41
1 JAPAN Cultureel Tijdschrift werd mogelijk gemaakt door: Annemarie Peters - ンンンンンンン Margot Roijackers - ンンンンンンンンンン

TDK Tijdschrift Japan

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: TDK Tijdschrift Japan

1

JAPANCultureel Tijdschrift

werd mogelijk gemaakt door:Annemarie Peters - ンネピーターズ

Margot Roijackers - マーゴットロイカーズ

Page 2: TDK Tijdschrift Japan

Inhoudsopgave

Inleiding Pagina 3 & 4Samen

Oude aarde werken Pagina 5 & 6 Annemarie

Kaligrafie, schilderkunst en prenten Pagina 6 t/m 10Annemarie

Oude architectuur Pagina 10 t/m 12Annemarie

Samoerai Pagina 13Margot

Geisha’s Pagina 13 & 14Margot

Theeceremonie Pagina 14 &15Margot

Prachtige Japanse tuinen Pagina 15 & 16Margot

Oorlogen Pagina 16 t/m 19Bloedvergiet, geweld en oorlogenPearl HarborHiroshimaMargot

Mileurampen Pagina 19 & 20Margot

Geschiedenis en Japanse kunst gaan hand in hand Pagina 20 & 21Margot

Nieuwe architectuur Pagina 21 & 22Annemarie

Hedendaagse beeldende kunst Pagina 22 t/m 26(Kunstenaars & Animé, Manga en Kawaii)(Animé, Manga en Kawaii, Margot) Samen

Literatuurlijst Pagina 27Samen

Wist-je-datjes + Nawoord Pagina 28 & 29(wist-je-datjes, Margot) Samen

2

Page 3: TDK Tijdschrift Japan

InleidingJapan wordt in het japans uitgesproken als Nippon of Nihon en heeft als letterlijke betekenis: ‘oorprong van de zon’. Maar Japan heeft niet eeuwig de naam Japan gehad. De naam voor het oude Japan was namelijk Yamato. Japan is een eilandstaat dat te vinden is ten oosten van het Aziatische continent midden in de Grote Oceaan. De hoofdstad van Japan is Tokio en is de grootste metropool ter wereld en heeft meer dan 30 miljoen inwoners. Het land is een constitutionele parlementaire monarchie. Dit wil zeggen dat de macht ligt bij de monarch (een soort staatshoofd), de ministers en bij het parlement. De wetgevende macht is in dit geval in de handen van de Kokkai, het parlement. Japan is aan het begin van onze jaartelling nog verdeeld in allerlei verschillende staatjes.De staatjes zijn onderling vaak met elkaar in oorlog. Er is vaak geprobeerd om de Japanse eilanden samen te voegen maar met weinig succes.

De inheemse Japanse religie, het shintô of de ‘weg der goden’ was een natuurgodsdienst zonder dogma’s1, teksten of beelden. Daardoor is de vroegste geschiedenis nauwelijks bekend, afgezien van wat kan worden afgeleid uit graven2. Aan het begin van de achtste eeuw was het boeddhisme de belangrijkste religie van Japan geworden.

1 Geloofleer 2 Honour & Fleming, H & J, Algemene kunstgeschiedenis, 1988

3

Page 4: TDK Tijdschrift Japan

De Japanners hebben andere tijd indeling als in Europa3:

1. Kodai Oude tijd Ongeveer 10.00 v.C. – 1192 n.C. Jomon periode 10.000 v.C. -300 v.C.

Yayoi periode 300 v.C. -300 n.C.Kofun periode 300 - 710Nara periode 710- 794Heian periode 794-1192

2. Chusei Middentijd 1192 - 1600Kamakura periode 1189 - 1333Muromachi periode 1333 - 1573Azuchi-Momoyama periode 1573 - 1600

3. Kinsei Moderne tijd 1600 - 1867Edo periode 1603 - 1867

4. Kindai Recente tijd 1868 - 1945Meiji periode 1868 – 1911Taisho periode 1912 - 1925Showa periode I 1926 - 1945

5. Gendai

Huidige tijd 1945 - heden

Showa periode II 1945 - 1988Heisei periode 1989 - heden

Aardewerk in de Jōmon-periode

Jōmon-periode (10.000 v.C. - 300 v.C)Er waren oneindige vormen en versieringen op de aardewerken gemaakt met een soort touwpatroon. Dit touwpatroon werd letterlijk vertaald als Jōmon en werd gebruikt voor heen de periode.

AardewerkAardewerk is de belangrijkste kunstvorm in de langen Jōmon periode. De aardewerken werden het meest beïnvloed door culture

veranderingen en groepsbehoefte. Volken die aardewerk konden produceren hadden verschillende voordelen, zo konden ze hun eten koken waardoor het makkelijker te eten was en ze konden hun eten beter opslaan. De aardewerken werden waarschijnlijk gemaakt door vrouwen met de hand gemaakt, dit gebeurde zonder draaischijf. Door de opkomende sociale behoeften en rituelen werden er nieuwe keramische vormen gemaakt, dit waren klei beeldjes en oorbellen.

3 http://www.uchiyama.nl/

4

Page 5: TDK Tijdschrift Japan

Doordat de Jōmon periode een lange tijd beslaat is deze periode weer in verschillende periodes te verdelen.

Begin Jōmon (10.500-8000 v.C.)De potten hadden een cilindervorm met een gepunte of ronde bodem, zodat ze stevig in de aarde gezet konden worden om zo

makkelijk te koken. Op het einde van deze periode ontstond er een nieuw type pot met het typische touwpatroon. Deze potten hadden een platte bodem en een dikke rand.

De techniek was op dat moment nog niet zo goed als in de latere Jōmon periodes. De potten uit deze periode zijn vrij zeldzaam.

Vroegste Jōmon (8000-5000 v.C.)In deze periode vind je in de aardewerken duidelijk het touwpatroon terug, ook zie je er in ingekerfde stokken en schelpen in. De potten hebben puntige bodems.In deze periode worden er ook kleine kleifiguurtjes gemaakt genaamd: dogu. De beeldjes stellen vaak dieren en menselijke figuren (vaak vrouwen) voor. Er zijn drie soorten dogu gevonden: de platte oftewel tweediemensionele dogu, de driedimensionele dogu en de holle dogu. Het is nog niet zeker waar de beeldjes precies voor diende, wel zijn hier verschillende theorieën over.

Vroege Jōmon (5000-2500 v.C.)In deze periode worden er potten met platte bodems gemaakt, ook verschijnen er nieuwe potvormen. Nieuwe potvormen zijn: diepe potten, kruiken met

smalle halzen en ondiepe kommen. In deze periode vind je een gelijkenis tussen het aarde werk van Japan en dat van Korea,

daarom word er van uit gegaan dat er contact was tussen beide landen.

Midden Jōmon (2500-1500 v.C.)De basisvorm van de potten bleef hetzelfde, maar de bovenrand nam

extravagante vormen aan. De mensen beeldhouwde de klei, maakte insnijdingen of bracht gedetailleerde patronen aan. Er werd veel zorg besteed aan de vervaardiging van het aardewerk, maar de klei was niet zo goed van kwaliteit. In deze periode verdwijnt de productie van de dogu die in de vroegste Jomon periode is ontstaan.

Late Jōmon (1500-1000 v.C.)In deze periode werd er een nieuwe stijl ontwikkeld: het uitgeveegde touwpatroon, deze stijl word ‘surikeshi jomon’ genoemd. De mensen brachten eerst een touwpatroon aan en veegde het daarna gedeeltelijk uit om een glad oppervlak te krijgen.Laatste Jōmon (1000-300 v.C.)In dit tijdperk zie je een verschil ontstaan tussen het noordoosten en het zuidwesten van Japan. In het noordoosten ontwikkelde ze een nieuwe stijl genaamd: kamegaoka. Men gebruikte inkervingen en uitgeveegde touwpatronen. In het zuidwesten was het aardewerk een stuk eenvoudiger. De potten hadden een enkele band die diende als decoratie.

Yayoi periode (300 v.C. – 300 n.C.)Na de Jōmon periode is er een nieuwe periode aangebroken de Yayoi periode. In deze periode zie je dat het aardewerk verbeterd word, maar waar deze periode vooral om bekend staat is rijstteelt productie. Vanaf de derde eeuw v.C. is de bewerking van brons en ijzer overgenomen van Koreanen. Er werden vooral bronzen spiegels ingevoerd.

5

Page 6: TDK Tijdschrift Japan

Kofun periode (300-710)In deze periode werden op de graven van heersers grote aarden wallen gemaakt met grachten eromheen. De graftombes werden omringd met ‘haniwa-figuren’ . De haniwa-figuren waren ongeveer 60 centimeter lange terracotta buizen met daarop een mensenhoofd, dieren of menselijke gestalten. Ze zijn typisch Japans, glad gemodelleerd, met

spleetjes voor de ogen en de mond. Het waren waarschijnlijk figuren als vervangers voor de levenden die in vroeger tijden bij de begrafenis van een aanvoerder werden omgebracht.

Kaligrafie, schilderkunst en prenten

Het lezen en schrijven van Chinees was een typisch kenmerk van de ontwikkelde Japanner, dit is te vergelijken met Europeanen die Latijn kunnen lezen en schrijven. De Japanners stonden voor een probleem, hun schrift was meerlettergrepig en had veel achtervoegsels voor werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden. Ze konden dit transcriberen4 in karakters die waren ontwikkeld voor het eenlettergrepige. In de negende eeuw ze vereenvoudigde Chinese karakters aan voor de klankwaarden van lettergrepen, waarbij ze een soort blokschrift gebruiken voor officiële teksten en een cursieve vorm, ‘hiragana’, voor persoonlijke brieven, verhalen en poëzie. Vrouwen mochten geen Chinees leren en daarom schreven ze in het Japans in het hiragana, later werd dit ‘vrouwelijke hand’ genoemd terwijl het door mannen even vaak gebruikt werd als door vrouwen. In de periode van ca. 980-ca. 1030 werd het vervolmaakt; het vormt het duidelijks verschil tussen de

Japanse en Chinese beschaving. De Chinese kalligrafie bleef ingesloten, beheerst door het respect voor de meesters uit het verleden. In het Hiragana zie je duidelijk vrijheid en spontaniteit, dit word gedaan met een schijnbare moeiteloze natuurlijke gratie, maar word alleen bereikt door veel te oefenen. Er werd gekleurd papier met soms decoratieve motieven in goud of zilver uitgezocht om in combinatie met de kalligrafie en de betekenis van de woorden een uniek kunstwerk te scheppen dat even aantrekkelijk is voor het oog als voor de geest.

Dit is een goed voorbeeld van een bladzijde met twee gedichten van Ki no Tsoerajoeki, gemaakt in vroeg twaalfde eeuw.

Het kunst van het verhalend schilderen op een rol was met het boeddhisme vanuit China naar Japan gekomen, maar rond de elfde eeuw kwam de kunstvorm los van de religie toen men begon met het illustreren van literaire geschriften. Deze schilderingen worden ‘jamato-è genoemd, ‘Japanse schilderingen’. De rollen zijn langer en smaller dan in de Chinese cultuur. Een rol is ongeveer 40 cm hoog, maar kan wel 9 meter lang zijn om er maar zo veel mogelijk scènes op te kunnen laten zien. Op verschillende jamato-è rollen uit de dertiende eeuw zag je recente gebeurtenissen, zoals de oorlog

4 Over brengen in een andere vorm.

6

Page 7: TDK Tijdschrift Japan

tussen verschillende takken van de keizerlijke familie, die in 1159 in Kioto uitbrak. Deze gebeurtenissen werden geschilderd vanuit een vogelperspectief, waarbij de lijnen van de architectuur diagonaal over het papier lopen en wij soms het interieur kunnen zien, dit is een kenmerk van de jamato-è . Er word vooral nadruk gelegd op de details in de uniformen, op snelle en energieke acties. Deze rollen verheerlijken de strijd en laten de voorliefden van het militaire spektakel zien. Nog voor de Kamakoera-periode (ca. 1189) zag je de Chinese invloed in de schilderkunst weer opnieuw terug. Er werden twee stijlen gelijkertijd beoefend: de kunstenaars die kopien maakte en kunstenaars die schilderingen maakte die qua interpretatie bijna even sterk afweken van Chinese schilderingen als van Jamato-è. De invloed van de Chinese kunst is het sterkst in schilderingen die geïnspireerd zijn op het Chan-boeddhisme.

In de vijftiende eeuw waren Zen-kloosters de voornaamste culturle centra van Japan geworden, dit kwam doordat aan het begin van de twaalfde eeuw de Chan-sekte een grote aanhang kreeg. In deze tijd was er weer een sterke band met China. Monniken hadden bewondering voor het inktschilderen wat ze zelf ook beoefende op de Chinese manier. Een Zen-leerstelling luidt: ‘Veel kleuren verblinden het oog’. De grootste Japanse meester in het inktschilderen was Sessjoe (1420-1506). Sessjoe kreeg zijn opleiding in Zen-kloosters. Hij werd een ‘gaso’ wat priester-schilder betekend. Sessjoe heeft van 1467-1469 door China gereisd en bestudeerde zowel de kunst als het landschap. Het landschap werd een constante inspiratie bron voor hem. Zijn schilderkunst van landschappen zijn gestructureerd in harde, door hoekige lijnen beheerste compositie, terwijl de Chinese gebruik maakte van atmosferische effecten met een fijn penseelwerk.

De inktschilderingen werden ook gemaakt door kunstenaars die een minder sterke band met Zen hadden, een bekende kunstenaar is Kano Masanoboe (1434-1530). Dit is een inktschildering gemaakt op een hangrol. De man in de boot bewondert de lotusbloemen, dit is een typisch voorbeeld van de liefde van de Zen-filosofie.

Kamerschermen werden ook beschilderd met voorstellingen in monochrome inkt. De kamerschermen en schuifpanelen werden beschilderd om zo de kale wat strenge kamer wat levendiger te maken.

In de Edo periode (1600-1867) bleef het Zen-boeddhisme het leven van de Japanners beheersen. In deze tijd was er weinig contact met China. Er kwam een nieuw element in de schilderkunst, de hangrolschildering. Aan het einde van de achttiende eeuw hebben de prenten nog weinig weg van de Chinese voorstellingen, deze prenten worden oekijo-è genoemd. De prenten werden in China niet

gezien als kunst, maar ook zag de hogere maatschappij in Japan dit niet als kunst, het werd gezien als volkskunst. De nadruk in de

7

Page 8: TDK Tijdschrift Japan

prent hiernaast ligt of het toevalligheid van het moment.

In de jaren dertig van de zeventiende eeuw werd het christendom verboden en moesten de Portugese kooplieden het land verlaten. In deze tijd was Japan bijna volledig van de rest van de wereld afgesloten geweest. Dat betekend dat de achttiende- en negentiende-eeuwse kunst dus voortkwam vanuit het eigen politiek, sociale en economische structuur van Japan. Behalve in de landschapschilderingen viel van de Chinese weinig te merken. Landschapschilderingen werden aangekocht en soms vervaardigd door de intelligentsia, in navolging van de schilderende geleerden van het oude China. De oekijo-è werden gemaakt voor en door de lagere sociale klassen. Geen andere kunstvorm heeft ooit het niveau van de oekijo-è kunnen benaderen. De oorsprong van de oekijo-è vind je terug in twee verschillende bronnen: op de religieuze volksprenten en op de ‘jamato-è’of ‘schilderingen in Japanse trant’ naar taferelen uit het dagelijks leven, er werd hiermee wel het hofleven bedoeld.

De houtsnede techniek was in de achtste eeuw met het boeddhisme uit China naar Japan gekomen, dit werd verder ontwikkeld zodat ze gedrukte boeddhistische teksten konden illustreren, dit gebeurde vanaf de vroeg zeventiende eeuw. In de tweede heft van de negentiende eeuw ontwikkelde de techniek van de kleurendruk zich snel, dit maakte de aantrekkingskracht van de oekijo-è alleen maar groter. De eerste prenten met verschillende kleuren waren duur en werden waarschijnlijk gekocht door rijke kooplieden. De tekening werd op een paneel geplakt en vervolgens werd al het hout om de fijne lijnen heen weggesneden, op deze manier ontstond een blok waarmee vellen werden gedrukt. De vellen werden weer gebruikt om andere te

snijden, één voor elke kleur. Het werd niet gemaakt met de pers, maar met een cirkelvormig gereedschap wat ze op de achterkant wrijven.

De kunst van de Meiji periode (1868-1912) kenmerkte zich door twee tegenstrijdige ontwikkelingen: de neiging tot verwestersing en die tot agressief nationalisme. De technieken uit het westen werden snel overgenomen en het feodale agrarische land5 veranderde in een geïndustrialiseerde natie. De verering van de keizer als levende god herleefde en weer en er werd een poging gedaan het sjintoisme als enige nationale godsdienst in de voeren. De boeddhistische sekten werden onderdrukt en als gevolg werden vele boeddhistische tempels en kunstwerken vernietigd. Door rivaliteit met het westen leidde het tot het ontstaan van olieverfschilderijen en tot massaproductie van weinig traditioneel, opzichtig porselein, vol met Japanse decoratiemotieven en bestemd voor de export en de binnenlandse markt. De kalligrafie, geschilderde rollen en schermen voor woonhuizen bleven vrijwel onaangetast, deze bevonden nauwelijks enige invloed van westerse kunst.

Tsukioka YoshitoshiNaam: Tsukioka YoshitoshiGeboren in: Edo, tegenwoordig TokyoGeboren op: 30-04-1839Studie: In de leer bij Utagawa Kuniyoshi

De vader van Yoshitoshi was een handelaar en had zichzelf in een samurai familie gekocht. In Japan was dit een geaccepteerde vorm van hoger op komen, technisch gezien betekend het dat Yoshitoshi geboren werd als samurai. Het meeste wat we van Yoshitoshi’s leven weten komt door de overblijfselen van zijn studies. Er is niks bekend over het onderwijs

5 De economie is gebaseerd op de landbouw.

8

Page 9: TDK Tijdschrift Japan

van Yoshitoshi, maar aan de verwijzingen en toespelingen in zijn werk te zien duidt dat op een brede kennis van de klassieke Japanse literatuur en geschiedenis. Yoshitoshi heeft waarschijnlijk voor een paar jaar op een school gezeten voor het gewone volk genaamd terakoya (‘tempel school’).In 1850, Yoshitoshi was toen 11 jaar, heeft de oom van Yoshitoshi hem ingeschreven bij de studio van Utagawa Kuniyoshi, een van de meest succesvolle houtsnede druk ontwerper van de stad Edo. Kuniyoshi behandelde Yoshitoshi speciaal en zei over hem ‘Yoshitosh is raar maar enthousiast’.6 Yoshitoshi training concentreerde zich vooral op de tekenkunst, en hij maakte vooral kopie’s van de afbeeldingen van Kuniyoshi. In de opleiding werd er vooral over het leven getekend, met levende dieren en menselijke modellen. Kuniyoshi was geïnteresseerd in western tekeningen en hij gaf Yoshitoshi toegang tot zijn buitenlandse prenten en gravures. Vanaf toen leerde Yoshitoshi elementen van het western perspectief en tekentechnieken. Het eerste werk van Yoshitoshi was een drieluik en verscheen in 1853, hij was toen 14 jaar oud.

‘picture of the heike clan sinking into the sea and pershing in 1185’, 1853

Na deze drieluik heeft hij voor 5 jaar niks meer gepubliceerd of zijn kunstwerken hebben het niet overleefd. Het waren moeilijke tijden in Japan, de regering was niet in staat om de overheid te behouden en daarbij was Japan

vrijwel geïsoleerd van de rest van de buitenwereld. Het is niet duidelijk of Yoshitoshi een fijne jeugd heeft gehad, maar er word gedacht van niet omdat hij vooral in zijn jeugd periode gewelddadige beelden maakte.

In 1869 werd hij beschouwd als een van de beste houtsnede kunstenaars. In 1871 werd Yoshitoshi depressief, na de ziekte nam hij een nieuwe voornaam aan: Tasio, wat ‘grote wederopstanding’ betekend. In zijn laatste jaren maakte hij veel werk, maar in 1891 begint zijn mentale gemoedtoestand weer te verslechteren. Niet alleen zijn geestelijke gesteldheid ging achter uit, maar ook zijn fysieke. In juni 1892 overlijd hij op 53 jarige leeftijd aan een hersenbloeding.

Op het moment is er een tentoonstelling van Yoshitoshi te zien in het Japanmuseum in Leiden. Deze tentoonstelling heet: maanlicht, mysterie en schoonheid en is te zien tot en met 4 maart 2012.

De grootste meester van de oekijo-è in de vroege negentiende eeuw was Katsoesjika Hokoesai.

Katsoesjika HokoesaiNaam: Katsoesjika HokoesaiGeboren in: 1760Studie: leerling bij een theaterprentenmaker

Hokoesai was in de leer bij een theaterprentenmaker. Hij beperkte zich niet in het onderwerp. Hokoesai was een begaafde man en tevens ook heel productief, hij maakte zo’n dertigduizend tekeningen, veel van deze werden als boekillustraties geproduceerd. Hokoesai tekent het leven van zijn tijd in Edo, geen menselijke bedrijvigheid lijkt aan hem te

6 Eric van den Ing en Robert Schaap, p.9, 1992

9

Page 10: TDK Tijdschrift Japan

ontsnappen. Zijn lijn is sterk, zijn stijl mannelijk, zijn visie op de mensheid getuigt van een objectiviteit vol humor. Hij verdoezeld geen onelegante houdingen, hij maakte het gewoon zoals het is. Laat in zijn leven ging hij zijn werk signeren met ‘de oude man die gek op schilderen is’. Zijn belangrijkste werk van de kleurenprenten waren landschappen die niets gemeen hadden met het landschap in China of Japan. Het waren panorama’s in sprekende kleuren, die meteen herkenbaar zijn.

Dit is een van de bekendste prent van hem. Hij had een groot gevoel voor natuurlijke vormen en de geniale gaven voor decoratieve patronen die de Japanse kunst altijd heeft gekenmerkt in perioden dat zij het minst van China afhankelijk was. 7

Oude architectuur

Kofun periode (300 – 710)Vanaf 538 werd de eerste architectuur stijl ingevoerd, de stijl was gebaseerd op de boeddhistische stijl. Dit komt doordat vanaf de 6e eeuw er invloeden van China en het boeddhisme in Japan terecht kwamen, dezen werden vrijwel onmiddellijk geaccepteerd. In de boeddhistische stijl zie je veel tempels en daarbij pagodes. De boeddhistische tempels hebben meer de uitstraling van een klooster. Bij een tempel staat dan ook een pagode, de pagode staat vrij van andere gebouwen zodat je er om heen kunt lopen. Een pagode is een toren waar je op elke verdieping een dak ziet. Des te hoger de verdieping des de kleiner de verdieping is, dus elke verdieping word een stukje kleiner als de vorige. Een pagode heeft meestal tussen de 3 en 13 verdiepingen.

Het vroegste nog bestaande voorbeeld van boeddhistische architectuur in Japan is het klooster Hôrioedji bij Nara. Het werd in 607

gebouwd en had een axiaal symmetrisch grondplan, dat betekend dat er een (denkbeeldige) middenas was en dat de linker en rechterkant symmetrisch aan elkaar zijn.

De Japanners volgde de ontwerp voorbeelden van de Chinese nauwsluitend, maar in de achtste eeuw begonnen de Japanse bouwmeesters te

experimenteren met en te varieren op de Chinese voorbeelden.

Een van de eerste sekten, de Hossō, werd geïntroduceerd door een Japanse priester genaamd Dōshō. Deze sekten kwam in 654 op. De religieuze gedachten die in de soetra8 stonden waren terug te vinden in veel van de vroege tempels. Boeddhisten in Japan probeerde met het idee van een bestaan als ‘wedergeboorte’ in een land van de eeuwige gelukzaligheid te realiseren.

Nara periode (710-794)In deze periode werd de architectonische stijl beïnvloed door een nieuwe Chinese stijl: de Tang stijl. Bij de Tang stijl is de structuur van het gebouw belangrijker dan de versiering.

Een goed voorbeeld van deze stijl is de Toshodaiji in Nara. Dit gebouw werd gebouwd

7 Honour & Fleming, p 702, 19888 mondeling of schriftelijk overgeleverde teksten van het boeddhisme en het hindoeïsme.

10

Pagode van de Hōryu-ji

Toshodaiji in Nara

Page 11: TDK Tijdschrift Japan

in 759 door een Chinese priester die gevraagd was om naar Japan te komen. De naam van het gebouw is afgeleid van "Toshodai" wat betekend ‘’uitgenodigd vanuit Tang China’’, wat natuurlijk naar de Chinese priester, Ganjin, verwijst.

Heian periode (794-1189)In de Heian periode werd een nieuwe stijl ontwikkeld: shinden-zukuri. Deze stijl werd in 782 ontwikkeld en werd gebruikt tot 946. Oorspronkelijk is de bouwstijl vooraf gaand aan deze stijl beïnvloed door Chinese en boeddhistische tempels. In het begin van de tiende eeuw is deze stijl steeds meer zich gaan afkeren tegen de buitenlandse invloeden en werd het een typische Japanse stijl. De gebouwen hebben aflopende daken die bovenaan samenkomen, dit word het Japanse zadeldak genoemd. De daken waren bekleed met boomschors of takken. De shinden-zukuri word gekenmerkt door een symmetrie van verschillende groepen van gebouwen. De architecturale eenheid van de shinden-zukuri bestaan uit:-de shinden, het hoofdgebouw war letterlijk slaapzaal betekend. -de tai no ya, de secundaire gebouwen, paviljoenen aan weerszijden.-de wataridono, overdekte gangen tussen de verschillende gebouwen.-de sukiwatadono, overdekte bruggen tussen de verschillende gebouwen.-de rô, smalle wandelgangen.-de tsuridono, de vispaviljoenen.

Shinden Tai no ya Wataridono

Sukiwatadono rô Tsuridono

Een mooi voorbeeld van de shinden-zukuri stijl is de Biô-dôin-tempel, Oedji, bij Kioto, 1052.

In een latere tijdperk namelijk de 14e en 15e eeuw zie je de shinden-zukuri stijl nog terug, maar dan nu in de zogeheten kinkaku-ji ( gouden paviljoen) en ginkaku-ji (zilveren paviljoen). De muren van het gouden paviljoen zijn bedekt met bladgoud, de muren van het zilveren paviljoen zijn niet zilver.

Rokuonji, tempel in Kioto

Zen tempel, het zilveren paviljoen in Kioto

11

Page 12: TDK Tijdschrift Japan

Muromachi periode (1333-1573)De in de burgeroorlog verwoeste tempels werden weer herbouwd. Bij de grote zen-kloosters bleven de stijl en axiale aanleg van hun Chinese voorbeelden bestaan, terwijl andere gebouwen een andere bouw kregen. Hierbij moet je denken aan een extra gekromd fronton boven een raam in het midden van de voorgevel. Als je kijkt naar de kleinere zen-gebouwen, daarvan was het exterieur van het woongedeelte sober, ze verschillen weinig met ‘normale’ huizen. Deze huiselijke bouwstijl, de shoin-zukuri stijl, is een van de voorlopers van de hedendaagse bouwkunst in Japan. Deze stijl gebouwen hadden een centrale ruimte met daarom omheen wandelgangen. De verschillende ruimtes die zo worden gecreëerd worden door papieren schuifdeuren gescheiden.

Edo periode (1600-1867)Tegen het einde van de zestiende eeuw hadden de vertrekken voor theeceremonies hun eigen stijl gekregen, of liever een gekunstelde stijlloosheid. Het was gebouwd als waren van ruw bewerkte natuurlijke materialen: van hun bast ontdane boomstammen, bamboe- en rietstengels. De plattegrond was rechthoekig, maar de vensters leken wel willekeurig geplaatst. Bij de paleizen en de huizen van de rijke werden theehuisjes gebouwd met rieten daken genaamd: tjatjitsoe. Onder het deelkopje theeceremonie vind je meer over hoe deze gehouden werd. Wil je een keer een boeddhistische tempel van dicht bij zien? Dat kan! In Amsterdam staat een boeddhistische tempel, op de zeedijk. De Boeddhistische tempel is een meditatiecentrum. Men kan op eigen gelegenheid een dienst organiseren. Ook

worden er rondleidingen en cursussen gegeven.9

SamoeraiVanaf de 7de eeuw is de keizer officieel de baas in Japan, maar zijn macht is erg klein. De werkelijke macht hebbers waren op dat moment de edelen en de ridders. De ridders werden Samoerai genoemd (letterlijk: ‘Hij die dient’.). Er waren zelfs Samoerai met een eigen gebied onder hun hoeden die Diamyo genoemd werden. Deze Samoerai hadden maar één motto: de grootste en machtigste diamyo worden, de Shogun. De Samurai waren verbonden aan een erecode ook wel de Bushido (vertaling: ‘De manier van de krijger’) genoemd. Deze code of Bushido nam voornamelijk in dat je als Samoerai loyaal was aan je meester. Samoerai’s waren te herkennen aan hun kleurrijke klederdracht (ook het harnas had soms verschillende opvallende kleuren). Maar voor Samoeraikrijgers was hun zwaard het aller belangrijkste. Volgens de Samoerai was het zwaard zo belangrijk omdat volgens deze krijgers in het zwaard de ziel van de samoerai te vinden was. De Samoerai moest het zwaard altijd bij zich dragen als voornaamste wapen en moest met respect behandeld worden. Verloor je het zwaard? Dat was een schande met vaak ook een hoge straf als gevolg. Het was ook belangrijk om goed met je zwaard om te gaan. Het leren van deze vaardigheid heet ken-jutsu en is onderdeel van de Budo, de Japanse krijgskunsten waarbij ook Jiu-jutsu en het welbekende Judo horen.

9 http://www.iamsterdam.com/nl/placestogo/boeddhistische-tempel-fo-guang-shan/34a9b1c9-2aa7-4b0e-a345-17b409d0ccd7

12

Page 13: TDK Tijdschrift Japan

Maar naast het zwaard hadden Samurai nog wat wapens waarmee de Samoerai vaak mee gezien werden. Denk aan bijvoorbeeld pijl en boog, speren en zelfs geweren. Maar hun belangrijkste wapen bleef toch het zwaard, tevens ook het symbool voor de Samoerai. De Samoerai bleven tot de late 19e eeuw de gewapende troepen van Japan, daarna werden deze overgenomen door de militairen zoals we die nu nog kennen en hoorde de Samoerai ineens bij de verleden tijd, geschiedenis. Dit kwam voornamelijk door de Americanisering, waar we later meer over vertellen.

Geisha’s Naast Samoerai hebben we ook nog Geisha’s. Een geisha is een hoogopgeleide en gerespecteerde Japanse gastvrouw die zorgt voor vermaak op feestjes in theehuizen. In de 18e en 19e eeuw waren geisha’s heel gebruikelijk bij zulke gelegenheden. De taak van de Geisha is de gasten (zowel mannelijke gasten als vrouwelijke gasten) te entertainen met een gesprek, zang, muziek en dans. De Geisha probeerd hiermee de gasten op hun gemak te stellen en te zorgen voor vermaak. Wij westerlingen denken bij geisha’s vaak aan prostituees, maar dit is zeer onterecht. Ze moet inderdaad de gasten op hun gemak stellen en vermaken maar hierbij speelt seks soms helemaal geen en anders een ondergeschikte rol. De verwaring komt door

de wereld van courtisanes (minnaressen) die naast de Geisha’s ook bestond in Japan. Prostitutie kwam voor, maar dit was iets anders dan het verkopen van een Geisha. Destijds je namelijk het recht om de maagdelijkheid van een geisha te ontnemen kopen. Maar ze waren niet verplicht om seks te hebben met klanten, zelfs niet met degene die geld betaalde voor een maagdelijke Geisha.

De Geisha’s zijn niet verbonden aan een religie, maar wonen wel met zijn allen in een gemeenschap (tevens ook de plek waar de Geisha’s werken), die in de stad is gevestigd. Dat noemen ze de hanamachi. Een geisha verdient erg veel geld, maar daar hebben ze dan ook hard voor moeten werken, want voor je een Geisha genoemd mag worden gaat er voor de Geisha een lange opleiding aan vooraf. Als jong meisje kwam je als maiko in dienst, en volgde dan enkele jaren een opleiding van een ervaren geisha. Ze hielden zich dan voornamelijk bezig met het beoefenen van zang, dans en muziek om zo hun capaciteiten te vergroten.

Geisha’s herken je aan hun typische kledij, haar en make-up. Geisha betekent letterlijk "kunstpersoon", een naam die ze niet alleen te danken heeft aan haar talenten voor zang, muziek en dans, maar ook doordat ze ook uit ziet als een levend kunstwerkje. Kenmerkend is bijvoorbeeld de pruik van zwart haar, een versierde Kimono of zijden kleed dat op een bepaalde manier om het lichaam is geknoopt en het witgemaakte gezicht met de rode lippen. Geisha's werden beschouwd als toonbeelden van schoonheid, perfectie en een verfijnde cultuur.

13

Page 14: TDK Tijdschrift Japan

Nu nog zijn er in Japan nog enkele Geisha’s actief bezig als gezelschapsdames, maar hun plaats is geleidelijk door de naoorlogse westerse invloed ingenomen door escortbureaus.

Theeceremonie’s De Japanse theeceremonie is een deel van alledaags leven in traditioneel ingestelde gezinnen in Japan waarbij het drinken van thee is verheven tot een kunstvorm. De theeceremonies bestaan uit een serie van vooraf bepaalde handelingen die na elkaar worden verricht om zo optimaal te kunnen genieten van de thee. In de 13de eeuw werden er al voor het eerst regeltjes bedacht voor het thee drinken. Helaas is de theeceremonie het net als alle andere mooie tradities in Japan met uitsterven bedreigt. Door de verwestering zie je deze traditie’s steeds minder. Toch wordt er door het traditioneel ingestelde gedeelte van de Japanners er alles aan gedaan om deze traditie in stand te houden. De ceremonies zijn zo geconcentreerd en serieus van aard dat het deel is geworden van het belijden van het boeddhisme, met name de Zen-stroming binnen deze godsdienst. Daarom zal deze ceremonie voor veel Japanners altijd belangrijk blijven in hun leven.

De thee die in de Japanse theeceremonie wordt gedronken is altijd groene thee in de traditionele poedervorm. Deze groene thee wordt gemaakt met verse, nog groene theebladeren die eerst worden gedroogd, dan geroosterd en tenslotte worden deze bladere vermalen. Dit poeder wordt bewaard in een houten lakdoos die Natsume genoemd wordt. Het poeder wordt afgemeten met een kleine houder van keramiek aan een houten steel. Deze heet de Chashaku. Na het afmeten wordt vervolgens de houder doorgegeven naar elke deelnemer die aanwezig is bij de ceremonie. Met hun eigen spatel gemaakt van bamboe,

nemen ze een portie thee die ze in zijn of haar theekommetje doen. Maar dan heb je alleen nog maar het poeder. In het midden van de mat staat een metalen ketel, waarin kokend water zit. Het water wordt met een speciale lepel, de Hishaku, over de kommentjes geschonken. Het laatste hulpmiddel voor het maken van deze thee is ee kwastje gemaakt van bamboe, een Chasen, waarmee de thee wordt opgeklopt tot er een schuimige textuur ontstaat. De thee krijgt daardoor een bittere smaak.

Het drinken van de groene thee gebeurt tijdens de ceremonie in complete rust en

14

Page 15: TDK Tijdschrift Japan

stilte. Ook moet je op een speciale manier zitten volgens de regeltjes van de theeceremonie. Je zit dan in een meditatieve hurkzit (benen dubbel, leunent op de hielen) waarbij je ook tegelijkertijd bezig bent met de meditatietechniek die toegepast wordt door de belijders van het zenboeddhisme. Vandaar alle strikte regeltjes en voorschriften over de manier waarop, de houding van de deelnemers en de plaats waar de ceremonie plaats moet vinden. Zo’n ruimte waar de theeceremonie’s worden hehouden noemt men een theehuis. De inrichting hiervan is volgens de zen- en feng-shui principes. Dit zou de doorstroming van de energie bevorderen. Ook bij het ontvangen van de thee zijn er regeltjes van hoe je moet zitten en welke bewegingen je maakt. Maar dat maakt het dan ook tot de kunst van het drinken en de schoonheid daarvan.

Prachtige Japanse tuinenJapan is ook het land van de tuinen. En dan bedoelen we niet een tuintje achter een huisje met een stukje gras en hier en daar wat struikjes en bloementjes. Nee we spreken dan van onder andere meditatietuinen, theepaviljoenen, eigen stukjes grond, en prachtige siertuinen in wijken en stadsparken. Een Japanse tuin is een tuin in traditioneel Japanse stijl. De tuinen zijn ook vaak te vinden rondom Boeddhistische tempels en bij landschapskenmerkende gebouwen zoals oude kastelen. Typische elementen van een Japanse tuin zijn niet alleen de typische Japanse planten, maar ook het gebruik van water. Vaak zie je dat er in Japanse tuinen een eilandje word gebouwd met een Japans bruggetje tussen de tuin en het eilandje in. Ook zie je in veel Japanse tuinen het gebruik van vaak stenen lantaarns. Ook de theeceremonie wordt gekoppeld aan de tuinen, want vaak vind je in de Japanse tuin vaak een theehuis(je).

Nu we het ook over planten hebben kunnen we één ding niet vergeten: het Kersenbloesemfeest. Als in Japan de kersenbomen in bloei staan, trekken Japanners massaal de parken in beladen met manden vol voedsel, versierde zitkleden met felle kleuren en vooral veel goeie zin. Ze vieren dan het begin van de Lente, het nieuwe begin en ontluikende liefde (De tak van

kersenbloesem is een teken van toekomstige

liefde.).Het vieren van een natuurverschijnsel is in Japan belangrijker dan bij ons in Nederland. De Japanner heeft een hele bijzondere binding met de natuur. Men ziet in de natuur een parallel met het leven van de mens. Het Boedhisme onder andere leerd daarom de Japanners goed om te gaan met de natuur om hun heen.

Bloedvergiet, geweld en oorlogen In de 16e eeuw bestaat Japan nog steeds uit veel verschillende staatjes, maar daar komt plots verandering in. Dit komt doordat de Tokugawa familie de titel shogun bemachtigt

15

Page 16: TDK Tijdschrift Japan

en hierdoor Japan in een klap één land is geworden, maar dit ging zeker niet zonder geweld. Tot de 19e eeuw behoudt deze familie de macht en is het zoals we voorzichtig kunnen zeggen, rustig in Japan. Maar handel met het buitenland is er bijna niet. Dit komt omdat de keizer en shogun heel erg bang zijn voor buitenlandse bemoeienis en er daardoor voor zorgen dat handel met het buitenland nauwelijks mogelijk wordt gemaakt. Maar er is één uitzondering. Er wordt via het eiland Dejima gehandeld met ons eigen land: Holland. Maar de bevolking probeerde daar wel zijn slaatje uit te slaan. Die Japaners

waren namelijk ook niet dom en zagen zo hun kans om contact te maken en stiekem te handellen met het buitenland via de Hollanders. De geslotenheid van Japan voor het buitenland wordt de ‘Japanse Isolatie’ genoemd en duurt tot 1854. Wat gebeurde er toen? In 1854 komt de Amerikaan Matthew Perry (zie afbeelding) met zijn vloot om de ‘opening van Japan’ af te dwingen met geweld. Metthew Perry had succes. Japan is op dit moment erg bang dat ze net als de rest van Azië ook moeten gaan geloven in het Europese ‘ kolonialisme’. Het is daardoor erg onrustig in Japan. Een groep revolutionairen maken gebruik van deze onrust en grijpen in 1868 de macht. Dit noemen we de ‘de Meiji restauratie’. Dat betekende dat de keizer de macht kreeg en

dat Japan moderner zou gaan worden. Industrie zou bijvoorbeeld een belangrijke rol gaan spelen voor Japan. Waar Japan eerst nog achter liep, maakte ze een inhaalslag en groeide al gauw uit tot een echte wereldmacht. Er kwamen echter gelijk problemen voor de industie in Japan. Voor de industrie waren grondstoffen hoog nodig en de bazen van deze mega bedrijven (voornamelijk electronica en later de autoindustrie) werden in de politiek nu steeds belangrijker. Japan moest dus wel opener worden naar de andere Europese landen toe. En ook het veroveren van Gronstofrijke koloniën hoorde hierbij voor Japan.

Van 1894 tot 1895 voert Japan oorlog met het nog zwakke China, maar in 1904 raakt Japan in oorlog met een van de ‘grote’ Europese landen, Rusland. In een jaar was Rusland verslagen. Japan had de smaak te pakken en ook Korea en Taiwan waren de pineut. Tijdens de Eerste Wereldoorlog koos Japan de kant van de geallieerden. Dit deden ze door Duitsland direct de oorlog te verklaren en de Duitse koloniën in het oosten van Azië te bezetten.

Maar Japan is nog steeds niet tevreden. Bij een groeiende economie hoort ook een groeiende vaag naar meer grondstoffen. Dit vindt plaats net na de Eerste Wereldoorlog. De keizer is jong en onmachtig. De Nationalistische militairen krijgen steeds meer macht en invloed in de politiek. Ze geven dan ook gelijk aan dat deze grondstoffen gewoon veroverd kunnen worden. Dit leidt tot een tweede oorlog met China in 1937. In 1939 breekt in Europa de Tweede Wereldoorlog uit en een jaar na het beginnen van deze oorlog kiest Japan de kant van Hitler en Mussolini in het ‘Driemogendhedenpact’. Niet echt een goede zet want Japan verliest hierdoor gelijk het vertrouwen bij de andere Europeanen en ook bij de Verenigde Staten. Zij waren boos op

16

Page 17: TDK Tijdschrift Japan

Japan en kozen ervoor om het verkopen van olie aan Japan te verbieden. Hiermee heeft het Japan gelijk hard aangepak, Want Japan heeft deze olie juist net zo hard nodig voor haar industrie.

Pearl HarborJapan pikt dit niet en valt op 7 december 1941 de Verenigde Staten aan. Ze bombarderen vanuit de lucht Pearl Harbor, een Amerikaanse marinebasis in Hawaï. Een aantal belangrijke Japaners kwam met het idee van de aanval, met de hoop dat als Pearl Harbor was verwoest, de lust om te vechten met Japan

misschien wel voorbij zou zijn en ze zich zouden overgeven. Maar zomaar elkaar de oorlog verkondigen, dat leek ze geen goed idee. het moest een verassingsaanval worden en er zou pas op de laatste minuut verkondigd worden dat de Japaners er aan zouden komen. De kans dat de Amerikanen goed voorbereid waren was dan namelijk erg klein en zou een overwinning onvermijdelijk zijn voor de Japanners. Hun doelwit: de slagschepen. Later werd er aan getwijfeld of dit wel een goede keus was en ze niet beter gelijk hun brandstof, die daar ook werd opgeslagen, kapot te maken. Dan hadden de Amerikanen daar namelijk zonder brandstof, voedsel en minutie gezeten. Daarnaast was het niet zo netjes om de transcriptie waarop stond dat ze Pearl Harbor gingen aanvallen, pas aankwam in Amerika, toen het kwaad al

geschied was. De Amerikanen vonden dit erg achterbaks. Normaal is het normaal dat dit vroeg van te voren wordt gemeld, zodat er een eerlijke strijd kon worden gevoerd tussen de 2 landen. De Amerikanen noemen het dan ook een achterbakse overwinning, terwijl de Japanners het zelf een tactische overwinning noemde. Daarnaast

HiroshimaAmerika deinst niet terug maar wil Japan terugpakken. En ze zijn niet van plan om jaren achter elkaar met een aantal vliegtuigjes en militairen Japan te verwoesten. Amerika komt met een nieuw wapen waaraan de Amerikanen in het geheim hebben gewerkt: de Atoombom. Ze hadden er altijd al mee willen experimenteren en dit was hun kans. De oorlog tussen Japan is ondertussen al zo’n 4 jaar bezig. De Atoombom met als codenaam ‘Little Boy, Flower of the sun, the stars and cosmos’ moest hier een einde aan maken met een extra harde en laatste klap voor Japan. Het was nog niet eens zeker of de bom wel zou werken, het zou een experiment op zich zijn. Hiroshima zou de stad zijn waar de bom zou gaan vallen. De stad was namelijk van groot militair belang. Maar laten we niet vergeten dat daar ook 85% onschuldige burgers woonden. Maar waarom niet de hoofdstad? De andere steden waren al deels verwoest door brandbommen, Hiroshima nog niet. was Amerika in plaats te bang om terug te vechten, juist erg boos geworden aangezien het helemaal niet van plan was een oorlog met Japan te starten. Het is volgens de Amerikanen dus hun eigen schuld dat Amerika terug zal gaan vechten. Het enige goede van de hele misie voor Japan is dat ze de Europese koloniën veroveren, samen met veel grondstoffen. Denk dan aan het oosten van Azië, van de Filippijnen naar Indonesië tot aan Birma.

17

Page 18: TDK Tijdschrift Japan

Alles was precies uitgedacht, zo ook de plek waar hij moest vallen. De Amerikanen lieten ook op de afgesproken plek vanuit de lucht de bom vallen. De Japanners die het vliegtuig zien denken eerst nog dat dit een weervliegtuig is en gaan gewoon verder met waar ze mee bezig waren. Op het moment dat de bom ontploft (nog gedeeltelijk in de lucht) zien de kijkende Japanners een enorme lichtflits en worden er in enkele seconden temperaturen van 4000° tot enkele miljoenen graden geproduceerd door de bom, waardoor bijna alles, inclusief mensen, verkolen/levend verbranden. En dit allemaal in enkele seconden. Zo ver als je kunt kijken, Hiroshima is van de kaart geveegd. 67% van de gebouwen was vernietigd. Alles smolt weg, van glas tot dakpannen en bakstenen. Er waren ±70.000 mensen op slag dood en waren er ongeveer hetzelfde aantal zwaargewonden. Dat de bom in de lucht ontplofde was ook de bedoeling. Als hij de grond zou raken, zou de grond de klap/schokgolf absoberen.

Hiroshima zal nooit worden vergeten door de Japanners. Er zijn weinig beelden te vinden van de bomaanslag (kernwapenfotografie bjvoorbeeld). Alle expirimenten die er aan vooraf gingen en de gruwelijke beelden van na het ontploffen van de bom (dode slachtoffers

voornamelijk) zijn grotendeels door Amerika verwoest of ervoor gezorgt dat ze aangetast raakte. Amerika wilde het ‘dood & verderf’ zoals wij Nederlanders vaak zeggen, ‘in de doofpot stoppen’. Het succes van de bom was een feit, maar de gruwelijke beelden van e slachtoffers, die zet je natuurlijk niet als trofee in de Amerikaanse kranten. Veel Japanners die de bomaanslag overleefde wilde later alsnog de wereld laten zien wat er gebeurd was. Ze tekenden precies wat zij toen met eigen ogen gezien hadden. Mensen die in brand stonden, een rivier vol met lijken, ingestorte huizen, straten rood van het bloed en onherkenbare krijsende mensen met verschroeide haren die

schreeuwden als baby’s. Alsof de Bom al niet erg genoeg was kwam er een verschrikkelijk probleem bij. de ziekenhuizen en doktoren waren ook weggevaagd door de bom, dus op hulp van steden om Hiroshima heen moest erg lang op gewacht worden. Alsof de Amerikanen nog nieg genoeg hadden gedaan namen de Amerikanen kinderen mee naar Amerika die de ramp overleefde. Ze kwamen terecht bij ABCC dat onderzoeken deed met deze kinderen. Wat deed de straling met deze kinderen? Zie je effecten van de straling aan

18

Page 19: TDK Tijdschrift Japan

de kinderen van deze kinderen? Het ergste van allemaal is misschien nog wel dat deze kinderen geen behandeling kregen, want dan zou het onderzoek niet meer kloppen. Ze deden alleen maar experimenten. Dit deden ze jaren lang en dat elke dag. Veel kinderen kregen later kanker, of andere ziektes. Kinderen van deze voormalige kinderen werden inderdaad geboren met afwijkingen en een aantal ging zelfs aan de straling dood, doordat de cellen in het lichaam op een foute manier zich gingen delen. De uitslagen van deze onderzoeken werden later nogmaals gebruikt en aangevuld bij de Tsjernobyl ramp.

Japan blijft toch doorvechten en Amerika komt met een 2de bom in Nagasaki. Deze bom kost ±40.000 het leven. Op 2 september 1945 gaf Japan zich eindelijk over aan de Verenigde Staten van Amerika en haar bondgenoten. Maar Japan bleef onder controle van Amerika tot 1952. Maar de welvaart op de eilanden bloeide wel weer op danzij een uitzonderelijk economisch herstel. De Amerikanen vertrokken uit Japan, maar ook nu bleef die groei alsmaar stijgen. Aan het einde van deze eeuw was Japan uitgegroeid tot een van de grootste economische grootmachten. Japan werd lid van grote organisaties zoals de VN en de G8. Ook hebben wij veel auto’s en electronica nu te danken aan Japan. De Japanse economie en industrie groeien uit tot een van de modernste en rijkste ter wereld. Al deze veranderingen in korte tijd zorgen ervoor dat tradities ineens plaats moeten maken voor vernieuwing.Daarom is Japan het land van twee gezichten, het heeft een ouderwetse kant, maar ook een moderne. Aan de ene kant heb je de traditionele theeceremonie en aan de andere kant heb je de bij de jeugd zeer populaire McDonalds.

MileurampenJapan kent meer verwoestingen van het land dan alleen de verwoestingen door oorlogen.

Om te beginnen is de regenval in Japan, met name in de zomer, zo ontzettend veel dat dit alleen al elk jaar zorgt voor meerdere overstromingen. Maar ook natuurgeweld zoals tyfoons en aardbevingen zijn vaak te doen in Japan. Dat laatste komt omdat Japan een vulkanische eilandenboog is. deze behoort tot de seismisch meest actieve gebieden ter wereld. De aardbevingen worden zoals altijd veroorzaakt door platentektoniek. Twee of meer platen die onder of naast elkaar de grond proberen weg te stuwen. In dit geval praten we over de Pacifische plaat en de Filipijnse plaat. Deze duiken langzaam (enkele centimeters per jaar) naar beneden onder de Euraziatische plaat. Het moeizaam langs elkaar wringen en de grond weg duwen heeft als gevolg: grote spanningen. De in de vele jaren opgebouwde spanning kan plotseling zich ontladen in een aardbeving oftewel een plotselinge verschuiving.

Enkele grote aardbevingen:- 1923, de Kanto-aardbeving vindt plaats. Het gevolg: Tokio verwoest en meer dan 100.000 doden.- 1995, de Hanshin-aardbeving vindt plaats bij de stad Kobe. Het gevolg: grote schade in de stad Kobe en 6.433 doden.- 11 maart 2011, deze zit verser in ons geheugen door de vele beelden die we gezien hebben op de televisie (zie afbeelding). Japan werd getroffen door een aardbeving met een kracht van 9.0 op de momentmagnitudeschaal. Dit was de zwaarste aardbeving in 140 jaar. En alsof de aardbeving zelf niet genoeg was volgde er na die aardbeving een grote tsunami. Er zijn toen ±10.000 doden gevallen.

19

Page 20: TDK Tijdschrift Japan

Maar al gauw blijkt dat het ergste nog moet komen. De kernramp van Fukushima. Deze ramp vond plaats in de kerncentrale Fukushima I in Japan, in de dagen volgend op de zeebeving en daarop volgende tsunami van 11 maart 2011. De drie operationele reactoren in de centrale werden binnen enkele seconden na het begin van de aardbeving automatisch stilgelegd door middel van een noodstop. Het gewone elektriciteitsnet was beschadigd en daarom moesten de koelpompen voor de centrales draaien op elektriciteit van een noodstroomvoeding. Maar door de tsunami, die op de aardbeving volgde, kwamen deze generatoren onder water te staan. De koeling op accu's stopte na enkele uren doordat de accu's leeg waren. Er volgde een serie ongelukken in verschillende reactoren in het complex, waaronder explosies van waterstofgas. Dit is ook duidelijk te zien op de nieuwsbeelden die al gauw te zien waren op de televisie. In enkele reactoren heeft ook een kernsmelting plaatsgevonden. Dit wil zeggen dat brandstofelementen gedeeltelijk zijn gesmolten en kernbrandstof op de bodem van de reactor terecht is gekomen.

Geschiedenis en Japanse kunst gaan hand in handJapan is een land waarin veel erge dingen zijn gebeurd door de jaren heen. Het is dan ook

meer dan logisch dat Japanse kunstenaars bijvoorbeeld de atoombomramp als inspiratie hebben voor het maken van werk. Het vormde Japan namelijk tot het land zoals het nu is. Noboru Tsubaki is bijvoorbeeld een kunstenaar die de atoombom als inspiratie nam voor het volgende kunstwerk: Aesthetic Pollution uit 1990. Dit kunstwerk is onder andere gemaakt met klei, takken van bomen, verf en piepschuim. Het kunstwerk laat een explosie zien die te koppellen is aan de atoombom van jaren terug maar dan in combinatie met het disign van nu.

“De Stijl, Bauhaus, constructivism and Dada … Heartfield, Dumbar and Kalman … Design has long stood at the forefront of aesthetic and political change. But after the Second World War we became entangled in the thicket of consumer capitalism and lost our way.”10 Zo wordt het werk verwoord door Kalle Lasn.

Nieuwe architectuurMeiji-, Taisho-, Showa I periode (1868-1945)Japan begon snel aan verwesterlijking waardoor er behoefte kwam voor nieuwe soorten gebouwen zoals scholen, banken en hotels. Aan het begin van de Meiji periode werd de architectuur door koloniale invloeden beïnvloed, zo bouwde de Britse handelaar

10 http://www.adbusters.org/magazine/83/ aespollution.html

20

Page 21: TDK Tijdschrift Japan

Thomas Glover een eigen huis in Nagasaki. Dit hielp de carrière van de architect Thomas Waters goed op weg. In 1868 bouwde hij het Osaka munt, het was een lang en laag gebouw gebouwd van baksteen en natuursteen.

In tegenstelling tot de neoklassieke stijl die Waters normaal gebruikt, ontwikkelde hij nu een pseudo-Japanse stijl, Giyofu. Deze stijl lijkt van de buitenkant op de westerse bouwstijl, maar dan gemaakt met de traditionele Japanse technieken. Een voorbeeld hier van is de Kaichi lagere school in Matsumoto, gebouwd in 1876.

Tateishi Kiyoshige reisde naar Tokio om te zien welke westerse bouwstijlen populair waren zodat hij dat kon verwerken in zijn school gebouw.

De Japanse regering liet ook buitenlandse architecten komen om in Japan te werken.

In 1920 ontstond er een jonge groep architecten en ze vormde de organisatie van modernistische architecten. Zij werden bekend als Bunriha wat de ‘afscheidingsbeweging’ betekend. Ze haalde hun inspiratie uit Europa en de stijlen die daar toen voorkwamen zoals het expressionisme en het bauhaus. Dit hielp Japan naar een internationale moderne stijl.

National diet building in Tokio, 1936.

Showa periode II (1945-1988)In 1955 werd Le Corbusier gevraagd door de Japanse regering om het ontwerp van het Nationaal museum van Westerse kunst in Tokio te maken. Hij werd geassisteerd door drie oud studenten: Maekawa, Sakakura en Yoshizaka.Het ontwerp was gebaseerd op het museum wat Le Corbusier in Ahmedabab heft ontworpen.

Heisei periode (1989-heden)Tadao Ando leerde als timmer man en werd later architect. Het traditionele Japanse vakmanschap past hij toe bij houten bekistingen, waarin het beton wordt gestort. Zijn kennismaking met architectuur begon toen hij een boek over Le Corbusier las toen hij 15 jaar was. In 1969 stichtte Ando zijn eigen architectenbureau "Tadao Ando Architects & Associates".Ando won verschillende belangrijke prijzen, hij bouwde tot en met nu ongeveer 200 gebouwen waarvan er maar een enkele in Europa staat. In al zijn ontwerpen is de invloed

21

Page 22: TDK Tijdschrift Japan

van de rijke Japanse bouwtraditie sterk aanwezig zoals terrassen, glazen veranda's en binnentuinen, maar dan vertaald in een hedendaagse vormgeving.Kenmerken van zijn architectuur:-Een uitgedachte drie dimensionale ordening, die zich vaak er haalde. -Aanwending van natuurelementen.-Groot inlevingsvermogen van de plek. -Een perfecte uitvoering, met voorliefde voor beton.

Er word tegenwoordig afgeweken van de traditionele Japanse bouw, dit komt voor verwesterlijking. Veel strakke lijnen & vlakken (minimalistisch), veel glas en uitdagingen in de bouw. Hoe ver kunnen we gaan? Wat kan een gebouw hebben? Met welke nieuwe technieken kunnen we nog steviger en hoger bouwen? Maar er wordt ook langzamerhand steeds meer naar de duurzaamheid gekeken.

Hedendaagse Beeldende kunstShohei Otomo Shohei Otomo is een kunstenaar die Japanse traditionele afbeeldingen/prenten combineert met manieren van weergeven en objecten uit de 20ste en 21ste eeuw. Sunglassed Geisha (afb.1) is hier een een voorbeeld van.

Het kapsel, de origami in haar haar en de papieren waaier van de Geisha zijn traditioneel terwijl de nagellak, de handtas, zonnebril en haar hippe jas typisch iets is van nu. Shohei Otomo werkt alleen 2 dimensionaal en maakt vaak gebruik van

22

Page 23: TDK Tijdschrift Japan

dezelfde kleuren: zwart, wit en rood. Dit is ook iets dat prima bij het traditionele Japan past. Wit en rood zitten ook in de Japanse vlag. Maar ook in het werk Boss Batter (afb.2) is

duidelijk de tweesplitsing te zien tussen de japanse krijgskunsten en de tattoos en handbalknuppel (sport) met merken erop. Kortom Japan het land met aan de ene kant het traditionele en aan de andere kant het moderne verwesterse Japan.

TabaimoTabaimo is een kunstenares die in 2011 te zien was met haar werk Teleco-soup op de Biennale in Venetië. Teleco-soup is een video installatie met een loop, waardoor bezoekers keer op keer opnieuw konden worden opgezogen in de eigenaardigheid van het werk. Alles wat gefilmt is is door Tabaimo zelf getekend/gemaakt. Ze trekt op de Biennale de kijkers mee in het verhaal door gebruik te maken van een multimedia ruimte. Je loopt als het ware door de animatiefilm heen en doordat de muren met film doorlopen in de grond zou je als kijker deels op de film kunnen gaan staan en er dus echt letterlijk in zitten.

"Teleco-soep, 'impliceert het idee van een"

omgekeerde "soep, of de inversie van de betrekkingen tussen water en lucht, vloeistof en container, zichzelf en de wereld. Dit bouwt voort op een intellectuele traditie in Japan. In Japan worsteld het namelijk met de identiteit van het land als een eiland staat. Ze zitten met de onverenigbaarheid tussen Japanse beschrijven technologie en internationale markten (het Trans-Galapago’s syndroom), maar nu is dit probleem op meerdere facetten van de Japanse samenleving van toepassing in het tijdperk van globalisering.

Het werkende thema voor dit Japanse paviljoen is dan ook het “Trans-Galapago’s syndroom”. Het was het idee van de kunstenaar, om werken te maken die ervoor zorgen dat wij als kijker eens gaan nadenken over de wereldwijde perspectieven dier er zijn over de hedendaagse kunst die weer te maken hebben met het behoud van de unieke kenmerken van de Japanse cultuur.

Yuko shimizu

23

Page 24: TDK Tijdschrift Japan

Ze is een freelance illustrator en een illustrator docent aan de ‘school of Visual arts’ in New York. Tekenen in altijd Yuko’s hobby geweest, maar omdat ze uit een traditioneel Japanse familie kwam was kunst geen optie. Na jaren kantoor werk is ze als nog een 4 jarige opleiding gaan volgen voor illustratie en visuele programma’s. Na dat ze afgestudeerd is, is ze gelijk aan de slag gegaan als illustrator.

Ze maakt nu verschillende illustraties zoals portret, muziek, sport en Aziatisch thema.

Takashi Murakami Murakami geboren in 1963 en is een Japanse kunstenaar die oude als nieuwe media gebruikt11.Hij probeert de grenzen tussen de hogere en de lagere cultuur (high and low culture)te vervagen. Murakami word gezien als de grondlegger van de superflat stijl.

De stijl herken je aan de grote egale kleurvlakken en door animé en manga geïnspireerde figuren. Murakami’s kunst heeft veel weg van pop-art. Murakami maakt niet alleen tweedimensionale kunst, maar ook maakt hij sculpturen. Hij heeft met zijn kunstwerken ook op de biennale van Ventie gestaan in 1995 en 2009.

Animé, Manga & Kawaii

Animéis de Japanse benaming voor tekenfilms en animatiefilms, maar ook buiten Japan wordt dit woord gebruikt om specifiek Japanse tekenfilms en animatiefilms aan te duiden. Het woord anime is afkomstig van het Engelse woord animation. Buiten Japan wordt dit woord gebruikt om Japanse tekenfilms en animatiefilms aan te duiden. Typerend voor

11 Oude media: traditionele media zoals schilderkunst. Nieuwe media: vooral digitale media

24

Page 25: TDK Tijdschrift Japan

Japanse teken- en animatiefilms zijn de grote westerse ogen bij de afgebeelde personen, maar ook de vaak overdreven kapsels (rare kleuren, spikes of extra lang haar), de zwaar uitgewerkte achtergronden, de Kleurrijke beelden, Zwaar overdreven gezichtsuitdrukkingen met beperkte bewegingen, de vaak te grote hoofden ten opzichte van het lichaam en er wordt vaak beweging gesimuleerd door de achtergrond te laten veranderen achter een statisch personage of een ander elemelnt op de voorgrond.

Anime is een medium op zich en wordt onderverdeeld in allerlei genres net als in de gewone filmindustrie. Zo zijn alle algemene genres, zoals sciencefiction, parodie of romantiek, vertegenwoordigd. Maar naast deze standaard genres zijn er typische anime/manga-subgenres. 'Magical girls' en 'Space opera' zijn er twee van.Maar ook romantiek, kinderverhaaltjes, actie/avontuur, drama, gothic, historisch, horror, mysterie en zelfs erotisch getinte animé (ook bekend als hental) bestaat.

Je kunt van animé houden, maar er zijn ook mensen die zo fan zijn van een bepaald karakter dat ze zich verkleden zodat ze op hun favoriete karakter lijken (zie afb.). Hiervoor zijn zelfs speciale conventies (bijeenkomsten, waarbij je ook animé artikelen kunt kopen en bekijken) voor. Ook in Nederland vinden deze conventies plaats. De Abunai conventie en de Animecon conventie zijn de twee bekendste in Nederland.

Manga Manga zijn Japanse strips. In de jaren vijftig werd manga populair in Japan, onder andere omdat in 1947 de censuur was afgeschaft. Dit leidde tot veel creativiteit en diverse stilistische innovaties. Manga is in Japan vanaf deze periode een algemeen medium voor alle leeftijden en is in Japan bijna net zo normaal als de krant of een boek. Kawaii

Kawaii

25

Page 26: TDK Tijdschrift Japan

Kawaii is momenteel een erg populair woord geworden in Japan. Kawaii is tevens een veel gebruikt woord in anime en manga. Het woord wordt in Japan ook gebruikt in het dagelijks leven. Kawaii betekent letterlijk schattig en/of lieflijk. Alles wat schattig of lieflijk lijkt is Kawaii. Zo wordt het veel gebruikt bij een schattig klein katje (kijk naar Hello Kitty), maar het wordt ook tussen geliefden gebruikt.

In anime en manga heeft het woord kawaii een veel grotere en bredere betekenis. Hieronder wordt anime verstaan waarin liefde, goedheid, schoonheid en erotiek voorkomt. Het gebruik van grote blinkende ogen van personages in anime is een voorbeeld hiervan.

26

Page 27: TDK Tijdschrift Japan

LiteratuurlijstWebsite’shttp://www.adbusters.org/magazine/83/aespollution.html http://artspotter.com/events/japan-tabaimohttp://www.asia.si.eduhttp://www.iamsterdam.comhttp://www.japan-guide.comhttp://mediawiki.arts.kuleuven.be/geschiedenisjapan/index.php/Hoofdpaginahttp://nos.nl/video/325610-2011-tsunami-en-kernramp-in-japan.html http://www.rijksmuseum.nlhttp://www.sieboldhuis.org http://www.takashimurakami.com/index.php http://www.tnm.jphttp://www.uchiyama.nl http://www.verledentijd.com/2011/03/japan-een-korte-geschiedenis/ http://www.youtube.com/watch?v=hsfqyowLzY4 http://www.youtube.com/watch?v=Zfe2qhI5Ix4 http://www.youtube.com/watch?v=7tt7NBIVeMY&feature=player_embeddedhttp://www.yukoart.com/index.html http://www.bookspaperscissors.com/post/19191150313/cover-for-neil-gaimans-the-sandman-the-dream

BoekenGolden, A, Dagboek van een Geisha, 6e druk januari 1999Honour & Fleming, H & J, Algemene kunstgeschiedenis, 1988Hoorcollege Christianne Niesten, 2011Kidder JR, J, The art of Japan, New York, 1985Van den Ing & Schaap, E & R, beauty & violence,Eindhoven ,1992

Film & Televisie- The last Samurai, 2003- Memoirs of a geisha, 2005- RTL Travel - Chris Zegers gaat naar Japan (Tokyo & Nikko)Allereerste Uitzenddatum: 26-10-2005 Opnieuw uitgezonden en zelf gezien op: 14-12-2011- Seconds from disaster – afl. Pearl Harbor.National Geographic Channelmaandag 28-11-2011- Hiroshima – Afl. the next day.National Geographic Channelmaandag 28-11-2011

27

Page 28: TDK Tijdschrift Japan

TijdschriftenThe Art Biennale Magazine Guide 2011

Wist-je-datjes?

De 'o-miai' (een gearrangeerd huwelijk) nog steeds voorkomt in Japan? Sushi, Noedels, Fugu (kogelvis), Misosoep, Tempura en Sashimi typische Japanse gerechten zijn?

Japanners allemaal de drang hebben om van elke maaltijd een kunstwerk te maken?

Er weinig straatcriminaliteit is in Japan?

Japanners hygiëne heel erg belangrijk vinden? Het mondkapje en de uitgebreide badcultuur zijn niet meer weg te denken uit Japen. En de openbare gelegenheden zijn in Japan bijna altijd schoon

Treinen en bussen rijden altijd stipt op tijd rijden in Japan?

Hard studeren & jarenlang praktische ervaring op doen om ergens een ‘meester’ in te worden daar heel normaal is?

Japan strakke regels van normen en waarden heeft?

Er bijna overal binnen op de vloer tatamimatten liggen?

Japan twee religies kent, het shintô en het boeddhisme?

Er overal reclameborden aan de gebouwen vast zitten in de grote steden?

Ze een eigen & traditionele (afwijkend van de onze) manier van het oude/nieuwe jaar vieren?

Japanners gek zijn op Ikebana: de Japanse kunst van het bloemstukken maken?

De Japanner massaal gaan maankijken? Het gaat dan om de volle maan in september. Dit feest wordt echter ook wel 'chûshû no meigetsu' genoemd.

28

Page 29: TDK Tijdschrift Japan

NawoordMargot Roijackers: Het maken van dit tijdschrift was leuk en leerzaam. Aan het begin hadden we zo ontzettend veel info. Uiteindelijk hebben heel veel weg moeten laten of samenvattingen moeten maken van samenvattingen om het toch kort en krachtig te houden. Japan is een land waar zo ontzettend veel over te vertellen is. Dan zul je toch dingen moeten schrappen. Ik heb ook wat Italiaanse teksten (boekjes Bienalle Venetië) moeten vertalen, dat hakte er ook wel in qua tijd. Aan het einde van het schooljaar merkte ik dat ik even inzakte aangezien ik druk bezig was met het afronden van mijn praktijkvakken. In de vakantie en tijdens de stage pakte ik het gelukkig weer goed op en ben ik uiteindelijk erg tevreden met ons tijdschrift.

Annemarie Peters:Ik vind dit een hele leuk en leerzame opdracht en heb het ook met veel plezier gemaakt. In het begin was het even zoeken welke richting we op moesten met die bergen vol informatie, maar ik denk dat we het zo goed mogelijk helder en compact hebben weten te brengen. Ik vond het werken met Engelstalige boeken lastig, wat het werktempo een stuk naar beneden heeft geschroefd. Ik ben wel tevreden met het eindresultaat.

29