Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Staat van Delft: integraal en transparant
Tijdlijn
Het coalitieakkoord uit 2014 ‘Delft verdient het!’ staat aan de basis van deze rapportage. Dat
coalitieakkoord is uitgewerkt in het Bestuursprogramma 2015-2018, met de concrete afspraken die
het college heeft gemaakt met de gemeenteraad.
De wereld verandert. Daarom is in 2014 afgesproken om de doelen en prestaties in 2016, halverwege
de collegeperiode, te herijken. Nu is het tijd voor de herijking. Dit jaar (2016) bekijken we hoe het is
gegaan met de doelen. We vertellen dit in deze rapportage genaamd ‘De Staat van Delft’. De Staat
van Delft schetst een tussenbalans van de doelen uit het Bestuursprogramma.
Transparant
In 2014 is niet alleen afgesproken wat de doelen zijn, maar ook hoe dit gemeten gaat worden.1 Dit
bevordert de transparantie en voorkomt spraakverwarring over bereikte doelen. We voorkomen
hiermee achteraf resultaten te vertellen die een vertekend beeld geven.
Bovendien voert de afdeling Advies/Onderzoek & Statistiek de redactie. Hiermee borgen we de
objectiviteit. Een specifieke beleidsafdeling oordeelt niet meer zelf over het al dan niet behalen van
haar eigen doelstelling.
Integraal
De resultaten uit deze collegeperiode analyseren we structureel en integraal. We voorkomen
hiermee dat ieder beleidsveld zijn eigen tijdlijn volgt. Daarom evalueren we alle onderwerpen uit het
Bestuursprogramma tegelijkertijd. De gemeenteraad verzoekt in het coalitieakkoord expliciet deze
manier van werken door te zetten (het Meetbaar Bestuursprogramma).
Leeswijzer
De voorkant geeft de doelstelling weer in een zogenaamde infographic: een grafische samenvatting
van de doelstelling. De achterkant geeft een uitgebreide tekstuele toelichting op elke doelstelling.
Vragen over de stadsenquête Omnibus kunt u stellen aan drs. G. (Graziella) Vitale ([email protected]).
Statistische vragen kunt u stellen aan C. (Cees) Damen ([email protected]). Vragen over de Staat van
Delft kunt u stellen aan drs. J. (Jordi) van den Oord ([email protected]).
1 De Raad heeft een ‘definitieboekje’ ontvangen. Hierin staat exact welke doelstelling we op welke manier
volgen. Dit voorkomt spraakverwarring over doelbereiking. Dit definitieboekje hebben we vooraf opgestuurd.
Nu vertellen we transparant over de resultaten volgens de richtlijn van dit definitieboekje.
Veilige stad
Doelstelling subjectieve veiligheidsbeleving gehaald
De doelstelling is gehaald. De veiligheidsbeleving van de burgers in Delft is goed: bijna negen op de
tien inwoners voelen zich veilig in Delft, en ruim acht op de tien inwoners voelen zich veilig in de
eigen buurt.
In het verlengde van de doelstelling betere aandachtsbuurten belichten we de ontwikkeling van het
veiligheidsgevoel in Poptahof en Buitenhof-NW. Onderstaand figuur laat zien hoe veilig de inwoners
van beide buurten zich voelen.
De veiligheidsbeleving in de eigen buurt ligt in Buitenhof-NW ver onder het Delfts gemiddelde, maar
is sterk verbeterd ten opzichte van 2008.
De veiligheidsbeleving in de eigen buurt ligt in Poptahof onder het Delfts gemiddelde. Maar zowel in
Poptahof-Noord als in Poptahof-Zuid is er een stijging te zien ten opzichte van 2008. Met name in
Poptahof-Noord zijn de bewoners zich in grotere mate veilig gaan voelen t.o.v. 2013 (+13%).
Doelstelling objectieve veiligheid gehaald
De objectieve veiligheid volgen we met behulp van het aantal aangiften van misdrijven Wetboek van
Strafrecht. Dit aantal aangiften is tussen 2013 en 2015 met 8% gedaald. De doelstelling is behaald.
In 2013 zijn er in heel Delft 6.000 processen-verbaal opgemaakt van misdrijven Wetboek van
Strafrecht; in 2014 nam het aangiften met 1% toe, maar in 2015 nam het aantal aangiften met 8% af
tot 5.533 misdrijven.
84% 82% 84% 86%
64%
70%64%
73%
54% 54%
62%64%
0
20
40
60
80
100
2008 2010 2013 2015
%Aandeel bewoners dat zich veilig voelt in de eigen buurt
bron: O&S Delft, Omnibus 2008, 2010, 2013 en 2015
Delft Poptahof Buitenhof-NW
Dienstverlenende gemeente
Doelstelling gehaald: de inwoners van Delft waarderen de gemeentelijke dienstverlening
In 2015 waarderen Delftenaren de dienstverlening van de gemeente in het algemeen met een 7,0.
De doelstelling – een 6,5 (voor tevredenheid) – is daarmee gehaald. Allochtone inwoners van Delft
geven hogere cijfers dan autochtone. Hoe langer men in Delft woont, hoe minder hoog men de
dienstverlening waardeert.
Contact met de gemeente
Van alle Delftenaren heeft 54% in 2015 op de een of andere manier contact met de gemeente gehad.
In Tanthof, Buitenhof en Voorhof lag dit percentage wat lager, in de Binnenstad en Hof van Delft wat
hoger. Jonge mensen en ouderen hebben minder contact met de gemeente. Delftenaren met een
niet-westerse achtergrond, hoog opgeleiden, mensen met een hoog inkomen en mensen die nog niet
zo lang in Delft wonen hebben juist relatief veel contact met de gemeente.
Naast de waardering van de dienstverlening in het algemeen, meten we de tevredenheid over het
laatste contact met de gemeente. Deze varieert met de manier waarop men met de gemeente
communiceert.
Contacten via de balie zorgen door de jaren heen voor de meest tevreden klanten. In vergelijking met
voorgaande jaren is de Delftenaar in 2015 over het geheel genomen wat minder positief over de
dienstverlening door de gemeente. De bezuinigingstaakstellingen en de daaruit voortvloeiende
versobering van de dienstverlening zijn hierin een factor van betekenis. De contacten via e-mail en
internet worden steeds belangrijker, maar de tevredenheid vertoont een dalende trend. Het kanaal
sociale media scoort daarentegen een ruime voldoende.
Positieve aspecten
Belangrijke aspecten van de dienstverlening zijn voor de Delftenaar: de bereidheid van de
medewerker om te helpen, de duidelijkheid van de informatie, de deskundigheid van de medewerker
en de doorlooptijd van een verzoek. Op de eerste drie aspecten scoort de gemeente met gemiddeld
een 7,4 goed. De waardering voor de totale doorlooptijd is weliswaar ruim voldoende, maar lijkt voor
enige verbetering vatbaar. Het is echter de vraag of dit aspect in het licht van de beschikbare
middelen op korte termijn verbeterd kan worden.
Aandachtspunten
Het minst tevreden over de door de gemeente geleverde dienstverlening zijn de mensen die een
klacht melden bij de gemeente. Dit is het enige type contact waarbij meer mensen ontevreden dan
tevreden zijn. Minder positief is men ook over de mogelijkheid om een specifieke ambtenaar of
afdeling te spreken.
Sterke kenniseconomie
Doelstelling gehaald: ontwikkeling werkgelegenheid kennisbanen positief ten opzichte van
Haaglanden
Kennisbanen
De doelstelling om het beter te doen dan Haaglanden is gehaald. Het aantal kennisbanen in
Delft nam tussen 2012 en 2015 met 5,1% toe, in Haaglanden was de toename 2,2%. De
kenniswerkgelegenheid is minder conjunctuurgevoelig dan de reguliere werkgelegenheid. Het
aandeel kenniswerkers in de totale werkgelegenheid van Delft steeg in deze periode van 36%
naar 39%. In Haaglanden nam het aandeel kenniswerkers minder snel toe, van 17% naar 18%.
Kennisbedrijven
Het aantal kennisbedrijven in Delft neemt snel toe. Delft telt nu bijna 1.800 kennisbedrijven:
sinds 2012 zijn er ongeveer 175 bijgekomen. Dit is een toename van kennisbedrijven van 11%.
Haaglanden laat een toename zien van 15%.
Delft heeft al relatief veel kennisintensieve bedrijven (30%) in vergelijking met Haaglanden
(21%).
Ontwikkeling kennisbanen en kennisbedrijven grafisch weergegeven
In 2014 hebben er geen grote kennisintensieve bedrijven zich gevestigd in Delft. In 2015 gaan er
wel 2 vestigingen van TNO met samen ruim 500 werkzame personen weg uit Delft.
Er is een nieuw bestemmingsplan die de toekomst van DSM borgt. Dit leidt tot nieuwe
investeringen en het openstellen van terrein voor andere biotechbedrijven: de biotechcampus
Delft.
Sterke economie
Doelstelling niet gehaald: ontwikkeling werkgelegenheid banen negatief ten opzichte van
Haaglanden
Het college streeft ernaar om de Delftse werkgelegenheid sterker te laten groeien dan die van
Haaglanden. Deze doelstelling is niet gehaald.
Op 1 januari 2015 waren er 51.000 personen werkzaam in Delft, in Haaglanden waren dat er
493.000. De werkgelegenheid is tussen 2014 en 2015 na een periode van daling, zowel in Delft
(+2%) als in Haaglanden (+1%) wel weer aan het groeien, maar ligt voor beide in 2015 nog
steeds 1,5% onder het niveau van 2012. De doelstelling voor een sterkere toename van de
werkgelegenheid is hiermee niet gehaald.
Op 1 januari 2015 telde Delft bijna 6.000 vestigingen van bedrijven en instellingen, in
Haaglanden waren dat er 76.500. Het aantal vestigingen van bedrijven en instellingen nam in de
periode 2012-2015 zowel in Delft als in Haaglanden toe, maar in Delft was de toename van 8%
kleiner dan in Haaglanden waar het aantal vestigingen met 10% toenam.
Tussen 2012 en 2015 nam vooral het aantal banen bij de bedrijfstak ‘industrie’, ‘vervoer en
opslag ’ en ‘zakelijke dienstverlening’ af. Bij de bedrijfstak ‘water- en afvalwaterbeheer’ nam het
aantal werkzame personen met meer dan 50% toe. Maar ook de bedrijfstakken ‘cultuur, sport
en recreatie’, ‘informatie en communicatie’ en ‘financiële instellingen’ kregen er banen bij in de
periode 2012-2015.
Werk en economische zelfstandigheid
Doelstelling bijstandsuitkeringen gehaald
De doelstelling om bij de ontwikkeling van de bijstandsgerelateerde uitkeringen voor Delft gelijk
met Nederland te scoren is gehaald. In Delft is het aantal personen met een
bijstandsgerelateerde uitkering tot de AOW-leeftijd op 1 juli 2015 met 6% toegenomen ten
opzichte van 1 januari 2014, in Nederland was de toename 8%. Dus Delft scoort minder slecht
dan Nederland.
Bijstandsontwikkeling
In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van het aantal Delftse bijstandsgerelateerde
uitkeringen jonger dan 65 jaar vanaf 2014 weergegeven. Onderstaande figuur geeft de
ontwikkeling weer (lager scoren = beter presteren).
Instroom en uitstroom WWB ’ers
De bijstandsgerelateerde uitkeringen bestaan voor het grootste gedeelte uit WWB-uitkeringen.
De toename van het aantal WWB-uitkeringen tot de AOW-leeftijd van de afgelopen jaren kan
veroorzaakt zijn door een toename van de instroom, door een afname van de uitstroom of door
een combinatie van beide ontwikkelingen.
Vanaf 2008 blijkt de instroom in Delft relatief – namelijk als percentage van het aantal
uitkeringen – lager geweest te zijn dan in Nederland (gunstig). De uitstroom die in Delft tot en
met 2012 relatief lager was dan in Nederland (ongunstig), is vanaf 2013 op een iets hoger niveau
gekomen met Nederland (gunstig).
94
96
98
100
102
104
106
108
110
Nederland
Delft
Personen met een bijstandsgerelateerde uitkering tot AOW-leeftijd in 2014 en 2015bron: CBS
Goede openbare ruimte
Doelstelling gehaald: meer dan 50% is niet ontevreden over de openbare ruimte
De tevredenheid over het onderhoud van de openbare ruimte ligt rond de 80%. De doelstelling
vastgesteld aan het begin van de collegeperiode is dan ook ruimschoots gehaald. Bewoners uit de
wijken Buitenhof (71%) en Tanthof (73%) zijn minder tevreden met het onderhoud van de openbare
ruimte. Bewoners uit de wijk Voordijkshoorn (84%) daarentegen zijn in grotere mate tevreden.
Vanwege de bezuinigingstaakstelling verwachtte de gemeente een negatief effect op de
tevredenheid van de inwoners. Deze tevredenheid is echter niet gedaald. Uit onderstaand figuur
blijkt dat de tevredenheid de afgelopen 9 jaar redelijk gelijk is. Voor een groot deel komt dit omdat
de bezuinigingen niet meteen zichtbaar zijn; zeker voor groenonderhoud en wegenonderhoud is het
effect pas na een aantal jaar zichtbaar. De afgelopen jaren zijn bewoners meer betrokken bij het
onderhoud van hun woonomgeving. Dit heeft een positief effect op de tevredenheid.
Uit de figuur blijkt tevens dat bijna 50% van de bewoners zeer/tamelijk tevreden is over het
onderhoud van de openbare ruimte, 30% is hier tevreden noch ontevreden over.
Waar is men tevreden of ontevreden over?
Bewoners zijn het meest tevreden over het vuil ophalen.
Er is ontevredenheid over het onderhoud van de stoepen en straten in de wijk, gevolgd door het
schoonhouden van de stoepen en straten in de wijk en het onderhoud en schoonhouden van
groenvoorzieningen (bomen, grasveldjes, struiken). De tevredenheid over het onderhoud van de
groenvoorzieningen en stoepen en straten is sinds 2010 afgenomen (met respectievelijk 14% en 5%).
Men heeft qua vervuiling het meest last van zwerfvuil of troep op straat, onkruid op straat of stoep
en van hondenpoep.
Hoewel de doelstelling is gehaald blijft afweging tussen tevredenheid over de openbare ruimte en
het gerealiseerde kwaliteitsniveau continu noodzakelijk.
50% 52% 51% 54% 51% 47% 50% 48% 47%
32% 32% 30% 29% 28% 31% 29% 29% 30%
0
20
40
60
80
100
2006 2007 2008 2010 2011 2012 2013 2014 2015
%Tevredenheid openbare ruimte
bron: O&S Delft, Delft Internet Panel (DIP)
zeer/tamelijk tevreden neutraal
Aantrekkelijke stad Doelstelling waardering cultuuraanbod Delftenaren geven in 2015 gemiddeld een 6,9 voor het cultureel aanbod in Delft. Het laagste cijfer wordt gegeven door jongeren van 18-24 jaar (6,4). Twee derde van de Delftenaren is van mening dat het cultuuraanbod in Delft bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de Binnenstad. De helft van de inwoners vindt dat cultuur in Delft toegankelijk is en dat Delft cultureel is. Hoe wil men geïnformeerd worden over het culturele aanbod? De meningen op de stelling “Het cultureel aanbod in Delft wordt op een overzichtelijke manier gepresenteerd” zijn minder uitgesproken: ruim de helft is het noch eens noch oneens. Kijken we naar de manier waarop bewoners geïnformeerd willen worden over het culturele aanbod, dan zien we duidelijk verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Het aandeel dat via advertenties in lokale kranten op de hoogte gehouden wil worden loopt op met de leeftijd, van 24% onder 18-24 jarigen tot 70% onder 65-plussers. De 18-24 jarigen worden het liefst op de hoogte gehouden via Facebook (60%), via posters (52%), via Delft.nl (40%) of een digitale nieuwsbrief (36%).
Delftenaren zijn tevreden over de kwaliteit van podiumkunsten, gemiddeld geeft men een 7,3. Onder podiumkunsten worden live uitvoeringen van muziek, toneel, cabaret, musical, opera, ballet en moderne dans verstaan. De variatie in het aanbod van podiumkunsten scoort gemiddeld een 7,1.
30%
51%
51%
64%
54%
38%
38%
26%
16%
11%
10%
10%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Het cultureel aanbod in Delft wordt op eenoverzichtelijke manier gepresenteerd
Delft is cultureel
Cultuur in Delft is toegankelijk, iedereen kanmeedoen
Het cultuuraanbod in Delft draagt bij aan deaantrekkelijkheid van de binnenstad
Mening op stellingen over het cultuuraanbod in Delft bron: O&S Delft, Delft Internet Panel (2015)
(zeer) eens eens noch oneens (zeer) oneens
Duurzame stad: Delft energieneutraal
Totale CO2-uitstoot1
De sectoren particulier en zakelijk laten een duidelijke afname zien van CO2-uitstoot. Bij verkeer en
vervoer is de afname gering. In totaal stoot Delft 380 kiloton CO2 per jaar uit. Dit was in 2008 nog
ongeveer 430 kiloton. In de volgende tabel is de exacte CO2-emissie weergegeven voor het
particuliere en zakelijke energieverbruik, tevens het verbruik bij verkeer en vervoer.
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Particulier 109 106 104 100 97 96 94 Zakelijk 262 255 256 246 248 235 228 Verkeer en vervoer 60 59 59 58 58 58 58 TOTAAL 431 421 419 404 403 389 380
Particulier
Bij het particuliere energieverbruik (‘de huishoudens’) is zowel bij het elektriciteitsverbruik als het
gasverbruik een daling te zien ten opzichte van voorgaande jaren. Dit stemt overeen met de
landelijke trend.2 Oorzaken zijn, bij het gasverbruik, de geleidelijke toename van het aantal HR-ketels
en van verbeterde woningisolatie. Dit is mogelijk mede vanwege het gemeentelijk beleid. De effecten
worden toegeschreven aan verbeterde efficiency van grote apparaten en verlichting, de lokale
opwekking van zonne-energie en aan de economische crisis.
Zakelijk
Ook bij het zakelijk verbruik zijn het elektriciteitsverbruik en het gasverbruik in 2014 lager dan
voorgaande jaren. Of dit een effect is van het gemeentelijk beleid, of van de economische crisis is
nog niet duidelijk.
Verkeer en vervoer
De grootste CO2-uitstoot komt van zogenaamde ontsluitingswegen (50 km/u). Deze wegen zijn goed
voor meer dan de helft van de CO2-uitstoot van verkeer en vervoer. Erftoegangswegen (30 km/u) en
stroomwegen (>50 km/u) dragen minder sterk bij aan de totale CO2-uitstoot.
Waarom vergelijken we de CO2-uitstoot niet met 1990?
De CO2-uitstoot is berekend aan de hand van het Monitoringshandboek lokale overheden van het
Ministerie van Infrastructuur & Milieu. Dit handboek adviseert gemeenten expliciet om snelwegen
buiten de gemeentelijke CO2-reductiedoelen te houden. De uitstoot van snelwegen ligt namelijk
buiten de invloedssfeer van het gemeentelijk beleid.
Tot op heden hebben we in onze doelstelling een CO2-reductiedoelstelling ten opzichte van 1990
gehanteerd. Als we deze doelstelling willen handhaven zal de emissie van 1990 herijkt moeten
worden door ook daar de snelwegen weg te filteren.
Belangrijk is de jaarlijkse afname van CO2-emissie. Bij de actualisatie van het huidige
Uitvoeringsprogramma 2017-2020 herformuleren we de CO2-reductiedoelstelling. Hierdoor is dit in
lijn met de ambitie Delft energieneutraal 2050.
1 CE Delft, CO2-uitstoot 2008-2014 gemeente Delft, april 2015, L.M.L. (Lonneke) Wielders en C. (Cor) Leguijt
2 ECN et al., EnergieNederland, Energie Trends 2012, Netbeheer Nederland, 2012
Sterke samenleving
Doelstelling gehaald: buurtscore Buitenhof-NW 5,3
De doelstelling om van de aandachtsbuurt Buitenhof-NW een betere buurt te maken is gehaald.
We volgen de ontwikkeling van de buurt op een aantal aspecten: werkloosheid, WOZ-waarde
woningen, verblijfsduur, verbondenheid, buurtwaardering, veiligheidsgevoel en actief in de
buurt. Al deze aspecten samen vormen de buurtscore.
Het streven om voor Buitenhof-NW een buurtscore van groter dan 5,2 te halen, is met een score
van 5,3 gehaald. De buurtscore van de Poptahof is ook toegenomen met 0,1 punt tot 5,5. De
buurtscores van 2015 zijn in onderstaande grafiek weergegeven.
Buurtscores aandachtsbuurten
Buitenhof-NW Buitenhof-NW is een typische uitbreidingswijk uit de jaren zestig en zeventig met veel
hoogbouwgalerijflats. Buitenhof-NW wordt gekenmerkt door een extreem hoge werkloosheid
en een lage WOZ-waarde. Wel scoort de Buitenhof-NW goed op verblijfsduur.
De stijging van de buurtscore in 2015 is met name veroorzaakt doordat men actiever is
geworden in de buurt en doordat de WOZ-waarde toegenomen is. Dit laatste is veroorzaakt
door het gebruik van een andere woningdefinitie. De algemene buurtwaardering is ook iets
gestegen. Maar deze stijgingen worden grotendeels teniet gedaan door een stijgende
werkloosheid en een iets dalende verbondenheid met de buurt.
Poptahof Poptahof is een naoorlogse buurt met veel sociale huurwoningen in flats, die in het teken staat
van herstructurering. De stadsvernieuwingsprojecten beïnvloeden de lage WOZ-waarde positief,
men voelt zich veiliger en de waardering van de buurt neemt toe. De herstructurering is wel
debet aan de lage verblijfsduur in Poptahof, ook is de werkloosheid nog steeds hoog en is men
minder actief in de buurt.
Zelfstandig zijn, worden, blijven met ondersteuning en zorg
Kennis over het sociaal domein
Voor het sociaal domein is er een project voor de monitoring actief.
Op dit moment zijn de cijfers nog niet definitief. We presenteren nu een inschatting van
de cijfers omtrent WMO en Jeugd. Informatie over de Participatiewet (WWB) vindt u bij de
infographic ‘Werk en economische zelfstandigheid’.
Monitoringplanning
Globaal ziet de planning er in 2016 als volgt uit:
Eerste kwartaal 2016: Start uniformeren managementrapportages
Tweede kwartaal 2016: Bestuurlijke monitor: concept van de Doelen Inspanningen Middelen
Derde kwartaal 2016: Managementrapportages gereed
Continu: Bouwen aan de monitor Innovatie Sociaal Domein
Kanttekeningen bij de Jeugdzorgcijfers
De cijfers van Jeugdzorg zijn met de nodige onzekerheid omgegeven. Het gehele jaar 2015 is de
gemeente Delft bezig geweest om de cijfers over Jeugdzorg op orde te krijgen. Dit is bemoeilijkt door
lacunes in de privacywetgeving (later opgelost door de Veegwet), onduidelijkheid over welke
gemeente verantwoordelijk is (woonplaatsbeginsel), technische problemen en grijze gebieden tussen
diverse wetgeving (Wet langdurige Zorg, Zorgverzekeringswet en Jeugdwet).
Al deze oorzaken zorgden voor een onvolledige overdracht van klantgegevens door zorgaanbieders
en voor achterstanden in declaraties Jeugdzorg. Dit heeft ervoor gezorgd dat de gemeente Delft per
medio februari 2016 nog steeds geen inzicht heeft in haar totale Jeugdzorgcliëntpopulatie.
Bereikbare en gastvrije stad
Doelstelling gehaald: Delft scoort een 6,9 op bereikbaarheid
De algemene bereikbaarheid in Delft scoorde in 2015 een 6,9. De doelstelling – een 6,0 scoren op
bereikbaarheid – is gehaald.
Er zijn veel opbrekingen tegelijk, die effect hebben op alle weggebruikers. Delftenaren geven aan dat
het soms lastig is je weg te vinden, zowel bij het verplaatsen met de fiets als met de auto. Meestal
zijn de omleidingen goed aangegeven, maar in sommige gevallen zijn deze niet logisch. Delftenaren
gebruiken veelal de fiets of gaan te voet naar het station en de binnenstad. Voor toeristen en
mensen die niet bekend zijn met de stad is het erg lastig (vooral in de binnenstad en rond het
station). Men vindt dat de veiligheid (met name van fietsers en voetgangers) te lijden heeft onder de
werkzaamheden, vooral rond de Spoorzone. Sommige tijdelijke situaties vindt men erg gevaarlijk.
Ondanks al deze opmerkingen wordt de bereikbaarheid als voldoende beoordeeld.
De gemeente gebruikt deze signalen om de bereikbaarheid in de toekomst te verbeteren.
Naast het oordeel over de algemene bereikbaarheid, zijn ook de oordelen over de bereikbaarheid
per vervoerswijze bekend. Alle aspecten met betrekking tot de bereikbaarheid zijn in 2015 verbeterd
ten opzichte van 2010. De bewoners zijn tevreden over de bereikbaarheid in Delft met de fiets, te
voet en met het openbaar vervoer. De bereikbaarheid met de auto scoort met een 5,3 het slechtst
van alle vervoermiddelen. Er is wel een duidelijke stijging op te merken ten opzichte van 2010 (+0,6).
6,5
7,5
7,3
4,7
6,3
6,6
7,8
7,9
5,3
6,9
6,8
7,9
7,9
5,3
6,9
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
met het openbaar vervoer
als voetganger
met de fiets
met de auto
algemene bereikbaarheid in Delft
Gemiddelde scores bereikbaarheid in Delft bron: O&S Delft, Omnibus 2010, 2013 en 2015
2015 2013 2010
Sterke samenleving Doelstelling niet gehaald: waardering sociale contacten lager dan 7,2 De waardering van de sociale contacten ligt in 2015 gemiddeld op een 7,0. Deze is licht afgenomen t.o.v. voorgaande jaren (2013: 7,1 en 2010: 7,2). De doelstelling van een gemiddelde van 7,2 is dan ook net niet gehaald. De waardering is opgebouwd uit een vijftal stellingen, zie onderstaand figuur. Driekwart van de Delftenaren kan altijd bij vrienden terecht wanneer hier behoefte aan is, bijna driekwart heeft genoeg mensen op wie teruggevallen kan worden in geval van narigheid. Zes op de tien inwoners hebben iemand in de omgeving bij wie ze terecht kunnen met de dagelijkse probleempjes. Voor alle stellingen geldt dat de positieve reacties in 2015 lager zijn dan in 2013.
Bewoners in de wijken Voorhof en Buitenhof zijn minder positief over hun sociale contacten dan gemiddeld. Dit geldt ook voor allochtone bewoners in Delft en ouderen. Jongeren daarentegen zijn juist weer positiever dan gemiddeld. Eenzaamheid Vullen we het oordeel over de sociale contacten (sociale eenzaamheid) aan met emotionele eenzaamheid, dan krijgen we een totaalscore eenzaamheid. In Delft is 30% matig eenzaam en 9% ernstig eenzaam (totaal: 39%; Nederland: 38%). Dezelfde verschillen in achtergrondgegevens zien we hier terug: bewoners uit de wijken Voorhof en Buitenhof zijn in grotere mate eenzaam dan gemiddeld, net als allochtone bewoners en 65-plussers. Jongeren daarentegen zijn juist minder eenzaam.
61%
63%
66%
72%
74%
24%
21%
21%
18%
18%
15%
16%
13%
10%
8%
0 20 40 60 80 100
Ik heb veel mensen op wie ik volledig kanvertrouwen
Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ikmet mijn dagelijkse probleempjes terecht kan
Er zijn voldoende mensen met wie ik mij nauwverbonden voel
Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval vannarigheid kan terugvallen
Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bijmijn vrienden terecht
%
Mening over diverse stellingen m.b.t. sociale contacten bron: O&S Delft, Omnibus 2015
ja (absoluut) min of meer nee (absoluut niet)
Sterke samenleving
Doelstellingen onderwijs gehaald
De aanpak van (jeugd)werkloosheid is gebaat bij goed en goed op de arbeidsmarkt afgestemd
onderwijs. Daarom is het belangrijk om jongeren een startkwalificatie te laten behalen, schooluitval
terug te dringen en aan te sluiten bij de behoeften van werkgevers.
Een goed onderwijsaanbod is van essentieel belang voor Delft. Het stelt jongeren in staat zich
maximaal te ontplooien en het levert de stad de talenten die zij nodig heeft om de ambitie
kennisstad te verwezenlijken.
Startkwalificatie
Om te beoordelen of het beleid van gemeente, scholen en partners in de stad effect sorteert
gebruiken we de indicator startkwalificatie. Een startkwalificatie in Nederland is een diploma op
minimaal havo-, vwo- of mbo 2-niveau. Internationaal wordt het behalen van een startkwalificatie
beschouwd als noodzakelijke voorwaarde om volwaardig deel te kunnen nemen aan de moderne
kennissamenleving.
Het doel dat we ons gesteld hadden is gehaald: eind 2015 is 92% van de doelgroep in het bezit van
een startkwalificatie. Ten minste twee factoren liggen hieraan ten grondslag. Er is onmiskenbaar
vooruitgang geboekt in het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Daarnaast profiteert Delft
van een groeiende instroom van buitenlandse studenten met een startkwalificatie op zak.
Terugdringen schooluitval
Jongeren die voortijdig het onderwijs verlaten riskeren een zwakke positie in de samenleving. Dit kan
hoge maatschappelijke kosten met zich meebrengen. De gemeente heeft de plicht alle voortijdig
schoolverlaters (vsv‘ers) tot 23 jaar te begeleiden bij het behalen van een startkwalificatie of bij het
vinden van een passende plaats op de arbeidsmarkt.
In het schooljaar 2014/2015 verliet in Delft 2,7 % van de onderwijsdeelnemers zonder diploma het
onderwijs. Sinds een aantal jaren is dit percentage gestaag aan het dalen. In aantallen gaat het om
152 nieuwe vsv’ers. Daarmee blijft Delft ruim onder de door het rijk gestelde ambitie van 191 nieuwe
vsv‘ers. De doelstelling is dus behaald.
Technisch onderwijs
Technisch onderwijs biedt momenteel de beste arbeidsmarktperspectieven. Om die reden hebben
wij ingezet op een vernieuwd VMBO en op technische opleidingen op MBO-4 niveau. Daarvan zijn er
twee in september 2014 gestart. Het doel om een doorlopende leerlijn techniek te creëren is
daarmee na jarenlange inspanningen gerealiseerd. Binnen de regionale techniek agenda werken we
op dit terrein nauw samen met de andere Haaglandgemeenten.
Het doel om meer leerlingen in deze technische opleidingen te laten instromen is eveneens behaald.