24
Johan Clarysse Suspicious portraits

suspicious portraits

Embed Size (px)

DESCRIPTION

suspicious portraits by Johan Clarysse

Citation preview

Page 1: suspicious portraits

Johan Clarysse Suspicious portraits

Page 2: suspicious portraits
Page 3: suspicious portraits

Suspicious portraits (Werner)60x50 cm

Page 4: suspicious portraits
Page 5: suspicious portraits

Suspicious portraits (Klaus)180x150 cm

Page 6: suspicious portraits

Een tijd geleden zag ik Johan Clarysse nu en dan zitten in de bibliotheek van het Museum Dr. Guislain. Hij keek en las vol concentratie in één van de klassiekers, een zeldzame, van de geschiedenis van de psychiatrie, met name de Iconographie Photograpique de la Salpêtrière en de Nouvelle Iconographie de la Salpêtrière, beide in de jaren 70 en 80 van de negentiende eeuw uitgegeven onder impuls van Charcot, de beroemde Parijse neuroloog. In de publicaties staan naast de teksten waarin de dokter zijn patiënten beschrijft, ook de beroemde foto’s van Albert Londe: verschillende patiënten werden door deze uiterst getalenteerde fotograaf op vraag van Charcot in beeld gebracht. Charcot vond dat visuele aspect erg belangrijk. Hij wilde een soort ‘visuele psychologie’ ontwikkelen. De ziekte zou, zo dacht de arts in al zijn ietwat naïeve ambitie, zich van het beeld, van de foto laten lezen. De trefzekerheid van de blik van de arts, dit is wat de didacticus Charcot aan zijn studenten met deze foto’s wilde bijbrengen. Anders gezegd: de dokter kan ‘op zicht’ bepalen welke geestesziekte iemand teistert. Gelukkig weten we nu wel de hubris van dit standpunt in te schatten. De foto’s verdwenen begin twintigste eeuw van de diagnostische relevantie naar de psychiatrische geschiedenis.

Maar de reeks werd in de jaren twintig van de vorige herontdekt door de Franse surrealisten: André Breton en Louis Aragon bejubelden ze als documenten van ‘een extreme menselijke gevoeligheid’.

Johan Clarysse bekeek ook nog andere oude reeksen uit de geschiedenis van de psychiatrie, de zogen-aamde collectie Meijer: de Nederlandse arts die begin de twintigste eeuw ook een reeks foto’s van zijn patiënten liet maken. De motivatie voor deze reeks is wat onduidelijk gebleven. Vermoedelijk wilde hij alsnog de waanzin ‘visualiseren’ en zo zijn studenten instrueren in de perfecte ‘diagnostische blik’.

Het was duidelijk dat Johan Clarysse zeer gericht research aan het doen was. Meer bepaald voor een reeks portretten die hij hier nu presenteert onder de titel: Suspicious portraits. ‘Suspicious’ staat voor vreemd, voor verdacht en de foto’s die hij in het museum bestudeerde vormden slechts één van de inspiratiebron-nen voor zijn portrettenreeks die hij hier presenteert. Daarnaast vormden portretten van familieleden en vrienden evenals van kunstenaars zoals Lars von Trier, de outsiderkunstenaar Willem van Genk, de schrijver-filosoof Slavoj Zizek het vertrekpunt voor deze reeks. Allen hebben ze gemeen dat ze beroemd of niet, berucht of onbekend, lijken ‘een hoek af te hebben’. Telkens gaat het om mensen die - door hun blik, houding of handeling -buiten ‘het te verwachten gemiddelde’ vallen, ze stralen iets bijzonder fascinerend uit.

De Suspicious Portraits vormen zo een verzameling beelden van personen die ons niet los laten, misschien zijn ze daarom alleen al verdacht. Ze zijn niet gemakkelijk te vatten in de gemakkelijk hanteerbare codes van ‘lief’, ‘beminnelijk’, ‘sympathiek’, ‘gezond’ enerzijds of ‘boos’,’bang’, ‘ongezond’ anderzijds. Neen, de uitstraling heeft iets intens en tegelijkertijd onwezenlijk, al te menselijk en toch niet benoembaar: het maakt ze ‘niet te classificeren’.

De portretten dagen de toeschouwer uit: hoe kijken we als we kijken, wat zien we, wat denken we daarbij? Welke stereotiepe oordelen liggen er steeds op voorhand klaar en wat zien we daardoor niet. Of anders gezegd: de kunstenaar wil het kijken als betekenisgevende act bevragen. Clarysse maakt portretten die open breken, die onze blik, ons kijken en oordelen doen herontdekken en in vraag stellen. Portretten die de twijfel dienen: iets zien, herbekijken, iets opnieuw zien, anders zien, iets weten, iets vermoeden te weten, maar nog veel meer niet weten, de kunst te twijfelen.

Naast eigenhandig gemaakte foto’s recycleert Clarysse dus vaak bestaande foto’s en beelden. Hij laat dingen weg, kadreert anders, hij laat de beelden kantelen in gelaagde schilderijen waarbij hij speelt met de spanning tussen gedetailleerd geschilderd en ‘onaf’, tussen een nerveus schilderen en een trefzekere

De kunst te twijfelenOver de Suspicious Portraits van Johan Clarysse

Page 7: suspicious portraits

borstelstreek. Hij werkt op kleine en op grote formaten. Kortom hij maakt beelden van personen die tegelijk gericht en open zijn, die informatie geven en verdoezelen, die zekerheden schenken en ze meteen weer onderuithalen.

Het is in deze dubbelheid dat deze schilderijen ons zo diep raken: de blik van de geportretteerde, de blik bij iedere menselijke ontmoeting staat voor de zekerheid, de zekerheid van die particuliere oogopslag. We kennen dat, we weten daar wel weg mee, of tenminste dat denken wij, maar tegelijkertijd is er het raadsel van die blik: nooit is iemand ‘per blik’ volledig te doorgronden.

Er is natuurlijk in dit verband ook een interessante kunsthistorische connotatie die voor Clarysse een soort statement vormt. Portretten kennen we in de geschiedenis van de kunst: het genre was in eerste instantie voorbehouden voor beroemde geestelijken, vorsten en prinsen, het waren verbeeldingen van macht en zekerheid. Clarysse hergebruikt het portretgenre om iets anders te zeggen: niet de heerschappij maar de kwetsbaarheid komt naar voor, niet het gesloten dogma dat de schijn van zekerheid ophoudt, maar het open zoeken naar een diepere ontmoeting die lukt en faalt, tegelijkertijd.

Johan Clarysse heeft een sterke fascinatie voor de portretten van Théodore Géricault, in het bijzonder het werk De kleptomaan. Het wordt hier in het Museum voor Schone kunsten in Gent bewaard en is één van de topwerken uit de collectie. Het is interessant om een parallel te zoeken tussen dit werk en de Suspicious Portraits.

Théodore Géricault, één van de centrale figuren van de Franse romantiek, wijst het koele en strenge neoclassicisme af en ontwikkelt een diepgevoelige en individualistische stijl.

De kleptomaan is een van een reeks portretten die Géricault rond 1820 van geesteszieken maakte. Deze reeks heeft als titel Monomanen en is in de keuze van het onderwerp en de uitwerking even opvallend als uitzonderlijk binnen de geschiedenis van de schilderkunst. Géricault schildert hier geen ‘pittoreske’ portretten: de waanzin wordt niet eerst geketend om dan als ‘vrolijk’ en ‘onnozel’ afgebeeld te worden. De suggestieve stijl, soepel en krachtig, met snelle toets is kenmerkend. De waanzinnigen zijn zeker niet geïdealiseerd, maar hun portretten getuigen toch van een zekere waardigheid die hen als volwaardige per-sonen presenteert. De kleptomaan vormt in deze reeks een speciaal geval. Zijn voorkomen is ruig en wild door de verwarde haardos en verwaarloosde baard. Hij valt echter vooral op door zijn intense blik. De ogen gefixeerd kijken indirect en onthullen de geestesverwarring van de monomaan. De kleptomaan getuigt van een zoeken naar waarachtigheid aan de hand van scherpe observatie.

Wellicht is het Johan Clarysse, bijna twee eeuwen later, om dezelfde drijfveer te doen: hoe kun je de waarachtigheid van een persoon in een beeld leggen? Hoe ijdel is deze poging? Is het mogelijk om het raadsel van wat iemand drijft definitief ‘vast te leggen’? Clarysse balanceert tussen die moeilijke kwestie van zekerheid versus twijfel. En het zoeken naar een balans tussen beide polen is in deze tijd meer dan ooit aan de orde. Waar de neurowetenschappen de boodschap omarmen dat we alles over wat mensen drijft en bezig houdt wellicht zullen kunnen weten en, meer nog, kunnen uitleggen en voorspellen, is hier een kunstenaar aan het werk die de aandacht vraagt voor het raadselachtige, die de meerwaarde van het ongrijpbare verbeeldt.

Patrick AllegaertArtistiek leider museum Dr. Guislain Gent

Page 8: suspicious portraits
Page 9: suspicious portraits

Suspicious portraits (Lars)90x70 cm

Page 10: suspicious portraits
Page 11: suspicious portraits

Suspicious portraits (Agnes)180x140 cm

Page 12: suspicious portraits
Page 13: suspicious portraits

Suspicious portraits (Robert)40x30 cm

Page 14: suspicious portraits

Suspicious portraits (Johanna)40x60 cm

Page 15: suspicious portraits
Page 16: suspicious portraits

Suspicious portraits (Christina)60x50 cm

Page 17: suspicious portraits

Suspicious portraits (Alexander)60x50 cm

Page 18: suspicious portraits
Page 19: suspicious portraits

Suspicious portraits (Willem)50x40 cm

Page 20: suspicious portraits
Page 21: suspicious portraits

Suspicious portraits (Francis)180x140 cm

Page 22: suspicious portraits

Tekst: Patrick Allegaert

Foto’s: Jan Darthet

Druk: Flyer.be

Met dank aan: Patrick, Jan, Hermine, Mia, Jeff

Copyright 2012 Johan Clarysse

Contact: galerie S&H De Buck/[email protected]

[email protected]

www.johan-clarysse.be

Page 23: suspicious portraits
Page 24: suspicious portraits

www.johan-clarysse.be