site ex-Catala - Huizingen herziening BPA industriezone 'Heideveld

site ex-Catala - Huizingen

Provincie Vlaams-Brabant Gemeente Beersel

PROCEDURE TOT ONDERZOEK VAN PLAN-MER-PLICHT

VERZOEK TOT RAADPLEGING (SCREENING)

DOSSIERNR OHPL0678

VERSIE 1.1 AANGEPAST AAN ADVIEZEN UIT CONSULTATIERO NDE

herziening BPA industriezone 'Heideveld-De Gijzeleer'

2/36 Catala_screeningsnota_MER-v1.1.doc "Heideveld - De Gijzeleer" - site Catala

Herziening BPA

Inhoudstafel

0 Inleiding...................................................................................................................3 1 Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer .................................................3 2 Beschrijving van het voorgenomen plan.................................................................3

2.1 Ruimtelijke situering .............................................................................................3 2.1.1 Algemeen ..................................................................................................3 2.1.2 Projectgebied.............................................................................................5 2.1.3 Plangebied.................................................................................................6

2.2 omschrijving van het gewenste project ................................................................8 2.3 omschrijving van het voorgenomen plan ...........................................................12

3 Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ...........................................13 4 doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad ........................................................13

4.1 doelstelling .........................................................................................................13 4.2 Reikwijdte ...........................................................................................................13 4.3 detailleringsgraad...............................................................................................13 4.4 referentiesituatie.................................................................................................13 4.5 nulalternatief.......................................................................................................13 4.6 alternatieven voor het plan.................................................................................13

5 komt het plan in aanmerking voor screening?......................................................14 5.1 kader voor vergunningen bijlage I/II ?................................................................14 5.2 Mogelijke grensoverschrijdende effecten?.........................................................15

6 motivering voor ‘onderzoek tot m.e.r.’ ..................................................................16 6.1 voorstelling planonderdelen ...............................................................................16 6.2 inschatting gradatie van milieueffecten per planonderdeel................................17 6.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten .............................18

6.3.1 Gezondheid en veiligheid van de mens ..................................................18 6.3.2 Ruimtelijke ordening ................................................................................20 6.3.3 Fauna , Flora en Biodiversiteit.................................................................21 6.3.4 Energie- en grondstoffenvoorraden.........................................................22 6.3.5 Bodem .....................................................................................................22 6.3.6 Water .......................................................................................................24 6.3.7 Atmosfeer en klimatologische factoren ...................................................27 6.3.8 Geluid en licht..........................................................................................29 6.3.9 Landschap, stoffelijke goederen, cultureel erfgoed en archeologie........30 6.3.10 Mobiliteit ..................................................................................................31

7 conclusie ...............................................................................................................36


Herziening BPA

0 INLEIDING

Conform art. 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18-04-2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectenrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen moet nagegaan worden of voor voorliggende herziening van het BPA een plan-MER dient opgesteld te worden. Dit onderzoek wordt de screening genoemd. In het kader van het onderzoek werd op 4 maart 2010 een adviesvraag verstuurd naar 10 instanties (herinneringsbrief op 29 maart 2010). Alle aangeschreven instanties bezorgden een schriftelijke reactie. In de voorliggende versie van de screeningsnota werden de opmerkingen verwerkt. De adviezen zelf worden samen met de voorliggende nota ingediend voor evaluatie door de Cel MER.

1 INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEME R

Initiatiefnemer en opdrachthouder: POM Vlaams-Brabant Provincieplein 1 3010 Leuven Conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 werd bij beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van Beersel op 23 december 2009 aan de POM Vlaams-Brabant de toelating verleend om de verplichtingen over te nemen inzake de plan-milieueffectrapportage voor de wijziging van het BPA "Heideveld - De Gijzeleer", expliciet met betrekking tot de vroegere Catala-site (briefwisseling in bijlage).

2 BESCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN

2.1 RUIMTELIJKE SITUERING

2.1.1 Algemeen De POM Vlaams-Brabant wenst - in samenspraak met de gemeente Beersel - de verouderde site van de gewezen papierfabriek Catala in Huizingen te herontwikkelen. De POM is eigenaar van de site sedert 5 september 2009. De site van de papierfabriek is gelegen in de geïndustrialiseerde Zennevallei (Industriezone Zenneveld ten ZO, Industriezone Heideveld ten N en Industriezone De Gijzeleer ten NW van het terrein) in een bedrijvenzone tussen de woonkernen Huizingen en Lot. De volledige site is opgenomen in het BPA "Industriezone Heideveld - De Gijseleer" dat dateert van 21 09 1998. Dit BPA voorziet rondom het bebouwde gedeelte van de site een groene bufferstrook. Deze strook werd destijds voorzien om verdere grootschalige uitbreiding van de industriële bebouwing te voorkomen. Door de stopzetting van de industriële activiteiten van de papierfabriek en de voorgenomen herontwikkeling is de functie van deze bufferstrook achterhaald. De herontwikkeling van de site ex-Catala-Huizingen zal bijgevolg een wijziging van het BPA noodzakelijk maken.


Herziening BPA


Herziening BPA

2.1.2 Projectgebied

Het projectgebied wordt gevormd door de kadastrale percelen die verworven zijn door de POM Vlaams-Brabant en die de totaliteit van de verouderde site van de papierfabriek uitmaken. Het projectgebied beslaat de percelen 85M, 87A, 88B, 89, 90a2, 91f, 90e2 en 109g allen gelegen in vierde afdeling Sectie A, Beersel. Algemeen resumerend kan gesteld worden dat het plangebied bestaat uit drie onderscheiden onderdelen:

1. een deel dat grotendeels ingenomen is door verlaten en verkommerde bedrijfsgebouwen die overblijfsels zijn van de vroegere papierproductie op de site (percelen 90a2, 91f en 90e2 - 4ha 3a 93ca)

2. een aanpalend onbebouwd perceel grond dat tevens voormalig in eigendom was van de gewezen papierfabriek (perceel 109g - 2ha 38a 6ca)

3. de gewezen oorspronkelijke site van een papiermolen, nu bezinkingsvijvers (percelen 85M, 87A, 88B en 89 - 98 a 52 ca)

Het totale projectgebied heeft een oppervlakte van 7ha 40a 51ca.


Herziening BPA

2.1.3 Plangebied Het plangebied betreft een deel van het projectgebied, met name het deel van het te wijzigen BPA. Meer bepaald worden de zuidelijke bezinkingsvijvers (waarin de oorspronkelijke site van een gewezen papiermolen zich bevindt) niet meegenomen in de bestemmingswijziging. Deze vijvers dienen hun oorspronkelijke bestemming van "parkgebied met cultuurhistorische waarde" te behouden. Het plangebied beslaat de percelen 109g, 90a2, 91f en het grootste gedeelte van 90e2 allen gelegen in vierde afdeling Sectie A, Beersel. Het plangebied heeft in totaal een oppervlakte van 6ha 19a 58ca.


Herziening BPA


Herziening BPA

2.2 OMSCHRIJVING VAN HET GEWENSTE PROJECT

Met het herontwikkelingsproject worden twee doelstellingen beoogd: - een reconversie van de oude, verlaten bedrijfssite van Catala mogelijk maken en - een invulling van de reeds bestemde maar nog niet ontwikkelde resterende

bedrijfsgronden realiseerbaar maken Via de reconversie van het projectgebied is het de bedoeling de bedrijvenzone Catala uit te bouwen als een bedrijventerrein met polyvalent karakter, conform de bestemmingsvoorschriften van het huidige BPA voor de omliggende bedrijvenzone. Het voorschrift stelt dat de bestemming "bedrijvenzone met polyvalent karakter"

"uitsluitend bestemd is voor het oprichten of verder ontwikkelen van bedrijven, al dan niet KMO's, in ambachten, distributie en diensten en met name voor opslag, werkplaatsen, burelen en de nodige sociale voorzieningen. Daarnaast biedt deze zone ook ruimte voor de vestiging van gespecialiseerde bedrijven uit de hightech- en electronicasector. Vestiging van bedrijven die voor de omgeving geen abnormale hinder noch bodem- of luchtvervuiling, geluidshinder, stank en trillingshinder veroorzaken en die van de woonzones in een bedrijvenpark moeten geïsoleerd worden om reden van socio-economische en ruimtelijke aard. Milieubelastende activiteiten zijn niet toegelaten.... Detailhandel en grootwinkels zijn niet toegelaten... Kantoren, noodzakelijk voor de normale uitbating van de op de site gelocaliseerde bedrijven zijn toegelaten. Zuivere kantoorcomplexen zijn niet toegelaten...."

Het terrein moet zowel dienen voor het aantrekken van nieuwe bedrijven als voor het opvangen van herlokaliserende bedrijven. Door het feit dat het aangewezen is dat een aantal van de verlaten bedrijfsgebouwen behouden worden omwille van de industrieel archeologische kenmerken van de site en gelet op de schaligheid en vorm van het plangebied, leent het gebied zich niet meer voor grootschalige ontwikkelingen. Daarom opteert de POM voor een beheerste economische herontwikkeling gericht naar meer kleinschalige bedrijfsactiviteiten, wat eveneens goed aansluit bij het type van bedrijven dat zich in de directe omgeving van de site Catala bevindt. De te behouden gebouwen kunnen na renovatie worden verkocht of er kan voor geopteerd worden om ze als bedrijfsverzamelgebouwen te beheren waarbij de beschikbare ruimte wordt verhuurd volgens het concept van de multifunctionele gebouwen. De samenhang tussen gebouwen en kavels biedt de mogelijkheid om een globaal bedrijventerreinmanagement uit te bouwen en zo een duurzaam beheer van de zone te kunnen verwezenlijken. Bij het uitwerken van de stedenbouwkundige voorwaarden in het kader van het nieuwe BPA zal gezorgd worden voor een hoge bouwdichtheid (streefdoel 70%) door gekoppelde bebouwing mogelijk te maken en voldoende bouwhoogte te voorzien. Dergelijke benadering kon eerder op het akkoord van ROHM Vlaams-Brabant rekenen. Voor het ontwerpen van een (her)ontwikkelingsperspectief voor de site worden een aantal uitgangspunten opgesteld die bij ieder ontwikkelingsscenario zullen worden aangehouden. Deze uitgangspunten zijn ruimtelijke randvoorwaarden die gesteld worden aan elk mogelijk scenario.

Ontsluiting De site kent momenteel één bestaande ontsluiting op de G. Demeurslaan. De site paalt echter ook aan de Guido Gezellestraat. Bij de herontwikkeling kan gebruik gemaakt worden van beide ontsluitingsmogelijkheden. Er dient echter vermeden te worden dat de woonkern ten zuiden van de site extra mobiliteitsdruk te verwerken krijgt.


Herziening BPA

Milieu en randvoorwaarden De Molenbeek heeft niet alleen een functionele geschiedenis binnen de site maar biedt, via de reconversie, tegelijkertijd ook mogelijkheden om de waterbergingscapaciteit van de omgeving te verbeteren. Het openhouden van de Molenbeek en vooral het opwaarderen van de vijvers via een betere landschappelijke inpassing bieden tegelijkertijd kansen om de leefbaarheid van de woonkern te versterken. Beheerste economische ontwikkeling De herontwikkeling van de site wordt vanuit economisch oogpunt best gestuurd in de richting van een creatie van vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige (lokale) KMO-achtige activiteiten. Er wordt dan ook de voorkeur uitgesproken voor een herverkaveling van de site zodat er meerdere kleinere kavels kunnen gevormd worden. De behouden gebouwen kunnen omgevormd worden naar bedrijfsverzamelgebouwen. Erkennen van de leesbaarheid van de industrieel-archeologische kenmerken Gelet op de historiek van de site en de advisering van de Afdeling Monumenten en Landschappen dient aandacht geschonken te worden aan de industrieel-archeologische waarden op het terrein. Uit de geuite aanbevelingen in de sloopaanvraag blijkt dat de kenmerkende gebouwen en constructies in hun samenhang (en in samenhang met hun omgeving, cfr. Molenbeek) best erkend en herkenbaar blijven.

Op basis van de voorliggende uitgangspunten, van reeds voorafgaandelijke gesprekken met de Dienst Onroerend Erfgoed en van de resultaten van een waterhuishoudkundige studie voor de site werden reeds eerste voorontwerpen van ontwikkelingsperspectief opgemaakt. De POM heeft vervolgens een studieopdracht uitgeschreven om de uitgangpunten en randvoorwaarden van de herontwikkeling te verder vertalen in een masterplan voor de totale site. Deze opdracht loopt tot eind april 2010; ondertussen zijn reeds een aantal concepten en een eerste voorstel van structuurschets opgeleverd.

VISIEVORMING | Site | Beeldkwaliteit


Herziening BPA

VISIEVORMING | Site | Sferen

VISIEVORMING | Site | Uitbreidbaarheid


Herziening BPA


Herziening BPA

Het masterplan dient naast een keuze inzake herinrichtingsvoorstel ook te voorzien in een financiële haalbaarheidstoets om een realistische herontwikkeling mogelijk te maken. De resultaten van het masterplan zullen vertaald worden in een inrichtings-, uitgifte- en beheersplan die samen het subsidiedossier zullen vormen dat ingediend zal worden in het raam van het Besluit op de subsidiëring van bedrijventerreinen van 16 mei 2007. Via deze regelgeving en via de stedenbouwkundige vergunning voor de infrastructuur (gepaard aan het inrichtingsplan) wordt de kwaliteitsbewaking opgevolgd. Ook de duurzame inrichting, de CO²-neutraliteit en het parkmanagement van de herinrichting zullen deel uitmaken van dit subsidiedossier. Tenslotte dient opgemerkt dat ook het oorspronkelijke parkgebied met de historische site zal heringericht worden. Dit deelproject zal opgenomen worden in het onderdeel 'Herwaardering van de Molenbeekvallei en haar industrieel erfgoed' van het landinrichtingsproject 'Meigemheide' van de Vlaamse Landmaatschappij.

2.3 OMSCHRIJVING VAN HET VOORGENOMEN PLAN

Om het gewenste herinrichtingsproject te kunnen realiseren dient - zoals reeds eerder gesteld - het bestaande BPA gedeeltelijk herzien te worden. Essentieel voor de relatie tussen het huidige BPA, het herontwikkelingsproject en de noodzakelijke herziening van het BPA zijn volgende vaste elementen, c.q. planonderdelen (zie ook verder):

A. Het behouden van het karakter van de economische bestemming 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter' en van de mogelijke ontsluiting op de G. Gezellelaan uit het geldende BPA

B. Via gedeeltelijke afbraak en het behoud van karakteristieke constructies kan er herbestemd worden van 'Bedrijvenzone met industrieel karakter' naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter en erkenning van industrieel archeologisch erfgoed'

C. Via afbraak van niet te behouden constructies komt het industrieel karakter te vervallen en kan er herbestemd worden naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter'

D. De oorspronkelijk voorziene buffer tussen de zone met industrieel karakter en de zone met polyvalent karakter kan tenslotte herbestemd worden naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter'.

Door het gegeven dat de bestemming van de zuidelijke vijvers met de oorspronkelijke site niet gewijzigd dient te worden, is het plangebied kleiner dan het projectgebied. De bestemming van dit gebied blijft 'parkgebied met cultuurhistorische waarde'. Met de gedeeltelijke herziening van het BPA conform de economische bestemming in de omliggende percelen wordt bovendien de nodige flexibiliteit ingebouwd zowel inzake de mogelijke economische functies als inzake de inrichting van het gebied. De definitieve inrichting van het gebied zal vastgelegd worden in het inrichtingsplan conform het subsidiebesluit op de bedrijventerreinen (cfr. supra) en in de stedenbouwkundige vergunningen voor zowel de infrastructuur als de toekomstige constructies. De mogelijke milieueffecten van deze gedeeltelijke herziening zullen ingeschat worden aan de hand van de reeds voorhanden zijnde gegevens inzake een mogelijke herinrichting.


Herziening BPA

3 RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUUR PLAN

De gemeente Beersel beschikt niet over een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het project heeft betrekking op een wijziging van een geldend Bijzonder Plan van Aanleg "Industriezone Heideveld - De Gijseleer" dat via het planinstrument van het BPA een goedkeuringsprocedure zal doorlopen.

4 DOELSTELLING, REIKWIJDTE EN DETAILLERINGSGRAAD

4.1 DOELSTELLING

Aanpassen van het BPA Industriezone 'Heideveld-De Gijzeleer' zodat het tegemoet komt aan de herontwikkelingsplannen.

4.2 REIKWIJDTE

- herbestemmen buffer naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter' - herbestemmen 'Bedrijvenzone met industrieel karakter' naar:

• 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter'; • 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter met erkenning industrieel archeologisch

patrimonium' - bevestiging van

• bestaande bestemming 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter'

4.3 DETAILLERINGSGRAAD

De detailleringsgraad van het voorgenomen project is dezelfde als het bestaande, geldende bpa Industriezone 'Heideveld - De Gijzeleer'.

4.4 REFERENTIESITUATIE

De huidige actuele toestand van de site is te beschouwen als de referentiesituatie. Dit betekent enerzijds een verlaten, ontmantelde, verouderde en leegstaande bedrijfssite van een gewezen papierfabriek. Anderzijds zijn er nog resterende maar niet ontwikkelde bedrijfsgronden die momenteel braak liggen.

4.5 NULALTERNATIEF

Het nulalternatief komt neer op het behouden van het actuele BPA met de achterhaalde bestemming voor industriële activiteiten en de bijgevolg ook achterhaalde bufferzone. Gelet op de industriële bestemming is een herontwikkeling van de verlaten site niet voor de hand liggend. Daarnaast zijn de resterende, braakliggende gronden ontwikkelbaar conform het huidige BPA.

4.6 ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN

De herziening van het BPA heeft tot doel om de reconversie van de bestaande, verouderde en leegstaande bedrijfsruimte mogelijk te maken door het toelaten van niet-industriële bestemmingen. Tegelijkertijd worden de industrieel-archeologische karakteristieken van de site gerespecteerd. Gelet op de gestelde problematiek die ingrijpt op een lokaal, plaatsgebonden gegeven (een leegstaande bedrijfssite en achterhaalde stedenbouwkundige bestemmingen) is het voorstellen van alternatieven voor het plan niet van toepassing.


Herziening BPA

5 KOMT HET PLAN IN AANMERKING VOOR SCREENING?

5.1 KADER VOOR VERGUNNINGEN BIJLAGE I/II ?

In het voorgenomen plan worden de mogelijke activiteiten beperkt tot de activiteiten en functies die momenteel in het plangebied gevestigd of mogelijk zijn: - Bedrijvenzone met polyvalent karakter

Het plan kan geen kader vormen voor projecten die voorkomen in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage. Door de beperkte omvang van de planzone en de bestemmingsvoorschriften voor de bedrijvenzone met polyvalent karakter zijn projecten met een brutovloeroppervlakte van 5000m² handelsruimte of met een verkeersgenererende werking van pieken van 1000 of meer personenequivalenten per 2 uur niet mogelijk. Evenmin is het onderworpen aan een passende beoordeling in het kader van art. 36ter §3, 4de lid van het Natuurdecreet aangezien het niet in of in de omgeving van een speciale beschermingszone (Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebied) gelegen is. De dichtst bijzijnde Natura 2000 sites zijn: Hallerbos en nabije boscomplexen (Habitatrichtlijngebied)

1,5 km ten O van het plangebied 2,5 km ten ZO van het plangebied 3,2 km ten NW van het plangebied


Herziening BPA

5.2 MOGELIJKE GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN?

De site is gelegen in de geïndustrialiseerde Zennevallei in een bedrijvenzone tussen de woonkernen Huizingen en Lot en beslaat in totaal ong. 6,5 ha. Gelet op de ligging en de beperkte omvang en ingreep worden er geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.


Herziening BPA

6 MOTIVERING VOOR ‘ONDERZOEK TOT M.E.R.’

6.1 VOORSTELLING PLANONDERDELEN

Huidige toestand (feb 07) Geldend BPA Voorgenomen plan De beschrijving van de mogelijke milieueffecten zal worden besproken aan de hand van de vier onderscheiden onderdelen die de wijzigingen tussen het geldend en het voorgenomen plan weergeven, namelijk:


Herziening BPA

A. Het bevestigen van de bestemming 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter' (art. 19) en van 'zone voor privéwegen' (art. 22) uit het geldende BPA (opp.ca. 18.000 m²)1

B. Het herbestemmen van een gedeelte van de 'Bedrijvenzone met industrieel

karakter' naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter en erkenning van industrieel archeologisch erfgoed' (opp.ca. 11.600 m²)

C. Herbestemmen van een gedeelte van de 'Bedrijvenzone met industrieel karakter'

naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter' (opp.ca. 19.800 m²) D. Herbestemmen van buffer naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter' (opp.

ca.12 300m²)

6.2 INSCHATTING GRADATIE VAN MILIEUEFFECTEN PER PLANONDERDEEL

Aan de hand van een indicatorenset wordt per planonderdeel nagegaan in welke mate het voorgenomen plan(onderdeel) afwijkt van het geldend plan of de bestaande toestand. Volgende indicatoren worden aangewend2:

Activiteiten: zijn er verschillen tussen de stedenbouwkundige vergunbare activiteiten uit het huidig geldend plan en de stedenbouwkundige vergunbare activiteiten uit het voorgenomen plan?

Bodemafdekking: Laat het voorgenomen plan ten opzichte van het geldend plan een wijziging toe van de totale bodemafdekking binnen het planonderdeel?

Bestaande toestand: Is het doel van het voorgenomen plan enkel de bestendiging van de huidige stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte toestand?

Planonderdeel A - Activiteiten: er worden geen andere activiteiten voorzien in het herziene BPA als in de

originele bestemming "bedrijvenzone met polyvalent karakter" van het huidig BPA - Bodemafdekking: er wordt geen andere bodemafdekking voorzien - Bestaande toestand: bedoeling van het herziene BPA (net zoals het originele BPA) is

de ontwikkeling van een bedrijvenzone. De huidige braakliggende grond/weide kan ingericht worden met economische activiteiten die zowel conform het huidige BPA als het herziene BPA mogelijk (zullen) zijn

Planonderdeel B - Activiteiten: met het herziene BPA worden specifieke voorschriften opgesteld om

economische activiteiten toe te laten die meer aansluiten bij het polyvalent karakter van de omliggende bedrijvenzone. Gelet op het niet langer toelaten van industriële activiteiten wordt een milieuvriendelijkere invulling beoogd. Bovendien wordt in dit planonderdeel aandacht geschonken aan het behoud van het industrieel-archeologisch karakter van de site.

- Bodemafdekking: met het herziene BPA wordt de huidige bodemafdekking die reeds maximaal is behouden of gereduceerd

- Bestaande toestand: met het herziene BPA wordt de mogelijkheid geschapen om selectief en rekening houdend met het industrieel-archeologisch karakter, gebouwen te renoveren of af te breken en andere te bouwen.

1 Oppervlaktes via gis benaderend opgenomen. 2 Dep. RWO. Handleiding plan-m.e.r. voor ruimtelijke uitvoeringsplannen. Deel 1: ‘onderzoek tot m.e.r.’. Versie 2.2, 11 augustus 2009


Herziening BPA

Planonderdeel C - Activiteiten: met het herziene BPA worden specifieke voorschriften opgesteld om

economische activiteiten toe te laten die meer aansluiten bij het polyvalent karakter van de omliggende bedrijvenzone. Gelet op het niet langer toelaten van industriële activiteiten wordt een milieuvriendelijkere invulling beoogd.

- Bodemafdekking: met het herziene BPA wordt de huidige bodemafdekking gereduceerd aangezien in deze zone de bestaande gebouwen worden afgebroken en er een andere, minder dense, invulling wordt voorzien

- Bestaande toestand: met het herziene BPA wordt de mogelijkheid geschapen om de gebouwen af te breken en nieuwe constructies te plaatsen die beter aansluiten bij de gebouwentypologie van de omgeving

Planonderdeel D - Activiteiten: met het herziene BPA wordt de bufferzone van het originele BPA

opgeheven en worden activiteiten toegelaten conform de "bedrijvenzone met polyvalent karakter". De buffer was echter een artificiële strook omheen het industriële gedeelte met een een relatief beperkte impact.

- Bodemafdekking: met het herziene BPA kan meer verharding gebouwd worden dan in de originele bestemming "bufferzone". De beperkte breedte van de buffer (ong. 15m) en het gegeven dat de nieuwe invulling (zie voorontwerp en herinrichtingsschets) tevens voorziet in een gedegen groenaanleg en waterbuffering is de impact van de bijkomende bodemafdekking beperkt te noemen.

- Bestaande toestand: met het herziene BPA wordt de mogelijkheid geschapen om de gebouwen af te breken en nieuwe constructies te plaatsen conform de "bedrijvenzone met polyvalent karakter". Tevens wordt voorzien in een meer structurerende groenaanleg en waterbuffering waardoor de wijziging in de bestaande toestand van de - overigens niet aangelegde - buffer, beperkt te noemen is.

Tenslotte wordt het indicatorenschema van de handleiding ‘Onderzoek tot m.e.r.” aangewend om de gradatie van de mogelijke milieueffecten in te schatten.

Planonderdeel Activiteiten Bodemafdekking Best. Toest. A 0 0 1 B 1 1 1 C 1 1 1 D 1 1 1

0 = geen impact, 1 = beperkte impact

6.3 BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN

6.3.1 Gezondheid en veiligheid van de mens

Referentiesituatie Het plangebied situeert zich tussen de woonkernen van Lot en Huizingen. De dichtsbijzijnde woningen liggen ten zuiden op ca. 120m langs de Demeurslaan en de G. Gezellelaan (woonwijk 'Neerdorp').


Herziening BPA

De onmiddellijke omgeving van het projectgebied wordt begrensd door de spoorwegen lijn 26 Mechelen-Brussel-Halle, lijn 96 Brussel-Quevy en het kanaal Brussel-Charleroi. Het plangebied bestaat uit een economisch bestemd gebied evenals zijn onmiddellijke omgeving. De algemeen geldende voorschriften voor de bestemming 'bedrijvenzone met polyvalent karakte' (art. 19.1 van het geldende BPA) stipuleert het volgende:

De zone is uitsluitend bestemd voor het oprichten of verder ontwikkelen van bedrijven, al dan niet KMO's, in ambachten, distributie en diensten en met name voor opslag, werkplaatsen, burelen en de nodige sociale voorzieningen. Daarnaast biedt deze zone ook ruimte voor de vestiging van gespecialiseerde bedrijven uit de hightech- en elektronicasector.... Milieubelastende activiteiten zijn niet toegelaten. Hieronder wordt verstaan alle activiteiten van die omvang, aard of met gevaarrisico dat het niet mogelijk is, door het nemen van maatregelen, alle milieuhinder of gevaar in de ruimte zin van het woord, binnen de grenzen van het eigen bedrijfsterrein te houden..... Geen afvalstoffen noch grondstoffen, niet-afgewerkte en afgewerkte producten mogen gestort of gestapeld worden op de groenzones of in open lucht op deze delen die van het openbaar en aanpalend privaat domein zichtbaar zijn en het esthetische aspect van de omgeving kunnen schaden.

Ook voor het centrale deel van het plangebied - de bedrijvenzone met industrieel karakter (art. 20) - geldt het zelfde voorschrift inzake het niet-toegelaten zijn van milieubelastende activiteiten. Er zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig of mogelijk binnen het plangebied. De meest nabijgelegen bestaande Seveso-inrichtingen bevinden zich op meer dan 5 km afstand in vogelvlucht:

- Het hoogdrempelige Cytec Surface Specialities te Drogenbos - Het laagdrempelige Electrabel te Drogenbos


Herziening BPA

Hoewel er door de bodemonderzoeken geen verontreiniging blijkt waarvoor sanering noodzakelijk is, valt de ex-Catalasite toch onder de noemer 'brownfield' volgens de definitie die gehanteerd wordt in het Vlaamse Brownfieldconvenantendecreet. Een brownfield wordt hier namelijk gedefinieerd als 'een geheel van verwaarloosde of onderbenutte gronden die zodanig zijn aangetast, dat zij kennelijk slechts gebruikt of opnieuw gebruikt kunnen worden door middel van structurele maatregelen.' Het effect van de verloederde site op de nabijgelegen woonzones is actueel zeker niet positief te noemen. Hoewel er naar gezondheid toe geen risico's uitgaan van de site, vormen de verlaten en vervallen bedrijfsgebouwen en de overwoekerde terreinen een onaangenaam beeld. De vervallen staat van de gebouwen is tevens onveilig te noemen voor mensen die zich op het terrein zouden begeven.

Mogelijke effecten De herziening van het BPA heeft tot doel een herontwikkeling van de site mogelijk te maken die verdere verloedering tegengaat en geen veiligheidsrisico's meer inhoudt voor bezoekers. De wijzigingen aan het BPA laten een opwaardering van de site toe, hetgeen een aangenamer werken woonklimaat zal scheppen. Bovendien zal een betere aansluiting gevonden worden bij de morfologie van de woonkern zodat deze een betere afwerking/integratie met de vroegere bedrijfssite krijgt. Herontwikkeling naar een polyvalente bedrijvenzone zal tevens voor extra werkgelegenheid zorgen. Het plan geeft geen aanleiding tot significante nieuwe of bijkomende effecten voor de veiligheid en gezondheid van de mens.

Toetsing t.a.v. nulalternatief Door het niet in herziening stellen van het huidige BPA blijft het risico op verdere verloedering van de site bestaan, met de daarbij horende negatieve effecten op het woonklimaat en de veiligheid.

Milderende maatregelen Door het opmaken van een inrichtingsplan om het reconversieproject aan te sturen wordt een integrale benadering en beheersing van de ontwikkeling beoogd.

6.3.2 Ruimtelijke ordening

Referentiesituatie Het project heeft betrekking op een wijziging van een geldend Bijzonder Plan van Aanleg "Industriezone Heideveld - De Gijseleer" dat via het planinstrument van het BPA een goedkeuringsprocedure zal doorlopen. Essentieel voor de relatie tussen het huidige BPA, het herontwikkelingsproject en de noodzakelijke herziening van het BPA zijn volgende elementen in de planherziening:

A. Het behouden van het karakter van de economische bestemming 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter' en van de mogelijke ontsluiting op de G. Gezellelaan uit het geldende BPA

B. Via gedeeltelijke afbraak en het behoud van karakteristieke constructies kan er herbestemd worden van 'Bedrijvenzone met industrieel karakter' naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter en erkenning van industrieel archeologisch erfgoed'

C. Via afbraak van niet te behouden constructies komt het industrieel karakter te vervallen en kan er herbestemd worden naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter'


Herziening BPA

D. De oorspronkelijk voorziene buffer kan tenslotte herbestemd worden naar 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter'

Mogelijke effecten De herziening van het BPA heeft tot doel een herontwikkeling van de site mogelijk te maken die verdere verloedering tegengaat en een herontwikkeling met bijkomende tewerkstelling binnen een leefbare omgeving ondersteunt. Bovendien zullen principes inzake duurzaam en energiezuinig bouwen, CO³-neutraliteit en parkmanagement ingebracht worden in de inrichtings-, uitgifte- en beheerplannen. Hierdoor zullen positieve effecten bekomen kunnen worden.

Toetsing t.a.v. nulalternatief Door het niet in herziening stellen van het huidige BPA blijft enerzijds het risico op verdere leegstand en verwaarlozing van de oude industriële site bestaan aangezien een hergebruik met industriële activiteiten niet meer aangewezen is (omwille van economische tendenzen en milieu-randvoorwaarden). Anderzijds blijft een ongeordende ontwikkeling van de braakliggende gronden mogelijk conform het huidige BPA.

Milderende maatregelen Door het opmaken van een inrichtingsplan om het reconversieproject aan te sturen wordt een integrale benadering en beheersing van de ontwikkeling beoogd. Dit inrichtingsplan zal sturend zijn om de voorschriften van het rup bij te sturen en zal aangewend worden om toekomstige bouwaanvragen te evalueren.

6.3.3 Fauna , Flora en Biodiversiteit

Referentiesituatie


Herziening BPA

De biologische waarderingskaart geeft aan dat een deel van het plangebied als biologisch waardevol gecatalogeerd is met BWK-eenheid sz: struwelen en struikgewassen met opslag van allerlei aard (vaak op sterk gestoorde gronden). Het gaat om 0.6 ha aan de achterzijde van de oude fabrieksgebouwen. Aangrenzend aan de zuidelijke grens van het plangebied bevindt zich 0.7ha gecatalogeerd als biologisch waardevol met BWK-eenheid hp*: soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden.

Mogelijke effecten De BWK-eenheid sz zal door de herontwikkeling van het plangebied verdwijnen. In het herinrichtingsproject wordt voorzien in een meer structurerende werking van groene verbindingen met het bestaande parkgebied (met de historische motte - bwk-eenheid hp). Op de aangrenzende BWK-eenheid hp worden geen effecten verwacht.

Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer de planopties niet gerealiseerd worden, blijft de ecologische kwaliteit van dit gebied behouden.

Milderende maatregelen Van de discipline fauna en flora wordt een beperkt negatief effect verwacht. In het herinrichtingsproject wordt voorzien in een meer structurerende werking van groene verbindingen met het bestaande parkgebied (met de historische motte - bwk-eenheid hp). Dergelijke landschappelijke inpassing van groenelementen moet zorgen voor een positief effect op en bescherming van de omliggende fauna en flora.

6.3.4 Energie- en grondstoffenvoorraden

Referentiesituatie Binnen het plangebied bevinden zich geen energie- en grondstoffenvoorraden.

Mogelijke effecten Er is geen aantasting van de energie- en grondstoffenvoorraden door de herziening van het BPA .

Toetsing t.a.v. nulalternatief Het voorziene plan heeft geen significant verschil met het huidige nulalternatief

Milderende maatregelen Aangezien het plan geen invloed heeft op de energie- en grondstoffenvoorraden, zijn geen milderende maatregelen van toepassing.

6.3.5 Bodem

Referentiesituatie Het grootste (bebouwde) gedeelte van het plangebied heeft een antropogene ondergrond en is ca. 2 à 2.5m opgehoogd met stenen/puin. Op sommige plaatsen is er vermenging van kooldeeltjes, slakken en kalk. Daarnaast komen een natte leemgrond (Ahp) en vochtige leemgrond (Aip) voor.


Herziening BPA

Bodemkaart Op de site van de voormalige papierfabriek (planonderdelen B & C) werden volgende bodemonderzoeken uitgevoerd in het kader van het Bodemsaneringsdecreet: 20/08/2002: Oriënterend bodemonderzoek Historische verontreinigingen met:

• minerale olie in het vaste deel van de aarde op perceel 90E2 • zware metalen in het grondwater op perceel 90E2 • minerale olie in het grondwater op perceel 90E2 • verhoogde pH en geleidbaarheid

� BBO noodzakelijk. 09/04/2008: Actualisatie oriënterend bodemonderzoek

• nieuwe verontreiniging met minerale olie op perceel 90E2 door calamiteit met kerosinetank

� geen nieuw BBO noodzakelijk voor deze nieuwe verontreiniging. 30/10/2008: Beschrijvend bodemonderzoek (met aanvullingen dd 30/04/2009)

• geen saneringsnoodzaak voor de historische verontreinigingen uit OBO • afgraving in het kader van het BBO (op 24/3/2009) van beperkt volume (21T) met

minerale olie verontreinigde grond

Mogelijke effecten Bij de heraanleg van de historische site, zal in het kader van de grondverzetregeling een milieuhygiënisch bodemonderzoek worden uitgevoerd. Vermoedelijk zal dit er toe leiden dat een bepaald volume grond, afkomstig van de licht verontreinigde ophooglaag, niet in


Herziening BPA

aanmerking zal komen voor vrij hergebruik. Deze grond zal afgevoerd worden naar een GRC of stortplaats conform de regelgeving grondverzet van het bodemsaneringdecreet. Indien tijdens graafwerken nieuwe verontreinigingkernen worden ontdekt, zullen deze eveneens gesaneerd worden conform het bodemsaneringdecreet.

Toetsing t.a.v. het nulalternatief In planonderdelen B& C blijft het huidige bodemgebruik behouden en kan afvoer van verontreinigde grond bij de grondverzetswerken een positief effect hebben op de verontreinigingstoestand van de bodem in het plangebied. In planonderdeel A wordt het bodemgebruik gewijzigd van weiland naar polyvalente bedrijvenzone waarbij een gedeelte van de bodem zal verhard worden. Ondanks de beperktheid van de bijkomende verharde oppervlakte, zal de realisatie ervan tot gevolg hebben dat er minder hemelwater rechtstreeks in de bodem zal kunnen indringen. Dit effect zal echter gemilderd worden door de verplichte toepassing van de gewestelijke en provinciale verordeningen inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afval- en hemelwater. Bij de berekeningen van de te voorziene buffercapaciteit wordt ook de reeds bestaande verharde oppervlakte in planonderdelen B&C meegenomen en gecompenseerd.

Milderende maatregelen De vestigingsvoorwaarden voor bedrijvenzone met polyvalent karakter (welke in de plaats komt van de gewezen industriële bestemming) laten geen milieubelastende activiteiten toe zodat het risico op nieuwe bodemverontreiniging beperkt blijft. Er zijn dan ook geen aanzienlijke effecten te verwachten, mits het nemen en opvolgen van de verplichte maatregelen conform de geldende regelgeving.

6.3.6 Water

Referentiesituatie Het plangebied bevindt zich in het deelbekken Zenne/Molenbeek. De Molenbeek (waterloop van 2de categorie) loopt door het plangebied en is daar overwelfd. Bij de instroom van de overwelving is er een betonnen bodemval van meer dan 1m (restant van een vroegere watercaptatie van de papierfabriek) die voor opstuwing zorgt en tevens een vismigratieknelpunt vormt. Vernauwingen in de bestaande koker geven eveneens aanleiding tot opstuwing van de waterloop. Openingen in de oevers -die bestaan uit ruines van de voormalige fabriek- opwaarts van de overwelving, geven aanleiding tot verliesstromen en oncontroleerbare overstromingen door de site.


Herziening BPA

Op 50m ten noordoosten van het plangebied, op de Molenbeek bevindt zich meetpunt 366050 van de VMM waarover waterkwaliteitsgegevens beschikbaar zijn. Uit de resultaten van 2005-2007 blijkt dat de Prati index een aanvaardbare kwaliteit aangeeft. Op de site zijn geen grondwaterwinningen aanwezig. Er zijn 2 vergunde grondwaterwinningen in een straal van 500m. Op de grondwaterkwetsbaarheidskaart ligt het de planzone in uiterst kwetsbaar gebied (kwetsbaarheid Aa1). De watertoetskaart geeft aan dat de site gedeeltelijk gelegen is in effectief en mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het betreft de gedeelten die niet opgehoogd werden bij de aanleg van het fabrieksterrein.


Herziening BPA

Mogelijke effecten Een herontwikkeling van de site op basis van het nieuwe uitvoeringsplan zal ongeveer een gelijkaardige verharde oppervlakte en bijgevolg nood aan buffering van regenwater noodzakelijk worden. Tevens dient rekening gehouden te worden met de overstromingsgevoeligheid van het gebied.

Toetsing t.a.v. nulalternatief Wanneer de planopties niet gerealiseerd worden, blijft de waterhuishouding op de site oncontroleerbaar met risico op aanslibbing van de oude overwelving en ontstaan van een onveilige situatie. Tevens blijft het vismigratieknelpunt dan bestaan.

Milderende maatregelen Er werd door de POM - in gemeenschappelijk overleg met de Provinciale Dienst Waterlopen - reeds een studie uitbesteed en opgeleverd waarin de nodige maatregelen geformuleerd worden voor een herontwikkeling die voldoet aan de Watertoets. De randvoorwaarden bij deze voorbereiding van de Watertoets waren:

1. behoud van de bestaande komberging 2. handhaving van een voldoende veilig peil voor de gebouwen 3. geen negatieve beïnvloeding van de waterhuishouding van de omliggende

percelen 4. bij de herinrichting van het terrein moet het vismigratieknelpunt opgelost worden 5. bij de herinrichting van het terrein moet de waterloop maximaal in open loop

gebracht worden en mogen geen nieuwe overwelvingen gecreëerd worden 6. de herinrichting van de Molenbeek mag geen negatieve invloed hebben op de

waterafvoer


Herziening BPA

De studie resulteerde in een herinrichtingsvoorstel van de Molenbeek, waarbij aan deze voorwaarden wordt voldaan door volgende milderende maatregelen:

� openmaken van de oude overwelving voor de vrijwaring van de

toegankelijkheid, de controleerbaarheid van de opstuwing door aanslibbing en ten behoeve van de veiligheid (de bedding dient hiervoor niet verlegd te worden);

� handhaving van een status-quo van de huidige opstuwing ter hoogte van de G.

Gezellestraat door de bestaande constructie te vervangen door de installatie van 10 bodemvallen met uitsparingen, waardoor tevens het vismigratieknelpunt wordt opgelost;

� ophoging van de kavels om een voldoende veilig maaipeil te bekomen;

� buffering RWA en evacuatie regenwater door aanleg van 2 buffervijvers met

gezamenlijk volume van 1000m³ + een reserve van 300m³ in buffersloot. Hiermee wordt zowel gebufferd voor de huidige en de nieuw aan te leggen verharde oppervlakte die in het totaal geschat wordt op 3 à 4ha. Op de parkings zal met doorlatende materialen gewerkt worden. Het lozingspunt van het buffervolume kan mogelijk aangesloten worden op de RWA leiding in de G. Gezellestraat. Gelet op de hoge ligging van de G. Gezellestraat t.o.v. de Catalasite zal echter een eigen evacuatieweg naar de Molenbeek voorzien worden. Het lozingspunt zal zich situeren in buurt waar de oude by-pass aantakt op de Molenbeek (waar de Molenbeek het plangebied verlaat).

� compensatie van het verlies aan komberging -een gesimuleerd overstroomd

volume van 240m³- door de verbreding van de waterloop met een winterbed met nuttig volume van meer dan 300m³

Deze maatregelen worden mee opgenomen als bindende randvoorwaarden in het inrichtingsvoorstel en zullen - indien ruimtelijk relevant - opgenomen worden in de voorschriften van het herziene BPA. Het hergebruik van hemelwater zal verplicht worden conform de provinciale stedenbouwkundige verordening inzake afkoppeling van hemelwater. Wat het afvalwater betreft zal aangesloten worden op het gemeentelijk rioleringsnet langs de G. Gezellelaan en de bijhorende waterzuiveringsinfrastuctuur. De grondwaterwinningen in de omgeving zullen geen invloed ondervinden van de werken op de herbestemde bedrijvenzone omdat er - gezien de ligging in overstromingsgevoelig gebied - geen ondergrondse constructies zullen worden toegelaten. Vanuit de discipline water worden door toedoen van het herinrichtingsproject dan ook eerder positieve milieueffecten verwacht.

6.3.7 Atmosfeer en klimatologische factoren

Referentiesituatie Gelet op de leegstand van de verouderde site en de nog niet aangewende braakliggende gronden in het plangebied is er geen negatieve invloed op de atmosfeer of andere klimatologische factoren.

Toetsing t.a.v. nulalternatief Wanneer de planopties niet gerealiseerd worden blijft de huidige referentiesituatie bestaan en is geen invloed op de atmosfeer of andere klimatologische factoren.


Herziening BPA

Mogelijke effecten Er wordt verwacht dat er tijdelijke stofhinder zal zijn bij de aanleg van de infrastructuur en de voorziene gebouwen (cfr. herinrichtingsproject). Daarnaast is er luchtverontreiniging mogelijk door de verwarmingsinstallaties van de gebouwen. Voor deze effecten wordt gerekend op de bestaande, verplichte milderende maatregelen zoals de EPB-regelgeving en de wettelijke voorschriften inzake het onderhoud van verwarmingsinstallaties. Tenslotte kan er bijkomende fijn stofhinder ontstaan van de verwachte bijkomende automobiliteit door de mogelijke, verwachte herontwikkeling met economische activiteiten. Om hiervan een inschatting te krijgen wordt gebruik gemaakt van enerzijds een raming van extra automobiliteit conform de CROW-methode3 en anderzijds het rekenmodel voor luchtverontreiniging langs verkeerswegen, CAR II Vlaanderen 1.0. Bij het hanteren van de CROW-methode wordt op basis van de bruto-oppervlakte (6,5 ha) en de typering van de toekomstige economische invulling als 'hoogwaardig bedrijvenpark'4 een raming van de verkeersgeneratie bekomen van ong. 1400 motorvoertuigbewegingen per gemiddelde werkdag (mvt/etm). Gelet op de toekomstige herontwikkeling wordt rekening gehouden met een gesplitste toegankelijkheid van het plangebied. Er wordt geraamd dat 35 % (of 490 mvt/etm) van het verkeer het plangebied zal betreden via de G. Demeurslaan en dat 65 % (of 910 mvt/etm) via de G. Gezellestraat zal afgeleid worden. De meest recente telgegevens van het actuele weggebruik waarover kan beschikt worden dateren van eind 2004 voor de G. Demeurslaan (1203 mvg/etm) en van medio 2005 voor de G. Gezellestraat (4225 mvt/etm)5. Gelet op de toen reeds leegstaande site op het plangebied en de nog steeds aanwezig zijnde bedrijfsactiviteiten in de omgeving worden deze telgegevens nog als relevant beschouwd. Deze gegevens werden in het CAR-model ingebracht en doorgerekend: CAR Vlaanderen Version 1.0bestaande toestandplaats straatnaam x-coord y-coord intensiteit fr licht fr mid zwr fr zwr autob snelhtype bomenfctr afstand wegasBeersel G. Demeurslaan 142737 160340 1203 0.0656 0.0317 0.0081 c 3a 1 10Beersel Guido Gezellestraat 142664 160022 4225 0.0656 0.0317 0.0081 b 2 1 20

simulatie met Catala-projectplaats straatnaam x-coord y-coord intensiteit fr licht fr mid zwr fr zwr autob snelhtype bomenfctr afstand wegasBeersel G. Demeurslaan 142737 160340 1693 0.0656 0.0317 0.0081 c 3a 1 10Beersel Guido Gezellestraat 142664 160022 5135 0.0656 0.0317 0.0081 b 2 1 20 Dit gaf volgende resultaten:

3 Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden. Vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer (2007), Crow-publicatie 256 en bijhorend berekeningsmodel van Goudappel op http://www.verkeersgeneratie.nl. 4 def. hoogwaardig bedrijvenpark conform Crow-publicatie 256: "terrein voor bedrijven met hoogwaardige activiteiten (productie en/of R&D). Kenmerkend is de aanwezigheid van bedrijven uit de electrotechnische industrie (it), instrumenten- en optische industrie en overige hoogwaardige industrie". Gelet op de aanwezige gelijkaardige activiteiten in de omgeving (oa Siemens) en de bepalingen in het huidgie BPA wordt deze typering aangehouden bij de raming van de verkeersgeneratie. Er werd geopteerd voor typering als 'hoogwaardige activiteiten' omdat deze de hoogste verkeersgeneratie geven (1400 bew) tov 'distributieterrein' (1150 bew) of 'gemengd' (1000 bew). 5 Bekomen door optelling van de telgegevens per werkdag (ma - vrij) van de mechanische weektellingen uitgevoerd met telplaat nc97 in 2004 en 2005 in Beersel.


Herziening BPA

BESTAANDE SITUATIEJaartal 2010

NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³] NO2 [µg/m³] PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³]Plaats Straatnaam X Y JaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen uur GW# Overschrijdingen uur GW+OMJaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen dag GW# Overschrijdingen dag GW+OMBeersel G. Demeurslaan 142737 160340 26 25 0 0 30 30 31 31Beersel Guido Gezellestraat 142664 160022 27 25 0 0 30 30 31 31

BESTAANDE SITUATIEJaartal 2015


GEPLANDE SITUATIEJaartal 2010


GEPLANDE SITUATIEJaartal 2015

NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³]NO2 [µg/m³] NO2 [µg/m³] PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³] PM10 [µg/m³]Plaats Straatnaam X Y JaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen uur GW# Overschrijdingen uur GW+OMJaargemiddeldeJm achtergrond# Overschrijdingen dag GW# Overschrijdingen dag GW+OMBeersel G. Demeurslaan 142737 160340 24 22 0 0 28 28 26 26Beersel Guido Gezellestraat 142664 160022 24 22 0 0 28 28 26 26 Er worden geen drempelwaarden overschreden door de inbreng van de verkeersgeneratie. De simulatie geeft geen wijzigingen aan in de fijn stofhinder door de bijkomende gegenereerde autobewegingen van het herinrichtingsproject op het plangebied.

Milderende maatregelen Mits het respecteren van de milderende maatregelen via de bestaande regelgeving zal het effect eerder kleinschalig zijn.

6.3.8 Geluid en licht

Referentiesituatie Het plangebied is momenteel een leegstaande verouderde bedrijfsite waarop geen geluids- noch lichthinder veroorzaakt wordt. De site is wel gelegen in een economische (industriële) omgeving waar de gangbare geluids- en lichthinder veroorzaakt worden (vnl. geluidshinder van de gegenereerde mobilliteit en lichthinder van de verlichting van de circulatieruimten, parkings en openbare straatverlichting).

Mogelijke effecten Er wordt verwacht dat er tijdelijke geluidshinder zal zijn bij de sloop van bestaande gebouwen, de aanleg van de infrastructuur en de oprichting van nieuwe gebouwen. De geluidshinder van het extra gegenereerde verkeer (1400 extra bewegingen per dag, cfr. onderdeel 6.3.7) is eerder kleinschalig te noemen gelet op het reeds relatief grote volume aan verkeer in de onmiddellijke omgeving: op de G. Demeurslaan 1203 mvg/etm en voor de G. Gezellestraat 4225 mvt/etm.

Milderende maatregelen De eventuele geluidshinder voor de omgeving - en meer bepaald voor de woonomgeving van het nabijgelegen gehucht Neerdorp van Huizingen - zal bovendien nog beperkt worden door de voorziene opgesplitste toegankelijkheid van de site. Het te verwachten verkeer zal worden opgesplitst tussen de bestaande toegang op de Demeurslaan (vnl. voor de toegang van de te behouden constructies) en de nieuwe toegang langsheen de G. Gezellestraat. Gelet op deze voorziene splitsing (zie ook de cijfers in 6.3.7) zal de geluidshinder voor de woonomgeving dan ook zeer beperkt blijven. Ook inzake lichthinder zal de impact beperkt blijven aangezien de herontwikkeling de bestemde en bestaande groene bufffer (met de oude motte) zal respecteren. Hierdoor zal


Herziening BPA

de economische ontwikkeling van de site visueel afgeschermd zijn van de woonomgeving zal eventuele lichthinder vermeden worden.

6.3.9 Landschap, stoffelijke goederen, cultureel erfgoed en archeologie

Referentiesituatie Het plangebied ligt volgens de landschapsatlas binnen het Traditioneel Landschap "Zennevallei". Er bevinden zich geen relicten of ankerplaatsen binnen een straal van 1km. De aanwezige gebouwen en constructies maakten deel uit van de vroeger gevestigde industriële papier- en kartonfabriek Catala (oorspronkelijk De Meurs). De voormalige papierfabriek, noch één van de gebouwen is voorlopig of definitief beschermd of gelegen in een beschermd zicht. Toch blijkt uit advies van de afdeling Onroerend Erfgoed Vlaanderen dat een aantal gebouwen van grote industrieelarcheologische en architectuurhistorische waarde zijn. "Het betreft een laatst bewaard voorbeeld van een industriële papierfabriek voornamelijk daterend van de periode 1892-1907, gegroeid uit een papierwatermolen die reeds in 1777 gedocumenteerd werd en die zelf uit een in 1382 vermelde graanwatermolen is ontstaan op een site van de kasteelmotte van 'Neerdorp' en ca 1850 een industrialiseringsproces doormaakte..." De fabriek omvat volgende gebouwen:

• in de onmiddellijke omgeving van de ingang staan twee vrijstaande bedrijfswoningen, een kapelletje en een electriciteitskabine;

• centraal op het perceel staan de droogschuur en de oude productiehal (manchestertype) met circulatie in de aansluitende hoektraptoren;

• een recentere lange productiehal rechts achter het manchestergebouw; • een betonnen transportstructuur en het ketelhuis; • in mindere mate aan de voorzijde, maar vooral achteraan werden grote

opslagloodsen aangebouwd. het betreft bakstenen gebouwen met sheddaken; • ingesloten tussen de fabricagehal en de opslagplaatsen achteraan staat een

hoge ingesloten schoorsteen (+/- 60m met een ijzeren waterbak op halve hoogte; • naast de productiehal liggen nog twee decantatiebekkens

Sinds de verhuis van de fabriek naar Drogenbos in 2003, staan de gebouwen leeg. Ze bevinden zich in een slechte tot zeer slechte bouwfysische toestand. Vanuit het oogpunt archeologie is het van belang te wijzen op de aanpalende restanten van de middeleeuwse motte (cfr. supra). De site van de motte is gelegen in de bestemming 'parkgebied met cultuurhistorisch karakter' binnen het huidige BPA. Dit gebied werd eveneens door de POM Vlaams-Brabant verworven maar wordt - gelet op het historische gegeven en de huidige toestand en bestemming - niet opgenomen binnen de perimeter van het plangebied ifv de herziening van het BPA. De bestemming van het gebied wordt m.a.w. niet gewijzigd. Bij de herontwikkeling van het gebied zal deze historische site heringericht worden. Dit deelproject zal opgenomen worden in het onderdeel 'Herwaardering van de Molenbeekvallei en haar industrieel erfgoed' van het landinrichtingsproject 'Meigemheide' van de Vlaamse Landmaatschappij.

Mogelijke effecten De herziening van het BPA voorziet een oplossing met betrekking tot het vrijwaren van de meest waardevolle historische gebouwen (geselecteerd in overleg met de dienst Onroerend Erfgoed) door een specifieke bestemming te voorzien in planonderdeel B 'Bedrijvenzone met polyvalent karakter en erkenning van industrieel archeologisch erfgoed'.


Herziening BPA

De historisch minder waardevolle gebouwen in planonderdeel C, kunnen worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwe economische ontwikkeling.

Toetsing t.a.v. het nulalternatief Door het niet in herziening stellen van het huidige BPA blijft het risico op verloedering van waardevol erfgoed bestaan.

Milderende maatregelen Vanuit de discipline cultureel erfgoed heeft de herziening van het BPA bijgevolg een globaal positief effect. Door afbraak of sloop van de geselecteerde gebouwen in planonderdeel B niet toe te staan, en voorschriften met betrekking tot de erfgoedwaarde te voorzien, wordt gezorgd voor een duurzaam behoud van die elementen van het industrieel erfgoed die de leesbaarheid van het historisch karakter van de site uitmaken. Op die manier kan economische invulling van het plangebied gecombineerd worden met behoud van het historische karakter. Gelet op de ligging en op de omvang van het herinrichtingsproject is het mogelijk dat er archeologische artefacten kunnen aangetroffen worden die gerelateerd zijn aan de middeleeuwse motte in het parkgebied. Daarom zal als milderende maatregel worden opgenomen dat alle werken met ingreep in de bodem moeten voorafgegaan worden door een archeologische prospectie met ingreep in de bodem.

6.3.10 Mobiliteit

Referentiesituatie De site kent momenteel één bestaande ontsluiting op de G. Demeurslaan waarlangs tot 2003 al het verkeer gerelateerd aan de activiteiten van Catala zich afwikkelde. De site paalt echter ook aan de Guido Gezellestraat. Conform het bestaande BPA kan bij een (her)ontwikkeling de site langs beide kanten ontsloten worden.

Toetsing t.a.v. nulalternatief Wanneer de planopties niet gerealiseerd worden blijft de huidige referentiesituatie bestaan en is geen bijkomende invloed op de bestaande mobiliteit.

Mogelijke effecten Bij de herinrichting wenst de POM te vermijden dat de nabijgelegen woonkern 'Neerdorp' ten zuiden van de site veel extra mobiliteitsdruk te verwerken krijgt. Daarom zal het verkeer gerelateerd aan de planonderdelen A en C voornamelijk via de G. Gezellestraat geleid worden. Enkel voor de te behouden gebouwencluster B wordt voorzien dat de historische toegang op de Demeurslaan aangewend wordt (zie ook meso-structuurschets bij de voorstelling van het project, par. 2.2). Deze optie wordt bovendien ondersteund door het advies van de Afdeling Toezicht Volksgezondheid van het Agentschap Zorg en Gezondheid die vraagt "om de hinder voor de buurt zoveel mogelijk te beperken" (zie adviezen in bijlage). Er wordt bijkomend verkeer verwacht door de mogelijke, verwachte herontwikkeling met economische activiteiten. Om hiervan een inschatting te krijgen wordt gebruik gemaakt van een raming van extra automobiliteit conform de CROW-methode6 (zie ook 6.3.7). Bij het hanteren van de CROW-methode wordt op basis van de bruto-oppervlakte (6,5 ha) en de typering van de toekomstige economische invulling als 'hoogwaardig

6 Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden. Vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer (2007), Crow-publicatie 256 en bijhorend berekeningsmodel van Goudappel op http://www.verkeersgeneratie.nl.


Herziening BPA

bedrijvenpark'7 een raming van de verkeersgeneratie bekomen van ong. 1400 motorvoertuigbewegingen per gemiddelde werkdag (mvt/etm). Gelet op de toekomstige herontwikkeling wordt rekening gehouden met een gesplitste toegankelijkheid van het plangebied. Er wordt geraamd dat 35 % (of 490 mvt/etm) van het verkeer het plangebied zal betreden via de G. Demeurslaan en dat 65 % (of 910 mvt/etm) via de G. Gezellestraat zal afgeleid worden. De meest recente telgegevens van het actuele weggebruik waarover kan beschikt worden dateren van eind 2004 voor de G. Demeurslaan (1203 mvg/etm) en van medio 2005 voor de G. Gezellestraat (4225 mvt/etm)8. Gelet op de toen reeds leegstaande site op het plangebied en de nog steeds aanwezig zijnde bedrijfsactiviteiten in de omgeving worden deze telgegevens nog als relevant beschouwd. Wanneer de geraamde verkeersgeneratie opgeteld wordt bij de bestaande intensiteiten dan worden stijgingen van 40,7 % (plus 490 mvt op 1203 mvt) op de Demeurslaan en van 21,5 % (plus 910 mvt op 4225 mvt) op de G. Gezellestraat bekomen.

Milderende maatregelen De verwachte parkeerdruk dient te worden opgevangen binnen het herinrichtingsproject om geen overlast op de onmiddellijke omgeving te veroorzaken. Bij de herontwikkeling van zowel de gebouwen als de ontwikkeling van de nog onbenutte gronden wordt onmiddellijk uitgegaan van een opvang binnen het projectgebied. De visie-concepten en de structuurschets gaan uit van een of meerdere gemeenschappelijke parkings op het bedrijventerrein. Om de verwachte automobiliteit zoveel mogelijk te beperken en te beheersen worden bijkomende inspanningen voorzien om de bereikbaarheid van de site met openbaar vervoer en langzaam (fiets)verkeer te verbeteren. Enerzijds wordt bij de herinrichtingsschets rekening gehouden met een verbeterde toegankelijkheid en openheid van het plangebied. Anderzijds wordt voor de afwikkeling van het gegenereerde verkeer van de site rekening gehouden met de randvoorwaarde om zoveel mogelijk de nabijgelegen woonkern van Neerdorp (Huizingen) te vrijwaren. Daarom wordt voorzien in een interne verkeerscirculatie waarbij het verkeer van en naar de planonderdelen A en C dient te verlopen via de G. Gezellestraat. Dit zal geschieden ofwel via de nu reeds in het BPA voorziene toegangsmogelijkheid en/ofwel via een gemeenschappelijk gebruik van de logistieke toegangsweg van het aanpalende bedrijf Siemens. Hierover werd met het bedrijf Siemens reeds een principieel akkoord afgesloten dat in het verder verloop van het proces verder zal uitgewerkt worden. De afwikkeling van het verkeer van en naar de cluster met de te behouden gebouwen zal geschieden via de bestaande (historische) toegang langs de Demeurslaan (zie ook de meso-structuurschets in 2.2). Deze ontsluitingen voor het (vracht)autoverkeer sluiten aan op de actuele plannen die in voorbereiding zijn in het kader van het afbakeningsproces van het Vlaams Strategische Gebied rond Brussel. In het eindrapport van dit proces wordt voor de ontsluiting van dit gebied geopteerd voor een scenario waarbij de bedrijvenzones ten zuiden van de woonkern Lot ontsloten worden door een nieuwe 'ringweg' die vervolgens aansluit op het bestaande open afrittencomplex op de E19. De figuur met het weerhouden scenario

7 def. hoogwaardig bedrijvenpark conform Crow-publicatie 256: "terrein voor bedrijven met hoogwaardige activiteiten (productie en/of R&D). Kenmerkend is de aanwezigheid van bedrijven uit de electrotechnische industrie (it), instrumenten- en optische industrie en overige hoogwaardige industrie". Gelet op de aanwezige gelijkaardige activiteiten in de omgeving (oa Siemens) en de bepalingen in het huidgie BPA wordt deze typering aangehouden bij de raming van de verkeersgeneratie. Er werd geopteerd voor typering als 'hoogwaardige activiteiten' omdat deze de hoogste verkeersgeneratie geven (1400 bew) tov 'distributieterrein' (1150 bew) of 'gemengd' (1000 bew). 8 Bekomen door optelling van de telgegevens per werkdag (ma - vrij) van de mechanische weektellingen uitgevoerd met telplaat nc97 in 2004 en 2005 in Beersel.


Herziening BPA

duidt aan dat zowel de Demeurslaan als de G. Gezellestraat aansluiting moeten geven op deze nieuwe ringweg. Deze verduidelijking werd aangebracht nav het advies van Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant (zie bijlagen). Hierin werd verwezen naar een "plan om een vrachtroute tot stand te brengen parallel met het kanaal... ". Het advies vraagt daarom om alle toegang van het gemotoriseerd verkeer via de Demeurslaan te laten verlopen. Gelet op het plan met het weerhouden scenario uit het eindrapport (zie figuur hieronder) waaruit blijkt dat ook de G. Gezellestraat een gelijkaardige aantakking maakt op die vooropgestelde vrachtroute (en de verbinding met de E19) en gelet op het gegeven dat de toegang via de Demeurslaan reeds dicht bij de woonkern van Neerdorp ligt, opteren zowel de POM als de gemeente om de ontsluitingen van de site te formuleren zoals voorgesteld in de macro- en mesostructuurschetsen (cfr. paragraaf 2.2).

Figuur uit VSGB-eindrapport - weerhouden scenario ontsluiting Lot Bovendien is het plangebied principieel optimaal bereikbaar met openbaar vervoer. Binnen de 200 m. loopafstand is een bushalte met uurbediening gelegen op de G. Gezellestraat op buslijn 171 Brussel/Kapellekerk - Brukom - Halle. Daarnaast zijn er twee NMBS-stations op loopafstand bereikbaar. Spoorweghalte Huizingen ligt op 500 m. loopafstand en wordt bediend met L-treinen met een halfuurbediening op lijn 26 Mechelen-Etterbeek-Halle. Spoorweghalte Buizingen ligt op 750 m. loopafstand en wordt via Cityrailtreinen bediend via een halfuurschema op lijn 96


Herziening BPA

Leuven - Brussel - 's Gravenbrakel. Beide stations zijn opgenomen in het toekomstige GEN-netwerk waardoor de toekomstige bediening zal opgedreven worden tot respectievelijk 6 en 4 treinen per uur.


Herziening BPA

Daarom wordt in de macro- en de mesostructuurschets al rekening gehouden met deze vlottere openbaar vervoersverbindingen. In beide schetsen (zie paragraaf 2.2) wordt voorzien in een centrale fiets- en voetgangersas die de verbinding maakt tussen de GEN-stations Lot en Huizingen (op twee verschillende GEN-lijnen) waardoor de bereikbaarheid voor werknemers uit een grotere regio verbeterd zal worden. Om deze mobiliteit nog beter in beeld te brengen en de maatregelen en herinrichting nog beter af te stemmen op elkaar, wordt voorgesteld om in de voorschriften van het BPA de opmaak van een MOBER verplicht te stellen bij de herinrichting van de site. Bij de herontwikkeling van de site zullen daarnaast - via parkmanagement - initiatieven ontplooid worden om het gebruik van autoalternatieven te stimuleren bij de bedrijven en de werknemers.


Herziening BPA

7 CONCLUSIE

Thema Ingreep - effecten conclusie Gezondheid en veiligheid mens Nieuw RUP verhindert industriële activiteiten positief effect Ruimtelijke ordening herinrichtingsproject ter voorbereiding van herziening BPA beheerst de integrale aanpak

van de herontwikkeling waarbij onbenut en leegstaand bedrijventerrein terug aangewend wordt en bijkomende tewerkstelling gecreëerd wordt.

positief effect

Fauna, flora en biodiversiteit Herziening BPA bevestigt verdwijning bestaande biologisch waardevolle eenheid. Inrichtingsproject voorziet in meer structurerend werkende groene verbindingen met resterende groene ruimten (motte)

geen significante negatieve effecten

Energie en grondstoffen geen significante verschillen geen significante negatieve effecten Bodem herinrichtingsproject voorziet in afvoer licht verontreinigde ophooglaag. geen significante negatieve effecten Water herinrichting en herziening BPA loopt samen met ingrepen om bestaande komberging te

garanderen, beheersing waterloopkarakteristieken te verbeteren en vismigratieknelpunt weg te werken

positief effect

Atmosfeer en klimaat herziening BPA bevestigt de initiële aanwending van bedrijfsgronden en dus bijkomende activiteiten. Ondanks bijkomende activiteiten geen overschrijding normen fijn stof


Geluid en licht herinrichtingsproject en herziening BPA zorgen voor gescheiden verkeersafwikkeling ter bescherming van woonomgeving


Landschap, bouwkundig erfgoed

herinichtingsproject en nieuw RUP respecteren de erkenning van het gewezen industrieel-archeologisch patrimonium en initiëren daadwerkelijke respectvolle heraanwending. Archeologische prospectie wordt opgenomen in de voorschriften.


Mobiliteit herziening BPA bevestigt de initiële aanwending van bedrijfsgronden en dus bijkomende activiteiten. Herinrichtingsproject voorziet in stimulans voor autoalternatieven. Verbeterde toegankelijkheid (bvb via Siemens) zorgt voor positieve cumulatieve effecten voor de omliggende bedrijvigheden. Mober op te nemen in stedenbouwkundige voorschriften


Met de herziening van het BPA voor het plangebied door de bestemmingsgebieden te wijzigen en te verfijnen worden diverse effecten mogelijk:

- het vermijden dat er terug industriële, secundaire activiteiten ontplooid worden, - het behoud van de essentiële onderdelen van het industrieel-archeologische patrimonium van de gewezen papierfabriek - een geordende ontwikkeling van de nog onbenutte bedrijfsgronden

Door het gegeven dat deze herziening gekoppeld wordt aan een gestuurd herinrichtingsproject wordt een integrale benadering en beheersing van de ontwikkeling mogelijk waardoor mogelijke negatieve effecten zoveel mogelijk vermeden worden en zelfs positieve effecten beoogd worden. CONCLUSIE Het geheel van het voorgenomen BPA ter herziening van het bestaande betekent dan ook eerder een verbetering van de globale milieu- en functionele kwaliteiten van het plangebied. Er worden dan ook geen significante milieueffecten verwacht. Gezien deze conclusies wordt er bijgevolg een ontheffing van de opmaak van een plan-MER gevraagd.

x x x

Documents

site ex-Catala - Huizingen herziening BPA industriezone 'Heideveld