikking wordt aangevraagd voor plaatsing op de speciale school voor basisonderwijs. Dat is in ons samenwerkingsverband De Sponder te Roosendaal

e. De school kan ook een beroep doen op de crisisopvang, wanneer het bestuur van de school besluit een leerling te verwijderen.

f. Het samenwerkingsverband informeert leerkrachten, intern begeleiders en directeuren over gezamenlijke thema’s zoals verbetering van het leesonderwijs en het geven van aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling.

g. Het samenwerkingsverband faciliteert mede de school om op school een zorgteam te hebben. h. Het samenwerkingsverband stelt de intern begeleider in staat met ib-ers van andere scholen over de

leerlingzorg te spreken. Leerlingen met een handicap Per 1 augustus 2003 is een nieuwe onderwijswet in werking getreden. De wet heet Wet op de Expertise Centra (WEC) en gaat over een regeling voor 'leerling gebonden financiering', voor kinderen met een stoornis of handicap. Deze wet geeft ouders van kinderen met een stoornis of handicap het recht, zelf een keuze te maken voor speciaal onderwijs of voor de gewone basisschool. Kiezen de ouders voor de gewone basisschool dan krijgt zo'n kind een 'rugzak' mee. In die 'rugzak' zitten middelen om extra hulp te kunnen bieden tijdens lessen door de leerkracht of de remedial teacher en geld om eventueel extra leermiddelen te kunnen kopen. Onze school heeft hier al ervaring mee. We krijgen daarbij hulp vanuit een Expertise Centrum, dit is specialistische hulp vanuit het speciaal onderwijs. Onze school staat welwillend tegenover het integreren van deze leerlingen in de plaatselijke school, maar wij zien ook onze beperkingen, bij het toelaten van leerlingen met een ernstige stoornis of handicap. Wij denken hierbij aan de samenstelling van de groep waarin het kind geplaatst moet worden. Wij vinden wel dat iedere situatie op zichzelf staat en als zodanig beoordeeld moet worden. Verstoring van het leerproces van andere leerlingen zou een reden tot weigering kunnen zijn. We zullen moeten afwegen of de extra aandacht die een leerling met een handicap nodig heeft in verhouding staat tot de aandacht aan de overige leerlingen. Indien de tijd die aan speciale zorg en (medische) behandeling besteed moet worden aan de leerling, duidelijk ten koste gaat van de onderwijstijd, moeten we ons afvragen of plaatsing op een gewone basisschool wel zinvol is.

Schoolplan basisschool De Bukehof, 2012 – 2016, addendum 2011-2012

18

Het Schoolteam Het team van De Bukehof bestaat uit: Eva Mermans Bernard Kannekens Gabby Vos Jan Bakx Saskia Gerrits Manfred Werger Jacobine Wetsteijn Fons Pijnen Ingrid Chantrel Michel Luykx Linda van Kuijk Wartan Pogosian Linda Kerstens Liesbeth Tomassen Miranda Molengraaf Tineke Steegmans Jeanne de Nijs Ramona Brugman Francien Buurstee Renske Waanders Ineke de Kluiver Gemiddelde leeftijd van ons team: 40,3 jaar: 34 % mannen, 66 % vrouwen. Ons schoolteam heeft een parttimerratio van 68 %, 7 % van ons team bestaat uit onderwijsondersteunend personeel. 30 % van het team heeft een werkervaring van 20 jaar en meer, 50 % van het team heeft een werkervaring tussen 2 en 10 jaar. 35 % van ons team heeft een leeftijd tot 30 jaar, 25 % van ons team tussen de 30 en 45 jaar. 40% van de teamleden is tussen de 50 en 60 jaar jong. De taakverdeling Ieder teamlid heeft de verantwoordelijkheid over de onderwijskundige taken op school. Hij of zij voert de taken uit zoals in het takenboek staat omschreven. Hierbij valt onder andere te denken aan het bijhouden van: - een klassenboek / de groepsmap - weekrooster - contacten met ouders en leerlingen - absenten - zorgpapieren, toetsen en cijfers Naast lesgebonden taken heeft iedere leerkracht ook nog een aantal niet-lesgebonden taken. Deze taken worden vooraf vastgelegd. De begeleiding en inzet van stagiaires In alle groepen worden weer studenten van de Pabo en andere opleidingen ingezet en begeleid. Door de OVDB (landelijk orgaan beroepsonderwijs) zijn wij erkend als leerbedrijf voor de opleiding sociaal pedagogisch werker. De groepsleerkracht blijft de eindverantwoordelijke in de groep en begeleidt de eigen stagiaires. Scholing van de leraren Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen volgen we voortdurend nascholingscursussen. We doen dit op directieniveau, in teamverband en individueel. De teamgerichte nascholing heeft hierbij voorrang. De cursussen sluiten aan op het door het team ontwikkelde en door het bestuur goedgekeurde beleid. De teamscholing, gestart in 2007, krijgt een vervolg in het schooljaar 2011-2012. Uitgangspunten van de scholing zijn de professionalisering en het klassenmanagement (bron: Schoolplan 2007-2011 ). Verder zijn de leerkrachten van onze school actief betrokken bij uitwisselingsprojecten, onderbouwdagen en verdere bijeenkomsten. Enkele leerkrachten volgen een opleiding binnen hun specialisme: speciale onderwijskundige gerichte zorg en management staan hierbij centraal ( zie hoofdstuk 3.1 van de schoolgids).


19

De ontwikkeling van het onderwijs in de school en het borgen van kwaliteit Activiteiten ter verbetering van het onderwijs We gaan dit schooljaar werken aan:

- Verbreding technieklessen in de methode Natuurlijk en het maken van een Techniekkist voor elke

jaargroep - De doorgaande lijn in het werken met taal en rekenen - Begrijpend en Studerend lezen groep 5 – 8: het werken met de nieuwe methode Nieuwsbegrip

XL - Het zorgplan 2010-2012: Naar Passend Onderwijs

- Leefregels in de school - De audit en opvolging van een intern kwaliteitsdocument - Technisch lezen en de doorgaande lijn in de school ( Hard –werkgroep) ( VVE-koppel

Oudenbosch) ( Juf Jacobine Wetsteijn is lid van de Werkgroep Hard en Meneer Manfred Werger is voorzitter van het VVE- Koppel Oudenbosch

Zorg voor de relatie school en omgeving We werken samen met het personeel van de bibliotheek, zodat we onder schooltijd alle kinderen gebruik kunnen laten maken van de voorzieningen en het programma van bibliotheek. Deze voorziening zal het gemis van een schooleigen bibliotheek moeten kunnen compenseren. Onze schoolbegeleider van Edux en de identiteitsbegeleider zorgen mede voor een stukje vorming en begeleiding van het schoolteam. Binnen de koppeling tussen peuterspeelzalen en de onderbouw van de basisscholen is er al veel bereikt. Er is gekozen voor een registratiemodel om problemen en ontwikkelingsgebieden die aandacht behoeven eerder in beeld te brengen en te begeleiden. De Buitenschoolse Opvang komt in onze school en het betekent een intensivering van de contacten. Onze school heeft zitting in het VVE-koppel-Oudenbosch. Peuterspeelzalen, Kinderdagverblijven, de BSO, de scholen en de gemeente hebben zitting in dit overlegorgaan. Manfred Werger is van dit koppel de voorzitter. In het kader van zorgverbreding vindt er uitwisseling plaats via WSNS (Weer Samen Naar School). We nemen deel aan het samenwerkingsverband Roosendaal. Hierin zitten scholen voor Basisonderwijs en Speciaal onderwijs. Dit jaar wil het WSNS met alle scholen o.m. het volgende bereiken:

een dyslexieprotocol in de bovenbouwgroepen

een zorgprofiel in elke school volgens de afgesproken standaard ( WSNS-model)

verbeteringen van begeleidingsgesprekken met de interne begeleiders van de school

eenduidige leerlingrapportage en een eenduidig onderwijskundig rapport

professionalisering van de interne begeleiders

voorziening voor kinderen in een crisissituatie Het WSNS wordt bestuurd door een stichting waarin schoolbesturen participeren, het secretariaat van het WSNS is te vinden in Oudenbosch, Markt 32, 4731 HP, telefoon 0165-330966. Natuurlijk hebben we regelmatig overleg en contact met de medegebruikers van ons multifunctioneel schoolgebouw. De Pedagogische Academie voor Basisonderwijs (Pabo) in Breda, Dordrecht, Rotterdam en Vlissingen en de colleges van het ROC leveren ons elk jaar stagestudenten. Tineke Steegmans is de stagecoach voor de studenten van PABO Breda, Vlissingen en Dordrecht/ Rotterdam. De directeur heeft zitting in het directeurenoverleg en in diverse beleidsteams van Het Barlake. De digicoach Bernard Kannekens neemt deel aan de werkgroep ICT van Het Barlake.


20

De resultaten van het onderwijs Kwaliteitsrapportage (onderstaand overzicht is overgenomen uit de gegevens van de Inspectie van het Basisonderwijs)

Als je kiest voor een bepaalde vorm van de inhoud van je onderwijs, wil je natuurlijk ook weten of de gekozen vorm goede resultaten oplevert. De toetskalender en de landelijke toetsen geven hiertoe een eerste signaal, maar de school wil graag zijn resultaten bezien vanuit een landelijke norm, vanuit een breder perspectief. De Inspectie van het Basisonderwijs vermeldde in haar rapportage n.a.v. een schoolbezoek in 2006, dat onze school meer gebruik moet maken van analyses, kwantitatieve en kwalitatieve gegevens om de leerstof af te stemmen op de kinderen, om elkaar professioneel te informeren en toe te rusten en om het maximale uit de leerlingen te halen. Onze school maakt m.i.v. het schooljaar 2007 – 2008 gebruik van deze analyses: Het is de basis van waaruit je aan de slag gaat met een groep leerlingen, het is de basis voor ons werk. De resultaten van ons onderwijs zijn o.m. in te zien via de website van de onderwijsinspectie (www.onderwijsinspectie.nl) . De school scoorde tijdens de laatste twee inspectiebezoeken een zeer positief resultaat. Een beknopte weergave ziet u in het onderstaande overzicht. Het inspectiebezoek van juni 2006 vormt tevens de grondslag voor ons schoolplan 2007 – 2011. De school zal zich op de kritieke punten verder moeten ontwikkelen: - Meer gebruik maken van kwantitatieve analyses in de zorgstructuur - Het onderwijs beter afstemmen op de leerlingen en de verschillen tussen leerlingen (vanuit de

analyse van de cijfers, toetsen, zorgstructuur ) - De leerlingen meer verantwoordelijk maken voor hun leerprestaties en leeractiviteiten - Meer zelfstandig werk, een adaptieve structuur in de groepen, niet teveel ééndimensionaal

lesgeven - Werken aan een professionele leef – en werkcultuur Naast de verslagen van de Onderwijsinspectie levert de school elk schooljaar een Onderwijsverslag in bij de Onderwijsinspectie waarin de school de opbrengsten van het leerproces in diverse groepen in kaart brengt. De inspectie publiceert elk schooljaar een verslag n.a.v. deze onderwijskaart en verwerkt de gegevens in de beoordeling van de school en zijn onderwijs.

Indicatoren Oordelen

De aangeboden leerstof voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde voldoet aan

de wettelijke eisen.

Minimaal 90% van de leerlingen krijgt ook daadwerkelijk alle leerstof aangeboden die

gepland is tot en met het niveau van leerjaar 8.

De leerstof van de verschillende leerjaren sluit goed op elkaar aan.

De leerstof voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde is afgestemd op de

specifieke onderwijsbehoeftes van leerlingen.

Leerlingen met een taalachterstand krijgen leerstof Nederlands aangeboden die past

bij hun specifieke onderwijsbehoefte.


http://www.onderwijsinspectie.nl/Documents/pdf/Vertaaltabel_BAO


21

Kwaliteitskaart

Basisschool 'De Bukehof'

Olmenstraat 1 4731 BC Oudenbosch www.bukehof.nl e-mail: [email protected]

goed

voldoende

onvoldoende

slecht

geen oordeel

Kwaliteitszorg

Rapport 29-08-2006

Leerstofaanbod

Rapport 29-08-2006

Onderwijstijd

Rapport 29-08-2006

Sfeer in de klas

Rapport 29-08-2006

Kwaliteit van lesgeven

Rapport 29-08-2006

Afstemming op onderwijsbehoeften

Rapport 29-08-2006

Actieve rol van leerlingen

Rapport 29-08-2006

Sfeer op school

Rapport 29-08-2006

Begeleiding

Rapport 29-08-2006

Zorg

Rapport 29-08-2006

Resultaten van leerlingen

Rapport 01-05-2007

Ontwikkeling van leerlingen

Rapport 01-05-2007

Vervolg toezicht: De kwaliteit van het onderwijs is van voldoende niveau. Er is geen aanleiding voor

een aangepaste vorm van toezicht.

http://www.bukehof.nl/

http://www.onderwijsinspectie.nl/zoekscholen/?qualitycardview=totaal_overzicht75&schoolId=4815&showview=A1













22

Naast externe kwaliteitszorg ( onderwijsinspectie ) kent onze school ook een aantal instrumenten op het gebied van de interne kwaliteitszorg. Ook in de school zelf willen we de ‘kwaliteit ‘ ontwikkelen, toetsen, bijstellen en evalueren. Dit gebeurt in en aan de hand van een aantal documenten: - De KIK-procedure: Kwaliteit in Kaart; De school heeft in 2002 een KIK-kaartsysteem vastgelegd en

vastgesteld. Elke KIK-kaart wordt geaudit ( bevraagd, onderzocht en geregistreerd). Op deze wijze maakt de school een aantal onderwijszaken transparant en overzichtelijk én kan zij werken aan de interne verbeteringen van het onderwijs op de school. De KIK-kaarten kennen de volgende onderwerpen: Onderwijsleerpakket, onderwijstijd, resultaten en opbrengsten, toetsing, zorg en begeleiding, schoolklimaat. Komend schooljaar is de kaart ‘ schoolklimaat ‘ aan de beurt voor de audit én voor de opvolging. In 2009 – 2010 heeft de school een KIK-instrument vastgesteld en benut. In 2011– 2012 gaan we dit instrument verder uitbreiden.

- Het MTO: In het schooljaar 2005 – 2006 verrichtte het onderwijsadviesbureau Imago een intern

kwaliteitsonderzoek op onze school ‘ het Medewerkers-tevredenheidsonderzoek ‘ . De resultaten van dit onderzoek publiceerde zij in een rapport. Aandacht zaken vanuit deze rapportage vormen de basis voor het schoolplandeel ‘professionalisering ‘. Een nieuw MTO werd eind 2010 verricht.

- De Jaarlijkse Rapportage Schoolplan ( JRS ) beschrijft de voortgang van het verbeterplan van de

school. De rapportage wordt besproken in de MR, met de algemeen directeur van Het Barlake en een kopie wordt verzonden naar de Inspectie van het Basisonderwijs

- De ouderenquêtes ( OTO – oudertevredenheidsonderzoek ) 2005- 2007: De oudervereniging van

onze school organiseert niet alleen de leuke activiteiten van de school. In overleg met de directie, het Kwaliteitsforum van de ouders ( KWF ) en de Medezeggenschapsraad van de school bevraagt zij (jaarlijks) de ouders van onze school. De respons is zeer goed te noemen ( 80 % van de ouders reageerde ) en de resultaten van de oudervragenlijst worden gepubliceerd aan de ouders en met het schoolteam en de ouderfora besproken. De vragenlijst van 2007 leidde ertoe dat de school vooral op het gebied van de schoolveiligheid, de fysieke veiligheid en de hygiëne de nodige maatregelen heeft moeten nemen. In 2010 werd een Barlake-OTO afgenomen en de resultaten hebben geleid tot enkele verbeterzaken (o.a.: Protocollen map, veiligheid in de school, zaken die verbeterd moesten worden in en aan het gebouw).

- De RIE: Elke twee jaren vormt de Risico-inventarisatie en Risico Evaluatie (door Imago uitgevoerd

en door Human Capital Care bekrachtigd) de basis voor een Plan van Aanpak m.b.t. de veiligheid, ARBO-zaken en schoolinterne aangelegenheden (o.a. werkdruk, verzuim, werkomstandigheden). Dit Plan wordt mede besproken en vastgelegd met de MR en het KWF. In 2012 gaan de scholen van Het Barlake over op het werken met “De Arbo Meester‘, een systeem waarbij de ARBO-zaken en de risicozaken van een school meer in een continueerproces worden gecontroleerd en (waar nodig) worden aangepakt.

- De Rapportage KWF: Onze school kent een Kwaliteitsforum van Ouders: Een zestal ouders

bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van de school naar aanleiding van de door het team ingevulde Kwaliteitskaarten. De KWF-ouders komen viermaal per schooljaar bijeen en naast de ontwikkeling van de uit de kaarten gehaalde gegevens, wil het forum zich laten informeren over diverse schoolzaken (o.a. vakantierooster, formatie, verzuimanalyse leerlingen, resultaatgebieden van de school).

- De Rapportage schoolscores: De schoolscores / leerrendementscores worden driemaal per

schooljaar intern besproken en gerapporteerd. Het vormt de basis voor groepsplannen en handelingsplannen. Tevens worden de scores extern vergeleken in de diverse werkgroepen waar leerkrachten van onze school zitting in hebben: Hard Werkgroep (technisch en begrijpend lezen), BO-VO-overleg ( CITO scores Taal en Rekenen en de CITO EB-scores) en de Werkgroep VVE –Koppel Oudenbosch ( Scores kleutertoetsen). Het bevoegd gezag bespreekt opvallende waarden in de schoolverkenningsgesprekken ( driemaal per jaar). Het vormt de basis voor het bijstellen van de plannen, die de school heeft geformuleerd en vorm geeft.

Wilt U een inzage in de externe en interne kwaliteitsgegevens? Maak gerust een afspraak met de directie van de school,

met de Intern Begeleider of met de ouders van de ouderfora De gegevens van de Inspectie zijn te vinden op de website: www.onderwijsinspectie.nl



23

0

10

20

30

40

50

60

VW

O /

HA

VO

HA

VO

/

theore

tisch

Theore

tisch

/ K

ader

Kader

/

Basis

2006-2007

2007-2008

2008-2009

2009-2010

2010-2011

En na 8 jaren basisschool De Bukehof?

'Die komt er wel, daar ben ik echt niet bang voor', een veelgehoorde uitspraak van leerkrachten van groep acht over de kinderen die de overstap naar één van de scholen voor het Voortgezet Onderwijs maken. Helemaal oneens met deze typering zijn we het niet. Ons zorgsysteem scoorde bij diverse metingen goed, onze CITO Eindtoets- scores zijn gemiddeld en ten opzichte van het leerlingprofiel zelfs iets bovengemiddeld. Veel belangrijker is de wijze waarop scores en begeleiding tot stand komen: Als een schoolteam een leerling van onze school alle basisschooljaren goed heeft begeleid, is het uitbrengen van een schooladvies niet moeilijk: U kiest een school waar uw kind de beste kansen krijgt en waar hij zich thuis voelt. De leerkracht van uw kind in groep acht en de schooldirectie adviseren u over het meest geschikte onderwijs voor uw kind na de basisschoolperiode. Zij zijn op de hoogte van de leerontwikkeling van uw kind en hebben een goed beeld van de belangrijke, persoonlijke kenmerken van uw kind (leerstijl, inzet, motivatie, doorzettingsvermogen, huiswerkattitude, werkverzorging, werkhouding). In een onderwijskundig rapport spreken de leerkrachten van uw kind de verwachting uit over de geschiktheid van uw kind voor een bepaalde vorm van voortgezet onderwijs. Een tweetal algemene, landelijke toetsen versterkt doorgaans dit advies: * De NIO –toets ( Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) van de Onderwijs- begeleidingsdienst, die in oktober of november wordt afgenomen. De resultaten van deze toets zijn meestal in december van de groep acht-periode bekend. * De CITO-Eindtoets van het CITO, die in februari wordt afgenomen en in maart zijn resultaten prijsgeeft. Na elk van deze toetsen en ook na elk schoolrapport vinden er gesprekken plaats, we willen u goed op de hoogte houden over de vorderingen van uw kind. In maart vindt meestal het 'definitieve schoolkeuzegesprek' plaats. De middelbare scholen zelf beslissen over toelating en plaatsing, maar zij nemen het schooladvies zeer serieus. In april worden de meeste kinderen van groep acht en hun ouders bericht over hun plaatsing op een school voor het Voortgezet Onderwijs. Er vinden ook gesprekken plaats tussen de brugklascoördinator van de school voor het Voortgezet Onderwijs en de leerkracht van groep acht.

*= meest recente schooljaar (bron: CITO EB, Aanmeldings- en toelatingsgegevens scholen VO 2006-2011 )

Schooljaar ’10 – 11 * (andereschooljaren

‘07-‘08 ’08 –‘09 ‘09- ’10

VWO/Havo 45 % 31 % 38 % 20%

Havo/Theoretisch 30 % 37 % 8 % 9%

Theoretisch/Kader 15 % 22 % 40 % 55%

Kader/Basis 10 % 10 % 14 %

16%


24

Interne Kwaliteitsbewaking? De school heeft de interne onderwijskwaliteit aan de hand van een Kwaliteitskaart, die door het schoolteam is ontwikkeld en waarin de kerncompetenties van het leraarschap en de belangrijke domeinen van het klasmanagement terug te vinden zijn. Deze kaart wordt driemaal per schooljaar geaudit door de directeur en de IB-er. Het resultaat van de audits wordt besproken. De Inspectie van het Onderwijs heeft in haar verslag van 13 december 2011 aangegeven dat ze zeer tevreden is over de manier waarop de school dit instrument vormgeeft en de kwaliteit borgt. Verder kent de school gesprekcycli en een zorgkalender waarop de planning van de voortgangsgesprekken, het bekijken van de onderwijsresulaten en de gesprekken met de IB / RT vaststaan. Hierbij wordt ook vermeld welke gegevens moeten worden aangedragen. Schoolbrede opvallende zaken worden besproken in de teamvergaderingen en enkele opvallende metingen hebben geleid tot een verbeterplan. De schoolbrede interne scores worden besproken in de bijeenkomst met de MR, het Kwaliteitsforum en met de algemeen directeur van Het Barlake.


25

ONDERWERP BEGRIJPEND / TECHNISCH LEZEN.

Verbeterplan

In het schooljaar 2009-2010 zijn we gestart met een studiedag Trendanalyses en

dwarsdoorsneden. Op een aantal gebieden scoren we als school onvoldoende. Begrijpend lezen

is onder de maat.

Deze studiedag dienst ter bewustwording van de prestaties.

We kijken expliciet naar de resultaten begrijpend lezen. Hier willen we aan gaan werken.

Technisch lezen ligt aan de basis van begrijpend lezen, ons plan wordt hierop ingezet. Daarbij

de aandacht voor de woordenschat.

Voor de groepen 1 en 2 zijn op het gebied van taal/lezen geen trendanalyses of

dwarsdoorsneden te bekijken, deze resultaten kunnen niet worden ingevoerd in ESIS> de

leerkrachten wordt gevraagd zelf hun scores om te zetten in percentages voldoende/

onvoldoende. Dit maakt ze ook bewust van de prestaties van hun leerlingen

Vervolg geschiedt per groep in de leerling besprekingen, die twee keer per jaar worden

gehouden.

Schoolbreed het vervolg met een studiedag 26-01-2011.

Aan het eind van de dag worden de volgende zeer korte termijndoelen vastgesteld: Deze doelen

worden vastgelegd per groep in het Zorgmapje Zorg per groep. IB-er controleert de uitvoering

in de klassenbezoeken na de leerlingbespreking.

DOELEN PER GROEP;

GROEP 1 / 2: - woordenschat uitbreiden: door kleine kring ( voorlezen, spelvormen, meespelen in de

hoeken) en themawoorden naar huis koppelen. - Meer individuele aandacht voor de leerlingen. - Uitval terugbrengen naar 20 %

GROEP 3: - ruwe scores 10 tot 15 % omhoog over twee toetsperiodes. - Voorlezen vast in het rooster. - Meer leestijd op het rooster ( ongeveer 1 ½ uur meer) - Streven 1 uur extra leestijd voor zwakke lezers. - Groepsoverzicht en groepsplannen

GROEP 4: - Géén lessen Nieuwsbegrip meer! Tijd besteden aan: boeken TOP 5, boekpromotie,

voorlezen. - Leesplezier verhogen! - Onvoldoende AVI-scores halveren.

GROEP 5: - strategie begrijpend lezen van die week toepassen in de zaakvakken. - Woorden uit taalmethode visueel maken in de klas. - Extra oefeningen woordenschat in de weektaak zwakke presteerders woordenschat - A-scores begrijpend lezen A-versie Nieuwsbegrip i.p.v. AA-versie.

GROEP 6: - BAVI meer structuur - Boekpromotie - Materialen naast Estafette voor zwakke lezers!


26

GROEP 7: - BAVI- actievere houding, ook lezen met tweetallen - Technisch lezen: 3 leerlingen naar M-6 beheersing en 2 leerlingen naar M-7 beheersing. - Voorlezen: 2 keer per week: 15 minuten - Boekpromotie: leerlingen vertellen over hun boek en mogen voorlezen. Ze vullen een

leeskaart in.

GROEP 8: - BAVI beter benutten - Boekpromotie: gesprekjes over boeken, briefje in boek met beoordeling van de leerling. - Strategieën begrijpend lezen zichtbaar maken.

Eindconclusie is de volgende doelstelling:

ONS DOEL VOOR DIT SCHOOLJAAR EN 2011-2012

VASTGELEGD OP 10-02-2011

TECHNISCH LEZEN NU GEMIDDELD 25 % ONVOLDOENDE DOEL EINDE SCHOOLJAAR METING AVI EIND 90% VOLDOENDE

BEGRIJPEND LEZEN NU GEMIDDELD 25 % ONVOLDOENDE DOEL METING MIDDEN CITO IN SCHOOLJAAR 2011-2012 90% VOLDOENDE

Vervolgbespreking Zorgteam:

Hoe verder deze doelen te bereiken?

- Aanschaf methode Estafette te beginnen bij groep 4 ( start nieuwe schooljaar) en 5 (

januari 2012)

- Verbeteren leesresultaten door introductie groepsplannen, daarna start met eerste

groepsplan schoolbreed op het gebied van technisch lezen.

- Begeleiding EDUX met het invoeren van de methode Estafette en het leesonderwijs

effectiever maken door de inzet van groepsplannen.

- Groep 1 en 2: leertijd uitbreiden. Minder werken in grote kring en nadruk op kleine

kring. Meetinstrument ontwikkelen voor en door de leerkracht voor metingen op de

korte termijn, dus niet alleen afhankelijk van de CPS-metingen.

- Begrijpend lezen aanschaf Nieuwsbegrip Extra.

- Waar mogelijk werken in twee niveaus verwerking begrijpend lezen.

- Woordenschat: visualiseren van de aan te leren woorden door kijkplaten in de groepen.

- Boekpromotie: voorlezen, leesplezier verhogen.

Studiedag 26-01-2011:

- Uitleg eindtermen begrijpend lezen door Manfred.

- Trendanalyses en dwarsdoorsneden van begrijpend lezen en rekenen.


27

- Bekijken resultaten AVI-meting januari.

- Afspraken maken over de doelen juni 2011.

- ( zie verslag in de bijlage)

Afspraken:

- Doel technisch lezen: scores 90% voldoende op de AVI Eind toets.

Extra overleg voor de groepen 1 en 2 naar aanleiding van de CPS-scores:

1. 14-2-2011: Resultaat: er gaat meer gewerkt worden in een kleine kring, uitdieping

methode: Ik en Ko. Nieuw rooster per groep om meer tijd te besteden aan taal

voorbereidende activiteiten.

2. 25-03-2011: Resultaat: de kleine pauze wordt voor groep 1 en 2 afgeschaft. De tijd

wordt ingezet voor taalactiviteiten. Voorstel te gaan werken met groepsplannen.

Juni 2011: Aanschaf methode Estafette voor groep 4.

12-09-2011

Studiedag groepsplannen maken en resultaten AVI bespreken.

JANUARI 2011 / GROEP 3 JUNI 2011 / GROEP 3

Totaal: 24 leerlingen

Onvoldoende score: 13 leerlingen

Percentage: … %

Totaal : 24 leerlingen

Onvoldoende scores: 11 leerlingen

Percentage: …% ( verbetering!! En niemand

meer in instructie M-3)

JANUARI 2011 / GROEP 4 JUNI 2011 / GROEP 4



Percentage: 23 %



Percentage: 20%

JANUARI 2011 / GROEP 5 A en B JUNI 2011 / GROEP 5A en B



Percentage: 18 %



Percentage: 6 %

JANUARI 2011/ GROEP 6 JUNI 2011 / GROEP 6



Percentage: 20 %



Percentage: 14%

JANUARI 2011 / groep 7 JUNI 2011/ groep 7


28



Percentage: 25%



Percentage: 11 %

Resultaat AVI: sterk verbeterd: doelstelling 90 % beheersing niveau Eind nog niet volledig

bereikt.

Iedere groep maakt een groepsplan technisch lezen.

17-10-2011

Observatie van de methode Estafette in de klas door Vivian van Alem EDUX met

nabespreking. Groep 3 en 4.

Oktober 2011:

Tussentijdse AVI-afname: op dit moment nog 8 leerlingen op de hele school, die niet op niveau

scoren!

03-11-2011:

Teamoverleg met EDUX leesbevordering, boekpromotie en terugblik op de klassenbezoeken.

Resultaat:

- Adviezen voor het bevorderen leesplezier.

- Meer lezen op het rooster, voorlezen op het rooster zetten, boekenaanbod opschonen,

uitbreiding gevarieerd boekenaanbod.

- Adviezen voor het starten met Estafette in groep 5 en 6.

03-11-2011 inspectiebezoek;

Advies in het Leesplan ook de prestaties DMT in te voeren.

November 2011:

Eerste metingen geven het volgende beeld:

DMT DWARSDOORSNEDE ( geven kaart 1,2 en 3 samen aan)

Afgezet tegen het landelijk gemiddelde:

schooljaar afname Boven gem. Onder gem. Groei

Groep 3 10-11 Midden- 3 25 % 75 %

Groep 3 10-11 Eind-3 40 % 60% + 15 %

Schoolgemiddelde:

Schooljaar Afname Boven gem Onder gem. Groei VS

Groep 3 10-11 Midden-3 37 % 63 % 21,2

Groep 3 10-11 Eind-3 85 % 15 % + 48 % 36,3

Landelijk gemiddelde:

Schooljaar Afname Boven gem. Onder gem. Groei

Groep 4 10-11 Midden-4 38 % 62 %


29

Groep 4 10-11 Eind- 4 37 % 63 -1 %

School gemiddelde

Schooljaar Afname Boven gem. Onder gem. Groei VS

Groep 4 10-11 Midden-4 78 % 22 % 54,2

Groep 4 10-11 Eind -4 63 % 27 + 15 % 60,9

Landelijk gemiddelde:

Schooljaar Afname Boven gem. Onder gem. Groei

Groep 5 10-11 Midden-5 57 % 43 %

Groep 5 10-11 Eind-5 63 % 27 % + 6 %

School gemiddelde

schooljaar afname Boven gem. Onder gem. Groei VS

Groep 5 10-11 Midden-5 72 % 28 % 65,8

Groep 5 10-11 Eind-5 80 % 20 % + 8 % 73,5

Landelijk gemiddelde

Schooljaar Afname Boven gem Onder gem Groei

Groep 6 10-11 Midden-6 53 % 47 %

Groep 6 10-11 Eind -6 60 % 40 % + 7 %

School gemiddelde

Schooljaar Afname Boven gem Onder gem Groei VS

Groep 6 10-11 Midden-6 78 % 22 % 77,6

Groep 6 10-11 Eind-6 70 30 -8 % 79,0

DOEL wordt : 80 % boven het gemiddelde bij de meting in januari 2012.

December 2011:

Start met het document COD-e om het totale leesproces in kaart te brengen. Afronding in

februari.

01-01-2012:

Start met methode Estafette in groep 5 en 6.

Januari 2012:

Teambijeenkomst na de CITO-afname:

Evalueren groepsplannen lezen, resultaten bekijken met dwarsdoorsneden en trendanalyses.

Februari 2012:

COD-e afronden en bespreken met consultatie gever op 06-03-2012

]


30

Streefdoelen voor de verschillende groepen op het gebied van technisch lezen: Groep 1 / 2 80 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Woordenschat 80 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Letterkennis 80 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Analyse 80% scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Synthese. AVI : Groep 3 t/m 7: 90 % scoort beheersing AVI- Midden en AVI-Eind Groep 8: 90 % scoort beheersing AVI + DMT: 80 % scoort A-B-C-niveau. De school werkt met een verbeterplan technisch lezen. Hierin is o.a. opgenomen dat twee keer per jaar in een teamoverleg de resultaten op het gebied van technisch lezen besproken worden. Daarna worden na de leerlingbespreking de nieuwe groeps leesplannen opgesteld. Van de hele school wordt in kaart gebracht wat de resultaten van het onderwijs op het gebied van technisch lezen zijn. Dit wordt gedaan aan de hand van de AVI-scores. Dit schooljaar zullen ook de DMT-scores daarin worden meegenomen. Deze scores worden uitgangspunt voor nader onderzoek door RT-er en IB-er. Tot nu toe is de extra leeshulp verleend aan leerlingen, die achterblijven bij AVI-scores. Met de volgende middelen en werkwijzen willen wij deze doelen bereiken: Voor groep 1 / 2:

- De methode in groep 1/ 2 is ‘Ik en Ko’ en Fonemisch Bewustzijn. (CPS). - De leerkracht kent de tussendoelen beginnende geletterdheid en daar wordt structureel

aan gewerkt. - De kinderen worden getoetst volgens de toetskalender. - Voorschot op het leren lezen d.m.v.: ………………………….(speciale groepjes hoeveel tijd

per week?) Inhoudelijk:

- Lettermuur / twee keer 15 minuten op donderdag en vrijdag ( andere dagen) - Kleine kring / aantal keer per week…………………….(hoeveel minuten per week?) andere

dagen? Op donderdag 4 groepjes á ong 10 minuten. Plus inloop met ouders krijgen de uitvallende kids een verplicht werkje en dit doen ze dan onder hun begeleiding. Op vrijdag 3 groepjes á ong 10 minuten. Zie ev map voor overzicht.

- Er wordt in de klas veel geschreven in aanwezigheid van de leerlingen, zodat ze de betekenis van schrijven zien.

- Er wordt iedere dag interactief voorgelezen. - Er is aandacht voor ( mede door gebruik map fonemisch bewustzijn): herkennen eigen

naam, hakken en plakken, onderscheiden en benoemen van letters, rijmen, woordbeelden vergelijken (poes-loes), zelfstandig lezen van prentenboeken, zelfstandig luisteren van verhalen via computer.

- Boekenbestand: prentenboeken, zoekboeken, informatieve boeken, disneyboekjes, binnenkort tijdschriftjes, boekjes groep 3

-


31

Taal-/leesvoorwaarden in groep 1-2:

1. Ik ken de Tussendoelen Beginnende Geletterdheid. Ja 2. In de groepen 1-2 wordt er structureel gewerkt aan de Tussendoelen Beginnende

Geletterdheid. Welke routines zetten we hierbij in?

- Lettermuur / aantal keer per week: twee keer 15 minuten, ong 30 minuten per week ( hoeveel minuten per week)

- Kleine kring / aantal keer per week…………………….(hoeveel minuten per week?) Op donderdag 4 groepjes á ong 10 minuten. Plus inloop met ouders krijgen de uitvallende kids een verplicht werkje en dit doen ze dan onder hun begeleiding. Op vrijdag 3 groepjes á ong 10 minuten. Zie ev map voor overzicht.

- Ik schrijf veel in aanwezigheid van leerlingen, zodat ze de betekenis van schrijven zien. Ja

- Ik lees minstens 1 keer per week interactief voor op mijn dagen. - Methodes/ bronnenboeken, van waaruit we werken:…Ik en Ko , internet juf janneke,

juf Sanne, daarnaast nu vanuit ons eigen doelenoverzicht zoeken we bijpassende lessen. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

- Mijn boekenbestand in de klas bestaat uit prentenboeken, zoekboeken, informatieve boeken, disneyboekjes, binnenkort tijdschriftjes, boekjes groep 3

- …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

3. Hoe vindt de signalering van risicokinderen plaats? Volgens de toetskalender. 4. Krijgen de risicokinderen in groep 2 een “voorschot” op het leren lezen. Zo ja, hoe?

Een “voorschot” zou men het eventueel kunnen noemen i.v.m. er structureel veel aandacht aan letters, betekenisvol schrijven, kortom het fonemisch bewustzijn gegeven wordt. Ook geven we indien mogelijk (dit jaar gelukkig wel) al extra kleine kringen aan kinderen die mogelijk gaan uitvallen of gewoon ook aan de basiskinderen. Deze worden in “speciale” groepjes bij elkaar gezet.

5. In hoeverre worden de volgende streefdoelen gehaald aan het eind van groep 2: hier kunnen we de CITO-overzichten gebruiken.

6. Wat is ons schoolstreefdoel ten aanzien van de CPS-toetsen? Probeer per onderdeel aan te geven wat je nodig vindt in het volgende schema

GROEP 2 woordenschat Letterkennis Analyse Synthese

Percentage voldoende score

Percentages kan ik hier vanuit thuis moeilijk inschatten. Ik denk meer in het vijfpunten systeem. En dan ga ik toch echt voor niveau II. Het instapniveau/ laatst behaalde telt voor de individuele lln voor mij wel zeker een rol. Ik wil wel streven naar niveau 1 voor de grote groep. Woordenschat is op II al wel heel goed.

7. Verder is er in mijn groep aandacht voor ( officieel heet dit van kerndoel tot leerlijn): herkennen van de eigen naam ja, onderscheiden van klanken binnen een woord ( hakken) ja, samenvoegen van klanken tot een woord ( plakken) ja, onderscheiden van


32

letters ja, rijmen ja, vergelijken van woordbeelden zoals poes-loes ja, benoemen van letters ja, zelfstandig ‘lezen’ van prentenboeken ja, zelfstandig luisteren van verhalen via computer bijvoorbeeld. Ja

Doel is mede om te zien of we voldoende tijd inroosteren voor lezen. In groep 1/2 geldt één uur per week werken aan fonemisch bewustzijn. Verder 1 uur per dag aan taal, hierin horen alle taalactiviteiten, dus voorlezen, rijmpjes, liedjes. Voor groep 3:

- De methode voor lezen in groep 3 is Veilig Leren Lezen (2e maanversie). Verder worden alle materialen Veilig Leren Lezen gebruikt, leesboekjes, tijdschriften, materialen website VLL.

- Alle kernen van VLL worden behandeld, de leerkracht maakt daarvoor keuzes uit het materiaal.

- Er wordt 450 minuten per week aan leestijd besteed. - De kinderen worden getoetst aan de hand van de toets kalender. (AVI/DMT/SVS). - Er wordt effectieve leesinstructie gegeven in groep 3. - In groep 3 is er voldoende aandacht voor leesmotivatie doordat we naast de lessen

technisch lezen, veel tijd besteden aan voorlezen. Na de kerstvakantie, mogen de kinderen ook beurtelings stukjes voorlezen uit een boekje wat ze leuk vinden en waar ze iets over willen zeggen.

Inhoudelijk: - De lessen krijgen als volgt vorm:

o Inloop, waarbij de leerlingen zelfstandig lezen in Veilig&Vlot/ leesboekjes VLL en extra leesboekjes. Op dat moment krijgen de zwakke lezers extra instructie mbv ‘onderwijsassistent VLL’. (Ochtend, meteen bij binnenkomst: 15 minuten.)

o Aansluitend de les Veilig Leren Lezen: ongeveer 55 minuten. Binnen deze les is er 10-15 min tijd voor begeleide inoefening en extra instructie voor de zwakke lezers. Na de algemene introductie en instructie volgt de zelfstandige verwerking in het werkboekje. Daarna lezen alle kinderen verplicht in het Veilig&Vlot-boekje. Is dat gebeurd, dan werken ze zelfstandig aan hun werkkaart, waarop opdrachten staan mbt technisch lezen (met materialen vanuit VLL). Deze werkkaarten zijn op niveau: ster/maan/raket/zon.

o Middag: inloop met vrijere keuze van boeken (BAVI); extra instructie smartboard of instructietafel voor zwakke lezers (15 minuten) Aansluitend 15 minuten klassikaal herhaald lezen (voor-koor-koor). 1x per week leescircuit/ groepslezen mbv ouders: 30 minuten.

Voor groep 4:

- De methode voor lezen in groep 4 is Estafette (nieuwe versie) Verder gebruiken wij BAVI-lezen.

- Ik besteed 210 minuten per week aan leestijd. - De echte leeszwakke kinderen (die onvoldoende scoren) in mijn groep krijgen 15

minuten extra leestijd per week bij de RT in tweetallen Voor deze kinderen wordt gewerkt met een handelingsplan.

- De leeszwakke kinderen (die twijfelachtig scoren) in mijn groep krijgen 3x per week extra intensieve leestijd tijdens de basislessen van estafette.


33

Voor deze kinderen wordt gewerkt met een groepshandelingsplan. (de kinderen uit bovenstaande groep doen hier uiteraard ook aan mee)

- De kinderen worden getoetst aan de hand van de toets kalender. AVI/DMT/SVS - Mijn lezers krijgen effectieve leesinstructie. - Mijn boekenaanbod in de klas is groot maar er is niet veel variatie in soorten boeken. - In mijn groep is er voldoende aandacht voor leesmotivatie doordat we iedere ochtend

de dag starten met lezen. Kinderen die laten zien dat ze goed en betrokken lezen worden hiervoor beloond. Zowel de kinderen als de juf lezen dagelijks voor. Ook wordt er eenmaal per week een boek gepromoot als boek van de week.

Voor groep 5: - Momenteel wordt gewerkt met de oude methode Estafette. De nieuwe methode voor

technisch lezen wordt begin 2012 ingevoerd. Er gaat gewerkt worden met de Methode Estafette Nieuw. Er is een groot aanbod boekenaanbod voor vrij lezen. Hiervoor geldt dat dit bijna uitsluitend leesboeken zijn.

- Momenteel wordt er 120 minuten besteed aan leestijd: 60 minuten Estafette, 45 minuten BAVI lezen en 15 minuten boekpromotie. Het rooster moet veranderd worden vanwege de start met Estafette Nieuw.

- De kinderen worden getoetst aan de hand van de toets kalender. (AVI/ DMT/ SVS) - Leesmotivatie: er wordt 4 keer per week voorgelezen uit eenzelfde leesboek. Één keer

per week wordt er aan boekpromotie gedaan. Leerlingen bereiden een praatje voor, waarin ze een eigen gekozen boek aanprijzen en een stukje eruit voorlezen. Verder is er een vaste leeshoek gemaakt in de gang met een leesbank, waar de leerlingen tijdens BAVI mogen lezen.

Inhoudelijk: Dit deel wordt ingevuld zodra de start voor de Estafette Nieuw rond is. Momenteel wordt er gewerkt volgens de indeling hierboven vermeld bij de leestijd. Voor groep 6: Voor groep 7: Voor groep 8:

- Er is geen methode voor voortgezet technisch lezen in groep 8. - Er wordt 45 minuten per week besteed aan BAVI-lezen. - De kinderen worden getoetst voor AVI in groep 8, niet voor DMT, tenzij de leerling

AVI-+ nog niet heeft behaald.

- Er is een ruim gevarieerd aanbod van boeken: Kinderboeken, informatieve boeken, strips, kranten en tijdschriften. In de ICT-lessen wordt met uitdagende leesopdrachten gewerkt.

- Liesbeth,

-

- In het rooster staat inderdaad 3 maal 15 minuten. Maar we doen het

toch 4

- maal per week. Eén keer extra i.v.m. ons programma voor/koor/door.

-

- Groeten Fons

-

-


34

Wat doen we voor de D- en E leerlingen? Criteria voor het behoren tot de zwakke groep lezers, die 60 minuten per week extra lees instructie krijgen:

- De leerling heeft niet de beheersing van het AVI-niveau, wat hij op dat moment moet beheersen, dit betekent het volgen van de AVI-LVS instructies op dit gebied: bijvoorbeeld: M-4 beheersing in januari van het leerjaar en AVI-E4 beheersing bij het toets moment in juni.

- Leerlingen met een lage C-D-of-E score op de DMT, die wel voldoende scoren op de AVI, worden in kaart gebracht met de resultaten per afgenomen kaart. Er wordt bekeken door de RT-er en IB-er of deze leerling in aanmerking komt voor verdere hulp.

- Bij onvoldoende scores op AVI en DMT worden de resultaten door RT-er en IB-er in kaart gebracht en wordt een hulpplan opgesteld na nadere diagnose.

Schoolbreed: Vanaf dit schooljaar 2011-2012 wordt er in alle groepen met een groepsplan lezen gewerkt, waarin terug te vinden is welke hulp en wanneer er aan deze leerlingen wordt geboden. Groep 1 / 2 A: Groep 3 - Zwakke lezers krijgen extra leesinstructie gedurende 60 minuten per week. - Voor deze zwakke lezers wordt een HP gemaakt.

Groep 4:

- De echte leeszwakke kinderen (die onvoldoende scoren) in mijn groep krijgen 15 minuten extra leestijd per week bij de RT in tweetallen Voor deze kinderen wordt gewerkt met een handelingsplan.

- De leeszwakke kinderen (die twijfelachtig scoren) in mijn groep krijgen 3x per week extra intensieve leestijd tijdens de basislessen van estafette. Voor deze kinderen wordt gewerkt met een groepshandelingsplan. (de kinderen uit bovenstaande groep doen hier uiteraard ook aan mee)

Groep 5:

- Zwakke lezers ( AVI niet beheerst) krijgen 60 minuten extra lees instructie per week. Er wordt gebruik gemaakt van voor-koor-door lezen.

- Voor deze lezers wordt een handelingsplan gemaakt. Sinds dit schooljaar ( 2011-2012) is dit onderdeel van het groepsplan lezen.

Groep 8:

- Zwakke lezers krijgen per week 45 minuten extra lees instructie.


35

De zorgstructuur van de school: De Bukehof heeft een vaste zorgkalender, waarin voor het onderdeel LVS de volgende momenten per schooljaar zijn vastgelegd ten aanzien van technisch lezen:

1. Het schooljaar begint met de overdrachtsgesprekken. ( aanwezig: leerkracht vorige en leerkracht nieuwe groep, intern begeleider) Hierin worden de CITO-scores besproken van eind voorafgaand schooljaar. De leerkracht van de groep, die overgedragen wordt bespreekt het Zorgblad hele groep ( te vinden in teamdata). Deze leerkracht geeft adviezen aan de leerkracht van de ontvangende groep. Deze leerkracht gaat met de gegevens aan de slag. Hij stelt een groepshandelingsplan lezen op, van waaruit hij werkt. De zwakke leerlingen ( Geen beheersing Eind-niveau van de groep) worden in dit plan opgenomen en krijgen buiten de reguliere leeslessen 60 minuten extra begeleiding per week.

2. Meetmoment 2 zijn de tussenmetingen AVI van oktober. De handelingsplannen zwakke lezers worden bijgesteld in overleg met de intern begeleider, die de toetsen afneemt

3. CITO/LVS toetsen januari. Na dit meetmoment volgt de leerlingbespreking van de groep. ( aanwezig: leerkracht van de groep en de intern begeleider). Er wordt een nieuwe groepsplan lezen opgesteld. Hierin zijn de zwakke lezers ( instructie of frustratie niveau Midden-toets AVI) ook opgenomen, hun plan wordt dus ook bijgesteld.

4. Meetmoment 4 zijn de tussenmetingen AVI van maart. De handelingsplannen zwakke lezers worden bijgesteld in overleg met de intern begeleider, die de toetsen afneemt.

Wanneer de handelingsplannen niet het gewenste resultaat hebben: Niveau 1: De leerkracht en intern begeleider besluiten na overleg bij te weinig resultaat ( toets scores laten geen stijgende lijn zien, E blijft E of D blijft D) de leerling aan te melden voor nader onderzoek bij de RT-er. Zij zal verder onderzoek doen naar de oorzaak en een advies geven voor verdere handelingsplanning. Niveau 2: Als ook dit te weinig resultaat oplevert, wordt de schooladviesdienst ingeschakeld. Hier kan blijken dat verder onderzoek nodig is. De school kan alleen onderzoek laten doen om de handelingsverlegenheid van de leerkracht weg te nemen. De school heeft een vast pakket maatregelen hoe wordt omgegaan met leerlingen met mogelijke dyslexie. Dit zijn de kinderen, waarvan wordt geconstateerd dat de resultaten achterblijven. De school spreekt een vermoeden van dyslexie uit naar de ouders en spreekt af welke maatregelen er genomen worden om de leerling optimaal te laten functioneren. Als de ouders dit vermoeden verder willen laten onderzoeken wordt de ouders uitgelegd wat de COD-e in dit geval kan betekenen voor het vervolgonderwijs. Niveau 3: Als ouders graag een diagnostisch onderzoek willen, doen zij dat in de meeste gevallen op eigen kosten. Na onderzoek door een extern bureau volgt er een vaste werkwijze door de school. Niveau 4: De hulp na een diagnose dyslexie: Nadat een leerling is onderzocht en er sprake is van dyslexie is het volgende de vaste gang van zaken:

- Aan de ouders wordt gevraagd of het uitslaggesprek op de basisschool kan plaatsvinden. Bij dit gesprek zijn de leerkracht van de betreffende leerling, , de IB-er en uiteraard de ouders aanwezig.


36

- De school vraagt om een dyslexie-verklaring op papier. Deze verklaring wordt bewaard in het dossier van de leerling.

- In ieder onderzoeksrapport worden adviezen gegeven voor hulp aan de leerling. De leerkracht en IB-er bekijken deze adviezen grondig. Zij zetten op papier welke adviezen de school kan realiseren. Dit wordt voor de ouders in een document gezet, wat zij ondertekenen.

- De school staat altijd open voor contact met een eventuele behandelaar buiten schooltijd. Met deze behandelaar wil de school graag de juiste hulp afstemmen en de resultaten bespreken.

- In het zorgblad van de leerling wordt vermeld dat deze leerling dyslexie heeft, zodat dit bekend is voor de volgende schooljaren. Meestal komt de hulp neer op de volgende maatregelen: meer tijd voor het verwerken van opdrachten en het maken van proefwerken, het vergroten van de tekst, het gebruik van een lap-top, werk wordt nagekeken met groene pen, waar mogelijk wordt aangegeven in welke zin de leerling een fout heeft gemaakt, zodat hij die zelf kan corrigeren. Ook kan er indien nodig worden voorgelezen door een leerling uit de groep. Bij de CITO-afname krijgt deze leerling de mogelijkheid om de toets als luistertoets te maken.

Omgaan met leerlingen, die mogelijk dyslectisch zijn: Het vermoeden van dyslexie wordt ontleend aan de scores, die de leerling behaalt op zijn toetsen.

- Wanneer een leerling constant lage C- D of E-scores behaalt op de DMT en daarbij de AVi niet scoort op het juiste beheersingsniveau wordt de leerling besproken met de RT-er en/of IB-er. De resultaten worden bijeen gezet van een langere periode ( 1 ½ jaar). Al eerder zal zijn gebleken dat deze leerling onder de maat presteert. Er wordt gekeken naar de geboden hulp en welk effect die hulp heeft opgeleverd. Bij blijvend laag presteren spreekt de leerkracht een vermoeden dyslexie uit. Dit wordt in het zorgblad van de leerling genoteerd. Vervolgens wordt er met deze leerling omgegaan als zijnde een leerling met dyslexie. Dit betekent de volgende maatregelen kunnen genomen worden: meer tijd voor het verwerken van opdrachten en het maken van proefwerken, het vergroten van de tekst, waar mogelijk wordt aangegeven in welke zin de leerling een fout heeft gemaakt, zodat hij die zelf kan corrigeren. Ook kan er indien nodig worden voorgelezen door een leerling uit de groep.

Toetsresultaten: CPS-toetsen Doelstelling is: 80 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Woordenschat 80 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Letterkennis 80 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Analyse 80% scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Synthese. In november 2010: ( groep 3) 33 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Woordenschat 85 % scoort op A-B- niveau beginnende geletterdheid Letterkennis 60 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Analyse 70 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Synthese Doelstelling behaald op het onderdeel letterkennis.


37

In november 2011: ( groep 2) 66 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Woordenschat 72 % scoort op A-B- niveau beginnende geletterdheid Letterkennis 92 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Analyse 66 % scoort op A-B niveau beginnende geletterdheid Synthese Doelstelling voor dit deel van het schooljaar behaald op geletterdheid Analyse AVI beheersingsniveau Doelstelling is 90 % voldoende score op de AVI-toets. Scores in januari 2011: 48 leerlingen van de 138 getoetste leerlingen haalden niet het vereiste niveau: percentage onvoldoende 29 % Avi beheersingsniveau in juni 2011: 25 van de 138 getoetste leerlingen haalden niet het vereiste niveau: percentage onvoldoende 22 %. Doelstelling schooljaar 2010-2011 niet behaald. DMT: 80 % scoort A- B-C-scores op de DMT Schooljaar 2010-2011. Scores M- 4 A+B-scores: 39% C-scores: 39% Totaal: 78% Scores E - 4 A+B-scores: 34% C-scores: 31% Totaal: 65% Scores M- 5 A+B-scores: 55% C-scores: 16% Totaal: 71% Scores E - 5 A+B-scores: 65% C-scores: 16% Totaal: 81% Scores M- 6 A+B-scores: 53% C-scores: 24% Totaal: 77% Scores E - 6 A+B-scores: 60% C-scores: 10% Totaal: 70% Doelstelling schooljaar 2010-2011 behaald voor DMT Midden-5 Borging: In het schoolverbeterplan lezen wordt deze totale werkwijze geborgd. Daar zijn de verslagen van het diagnosticeren en evalueren te vinden. Per leerling wordt deze werkwijze geborgd in het eigen zorgblad. Per groep krijgt de borging vorm in de groepsplannen technisch lezen en de evaluaties hiervan. Aandachtspunten in diverse groepen Groep 3: het boekenaanbod eerste half jaar is matig. Leesmotivatie is een aandachtspunt! Groep 5: Het boekenaanbod is eenzijdig, bijna uitsluitend leesboeken, te weinig stripboeken of informatieve boeken.


38

Groep 2 Nov 2011: Woordenschat door 27 leerlingen

A B C D E

8 10 5 3 1

A en B- scores 18 leerlingen = 66 % C,D E scores 9 leerlingen= 34

Groep 2 Nov 2011: Letterkennis door 26 leerlingen

A B C D E

19 5 2

A en B-scores 19 leerlingen = 72 % C- D-en E-scores 7 leerlingen = 28 %

Groep 2 Nov 2011: Analyse door 27 leerlingen

A B C D E

15 10 1 1

A en B-scores 25 leerlingen = 92 % C-D-E scores 2 leerlingen= 8 %

Groep 2 Nov 2011: Synthese door 27 leerlingen

A B C D E

18 5 3 1

A en B-scores 18 leerlingen= 66 % C-D-en E-scores 9 leerlingen= 34 %

AVI DMT Taal-/leesvoorwaarden in groep 1-2: De kleuterleerkrachten kennen de Tussendoelen Beginnende Geletterdheid. In de groepen 1-2 wordt er structureel gewerkt aan de Tussendoelen Beginnende Geletterdheid. Welke routines worden daarbij ingezet: - Lettermuur (aantal keer per week: ……) - Kleine kring (aantal keer per week: ……) - bij elk thema worden er letters aangeboden - als leerkracht zelf veel schrijven Welke methoden/bronnenboeken worden daarbij ingezet? (bijvoorbeeld Schatkist, Leeslijn, CPS Fonemisch bewustzijn) Hoe vindt signalering van risicokinderen plaats? Op welke momenten? Met welke toetsen/observatie-instrumenten?


39

Krijgen de risicokinderen in groep 2 een “voorschot” op het leren lezen? Zo ja, op welke manier? In hoeverre worden de volgende streefdoelen gehaald aan het eind van groep 2: - Goede mondelinge taalvaardigheid - 15 letters kunnen benoemen - Plakken van drieklankwoorden (auditieve synthese) - Beginklank herkennen van drieklankwoorden (auditieve analyse van de beginklank) - Eigen naam kunnen schrijven, experimenteren met het schrijven van andere woorden