23
Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 1 Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden AmbraSoft Schoolpakket 11-12

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

  • Upload
    dangthu

  • View
    226

  • Download
    6

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 1

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

AmbraSoft

Schoolpakket 11-12

Page 2: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 2

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Inhoudsopgave Spelwerk Op Maat – Luisterwoorden blz. 3 Workflow Luisterwoorden blz. 4 Werken met de module Luisterwoorden blz. 5

Begintoets blz. 6

Instructie blz. 7

Opdracht 1: Geluidenquiz blz. 9

Opdracht 2: Knippen en plakken blz. 10

Opdracht 3: De grote plaat blz. 11

Opdracht 4: Het verhaal blz. 12

Opdracht 5: Het juiste woord blz. 13

Werkblad blz. 14

Eindtoets blz. 15

Van Dale: Woordenboek en Taalquiz blz. 16 Bijlage 1: Woordpakketten blz. 19 Bijlage 2: Begin- en eindtoetsen Luisterwoorden blz. 22

Page 3: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 3

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

De module “Luisterwoorden” maakt deel uit van het onderdeel “Spelwerk Op Maat” binnen het vakgebied Taal van Schoolpakket 1112. Spelwerk Op Maat behandelt middels een viertal bekende spellingstrategieën een kleine 1.000 woorden. Een begintoets bepaalt het niveau van de leerling, via uitleg en instructie komt de leerling bij de oefenstof, het papieren werkblad biedt extra leermateriaal en de eindtoets controleert of de leerling de stof voldoende tot zich heeft genomen. De didactiek bij de module “Luisterwoorden” is gebaseerd op de auditieve strategie rondom de klankclusters. Van belang is dat de leerling op basis van auditieve informatie (de ‘klankvorm’ van het woord) vast kan stellen dat het hier om een speciaal geval gaat en dat hij terug kan vallen op de bijbehorende vaste lettercombinatie. De schrijfwijze van deze woorden wordt vooral aangeleerd in groep 3 en 4. Veel leerlingen hebben hier in hogere groepen nog problemen mee. Dit deel van Spelwerk Op Maat richt zich dan ook op leerlingen van (begin) groep 5. Klankclusterstrategie Het uiteindelijke doel van de opdrachten in deze categorie is om de leerling aan te leren dat bepaalde klankcombinaties in woorden altijd hetzelfde worden geschreven, onafhankelijk van de klankomgeving. Er moet veel aandacht uitgaan naar het auditieve aspect van deze klankclusters… de leerling moet de klank auditief herkennen en dan weten dat je deze klank altijd op dezelfde manier schrijft: (als voorbeeld) de klank “aai” schrijf je in “kraai”, maar ook net zo in “haai” of “draaien”. Categorieën

1. Nk De woorden met een “ng” klank (zoals in “bang”) zijn relatief eenvoudig te schrijven. De “nk” klank kan je op een dwaalspoor brengen. Je hoort “ngk”, maar schrijft “nk” (zoals in “bank”).

2. Eer/oor/eur De “eu”/ “ee” / “oo”-klank klinkt anders dan in woorden als “been”, “boos” en “deuk”. Dat komt door de fopletter “r”, die houdt je voor de gek. Toch schrijf je ook hier de “eu”, “oo” en “ee”.

3. Aai/ooi/oei Deze klank schrijf je altijd op deze manier. De leerling moet de klank zien te herkennen en ‘m dan gewoon foutloos opschrijven.

4. Eeuw/ieuw/uw Deze klank schrijf je altijd op deze manier. De leerling moet de klank zien te herkennen en ‘m dan gewoon foutloos opschrijven.

Een compleet overzicht van de gebruikte woorden binnen deze module vindt u terug in bijlage 1. Workflow Luisterwoorden Er zijn vier categorieën en deze worden afzonderlijk van elkaar aangeboden. De leerling is dus telkens bezig met één categorie. De categorie begint altijd met een toets (begintoets). Bij een voldoende resultaat gaat de leerling direct door naar de volgende categorie. Bij een onvoldoende resultaat wordt er geoefend met de opdrachten, behorende bij deze categorie. De eindtoets bepaalt dan of de leerling door kan gaan naar de volgende categorie, of dat er nog verder geoefend dient te worden. Op de volgende pagina is deze workflow schematisch weergegeven.

Page 4: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 4

Opmerkingen bij deze workflow: Begintoets 10 zinnen. Geslaagd bij een 80% score.

Instructie Uitleg van “meester Ben”, met gerichte oefenstof. De uitleg kan desgewenst meerdere keren gevolgd worden.

Opdracht 1-5 Een vijftal opdrachten, in volgorde af te handelen. De opdrachten kunnen desgewenst meerdere keren gemaakt worden.

1. Geluidenquiz Luisteren 2. Knippen en plakken Luisteren, rubriceren 3. De grote plaat Luisteren 4. Het verhaal Luisteren en typen 5. Het juiste woord Luisteren en typen

Werkblad (optioneel) Tijdens het werken met deze module kan een leerling een werkblad printen. Deze levert extra oefenstof op bij de actieve categorie.

Eindtoets 10 zinnen. Geslaagd bij een 80% score. Bij een onvoldoende resultaat kan de leerling nog extra oefenen en de toets nogmaals maken.

Eindspel Na het afronden van de laatste categorie kan de leerling te allen tijde de Van Dale Taalquiz spelen. De behandelde woorden van de gehele module komen hier dan nog eens aan bod.

Page 5: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 5

Werken met de module Luisterwoorden

Start het Schoolpakket. 1. Selecteer de juiste groep. 2. Kies het tabblad “Taal”. 3. Klik op de knop

“Luisterwoorden” binnen het domein van “Spelwerk Op Maat”.

Er wordt nu een verbinding gemaakt met de online-werkomgeving van het Schoolpakket.

U bevindt zich nu in het menuscherm van de module ”Luisterwoorden”. 1. Selecteer aan de linkerkant de naam van de leerling. In ons voorbeeld is dat “Rody”. 2. Boven de lijst met namen van uw leerlingen ziet u de knop “leerkracht” staan. Deze knop stelt u

in staat om alle opdrachten in een eigen volgorde te spelen. Ideaal voor gebruik op het digibord, om zodoende de oefenstof met de leerlingen door te nemen.

3. Aan de rechterkant van het scherm staan de te spelen opdrachten klaar. Rody volgt nu eerst de “instructie” en kan daarna een nieuwe opdracht gaan maken. Eerder gemaakte opdrachten kunnen altijd nog eens gemaakt worden.

Page 6: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 6

4. Linksonder ziet u de voortgang binnen de categorieën van deze module. Rody zit in categorie 1: woorden met –nk en –ng.

5. Rechtsonder ziet u de voortgang binnen de actieve categorie. Rody heeft de begintoets onvoldoende gemaakt en kan nu werken met de uitleg (= instructie) en met de opdrachten. De eindtoets is nog niet beschikbaar, deze kan pas gemaakt worden als al deze opdrachten met een voldoende resultaat afgerond zijn.

6. In de taakbalk bevinden zich één of meerdere knoppen. Geheel rechts bevindt zich altijd de “Help-knop”, met toegang tot een gerichte uitleg. Daarvoor kunt u de “Print-knop” tegenkomen, voor het maken van een werkblad. En als een leerling in het eindspel zit, wordt de “Topscore-knop” toegevoegd aan de taakbalk.

Begintoets

Een begintoets bepaalt het niveau van de leerling. Er moeten tien woorden getypt worden. Bij een score van 80% of meer gaan we er van uit dat de leerling het getoetste spellingprobleem voldoende beheerst en hoeft er niet verder geoefend te worden. De leerling gaat dan direct door naar de volgende categorie. Bij een score van minder dan 80% gaan we er van uit dat de leerilng extra oefenstof nodig heeft. Na het afsluiten van de begintoets staat deze oefenstof dan ook direct klaar. De toets werkt als volgt:

Selecteer in het menuscherm je naam en klik op de knop “Begintoets”. Na een inleidend praatje komt de leerling terecht in bovenstaand scherm.

De toets bevat 10 zinnen. Zie bijlage 2 voor een inhoudelijke beschrijving van de toets. 1. Selecteer een kaartje.

a. Klik op een van de kaartjes. Dit kaartje verdwijnt en komt tevoorschijn op het panel onder de tien plaatjes.

b. Bij dit plaatje moet de leerling het juiste woord typen. Klik op de luidspreker onder het plaatje om het dicteewoord nogmaals te beluisteren.

2. Typ hier het woord in en druk op Enter.

Page 7: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 7

3. Het dicteewoord wordt altijd aangeboden i.c.m. met een zin. De zin kan nogmaals beluisterd worden. Klik dan op de luidspreker voor de zin.

4. Een getypt woord komt weer op een kaartje bovenin het scherm te staan. De leerling kan een nieuw kaartje uitzoeken, of het eerder gemaakte kaartje nog eens aanklikken. Op die manier kan de leerling een geconstateerde fout zelf nog even verbeteren.

Als alle woorden getypt zijn, kan de leerling altijd nog een of meerdere woorden verbeteren. Klik uiteindelijk op de knop “Nakijken”. De toets wordt dan nagekeken en de leerling krijgt het resultaat direct te horen.

Instructie

Na het behalen van een onvoldoende resultaat bij de begintoets is het dus wenselijk dat de leerling eerst tekst en uitleg krijgt bij dit specifieke spellingprobleem. Dat gebeurt in de opdracht “Instructie”. Deze instructie wordt gegeven door “meester Ben”. In een drietal rondes worden telkens vijf woorden aangeboden, waarbij meester Ben vertelt waar hier het specifieke spellingprobleem zit en hoe je hier mee om moet gaan.

1. De instructie van meester Ben verschijnt op het scherm, maar wordt ook uitgesproken. Herhaal de instructie door op de luidspreker te klikken.

2. Bovenaan zien we de vijf te behandelen woorden. In het voorbeeld heeft Rody al bij drie woorden het woord correct ingevoerd en is nu bezig met het woord “slang”. Klik op de luidspreker om dit woord nogmaals te beluisteren.

3. Typ het woord zonder fouten in. De leerling krijgt direct hulp tijdens het typen. a. Puntjes in het invoervak laten zien hoeveel letters er nog getypt moeten worden. b. Je kunt alleen maar letters invoeren die ook in het woord zitten. c. Een correcte letter, maar op een verkeerde positie, wordt direct gemarkeerd en kan

verbeterd worden. d. De letters staan ook in knopjes onder de zin. Klik op de knopjes om het woord te

maken.

Page 8: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 8

De gehele instructie is zo opgezet, dat de leerling eigenlijk geen fouten kan maken. Hierdoor wordt de focus direct goed gericht op het te behandelen spellingprobleem en heeft de leerling – na het maken van een onvoldoende begintoets – gelijk al één opdracht goed afgerond. Na het afronden van de opdracht “Instructie” kan de leerling doorgaan met de volgende opdracht. De instructie is echter altijd nog steeds beschikbaar en kan op ieder gewenst moment nog eens beluisterd en beoefend worden.

Page 9: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 9

Opdracht 1: Geluidenquiz

Het goed luisteren naar woorden staat centraal in deze opdracht. Welke klank herken je? En hoe schrijf je dan die klank?

1. Meester Ben geeft een instructie, stelt de vraag. 2. Op het digibord zien we een plaatje van een “hoormannetje”. Gewoon goed luisteren dus!

Klik op de luidspreker om het woord nogmaals te beluisteren. 3. Maak een keuze op het stemkastje en klik op de juiste knop.

Bij een fout antwoord dien je nog eens goed te luisteren naar het woord. Bij een goed antwoord verdwijnt het plaatje van het hoormannetje en komt de afbeelding bij het beluisterde woord tevoorschijn.

Page 10: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 10

Opdracht 2: Knippen en plakken

Een sorteeropdracht, waarbij het luisteren naar het woord, het luisteren naar de zin waarin dit woord wordt gebruikt en het bekijken van het woordbeeld belangrijk zijn.

1. Tom en Tamira moeten ieder hun collage vol zien te krijgen. 2. Klik op het kaartje in het midden van het scherm. Dit kaartje kan een afbeelding bevatten, of

een woord. Houd de muisknop ingedrukt en sleep het plaatje naar de juiste collage. Tijdens het aanklikken en het slepen wordt de zin uitgesproken, met daarna een duidelijke herhaling van het te plaatsen woord.

3. Laat de afbeelding of het woord los boven de juiste collage. Bij een goed antwoord blijft dit kaartje dan op deze collage zitten, bij een fout antwoord springt het kaartje terug naar het midden van het scherm. Eenmaal geplaatste kaartjes kunnen binnen de collage nog verplaatst worden.

Page 11: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 11

Opdracht 3: De grote plaat

Wederom een goede luisteropdracht. Luister goed en klik op de afbeelding die bij het woord past.

1. Luister naar de zin. Daarna wordt het te zoeken woord nog eens duidelijk herhaald. Bij de eerste opdracht hoor je de zin en het woord direct, bij alle overige opdrachten klik je eerst zelf op de knop met de grote luidspreker.

2. Ga met de muis over de afbeelding die je zoekt. Die wordt dan geaccentueerd. Klik er op. Bij een goed antwoord ga je door naar het volgende woord en kan je deze afbeelding niet meer aanklikken.

Na het aanklikken van de juiste afbeelding wordt het woord nog eens herhaald en wordt dit woord ook in het vak onder de afbeeldingen getoond. Je hoort het woord veelvuldig en uiteindelijk zie je ook hoe het geschreven moet worden.

Page 12: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 12

Opdracht 4: Het verhaal

In de vorige opdrachten lag de nadruk vooral op het luisteren naar en het herkennen van het woord. In deze opdracht speelt dat ook nog wel een rol, maar dient de leerling het woord wel zelfstandig in te typen. Uiteraard is er hulp aanwezig.

1. Luister naar de zin. Deze kan je nog eens uit laten spreken. Typ dan het woord in wat nog eens apart wordt uitgesproken. Dat intypen kan je rechtstreeks doen in het invoervak. Als je gekozen hebt voor hulp bij het typen, staan de te gebruiken letters direct al voor je klaar. Net als bij instructie. Als je een fout maakt bij het typen, dan staan sowieso deze letters daarna direct voor je klaar. Het typen van het woord moet dan ook weinig problemen op gaan leveren.

2. De goedgekeurde zinnen worden in het midden van het scherm onder elkaar geplaatst. Deze (20) zinnen vormen uiteindelijk een verhaaltje.

3. Dit verhaaltje wordt ook in een zestal afbeeldingen uitgebeeld. Na een bepaald aantal zinnen komt telkens een nieuwe afbeelding tevoorschijn.

Page 13: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 13

Opdracht 5: Het juiste woord

Luisteren én het woord typen! Luister goed naar het woord, herken de klank en typ deze dan ook zonder fouten in.

1. Luister eerst naar het woord en klik dan op het bord waar je de afbeelding van dit woord ziet. Als je het goede bord gekozen hebt, wordt dit bord groen gekleurd en verschijnt er een luidsprekertje op dit bord. Klik op de luidspreker om dit woord nogmaals te horen.

2. Typ het woord in de zin. Waar nodig krijg je hulp, in de vorm van puntjes en knoppen waar de letters op staan.

3. De te gebruiken woorden zie je ook aan de rechterkant van het scherm staan. Woorden die je al gedaan hebt, worden wat minder zichtbaar gemaakt.

Page 14: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 14

Werkblad

Tijdens het werken met de opdrachten kan een leerling een werkblad afdrukken. Dit werkblad bevat extra oefenstof bij de categorie waarmee de leering bezig is. 1. Klik vanuit het menuscherm op de

printbutton rechtsonder in de taakbalk. 2. Bepaal of er ook een antwoordblad

geprint moet worden. 3. Klik op OK om te printen.

Het werkblad wordt online samengesteld en dan naar uw printer gestuurd. Dit kan even duren. Het werkblad is een papieren uitvoering van de opdracht “Het verhaal”. Laat het werkblad dan ook bij voorkeur pas maken als de leerling de opdracht in het programma gemaakt heeft. 4. Schrijf het juiste woord eerst voor de zin. 5. Schrijf het woord dan nogmaals op, nu in

de zin. 6. Kies bij welke zin de afbeelding hoort en

kleur dan nog de plaatjes.

Page 15: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 15

Eindtoets

In onze rondgang door de module Luisterwoorden heeft Rody nu alle opdrachten met een goed resultaat afgerond. Hij kan een of meerdere opdrachten nog eens spelen, maar kan ook doorgaan naar de volgende opdracht; de eindtoets. De werking van de eindtoets is gelijk aan die van de begintoets. Deze wordt dan ook hier niet meer afzonderlijk besproken.

1. Klik op de knop “Eindtoets” en maak de toets. 2. Bij een goed resultaat schuift Rody door naar de volgende categorie en maakt daar een

nieuwe begintoets. Bij een onvoldoende resultaat kan Rody nog eens oefenen met de eerder gemaakte opdrachten, om daarna de eindtoets nogmaals te maken.

De eindtoets rondt dus het werken aan een bepaalde categorie af. Stap voor stap ga je op deze manier door de vier aanwezige categorieën heen. De ene keer heel snel, na het behalen van een goed resultaat bij de begintoets. De andere keer wat langzamer, omdat je alle opdrachten moest gaan maken na het behalen van een onvoldoende resultaat bij de begintoets.

Page 16: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 16

Van Dale: Woordenboek en Taalquiz De gebruikte woorden in deze module (zie bijlage 1) worden aangeboden i.c.m. met:

een afbeelding, waarin het woord grafisch wordt uitgebeeld.

spraak: in ieder geval door de computer gegenereerde spraak, maar waar nodig ook ingesproken (in ieder geval bij de woorden die in een toets gebruikt worden).

een zin, waarin het woord in de juiste context geplaatst wordt.

een woordenboekomschrijving van Van Dale. De diverse taalmodules van het Schoolpakket maken gebruik van de digitale woordenboeken van Van Dale. In het programma Spelwerk Op Maat maken we gebruik van de Juniorversie van dit woordenboek. Deze versie laat namelijk in de omschrijving – waar mogelijk – het woord zien, zodat het woord ook dan weer in een goede context geplaatst wordt. De leerlingen oefenen dus niet alleen met de spelling van het woord, maar vergroten ook direct hun woordenschat. De koppeling met het Van Dale Junior-woordenboek vindt u op twee manieren terug in het programma:

1. Woordenboek 2. Van Dale Taalquiz

Woordenboek Het woordenboek vindt u terug in alle opdrachten, met uitzondering van de begin- en eindtoetsen. Het woordenboek staat altijd klaar, met informatie bij het actieve woord in de opdracht. Stel dat de leerling het woord “bank” moet typen, of moet zoeken in een serie van plaatjes… het woordenboek zal dan informatie tonen bij het woord “bank”. Gebruik het woordenboek om je woordenschat te vergroten, maar ook om het gevraagde woord in de opdracht te kunnen achterhalen en naar de schrijfwijze van dit woord te kunnen kijken.

1. Klik in de taakbalk op de knop voor het woordenboek. Deze bevindt zich links van de HOM-knop (Hulp Op Maat, met gerichte uitleg bij de actieve opdracht). Een nieuw scherm

Page 17: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 17

verschijnt. Dit scherm valt over de opdracht heen. De opdracht is dan tijdelijk niet beschikbaar.

2. Bovenin het scherm van het woordenboek vindt u de elementen bij het woord zoals u deze ook in de opdracht tegen kunt komen: afbeelding, woord (met lidwoord) en een voorbeeldzin. Klik op de luidspreker om het woord te laten uitspreken.

3. Het woord kan een of meerdere betekenissen hebben. De eerste betekenis past het best bij onze afbeelding en voorbeeldzin. In de tweede betekenis leert de leerling dat het woord ook op een andere manier toegepast kan worden.

4. Klik op de OK-knop om dit scherm weer te verlaten. De leerling kan dan weer verder werken met de opdracht en zal (in ons voorbeeld) daar dan dus iets moeten doen met het woord “bank”.

Van Dale Taalquiz Na het doorlopen van alle categorieën, kan de leerling altijd in deze module het “eindspel “ spelen. Door de gehele oefenstof van Spelwerk Op Maat hebben we gekozen voor de “Van Dale Taalquiz”; een spel waarin we woorden pakken uit alle behandelde categorieën en waarbij de leerling nu op zoek gaat naar de betekenis van het woord.

In het menuscherm ziet de leerling de volgende onderdelen:

1. Linksonder zie je dat je alle categorieën met een goed resultaat doorlopen hebt. Je bent nu bij de categorie “eindspel”.

2. Klik op de knop “Van Dale Taalquiz” om de quiz te kunnen spelen. 3. In de quiz kan je sterren verdienen. Hoe meer sterren, hoe beter je de quiz(zen) gespeeld

hebt. Hier zie je hoeveel sterren je in totaal al verdiend hebt. 4. Wil je eens inzien hoe jouw klasgenootjes gepresteerd hebben? Klik dan op de knop voor de

topscorelijst.

Page 18: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 18

De quiz werkt als volgt:

1. Tom en Tamira kijken naar een panel, waarop een zin staat. Dit is de Van Dale omschrijving van het woord. In deze zin is het woord weggelaten. Welk woord past nu bij deze omschrijving?

2. Het gaat in dit voorbeeld om het woord “spreeuw”. Klik op dit plaatje. De zin wordt dan verder afgemaakt, op de plaats van het vraagteken verschijnt de spreeuw en het kaartje van de spreeuw verandert in een ster.

3. Hier zie je al wat sterren staan. Deze woorden had je dus goed. 4. Bij een fout antwoord verschijnt een kruis. Dit woord verdwijnt dan ook en kan je niet meer

spelen. Het kan dus nooit meer een ster worden. Je haalt dus minimaal 1 ster en maximaal 20 sterren per quiz. Deze worden bij jouw totaal aantal sterren opgeteld. Sommige omschrijvingen zijn best wel lastig en vragen wel wat denkwerk. Logisch dat er dan wel eens een foutje gemaakt wordt. Na iedere fout tonen we dan ook direct het juiste antwoord, zodat je op die manier altijd maar één ster verspeeld hebt.

Page 19: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 19

Bijlage 1: woordpakketten Categorie 1: woorden met nk Pakket 1: woorden met nk 19 woorden flink slank stank bank dank drank klank links pink plank enkel winkel anker donker dronk klinkt denken dankbaar winkelier Aanvullend bij pakket 1: woorden met ng 19 woorden slang streng angst bang ding eng gang jong kring lang langs ring stang sprong tang tong wang jongen springen

Categorie 2: woorden met eer, oor en eur Pakket 2: woorden met eer 12 woorden beer heer keer eerst leer meer neer peer Speer veer meer zeer Aanvullend bij pakket 2: woorden met i 16 woorden wit tik pit wip lik kin vis dik gil mis lip sip pil kip big min Pakket 3: woorden met oor 11 woorden boor door koor poort oor spoor voor soort woord oorlog koorts Aanvullend bij pakket 3: woorden met o 20 woorden som pot mol bok tol hok pop sop sok rol rok dop bos wol kop kom vos kok ton bot Pakket 4: woorden met eur 7 woorden kleur deur geur beurt scheur zeur beurs Aanvullend bij pakket 4: woorden met u 12 woorden zus bus rug kus gum lus hut juf

Page 20: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 20

dun mug put mus

Categorie 3: woorden met aai, ooi en oei Pakket 5: woorden met aai 17 woorden fraai haai kraai saai taai draai lawaai maai maaien aaien haaien kraaien waai graai papegaai waaien aai Aanvullend bij pakket 5: woorden met aa 19 woorden haas kaas aap baan haak haan haar kaal laag laan maag maan naam paal paar raak raam raar baas Pakket 6: woorden met ooi 13 woorden dooi fooi hooi kooi nooit plooi gooi mooi strooien toernooi gooien kooien strooi Aanvullend bij pakket 6: woorden met oo 16 woorden kool oom rook boog noot boon boos boom doos boot poot roos hoog doof oog hoop Pakket 7: woorden met oei 12 woorden oei groei foei roei loei stoei loeien roeien stoeien koeien moeite moeilijk Aanvullend bij pakket 7: woorden met oe 12 woorden boef poes voet soep zoen boer doel hoek koe koek moe boek

Categorie 4: woorden met eeuw, ieuw en uw Pakket 8: woorden met eeuw 11 woorden eeuw leeuw meeuw schreeuw sneeuw spreeuw eeuwig schreeuwen geeuwen leeuw meeuw Aanvullend bij pakket 8: woorden met ee 16 woorden beef fee veel zee

Page 21: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 21

zeep zeef been deeg deel geel geen heet keel leeg mee meel nee peen reep teen Pakket 9: woorden met ieuw 8 woorden kieuw nieuw nieuws benieuwen opnieuw nieuwsgierig vernieuwen Aanvullend bij pakket 9: woorden met ie 16 woorden lief dief vier riet bier biet diep dier hiel kier kies mier riem tien wiel wieg Pakket 10: woorden met uw 11 woorden duw ruw schuw uw sluw schaduw weduwe waarschuwen afschuwelijk huwelijk zenuwen Aanvullend bij pakket 10: woorden met uu 9 woorden ruzie muziek brutaal publiek duur vuur huur zuur muur

Page 22: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 22

Bijlage 2: Begin- en eindtoetsen Luisterwoorden Begintoets –ng (5) en –nk (5)

1. plank Op de plank staan al mijn boeken. 2. bank Ik zit lekker op de bank. 3. pink Ik draag een ring aan mijn pink. 4. drank Limonade is een lekkere drank. 5. stank Er komt een vieze stank uit de emmer. 6. slang Die slang is giftig. 7. tong Piet steekt zijn tong uit naar de juf. 8. kring We zitten in de kring in de klas. 9. gang Mijn jas hangt in de gang. 10. bang Ik ben bang voor spoken.

Eindtoets –ng (5) en –nk (5)

11. slank De zangeres is mooi slank. 12. flink Mijn broertje was heel flink toen hij een prik kreeg. 13. klank De gitaar heeft een mooie klank. 14. dank De dank van de arme man is groot. 15. links Jeroen zit links van mij. 16. wang Mijn wang is helemaal dik, omdat ik kiespijn heb. 17. jong Mijn oma ziet er nog erg jong uit. 18. tang Papa trekt met de tang de spijker uit de muur. 19. lang Deze rok is erg lang. 20. eng Ik hoor een eng geluid.

Begintoets -eer (3), - i (1).- oor (2), -o (1) - eur (2), - u (1)

1. beer De beer zit in zijn hol. 2. veer Er ligt een veer van de duif in de tuin. 3. zeer Ik ben gevallen en nu doet mijn arm zeer. 4. kip Een kip legt een ei. 5. door Ik ga door de deur naar binnen. 6. voor De auto staat voor het huis. 7. kok De kok maakt lekkere soep. 8. geur Ik ruik de geur van pannenkoeken in de keuken. 9. kleur De kleur van mijn trui is rood. 10. mug De mug steekt in mijn arm.

Eindtoets -eer (3), - i (1).- oor (2), -o (1) - eur (2), - u (1)

11. heer Je ziet eruit als een heer in dat pak. 12. weer Het is lekker weer vandaag. 13. peer Ik schil de peer en eet hem op. 14. gil Het kind geeft een harde gil. 15. boor Met de boor maakt papa een gaatje in de muur. 16. oor De vrouw heeft mooie ringen in haar oor. 17. pop Mijn zusje speelt met de pop. 18. deur Naast de deur zit de bel. 19. kleur De kleur van mijn trui is rood. 20. kus Ik geef mama een kus als ik ga slapen.

Page 23: Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden

Spelwerk Op Maat - Luisterwoorden 23

Begintoets - aai (3), - aa (1), - ooi (2), - oo (1), - oei (2), - oe (1) 1. kraai De kraai zit in de hoge boom. 2. saai De film is erg saai. 3. haai In de zee zwemt een grote haai. 4. haas De haas rent heel hard. 5. hooi In de winter eten de koeien veel hooi. 6. kooi De vogel zit in de kooi. 7. roos De roos staat in een vaas. 8. roei Ik roei naar de overkant van het meer. 9. foei Foei!! Wat zit jij te knoeien! 10. boer De boer werkt op het land.

Eindtoets - aai (3), - aa (1), - ooi (2), - oo (1), - oei (2), - oe (1)

11. taai Het vlees is erg taai. 12. fraai De bruid ziet er fraai uit. 13. aai Tom geeft Robbie een aai over zijn rug. 14. maan De maan schijnt als het donker is. 15. fooi Papa geeft een fooi aan de ober. 16. dooi De dooi is vandaag ingevallen. 17. boot De boot vaart op zee. 18. koeien De koeien staan in de wei. 19. moeilijk Eelco vindt deze sommen heel moeilijk. 20. soep De soep is heet.

Begintoets - eeuw (3), - ee (1), - ieuw (2), - ie (1), - uw (2), - uu (1) 1. leeuw De leeuw is de koning van de dieren. 2. sneeuw Er ligt een dikke laag sneeuw op het dak. 3. meeuw De meeuw vliegt boven het water. 4. peen Het paard eet een peen. 5. kieuw De vis ademt door zijn kieuw. 6. nieuw Dit boek is nieuw. 7. mier De mier werkt hard. 8. duw Ik krijg een duw in mijn rug. 9. ruw De tong van de kat is ruw. 10. vuur Het vuur is lekker warm.

Eindtoets - eeuw (3), - ee (1), - ieuw (2), - ie (1), - uw (2), - uu (1)

11. spreeuw De spreeuw zit in de boom. 12. meeuwen De meeuwen vliegen boven het water. 13. leeuwen De leeuwen liggen lekker in het zonnetje. 14. geel De bloem is geel. 15. nieuws Ik luister naar het nieuws op de radio. 16. kieuw De vis ademt door zijn kieuw. 17. dier Een kat is een lief dier. 18. sluw Een vos is een sluw dier. 19. schaduw Als het warm is, gaat Joost in de schaduw zitten. 20. duur De auto is heel duur.