8
Op het leukste pad In dit nummer Sporttechnische bijdrage voor medewerkers Editie 2/2015 Samenstelling: Danny Frederix Bijlage tijdschrift Sportief van de Gezinssportfederatie vzw, Troonstraat 125, 1050 Brussel – voor medewerkers

Sporttechnische bijdrage voor medewerkers

  • Upload
    kasper

  • View
    220

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Editie 2/2015

Citation preview

Op het leukste padIn dit nummer

Sporttechnische bijdrage voor medewerkers Editie 2/2015

Samenstelling: Danny FrederixBijlage tijdschrift Sportief van de Gezinssportfederatie vzw, Troonstraat 125, 1050 Brussel – voor medewerkers

Het begeleiden van de oefeningen tijdens deze wandeling (aan de hand van een rugzak met oefenfiches en oefenmateriaal) wordt door de bewegingscoaches begeleid.

Bij slecht weer wordt er een memoriespel met beweegopdrachten als alternatief door de bewegingscoaches aangereikt. Gelieve hiervoor een vrije hoek in de zaal te voorzien. Deelnemers aan Op het LEUKSte pad, ontvangen per gezin één memoriespel met beweegopdrachten.

Bij het uitstippelen van de wandeltocht van 2 km kan men gebruik maken van de eigen kennis van de omgeving, een lokaal wandelnetwerk, www.fietsnet.be of een beschikbare wandeling in de gemeente

(ga hiervoor even langs bij de sportdienst). Let op dat er gebruik wordt gemaakt van toegankelijke paden (buggy’s, rolstoelgebruikers). Ook rekening houden met de veiligheid tijdens de wandeltocht (vb.

vermijden van het (lang) wandelen langs grote wegen, veilige oversteekplaatsen,…).

Tijdens deze wandeling gaan de deelnemers op zoek naar de vijf eitjes van de kip Paulette (die je op voorhand hebt opgehan-gen). Deze eitjes die je in de rugzak kan terugvinden, bevatten elk één letter van het woord LEUKS (afkorting voor Lenigheid, Evenwicht, Uithouding, Kracht en Snelheid). Wanneer er een eitje gevonden wordt tijdens de wandeling, wordt een bijhorende oefening uitgevoerd. Voorbeeldoefeningen zijn op de oefeningenfiches in de rugzak terug te vinden. Ook bijhorend materiaal is in deze rugzak terug te vinden. Deze oefeningen zijn geschikt voor kinderen en volwassenen en hebben als doel het stimuleren van gezinnen in beweging. Hierbij kan je de oefeningen best aanpassen naargelang de groep, het parcours en de weersom-standigheden. Zo gebruik je bij veel wind bijvoorbeeld een bal in plaats van een ballon. Voor de ouders worden er eveneens stappentellers uitgedeeld, hiervoor verwijzen we naar de info hiernaast.

Op het leukste pad

Op het LEUKSte pad is ontstaan op de gezonde ontbijten van de afdelingen van de Gezinsbond. Op het LEUKSte pad bestaat uit een begeleide gezinswandeling van 2 km op toegankelijke paden (buggy’s, rolstoelgebruikers) met een aantal bewegingstussendoortjes.

2

3

Voor je op pad gaat, zorg je voor volgende zaken

• Je wandelt of fietst op voorhand (de dag van het ontbijt zelf, op het tijdstip dat het ontbijt begint) de tocht die de afdeling voorziet.

• Tijdens het afleggen van deze tocht hang je op 5 stopplaatsen de eieren met letters ‘L’, ‘E’, ‘U’, ‘K’ en ‘S’ in willekeurige volgorde op. Zorg hierbij dat de letters minstens 300 meter van elkaar hangen en op een niet te duidelijke plaats zodat het voor de kinderen een extra attractief element is.

• Onderweg bekijk je welke 5 oefeningen, één uit elke groep (‘L’, ‘E’, ‘U’, ‘K’ en ‘S’), geschikt zijn voor de route. Hierbij staat de L voor lenigheid, de E voor evenwicht, de U voor uithouding, de K voor kracht en de S voor snelheid. Aangezien je voor elke letter drie fiches in je rugzak hebt die elk geschikt zijn voor één specifieke omgeving of doel (beperkte plaats, veel plaats en een competitieoefening), kan je steeds één van deze drie fiches uitkiezen die het meest past bij de omgeving/je publiek.

• Stel de stappentellers in: de helft voor mannen (staplengte 80 cm), de helft voor vrouwen (staplengte 70 cm).

Wanneer je klaar bent om met de deelnemers te vertrekken, verzamel je volgende zaken:

• De route: deel uit indien mogelijk, deelnemers kunnen deze nadien nog eens herhalen.• Een gsm.• Je rugzak met fiches en materiaal nodig voor de oefeningen op de fiches.• Noodnummer van de plaatselijke afdeling (bij onduidelijkheden in de wandelroute of indien er zich onderweg een specifiek

probleem voordoet (vb. iemand heeft zijn voet stevig omgeslagen). Bij een ernstiger ongeval, neem je uiteraard contact op met 112.

Dan verzamel je de deelnemers buiten thv. de vertrekplaats, je vertelt hen het volgende:

• De kip, Paulette, is haar eieren allemaal kwijt geraakt en die gaan we zoeken. Iedereen moet daarom goed helpen zoeken tijdens de wandeling.

• Wanneer de deelnemers een ei vinden, mogen ze een bijhorende opdracht uitvoeren. Lukt dit, dan krijgt de kip het ei terug.

• Er worden ook vrijwilligers (volwassenen!) gevraagd die een stappenteller willen aandoen. Je geeft deze ingesteld voor vrouwen aan volwassen vrouwen, deze voor mannen aan volwassen mannen.

• Vraag de ouders hierna om mee hun verantwoordelijkheid op te nemen voor hun kinderen tijdens de wandeling op de openbare weg.

Na dit verhaal vertrek je samen op tocht en voer je de bijhorende opdrachten uit. Zorg er steeds voor dat er één bewegingscoach vooraan loopt en één achteraan. Probeer waar mogelijk in te spelen op het ‘gezamenlijk’ aspect (bij-voorbeeld samen uitvoeren van oefeningen door (groot)ouder en (klein)kind). Lukt de opdracht of doen de mensen goed hun best, dan heeft de groep het ei verdiend. Lukt het niet en heb je voldoende tijd, dan kan je een herkansing geven om hen toch het ei te kunnen geven.

Na afloop:

• Sluit je af met een applaus voor elk ei dat ze verzameld hebben.• Laat je de deelnemers raden welk woord ze kunnen vormen met de gevonden letters. Leg uit dat ze iets ‘LEUKS’ gedaan

hebben, wat dat inhoudt (Lenigheid, Evenwicht, Uithouding, Kracht en Snelheid, zie hieronder) en dat ze dit gerust zelf kunnen doen bij hun thuis.

• Vertel je wat meer over de beroemde ’10 000 stappen’:

10 000 STAPPEN

In de rugzak zitten twee stappentellers. Deze zijn ingesteld voor een man (sticker) en een vrouw (geen sticker). Aan het begin van de wandeling vraag je twee vrijwilligers (man en vrouw) om deze stappen-tellers te dragen tijdens de wandeling. Wanneer je onderweg aan het eitje met de letter U komt, kan

je al even kijken hoeveel stappen er gezet werden. Kinderen moeten een uur bewegen per dag. Voor kinderen gelden andere waarden (afhankelijk van geslacht en leeftijd). Geef daarom de stappentellers enkel aan volwassenen! De stappentellers kunnen tijdens het wandelen in slaapstand gaan. Druk op een knop en verkrijg opnieuw de stappenweergave. Hieronder de info die je na de wandeling aan de deelnemers kan toelichten.

Uit onderzoek blijkt dat 10 000 stappen per dag voor volwassenen en 8 000 stappen per dag voor 65-plussers de gezondheid fundamenteel verbetert. Gemiddeld zet je ongeveer 6 000 stappen per dag (voor een volwassene maar 4 000 minder dan het streefdoel). Door slechts een half uurtje te bewegen per dag, haal je deze 4 000 extra stappen en kan je dus je gezondheid verbeteren.

De wandeling ‘Op het LEUKSte pad’ zal ongeveer een uur duren (afhankelijk van de groepsgrootte). Tijdens dit uur zal je niet aan de extra 4000 stappen komen omwille van de oefeningen tussendoor. Ook deze oefeningen zijn belangrijk voor jong en oud. De deelnemers krijgen met de stappentellers een idee hoeveel stappen 2km opleveren. Tip: haal de stappentellers uit de rugzak wanneer je de eitjes gaat ophangen (zo niet zijn er al een aantal stappen op voorhand geregistreerd !).

CHECKLIST VERKEERSVEILIGHEID

• Ik heb de aankomende tocht voldoende verkend met aandacht voor de verkeersveiligheid• Ik heb mee: fluovestje voor alle begeleiders, een opgeladen GSM, het GSM-nummer van de lokale verantwoordelijke, een basis aan EHBO-materiaal.• Ik beheers de verkeersregels• Als er geen voetpad, fietspad of berm is laat ik mijn groep links achter elkaar op de rijbaan lopen. Op rustige kleinere stra-

ten verkies ik om mijn groep (met mijn begeleiding) per twee rechts (of links achter mekaar!) op de rijbaan te laten lopen waarbij het verkeer de groep steeds voorbij kan.

• Een zebrapad op minder dan 30 meter afstand moet ik verplicht gebruiken. Als overstekende voetgangers hebben we voorrang, maar toch moeten we dat volgens die zelfde wet voorzichtig doen en dus rekening houden met de naderende voertuigen.

• Is er geen zebrapad in de buurt, dan kies ik een plaats waar ik voldoende zie en gezien word. Ik signaleer de overstekende (aaneengesloten) groep aan het verkeer.

• Een tram heeft altijd voorrang!• Op een zebrapad met voetgangerslicht moeten de wandelaars die zich al op de oversteekplaats bevinden verder lopen als

het licht op rood springt. Wie voor het rood licht staat moet wachten, ook als deel van mijn groep wandelaars.• Ik stel mezelf, voor het vertrek, voor aan de groep en geef de afspraken rond de verkeersveiligheid (en andere) kort mee.

DE VOORBEELDOEFENINGEN

Over de zeeOefening: Maak groepjes van maximum 15 personen. Elke groep krijgt een aantal krantenpapieren (vb. vijf). Spreek

een start- en eindpunt af. Je groep moet zich van het start- naar het eindpunt begeven door zich enkel op de krantenpapieren te verplaatsen. Eens de krantenpapieren de grond raken, mogen deze niet meer verplaatst

worden. Bij deze oefening ligt het accent op lenigheid en niet op competitie (om ter snelst). Welke groep heeft het minst aantal krantenpapieren (die niet scheuren) nodig om tot aan het eindpunt te geraken? Gemakkelijke variant: Werk in kleinere groepen.Moeilijke variant: Probeer je in kleinere groepen (vb. vijf personen) met minder krantenpapieren (vb. twee) te verplaatsen. Als je allen op het eerste krantenpapier staat, mag je het tweede krantenpapier nu weer

herleggen richting eindpunt. Sta je hier weer op, mag je het andere papier weer vooruit leggen. Materiaal: Krantenpapier

Tip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van het gebruikte krantenpapier op.

Ballon in de lucht houdenOefening: Blaas een aantal ballonnen (maximum vijf) op en verdeel deze onder elkaar.

Heb je geen ballon? Maak een uitdagende opstelling zoals bijvoorbeeld met twee personen een hoepel namaken met de armen zodat de andere personen hierdoor moeten. Stel je als hindernis zo op dat de personen met ballon hun

lenigheid moeten aanspreken (dus niet louter ergens gaan staan zodat de anderen enkel rond jou moeten). Heb je wel een ballon? Probeer de ballon in de lucht te houden door deze omhoog te tikken terwijl je hin-dernissen neemt. Als je met je ballon vijf hindernissen genomen hebt, wissel je van plaats met iemand die een hindernis vormde. Dit tot iedereen met een ballon op pad is geweest.Gemakkelijke variant: Neem 10 verschillende hindernissen zonder een ballon in de lucht te houden.Moeilijke variant: Geef met twee of meerdere personen een hand terwijl je samen één, twee of meerdere

ballonnen in de lucht houdt. Materiaal: Ballonnen

Tip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op.

Boven Onder Oefening: Ga in twee rijen achter elkaar staan met de benen gespreid. De eerste persoon van elke rij krijgt een

ballon. Op het startsignaal geef je de ballon boven het hoofd door aan de tweede persoon. De tweede persoon pakt de ballon aan en geeft deze onder de benen door aan de derde persoon. Dit gaat zo voort tot de ballon bij de laatste persoon in de rij is. Deze loopt naar voor en geeft de ballon weer boven-onder door. De groep die als eerste een bepaalde afstand heeft afgelegd, is gewonnen. Gemakkelijke variant: Stel de rijen zo op dat de grootste persoon eerst staat en de kleinste persoon laatst. Tussen deze personen staat iedereen volgens lengte (van groot naar klein). Op deze manier krijgt de kleinste

persoon de ballon steeds van een persoon die (net) iets, maar niet te veel, groter is dan zichzelf.Moeilijke variant: Stel de rijen zo op dat grote en kleinere personen afwisselend na elkaar staan.

Materiaal: BallonnenTip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op. Bij veel wind kan je een bal gebruiken.

4

Lenigheid - veel p

laats

Lenigheid - beperkte

pla

ats

Lenigheid - compet

itie

5

EvenwichtscirkelOefening: Ga in een cirkel naast elkaar op één been staan. Geef als monitor opdrachten: steek je armen in de lucht, breng je armen horizontaal voor je en maak kleine cirkeltjes met je arm, ga zo diep mogelijk door je knie van je standbeen, hef je niet-standbeen zo hoog mogelijk, breng je armen horizontaal naast je en klap daarna boven je hoofd, doe dit steeds sneller zodat een applaus ontstaat,… Wissel tussendoor regelmatig van standbeen.Gemakkelijke variant: Oefen eerst op het staan op één been, lukt dit goed, doe dan mee met de oefenin-gen. Hou je met één hand vast aan een andere deelnemer. Moeilijke variant: Wissel minder snel van standbeen. Geef opdrachten waarbij het evenwicht nog meer op de proef gesteld wordt: spring op één been naar voor, naar achter, naar links, naar rechts,…Materiaal: Geen

Op en neerOefening: Zoek iemand uit die ongeveer even groot is. Ga rug aan rug zitten met de armen in elkaar gehaakt. Probeer nu samen recht te gaan staan en vervolgens terug te gaan zitten. Naast evenwicht komt er bij deze oefening ook kracht aan te pas.Gemakkelijke variant: Tel samen af voor je opstaat (‘3, 2, 1, ja’).Moeilijke variant: Voer de oefening 3x na elkaar uit. Probeer de oefening eens uit te voeren zonder dat je de armen in elkaar haakt.Materiaal: Geen

Verliefde kangoeroe’sOefening: Ga per twee staan en plaats een ballon tussen jouw buik en deze van jouw partner. Eens tussen de buiken, mag de ballon niet meer aangeraakt worden met de handen. Voer ondertussen opdrachten uit die een aangeduide leider aangeeft (vb. de grond tikken, vijf grote passen richting het gebouw stappen, op één been gaan staan, …). Valt de ballon bij een opdracht, dan doet je team niet meer mee om te winnen (je mag de opdrachten wel verder mee proberen uit te voeren). Het team dat als laatste overblijft zonder dat de ballon op de grond valt, wint.Gemakkelijke variant: Werk samen met iemand die even groot is.Moeilijke variant: Werk samen met iemand die niet (ongeveer) even groot is (vb. moeder van 1m70 en dochter van 1m30). Bedenk samen een oplossing om de oefening uit te voeren.Materiaal: Ballonnen Tip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op.

Staartje trekOefening: Spreek een terrein af en baken dit af met rugzakken, kledingstukken,… Steek allemaal zichtbaar een staart achterin je broek. Probeer de staart van de anderen te stelen zonder dat jouw staart gestolen wordt. Wie geen staart meer heeft, mag wel nog proberen om andere staarten te stelen.Gemakkelijke variant: Maak het terrein groter.Moeilijke variant: Maak het terrein kleiner.Materiaal: Staarten; afbakening terrein: rugzak, kledingsstuk,…Tip: In de winter zijn staarten achterin de broek minder zichtbaar door het dragen van jassen. Wees creatief en laat de staarten op andere plaatsen bevestigen zoals bijvoorbeeld in een knoopsgat, tussen een sjaal, veters, …

Maak even tijd om te kijken hoeveel stappen iedereen tot nu toe gezet heeft.

Loop en tik je rotOefening: Maak kleine groepjes (ongeveer vijf personen per groep). Elke groep krijgt een ballon en stelt zich op in een kring. De eerste persoon van elke groep begint in het midden van de kring. Deze tikt de ballon in de lucht, tikt de grond en tikt de ballon terug de lucht in. Ondertussen loopt de persoon links van de eerste persoon de kring in, tikt de ballon de lucht in, tikt de grond en tikt de ballon de lucht in en neemt terug plaats in de cirkel. Dan is het de beurt aan de volgende persoon links van de vorige en zo verder. Probeer om allen vijf maal aan de beurt te geraken zonder dat de ballon valt.Gemakkelijke variant: Speel in grotere groepjes (maximum zeven deelnemers per groep). Tik de ballon hoger de lucht in.Moeilijke variant: Voor je naar het midden van de kring loopt, geef je de vorige persoon een hand. Tik de ballon lager de lucht in. Kies elk een willekeurig nummer van 1 tot en met 5. Bedoeling is dat de persoon met nummer 1 start met het spel. Hierop volgt nummer 2, dan 3,…Materiaal: Ballonnen Tip: Bij veel wind kan je een bal gebruiken. Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op.

Evenwicht - veel plaats Evenwicht - beperkte plaats

Evenwicht - competitie

Uithouding - veel plaats

Uithouding - beperkte plaats

In het doelOefening: Maak twee ploegen. Baken een rechthoekig terrein af. De maximum afbakening van het terrein is afhankelijk van het aantal deelnemers en kan je aangeven door kledingsstukken, rug-zakken,… Aan elke kant van het terrein zit een doelman. De overige spelers van de twee ploegen stellen zich verspreid op over het terrein. De ploeg met de jongste deelnemer mag starten met een

ballon. Iedere ploeg probeert de ballon naar het eigen doel te slaan (let op, je mag de ballon niet vasthouden! Je mag je wel verplaatsen zonder ballon). Wanneer de eigen doelverdediger de ballon kan

opvangen, is er een punt gescoord. Lukt dit, gaat de ballon buiten het terrein of valt de ballon tijdens het spelen, dan krijgt het andere team de ballon. Wie het eerst (drie punten) kan scoren, wint.

Gemakkelijke variant: Je mag maximum drie passen zetten met een ballon of bal in je handen.Maak het veld kleiner.Speel met één neutrale doelman.Moeilijke variant: Speel met vier ploegen. Elke ploeg heeft één doelman, deze bevindt zich in een hoek van het terrein. Er spelen telkens twee ploegen diagonaal tegen elkaar op hetzelfde terrein. Het team dat als eerst één (of meerdere) punten scoort, wint.Materiaal: Ballonnen; afbakeningsmateriaal terrein: kledingsstukken, rugzakken,…; Bal (voor de gemakkelijke variant)Tip: Bij veel wind kan je een bal gebruiken.

Schipper mag ik overvarenOefening: Spreek een start- en eindlijn af en geef deze aan door middel van rugzakken, kledingsstuk-

ken,... Een klein groepje (2 à 3 personen) stelt zich op tussen de start- en eindlijn. De overige per-sonen gaan aan de startlijn staan en zingen het liedje ‘Schipper mag ik over varen, ja of nee? Moet ik dan een cent betalen, ja of nee?’. De personen in het midden geven na dit lied een opdracht aan de anderen. Deze opdracht is een krachtoefening (vb. konijnensprong, kikkersprong, krab, haasje over, hinken,…) die de deelnemers moeten uitvoeren van de start- tot de eindlijn. Wanneer ze van

de eind- naar de startlijn moeten, krijgen ze een kleurenopdracht (vb. zij die iets rood aan hebben mogen wel/niet over). Je hebt steeds de keuze tussen het uitvoeren van deze opdracht of tussen het

proberen te ontwijken van de opdrachtgevers. In het tweede geval kan je getikt worden. Word je getikt, dan moet je in het midden gaan staan en mee helpen tikken.

Gemakkelijke variant: Maak de afstand tussen start- en eindlijn niet te groot.Moeilijke variant: Maak de afstand tussen start- en eindlijn groter.Tel langzaam af van 10 tot 0. Vertrek je pas na 0, dan ben je uit en moet je mee tikken.

Materiaal: Start- en eindlijn: rugzak, kledingsstuk,…

Door de knieën Oefening: Ga per twee staan en plaats een ballon tussen jouw rug en deze van je partner. Buig nu door de knieën terwijl je probeert om de ballon niet te laten vallen. Gemakkelijke variant: Werk samen met iemand die even groot is. Steun aan een boom.Moeilijke variant: Werk samen met iemand die niet (ongeveer) even groot is (vb. mama van 1m70 en dochter

van 1m30). Bedenk samen een oplossing om de oefening uit te voeren. Je kan ook door de knieën gaan en ondertussen een halve draai uitvoeren.

Materiaal: Ballonnen Tip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op.

Spring en winOefening: Steek een ballon tussen je benen, ter hoogte van de knie, en spring een bepaalde afstand verder. Valt de ballon, dan moet je deze eerst terug tussen je benen steken voor je weer verder mag springen. Wie het eerst bij een afgesproken punt is, wint.Gemakkelijke variant: Blaas de ballon iets minder hard op.Moeilijke variant: Voorzie obstakels (rugzak, trui, boomstronk…) waar men rond/over/… moet. Iedereen doet

achtereenvolgens de oefening op de afgesproken route terwijl iemand de tijd meet.Materiaal: Ballonnen; (Chronometer en obstakels: rugzak, trui, boomstronk,… voor moeilijke variant)

Tip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op.

Kracht - beperkte p

laats

Kracht - competitie

Uithouding - competitie

Kracht - veel plaats

6

2 is te weinig, 3 is te veelOefening: Spreek een terrein af en baken dit af door middel van kledingstukken, rugzakken,… Duid 2 personen aan.Maak jij geen deel uit van het aangeduide duo? Ga dan per twee achter elkaar verspreid over het terrein staan.Maak jij wel deel uit van het duo? Dan is één persoon de tikker. De andere persoon is de loper en probeert om niet getikt te worden door deze tikker. Dit kan je doen door weg te lopen op het terrein of door voor of achter een groepje van twee personen te gaan staan. Ga je voor een groepje staan, dan wordt de achterste persoon de nieuwe tikker. Als de nieuwe tikker de loper tikt, dan wordt er van functie gewisseld. Gemakkelijke variant: Wanneer de loper voor je groepje komt staan, loopt de laatste persoon weg (deze wordt dus geen tikker). Maak het terrein groter.Moeilijke variant: Maak het terrein kleiner.De tikker en loper moeten bepaalde oefeningen uitvoeren (vb. hinken, loopsprongen, bijtrekpassen, huppelen,...).Duid twee lopers en twee tikkers aan. Elke tikker heeft zijn eigen loper en kan dus enkel deze persoon aantikken. Materiaal: Afbakening terrein: kledingstukken, rugzakken,…

In de kringOefening: Ga in een kring staan. Één iemand staat in het midden, heeft een ballon en gooit deze omhoog terwijl deze een naam of beschrijving roept van een andere deelnemer. Deze persoon moet de ballon vangen voor de ballon op de grond valt. Dan herhaalt deze persoon de handelingen van de eerste speler (bal omhoog gooien en naam of beschrijving roepen).Gemakkelijke variant: Gooi de ballon hoog zodat je meer tijd hebt om hem op te vangen.Moeilijke variant: Speel dit spel met meerdere ballonnen. Speel met een bal. Speel in kleinere groepen. Draai eerst 360° rond je as voor je de ballon opvangt.Materiaal: Ballonnen; bal voor de moeilijke variant)Tip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op. Bij veel wind kan je een bal gebruiken.

Sla je slagOefening: Hou je eigen ballon in de lucht terwijl je die van de andere deelnemers probeert op de grond te slaan. Valt je ballon op de grond, dan ga je ergens op het terrein staan en vorm je een obstakel (vb. benen spreiden, handen horizontaal voor je houden,…) voor de andere deelnemers. Wie het langst overblijft, wint. Gemakkelijke variant: Speel dit spel in verschillende homogene groepen (gelijke leeftijd/lengte/ vaar-digheid/…).Moeilijke variant: Speel het spel in teams van drie personen. Kan iemand anders de ballon van je team op de grond slaan, dan vorm je als groepje een obstakel op het terrein.Materiaal: Ballonnen Tip: Laat alles netjes achter; ruim de resten van mogelijk kapotte ballonnen op.

Snelheid - veel plaats Snelheid - beperkte plaats

Snelheid - competitie

7

Tot slot ... enkele praktische raadgevingen

Je kan een éénmalige verzekering afsluiten via GSF ([email protected]) en dit ten minste 3 weken voor je ontbijt.· U bent een Gezinsbondsafdeling met GSF-sportclub, de

verzekering kost: NIETS: indien het de 1ste éénmalige sportactiviteit in een

bepaaldesporttak is (vb.: de eerste wandeling). OPGELET: wel aanvragen!

€15,00: indien het de 2de (of meer) sportactiviteit in een bepaalde sporttak is.

· U bent een Gezinsbondsafdeling zonder GSF-sportclub, de verzekering kost:

€18,00: per éénmalige sportactiviteit in eender welke sportactiviteit.

Meer informatie: [email protected] of 02/507 88 90

AFSLUITEN VERZEKERINGJe kan ervoor kiezen om na het ontbijt zelf een Beweeg je fit!-club in samenwerking met de Gezinssportfederatie (GSF), sportdienst van de Gezinsbond, op te richten om je leden (en andere geïnteresseerden) blijvend te stimuleren tot beweging. Dit kan eenvoudig door contact op te nemen met GSF clubwerking (02/507.88.90. of [email protected]). Er is een stappenplan beschikbaar dat je kan opvragen.

START JE EIGEN BEWEEG JE FIT CLUB