118
't Is paktaid ... ........

t is paktaid

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Jubilee book for the RTS in Boskoop

Citation preview

Page 1: t is paktaid

't Is paktaid...

~ ........

Page 2: t is paktaid
Page 3: t is paktaid

't Is paktaid...

Uitgegeven ter gelegenheid van het 90-jarlg bestaan van de Tuinbouwschool in Boskoop.

november 1988

Page 4: t is paktaid

Dit Iuslrumboek is tot stand gekomen door de gezamenlijke inzet van enkele (oud) personeelsleden en (oud) leerlingen van de school.

Grafische realisatie: De Boer Nieuwkoop b-.v. te Nieuwkoop. Omslagtekening: Marie·José Rijnvos.

Inhoudsopg

Ten geleide

90 jaar in vog

Onze school

Studieprogral

Criteria

Huisvesting

Onderwijsgev

Overig persor

Leerlingen

De schooltuin

Arboricultura

De afgestude,

VOLBIN

20 jaar HASl

De school en

De toekomst'

De toekomst'

Page 5: t is paktaid

Inhoudsopgave

Ten geleide 6

90 jaar in vogelvlucht 9 Onze school 13 Studieprogram ma 15 Criteria 26

Huisvesting 31 Onderwijsgevend personeel 35 Overig personeel 55 Leerlingen 61 De schooltuin 87 Arboricultura 80 jaar 91

De afgestudeerde Boskoper 94

VOLBIN 101 20 jaarHASU 104

De school en Boskoop 105

De toekomst van de RMTS 109

De toekomst van de RHSTL 113

Page 6: t is paktaid

Ing. H. J. M. van Haastrecht Hoofd van de afdeling Plantsoenen van de Gemeente Delft Voorzitter van de Commissie van Advies.

Ten geleide

Een lustrum is een feestelijke gebeurtenis zeker als èr sprake is van een dubbele viering. De Boskoopse tuinbouwschool werd 90 jaar geleden opgericht en de leerlingen vereniging Arboricultura begon 80 jaar geleden haar activiteiten. Twee zulke 'bejaarde' jubUarissen hebben natuurlijk een rijke historie, waar met dankbaarheid en plezier op teruggeblikt kan worden. Dat gebeurt in dit boek door een aantal mensen die op een of andere wijze binding hebben met de school. Zij halen o.a. herinneringen op, beschrijven de ontwikkeling van de school en de leerlingenvereniging en blikken voor­zichtig vooruit.

De school in Boskoop heeft op haar eigen wijze invloed gehad op het vak­gebied en indirect ook op de maatschappij. De ± 4000 gediplomeerden van deze school hebben daar zeker toe bijgedragen.

Na de start in 1898 krijgen de ontwikkeling van het onderwijs en de vak­matige kwaliteit daarvan veel aandacht. In de latere jaren wordt de opleiding in de tropische cultures aan het onderwijspakket toegevoegd. In 1937 wordt de cursus Tuinaanleg gestart. Dit is de voorloper van de huidige hogere opleiding voor Tuin- en Landschapsinrichting.

De ontwikkelingen van de school vragen aanpassingen in de gemeenschap van Boskoop. De toename van het aantal leerlingen betekent meer nieuwe bewoners, die vaak ujl aUe delen van Nederland afkomstig zijn. Het Koninklijk Besluit om naast Middelbare Agrarische Scholen Hogere Agrarische Beroepsopleidingen te starten en de bouw van de nieuwe school in 1972 luiden een nieuwe fase in.

6

De hogere opleiding krijgt naast de en wordt later verbreed met de rid De middelbare opleiding bouwt het uit en de Boomteelt krijgt haar Sj

tachtiger jaren wordt aan de midd, die zich sterker richt op de prakIij cursorisch onderwijs. Nu, na 90 jaar. staat de school Opl De Rijks Hogere School voor Tuir van augustus 1988 gefuseerd met

De Middelbare TUinbouwschool stc tot een groot Agrarisch Opleidlngs Door deze fusies zullen er In de tOE komen gericht op de verdieping e

Ik wO de samenstellers van dit boe~ besteed hebben en ik wens de leze

Page 7: t is paktaid

:eker als er sprake is van een dubbele erd 90 Jaar geleden opgericht en de mjaar geleden haar activiteiten. I natuurlijk een rijke historie, waar likt kan worden. nensen die op een of andere wijze o.a. herinneringen op, beschrijven rlingenvereniging en blikken voor-

In wijze invloed gehad op het vak­j. De ± 4000 gediplomeerden van ,ragen.

ling van het onderwijs en de vak­I de latere Jaren wordt de opleiding pakket toegevoegd. In 1937 wordt voorloper van de huidige hogere lting.

aanpassingen in de gemeenschap il leerlingen betekent meer nieuwe derland afkomstig zijn. Ibare Agrarische Scholen Hogere en de bouw van de nieuwe school

De hogere opleiding krijgt naast de richting Ontwerpen de richting Techniek en wordt later verbreed met de richting Beheer. De middelbare opleiding bouwt het onderdeel Aanleg en Onderhoud verder uil en de BoomteeIt krijgt haar specialisaties handel en produktie. In de tachtiger jaren wordt aan de middelbare opleiding een richting toegevoegd die zich sterker richt op de praktjjk. Tevens start de ontwikkeling van het cursorisch onderwijs. Nu, na 90 jaar, staat de school opnieuw voor ingrijpende veranderingen. De Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting is met ingang van augustus 1988 gefuseerd met drie andere Agrarische Hogescholen.

De Middelbare Tuinbouwschool staat voor een fusieproces, dat moel leiden tot een groot Agrarisch Opleidings Centrum. Door deze fusies zullen er in de toekomst nieuwe geavanceerde opleidingen komen, gericht op de verdieping en verbreding van het vakgebied.

Ik wil de samenstellers van dit boek bedanken voor de energie die zij er aan besteed hebben en ik wens de lezer van dit boek veel genoegen.

7

Page 8: t is paktaid

8

Topografische kaart 1854

I

Topografische kaart 1981

90 jaar in vogelvlucht

Het tuinbouwonderwijs In Boskoop de vorige eeuw zijn ruim 30 jaar I om in Boskoop een vorm van tuh niet. Oorzaken? Er zijn geen kund koop toont maar weinig animo, he is te klein.

De eerste poging om luinbouwond "Pomologische Vereemging", wa. onderwijs. Hun namen leven nog' lander, C. de Vos. Voorzitter was vindt vlak bij de ingang van het sc Deze "Pomologische Vereeniging" maakt en is met voorstellen gekolT blijk geven van visie en reallteitszi bestaan uit een cursus die deels th avonduren moet er in het schoolgl leiding van docenten. ln de voorsl opgenomen, maar ook Talen. Tel Hoe actief men zich ook inzet de krijgen stranden om de bovenstaal De Pomologische Vereeniging blijf een brief, waarin het volgende te I , Tuinbouwonderwijs is nodig en E

nimmer uit het oog verliezen, dat hoogte van den lijd moet blijven. met hoogst bekwame buitenlandsc treft, met buitenlandsche kweeken voor den wereldhandel, zoodat. ho is die in de Gemeente bestaat, wa sinds eeuwen op groote schaal wo tisch onderwijs, dat geheel ontbree, een tuinbouwschool in deze GeIT tuinbouw ten goede komen." Eindelijk, in 1898, wordt bij Konin~ in Boskoop een tuinbouwschool rr Officieel heet deze, ,Rijkstuinbouw\ Een soortgelijke school Is enkele ja

De school begint met 16 leerlinger Bij gebrek aan ruimte w rden de gemeentehuis. Van het begrip 'sch

Page 9: t is paktaid

.­ ~F=H

90 jaar in vogelvlucht

Het tuinbouwonderwijs in Boskoop is niet uit de lucht komen vallen. Reeds in de vorige eeuw zijn ruim 30 jaar lang verschillende pogingen ondernomen om in Boskoop een vorm van tuinbouwonderwijs te krijgen, maar dat lukt niet. Oorzaken? Er zijn geen kundige leraren te vinden, de gemeente Bos­koop toont maar weinig animo, het aantal leerlingen dat belangstelling heeft, is te klein.

De eerste poging om tuinbouwonderwijs te krijgen is in 1867. Er bestaat een "Pomologische Vereeniging", waarvan enkele leden zich inzetten voor het onderwijs. Hun namen leven nog voort in Boskoopse straatnamen: K. Otto­lander, C. de Vos. Voorzitter was A. Koster Mzn., wiens beeltenis zich be­vindt vlak bij de ingang van het schoolgebouw aan de Azalealaan. Deze "Pomologische Vereeniging" heeft vanaf 1867 een aantal plannen ge­maakt en is met voorstellen gekomen. Het zijn zeer ambitieuze plannen, die blijk geven van visie en realiteitszin. Zo zal het tuinbouwonderwijs moeten bestaan uit een cursus die deels theoretisch, deels praktisch gericht is. ]0 de avonduren moet er In het schoolgebouw gelegenheid zIjn te studeren onder leiding van docenten. (n de voorstellen is een breed scala van Teeltvakken opgenomen, maar ook Talen, Tekenen, Schoonschrijven en Boekhouden. Hoe actief men zich ook inzet, de pogingen het onderwijs van de grond te krijgen stranden om de bovenstaande redenen. De Pomologische Vereeniging bUjft ijveren en richt zich tot de regering met een brief, waarin het volgende te lezen is: "Tuinbouwonderwijs is nodig en eischt dringend vervulling. Men mag toch nimmer uit het oog verliezen, dat tuinbouw een vak is, waarin men op de hoogte van den tijd moet blijven, dat men de concurrentie te voeren heeft met hoogst bekwame bUitenlandsche kweekers, en wat deze Gemeente be­treft, met buitenlandsche kweekers, wier woonplaatsen gunstig gelegen zijn voor den wereldhandel, zoodat. hoe groot ook de schat van practische kennis is die in de Gemeente bestaat, waar het kweeken van boomen en planten sinds eeuwen op groote schaal wordt uitgeoefend, de behoefte aan theore­tisch onderwijs, dat geheel ontbreekt, diep wordt gevoeld. De oprichting van een tuinbouwschool in deze Gemeente zal den geheelen vaderlandsehen tuinbouw ten goede komen." Eindelijk, in 1898, wordt bij Koninklijk Besluit van 18 november bepaald, dat in Boskoop een tuinbouwschool mag komen. Officieel heet deze. ,Rijkstuinbouwwinterschool", de tweede in Zuid-Holland. Een soortgelijke school is enkele jaren daarvoor al opgericht in Naaldwijk.

De school begint met 16 leerlingen en 3 toehoorders. Bij gebrek aan ruimte worden de lessen gegeven in de raadszaal van hel gemeentehuis. Van het begrip 'school' zoals we dat nu kennen, Is nog geen

Page 10: t is paktaid

I

sprake. De opleiding duurt tweemaal een wintercursus met 18 lesuren in de week. De resterende tijd werken de leerlingen op de kwekerijen. De ideeën van de Pomologische Vereenîging worden door directeur C. H. Claassen en zijn medewerkers overgenomen: een combinatie van praktijk en theorie. Daarnaast is er een diversiteit aan vakken zoals Groente-, Fruit-, Bloemen-, Boomteelt en Tuinaanleg. De behuizing levert veel problemen op, maar al een jaar na de oprichting, in 1899, kan een eigen gebouw betrokken worden op de hoek van het Reijers­koop en de Valkenburgerlaan. De jaren daarna wordt de cursusduur van de opleiding verlengd. De oor­spronkelijke tuinbouwwinterschool ontwikkelt zich tot een vakopleiding voor boomkwekers, tuinarchitecten en bloemisten.

Het kontakt lussen de school en het bedrijfsleven, de praktijk, tot vandaag de dag één van de meest in het oog springende facetten van de opleiding, blijkt onder meer uit aanpassingen van het vakkenpakket. Als vanaf ongeveer 1916 de Boskaapse handelaren een zeer goede markt vinden voor hun pro­dukten in Zweden en Rusland, komen prompt Zweeds en Russisch op het lesprogramma. Na een aantal jaren vermindert die afzetmogeltjkheid en daar­mee v rdwijnen de twee talen weer uil de opleiding. Zo komt ook een Indische cursus van de grond, laler genoemd de Tropische Afdeling, om de leerlingen op te leiden voor een functie in het toenmalige Oost-Indië. Deze af­deling heeft lang bestaan, tot 1958.

Naast de stijging van het aantal leerlingen, komt er ook een verbreding van de opleiding. Het vak TUinaanleg begint steeds meer betekenis te krijgen. Vrij veel leerlingen gaan na hun Boskoopse opleiding als tuinarchitect werken bij gemeenten of beginnen een eigen bureau. Om aan de vraag naar bijscholing te kunnen voldoen, start in 1937 een eenjarige vervolgcursus Tuinaanleg. Dat ene jaar blijkt te weinig. In 1942 wordt de cursus vierjarig, waarvan twee praktijkjaren. Hierdoor is vanaf dat moment in Boskoop sprake van twee opleidingen: de luinbouwopleiding en de cursus Tuinaanleg. Deze cursus wordt in 1957 omgedoopt in Hogere Opleiding voor Tuinarchitectuur (H.O.T.A.). Niet alleen van de kant van de tuinarchitecten komt vraag naar bijscholing, ook van oud-leerlingen die in de meer technische richting werkzaam zijn. Een paar jaar later geeft het ministerie toestemming om naast de H.O.T.A. een opleiding Ie beginnen tot technisch hoofdambtenaar in de groenvoorzienlngen. Zo ontstaat in 1965 de Hogere Tuintechnjsche Opleiding (H.T.O.), met twee richtingen, de H.T.O.-A (Tuinarchitectuur) en de H T.O.-B (Tuintechniekl. Het aantal leerlingen voor deze H.T.O. is 16, maar in 1968 is dat al 120. Een gevolg van die toename is een tekort aan ruimte. Het schoolgebouw kan het groeiende aantal leerlingen niet meer aan, zodat uitgeweken moet wor­den naar lege leslokalen elders in Boskoop. Lastig weliswaar voor een goed

10

verloop van het onderwijs, maar \ dat heen en weer reizen door Bosi

Dan komt aan het eind van de bestaande onderwijs in ons land dJ De Hogere Tuintechnische Opleid opleiding en het aantal leerlingen cl wordt het probleem van de huisves aan voorlopig een einde. als aan officieel wordt geopend. Dat gaat n met een spectaculaire verplaatsing het nieuwe schoolplein. Met het in krijgt de H.T.O. ook een nieuwe n het ministerie hakt de knoop uiteim School voor Tuin- en Landschapsil ting onuitsprekelijk lang blijkt te zijT

Naast de twee bestaande differenti. (B-richting) ontwikkelt zich geleidel

Zo krijgt de RHSTL de vorm die Zl Ook lijkt het erop dat de opleiding plaats heeft gevonden. Het lijkt era pende, kondigen zich aan. De he scholen. de schaalvergrotingsopera seerd worden. Een lange, moeizaml agrarische scholen die over een aan als het lukt ook gaan samenwerke

Boskoop wordt dan verlaten, defin Toch een beetje weemoed na 90 e

Hoe vergaat het inmiddels de oudl omgedoopt tot Rijks Middelbare TL De RMTS is haar eigen weg gegaa ligging in het sierteeltcentrum Bos]. leerlingen uit alle delen van het lar worden gehonoreerd. De eerstejaa kansing is geen vanzelfsprekende Ze in het vaandel. Die zorg voor het niveau van de op! Boskoop en bij alle nog te noemer goed mogelijk te bewaken.

In 1983 komt naast de bestaande Leerlingen met een lagere vooropI,

Page 11: t is paktaid

, wintercursus met 18 lesuren in de lingen op de kwekerijen. De Idee~n m door directeur C. H. Claassen en ombinatie van praktijk en theorie. n zoals Groente-, Fruit-, Bloemen-,

naar aJ een jaar na de oprichting, in worden op de hoek van het Reijers­

'an de opleiding verlengd. De oor­kkelt zich tot een vakopleiding voor sten.

Ijfsleven, de praktijk, tot vandaag de ode facetten van de opleiding, blijkt vakkenpakket. Als vanaf ongeveer . goede markt vinden voor hun pro­Jrompt Zweeds en Russisch op het Indert die afzetmogelijkheid en daar­it de opleiding. Zo komt ook een lemd de Tropische Afdeling, om de het toenmalige Oost-Indië. Deze af­

, komt er ook een verbreding van de ~eds meer betekenis te krijgen. Vrij ,pleiding als tuinarchitect werken bij 1. Om aan de vraag naar bijscholing !enjarige vervolgcursus Tuinaanleg. dt de cursus vierjarig, waarvan twee ment in Boskoop sprake van twee ie cursus Tuinaanleg. Deze cursus ! Opleiding voor Tuinarchitectuur

iecten komt vraag naar bijscholJng, ;hnische richting werkzaam zijn. Een mming om naast de H.O.T.A. een mbtenaar in de groenvoorzieningen. lische Opleiding (H.T.O.). mettwee Jr) en de H.T.O.-B (Tuintechniek) . is 16, maar in 1968 is dal al 120. ;aan ruimte. Het schoolgebouw kan r aan. zodat uitgeweken moet wor­op. Lastig weliswaar voor een goed

verloop van het onderwijs, maar voor leerlingen en sommige leraren heeft dat heen en weer reizen door Boskoop toch iets aantrekkelijks.

Dan komt aan het eind van de zestiger jaren de Mammoetwet, die hel bestaande onderwijs in ons land drastisch verandert. De Hogere Tuintechnische Opleiding wordt een erkende hogere beroeps­opleiding en het aantal leerlingen dat zich aanmeldt. blijft groeien. Daardoor wordt het probleem van de huisvesting steeds nijpender. In 1972 komt hier­aan voorlopig een einde, als aan de Azalealaan het nieuwe schoolgebouw officieel wordt geopend. Dal gaat natuurlijk gepaard met veel festiviteiten en met een spectaculaire verplaatsing door hoogwerkers van de Parrolia naar het nieuwe schoolplein. Met het in gebruik nemen van het nieuwe gebouw krijgt de H.T.O. ook een nieuwe naam. Dat blijkt geen eenvoudige zaak en het ministerie hakt de knoop uiteindelijk maar door. Het wordt Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting, een naam die zelfs in de afkor­ting onuitsprekelijk lang blijkt te zijn.

Naast de twee bestaande differentiaties Ontwerpen (A-richting) en Techniek (B-richting) ontwikkelt zich geleidelijk een differentiatie Beheer (C-rlchtîng).

Zo krijgt de RHSTL de vorm die ze vandaag de dag nog heeft. Ook lijkt het erop dat de opleiding met dit nieuwe gebouw haar definitieve plaats heeft gevonden. Het lijkt erop, want veranderingen en wel zeer ingrij­pende, kondigen zich aan. De hogere beroepsopleidingen worden hoge­scholen, de schaalvergrotingsoperatie komt van de grond en er moet gefu­seerd worden. Een lange, moeizame weg voert naar een fusie van vier hogere agrarische scholen die over een aantal jaren in Velp moeten samenwonen en aJs het lukt, ook gaan samenwerken.

Boskoop wordt dan verlaten, definitief. Toch een beetje weemoed na 90 en nog wat jaren.

Hoe vergaat het inmiddels de oude tuinbouwschool die in de jaren Vijftig is omgedoopt tot Rijks Middelbare Tuinbouwschool (RMTS)? De RMTS is haar eigen weg gegaan, De goede naam van de school en de ligging in het s.ierteeltcentrum Boskoop zorgen voor een grote toeloop van leerlingen uit alle delen van het land. Lang niet alle aanmeldingen kunnen worden gehonoreerd. De eerstejaars moeten goed presteren want een her­kansing is geen vanzelfsprekende zaak. Bewaking van het niveau staat hoog in het vaandel. Die zorg Voor het niveau van de opleiding is een kenmerk van de opleiding in Boskoop en bij alle nog te noemen veranderingen is getracht dat niveau zo goed mogelijk te bewaken.

In 1983 komt naast de bestaande opleiding (A-opleiding) een B-opleiding. Leerlingen met een lagere vooropleiding kunnen zich via het voltooien van

1J

Page 12: t is paktaid

de B-opleidJng ook ontwikkelen tot vakbekwaam hovenier of boomkweker. De Middelbare wordt dus voor meer leerlingen toegankelijk.

De praktische vorming van de leerlingen vindt voor een groot deel plaats op de bedrijven van de Boskoopse bazen. Tot aan de beginjaren '70 lopen ze halve dagen stage. Na de invoering van de Mammoetwet wordt de bazen­praktijk teruggebracht tot één dag per week.

Op dit moment lopen de boomteelt-Ieerlingen van de A-opleiding nog drie jaar lang één dag per week stage bij een boomkweker, die van de B-opleiding zijn vaak twee dagen per week op zo'n bedrijf werkzaam. Niet zelden treedt een afgestudeerde leerling bij de stagebaas in dienst.

Voor de A- en O·leerlingen is de stage in het tweede en derde leerjaar flink veranderd. Zij zijn nu lange periodes van school. In klas 2 vertrekken ze na de herfstvakantie om pas na de kerstvakantie terug te keren. De stageperiode in klas 3 begint rond Pasen en loopt door tot aan de herfstvakantie van het volgende cursusjaar,

In vergelijl:<ing met vroeger is er veel veranderd in de opzet van de praktische vorming bij de bazen. Gebleven is hel grote belang dat de school aan deze stage hecht.

De laatste jaren is de school begonnen met het verzorgen van cursusonder­wijs. [n het huidige schooljaar lopen 10 cursussen, waaronder: Beheer Stede lijk Groen, Informatica, Marketing en Dendrologie. Het aantal cursisten be­draagt ongeveer 150.

12

Onze school

De tuinbouwschool in Boskoop bes

AI negentig jaar gaan er leerlingen n kweker, handelaar, hovenier, Indii heerder. Ook negentig jaar lang is e spannen om een groot scala van Vi

wijze aan de leerlingen te geven. Meer dan vierduizend leerlingen en in Boskoop gediplomeerd. Meer di een volledige of gedeeltelijke betrel werkzaam. Meer dan zevenhondeT< schreven op de 90-jarige schooL Voor al deze mensen maakt de tuin of voor een groot stuk deel uit van h

Wie of wat is nu eigenlijk die sehoo Is dat het gebouw waarvan we er ir Natuurlijl~, een gebouw is nodig. \N gebouw. Toch is dat niet de 'school'. In de lar bouw gegeven, maar in een barak, niet buiten gegeven? Ook van een J

toch: "We gaan naar school". Is het lesrooster wellicht een betere ( het tweede tot en met het zesde UUI

naar het schoolgebouw gaan of na; plaatsvindt. De 'school' is daarmee r aan de lijd waarop we aanwezig me Ook daarmee vangen we de school r is toch anders dan een school die ruimtevaarder, ook al wordt die OplE bouw gegeven. Het studieprogramma moet er dus gramma? Het programma van 1891: gelijkenis! Welk programma bepaalc Zijn er misschien verschillende schol En hoe zit hel met de leraren, de eon het gezicht van de school? Denken ~

de eerste plaats terug aan de kenme leraren hadden, om van de directeL Trouwens, wat te denken van de Ie een herinnering aan de school hare

Page 13: t is paktaid

ekwaam hovenier of boomkweker. 'Iingen toegankelijk.

vindt voor een groot deel plaats op rot aan de beginjaren '70 lopen ze de Mammoetwet wordt de bazen­

~ek.

lingen van de A-opleiding nog drie oomkweker, die van de B-opleiding ledrijf wer.kzaam. Niet zelden treedt as in dienst.

1 het tweede en derde leerjaar flink ;chool. In klas 2 vertrekken ze na de ~ terug te keren. De stageperiode in tot aan de herfstvakantie van het

nderd in de opzet van de praktische rote belang dat de school aan deze

net het verzorgen van cursusonder­lrsussen, waaronder: Beheer Stede­mdrologle. Het aantal cursisten be-

Onze school

De tuinbouwschool in Boskoop bestaat 90 jaar.

AI negentig jaar gaan er leerlingen naar toe om opgeleid te worden tot boom­kweker, handelaar, hovenier, Indië-ganger, tuinarchitect, technicus of be­heerder. Ook negentig jaar lang is er personeel geweest, dat zich heeft inge­spannen om een groot scala van vakken op de voor elke periode gewenste wijze aan de leerlingen te geven. Meer dan vierduizend leerlingen en studenten werden op de tuinbouwschool in Boskoop gediplomeerd. Meer dan driehonderd personeelsleden hebben een voUedige of gedeeltelijke betrekking gehad op de school of zijn er nog werkzaam. Meer dan zevenhonderd leerlingen en studenten staan nu inge­schreven op de 90-jarige school. Voor al deze mensen maakt de tuinbouwschool in Boskoop voor een slukje of voor een groot stuk deel uit van hun leven. Voor velen is het 'hun' school.

Wie of wat is nu eigenlijk die school? Is dat het gebouw waarvan we er inmiddels al één versleten hebben? Natuurlijk, een gebouw is nodig. We gingen en gaan naar school, naar dat gebouw. Toch is dat niet de ·schoor. In de lange historie zijn veel lessen niet in dat ge­bouw gegeven, maar in een barak of ander gebouw. Hoeveel lessen zijn er niet buiten gegeven? Ook van een practicummiddag Landmeten zeggen we toch: "We gaan naar school". Is het lesrooster wellicht een betere aanduiding? We zeggen immers: "Ik heb het tweede tot en met het zesde uur schoor'. We bedoelen daarmee dat we naar het schoolgebouw gaan of naar een andere plek, waar het onderwijs plaatsvindt. De 'school' is daarmee niet meer gebonden aan de plaats, maar aan de tijd waarop we aanwezig moeten of willen zijn. Ook daarmee vangen we de school niet, want de tuinbouwschool in Boskoop is toch anders dan een school die zich bezig houdt met de opleiding tot ruimtevaarder, ook al wordt die opleiding op dezelfde tijden in hel zelfde ge­bouw gegeven. Het studieprogramma moet er dus bij betrokken worden. Welk studiepro­gramma? Het programma van 1898 en dat van 1988 vertoont geen enkele gelijkeniS! Welk programma bepaalde of bepaalt het gezicht van de school? Zijn er misschien verschillende scholen van Boskoop geweest? En hoe zJt het met de leraren, de conciërge, de directeur? Vormen ook zij niet het gezicht van de school? Denken we bij herinneringen aan de school niet in de eerste plaats terug aan de kenmerkende eigenschappen die verschillende leraren hadden, om van de directeuren maar niet te spreken? Trouwens. wat te denken van de leerlingen? Zijn zij ook niet de school? Bij een herinnering aan de school horen zij er toch ook bij?

Page 14: t is paktaid

I

I

Goed beschouwd is 'de school' dus een raar fenomeen. Een school, ook de Tuinbouwschool in Boskoop, wordt bepaald door een groot aantal variabelen, die in combinatie met elkaar voor iedereen die op school gezeten of gewerkt heeft verschillende beelden oproepen. Die beelden, uit een bepaalde tijd, op een bepaalde plaats, behorende bij een bepaalde activiteit en ontstaan in het bijzijn van medeleerlingen of leraren zijn voor ons 'de school'. In werkelijkheid zijn het wel duizenden scholen. Is er dan niets wat allen, die bij dil jubileum betrokken zijn, gemeenschappe­lijk hebben? Misschien zijn er twee punten te noemen. Ten eerste de sfeer waarin gewerkt wordt, bepaald door de wijze waarop het personeel en de leerlingen of studenten met elkaar omgaan en ten tweede de instelling van de leerling c.q. student, die het mét Erasmus nog steeds de grootste dwaasheid vindt dingen te leren die hij later weer moet vergeten.

In de volgende hoofdstukken zal wat nader op de 90-jarîge school worden in­gegaan. De SCHOOL zal daartoe ontleed worden in onderdelen. Aan de S wordt het studieprogramma opgehangen, de inhoud van het onderwijs van de school. Bij de C wordt ingegaan op de criteria, de maat­staven waaraan de leerlingen getoetst worden. De H slaat op de huisvestings­situatie, die gedurende 90 jaar nogal veranderd is. Bij de 0 komt eerst het onderwijsgevende en daarna het overige personeel aan de orde. Natuurlijk behoren bij de L de leerlingen tenslotte nog nader beschouwd te worden.

Op de school

De school gaat aan, ik ga naar binnen. De school gaat uit, ik ga naar huis. Ik zeg: "Tot morgen" de school zegt niks.

Uit" Cultor".

14

Studieprogramma

Inleiding.

In onderWijskundig opzicht is het st en school. Het studieprogramma

Nieuwe leerlingen komen goed bei en school af dan op het studiepro

het studieprogramma volgens de ç Wat is een studieprogramma? Een studieprogramma geeft de ken of school onderwezen worden, ten middelbaar en het hoger beroepsor gebied. Het vakgebied is het uitga programma. Daartoe is het noodza is en dat aangegeven wordt voor \

Om praktische redenen is een stL onderdelen, de vakken of onderwi Voor een goed studieprogramma ~ draagt tot het bereiken van het doe van het vakgebied moeten directe ben. Het toevoegen van iets njeuw~ verminderd of geschrapt of als de ; De steeds weer veranderende eisen van een beroepsopleiding steIl. ge\ probleem daarbij is dat de spreiding zo groot is, dat lang niet aan alle ker enJopende beroepen kan worden

De school wordt hierin bijgestaan Commissie van Toezicht}, waarin hebben. Af en toe gebeurt het dat de schoe paalde vakken in het studieprograr van basiskennis veilig te stellen of ( de opleiding Ie brengen. Ook kan ai reden van deze overheidsbemoeiinl onderwijsprogramma wordt meesta' ten) op prijs gesteld omdat het vaal vakken. Een heel andere discussie met betre de wijze waarop en de intensiteit "" veel of weinig lesuren per week, VE

juist in kleine enz.

Page 15: t is paktaid

aar fenomeen. Een school, ook de lid door een groot aantal variabelen, n die op school gezeten of gewerkt

bepaalde plaats, behorende bij een , van medeleerlingen of leraren zijn I het wel duizenden scholen. m betrokken zijn, gemeenschappe­

, bepaald door de wijze waarop het let elkaar omgaan en ten tweede de ie het mét Erasmus nog steeds de die hij later weer moet vergeten.

~r op de 90-jarige school worden in­d worden in onderdelen. opgehangen, de Inhoud van het

l ingegaan op de criteria, de maat­"den. De H slaat op de huisvestings­'anderd is. Bij de 0 komt eerst het ; personeel aan de orde. Natuurlijk lOg nader beschouwd te worden.

Studieprogramma

Inleiding.

[n onderwijskundig opzicht is het studieprogramma het belangrijkste facet van een school. Het studieprogramma bepaalt de identiteit van een school. Nieuwe leerlingen komen goed beschouwd niet op een ander onderdeel van een school af dan op het studieprogramma. Men heeft een school'gehad' als het studieprogramma volgens de gestelde eisen is doorlopen. Wat is een studieprogramma? Een studieprogramma geeft de kennis en vaardigheden aan die op een cursus of school onderwezen worden, teneinde een bepaald doel te bereiken. In het middelbaar en het hoger beroepsonderwijs is dit doel gekoppeld aan een vak­gebied. Het vakgebied is het uitgangspunt voor het maken van een studie­programma. Daartoe is het noodzakelijk dat het vakgebied goed gedefinieerd Is en dat aangegeven wordt voor welke functies een school opleidt.

Om praktische redenen is een studieprogramma verdeeld in verschillende onderdelen, de vakken of onderwijselementen. Voor een goed studieprogramma geldt, dat elk van de vakken wezenlijk bij­draagt tot het bereiken van het doel van de opleiding. Wijzigingen In de eisen van het vakgebied moeten directe gevolgen voor het studieprogramma heb­ben. Het toevoegen van iets nieuws is alleen mogelijk als [ets bestaands wordt verminderd of geschrapt of als de cursusduur wordt verlengd. De steeds weer veranderende eisen die de praktijk aan het studieprogramma van een beroepsopleiding stelt, geven doorgaans veel stof tol discussie. Het probleem daarbij is dat de spreiding van de beroepsprofielen In een vakgebied zo groot is, dat lang niet aan alle kennis- oi vaardigheidsbehoeiten van die uit­eenlopende beroepen kan worden voldaan. De opleiding moet dan kiezen. De school wordt hierin bijgestaan door de Commissie van Advies (vroeger

ommissie van Toezicht), waarin representanten uit het vakgebied zitting hebben. Af en toe gebeurt het dat de school van overheidswege verplicht wordt be­paalde vakken in hel studieprogramma op te nemen om een zeker niveau van basiskennis veilig te stellen of om een maatschappelijke ontwikkeling in de opleiding te brengen. Ook kan afstemming op vergelijkbare scholen elders reden van deze overheidsbemoeiingen zijn. Een dergelijke inmenging in het onderwijsprogramma wordt meestal door personeel nóch leerlingen (studen­ten) op prijs gesteld omdat het vaak ten koste gaat van de school-specifieke vakken. Een heel andere discussie met betrekking tot het studieprogramma gaat over de wijze waarop en de intensiteit waarmee een vak gegeven moet worden: veel of weinig lesuren per week, veel of weinig praktijk, in grote groepen of juist in kleine enz.

Page 16: t is paktaid

Tot hoeverre mag een school de leerlingen (studenten) belasten? Wat is het juiste evenwicht tussen de belasting op school en de belasting thuis? OOK voor onze school is het bovenstaande door de jaren heen van toepassing. De opeenvolgende directies schromen niet om het onderwijsprogramma aan te passen, wanneer signalen uit de praktijk daartoe aanleiding geven.

De beginperiode.

De doelstelling van de sehoo bij haar oprichting is het geven van een theore­tische onderbouwing van de als goed bekend staande praktische kennis van de boomkweker. Dit is vooral belangrijk om de concurrentie met de 'hoogst bekwame buitenlandsche kweekers' aan te kunnen. Daarbij wordt de afstem­ming van de theorie op de praktijk van de boomkwekerij zeer belangrijk geacht.

De tweede klas in 1930.

Dit komt tot uiting in de programa-opzet in 1898, die als volgt is: van oktober tot april zes haJve dagen theorie en zes halve dagen praktijk, van april tot oktober hele dagen praktijk en vervolgens van oktober tot april weer het winlerprogramma. De cursus duurt in feite twee maal een half jaar. Het vakkenpakket is: Plantkunde. Boomkwekerij, Bloemisterij, Fruitteelt,

16

Groenteteelt, Natuurkunde, Scheikund rekenen, Boekhouden, Engels en Duits. In 1901 wordt het vak "Teekenen van 1 studieprogramma komen. naar al gauw Daarom versterkt de school haar spedal en de Tuinarchitectuur en wordt hel \I

eschrapt. Als tijden de eerste wereldoorlog de e: neemt, speelt de school daar op In ?OOI studieprogramma op te nemen. Belde \

1ndlsehe cursus / Tropische afdeling.

Een niet onbelangrijke aanpassing van hl plaats in 1920, wanneer de zogenaam Het doel hier.van is de overgang van cl Indische cultures, waarvoor veel belang~ kwekerij, te vergemakkelijken. De toege cultures, Indische volkenkunde en Java heid. Oeze cursus voorziet In een grot meer dan 600 leerlingen vla deze cursu~

het er meer dan 40.

NAMEN

Page 17: t is paktaid

eerlingen (studenten) belasten? Wat is het Ig op school en de belasting thuis? itaande door de jaren heen van toepassing. nen niet om het onderwijsprogramma aan ! praktijk daartoe aanleiding geven.

lar oprichting is het geven van een theore­ed bekend staande praktische kennis van ~grijk om de concurrentie met de 'hoogst , aan te KUnnen. Daarbij wordt de afstem­~k van de boomkwekerij zeer belangrijk

~et In 1898, die als volgt is: van oktober zes halve dagen praktijk, van april tot olgens van oktober tot april weer het

n hall jaar.

ioomkwekerij, Bloemisterij, Fruitteelt,

Groenteteelt, Natuurkunde. Scheikunde. Handsaardrijkskunde. Handels­rekenen, Boekhouden, Engels en Duits. In 1901 wordt het vak "Teekenen van Tuinen" hier aan toegevoegd. Op dit studieprogramma komen, naar al gauw blijkt, leerlingen af uit het hele land. Daarom versterkt de school haar specialiteit. de Boomkwekerij, Bloemisterij en de Tuinarchitectuur en wordt het vak Groenteteelt uit het programma geschrapt. Als tijdens de eerste wereldoorlog de export naar Rusland en Zweden toe­neemt, speelt de school daar op in door de talen Russisch en Zweeds in het studieprogramma op te nemen. Beide vakken krijgen grote belangstelling.

indische curSus / Tropische afdeling.

Een niet onbelangrijke aanpassing van het studieprogramma vindt vervolgens plaats in 1920, wanneer de zogenaamde Indische cursus wordt opgericht. Het doel hiervan is de overgang van de Boskoopse kwekerszoons naar de Lndische cultures. waarvoor veel belangstelling is door de malaise in de boom­kwekerij. te vergemakkelijken. De toegevoegde vakken zijn: Maleis, Indische cultures, Indische volkenkunde en Javaans en Soedanees als keuzemogelijk­heid. Deze cursus voorziet in een grote behoefte. Van 1921 tot 1958 zijn lTIeer dan 600 leerlingen via deze cursus gediplomeerd. In sommige jaren zijn het er meer dan 40.

ROKSTUI}D~UWSCHOOL TE BOS~OUP oursuS 1941/42 Pa&srapportoUfers ~&n leerlin«en der eerste llesse.

"I ~e

I i I i I I : ! I I I I IXlxlxl I ! Ix ~ I~I' I I I, I' I., , 1 I '1lI1 I I lidI I I I' I I l~' 'i '",: I .:,''11 , " ol ,I... l~I II '''' ·

I

I I I I I "". I u, ~ '1 .....ll !j I'"lal 'I cl I Il l!:Il 1'~1111~:"1' J~lNAMEN 1011 Clj , ~;;; 41)1 t I tJI ~ ot I+>' •.wt C +> , '''''1'''' '''''' t , ....1..." I .... I-~I el~ cu t :::tI , f f I t::s 0 I)

..

1.1.".1_,. "'dIJ ,g,o,C'~' I I lul:Jil-l '"1 ...1" +>'"'1"" ... ., .. }] II>, .. ·.l4I.<1I" 'I:d' 'I '1+>" I:;:>..... ,'* A '" I l"'" "' "" " '11>' 10' ·1 .... IlIC 'id"lél' ..,;:I., o'.<l ", .. ,"'1"',2,......1.. 1gl]I]lal'l 01.......1..1",01 J·I gl~lll ~ : +>, f:" "~,,' ä ..'~I~ ~l~: "'l~:'i!l.::: ~,;;l"g..col 0l ~, ..,~I ~ .<l1 ..1'::l' ,,11ll19IOI"'I~I"" ~"" 1""10'''1°.~l;;: ;;::l~;;:I;;:: ~l~I~I::I ... t.4I~I:,t:l,alll4~!. I;;:~l.g,~

61 1615T4T6~1416r618~1'6r6~I'SI'6n flel61 51 1'61 h7 61 6 '6'51 6'7716'7'8 1'611'1'616'S' 1 I I 1 13 4 4 2146/'464 ,,4 5161511 I 5:.514151' 1781 8 8 7 8 9 8 7 917 1 91 61 I 7 71 8 7 17 65 6 7 75 5 6 75 5 6,6 6 5 76 t20

5' 5 5 5' 5 7 , 5 6 4 6 5' 51 51 I I I126' 661816'7171695 517 5 I 68788 1'5 41 7716171416466 41 5!6 1 I 4166 ,5,', ,66 16164,71<;;1617187157,61 '16'5'411511 6178,8'717679887811'71898261 5 7 6 5 4,6'5 665 , 5 685 4 71 7171615141111\19161615171 117Ut6151 6 I 5

17

Page 18: t is paktaid

Cursus Tuinaanleg.

De school in Boskoop krijgt steeds meer bekendheid als dé opleiding voor tuinarchitect. Veel oud-leerlingen vestigen zich dan ook als zodanig, terwijl bovendien veel afgestudeerden in de gemeentelijke plantsoendiensten te werk gesteld worden. Er ontstaat bij deze oud-leerlingen in de dertiger jaren de behoefte tot een vervolgcursus tuinarchitectuur. Om hieraan te voldoen start de school in 1937 een eenjarige applicatiecursus. Al na enkele jaren blijkt de cursusduur echter te kort te zijn. Daarom begint in 1942 in Boskoop de vierjarige opleiding die in de loop der jaren zal uitgroeien tot de huidige HBO-opleiding'voor Tuin- en Landschapsinrichting. Deze vier­jarige, cursus Tuinaanleg" heeft de volgende opbouw: eerst een jaar voor­praktijk. vervolgens twee jaar cursusonderwijs in Boskoop en tenslotte. ter af­sluiting een praktijkjaar. Het studieprogramma van de cursus bevat de volgende vakken: Tuinplanten­teelt, Plantkunde, Systematiek, Planteziektenkunde, Tuinaanleg. Tuinbe­planting, Tuintekenen, Tuinplantenkennis, Kunstgeschiedenis, Techniek van Aanleg en Onderhoud, Handtekenen, Bouwkundig tekenen. Rechtlijnig tekenen, Bouwkunde, Stedebouw, Landmeten en Waterpassen, Planten­geografie, Plantensociologie, Wiskunde, Frans, Duits en Engels. Samengevat gaat hel om de plant, de tuin n het tekenen en staat de vreemde taal hoog in het vaandel.

Verbreding.

Nu aan de vraag om in Boskoop extra tujnarchitectuur te kunnen studeren is voldaan, kan de middelbare opleiding zich blijven richten op vooral de Boom­teelt. de Handel en de Tuinaanleg. Het vakkenpakket hierin wordt steeds breder. De vakken Planteziektenkunde, Boekhouden, Economie. Bodem­kunde, Mechanisatie, Recht- en Wetskennis. ultuurtechniek en Landmeten worden in het studieprogramma opgenomen, terwijl daarnaast cursussen Zweeds en Spaans worden gegeven. Ook het vak Lichamelijke Oefening w rdt geïntroduceerd. [n 1942 blijft het cijfer voor dit vak op alle paasrapporten oningevuld. omdat de gymnastiekzaal bezet Is door Duitse milItairen. Overigens kan het studieprogramma In de oorlogsjaren aanvankelijk normaal worden uitgevoerd. Dit geldt niet voor het schooljaar 1944-1945. ln dat jaar ligt het onderwijs, evenals tal van andere zaken, volledig stil. Na de oorlog verzorgt de Rijkstuinbouwschool het studieprogramma weer als levoren : de met een Nederlandse en Tropische tuinbouwopleiding richting en de cursus Tuinaanleg. Omdat beide opleidingen daarna een eigen ontwikkeling hebben doorge­maakt, zal hIerop in hel navolgende apart worden ingegaan.

18

Van tuinbouwopleiding tot RMTS

In het streven hét studieprogramma a het vakgebied en het onderwijs op eer jaren rond 1950 uitgebreide discussi~ moeten worden. In de bestaande les! de (vele) uren praktijk op de boom~ wordt aan een verzwaring van de vo cursus van drie maandell in onder te l jarige vervolgcursus.

Praktijkles Boomteell.

Ook wordt gesuggereerd een lwee- ~

verzorgen. Deze laatste variant ontm er dan twee soorten 'Boskopers' z< staander onduidelijk is. Gekozen wordt voor de éénjarige v het ministerie wordt aangevraagd. i' 1952 begonnen worden. Er blijkt evenwel zo weinig belangste wordt in het studieprogramma een t opgenomen en een 'garagepraktijk'

Page 19: t is paktaid

eer bekendheid als dé opleiding voor rigen zich dan ook als zodanig, terwijl ? gemeentelijke plantsoendiensten te

de dertiger jaren de behoefte tot een

n 1937 een eenjarige applicatiecursus. echter te kort te zijn. Daarom begint in J die in de loop der jaren zal uitgroeien ,- en Landschapsinrichting. Deze vier­ligende opbouw: eerst een jaar voor­ierwijs in Boskoop en tenslotte, ter af-

Jat de volgende vakken: Tuinplanten­eziektenkunde, Tuinaanleg. Tuinbe­nis, Kunstgeschiedenis. Techniek van I, Bouwkundig tekenen, Rechtlijnig Indmeten en Waterpassen. Planten­. Frans, Duits en Engels. e tuin en het tekenen en staat de

linarchitectuur te kunnen studeren is ;h blijven richten op vooral de Boom­~t vakkenpakket hierin wordt steeds , Boekhouden, Economie, Bodem­lnis, Cultuurtechniek en Landmeten lomen, terwijl daarnaast cursussen )ok het vak Lichamelijke Oefening

e paasrapporten oningevuld, omdat nilitairen. e oorlogsjaren aanvankelijk normaal ~t schooljaar 1944-1945. [n dat jaar e zaken. volledig stil. Na de oorlog lieprogramma weer als tevoren: de louwopleiding richting en de cursus

igen ontwikkeling hebben doorge­rt worden ingegaan.

Van tuinbouwopleiding tot RMTS

Jn het streven het studieprogramma aan te passen aan de ontwikkelingen in het vakgebied en het onderwijs op een hoger peil te brengen, vinden er in de jaren rond 1950 uitgebreide discussies plaats over hoe dit gerealiseerd zou moeten worden. Jn de bestaande lessentabel kan niet gesneden worden en de (vele) uren praktijk op de boomkwekerij zijn eveneens heilig. Gedacht wordt aan een verzwaring van de voorpraktijk door er een voorbereidende cursus van drie maanden in onder te brengen en aan het geven van een één­jarige vervolgcursus.

Praktijkles Boomteelt.

Ook wordt gesuggereerd een twee- en een driejarige opleiding naast elkaar te verzorgen. Deze laatste variant ontmoet evenwel nogal wat bezwaren, omdat er dan twee soorten 'Boskopers' zouden komen. hetgeen voor de buiten­staander onduidelijk is. Gekozen wordt voor de éénjarige vervolgcursus, die vervolgens in 1951 bij het ministerie wordt aangevraagd. Na verkregen toestemming zal hiermee in 1952 begonnen worden. Er blijkt evenwel zo weinig belangstelling te zijn, dat het er niet van komt. Wel wordt in het studieprogramma een twee weken durende cursus Mechanisatie opgenomen en een 'garagepraktijk' . Lang duurt deze situatie niet, want met

Page 20: t is paktaid

I

ingang van 1954 wordt de cursusduur voor iedere leerling verplicht drie jaar. Daardoor levert de school in 1956 geen gediplomeerden af. In de periode tussen het tweede en derde leerjaar zullen de leerlingen een buiten landse praktijk moeten door/open.

In het studieprogramma van het derde jaar worden naast de bekende vakken de nieuwe vakken Cultuurtechniek, Grondkennis, Mechanica en Bedrijfs­organisatie opgenomen, waardoor het studieprogramma zich weer confor­meert aan de behoeften in de praktijk. De ~Iacht is dat de afgestudeerden van de heideOlijschooI praktischer zijn ingesteld en daardoor ook op traditioneel Boskoopse werkplekken worden aangesteld. Ook het studieprogramma van de Tropische afdeling komt in de vijftiger jaren in discussie. Er komen berichten binnen dat de Boskopers niet meer in Indo­nesië worden toegelaten. ln 1954 worden enkele Tropische vakken vermin­derd in UTen, het Javaans en Soendanees worden geheel afgeschaft. Een jaar later zijn alle tropisch georiënteerde vakken van het lesrooster verdwenen.

Inmiddels heeft de school de status 'Middelbaar gekregen en wordt er volop gediscussieerd over de effectiviteil van de indeling van het studieprogramma, met name over het aandeel van de Boskoopse praktijk daarin. AI vanaf het begin van de school wordt m~melljk uitgegaan van het systeem halve dagen les, halve dagen praktijk. Het nadeel hiervan is dat de leerlingen zeer lange dagen maken en weinig gelegenheid tot het maken van huiswerk hebben. Er worden diverse modellen ter verandering van dit systeem besproken.

Differentiatie.

In 1968 wordt het studieprogramma gedifferentieerd. De leerlingen kiezen vanaf het derde jaar voor de vakrichting Boomteelt of de vakrichting Aanleg en Onderhoud_ Ook moet het typische Boskoopse systeem van een halve dag les en een halve dag praktijk op een boom­kwekerij worden prijsgegeven. Hoewel landelijk per jaar een blok van zeven weken praktijk wordt voorge­schreven claimt de RMTS-Boskoop een uitzonderingspositie: een leerling gaat twee jaar lang één dag per week naar een 'baas'. AI deze dagen brengen de leerlingen door op boomkwekerijen in of rondom Boskoop, behalve de derdejaars Aanleg en Onderhoud, die dit ergens in Nederland op een hoveniersbedrijf naar keuze doen. Later gaan ook de tweedejaars Aanleg en Onderhoud naar een hoveniers­bedrijf.

Twee niveaus.

In 1983 krijgt de RMTS in Boskoop het groene licht voor het starten van een B-opleiding. In deze opleiding worden de algemene vakken op een lager

niveau (of helemaal niet) gegeven. H weerhoudt twee opleidingen naast el! er door de reeds aanwezige differe RHSTL toch al een grote versehei< wordt afgeleverd.

In 1984 krijgt de vakrichting Aanleg cursusduur van 3,5 jaar. Voor deze I jaar drastisch gewijzigd. In het Iwee( tien weken te liggen, terwijl het laat: vuld. De vakrlchting Boomteell blijft afstemming plaats op de wensen van handelsproblematiek wordt sterk ver Commerciële economie, Recht, M wordt in het tweede en derde jaar voor de boomteelt relevant onderwer

Van cwsus Tuinaanleg tot RHSn

De 'cursus' wordt binnen de schoo leerlingenaantal is in de periode van jaar. Dit komt ondermeer doordat wordt toegelaten.

Begeleiding Landschapsbouw.

Page 21: t is paktaid

lor iedere leerling verplicht drie jaar. gediplomeerden af.

de leerjaar zullen de. leerlingen een

ar worden naast de bekende vakken ondkennis, Mechanica en Bedrijfs­;tudieprogramma zich weer confor­~ ~lacht is dat de afgestudeerden van ~Id en daardoor ook op traditioneel leid. :he afdeling komt in de vijftiger jaren 1at de 8oskopers niet meer in Indo­n enkele Tropische vakken vermin­;worden geheel afgeschaft. Een jaar .en van het lesrooster verdwenen.

lelbaar' gekregen en wordt er volop indeling van het studieprogramma, .oopse praktijk daarin. AI vanaf het ~gaan van het systeem halve dagen rvan is dat de leerlingen zeer lange let maken van huiswerk hebben. Er I van dit systeem besproken.

ifferentieerd. laar de vakrichting Boomteelt of de Ik moet het typische Boskoopse halve dag praktijk op een boom-

wen weken praktijk wordt voorge­uitzonderingspositie: een leerling

lr een 'baas'. op boomkwekerijen in of rondom en Onderhoud, die dit ergens in

.euze doen. 1 Onderhoud naar een hoveniers­

)ene licht voor het starten van een ~ algemene vakken op een lager

niveau (of helemaal niet) gegeven. Het argument dat in 1950 de school ervan weerhoudt twee opleidingen naast elkaar te hebben, telt nu niet meer, omdat er door de reeds aanwezige differentiaties in en lussen de RMTS en de RHSTL toch al een grote verscheidenheid aan gediplomeerde Boskopers wordt afgeleverd.

In 1984 krijgt de vakrichting Aanleg en Onderhoud van de A-opleiding een cursusduur van 3,5 Jaar. Voor deze leerlingen wordt de praktijk na het eerste jaar drastisch gewijzigd. In het tweede en derde jaar komt elk een blok van tien weken te liggen, terwijl het laatste halfjaar geheel praktisch wordt inge­vuld. De vakrichting Boomteelt blijft driejarig. In deze vakrichting vindt een afstemming plaats op de wensen van het beroepenveld. De aandacht voor de handelsproblematiek wordt sterk vergroot door de invoering van de vakken Commerciële economie, Recht, Management en Marketing. Bovendien wordt in het tweede en derde jaar projectonderwijs gegeven, waarbij een voor de boomteelt relevant onderwerp van diverse invalshoeken wordt belicht.

Van cursus Tuinaanleg tot RH5TL

De 'cursus' wordt binnen de school gezien als een kleine elite-groep. Het leerlingenaantal is in de periode van 1942 tot 1967 niet groler dan acht per jaar. Dit komt ondermeer doordat een leerling pas na een uitgebreide test wordt toegelaten.

Begeleiding Landschapsbouw.

Page 22: t is paktaid

Wat het studieprogramma betreft verandert er de eerste jaren niet veel. Een veel geuite klacht van de leraren is wel dat het vermogen tot zelfstandig wer­ken van de cursisten niet groot is. Men is slechts geneigd datgene te doen wat de leraar opdraagt. Desondanks komen bijna alle toegelaten cursisten door de opleiding heen. Met het drie-jarig worden van de tUinbouwschool in 1954 en de toevoeging middelbaar, wordt ook de cursus opgewaardeerd tot MOTA, de Middelbare Opleiding voor Tuinarchitectuur, hetgeen enkele jaren later veranderd wordt in HOTA, Hogere Opleiding voor Tuinarchitectuur. Het stu­dieprogramma verandert mee. De vakken Tuinplantenteelt, Plantkunde, Plantensociologie en -systematiek maken plaats voor Perspectiefleer , Bodemkunde, Grondverbetering, Bosbouw en Landschapskunde.

Practicum Landmeten.

Technische richting.

In 1964 verandert er veel. (s het volgen van de opleiding tot die tijd alleen maar mogelijk met het diploma van een Middelbare Tuinbouwschool als vooropleiding en leidt de school de leerlingen alleen maar op tot ontwerpers/ tuinarchitecten, vanaf 1964 Îs de school ook toegankelijk voor leerlingen met een diploma van het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs en leidt de school ook op in een richting waarin de technische uitvoering van de aan­leg en het onderhoud van beplantingen wordt onderwezen Voor deze laatste richting (de B-richting) worden de vakken Cultuurtechniek, Landmeten en Weg- en Waterbouwkunde aan het vakkenpakket toegevoegd. Inmiddels is Frans al enige jaren uit het studieprogramma verdwenen in ruil voor Neder­lands en zijn de vakken Bedrijfsorganisatie en Wetskennis ook in het pro­gramma opgenomen.

22

De doelstelling van de nieuwe B-op kaderfuncties bij gemeentelijke plan andere diensten of bedrijven die hU! de landschapsbouw, de groenvoorzi het natuurbeheer. De HOTA verandert in een Hogere tingen: de HTO-A en de HTO-B. 0 gedaan gemaakt. Vanaf dat mome voor Tuin- en Landschapsinrichting De B-opleidlng voorziet in een gw eerste jaar neemt toe van gemiddel 1970 de leerlingen met een havo-vo wet, ook toelaatbaar zijn, stijgt het a de honderd.

Uniform HAO.

In 1975 verandert er weer het nodil agrarische scholen een rninimumta van het vakkenpakket in zowel de achterliggende gedachte is dat een 9 belang van de student is. Deze kan d volgen waar hij/zij maar wil en ver stappen naar de school van zijn/haz nieurs-l zal de breedte van het stud vakken moeten garanderen. Boskoop is niet gelukkig met deze exacte vakken in de propedeuse beroepsgerichte vakken 'verdreven' electie aan het eind van de propel

zodat studenten de kans lopen pas i op de juiste opleiding zitten en c) Bos heeft, dat overstappen vanuit een al tweede jaar toch niet probleemloos Een tweede verandering betreft d~ teruggebracht worden van een jaar moet daardoor voor de helft op sc!

Semestersysteem .

Voor de RHSTL geeft het bovenstai te herzien. Het jaarsysteem wordt v gevoerd te beginnen in 1975 mei volgt: het le en 2e semester vormel

Page 23: t is paktaid

dert er de eerste jaren niet veel. Een dat het vermogen tot zelfstandig wer­; slechts geneigd datgene te doen wal 1 bijna alle toegelaten cursisten door rden van de tuinbouwschool in 1954 de cursus opgewaardeerd tot MOTA. 1itectuur, hetgeen enkele jaren later !iding voor Tuinarchitectuur. Het stu­kken Tuinplantenteelt, Plantkunde, aken plaats voor Perspecliefleer, )UW en Landschapskunde.

van de opleiding tot die tijd alleen m Middelbare Tuinbouwschool als Igen alleen maar op tot ontwerpers/ lok toegankelijk Voor leerlingen met e!r en middelbaar onderwijs en leidt e technische uitvoering van de aan­ordt onderwezen. Voor deze laatste m Cultuurtechniek, Landmeten en tmpakket toegevoegd. Inmiddels is lma verdwenen in ruil voor Neder­tie en Wetskennis ook in het pro-

De doelstelling van de nieuwe B-opleiding is de studenten op Ie leiden voor kaderfuncties bij gemeentelijke plantsoendiensten, cultuunnaatschappijen en andere diensten of bedrijven die hun activiteiten richten op de landinrichting, de landschapsbouw, de groenvoorziening van woon- en recreatiegebieden ol het natuurbeheer. De HOTA verandert in een Hogere Tuintechnische Opleiding, met twee rich­tingen: de HTO-A en de HTO-B. Deze naamgeving wordt in 1972 weer on­gedaan gemaakt. Vanaf dat moment heet de school: Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting, afgekort RHSTL. De B-opleiding voorziet in een grote behoefte. Het aantal studenten in het eerste jaar neemt toe van gemiddeld zes tot ongeveer 24. Als vervolgens in 1970 de leerlingen met een havo-vooropleiding, als gevolg van de Mammoet­wet, ook toelaatbaar zijn, stijgt het aantal eerstejaars in enkele jaren tot boven de honderd.

Uniform HAO.

In 1975 verandert er weer het nodige. Het ministerie schrijft aan alle hogere agrarische scholen een minimumtabel voor met betrekking tot de invulling van het vakkenpakket in zowel de propedeuse als de ingenieurs-l fase. De achterliggende gedachte Is dat een gelijke of gelijkwaardige propedeuse in het belang van de student is. Deze kan dan, volgens het ministerie, de propedeuse volgen waar hij/zij maar wil en vervolgens voor het tweede studiejaar over­stappen naar de school van zijn/haar keuze. De minimumtabel voor het inge­nieurs-I zal de breedte van het studieprogramma in het HAO voor bepaalde val~ken moeten garanderen. Boskoop is niet gelukkig met deze regeling, omdat a) er zo'n hoeveelheid exacte vakken In de propedeuse moet worden ondergebrClcht, dat de beroepsgerichte vakken 'verdreven' worden naar een latere studiefase, bl de selectie aan het eind van de propedeuse nauwelijks meer beroepsgericht is, zodat studenten de kans lopen pas in een latere fase te ontdekken, dat ze niet op de juiste opleiding zitten en c) Boskoop een zodanig uniek studieprogramma heeft, dat overstappen vanuit een andere Hogere Agrarische School naar het tweede jaar toch niet probleemloos zal verlopen. Een tweede verandering betreft de duur van de stageperiode. Deze moet teruggebracht worden van een jaar naar een half jaar. Het derde schooljaar moet daardoor voor de helft op school worden Ingevuld.

Semestersysteem.

Voor de RHSTL geeft het bovenstaande aanleiding om de onderwijsstructuur te herzien. Het jaarsysteem wordt verlaten en het semestersysteem wordt in­gevoerd, te beginnen in 1975 met de propedeuse. De opbouw is dan als volgt: het Ie en 2e semester vormen de propedeuse, het 3e, 4e en Se semes­

23

Page 24: t is paktaid

ter vormen de ingenieurs-l fase, het 6e semester is de stageperiode en het 7e en Be semester is de afstudeerfase. Er komt een doorstromingssysteem , waarbij studenten in het 3e, 4e of Se semester een half jaar vertraging kunnen oplopen. Het Se semester wordt gedeeltelijk twee keer per jaar gegeven. Hierdoor gaat twee maal per jaar een ongeveer even grote groep studenten naar het stagesemester. Het 7e en 8e semester worden vervolgens elk twee keer per jaar gegeven. De student hoeft in de propedeuse- en ingenieurs-l fase zijn aandacht tegeIJjkertijd niet meer aan 16 vakken te geven, maar slechts aan 11. Hij kan daardoor efficiënter werken. In het ingenieurs-2 wordt het aantal vakken beperkt tot 7. Deze worden geblokt gegeven. [n één van deze blokken vindt het multidisciplinaire projectonderwijs plaats. Hierbij wordt door studenten van de drie afstudeerrichtingen gezamenlijk aan een landJnrichtingsplan gewerkt. Tegelijkertijd wordt het vak Beheer aan het programma toegevoegd. Daar­mee sluit de school aan op de behoeften in de praktijk aan afgestudeerden met beheerskennis. In 1978 leidt dit tot een derde afstudeerdJfferentiatie, de C-richting. De A-. B- en C-richtlng sluiten dan aan op de drie fasen waarin een groenobject zich kan bevinden. de ontwerpfase. de uitvoeringsfase en de beheersfase.

Herstructurering.

Aan het eind der zeventiger jaren komt een nieuwe discipline de school binnen: de Informatica. De eerste computers worden meer als demonstratie­middel dan als werkapparaat gebruikt. Na een aanloopfase van enkele jaren vindt vanaf 1986 de automatiseringsdoorbraak plaats. Van het eerste tot en met het achtste semester wordt een volledige integratie van het vak Infor­matica met vooral de beroepsgerichte vakken nagestreefd. Daartoe wordt reeds in de propedeuse veel Informatica-onderwijs gegeven. Deze ontwikkeling vindt plaats ondanks de enorme bezuinigingen die op de school afkomen. Dit houdt in dat er een totale reorganiSatie van het onderwijs aan vast zit.

Het studieprogramma wordt opnieuw kritisch doorgelicht. De vakken die slechts een geringe bijdrage tot het bereiken van de onderWijsdoelstelling leveren worden geschrapt of ernstig bekort. Andere vakken worden, evenals Informatica. uitgebreid (Vegetatiekunde, Bedrijfskunde, Milieubeheer) of nieuw aan het programma toegevoegd (Tekenvaardigheid, Tuinkunstge­schiedenis) . Activiteiten buiten de school worden uitgebreid. De cursusduur op de praktiJk­school Arnhem wordt vier weken en de ontwerpers krijgen een schetsweek en een buitenlandse studiereis van drie weken in het studieprogramma. Ook de onderwljsstruc.tuur verandert. Het semestersysteem wordt verfijnd, door het schooljaar te verdelen in vier perioden van elk zeven lesweken,

24

Werken mei. de computer.

gevolgd door twee toetsingsweken . slechts zeven verschillende vakken h naar een verhoging van de effectivit, AI deze veranderingen zijn mogelijk ( geving valt: de wel op hel hoger bei het de hogescholen vrij hun studiepi vullen.

Hoe in de komende jaren de samel studierichtingen Bosbouw en CultUl Agrarische Hogeschool in Velp gesta bekend. Zeker is wel dat dit opnie\ programma zal leiden.

Page 25: t is paktaid

emester is de stageperiode en het 7e r komt een doorstromingssysteem , ester een half jaar vertraging kunnen !Itelijk twee keer per jaar gegeven. 1geveer even grote groep studenten !mester worden vervolgens elk twee in de propedeuse- en ingenieurs-1

er aan 16 vakken te geven, maar er werken. In het ingenieurs-2 wordt rorden geblokt gegeven. In één van re projectonderwijs plaats. Hierbij deerrichtingen gezamenlijk aan een

het programma toegevoegd. Daar­n in de praktijk aan afgestudeerden !en derde afstudeerdifferentiatie. de !n dan aan op de drie fasen waarin ltwerpfase, de uitvoeringsfase en de

t een nieuwe discipline de school terS worden meer als demonstratie­a een aanloopfase van enkele jaren braak plaats. Van het eerste tot en edige integratie van het vak Infor­akken nagestreefd. Daartoe wordt 'onderwijs gegeven. 1e enorme bezuinigingen die op de llale reorganisatie van het onderwijs

ritisch doorgelicht. De vakken die eiken van de onderwijsdoelstelling Tl. Andere vakken worden, evenals . Bedrijfskunde, MIlieubeheer) of (Tekenvaardigheid, TUinkunstge­

breid. De cursusduur op de praktijk­ontwerpers krijgen een schetsweek ,eken in het studieprogramma. ~t semestersysteem wordt verfijnd, perioden van elk zeven lesweken,

Werken met de computer.

gevolgd door twee toetsingsweken. In elke periode heeft de student nog slechts zeven verschillende vakken te volgen. Op deze wijze wordt gestreefd naar een verhoging van de effectiviteit. AI deze veranderingen zijn mogelijk omdat de school onder een nieuwe wet­geving valt: de wet op het hoger beroepsonderwijs. Volgens deze wet staat het de hogescholen vrij hun studieprogramma naar eigen goeddunken in te vullen.

Hoe in de komende jaren de samenwerking met en de afstemming op de studierichtingen Bosbouw en Cultuurtechniek binnen de nieuw te vormen Agrarische Hogeschool in Velp gestalte zal krijgen is op dil moment nog niet bekend. Zeker is wel dat dit opnieuw tot een aanpassing van het studie­programma zal leiden.

Page 26: t is paktaid

Criteria

[n een onderwijsorganisatie, die een bepaalde doelsteUing nastreeft, bevinden zich in het jaarprogramma verschillende momenten waarop getoetst moet worden in hoeverre de leerlingen of studenten aan (onderdelen van) deze doelstelling voldoen. Bij een toets behoort een beoordeling en een beoor­deling geschiedt aan de hand van bepaalde criteria. Door de jaren heen zijn de te hanteren criteria vaak onderwerp van gesprek geweest. Immers. met de zwaarte van de criteria valt of staat het njveau en daarmee eigenlijk de 'naam' van de opleiding.

Criteria voor toelating.

Het begint al met de toelating. De leerling moel voldoen aan bepaaJde voor­waarden betreffende zijn vooropleiding om voor toelating in aanmerking te komen. Bovendien moet hij tot voor kort toelatingsexamen doen om de leraren in de gelegenheid te stellen te komen lot een oordeel.

lUJKsTUIlfBOUWScnOOL TE BOSKOOP _!2.;ati~n ..~~-!n_~O~~_1941_ __ _

le!ërI.. liiënen .ii""rar.. nj)stërliiiiiis ---y; "1>.-'. __!~2-___ kund!..tll1~~~~~_..!-2 L

T T v 6 6 566 v v v 6 7 766 v V T 5 9 96 e 55177 5 3 556 3 5 v T V 5 5 37 6 4 2 6 1 1 6 6 7 1 e 5 66455 v v v 7 8 88 8 v v v 6 7 6 B 7 v v v 5 8 56 6 4 5 4 5 6 v v v 6 9 667

Voor de middelbare RTS bestaat het toelatingsexamen uit de vakken Neder­landse taal, Rekenen, Aardrijkskunde. Frans, Duits, Engels. Opstel over tuin­bouwen Kennis van tuinbouwgewassen. Van de beide laatste onderdelen doet de leerling zijn kennis op in het voorpraktljkjaar. Dit toelatingsexamen is pas in 1970 afgeschaft.

26

Voor de cursus Tuinaanleg/HOTA overstaan van de vakdocenten een worden toegelaten. Door het grote wordt dit toelatingsonderzoek in c psychologisch bureau. Tegenwoordi meer gehouden. Wel kunnen, na ~

kandidaten worden afgewezen,

Criteria voor bevordering en exan

Criteria voor bevordering, slagen of ment van de school. Het probleem Wanneer voldoet een leerling nog aa mag hij tekort schieten en in welke speciale criteria gesteld worden? Ho Het verleden leert dat over het bov€ exarnenkanrudaten van de RTS w, resultaten daarvan w rden vastgele! Het onderstaande gedeelte komt uil

Maar men is er niet als men de critel lang is namelijk dat de criteria ook \ afgewezen die eigenJijk moeten sla!

Page 27: t is paktaid

~

,alde doelstelling nastreeft, bevinden momenten waarop getoetst moet

denten aan (onderdelen van) deze ort een beoordeling en een beoar­Ide criteria. riteda vaak onderwerp van gesprek B criteria valt of staat het niveau en :iding.

~ moet voldoen aan bepaalde voor­)m voor toelating in aanmerking te ort toelatingsexamen doen om de Imen tol een oordeel.

BOSKOOP _.Psuatue 1941 ~nnIë--':-"'l~-"'I.-

~:.~!:._-!-2 L 6 5 6 6 7 7 6 8 9 9 8 e 7 6 ~ 5 5 3 7 6 1 e - - 5 5 6 e 8 8 7 6 6 7 8 5 6 6 6 9 6 6 7

atlngsexamen uit de vakken Neder· ms, Duits, Engels, Opstel over tuin­. Van de beide laatste onderdelen praktijkjaar. Dit toelatingsexamen is

Voor de cursus Tuinaanleg/HOTA/HTO geldt dat de leerlingen zich ten overstaan van de vakdocenten een dag lang moeten bewijzen, alvorens zij worden toegelaten. Door het grote aantal aanmeldingen voor de RH5TL wordt dit toelatingsonderzoek in de zeventiger jaren uitbesteed aan een psychologisch bureau. Tegenwoordig wordt er geen extern toelatingsexamen meer gehouden. Wel kunnen, na gesprekken met de toelatingscommissie, kandidaten wor.den afgewezen.

Criteria voor bevordering en examens.

Criteria voor bevordering, slagen of zakken liggen 'Jast in het examenregle­ment van de school. Het probleem is altijd het opstellen van deze criteria. Wanneer voldoet een leerling nog aan de voorwaarden om te slagen? Waarin mag hij tekort schieten en in welke mate? Moeten er voor bepaalde vakken speciale criteria gesteld worden') Hoe wordt er gecijferd? Het verleden leert dat over het bovenstaande menig uurtje vergaderd is. De examenkandidaten van de RTS worden stuk voor stuk besproken en de resultaten daarvan worden vastgelegd in de notulen. Het onderstaande gedeelte komt uit de notulen van 6 juli 1954.

k4, ")r7D;; .u. ~/'~~f'J; ~Ja.-. ~./û-L/f;; :/t-7t7j~~/fh: rt~w. :~~ 1fUtt.k2~-;",-:.,1;,A"'7· /Jf"~.- ~ 2&1~-4e-&.;:ZUI /~,,'; a_--'.kL./k"';;L. ~.Jt1;/Uü/~Z~/~;~ Aktk.I

~ "tt...ti6. .- I ~1ït( -:û4 ~ do.- .Á ./~.

/A'A7d}h{~,u;;·@,-tlkd.. ~.i ~(j4tk./r-,1~

~ 14 ti! .44.. ~ba... /f;-...ff, ti; ~ ;.4<o..Á.luL.

1r IJ. VIjJ~. ~~ --L:ti:~;-d û-o~.kd.. . y. jJ~ :!.UJ> .'kL~/' ~~ :uA H.'~ #.na:,./, 'U~

ct ~H.ili ··'~#~·/t4~Y~/ffa"~.44..db.4... a!~~:*,br:'~U~~~/~a;4'J. ~. ~~/~~I#<tJY'#~;M.. ~ k~_

Maar men is er niet als men de criteria aUeen maar heeft opgesteld. Van be­lang is namelijk dat de criteria ook werken, zodat geen kandidaten worden afgewezen die eigenlijk moeten slagen of andersom. Bovendien gaat een

27

Page 28: t is paktaid

I

,

xamenreglement uit van cijfers, maar wordt er niet in aangegeven hoe een leraar moet cijferen. Wanneer vindt een leraar een tentamen of een werkstuk voldoende? Hoe zet hij zijn oordeel over een gemaakt werkstuk om in een cijfer? Hoe 'hard' is dit cijfer als het om een subjectief oordeel gaat? Hoe wordt de cijferbepaling dan gemotiveerd?

Het beoordelen van een ontwerpopdracht bijvoorbeeld is voor alle leerlingen een indringende aangelegenheid. De leraar geeft een scherp oordeel waarÎn hij de sterke én zwakke kanten van het ontwerp bloot legt.

Examenreglementen worden van tijd tot tijd bijgesteld, bijvoorbeeld bij het in­voeren van nieuwe vakken of bij het vermoeden dat de electie niet juist is. Dit bijstellen gebeurt naar twee kanten: er kan een versoepeling worden aan­gebracht en er kunnen zwaardere eisen gesteld worden. Dit laatste doet zich bijvoorbeeld voor in 1958 bij de HOTA. De lerarenverga· dering constateert dat de bestaande criteria waaraan de studenten na het

28

praktijkjaar (het vierde jaar) moeter met het volgende plan: a) er zal in de komende jaren lagel b) de studenten moeten op school ê

vijf dagen een ontwerp een beç maken

c) de studenten moeten naast hun een 'thuisopgave' maken.

Aan deze vorm van beoordeling Is Vooral onderdeel b wordt door de zweelweek) . In 1967 wordt deze IJ,

werpopgave naast het praklijkwerl 1975 komt ook daar een eind aan.

Een gedeelle uan een beoordeling l.Jit d

Criteria voor de praktijk.

De praktijkwerkzaamheden vormen en hogere beroepsopleidingen. De zijn. Bij de praktijklessen op school i Voor de praktijkweken elders. of de diensten of bedrijven ligt dat anders. gemaakt. Het omgaan met deze afs( komt omdat de werkzaamheden var ]n sommige gevallen levert een vers< praJüikant gesteld mogen worden ir

Page 29: t is paktaid

lordt er niet in aangegeven hoe een leraar een tentamen of een werkstuk ~r een gemaakt werkstuk om \n een n een subjectief oordeel gaat? Hoe I?

.(; fN-UA.. Yz:>.kd~~ h.d ~.tL4IZ. ~.

~Ufo~~,

~, /Jtn:0~ d<M /JU..

o~kPrn ~.vrn~

LL'~ lJ1-<Ut- ':I~~ d~~'Z:~~ ~~qhc.~r ~~~d/- ~7? t'J-óU ~I~~~&-'~­~~~iXL

~~~1Zt~

~&Ih4~,~~ ~ l1Û P&.. trÁ-c7Lc ~'d.L

ot ~(~dJé"

.~~~.~ ~'0-~ ,;~ ?4?4~ ,~pU

tLiU.o...aL.

It bijvoorbeeld is voor alle leerlingen ~ar geeft een scherp oordeel waarin Dntwerp bloot legt.

lijd bijgesteld, bijvoorbeeld bij het in­moeden dat de selectie niet juist is. r kan een versoepeling worden aan­gesteld worden. 1958 bij de HOTA. De leraren verga­teria waaraan de studenten na het

praktijkjaar (het vierde jaar) moeten voldoen aan de lichte kant zijn en komt met het volgende plan: a) er zal in de komende jaren lager worden gecijferd b) de studenten moeten op school aan het eind van het jaar onder toezicht in

vIjf dagen een ontwerp, een beplantingsplan en een technische tekening maken

c) de studenten moelen naast hun praktijkwerk gedurende het praktijkjaar een 'thuisopgave' maken.

Aan deze vorm van beoordeling is lange tijd vastgehouden. Vooral onderdeel b wordt door de studenten als een zware last ervaren (de zweetweek) , In 1967 wordt deze week weer afgeschaft. Ook de extra ont­werpopgave naast het praktijkwerk leidt tot ongewenste werksituaties. In 1975 komt ook daar een eind aan.

dJ /.J L.-# ~2~~v~k~ '.~..d/.. ~~~~..w ,oH ~ .~ ~~<IC/~ 9.v 7~..w ~~. ~~ ~JfZ/ ~,--L . .M .a:~~'9.d~~~ J~d ~~~ ~;...v-~~ 4L;.~~. T--'- ­3)~~~nJ~~ ~ ~;;:;:.L ~ ~~~.( ,4/~. ~ ~~~.-/~.~ .~;'~ ~;j~~'~/~~.~ 4IG;~~d~~ ~

~;p~ :?LfZ~~ Een ged~elte uan een beoordeling uit de beginjaren uan de HOTA

Criteria voor de praktijk.

De praktijkwerkzaamheden vormen een belangrijk onderdeel van middelbare en hogere beroepsopleidingen. De criteria daarvoor mogen dan ook zwaar zijn. Bij de praktijklessen op school is daar een directe controle op mogelijk. Voor de prakt\jkweken elders, of de praktijkperiodes van enkele maanden bij diensten of bedrijven ligt dat anders. Daarover worden van te voren afspraken gemaakt. Het omgaan met deze afspraken is nog wel eens verschillend. Dat komt omdat de werkzaamheden van de bedrijven soms ver uit elkaar lopen. In sommige gevallen levert een verschil van inzicht over de eisen die aan een praktikant gesteld mogen worden interessante discussies op, waaruit beide

29

Page 30: t is paktaid

partijen lering kunnen trekken. Het komt ook voor dat de school door on· overbrugbare meningsverschillen met een praktijkadres breekt. Een pelangrijke rol is hierbij weggelegd voor de mentor of leerpatroon . Hij dient te beseffen dat de praktikant in opleiding is en het werken bij hem als een stuk van die opleiding gezien moet worden. De praktikant hoopt van de mentor vakkennis op te steken en inzicht te k 'jgen in de menselijke verhou­dingen binnen een bedrijf: Uit dien hoofde stelt ook hij zijn 'criteria'. Hij brengt echter ook wat mee: enthousiasme, een frisse kijk op het vakgebied en een kritische instelling. Voor een mentor kan dit laatste verhelderend werken. Als het tussen praktikant en mentor de spuigaten uitloopt wordt de school in­geschakerd. Dit gebeurt van beide kanten. Onderstaand citaat is uit een brief van een praktikant van de Middelbare.

"In de afgelopen 4 maanden heb ik daar niets meer bijgeleerd. Ik verdoe daar mijn tijd, ondanks mijn lust mij verder te bekwamen in de werkzaam­heden voorkomend in het boomkwekerijbedrijf. lk schijn alle zwaardere karweitjes te moeten krijgen (bokken lossen e. d.). Jan van Zomeren krijgt alle lichtere karweitjes (poten, lichte graafwerk. zaamheden e.d.). Op dit bedrijf is niet één vaste knecht aan te wijzen die daar langer dan twee jaar heeft gezeten. Dit zal door diverse bedrijfssociologen als een zwak punt in een bedrijf aangewezen kunnen worden en de oorzaak klmnen wezen van gebreken als gebrek aan arbeidsvreugde en gevoel voor de zaak. Ik meen verder te weten dat er tussen mij en mijn leerpatroon een dermate grote onverenigbaarheid in mentaliteit en culturele conceptie is ontstaan, dat ik zowel voor mijn welzijn als dat van mijn patroon zou willen adviseren: Een algehele breuk in de bestaande relatie. '

Een gesprek van de begeleidende leraar met beide bij het conflict betrokkenen kan de lucht in sommige gevallen doen klaren. In andere situaties wordt de tijd uitgezeten en is een nader onderzoek op zijn plaats om te beZien of het praktijkadres en de mentor wel kunnen voldoen aan de criteria die de school stelt, of dat het om een incident gaat.

30

Huisvesting

Het bouwen van een nieuwe school als vroeger. In 1899 gaat het in eeJ Daar moet dan voor de volledigheid spronkelijke schoolgebouw niet mee zaal, een museum/leraarskamer er van dit gebouw vindt plaats op 31 m 1899.

De school aan het Reijerskoop.

De eerste winter .. hieraan voorafgaa van het gemeentehuis gegeven. In 1924 viJ)dt de eerste uitbreiding v. vergroot en er komt een werkkamer Vijf jaar later, op de school zitten ir wordt het schoolgebouw opnieuw uit Ook wordt de school dan voorzien" In 19:35 wordt één van de leslokaler onderzoek. (De voorloper van het p Bij het drie-jarig worden van de scho gebouw uit te breiden.

Page 31: t is paktaid

lt ook voor dat de school door on­n praktijkadres breekt. voor de mentor of leerpatroon . Hij leiding is en het werken bij hem als JOrden. De praktikant hoopt van de : te krijgen in de menselijke verhou­t! stelt ook hij zijn 'cdteria' . Hij brengt frisse kijk op het vakgebied en een

I dit laatste verhelderend werken. luigaten uitloopt wordt de school in­l. Onderstaand citaat is uit een brief

laar niets meer bijgeleerd. Ik verdoe ?rder te bekwamen in de werkzaam­:erijbedrijf. lOeten krijgen (bokken lossen e.d.J. ~arweitjes (poten, lichte graafwerk·

t aan te wijzen die daar langer dan . diverse bedrijfssociologen als een mnen worden en de oorzaak kun nen arbeidsvreugde en gevoel voor de

'11ij en mijn leerpatroon een dermate f en culturele conceptie is ontstaan, n mijn patroon zou willen adviseren: elatie."

net beide bij het conflict betrokkenen klaren. In andere situaties wordt de k op zijn plaats om te bezien of het 'oldoen aan de criteria die de school

Huisvesting

Het bouwen van een nieuwe school gaat tegenwoordig lang niet zo snel meer als vroeger. In 1899 gaat het in een half jaar! Daar moet dan voor de volledigheid wel aan toegevoegd worden dat het oor­spronkelijke schoolgebouw niet meer omvat dan twee leslokalen, een teken­zaal, een museum/leraarskamer en een directeurskamer. De aanbesteding van dit gebouw vindt plaats op 31 maart 1899, de in gebruikname in oktober 1899.

De school aan het Reijerskoop.

De eerste winter, hieraan voorafgaande, worden de lessen in de raadszaal van het gemeentehuis gegeven. In 1924 vindt de eerste uitbreiding van de school plaats. De tekenzaal wordt vergroot en er komt een werkkamer bij. Vijf jaar later, op de school zitten inmiddels meer dan honderd leerlingen, wordt het schoolgebouw opnieuw uitgebreid, nu met maar liefst vier lokalen. Ook wordt de school dan voorzien van electriciteit. In 1935 wordt één van de leslokalen ingericht tol laboratorium voor grond­onderzoek. (De voorloper van het proefstation). Bij het drie-jarig worden van de school ontstaan er weer plannen het school­gebouw uit te breiden.

Page 32: t is paktaid

Het Ministerie wil daar evenwel niet op ingaan en denkt aan een nieuwe school. [n 1957 worden zelfs aparte vergaderingen gehouden over de eisen die aan een nieuw gebouw gesteld moeten worden. Er gebeurt evenwel niets. De school moet zich zien te redden in het steeds maar ouder wordende gebouwen in enkele barakken die aan de overzijde van de Valkenburgerlaan staan, naast het proefstation, dat inmiddels in een zelfstandig gebouw gehuis­vest I . Wanneer de nood nog groter wordt, worden er ook [es en in de Loods en de oude Maranathaschool gegeven. Eindelijk wordt er een perceel aan de Azalealaan gevonden waarop nieuw­bouw kan plaats vinden. Als de nieuwe school in 1972 in gebruik wordt geno­men is het gebouw echter met 15 leslokalen, een gymnastiekzaal en een kan­tine, al weer te klein. Daardoor moeten de noodgebouwen aan de Valken­burgerlaan nog in gebruik lijven.

Entree huidige schoolgebouw.

32

In 1975 wordt achter de school de eel vinden zich een grote collegezaal, een I kleine lokalen, die ook als werkruirr worden _ Enkele jaren later wordt een instructielokalen en een koelcel aan hl De school blijft evenwel groeien en opn Josephschool, extra lesruimte worden In 1980 wordt ook dit probleem opgel later nog een derde dependance. Met kantine en 17 lokalen van verschilIene Vanaf dat moment tot op de dag van \ evenwicht met het aantal leerlingen en ruimte voor docenten en studenten ka daan. Omdat het aantal contacturen staan er evenwel mogelijkheden I slok; Zo zijn enkele leslokalen volledig ing, het gebouw ook in 1988 optimaal vc onderwijs daaraan stelt.

" I L-'

Geautomatiseerd tekenen.

Page 33: t is paktaid

op ingaan en denkt aan een nieuwe vergaderingen gehouden over de eisen .eten worden. Er gebeurt evenwel niets. I in het steeds maar ouder wordende 1 de overzijde van de Valkenburgerlaan ddels in een zelfstandig gebouw gehuis­~r wordt, worden er ook lessen in de gegeven. ~ Azalealaan gevonden waarop nieuw­e school In 1972 in gebruik wordt geno­)kalen, een gymnastiekzanl en een kan­:en de noodgebouwen aan de Valken-

In 1975 wordt achter de school de eerste dependC;lnce gebouwd. Hierin be­vinden zich een grote collegezaal, een bibl.iolheekzaal, één groot lokaal en zes kleine lokalen, die ook als werkruimten voor docenten gebruikt kunnen worden. Enkele Jaren later wordt een grote kas met praktijkruimten, twee instructielokalen en een koelcel aan het gebouwencomplex toegevoegd. De school blijft evenwel groeien en opnieuw moet in een lagere school, de St. Josephschool, extra lesruimte worden bijgehuurd. In 1980 wordt ook dit probleem opgelost door de bouw van een tweede en later nog een derde dependance. Met deze uitbreidingen worden een grote kantine en 17 lokalen van verschillende grootte aan he.! geheel toegevoegd. Vanaf dat moment tot op de dag van vandaag is de lokalensitualie. redelijk in evenwicht met het aantal leerlingen en studenten. Aan de behoefte tot werk· ruimte voor docenten en studenten kan echter nog niet volledig worden vol­daan. Omdat het aantal contacturen de laatste jaren is teruggelopen, ont­staan er evenwel mogelijkheden leslokalen een andere bestemming te geven. Zo zijn enkele leslokalen volledig ingericht als computerruimten, waardoor het gebouw ook in 1988 optimaal voldoet aan de eisen, die het moderne onderwijs daaraan stelt.

,II

L.....

GeaulomatJseerd tekenen.

33

Page 34: t is paktaid

De vaste leraren in 1948:

Jr. E.E. HarrTlsen Drs. P.J.S. ,JOl] Dijk;

A. J. (Jan de Graaf Jr. L.H. Vreeling

F. W, Vijgen (onderdirecteur)

34

B. Kr mer

Onderwijsgevend personeel

De hoofddoelstelling van een school of staat met de aanwezigheid van 9 onderwijsinstelling wordt gewijzigd, sen of moet er personeel bij kamer een onderwijsorganisatie loopt steed kelingen in de beroepspraktijk, om< frontlijn van de ontwikkelingen bevi Om het bovenbedoelde risico zo kiE van de tuinbouwschool in Boskoop' andere beroepsopleidingen, een eig is er op gericht bij het onderwijsgevel te betrekken. Hierdoor is de kloof, c onderwijsprogramma. zo klein mag' Het gevolg van dit beleid is dat de beperkte groep vaste leraren en een Dat dit soms nadelige consequentie aan lokalen, wordt voor lief genom In de beginjaren telt de schoollout. Pas in 1903 wordt de eerste leraar il het er nog maar zes. Er zijn dan ba

Pas in het begin van de zeventiger j onderwijsgevende personeel plaats. grote instroom van studenten op de mogelijk specifieke docenten in voilE lende algemene vakken. De traditiol wel voor het grootste deel nog stE verschillende werksituaties van deze het voor de studenten interessant: achtergrond tegen dezelfde problerr Mede door het binnenkomen van e relatie leerling-leraar of studenl-doce Dit wordt bovendien bevorderd doo De school speelt hier op in door ve{ van het onderwijs. De positieve kriti docent meer open staat voor de mE

Page 35: t is paktaid

Drs. P.J.S "an Dijk

Ir LH. VreeJrng

Onderwijsgevend personee'l

De hoofddoelstelling van een school: het verzorgen van goed onderwijs, valt of staat met de aanwezigheid van goed onderwijsgevend personeel. ftls de onderwijsinstelling wordt gewijzigd, moet het personeel zich hieraan aanpas­sen of moet er personeel bij komen. Hoezeer het bovenstaande ook geldt, een onderwijsorganisatie loopt steeds het risico achter te blijven bij de ontwik­kelingen in de beroepspraktijk, omdat het personeel zich meestal niet in de frontlijn van de ontwikkelingen bevindt. Om het bovenbedoelde risico zo klein mogelijk te houden, heeft de direclle van de tuinbouwschool in Boskoop door de jaren heen, in afwijking van veel andere beroepsopleidingen, een eigen aanstellingsbeleid gevolgd. Dit beleid is er op gericht bij het onderwijsgevende personeel veel mensen uit de praktijk te betrekken. Hierdoor is de kloof, die kan ontstaan tussen de praktijk en het onderwijsprogramma, zo klein mogelijk. Het gevolg van dit beleid is dat de school het onderwijs verzorgt met een beperkte groep vaste leraren en een grote groep part-timers en gastdocenten. Dat dit soms nadelige consequenties heeft voor de roosters en de behoefte aan lokalen, wordt voor lief genomen. In de beginjaren telt de school louter part-timers! Pas in 1903 wordt de· eerste leraar in volledige dienst ben oemd. In 1948 zijn het er nog maar zes. Er zijn dan bovendien twaalf part-timers.

Pas in het begin van de zeventiger jaren vindt een sterke uitbreiding van het onderwijsgevende personeel plaats. Dit wordt veroorzaakt door de sterk ver­grote instroom van studenten op de RHSTL. Door deze uitbreiding wordt het mogelijk specifieke docenten in volledige dienst aan te trekken voor verschil­lende algemene vakken. De traditionele vormgevende vakken worden even­wel voor het grootste deel nog steeds door part-timers gegeven. Juist de verschillende werksituaties van deze docenten in hun hoofdbetrekking maakt het voor de studenten interessant: docenten kijken met een verschillende achtergrond tegen dezelfde problemen aan. Mede door het binnenkomen van een grote groep jonge docenten wordt de relatie leerling-leraar of student-docent een andere: De 'afstand' wordt kleiner. Dit wordt bovendien bevorderd door het feit clat de. student mondiger wordt. De school speelt hier op in door veel aandacht te schenken aan de evaluatie van het onderwijs. De positieve kritiek van de student draagt ertoe bij dat de docent meer open staat voor de mening van de student.

B. Kremer

Page 36: t is paktaid

Lerare-n op de sportdag in 1979

In de loop der jaren is het aantal docenten dat voltijds of in deeltijd bij het onderwijs betrokken is geweest de grens van driehonderd ruim gepasseerd. In 1988 alleen al is het aantal groter dan tachtig. D man die deze laak het langst heeft vervuld mag hier niet ongenoemd blij­ven. Dal is de heer Ir. E. E. Harmsen, die negenendertig jaar lang van 1932 tot 1971 het vak Sierplantenkennis inhoud heeft gegeven. Of mei de tegenwoordige VUT- e andere regelingen dit record ooit nog wordt gebroken valt te betwijfelen.

Enkele oud-docenten kijken op de volgende pagina s kort terug op hun actieve periode op de school.

Drs. P. J. S. van Dijk 1943-1978 A.J. van de Graaf 1945-1978 Ing. J. Meijers 1948-1983 F. J. Bre.ijer 1966-1986 Ir. C. de.Rjjk 1967-1982 W. W. Grootendorst 1968-1986 Ing. H.1. Soet 1970-1983

36

Drs. P.J.S. van Dijk docent van 1943-1978 vakken: Plantkunde, Planteziekten kunde, Scheikunde, Plantengeogra He. Oecologie n Natuurkunclig{ Aardrijkskunde.

Sprong in het duister Terugkijkend op mijn leraarschap ai herinneringen naar boven, dat het n eerste kennismaking met Boskoop Duitse bezetting. 's Ochtends vroeg een treinreis van ruim 12 uur een p Behalve veel blikkerend water was , nog steg. Door een toevallige pass< bleek te zijn. De volgende ochtend bE rurecteur van de RMTS (toen nog R atiegesprek, waarop ik werd aangE

Tevens werd mij enig onderzoek bij geschjedde onderhands om de bezi Op een geleende fiets zonder ban< huis voor mijn vrouw te zoeken. hl Dr. Jacobi konden we echter een ~

Begin januari '43 werd ik dan voor met mijn eerste les Scheikunde. Ik alleen enige ervaring als assistent b denten . Maar het viel mee, de leer! wel geen lammetjes, maar zeker gE

esterkt door deze ervaring kon doodmoe en hees van het praten, I

volgende dag na grondige voorber derdaad het geval, getuige het feit, I

roep van leraar heb uitgeoefend me

Page 37: t is paktaid

lten dat voltijds of in deeltijd bij het ; van driehonderd ruim gepasseerd. n tachtig. :rvuld mag hier niet ongenoemd blij­ie negenendertig jaar lang van 1932 Iud heeft gegeven. dere regelingen dit record ooit nog

gende pagina's kort terug op hun

Drs. P.J.S. van Dijk docent van 1943-1978 vakken: Plantkunde, Planteziekten­kunde, Scheikunde, Plantengeogra­fie, Oecologie en Natuurkundige Aardrijkskunde.

Sprong in het duister Terugkijkend op mijn leraarschap aan de RMTS en RHSTL komen er zoveel herinneringen naar boven, dat het moeilijk is daaruit een keuze te doen. Mijn eerste kennismaking met Boskoop was in december 1942. dus tijdens de Duitse bezetting. 's Ochtends vroeg venrokken uil Groningen, bereikte Ik na een treinreis van ruim 12 uur een pikdonker Boskoop (verdulsteringsplicht)_ Behalve veel blikkerend water was er nauwelijks iets te z.ien en ik wist er weg nog steg. Door een toevallige passant werd ik gegidst naar wat Hotel Neuf bleek te zijn. De volgende ochtend begaf ik mijn naar Dr. Jacobi, de toenmalige directeur van de RMTS (toen nog HTS) aan het Reljerskoop voor een soLlicI­tatiegesprek, waarop Ik werd aangenomen.

evens werd mij enig onderzoek bij het Proefstation opgedragen. Een en ander geschiedde onderhands om de bezettingsautoriteiten er buiten te houden. Op een geleende fiets zonder banden rammelde ik door Boskoop om een huis voor mijn vrouw te zoeken, hetgeen niet lukte. Door bemiddeling van Dr. Jacobi konden we echter een paar kamers huren.

Begin januari '43 werd ik dan voor de leeuwen geworpen (zo voelde ik het!) met mijn eerste les Scheikunde. lk had nog nooit voor de klas gestaan, had alleen enige ervaring als assistent bij het Plantkunde practicum voor de stu­denten. Maar het viel mee, de leerlingen (sommige ouder dan ik zelf) waren wel geen lammetjes, maar zeker geen leeuwen. Gesterkt door deze ervaring kon ik die eerste dag volbrengen. 's avonds doodmoe en hees van het praten, maar met de prettige gedachte dat het de volgende dag na grondige voorbereiding ook wel zou lukken. Dat bleek in­derdaad het geval, getuige het feit, dat ik daarna tot mijn pensionering het be­roep van leraar heb uitgeoefend met als hoofdvakken Planteziektenkunde en

Page 38: t is paktaid

Plantkunde. In deze periode zijn er meer dan 2000 leerlingen aan mij voorbij gegaan. De Tuinbouwschool had in mijn beginjaren 3 parallelklassen, waarvan twee van de Nederlandse Afdeling en één van de Indische Afdeling, waarin leerlin­gen zaten van al of niet gerepatrieerde ouders uit Nederlands Oost-Indië. La­ter werd de Indische Afdeling omgedoopt in Tropische Afdeling en nog later geheel opgeheven. De cursus was 2-jarig en telde zo'n 100 à 150 leerlingen. Maar er waren honderden 'buitenleerlingen' die we nooit op school zagen, maar wel als leerling stonden ingeschreven. Daardoor waren ze vrijgesteld van de Duitse Arbeitseinsatz; ze kregen een'Ausweis' waaruit bleek, dat ze w~rkzaam waren in de agrarische sector. De onderdirecteur dhr. Vijgen had met instemming van Dr. Jacobi deze truc bedacht om ze uit handen van de bezetters te houden.

De kennismaking met mijn collega's In de kleine leraarskamer (tevens biblIo­theek) was dusdanig, dat ik me er direct thuis voelde. We waren nog maar met weinigen (8 à 9 mensen) er er heerste een prima sfeer. die soms echter grondig werd bedorven oor de verpestende stank van dode ratten onder de vloer! De pauzes waren gezellIge momenten, waarbij ik in het begin heel wat waardevolle raadgevingen van oudere collega's heb ontvangen.

De leerlingen moesten hun meegebrachte proviand buiten opeten en bij slecht weer mochten ze dat doen in de benedengang van het gebouw, maar onder geen voorwaarde in de lokalen. Pas veel later (na de oorlog) kwam er voor hen een koffie-automaat een echte kantine zou er pas komen in het nieuwe gebouw aan de Azalealaan .

De schooltijden waren destijds niet mis: Ie klas 's ochtends school van 8.15­12.15 uur en's middags van 13.30-18.00 uur werken op de tuin (kwekerij), 2e klas de tijden als de Ie klas, maar dan '5 ochtends tuin en 's middags school (oh, oh, dat laatste lesuur 's middags!). Ook op zaterdag had de Ie klas school en de 2e ldas tuin van 8,15-12.15 uur. Gymnastlek was verplicht van 7-8 uur 's ochtends. En dan 's avonds nog hel huiswerk. Vooral in de tijd van repetities hadden de leerlingen (maar ook de leraren) het niet gemakke­lijk, maar men pikte het, hoewel er natuurlijk wel eens gekankerd werd. Het is een tijdlang zelfs zo geweest, dat er in de proefwerkentijd (3x per jaar) op het schoolgebouw een zwarte vlag werd uitgestoken, waarop mei grote witte letters Ie lezen stond: ZWEETWEEK. Dan wist heel Boskoop hoe het er bij ons voorstond.

Behalve een lesgevende taak hadden we als leraar ook nog andere werk­zaamheden, zoals het bij toerbeurt maken van een jaarverslag van het wel en wee van de school, het bijhouden van de bibliotheek (ondankbaar werk) en in de zomer'vakantie' het waarnemen van het spreekuur, de telefoon wacht en het surveiUeren bij de heestercursus in de schooltuin. Daar moesten de

38

aspirant-leerlingen zich bekwamen ir en takken plukken streng verboden) om na te gaan of de leerlingen wel over hen tevreden waren.

Langzamerhand groeide het aantal Ie school aan het Reljerskoop te klein treft, maar ook de toestand van het w.C. voor de jongens en één voor dl lijkheid bleken vaak de zijmuur en (

Allemaal redenen om een riant sd Azalealaan Ie doen verrijzen. In de 1I van 2-jarig tot 3-jarig uitgebreid. O( later de HTO nam geslaag toe. Hier! Kort voor mijn pensionering krege studenten. Aan het voorbereidend Plantkunde en!of Planteziektenkun

Er is vooral in mijn laatste dienstjaren naar het nieuwe gebouw als door df programma. waaraan we wel even r kijk nog steeds met veel plezier ten duister naar Boskoop heeft me nim

Page 39: t is paktaid

r dan 2000 leerlingen aan mij voorbij

Iren 3 para lIelklassen, waarvan twee 1 de Indische Afdeling, waarin leerlin­uders uit Nederlands Oost-Indië. La­pt in Tropische Afdeling en nog later g en telde zo'n 100 à 150 leerlingen. 1gen' die we nooit op school zagen, !ven. Daardoor waren ze vrijgesteld een 'Ausweis' waaruit bleek, dat ze

. De onderdirecteur dhr. Vijgen had IC bedacht om ze uit handen van de

Ie kleine leraarskamer (tevens biblio­t thuis voelde. We waren nog maar S1e een prima sfeer, die soms echter rlde stank van dode ratten onder de tten, waarbij ik in het begin heel wat ollega's heb ontvangen.

hte proviand buiten opeten en bij lenedengang van het gebouw, maar ;lS veel later (na de oorlog) kwam er :e kantine zou er pas komen in het

le klas '5 ochtends school van 8.15­o Llur werken op de tuin (kwekerij). jan 's ochtends tuin en 's middags dags!). Ook op zaterdag had de Ie 2.15 uur. Gymnastiek was verplicht ; nog het huiswerk. Vooral in de tijd r ook de leraren} het niet gemakke­Irlijk wel eens gekankerd werd. Het de proefwerkentijd (3x per jaar) op lltgestoken, waarop met grote witte n wist heel Boskoop hoe het er bij

e als leraar ook nog andere werk­van een jaarverslag van het wel en

)ibliotheek (ondankbaar werk) en in let spreekuur. de telefoonwacht en de schooltujn. Daar moesten de

aspirant-leerlingen zich bekwamen in de kennis van de siergewassen (blaadjes en takken plukken streng verboden). En dan niet te vergelen de 'tuincontrole' om na te gaan of de leerlingen wel braaf op de tuin werkten en of de bazen over hen tevreden waren.

Langzamerhand groeide het aantal leerlingen en leraren dusdanig, dat de oude school aan het Reijerskoop te klein werd. Dit niet alleen wat de lokalen be­treft, maar ook de toestand van het sanitair was erbarmelijk met slechts één W.C. voor de jongens en één voor de leraren en de meisjes. Als uitwijkmoge­lijkheid bleken vaak de zijmuur en de schooltuin uitkomst te bieden!

Allemaal redenen om een riant schoolgebouw plus dito schooltuin aan de Azalealaan te doen verrijzen. In de loop der jaren was de cursus op de RMTS van 2-jarig tot 3-jarig uitgebreid. Ook het aantal leerlingen op de HüTA en later de HTü nam gestaag toe. Hiertussen bevonden zich steeds meer meisjes. Kort voor mijn pensionering kregen we de RHSTL met enige honderden studenten. Aan het voorbereidend jaar (later het propedeuse-jaar) gaf ik Plantkunde en/of Planteziektenkunde.

Er is vooral in mijn laatste dienstjaren veel veranderd, zowel door de verhuizing naar het nieuwe gebouw als door de ingrijpende wijzigingen in het onderwijs­programma, waaraan we wel even moesten wennen. Maar hoe het ook zij, ik kijk nog steeds met veel plezier terug op mijn leraarschap; de sprong in het duister naar Boskoop heeft me nimmer berouwd.

39

Page 40: t is paktaid

A. J. van de Graaf docent van 1945-1978 vakken: Natuurkunde, Grond.kennis, Bemestingsleer, Boomteelt, Tuin­bouwtechniek en Mechanisatie.

Les op het Waterlooplein

Het begon voor mij in 1945, vlak na de oorlog. Veel leerlingen Kwamen toen van de adressen waar ze gedurende de oorlogsjaren in de praktijk onderge­doken hadden gezeten . Toen er een paar leraren vertrokken vroeg de toen­malige directeur, de heer Jacobi mij of ik geen zin had ook aan de Tuinbouw­schoolles te komen geven. Dit deed ik namelijk al enkele jaren aan de Tuin­bouwavondcursus. Na enige aarzeling stemde ik toe en zo begon mijn loopbaan aan de Rijks Tuinbouwschool. In die tijd bestond de Tropische richting nog, want het zag er naar uit dat een groot deel van onze oud-leerlingen nog naar het toen­malige Nederlands Oost-Indiê zou kunnen gaan om daar in de cultures te gaan werken, zoals het al vele jaren vóór de oorlog het geval was geweest. Er was toen een aantal leerlingen dat al in Indië geweest was en nu, uit Japans gevangenschap teruggekomen, zo spoedig mogelijk met een diploma naar Indië terug wilde gaan. Zij wisten wat ze wilden en het was bijzonder prettig hen les te geven. Ik startte met het lesgeven in Grondkennis, Bemestingsleer en Natuurkunde en Bloementeelt. Later kwam daar ook nog Boomteelt bij. De school bloeide in de jaren '50 en '60 onder de leiding van de onderdirec­teur, de heer Vijgen, gesteund door het vaste lerarencorps, bestaande uit de heren Van Dijk, Geurtsen, Van de Graaf, Harmsen, Oortgiesen en Wever. Ik bleef in de hiervoor genoemde vakken les geven tot het vak Tuinbouw­techniek ingevoerd werd en de directeur tegen mij zei: "Jij bent het meest technisch van alle leraren en nu moet jij maar naar de Lerarenopleiding in Wageningen (later Ede) gaan, aan het Instituut van Tuinbouwtechniek, dan kun jij die lessen geven."

40

Zo gezegd zo gedaan en langzam techniek (ook praktijk) te geven, de ten. Ook aan de toenmalige H.O.l deed dat met veel plezier. Ik had el onderdelen en gaf, volgens mijn ze verhuizing naar de nieuwe school, , meting sterk uitbreiden. Ik kreeg da lokaal met motoren, een frees en , meer inhoud geven aan de mechal pen werd door de amanuensis, de tot ik in 1978 op mijn 65ste gepen: Tot mijn spijt heb ik In cUe jaren me Boskoop sterk werd verkort van hi vond dat niet goed, want onze oud­gehad, omdat ze ook praktisch ge5l In al die 33 jaren is de verstandh geweest, al waren er wel eens botsin cursus in Ede, waar ik de leerlingen te houden. Zo langzamerhand vervreemd ik \l

weinig leraren zijn die ik persoonlijk eenmaal wanneer Je ouder wordt. En nu met al die nieuwe veranden houden maar ik wens de school h(

Page 41: t is paktaid

.orlog. Veel leerlingen kwamen toen borlogsjaren in de praktijk onderge­Ir leraren vertrokken vroeg de toen­geen zin had ook aan de Tuinbouw­amelijk al enkele jaren aan de Tuin­

begon mijn loopbaan aan de Rijks -TOpische richting nog, want het zag oud-leerUngen nog naar het loen­

en gaan om daar in de cultures te r de oorlog het geval was geweest. 11 in Lndië geweest was en nu, uit ) spoedig mogelijk met een diploma !Jat ze wilden en het was bijzonder

is, Bemestingsleer en Natuurkunde nog Boomteelt bij. ;mder de leiding van de onderdirec­laste lerarencorps, bestaande uit de (, Harmsen, Oortgiesen en Wever. n les geven tot het vak Tuinbouw­. tegen mij zei: "Jij bent het meest maar naar de Lerarenopleiding in

Istiluul van Tuinbouwtechniek, dan

Zo gezegd zo gedaan en langzamerhand kreeg ik zoveel uren Tuinbouw­techniek (ook praktijk) te geven, dat ik de andere vakken moest laten schie­ten. Ook aan de toenmalige H.O.T.A. werd dit vak door mij gedoceerd. Ik deed dat met veel plezier. Ik had een hele verzameling aangelegd van oude onderdelen en gaf. volgens mijn zeggen, les ,.,op het Waterlooplein" . Na de verhuizing naar de nieuwe school, waar meer ruimte was, kon ik mijn verza­meling sterk uitbreiden. Ik kreeg daar de beschikking over een ruim praktijk. lokaal met motoren, een frees en zelfs een kleine trekker. Ik kon toen nog meer inhoud geven aan de mechanisatielessen, waarbij ik uitstekend gehol­pen werd door de amanuensis, de heer Kraak. Ik ben daarmee doorgegaan tot ik in 1978 op mijn 65ste gepensioneerd werd. Tot mijn spijt heb ik in die jaren meegemaakt, dat de praktijk bij de 'baas' in Boskoop sterk werd verkort van halve dagen tot enkele uren per week. Ik vond dat niet goed, want onze oud-leerlingen hadden altijd een goede naam gehad, omdat ze ook praktisch geschoold waren. In aJ die 33 jaren is de verstandhouding met de leerlingen meestal goed geweest, al waren er wel eens botsingen tijdens de tweeweekse mechanisatie­CUJSUS in Ede, waar ik de leerlingen ook, of juist, 's nachts in toom moest zien te houden . Zo langzamerhand vervreemd ik wel van de school, omdat er nog maar weinig leraren zijn die ik persoonlijk goed gekend heb, maar zo gaat dat nu eenmaal wanneer je ouder wordt. En nu met al die nieuwe veranderingen kan ik het helemaal niet meer bij­houden, maar ik wens de school het allerbeste in de toekomst toe.

Page 42: t is paktaid

I

Ing. J. Meijers leerling van 1938-1946 part-time docent van 1948-1983 vakken: Ontwerpen, Techniek van Aanleg en Onderhoud en Beplan­tingsleer.

Een lang verblijf, maar een korte zucht

Een terugblik op het 45-jarlg verblijf aan de tuinbouwschool betekent een terugblik op een periode met verschillende directies (Moerlands, Jacobi, Dorsman en Van den Hoek), een gestaag groeiend aantal collega's en natuurlijk de vele studenten. . '. En juist dje ervaringen met de studenten van de HOTA (RHSTL) en de RMTS zijn de beste herinneringen. Op zaterdag stond je daar in weer en wind in het Kralingse Bos landmeet­Iessen te verzorgen voor de leerlingen van de Middelbare. Die lessen moesten altijd doorgang vinden en zo leerde je je pappenheimers goed kennen. Het doorzettingsvermogen en/of het inzicht was goed te meten.

Op de HOTA waren de vrije opdrachten en de tien.dagen durende landrneet· proeven de hoogtepunten van elk cursusjaar. En dan niet te vergeten de tweejaarlijkse, door de studenten zelf georganiseerde veertiendaagse zomer­excursies in het buitenland. Die HOTA was toch een fantastisch instituut, mede en vooral door het intensieve contact tussen studenten en hun begelei­ders. De interesse was zo groot dat het overleg vaak tot in de kleine uurtjes uitliep.

Hoewel Ik een lange tijd bij de school betrokken ben geweest, is het zo snel gegaan als ware het een zucht. Dat komt door het plezier waarmee ik al die jaren gewerkt heb.

42

F. J. Breijer docent van 1966-1986 vak: Theorie en praktijk van Aanleg en Onderhoud

De praktijk

Oe zogenaamde bazenpraktijk hee belangrijke rol gespeeld. Reeds voo belangrijk onderdeel van de opleidi voort. Tot ongeveer 1968 was de school schooljaar begon op 1 apriL Dit hiel toeleverende school en het nieuwe sc den. Deze 8 maanden moesten de t een praktijkstage. Deze voorpraktijk \ voor ze gekozen hadden. Voor de !

door de ongemotiveerde toekomstig praktijk moest een verslag geschrevi toelatingsvoorwaarden had voldaan. Eenmaal op school werd er een pra~

men 's morgens of 's middag moe: want alleen aanwezig zijn was niet vo heden werd volledig aan de leerpatr eens moeilijkheden meI zich mee bI ander, dan zocht hij de oorzaak noo baas. Dat zijn prestaties lager waren bad als voordeel, dat de leerling het ~

kon volgen en bij gewassen, welke lal achtereen. Het nadeel was, dat de Ie windkracht 6 buiten had staan zwo~

moeite had om zijn ogen open en zi

Page 43: t is paktaid

te zucht

,n de tuinbouwschool betekent een ende directies (Moerlands, Jacobi, staag groeiend aantal collega's en

en van de HOTA (RHSTL) en de

rind in het KraJingse Bos landmeet· 1 de Middelbare. Die lessen moesten , pappenheimers goed kennen. Het was goed te meten.

en de tien.dagen durende landmeet­usjaar. En dan niet te vergeten de )rganiseerde veertiendaagse zomer­was toch een fantastisch instituut,

~ct tussen studenten en hun begelei­)ver1eg vaak tot in de kJeine uurtjes

~trokken ben geweest, is het zo snel I door het plezier waarmee ik al die

F. J. Breijer docent van 1966-1986 vak: Theorie en praktijk van Aanleg en Onderhoud

De praktijk

De zogenaamde bazenpraktijk heeft bij de RMTS in Boskoop aJtijd een belangrijke rol gespeeld. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog was dit een belangrijk onderdeel van de opleiding en dit zet zich heden ten dage nog voort. Tot ongeveer 1968 was de school een 'aprIlsehooi', d.W.Z. dat het nieuwe schooljaar begon op 1 april. Dit hield in, dat tussen het eindexamen van de toeleverende school en het nieuwe schooljaar een periode zat van ± 8 maan­den. Deze 8 maanden moesten de toekomstige leerlingen dan opvullen met een praktijkstage. Deze voorpraktijk was een kennismaking met het vak waar­voor ze gekozen hadden. Voor de school was dit een selectiemiddel waar­door de ongemotiveerde toekomstige leerling vanzelf afviel. Van deze voor­praktijk moest een verslag geschreven worden. als controle of men aan de toelatingsvoorwaarden had voldaan. Eenmaal op school werd er een praktijkadres in Boskoop aangewezen. waar men 's morgens of 's middags moest gaan werken. Ik zeg expres 'werken', want alleen aanwezig zijn was nJet voldoende. De beloning van de werkzaam­heden werd volledig aan de leerpatroon (de baas) overgelaten, hetgeen wel eens moeilijkheden met zich mee bracht. Als de één minder kreeg dan de ander, dan zocht hij de oorzaak nooit bij zichzelf, maar had hij altijd een rot­baas. Dat zijn prestaties lager waren, kwam nooit bij hem op. Deze praktijk had als voordeel, dat de leerling het groei- en produktieproces hel gehele jaar kon volgen en bij gewassen, welke langer op de tuin stonden, zelfs meer jaren

chtereen. Hel nadeel was, dat de leerling, die 's morgens een uur of vier bij Windkracht 6 buiten had staan zwoegen, 's middags in het lokaal wel eens moeite had om zijn ogen open en zijn hersens bij de les te houden.

43

Page 44: t is paktaid

Deze praktijk werd zowel door de Middelbare als door de Hogere gedaan. Door de toeloop van studenten aan de Hogere en de uitbreiding van het studiepakket kwam er in 1970 een eind aan deze praktische activiteiten. In 1972 werd van hogerhand een eind gemaakt aan de uitzonderingspositie van Boskoop, wat de praktijk betreft. De school moest zich aanpassen aan de landelijke regeling. Er waren twee mogelijkheden: een aaneengesloten periode van enige weken of 1 dag per week. Voor het laatste werd gekozen, omdat de leerling dan alsnog een heel jaar op het bedrijf kon zijn. Hij kreeg dan wel niet het beeld van een jaar-rond cultuur maar kon door eigen waar­neming, zich hiervan toch een redelijk beeld vormen.

Door de grote toeloop van leerlingen werd het steeds moeilijker om deze op de Boskoopse bedrijven te plaatsen. Om dit op te vangen werd de praktJjk van de examen klas verplaatst naar bedrijven in hun woonomgeving. Voor de A en O·leerlingen ontstond hierdoor de mogelijkheid om het laatste jaar praktijk te doen In hun eigen richting en woonomgeving. Daarom moest deze praktijk op maandag of op vrijdag gedaan worden, waardoor diverse werk­zaamheden wel eens de mist in gingen. De controle op deze werkzaamheden werd wat moeilijker, omdat de adressen verspreid lagen over heel Nederland . Naast de praktijk in Boskoop of in Nederland moet de leerling ook nog een periode van 6 weken werken in het buitenland. De leerlingen moeten hier­voor alles zelf regelen en zijn vrij in welk land zij willen gaan werken. Door deze stage komen zij in aanraking met de gewoontes en werkwijzen in het land van hun keuze. Tevens kunnen zij een vergelijking maken met de werk­methoden in ons land.

Dan de praktijklessen op school. Door ruimtegebrek bij de school in de Valkenburgerlaan, waren deze lessen in de zestiger jaren beperkt tot praktIjk­lessen Landmeten. Deze werden gehouden in het Kralingse Bosen de leerlingen moesten maar zien hoe ze daar kwamen. [n 1966 werd kontakt opgenomen met de toenmalige chef van de Plantsoendienst van de gemeente Boskoop, de heer Klooster, om deze lessen te verplaatsen naar Boskoop. Hij had er geen bezwaar tegen en Sindsdien worden deze lessen gegeven in Boskoop. [n dat jaar werd ook begonnen met het vak Praktische Plantenkennis. Menig Boskoper vroeg zich af wat er aan zijn tuin voor bijzonders was, als er een groep studenten op de stoep naar zijn planten stond te kijken. [n de winter werden de lessen vervangen door snoeilessen, waarbij de ge­meente het klimmateriaal en de bomen beschikbaar stelde. Daar deze lessen ook op zaterdag werden gehouden, gebeurde het wel eens dat de politie poolshoogte kwam nemen, om te kijken wat er eigenlijk aan de hand was. Vanaf 1972, na de ingebruikneming van de nieuwe school, werden de praktijklessen A en 0 gegeven op het schoolterrein. Al spoedig bleek dat deze ruimte ook niet toereikend was, waardoor opnieuw uitgeweken moest wor­den naar de gemeentelijke plantsoenen.

44

Het maken van verhardingen en h, heden gebeurde in een soort zandl waardoor het vooral in de winter ook voor de lerarentJ. Omstreeks die jaren werd ook he mens Onderhoud vonden plaats il gereedschap, zoals maaimachines. leend bij vrienden en kennissen 0

aanwezig was. Snoeitentamens we soenen en de tentamens Aanleg ir Door een regelmatige aanschaf va beerd de ontwikkeling in de prakti groepsgrootte echter meegroeide, \ beperkingen opgelegd betreffende het hydraulische gereedschap. De bouwpraktijkschool in Schaarsberg, gingen. AI met al heb ik een ontwikkeling m ling alleen maar ten goede is gekOI

Page 45: t is paktaid

~Ibare als door de Hogere gedaan. Hogere en de uitbreiding van het

aan deze praktische activiteiten. emaakt aan de uitzonderingspositie ,chooi moest zich aanpassen aan de 3gelijkheden: een aaneengesloten lek. Voor het laatste werd gekozen, .ar op het bedrijf kon zijn. Hij kreeg cultuur, maar kon door eigen waar­~Id vormen.

rd het steeds moeilijker om deze op I dit op te vangen werd de praktijk len in hun woonomgeving. Voor de ~ mogelijkheid om het laatste jaar loonomgeving. Daarom moest deze m worden. waardoor diverse werk­Ie controle op deze werkzaamheden erspreid lagen over heel Nederland. r1and moet de leerling ook nog een enland. De leerlingen moeten hier­, land zij wilJen gaan werken. Door ie gewoontes en werkwijzen in het en vergelijking maken met de werk­

ruimtegebrek bij de school in de ie zestiger jaren beperkt tot praktljk­nin hetKralingse Bosen de leerlingen [n 1966 werd kontakt opgenomen

ndienst van de gemeente Boskoop, plaatsen naar Boskoop. Hij had er , deze lessen gegeven in Boskoop. ak Praktische Plantenkennis. Menig uin voor bijzonders Was, als er een lanten stond te kijken. :n door snoeilessen , waarbij de ge­ieschikbaar stelde. Daar deze lessen oeurde het wel eens dat de politie wat er eigenlijk aan de hand was.

an de nieuwe school, werden de ooiterrein . AI spoedig bleek dat deze or opnieuw uitgeweken moest wor-

Het maken van verhardingen en het verrichten van andere aanlegwerkzaam­heden gebeurde in een soort zandbak, totdat in 1977 de kas werd gebouwd, waardoor het vooral in de winter wat prettiger werd voor de leerlingen (en ook voor de leraren!). Omstreeks die jaren werd ook het tentamen Praktijk ingevoerd. De tenta­mens Onderhoud vonden plaats in het Rosarium. Het daarvoor benodigde gereedschap, zoals maaimachInes, werd door de leraren links en rechts ge­leend bij vrienden en kennissen omdat op school niet voldoende materieel aanwezig was. Snoeitentamens werden ook gehouden in de gemeenteplant­soenen en de tentamens Aanleg in de schooltuin en kas. Door een regelmatige aanschaf van gereedschap en machines werd gepro­beerd de ontwikkeling in de praktijk bij te houden _Doordat de gemiddelde groepsgrootte echter meegroeide, werd dit steeds moeilijker. Ook werden er beperkingen opgelegd betreffende het werken met de motorkettingzaag en het hydraulische gereedschap. Deze laatste werden behandeld bij de Bos­bouwpraktijkschoolin Schaarsbergen, waar de leerlingen 14 dagen naar toe gingen. AI met al heb ik een ontwikkeling meegemaakt, die de vakkennis van de leer­ling alleen maar ten goede is gekomen.

Page 46: t is paktaid

I

Ir. C.J. de Rijk part-time docent van 1967-1982 vakken: Bouwkuode, Schetsen en Civiele Techniek.

Boskoop is voor mij rnog steeds: de school!

Het kan nuttig zijn in het leven om af en toe even stille staan en achterom te kijken. Voor de nog actieve mens om zich af te vragen: Waar ben ik mee bezig? en voor de oudere mens, de 65 + er, die al niet meer actief deelneemt aan het arbeidsproces: Wat heb ik gedaan? De vraag om een bijdrage aan het boekje bij het jubileum van de Rijkstuin­bouwschool te Boskoop brengt mij tot deze terugblik. Bij de naam Boskoop komen bij mij als oud-leraar (nu al weer een aantal jaren 65 + er) weer goede en aangename heünneringen uit mijn steeds groter wordend verleden naar boven. En zulke prettige herinneringen zijn dan nu een niet onbelangrijk stuk van het leven. Wanneer iJ< de naam Boskoop hoor is dat voor mij: de school. Nu nóg. Van mijn vroegere aardrijkskundelessen wist ik dat die plaats er was en waar zij lag. En dat men er wat te maken had met de tuinbouw, dat was alles. Tot 1967, toen is daar verandering in gekomen. Toen is mijn relatie met de school begonnen. Lk herinner me nog goed dat op donderdag 10 augustus 1967 ir. J. Pilon, die ik al kende van de eind-veertiger-jaren, toen wij beiden als assistent bij de Afdeling der Weg- en Waterbouwkunde verbonden Waren aan de Technische Hogeschool te Delft, mij opbelde of ik niet een paar uur Bouwkundelessen in Boskoop aan de HTO wilde geven. Ik heb me toen wel afvraagd (ik wist niet eens wat de HTO was) wat ik als civiel-ingenieur, met destijds een niet al te best cijfer voor Plantkunde, op een agrarische school zou moeten gaan doen. Na een wat aarzelende bewilliging had ik op 21 augustus een gesprek met de toenmalige directeur Ir. Dorsman en de adjunct-directeur Kant: Ik werd op zaterdag 9 september om 8.15 uur verwacht voor mijn eerste lessen aan de HTO.

46

Maar eerst was er nog op 1 septer kamer bleek een klein rommeUg ka! gebouw. Twee wanden met bîbliol handjevol leraren. [n datzelfde gebc met een 'geit' in de tuin, waren ook c Zo ben ik in Boskoop begonnen: elk de kJassen 2 en 4 van de HTO. AI heel kort na mijn start in Baskc kwam er een nieuwe directeur: ir. A ik 15 jaar aan de school mogen lesgl altijd met heel veel plezier. Ik vond brengen van mijn vakgebied: bouwku zoals die bij tuinaanleg en landscha, Naast mijn 'full-tlme-baan' als welE Technische Hogeschool te Delft heb als een prettige afwisseling in een hE loop van de jaren het systeem aan een schools systeem met jaarklass~ examen, naar een universitair sem verschillende vakken en met halfjaa Ik denk nog met veel genoegen teru~ king, waarbij ik met de heer Kant he door goede voorbereiding en gedegel De sfeer op school wordt sterk beç contacten met andere leraren. De c leiding van het duo Van den Hoek ~ indruk van een prettige en goede sj aan comfort in de eerste jaren in het c Ik heb de school in de loop der jar schooltje in een oud gebouw. via nel lessen en examens} tot een groc gebouwencomplex, ook weer met cl Hieraan terugdenkend constateer i. Boskoop toch wel snel erg veel is v' betreft, maar ook in het onderwijssy; Terugkijkend op mijn Boskoopse tijd gen: het was er erg prettig werken. J

contacten met collega-leraren en stu En als ik nu, meer dan 6 jaar na mijn af~ coll.ega-Ieraar ontmoet en ik vraag: ~ probleem wat ik daarmee bedoel: Bo!

Page 47: t is paktaid

de school!

be even stil te staan en achterom te Ich af te vragen: Waar ben ik mee ~r, die al niet meer actief deelneemt ,n.')

e bij het jubileum van de Rijkstuin­~ze terugblik. oud-leraar (nu al weer een aan lal herinneringen uit mijn steeds groter prettige herinneringen zijn dan nu

at voor mij: de school. Nu nóg. .vist Ik dat die plaats er was en waar meI de tuinbouw, dat was alles.

komen . Toen is mijn relatie met de led dat op donderdag 10 augustus ~ind-veertiger-jaren, toen wij beiden rVaterbouwkunde verbonden waren mij opbelde of ik niet een paar uur ro wilde geven, I eens wat de HTO was) wat ik als best cijfer voor Plantkunde, op een

. Na een wat aarzelende bewilliging te toenmalige directeur ir. Dorsman zaterdag 9 september om 8.15 uur HTO.

Maar eerst was er nog op 1 september een leraarsvergadering. De leraars­kamer bleek een klein rommelig kamertje te zijn in een erg oud en vervallen gebouw. Twee wanden met bibliotheekboeken, wat oud meubilair en een handjevol leraren. In datzelfde gebouw, een oude villa vlak bij een bruggetje met een 'geit' in de tuin, waren ook de leslokalen. Alles even oud en vervallen. Zo ben ik in Boskoop begonnen: elke zaterdagmorgen van 8.15 tot 13.30 uur de klassen 2 en 4 van de HTü. AI heel kort na mijn start in Boskoop vertrok de directeur ir. Dorsman en kwam er een nieuwe directeur: ir. A. P. van den Hoek. Onder zijn leiding heb ik 15 jaar aan de school mogen lesgeven en ik wil daar direct aan toevoegen: allijd met heel veel plezier. [k vond het prettig de studenten wat bij te mogen brengen van mijn vakgebied: bouwkundige en waterbouwkundige constructies, zoals die bij tuinaanleg en landschapsinrichting aan de orde kunnen komen. Naast mijn 'full-Ume-baan' als wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de Technische Hogeschool te Delft heb ik het lesgeven in Boskoop altijd ervaren als een prettige afwisseling In een heel andere onderwijssfeer, ook al is in de loop van de jaren het systeem aan de RHSTL in Boskoop omgewerkt van een schools systeem met jaarklassen en éénmaal per jaar een overgangs­examen, naar een universitair semestersysteem, met blokcolleges voor de verschillende vakken en met halfjaarlijkse tentamen- en examenregelingen. Ik denk nog met veel genoegen terug aan mijn eigen bijdrage aan die omwer­king, waarbij ik met de heer Kant heel wat uren heb zitten puzzelen om alles door goede voorbereiding en gedegen uitwerking ook soepel te laten verlopen. De sfeer op school wordt sterk bepaald door de schoolleiding en door de contacten met andere leraren. De goede contacten met de collega's en de leiding van het duo Van den Hoek - Kant hebben bij mij vanaf het begin de indruk van een prettige en goede sfeer steeds versterkt, waarbij het gebrek aan comfort in de eerste jaren in het oude gebouw ruimschoots werd vergoed. Ik heb de school in de loop der jaren zien uitgroeien van een klein HTO­schooltje in een oud gebouw, via nevenruimten in 'de Loods' en elders (voor lessen en examens) tot een groot RHSTL-schoolbedrijf in een nieuw gebouwencomplex, ook weer met de noodzakelijk geworden bijgebouwen. Hieraan terugdenkend constateer ik dat er tijdens mijn aanwezigheid in Boskoop toch wel snel erg veel is veranderd, niet alleen wat de gebouwen betreft, maar ook in het onderwijssysteem. Terugkijkend op mijn Boskaapse tijd van ruim 15 jaar kan ik alleen maar zeg­gen: het was er erg prettig werken. Ik heb er veel prettige herinneringen en contacten met collega-leraren en studenten aan overgehouden. En als ik nu, meer dan 6 jaar na mijn afseheid van de RHSTL, soms Tl og een ou d­collega-leraar ontmoet en ik vraag: Hoe is het in Boskoop? Dan is het geen probleem wat ik daarmee bedoel: Boskoop is voor mij nog steeds: de school!

Page 48: t is paktaid

I

w. W. Grootendorst docent van 1968·1986 vakken: Plantenkennis, Bloemen­teelt. Boomteelt, Bemestingsleer. Bodemkunde.

"Moet ik dit allemaal weten?" ..Nee, jij niet" ...

Met zeer veel plezier denk ik terug aa-n mijn tijd als leraar, vooral omdat il~ een vak mocht geven, waarin toch wel de meeste leerlingen geïnteresseerd waren, namelijk Plantenkennis. Toen ik op school begon kregen alle nieuwe leerlingen nog 9 maanden voor­praktijk op een kwekerij en volgden ze een ursus Plantenkennis in de grote vakantie. Eenmaal op school werkten de leerlingen '5 morgens van half acht tot twaalf UUT bij de baas en gingen ze 's middags tot zes uur naar school. Heel begrijpelijk was dan natuurlijk dat een leerling je ijverig voorbereide les wel eens op een andere manier aanhoorde dan je had gewild, omdat de slaap machtiger was dan jouw theorie en wellicht je stemgeluid, zijn gevulde maag en vermoeidheid aansloten op wat de natuur in de mens behoefde: rust. Plantenkennis was omstreeks 1973 wat moeilijk te doceren. doordat de oude schooltuin aan het verdwijnen was en in de nieuwe schooltuin te weinig en te kleine plan ten voorkwa men. Het aantal zomerbloemen kwam niet hoger dan 50 stuks, die ik zelf zaaide. Met de cultivator en hark tussen de struiken maakte Ik 50 stroken grond van 2-4 m. bij 1 dm. zaaiklaar, zaaide vervolgens het zaad, na 4-6 weken schof­felde ik nog driekwart weg en de rest stond dan in augustus-september in bloei. Gelukkig gaat het momenteel voor de leraar Plantenkennis heel wat gemakke­lijker. Bovendien moest je als leraar Plantenkennis ook nog voor naam­bordjes zorgen, niet alleen bij de zomerbloernen, maar ook bij de loofhout­gewassen en coniferen_ Het ging allemaal wat gemoedelijker en eenvoudiger. Het belangrijkste van de tijd, die de leerling op school doorbrengt, is mijns inziens de vorming_ Er wordt wel veel geleerd en gewerkt, maar wat het beste

48

wordt onthouden door de leerling zij te maken hebben, maar we) belan! periode. De laatste 10 jaar heb ik in alle RMT waren wel m'n allerfijnste jaren. Voo nooit genoeg over een plant kon vert vroeg: "Moet ik dlt allemaal weten?' jij niet." De bedoeling was, dat hij gin al of niet belangrijk was. Het leven is aan verandering onderh weest. Zo verandert er ook veel in c Eén ding blijft bij alle vernieuwingen waannee men het vak, dat men on, bruikt wordt. Bovendien Is het van b, ook de interesse in de leerling, voon wezig is. Vooral bij het ouder worden gaat kennis, die men wil overbrengen en veel belangrijker plaats en raakt heIl gekregen en/of dat hem door zijn ijl Ik heb nooit leraar wiJlen worden, m, plezier mijn lessen gegeven.

Page 49: t is paktaid

"Nee. jij niet"",

lijn tijd als leraar, vooral omdat ik een ie meeste leerlingen geïnteresseerd

uwe leerlingen nog 9 maanden voor­een cursus Plantenkennis In de grote Ie leerlingen 's morgens van half acht middags tot zes uur naar school. Heel leerling je ijverig voorbereide les wel ! dan je had gewild, omdat de slaap licht je stemgeluid, zijn gevulde maag natuur in de mens behoefde: rust. moeilijk te doceren, doordat de oude I de nieuwe schooltuin te weinig en te

oger dan 50 stuks, die ik zelf zaaide. liken maakte ik 50 stroken grond van )Igens het zaad, na 4-6 weken schof· stond dan in augustus-september in

aar Plantenkennis heel wat gemakke­Plantenkennis ook nog voor naam­rbloemen, maar ook bij de loofhout­III wat gemoedelijker en eenvoudiger. uling op school doorbrengt, is mijns !Ieerd en gewerkt, maar wat het beste

wordt onthouden door de leerling zijn veelal zaken, die met de lesstof weinig te maken hebben, maar wel belangrijk zijn voor het leven na de school­periode. De laatste 10 jaar heb ik in alle RMTS-klassen Plantenkennis gegeven en dal waren wel m'n allerfijnste jaren. Vooral als er leerlingen bij waren. aan wie je nooit genoeg over een plant kon vertellen. En als er eens een leerling was, die vroeg: "Moet ik dit allemaal weten?", dan antwoordde ik eenvoudig: "Nee, jij niet." De bedoel1ng was, dat hij ging nadenken over datgene wat voor hem al of niet belangrijk was. Het leven is aan verandering onderhevig. Dat is heel normaal en altijd zo ge­weest. Zo verandert er ook veel in de school en dus ook op de RMTS. Eén ding blijft bij alle vernieuwingen onveranderd en dat is het enthousiasme waarmee men het vak. dat men onderwijst, geeft, welke methode ook ge­bruikt wordt. Bovendien is het van belang dat behalve de liefde voor het vak ook de interesse in de leerling, vooral de wat anders begaafde leerling, aan­wezig is. Vooral bij het ouder worden gaat men wat meer afstand nemen van de kennis, die men wil overbrengen en krijgt de verhouding leraar-leerling een veel belangrijker plaats en raakt het cijfer, dat de leerllng voor het vak heeft gekregen en/of dat hem door zijn ijver is toegedacht, op de achtergrond. Ik heb nooit leraar willen worden, maar tot en met de laatste dag heb ik met plezier mijn lessen gegeven.

Page 50: t is paktaid

I

I

Ing. H.1. Soet Part-time docent van 1970-1983 vakken: Cultuurtechniek, Aanleg en Onderhoud, begeleiden project en afstudeeropdrachten en beoordeling stage-verslagen _

Van 'Tempo Doeloe' tot een spreekijzer voor de borst

Gevraagd werd terug te kijken op mijn leraarschap in Boskoop en dat dan te verwoorden op een A4-tje. Het moest dus kort en bondig zijn. Moeilijke vraag! Ongeveer 1/7 deel van 90 jaar op één vel, het zal wel iets uitlopen. [n de 13 jaar dat ik als 'part-timer' ca. 2 tot 3 dagen per week voor de school bezig was zijn drie duidelijke perioden te onderscheiden:

De oude school

In die eerste periode tot de opening van de nieuwe school, had de RMTS eigenlIjk alleen een dUidelijke plaats in het gebouw. De loen nog HTO ge­noemde tweede richting verbleef voor de lessen op allerlei locaties door heel Boskoop. Dat was goed voor de lijn en voor de frisse geest, want op mijn HTO-dag ('S maandags) zette ik mijn auto bij de Gereformeerde Kerk en liep ik na elk sludieblok van twee uur in de pauze naar de volgende groep 'leergierigen' om ook daar het cultuurtechnische 'zaad' uit te strooien. De opkomstplicht gold alleen voor de proefw rken. Dal was voor mij dan een hele happening. Zo'n proefwerk werd In een gezamenlijke séance voor de drie of vier klassen van één jaargang in één lokaal gegeven. 11< ontdekte dan soms figuren die ik maar drie keer per jaar aan de tafel had gezien, dat waren meestal ontwerpers, die (altijd in tijdnood) de belangstelling anders gericht hadden.

Een gezellige tijd: we spraken nog van klassen, we hadden leerllngen en we kenden vooral bij de kleinere groepen van de HTO Iedereen bij naam en toe­naam, zelfs zonder de klassefoto's die toen al werden gemaakt. Van de

50

RMTS-dagen uit die tijd herinner ik de oude school nog heel goed. Wi kamers van de directie, de admims In de oude lokalen hing een typisch~

lokaal met zijn glasvitrines met nast.:: dat deed je dan wel wat als je In die e met recht "Tempo Doeloe".

De nieuwe school

Met een groot feest (er werd zelfs eer die voor die gelegenheid een bijzon( uit de oude tuin) en uiteraard veel ç geluid; de school bestond inmlddéli De HTO was al omgedoopt lol RH: klassen, maar van Ingenieurs-1 en IJ werden nummers van studenten el docenten. In die tijd werden deze cl toehoorders beoordeeld en besprak maar toen ik de eerste bespreking r op mijn rug staan. Maar het viel mE waren wat praktische punten zoals op de maandag van de eerste groep net wakker na het drukke weekene met wat vuurwerk en een sterk verl

Vrij snel werd het lesgeven voor d wegingen vervangen door colleges Daar stond je dan voor zo'n tachtig t de borst. Wel effici'lnt, maar Je lee tijdens de vragenuurtjes voor de tel De Ing.-2 studenten, die geringer in met hun opdrachten in groepjes wel z'n oudste rechten op het vaste stek De oudere jaars van de Hogere gin naar locaties elders in Boskoop, Er werd druk gepraat over en gewe op het eigen terrein, maar het zou leverde Ik op verzoek van de directi voor in de plaats "Aanleg en Ond( Door het lesgeven op de beide sche wat over van wat je al eerder in het! genomen. Zo herinner ik me de sch Als je door had hoe het ging was h

Page 51: t is paktaid

eekijzer voor de borst

raarschap in Boskoop en dat dan te dus kort en bondig zijn Moeilijke

p één vel, het zal wel iets uitlopen. ot 3 dagen per week voor de school ! onderscheiden:

1 de nieuwe school, had de RMTS let gebouw. De toen nog HTO ge­lessen op allerlei locaties door heel

'isse geest, want op mijn HTO-dag ereformeerde Kerk en liep ik na elk de volgende groep 'leergierigen' om te strooien.

efwerken. Dat was voor mij dan een I een gezamenlijke séance voor de én lokaal gegeven. Ik ontdekte dan r aan de tafel had gezien, dat waren d) de belangstelling anders gericht

assen, we hadden leerlingen en we 1 de HTO iedereen bij naam en loe­loen al werden gemaakt. Van de

RMTS-dagen uit die tijd herinner ik mij vooral de indeling en het gebruik van de oude school nog heel goed. Wat een verschil met nu in de ruimte van kamers van de directie, de administratie en de leraren. ln de oude lokalen hing een typische sfeer. Zo herinner ik me dat plantkunde­lokaal met zijn glasvitrines met nostalgische voorbeelden uil het verre oosten, dat deed je dan wel wal als je in die omgeving cultuurtechniek stond te geven: met recht "Tempo Doeloe" .

De nieuwe school

Met een groot feest (er werd zelfs een prinselijke kraanmachinist ingeschakeld, die voor die gelegenheid een bijzonder grote boom kwam planten, afkomstig uit de oude tuin) en uiteraard veel ander vlagvertoon, werd deze periode in­gelUId; de school bestond inmiddels 75 jaar. De HTO was al omgedoopt tot RHSTL We spraken al gauw niet meer van klassen, maar van Ingenieurs-l en Ingenieurs-2. De namen van de leerlingen werden nummers van studenten en de leraren werden gebombardeerd tot docenten. In die tijd werden deze docenten via vragenformulieren door hun toehoorders beoordeeld en besproken. Slapeloze nachten had ik er niet van, maar toen ik de eerste bespreking moest starten had ik wel het 'angst'zweet op mijn rug staan. Maar het viel mee, er hoefde niet veel te veranderen. Er waren wat praktische punten zoals de duidelijk anders gewenste benadering op de maandag van de eerste groep 's ochtends (kalm aan, we zijn nog maar net wakker na het drukke weekend) en de laatste groep in de middag (die meI wat vuurwerk en een sterk verhaal wakker gehouden wilde worden).

Vrij snel werd het lesgeven voor de Ing.-1 groepjes uit economische over­wegingen vervangen door colleges voor de gehele groep in de collegezaal. Daar stond je dan voor zo'n tachtig tot honderd man met een spreekijzer voor de borst. Wel efficiënt, maar je leerde je klanten niet kennen, hooguit later, tijdens de vragenuurtjes voor de tentamens. De Ing.-2 studenten, die geringer in tal (maar niet in last) waren en in verband met hun opdrachten in groepjes werkten, waren beter bekend. De RMTS met z'n oudste rechten op het vaste stekkie, verbleef geheel in de meuwe school. De oudere jaars van de Hogere gingen met hun kleine projectgroepen weer naar locaties elders in Boskoop. Er werd druk gepraat over en gewerkt aan de houten noodgebouwen elders op het eigen terrein, maar hel zou nog lang behelpen zijn. In deze periode leverde ik op verzoek van de directie wat uren Cultuurtechniek In, om daar­voor in de plaats. ,Aanleg en Onderhoud" te gaan geven op de RMTS. Door het lesgeven op de beide scholen nam je voor de RMTS nog wel eens wat over van wat je al eerder in het studieprogramma van de RHSTL had op­genomen. Zo herinner Ik me de schrik van velen: de grondverzetberekening! Als je door had hoe het ging was het een fluitje van een cent, maar.. ..

Page 52: t is paktaid

Ook een voorbeeld van 'kruisbestuiving' was het invoeren van het eind­examenproject voor de RMT5 aJs afspiegeling van het projectgebeuren bij de Hogere. Aanvankelijk was het een door twee man begeleide proeve van be­kwaamheid voor de examenkandidaten. Later werd het ingewikkelder door het inschakelen van meer disciplines en dus ook meer vakbroeders. Juist in die tijd van het project en van het examen leerde je na twee jaar les­geven in de drie klassen pas je 'pappenheimers' beter kennen door de doelge­richte vraagstelling en de belangsteWng van de meeste kandidaten. Dat bleek beter te werken dan de voor de RMT5 ingestelde klassefoto's, je kreeg over en weer meer begrip voor elkaar en dat is belangrijker dan naamsbekendheid. Achteraf denk ik dan nog wel eens aan de ongelijke strijd waarin de kandidaat in het halfuur mondeling 'project' het moest opnemen tegen de drie of vier examinatoren. Hij werd namelljk aan een doorlopend kruisvuur van slimme vragen blootgesteld. In de tijd dat hij een spits en goed antwoord bedacht voor één van de examinatoren, hadden de andere examinatoren alle tijd en gelegenheid om direct als ze aan de beurt waren de volgende vraag af te vuren.

Het nieuwe onderwijssysteem

Onze school was en is op velerlei gebied een voorloper bij het indelen van het onderwijs in op elkaar afgestemde onderdelen. Vooral op de Hogere was alles in beweging, het semestersysteem werd met succes toegepast. Het werd mogelijk om tweemaal per jaar een tentamen of een examen te doen, waarmee dan weer een studiefase kon worden afgeslo­ten. Herkansing van te lage scores werd ook mogelijk, waardoor men als student aan meer semesters tegelijk bezig kon zijn. Voor de school een hele klus om de cijferadministratie goed op een rijtje en in het rechte spoor te houden. Mede door de vele 'part-timers' groeiden we in die tijd dermate in tal en last, dat het nodig werd een fotomontage te maken waarop in kleur ons conter­leitsel met de bijbehorende naam was weergegeven. Op een groot bord bij de ingang deed de onbekende bezoeker hier veel Informatie op. Het eerder gesignaleerde beoordelen van de docenten door de studenten werd vervangen door het instellen van enquêtes over de vakgebieden in de ruimste zin des woords. De groepsoordelen over: stof, studiebelasting, nood­zaak, belangrijkheid, wijze van doceren enz. werden met en door de gro~pen

van de desbetreffende vakdocenten besproken, hetgeen vaak tot aanpassin­gen leidde.

Inspraak dus voor de 'cliënt'. Er werden weleens harde noten gekraakt, voor­al bij de onderdelen project, afstuderen en ontwerpen, maar je kon steeds verwachten dat de kritiek opbouwend was en niet voor eigen belang, maar in het belang van de opvolgers van deze studenten was bedoeld. Dit bleek ook

52

op de vele commissievergaderinger gesproken over de vernieuwing var Voor beide scholen, zowel de RMl mindere mate de zelfwerkzaamhei, goede dictaten en hierop aansluiten Naar wat ik zo hoor en lees in pu school: over de samenvoeging, ove begeleiding hiervan, krijg ik wel de il uit waren. Bladerend in een boek met klassefot ratie op te doen) gaat er veel door. een apart verhaaJ over de persoon De (oud-) leerlingen van toen die vrc te spelen tijdens de behandeling va verzet, zijn nu vaak gewaardeerde hoort en leest of beter nog die je hiel naar luistert als ze wat vertellen ove Je bent dan trots op het resultaat, cl, gespeeld om deze veel aan de we' mensen op weg te helpen.

Page 53: t is paktaid

19' was het invoeren van het eind­igeling van het projectgebeuren bij de r lwee man begeleide proeve van be­l. Later werd het ingewikkelder door I dus ook meer vakbroeders. et examen leerde je na twee jaar les­eimers' beter kennen door de doeIge­van de meeste kandidaten. Dat bleek ingestelde klassefoto's, je kreeg over sbelangrijker dan naamsbekendheid. Ie ongelijke strijd waarin de kandidaat 10est opnemen tegen de drie of vier ~n doorlopend kruisvuur van slimme ~en spits en goed antwoord bedacht I de andere examinatoren alle tijd en eurt waren de volgende vraag af te

een voorloper bij het indelen van het !rdelen. ging, het semestersysteem werd met 1 tweemaal per jaar een tentamen of reen studiefase kon worden afgeslo­rd ook mogelijk. waardoor men als ig kon zijn. radminlstratle goed op een rijtje en in

1 we in die tijd dermate in tal en last, maken waarop in kleur ons conter­

!ergegeven. Op een groot bord bij de er veel informatie op. an de docenten door de studenten mquêtes over de vakgebieden in de len over: stof, studJebelasting, nood­!Oz. werden met en door de groE;!pen )roken, hetgeen vaak tot aanpassin­

veleens harde noten gekraakt, voor­en ontwerpen. maar je kon steeds s en niet voor eigen belang, maar in Jdenten was bedoeld. Dit bleek ook

op de vele commissievergaderingen met studenten en docenten waar werd gesproken over de vernieuwing van de studieprogramma's. Voor beide scholen, zowel de RMTS als de RHSTL, werd in meerdere of mindere mate de zelfwerkzaamheid ingevoerd, zo ook de zelfstudie met goede dictaten en hierop aansluitend de gelegenheid om vragen te stellen. Naar wat ik zo hoor en lees in publicaties van de jaren na 1983 over de school: over de samenvoeging, over de studie-inhoud, de toepassing en de begeleiding hiervan, krijg ik wel de indrUK, dat we er in mijn tijd nog lang niet uit waren. Bladerend in een boek met klassefoto's van die 13 jaar ..Boskoop" (om inspi­ratie op te doen) gaat er veel door je heen. Bij elke foto is een herinnering, een apart verhaal over de persoon of over de groep of klas. De (oud-Jleerlingen van toen die vrolijk op tafel met de schaalmodellen zaten te spelen tijdens de behandeling van deze werktuigen voor het grootgrond­verzet. zijn nu vaak gewaardeerde vakgenoten en collega's. waar je over hoort en leest of beter nog die je hier en daar ontmoet en waar je met respect naar luistert als ze wat vertellen over hun huidige werk. Je bent dan trots op het resultaat, dat je het met elkaar als school hebt klaar­gespeeld om dele veel aan de weg timmerende en dus veel bekritiseerde mensen op weg te helpen.

53

Page 54: t is paktaid

i

Overig personeel

Hoewel op een school bij de leerlingen het onderwijsgevende personeel het meest in de schijnwerper staat, '5 er een groep 'overig personeel' noodzakelijk om het onderwijs draaiende te houden. Het overige personeel is een bonte verzameling van functionarissen. Daartoe behoren de medewerksters van de hUishoudelijke dienst, de conciërges, de administratieve medewerkers, de tuinlieden. de tuinchef, de amanuensis, de bibliothecaresse, de reproduktiemeester en ook de directeur. De laatste neemt In deze groep een bijzondere plaats in, mdat hij de eerst verantwoordelijke van de school is. De directeursfunctie is door de jaren heen nogal veranderd van inhoud. Voor de eerste directeuren is hef leiding geven aan de school slechts een deel­functie. Deze directeuren zijn tevens directeur van het proefstation en tuin­bouwconsulent. Bovendien verzorgen ze in hun schooltijd nog enige lessen. Deze gecombineerde functie Is achtereenvolgens vervuld door:

C. H. Claassen van 1898 tot 1916 C. Ph. Moerlands van 1916 tot 1939 Dr. E.F. Jacobi van 1939 tot 1952 Ir. C. Dorsman van 1952 tol 1968

Met de komst van Ir. A. P. van den Hoek komt aan deze combinatie van functies een einde. Vanaf dat moment hebben het proefstation en de school ieder een eigen directeur. Wel Is het zo dat de school al vanaf 1939 een plaatsvervangend directeur heeft, die in volledige diensl is. Van 1939 tot 1964 is de heer F. W. Vijgen onderdirecteur. Van 1964 tot 1986 vervult de heer B. Kant deze fUnctie. Laatstgenoemde volgt in 1986 de heer Van den Hoek op, een situatie die voor de RHSTL voortduurt tot het moment van de fusie (1 augustus 19 8) en voor de RMTS nu nog van kracht is. Inmiddels Is in 1976 een tweede en in 1985 een derde adjunct-directeur aan de scholengemeenschap RMTS-RHSTL benoemd.

Overigens is het aantal 'overige personeelsleden' pas in de laatste decennia groot in aantal. In de jaren daarvoor is er slechts sprake van enkele tuin­lieden, enkele werksters en een conciërge-amanuensis. De laatste vervult aak tevens de functie van 'manusje van alles'.

Aan twee van bovengenoemden is gevraagd enkele herinneringen op papier te zetten.

S4

Ir. A. P. van den Hoek Directeur van 1968·1986

Goed gemotiveerde, hard \

ln het onderstaande wil ik enkele fa die Ik tijdens mijn directeurschap

De wetgeving

Het land- en tuinbouwonderwijs k afzonderlijke scholen een grote vrij toelieten. Er kwamen dan ook grol de inhouden van d vakken op de lag vanouds een zwaar accent op volg hiervan lagen de Boskopers iJ houd-sector goed in de markt. De I agrarisch onderwijs moest zich aar straffere voorschriften voor de inri, vakrichtingen kwamen er nageno' met een vastlegging van de leerste

Voor onze school verviel de vooq: ingekort van 4 halve dagen tot 1 d, de school én door de praktijk maa a-ers kwamen er echter meer kam houdpraktijk te kiezen. De verlenging van de opleidingsdi voeten in de aarde. Vrijwel alle sc uiteindelijk kwam er de huidige 3,~

dit een nogal ingrijpende herzienh

Page 55: t is paktaid

let onderwijsgevende personeel het [roep 'overig personeel' noodzakelijk

meling van functionarissen. Daartoe lOudelijke diensI, de conciërges, de len, de tuinchef, de amanuensis, de en ook de directeur. mdere plaats in, omdat hij de eerst

I nogal veranderd van inhoud. Voor m aan de school slechts een deel­~cteur van het proefstation en tuin­in hun schooltijd nog enige lassen.

lvolgens vervuld door: tot 1916 tol 1939 tot 1952 tot 1968

lek komt aan deze combinatie van Elbben het proefstation en de school I dal de school al vanaf 1939 een

volledige dienst is. Van 1939 tot teur. Van 1964 lot 1986 vervult de ,de volgt in 1986 de heer Van den . voortduurt tot het moment van de 'S nu nog van kracht is. 85 een derde adjunct-directeur aan benoemd.

~Isleden' pas in de laatste decennia er slechts sprake van enkele tuin­

·ge-amanuensis. De laatste vervult alles'.

~gd enkele herinneringen op papier

Ir. A.P. van den Hoek Directeur van 1968-1986

Goed gemotiveerde, hard werkende studenten

In het onderstaande wil ik enkele facetten belichten van de vele veranderingen die ik tijdens mijn directeurschap in de school meemaakte.

De wetgeving

Het land- en luinbouwonderwijs kende tot 1972 eigen voorschriften, die de afzonderlijke scholen een grote vrijheid inzake de inrichting van het onderwijs toelieten. Er kwamen dan ook grote verschillen voor in de lesurentabellen ert de inhouden van de vakken op de diverse scholen in den lande. In Boskoop lag vanouds een zwaar accent op de praktijkstage, de bazenpraktijk. Als ge­volg hiervan lagen de Boskopers in de boomteeLt en de aanleg en de onder­houd-sector goed in de markt. De Mammoetwet bracht verandering. Ook het agrarisch onderwijs moest zich aan deze wet conformeren en dat betekende straffere voorschriften voor de inrichting van het onderwijs; voor de diverse vakrichtingen kwamen er nagenoeg gelijke programma's voor àlle scholen met een vastlegging van de leerstofjnhouden.

Voor onze school verviel de voorpraktijk en moest de bazenpraktijk worden ingekort van 4 halve dagen tot 1 dag per week. Een verandering die én door de school én door de praktijk maar matig werd gewaardeerd. Voor de A en O-ers kwamen er echter meer kansen om voor een gerichte aanleg en onder­houdpraktijk te kiezen. De verlenging van de opleidingsduur voor de vakrichting A en 0 had veel voeten in de aarde. Vrijwel alle scholen pleitten voor een duur van 4 jaren; uiteindelijk kwam er de huidige 3,5 jaar uit de bus. Voor Boskoop betekende dit een nogal ingrijpende herziening, waarbij de zeer nauwe verwevenheid

55

Page 56: t is paktaid

van de vakrichtingen Boomteelt en Aanleg en Onderhoud, die tot dan be­wust zoveel mogelijk in stand werd gehouden, voor een aanzienlijk deel moeS! worden prijsgegeven. Ook bij alle toekomstige veranderingen lijkt het me van belang, dat de praktijklessen op de school, maar vooral ook de praktijk bij de bazen, relatief sterk benadrukt blijven. Het is een groot voordeel, dat de school gevestigd is in een tuinbouwcentrum met wereldnaam en die situatie moet ten volle wor­den benut.

De huisvesting

De oude nu afgebroken school aan het Reijerskoop, met twee noodlokalen naast hel Proefstation aan de Valkenburgerlaan, heb ik ni t anders gekend dan uitpuilend van de leerlingen. In 1970 werden er een paar leslokalen van de oude Maranathaschool en vergaderlokalen in de Loods aan de Zijde bijge­huurd, waarmee we ons konden en moesten behelpen. Van de nieuwbouw aan de Azalealaan stelden we ons dan ook heel veel voor. De toeloop van nieuwe leerlingen, zowel voor de Middelbare als voor de Hogere school, was echter zo groot geworden, dat dit gebouw bij de inge­bruikname in 1972 al weer veel te klein was. De g huurde lokalen konden vervallen, maar de noodlokalen aan de Valkenburgerlaan bleven in gebruik lot de eerste dependance op het schoolterrein aan de Azalealaan enkele jaren later klaar kwam, Later is er nog een tweede en derde dependance aan toe­gevoegd. Het verkrijgen van de bouwgrond en de nodige bouwvergunningen en -credie­ten verliepen niet altijd even vlot, waardoor we veel jaren te krap behuisd waren en er veel geïmproviseerd moest worden om de schoolorganisatie rond te krijgen; het lesgeven op avonduren en aanvankelijk ook op zater­dagen is daar een symptoom van.

De schoolbevolking

Waar het op een school in de eerste en de laatste plaats allemaal om gaat, zijn de leerlingen. Het aantal aanmeldingen was voor belde scholen veelal veel groter dan het aantal beschikbare plaatsen. De toelatingsselectie i altijd zeer consciëntieus uitgevoerd. maar toch was het elk jaar weer een nare zaak om potentiële leer­lingen wegens plaatsgebrek te moeten afwijzen. In hoeverre zijn nu de binnenkomende leerlingen anders dan die van vroeger? Het grootste versch~ was er wel bij de eerste klassers van de Middelbare, nadat de zogenaamde voorpraktijk verboden werd in het kader van de Mammoetwet. De voorpraktijk hield in. dat de leerlingen, afkomstig van mulo of vhmo, van september tot de paasvakêmtie op een tUinbouwbedrijf werkten, alvorens aan de schoolopleiding te beginnen. Ze kregen daardoor al

56

wat praktijkervaring; hadden met school van meet af aan al volwas! De band met de stagebieders, de bi ling voelde zich sterk bij het bedrij: begin veelal goed gemotiveerd. Vanaf het moment dat de leerling. de Middelbare kwamen en bovend gingen, werden deze verbondenhe veerd tonen voor het vak een stuk 1

nodig in het eerste en voor sommi! school om zover te komen. Aan het eind van de opleiding zijn Ook de structuur van de Hogere 0

herzien en aangepast. Deze hers schoolse mentaliteit van de binnen al vroeg in de opleiding sprake wa groepen studenten, met een onder de mtus-ers ook was.

De toekomst

Er wordt gesproken over de eige school die In hoge mate voortkon omgaat. Er bestaat een terechte an bij fusies, vooral wanneer daarbij ( Nu onze school in de komende jare hoop toch verwachten, dat naar h en naar de Internationale AgrarÎS( van de Boskoopse identiteit en cu Boskoopse eigene gevormd in 90

Page 57: t is paktaid

leg en Onderhoud, die tot dan be­houden, voor een aanzienlijk deel

1 lijkt het me van belang, dat cl oOK de praktijk bij de ba,zen, relatief voordeel, dat de school gevestigd is n en die situatie moet ten volle wor-

Reijerskoop, met twee noodlokalen 'gerlaan, heb ik niet anders gekend ) werden er een paar leslokalen van ,alen in de Loods aan de Zijde bijge­esten behelpen, stelden we ons dan ook heel veel zowel voor de Middelbare als voor ~worden, dat dit gebouw bij de inge­was. De gehuurde lokalen konden Valkenburgerlaan bleven in gebruik rrein aan de Azalealaan enkele jaren 'ede en derde dependance aan toe­

)dige bouwvergunningen en -credie­ioor we veel jaren te krap behuisd t worden om de schoolorganisatie uen en aanvankelijk ook op zater­

laatste plaats allemaal om gaat, zijn

scholen veelal veel groter dan het rsseledie is altijd zeer consciëntieus fU een nare zaak om potentiële leer­wijzen. rlingen anders dan die van vroeger? zerste klassers van de Middelbare, )oden werd In het kader van de dat de leerlingen, afkomstig van

asvakantie op een tuinbouwbedrijf te beginnen. Ze kregen daardoor al

wat praktijkervaring: hadden met ouderen gewerkt en gedroegen zich op school van meet af aan al volwassen. De band met de stagebieders, de bazen, was doorgaans zeer hecht en de leer­Ling voelde zich sterk bij het bedrijf van de baas betrokken en was vanaf het begin veelal goed gemotiveerd. Vanaf het moment dat de leerlingen rechtstreeks van de mavo of havo naar de Middelbare kwamen en bovendien maar één dag in de week naar de baas gingen, werden deze verbondenheid met het bedrijfsleven en het zich gemoti­veerd tonen voor het vak een stuk minder. Er was kennelijk een aanloop voor nodig in het eerste en voor sommigen ook nog wel in het tweede jaar van de school om zover te komen. Aan het eind van de opleiding zijn deze verschillen niet meer waar te nemen. Ook de structuur van de Hogere opleiding werd in de jaren zeventig grondig herzien en aangepast. Deze herstructurering zorgde er o.a. voor, dat de schoolse mentaliteit van de binnenkomende studenten snel veranderde en er al vroeg in de opleiding sprake was van goed gemotiveerde, hard werkende groepen studenten, met een onderling goede band, zoals die er eerder onder de mtus-ers ook was.

De toekoms

Er wordt gesproken over de eigen identiteit en de eigen cultuur van een school die in hoge mate voortkpmen uit de wijze, waarop men met elkaar omgaat. Er bestaat een terechte angst, dat deze eigen identiteit verloren gaat bij fusies, vooral wanneer daarbij de ene school bij de andere intrekt. Nu onze school in de komende jaren bij fusies is betrokken, mogen we naar ik hoop toch verwachten, dat naar het te vormen agrarisch onderwijs centrum en naar de Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein een gedeelte van de Boskoopse identiteit en cultuur zal worden meegenomen, zodat hel Boskoopse eigene, gevormd in 90 jaren, niet geheel verJoren gaat.

Page 58: t is paktaid

P. den Dekker conciërge van 197 -1981.

Koffie, licht en warmte

Ik ben In 1916 in Nederlandsch-lndlë geboren uit het huwelijk tussen een Rotterdamse vader en een Afrikaonse moeder, groeide op J Vo op en ging door naar de Nederlandse school. Na mijn opleiding kreeg ik werk op de grote plantages en werd later planter bij de Engelse Cultuurmaatschappij "Pamanoekan Tjiasem" op Java, een onderneming mei ettelijke duizenden hectaren vruchtbare grond waarop ge­wossen als rubber thee. koffie, sisal, cacao, peper en rijst werden verbouwd. Reeds op 25-jarige leeftijd gof Ik leiding aan 2500 inlandse arbeiders die uit de omliggende kampongs afkomstig waren.

Een jaM later (1942) verklaarde Nederland, na de lafhartige Japanse lucht-en zeeaanval op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbour (Hawoii) de Jappen ook de oorlog. Lang duurde de strijd in de Archipel niet: met de ondergang van de geallieerde vloot onder odmiraal Karel Doorman, tijdens de slag in de Javazee, kwam Nederlandsch-Indië 3112 jaar lang onder Japanse bezetting. De Nederlanders werden geInterneerd in de Jappenkampen en op vaak meer dan beestachtige wijze door Japanners en Koreanen mishandeld en vermoord. Mijn vrouwen ik werden niel geInterneerd in een concentratiekamp, maor werden vastgehouden op de onderneming met nog 14 andere Europeanen om, op verzoek van de directie, de onderneming voor muiterij door de duizenden arbeiders te behoeden.

Na de capitulatie in 1945 werden de Nederlanders nogmaals geïnterneerd. nu om zogenaamd Ie worden beschermd tegen de Indonesische Hezbolla: fanatieke Moslimstrijders die elke Europeaan over de kling joegen. Omdat wij niet kozen voor de Warga negara, ofwel het Indonesisch staats­

58

burgerschap, maar een Nederlanc zaak naar Nederland uil te wijken,

In 1956 kwam ons gezin na een m Rotterdam aan en werd het ondel Wat een overgang: van het grote.

oude en natte. kleingeestige, niet, Hollandse dorp. Ik vond werk bij de Koninklijke LUl gen nemen met een functie achtl 1966. Toen bood de levensmidde mij een baan aC1n . Toch besloot ik de functie van conciërge op dE Boskoop. Daar werd Ik aangenom

1972: een kaal gebeuren

Onze familie trok op 22 decembe school: een slechte overgang wanl was nog geen gas en dus geen ie dagen was het koud en moest er ee worden. Ook dit begin was weer me begonnen en steeds lukle het, dus lukken!

Page 59: t is paktaid

eboren uit het huwelijk tussen een oeder, groeide op Java op en ging

te plantages en werd later planter bij lanoekan Tjiasem" op Java, een ~taren vruchtbare grond waarop ge­10, peper en rijst werden verbouwd. \TI 2500 inlandse arbeiders die uit de

d, na de lafhartige Japanse lucht-en :ul Harbour (Hawaii) de Jappen ook rchipel niet: met de ondergang van 'el Doorman, tijdens de slag in de jaar lang onder Japanse bezetting. de Jappenkampen en op vaak meer Koreanen mishandeld en vermoord. ~rd in een concentratiekamp, maar 19 met nog 14 andere Europeanen 1derneming voor muiterij door de

!derlanders nogmaals geïnterneerd, cl tegen de Indonesische Hezbolla: !aan over de kling joegen. !gara, ofwel het Indonesisch staats­

burgerschap, maar een Nederlands paspoort wensten, was het toch maar zaak naar Nederland uit te wijken, feitelijk te emigreren!

rn 1956 kwam ons gezin na een maand varen met de Sibajak uit Djakarta in Rotterdam aan en werd het ondergebracht in een pension in Bodegraven. Wat een overgang: van het grote, maar ook heerlijk warme Indië naar het koude en natte, kleingeestige, niet aan deze emigranten gewend zijnde, Zuid­Hollandse dorp. Ik vond werk bij de Koninklijke Luchtmacht in Soestduinen en moest genoe­gen nemen met een functie achter de boekhoudmachine. Dit duurde tot 1966. Toen bood de levensmiddelenorganisatie Schuitema in Bodegraven mij een baan aan. Toch besloot ik in 1971 nogmaals te solliciteren, nu naar de functie van conciërge op de nieuw gebouwde Tuinbouwschool in Boskoop. Daar werd ik aangenomen.

1972: een kaal gebeuren

Onze familie trok op 22 december 1971 in de conciërgewoning naast de school: een slechte overgang want alles was nog vochtig van de bouwen er was nog geen gas en dus geen fornuis aangesloten. Gedurende de feest­dagen was het koud en moest er een week lang eten van de Chinees gehaald worden. Ook dit begin was weer moeilijk, maar zo waren we al vaak opnieuw begonnen en steeds lukte het, dus op de Tuinbouwschool zou het ook wel lukken!

Page 60: t is paktaid

We werden spoedig in de (nog) kleine schoolg meensehap opgenomen, het­geen werd vergemakkelijkt door mijn eigen manier van omgang met mensen, om het even of het schoolpersoneel of leerlingen/studenten betrof. Iedereen kende mij als Oom Piet. [n die tijd was er nog geen apalie avondconciërge en moest lk ook 's avonds zorgen voor koffie, licht en warmte. Tijdens de lessen mocht er niet worden gerookt, ook niet door de docenten, maar 's avonds werd daarmee weleens de hand gelicht. Zo was er op een avond een ontwerpbegeleiding in lokaal 10. Het toeval wiJde dat de directeur nog even op school langs kwam en hij constateerde dat lokaal 10 enigszins blauw getint was. [k werd er heen gezonden om de rook­overtreders op hun strafbaar handelen te wijzen. Toen ik dit weigerde te doen, ervan uitgaande dat er 's avonds wel wat soepeler kon worden opge­treden tegen personeel en studenten, bood ik mijn directeur ter plekke aan me maar te ontslaan op grond van het weigeren van een dienstopdracht (voor een oud-Indischman bijna een halsmisdaad!), maar gelukkig zag ook de baas wel in dat dit incidentje te ver ging, zette zich zuchtend op een bank in de gang neer, dacht na, zei niets, stond weer op en liep weg, wellicht erkennend dat 'Oom Piet' toch wel veel levenservaring en wijsheid in zijn werk in Boskoop legde.

Veel leerlingen en studenten zullen zich mij herinneren, ploeterend in het Jichtdrukkamertje aan het einde van de gang bij de achterdeur in het hoofd­gebouw. Vaak kwamen de studenten op het laatste moment met hun calques aan en ik zorgde er dan altijd maar voor dat de tekeningen op tijd bij Brandsma of Van Wijk konden worden ingeleverd. Gemakkelijk was het overigens niet om met zo'n oude en slechte lichtdruk­machine werk van enige kwaliteit te leveren: vaak moest de lichtdruk nog eens extra met ontwikkelaar ingesmeerd en weer door de machine gehaald worden of moest met halve lampen en dubbele snelheid een acceptabele lichtdruk uit het apparaat worden getoverd.

Voor mijn vrouw en mij is de 10 jaar Boskoop veelte snel omgegaan en we denken beiden nog vaak terug aan de gezellige tijd die we in en bij de school beleefden. Na nog enkele jaren in een Uat aan de Lage Welde in Boskoop te hebben gewoond zijn we in 1985 naar een eigen huis in Arnhem vertrokken. Daar vinden we de langverdiende rust in een omgeving die nog een klein beetje aan 'ons' tropisch vaderland terug doet denken.

60

Leerlingen

Eén van de belangrijkste kenmerl van het begin af aan uit alle delen \ geldt dat tegenwoordig meer dan \ op de volgende pagina). [n de periode 1920 tot 1954 kome Het gevolg hiervan is dat veel Ie Boskoop moeten wonen. [n de beginjaren voelt de directie goede kosthuizen. Het door de 11

ware door de school worden geke goed gaat, wordt de hospes in hel gekeerde ook Voor. Zo klaagt in d zijn slechte studieprestaties, zijn k( 's avonds uit moet.

In de jaren zestig blijkt het beschi~

de groei van de school. Dit komt gevolg van de stijgende welvaart h meer nodig hebben. [0 samenwerking met de gemeel Leerlingen" opgericht. Deze Stlch zo'n 70 kamers aan leerlingen var jongeren in de gemeente. In de zeventiger jaren wordt de gel een extra contingent Van Dam-ee door neemt de druk op de woar houdens behoorlijk af. In 1988 is 66% van de studenten, Boskoop op kamers woonachtig; J ving van Boskoop en 18% reist 0

Voor de RMTS liggen deze perce Boskoop, 7% woont op kamers in (14% in Boskoop). Voor de bevolking van Boskoop zi bouwschool "de gaiten", een uit groep. Niet alleen in de introductieweek. verhoogde activiteit in het dorp te de gaiten duidelijk te herkennen, scbillende onderdelen die het vak ~ zondag tientallen studenten de BOE

Page 61: t is paktaid

1001gemeenschap opgenomen, het­:n manier van omgang met mensen, erlingen/studenten betrof. Iedereen nog geen aparte avondconciërge en :, licht en warmte. Tijdens de lessen door de docenten. maar 's avonds

egeleiding in lokaal 10. Het toeval I langs kwam en hij constateerde dat lerd er heen gezonden om de rook­te wijzen. Toen ik dit weigerde te vel wat soepeler kon worden opge­.od ik mijn directeur ter plekke aan

weigeren van een dienstopdracht nisdaad!) I maar gelukkig zag ook de eUe zich zuchtend op een bank in de . op en liep weg, wellicht erkennend Jaring en wijsheid in zijn werk in

mij herinneren, ploeterend in het lang bij de achterdeur in het hoofd­net laatste moment met hun calques oor dat de tekeningen op tijd bij Ingeleverd. met zo'n oude en slechte lichtdruk~

eren: vaak moest de lichtdruk nog en weer door de machine gehaald dubbele snelheid een acceptabele

'rd.

;koop veel te snel omgegaan en we zellige tijd die we in en bij de school

Lage Weide in Boskoop te hebben 1 huis in Arnhem vertrokken. Daar omgeving die nog een klein beetje lenken.

Leerlingen

Eén van de belangrijkste kenmerken van de school is wel dat de leerlingen van het begin af aan uit alle delen van het land afkomstlg zijn. Voor de Hogere geldt dat tegenwoordig meer dan voor de Middelbare (zie hiervoor de kaal1jes op de volgende pagina). In de periode 1920 tot 1954 komen zelfs leerlingen uitlndiE! op de school af. Het gevolg hiervan is dat veel leerlingen voor de duur van hun studie in Boskoop moeten wonen. In de beginjaren voelt de directie van de school zich verantwoordelijk voor goede kosthuizen. Het door de leerUngen gevonden kosthuis moet als het ware door de school worden gekeurd. Wanneer het met een leerling minder goed gaat, wordt de hospes in het probleem gekend. Natuurlijk komt het om­gekeerde ook voor. Zo klaagt in de oorlogsjaren een leerling, gevraagd naar zijn slechte studieprestaties, zijn kostbaas aan omdat het licht alom tien uur 's avonds uil moet.

In de jaren zestig blijkt het beschikbare aantal kosthuizen achter te blijven bij de groei van de school. Dit komt mede doordat veel Boskoopse burgers als gevolg van de stijgende welvaart het inkomen uit de verhuur van kamers niet meer nodig hebben. In samenwerking met de gemeente wordt dan de "Stichting Huisvesting Leerlingen" opgericht. Deze Stichting verhuurt tot op de dag van vandaag zo'n 70 kamers aan leerlingen van de school en indien mogelijk aan andere jongeren in de gemeente. In de zeventiger jaren wordt de gemeente Boskoop In de gelegenheid gesteld een extra contingent Van Dam-eenheden/HAT-woningen Ie bouwen. Hier­door neemt de druk op de woonruimte voor één- en tweepersoons huis­houdens behoorlijk af. In 1988 is 66% van de studenten, die ingeschreven staan op de RHSTL, \n Boskoop op kamers woonachtig; 16% woont op kamers in de directe omge­ving van Boskoop en 18% reist op en neer vanuit het ouderlijk huis. Voor de RMTS liggen deze percentages anders; 11 % woont op kamers in Boskoop, 7% woont op kamers in de directe omgeving en 82% woont thuis (14% in Boskoop). Voor de bevolking van Boskoop zijn de leerlingen en studenten van de tuin­bouwschool ,. de galten" , een uit bet straatbeeld niet meer weg te denken groep. Niet alleen in de Introductieweek, in het begin van hel schooljaar, is er een verhoogde activiteit in het dorp te bespeuren. ook tijdens het schooljaar zijn de gaiten duidelijk te herkennen. bijvoorbeeld tijdens de studie van de ver­schillende onderdelen die het vak Sierplantenkennis rijk is. Dan lopen op een zondag tientallen studenten de Boezemlaan op en neer op een zodanige wijze

Page 62: t is paktaid

• = 5 leerlingen Herkomst leerlingen RMTS november 1988

dat de onbekende buitenstaander wanneer op een avond laat piepi Biezen wordt voortbewogen, weet ( een arme student op kan zitten. De gemeente Boskoop voelt zich rij extra burgers die dit met zich mee immers Boskoop Het aantal 'hang! teld in Boskoop, dat ze het dorp a randstad willen handhaven. Toch zijn er ook we) momenten gev ten verfoeide. Deze situatîe doet zi zeventiger jaren. Studenten houde den, hetgeen in het dorp toch we zelfs zover dat de gemeenteraad eE dat aan het verzoek om een dep toestemming zal worden verleend woonruimte voor studenten toewij! kelijk is om in het onderwijs ander voor een uitbreiding van leerlingen op 1 april 1979 toch een eerste pa even hoog op (zie hè! artikel op dl

• = 5 studenten Herkomst studenten RHSTL november 1988

62

Gelukkig is alles ten goede gekeerl omgekeerde voor. Het dreigende, uit Boskoop brengt het gemeentebE te behouden. Zoals inmiddels bekl over enkele jaren bij de aanvan~

nieuwe gaiten meer in Boskoop ve weer terug in Boskoop.

Een ander belangrijk gegeven van van de cursus Tuinaanleg, later He is bij vrouwelijke studenten. De RH agrarische hogescholen, In deze e schreven studenten in 1988 is 41 1

sprake van een soort natuurlijk eve goede komt. Waarschijnlijk draagt studenten vrij hoog is, 22 jaar, hle

Omdat de leerlingen slechts een bel een volledig beeld van de wijze Wê

geven. Op de volgende pagina's zu welke wijze 2jj aan de school terug

Page 63: t is paktaid

)

• = 5 leerlingen Herkomst leerlingen RMTS november 1988

dat de onbekende buitenstaander denkt dat de goudluis echt bestaat. Ook wanneer op een avond laat piepend en krakend een oude fiets door de Biezen wordt voortbewogen, weet de Boskoper dat daar niemand anders dan een arme student op kan zitten. De gemeente Boskoop voelt zich rijk met het bezit van de beide scholen en de extra burgers die dit met zich meebrengt. Niet alle afgestudeerden verlaten immers Boskoop. Het aantal 'hanggaiten' is vrij groot. Ze zijn zodanig gewor­teld in Boskoop, dat ze het dorp als een centraal gelegen woonplaats in de randstad wUIen handhaven. Toch zijn er ook wel momenten geweest waarop de gemeenteraad de studen­ten verfoeide. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor aan het eind van de zeventiger jaren. Studenten houden zich dan bezig met het kraken van pan­den, hetgeen in het dorp toch wel wat beroering teweeg breng!. Het komt zelfs zover dat de gemeenteraad een motie aanneemt, waarin gesteld wordt dat aan het verzoek om een dependance bij de school te plaatsen geen toestemming lal worden verleend als de rijksoverheid niet tevens nieuwe woonruimte voor studenten toewijst. Dat de uitbreiding van lokalen noodza­kelijk is om in het onderwijs andere werkvormen mogelijk te maken en niet voor een uitbreiding van leerlingen of studenten wordt niet begrepen. Als dan op 1 aprll1979 toch een eerste paal wordt geslagen, lopen de gemoederen even hoog op (zie het artikel op de volgende pagina).

Gelukkig is alles ten goede gekeerd en doet zich enkele jaren later zelfs het omgekeerde voor. Het dreigende vertrek van de RHSTL met zijn studenten uit Boskoop brengt het gemeentebestuur in actie om de school voor Boskoop te behouden. Zoals inmiddels bekend, zal het anders gaan lopen en zullen over enkele jaren bij de aanvang van het schooljaar zich geen honderd nieuwe gaiten meer in Boskoop vesligen. Na zo'n honderd jaar keert de rust weer terug in Boskoop.

Een imder belangrijk gegeven van de school is het feit, dat met de invoering van de cursus Tuinaanleg, later HüTA, HTü en RHSTL de opleiding in trek is bij vrouwelijke studenten. De RHSTL neemt. in vergelijking met de andere agrarische hogescholen, in deze een uitzonderingspositie in. Van de inge­schreven studenten in 1988 is 41 % vrouwelijk. Hierdoor is op de RHSTL sprake van een soort natuurlijk evenwicht, hetgeen de sfeer in elk opzicht ten goede komt. Waarschijnlijk draagt het feit dat de gl.!middelde leeftijd van de studenten vrij hoog is, 22 jaar, hier ook toe bij.

Omdat de leerlingen slechts een beperkt aantal jaren de school meemaken, is een volledig beeld van de wijze waarop zij de school hebben ervaren niet te geven. Op de volgende pagina's zullen enkele oud-leerlingen verwoorden op welke wijze zJj aan de school terugdenken.

Page 64: t is paktaid

Eerste paal wekte opschudding

Schoorvoetend. het was tenslotte 1 april, begaven studenten en docen­ten van de Rijks Agrarische Scholen­gemeenschap zich vorige week woensdag naar buiten om het slaan van de met veel bravoure aangekon­digde eeste paal bij te wonen. Nie­mand is echter bedrogen uitgeko· men want de paal voor de uitbrei· ding van de school (kantine en 7 leslokalen) werd echt geslagen. Het was er alleen één van miniatuurfor· maat. Bovendien hebben de geeste­lijke vaders van deze 1 april mop een kunstige constructie ontworpen waardoor tijdens het 'heien wat ver· derop met iedere slag een tweede pa I uit de grond omhoog kwam waarop '1 april' stond. Nu zullen er misschien nog steeds mensen zijn die de mop niet vatten. Als je zoiets uit moet leggen blijkt het ineens niet meer leuk te zijn, maar vooruit maar. De R.AS. mag niet uitbreiden en dat houdt weer ver­band met de huisvesting van studen· ten. Een aantal mensen heeft een

64

bezwaarschrift Ingediend om zo een pressiemiddel in handen te hebben waarmee de hogere overheden aan· gezet zouden moeten worden om Boskoop niet langer meer te laten aanmodderen in de strijd tegen het woningprobleem. Een school in Boskoop is prima, maar dan moet er ook woonruimte voor studenten bij­komen. Zo ligt het ongeveer. Nu zijn er (felle) tegenstanders van het be­zwaarschrift en ook (felle) voorstan­ders. Erg gevoelige kwestie, kortom.

Daarom was de 1 april grap wel leuk. Vooral omdat sommigen er ook nog intrapten. Ambtenaren wa­ren in rep en roer. Een slimme geest lichtte zelfs de Rijksgebouwendienst in en vandaar bereikte een opge· wonden telefoontje Boskoop wat de pret alleen maar verhoogde. Zo zit dat. Maar de uitbreiding zal nog wel even op zich laten wachten daar ziet het tenminste wel naar uit.

Uit: Gouwekoerier 8 april 1979

Maarten Splinter RTWS 1915-1916 Gepensioneerd boomkweker­exporteur.

"Ik kan een varken eerder lerl

Toen mijn vader mij na het verlaten worden, zei ik 'dominee'. Het lee~ mogen toespreken. Maar omdat ik mijn vader: ,.Je wordt al duizelig o~ een preekstoel staat?" Hij vond hel kwekerij zou gaan werken. Daarde Zwammerdam in Boskoop terecht. 11 de weekenden naar huis. Dat was t' In 1915, ik had toen al de nodige Cl

de RTW . De heer Claassen was tOt gonnen met een groep van 25 leerlir belde schooljaren uitgedund tot 15, mobiliseerd werden. We zaten midd De school had maar één vaste leraar. herinner me de leraar Engels, de hee vanuit Leiden kwam. Vaak denk ik nog terug aan de hl vooruitziende blik. Hl; zeI: "Ik ben n vergaan, geloof ik wel, want de men In Boskoop waren wij de 'Heren v draaide ons bij wijze an spreken eU dat je aan had, goed zat. We ginge' leerlingen droegen losse manchetten keer als spiekbriefje gebruikte. De leI klas op tafel zetten.

Page 65: t is paktaid

:te opschudding

bezwaarschrift Ingediend om zo een pressIemiddel In handen te hebben waarmee de hogere overheden aan­gezet zouden moeten worden om Boskoop niet langer meer te laten aanmodderen in de strijd tegen het woningprobleem. Een school in Boskoop is prima. moor dan moet er ook woonruimte voor studenten bij­komen. Zo ligt het ongeveer. Nu zijn er (felle) tegenstanders van het be­zwaarschrift en ook (felle) lJoorstan­ders. Erg gevoelige kwestie, kortom.

Daarom was de 1 april grap wel leuk Vooral omdat sommigen er ook nog intrapten. Ambtenaren wa· ren in rep en roer. Een slimme geest lichtte zelfs de Rijksgebouwendienst in en vandaar bereikte een opge· wonden telefoontje Boskoop wot de pret al/een maar uerhoogde. Zo zit dat. Maar de uitbreiding zal nog wel even op zich laten wachten, daor ziet het tenminste wel naar uit.

Uit: Gouwekoerier 8 april 1979

Maarten Splinter RTWS 1915-1916 Gepensioneerd boomkweker­exporteur.

" Ik kan een varken eerder leren lachen, danjou leren tekenen"

Toen mijn vader mij na het verlaten van de lagere school vroeg wat Ik wûde worden, zei Ik 'dominee'. Het leek mij geweldig een groot gezelschap te mogen toespreken. Maar omdat ik nogal wat last van hoogtevrees heb, zei mijn vader: 1 ,Je wordt al duizelig op een kippenhok, hoe moet dat als je op een preekstoel staat?" Hij vond het beter dat ik op een tuin in de boom­kwekerij zou gaan werken. Daardoor kwam ik al op jonge leeftijd vanuit Zwammerdam in Boskoop terecht. Ik kwam in de kost bij een tante en ging i de weekenden naar huis. Dat was twee uur lopen per keer. In 1915, ik had toen al de nodige cursussen gevolgd, werd Ik toegelaten op de R1WS. De heer Claassen was toen voor het laatste jaar directeur. Wij be­gonnen met een groep van 25 leerlingen, maar dt groep werd gedurende de beide schooljaren uitgedund tot 15, omdat er voortdurend klasgenoten ge­mobiliseerd werden. We zaten midden in de eerste wereldoorlog. De school had maar één vaste leraar. De andere leraren kwarrum af en toe. Ik herinner me de leraar Engels, de heer Kok, die één keer per week met de fiets vanuit Leiden kwam. Vaak denk ik nog terug aan de heer Van der Schans. Hij had een zeer vooruitziende blik. Hij zei: "Ik ben niet gelovig, maar dat de wereld eens zal vergaan, geloof ik wel, want de mensen zullen er zelf hard aan meewerken." ln Boskoop waren wij de 'Heren van de Tuinbouwschool'. De kostvrouw draaide ons bij wijze van spreken elke morgen om, om te kijken of het pak, dat je aan had, goed zal. We gingen keurig gekleed naar school. Sommige leerlingen droegen losse manchetten. Naast mij zat een jongen die ze op een keer als spiekbriefje gebruikte. De leraar ontdekte het en hij moest ze voor de klas op tafel zetten.

Page 66: t is paktaid

.

De leraar Tuintekenen, de heer Schaum, die tevens boomkweker-exporteur was, is voor mij van bijzondere betekenis geweest. Dat gold niet zozeer voor het vak TUintekenen , want de heer Schaum zei regelmatig tegen mij: "Ik kan nog eerder een varken leren lachen, dan jou leren tekenen, Maarten." Zijn betekenis gold vooral de periode na mijn schooltijd. Ik kwam bij hem in dienst en hij stuurde mij direct naar één van zijn klanten in Duitsland om de Duitse taal te leren. Zo kwam Ik terecht bij de heer Jungklausen in Frankfurt. Ik werd via hem als opzichter geplaatst op een kwekerij, waar 25 Russische krijgs­gevangenen moesten werken. Het was nog steeds oorlogstijd . Toen ik aan de Duitse soldaat, die er ook bij was, zei dat hij me wel eens een handje kon helpen, zei hij: "Jlf moet zorgen dat ze werken, îk dat ze niet weglopen."

a een jaar werd ik opgeroepen voor militaire dienst. De heer J ungklausen wilde mij echter houden. Toen Ik hem vroeg wat ze in Duitsland met deser­teurs deden, sprak hij de volgende woorden: ,Gehen Sie. dienen Sie Ihrer Königin." Sterk vermagerd, mdat ik dat jaar wel wat honger heb geleden, ging ik naar huis.

Na mijn diensttijd heb ik eerst enige tijd als reiziger In heel Duitsland bij de finna Schaum-Va Tol gewerkt. Vervolgens kocht ik een eigen tuin, die ik echter \n de veertiger jaren weer van de hand deed, omdat mijn beide zoons niets voor de boomkwekerij voelden. Daarna ben ik als administrateur gaan werken bij het ex.portbedrijf van Jan Fase op het Rijneveld. We hadden veel handel in de Scandinavische landen. Daardoor kwam mijn Zweeds, dat ik op school gehad heb, nog aardig van pas.

[n die jaren ben ik ook 21 jaar gemeenteraadslid, waarvan vele jaren fractie­voorzitter geweest. Bij mijn afscheid, in 1966, werd ik benoemd tot ere­burger van de gemeente Boskoop. Ook ben ik in het bezit van het Verzetskruis. dat mij en anderen enkele jaren geleden door Prins Bernhard persoonlijk is opgespeld. In de oorlog had Boskoop een vrij grote verzetsgroep, waarin ik actief ben geweest in de groep 'landelijke hulp aan onderduikers'. Dat waren spannende jaren. Eén van de meest riskante daden vind lk nog altijd het transport op klaarlichte dag van een schouw vol met wapens. enkel afgedekt met rietmatten, dwars door bezet Boskoop heen naar mijn loods op het RljneveJd.

Terug naar de school van nu. Als ik iedere dag vanuit mijn kamer al die leer­lingen en studenten naar en van school zie gaan, valt mij op dat ze er lang niet meer zo gekleed bij lopen als wij vroeger. Maar toch voel ik me nog leerling van de school. ik betreur het dan ook dat de Hogere afdeling te zijner tijd uit Boskoop moet verdwijnen.

hield een lezing. Na afloop maakt geiten die ik vroeger gehad heb. de baas}, maakte mij onlangs attent 0):

ten. Het luidt als volgt:

Na de lezing keerde ik SPO(

En zeer voldaan weer huls~

Ln mijn kop bloeiden de kei Want mijn geest was wel w

Slapend vloog ik over zeel! En over bergen naar Japan Daar had je de poppen aar "Hisakura is Kwanzan."

"Lannesiana, subhirtella, Bomen, struiken, klein en ~ De één kun je op den and~

Maar de meesten gaan we(

, ,Yoshino is Yedoensis, Shidara Zakura is helemaal Yoshino-nioi is weer wat ar Dat zie je dadelijk aan het I

"HoKusay, Horingi, Kirin, Shiro-fugen, Tegenzo, Subhirtella autumnalis, Tusschen haakjes (makizo)

"Kiku-Shidara voorheen Zi Cerasus Rhexii (van de Vo: Tokio ligt zoo maar midder [n een prachtig Kersenbosc

,,[mica is Fugi of mamé Beter vaak dan onze Kriek. Kersen, Kersenvisioenen, 'k Geloof ik ben een beetjE

"Kukeleku, sachalinensis, Tenslotte nog dil: Ln 1936 werd door Arboricultura een avond georganiseerd Hokipoki, Tsang-Kai-Sjek. over de Japanse tuinen. De heer Doorenbosch, directeur van de Plantsoen­dienst in Den Haag en deskundige op het gebied van de Japanse tuinen,

Daar begint mijn vrouw te !

"Help toch, help, mijn ma'

66

Page 67: t is paktaid

, die tevens boomkweker-exporteur I geweest. Dat gold niet zozeer voor lm zei regelmatig tegen mij: "Ik kan 1 jou leren tekenen, Maarten." Zijn schooltijd. Ik kwam bij hem in dienst 1 klanten in Duitsland om de Duitse ~r Jungklausen in frankfurt. Ik werd kwekerij, waar 25 Russische krijgs­>9 steeds oorlogstijd. Toen ik aan de at hij me wel eens een handje kon /,Ierken, îk dat ze niet weglopen." ilitaire dienst. De heer Jungklausen roeg wat ze in Duitsland met deser­den: "Gehen Sie, dlenen Sie Ihrer t jaar we) wat honger heb geleden,

als reiziger in heel Duitsland bij de lens kocht ik een eigen tuin, die ik land deed, omdat mijn beide zoons aroa ben Ik als adminjstrateur gaan op het RiJneveld. We hadden veel

rdoor kwam mijn Zweeds, dat ik op

'aadslid, waarvan vele jaren fractie­I 1966, werd ik benoemd tot ere­

115, dat mij en anderen enkele jaren k is opgespeld. In de oorlog had rln ik actief ben geweest in de groep aren spannende jaren. Eén van de et transport op klaarlichte dag van edekt met rietmatten, dwars door het Rijneveld.

adag vanuit mijn kamer al dle leer­! gaan, valt mij op dat ze er lang niet Maar toch voel ik me nog leerling de Hogere afdeling te zijner tijd uit

Jr!cullura een avond georganiseerd bosch, directeur van de Plantsoen­et gebied van de Japanse tuinen,

hield een lezing. Na afloop maakte ik daar een gedicht over. Eén van de geiten die ik vroeger gehad heb, de heer Pols uit Den Bosch (ik was zijn eerste baas), maakte mij onlangs attent op dat gedicht. Ik was het zelf al bijna verge­ten. Het luidt als volgt:

Na de lezing keerde ik spoedig En zeer voldaan weer huiswaarts toe, In mijn kop bloeiden de kersen, Want mijn geest was wel wat moe.

Slapend vloog ik over zeeën En over bergen naar Japan, Daar had je de poppen aan 't dansen: "Hisakura is Kwanzan."

"Lannesiana, subhirtella, Bomen, struiken, klein en grool. De één kun je op den ander enten, Maar de meesten gaan weer dood."

"Yoshino is Yedoensls, Shidara Zakura is helemaal fout. Yoshino-nioi is weer wat anders, Dat zie je dadelijk aan het hout.'

"Hokusay, Horingi, Kirin, Shiro-fugen, Tegenzo, Subhirtella autumnalis, Tusschen haakjes (makizo) ."

"Kiku-Shidara voorheen Zakura, Cerasus Rhexii (van de Vos), Tokio ligt zoo maar midden In een prachtig Kersenbosch."

"Insica is Fugi of mamé Beter vaak dan onze Kriek. Kersen. Kersenvisioenen, 'k Geloof, ik ben een beetje ziek."

"Kukeleku, sachalinensis, Hokipoki, Tsang-Kai-Sjek, Daar begint mijn vrouw te gillen: "Help toch, help, mijn man is gek."

Page 68: t is paktaid

I

I

Theo Klumper RTS 1934-1936 Cursus TUinaanleg 1937 Gepensioneerd directeur van een exportfirma

"Wat heb ik nu op school geleerd?"

Als 17-jarige in Rotterdam geboren jongeling weet ik nog heel goed dat ik met mijn vader, die geen enkele binding met de tuinbouw had, in 1934 naar Bos­koop toog om mij bij ir. Moerlands, de toenmalige directeur van de school en een grote persoonlijkheid, als leerling aan te melden. Mijn wens was tuin­architect te worden en het kwam dus goed uit dat na de twee studiejaren 1934-35 en 1935-36 in 1937 de eerste cursus Tuinaanleg oogon. We hadden goede leraren, o.a. dr. Boom, ir. Harmsen, tuinarchitect B1eeker en de bouwarchitect Van Gelderen. Ik heb later evenwel nooit de moed op­gebracht mij na deze I-jarige vervolgopleiding tuinarchitect te noemen. Het cursusjaar liep van januari tot december 1937. Doch in augustus kreeg ik van een gunstig bekend staand Boskoops boomkwekerij-exportbedrijf de aanbieding, daar als reiziger-bedrijfsleider in dienst te treden. Op aanraden van ir. Moerlands heb ik dit aangenomen, met de conditie de gelegenheid te krijgen de cursus af te maken. Omdat ik op zakenreis moest, kwam ik na de vakantie iets te laat op school maar dit had geen nadelige uitwerking voor het behalen van het diploma. Zakelijk ging het na de zware crisisjaren iets beter, doch de boze oorlogsjaren zouden spoedig aanbreken. Na de oorlog herstelde de boomkwekerij zich geleidelijk. De Boskoopse reizi­gers zwermden weer over de gehele wereld uit om hun planten te verkopen. Na 17 mooie jaren in de beste harmonie bij mijn eerste firma, kreeg Ik in 1953 het verzoek deelgenoot te worden in de firma Jan Boer Wz & Zoon te Boskoop. Deze oude zaak (opgericht in 1810 en met export naar Duitsland sedert 1870) behoorde toe aan twee broers, die wel kinderen doch geen opvolgers hadden. Van beide heren heb ik veel geleerd. In 1963 werd ik alleen eigenaar

van de firma en maakte Ik er een In 1976, toen duidelijk werd dat TT

kozen en ook geen van mijn doch! aan twee jongere collega's verkoch gebleven, wat genoeg zegt over d " ik ben blij dat ik het moeilijke be! jammer dat alles slechts de duur \

Nu een woordje over Arborlcultur Deze nu Ba-jarige vereniging hl gespeeld. Ik werd in 1935 lid va 1938 als bibliothecaris lid van het taris en ik weet mij nog goed het \ de organisatie van het 50-jarig be enkel adres van oud-leerlingen kie Als Ik mij goed herinner poneerde feest in 1948 voor de eerste maal t in Boskoop was blijven hangen en was.

AI in 1933 werd Theo BTans lid \ voorzitterschap van hem over. Zo Brans het meest verdienstelijk lid 50 jaar Arboricultura en 60 jaar Rl rijk gevierd, waarvan de lichtelijk 1 schoolcomplex nog getuigt. Later nam Arie Schoemaker het mij over. De opzet hoofdbestuur e niet meer gehandhaafd te kunnen

10 de begintijd was de school niet e zag toen het nut van 'boekenkenn Een boomkweker is een nuchter mindere grote theoretische kennis te leiden. Toen de school eenmaal van het verbinden van praktijk op Later werd er een Indische richtir leerlingen moesten halve dagen wilde dit best vlotten. Ik spreek Ol

opvolger van een exportboomkwe buiten Boskoop, de RTS (later R~

Ik stelde mij ooit de vraag: "Wat woord kon zijn: "Ik heb geleerd ~ brengen een boek ter hand te ner

68

Page 69: t is paktaid

rd?"

Ing weet ik nog heel goed dat ik met Ie tuinbouw had, in 1934 naar Bos­mmalige directeur van de school en .n te melden. Mijn wens was tuin­>ed uit dat na de twee studiejaren lursus Tuinaanleg begon. , Ir. Harmsen, tuinarchitect Bleeker b later evenwel nooit de moed op­iding tuinarchitect te noemen. Ier 1937. Doch in augustus kreeg ik 'ps boomkwekerij-exportbedrijf de . in dienst te treden. Op aanraden met de conditie de gelegenheid te

lp zakenreis moest, kwam ik na de Igeen nadelige uitwerking voor het

ls beter, doch de boze oorlogsjaren

ich geleidelijk. De Boskoopse reizi­,d uit om hun planten te verkopen. j mijn eerste firma, kreeg ik in 1953 la Jan Boer Wz & Zoon te Boskoop. met export naar Duitsland sedert wel kinderen doch geen opvolgers rd. In 1963 werd ik alleen eigenaar

van de firma en maakte ik er een BV van. In 1976, toen duidelijk werd dat mijn zoon definitief voor medicijnen had ge­kozen en ook geen van mijn dochters in het bedrijf zou treden, heb ik de BV aan twee jongere collega's verkocht. Ik ben er nog wel tien jaren in werkzaam gebleven, wat genoeg zegt over de goede verhouding. Ik heb vaa.k gezegd "ik ben blij dat Ik het moeilijke besluit nam de zaak te verkopen, doch het is jammer dat alles slechts de duur van één generatie had".

Nu een woordje over Arboricultura. Deze nu 80-jarige vereniging heeft in mijn jonge jaren steeds een rol gespeeld. Ik werd in 1935 lid van het toenmalige leerlingenbestuur en in 1938 als bibliothecaris lid van het hoofdbestuur. Na de oorlog werd ik secre­taris en ik weet mij nog goed het vele werk te herinneren> dat wij hadden bij de organisatie van het 50-jarig bestaan van de school in 1948. Bijna geen enkel adres van oud-leerlingen klopte meer! Als ik mij goed herinner poneerde de heer Jan den Hengst op het grandioze feest in 1948 voor de eerste maal het woord. ,Hanggeit" . Dus een" Geit" die in Boskoop was blijven hangen en van welk zeldzaam soort hij (en ik) er één was.

AI in 1933 werd Theo Brans lid van het hoofdbestuur. In 1955 nam ik het voorzitterschap van hem over. Zonder twijfel mag gezegd worden dat Theo Brans het meest verdienstelijk lid is dat de vereniging ooit heeft bezeten . 50 jai,U" Arboricultura en 60 jaar RMTS hebben wij in december 1958 luister­rijk gevierd, waarvan de lichtelijk beschadigde "Geit" op het tegenwoordige schoolcomplex nog getuigt. Later nam Arie Schoemaker het voorzitterschap van het hoofdbestuur van mij over. De opzet hoofdbestuur en leerlingenbestuur naast elkaar bleek later niet meer gehandhaafd te kunnen worden.

In de begintijd was de school niet erg populair bij de doorsnee Boskoper; men zag toen het nut van 'boekenkennis' nog niet in. Een boomkweker is een nuchter mens en hij ziet niet in dat een meer of mindere grote theoretische kennis nodig is om een modem bedrijf met succes te leiden. Toen de school eenmaal geaccepteerd was zag men het grote nut in van het verbinden van praktijk op de kwekerij met het klassikale onderwijs. Later werd er een Indische richting aan de school verbonden en ook deze leerlingen moesten halve dagen bij 'de baas' werken. Over het algemeen wilde dit best vlotten. Ik spreek nu over de tijd dat bijna iedere toekomstige opvolger van een exportboomkwekerij, doch ook zonen van grotere kwekers buiten Boskoop, de RTS (later RMTS) bezocht.

Ik stelde mij ooit de vraag: "Wat heb ik nu op school geleerd?". Het ant­woord kon zijn: "Ik heb geleerd een boek te gebruiken, ja, de moed op te brengen een boek ter hand te nemen."

69

Page 70: t is paktaid

Zonder veel persoonlijke inzet zal het echt niet gelukken een boomkwekerij­bedrijf te runnen, maar als je daarbij begrijpt wat je doet, geeft dit grote voor­delen en voldoening. Als ik om mij heen kijk in Boskoop en in ..het binnen­land" zie ik zoveel jonge collega's met een frisse kijk op de mogelijkheden in het vak, dat ik met vertrouwen de toekomst voor de Nederlandse boom­kwekerij tegemoet zie.

De tegenwoordige en komende studenten geef ik graag het advies mee, zo­veel mogelijk kennis te vergaren; zonder twijfel zal je dit later van nut zijn.

Grote veranderingen komen op ons af en het zal u niet verwonderen dat het mij, als leerling v n het eerste cursusjaar Tuinaanleg, geweldig spijt, dat in de toekomst de vorming van de aankomende tuinarchitecten en technici buiten Boskoop zal plaatsvinden.

70

Jan den Hengst RTS 1952-1954 Fotograaf sinds 1960.

Toen geluk nog heel gewoc

Van zure regen, drugsproblemen, den we nog nooit gehoord. Er kor Om de nodige praktijkervaring op kwekerij. Dieldrin, aldrin, nicotine ongedierte mee te lijf te gaan. Het c Vuilrapen, daar waren de leerling van f 5,- tot J 10,- per week. moest toebetale . Het lijntrekken, De meeste geiten hadden huisvestir je als echte moeders. Niet stamper helemaal geen dames over de vlol held. Een knappe jongen die het kwartetten. Het was de tijd van" Beurzen oper 1953, toen het kolkende water on! reden we in een gehuurde bus ov zouden we wel eens even laten zier water stond bijna tot aan de kruin" boeren, die hun vee voor zich uit c we "Van je hela, hola, houd er de geen begrip voor. Voor straf moest Wat er van het kerkhof geworden I terug kunnen vinden. De dijk bij Cë Het was de tijd van .,Liever wees, het meeste transport nog over watE

Page 71: t is paktaid

I niet gelukken een boomkwekerij­pt wat je doet, geeft dil grote voor­kijk in Boskoop en in "het binnen­I frisse kijk op de mogelijkheden in Jnlst voor de Nederlandse boom-

I geef ik graag het advies mee, zo­twijfel zal je dit later van nul zijn.

het zal u niet verwonderen dat hel 'uinaanleg, geweldig spijt, dat in de a tuinarchitecten en technici buiten

Jan deo Hengst HTS 1952-1954 Fotograaf sinds 1960.

Toen geluk nog heel gewoon was...

Van zure regen, drugsproblemen, tennisarmen en handelsoverschotten had­den we nog nooit gehoord. Er kon nog gezwommen worden in de Gouwe. Om de nodige praktijkervaring op te doen werkten we halve dagen in de kwekerij. Dieldrin, aldrin, nicotine en D.D.T. waren prima middelen om het ongedierte mee te lijf te gaan. Het onkruid werd nog niet chemisch bestreden. VulLrapen, daar waren de leerlingen voor. We ontvingen een honorarium van f 5,- tot f 10,- per week. We mochten blij zijn. De vorige generatie moest toebetalen. Het lijntrekken werd dan ook als kunst bedreven De meeste geiten hadden huisvesting gevonden bij een hospita. Ze verzorgden je als echte moeders. Niet stampen op de trap. Na tien UUr geen bezoek en helemaal geen dames over de vloer. Dat laatste was olt'erbodige zorgzaam­heid. Een knappe jongen die hel verder bracht dan een spelletje gemengd kwartetten. Het was de tijd van "Beurzen open, dijken dichl"- [n de nacht van l.februari 1953, toen het kolkende water ons vlakke vaderland dreigde te verzwelgen, reden we in een gehuurde bus oVer de Lekdijk. Gewapend met schoppen zouden we wel eens even laten zien dat er op ons gerekend kon worden. Het water stond bijna tot aan de kruin van de dijk. We moesten vaak wijken voor boeren, die hun vee voor zich uit dreven. Om hen wat op te beuren zongen we "Van je hela, hola, houd er de moed maar In". Onze directeur had daar geen begrip voor. Voor straf moesten we zandzakken vullen op een kerkhof. Wat er van het kerkhof geworden is? Ik weet het niet. Nooit heb Ik het meer terug kunnen vinden. De dijk bij Capelle is echter diezelfde nacht noggedicht. Het was de lijd van, ,Liever wees, dan kind van Drees" en in Boskoop ging het meeste transport nog over water. De baas voer de schouw. Daar zouden

71

Page 72: t is paktaid

we nooit iets van terecht brengen. Wij mochten de bestellingen bezorgen met de mandfiets. Als je daar genoeg van had, hoefde je maar met fiets en vracht door de bakruiten te vallen. Je mocht dan gaan stappen met de kruiwagen met het houten wiel. We leerden heel wat af. De school was in die dagen nog overzichtelijk. We waren me ongeveer honderd leerlingen, waarvan één meisje, dat in de loop van het eerste jaar al naar Canada emigreerde. De enige dames die toen nog resteerden, waren de leraressen Zweeds en Spaans. Ongekend populaire vakken. Het was ook de tijd van de emigratiegolf. WIJ droomden van verre horizons. Daarbij dachten we niet zozeer aan een solide toekomst met goede vooruit­zichten. Het was meer het avontuur dat ons dreef. Zelf emigreerde ik in 1956 naar Rhodesia. Het besluit werd zonder over­weging genomen. Van het land wist ik vrijwel niets. Daar beheerden we boerderijen soms zo groot als een halve provincie. We waren niet alleen éénoog op landbouwkundig gebied, maar tevens auto­monteur, landmeter, oplosser van geschillen, rechter en als het zo uitkwam ook nog een arts voor mens en dier. Na een goed jaar op een afgelegen farm al deze functies vervuld te hebben werd ik tuinaanlegger in het toenmalige Salisbury. Daarmee de enige Nederlandse agrariër in de stad. Niemand hield de isolatie in de uithoeken van het land lang vol. Mijn makkers kwamen op gezette tijden naar de hoofdstad om voor een paar dagen bij te spijkeren. Het was de gewoonte dat er bij mij gelpgeerd werd. Wilde week­enden waren het, met alle remmen los. Boskoop was dan vaak dichtbij. Eens na een tocht langs alle kroegen stelde mijn gast zich op onder het stand­beeld van eecil Rhodes (our founder, the man who created this country with his own hands). Als de dorpsomroeper sloeg hij met een denkbeeldig knup­peltje op zijn denkbeeldige koperen bord. Ting, !ing, ting, ting. Met zijn han­den aan zijn mond brulde hij in de tropennacht:

Hedenmiddag hardraierai op het ais boi Bailond Achter de Staile Eerste prois een paip Tweede prois een kla{ne palp Derde prois een strolkaizer.

Thuisgekomen schreef ik een gedicht over een kweker aan land en besloot totaal iets anders te gaan doen.

72

De kweker aan land

Gerrit van Drieze Uit de Bieze 1n Rudendrums en Erica ging naar Amerika. Van mandes en lattuh Bomuh en mattuh Pottes en schouwuh gingen zuh boelhuiS houwuh. Ik had zo gedocht As Ik dat urus kocht. Dan kon ik fain voor muh aiguh zain.

Toen is omuh Piet de Vrai bai de aishardraijerai waar ze praizuh verrejuh op z'n jeweetwel geglejuh. Hai bleef legguh en de dokter mos zegguh "Bidt onze Vader, Het ainde is nader". Maar ieder vtQeg toen: "Wat met je centuh te doen?" Hai zee: ,,'t Is vor Hain, om vor zuh aige te kenne zain."

oktober 1958, Jan den Hengst (in de zain alge st Uit: ,,50 jaar Arboricultura"

Page 73: t is paktaid

~hten de bestellingen bezorgen met , hoefde je maar met fiets en vracht In gaan stappen met de kruiwagen ~t af. Ichtelijk. We waren met ongeveer dat In de loop van het eerste jaar al ; die toen nog resteerden, waren de I populaire vakken. Wij droomden van verre horizons.

,olide toekomst met goede vooruit­ons dreef. ;ia. Het besluit werd zonder over­rijwel niets. groot als een halve provincie. We kundig gebied, maar tevens auto­lIen, rechter en als het zo uitkwam en goed jaar op een afgelegen farm ik tuinaanlegger in het toenmalige e agrariêr in de stad. van het land lang vol. Mijn makkers ;tad om voor een paar dagen bij te ij mij gelpgeerd werd. Wilde week­30skoop was dan vaak dichtbij. e mijn gast zich op onder het stand­man who created this country with oeg hij met een denkbeeldig knup­Ting, tlng, ting, ting. Met zijn han­

1nacht:

~r een kweker aan land en besloot

De kweker aan land

Gemt van Drieze Uit de Bieze In Rudendrums en Erica ging naar Amerika. Van mandes en lattuh Bomuh en mattuh Pottes en schouwuh gingen zuh boelhuis houwuh. Ik had zo gedocht As ik dal mus kocht. Dan kon ik fain voor muh aiguh zain.

Toen is omuh Piet de Vrai bai de aishardraijerai, waar ze praizuh verrejuh op z'n jeweetwel gegJejuh. Hai bleef legguh en de dokter mos zegguh "Bidt onze Vader, Het ainde is nader". Maar ieder vroeg toen: "Wat met je cenluh te doen?" Hai zee: ,,'t Is var Hain, om vor zuh aige te kenne zain."

oktober 1958, Jan den Hengst (in de zain aige stail) . Uit: ,,50 jaar Arboricultura"

Maar hoe ik ok zocht, Er was nie·t genacht. Geen centuh in huis, Geen stukkies in kluis. De leste maanduh en wekuh teveel naar de maides gekekuh, teveel gezopuh, te laat in 't nest gekropuh. Alles van paktail was ik weer kwait. Nee, 't is geen gain as ie var je aiguh wil zain.

Op het land van Drieze in de Bieze Staan ik nou iedere morguh met m'n harsus vol zorguh. Kantuh te maaiu Ammabielezuh te zajuh, Stratifizeruh. Misthaupuh keruh En var het vuilraapkarwai heb ik er 'n galt bai. Joh, wat is het fain Var je aige te zain.

Page 74: t is paktaid

Jan van Reijendam RTS 1952-1954 1959-1967 Bureau P. A. M. Buys 1967-1974 Gemeente Zwolle en De Bilt Sinds 1974 hoofd Plantsoenen Leeuwarden

Van Rhododendronvet en Takkenbossenzeef...

Terugkijken op de studietijd in Boskoop is terugkijken naar 35 jaar geleden, de cursusjaren 1952-1953 en 1954. Ja, zo lang Is dat geleden, maar het heeft bij mij een zodanige indruk achter­gelaten dal ik in plaats van het gevraagde A-viertje er wel vijf vol zou kunnen schrijven.

Die goeie ouwe tijd ... !! De tijd van: nog net even meneer Jacobi. .. ,

meneer Harmsen. meneer Van de Graaf, meneer Van Dijk, en ... de 'vader des vaderlands' meneer Vijgen.

Je heette 'GEIT en dat was je ook. Een jonge geit die uit de 'stal' (het ouder­lijk huis) w rd losgelaten in de 'wei', het malse Boskoop. Omdat je In de 'wei' was, was je groen en dat moest eraf. Dat ging volgens de ouderejaars loen het beste door met een tandenborstel de Boskoopse electrische brug schoon te maken. Een afgedwongen sprong in één van de Boskoopse sloten was het bewijs dat je erbij hoorde, mits er bij het verlaten van de sloot voldoende flap en kroos op je hoofd zat.

De karakteristiek van die tijd was de evenwichtigheid en de vriendschap die er heerste. Evenwichtigheid op de (oude) school tussen leraren en leerlingen. Vriendschap die zich uitte In het als vanzelfsprekend samen doen van allerlei dingen die met de opleiding te maken hadden, maar ook daarbuiten. Het werd niet afgedwongen, hel ging vanzelfsprekend.

74

Dat kwam ook treffend tot uiting In werd getroffen door een overstromh bus vol leerlingen om te helpen waë haalden we op Rozenburg aardapp water was overspoeld. Het was kiel zodanig versmeerd dat slechts met! uit de bult kon worden losgemaakt. Saamhorigheid was toen hel paroo mij achtergelaten.

Een andere onvergetelijke indruk h rustige, onverstoorbare en vriendelij jas ging hij op z'n Solexje, zelfs bij: een onuitwisbaar merkteken in hel' correspondentie. Niet direct een va niet van Oortgiesen trouwens. En 1 in de kou op de kwekerij je portie' het bepaald geen eenvoudige opga' open te houden, laat staan met VOilE

redde dat zeker niet, een gezonde Bilthoven. Die sliep ... , en hoe... !! zachte namiddaggeluiden. Oortgie! vervolgens de bordewisser, om dal overhands geworpen, op het hoofd Telkenmale was de schok weer he" allang weer op het bord te schrijvel

Meneer Van Dijk (Pietje) schreef d volgens mij. Deze man was duidelij~

sche middelen zouden worden afge, "Middel lot bestrijding: Uitknippen,

Bolt, ... kort, hevig, maar indrukw S.cheikunde... neen ... DEED Schei' langs chemische weg jenever te ber

De Boskoopse bazen uit die tijd ... v hoop 'vuil' en grond voor ze in de p link dal ze het er ons in de winter we dat. Ze stuurden je ook het halve do Takkenbossenzeef, maar... daarvoc

Eerlijk is eerlijk, ze hadden ons oof hoog lakeIen in de nok van de 1001

boven dat gingen de Boskopers rust

Page 75: t is paktaid

!obossenzeef..•

is terugkijken naar 35 jaar geleden,

bij mij een zodanige indruk achter­A-viertje er wel vijf vol zou kunnen

cobi. .. ,

rlands' meneer Vijgen.

:mge geit die uit de 'stal' {het ouder­la/se Boskoop. Omdat je In de 'wei' It ging volgens de ouderejaars toen Boskoopse electrische brug schoon ~n van de Boskoopse sloten was het erlaten van de sJoot voldoende flap

vichtigheid en de vriendschap die er chool tussen leraren en IeerIJngen . ~Ifsprekend samen doen van allerlei ladden, maar ook daarbuiten. Het sprekend.

Dat kwam ook treffend tot uiting in februari 1953 toen Zuid-West Nederland werd getroffen door een overstromingsramp. Midden in de nacht vertrok een bus vol leerlingen om te helpen waar dat maar kon. Met bijna de hele school haaJden we op Rozenburg aardappels uit de opslag'bult'. die door het zoute water was overspoeld. Het was klei uiteraard en die was door het zoute water zodanig versmeerd dat slechts met grote moeite de aardappel (met de hand) uit de bult kon worden losgemaakt. Saamhorigheid was toen het parool, het heeft een onvergetelijke indruk bij mij achtergelaten.

Een andere onvergetelijke indruk heeft leraar Oortgiesen gemaakt. De altijd rustige, onverstoorbare en vriendelijke Oortgiesen. Met de lange, zware leren jas ging hij op z'n Solexje, zelfs bij 25°, naar en van school. Elke dag weer, een onuitwisbaar merkteken in het Boskoopse. Hij gaf o.a. Franse Handels­correspondentie. Niet direct een vak waar de vonken van afsprongen, ook niet van Oortgiesen trouwens. En als het dan winter was en je had 's morgens in de kou op de kwekerij je portie praktijkervaring geconsumeerd, dan was het bepaald geen eenvoudige opgave om 's middags na de stamppot je ogen open te houden, laat staan met volle interesse te genieten. Eén man in de klas redde dat zeker niet, een gezonde roodbJozende kerel uit de omgeving van Bilthoven. Die sliep ... , en hoe ... !! Het snurken overstemde duidelijk alle zachte namiddaggeluiden. Oortgiesen liet dat dan een poosje gaan, pakte vervolgens de bordewisser, om dat apparaat met pijnlijke nauwkeurigheid, overhands geworpen, op het hoofd van de slapende man te doen belanden. TelkenmaJe was de schok weer hevig. Niet voor Oortgiesen, want die stond allang weer op het bord te schrijven.

Meneer Van Dijk (pietje) schreef de dictaten voor Planteziektenkunde zelf volgens mij. Deze man was duidelijk een ZIENER. Hij wist toen al dat chemi­sche middelen zouden worden afgeschaft, want op bijkans elke pagina stond: "Middel tot bestrijding: Uitknippen, of kippen en varkens laten lopen".

Bolt .... kort, hevig, maar indrukwekkend aan de school verbonden. Gaf S.cheikunde... neen ... DEED Scheikunde. Probeerde elke maandagmorgen langs chemische weg jenever te bereiden. Ook een ZIENER.

De Boskaapse bazen uit die tijd ... velen zijn niet meer. Wat gooiden we een hoop 'vuil' en grond voor ze in de plomp in de ZOmer. Maar ze waren wel zo link dat ze het er ons in de winter weer uit lieten halen. Sloten baggeren heette dat. Ze stuurden je ook het halve dorp door om het Rhodondendronvet of de Takkenbossenzeef, maaT-.. daarvoor hadden we de soos.

Eerli.jk is eerlijk, ze hadden ons ook wel te pakken. Even in een mand om­hoog takelen In de nok van de loods om een baggerstok te pakken. Was je boven dat gingen de Boskopers rustig naar huls enjij zat tot tien uur 's avonds

Page 76: t is paktaid

in je mand in de nok. Jij werkte bij nen en zij zorgden voor jouw zakgeld. Zijn .. ??ze nog zo ZUlOlg .....

Mooie proeftuin hadden we... het troetelkind van meneer Harmsen. Meneer Harmsen, een gedreven, bezielende dendroloog. Of je wilde of niet, zijn planten moest je kennen. Hij was het die bij heel wat jonge mensen de toen nog sluimerende liefde voor planten omzette in ware liefde.

Boskoop 1952-1954, een goede tijd op een goede school.

Moge dat laatste zo blijven tot in de lengte van jaren.

76

lne Cleveringa-Arends RMTS 1957-1959 HOTA 1959-1962 1961-1964 Bureau P.A.M. Buys 1967-1983 Part. tuinarchitecte Sinds 1983 Bureau Landschaps­partners Nieuwegein

.,Eerst kwam toen de aktet,

Het is niet eenvoudig een stukje te ~

mijn RMTS-HOTA studieperiode Cj

blijf in Boskoop één voortdurend bi Na mijn HBS-examen in Amsterda kennis met het Boskoopse tuindersl dost in afgedankte kleding, over de bekwamen in de praktijk van de be naar eveneens vreemd uitgedoste fi De kwekerij zelf was een onbekend periode, maar bleek geen uitblinkeJ morgens te hebben aangezien, tOl!

kinderschepje te voorschijn, dat me vingen bij te houden. 's Middags waren er de lessen op iedereen nu netjes Ol in het pak". Wat hiervan het meest in mijn herir De leuke sfeer onderling, de broede' geven, wat er zoal in de emmertjes de creativiteit van de leerlingen als e lr. Harmsen, SO-jarig bestaan van f. de toenmalige onderdirecteur de he wekelijkse soosavond bij Jansen, no brengen. We deden dat met een zelf held, toen hIJ eens met zijn auto en toen de aktetas, daarna Ome Vijge

Page 77: t is paktaid

n zij zorgden voor jouw zakgeld. Zijn

:Ikind van meneer Harmsen. nde dendroloog. Of je wllde of niet, ~t die bij heel wat jonge mensen de n omzette in ware liefde.

een goede school.

[te van jaren.

Ine C1everinga-Arends RMTS 1957-1959 HOTA 1959-1962 1961·1964 Bureau P.A. M. Buys 1967-1983 Part. tuinarchitecte Sinds 1983 Bureau Landschaps­partners Nieuwegein

"Eer:st kwam toen de aktetas, daarna Ome Vijgen pas"

Het is niet eenvoudig een stukje te schrijven, waarin bijzondere voorvallen uit mijn RMTS-HOTA studieperiode centraal staan. Aanvankelijk leek het ver­blijf in Boskoop één voortdurend bijzonder voorval. Na mijn HBS-examen in Amsterdam in mei 1957 maakte ik in september kennis met het Boskoopse tuindersleven: 's morgens vroeg schoof je, uitge­dost in afgedankte kleding, over de Zijde op weg naar de kwekerij om je te bekwamen in de praktijk van de boomteelt. Door de mist heen, zwaaide je naar eveneens vreemd uitgedoste figuren, die ook leerlingen bleken te zijn. De kwekerij zelf was een onbekend element. Ik viel juist binnen in de spit­periode, maar bleek geen uitblinker in het "drie-diepen". Na het een paar morgens te hebben aangezien. toverden m'n collegae een soort veredeld kinderschepje te voorschijn, dat me in staat stelde het tempo van de vergra­vingen bij te houden. 's Middags waren er de lessen op de RMTS. Alpino's en pilobroeken uit. iedereen nu netjes " in het pak". Wat hiervan het meest in mijn herinnering is blijven hangen? De leuke sfeer onderling, de broeder(zuster)schap om bij het examen door Ie geven, wal er zoal in de emmertjes van Ir. Harmsen aan plantmateriaal zat, de creativiteit van de leerlingen als er iets te vieren viel (25-jarig jubileum van Ir. Harmsen. 50-jarig bestaan van Arboricultura) en de goedmoedigheid die de toenmalige onderdirecteur de heer Vijgen ten toon spreidde als we na de wekelijkse soosavond bij Jansen, nog meenden hem een serenade Ie moeten brengen. We deden dal met een zelf gecomponeerd lied over zijn koelbloedig­heid, toen hij eens met zijn auto en al de Zijde ingedoken was ("Eerst kwam loen de aktetas, daarna Ome Vijgen pas", zongen we waarheidsgetrouw).

Page 78: t is paktaid

De bestuursverkiezingen van Arboricultura waren een hoofdstuk apart. De kandidaten die zich trillend van de zenuwen presenteerden werden zo vak­kundig en onder een dusdanig geloei in de pan gehakt, dat ze soms later moesten navragen of ze nu gekozen waren of niet. En wie herinnert zich de mechanisaliecursussen in Wageningen (o.l.v. de heer Van de Graaf) niet? In ± twee weken tijd werden we geacht ingewijd te zjjn in de techniek" van al wat beweegt". Ik herinner me de harde waarschuwing van onze docent om bij het oefenen met de tractor vooral de 4e versnelling niet te gebruiken. We vJogen naar bu iten en red en na dertig seconden "in z' n vier". Het was daarna een heel karwei om het ding uit de sloot te krijgen, want ook dát vereiste techniek!

De HOTA biedt een rustiger beeld in m'n herinnering. Na de voorbereidende RMTS waren we blij aan onze uiteindelijk gekozen studie te kunnen beginnen. De opleiding was nog verre van volmaakt maar de interesse van de studenten was groot. Veel excursies verlevendigden de studie en werden met enthousiasme door de studenten voorbereid. De hele opleiding (HOTA.I bestond uit vier, HOTA-JI uit negen studenten) kon in twee auto's vervoerd worden. In een volkswagenbusje toerden we door Nederland om interessante landschappelijke aspecten" waar te nemen", al zagen we door de bomen niet altijd meer het bos.

Het is in deze tijd van fusies tussen opleidingen haast ongelooflijk te bedenken dat de toenmalige HOTA uit 13 studenten bestond. Ik heb dat indertijd als lets bijzonders ervaren. Het gaf mogelijkheden tot individueel gerichte bege· leiding. Het bespreken van onze ontwerpopdrachten met de docenten Warnau en Boer was een zwaarwegend onderdeel van de studie, waar je veel aan had.

Samenvattend kan ik zeggen: mijn opleiding aan de RMTS/HOTA was beslist géén aJledaag e. Ik kijk nog steeds met groot plezier terug op mijn , ,Boskoopse jaren".

78

Tineke Bakker-Schaap HTO/RJ-JSTL 1971-1975 Ontwerpster gem. Vlaardingen

.,Verhip, het is nog waar oe

Komend vanuit de Zaanstreek maa~

kennis met Boskoop. Het was een prachtige zomerse da~

oude school aan het Reijerskoop ~ verder stonde 1 vaste planten uitbuI De school zelf was een leuk ouderw hypermodern lyceum. Ik had bij aanvang van het eerste ji hield, maar al snel werden mij de hoorde over bomen met ronde, zui. gelijktijdig bevestigd zag vanuit de tr tas vol wasgoed) ging er een schok ook!". Vanaf dat moment ging er e~

boeid door het vak. In het 2e jaar kreeg ik nog eens zo Landschapsbouw en de enorme rije vakantie bewaarheid zag. In datzelfde jaar verhuisde de school Geen plezierige (tijdrovende) loopje het proefstation. Alles keurig efficiën je benen niet kwijt kon en 't bord no De Parrotia werd met veel tam-tam Nog steeds tref je bij een bezoek aan school. Het 3e jaar was een jaar van hare

Page 79: t is paktaid

Ira waren een hoofdstuk apart. De wen presenteerden werden zo vak­\ de pan gehakt, dat ze soms later -en of niet. llTsussen in Wageningen (o.l.v. de

1gewijd te zijn in de techniek" van al aarschuwing van onze docent om bij ~ versnelUng niet te gebruiken. We Dnden "in z'n vier". Het was daarna >t te krijgen, want ook ciSt vereiste

n herinnering. ~ blij aan onze uiteindelijk gekozen I was nog verre van volmaakt maar . Veel excursies verlevendigden de 'r de studenten voorbereid. Jier, HüTA-ll uit negen studenten) I een volkswagenbusje toerden we ppelijke aspecten" waar te nemen" . eer het bos.

ngen haast ongelooflijk te bedenken en bestond. Ik heb dat indertijd als leden tot individueel gerichte bege­pdrachten metde docenten Warnau iel van de studie, waar je veel aan

eidlng aan de RMTS/HOTA was ds met groot plezier terug op mijn

Tineke Bakker-Schaap HTO/RHSTL 1971-1975 Ontwerpster gem. Vlaardingen

"Verhip, het is nog waar ook. . ."

Komend vanuit de Zaanstreek maakte ik voor het eerst in de zomer van 1971 kennis met Boskoop. Het was een prachtige zomerse dag en in de diepzwarte slootjes rondom de

ude school aan het Reijerskoop bloeiden prachtige waterlelies. Een kavel verder stonden vaste planten uitbundig te bloeien. De school zelf was een leuk ouderwets gebouw, een hele verandering na een hypermodern lyceum. Lk had bij aanvang van het eerste jaar geen flauw idee wat de opleiding in­hield, maar al snel werden mij de ogen geopend. Toen ik voor het eerst hoorde over bomen met ronde, zuilvormige, pyramidale kronen en dit bijna gelijktijdig bevestigd zag vanuit de trein (op weg naar huis met een weekend­tas vol wasgoed) ging er een schok door me heen ,. verhip het is nog waar ook!". Vanaf dat moment ging er een wereld voor mij open en raakte ik ge­boeid door het vak. In het 2e jaaT kreeg ik nog eens zo'n zelfde ervaring toen ik na de colleges Landschapsbouw en de enorme rijen met kenmerken deze tijdens een fiets­vakantie bewaarheid zag. In datzelfde jaar verhuisde de school van het Reijerskoop naar de Azalealaan. Geen plezierige (tijdrovende) loopjes meer naar de Loods ol de lokalen van het proefstation. Alles keurig efficiënt achter nieuwe tekentafels. waaronder je je benen niet kwijt kon en 't bord nooit in de gewenste stand kon laten staan. De Parrotia werd met veel tam-tam per kraan verplant (en leeft nog steeds). Nog steeds tref je bij een bezoek aan studiegenoten relikwieën aan uit de oude school. Het 3e jaar was een jaar van hard werken: naast je stage moesten grote

Page 80: t is paktaid

opdrachten voor school gemaakt worden. Maar hi~rdoor viel h~t 4e jaar alleszins mee en maakten we als besluit nog een bUitenlandse reIs naar de

New-Towns" in Engeland en bewaar ik nog leuke herinneringen aan pubs ~n breakfast op het dakterras van één van Londen's grootste warenhuizen.

Na het eindexamen ben ik eerst nog een jaar naar de TH in Delft gegaan om mee te werken aan een interdisciplinaire werkgroep. Tk kon zo gelijktijdig eens rondneuzen wat bouwkunde nog meer te bieden heeft. 'AI gauw bemerkte Ik graag concreet bezig te willen zijn. In 1976 solliciteerde ik naar de functie van ontwerper bij de gemeentelijke Plantsoenendienst in Vlaardingen, waar ik heden ten dage nog steeds drie dagen per week als hoofd van de afdeling Voorbereiding werkzaam ben. Dit werk, mijn man Jan Bakker en onze twee dochters zorgen voor een afwis­selend en boeiend leven_

80

Hans Blokzijl RMTS 1969-1972 RHSTL 1972-1976 1977-1985 Free-lance adviseur en vertegenwoordiger bij Boomkwekerij Udenhout en Darthuizen Boom­kwekerij. Heden: Directeur van Nationaal Cursuscentrum Groen B.V., Neder­lands Machine Centrum BV. en Bomencentrum Nederland B. V.

.,Volledig ongeschikf'

Er was maar één lokaal waar je de hee lopen, rechts boven de trappen. Zijn iedereen maar al te goed. Dan werde de wiskundelessen van de heer Van Zo ik mij herinner liep de heer Van 'gevechten' direct weer hervat werde Nu was het de kunst dat Van de Mare. gestuurd. Omdat hij altijd zeer intensï, zo eenvoudig. Meestal was de volgorde: 1. Hans Bk bepalen liefhebber om te gaan biljart,

Een ander geliefd spel was het zogen< mulder tijdens de lessen van de heer De kasten in het lokaal waren dem achter kon verschuilen. Regelmatig w met bijbehorende geluiden, hetgeen I, leerlingen uit het leslokaal. Twee herinneringen uit de fantastisc 1969 tot 1972 met zijn halve dagen I eens een echt goed systeem , Toen Ie, waarvoor ik vanwege mijn huidige ac praktijkbazen nog zeer erkentelijk en

Toen kwam de oliecrisis in 1973, ook en reed met de brommer op en neer

Page 81: t is paktaid

:vorden. Maar hierdoor viel het 4e jaar asluit nog een buitenlandse reis naar de 3ar ik nog leuke herinneringen aan pubs én van Londen's grootste warenhuizen.

een jaar naar de TH in Delft gegaan om aire werkgroep. Ik kon zo gelijktijdig eens eer te bieden heeft. bezig te wiJlen zijn. In 1976 solliciteerde

j de gemeentelijke Plantsoenendienst in ge nog steeds drie dagen per week als 9 werkzaam ben. nze twee dochters zorgen voor een afwis-

Hans BJokzijl RMTS 1969-1972 RHSTL 1972-1976 1977-1985 Free-lance adviseur en vertegenwoordiger bij Boomkwekerij Udenhout en Darthuizen Boom­kwekerij. Heden: Directeur van Nationaal Cursuscentrum Groen B.V., Neder­lands Machine Centrum B.V. en Bomencentrum Nederland B.V.

•,Volledig ongeschikt"

Er was maar één lokaal waar je de heer Van den Hoek kon horen komen aan­lopen, rechts boven de trappen. Zijn loopje op de krakende trap herkende iedereen maar al te goed. Dan werden de enorme sponzengevechten tijdens de wiskundelessen van de heer Van de Marel abrupt gestaakt. Zo ik mij herinner liep de heer Van den Hoek meestal voorbij, waarna de 'gevechten' direct weer hervat werden. Nu was het de kunst dat Van de Marel zag wie gooide, want dan werd Je eruit gestuurd. Omdat hij altijd zeer intensief met de les bezjg was, was dat nog niet zo eenvoudig. Meestal was de volgorde: 1. Hans Blokzijl; 2. Andrê Vonk en 3. een nader te bepalen liefhebber om te gaan biljarten In Café De Landbouw.

Een ander geliefd spel was het zogenaamde dubbeltjes gooien met Stef Zoet­mulder tijdens de lessen van de heer A. van de Graaf. De kasten in het lokaal waren dermate geplaatst dat je je er gemakkelijk achter kon verschuilen. Regelmatig werd er 'grof geld' verloren en' gewonnen met bijbehorende geluiden, hetgeen leidde tot het verwijderen van genoemde leerlingen uit het leslokaal. Twee herinneringen uit de fantastische schooljaren, die ik heb gehad van 1969 tot 1972 met zijn halve dagen praktijk het hele jaar door. Dat was nog eens een echt goed systeem. Toen leerde je nog het vak van bomen kweken,

aarvoor ik vanwege mijn huidige activiteiten de toenmalige leerkrachten en praktijkbazen nog zeer erkentelijk en dankbaar ben.

Toen kwam de oliecrisis in 1973. ook voor mij, want ik woonde in Rotterdam en reed met de brommer op en neer. Vanwege schaarste aan bezinebonnen

Page 82: t is paktaid

heb ik woonruimte gezocht in Boskoop. Binnen twee dagen had ik mijn plaatsje voor de komende jaren gevonden. In de woonark van Niek Rijlaars­dam, alwaar wij regelmatig partijtjes hielden, waardoor de diepgang van de boot in sterke mate werd beproefd, heb ik vele plezierige jaren gehad.

Om toegelaten te worden tot de RHSTL moest ik mij laten testen bij de heer Wetselaer, psycholoog in Utrecht. Ik nam een tekening mee van een boom, die ik als 5-jarige gemaakt had. Het resuJtaat luidde: 'volledig ongeschikt' voor zowel de A- als de B-richting. Maar Van den Hoek wilde zijn oud-leerlingen toch niet wegsturen. "Laten we het maar proberen" en niet in het voorbereidend jaar, maar direct in de eerste klas. De winst van de RMTS ging al snel meetellen en ondanks de adviezen van de heer Wetselaer heb ik na vier jaar de RHSTL verlaten. Wanneer Van den Hoek toch naar het advies uit Utrecht had geluisterd, had ik waarschijnlijk ook in de boomkwekerij gewerkt, maar dan om bomen te planten. Nu mag ik ze verkopen en vertellen hoe ze geplant moeten worden. Dus heer Van den Hoek en leraren, bedankt! Want zonder 'verkopen' zou ik het ook op school niet hebben gered.

82

Ruud Dubbeid RMTS 1979-1982 Mil. dienst en VBJ 1983-1984 RHSTL 1984-1988 Ontwerper bij Buys & Van der Vliel te 's-Hertogenbosch

9 jaar groene opleiding

Pas toen mij gevraagd werd een bijl sefte ik, dat ik 1/10 deel van een p vierd wordt. heb mogen meemakel Nadat ik de eerste schrik te boven 1.\

meer (ex-) studenten zijn (geweest) ( de Hogere te beginnen. Met alle respect voor de overige sch gemaakt heb, gekenmerkt wordt ei veranderingen op school: grote en ~ heek, de lerarenkamer en de kanti

heeft naar mijn mening het 'hart' I

informele kontakten tussen stude gegaan. En welke student zou nu willen gele leden nog gratis (d.w.z. zoveel als j kon krijgen, en dat deze zelfde ,,0 lichtdruk voor je wilde maken? Ik weet dat de huidige schoolstruClL mijn mening niet te betekenen dat d

ersoneel en de student beperkt blijl neren van tekeningen en dergelijkE Ondanks de 'schaalvergroting' en I

ok positieve veranderingen te mei duetie van het vak Informatica (oo~ trekkingen) waardoor de opleiding

Page 83: t is paktaid

J. Binnen twee dagen had ik mijn ~n. In de woonark van Niek Rijlaars­Iden, waardoor de diepgang van de Ik vele plezierige jaren gehad.

moest ik mij laten testen bij de heer TI een tekening mee van een boom, sultaat luidde: 'volledig ongeschikt'

lingen toch niet wegsturen. "Laten lorbereidend jaar, maar direct in de

~lIen en ondanks de adviezen van de {Sn verlaten. :lvles uit Utrecht had geluisterd, had j gewerkt, maar dan om bomen te

ze geplant moeten worden. Inkt! Want zonder 'verkopen' zou ik

Ruud Dubbeid RMTS 1979-1982 Mil. dienst en VBJ 1983-1984 RHSTL 1984-1988 Ontwerper bij Buys & Van der Vliet te 's-Hertogenbosch

9 jaar groene opleiding

Pas toen mij gevraagd werd een bijdrage te leveren aan dit jubileumboek be­sefte ik, dat ik 1/10 deel van een periode die nu met groot feestvertoon ge­vierd wordt, heb mogen meemaken. Nadat ik de eerste schrik te boven was, troostte ik mij met de gedachte dat er meer {ex-)studenten zijn (geweest) die eerst de Middelbare doen alvorens aan de Hogere te beginnen. Met alle respect voor de overige schrijvers denk ik dat de periode, die ik mee­gemaakt heb, gekenmerkt wordt door een groot aantal gebeurtenissen en veranderingen op school: grote en kleine interne verhuizingen zoals de biblio­theek, de lerarenkamer en de kantine. Vooral het verhuizen van de kantine heeft naar mijn mening het 'hart' uit de school gehaald, waardoor O.a. de informele kontakten tussen student en docent grotendeels verloren zijn gegaan. En welke student zou nu willen geloven, dat je calque-papier enkele jaren ge­leden nog gratis (d. w.Z. zoveel als je nodig dacht te hebben) bij "Ome Piet" kon krijgen, en dat deze zelfde "Ome Piet" op elk moment van de dag een lichtdruk voor je wilde maken? Ik weet dat de huidige schoolstructuur andere regels eist, maar dat hoeft naar mijn mening niet te betekenen dat de verhoudingen tussen dienstverlenend(!) personeel en de student beperkt blijven tot bijvoorbeeld het door luikjes depo. neren van tekeningen en dergelijke. Ondanks de 'schaalvergroting' en de gevolgen van de bezuinigingen zijn er ook positieve veranderingen te melden: zo denk ik bijvoorbeeld aan de intro­ductie van het vak Informatica (ook al ging dat gepaard met de nodige stuip­trekkingen) waardoor de opleiding volwassener werd.

Page 84: t is paktaid

Verder denk ik dat de fusiebesprekingen op school een eerste aanzet hebben gegeven tot bewustwordIng en profilering van 'ons' vak en de opleidIng in het bijzonder.

84

Anneke Janssen RH5TL 1983-1987 Ontwerpster bij de PEBREM. Gemeente Arnhem

Een typisch 'Boskoops vers

Met tegenzin was ik verhuisd naal ergens in het "groene hart" van Î' Het zou mij benieuwen! De intro viel in ieder geval niet tege wel. AI direct werd ons medeged eerste jaar {propedeuse} zou haler De Lessen begonnen; er moest gelAl omdat de school klein van omvan! woonden. Hierdoor kende haast j,

De studentenvereniging {Arboricu zorgde voor de {brood}nodige var Na het eerste jaar kwam pas het 'ee vakgericht. Het was de kunst om É én de theorie bij te houden voor ( De hulp over en weer speelde hierl konden prima 'uitbesteed' worden wiJde helpen: een typisch 'Boskoe Mocht het desondanks toch niet in In plaats van 1,5 jaar deed je dan Na de stageperiode kwam de echt bijbehorende tekeningen moesten de theorie van de eerste 2,5 jaar \l

veel meer je eigen tijd indelen. Zo kwam er gaandeweg een eind zien of ik aa de slag kon komen. po

Page 85: t is paktaid

op school een eerste aanzet hebben van 'ons' vak en de opleiding in het

Anneke Janssen RH5TL 1983-1987 Ontwerpster bij de PEBREM, Gemeente Arnhem

Een typisch 'Boskoops verschijnsel' ...

Met tegenzin was ik verhuisd naar Boskoop, een klein (boomkwekersldorp ergens in het "groene hart" van Nederland. Het zou mij benieuwen! De intro viel in ieder geval niet tegen. De eerste echte confrontatie met school wel. AI direct werd ons medegedeeld dat maar 60% van onze groep het eerste jaar (propedeuse) zou halen. we waren dus gewaarschuwd. De lessen begonnen; er moest gewerkt worden. Er werd veel samengewerkt, omdat de school klein van omvang was en de meeste studenten in Boskoop woonden. Hierdoor kende haast iedereen elkaar. De studentenvereniging (Arboricultura) met de soosavonden, feesten etc. zorgde voor de {brood)nodige variatie. Na het eerste jaar kwam pas het 'echte studeren'. Het werd allemaal wat meer vakgericht. Het was de kunst om én de tekenopdrachten op tijd in te leveren én de theorie bij te houden voor de tentamens. De hulp over en weer speelde hierbij een grote rol; bepaalde werkzaamheden konden prima 'uitbesteed' worden en er was altijd wel iemand te vinden die wilde helpen: een typisch 'Boskoops verschijnsel'. Mocht het desondanks toch niet in één keer lukken, dan kon men 'spreiden'. In plaats van 1,5 jaar deed je dan 2 jaar over de Ing. 1 fase. Na de stageperiode kwam de echte zelfwerkzaamheid, allerlei rapporten met bijbehorende tekeningen moesten gemaakt worden. Ik vond dit leuker dan de theorie van de eerste 2,5 jaar want je was gericht met iets bezig én je kon veel meer je eigen tijd indelen. Zo kwam er gaandeweg een eind aan een leuke tijd en moest ik nog maar zien of ik aan de slag kon komen. AI na enkele maanden kreeg ik via de Volbin

Page 86: t is paktaid

de mogelijkheid om tijdelijk als ontwerpster op de afdeling Plantsoenen bij de gemeente Arnhem te komen werken, waar ik inmiddels al zo'n 10 maanden ben. Ik woon nu in Velp, waar over enkele jaren de RHSTL gevestigd zal zljn. Jammer dat dan veel van het 'Boskoopse' verloren zal gaan.

86

De schooltuin

Het bezit van een schooltuin is ev, oprichting van de school erg belan!

.reden wordt al in 1899 de verenl! leden van de Commissie van Toe2 school kunnen lid worden. De d penningmeester en tevens directel Achter de school aan het Reijersko gelegd en ingericht voor de vier a fruit- de bloemen- en de boor demonstratieterrein voor de leerlin van de Boskaapse culturen. In de I geplant, die worden gebruikt als stt leerlingen van de school. Omda staan deze collecties vooral ten bestaan uit cultivars van Buxus, I Rhododendron, Azalea e.a. Als geven en vooral als er een voon wordt gegeven, wordt bij de same geschonken aan de belangen van h en parkbomen, heesters, vaste plê grassen worden daarom sterk uitg

De oude tuin. Bezoek lIan H.M. de ~

Page 87: t is paktaid

:er op de afdeling Plantsoenen bij de lar ik inmiddels al zo'n 10 maanden Ie jaren de RHSTL gevestigd zal zijn. ie' verloren zal gaan.

De schooltuin

Het bezit van een schooltuin is evenals het kontakt met de praktijk vanaf de oprichting van de school erg belangrijk geweest voor het onderwijs. Om deze reden wordt al in 1899 de vereniging "De Proeftuin" opgericht. Alleen de

'leden van de Commissie van Toezlcht van de school en de djrecteur van de school kunnen lid worden. De directeur van de school wordt secretaris­penningmeester en tevens directeur van de tuin. Achter de school aan het Reijerskoop wordt een halve hectare grote tuin aan­gelegd en ingericht voor de vier afdelingen van de school: de groente-, de fruit-, de bloemen- en de boomteelt. De tuin zal moeten dienen als demonstratieterrein voor de leerlingen en als onderzoeksterrein ten behoeve van de Boskaapse culturen. In de tuin worden verschillende sortimenten aan­geplant, dje worden gebruikt aJs studiemateriaal voor zowel de kwekers als de leerlingen van de school. Omdat de school nog TuinbouwwinterschooI is staan deze collecties vooral ten dienste van de kwekers. Deze collecties bestaan uit cultivars van Buxus, Hex, Magnolla, Hedera, Acer palrnatum, Rhododendron, AzaJea e.a. Als de school ook nog zomercursussen gaat geven en vooral als er een voortgezette cursus in Aanleg en Onderhoud wordt gegeven, wordt bij de samenstelling van het sortiment meer aandacht geschonken aan de belangen van het onderwijs. De collecties coniferen, laan­en parkbomen, heesters, vaste planten, rotsplanten, zaaibloemen en gazon­grassen worden daarom sterk uitgebreid ten I~oste van de culturen.

De oude tuin. Bezoek [Jan H.M. de Kon[ngin en Z.K.H. de Prins op 20 maart 1908.

Page 88: t is paktaid

In 1940 wordt de proeftuin van de Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen samengevoegd met de proeftuin en tevens wordt de vereniging opengesteld voor anderen en kan iedereen lid worden. De doelstelling, het inrichten en onderhouden van een schooltUin (collecties voor de leerlingen), proeftuin en sortimentstuin ten behoeve van de boom­kwekerij blijft dezelfde.

De schooltuin is vooral het domein van de docenten Sierplantenkennis. In het begin van de dertiger jaren Is dit de later bekende dendroloog Dr. B. K. Boom, die in zijn Boskoopse jaren het boek, Nederlandse Dendrologie" schrijft en de determinatietabellen op de leerlingen uitprobeert. Zijn opvolger wordt Ir. E. E. Harmsen, die met veel enthousiasme de leerlingen kennis laat nemen van het sortiment. De katjesdragers krijgen veel aandacht van hem. De tuin wordt zo belangrijk voor de leerlingen dat volgens de overlevering er 's nachts nog takken geleerd worden. Jr. Harmsen blijft docent Plantenkennis tot 1971. Aan het einde van de zestiger jaren wordt de schooltuin kleiner door uitbrei­ding van het kassencomplex ten behoeve van het boomteeltonderzoek en door de bouw van twee noodlokalen. waardoor de vaste-plantencollectie grotendeels verdwijnt. Inmiddels zijn er plannen voor nieuwbouw en voor de aanleg van een nieuwe schooltuin. Jn 1968 worden de school en het Proef­station voor de Boomkwekerij ontkoppeld.

De huIdige schooltuin.

88

Tot en met 1970 wordt In het Jaarb kwekerij de alfabetische lijst van plal genomen.

Studie maken lJan coniferen.

Bij het nieuwe schoolgebouw, dat Ir de firma Binder B.V. ult Rhoon eer naar een ontwerp van Bureau J. M tuin aan het Reijerskoop;ValkenbUl me , o.a. Parrotia persica, MetasE hum en Taxus baccata 'Fastlglata',

naar de Azalealaan getranspodeerd ning van het schoolgebouwen van Z.K.H. Prins Claus deze boom op Na door de storm van najaar 1972 , omver gewaaid te zijn is de boom n oude schooltuin. Het sortiment In de schooltuin c geslachten en soorten va het ~ heesters, vaste planten, bol- en kn breide sortimenten cultivars en het i

Page 89: t is paktaid

linklijke Vereniging voor Boskoopse tuin en tevens wordt de vereniging een lid worden. ouden van een schooltuin (collecties entstuin ten behoeve van de boom-

I de docenten Sierplantenkennis. In later bekende dendroloog Dr. B. K. t boek .,Nederlandse Dendrologie' leerlingen uitprobeert. Zijn opvolger thousiasme de leerlingen kennis laat Iers krijgen veel aandacht van hem. ingen dat volgens de overlevering er Harmsen blijft docent Plantenkennis

it de schooLtuin kleiner door uitbrei­ve van het boomteeltonderzoek en waardoor de vaste-plantencollectie ,Iannen Voor nieuwbouw en voor de ~68 worden de school en het Proef­,Id.

Tot en met 1970 wordt in het Jaarboek van het Proefstation voor de öoom­kwekerij de aJfabetische !ljst van planten op de school- en sortimentstuin op­genomen.

Studie maken van coniferen.

Bij het nieuwe schoolgebouw, dat In 1972 in gebruik genq.men wordt, is door de firma Binder B.V. uit Rhoon een 3/4 hectare grote schooLtuin aangelegd naar een ontwerp van Bureau J. Meijers uit Dordrecht. Uit de oude school­tuin aan het Reijerskoop/VaJkenburgeriaan worden enkele bomen meegeno­men, o.a. Parrotia persica, Metasequoia glyptostroboides, Taxodium dlstl­chum en Taxus baccata 'Fastigiata' . De oude Parrotia persica wordt per kraan naar de Azalealaan getransporteerd, Ter gelegenheid van de feestelijke ope­ning van het schoolgebouwen van het 75-jarig jubileum van de school plant Z.K.H. Prins Claus deze boom op het voorplein. Na door de storm van najaar 1972 en voor een tweede keer in voorjaar 1973 omver gewaaid te zijn is de boom nog steeds een levende herinnering aan de oude schooltuin. Het sortiment in de schooltuin omvat op dit moment voornamelijk de geslachten en soorten van hel gekweekte sortiment coniferen, bomen, heesters, vaste planten, bol- en knolgewassen en zaaibloemen. Voor uitge­breide sortimenten cultivars en het instandhouden van een groot aantal uit~e-

Page 90: t is paktaid

groeide bomen, is de oppervlakte helaas te klein, vooral als enkele jaren na de ingebruikname een gedeelte van de schooltuin ten prooi valt aan de uit­breiding van de school met een dependance. De schooltuin wordt dagelijks druk bezocht door de leerlingen en de gevolgen hiervan zijn in een aantal ge­vallen duidelijk waarneembaar. "Geitevraat", een veel te sterke snoei op schouderhoogte, komt helaas ook nu nog voor.

AI 90 jaar is de schooltUin een onmisbare onderwijsvoorziening voor vele generaties studenten, die hier de basis leggen van hun sortimentskennis, welke voor de uitoefening van het vak zo uitermate belangrijk is.

Verzamelen van takken voor het tentamen.

90

Arboricultura - 80 jaar

Het begin.

In 1908 wordt in de melksalon van tot de oprichting van een leerlingei nemers zjjn KareItje Perk, Jan Nier deze vereniging zal later Arboricull1 In de eerste jaren is het een naaml, vereniging is. In 1910 wordt de na lands. Het wordt: Vereniging voor I tuinbouwschool Arboricultura. De activiteiten omvatten eenmaal ~

over zaken op het vakgebied. In 19 leden en 24 donateurs.

Ups en downs.

Gedurende de eerste wereldoorlog actief gesteld. Die periode duurt on! het IS-jarig bestaan van Arboricult leum van de school, komt de vere toename van het aantal leerlingen '

Met het feesten wordt ook de vere Vooral bekend is het bestuur uit 19 'Cultor' opricht, de voorloper van I

illustrator te zijn van de gebeurtenis aardbeienfuif met slagroom op de leerlingen. dit gevolgd door een zwemmen {1935!}. Ook wordt er een Indische avond folklore op het toneel in Hotel Kla. De hoogtepunten in het verenigin~ van het schooljaar (najaarsfuiO, éér laatste de eindfuif waar geslaagder tegenslag te vergeten. En natuurlijk goed gevierd wordt.

Oorlogstijd.

Het verenigingsleven blijft actief 0

oorlog. Er worden nog steeds wed~ gegeven. Ook al zijn er financiële teiten; men houdt toch vol. Als ir

Page 91: t is paktaid

!iS te klein, vooral als enkele jaren na , schooltuin ten prooi valt aan de uit­dance. De schooltuin wordt dagelijks levalgen hiervan zijn in een aantal ge­Nraat". een veel te sterke snoei op lOg voor.

bare onderwijsvoorziening voor vele s leggen van hun sortimentskennis, zo uitermate belangrijk is.

DOT het tentamen.

Arboricultura . 80 jaar

Het begin.

(n 1908 wordt in de melksalon van Stolker na enkele besprekingen besloten tot de oprichting van een leerlingen- en oud-leerlingenvereniging. Initiatief­nemers zijn Kareitje Perk, Jan Niemeyer en Henri Roeters van Lennep. Uit deze vereniging zal later Arboricultura voortkomen. In de eerste jaren is het een naamloze club die uitsluitend een gezelligheids­vereniging is. In 1910 wordt de naam bedacht door de heer Ir. Chr- Moer­lands. Het wordt: Vereniging voor leerlingen en oud-leerlingen aan de Rijks­tuinbouwschool Arboricultura. De activiteiten omvatten eenmaal per week een sociëteitsavond en lezingen over zaken op het vakgebied. In 1911 zijn er 45 leden; twee jaar later zelfs 79 leden en 24 donateurs.

Ups en downs.

Gedurende de eerste wereldoorlog wordt de vereniging voorlopig op non· actief gesteld. Die periode duurt ongeveer zeven jaar. Pas met de viering van het 15-jarig bestaan van Arboricultura, dat samenvalt met het zilveren jubi­leum van de school, komt de vereniging weer tot leven. Dit mede door de toename van het aantal leerlingen van de Indische cursus.

Met het feesten wordt ook de vereniging weer nieuw leven ingeblazen. Vooral bekend Is het bestuur uit 1935/1936. dat op 15 maart 1935 het blad 'Cultor' opricht, de voorloper van de huidige Trans. Het blad heeft tot doel illustrator te zijn van de gebeurtenissen in en rond Boskoop, waaronder een aardbeienfuif met slagroom op de muren ter kennismaking van de nieuwe leerlingen, dit gevolgd door een nachtwandeling mei aansluitend naakt zwemmen (1935!). Ook wordt er een Indische avond georganiseerd met Javaanse dansen en folklore op het toneel in Hotel Klaassen. De hoogtepunten in het verenigingsleven zijn de fuiven, één aan het begin van het schooljaar (najaarsfuif) . één rond Kerstmis en één rond Pasen en als laatste de eindfuif waar geslaagden feest vieren en gezakten proberen hun tegenslag te vergeten. En natuurlijk is er iedere vijf jaar een lustrum, dat altijd goed gevierd wordt.

Oorlogstijd.

Het verenigingsleven blijft actief ondanks de druk van de tweede wereld· oorlog. Er worden nog steeds wedstrijden gehouden en toneelvoorstellingen gegeven. Ook al zijn er financiële moeilijkheden en is er gebrek aan facili­teiten; men houdt toch vol. Als in augustus 1945 de lessen weer worden

91

Page 92: t is paktaid

hervat, gaat ook Arboncultura weer bloeien, hetgeen enige jaren later wordt geuit in de viering van het 8e lustrum jn 1948, gelijktijdig met het gouden feest van de RTS. Dat gaiten niet alleen feesten blijkt zeker ook tijdens de watersnoodramp in 1953. De RTS neemt het initiatief om te gaan helpen. Studenten helpen mee om dijken te dichten en grote voorraden aardappelen te bergen die nog onder 30 cm. water in de klei zitten. Ziedaar de grazige weiden waarop de geiten worden losgelaten. Ondertussen is het aantal leerlingen aan de HTO (Hogere Tuinbouw Oplei­ding) sterk gegroeid. [n 1968 besluit men tot het oprichten van een vereniging genaamd Thyrsu . Het doel is het contact onder HTO'ers te bevorderen en deze een eigen gezicht te geven met als belangrijkste functie het behartigen van belangen. De eerste jaren gaat het de vereniging goed, maar als blijkt dat een combinatie tussen Arboricultura en Thyrsus eigenlijk meer gewenst is, wordt er in 1972 gefuseerd, zodat Arboricultura ook de gezelligheidsvereni­ging van de Hogere wordt. De RMTS en de (-ITO ondernemen nu samen activiteiten waardoor de onderlinge sfeer verbetert.

De soos.

De soos, als middelpunt van Arboricultura. krijgt in 1968 na veel omzwervingen eindelijk een eigen onderkomen aan de korte Biezen. Toch geeft het daar veel problemen door overlast, ruimtegebrek en electriciteitsmankementen, zodat in 1976 verhuisd wordt naar de voormalige kleuterschool De Rinkelbel aan de AzaJealaan. Beheerder wordt Ome Piet. Dat helpt, want van lawaai en overlast is geen sprake meer. Sindsdien groeit de vereniging gestadig en nemen de activiteiten toe. De ontgroeningsperiade verandert i een introweek waarin zinkelingen (nieuwe studenten) elkaar kunnen leren kennen. Gezamenlijk worden prunussen gerooid uit bossen en 's avonds wordt gezellig feest gevierd. Vele activiteiten worden geregeld zoals sportdagen, uitbussen naar culturele activi­teiten in een grote stad, films en nog veel meer om een zo levendig mogelijke vereniging te houden.

De toekomst.

Nu staat het SO-jarig bestaan van Arboricultura voor de deur, samen met het 90-jarig bestaan van de school. Redenen om weer groot feest te vieren. Toch moeten we ook verder kijken. Door de herstructurering van het HBO staat het vertrek van de RHSTL naar Velp te wachten. Voor Arboricultura zal dit een grote verandering inhouden. Wat zal de toekomst zijn van Arbori­cuJtura? Dat is voorlopig de grote, niet te beantwoorden vraag. Hopelijk blijft de vereniging bestaan. Op dit moment is het echter een verenjging die bruist Beter enk, van het leven en die. samen met de school, het lustrum goed gaat vieren. dan Je helE

92

Page 93: t is paktaid

elen, hetgeen enige jaren later wordt in 1948, gelijktijdig met hel gouden

lr ook lijdens de watersnoodramp i gaan helpen. Studenten helpen mee ~en aardappelen te bergen die nog

leiten worden losgelaten. 1 de HTO (Hogere Tuinbouw Oplei­1 lot het oprlchten van een vereniging act onder HTO'ers Ie bevorderen e s belangrijkste functie het behartigen Ie vereniging goed. maar als blijkt dat I Thyrsus eigenlijk meer gewenst is, lricultura ook de gezelligheidsvereni· en de HTO ondernemen nu samen !r verbetert.

a. krijgt in 1968 na veel omzwervingen e korte Biezen. Toch geeft het daar ebrek en electriciteitsmankementen , Jormalige kleuterschool De Rinkelbel me Piet. Dat helpt, want van lawaai lien groeit de vereniging gestadig en

een introweek waarin zinkelingen !ren kennen. Gezamenlijk worden Ids wordt gezellig feest gevierd. Vele lagen, uitbussen naar culturele aclivi­:1 meer om een zo levendig mogelijke

cultura voor de deur, samen met het :n om weer groot feest te vieren. IQT de herstructurering van het HBO lp te wachten. Voor Arboricultura zal lat zal de toekomst zijn van Arbori­! beantwoorden vraag. Hopelijk blijft I het echter een vereniging die bruist 1001, het lustrum goed gaat vieren.

Beter enkele jaren een geit dan je hele leven het bokje.

Page 94: t is paktaid

Diploma RTWS 1925.

Getuigschrift RHSTL 1987

/ "

De afgestudeerde Boskoper

De relatie tussen een beroepsopleid is altijd sterk. Voor de school In B( omdat ze voor veel beroepsprofiele dit unieke is het mogelijk om de sch met 'Boskoop.

Tot 1988 hebben meer dan vierd hebben de opleiding bekendheid gl wereld. De specifieke Boskoopse Vi

geworden bij allerlei werkorganlsati de laatste decennia enige differenti bekwaamheid in elk van de differ' Voor alle Boskopers blijft de grote ~ de toepassing ervan anderzijds ken heid. Ook de breedte van de oplell interdisciplinair werken, dat in de r Een ander gevolg iS de grote verse deerden werkzaam zijn.

Natuurlijk komen er ook afgestl,lde wel dit aantal vergeleken met and( zeer gering is. Degenen die vóór 1 vergelijking hiermee duidelijk vaker verlengde van de opleiding ligt, dal gestudeerd. Wellicht was de keUZE gemeentelijke overheden en partie beschouwing gelaten), wat beperkt De laatste jaren is de variatie in fune open staan, groter geworden. AfgE mam bij de Rijksoverheid, de Prov pijen en diverse stichtingen. Hoewel kennis en vaardigheden va noeming zijn, zijn sociale vaardighe' Iemand die in Boskoop hard heeN I met kritiek die op zIjn werkstukken pen overal te nutte maken.

Alvorens wat nader in Ie gaan op dE het duidelijk zijn over welke afgestu staafdiagrammen, waarop dit visue, groepen onderscheiden:

94

Page 95: t is paktaid

·Winterschool aap.

OMA MI\(.,t........ 1 _ ~,';" ... r'''Hl.J,''W\IIU,t;w.,;~d....

1..3 .....:. ~J .. !. (vw,," M ~ lnl.t...,}­

',~-/L /.f"~ful ",,,~~""j,.I:'I" ~ M't~h,.,.,."' .......41(.'lnf'''''''''od

J~N>/. /~.-.r-:JP ""I'·I,·loq<l ~.e-__."",","I

+t' .. ~~.IM............of'.tI;.-4,nfl++.l'l "'-;.&..~.

.~""

" , Cl/:."rUIr:;seIJ."/;,'nO""/(/j[,R'

. • (,{,f'SO'\'J)I:.R\!-'/JS

...':,:;:::::.::-:::>"',..... ,,, .. J...~,,,,,... ,-",_~,,,,.n "'_... ..,

....h., ,''"'"'' ''':::.'' "'..,'"., -. ~-.Jlt--'o

c-,­

De afgestudeerde Boskoper

De relatie tussen een beroepsopleiding en de er bij behorende beroepspraktijk is altijd sterk. Voor de school in Boskoop geldt dit zelfs in zeer sterke mate, omdat ze voor veel beroepsprofielen de enige opleiding in het land is. Door dit unieke is het mogelijk om de school naar buiten toe kortweg aan te dulden met 'Boskoop'.

Tot 1988 hebben meer dan vierduizend personen 'Boskoop' voltooid. Zij hebben de opleiding bekendheid gegeven tot in de verste uithoeken van de wereld. De specifieke Boskoopse vakkennis is via de afgestudeerden bekend geworden bij allerlei werkorganisaties in binnen- en buitenland. Alhoewel er de laatste decennia enige differentiatie in Boskopers is ontstaan, is de vak­bekwaamheid in elk van de differentiaties er niet minder door geworden. Voor alle Boskopers blijft de grote kennis van de sierplanten enerzijds en van de toepassing ervan anderzijds kenmerkend, evenals de grote tekenvaardig­heid. Ook de breedte van de opleiding is karakteristiek. Dit laatste komt het interdisciplinair werken, dat in de praktijk veelal aan de orde is, ten goede. Een ander gevolg is de grote verscheidenheid aan functies, waarin afgestu­deerden werkzaam zijn.

Natuurlijk komen er ook afgestudeerden buiten het vakgebied terecht, hoe­wel dit aantal vergeleken met andere opleidingen vooral in de laatste jaren zeer gering is. Degenen die vóór 1960 in Boskoop zijn opgeleid, hebben in vergelijking hiermee duidelijk vaker voor een functie gekozen die niet in het verlengde van de opleiding ligt, dan degenen die de laatste decennia zijn af­gestudeerd. Wellicht was de keuze uit beschikbare functies, traditioneel bij gemeentelijke overheden en particuliere bureaus (de boomkwekerij buiten beschouwing gelaten), wat beperk•. De laatste jaren is de variatie in functies, die voor de afgestudeerde Boskopers

pen staan, groter geworden. Afgestudeerden zijn tegenwoordig ook werk­zaam bij de Rijksoverheid, de Provinciale overheden, de cultuurmaatschap­pijen en diverse stichtingen. Hoewel kennis en vaardigheden van de afgestudeerde vaak criteria voor be­noeming zijn, zijn sociale vaardigheden tegenwoordig minstens zo. belangrijk. Iemand die in Boskoop hard heeft leren werken en geleerd heeft om te gaan met kritiek die op zijn werkstukken wordt uitgeoefend, kan deze eigenschap­pen overal te nutte maken.

Alvorens wat nader in te gaan op de werksituatie van de afgestudeerde, moet ", het duidelijk zijn over welke afgestudeerden het gaat. Met verwijzing naar de

staafdiagrammen, waarop dit visueel gemaakt Is, worden de volgende hoofd­groepen onderscheiden:

Page 96: t is paktaid

Aantal gediplomeerde eerlingen a) De afgestudeerden van de Tropis

RTWS / HTS / RMTS b)

er 636. De afgestudeerden van de RTSII landse afdeling van 1900 tim 1~

c) De afgestudeerden van de RMT~

van 1971 tlm 1988. Dit zijn er ~ d) De afgestudeerden van de RMT~

~~ KEDERLAND8E

AFDELING _ TROPI8CHE

AFDELING VAKRJCHTING BOOIITEELT

VAKRICHTING A • 0

el tlm 1988. Dit zijn er 294. De afgestudeerden van de CUISU

RHSTL van 1946 tlm 1987. Dil

--._- - ­ .----~---,

96

a. Tropische afdeling.

De leerlingen die de Tropische afdelil en trekkersbloed in zich. Het overgr de opleiding de wijde wereld in. De I

van de meest uiteenlopende tropiscl naar lndi1!. maar na het wegvallen werk ook elders. In de periode 19 Canada, 18 naar Nieuw-Zeeland, 15 lndonesi1!. 12 naar Engeland. 12 na Na verloop van tijd komen andere f naar Nederland.

b. RTS/RMTS tot 1970.

De 'oude' opleiding met veel (boon deerden afgeleverd. Gediplomeerde kwekerij- als in de tUinaanleg-sector aangenomen bij gemeentelijke plant: tectenbureaus. Deze opgeleiden kon later afgestudeerden van de Hoger kwekerij-sector krijgen velen een ba.

c. RMTS - A en O.

Deze groep afgestudeerden heeft zic legd op de aanleg en onderhoudswi nagenoeg geheel in deze sector wel diensten worden veelal de functies v ook functies als tekenaar of ontwerpl hun weg in de groenaannemerij, bij Uiteraard komen afgestudeerden 00

bureaus.

Page 97: t is paktaid

:leerde leerlingen al De afgestudeerden van de Tropische afdeling van 1921 t/m 1958. Dit zijn er 636. rs / RMTS

bl De afgestudeerden van de RTS/RMTS van de ongedifferentieerde Neder­landse afdeling van 1900 tlm 1970. Dit zijn er 1443.

cl De afgestudeerden van de RMTS in de vakrichtlng Aanleg en Onderhoud van 1971 t/m 1988. Dit zijn er 771.

d) De afgestudeerden van de RMTS in de vakrichting Boomteelt van 1971 t/m 1988. Dit zijn er 294.

~ VAICRICHTING r:m:::I VAICAICHTJNa el De afgestudeerden van de cursus Tuinaanleg, MOTA, HOTA, HTO en BOOIIITEELTA' 0 RHSTL van 1946 t/m 1987. Dit zijn er 963.

1-::a::'~ IÇf.1~ lr~45

a. Tropische afdeling.

De leerlingen die de Tropische afdeling hebben gevolgd hebben allen pioniers­en trekkersbloed in zich. Het overgrote deel gaat dan ook na voltooiing van de opleiding de wijde wereld In. De meesten komen te werken in de Cultures van de meest uiteenlopende tropische gewassen. Aanvankelijk gaan er veel naar Indië, maar na het wegvallen hiervan vinden de afgestudeerden hun werk ook elders. In de periode 1948-1958 gaan er bijvoorbeeld 26 naar Canada. 18 naar Nieuw-Zeeland, 15 naar Rhodesië, 14 naar Afrika, 13 naar Indonesië, 12 naar Engeland, 12 naar de USA en 8 naar Australië. Na verloop van tijd komen andere functies in zicht of trekt men weer terug naar Nederland.

b. RTS/RMTS lot 1970.

De 'oude' opleiding met veel (boomteeltJpraktijk heeft de meeste afgestu­deerden afgeleverd. Gediplomeerden vinden hun werk zowel in de boom­kwekerij- als in de tuinaanleg-sector. In de laatste worden veel Boskopers aangenomen bij gemeentelijke plantsoendiensten, bij hoveniers en bij archi­tectenbureaus. Deze opgeleiden komen daarbij in functies terecht waarvoor later afgestudeerden van de Hogere worden aangenomen. [n de boom­kwekerij-sector krijgen velen een baan bij een export-bedrijf.

c. RMTS . A en O.

Deze groep afgestudeerden heeft zich niet alleen tijdens de opleiding toege­legd op de aanleg en onderhoudswerkzaamheden van tuinen, maar is ook nagenoeg geheel in deze sector werkzaam. In de gemeentelijke plantsoen­diensten worden veelal de functies van voorman en opzichter vervuld, maar ook fUncties als tekenaar of ontwerper komen voor. Daarnaast vinden velen hun weg in de groenaannemerij, bij hoveniers of bîj cultuurmaatschappijen. Uiteraard komen afgestudeerden ook terecht bij ingenieurs- en architecten­bureaus.

97

Page 98: t is paktaid

--------

d. RMTS . Boomteelt.

De 'Boomtelers' kiezen bewust voor deze richting, omdat ze vaak bedrijfsop­volger zijn. Hun aantal is niet groot. De afgestudeerden gaan praktisch alle werken op een boomkwekerijbedrijf. Daar kunnen ze zich als werknemer bij een kweker aan land volledig toeleggen op het kweken of als werknemer bij een exportbedrijf worden ingeschakeld bij de verkoop van boomkwekerij­produkten in binnen- en buitenland. Vaak vindt een geleidelijke verschuiving plaats van werknemer tot zelfstandig ondernemer.

e. Cursus Tuinaan/egIHOTAIHTO/RHSn.

De functie die de Middelbare tot 1968 in Nederland vervult als opleiding voor het kader van plantsoendiensten en particuliere groenvoorzieningsbedrijven, wordt daarna geleidelijk overgenomen door de Hogere.

Hoewel de éénjarige applicatiecursus Tuinaanleg de voorloper is van de huidige Hogere School voor Tuin- en LandschapsinrIchting, zijn de afgestu­deerden van deze cursus (1937-1941) maar mondjesmaat in de tuinarchitec­tuur terecht gekomen. Voor degenen die vanaf 1946 de vierjarige cursus en degenen die later de HOTA-A of RHSTL-A hebben voltooid, is de relatie met het vakgebied wel groot. Bijna allen zijn als ontwerper gaan werken. Een aantal van hen heeft inmiddels naam gemaakt hetzij als tuinarchitect met een eigen bureau, hetzij als ontwerper of hoofd van dienst bij een gemeente.

Aantal afgestudeerden Cursus / HÜTA / HTü / RH5TL

_ ONTWERPEN ~ TECHNIEK ~ BEHEER

--~.,~- -- ,.

20

98

Ook uit het loopbaanonderzoek var risch Onderwijs (SSHAO) onder d~

tweederde van de ontwerpers in ee sluitend bij een particulier architect, gemeentelijke plantsoendienst.

Hetzelfde onderzoek wijst uit dat 4 Techniek een technische of uitvoeri beheersfunctie heeft en dat 16% beJeidsmakend. De spreiding In wel dan bij de ontwerpers. Naast de bi, de technisch opgeleiden steeds mei Staatsbosbeheer of een cultuurmé andere rijksdiensten, bij waterschaJ

Voor de afgestudeerden in de richti technische en uitvoeringsfuncties (2 (20%) uit het onderzoek als mee deerden werken in vergelijking me' maatschappij en meer bij het Staats de werkorganisaties gelijk aan die \

Hoezeer de functies en de werkorga ook uiteenlopen, op het moment v Deze eenheid uit zich sinds mensenl examenfeest dat zich, met het grc steeds vaker in de Beurshal afspee deerden ook talrijk aanwezig zijn, haald en wordt de band met de scJ

De laatste jaren geven afgestudeerc hun vreugde over het behalen van met een Pterocarya fraxinifolia (vl~ schuin op de grond staand potlood

en stunt van de eerste orde komt 0

die het (mei assistentie) in 1986 pn van 30 april op 1 mei om te toverel het gebouw in te pakken met 4000 pagina}.

Wie weet hoe vindingrijk toekomst

Page 99: t is paktaid

e rlchtlng, omdat ze vaak bedrijfsop­, afgestudeerden gaan praktisch alle m kunnen ze zich als werknemer bij op het kweken of als werknemer bij bij de verkoop van boomkwekerij ­

Ik vindt een geleidelijke verschuiving dernemer.

fSTL.

Nederland vervult als opleiding voor iculiere groenvoorzieningsbedrijven , laar de Hogere.

fuinaanleg de voorloper is van de andschapsinrichting, zijn de afgestu­laar mondjesmaat in de tuinarchilec­

rige cursus en degenen die later de tS de relatie met het vakgebied wel

'1 werken. Een aantal van hen heeft rchitect met een eigen bureau, hetzij n gemeente.

tudeerden

HTO / RHSTL

~ BEHEER

.:dullhr1'iJf,~ ,fJfO I~lr..

r

Ook uit het loopbaanonderzoek van de Stichting Samenwerking Hoger Agra­risch Onderwijs (SSHAO) onder de afgestudeerden van 1972-1987 blijkt dat tweederde van de ontwerpers in een ontwerpfunctie terecht komt, vrijwel uit­sluitend bij een particulier architecten-, ingenieurs- of adviesbureau of bij een gemeentelijke plantsoendienst.

Hetzelfde onderzoek wijst uit dat 48% van de afgestudeerden in de richting Techniek een technische of uilvoeringsfunctie heeft, dat 18% een ontwerp-of beheersfunctie heeft en dat 16% zijn functie typeert als leidinggevend of beleidsmakend. De spreiding in werkorganisaties is hier echter duidelijk groter dan bij de ontwerpers. Naast de bij deze groep genoemde bedrijven komen de technisch opgeleiden steeds meer terecht bij de Landinrichtingsdienst, het Staatsbosbeheer of een cultuurmaatschappij en in mindere mate ook bij andere rijksdiensten, bij waterschappen en bij provinciale diensten.

Voor de afgestudeerden in de richting Beheer komen beheersfuncties (24%), technische en uitvoeringsfuncties (30%) en leidinggevende of beleidsfuncties (20%) uit het onderzoek als meest genoemde naar voren. Deze afgestu­deerden werken \n vergelijking met de technici minder vaak bij een cultuur­maatschappij en meer bij het Staatsbosbeheer. Overigens is de verdeling over de werkorganisaties gelijk aan die van de technici.

Hoezeer de functies en de werkorganisaties van alle afgestudeerde Boskopers ook u.iteenlopen, op het moment van diplomeren voelen allen zich nog één. Deze eenheid uit zich sinds mensenheugenis in het gezamenlijk vieren van het examenfeest, dat zich, met het grote aantal geslaagden van de laatste tijd, steeds vaker in de Beurshal afspeelt. Op dat feest, waarop eerder afgestu­deerden ook talrijk aanwezig zijn, worden Boskoopse herinneringen opge­haald en wordt de band met de school weer verstevigd.

De laatste jaren geven afgestudeerden van de RHSTL ook tastbaar blijk van hun vreugde over het behalen van de eindstreep. Zo is de schooltuin verrijkt met een Pterocarya fraxinifolia (vleugelnoot) en met een twee meter lang, schuin op de grond staand potlood,

Een stuntvan de eerste orde komt op naam vaneen examengroep RMTS-ers, die het (met assistentie) in 1986 presteert het hele schoolgebouw In de nacht van 30 april op 1 mei om te toveren tot een verzameling witte blokken, door het gebouw in te pakken met 4000 m2 wit vezeldoek (zie foto op de volgende pagina).

Wie weet hoe vindingrijk toekomstige studenten nog eens zullen zijn .

Page 100: t is paktaid

Examenslunl van een groep RMTS-ers in 1986.

100

VOLBIN Vereniging van Oud-Leerlingen E Rijks Hogeschool voor Tuin- en 1

Inleiding.

In het voorjaar van 1982 neemt ee initiatief om een vereniging op te deerden van de RH5TL. Een aanleiding voor de oprichting i! tie van de Ingenieursfase van de I

behoefte is aan een orgaan, dat e, deerden en de opleiding kan v I

afstemming tussen opleiding en pI oud-leerlingen eenmaal in de pra opleiding meestal nel verloren gaa de band tussen opleiding en praktij tussen de oud-leerlingen onderling vo r praktijkgerichte informatie-uitl Een andere belangrijke reden v( arbeidsmarkt aan het begin van de j van de afgestudeerden wordt aang

De doelstellingen en de middeleJ1

Het beleid van de va BIN is in he opleiding, vakwereld en leden.

De vereniging stelt zich ten doel te - de doelstellingen te toetsen en in

sen aan de ontwikkelingen in dl - het studieprogramma en het te

doelstellingen van de opleiding sturen de tijdens de opleiding verkreg~

de afgestudeerden zo goed mag' roepspraktijk gestelde eisen

ten aanzien van de vakwereld: de positie van de afgestudeerde! het propageren van de opleidir studenten symposia en studiebijeenkomstl digers uit de beroepspraktijk na

Page 101: t is paktaid

186.

VOLBIN Vereniging van Oud-Leerlingen Boskoopse Ingenieurs van de Rijks Hogeschool voor Tuin- en Landschapsinrichting Boskoop.

Inleiding.

In het voorjaar van 1982 neemt een groep pas afgestudeerde studenten hel initiatief om een vereniging op te richten voor oud-leerlingen en afgestu­deerden van de RHSTL. Een aanleiding voor de oprichting is een door de studenten opgezette evalua­tie van de IngenieLlTsfase van de opleiding. Uit deze evaluatie blijkt dat er behoefte is aan een orgaan, dat een intensiever contact tussen de afgestu­deerden en de opleiding kan verzorgen om zodoende tot een optimale afstemming tussen opleiding en praktijk te komen. Het blijkt, dat wanneer oud-leerlingen eenmaal in de praktijk werkzaam zijn, het contact met de opleiding meestal snel verloren gaat. Hiermee wordt een essentieel deel van de band tussen opleiding en praktijk verbroken. Ook vervagen de contacten tussen de oud-leerlingen onderling op den duur, waardoor een mogelijkheid voor praktijkgerichte informatie-uitwisseling verdwijnt-Een andere belangrijke reden vormt de verslechterende situatie op de arbeidsmarkt aan het begin van de jaren '80, waardoor de concurrentiepositie van de afgestudeerden wordt aangetast.

De doelstellingen en de middelen.

Het beleid van de VOLBIN is in hoofdlijnen gericht op de aandachtsvelden: opleiding, vakwereld en leden.

De vereniging stelt zich ten doel ten aanzien van de opleiding: de doelstellingen te toetsen en indien nodig voor te stellen deze aan te pas­sen aan de ontwikkelingen in de beroepspraktijk het studieprogramma en het te voeren interne bel~id te toetsen aan de doelstellingen van de opleiding en deze, indien nodig en mogelijk, bij te sturen de tijdens de opleiding verkregen kennis .. inzichten en vaardigheden van de afgestudeerden zo goed mogelijk te laten áansluiten op de vanuit de be­roepspraktJjk gestelde eisen

ten aanzien van de vakwereld: de positie van de afgestudeerden binnen de vakwereld te verstevigen door het propageren van de opleiding, kennis en vaardigheden van de oud· studenten symposia en studiebijeenkomsten Ie organiseren, waarbij vertegenwoor­digers uit de beroepspraktijk nadntkkelijk worden betrokken

Page 102: t is paktaid

1

- de ontwikkelingen in de beroepspraktijk te volgen ten behoeve van het realiseren van de overige doelstellingen

ten aanzien van de leden: - de pas-afgestudeerden te informeren over de mogelijkheden voor een

eventuele overbruggingsperiode tussen de opleiding en een definitieve arbeidsplaats

- de vakgerichte kennis van de leden te vergroten door enerzijds bekend­heid te geven aan aanvullende studiemogelijkheden en anderzijds door onderlinge kennisoverdracht te stimuleren

- de onderlinge contacten tussen de leden te bevorderen - de belangen van de leden in algemene zin te behartigen - de leden behulpzaam te zijn bij het vinden van een passende arbeidsplaats.

De VOLBIN in de praktijk.

Omdat de vereniging indertijd door pas-afgestudeerden is opgericht spelen arbeidsbemiddelende activiteiten een zeer grote rol. Het belangrijkste middel om werkzoekende leden behulpzaam te zijn bij het vinden van een passende werkkring is de sollicitantenbank, die inmiddels 5 jaar met veel succes functio­neert. In het verenigingsblad, dat maandelijks verschijnt worden vacature­advertenties opgen omen uit andere bladen, maar ook rechtstreeks op verzoek. De onderlinge kennisoverdracht wordt gestimuleerd door het organiseren van vakgerichte activiteiten, zoals excursies en studiebijeenkomsten, door het uitgèven van een adressenboekje, waarin ook gegevens over functie en werk­gever zijn opgenomen en door het verstrekken van informatie over cursussen e.d. De onderlinge contacten worden verder bevorderd door het al eerder ge­noemde verenigingsblad en door ruimte te bieden aan het gezelligheidsaspect. Om de afzetmogelijkheid van werkzoekende leden te vergroten ontplooit de VOLBLN initiatieven om de vakwereld te informeren over de opleiding aan de RHSTL en over de kennis en vaardigheden van de afgestudeerden. Steeds meer gebeurt dit in samenwerking met de school. Regelmatige publi­caties in de vakbladen. de uitgave van een promotiebrochure en het voort­durend onder de aandacht brengen van de sollicitantenbank intensiveren de binding met de beroepspraktijk. Daarnaast kent de VOLBIN in toenemende mate werkende leden, die de contacten kunnen versterken en uitbouwen. Waar nodig en mogelijk behartigt de VOLBIN belangen gezamenlijk met de verenigingen van afgestudeerden van andere Agrarische Hogescholen in een geformaliseerd overleg. Het overleg met de school is niet alleen van belang om de verbondenheid tol uiting te brengen. maar ook om de koppeling met de beroepspraktijk van invloed te laten zijn op de inhoud van het studieprogramma. De VOLBIN

102

adviseert via een vertegenwoordiç schoolraad, waarbij ook het fusieç Inmiddels heeft de VOLBIN same Deventer één zetel toegewezen gel Hogeschool te Velp, zodat ook in ( instelling zeer direct zZlJ zijn.

Op weg naar 1992 en daarna.

Voordat de fusie met de andere or tueerd zal zijn. zal de vereniging vel om de basis breder en 'teviger te moet dan ook tot een groter aantal afgestudeerden betekent een inhou de beroepspraktijk, terwijl pas-afg ontwikkelen en de blijvende band Dit doel moet worden bereikt doOl bijeenkomsten in samenhang met b ten van de dienstverlening en info! werking met andere organisaties is dan ook bestaande vormen van sarr proberen aan te gaan. De samen\.'. en Deventer zal daarbîj uiteraard v 1992 de eigen achterban blijvend,

Page 103: t is paktaid

<tijk te volgen ten behoeve van het ~en

lover de mogelijkheden voor een en de opleiding en een definitieve

te vergroten door enerzijds bekend­iemogelijkheden en anderzijds door leren den te bevorderen le zin te behartigen den van een passende arbeidsplaats.

:·afgestudeerden is opgericht spelen ~r grote rol. Het belangrijkste middel zijn bij het vinden van een passende liddeIs 5 jaar met veel succes functio­delijks verschijnt, worden vacature­:n, maar ook rechtstreeks op verzoek. gestimuleerd door het organiseren

les en studiebijeenkomsten , door het look gegevens over functie en werk­ekken van informatie over cursussen

r bevorderd door het al eerder ge­e bieden aan het gezeLligheidsaspeet. mde leden te vergroten ontplooit de e informeren over de opleiding aan rdigheden van de afgestudeerden. 9 met de school. Regelmatige publi­~en promotiebrochure en het voort­de sollicitantenbank intensiveren de

~nde mate werkende leden, die de ven. )LBIN belangen gezamenlijk met de dere Agrarische Hogescholen in een

!an belang om de verbondenheid lot ppeling met de beroepspraktijk van het studieprogramma. De VOLBIN

adviseert via een vertegenwoordiging in de Commissie van Advies en de schoolraad, waarbij ook het fusieproces uitgebreid aan de orde is geweest. Inmiddels heeft de VOLBIN samen met haar zusterorganisaties in Velp en Deventer één zetel toegewezen gekregen in de Bestuursraad van de nieuwe Hogeschool te Velp, zodat ook in de toekomst de binding met de onderwijs­instelling zeer direct zal zijn.

Op weg naar 1992 en daarna.

Voordat de fusie met de andere onderwijsinstellingen ook praktisch geëffec­tueerd zal zijn, zal de vereniging verschillende activiteiten moelen ontplooien, om de basis breder en steviger te maken. Het promoten van de VOLBIN moet dan ook tot een groter aantal leden leiden. Het aantrekken van oudere afgestudeerden betekent een inhoudelijke verrijking en een grotere band met de beroepspraktijk, terwijl pas-afgestudeerden nieuwe initiatieven kunnen ontwikkelen en de blijvende band met de opleiding moeten vormen. Dit doel moet worden bereikt door het organiseren van excursies en studie­bijeenkomsten In samenhang met bescheiden festiviteiten en door het vergro­ten van de dienstverlening en informatieverstrekking aan de leden. Samen­werking met andere organisaties is mede daarom onmisbaar. De VOLBIN zal dan ook bestaande vormen van samenwerking verstevigen en zonodig nieuwe proberen aan te gaan. De samenwerking met de zusterorganisaties uit Velp en Deventer zal daarbij uiteraard voorop staan, hoewel de VOLBIN ook na 1992 de eigen achterban blijvend zal vertegenwoordigen.

103

Page 104: t is paktaid

II

20 jaar HASU

Wat de één met een groot feest viert, laat de ander gelaten aan zich voorbij gaan. Het 90-jarig bestaan van de tuinbouwschool wordt met een groot feest gevierd. Tevens zal dit feest het afscheid betekenen van de tuinbouwschool in de vorm zoals we deze thans kennen. Vanaf het moment dat de nota Schaal­vergroting Taakverdeling en Concentratie in het HBO (ook wel de STC-nota genoemd) gepubliceerd is, is er continu over de toekomst van de Hogere Tuinbouwschool gesproken. Vijf jaar lang onderhandelen heeft uiteindelijk geleid tat een fusie met de scholen in Velp, Deventer en Wageningen, tot de Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein. In 1988 bestaat de Hogere Agrarische Studenten Unie 20 Jaar. Ln die 20 jaar is de HASU uitgegroeid tot een belangenvereniging voor de studenten in hel hoger agrarisch onderwijs, die op vele plaatsen erkend wordt. Voor veel Baskoopse studenten is de HASU op dit moment slechts bekend als de ver eniging waar je goedkoop tekenmaterialen kunt kopen. Maar de HASU is veel meer. AI sedert de oprichting heeft de HASU zich ingezel voor de financiële situatie van de student. Ook heeft de HASU zich altijd sterk gemaakt voor de voor­lichting over de studiefinanciering Voorlichtingsdagen en -acties zijn daarbij de laatste jaren regelmatig georganiseerd. De aanhoudende kritische geluiden van de studenten, maar ook van de onderwijsinstellingen, hebben vaak geleid tot standpuntswijzigingen van kamerleden. Gedurende het hele fusieproces heeft de HASU op vele fronten haar ver­tegenwoordigers in commissies gehad. Zij behartigden de studentenbelangen op het gebied van het onderwijsaanbod op de nieuwe instelling, de onkosten­vergoeding voor gedwongen verhuizing, de huisvestingssituatie in de nieuwe vestigingsplaats, de bestuurlijke vorm en de vertegenwoordiging daarin van studenten. Nu de fusie juridisch een feil is zal door de HASU-afdeiingen van Deventer, Velp, Wageningen en Boskoop gezamenlijk een studentenoverleg gevormd worden, waarin een verdere uitwerking van de fusie besproken zal worden. Meer nog dan in de voorgaande jaren is er behoefte aan scholing voor leden van de medezeggenschapsraad en bestuursleden van de HASU. In toene­mende mate krijgen deze mensen te maken met besturen van scholen die minder binding hebben met het onderwijs, maar een duidelijke management­functie vervullen. Een goede spreekvaardigheid en communicatietechniek zijn dan onmisbaar. Het is voor de HASU van groot belang dat haar vertegen­woordigers over deze vaardigheden beschikken. De HASU zal in de nieuw Ie vormen medezeggenschapsraad van de 1.A.H. Larenstein proberen weer een invloedrijke positie te bemachtigen. Zo zal de HASU zich op vele fronlen blijven inzetten voor de studenten.

104

De school en Boskoop

Een uitzonderlijke plaats.

De aanhef kan op twee manieren vel Boskoop, het wereldbekende centr Holland dat sinds 1460 bestaat. en t~

RHSTL en de RMTS, beide in de va school waarop Galten alles over boo De school die nu toch maar mooi 90 leerlingen en studenten de weg heef1 Een resultaat waar de school trots op het nuchtere Boskoop, want indirect de studenten te danken dat Boskoop uitdraagt: het unIeke Sierteeltcentrur op terug.

90 jaar tuinbouwschool In Boskoop. E doorbladerend wordt men toch stil Vi

of kortere tijd aan deze school de StUI heden ten dage nog overbekend zijn sector. Met recht een unieke school

Relatie Boskoop • school.

Een tuinbouwschool-student is in Bos de spreekwoordeUjke vreemde eend goed raad mee. Maar toch ... Ook e~ gemeenschap een eigen pJaats in. EI de samenleving nader worden uitge\ koper wel even aan moet wennen. : eigen huishouden moeten doen, dat zicht vanuit de school. En als later pand gaan wonen, houdt menigeen· Deze generatie weet wat verantwoOl

Toch leeft ook het fenomeen kosthul~

bestaat trouwens ook in deze tijd no zien als het verlengstuk van thuis. Re ouders en de kostouders. Samen wa, lijk' kind. Dat zo'n kind er af en toe band te springen, werd wel eens v Arborifeesten in het verleden spreke Onder de studenten gaven de ko discussie. Er waren kostmoeders. di,

Page 105: t is paktaid

laat de ander gelaten aan zich voorbij ,bouwschool wordt met een groot feest id betekenen van de tuinbouwschool in Vanaf het moment dat de nota Schaal­atle in het HBO (ook wel de STC-nota ,nu over de toekomst van de Hogere lang onderhandelen heeft uiteindelijk Jelp, Deventer en Wageningen, tot de Larenstein. Studenten Unie 20 jaar. [n die 20 jaar tenvereniging voor de studenten in het !le plaatsen erkend wordt. Voor veel dit moment slechts bekend als de ver­rialen kunt kopen. Maar de HASU is

J zich ingezet voor de financiële situatie dch altijd sterk gemaakt voor de voor­orlichtlngsdagen en -acties zijn daarbij erd. van de studenten, maar ook van de geleid tot standpuntswijzigingen van

de HASU op veJe fronten haar ver­Zij behartigden de studentenbelangen

I op de nieuwe instelling, de onkosten­g. de huisvestingssituatie in de nieuwe en de vertegenwoordiging daarin van It is zal door de HASU-afdelingen van DOp gezamenlijk een studentenoverleg uitwerking van de fusie besproken zal

is er behoefte aan scholing voor leden stuursleden van de HASU. [n toene­maken met besturen van scholen die vijs, maar een duidelijke management­Iaardigheid en communicatietechniek ;U van groot belang dat haar verlegen­schikken. De HASU zal in de nieuw te d.A.H. Larenstein proberen weer een

blijven inzetten voor de studenten.

De school en Boskoop

Een uitzonderlijke plaats.

De aanhef kan op twee manieren verstaan worden . Ten eerste in de zin van Boskoop, het wereldbekende centrum van het sierteeltcentrum Midden­Holland dat sinds 1460 bestaat, en ten tweede in de zin van de plaats die de RHSTL en de RMTS, beide in de volksmond beter bekend als de tuinbouw­school waarop Galten alles over boompies leren, inneemt in Boskoop. De school die nu toch maar mooi 90 jaar bestaat en in die 90 jaar duizenden leerlingen en studenten de weg heeft gewezen in de groensector . Een resultaat waar de school trots op mag zijn. In zekere zin geldt dit ook voor het nuchtere Boskoop, want indirect heeft Boskoop het ook een beetje aan de studenten te danken dat Boskoop die naam heeft die het met zoveel trots uitdraagt: het unieke Sierteeltcentrum-Boskoop. Ik kom daar later nog even op terug.

90 jaar tuinbouwschool in Boskoop. Een unieke school. De oude administratie doorbladerend wordt men toch stil van alle namen van personen die langere of kortere tijd aan deze school de studie hebben gevolgd. Illustere namen die heden ten dage nog overbekend zijn en echt niet alleen binnen de sierteelt­sector . Met recht een unieke school.

Relatie Boskoop - school.

Een tuinbouwschool-student is in Boskoop oppervlakkig gezien een beetje als de spreekwoordelijke vreemde eend in de bijt. Men weet er eigenlijk niet zo goed raad mee. Maar toch ... Ook een student neemt binnen de Boskoopse gemeenschap een eigen plaats in. Een plaats waarin ook eigen ideeën over de samenleving nader worden uitgewerkt. Ideeën waar de autochtone Bos­koper wel even aan moet wennen. Studentenhuizen, waar de jongelUi hun eigen huishouden moeten doen, dat kan toch niet goed gaan, ook al is er toe­zicht vanuit de school. En als later de dames en heren zelfs samen in één pand gaan wonen, houdt menigeen het hart vast. De vrees blijkt ongegrqnd. Deze generatie weet wat verantwoordelijkheid is en toont dit ook,

Toch leeft ook het fenomeen kosthuis nog volop in de herinnering voort. Het bestaat trouwens ook In deze tijd nog. Het kosthuis werd vroeger veelal ge­zien als het verlengstuk van thuls. Regelmatig was er contact tussen de echte ouders en de kostouders. Samen waakte men over het welzijn van hun 'tijde­lijk' kind. Dat zo'n kind er af en toe best eens behoefte aan had om uil de band te springen, werd wel eens vergeten. De roemruchte maar stijlvolle Arborifeesten in het verleden spreken hierover dUidelijke taal. Onder de studenten gaven de kosthuizen eveneens voldoende stof tot discussie. Er waren kostmoeders, die je je eigen moeder volledig deden ver­

Page 106: t is paktaid

geten, maar er waren er ook waarbij extra voeding gewenst was. Vier sneetjes brood voor de hele dag, twee hartig en twee zoet, met boter dat met één streek werd opgebracht en er met de tweede streek weer werd afgehaald. Sterke verhalen? Best mogelijk, maar er zat we] een kern van waarheid in. En wat te denken van de stagiaires, de tuinbouwgaiten die door de kwekers als goedkope arbeidskrachten werden beschouwd en er soms tevens naar werden behandeld? Ja, Boskoop profiteerde toen ook al van het studenten­leven, zij het in een wat negatieve zin. Maar was dat niet het gevolg van de geschiedenis? In de eerste jaren van de tuinbouwschool was deze school Immers een toevluchtsoord voor leerlingen die elders mislukt waren, zo zegt het beroemde sterke verhalenboek. Hun pa vond wel dat er toch wat geleerd moest worden. Boskoop leek daarvoor een goede oplossing.

De Boskoopsc kwekers, waar zij hun praktijkervaring op deden wisten af en toe geen raad met de soms niet zo gemotiveerde leerlingen, zoals een oude boomkweker zich nu nog weet te herinneren. "Sommigen wisten van toeten noch blazen, hadden twee linker handen en een broertje dood aan werken. De kwekers kregen zelfs geld toe om de leerlingen het vak te leren." Achteraf viel het allemaal best mee en veel van deze leerlingen hebben hun plaats gevonden, waar ook ter wereld. Een flink deel van de leerlingen is in de Indische Archipel terecht gekomen om hun opgedane kennis op de plan­tages in praktijk te brengen. Boskopers zouden geen Boskopers zijn als ook voor deze studierichting geen passende naam was bedacht: "De Slaven­drijverscursus" .

Hulp in hopeloze zaken.

Wie kent in Boskoop niet de namen van de oud-directeuren Ir. e.p. H. Moer­lands, Dr. E.F. Jacobi, Ir. C. Dorsman en Ir. A.P. van den Hoek en van de huidige directeur B. Kant. Wie als Boskoper, kent niet de heer F.W. Vijgen, die als geen ander de weg wist in Boskoop? Vooral in de moeizame bezettings­jaren was de heer Vijgen een belangenbehartiger van de leerlingen, maar ook een toezichthouder van de eerste orde. Als er moeilijkheden dreigden was Vijgen in de buurt. Hoeveel leerlingen de heer Vijgen niet uit handen van de bezetter heeft weten te houden is nergens terug te vinden. Heel wat, zegt men in de kleine kring die mede daarbij betrokken was. Juist daarin komt de andere kant van de Boskoper naar voren, hulp verlenen zonder verdere vragen te stellen. Nog niet zo lang geleden ontmoette ik een oud-leerling op de plaats in he Reijerskoop waar de vroegere RTS eens stond. Hij is Jood. "Weet je", zei deze persoon, "aan de school, aan hulp vanuit de school en anderen In Boskoop heb ik mijn leven te danken en velen met mij. Ik dank ze daarvoor elke dag." Hij is nu directeur van een groot exportbedrijf in Amerika.

106

Terug naar het heden.

In deze tijd wordt er niet meer ZOVee

innering, ook al snelt de tijd voort. [ behoorlijk moet aanpakken om op oud-directeur Ir. A.P. van den He nieuw studiejaar. "Dames en heren. uur begint, dan bent u ook om 10 Ul

brug moet wachten wordt niet geac van huis."

Tijdsplanning, een moeilijk begrip. " ogen problemen mee. Hoe vaak z student nog aan het werk? En als dE ver na middernacht, dan wip je best ga je nog naar de soos 01 één van Boskoop niet zo rijk Is, maar waar el vallen. Oudere Boskopers vinden dit gek. \ Natuurlijk, maar de oudere Boskol student in een wat andere wereld lel tijds te maken heeft. Studeren. wed daar niet zo erg veel aan toe.

Gelukkig kent Boskoop het fenOl Boskoop zijn blijven hangen en de k nen. Zij fungeren veelal als praatpë vergeten is de huidige generatie boa daad bijstaan bij hun praktijkstudie.

IWBJG

Enige jaren geleden kwam bet pro Een probleem dat zich vooral in d, rond de feestdagen, want waar moe signaal werd door het convent van 9 datde lWBJG, de 'Interkerkelijke WE werd opgericht. Een werkgroep, San diverse kerkelijke richtingen, die vc leefde met de Kerst-Inn. Maar da werden bereid gevonden om als a Ofschoon het officieel nÎet bekend IA

deze mogelljkheid gebruik gemaakt woon eens onder andere mensen t Gelukkig bleek deze werkgroep 0

Page 107: t is paktaid

a voeding gewenst was. Vier sneetjes n twee zoet, met boter dat met één weede streek weer werd afgehaald. r zat wel een kern van waarheid in. tuinbouwgaiten die door de kwekers beschouwd en er soms tevens naar ~erde toen ook al van het studenten­

;chiedenis? In de eerste jaren van de 5 een toevluchtsoord voor leerlingen oemde sterke verbalenboek. Hun pa worden. Boskoop leek daarvoor een

aktijkervaring op deden wisten af en otiveerde leerlingen I zoals een oude eren. "Sommigen wisten van toeten n en een broertje dood aan werken. ! leerlingen het vak te leren." leel van deze leerlingen hebben hun Een flink deel van de leerlingen is in m hun opgedane kennis op de plan­zouden geen Boskopers zijn als ook ~ naam was bedacht: "De Slaven­

de oud-directeuren Ir. C.P.H. Moer­m Jr. A.P. van den Hoek en van de )per, kent niet de heer F.W. Vijgen, )? Vooralln de moeizame bezettings­hartiger van de leerlingen, maar ook Als er moeilijkheden dreigden was

a heer Vijgen niet uit handen van de ; terug te vinden. Heel wat, zegt men trokken was. Juist daarin komt de ren. hulp verlenen zonder verdere

~en oud-leerling op de plaats in het • stond. Hij is Jood.. ,Weet Je", zei lip vanuit de school en anderen In velen met mij. Ik dank ze daarvoor

'ooi exportbedrijf in Amerika.

Terug naar het heden.

In deze tijd wordt er niet meer zoveel gepraat over vroeger. Toch blijft de her­innering, ook al snelt de tijd voort. Dat geldt ook voor de huidige student, die behoorlijk moet aanpakken om op tijd klaar te zijn. 'Op tijd', ik hoor het de oud-directeur Ir. A.P. van den Hoek nog zeggen bij de opening van een nieuw studiejaar. "Dames en heren, als er staat aangegeven dat de les om 10 uur begint, dan bent u ook om 10 uur aanwezig. Het excuus dat men voor de brug moet wachten wordt niet geaccepteerd. men gaat dan gewoon te laat van huis."

Tijdsplanning. een moeilijk begrip. Veel studenten hebben daar in Boskoopse ogen problemen mee. Hoe vaak ziet men niet tot ver na middernacht de student nog aan het werk? En als de tekening dan eindelijk af is, ook al is het ver na middernacht, dan wip je best nog eens bij een studiegenoot binnen of ga je nog naar de soos of één van de andere openbare gelegenheden die Boskoop niet zo rijk is, maar waar een student op de gekste uren kan binnen­vallen. Oudere Boskopers vinden dit gek. Vroeg op en vroeg naar bed, dat is goed. NatuurlijK, maar de oudere Boskoper moet ook kunnen begrijpen dat een student in een wat andere wereld leeft. Een wereld, die alles met de geest des tijds te maken heeft. Studeren, werken, maar ook genieten ook al komt men daar niet zo erg veel aan toe.

Gelukkig kent Boskoop het fenomeen 'hanggait': oud-studenten die in Boskoop zijn blijven hangen en de klappen van de zweep nog een beetje ken­nen. Zij fungeren veelal als praatpaal voor de huidige student. Ook niet te vergeten is de huidige generatie boomkwekers, die de studenten met raad en daad bijstaan bij hun praktijkstudie.

lWBJG

Enige jaren geleden kwam het probleem van eenzaamheid boven drijven. Een probleem dat zich vooral in de studentenhujzen afspeelde. met nam'e rond de feestdagen, want waar moet Je heen als je geen thuis meer hebt? Het signaal werd door het convent van geestelijken opgevangen en had totgevol dat de IWBJG, de 'Interkerkelijke Werkgroep Boskoopse Jongeren en Galten' • werd opgericht. Een werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de diverse kerkelijke richtingen, die vooral in de Kersttijd haar hoogtepunt be­leefde met de Kerst-Inn. Maar daar bleef het niet bij, want veel families werden bereid gevonden om als aanloopadres c.q. gastgezin te fungeren . Ofschoon het officieel niet bekend was hebben ongemerkt veel studenten van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om hun hart eens te luchten of om ge· woon eens onder andere mensen te zijn. Gelukkig bleek deze werkgroep op den duur niet meer nodig, maar de

Page 108: t is paktaid

l

I

destijds gelegde contacten bestaan nog steeds. Getuige zijn bij een huwelijk is geen zeldzaamheid.

Dank u wel RHSTL.

Over enkele jaren is het helaas voorbij. De RHSTL vertrekt naar Velp en daarbuiten Is de strijd om het behoud van de RMTS nog in volle gang. Met grote spijt ziet Boskoop de Hogere vertrekken. Niet alleen is dat een forse aderlating wat opleidlngsmogelijkheid in Boskoop betreft, maar eveneens is het een gevoelige tik voor de infra-structuur. Mede door de aanwezigheid van de studenten is Boskoop In bezit gekomen van een groot aantal zogenaamde HAT·woningen. Ook op sportgebied nemen de studenten binnen de diverse verenigingen vooraanstaande plaatsen In en bovendien vaart de midden­stand er wel bij. Maar er is nog een ander aspect. Boskoop is een begrip in de wereld van de sierteelt. Dat is mede veroorzaakt door de afgestudeerden die over de gehele wereld in deze sector werkzaam zijn. ZIJ allen kennen Boskoop en weten waar kwaliteit is te halen. Via hun werk zorgen zij indirect tot op dit moment voor een behoorlijk omzetpercentage van de Boskaapse sierteeltprodukten. Blijft dit ook zo als de opleiding in Velp is? Weet een daar studerende dan nog wat het begrip Boskoop betekent? De tijd zal het leren.

Niettegenstaande dit alles hebben de nuchtere Boskopers er alle vertrouwen in dat ook deze soep niet zo heet zal worden gegeten als dat ze dreigt te worden opgediend. Zij hopen dat, als over enkele Jaren de verhuizing defini­tief haar beslag krijgt, ook een stuk van de Boskoopse identiteit en cultuur zal meegaan. 90 jaar specifieke Boskoopse opleiding mag niet geheel verloren gaan. Niet in het belang van de gemeente Boskoop alleen, maar zeer zeker ook niet in het belang van de toekomstige studenten, die zich bewust moeten worden van het unieke sierteeltcentrum Midden-Holland waarvan, en dit zeg Ik echt met een beetje chauvinisme, Boskoop het onbetwiste middelpunt is en blijft.

J.G. Binken Raadslid gemeente Boskoop Voorzitter Stichting Studentenhuis­vesting Redacteur "Boskoopse Courant"

108

De toekomst van de RMTS

Het agrarisch opleidingscentrum

Het middelbaar beroepsonderwijs i Vanuit alle hoeken en gaten komel leerlingenterugloop en AOC-vormi veranderingsproces in de komend. de kruitdamp over enkele jaren i veranderingen en overleg een aare hebben gebracht.

Cruciaal In de komende tijd is de ~

vorming en Vernieuwing in het ME in vier sectoren zal worden opgede gezondheidszorg en landbouw. Vo en bekostlgingsnorm gelden van GC fusies en schaalvergroting het aant worden. Tegelljkertijd zal de centr regelvorming een terugtredend bele meer taken opgelegd.

Het middelbaar tuinbouwonderwijs In deze sector verzorgen op dit ma bare agrarische scholen landbouw ongeveer 20 Agrarische Opleldings is een ingrijpend fusieproces nood

Het Agrarisch Opleidingscentrum ; in de regio verzorgen voor leerlinge in de landbouwsector kiezen. Del schap valt onder één bevoegd gE krachten en kennis gebundeld. B diverse studieprogramma's optima grote verscheidenheid kunnen leer het andere programma switchen. [ ding mét een diploma wordt beVal Een terugtredende overheid geeft AOC extra taken en bevoegdhedt door het bestuur plaatsvinden. De schriften met betrekking tot eindle kundige structuur geven. In overl verdere invulling van het sludiepn noodzakelijk dat het managementt4 verstevigd wordt.

Page 109: t is paktaid

iteeds. Getuige zijn bij een huwelijk is

I. De RHSTL vertrekt naar Velp en an de RMTS nog In volle gang. ertrekken. Niet alleen is dat een forse I Boskoop betreft, maar eveneens is L1Ur. Mede door de aanwezigheid van m van een groot aantal zogenaamde men de studenten binnen de diverse in en bovendien vaart de midden­

op is een begrip in de wereld van de Ie afgestudeerden die over de gehele IUen kennen Boskoop en weten waar n zij indirect tot op dit moment voor Boskoopse sierteeltprodukten. Blijft

!et een daar studerende dan nog wat J het leren.

chtere Boskopers er alle vertrouwen worden gegeten als dat ze dreigt te ,er enkele jaren de verhuizing defini­Ie Boskoopse identiteit en cultuur zal

lag niel geheel verloren gaan. Niet in leen, maar zeer zeker ook niet in het iie zich bewust moeten worden van 'and waarvan, en dit zeg ik echt met nbetwiste middelpunt is en blijft.

De toekomst van de RMTS

Het agrarisch opleidingscentrum (AOC).

Het middelbaar beroepsonderwijs in Nederland bevindt zich in woelig water. Vanuit alle hoeken en gaten komen de vernieuwingen er op af. Fusie, SVM, leerlingenterugloop en AOC-vorming: een greep uit de terminologie die het veranderingsproces in de komende jaren zal vergezellen. Vast staat dat, als de kruitdamp over enkele jaren is opgetrokken, de orkaan van discussies, veranderingen en overleg een aardverschuiving in onderwijsland teweeg zal hebben gebracht.

CruciaaJ in de komende tijd is de SVM-operatie. De opzet van deze Sector­vorming en Vernieuwing in het MBO is dat het middelbaar beroepsonderwijs in vier sectoren zal worden opgedeeld: economie, techniek, dienstverlening/ gezondheidszorg en landbouw. Voor iedere sectorschool zal een opheffings­en bekostigingsnorm gelden van 600 leerlingen. Het staat buiten kijf dat door fusies en schaalvergroting het aantal MBO-scholen drastisch verminderd zal worden. Tegelijkertijd zal de centrale overheid ten aanzien van de wet- en regelvorming een terugtredend beleid voeren. De besturen en directies krijgen meer taken opgelegd.

Het middelbaar tuinbouwonderwijs maakt deel uit van de sector Landbouw. In deze sector verzorgen op dit moment ongeveer 130 lagere en 50 middel­bare agrarische scholen landbouwonderwijs. Deze 180 scholen worden tot ongeveer 20 Agrarische Opleidingscentra lAOC's) samengesmolten. Daartoe is een ingrijpend fusieproces noodzakelijk.

Het Agrarisch Opleidingscentrum zal in de toekomst het agrarisch onderwijs in de regio verzorgen voor leerlingen die na de basisschool voor een opleiding in de landbouwsector kiezen. Deze regionale LBO/MBO-scholengemeen­schap valt onder één bevoegd gezag. Door de AOC-vorming worden de krachten en kennis gebundeld. Binnen het opleidingscentrum kunnen de diverse studieprogramma's optimaal op elkaar worden afgestemd. Door de grote verscheidenheid kunnen leerlingen zonder tijdverlies van het ene naar het andere programma switchen. Dit leidt ertoe dat het verlaten van de oplei­ding mét een diploma wordt bevorderd. Een terugtredende overheid geeft het bestuur en de centrale directie van het AOC extra taken en bevoegdheden. Zo zal de onderwijskundige inrichting door het bestuur plaatsvinden. De overheid zal slechts enkele minimale voor­schriften met betrekking tot eindtermen, toelating en een globale onderwijs­kundige structuur geven. In overleg met het bedrijfsleven kan daarop een verdere invulling van het studieprogramma gemaakt worden. Dit maakt het noodzakelijk dat het managementteam van de toekomstige onderwijsinstelling verstevigd wordt.

Page 110: t is paktaid

i

Een ander belangrijk uitgangspunt bij de AOC-vorming is het vergroten van de samenwerking tussen voorlichting en onderwijs. Al vanaf het begin van deze eeuw heeft Boskoop ingespeeld op de drie beleidsinstrumenten waar­door de agrarische sector tot bloei is gekomen: Onderwijs, Voorlichting en Onderzoek (OVO). Bij de bouw van de Rijkstuinbouwschool io 1898 wordt reeds een kamer ingericht voor de Rijkstuinbouwvoorlichting. Tot 1968 is de directeur van de school tevens tuinbouwconsulent en directeur van het proefstation. Ambtenaren van de voorlichting worden al vroeg Ingeschakeld bij het totale onderwijsgebeuren (boomteelt, fruitteelt en bloementeelt). De huidige lokatie van de Tuinbouwschool ligt op loopafstand van de nieuwe lokatie van het proefstation voor de boomteelt en dit staat er bo(g voor dat de banden tussen onderWijs, voorlichting en onderzoek in Boskoop optimaal blijven. Denominaties spelen een belangrijke rol bij de fusies. De Middelbare Tuin­bouwschool is een Rijksschool en valt onder het Ministerie van Landbouw en Visserij. In de toekomst zullen er echter geen Rijksscholen meer bestaan. Onder twee belangrijke voorwaarden zullen de Rijksscholen door de Minister worden overgedragen aan een nieuw bevoegd gezag. Een eerste voorwaarde is dat het bestuur van de nieuwe instelUng pluriform wordt samengesteld en het tweede aandachtspunt is dat de overdracht het agrarisch onderwijs in de regio zal versterken.

De Commissie van Advies van de Rijks Middelbare Tuinbouwschool te Boskoop stelt alles in het werk om het agrarisch onderwijs in deze regio te ver­sterken. Tegelijkertijd is zij zich ervan bewust dat de school in Boskoop naast een regionale, ook een landelijke functie heeft in het boomteeltonderwijs. De Commissie streeft dan ook naar blijvend boomteeltonderWijs in de regio­Boskoop. Bij de rusiebesprekingen met andere onderwijsinstellingen zal de Commissie vooral op de onderwijskundige meerwaarde letten, want deze zal worden beperkt indien de fuserende instellingen onderwijsinhoudelijk een willekeurige greep uit het agrarisch onderwijs vormen. Voor de vakrichting 'Aanleg en Onderhoud' is samenwerking met de Middelbare Tuinbouwschool "Huis te Lande" te Rijswijk en de Lagere Tuinbouwschool te Oegstgeest van belang. Voor de vakrichting 'Boomteelt' is de samenwerking met de Lagere Tuinbouwschool in Boskoop een eerste vereiste. Daarnaast moet er met de besturen van de scholen in Lisse en De Lier gesproken worden om een Tuinbouwschool te creëren met een onderwijs­kundige meerwaarde, omçlat deze scholen" produktie en handel in tuinbouw­produkten" in het studieplan hebben. In dit kader worden tevens besprekin­gen gevoerd met de Rijks Middelbare Landbouwschool te Gouda.

Behalve de AOe-vorming worden er per 1 januari 1990 nog meer ingrijpende veranderingen in het MBO verwa ht. Het middelba.ar beroepsonderwijs krijgt te maken met een nieuwe bekostingssystematiek en ook in de rechtsposities

110

van docenten en overige medewl steld . Tegelijkertijd krijgen veel in~

van het aantal leerlingen. Alleen een sterk AOe met een S managementteam zal op deze imrT kunnen vinden.

Na· en bijscholen in Boskoop.

Van de vier miljard gulden, die he' kwamen van haar medewerkers, Sinds enkele jaren heeft de RMTS , zowel voor de groenvoorziening aL hierin een belangrijke rol speelt rn het groenbeheer en de centrale \ niet meer weg te denken. Marktge ontbeerlIjk . Daarom zijn er versc Het beheer van het groen krijgt terwijl ook de cursus Ontwerpen/I voorziet. De teelt In potten wint op de Be Daarom is de cursus Bodem-Bern in trek bij degenen die met de pc gaan doen. Jn mei 1988 verschijnt de eerste G

De belangstelling hiervoor Is eno Dendrologie met in totaal 50 curs De school denkt niet alleen aan d tuinliefhebbers. Snoeien, enten, !

van planten zijn zaken die de bela de school kunnen ze terecht! Ook En de reacties van de cursisten? , van de medecursisten" is een uits De school blijft alert op nieuwe Ol

ontwikkelingen in curSUSVOnTl aar

Page 111: t is paktaid

~ AOC-vorming is het vergroten van I) onderwijs. Al vanaf het begin van p de drie beleidsinstrumenten waar­!komen: Onderwijs, Voorlichting en RiJkstuînbouwschoolln 1898 wordt

uinbouwvoorJichting. Tot 1968 is de luwconsulent en directeur van het :hting worden al vroeg ingeschakeld eelt, fruitteelt en bloementeelt}, lol ligt op loopafstand van de nieuwe nteelt en dit staat er borg voor dat de en onderzoek in Boskoop optimaal

I bij de fusies. De Middelbare Tuln­lder het Ministerie van Landbouw en !r geen Rijksscholen meer bestaan. len de Rijksscholen door de Minister Joegd gezag. Een eerste voorwaarde 19 pluriform wordt samengesteld en :dracht het agrarisch onderwijs in de

jks Middelbare Tuinbouwschool te 'arisch onderwljs in deze regio te ver­/Just dat de school in Boskoop naast heeft in het boomteeltonderwijs. De ld boomteeltonderwijs in de regio­andere onderwijsinstellingen zal de ~e meerwaarde letten, want deze zal stellingen onderwijsinhoudelijk een erwijs vormen. Voor de vakrichting met de Middelbare Tuinbouwschool

~ Tuinbouwschool te Oegstgeest van is de samenwerking met de Lagere vereiste. In de scholen in Lisse en De Lier hooi te creëren met een onderwijs­I) "produktie en handel in tuinbouw­dit kader worden tevens besprekin­mdbouwschool te Gouda,

1 januari 1990 nog meer ingrijpende t middelbaar beroepsonderwijs krijgt ematiek en ook in de rechtsposities

van docenten en overige medewerkers zal het een en ander worden bijge­steld. Tegelijkertijd krijgen veel instellingen te maken met een vermindering van het aantal leerlingen. Alleen een sterk AOC met een goed bestuur en een prima functionerend managementteam zal op deze immense vraagstukken een passend antwoord kunnen vinden.

Na- en bijscholen In Boskoop.

Van de vier miljard gulden, die het bedrijfsleven jaarlijks besteedt aan het be­kwamen van haar medewerkers, komt een klein deel In Boskoop terecht. Sinds enkele jaren heeft de RMTS een flink aanbod van nascholingscursussen, zowel voor de groenvoorziening als voor de boomtee1t. Dat de automatisering hierin een belangrijke rol speelt mag duidelijk zijn: de calculatiepakketten in het groenbeheer en de centrale voorraadadministratie in de boomteelt zijn niet meer weg te denken. Marktgericht denken is ook in de groene sector on­ontbeerlijk. Daarom zijn er verschillende cursussen Marketing ontwikkeld. Het beheer van het groen krijgt ruim aandacht in de gelijknamige cursus, terwijl ook de cursus Ontwerpen/Beplantingsleer nog steeds in een behoefte voorziet. De teelt in potten wint op de Boskaapse kwekerijen steeds meer terrrein . Daarom is de cursus Bodem-Bemesting-Beregening in de containerteelt erg in trek bij degenen die met de pottencultuur werken of van plan lJjn dit te gaan doen. In mei 1988 verschijnt de eerste aankondiging van een cursus Dendrologie. De belangstelling hiervoor Is enorm, hetgeen resulteert in twee cursussen Dendrologie met in totaal 50 cursisten. De school denkt niet alleen aan de vakmensen, maar ook aan de amateur­tuinliefhebbers. Snoeien, enten, stekken, straatje leggen en het herkennen van pLanten zijn zaken die de belangstelling hebben van de tuinliefhebber. In de school kunnen ze terecht! Ook hiervoor zijn twee cursussen ontwikkeld. En de reacties van de cursisten? "Ik leer veel van de docent. maar ook .veel van de medecursisten" is een uitspraak die regelmatig voorkomt. De school blijft alert op nieuwe ontwikkelingen en zal blijven proberen deze ontwikkelingen in cursusvorm aan te bieden aan de mensen van het vak.

Page 112: t is paktaid

Fusies agrarisch 'Za elijkc . argumenten .' CJ"tJ\' onderwljs hebben niel

~CJ~ 0'- ~ fl de door lag~\,CJ~ N (,~{J 't ~~ etZig~2a h gegeven'

CJ~CJ o~~ óO~ .e,'\ !ft' eleid \) ~~'o ~ e, ". ~\fb'\; Tweede Kamer praal o".r Vall 8r . c \~P ~'\~ ~\.~.. landbouwschool Dewntcr a~

~e,{~~\)O"~ "Vestiging HAS in Wageningen \) \~~ Braksboudt bespaart 15 miljoen gulden"

~;~ poot stijf ~t' ,f> ~ u~&

'Ik heb na veel ~\ll)~\'l~'\\O;\,)\\fli\~ . \./\\'\ t'\\c'l.wikken en wegen ~"oV:' ~'e

besluit genomen'. :.:;,~:"";"--~..

1//11 • ;'

'Lalldbouwschool weg'

112

De toekomst van de RHST.

Als een boomkweker bij het lever stekken, zetten, poten en verzorgE teeltplan al duidelijk voor ogen.

Met het onderwijs is het niet andeJ beschrijving van het ontstaan en dl e verwachten of na te streven ontw

In dit hoofdstuk wordt nader ingegé bij direct wordt opgemerkt dat het

De fusie.

Op 1 augustus 1988 is de RHST HBCS-Velp en de RHAS-Wagenir rische Hogeschool Larenstein. Ol RMTS definitief gesplitst, hoewel b gebouw aan de AzaJealaan gehuisl

Waarom deze fusie? In 1983 verschijnt er een nota Sch tratie van het Hoger Beroepsond minimale omvang van HBO-instell bedragen. Enige tijd later voegt de J

toe dat de tien Hogere Agrarische bereiken door sectoraal. dat wil • Agrarische scholen te fuseren. Voor Boskoop, met ± 400 tuden hebben. Aanvankelijk ziet het er naar uit c scholen te Utrecht en Wageningen een school van ± 1000 studenten Deze fusie gaat evenwel niet door liever naar West-Nederland ziet ga Dan staat Boskoop voor de keus: I gingsgebied West-Nederland of aar fusiepartners kunnen bieden. Het lé eindelijk een fusie met de Hogere Wageningen tot stand zal komen plaats gevonden. Voorlopig zullen de vier 'oude' sel lokaties blijven verzorgen. Het lig werkelijke concentratie in Velp tl

Page 113: t is paktaid

'arisch 'Zakelijke • • argUmctllen

VIJS hehhOtl niet f.J.et • de doorslag

Zlg~Za b gegeven' 'g- eleid

Kamerrraat over Jlall Br : ks "",hoo De..enter q

ging HAS in Wageningen ut 15 miljoen gulden"

t" \~ pe'iCll\e

\\Qo\ .' ~fllW;û,....i>C . \)\) J.'

d~O \'~:T.C\\ cf \v tl\e ~

""'~"f.AJil"J_""" ... LMIo 0-0-.0.) NUk j...~,,,,,,, ,. .......­~ _­"~·::'It • ...........~ta~l~:=:J.;taI_-- ....... "'"' -..MloI " ..::-=/&;::" .:.~~

1...~ ........ ál.~1M. ~~J .... wq. "'""~.J.,.~(Wo"-­WJIiIoI ........ .-..-..~

~~~~= J.UfI~~... f\ll

Lobb~v -;;.~...._'"f;;'J :::-' ",...,,* .. ~

~rip in De"euter 11l~bouwmjJlister

f,.' .......... ~t••l

~ IlltntJ,'· 11I r ;~llj.

vschool weg'

De toekomst van de RH5Tl

Als een boomkweker bij het Jeveren op zijn lege tuin terug denkt aan het stekken. zetten, poten en verzorgen van zijn bomen, heeft hij het volgende teeltplan al duidelijk voor ogen.

Met het onderwijs is het niet anders. Het beeld van een opleiding is met de beschrijving van het ontstaan en de ontwikkelingen erin niet compleet als de te verwachten of na te streven ontwikkelingen er niet aan worden toegevoegd.

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de toekomst van de RHSTL, waar­bij direct wordt opgemerkt dat het om de nabije toekomst gaat.

De fusie.

Op 1 augustus 1988 is de RHSTL, tezamen met de RHLS-Deventer. de HBeS-Velp en de RHAS-Wageningen gefuseerd tot de Internationale Agra­rische Hogeschool Larenstein. Op dezelfde datum zijn de RHSTL en de RMTS definitief gesplitst, hoewel beide nog minstens tot 1992 in het school­gebouw aan de Azalealaan gehuisvest zullen blijven.

Waarom deze fusie? In 1983 verschijnt er een nota Schaalvergroting, Taakverdeling en Concen­tratie van het Hoger Beroepsonderwijs. waarin wordt aangegeven dat de minimale omvang van HBO-instellingen in de toekomst 600 studenten moet bedragen. Enige tijd later voegt de minister van Landbouw en Visserij hieraan toe dat de tien Hogere Agrarische scholen deze getalsnorm slechts mogen bereiken door sectoraal, dat wil zeggen met één of meer andere Hogere Agrarische scholen te fuseren. Voor Boskoop, met ± 400 studenten zal deze nota verstrekkende gevolgen hebben. Aanvankelijk ziet het er naar uit dat met de twee Rijks HogeT€ Agrarische scholen te Utrecht en Wageningen, gefuseerd zaJ worden in Wageningen tot een school van ± 1000 studenten_ Deze fusie gaat evenwel niet door omdat de minister de school uit Utrecht liever naar West-Nederland ziet gaan. Dan staat Boskoop voor de keus: prioriteit geven aan behoud van het vesti­gingsgebied West-Nederland of aan de onderwijskundige meerwaarde die de fusiepartners kunnen bieden. Het laatste wordt gekozen. Dit betekent, dat uit­eindelijk een fusie met de Hogere Agrarische scholen uit Deventer, Velp en Wageningen tot stand zal komen. Het juridische gedeelte heeft inmiddels plaats gevonden. Voorlopig zullen de vier 'oude' scholen het onderwijs nog op de bestaande lokaties blijven verzorgen. Het ligt in de bedoeling in 1992 met de daad­werkelijke concentratie In Velp te beginnen. In de tussentijd zal gewerkt

Page 114: t is paktaid

'

worden aan een onderwijskundige samenwerking van de huidige zeven studierichtingen. Voor Boskoop, met de studierichting Tuin- en Landschapsinrichting, is een afstemming op de studierichting Bosbouw en Cultuurtechniek van de HBCS het meest van belang. Daarnaast zullen de studierichtingen Nederlandse Landbouw, Tropische Landbouw en Internationale Agrarische Handel (alle uit Deventer) en de studierichting Laboratoriumonderwijs uit Wageningen hun bijdrage kunnen leveren in de verbreding van het vakkenpakket van de Velpse Boskoper. Het beleid van de directie van 'Boskoop' is er op gericht ook in de toekomst de identiteit van de studierichting Tuin- en Landschapsinrichting te behouden en volwaardige tuin- en landschapsarchltecten af te leveren.

Het studieprogramma.

Door de laatste herstructurering van het onderwijs is het totale onderwijs­programma op modulaire wijze opgezet. Het beeld van de gebruikte werk­vormen is zodanig, dat gedurende de opleiding het accent van kennisover­dracht en intensieve begeleiding verschuift naar het zelfstandig uitwerken van opdrachten. Na de praktijkperiode kom'en de studenten in hoofdzaak alleen nog voor begeleiding naar de instelling. Het resultaat van dit alles is een programma dat flexibel van opbouw is.

Het toevoegen van onderdelen of het inwisselen van onderdelen van het pro­gramma van de fusiepartners kan op eenvoudige wijze plaats vinden. De afstudeeropdracht zal aanzienlijk vergroot worden en een omvang van 500 uren studiebelasting krijgen (± drie maanden). Hierdoor worden de mogelijkheden om bij het afstuderen een opdracht uit te voeren voor een dienst of bedrijf groter. De begeleiding geschiedt dan in samenspel van docent en opdrachtgever, Voordeel is voor de student dat hij als het ware al met één been in de praktijk staat, maar ook nog met één been in de school. Voor de opdrachtgever biedt een dergelijke werkwijze sterker dan voorheen de mogelijkheid om een bepaald project door studênten te laten uitvoeren die aJ over een uitgebreide kennis beschikken en al een stage achter de rug h~bben. Kort samengevat zijn de volgende voordelen te noemen van deze nieuwe activiteit: - de grote mate van betrokkenheid van de student{en) bij de opdracht, - zowel de student, opdrachtgever als de HBO-instelling hebben groot be-

lang bij een goed produkt en zullen zich dus een maximale inspanning getroosten om tot een goed produkt te komen,

- de relatie tussen opdrachtgever (c.q. beroepenveld), student en HBO­instelling wordt intensiever,

- er vindt Kennistransfer piaats tussen de HBO-instelling en het beroepen­veld (v.v.).

114

In de toekomst zullen de opdracht4 leven en de (semi}overheidsdienst4 inrichting denkt oOK aan ondenoe partners (HAS-Wageningen, HAS in samenwerking met de LandboL

Met de vergrote afstudeeropdrach om op een buitenlands onderweq wikkellng zijn er al in de vorm van I studenten in het kader van de EEG aan deeL

Cursusonderwijs, deeltijdonderw

Onder de huidige maatschappelij~ Naast het gangbare onderwijs bes1 vervolgcursussen, bijscholingsmog Tot voor kort stond die weg wel Postacademisch onderwijs), maar \ perkt. De nieuwe HBO-wet breng Postacademisch onderwijS en Pos onder de noemer Post Hoger 0 bestaan hiervoor naUWe samenwE sussen hebben vooral een HBO-k.

Ook de studierichting Tuin- en Lar verzorgt samen met anderen bijvo beheersystemen en de specifieke I Bovendien staat er een aantal kort de Stad. Oeverbescherming, Van Hiermee zijn de mogelijkheden e< diensten kunnen ook cursussen, studierichting T. en L. laten verzOI Zo is voor Rijkswaterstaat een cur aangepast aan de wensen van Rij]

Behalve cursusonderwijs wil de s' wegen op het terrein van deeltijdc van het gangbare onderwijspakk programma omvatten. Iedereen, kan hieraan deelnemen. Door v, deze vorm van onderwijs jn een b AI met al gröeit daarmee de studiel scholen, uit tot een onderwijsinstitt: HBO-onderwijs op het gebied van

Page 115: t is paktaid

men werKing van de huidige zeven

uin- en Landschapsinrichting, is een IW en Cultuurtechniek van de HBCS en de studierichtingen Nederlandse lternationale Agrarische Handel (alle 'oratorIumonderwijs uit Wageningen reding van het vakkenpakket van de

" is er op gericht ook in de toekomst m Landschapsinrichting te behouden Lltecten af te leveren.

et onderwijs is het totale onderwijs­t. Het beeld van de gebruikte werk­lpleiding het accent van kennisover­Lift naar het zelfstandig uitwerken van 'en de studenten in hoofdzaak alleen ~, Het resultaat van dit alles is een

.visselen van onderdelen van het pro­mvoudige wijze plaats vinden. rgroot worden en een omvang van 'ie maanden). Hierdoor worden de en opdracht uit te voeren voor een g geschiedt dan in samenspel van oor de student dat hij als het ware al ook nog met één been in de school. Iijke werkwijze sterker dan voorheen door studenten te laten uitvoeren die en al een stage achter de rug h~bben. rdelen te noemen van deze nieuwe

de student(en) bij de opdracht, de HBO-instelling hebben groot be­zich dus een maximale Inspanning te komen, . beroepenveld). student en HBO-

de HBO-instelling en het beroepen-

In de toekomst zullen de opdrachten niet alleen beperkt blijven tot het bedrIjfs­leven en de (semi}overheidsdiensten. De studierichting Tuin- en Landschaps­inrichting denkt ook aan onderzoeksprojecten in samenwerking met de fusie­partners (HAS-Wageningen, HAS-Oeventer en de HAS-Velp) en onderzoek in samenwerking met de Landbouwuniversiteit of met onderzoeksinstituten.

Met de vergrote afstudeeropdracht I~omt ook de mogelijkheid binnen bereik om op een buitenlands onderwerp af te studeren. Aanzetten voor deze ont­wikkeling zijn er al in de vorm van uitwisselingsprogramma's met buitenlandse studenten in het kader van de EEG. Met name ontwerpstudenten nemen hier aan deel.

CursusondeJWijs. deeltijdonderwijs, contractondeJWijs.

Onder de huidige maatschappelijke omstandigheden veroudert kennis snel. Naast het gangbare onderwijs bestaat er dan ook steeds meer behoefte aan vervolgcursussen, bijscholingsmogelijkheden en dergelijke. Tol voor kort stond die weg wel open voor het academisch onderwijs (het Postacademisch onderwijs), maar waren de mogelijkheden voor het HBO be­perkt. De nieuwe HBO-wet brengt daarin verandering. Postacademisch onderwijs en Post HBO-onderwijs worden samengebracht onder de noemer Post Hoger Onderwijs. Binnen het landbouwonderwijs bestaan hiervoor nauwe samenwerkingsvormen met de LU. Sommige cur­sussen hebben vooral een HBO-karakter, andere zijn meer academisch.

Ook de studierichting Tuin- en Landschapsinrichting is actief op dit terrein en verzorgt samen met anderen bijvoorbeeld de cursus Automatisering Groen­beheersystemen en de specifieke Boskoopse cursuS Groen-Milieubeheer. Bovendien staat er een aantal korte cursussen op stapel, zoals Ecologie over de Stad, Oeverbescherming, Van Groenbeleid naar Beheer en Autocad. Hiermee zijn de mogelijkheden echter nog lang niet uitgeput: bedrijven en diensten kunnen ook cursussen. specifiek op hun werk gericht, door de stuclierichting T. en L. laten verzorgen, het zogenaamde contract-onderwijs. Zo Is voor Rijkswaterstaat een cursus Groenmilieubeheer gegeven, speciaal aangepast aan de wensen van Rijkswaterstaat.

Behalve cursusonderwijs wil de studierichting T. en L. zich ook gaan be­wegen op het terrein van deeJtijdonderwijs. Het gaat hierbij om onderdelen van het gangbare onderwijspakket. Het kan ook het gehele onderwijs­programma omvatten. Iedereen, die over voldoende voorkennis beschik1, kan hieraan deelnemen. Door veranderingen van werkterreinen voorziet deze vorm van onderwijs in een behoefte. Al met al groeit daarmee de studierichting T. en L., straks samen met andere scholen, uit tot èen onderwijsinstituut, dat zich richt op de totale behoefte aan HBO-onderwijs op het gebied van de groenvoorziening in brede zin.

115

Page 116: t is paktaid

~eld van de toekomstige opleiding in m. Zo wordt het onderwijs op het nvoorziening aan de Landbouwuni­!iseerd. Mogelijk verdwijnt daarbij de ldschapsarchiteduur als zelfstandige

d worden. blijft de Boskoopse oplei­~ over op hoger niveau In dit vak­bben voor de ontwerpdifferentiatie: an de Wageningse en de Boskoopse

IS een werkgroep samengesteld om :ze problematiek, want zij beschouwt ~ waarborgen dat er een vorm van 1twerpen van groenvoorzieningen in

n in het universitair onderwijs, zeker landschapsinrichtlng als zelfstandige iest daar nadrukkelijk voor.

Slotwoord

Hoe zal de wereld er over 25 jaar uitzien? Ik denk: totaal anders dan ik nu denk.

Wim Kan

Wie kan in 1963 voorspellen dat de Hogere Opleiding voor Tuinarchitectuur in 1988 in omvang meer dan vertienvoudigd zal zijn en in dat jaar fuseert met Hogere Agrarische Scholen uit Deventer, Velp en Wageningen? Wie kan in 1963 voorspellen dat de Middelbare Opleiding in 1988 zich, om te overleven, ook op het fusiepad zal moeten begeven?

Hoe zullen de Middelbare en de Hogere er over 25 jaar uitzien? Worden er dan nog 'Boskopers' afgeleverd? Kunnen er, na een fusie met andere scholen, nog wel Boskopers 'gekweekt' worden?

Heeft het zin antwoorden te bedenken op bovenstaande vragen? Hebben voorspellingen over een periode van 25 jaar waarde? Vast staan de gebeurtenissen uit het verleden.

Zo weet de onderwijshistoricus in het jaar 2013 dat het 115 jaar geleden is, dat er in Boskoop een TuinbouwwinterschooI is opgericht. Bovendien kan hij de mensen vertellen over het 25-, 40-, 50- en 75-jarig jubileum van die school. Over de 90-jarige school raakt hij niet uitgepraat. De school in Boskoop is dan zo actief op allerlei gebied, dat hij bij navraag in Boskoop over die periode steeds te horen krijgt: 'Voor de school was 't toen paktaid' .

Page 117: t is paktaid

De uitgave van dit boek en andere jubûeumacliviteiten zijn mogelijk gemaakt door bijdragen van:

Hagelunie, agrarische verzekeringen Rabobank Shell Nederland B. V. Ingenieursbureau 'Oranjewoud' B. V. Grontmij n.v. Heidemij B.V. Boot & Co. Boomkwekerijen B.V.

Om ook anderen In de feestvreugde te laten delen, worden de opbrengsten van diverse Justrumadiviteiten beschikbaar gesteld aan de Novib, ter onder­steuning van een landbouwtrainingscentrum in Zimbabwe. Ook het geld voor dit boek wordt daartoe bestemd.

118

Page 118: t is paktaid

De tuinbouw chool in Boskoop is al 90 jaar een unieke opleiding in Neder· land. De school heeft een sterke verweven­heid met het dorp Boskoop. Het voormalige schoolgebouw aan het Reijerskoop heeft 75 jaar lang een belangrijke bijdrage aan het dorps­beeld geleverd. Het symbool van de leerling van de tUinbouwschool, de 'gait'. is een be­grip voor de Boskoopse bevolking. Met de titel van dit boek . I 't Is Paktaid" wordt 'cie band, die de school met Boskoop heeft, aangehaald. De paktijd is voor Boskoop een onge­kend drukke periode. waarin de ge­kweekte planten gerooid, ingepakt en verzonden worden, aak n ar v rre bestemmingen. Ook op de school is het regelmatig paktijd: het opkweken' en verzend­klaar maken van jonge boomkwekers. hoveniers en groeningenieurs gaat met zeer drukke perioden gepaard. Maar er is nog een ander soort pak­tijd, namelijk de fusiedrukte. Voor de RH5TL geldt over enkele jaren een Inpakken en wegwezen uil Boskoop. En welke paktijd hangt de RMT5 nog boven het hoofd? De komende jaren zullen het leren. Voor het eeuwfeest gevierd kan wor­den zal de school nog vele jaren pak· tijd beleven.

q;."

0'