Inhoud

1

2

3

4

5

6

7

A

8

Suprahyoïdale spieren 8Atlas: zie 151–152

Tussenpees van de m. digastricus 0 aanhechting van de tussenpees via een bindweefsellus op het corpus ossis hyoidei en de basis van de cornu majus van het tongbeen [middelste blad van de fascia cervicalis]

0 M. omohyoideus, *A Afb. 3.C

M. stylohyoideus0 corpus en cornu majus van het tongbeen

0 M. thyreohyoideus, * A Afb. 3.C

M. mylohyoideus0 corpus ossis hyoidei tussen de grote tongbeenhoorns [raphe tussen spina mentalis en tongbeenlichaam]

M. geniohyoideus0 bovenste buitenrand van het tongbeenlichaam

0 M. sternohyoideus ,*A Afb. 3.C

3.A Halsspieren die tot het hoofd behoren – mm. colli – mm. suprahyoidei. Oorsprong op de schedel, aanzicht rechts-lateraal.

3.B Halsspieren die tot het hoofd behoren – mm. colli – mm. suprahyoidei. Aanhechting op het tongbeen, aanzicht voor-lateraal.

M. digastricus0 venter posteriorincisura mastoidea

M. digastricus0 venter anteriorfossa digastrica van de mandibula

M. stylohyoideus0 basis en middelste regio van de processus styloideus

M. geniohyoideus *0 onderste tuberculum van de spina mentalis van de mandibula* de m. geniohyoideus behoort genetisch tot de groep van de ventrolaterale rompspieren, A Afb. 3.C

M. mylohyoideus0 basis van de binnenzijde van de onderkaak etagegewijs bij de linea mylohyoidea

* infrahyoïdale spieren, A Afb. 3.C

Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007

Afb. 3.A

3 Hals

SpiertrainerSuprahyoïdale spieren 13.A Halsspieren die tot het hoofd behoren – mm. colli – mm. suprahyoidei.

Oorsprong op de schedel, aanzicht rechts-lateraal.

>

Inhoud

1

2

3

4

5

6

7

A

8

Suprahyoïdale spieren 8Atlas: zie 151–152

Tussenpees van de m. digastricus 0 aanhechting van de tussenpees via een bindweefsellus op het corpus ossis hyoidei en de basis van de cornu majus van het tongbeen [middelste blad van de fascia cervicalis]

0 M. omohyoideus, *A Afb. 3.C

M. stylohyoideus0 corpus en cornu majus van het tongbeen

0 M. thyreohyoideus, * A Afb. 3.C

M. mylohyoideus0 corpus ossis hyoidei tussen de grote tongbeenhoorns [raphe tussen spina mentalis en tongbeenlichaam]

M. geniohyoideus0 bovenste buitenrand van het tongbeenlichaam

0 M. sternohyoideus ,*A Afb. 3.C

3.A Halsspieren die tot het hoofd behoren – mm. colli – mm. suprahyoidei. Oorsprong op de schedel, aanzicht rechts-lateraal.

3.B Halsspieren die tot het hoofd behoren – mm. colli – mm. suprahyoidei. Aanhechting op het tongbeen, aanzicht voor-lateraal.

M. digastricus0 venter posteriorincisura mastoidea

M. digastricus0 venter anteriorfossa digastrica van de mandibula

M. stylohyoideus0 basis en middelste regio van de processus styloideus

M. geniohyoideus *0 onderste tuberculum van de spina mentalis van de mandibula* de m. geniohyoideus behoort genetisch tot de groep van de ventrolaterale rompspieren, A Afb. 3.C

M. mylohyoideus0 basis van de binnenzijde van de onderkaak etagegewijs bij de linea mylohyoidea

* infrahyoïdale spieren, A Afb. 3.C

Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007

Afb. 3.B

3 Hals

SpiertrainerSuprahyoïdale spieren 23.B Halsspieren die tot het hoofd behoren – mm. colli – mm. suprahyoidei.

Aanhechting op het tongbeen, aanzicht voor-lateraal.

<

Inhoud

1

2

3

4

5

6

7

A

10

Infrahyoïdale spieren 8Atlas: zie 149–152

0 M. sternohyoideusachterzijde van het manubrium sterni, kapsel van het sternoclaviculaire gewricht en sternale deel van de clavicula

0 M. thyreohyoideustuberculum superius, linea obliqua, tuberculum inferius van de lamina van het schildkraakbeen en ventrocaudale schildkraakbeenrand [peesboog tussen de tubercula superius en inferius]

0 M. sternothyreoideusachterzijde van het manubrium sterni, kraakbeen van de eerste (en tweede) rib

0 M. omohyoideusventer inferior: margo superior mediaal van de incisura scapulae, wortel van de processus coracoideus [ligamentum scapulae superius]

0 oorsprong0 aanhechting

0 M. sternohyoideusonderste rand van het tongbeen

0 M. thyreohyoideuslaterale regio van het tongbeenlichaam en mediale helft van de grote tongbeen-hoorn

0 M. sternothyreoideus tuberculum superius en tuberculum inferius van de lamina van het schildkraakbeen [peesboog tussen de tubercula superius en inferius alsmede de overgang in de m. thyreohyoideus en de m. constrictor pharyngis inferior]

0 M. omohyoideusventer superior: laterale onderrand van het tongbeen

3.C Autochtone ventrolaterale rompspieren – voorste halsspieren – mm. colli – mm. infrahyoidei (tongbeen – strottenhoofdspieren). Oorsprong op schoudergordel en schildkraakbeen (rechter lichaamshelft). Aanhechting op schildkraakbeen en tongbeen (rechter lichaamshelft), lateraal aanzicht.

Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007

Afb. 3.C

3 Hals

SpiertrainerInfrahyoïdale spieren3.C Autochtone ventrolaterale rompspieren – voorste halsspieren – mm. colli – mm. infrahyoidei

(tongbeen – strottenhoofdspieren). Oorsprong op schoudergordel en schildkraakbeen (rechter lichaamshelft). Aanhechting op schildkraakbeen en tongbeen (rechter lichaamshelft), lateraal aanzicht.

Inhoud

1

2

3

4

5

6

7

A

12

Prevertebrale en diepe laterale halsspieren 8Atlas: zie 153

0 M. longus capitispars basilaris van het os occipitale lateraal van het tuberculum pharyngeum

0 M. rectus capitis anteriorpars basilaris van het os occipitale

0 M. longus collituberculum anterius van de atlas, voorzijde van de halswervellichamen II–III (IV) en het tuberculum anterius van de processus transversus van de halswervels V–VII

0 oorsprong0 aanhechting

0 oorsprong0 aanhechting

0 M. rectus capitis anterior voorzijde van de massa lateralis van de atlas

0 M. longus colli voorzijde van de halswervellichamen V–VII en borstwervels I–III, en van het tuberculum anterius van de dwarse uitsteeksels van halswervels II–V

0 M. longus capitis tuberculum anterius van de processus transversus van de halswervels III–VII

0 M. scalenus mediusdorsaal van de sulcus arteriae subclaviae van de Ie rib,variabel aan de bovenrand van de IIe rib[membrana intercostalis externa]

0 M. scalenus anteriortuberculum musculi scaleni anterioris van de Ie rib

0 M. scalenus minimus [niet zichtbaar] binnenrand van de Ie rib [membrana suprapleuralis – fascie van Sibson]

0 M. scalenus posteriorbuitenzijde van IIe (IIIe) rib

0 M. scalenus anterior tuberculum anterius van de processus transversus van halswervels III–IV

0 M. scalenus minimus [niet zichtbaar](komt in een derde van de gevallen voor)tuberculum anterius van de processus transversus van halswervel VII (V en VI)

0 M. scalenus posterior tuberculum posterius van de processus transversus van halswervels V–VI (VII)

0 M. scalenus mediusin de regio van de sulcus nervi spinalis, de tubercula anterius en posterius (variabel) van de processus transversus van halswervels III–VII (variabel bij atlas en axis)

3.D Autochtone ventrolaterale rompspieren – prevertebrale halsspieren – mm. colli (gewrichtsspieren van hoofd en wervels). Oorsprong (rechter lichaamshelft) op de hals- en borstwervelkolom; aanhechting (linker lichaamshelft) op de halswervelkolom.

3.E Autochtone ventrolaterale rompspieren – laterale, diepe halsspieren – mm. colli (gewrichtsspieren van wervels en ribben). Oorsprong (rechter lichaamshelft) op de halswervelkolom; aanhechting (linker lichaamshelft) op de ribben.

Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007

Afb. 3.D

3 Hals

SpiertrainerPrevertebrale en diepe laterale halsspieren 13.D Autochtone ventrolaterale rompspieren – prevertebrale halsspieren – mm. colli (gewrichtsspieren

van hoofd en wervels). Oorsprong (rechter lichaamshelft) op de hals- en borstwervelkolom; aanhechting (linker lichaamshelft) op de halswervelkolom.

>

Inhoud

1

2

3

4

5

6

7

A

12

Prevertebrale en diepe laterale halsspieren 8Atlas: zie 153

0 M. longus capitispars basilaris van het os occipitale lateraal van het tuberculum pharyngeum

0 M. rectus capitis anteriorpars basilaris van het os occipitale

0 M. longus collituberculum anterius van de atlas, voorzijde van de halswervellichamen II–III (IV) en het tuberculum anterius van de processus transversus van de halswervels V–VII

0 oorsprong0 aanhechting

0 oorsprong0 aanhechting

0 M. rectus capitis anterior voorzijde van de massa lateralis van de atlas

0 M. longus colli voorzijde van de halswervellichamen V–VII en borstwervels I–III, en van het tuberculum anterius van de dwarse uitsteeksels van halswervels II–V

0 M. longus capitis tuberculum anterius van de processus transversus van de halswervels III–VII

0 M. scalenus mediusdorsaal van de sulcus arteriae subclaviae van de Ie rib,variabel aan de bovenrand van de IIe rib[membrana intercostalis externa]

0 M. scalenus anteriortuberculum musculi scaleni anterioris van de Ie rib

0 M. scalenus minimus [niet zichtbaar] binnenrand van de Ie rib [membrana suprapleuralis – fascie van Sibson]

0 M. scalenus posteriorbuitenzijde van IIe (IIIe) rib

0 M. scalenus anterior tuberculum anterius van de processus transversus van halswervels III–IV

0 M. scalenus minimus [niet zichtbaar](komt in een derde van de gevallen voor)tuberculum anterius van de processus transversus van halswervel VII (V en VI)

0 M. scalenus posterior tuberculum posterius van de processus transversus van halswervels V–VI (VII)

0 M. scalenus mediusin de regio van de sulcus nervi spinalis, de tubercula anterius en posterius (variabel) van de processus transversus van halswervels III–VII (variabel bij atlas en axis)

3.D Autochtone ventrolaterale rompspieren – prevertebrale halsspieren – mm. colli (gewrichtsspieren van hoofd en wervels). Oorsprong (rechter lichaamshelft) op de hals- en borstwervelkolom; aanhechting (linker lichaamshelft) op de halswervelkolom.

3.E Autochtone ventrolaterale rompspieren – laterale, diepe halsspieren – mm. colli (gewrichtsspieren van wervels en ribben). Oorsprong (rechter lichaamshelft) op de halswervelkolom; aanhechting (linker lichaamshelft) op de ribben.

Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007

Afb. 3.E

3 Hals

SpiertrainerPrevertebrale en diepe laterale halsspieren 13.E Autochtone ventrolaterale rompspieren – laterale, diepe halsspieren – mm. colli (gewrichtsspieren

van wervels en ribben). Oorsprong (rechter lichaamshelft) op de halswervelkolom; aanhechting (linker lichaamshelft) op de ribben.

<

Inhoud

1

2

3

4

5

6

7

A

14

Extrinsieke en intrinsieke larynxspieren 8Atlas: zie 172

3.Fa–c Larynxspieren (gewrichtsspieren van arytenoid- en schildkraakbeen). Oorsprong op schild- en ringkraakbeen en aanhechting op schildkraakbeen a,b (gewrichtsspieren ring- en arytenoidkraakbeen). Oorsprong op ring- en schildkraakbeen en aanhechting op arytenoidkraakbeen, c.

0 M. constrictor pharyngis inferiorpars thyreopharyngeatuberculum thyreoideum superius; dorsale glooiing van de linea obliqua en de aansluitende lamina van het schildkraakbeen; tuberculum thyreoideum inferius; [variabel op een peesboog tussen tuberculum thyreoideum inferius en cornu inferius van het schildkraakbeen]0 M. constrictor pharyngis inferior farynxwand

0 M. cricoarytenoideus posteriorprocessus muscularis cartilaginis arytenoideae

0 M. arytenoideus transversusfacies posterior en laterale achterrand van de processus muscularis van het rechter en linker arytenoidkraakbeen

0 M. arytenoideus obliquusachterzijde van de processus muscularis van het arytenoidkraakbeen

0 M. cricoarytenoideus posteriordorsale vlak van de lamina cartilaginis cricoidea

0 M. constrictor pharyngis inferior pars cricopharyngeaachterste deel van de buitenzijde van het ringkraakbeen dorsaal van de oorsprong van de m. cricothyreoideus en het ligamentum ceratocricoideum

0 M. cricothyreoideuspars externa onderrand van de lamina van het schildkraakbeen ventraal van het tuberculum thyreoideum inferius (ars recta); tussen tuberculum thyreoideum inferius en cornu inferius van het schildkraakbeen (pars obliqua)

0 M. cricothyreoideuspars internabinnenzijde van de schildkraakbeenlamina [en conus elasticus]

M. thyreoarytenoideus0 pars externa lateraal van de mediaanlijn in het onderste derde deel van de schildkraakbeenhoek0 pars interna = m. vocalis in onderste derde deel van de schildkraakbeenhoek[en via de stembandpees van het ligamentum vocale]

0 M. cricothyreoideuspars interna pars externaventrale vlak van de ringkraakbeenboog

0 M. cricoarytenoideus lateralis overgang tussen arcus en lamina cartilaginis cricoideae

M. thyreoarytenoideus 0 pars externacrista arcuata van het arytenoidkraakbeen0 pars interna = m. vocalis processus vocalis (portio thyreovocalis), fovea oblonga (portio thyreomuscularis)

0 M. arytenoideus obliquus hoogste punt van het arytenoidkraakbeen (andere zijde)

0 M. cricoarytenoideus lateralis Lateraal-voor op de processus muscularis cartilaginis arytenoideae

c

b

a

Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007

Afb. 3.Fa-c

3 Hals

SpiertrainerExtrinsieke en intrinsieke larynxspieren3.Fa–c Larynxspieren (gewrichtsspieren van arytenoid- en schildkraakbeen). Oorsprong op schild- en

ringkraakbeen en aanhechting op schildkraakbeen a,b (gewrichtsspieren ring- en arytenoidkraak-been). Oorsprong op ring- en schildkraakbeen en aanhechting op arytenoidkraakbeen, c.

Inhoud

1

2

3

4

5

6

7

A

16

Gehemelte- en keelspieren 8Atlas: zie 176–180

3.G Spieren van farynx en zachte gehemelte, oorsprong en aanhechting op de uitwendige schedelbasis.

0 M. tensor veli palatiniachterrand van de lamina horizontalis van het os palatinum (via de aponeurose van het gehemelte)

0 M. constrictor pharyngis superiortuberculum pharyngeum (via de raphe pharyngis)

0 M. tensor veli palatinifossa scaphoidea van de ala major ossis sphenoidalis, basis van de processus pterygoideus, spina ossis sphenoidalis [lamina membranacea en lamina medialis van de pars cartilaginea van de tuba auditiva]

0 M. levator veli palatini facies inferior partis petrosae van het os temporale [lamina lateralis van de pars cartilaginea van de tuba auditiva]

0 M. stylopharyngeusachterzijde van de basis van de processus styloideus van het os temporale

0 M. uvulae spina nasalis posterior (via de aponeurose van het gehemelte)

0 M. constrictor pharyngis superioronderzijde van de pars petrosa van het os temporale (variabel) lamina medialis van de processus pterygoideus en hamulus pterygoideus van het os sphenoidale

Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas© Springer Uitgeverij 2007

Afb. 3.G

3 Hals

SpiertrainerGehemelte- en keelspieren3.G Spieren van farynx en zachte gehemelte, oorsprong en aanhechting

op de uitwendige schedelbasis.